Yellah
Yellah
Komveld19, 3730 Riemst – mail:
[email protected] - tel. 0489 606340– www.yellahyellah.be
Nieuwsbrief van de Belgische Vereniging voor Weeskinderen in Marokko
Augustus 2012
Onze vereniging op een kruispunt
Beste donateurs Bijna twaalf jaar steunen we met onze verenging de weeskinderen van Taroudant. En dat met veel resultaat. We hebben in het weeshuis Lala Amina een nieuw concept helpen realiseren waarbij de kinderen in kleine groepjes en onder begeleiding van vaste opvoedsters opgroeien, bijna zoals in een gewoon gezin. Hierdoor konden ze ook in het weeshuis blijven en werden ze niet langer doorgestuurd op hun vierde. Onze verenging heeft, met de steun van de provincie Limburg, zelf een huisje gebouwd en betaalde voor dit huisje ook het loon van de opvoedsters en het leefgeld voor de kinderen. We hebben er ook voor gezorgd dat de Vlaamse overheid de bouw financierde van een aantal andere huisjes. Vervolgens hebben we jarenlang de pedagogische aanpak in het weeshuis gestimuleerd en verbeterd door de inzet van stagairs en projecten, met name in samenwerking met de Katholieke Hogeschool Limburg. Ik ben trots op deze realisaties, zonder de
1
inzet van onze leden, onze partners en onze donateurs was dit niet mogelijk geweest. Mijn hartelijke dank daarvoor.
Clems, tweede van rechts, tussen ‘haar’ jongens
2
Nieuwe uitdaging We willen nu een nieuwe weg inslaan met onze werking. De oudste weeskinderen worden achttien jaar en moeten hun leven in eigen hand nemen. Wat gebeurt er met de kinderen als ze het weeshuis verlaten? Dat is een groot probleem, de kinderen zijn opgegroeid in een beschermd milieu en niet goed voorbereid op een leven in de maatschappij. Het risico dat de kinderen in een zwart gat terecht komen is erg groot. De kinderen hebben hulp nodig, ze staan er immers alleen voor. Ze worden in een samenleving gegooid die ze niet kennen, waar ze geen steun hebben en geen middelen. Wij denken na over manieren om ze te helpen bij de overstap zodat ze hun plekje kunnen vinden en verder kunnen werken aan hun toekomst. Onze steun aan het Belgische huisje is momenteel opgeschort, dit betekent dat de vereniging niet langer het levensonderhoud en het loon voor de opvoedsters betaalt. Een andere organisatie neemt dit over. Individuele leden van de vereniging kunnen natuurlijk nog altijd het weeshuis bezoeken en ook op eigen initiatief kinderen helpen. We laten de weeskinderen ook niet in de steek, de vrijgekomen middelen worden geïnvesteerd in een betere toekomst voor hen. Daarom vragen wij uw vertrouwen om onze vereniging verder te blijven steunen. Bedankt en met vriendelijke groet, Zohra Nait Oufakir, voorzitter.
“De kinderen ontmoeten is een deel van ons geluk” Clems en Roger uit Nieuwpoort gaan elk jaar op bezoek bij het weeshuis in Taroudant. Gebeten door Afrika Clems is gebeten door Afrika. “Afrika trekt mij aan: de natuur en de mensen, hun hartelijkheid. Roger en ik hebben vijf kleinkinderen, die hebben alles wat ze moeten hebben. Van ons krijgen ze nog geregeld geld om te sparen en we geven evenveel aan vijf kinderen in Afrika, in Mali, Burkino Fasso, Rwanda en Taroudant. Net als onze kleinkinderen krijgen die ook hun ‘spaargeld’, via de stichting, het Rode Kruis en Plan België.” Ook voor de weeskinderen van Taroudant hebben ze een bijzondere plaats in hun hart. Elk jaar reizen ze er naar toe, ze zijn er al minstens tien keer geweest. Hun twee oudste kleinkinderen zijn een keer mee geweest, ook op een tocht in de bergen. “Ze waren toen veertien en vijftien jaar oud en konden het niet geloven. ‘Leven de mensen hier zo?’”
3
Amerikaanse T-shirts Clems heeft de weeskinderen zien opgroeien. “Ik was er van begin af aan bij, nog voor het Belgisch huisje klaar was en de kinderen nog in het oude gebouw woonden. Ik heb het concept helpen ontdekken. Samen met Zohra ben ik gaan kijken in het kinderdorp in Hoeilaart. Daar groeiden de kinderen op in kleine groepjes, net als in gezinnen. Dat idee werd toen gekopieerd in Marokko.” Clems: “Vroeger stuurden we veel spullen van hier naar ginds of namen we die mee: een tweedehands rolstoel, een lading schriften die een school op overschat had, 250 paar sandalen die we voor een prijsje op de kop konden tikken. ” Dat lukte wel maar het is steeds moeilijker: hoge transportkosten, soms ook de douane die moeilijk doet. “Nu doen we het anders: we kopen ginds de spullen die de kinderen nodig hebben, we pakken ze mee naar de soeks. Daar is één uitzondering op: Tshirts. Die kopen we nog zelf in tweedehandswinkels in Amerika. Die zijn daar spotgoedkoop en de kinderen houden van de felle kleuren en de opdrukken van de merken. We gaan elk jaar op vakantie in Florida en ik amuseer me er mee uit te kijken naar leuke Tshirts voor de kinderen in Marokko.” Wat na achttien? Clems maakt zich zorgen over de toekomst van de weeskinderen. “Ze hebben altijd beschermd geleefd, als ze op hun achttiende buiten komen zullen ze de kluts kwijt zijn. Er zal toch een vorm van ondersteuning of opvang nodig zijn, vooral in crisissituaties. Voor het weeshuis in Taroudant is het de eerste keer dat weeskinderen het weeshuis zullen verlaten, vroeger bleven ze maar tot hun vierde in Taroudant.” Clems en Roger zitten echt in met de toekomst van de kinderen. “We willen als het nodig is elk jaar een stukje langer in Marokko blijven, één maand, om te helpen met de ondersteuning en begeleiding.” Geen komedie Roger: “Mensen zeggen ons wel eens: ‘Waarom moet je daar zelf naar toe gaan? Is het niet beter dat je gewoon geld stuurt? Dat spaart de reis uit en dan kun je dat bedrag ook nog sturen.’ Maar zelf de kinderen ontmoeten is deel van ons geluk. En van het hunne: je ziet dat ze content zijn iemand te zien van hier die met hen inzit.” Clems: “Als je met hen praat, merk je dat het toffe kinderen zijn. Vriendelijke en beleefd. Als we aankomen komen ze ons tegemoet gelopen en pakken ons vast. Ze menen het, ze zijn echt blij ons te zien. Ze spelen geen komedie. “
Studenten KHLim presenteren pedagogische praktijk Achttien studenten van de Katholieke Hogeschool Limburg trokken in november 2011 naar Taroudant om er pedagogische projecten op te zetten. Hun ervaring: in Marokkaanse instellingen kijken ze toch anders naar opvoeding. Aan de slag De projecten en de reis werden georganiseerd in samenwerking met de Belgische vereniging voor weeskinderen in Marokko. Voor dit stukje hadden we een gesprek met lector Anita Martens van het departement Sociaal Agogisch Werk en Tine Nijsten, studente lerarenopleiding. De studenten gingen aan de slag in twee internaten en een organisatie die werkt voor straatkinderen. School – studeren – slapen De internaten tellen allebei zestig leerlingen, één voor jongens - in Ait Iaza, een dorp op tien kilometer buiten Taroudant - en één voor meisjes, ‘Maison des Jeunes Filles’. De studenten hebben er vorming gegeven aan de opvoedsters over puberteit, welbevinden in groep en onthaal van nieuwkomers. Met de leerlingen deden ze sessies leren leren en ’s avonds organiseerden ze animatieactiviteiten. Wie zit daar op internaat? Kinderen uit de bergen die te ver wonen om elke dag naar het secundair onderwijs te gaan. Overdag zitten ze op school, in ‘ploegen’ omdat er capaciteitstekort is. Tine: “Na school moeten ze meteen terugkomen naar het internaat. Zeker de meisjes. Niet op straat blijven rondhangen. Behalve voor school mogen ze zelden buiten komen. Heel soms gaan ze met een begeleider de soeks in, als ze iets nodig hebben.” Ze gaat verder: “Er was geen plaats voor ontspanning. Ze moesten altijd studeren. Telkens hetzelfde ritme: school, studeren, slapen. Ontspanning, daar zagen ze het nut niet van in. De opvoedsters deden nooit activiteiten. De leerlingen waren blij dat wij daarmee begonnen: kringspelletjes, chinees voetbal, breakdance.” Anita: “Bedoeling is dat de opvoedsters leren hoe ze dit soort spelletjes aanpakken, heel simpele dingen zoals bijvoorbeeld hoe groepen indelen. Animatie is nodig en heeft vele doelen: energie kwijt raken, zich verbonden voelen, zich uitleven. Hopelijk zijn ze er na ons bezoek mee
4
doorgegaan. Het risico is groot dat de spullen in de kast blijven liggen.”
In het internaat was geen plaats voor ontspanning. De leerlingen waren enthousiast en nieuwsgierig toen de Vlaamse studenten er mee begonnen.
“De Vlaamse studenten hebben hier heel wat grenzen verlegd, zowel voor zichzelf als voor anderen”
Straatkinderen De organisatie voor straatkinderen plukt ’s nachts jongeren van straat. Jongeren tussen 12 en 16 proberen ze terug te integreren in het gewoon onderwijs. Voor de oudere hebben ze ateliers opgestart, zoals leerbewerking en houtbewerking. Hoe belanden deze jongeren? Anita: “Ze hebben geen ouders meer of hun ouders kunnen niet meer voor deze kinderen zorgen. Ze zijn verslaafd of verkeren in extreme armoede. De organisatie probeert nog wel de familie erbij te betrekken. Ze werken met een veertigtal kinderen, vooral jongens. Tine: “De jongens zijn vriendelijk, soms wat verlegen. Ze lieten ons zien hoe ze werken.” Anita: “Deze organisatie koestert moderne opvattingen over hun werking, ze proberen er toekomstgericht en probleemoplossend te werken. Ze zoeken naar mogelijkheden bij de kinderen, sporen hun talenten op zodat ze toch iets kunnen bereiken in het leven. In deze organisatie hebben de studenten ingezet op een Methodiek om de eigen toekomst aan te pakken. Oorspronkelijk was die bedoeld voor de oudste kinderen van het weeshuis maar het bestuur besliste uiteindelijk om dit niet toe te staan.”
Nieuwsgierig Anita: “De deelnemers stonden open voor de vorming, zeker de leidinggevenden. Sommige opvoedsters ook, andere minder. De opvoedster in Marokko zijn niet opgeleid, daarom kijken ze niet met zo’n pedagogische blik. “ Tine: “Bij de studenten in het internaat hebben we, bij leren leren, ook aan mindmapping gedaan. Maar dat ging niet gemakkelijk, we kennen hun onderwijstaal niet goed genoeg. Naschoolse animatie ging makkelijker. We hebben een handleiding en tips achtergelaten. We kunnen ze niet dwingen, afwachten of er iets van blijft hangen. De kinderen waren alleszins enthousiast en nieuwsgierig. Ze wilden alles weten en deden met alles mee. Die hebben zich kunnen uitleven.” In de instellingen is weinig aandacht voor ontspanning en spel. Tine : “Dat mocht precies niet. Toezicht staat centraal, en strikt de regels volgen. Hoe je een conflict samen kunt oplossen valt helemaal buiten hun visie. Er stond wel een brievenbus, als je een probleem had kon je daar anoniem een briefje in deponeren. Op de vorming over puberteit stelden we de vraag: wat doe je als ze niet luisteren? ‘Dat probleem stelt zicht niet’, zeiden ze. ‘Onze kinderen luisteren altijd.’ In gesprek gaan met jongeren botst met hun opvattingen over discipline. Veilig op straat Tine is positief over de mensen in Marokko. “Ze zijn open en vriendelijk. Het is makkelijk om contact te leggen.” Ze voelde zich ook veilig op straat. “We hebben nooit schrik gehad. Iedereen is behulpzaam.” De projectstage vond ze een unieke ervaring. “We zijn blij dat we iets hebben kunnen doen. En ik begrijp de cultuur nu ook beter. “ Grenzen verleggen Ook de Limburgse studenten deden heel wat levenservaring op. Anita schreef hier eerder over in KHLimFocus: “Met zeven in een taxi,
5
regelmatig geen warm water om te douchen, ze nemen het er allemaal zonder zeuren bij. We hebben al heel wat gereflecteerd met deze groep, allemaal nemen ze vanuit deze ervaring zaken mee over hun eigen functioneren en hoe ze in de toekomst in hun job gaan staan. De confrontatie met de armoede en het besef dat veel competente (om het woord dan toch maar eens te gebruiken) jongeren hier geen enkele kans krijgen om iets van hun leven te maken, raakt hen erg en doet hen hun eigen luxeproblemen relativeren. Ze ondervonden vrij snel dat ze met hun westerse denkpatronen, ideeën en voorbereidingen hier niet ver geraken en deze moeten durven loslaten. Ze hebben hier al heel wat grenzen verlegd, zowel voor zichzelf en voor anderen.” Tenslotte nog dit: als voorbereiding op hun project in Marokko kregen de studenten gedurende één dag vorming over de 'Marokkaanse cultuur'. Die vorming werd aangeboden door het Provinciaal Integratiecentrum en het doel was de interculturele competenties van de studenten te verhogen. Uitgangspunt van de vorming is dat het er ginds dikwijls anders aan toe gaat dan hier maar dat veel ook hetzelfde is. Het komt er op aan dat je je bewust bent van mogelijke verschillen en er open mee leert omgaan. Grootste gevaar is niet het risico op een misverstand, dat kan altijd uitgeklaard worden, wel dat je jezelf laat verlammen en daardoor niet meer komt tot communicatie. De Belgische Vereniging voor Weeskinderen in Marokko wil het Provinciaal Integratiecentrum uitdrukkelijk danken voor deze vorming.
Dringend sanitair voor jongenstehuis in Imintanout Halfweg tussen Taroudant en Marrakesh ligt de stad Imintanout. Op vraag van een aantal donateurs aan onze vereniging die afkomstig zijn uit deze stad starten we er met een nieuw project. Het gaat over de bouw van een sanitaire ruimte voor een jongenstehuis. In het tehuis verblijven vooral arme kinderen uit de bergen die in de stad naar school gaan. Omdat ze afgelegen wonen en bij gebrek aan openbaar vervoer is dit de enige manier om secundair onderwijs te volgen. Verder verblijven er nog andere jongens die nergens anders terecht kunnen, zoals straatkinderen en
weeskinderen. Alles samen gaat het over vierhonderd jongens.
Het tehuis telt vier grote slaapzalen, telkens voor honderd jongens.
De huidige sanitaire voorzieningen zijn beneden alle peil, dat hebben we zelf kunnen vatstellen tijdens een bezoek aan de stad, absoluut niet geschikt voor zoveel jongens.
Deze en de volgende foto’s laten zien dat het huidige sanitaire absoluut niet geschikt is.
Er liggen bouwplannen klaar voor een nieuwe sanitaire ruimte met wc’s, douches en lavabo’s. Geen luxe maar wel noodzakelijk voor de basishygiëne. Onze vereniging heeft al wat middelen verzameld en er is ook een project aangevraagd bij dienst Noord Zuid van de provincie Limburg, maar er is nog meer nodig. Ook u kunt steentje bijdragen, elk kind heeft immers recht op een hygiënisch bestaan.
6
Hoe kunt u het weeshuis financieel steunen? U kan ons rechtsreeks steunen op onze eigen rekening 068-2169837-71 van de Belgische Vereniging voor Weeskinderen in Marokko. U kan ons eenmalig een gift doorstorten of (liefst) met een doorlopende opdracht. Daarvoor kunt u onderstaand formulier gebruiken dat u bij uw bank binnenbrengt of natuurlijk zelf online een opdracht aanmaken. Als u besluit om een doorlopende opdracht aan te maken gelieve ons dit formulier op te sturen, op die manier kunnen we u op de hoogte houden van onze werking en kunt u de evolutie van de kinderen volgen. Onze vereniging werkt uitsluitend met vrijwilligers en dat gebeurt rechtstreeks met onze partners in Marokko. Honderd procent van uw gift komt ten goede aan de weeskindneren. Alle giften zijn welkom, vele kleintjes maken één groot. Formulier doorlopende opdracht Naam, voornaam: … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … Adres: … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … Telefoon: … … … … … … … … … … … … … … ... … … … … … … … … … … … … … … … … E-mail: … … … … … geef opdracht om vanaf …/… …/… … tot herroeping maandelijks over te maken via het debet van mijn rekening nummer … …-… … … … … … …-… … bij (naam en adres bank) … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … ………………………………………………………………… het bedrag van … … … … euro ten gunste van rekening 068-2169837-71 van Belgische vereniging voor weeskinderen in Marokko. Datum en handtekening … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
7
Zelf het weeshuis bezoeken? Onze vereniging is jaarlijks bereid om voor haar leden en sympathisanten een inleefreis naar het weeshuis te organiseren. U komt dan rechtstreeks in contact met de kinderen en u ontdekt ook het zuiden van Marokko. Interesse? Neem contact op met Zohra. Nog een bericht: we kunnen deze nieuwsbrief ook per e-mail sturen. Dat bespaart ons kosten. Gelieve uw e-mailadres door te geven naar
[email protected].
Met dank aan
8