Ontwikkelingsperspectiefplan

Ontwikkelingsperspectiefplan U vindt in deze handleiding: -

Algemene informatie m.b.t. het OPP. Toelichting per onderdeel op het OPP van SWV NK Bijlage: lijst met voorbeelden van onderwijs/ en ondersteuningsbehoeften

Algemene informatie bij het ontwikkelingsperspectief Wat is het ontwikkelingsperspectief? Het ontwikkelingsperspectief kijkt naar de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling op lange termijn. Er wordt gekeken naar het uitstroomprofiel om vervolgens na te gaan wat er nodig is om het profiel te bereiken. Het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld door de school in een 'op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) met leerling en ouders. Naar aanleiding van het OOGO kan het OPP bijgesteld worden. Het OPP moet handvatten bieden voor de dagelijkse praktijk en de afwijkingen van het reguliere programma beredeneren. Voor wie wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld? Vanaf 1 augustus 2014 zijn de VO scholen verplicht een OPP op te stellen voor:  Leerlingen in het speciaal onderwijs,  Leerlingen in het praktijkonderwijs (ook die in het reguliere onderwijs met een Pro beschikking),  Leerlingen die extra ondersteuning krijgen in het regulier onderwijs, bijvoorbeeld in de trajectvoorziening. Hoewel dit wel wenselijk kan zijn, betreft dit niet zaken die vallen onder de (basis)ondersteuning van een school zoals begeleiding bij dyslexie of kortdurende remedial teaching.  Leerlingen die tijdelijk zijn geplaatst op een tijdelijke andere school of instelling: OPDC of reboundvoorziening. Op welk tijdstip wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld?  Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben moet een OPP worden opgesteld binnen 6 weken na inschrijving,  Leerlingen die tijdelijk zijn geplaatst op een andere school of instelling, binnen 6 weken na definitieve plaatsing van de leerling.

Handleiding OPP I SWV NK I behorend bij OPP versie 07-04-2015 I HT

definitief

1

Wat moet er in het OPP staan? Regulier voortgezet onderwijs, OPDC en praktijkonderwijs: De te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat in elk geval de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. De afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning. Voortgezet speciaal onderwijs: De te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat in elk geval de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. Uitstroomperspectief:  Binnen zes weken na instroom wordt een prognose vastgelegd;  Aan het einde van het tweede/begin van het derde jaar wordt het voorlopig perspectief(uitstroom) vastgelegd;  Een jaar voor uitstroom wordt het definitieve perspectief (uitstroom) vastgelegd. Indien er bij het perspectief arbeidsmarkt of arbeidsmatige dagbesteding sprake is van een aanvullend onderwijsperspectief wordt dit bij de prognose vastgelegd. Wie stelt het OPP vast en stelt het bij? Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het vaststellen van het meerjarige perspectief (de uitstroom) op basis van het integratieve leerlingbeeld vanuit de overdracht basisschool, informatie van de ouders en de warme overdracht. De wet heeft nadrukkelijk bepaald dat over het gehele OPP ‘op overeenstemming gericht overleg’ (verder vermeld als OOGO) tussen de school en de ouders tot stand moet komen. Het overleg over het OPP is dus niet zomaar een gesprek. Het is echt de bedoeling dat de ouders en de school er samen uit komen Registratie en toezicht  Scholen voor regulier onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven wanneer een leerling een OPP heeft.  Op het OPP is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. Uit de Wbp volgt onder meer dat niet meer gegevens in het ontwikkelingsperpectief mogen worden opgenomen dan nodig (artikel 11 Wbp). Bij de onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming zal daar rekening mee moeten worden gehouden. Tevens zullen scholen technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen moeten nemen. Die maatregelen moeten mede gericht zijn op het voorkomen van onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens.  Het SWV Noord-Kennemerland verwacht van de school dat voor leerlingen die gebruik maken van de trajectvoorziening een OPP wordt opgesteld en dat deze gemeld worden bij het SWV. Een systeem ter registratie van de OPP.’s Is in voorbereiding en zal naar verwachting halverwege schooljaar 2015-2016 in gebruik kunnen worden genomen. OPP en LWOO


definitief

2

De wet op passend onderwijs stelt het ontwikkelingsperspectief voor lwoo-leerlingen niet verplicht. De reden dat niet voor alle lwoo-leerlingen een ontwikkelingsperspectief hoeft te worden opgesteld, is dat de leerlingen een vergelijkbaar uitstroomperspectief en handelingsdeel hebben. Echter: samenwerkingsverbanden worden verantwoordelijk voor ondersteuningstoewijzing en ondersteuningsbekostiging van lwoo en pro (Verwachte inwerkingtreding 1 januari 2016). Op dat moment dient het swv wettelijk de doelmatige inzet van deze middelen te verantwoorden. De insteek is dat tegen die tijd een groepsontwikkelingsperspectiefplan (groeps opp) hiervoor volstaat. Bezwaarprocedure ouders Het laten tekenen door ouders en de leerling is niet wettelijk verplicht wel wenselijk i.v.m. het op overeenstemming gericht overleg over het OPP. Als ouders vinden dat het voor hun kind opgestelde ontwikkelingsperspectief niet passend is kunnen zij daar bezwaar tegen aantekenen bij de geschillencommissie passend onderwijs. Ook de school kan de geschillencommissie passend onderwijs om een oordeel vragen in een geschil over het OPP. Het oordeel van deze geschillencommissie is niet bindend, maar zal wel worden meegenomen in een eventuele gerechtelijke procedure. Zie voor meer informatie op: http://www.swvnoordkennemerland.nl/voor_ouders/bezwaar_en_geschillen/wat_te_doen_bij_een_geschil Meer informatie: http://www.steunpuntpassendonderwijs-vo.nl/wp-content/uploads/2014/02/Handreiking-Ontwikkelingsperspectiefplan-OPPv2.pdf


definitief

3

Het ontwikkelingsperspectief van SWV Noord-Kennemerland Toelichting per onderdeel op deel 1: Overzicht, uitstroomperspectief en onderbouwing Samenhangende argumenten die relevant zijn voor het onderwijs en de keuze voor het perspectief (uitstroom) onderbouwen op basis van: mogelijkheden in relatie tot vereiste kennis en vaardigheden; belemmerende en bevorderende leerlinggebonden/omgevingsfactoren die van invloed zijn op het onderwijsproces; Advies is om hierbij de wensen, mogelijkheden en verwachtingen van de leerling en ouders in relatie tot de voor het perspectief vereiste kennis en vaardigheden mee te nemen Naam leerling:

Spreekt voor zich

Geboortedatum:

Spreekt voor zich

J/M

BSN: omcirkel

Bijzonderheden gezinssituatie:

Denk aan: samenstelling, samenstelling, traumatische gebeurtenissen, e.d. Spreekt voor zich

School van herkomst en bijzonderheden schoolverloop:

Denk aan doublures? Spreekt voor zich

School, leerjaar en niveau: Contactpersoon binnen de school: Startdatum en beoogde einddatum extra ondersteuning: Aanleiding opstellen OPP: (Zonder langdurige extra begeleiding op deze gebieden gaat de leerling het verwachte/ gewenste uitstroomniveau niet halen)

Betrokken instanties/instellingen:

Spreekt voor zich

Naam van de school, aangevuld met leerjaar en niveau Spreekt voor zich Van …/……/2015 tot…/……/2016 Maak onderscheid tussen de gebieden: - Didactisch - Gedrag/motivatie/werkhouding/soc.-em. problematiek en - fysieke problematiek Op dit moment, maar (indien te achterhalen en relevant) ook in het verleden. Externe ondersteuning/hulpverlening: (o.a. omtrent gedrag, voor sociaalemotionele ontwikkeling, op didactisch gebied of op fysieke problematiek.)

Uitstroomperspectief


definitief

4

Verwachte diploma, bijvoorbeeld: VMBO-tl

Verwacht uitstroomniveau huidige school:

Niveau vervolg opleiding of functie op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld: MBO – niveau 4

Verwacht vervolgonderwijs:

Onderbouwing uitstroomperspectief Instroomprofiel - Intelligentie en Diagnostische gegevens

Test / Onderzoek

Datum

TIQ

Verbaal

Performaal/ symbolisch

Vul hier de uitkomsten in van o.a. de WISC, NIO, enz Zie voor een volledig beeld het dossier met rapportage, inclusief factorscores en betrouwbaarheidsintervallen. DSM classificatie(s):

Datum

Onderzoeker/instantie

Vermeld hier gediagnosticeerde kenmerken

Dyslexie:

☐

Dyscalculie:

Test / Onderzoek Gericht op

☐

Instroomprofiel – Didactisch niveau

Datum

DL

DLE

Vaardigheids score

Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling

Leer rendement %

Leervorderingen: Gegevens over te nemen uit dossier van de basisschool of na bijvoorbeeld een drempelonderzoek.

Rekenen

% % %

let op: verklaring dient aanwezig te zijn!

Datum

Referentieniveau

Uitkomst

Overige onderzoeken gericht op leer- gedrags- en/of fysieke problemen. Bijv. Cito eindtoets/VAS score. Vermeld ook, indien relevant, als er uit het onderzoek is gebleken dat er vermoedens zijn van… maar er geen diagnose is vastgesteld

Datum

Niveau

Taal Rekenen

% beheersing van niveau % %

Cito Volgsysteem voortgezet onderwijs Datum afname

Inschattingsniveau

Ned. Leesvaardigheid

Percentielscore van inschattingsniveau Ned. Eng. Woordenschat leesvaardigheid

Studievaardigheden

Toets 0 Toets 1 Toets 2


definitief

5

Toets 3

Onderbouwing uitstroomperspectief: Beschermende, belemmerende factoren en begeleiding tot nu toe LET OP: Kies alleen die punten die relevant zijn voor de ontwikkeling van deze leerling.

Domein: 1. Leren

Basisvaardigheden taal en rekenen, cognitieve ontwikkeling, studievaardigheden, specifieke vakken

2. Werkhouding

Motivatie, concentratie, taakaanpak

Beschermende factoren

Belemmerende factoren

(Wat helpt de leerling om het verwachte uitstroomniveau te behalen?

(Wat belemmert de leerling om het verwachte uitstroomniveau te behalen?

Cognitief:  Intelligentie,  denkvermogen,  geheugen,  waarneming  school/studie keuze passend bij niveau,  kunnen toepassen van kennis,  problemen kunnen oplossen,  logisch kunnen redeneren,  met bestaande kennis nieuwe taken kunnen oplossen,  enz.

Gerichte aanpak, begeleiding en resultaat tot nu toe Beschrijf in deze kolom de interventies die tot nu toe hebben plaatsgevonden, wanneer en het resultaat daarvan. Bij wijzigingen wordt de datum ingevuld bij het desbetreffende onderdeel. De meest recente informatie komt steeds bovenaan te staan. Wijzigingen worden doorgestreept, niet verwijderd!

Didactisch:  didactische ontwikkeling passend bij cognitief niveau,  niveau technisch lezen / begrijpend lezen, spelling, inzichtelijk rekenen,  (moeder)taal,  specifieke leerproblematiek (dyslexie, dyscalculie, andere)  rapportcijfers  CITO eindtoets /CITO VAS, rapportcijfers,  enz.  Opvolgen van instructie van de docent,  kunnen richten op eigen werk,  tempo /planning / op tijd werk af /op tijd werk inleveren, enz.  doorzettingsvermogen,  spanningsboog (volhouden van werken),  (on)zelfstandig,  (on)nauwkeurig werken,  huiswerk attitude,  omgaan met stress,


definitief

6

3. Gedrag, sociaalemotionele ontwikkeling en zelfredzaamheid Omgaan met emoties, omgaan met anderen, veiligheid

4. Gezondheid

Medisch, lichamelijk en verzuim

                                       

eigen verantwoordelijkheid, samenwerken, concentratie (niet laten afleiden door anderen), intrinsieke en extrinsieke motivatie kunnen leren en werken, motivatie voor o.a. school, hobby, baantje, enz contact met leeftijds-/klasgenootjes, contact met docenten en andere volwassenen op school, omgaan met autoriteit/gezag/doen wat wordt gevraagd, omgaan met anderen samenwerken, er sprake (geweest) van traumatische crisissituatie agressie/boosheid, omgaan met conflicten, stil / eenzaam, druk / niet luisteren, open/gesloten, (on)verantwoordelijk gedrag, gedrag is afhankelijk van medicatie, wisselend gedrag / labiliteit, beïnvloedbaarheid, omgaan met kritiek, (on)afhankelijk zijn pest /wordt gepest, respect en warmte faalangst (positief/negatief), gedragskenmerken, bijv ADHD, PDD-NOS, NLD, Angststoornis, etc. zien van eigen aandeel (reflectie vaardigheden), zelfvertrouwen zich flexibel kunnen aanpassen in nieuwe situaties, emotionele (in)stabiliteit, zelfvertrouwen stil / eenzaam, open/gesloten, gedrag in de buurt, strafbare feiten, betrokken reclassering of bijvoorbeeld lid van een jeugdgroep, risico op strafbare feiten of strafbare feiten gepleegd ongeoorloofd verzuim, verzuim door ziekte, Betrokkenheid leerplicht, enz. (chronische) ziekte zicht/gehoor, beweging of fysieke ontwikkeling, grove /fijne motoriek,


definitief

7

5. Omgevingsfactoren: Thuissituatie, vrije tijd en hulpverlening

6. Overig:

Denk bv. nog aan spraaktaalontwikkeling, communicatieve redzaamheid, motorische ontwikkeling

 lichamelijke klachten,  medicijngebruik,  alcoholgebruik drugsgebruik  gameverslaving/computerverslaving/ gokverslaving  enz.  gezinssituatie /gezinssamenstelling / grootte / omvang,  ziekte / handicap binnen of om het gezin (ook psychisch),  overlijden binnen of om het gezin,  agressie in het gezin,  Financiële problemen / schuldsanering,  ouder(s), broer/zus in detentie, problemen bij andere kinderen in het gezin,  gezinsvoogd /OTS,  pedagogische vaardigheden ouders / verzorgers,  ondersteuningsmogelijkheden binnen en buiten het gezin,  bezigheden in vrije tijd,  Betrokkenheid van de (externe) hulpverlening/SMW,  Enz. denk bv. nog aan:  spraak-taalontwikkeling,  communicatieve redzaamheid,  Motorische ontwikkeling,  Enz.

Perspectieven school, leerling en ouders Samenvattende analyse school.

Wat vindt de leerling?

Wat vinden ouders/verzorgers?

Algemene informatie/ korte situatieschets: Beschrijf hier de relatie tussen het theoretische gegevens en de beschermende en belemmerende factoren. Wat heeft de leerling volgens de school nodig om zijn verwachte uitstroomniveau toch te kunnen halen? Ik ben het eens/oneens met het uitstroomperspectief en onderbouwing zoals beschreven in deel 1. Toelichting: Wat heb je nodig om je uitstroomniveau te behalen? Hoe zie jij je toekomst, wat wil je bereiken? Waar heb je hulp bij nodig? Waar wil je aan werken? Ouders zijn het eens/oneens met het uitstroomperspectief en onderbouwing zoals beschreven in deel 1. Toelichting:


definitief

8

Hoe ziet u de toekomst van uw kind, wat wenst u voor hem of haar? Wat heeft uw kind nodig om zijn of haar uitstroomniveau te behalen? Wat zijn doelen voor uw kind en hoe kunnen we daaraan werken (school, thuis, leerling)?

2. Toelichting op deel 2: Handelingsdeel (ondersteuning en begeleiding) Deel 2 is het handelingsdeel waarin de onderwijsbehoeften van de leerling gekoppeld worden aan extra ondersteuning en begeleiding en eventueel het beredeneerd afwijken van het curriculum beschreven wordt.

Domein: 1. Leren


Onderwijsbehoefte van de leerling:

Doelen

Gerichte aanpak en ondersteuning tot gewenst resultaat

De leerling heeft …. nodig die …

Zie bijlage voor voorbeelden van ondersteuningsbehoeften. De ondersteuningsbehoeften worden gebruikt als handelingswijzer voor alle betrokkenen rondom de leerling.

Welke activiteiten/middelen en door wie?

Wat te bereiken en hoe. Doel kan zowel didactisch als sociaal emotioneel van aard zijn.

Bij wijzigingen wordt de datum ingevuld bij het desbetreffende onderdeel. De meest recente informatie komt steeds bovenaan te staan. Wijzigingen worden doorgestreept, niet verwijderd

2. Werkhouding


Denk aan de volgende 3 zaken:  Plan van aanpak: beschrijf hierin wie, welke actie uitvoert, het tijdspad en de middelen.

3. Gedrag, sociaalemotionele ontwikkeling en zelfredzaamheid

 Aandachtspunten voor begeleiding: Interventies ingezet door school: (o.a. MDO, ZAT, schorsing, Remedial Teaching, Trajectbegeleiding, maar ook begeleiding op didactisch gebied, soc.emotionele ondersteuning en fysieke problematiek.

Omgaan met emoties, omgaan met anderen, veiligheid

4. Gezondheid



Beschrijf in deze kolom de voorgenomen interventies.

 Aanpassingen in het onderwijsprogramma:

definitief

9

denk aan compensatie /dispensatie van/bij vakken of lesuren. (bijvoorbeeld: leerling mag groepsopdrachten zelfstandig doen , leerling met fysieke problemen hoeft LO niet te volgen, enz).

5. Omgevingsfactoren

Thuissituatie, vrije tijd en hulpverlening

6. Overig


Afwijkingen van het reguliere programma Wordt er afgeweken van het reguliere programma? (Bijvoorbeeld meer of minder vakken)

☐ Nee ☐ Ja. Toelichting:

3. Ondertekening Het laten tekenen door ouders en de leerling is niet wettelijk verplicht wel wenselijk i.v.m. het op overeenstemming gericht overleg over het OPP.

Ondertekening Er is op overeenstemming gericht overleg gevoerd op: Klik hier als u een datum wilt invoeren. Naam leerling:

Naam ouder(s):


Namens school:

definitief

10

4. Evaluatie

(minimaal jaarlijks)

Geschreven op: Klik hier als u een datum wilt invoeren. Door:

Het OPP wordt minimaal eenmaal per jaar geëvalueerd en waar nodig bijgesteld op basis van de beschikbare ervarings- en opbrengstgegevens. Een nieuw opgesteld OPP wordt met ouders en de leerling besproken. Er wordt verslag uitgebracht van de evaluatie en bijstelling aan het bevoegd gezag van de school.

Domein:

Doelen zoals beschreven in het handelingsdeel

Resultaat van de ingezette ondersteuning Beschrijf ook de inzet en motivatie van de leerling om aan dit doel te werken

1. Leren


2. Werkhouding


3. Gedrag, sociaalemotionele ontwikkeling en zelfredzaamheid

Omgaan met emoties, omgaan met anderen, veiligheid

4. Gezondheid



definitief

11

5. Omgevingsfactoren

Thuissituatie, vrije tijd en hulpverlening

6. Overig



definitief

12

Voorstel tot vervolg of eindverslag Datum: Klik hier als u een datum wilt invoeren.

Geschreven door:

☐ Het OPP krijgt geen vervolg ☐ Het OPP krijgt een vervolg, waarbij de volgende aanpassingen worden voorgesteld:

Evaluatie/Verslag is besproken met ouders en leerling op:


definitief

Klik hier als u een datum wilt invoeren.

13

Bijlage: Dit is een voorbeeldlijst waaruit gekozen kan worden bij het opstellen van de onderwijs en ondersteuningsbehoeften N.B.: deze lijst is niet volledig, andere opties zijn ook mogelijk. Leerlingdocent / mentor

Deze leerling heeft feedback nodig die:  leerstofgericht is of juist gericht is op de inzet van de leerling  afgestemd is op het behalen van de doelstelling  gericht is op de gevolgde werkwijze  gericht is op het functioneren binnen de groep of gericht is op vergelijking met zichzelf  belonend is voor deze leerling  consequent is  direct volgt op het gedrag en werk  ongewenst gedrag negeert De docent…  stelt de leerling van tevoren gerust op een te verwachten taak  neemt van tevoren met de leerling de taak door en bespreekt de moeilijkheden  brengt structuur aan in wat een leerling zelf kan en waar hij begeleiding bij nodig heeft  bespreekt samen het werk wat nagekeken moet worden  zorgt voor een maatje voor de leerling  spreekt positieve verwachtingen uit t.o.v. de leerling voordat hij gaat starten en geeft om de 5 minuten positieve feedback  kiest bewust voor de vorm van feedback (resultaatfeedback, procesfeedback)

Leerling- Leerstof

De leerling heeft behoefte aan een opdracht die:  in kleine stapjes aangeboden wordt  tegemoet komt in zijn behoefte aan uitdaging en verband houdt met wat hij/zij al kan  voldoende afwisseling biedt, bv leerlingen met ADHD Deze leerling heeft behoefte aan een (leer)activiteit die:  veel herhaling biedt in de verwerking  hem uitdaagt om mee te denken over de inkleding van de opdracht  op de computer gemaakt kan/moet worden  hem helpt bij de in-oefening  hem ondersteunt bij het zelfstandig werken


definitief

14

De docent…  formuleert een leerdoel in het gebied van zelfstandig werken (bijv.: een afgesproken hoeveelheid leerstof moet af binnen de afgesproken tijd)  zorgt voor eenduidigheid binnen de opdrachten  vermindert de hoeveelheid leerstof voor de leerling tijdens de verwerking  maakt keuzes in het leerstofaanbod van de leerling op basis van sterkte/zwakte  zorgt dat de leerling altijd eerst leerstof krijgt binnen het reeds gekozen leerstofaanbod waar hij succeservaringen mee opdoet en biedt daarna pas de uitdaging aan  controleert of de leerling rond de 80% van het aanbod goed maakt; de leerling werkt dus op het juiste niveau  breidt de tijd uit en houdt de hoeveelheid leerstof gelijk of houdt de tijd gelijk en past de hoeveelheid leerstof aan Leerling – klassenmanagement

De leerling heeft behoefte aan:  pre- teaching  verlengde instructie  herhaalde instructie  1 vaste strategie of stappenplan (bij bv. Rekenen. 54-29=54-20-4-5)  visuele ondersteuning naast mondelinge instructie  een instructie waarvan het doel duidelijk is  een vaste en/of duidelijke opbouw van de les Deze leerling heeft als ondersteuning van zijn/haar leerproces middelen of materialen nodig zoals:  ondersteuning via de timetimer  ondersteuning bij zelfstandig werken  een “maatje”/ tutor  zelfcorrigerend materiaal  een aangepaste toets  een laptop of computer  software die bij de opdracht past  een stappenplan  een uitvergrootte tekst Deze leerling heeft behoefte aan een omgeving:  die prikkels geeft, die bij de opdracht passen  met andere leerlingen die hem accepteren in zijn eigenheid  met overgangen tussen de lessen, die gestructureerd zijn in opdracht


definitief

15

en tijd  die eenduidig georganiseerd is door de hele school  met materialen die op een vaste plek liggen  die hem een vaste plek geeft om de gemaakte opgaven neer te leggen  die hem een eigen rustige werkplek biedt  waar het materiaal onder handbereik is  met ouders, die hem thuis in het werk ondersteunen  met ouders, die hem begeleiden bij het structureren van zijn huiswerk  die de te volgen stappen zichtbaar maakt De docent…  plant de begeleiding van de leerling in instructie, samenwerking en materiaalkeuze binnen de groepsplanning  zorgt dat de ondersteunende materialen zichtbaar en/of bereikbaar zijn voor de leerling.  Gebruikt een time-timer  spreekt met de leerling af wanneer hij een vraag mag stellen  kiest materiaal ter ondersteuning  organiseert pre-teaching  kiest voor vaste werkvormen  biedt meer structuur aan  vermindert de complexiteit (maakt opdrachten kort en helder)  modelleert de oplossingsprocedure (doet goed voor)  controleert hoeveel tijd de leerling effectief inzet  geeft de leerling meer tijd bij een toets indien geoorloofd LeerlingMedeleerlingen

Deze leerling heeft behoefte aan klasgenoten die:  ongepaste grappen en storend gedrag negeren  de leerling meenemen tijdens een leswisseling (dit kan ook gekoppeld worden aan een buddy natuurlijk)  op de hoogte zijn van de ‘problemen’ van de leerling

LeerlingOuders/verzorgers

De ouders…  zijn op de hoogte van de problemen van de leerling  helpen de leerling bij het inpakken van de tas  controleren het huiswerk  maken duidelijke afspraken over o.a. het gebruik van mobiele telefoon en computer  bieden duidelijke structuur in het dagritme van de leerling


definitief

16

 zijn positief en opbouwend in de benadering naar de leerling  stimuleren het contact met leeftijds-/klasgenoten  stellen grenzen


definitief

17

Ontwikkelingsperspectiefplan

Recommend Documents