Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
Ontwerp-Wijzigingsblad bij nationale beoordelingsrichtlijn voor het ®KOMO procescertificaat voor Instandhoudingstechnologie (BRL 5020)
Vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit op 23 november 2012 ten behoeve van openbare inspraak
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
1
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
Wijzigingen en aanvullingen van de BRL
Algemeen: De titel wordt gewijzigd in Beoordelingsrichtlijn Instandhoudingstechnologie (BRL Instandhoudingstechnologie) Voor de gehele tekst van de beoordelingsrichtlijn geldt dat de naam KOMO vervalt en dat het woord kwaliteitsverklaring wordt vervangen door certificaat.
Paragraaf 1.1 Onderwerp en toepassingsgebied Invoegen Certificaten afgegeven op de vorige versie van deze beoordelingsrichtlijn behouden hun geldigheid gedurende één jaar na het in werking treden van de onderhavige nieuwe versie.
Paragraaf 1.2 Voorwaarden De laatste zin vervalt en wordt vervangen door: De certificaathouder geeft uitvoering aan zijn wettelijke waarschuwingsplicht, zoals geregeld in Burgerlijk Wetboek artikel 7:754, zowel voorafgaande aan het de totstandkoming van de overeenkomst als tijdens het uitvoeren van de overeenkomst. De certificaathouder is als ter zake kundige professional verantwoordelijk voor het attenderen van de opdrachtgever op zaken die voor de opdrachtgever redelijkerwijs relevant kunnen zijn, maar waar deze als doorgaans minder gespecialiseerde en wellicht minder professionele partij mogelijk niet bij stil staat. De certificaathouder controleert een offerteaanvraag of besteksvoorschrift op juistheid, volledigheid en eenduidigheid van de probleemstelling en/of de beoogde opdracht. Bij een onjuiste of tegenstrijdige (besteks)omschrijving van het werk zorgt de certificaathouder voor duidelijkheid in de offerte, waarmee zij vastlegt wat het werk feitelijk inhoudt. Voor de opdrachtgever moet dit herkenbaar zijn. Aanvullen met: Indien een werk vergunningplichtig is, kunnen werkzaamheden uitsluitend onder het procescertificaat worden uitgevoerd in combinatie met een vergunning die uitdrukkelijk betrekking heeft op de overeengekomen leveringen en/of werkzaamheden. Toelichting: Deze bepaling moet uitsluiten dat een certificaat in conflict komt met de Monumentenwet of -verordening.
Paragraaf 1.3 Uitvoeringsrichtlijnen Aanvullen met: Eisen aan de offerte en de overeenkomst (of eigen orderbevestiging) Afgifte van een certificaat is niet mogelijk op basis van uitsluitend deze beoordelingsrichtlijn, zonder vastlegging van de hierboven bedoelde relevante aspecten. De uitvoeringsrichtlijn mag voorschriften in deze beoordelingsrichtlijn voor een bepaalde restauratiediscipline buiten toepassing verklaren. Specifieke bepalingen in de URL gaan voor algemene bepalingen in de BRL.
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
2
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
De uitvoeringsrichtlijn mag voorschriften in deze beoordelingsrichtlijn buiten toepassing verklaren voor bedrijven of projecten beneden een bepaalde omvang.
Paragraaf 2.1 Start Aanvullen met: Het bedrijf beschrijft het eigen bedrijfsprofiel met aandacht voor specialiteiten, kennis en vaardigheden. Bij het bedrijfsprofiel beschrijft het bedrijf de identiteit en geschiedenis ('roots') van het eigen bedrijf. Toelichting: Het is de bedoeling dat dit bedrijfsprofiel zich laat beschrijven zonder bijzondere belasting voor het bedrijf. De praktijk is toch al zo, dat een bedrijfseigen kwaliteitshandboek en/of personeelshandboekje doorgaans begint met een korte introductie van juist deze onderwerpen: de specialiteiten en de geschiedenis van het bedrijf. Dit betreft een lichte informatieplicht, die is bedoeld om de kennismaking met het bedrijf te versnellen, niet om uitputtend te onderzoeken.
Hoofdstuk 3. Terminologie Doublures met het volgende document vervangen door: Voor de termen en definities geldt het volgende document: "Begrippenkader Restauratiekwaliteit", uitgave Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg, gepubliceerd op de website www.stichtingERM.nl.
Nieuwe paragraaf: Paragraaf 4.6 Instapmomenten De certificaathouder kan de aanvraag of opdracht ontvangen terwijl het proces van voorbereiding al geheel of gedeeltelijk is afgerond door een principaal, architect of aannemer. Omdat dit gevolgen heeft voor de feitelijke verantwoordelijkheid van de certificaathouder, onderscheidt deze beoordelingsrichtlijn verschillende soorten opdrachten: 1. Opdrachten afkomstig van een professionele opdrachtgever die zich heeft toegelegd op het eigendom en/of beheer monumenten, bijvoorbeeld blijkende uit de statuten. 2. Opdrachten waarvan de specificaties en voorwaarden tot stand zijn gekomen via de waarborgen van een kwaliteitssysteem volgens de Gezamenlijke Erkenningsregeling Architecten werkzaam in de Restauratie (GEAR) bijvoorbeeld blijkende uit een registratie als erkend GEAR architect. 3. Opdrachten waarvan de specificaties en voorwaarden tot stand zijn gekomen via de waarborgen van een kwaliteitssysteem volgens de Erkenningsregeling Monumentenadviesbureaus (EMA) bijvoorbeeld blijkende uit een registratie als erkend monumentenadviesbureau 4. Opdrachten waarvan de specificaties en voorwaarden tot stand zijn gekomen via de waarborgen van een kwaliteitssysteem volgens de BRL Erkend Restauratiebouwbedrijf (ERB), bijvoorbeeld blijkende uit een registratie als erkend ERB aannemer. 5. Overige opdrachten, bijvoorbeeld van een particuliere of niet gespecialiseerde opdrachtgever. Daarom wordt de certificaathouder in het kader van deze beoordelingsrichtlijn niet beoordeeld op de inhoud van paragraaf 4.2 tot en met punt i, paragraaf 4.2.1 eerste alinea en paragraaf 4.3.2. indien: a. de opdracht behoort tot de soorten 1, 2, 3 of 4, of b. de via een niet erkende architect geformuleerde opdracht ‘vernieuwen’ inhoudt, of
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
3
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
c. de via een niet erkende architect geformuleerde opdracht zich beperkt tot werkzaamheden waarvoor de voorschriften van ethiek in de fase van uitvoering geen keuzemogelijkheden meer met zich mee brengen voor de certificaathouder. De certificaathouder dient deze beperking tot uiting te laten komen in de prijsaanbieding en de opdrachtbevestiging/overeenkomst. Toelichting: Werk dat afkomstig is van een professionele monumenteneigenaar, GEAR-erkende architect, EMA-erkend adviesbureau of ERB-erkende aannemer krijgt een lichtere ingangscontrole in de fase voorafgaande aan de uitvoering. Deze lichtere ingangscontrole geldt ook voor eenvoudige opdrachten.
(Nieuw) Paragraaf 4.7 Best beschikbare techniek Het bedrijf draagt er zorg voor dat de uitvoeringswijze en de werkzaamheden overeenkomen met de best beschikbare techniek (‘best practice’), rekening houdende met de bijzonderheden, het motto en de beperkingen van het werk of dient deze uitvoeringstechniek ten minste aantoonbaar als serieuze optie voor te stellen aan de opdrachtgever.
(Nieuw) Paragraaf 4.8 Ketengericht aansturen onderaannemers Het bedrijf houdt rekening met certificatie- en erkenningsregelingen in de branche van de betreffende onderaannemer of toeleverancier. Als er een restauratiespecifieke regeling geldt voor de betreffende branche, moet de onderaannemer of toeleverancier aantoonbaar voldoen aan de eisen van de betreffende regeling, tenzij er (nog) geen sprake is van concurrerende aanbiedingen hiervoor. De beoordeling van concurrerende aanbiedingen gebeurt door het bedrijf. Bij vergelijkbare aanbiedingen gaat de voorkeur uit naar het bedrijf dat aantoonbaar voldoet aan de eisen in de betreffende regeling.
Paragraaf 5.3.1 Beoordeling van de veroudering Schrappen (en verhuizen naar de URL voor timmerwerk): Bijvoorbeeld voor hout: de beoordelingsgrondslag (BGS) 'Houtsoorten voor toepassing in geveltimmerwerk: toelatingseisen en bepalingsmethoden' (SKH publicatie 97-04) of, bij een beperkte vraagstelling, aan de beoordelingsgrondslag (BGS) voor de toepassing van verf op hout (SKH publicatie 99-02) de beoordelingsgrondslag (BGS) voor transparante filmvormende coatings op hout (SKH-publicatie 00-01)"
Paragraaf 6.3 Opleiding en ervaring Aanvullen ter plaatse van de witregel na de eerste alinea: Dit opleidingsplan dient mede als doel te hebben: het opleiden van instromers.
(Nieuw) paragraaf 6.2.1 Wettelijke eisen Het bedrijf dient, ongeacht deze beoordelingsrichtlijn, te voldoen aan de relevante wet- en regelgeving van overheidswege.
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
4
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
Toelichting In het kader van deze beoordelingsrichtlijn geldt dit met name voor de Wet Milieubeheer, de Arbeidsomstandighedenwet.
(Nieuw) paragraaf 6.6 Eisen aan de continuïteit van de kennis in het bedrijf De onderneming dient aannemelijk te maken, dat de continuïteit van het bedrijf is gewaarborgd. De onderneming dient kennis, vaardigheden en kwaliteitsbewustzijn binnen de organisatie op peil te houden, ook in een periode zonder restauratieprojecten, om als restauratiespecialist gekwalificeerd te blijven voor belangrijke restauratieprojecten. Als indicatie hiervoor geldt als ondergrens, tenzij anders aangetoond, dat het bedrijf gemiddeld per jaar over de laatste vijf jaar, ten minste twee mensjaren eigen medewerkers werkzaam heeft in de restauratie van beschermde monumenten en panden in een beschermd gezicht. Gedetacheerde werknemers die op de loonlijst staan van een directe concernrelatie tellen als eigen medewerkers in de zin van deze richtlijn.
(Nieuw) paragraaf 6.7 Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Het bedrijf dient te beschikken over een wettelijke bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering die ten minste dekking biedt tot € 2.000.000,- (geïndexeerd) per gebeurtenis.
(Nieuw) paragraaf 6.8 Eisen aan de referentielijst Het bedrijf moet vertrouwd zijn met de kennis- en arbeidsintensieve restauratiewerkzaamheden aan monumenten en relevante onderdelen. Dit kan blijken uit het feit dat het bedrijf gedurende vijf jaar voorafgaande aan de aanvraag voor diverse opdrachtgevers werkzaamheden heeft gerealiseerd. De referentielijst dient van de bedoelde projecten een overzicht te geven van de betrokken medewerkers (uit het eigen personeel). De lijst geeft verder het adres, de gerealiseerde omzet (per project en per jaar), het soort restauratieproject en de naam van de opdrachtgever en/of architect. Toelichting: De omzet dient als indicatie van de omvang en complexiteit van het werk en de capaciteit van het bedrijf en als specificatie van de vermelding op de kwaliteitsverklaring. Dit betreft geen inhoudelijke eisen, maar slechts een informatieplicht.
Paragraaf 7.1 Algemeen Aanvullen met: De certificaathouder dient ten minste procedures te hebben vastgelegd in zijn kwaliteitssysteem m.b.t.: a. Interne audits (waaronder ook projectcontroles) b. Vakbekwaamheid/scholing c. Onderhoud van het kwaliteitssysteem d. Ketenkwaliteit (uitbesteding / onderaanneming / inhuur) e. Corrigerende maatregelen bij geconstateerde afwijkingen f. Behandeling van klachten De URL kan een uitzondering maken op deze vereisten, bijvoorbeeld voor kleine bedrijven..
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
5
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
De certificaathouder wijst iemand aan die verantwoordelijk is voor de controles. Binnen het bedrijf kan deze functie samen vallen met die van productieleider. Voor projecten buiten de werkplaats kan deze functie samen vallen met die van projectleider.
Paragraaf 7.2 Verantwoordelijkheid Aanvullen met : 7.2.1 Management review Het management en de kwaliteitscoördinator besteden ten minste een maal per jaar in het management review (MR) aandacht aan het analyseren van sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen. Toelichting Tot deze analyse behoort ook het bewaken van de grens van het eigen kunnen: weten wat het bedrijf niet weet of kan (uitzonderlijke technieken), weten wanneer een ander in te schakelen.
Hoofdstuk 8. DE KWALITEITSVERKLARING Aanvullen met: Aanvullend vermeldt het certificaat de volgende gegevens: de (juridische) onderdelen van het bedrijf die voldoen aan deze beoordelingsrichtlijn Toelichting In aanvulling hierop kan een URL extra vermeldingen voorschrijven, bijvoorbeeld dat het certificaat of een hieraan verbonden bijlage vermeldt, als indicatie van het belang en de complexiteit van de reeds uitgevoerde restauratieprojecten: een beschrijving van door het bedrijf gerealiseerde restauratiewerken gedurende de laatste vijf jaar het aantal eigen restauratievaklieden de gemiddelde jaarlijkse restauratieomzet gedurende de laatste vijf jaar
Hoofdstuk 9. HET MERKEN Het gehele hoofdstuk vervangen door: De voorwaarden en eisen m.b.t. het gebruik van het beeldmerk Restauratiekwaliteit zijn vastgelegd in BIJLAGE Richtlijnen gebruik logo Restauratiekwaliteit .
Hoofdstuk 10. EXTERNE KWALITEITSBEWAKING Het gehele hoofdstuk vervangen door: 10.1 Algemeen De certificatie-instelling voert elke drie jaar een systeemaudit uit met een tijdsbesteding van 2 mensdagen (een lead auditor en een restauratiespecialist) De certificatie-instelling voert elk tweede en derde jaar een inspectie uit met een tijdsbesteding van 1 mensdag (een restauratiespecialist). Zo nodig kan de certificerende instelling bovenvermelde basisfrequentie in overleg met het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit bijstellen. Op grond van de bevindingen van de certificerende instelling kan de individuele frequentie hiervan afwijken.
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
6
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
De certificatie-instelling moet voor het werkterrein ‘bouw’ (of een relevante specialisatie hierbinnen) op basis van NEN-EN-ISO 9001 zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie. De certificatie-instelling moet een overeenkomst hebben gesloten met de Stichting ERM om deze beoordelingsrichtlijn te gebruiken. De certificatie-instelling dient het curriculum vitae van de auditors ter goedkeuring te verstrekken aan de Stichting ERM. De certificatie-instelling dient ten minst een keer per jaar met de auditoren actief deel te nemen aan een gezamenlijke evaluatiedag met de Stichting ERM, die moet leiden tot aanbevelingen bedoeld voor terugkoppeling met het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit. De certificatie-indeling rapporteert ten minste jaarlijks (voor 1 maart) aan de Stichting ERM over de uitgevoerde certificatiewerkzaamheden in het kader van deze beoordelingsrichtlijn. In deze rapportage moeten de volgende onderwerpen zijn opgenomen: Aantal certificaathouders aan het begin van het verslagjaar Aantal certificaathouders aan het einde van het verslagjaar Aantal nieuwe certificaten in het verslagjaar Aantal uit te voeren audits in het verslagjaar Aantal uitgevoerde audits in het verslagjaar Aantal opgeschorte certificaten Aantal ingetrokken certificaten Aantal beëindigde certificaten Algemene rapportage over de auditbevindingen per controle aspect in hoofdlijnen en in detail per scope, waarbij de volgende onderdelen worden beschreven: - Trends in tekortkomingen; - Eventuele overige zaken die naar het oordeel van de CI voor het CCvD van belang zijn Ontvangen klachten van derden Sancties / vervolgacties, waarbij de volgende onderdelen worden beschreven: - Schriftelijke waarschuwingen; - Extra bezoeken; - Opschortingen van certificaten; - Intrekkingen certificaten. 10.2 Soorten toetsen De initiële toets bestaat uit een bezoek aan het bedrijf (systeemaudit) en aan één of meer projecten (projectenaudit). Gedurende het bezoek worden er gesprekken gevoerd met de verschillende disciplines binnen het bedrijf om op verschillende niveaus de implementatie van het beleid en van het kwaliteitssysteem te toetsen. De tijdsbesteding van de certificatie-indeling is standaard 2 mensdagen. Een afwijkende tijdsbesteding kan zijn geregeld in een uitvoeringsrichtlijn. Aan het einde van de audit komt het auditteam tot een rapportage. In het tweede jaar, vindt de eerste controletoets plaats. Deze toets duurt in de regel een halve dag. Er wordt getoetst of (i) de afwijkingen en aandachtspunten die in de voorgaande audit zijn geconstateerd zijn opgelost en (ii) of het bedrijf op de verschillende punten nog voldoet aan de eisen. Daarnaast worden er één of enkele projecten bezocht om de vakkundigheid in de praktijk te beoordelen. In het derde jaar vindt er een soortgelijke controletoets plaats als in het tweede jaar. In het vierde jaar wordt een herhalingstoets gehouden. In deze herhalingstoets wordt besloten of het bedrijf het certificaat opnieuw verkrijgt. De herhalingstoets is de start van een nieuwe ‘beoordelingscyclus’ van drie jaar. Dat betekent dat in de twee daaropvolgende jaren opnieuw controletoetsen worden uitgevoerd.
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
7
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
Het certificaat dat wordt uitgegeven op basis van de initiële toets en de herhalingstoetsen is in beginsel drie jaar geldig. De certificatie-indeling kan het bedrijf schorsen of het certificaat intrekken. Dit doet zij wanneer het bedrijf de tijdens de voorgaande toets geconstateerde tekortkomingen niet volgens afspraak heeft verbeterd. 10.3 Sanctiebeleid De certificatie-instelling kan sancties treffen tegen het bedrijf. De certificatie-instelling hanteert de volgende regels: De volgende gradaties in afwijkingen worden gehanteerd: Een aandachtspunt is een afwijking die wordt geconstateerd op punten die zijdelings met de BRL te maken hebben, punten die niet invloed zijn op de kwaliteit van het restaureren of die geen direct risico betekenen voor het object. Bijvoorbeeld kan gedacht worden aan de verspreiding of vastlegging van kennis die bij één medewerker aanwezig is (de contacten/ relaties van de inkoper). Een aandachtspunt moet voor de volgende audit opgelost zijn. Als dit niet het geval is, wordt het een verbeterpunt. Een verbeterpunt is een minder ernstige afwijking dan een tekortkoming. Het bedrijf geeft binnen de afgesproken termijn aan welke verbetering zal worden getroffen. Een verbeterpunt wordt geformuleerd als (i) in de ondersteunende processen een afwijking wordt geconstateerd of (ii) er geen opvolging aan een aandachtspunt (zie hierboven) is gegeven. Een tekortkoming is een ernstige afwijking die leidt tot direct te nemen, concrete met de certificatie-instelling af te spreken verbeteringen. Dergelijke tekortkomingen worden op een “tekortkoming-formulier” beschreven. Wanneer het bedrijf binnen de afgesproken termijn geen verbetering heeft gerealiseerd, gaat de certificatieinstelling over tot het intrekken van het certificaat. Een tekortkoming wordt geformuleerd als (i) het auditteam op het primaire proces afwijkingen constateert en de kwaliteit van het restaureren niet wordt geborgd of (ii) als aan een verbeterpunt (zie hierboven) geen opvolging is gegeven. Tabel sanctiebeleid Verbeterpunten 1 tot 5
Tekortkomingen
6 of meer 1 tot 2
3 tot 5 Meer dan 5
Maatregel Omschrijving te treffen maatregel(en) binnen 3 maanden Omschrijving te treffen maatregelen binnen 1 maand Omschrijving uitgevoerde maatregel(en) binnen 2 maanden Omschrijving uitgevoerde maatregelen binnen 1 maand Omschrijving uitgevoerde maatregelen binnen 1 maand.
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
Sanctie
Waarschuwing
Waarschuwing Waarschuwing, schorsen, niet voortzetten of beëindigen van het certificaat
8
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
10.3 Deskundigheid De certificerende instelling dient voor het inspecteren/auditen en het beoordelen (certificatieonderzoek en beoordeling van rapporten van een inspecteur of auditor) functionarissen in te zetten met een opleiding, kennis en ervaring overeenkomstig onderstaande tabel. Het auditteam voor de initiële toets en de herhalingstoets bestaat standaard uit een restauratiedeskundige en een lead-auditor. Deze twee functies kunnen verenigd zijn in één persoon als de restauratiedeskundige door de certificatie-indeling is gekwalificeerd als lead-auditor. Als het bedrijf al de benodigde externe audits in het kader van NEN-EN-ISO 9001 heeft gekregen, dan bestaat het auditteam standaard uit alleen een restauratiedeskundige. Bij herhalingstoetsen of herevaluatie wordt minimaal één van de auditoren van de voorgaande toets vervangen door een andere (lead)auditor om een evenwichtige beoordeling over langere termijn te verkrijgen. Certificatiepersoneel Auditor (restauratiedeskundige)
Opleiding MBO-niveau
Lead-auditor
HBO-niveau
Beoordelaar
HBO-niveau
Beslisser
HBO-niveau
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
Kennis en Ervaring Monumentenzorg, restauratietechniek vertrouwd met het vakspecialisme van de betreffende uitvoeringsrichtlijn onder deze beoordelingsrichtlijn als praktijkman vertrouwd met materialen en bewerkingen 10 jaar ervaring in de praktijk van het vakspecialisme van de betreffende uitvoeringsrichtlijn Auditing Onafhankelijk van het bedrijf, de te beoordelen objecten en de bij de planvorming, begeleiding of uitvoering hiervan betrokken partijen Curriculum vitae ter goedkeuring naar de Stichting Erkenningsregelingen Restauratie en Monumentenbehoud (ERM). Auditing (gekwalificeerd ISO 9000 auditor) Auditervaring bij bouwkundige hoofdaannemers Bouwkundig Monumentenzorg en restauratie Managementervaring Kennis van certificatie en tenminste 5 jaar ervaring met certificeren Kennis van accreditatiecriteria
9
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg www.stichtingERM.nl
TOEVOEGEN BIJLAGE – Richtlijnen gebruik logo Restauratiekwaliteit Het beeldmerk ‘Restauratiekwaliteit’, is ontwikkeld om naar alle betrokken partijen duidelijkheid te verschaffen over de kwaliteitsborging van activiteiten in de monumentenzorg. Het beheer van het merk en het toezicht op een juist gebruik van het beeldmerk wordt uitgeoefend door het Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit, dat functioneert onder ERM. De daartoe bevoegde certificerende instellingen zien toe op een juist gebruik van het beeldmerk tijdens hun controles bij de gecertificeerde organisaties. Restauratiebedrijven die zijn gecertificeerd voor de in de beoordelingsrichtlijn en uitvoeringsrichtlijn beschreven activiteiten mogen het beeldmerk voeren. De certificaathouder heeft het recht producten die geheel overeenkomstig deze beoordelingsrichtlijn zijn gerestaureerd of gerenoveerd duidelijk te voorzien van het beeldmerk Restauratiekwaliteit, zoals gespecificeerd in het certificaat. Nadere aanduidingen kunnen nodig zijn op grond van relevante uitvoeringsrichtlijnen behorende bij deze beoordelingsrichtlijn. Als het niet wenselijk of niet mogelijk is om producten te merken, heeft de certificaathouder het recht de leveringen en/of werkzaamheden te vergezellen van documenten (offertes, overeenkomsten, leverbonnen) die duidelijk zijn voorzien van het beeldmerk Restauratiekwaliteit, zoals gespecificeerd in het certificaat. Voorts heeft de certificaathouder het recht om het beeldmerk te plaatsen: op briefpapier, mits de brief geen melding maakt van restauratie-activiteiten die niet zijn of worden uitgevoerd onder certificatie; in algemene zin (inclusief promotie en bedrijfspresentatie op bijvoorbeeld bedrijfsauto’s), als dit materiaal: mede betrekking heeft de restauratie van monumenten die is of wordt uitgevoerd onder certificatie en; op geen enkele manier betrekking heeft de restauratie van monumenten die niet zijn of worden uitgevoerd onder certificatie. Wanneer een document over meerdere activiteiten gaat, waarvan een deel wel en een deel niet onder certificatie is of wordt uitgevoerd, dan mag het beeldmerk alleen in dat document worden geplaatst op een zodanige manier dat volstrekt duidelijk is welke activiteiten onder certificatie zijn uitgevoerd. Met “onder certificatie ” wordt bedoeld “conform de eisen en de interne en externe kwaliteitsborging, zoals omschreven in de beoordelingsrichtlijn en uitvoeringsrichtlijn”. Hierbij geldt de bij aanvang van de uitvoering van de restauratie vigerende versie van de beoordelingsrichtlijn en uitvoeringsrichtlijn . Tegen restauratiebedrijven die het voorgeschreven gebruik van het beeldmerk overtreden kunnen sancties worden ingesteld. Een mogelijke sanctie is het verlies van de bevoegdheid van het gebruik van het beeldmerk. Het beeldmerk is wettig gedeponeerd. Elk misbruik van het beeldmerk kan privaatrechtelijk worden aangepakt.
Ontwerp-wijzigingsblad BRL instandhoudingstechnologie d.d. 23 november 2012 – kenmerk ERM P006_S_12_xxxx
10