BRL 9500 Deel 06 d.d. 17 april 2015
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO®-, respectievelijk het NL-EPBD®-procescertificaat voor ‘ENERGIEPRESTATIEADVISERING’
BIJZONDER DEEL
voor het NL-EPBD®-procescertificaat voor het afgeven van het ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE
Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland op 17 april 2015 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 9 juli 2015 Bindend verklaard door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland per 1 augustus 2015
KvINL
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
Algemene informatie bij deze uitgave In verband met de implementatie van de nieuwe Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD recast) is het Besluit energieprestatie gebouwen (BEG) aangepast. In het kader van deze aanpassing is onder andere het energielabel voor nieuwe utiliteitsgebouwen ingevoerd. Voor het energielabel voor nieuwe utiliteitsgebouwen moet de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) worden berekend volgens NEN 7120 en moet een gebouwopname worden uitgevoerd volgens (het nieuwe) hoofdstuk 8 van ISSO 75.1. Dit wordt een energielabel volgens de ‘detailmethode’ genoemd. N.B. Als gevolg van de aanpassing van het BEG is het voortaan, onder bepaalde voorwaarden, ook mogelijk om ook voor bestaande utiliteitsgebouwen een energielabel af te geven volgens de ‘detailmethode’. Hierdoor kunnen de utiliteitsgebouwen een hogere energielabelklasse krijgen, bijvoorbeeld A++. Als aan die voorwaarden niet is voldaan dan moet voor bestaande bouw een energielabel worden afgegeven volgens de basismethode (BRL 9500-03). De voorwaarden zijn in detail beschreven in de ‘Regeling energieprestatiegebouwen’, artikel 2c, lid 1 en 2. Voor het afgeven van een energielabel voor nieuwe (en bestaande) utiliteitsgebouwen volgens de detailmethode is certificering volgens BRL 9500, deel 06, wettelijk verplicht, op grond van de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG).
BRL 9500 bestaat uit een Algemeen Deel en een aantal Bijzondere Delen voor diverse deelgebieden op het terrein van energieprestatieadvisering. Een deelgebied wordt gekenmerkt door het soort advies (bijvoorbeeld: het leveren van een energielabel, bestaande bouw) en het soort gebouw (bijvoorbeeld: utiliteitsgebouwen). Het Algemene Deel (BRL Deel 9500-00) bevat de eisen die altijd voor energieprestatieadvisering gelden, ongeacht het soort advies en gebouw. De relevante BRL voor ‘energieprestatie van gebouwen, deelgebied ‘energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode’ bestaat dus uit twee delen: • BRL Deel 9500-00 (algemene eisen), en • BRL Deel 9500-06 (aanvullende eisen voor het energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode).
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
INHOUDSOPGAVE
pagina
1.
INLEIDING
1
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT
1
3.
EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE
1
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE WERKZAAMHEDEN Vakbekwaamheid Geheimhouding Breedte van het advies Opdracht Representativiteit Te verrichten activiteiten
2 2 2 2 2 2 2
4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5 4.6.6 4.6.7 4.6.8
Informeren opdrachtgever Opname huidige situatie Berekening van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Keuze van energiebesparingsmaatregelen Levering van het energielabel Levering van het maatwerkrapport Afmelding Bewaren van gegevens
2 3 3 3 4 4 4 5
5. 5.1 5.2 5.3 5.4
EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER Inschrijving bij Kamer van Koophandel Inloggegevens afmeldsysteem Personeel Hulpmiddelen en instrumenten
6 6 6 6 6
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING Eis Algemeen, kwaliteitshandboek Kwaliteitsbeleid Verantwoordelijkheden / bevoegdheden / vakbekwaamheden IKB-schema Beschrijving van procedures Procedure-eisen
7 7 7 7 7 7 7 7
6.7.1 6.7.2 6.7.3 6.7.4 6.7.5 6.7.6
Beheersing van de vakbekwaamheid van personen Documentenbeheer Projectenregistratie Beheer van projectdossiers Klachtenbehandeling Onderhoud van het kwaliteitssysteem
7 7 7 7 7 8
7. 7.1
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING Toelatingsprocedure
9 9
7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5 7.1.6
Organisatiegericht onderzoek, omvang Organisatiegericht onderzoek, inhoud Projectgericht onderzoek, omvang Projectgericht onderzoek, inhoud Rapportage Afgifte van het certificaat
9 9 9 9 9 9
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
7.2
Vervolgcontroles
7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.2.5 7.2.6
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud Projectgerichte inspecties, omvang Projectgerichte inspecties, inhoud Rapportage Sancties
9 9 9 10 10 10
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling
10
7.3.1 7.3.2
Auditor (organisatiegerichte inspecties) Inspecteur (projectgerichte inspecties)
10 10
7.4 7.5
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling Rapportage aan KvINL
10 11
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT
12
9.
GEBRUIK VAN HET CERTIFICAAT EN HET CERTIFICATIEMERK
12
10.
OPSCHORTING EN INTREKKING VAN HET CERTIFICAAT
12
11.
REFERENTIES
12
Bijlage 1 Bijlage 2
Model van het certificaat Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPN-adviseur’
9
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
1.
INLEIDING Dit Bijzondere Deel van beoordelingsrichtlijn 9500 beschrijft de aanvullende eisen voor het certificaat voor advisering op het gebied van de energieprestatie van gebouwen: • deelgebied ‘energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode’. Op de certificering voor dit deelgebied is van toepassing: • dit gehele Bijzondere Deel (BRL Deel 9500-06), en • het Algemene Deel van BRL 9500 (BRL Deel 9500-00, d.d. 31 augustus 2011, inclusief Wijzigingsblad d.d. 17 april 2015). De af te geven kwaliteitsverklaringen worden aangeduid als NL-EPBD® procescertificaat.
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT Het certificaat heeft betrekking op advisering op het gebied van de energieprestatie van gebouwen ten behoeve van ‘het energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode’. Opmerking De ‘detailmethode’ mag ook worden gebruikt voor het opstellen van het energielabel voor nieuwe en bestaande utiliteitsgebouwen. De gecertificeerde werkzaamheden resulteren in een energielabel 1, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van het gebouw overwogen kunnen worden. In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder een ‘EPN-adviseur’: een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2.
3.
EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE De certificaathouder verricht voor zijn opdrachtgever gecertificeerde werkzaamheden, die onder andere bestaan uit het leveren van een rapportage in de vorm van een energielabel 2, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van het gebouw overwogen kunnen worden. De eisen die specifiek aan de rapportage worden gesteld, zijn niet opgenomen in de BRL. Er wordt (in hoofdstuk 4) verwezen naar andere documenten. Opmerking De eisen die aan de gecertificeerde werkzaamheden worden gesteld, staan in hoofdstuk 4.
1 2
Zoals bedoeld in de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG). Een energielabel wordt niet afgegeven door een certificatie-instelling, maar door het gecertificeerde bedrijf.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 1 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
4.
EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE WERKZAAMHEDEN
4.1
Vakbekwaamheid De gecertificeerde werkzaamheden worden verricht door een ‘EPN-adviseur’.
4.2
Geheimhouding De certificaathouder houdt tegenover derden alle gegevens geheim, waarvan hij kennis neemt als gevolg van de gecertificeerde werkzaamheden, behoudens in geval van wettelijke verplichtingen.
4.3
Breedte van het advies Geen eisen.
4.4
Opdracht Geen eisen.
4.5
Representativiteit Niet van toepassing.
4.6
Te verrichten activiteiten
4.6.1
Informeren opdrachtgever De certificaathouder stelt de opdrachtgever op de hoogte van het feit dat de gegevens die moeten worden opgenomen in het monitoringsbestand (zie 4.6.7), zullen worden geregistreerd bij RVO.nl. Ook deelt hij de opdrachtgever mee dat de certificatie-instelling mogelijk een controleonderzoek zal uitvoeren.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 2 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
4.6.2
Opname huidige situatie
4.6.2.1
Basisgegevens voor het energielabel Voor het selecteren van de in overweging te nemen verbetermaatregelen en voor het berekenen van de EPC van een utiliteitsgebouw wordt uitgegaan van standaard gebruikersgedrag, en van het gebouw en de installaties zoals aanwezig. In verband met de bouw van het gebouw is door het bevoegde gezag een omgevingsvergunning afgegeven op basis van de indieningsbescheiden, als bedoeld in artikel 2.2, lid 2, onderdeel a, sub 1, van de ‘Regeling omgevingsrecht’ [5]. Onderdeel van de indieningsbescheiden zijn ‘de gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de gestelde EPC-eis’. Het ligt voor de hand dat de EPN-adviseur voor het opstellen van het energielabel uitgaat van de indieningsbescheiden. De EPN-adviseur moet dan wel nagaan of en op welke punten het gebouwde utiliteitsgebouw anders is uitgevoerd dan volgens de indieningsbescheiden. Deze controle moet ter plaatse worden uitgevoerd. Voor zover bepaalde gegevens achteraf niet ter plaatse kunnen worden gecontroleerd - bijvoorbeeld het type toegepaste beglazing of de dikte en het type van toegepast isolatiemateriaal - moet de EPN-adviseur de door hem te gebruiken gegevens baseren op bewijsmateriaal (facturen, bouwverslagen).
4.6.2.2
Bezoek door EPN-adviseur Overeenkomstig artikel 2c, lid 1, onderdeel a, van de REG [4] wordt de opname van het gebouw uitgevoerd door een EPN-adviseur, volgens hoofdstuk 8 van ISSO 75.1 [1].
4.6.3
Berekening van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Overeenkomstig artikel 2c, lid 1, onderdeel b, van de REG [4] wordt de berekening van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van het utiliteitsgebouw uitgevoerd door een EPNadviseur, volgens NEN 7120 [2]. Overeenkomstig artikel 2c, lid 3, van de REG [4] moet de EPC moet berekend worden met een rekenprogramma met een geldig EPC-attest op basis van BRL 9501 [3]. Opmerking Als ten behoeve van de omgevingsvergunning reeds een EPC-berekening is gemaakt die aan de genoemde eisen voldoet, en als de basisgegevens nog geldig zijn, dan kan die EPC-berekening uiteraard worden gebruikt voor het energielabel.
4.6.4
Keuze van energiebesparingsmaatregelen Volgt uit de eisen aan het energielabel (zie 4.6.5).
___________________________________________________________________________________________ - pagina 3 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
4.6.5
Levering van het energielabel De certificaathouder levert aan de opdrachtgever: • een energielabel, dat overeenkomstig artikel 2a, lid 2, van de REG [4] voldoet aan hoofdstuk 2 van ISSO 75.1 [1], en • een ingevuld opnameformulier. Dit doet hij pas nadat hij het energielabel heeft afgemeld. Als de opdrachtgever dit wenst, mag het digitaal in plaats van schriftelijk.
4.6.6
Levering van het maatwerkrapport Niet van toepassing.
4.6.7
Afmelding De certificaathouder meldt de vaststelling van het energielabel en de vastgestelde EPC elektronisch bij de beheerder van het landelijke gegevensbestand van energieprestaties van gebouwen. De gedetailleerde karakteristieken van het monitoringbestand (formats e.d.) worden gepubliceerd door de beheerder van het landelijk gegevensbestand. Opmerking Volgens de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG) mag een energielabel pas worden afgegeven na afmelding (door de EPN-adviseur) aan een door de Minister van BZK aangewezen instelling. RVO.nl is daarvoor aangewezen. Het landelijke gegevensbestand van energielabels van gebouwen draagt de naam ‘Energielabeldatabase EP online’. Elk energielabel krijgt van RVO.nl een eigen afmeldnummer. Dit nummer wordt op het energielabel afgedrukt. Ook wordt op het energielabel de opnamedatum vermeld. De opnamedatum is de dag waarop de voor het prestatiecertificaat te gebruiken gegevens worden vastgesteld. Het energielabel is vanaf de afmelddatum geldig tot maximaal 10 jaar na de opnamedatum. Bij de afmelding wordt het monitoringsbestand geüpload. De ‘Handleiding Afmelden Energielabel’ staat op de website www.rvo.nl. Het landelijke gegevensbestand biedt ondersteuning aan certificaathouders (EPN-adviseurs) en certificatie-instellingen. De beheerde gegevens zijn slechts toegankelijk voor zover de vereiste bescherming van privacy dat toestaat. De energieprestatieïndicatoren zijn ontsloten via Kadaster-on-line.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 4 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
4.6.8
Bewaren van gegevens De certificaathouder houdt voor elk project een projectdossier bij. Het projectdossier bevat in elk geval: • de schriftelijke opdracht(bevestiging), indien van toepassing, • een kopie van het afgemelde en aan de opdrachtgever geleverde energielabel (dit mag een digitaal document zijn, bijvoorbeeld een pdf-file), • de invoer-file waarmee het energielabel is opgesteld, • de herleidbaar vastgelegde opnamegegevens, • beschrijving van de wijze waarop isolatiemateriaal en isolatiedikte is bepaald, • het bewijs op grond waarvan gebruik mag worden gemaakt van gegevens die niet kunnen worden gecontroleerd door waarneming ter plaatse, • overige vastgelegde informatie die is gebruikt voor het opstellen van het energielabel, zoals foto’s en dergelijke, en • als er klachten zijn alle correspondentie in verband met die klachten. De certificaathouder moet het projectdossier tot tien jaar na afronding van de opdracht bewaren. De certificaathouder bewaart bovendien de versie van het computerprogramma waarmee hij het energielabel heeft opgesteld tot tien jaar na afronding van de opdracht.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 5 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
5.
EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER
5.1
Inschrijving bij Kamer van Koophandel Geen aanvullende eisen.
5.2
Inloggegevens afmeldsysteem Geen aanvullende eisen.
5.3
Personeel De certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘EPN-adviseur’.
5.4
Hulpmiddelen en instrumenten De certificaathouder beschikt over de in paragraaf 8.2 van ISSO 75.1 [1] genoemde instrumenten. De certificaathouder beschikt over een computer met software voor het berekenen van de EPC met een geldig EPC-attest op basis van BRL 9501 [3].
___________________________________________________________________________________________ - pagina 6 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
6.
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING
6.1
Eis Geen aanvullende eisen.
6.2
Algemeen, kwaliteitshandboek Geen aanvullende eisen.
6.3
Kwaliteitsbeleid Geen aanvullende eisen.
6.4
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden / vakbekwaamheden Geen aanvullende eisen.
6.5
IKB-schema De interne kwaliteitsbewaking bestaat ten minste uit de volgende onderdelen: • controle op de opname van de huidige situatie (4.6.2), • controle op de berekening van de EPC (4.6.3), en • controle op de keuze van energiebesparingsmaatregelen (4.6.4).
6.6
Beschrijving van procedures Het kwaliteitshandboek moet bovendien de procedurebeschrijvingen bevatten van de in paragraaf 6.5 genoemde controles.
6.7
Procedure-eisen
6.7.1
Beheersing van de vakbekwaamheid van personen Geen aanvullende eisen.
6.7.2
Documentenbeheer Geen aanvullende eisen.
6.7.3
Projectenregistratie Geen aanvullende eisen.
6.7.4
Beheer van projectdossiers Geen aanvullende eisen.
6.7.5
Klachtenbehandeling Geen aanvullende eisen.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 7 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
6.7.6
Onderhoud van het kwaliteitssysteem Geen aanvullende eisen.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 8 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
7.
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING
7.1
Toelatingsprocedure
7.1.1
Organisatiegericht onderzoek, omvang Geen aanvullende eisen.
7.1.2
Organisatiegericht onderzoek, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.1.3
Projectgericht onderzoek, omvang De totaal te besteden tijd aan het projectgerichte toelatingsonderzoek bedraagt ten minste 8 uren.
7.1.4
Projectgericht onderzoek, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.1.5
Rapportage Geen aanvullende eisen.
7.1.6
Afgifte van het certificaat Geen aanvullende eisen.
7.2
Vervolgcontroles
7.2.1
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang De totaal te besteden tijd aan een jaarlijkse organisatiegerichte inspectie is 4 uren minder dan de totaal te besteden tijd aan het organisatiegerichte toelatingsonderzoek (zie 7.1.1).
7.2.2
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.2.3
Projectgerichte inspecties, omvang Elke periode van 12 maanden is het aantal door de certificatie-instelling te controleren energielabels gelijk aan 5% van het aantal in die periode door de certificaathouder afgemelde energielabels, afgerond naar boven, met een minimum van 2. Ten minste de helft van de controles betreft een controle ‘achteraf in het werk’. De te onderzoeken energielabels worden door de certificatie-instelling verder aselect aangewezen of op basis van representativiteit. ___________________________________________________________________________________________ - pagina 9 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
Opmerking De certificatie-instellingen kunnen uit het Energielabelregistratiesysteem van RVO.nl informatie krijgen over de energielabels die door hun certificaathouders zijn afgemeld. Indien de gebruiker van een ‘achteraf in het werk’ te controleren gebouw geen toestemming geeft om het gebouw te betreden, wijst de certificatie-instelling een ander gebouw aan. De totaal te besteden tijd aan de controle van een energielabel ‘op dossier’ bedraagt ten minste 3,5 uren. De totaal te besteden tijd aan de controle van een energielabel ‘achteraf in het werk’ bedraagt ten minste 4,5 uren. De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en dergelijke. 7.2.4
Projectgerichte inspecties, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.2.5
Rapportage Geen aanvullende eisen.
7.2.6
Sancties Als kritieke afwijking in een advies (energielabel) wordt aangemerkt: • een in het energielabel opgegeven waarde van de EPC, die meer dan 8% afwijkt van de waarde die is vastgesteld door de certificatie-instelling.
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling
7.3.1
Auditor (organisatiegerichte inspecties) Een auditor heeft een diploma ‘Energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode’.
7.3.2
Inspecteur (projectgerichte inspecties) Een inspecteur heeft een diploma ‘Energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode’.
7.4
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling Geen aanvullende eisen.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 10 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
7.5
Rapportage aan KvINL Geen aanvullende eisen.
___________________________________________________________________________________________ - pagina 11 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT Een model van het certificaat is opgenomen in bijlage 1. De lay-out van het certificaat moet voldoen aan de eisen van de houder van het merkteken, Stichting Bouwkwaliteit (www.bouwkwaliteit.nl). Opmerking De certificatie-instelling heeft een licentie-overeenkomst voor het gebruik van het NL-EPBD merk met de houder van het merk (Stichting Bouwkwaliteit). Op grond hiervan heeft de certificatie-instelling het recht om het merk op het certificaat aan te brengen, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven, en ook het recht om de certificaathouder toe te staan het merk te gebruiken in het kader van de certificatieovereenkomst met betrekking tot BRL 9500-06. Op grond van de certificatieovereenkomst tussen de certificatiehouder en de certificatie-instelling mag de certificaathouder het merk aanbrengen op een energielabel, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven (zie 4.6.5).
9.
GEBRUIK VAN HET CERTIFICAAT EN HET CERTIFICATIEMERK Geen aanvullende eisen.
10.
SCHORSING, INTREKKING EN OPSCHORTING VAN HET CERTIFICAAT Geen aanvullende eisen.
11.
REFERENTIES [1]
ISSO 75.1 ‘Energieprestatie utiliteitsgebouwen. Energielabel’, september 2013.
[2]
NEN 7120. ‘Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode’, april 2011, inclusief correctieblad C2, december 2011, en correctieblad C3, juli 2013.
[3]
BRL 9501 ‘Methoden voor het bepalen van het energiegebruik van gebouwen en de energetische en financiële gevolgen van energiebesparingsmaatregelen’, d.d. 2006-12-06, inclusief wijzigingsblad WB 9501, d.d. 27 september 2012.
[4]
REG - Regeling energieprestatie gebouwen (www.overheid.nl), laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2014, 3661.
[5]
Regeling omgevingsrecht (www.overheid.nl), laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2014, 4057.
[6]
Aandachtspunten BRL 9500-06 (www.kvinl.nl)
___________________________________________________________________________________________ - pagina 12 -
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
Bijlage 1 Model van het certificaat
NL-EPBD ® procescertificaat __________________________________________________________________________ Naam certificatie-instelling LOGO van Adresgegevens Certificatieinstelling nummer: uitgegeven:
energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode __________________________________________________________________________ NAAM certificaathouder
Verklaring van (ABC)
<<(ABC) staat voor de certificatie-instelling>>
Dit certificaat is op basis van BRL 9500 Deel 00 d.d. …… in combinatie met BRL 9500 Deel 06 d.d. …. afgegeven door (naam CI) conform het (hiervoor van toepassing zijnde certificatiereglement van naam CI). (Naam CI) verklaart, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de certificaathouder verrichte werkzaamheden met betrekking tot het afgeven van energielabels voor nieuwe (en bestaande) utiliteitsgebouwen zijn uitgevoerd volgens de in hoofdstuk 4 van bovengenoemde BRL Delen vastgestelde specificaties. Naam CI) verklaart dat met in achtneming van het bovenstaande de door (naam certificaathouder) afgeleverde energielabels voor nieuwe (en bestaande) utiliteitsgebouwen voldoen aan de eisen van de ‘Regeling Energieprestatie Gebouwen’.
Voor (naam CI)
………………………, directeur
Gebruikers van dit certificaat wordt geadviseerd om bij (naam CI) te informeren of dit document nog geldig is.
Beoordeeld is: kwaliteitssysteem en proces
Periodieke controle
® is een collectief merk van Stichting Bouwkwaliteit
___________________________________________________________________________________________
Bijlage 1
ENERGIEPRESTATIE ADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, UTILITEITSGEBOUWEN, DETAILMETHODE Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-06 d.d. 17 april 2015
Bijlage 2 Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPN-adviseur’ Een ‘EPN-adviseur’ heeft: • ten minste een werk- en denkniveau overeenkomstig een hogere beroepsopleiding, en • een diploma ‘Energielabel, utiliteitsgebouwen, detailmethode’. Verder beschikt een ‘EPN-adviseur’ over de volgende vakbekwaamheden: • hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL, deel 06, een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van een utiliteitsgebouw waarvoor het energielabel moet worden opgesteld. • hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL, deel 06, op basis van gegevens uit een opname de EPC (Energieprestatiecoëfficiënt) van een utiliteitsgebouw te berekenen. • hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL, deel 06, een energielabel voor een utiliteitsgebouw op te stellen.
___________________________________________________________________________________________
Bijlage 2