Ontruiming Basisopleiding BHV
Inhoudsopgave
Ontruiming
1. voorbereiding van een ontruiming
2. taak BHV’er
Selecteer een hoofdstuk naar keuze
Inhoudsopgave
O
Voorbereiding van een ontruiming
1. gedrag van mensen
3. afspraken over de gang van zaken bij ontruiming
Inhoudsopgave
2. besluitvorming voor ontruiming
Selecteer een paragraaf naar keuze 4. voorzieningen en middelen
O – Voorbereiding van een ontruiming
Taak BHV’er
1. start ontruiming
2. controle en aanwijzingen
5. afronding
Selecteer een paragraaf naar keuze 3. opvang medewerkers
Inhoudsopgave
4. opvang hulpdiensten
O – Taak BHV’er
Voorbereiding van een ontruiming • Het gedrag van de mensen is bepalend voor het slagen van een ontruiming. • Daarom is het belangrijk om te weten hoe mensen zich gedragen bij een ontruiming. • Voor een succesvolle ontruiming moeten er vooraf afspraken zijn gemaakt over het handelen bij een ontruiming door BHV’ers én werknemers. • Daarnaast moet het gebouw voldoen aan de vereiste brandveiligheidsvoorzieningen. • Indien nodig moeten reddingsmiddelen zijn die zijn afgestemd op de mensen en gebouw.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (1 van 19)
Gedrag van mensen bij een ontruiming
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (2 van 19)
Gedrag van personeel, bezoekers en derden Het gedrag bij een ontruiming kan worden beschreven in fasen van het vluchtproces. Fasen vluchtproces 1. Fase van bewustwording Het incident wordt ontdekt doordat gevaarsignalen worden waargenomen. 2. Fase van oordeels- en besluitvorming Gevaarsignalen worden geïnterpreteerd en afgewogen. 3. Fase van uitvoering Aanwezigen verlaten het pand, de BHV-organisatie begeleidt de ontruiming.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (3 van 19)
Fase van bewustwording • Signalen bij een brand zoals zichtbare vlammen en rook en de geur van brand worden vaak niet herkend als signalen voor gevaar. • Het zogenaamde ‘taakcommitment’ belemmert de herkenning van gevaarsignalen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (4 van 19)
Taakcommitment en probleemontkenning • Uit onderzoek naar incidenten blijkt dat taakcommitment het herkennen van gevaarsignalen belemmert. • Taakcommitment is het verschijnsel dat mensen bij onverwachte gebeurtenissen in eerste instantie willen doorgaan met de zaken waar zij mee bezig zijn en daar moeilijk van afwijken (bijv. het werk moet af) • Door de sterke werking van taakcommitment blijkt het lastig om gevaarsignalen te herkennen en over te schakelen naar het gedrag dat bij de nieuwe situatie past, zoals vluchten bij brand. • Een ander verschijnsel is de neiging om het probleem te ontkennen en te geloven dat alles gaat zoals het normaal zou moeten gaan, ondanks dat duidelijke aanwijzingen uit de omgeving op het tegendeel wijzen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (5 van 19)
Fase van oordeels- en besluitvorming • Om het gevaar goed te kunnen inschatten zijn vaak meerdere signalen nodig. • De reactie die mensen hebben bij de signalen en de invloed van de signalen op het lichaam spelen een belangrijke rol. • Duidelijke informatie over de ernst van de situatie en duidelijke instructies versnellen het proces van beoordeling en besluitvorming. Dit is nodig omdat mensen beperkte ervaring hebben met handelen bij brand. • Gedrag van andere mensen in de omgeving is cruciaal bij het al dan niet verlaten van de bedreigde plek.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (6 van 19)
Invloed van sociale normen • Sociale normen beïnvloeden de oordeels- en besluitvorming in sterke mate. • Bij een incident reageren mensen die alleen zijn doorgaans sneller en adequater dan mensen die met anderen aanwezig zijn. • Mensen wachten totdat de ander reageert. • Aanwezigen verwachten dat het personeel als eerste reageert op een incident. • Als het personeel geen duidelijke reactie laat zien, negeren de andere aanwezigen de gevaarsignalen ook.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (7 van 19)
Beperkte ervaring • Mensen maken gelukkig maar zelden een incident mee. • De keerzijde is dat zij ook weinig ervaring hebben met het inschatten van de snelheid waarmee een brand zich kan ontwikkelen. • Ook weten veel mensen niet dat het zeer gevaarlijk is om rook in te ademen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (8 van 19)
Reactie op signalen • Een alarm wordt meestal niet gekoppeld aan de noodzaak van een snelle ontruiming. • Men denkt vaak dat het wel een oefening zal zijn, daardoor wordt pas laat op een brandalarm gereageerd. • Bij een brandgeur in een restaurant denkt men eerder aan een foutje in de keuken dan aan een brand.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (9 van 19)
Invloed van signalen • Signalen die vaak wel tot een actie leiden zijn signalen die pijn doen: • pijn op de huid door extreme hitte • ademhalingsproblemen door giftige rook. • Mensen komen pas uit zichzelf in actie als de situatie al zeer kritiek is.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (10 van 19)
Duidelijke informatie • Mensen komen eerder in actie als de ernst van de situatie wordt verteld en heldere instructies worden gegeven over wat zij moeten doen. • De instructies worden opgevolgd als ze overeenkomen met de eigen beoordeling van de situatie en als ze worden gegeven door mensen met autoriteit. • Een sterk leidende persoon kan een grote groep aanwezigen op gecontroleerde wijze in veiligheid brengen. • De inzet van getrainde BHV’ers blijkt tot een kortere reactietijd te leiden in vergelijking met een ontruiming zonder getraind personeel.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (11 van 19)
Fase van uitvoering Gedrag bij de ontruiming wordt o.a. bepaald door: • bekendheid met het gebouw • de indeling van het gebouw • de inrichting van het gebouw.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (12 van 19)
Bekendheid met het gebouw • Mensen vluchten meestal via routes die zij kennen. • Vaak is dat de route waarlangs ze zijn binnengekomen of die ze normaal gebruiken. • Speciale nooduitgangen die in de dagelijkse situatie niet worden gebruikt, worden in een noodsituatie ook niet gebruikt.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (13 van 19)
Indeling van het gebouw • In een hoog gebouw blijken meer mensen moeite te hebben met traplopen dan wordt gedacht. • Vertragingen bij het vluchten kunnen ontstaan door mensen die permanent mobiel beperkt zijn, mensen met een beperkte conditie (denk aan astma of zwangere vrouwen) of mensen met knellende schoenen. • Als de indeling van het gebouw complex is, kunnen mensen soms moeilijk de juiste vluchtroute vinden. • Mensen blijken niet of nauwelijks te letten op de groene vluchtrouteaanduidingen. • Mensen maken eerder gebruik van bekende routes of van deuren en gangen die zichtbaar naar buiten gaan.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (14 van 19)
Inrichting van het gebouw • Nooduitgangen kunnen zijn voorzien van vergrendelingen die alleen in noodsituaties open gaan en/of waarbij bij onbedoeld gebruik een alarm afgaat. • Deze voorzieningen durft men dan niet of nauwelijks te gebruiken in geval van nood. • Noodtrappenhuizen die normaal niet worden gebruikt, worden in praktijk vaak gebruikt als opslagruimte. • Daardoor is zo’n trappenhuis in geval van nood niet, of maar beperkt, te gebruiken om te vluchten.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (15 van 19)
Mensen helpen elkaar • Mensen blijken elkaar in alle fasen van een noodsituatie te helpen. • Er zal nauwelijks sprake zijn van paniek. • Paniek ontstaat pas wanneer de situatie zo dreigend is dat er nog nauwelijks overlevingskansen zijn. • Dergelijke situaties komen maar zelden voor.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (16 van 19)
Gedrag van BHV’ers • Het gedrag van BHV’ers wordt door dezelfde factoren beïnvloed als het gedrag van andere mensen. • Uit diverse incidentevaluaties blijkt dat het ook voor de BHV lastig is om in te schatten of het echt om een noodsituatie gaat. • Ook BHV’ers kunnen moeite hebben met het interpreteren van (onduidelijke) signalen en met het inschatten van de ernst van de situatie.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (17 van 19)
Sociale normen en taakcommitment • Sociale normen kunnen ook bij BHV’ers belemmerend werken: het kan lastig zijn om vanuit de personeelsrol over te schakelen naar de BHV-rol. • Taakcommitment vanuit de dagelijkse rol van een BHV’er kan leiden tot een vertraagde reactie. • Ook kan sprake zijn van een taakconflict waarbij het lastig is om de prioriteit te stellen. • Bijvoorbeeld: de BHV’er moet de ingang bewaken, terwijl hij verderop in het gebouw snel een beginnende brand moet blussen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (18 van 19)
Afspraken en technische voorzieningen • De gedragsaspecten zijn vertaald naar afspraken en technische voorzieningen. • Met afspraken over wijze van ontruimen kan de BHV het gedrag van de aanwezigen via procedures en voorlichting bijsturen. • Technische voorzieningen kunnen de aanwezigen en de BHV ondersteunen bij de ontruiming.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – gedrag van mensen (19 van 19)
Besluitvorming voor ontruiming Voorbeelden van redenen om te ontruimen • brand • wateroverlast • een ongeval met gevaarlijke stoffen • een bommelding • of een dreiging van buiten zoals een gaswolk afkomstig van een bedrijf in de buurt. Allemaal situaties waarin de veiligheid van de mensen in het gebouw in gevaar kan komen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – besluitvorming voor ontruiming (1 van 7)
Doel van een ontruiming • Het doel van een ontruiming is ervoor zorgen dat alle aanwezige personen op een effectieve en efficiënte manier een gebouw veilig kunnen verlaten.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – besluitvorming voor ontruiming (2 van 7)
Besluit om te ontruimen • De werkgever moet vastleggen wie het besluit neemt tot een ontruiming. • In een klein bedrijf zal de werkgever dit besluit neerleggen bij de BHV’er. • In grotere bedrijven kan dit besluit worden genomen door de ploegleider of de Coördinator/Hoofd BHV. • In sommige bedrijven wordt altijd eerst overlegd met de directie. • Er zijn ook bedrijven waar iedereen het ontruimingsalarm mag indrukken.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – besluitvorming voor ontruiming (3 van 7)
Belangen bij besluit tot ontruimen • Bij het besluiten tot een ontruiming moet rekening worden gehouden met de zorg voor de continuïteit van het bedrijfsproces. • Soms spelen er tegenstrijdige belangen bijvoorbeeld • een brand tijdens een belangrijke voetbalwedstrijd, waarbij het stopzetten veel geld kan kosten of • een brand op de intensive care, waarbij het verplaatsen van patiënten kan leiden tot een verslechtering van hun conditie. • Beveiligingsvoorzieningen kunnen een snelle veilige ontruiming belemmeren (denk aan het afsluiten van nooduitgangen).
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – besluitvorming voor ontruiming (4 van 7)
Tegenstijdige belangen meenemen in de planvorming • Het is belangrijk dat tegenstrijdige belangen bij het bepalen van de ontruimingsprocedure worden geïnventariseerd en overwogen. • De inzichten over het menselijk gedrag bij noodsituaties moet hierbij leidend zijn. • Op basis van de uitkomst moeten duidelijke afspraken worden gemaakt en moeten indien nodig technische voorzieningen getroffen worden.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – besluitvorming voor ontruiming (5 van 7)
Moment van ontruiming • Als er daadwerkelijk moet worden ontruimd moet iedereen weten wat ze moeten doen. • Afhankelijk van het incident, het bedrijf en het type gebouw zal het gebouw geheel of gedeeltelijk moeten worden ontruimd.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – besluitvorming voor ontruiming (6 van 7)
Taak BHV’er • U heeft als BHV’er een belangrijke taak bij de ontruiming. • U bent degene die het gebouw controleert en de mensen begeleidt. • Het hangt dus van u en uw mede-BHV’ers af of een ontruiming veilig verloopt.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – besluitvorming voor ontruiming (7 van 7)
Afspraken over de gang van zaken bij een ontruiming
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (1 van 24)
Wettelijke afspraken (1) • Iedere werkgever is op grond van de Arbo-wet verplicht voor een ontruimingsprocedure te zorgen. • In een ontruimingsprocedure staat hoe een ontruiming plaatsvindt. • Afspraken over de wijze van ontruimen zijn schriftelijk vastgelegd. • De werkgever mag zelf weten hoe hij dit schriftelijk vastlegt: op instructiekaarten, in een ontruimingsprocedure, of in een ontruimingsplan. • De ontruimingsprocedure is onderdeel van het BHV-plan.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (2 van 24)
Wettelijke afspraken (2) • Voorlichting en instructie aan personeel over het handelen bij een incident is een wettelijke verplichting. • Personeel moet op de hoogte zijn van de vluchtwegen en de vluchtwegaanduidingen. • Het personeel moet weten wie de BHV’ers zijn en wat hun taken zijn bij een ontruiming. • Hoe sneller de BHV wordt gealarmeerd, hoe groter het effect van hun inzet zal kunnen zijn. • Het personeel moet zo zijn voorgelicht en geïnstrueerd dat zij zelfstandig het pand kunnen verlaten via de aangegeven vluchtroutes.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (3 van 24)
Wijze van ontruimen • De wijze waarop de ontruiming plaatsvindt, is afhankelijk van de specifieke situatie in het bedrijf/de instelling. • Het type gebouw en de wijze waarop het gebouw wordt gebruikt, bepalen de procedure. • De ontruiming in een school zal heel anders verlopen dan een ontruiming van een kantoor of werkplaats. • Verschillende werkplekken stellen verschillende eisen aan de ontruiming.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (4 van 24)
Inhoud ontruimingsplan In de meeste ontruimingsplannen is vastgelegd: • welke redenen kunnen leiden tot een ontruiming. • hoe het personeel moet worden geïnformeerd en geïnstrueerd. • wie opdracht geeft tot ontruimen. • hoe de BHV’ers (van elke afdeling of etage) worden gewaarschuwd. • hoe werknemers hun werkplek veilig achterlaten. • of persoonlijke eigendommen worden meegenomen. • wie controleert of iedereen de werkplek heeft verlaten. • wie registreert of iedereen aanwezig is op de verzamelplek. • hoe de ontruiming per afdeling/etage geregeld is. • wie eventueel met een bepaalde taak op de werkplek achterblijft. • waar de mensen van elke afdeling/etage zich verzamelen. • hoe er voor de eigendommen van deze mensen wordt gezorgd. Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (5 van 24)
Begeleiding van verminderd tot niet-zelfredzame personen (1) • Maak afspraken over de begeleiding van verminderd tot nietzelfredzame personen bij een ontruiming. • Als verminderd tot niet-zelfredzame personen zijn voorbereid op een ontruiming kunnen zich, net als in het dagelijkse leven, veelal goed redden bij een ontruiming. • Verminderd tot niet-zelfredzame personen kunnen de snelheid van het ontruimingsproces ernstig verstoren als zij moeite hebben om via trappen te vluchten. • In dat geval moeten zij op een andere wijze in veiligheid worden gebracht.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (6 van 24)
Begeleiding van verminderd tot niet-zelfredzame personen (2) • In het ontruimingsplan wordt beschreven hoe er wordt omgegaan met niet-zelfredzame collega’s en aanwezigen waar de werkgever de zorg voor heeft. • Het komt regelmatig voor dat er collega’s zijn die minder goed ter been zijn door een blessure. • Koppel een directe collega aan een nietzelfredzame persoon die kan zorgen voor de nodige assistentie. • Ook BHV’ers kunnen worden ingezet voor de begeleiding van niet-zelfredzame personen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (7 van 24)
Begeleiden bezoekers • De BHV’er kan een rol hebben in het begeleiden van bezoekers bij een ontruiming. • Deze taak kan ook worden uitgevoerd door degene bij wie de bezoeker te gast is. • In bijzondere gevallen kan zelfs de hulp worden ingeroepen van omstanders buiten het bedrijf. • Bij de brand in het zorgcentrum De Geinsche Hof hielpen aanwezige bouwvakkers en omstanders bij het evacueren van verminderd zelfredzame personen. • Binnen het bedrijf moet in ieder geval duidelijk zijn hoe dit is geregeld. • In openbare gebouwen, winkels, theaters, ziekenhuizen enz. heeft de BHV een taak in het begeleiden van bezoekers, klanten en cliënten.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (8 van 24)
Afspraken op basis van te verwachten gedrag van aanwezigen • Bij het opstellen van het ontruimingsplan/de ontruimingsprocedure moet het te verwachten gedrag van de aanwezigen leidend zijn. • Dit kan per type gebouw en bedrijf/instelling verschillend zijn. • De benodigde afspraken worden per fase van het ontruimingsproces weergegeven.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (9 van 24)
Fase van bewustwording • In deze fase is taakcommitment de belangrijkste belemmering om de ernst van gevaarsignalen te herkennen. • Dit geldt voor de aanwezigen in een gebouw en voor de BHV-organisatie. • Omdat de BHV in de fase van bewustwording mogelijk de belangrijkste schakel is, is het vooral belangrijk om de belemmeringen voor BHV’ers te beperken.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (10 van 24)
Taakcommitment bij de BHV beperken • Bekijk mogelijk conflicterende combinaties van dagelijkse taken en BHV-taken. • Leg bij een conflicterende taakcombinatie de betreffende BHV-taak neer bij een andere medewerker. • Laat de BHV-taak bij voorkeur nauw aansluiten op de dagelijkse werkzaamheden, zodat snel kan worden omgeschakeld naar de BHV-taak. • Het kan zinvol zijn om de verdeling van dagelijkse werkzaamheden zodanig afwisselend te maken dat personeel met een BHV-taak gewend raakt om snel over te schakelen van de dagelijkse rol naar de BHV-rol.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (11 van 24)
Manieren om taakcommitment bij aanwezigen te doorbreken • De krachtigste manier om taakcommitment bij de aanwezigen te doorbreken is het weghalen van het bestaande doel of de bestaande taak waar zij mee bezig zijn. • Als duidelijk wordt dat het werk niet kan worden afgemaakt, zullen zij eerder het pand verlaten. • Binnen de BHV-organisatie zullen in de voorbereiding afspraken gemaakt moeten worden over de bevoegdheden en mogelijkheden van de BHV op dit gebied.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (12 van 24)
Fase van oordeels- en besluitvorming In deze fase spelen de volgende zaken een beslissende rol: • een beperkte ervaring met een noodsituatie • de reactie op signalen • de invloed van signalen • sociale normen • informatie.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (13 van 24)
Omgaan met beperkte ervaring BHV • De belemmering door beperkte ervaring kan worden beperkt door in de training van de BHV extra aandacht te schenken aan het herkennen van gevaarsignalen en het inschatten van de snelheid van ontwikkeling van een incident. • In de praktijk blijkt dat het lijfelijk opdoen van ervaringen de sterkste werking heeft. • Omdat dit niet mogelijk is vanwege veiligheidsoverwegingen kunnen videobeelden van incidenten samen met een goede uitleg helpen om gevaarsignalen beter te herkennen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (14 van 24)
Doorbreken sociale normen door BHV • De BHV moet rekening houden met de sterke invloed van sociale normen op het gedrag van mensen. • De reactie van BHV’ers is zeer belangrijk, omdat aanwezigen vaak wachten totdat iemand anders als eerste reageert. • Een BHV’er kan door als eerste afwijkend gedrag te vertonen t.o.v. sociale normen, deze sociale normen doorbreken en zo de reactietijd van de aanwezigen verkorten.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (15 van 24)
BHV geeft extra signalen • In de praktijk blijken mensen maar zelden direct na het afgaan van een alarm uit zichzelf te vluchten. • Dit betekent dat het niet voldoende is om alleen een alarm af te laten gaan. • De aanwezigen hebben meer signalen nodig om de ernst van de situatie te kunnen inschatten. • De BHV-organisatie moet deze extra signalen geven, bij voorkeur in de vorm van duidelijke informatie en heldere instructies.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (16 van 24)
Actie en begeleiding door BHV • Mensen komen zonder BHV-begeleiding pas in actie als pijnlijke effecten als gevolg van het incident optreden en de situatie al zeer kritiek is. • Dit betekent allereerst dat de BHV-organisatie snel in actie moet komen. • Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat bij een ontruiming mogelijk veel begeleiding nodig is.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (17 van 24)
Duidelijke informatie De BHV kan het effect van taakcommitment bij andere aanwezigen beperken door: • op het moment van het incident duidelijke informatie te geven over de ernst van de situatie • duidelijke instructies te geven over hoe te handelen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (18 van 24)
Fase van uitvoering • Tijdens deze fase spelen de indeling en inrichting van het gebouw en de bekendheid met het gebouw een belangrijke rol.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (19 van 24)
Bekendheid met het gebouw • Mensen vluchten meestal via bekende routes en maken niet of nauwelijks gebruik van speciale nooduitgangen. • In experimenten is gebleken dat nooduitgangen wel worden gebruikt als een BHV’er bij een nooduitgang staat en via lichaamstaal aanwijzingen geeft om die nooduitgang te gebruiken. • Opvallend is dat zodra de BHV’er stopte met het geven van aanwijzingen de mensen vrijwel direct weer gebruik maakten van de voor hen bekende route. • Aanwijzingen van BHV’ers kunnen dus van grote invloed zijn.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (20 van 24)
Indeling van het gebouw: trappen • In een hoog gebouw blijken meer mensen moeite te hebben met traplopen dan wordt gedacht. • Dit kan betekenen dat mensen op een andere wijze in veiligheid moeten worden gebracht. • Hierover moeten afspraken worden gemaakt en zijn mogelijk extra technische voorzieningen noodzakelijk.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (21 van 24)
Complexe indeling van het gebouw • De indeling van het gebouw kan zo complex zijn, dat mensen moeilijk de juiste vluchtroute kunnen vinden. • BHV’ers kunnen door het geven van aanwijzingen mensen helpen bij het vinden van de juiste route.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (22 van 24)
Inrichting van het gebouw • Vergrendelingen op nooduitgangen blijven in geval van nood soms op slot. Gebruik ze daarom liever niet. • Wanneer vergrendelingen toch noodzakelijk zijn, kunnen BHV’ers mensen stimuleren de nooduitgangen te gebruiken. • BHV’ers moeten erop toezien dat nooduitgangen altijd vrij worden gehouden. • Speciale noodtrappenhuizen die in de dagelijkse praktijk niet als trappenhuis worden gebruikt, worden vaak gebruikt als opslagruimten. • Dit is te voorkomen door het noodtrappenhuis in het dagelijkse gebruik als normale uitgang te gebruiken.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (23 van 24)
Verschil tussen theorie en praktijk • Tijdens de daadwerkelijke ontruiming gaat het toch anders als vooraf is bedacht, waardoor moet worden geïmproviseerd. • De onderlinge communicatie tijdens een ontruiming kan een probleem zijn. Wat werkt • Heldere taakafspraken die aansluiten op de dagelijkse taken van de BHV’er en goed geoefend zijn, leiden bij een incident tot een snelle en geslaagde ontruiming. • De besproken aandachtspunten moeten in de ontruimingsprocedures worden uitgewerkt.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – Afspraken over de gang van zaken bij ontruiming (24 van 24)
Voorzieningen en middelen om een ontruiming veilig te laten verlopen De mogelijkheid om een gebouw veilig en snel te kunnen verlaten, hangt af van: • het gedrag van de aanwezigen. • de geoefendheid van de BHV. • het gebouw: • vooral de vorm van het gebouw: hoogbouw, een omvangrijk en complex gebouw of een gebouw met ondergrondse ruimten • de indeling van het gebouw (plattegrond). • De verdere inrichting van het gebouw, bijvoorbeeld de technische brandveiligheidsvoorzieningen. • De wet stelt eisen aan de bouw en inrichting van gebouwen om de brandveiligheid te vergroten.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (1 van 34)
Plattegrond • Op de plattegrond komen de voorzieningen aan bod waarvan gebruik kan worden gemaakt bij een ontruiming.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (2 van 34)
Ontruimingsplattegrond (1)
X X
i Zelfsluitende Handbrandmelder Brandblusser Vluchtrichting rechtdoor Brandmeldcentrale Brandwerende scheiding Brandslanghaspel Waterafsluiter Gasafsluiter Lift Vluchtroute niet gebruiken Elektriciteitskast EersteHulpkoffer Vluchtrichting Parkeren rechtdoor brandwerende deur
Inhoudsopgave
Selecteer een icoon naar keuze
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (3 van 34)
Ontruimingsplattegrond (2)
X X
i Automatische Zelfsluitende Externe Brandblusser Handbrandmelder Vluchtrichting rechtdoor Blusdeken Brandwerende scheiding Brandslanghaspel Vluchtroute EersteHulpkoffer Defibrillator, brandwerende dedeur AED Verzamelplaats
Inhoudsopgave
Selecteer een icoon naar keuze
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (4 van 34)
Overzicht voorzieningen en middelen • Technische voorzieningen • Voorzieningen die niet wettelijk verplicht zijn maar die het zelfredzame gedrag van aanwezigen kunnen ondersteunen • Middelen om verminderd tot niet-zelfredzame personen te helpen bij een ontruiming. • De technische voorzieningen worden besproken aan de hand van de fasen van het ontruimingsproces.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (5 van 34)
Fase van bewustwording • In de fase van bewustwording wordt een incident ontdekt. • Technische voorzieningen die een rol spelen in deze fase zijn een brandmeldinstallatie en een ontruimingsalarminstallatie.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (6 van 34)
Brandmeldinstallatie • Sommige gebouwen hebben een brandmeldinstallatie, om een beginnende brand snel te ontdekken (detecteren) en te melden. • Bij een brandmeldinstallatie met handbrandmelders, kan een brand of ander incident dat nog niet is gedetecteerd, worden gemeld door de handbrandmelder in te slaan. • Een signaal van een handbrandmelder, na een automatische detectie, moet als een serieuze melding worden beschouwd. • De BHV kan een handbrandmelder gebruiken om een brandmelding te bevestigen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (7 van 34)
Opvolging brandmelding • In sommige gebouwen meldt de installatie een brand direct of vertraagd automatisch door naar de alarmcentrale van de hulpverleningsdiensten. • In beide gevallen, met of zonder doormelding, is opvolging van de brandmelding door de BHV noodzakelijk. • De BHV controleert waar de brand is en of er veilig met kleine blusmiddelen kan worden geblust. • Bij brand moet de BHV-procedure verder worden uitgevoerd.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (8 van 34)
Onterechte melding • Als na controle van een automatische melding blijkt de melding onterecht is, moet de alarmcentrale snel worden ingelicht. • Een voorbeeld van een onterechte melding is een melding door stoomvorming tijdens het koken.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (9 van 34)
Ontruimingsalarminstallatie • Een ontruimingsalarminstallatie kan gekoppeld zijn aan een brandmeldinstallatie, maar kan ook op zichzelf staan. • In de praktijk blijkt dat een ontruimingsalarm met een slow-whoop-signaal meestal niet serieus wordt genomen. • Een ontruimingsalarm met gesproken woord heeft een beter effect. • Naast het laten afgaan van een ontruimingsalarmsignaal zijn aanvullende acties door de BHV-organisatie nodig.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (10 van 34)
Fase van oordeels- en besluitvorming • In deze fase zijn voorzieningen nodig die helpen bij de interpretatie van gevaarsignalen: de ontruimingsalarminstallatie en de megafoon of omroepinstallatie.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (11 van 34)
Ontruimingsalarminstallatie • Een ontruimingsalarminstallatie met gesproken woord kan de aanwezigen helpen bij een juiste interpretatie van gevaarsignalen. • Gesproken woord is vooral zinvol als er mensen zijn in een ander deel van het gebouw dan waar de brand zich bevindt, maar waarbij wel het risico bestaat dat zij door de brand worden ingesloten. • Daarnaast zijn aanvullende acties door de BHV-organisatie nodig.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (12 van 34)
Megafoon of omroepinstallatie • Megafoon en omroepinstallatie zijn geschikt om grote groepen te bereiken tijdens een incident of ontruiming. • Het gaat dan bijvoorbeeld om het geven van aanwijzingen voordat een gebouw wordt ontruimd of om het toespreken van personeel op de verzamelplaats.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (13 van 34)
Fase van uitvoering: ontruiming • Vooral in de fase van ontruiming kunnen technische voorzieningen de aanwezigen ondersteunen in hun zelfredzame gedrag: vluchtwegen, noodverlichting, rook- en warmteafvoerinstallaties en verzamelplaats.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (14 van 34)
Vluchtwegen (1) • Ieder gebouw moet vluchtwegen hebben. • Vluchtwegen kunnen door (nood)trappenhuizen voeren. • De vluchtwegen moeten zijn aangegeven met goed zichtbare vluchtwegaanduidingen en bij stroomuitval zichtbaar zijn door noodverlichting. • In de praktijk blijken vluchtwegaanduidingen echter maar zeer beperkt van invloed te zijn op de routekeuze van de aanwezigen. • Bovendien worden vluchtwegen die in het dagelijkse gebruik niet gebruikt worden, ook bij een noodsituatie maar beperkt gebruikt. • Er wordt vooral gebruik gemaakt van de bekende routes.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (15 van 34)
Vluchtwegen (2) • Vluchtwegen worden vaak vrij gehouden van brand en rook, zodat dit de meest veilige vluchtroutes zijn. • Aanvullende acties door de BHV moeten zorgen dat deze vluchtwegen in geval van nood wel optimaal worden gebruikt. • Vluchtwegen moeten altijd vrij zijn van obstakels. • Zorg dat vluchtwegen en nooduitgangen nooit worden geblokkeerd door bijvoorbeeld dozen of stoelen. • Vluchtwegen buiten het gebouw moeten verlicht zijn.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (16 van 34)
Nooduitgangen • (Nood)uitgangen zijn onderdeel van de vluchtroute • Noorduitgangen moeten altijd zonder losse hulpmiddelen kunnen worden geopend. • Mensen zullen een nooduitgang waarop staat ‘alleen gebruiken in geval van nood’ uit zichzelf niet snel nemen. • De BHV moet mensen aanmoedigen de nooduitgangen te gebruiken.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (17 van 34)
Panieksluitingen • Panieksluitingen komen voor op vluchtdeuren. • Een deur met een panieksluiting kan alleen aan de binnenzijde worden geopend. • De deur gaat open door tegen een horizontale stang te duwen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (18 van 34)
Nooddeur vrijhouden • Deuren die zijn voorzien van het opschrift ‘nooddeur vrijhouden’ of ‘nooduitgang’ moeten worden vrijgehouden. • Bij deze deuren moet ook verlichting zijn aangebracht.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (19 van 34)
Brandcompartimentering • In een brandveilig gebouw hebben de muren en wanden van delen van het gebouw een bepaalde brandwerendheid zodat de brand binnen dat deel van het gebouw blijft. • Zo’n deel van een gebouw noemt men een brandcompartiment. • Een brandwerende scheidingswand houdt een brand bijvoorbeeld 30 of 60 minuten tegen. • Uitgangspunt bij het bepalen van de brandwerendheid is dat deuren in scheidingswanden gesloten zijn en dat er geen kieren of gaten in de wand zijn aangebracht.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (20 van 34)
Zelfsluitende brandwerende deuren • Zelfsluitende brandwerende deuren sluiten een compartiment en/of brandveilige vluchtroutes/trappenhuizen af en maken zo brand- en/of rookwerende scheidingen. • Zelfsluitende deuren kunnen zijn voorzien van een kleefmagneet die de deuren in een normale situatie openhoudt. • Bij een brandmelding wordt de kleefwerking opgeheven waardoor de deuren automatisch dichtvallen. • Als zelfsluitende brandwerende deuren open worden gehouden, bijv. met een wig, wordt de brand- en rookwerende functie opgeheven. • Als de BHV ziet dat deze deuren worden open gehouden, sluit de BHV deze deuren, zodat zij hun brandwerende functie kunnen vervullen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (21 van 34)
Vluchtplattegronden • Bij een ontruiming moet iedereen het gebouw via de voor hem geldende vluchtroute verlaten. • De snelste vluchtroute staat op een vluchtplattegrond die in het gebouw hoort te hangen. • De BHV’er moet zorgen dat hij de vluchtroutes kent, zodat hij het personeel altijd een veilige vluchtroute kan wijzen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (22 van 34)
Verloop ontruiming • Belangrijk is dat een ontruiming snel, maar beheerst verloopt. • Mensen reageren vanuit zichzelf vaak al zeer beheerst en paniek komt zeer zelden voor. • Om te voorkomen dat er opstoppingen ontstaan zijn, in gebouwen waar veel mensen aanwezig zijn, meerdere vluchtroutes beschikbaar. • Bij een ontruiming geeft de BHV’er aanwijzingen aan medewerkers zodat de beschikbare routes zo efficiënt worden mogelijk gebruikt. • De BHV voorkomt zo dat teveel mensen dezelfde gangen en trappen gebruiken.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (23 van 34)
Noodverlichting • Noodverlichting is bedoeld om een goede oriëntatie te hebben als de normale verlichting niet meer werkt. • Noodverlichting gaat automatisch branden als de stroom uitvalt. • In vluchtwegen en nooduitgangen die bij het uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn, moeten adequate noodverlichting worden aangebracht. • Arbeidsplaatsen waar werknemers bij het uitvallen van het kunstlicht aan bijzondere gevaren zijn blootgesteld, moeten adequate noodverlichting hebben. • Indien noodverlichting niet mogelijk is, moeten werknemers kunnen beschikken over individuele verlichting.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (24 van 34)
Soorten noodverlichting (1) Algemene noodverlichting • bedoeld om bij stroomuitval overal in het bedrijf de weg naar buiten te kunnen vinden. Transparantverlichting • Geeft de vluchtroute, de uitgangen en de nooduitgangen aan. • Moet altijd branden, zolang er mensen binnen zijn. • Moet direct in het zicht hangen en goed leesbaar zijn. • In bijv. grote bedrijven, winkels of parkeergarages moeten de pictogrammen dubbel zo groot zijn. • De achtergrondkleur is altijd groen en de tekst of afbeeldingen zijn altijd wit.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (25 van 34)
Soorten noodverlichting (2) Treden- of hellingverlichting • Zorgt voor verlichting van trappen en hellingen bij het uitvallen van de normale verlichting, zeker als deze deel uitmaken van een vluchtroute. • Komt bijvoorbeeld voor in een bioscoop. Nacht(nood)verlichting • Verlicht van zonsondergang tot zonsopgang de looproutes in het bedrijf als de normale verlichting is uitgedaan.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (26 van 34)
Rook- en warmte-afvoerinstallaties • Rook- en warmte-afvoerinstallaties voeren rook en warmte af via het dak. • Het doel hiervan is een rookvrije laag bij de vloer te houden zodat er zicht blijft. • Deze installaties kunnen aanwezig zijn in hoge gebouwen, grote magazijnen, publiekstoegankelijke ruimten, penitentiaire inrichtingen, winkelcentra, parkeergarages en industriegebouwen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (27 van 34)
Verzamelplaats • Een verzamelplaats is een plek waar medewerkers en derden zich melden bij een ontruiming.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (28 van 34)
Fase van uitvoering: redding • Wanneer de ontruiming niet soepel verloopt, of wanneer mensen ingesloten zijn geraakt, is redding door de brandweer nodig. • Om deze redding mogelijk te maken zijn technische voorzieningen in een gebouw aangebracht: brandweeringang, liften, reddingsmiddelen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (29 van 34)
Brandweeringang • Om een snelle redding mogelijk te maken moeten afspraken zijn gemaakt over waar de brandweer door een BHV’er wordt opgevangen en nader geïnformeerd. • Bij een brandmelding kan het voorkomen dat er niemand in het bedrijf is. Om de brandweer snel toe te laten en schade te voorkomen, hebben veel bedrijven een brandweerkluisje of sleutelbuis. • Dit is een voorziening aan de buitenzijde van het bedrijf waarvan de brandweer de sleutel heeft. • In het kluisje zit een sleutel van het bedrijf. • Als de brandweer het kluisje opent, gaat er meestal een inbraakalarm af op een meldkamer van de politie of bij een bewakingsdienst.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (30 van 34)
Aangewezen brandweeringang • Als een gebouw meerdere toegangen heeft en een brandmeldinstallatie met verplichte doormelding naar de brandweer, moet in overleg met de brandweer ten minste één van die toegangen als brandweeringang zijn aangewezen. • Deze brandweeringang moet automatisch opengaan bij een brandmelding of kan bijvoorbeeld worden geopend met de sleutel uit het brandweerkluisje. • In overleg met de brandweer kan een bedrijf afspraken maken over een brandweeropstelplaats zodat de brandweer het gebouw bij brand kan benaderen.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (31 van 34)
Liften • Liften mogen bij een brand in dat deel van het gebouw absoluut niet worden gebruikt. • Als de elektriciteit uitvalt, bestaat het gevaar dat de lift niet verder daalt of stijgt. • Bij brand kan de liftschacht als een rookkanaal gaan fungeren. • Maak bij een ontruiming alléén gebruik van de trappenhuizen. • Vaak gaan liften bij brand automatisch naar de hoofdstopplaats.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (32 van 34)
Brandweerlift • Liften mogen tijdens brand in een gebouw dus niet worden gebruikt. • Er is één uitzondering: de brandweerlift. • De brandweerlift is zodanig uitgevoerd dat gebruik in geval van een brandsituatie mogelijk is. • Deze lift is bij brand uitsluitend beschikbaar voor de brandweer en niet voor de BHV. • De lift heeft op de hoofdstopplaats (meestal op de begane grond) een schakelaar. • Het sleutelcontact zit zo’n twee meter boven de vloer.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (33 van 34)
Reddingsmiddelen • Om verminderd tot niet-zelfredzame personen uit een gebouw te krijgen zijn allerlei reddings/ hulpmiddelen beschikbaar. • De wijze van redden is afhankelijk van de doelgroep. • De leverancier dient instructie te geven over het gebruik van het redmiddel. • BHV’ers dienen getraind te zijn in het gebruik.
Inhoudsopgave
O – voorbereiding van een ontruiming – voorzieningen & middelen (34 van 34)
Taak van de BHV bij een ontruiming
1
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (1 van 14)
Start ontruiming (1) • In deze module komt een algemene inzetprocedure bij het ontruimen van een kantoor aan bod. • Er is gekozen voor een kantoor, omdat een kantoor in vrijwel alle bedrijven aanwezig is. • Bedrijfsspecifieke ontruimingsinstructies moeten op maat worden gemaakt.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (2 van 14)
Voorbeelden van bedrijfsspecifieke ontruimingsinstructies • het afschakelen van (industriële) bedrijfsprocessen. • een ontruiming van instellingen met veel verminderd tot niet zelfredzame personen, zoals zorginstellingen en penitentiaire inrichtingen.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (3 van 14)
Start ontruiming (2) Een BHV’er kan bij een ontruiming de volgende taken uitvoeren: • controleren van afdelingen • aanwijzingen geven aan personeel • opvangen, informeren en gidsen van de externe hulpverleningsdienst • verzorgen van de registratie op verzamelplaats • afronden van de ontruiming.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (4 van 14)
Video: Alarmering van de BHV
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (5 van 14)
Video: Van aankomst BHV tot melding bij 112
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (6 van 14)
Wijze van ontruimen • De wijze van ontruimen verschilt per bedrijf. • In sommige bedrijven wordt gestart met het ontruimen van de eigen afdeling. • In andere bedrijven krijgt de BHV eerst instructies bij de receptie of BHV-verzamelplaats. • Indien mogelijk wordt de controle van het gebouw door meerdere BHV’ers uitgevoerd. • Het doel van de BHV-inzet is te zorgen dat er niemand meer in het pand aanwezig is en het gebouw veilig wordt achtergelaten.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (7 van 14)
Video: Start ontruiming
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (8 van 14)
Starten van de ontruiming
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (9 van 14)
Aandachtspunten starten ontruiming • Stelt eigen werkplek veilig volgens interne procedure. • Maakt zich kenbaar als BHV’er. • Start met de ontruimingsprocedure.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (10 van 14)
Instructie personeel • Het personeel moet zo zijn voorgelicht en geïnstrueerd dat zij zelfstandig naar een veilige plek gaan. • Het personeel gaat in reactie op het ontruimingssignaal zelf naar de verzamelplaats en neemt persoonlijke spullen mee. • Om de ontruiming te bespoedigen geeft de BHV in aanvulling op het ontruimingssignaal duidelijke informatie over de ernst van de situatie en heldere instructies.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (11 van 14)
BHV stimuleert zelfredzaamheid • De BHV kan niet iedereen naar een veilige plek begeleiden. • De BHV stimuleert dat men elkaar helpt het gebouw uit te komen. • Verminderd tot niet-zelfredzaam personeel en derden worden begeleid door collega’s of de BHV. • Maak als BHV gebruik van de mogelijkheden van niet of minder zelfredzame mensen. • Zij zijn bij een ontruiming vaak tot meer in staat dan hulpverleners denken.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (12 van 14)
Ontruiming met verminderd/niet-zelfredzamen • Maak vooraf een plan voor de ontruiming van grote groepen verminderd tot niet zelfredzame personen zoals in een zorginstelling. • Horizontale of verticale ontruiming binnen een gebouw kan dan een optie zijn. Ook het benutten van hulp van derden is hierbij een serieuze mogelijkheid. • Sommige zorginstellingen hebben afspraken gemaakt met buurtbewoners om mee te helpen met een ontruiming als dat nodig is.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (13 van 14)
Controle en aanwijzingen • Zorg dat u de vluchtroutes kent, zodat u het personeel altijd een veilige vluchtroute kan wijzen. • Geef aanwijzingen aan medewerkers om de vluchtroutes te volgen. • Bij grotere gebouwen zijn er verschillende routes om te voorkomen dat teveel mensen door dezelfde gangen en over dezelfde trappen moeten. • Zorg dat u de verschillende vluchtwegroutes van ‘uw’ afdeling of etage kent.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – start ontruiming (14 van 14)
Video: Controleren en aanwijzingen geven
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – controle en aanwijzingen (1 van 5)
Controleren ruimten door BHV’ers
1
Inhoudsopgave
2
3
O – taak BHV’er – controle en aanwijzingen (2 van 5)
Aandachtspunten controleren ruimten • Ga de ruimte binnen. • Kijk op ooghoogte of er mensen zijn achtergebleven in de ruimte, achter deuren en kasten. • Controleer of werknemers de werkplek volgens de procedure hebben achtergelaten. • Zet zo nodig apparatuur uit. • Sluit ramen en deuren en doe indien mogelijk het licht uit, zodat het gebouw zo veilig mogelijk wordt achtergelaten.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – controle en aanwijzingen (3 van 5)
Aanwijzingen aan personeel geven
1
Inhoudsopgave
2
3
4
O – taak BHV’er – controle en aanwijzingen (4 van 5)
Aandachtspunten aanwijzingen aan personeel • Spreek achtergebleven medewerkers resoluut toe, geef aan dat er ontruimd moet worden en waarom. • Als mensen terug keren om persoonlijke spullen op te halen, begeleid hen dan naar de verzamelplaats. • Wijs medewerkers op vluchtroutebordjes. • Geef aan dat zij naar de verzamelplaats moeten gaan. • Geef door dat de afdeling is gecontroleerd en dat niemand meer aanwezig is. • Wacht op nadere instructies van een eventuele ploegleider of ontruimingsleider.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – controle en aanwijzingen (5 van 5)
Opvang medewerkers • Alle in het gebouw aanwezigen gaan naar een vooraf afgesproken plek: de verzamelplaats. • Op de verzamelplaats vindt registratie plaats en wacht men op nadere instructies. • De BHV kan in samenwerking met de politie worden ingezet om publiek op afstand te houden. • Aangeboden hulp van omstanders die nuttig kan zijn bijv. bij het verplaatsen van verminderd zelfredzamen moet met beide handen worden aangepakt.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang medewerkers (1 van 4)
Video: Opvang medewerkers
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang medewerkers (2 van 4)
Opvang medewerkers op verzamelplaats
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang medewerkers (3 van 4)
Aandachtspunten opvang medewerkers op verzamelplaats • Registreer de medewerkers en bezoekers. • Informeer of iemand weet waar ontbrekende personen zijn. • Houd medewerkers op de verzamelplaats tot nadere instructies. • Begeleid personeel zo nodig naar een andere plek. • Houd eventueel in samenwerking met politie publiek op afstand.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang medewerkers (4 van 4)
Opvang hulpdiensten • De BHV zorgt dat de hulpdiensten worden opgevangen.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang hulpdiensten (1 van 6)
Video: Opvang externe hulpverleningsdiensten
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang hulpdiensten (2 van 6)
Mogelijke vragen van externe hulpverleners • Wie heeft het incident gemeld en is die persoon beschikbaar? • Wat is er gebeurd en waar? • Is er actie ondernomen en wat houdt die actie in? • Zijn er slachtoffers binnen? Zo ja, hoeveel? • Zijn er mensen in gevaar en hoeveel? • Zijn er gevaren waardoor de hulpverlening belemmerd of lastig kan worden? • Is er een bedrijfsdeskundige aanwezig of onderweg? • De BHV moet antwoord kunnen geven op vragen van de hulpverleners.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang hulpdiensten (3 van 6)
Opvang externe hulpdiensten
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang hulpdiensten (4 van 6)
Aandachtspunten opvang externe hulpdiensten • Wacht de externe hulpverleningsdienst op bij de toegangsweg tot het bedrijf. • Geef de stand van zaken door en wijs de weg naar de plaats van het incident. • Treed bij complexe gebouwen/terreinen op als gids voor de hulpverleningsdienst.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang hulpdiensten (5 van 6)
Overige aandachtspunten opvang externe hulpdiensten Geef antwoord op mogelijke vragen van externe hulpverleningsdienst: • Wie heeft het incident gemeld en is die persoon beschikbaar? • Wat is er gebeurd en waar? • Is er actie ondernomen en wat houdt die actie in? • Zijn er slachtoffers binnen? Zo ja, hoeveel? • Zijn er mensen in gevaar en hoeveel? • Zijn er gevaren waardoor de hulpverlening belemmerd of lastig kan worden? • Is er een bedrijfsdeskundige aanwezig of onderweg?
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – opvang hulpdiensten (6 van 6)
Afronding • Als het weer veilig is het gebouw in te gaan, begeleidt de BHV het personeel naar binnen. • De BHV draagt informatie van de hulpverleningsdienst over aan de ploegleider of directie. • Bij een incident met slachtoffers kan nazorg worden geregeld.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – afronding (1 van 5)
Nazorg Nazorg personeel • Houd een korte bijeenkomst met alle betrokkenen om te evalueren hoe het incident is verlopen. • Doe zo nodig mededelingen over het opstarten van de werkzaamheden. Nazorg BHV • Evalueer de gehele inzet bij de ontruiming met de BHV’ers en directie. • Stel zo nodig ontruimingsprocedures bij.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – afronding (2 van 5)
Salvage • De werkgever moet zorgen dat er wordt opgeruimd. • De verzekering moet eventueel op de hoogte worden. • Er moet salvage worden geregeld. • Salvage is het ‘redden’ van goederen na een incident.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – afronding (3 van 5)
Afronding van de ontruiming
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – afronding (4 van 5)
Aandachtspunten afronding ontruiming • Begeleid personeel naar binnen. • Draag informatie van de hulpverleningsdienst over aan de ploegleider of directie. • Houd een korte evaluatiebijeenkomst met alle betrokkenen. • Houd een evaluatie van de inzet met de BHV’ers en directie.
Inhoudsopgave
O – taak BHV’er – afronding (5 van 5)
Ontruiming Basisopleiding BHV
Inhoudsopgave