Ontmoeting met God Ex 29: 43 Daar zal Ik dan de Israëlieten ontmoeten, en zij zullen door Mijn heerlijkheid geheiligd worden.
Saul’s ontmoeting met de Hemelse Jezus van Nazareth bij Damascus 1. 2. 3. 4. 5.
Hand 9:1-31 Hand 21:39-22:29 Hand 26:1-32 Gal 1:11-24 Filip 3:4-14 04-05-2014
Overzicht • • • • • •
De levensloop van Paulus De brieven van Paulus Waarom Paulus? Het evangelie van de heerlijkheid van de gelukkige God Wat leren we van Paulus? Paulus ontmoeting met Jezus – – – – –
Verslag van Lukas Paulus’ getuigenis voor de Joodse meute bij de tempel Paulus’ getuigenis voor Felix, Festus, Agrippa Paulus’ verslag in de brief aan de Galaten Paulus’ geestelijke verandering beschreven in Filipenzen
• Conclusies
Het leven van Saul/Saulus/Paulus
1 n.Chr
10
20
8 n.Chr.
12 - 13 jr.
Geboorte Saulus
Paulus naar Jeruzalem; opgeleid door Rabbijn Gamaliel
30
32 of 36 n.Chr Paulus Bekering op de weg naar Damascus
40
ca. 49 n.Chr Gemeente vergadering Jeruzalem Han. 15
1e reis naar Galatië (4649 n.Chr) Han. 13-14
50
2e reis Griekenl and (5052 n.Chr) Han. 15:3618:22
Paul gearresteerd in Jeruzalem en gevangen gezet in Caesarea en Rome. Han. 21:1628:16 60
3e reis. Terugkeer naar Galatië en Grie. (n.Chr 5358). Han. 18:23-21:15
70 n.Chr
ca. 65-67 n.Chr Volgens de Traditie is Paulus later weer gearresteerd en onthoofd
De brieven van Paulus 50-51
Brieven aan de Thessalonisenzen
Begin tot midden 50
Brief aan de Galaten
56 57-58
Brieven aan de Korinthen Brief aan de Romeinen
60 – 62
Brieven aan de Efezen, Filipenzen, Colosenzen en Philemon Gedurende de 2 jaar gevangenschap in Rome
ca. 65
Brieven aan Timoteüs
ca. 63-66
Brief aan Titus (Hebreeen)
Waarom Paulus? Ben ik niet vrij? Ben ik geen apostel? Heb ik niet Jezus onze Heer gezien? Bent u niet mijn werk in de Heer? (1Cor 9:1) En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene. (1 cor 15:8) Ik weet van een mens in Christus, veertien jaren geleden, (of het was in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het ) zo iemand, die werd opgenomen tot in de derde hemel. (2Cor 12:2)
Waarom Paulus? Want al had u tienduizend leermeesters in Christus, dan hebt u toch niet vele vaders; want in Christus Jezus heb ik u door het evangelie verwekt. Ik vermaan/(smeek) u dus:
weest mijn navolgers. (1Co 4:15-16) Weest mijn navolgers, zoals ook ik van Christus. Weest samen mijn navolgers, broeders, en ziet op hen die zo wandelen als u ons tot voorbeeld hebt. (1 Cor 11:9)
(Fil 3:17)
Want ons evangelie kwam tot u niet alleen in woord, maar ook in kracht en in de Heilige Geest en in zeer volle zekerheid; u weet immers hoe wij onder u geweest zijn ter wille van u. En u bent navolgers geworden van ons en van de Heer, nadat u het woord aangenomen hebt onder veel verdrukking, met blijdschap van de Heilige Geest, zodat u een voorbeeld bent geworden voor alle gelovigen in Macedonie en in Achaje. (1 Thes 1:5-7)
Het evangelie van de heerlijkheid 1Ti 1:11 in overeenstemming met het evangelie der heerlijkheid van de zalige/gelukkige God, dat mij is toevertrouwd. 2Co 4:3 Als dan ons evangelie al bedekt is, is het bedekt in hen die verloren gaan; 2Co 4:4 in wie de God van deze eeuw de gedachten van deze ongelovigen verblind heeft, opdat de lichtglans van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is, hen niet zou bestralen. 2Co 4:5 Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heer, en onszelf als uw slaven om Jezus' wil. 2Co 4:6 Want de God die gezegd heeft: 'Uit duisternis zal licht schijnen', Die heeft geschenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.
Wat leren we van Paulus? Continue bekering en verdieping
• In zijn eerste brieven schreef hij – Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, omdat ik de gemeente van God vervolgd heb. (1Co 15:9)
• Halverwege zijn carriere zegt hij – Mij, de allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven (Efez 3:8)
• En aan het einde van zijn leven schrijft hij – “...........dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.” (1Tim 1:15) – “ben” = tegenwoordige tijd
Saul/Saulus/Paulus Saul’s Hand 9:1-31 ontmoeting met Jezus van Nazareth Hand 21:39-22:29 uit de Hemel Hand 26:1-32 04-05-2014 bij Damascus
Jezus roept Saul Hand 9:1-9 het verslag van Lukas (HSV) 1 Saulus nu, die tegen de discipelen van de Heere nog steeds brieste van dreiging en moord, ging naar de hogepriester toe 2 en vroeg van hem brieven voor Damascus, gericht aan de synagogen, opdat, als hij er enigen zou vinden die van die Weg waren, zowel mannen als vrouwen, hij die geboeid naar Jeruzalem zou brengen. 3 En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel, 4 en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? 5 En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan. 6 En hij zei, bevend en verbaasd: Heere, wat wilt U dat ik doen zal? En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga de stad in en daar zal u gezegd worden wat u moet doen. 7 En de mannen die met hem meereisden, stonden sprakeloos, want zij hoorden wel de stem, maar zagen niemand. 8 En Saulus stond op van de grond; en toen hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij leidden hem bij de hand en brachten hem naar Damascus. 9 En gedurende drie dagen kon hij niet zien, en at en dronk hij niet.
Paulus getuigt voor de Joden in de tempel Hand 22-6-11
6 Maar het overkwam mij, toen ik onderweg was en omstreeks de middag Damascus naderde, dat plotseling vanuit de hemel een fel licht mij omstraalde. 7 En ik viel op de grond en hoorde een stem tegen mij zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? 8 En ik antwoordde: Wie bent U, Heere? En Hij zei tegen mij: Ik ben Jezus de Nazarener, Die u vervolgt. 9 En zij die bij mij waren, zagen wel het licht en werden zeer bevreesd, maar de stem van Hem Die tot mij sprak, hoorden zij niet. 10 En ik zei: Heere, wat moet ik doen? En de Heere zei tegen mij: Sta op en ga naar Damascus, en daar zal met u gesproken worden over alles wat voor u vastgesteld is om te doen. 11 En omdat ik door de glans van dat licht niets meer kon zien, werd ik bij de hand geleid door hen die bij mij waren, en zo kwam ik in Damascus.
Paulus getuigt voor Agrippa Hand 26:12-18
12 Toen ik daarvoor ook naar Damascus reisde, met volmacht en in opdracht van de overpriesters, 13 zag ik, koning, midden op de dag, op de weg een licht, sterker dan de glans van de zon, dat mij en hen die met mij meereisden, vanuit de hemel omscheen. 14 En nadat wij allen op de grond gevallen waren, hoorde ik een stem tot mij spreken en in de Hebreeuwse taal zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? Het is hard voor u de hielen tegen de prikkels te slaan. 15 En ik zei: Wie bent U, Heere? En Hij zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. 16 Maar richt u op en sta op uw voeten, want hiertoe ben Ik aan u verschenen: om u aan te stellen als dienaar en getuige zowel van de dingen die u gezien hebt als van die waarin Ik nog aan u verschijnen zal; 17 en Ik zal u verlossen van dit volk en van de heidenen, naar wie Ik u nu zend, 18 om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van de zonden ontvangen en een erfdeel onder de geheiligden door het geloof in Mij. 19 Daarom, koning Agrippa, ben ik die hemelse verschijning niet ongehoorzaam geweest, 20 maar heb ik eerst aan hen die in Damascus en in Jeruzalem en in heel het land van Judea woonden, en later aan de heidenen verkondigd dat zij tot inkeer moesten komen, zich tot God bekeren en werken doen die in overeenstemming zijn met de bekering.
Paulus getuigenis voor de Galaten Gal 1-11-23
11 Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie dat door mij verkondigd is, niet naar de mens is. 12 Want ik heb dat ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus. 13 U hebt immers gehoord van mijn levenswandel, voorheen in het Jodendom, dat ik de gemeente van God uitermate fel vervolgde en die verwoestte; 14 en dat ik in het Jodendom meer vorderingen maakte dan veel leeftijdgenoten onder mijn volk, omdat ik een nog groter ijveraar was voor de overleveringen van mijn vaderen. 15 Maar toen het God, Die mij vanaf de schoot van mijn moeder heeft afgezonderd en geroepen door Zijn genade, behaagde 16 Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, ging ik niet meteen te rade bij vlees en bloed, 17 en ging ik ook niet naar Jeruzalem, naar hen die al vóór mij apostel waren; maar ik vertrok naar Arabië en keerde weer terug naar Damascus. 18 Daarna, drie jaar later, ging ik naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem. 19 En ik heb niemand anders van de apostelen gezien; alleen Jakobus, de broer van de Heere. 20 Wat ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg. 21 Daarna kwam ik in de streken van Syrië en Cilicië. 22 En ik was van gezicht onbekend aan de gemeenten van Judea die in Christus zijn. 23 Maar zij hadden alleen horen zeggen: Hij die ons voorheen vervolgde, verkondigt nu het geloof dat hij voorheen verwoestte. 24 En zij verheerlijkten God in mij.
Paulus’ geestelijke verandering Fil 3: 4b-14
als iemand anders denkt te kunnen vertrouwen op het vlees, ik nog meer: 5 besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, wat de wet betreft een Farizeeër, 6 wat ijver betreft een vervolger van de gemeente, wat de rechtvaardigheid betreft die in de wet is, onberispelijk. 7 Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus' wil als schade beschouwd. 8 Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen, 9 en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof; 10 opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word, 11 om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden. 12 Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen. 13 Broeders, ikzelf denk niet dat ik het gegrepen heb, 14 maar één
ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus.
Jezus en Ananias Hand 9:10-16 10 En er was een zekere discipel in Damascus van wie de naam Ananias was; en de Heere zei tegen hem in een visioen: Ananias! En hij zei: Zie, hier ben ik, Heere. 11 En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga naar de straat die de Rechte genoemd wordt, en vraag in het huis van Judas naar iemand van wie de naam Saulus is, uit Tarsus, want zie, hij bidt, 12 en hij heeft in een visioen gezien dat een man van wie de naam Ananias was, binnenkwam en hem de hand oplegde, opdat hij weer ziende zou worden. 13 Ananias antwoordde echter: Heere, ik heb van velen over deze man gehoord hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft; 14 en hij heeft hier volmacht van de overpriesters om allen gevangen te nemen die Uw Naam aanroepen. 15 Maar de Heere zei tegen hem: Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten. 16 Want Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn Naam.
Ananias en Paulus Hand 9:17-19 17 En Ananias ging heen en ging het huis binnen; en na hem de handen opgelegd te hebben, zei hij: Saul, broeder, de Heere heeft mij gestuurd, namelijk Jezus, Die u verschenen is op de weg waarlangs u gekomen bent, opdat u weer ziende zou worden en met de Heilige Geest vervuld zou worden. 18 En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en onmiddellijk werd hij weer ziende, en hij stond op en werd gedoopt. 19 En toen hij voedsel genomen had, sterkte hij aan. En Saulus verbleef enige dagen bij de discipelen in Damascus.
Paulus en de Joden in Damascus Hand 9:20-25
17 En Ananias ging heen en ging het huis binnen; en na hem de handen opgelegd te hebben, zei hij: Saul, broeder, de Heere heeft mij gestuurd, namelijk Jezus, Die u verschenen is op de weg waarlangs u gekomen bent, opdat u weer ziende zou worden en met de Heilige Geest vervuld zou worden. 18 En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en onmiddellijk werd hij weer ziende, en hij stond op en werd gedoopt. 19 En toen hij voedsel genomen had, sterkte hij aan. En Saulus verbleef enige dagen bij de discipelen in Damascus.
Paulus in Jeruzalem Hand 9:26-31 26 Toen Saulus nu in Jeruzalem gekomen was, probeerde hij zich bij de discipelen aan te sluiten, maar zij waren allen bevreesd voor hem, want zij geloofden niet dat hij een discipel was. 27 Maar Barnabas nam hem onder zijn hoede, bracht hem naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heere gezien had, dat Hij tot hem gesproken had en hoe hij in Damascus vrijmoedig gesproken had in de Naam van Jezus. 28 En hij ging in Jeruzalem met hen in en uit. 29 En hij sprak vrijmoedig in de Naam van de Heere Jezus; ook sprak en redetwistte hij met de Griekssprekenden, maar die probeerden hem te doden. 30 Maar toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem naar Caesarea en stuurden hem vandaar weg naar Tarsus. 31 De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door de Heilige Geest en namen in aantal toe.
Paulus in Rome Het laatste wat we van Paulus lezen is Hand 28:30-31 En Paulus bleef twee volle jaren in zijn eigen gehuurde woning, en ontving allen die naar hem toe kwamen. Hij 1) predikte het Koninkrijk van God en 2) gaf onderwijs over de Heere Jezus Christus, met alle vrijmoedigheid, ongehinderd. Paulus in Rome. Daar schreef hij de brieven aan: Efeze, Filipenzen, Colossenzen en Philemon.
Het leven van Saul/Saulus/Paulus
1 n.Chr
10
20
8 n.Chr.
12 - 13 jr.
Geboorte Saulus
Paulus naar Jeruzalem; opgeleid door Rabbijn Gamaliel
30
32 of 36 n.Chr Paulus Bekering op de weg naar Damascus
40
ca. 49 n.Chr Gemeente vergadering Jeruzalem Han. 15
1e reis naar Galatië (4649 n.Chr) Han. 13-14
50
2e reis Griekenland (50-52 n.Chr) Han. 15:3618:22
Paul gearresteerd in Jeruzalem en gevangen gezet in Caesarea en Rome. Han. 21:16-28:16
60
3e reis. Terugkeer naar Galatië en Grie. (n.Chr 5358). Han. 18:2321:15
70 n.Chr
ca. 65-67 n.Chr Volgens de Traditie is Paulus later weer gearresteerd en onthoofd
De brieven van Paulus 50-51
Brieven aan de Thessalonisenzen
Begin tot midden 50
Brief aan de Galaten
56 57-58
Brieven aan de Korinthen Brief aan de Romeinen
60 – 62
Brieven aan de Efezen, Filipenzen, Colosenzen en Philemon Gedurende de 2 jaar gevangenschap in Rome
ca. 65
Brieven aan Timoteüs
ca. 63-66
Brief aan Titus (Hebreeen)
Paulus prediking over het koninkrijk van God (Romeinen 14)
15 Maar als uw broeder om wat u eet bedroefd wordt, dan wandelt u niet meer naar de liefde. Richt door uw eten niet hem te gronde voor wie Christus gestorven is. 16 Laat dan het goede dat u bezit niet gelasterd worden. 17 Want het Koninkrijk van God bestaat niet uit eten en drinken, maar uit gerechtigheid en vrede en blijdschap in de Heilige Geest. 18 Want wie Christus in deze dingen dient, is welbehaaglijk voor God en in achting bij de mensen.
Paulus prediking over het koninkrijk van God (Colossenzen 1) 9 Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, 10 zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God, 11 terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen. 12 Daarbij danken wij de Vader,
Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. 13 Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. 14 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.
Paulus onderwijs over de Here Jezus Christus (Filipenzen 2) 5 Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, 6 Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, 7 maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. 8 En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11 en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.
Paulus onderwijs over de Here Jezus Christus (Efeze 3) 8 Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9 en allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus, 10 opdat nu door de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt zou worden, 11 volgens het eeuwige voornemen dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onze Heere. 12 In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen, door het geloof in Hem.
Conclusies 1. 2.
3. 4. 5.
Een verloren mens kan Christus ontmoeten en totaal veranderd worden 2 Cor 5:17 (In Christus is ALLES nieuw geworden) De basis van een ontmoeting met Christus is niet gebouwd op logische redeningen of experimentele bewijzen, maar op een ervaring met Christus Gal 2:20 (een nieuw leven is begonnen, ZIJN leven in jouw) Christus wil dat wij hem leren kennen zoals Hij is. Fil 3:10 ( Hem kennen in alle ZIJN aspecten) Na een ontmoeting met Jezus, slaan we een andere richting in. Luk 9:23 (Dagelijks je kruis opnemen en HEM volgen) Mensen om ons heen begrijpen vaak niet wat er met ons gebeurd is. Hand 22:9 (Wel het licht zien maar niet de stem verstaan)
Conclusies 1. Soms kunnen we niet uitleggen wat er er gebeurd in een ontmoeting met Christus en kunnen we alleen getuigen van Zijn veranderende kracht Fil 1:21, Gal 2:20 (leven door de Zoon van God) 2. Een ontmoeting met God levert ons soms een pakket onaangenaam werk en lijden op. Hand 9:15,16, Rom 8:18 3. God gebruikt andere gelovigen om uit te leggen wat onze ontmoeting met God betekent Hand 8:30,31 (Filippus) Hand 9: 15 (Ananias) 4. Laten wij Paulus navolgen zoals hij Christus volgde en diende. 1 Cor 11:9
Waarom Paulus? Want al had u tienduizend leermeesters in Christus, dan hebt u toch niet vele vaders; want in Christus Jezus heb ik u door het evangelie verwekt. Ik vermaan/(smeek) u dus:
weest mijn navolgers. (1Co 4:15-16) Weest mijn navolgers, zoals ook ik van Christus. Weest samen mijn navolgers, broeders, en ziet op hen die zo wandelen als u ons tot voorbeeld hebt. (1 Cor 11:9)
(Fil 3:17)
Want ons evangelie kwam tot u niet alleen in woord, maar ook in kracht en in de Heilige Geest en in zeer volle zekerheid; u weet immers hoe wij onder u geweest zijn ter wille van u. En u bent navolgers geworden van ons en van de Heer, nadat u het woord aangenomen hebt onder veel verdrukking, met blijdschap van de Heilige Geest, zodat u een voorbeeld bent geworden voor alle gelovigen in Macedonie en in Achaje. (1 Thes 1:5-7)