Onjuiste pensioenopgaven Aansprakelijkheid voor pensioenfondsen en de rol van disclaimers
Artikel Senior adviseur collectieve pensioenen
mr. A.M.Z. Rondas (AZL)
Onjuiste pensioenopgaven Aansprakelijkheid voor pensioenfondsen en de rol van disclaimers Auteur: mr. Zoey Rondas Uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat bij 29% van de onderzochte pensioenfondsen sprake was van cijfermatige onjuistheden op het uniform pensioenoverzicht (UPO) 2008. De deelnemers1 zijn voor wat hun financiële planning bij ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid betreft echter voor een groot deel afhankelijk van het pensioenoverzicht. Als een pensioenfonds foutieve pensioenbedragen communiceert, kan dit vervelende financiële gevolgen hebben, zowel voor het pensioenfonds als voor de deelnemer. Wat zijn de rechtsgevolgen van het verstrekken van een onjuiste pensioenopgave door een pensioenfonds? Kunnen pensioenfondsen het aansprakelijkheidsrisico beperken of zelfs uitsluiten door het opnemen van een disclaimer op het pensioenoverzicht?
Rechtsgevolgen van onjuiste pensioenopgaven Aan de ene kant zijn er publiekrechtelijke rechtsgevolgen. De AFM kan als toezichthouder namelijk sancties opleggen indien pensioenfondsen de wettelijke informatieverplichtingen niet naleven. De AFM kan een bestuurlijke boete of last onder dwangsom opleggen, of kan een pensioenfonds middels een aanwijzing verplichten om een bepaalde gedragslijn te volgen. Ook kan de AFM een overtreding van een informatieverplichting openbaar maken. Een deelnemer die verkeerd is voorgelicht over de hoogte van zijn pensioen, heeft hier echter niets aan. In het kader van dit artikel zijn de privaatrechtelijke rechtsgevolgen daarom interessanter. Toekenning correcte aanspraken Neemt een pensioenfonds foutieve pensioenaanspraken op in een pensioenopgave, dan dient een pensioenfonds dit te herstellen. Dit blijkt uit de driehoeksverhouding tussen werknemer, werkgever en pensioenfonds. Uit deze driehoeksverhouding volgt namelijk dat de deelnemer en het pensioenfonds geen directe contractuele relatie hebben. De werknemer en werkgever komen immers een pensioenovereenkomst overeen, die door de werkgever bij een pensioenfonds wordt ondergebracht. Het pensioenfonds stelt vervolgens een pensioenreglement vast waarin de verhoudingen met de deelnemer zijn geregeld. Er is op die manier wel een zelfstandige relatie tussen deelnemer en pensioenfonds, maar geen contractuele relatie. De contractuele basis voor de pensioenaanspraken blijft de pensioenovereenkomst. Deze kan formeel gezien niet wijzigen door een foutieve pensioenopgave. Het blijft dus vaststaan dat de gecommuniceerde pensioenaanspraken onjuist zijn. Het gevolg is dat het pensioenfonds de deelnemer de correcte pensioenaanspraken moet toekennen. Heeft een pensioenfonds op basis van een foutieve pensioenopgave al een te hoog pensioen uitgekeerd, dan is herstel mogelijk. 1
De term ‘deelnemers’ omvat in dit artikel niet alleen de actieve deelnemers, maar ook de gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige belanghebbenden (zoals gewezen partners) die informatie van een pensioenfonds ontvangen.
Gerechtvaardigd vertrouwen Bovenstaande gaat echter niet op als de deelnemer die de foutieve pensioenopgave heeft ontvangen er op mag vertrouwen dat de pensioenopgave correct is. Het gaat hier niet om een subjectief vertrouwen (“wat heeft de deelnemer gedacht”), maar om een objectief gerechtvaardigd vertrouwen (“wat mocht of moest de deelnemer denken, gezien de omstandigheden van het geval”). De deelnemer kan dan een beroep doen op artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het pensioenfonds dient in dat geval het incorrecte pensioen zoals dat is opgenomen op de pensioenopgave, toch aan de deelnemer toe te kennen. Bij de beoordeling of er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen, moet gekeken worden naar de omstandigheden van het geval. Uit de jurisprudentie kan worden afgeleid dat de volgende omstandigheden in ieder geval van belang zijn: 2
De deskundigheid van de partijen. Hierbij kan van belang zijn of de tekst van het pensioenreglement helder en ondubbelzinnig is. De wijze van communiceren door het pensioenfonds. Is de informatieverstrekking specifiek voor de ontvangende deelnemer opgesteld, dan mag de deelnemer er eerder op vertrouwen dat het pensioenfonds de inhoud ervan zorgvuldig heeft gecontroleerd. De frequentie van het verstrekken van de onjuiste informatie. Informatie die vaker wordt verstrekt, wekt meer vertrouwen dan informatie die slechts eenmaal is verstrekt. Wordt de informatievoorziening lange tijd in stand gehouden, dan is er eerder sprake van gerechtvaardigd vertrouwen dan indien de informatievoorziening na een korte periode wordt gecorrigeerd. Als er een onherroepelijke beslissing is genomen op basis van de onjuiste informatie, kan sneller sprake zijn van gerechtvaardigd vertrouwen. De deelnemer dient aan te tonen dat hij de verplichtingen voortvloeiende uit die beslissing niet kan nakomen indien hij minder pensioen ontvangt dan hem in het vooruitzicht is gesteld.
De rechter heeft ook een aantal uitzonderingen gegeven. Er is geen sprake van gerechtvaardigd vertrouwen als:3
2
Een leek had moeten begrijpen dat de gecommuniceerde pensioenaanspraken niet correct kunnen zijn.
Zie: Rechtbank Rotterdam, 16 maart 2010, PJ 2011/2; Rechtbank Dordrecht, 5 augustus 2010, PJ 2011/4; Rechtbank Rotterdam, 3 september 2010, PJ 2011/5; Rechtbank Maastricht, 27 juli 2011, PJ 2011/130; Hof Amsterdam, 6 december 2011, PJ 2012/18. Met name in de uitspraak van de Rechtbank Maastricht gaat de rechter uitvoerig in op de elementen die van belang zijn in de beoordeling of sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen. 3 Rechtbank Maastricht, 27 juli 2011, PJ 2011/130.
Het pensioenfonds eerder informatie heeft verstrekt op basis van welke de deelnemer moet begrijpen dat de later gecommuniceerde pensioenaanspraken niet kunnen kloppen.
De rol van disclaimers In geval van gerechtvaardigd vertrouwen kan het verstrekken van een foutieve pensioenopgave forse financiële consequenties voor een pensioenfonds hebben. Er dient dan immers pensioen te worden toegekend waar geen opbouw voor heeft plaatsgevonden. Kan de aanwezigheid van een disclaimer een rol spelen in de beoordeling of sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen en dus het aansprakelijkheidsrisico beperken of zelfs uitsluiten? Visie AFM Pensioenfondsen moeten bij het opstellen van een UPO het door de pensioenkoepels opgestelde UPO-model hanteren. Hierin is weliswaar een soort van disclaimer opgenomen, maar deze disclaimer beperkt het aansprakelijkheidsrisico van het fonds niet.4 Volgens de AFM hebben pensioenfondsen geen ruimte om een aanvulling of toelichting in het UPOmodel op te nemen. Op het pensioenoverzicht zelf kan dus geen eigen disclaimer worden opgenomen. De toelichting bij het pensioenoverzicht biedt deze ruimte naar mijn mening wel. De AFM stelt zich in een in 2010 verschenen rapport nog op het standpunt dat ook de model-toelichting bij het UPO letterlijk dient te worden gevolgd, maar sinds 2012 is de toelichting bij het UPO echter grotendeels vormvrij geworden. De toelichting blijft wel een verplicht onderdeel van het UPO en een pensioenfonds blijft verplicht om over bepaalde onderwerpen te communiceren, maar de bewoordingen die het pensioenfonds hanteert zijn grotendeels vrij. Beperking aansprakelijkheidsrisico Uit de jurisprudentie blijkt dat een disclaimer ervoor zou kunnen zorgen dat de deelnemer minder snel (gerechtvaardigd) mag vertrouwen op de juistheid van een pensioenopgave.5 Middels een disclaimer kan bij de deelnemer namelijk duidelijk worden gemaakt dat er altijd fouten op het pensioenoverzicht kunnen staan en dat hij wordt aangeraden om het overzicht goed te (laten) controleren en bij onzekerheden of eventuele fouten contact dient op te nemen met het pensioenfonds. Hierdoor wordt de deelnemer een zekere, zij het beperkte, onderzoeksplicht opgelegd. Let wel, bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen, is een disclaimer slechts één onderdeel van de in acht te nemen omstandigheden. Een disclaimer zal dus niet per definitie de aansprakelijkheid van een pensioenfonds uitsluiten of
4
De betreffende tekst op het UPO-model luidt: “Dit pensioenoverzicht is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Wij zijn uitgegaan van de ons bekende gegevens en uw pensioenreglement.” 5 Zie: Hof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, PJ 2008/25; Hof ’s-Gravenhage, 20 januari 2009, PJ 2009/89; Rechtbank Rotterdam, 3 september 2010, PJ 2011/5.
beperken. Het effect van een disclaimer dient dus te worden gerelativeerd. Het kan echter nooit kwaad een goed geformuleerde disclaimer op te nemen. Voorbeeld disclaimer Bij het opstellen van een disclaimer beveel ik aan de volgende punten in acht te nemen:
Vermijd te hoog taalniveau en te technisch taalgebruik. Houd het kort en relevant. Houd de informatie overzichtelijk, maak de disclaimer duidelijk herkenbaar en plaats deze op een goed zichtbare plek. Spreek de deelnemer persoonlijk aan. Gebruik dezelfde begrippen als in de overige informatieverstrekking. Nodig de informatieontvanger uit om de verstrekte informatie te (laten) controleren en het pensioenfonds te contacteren.
Mijns inziens zou onderstaande disclaimer kunnen bijdragen aan het beperken van het aansprakelijkheidsrisico. Ik raad pensioenfondsen aan een dergelijke disclaimer op te nemen: Wij hebben uw pensioenoverzicht met de grootst mogelijke zorg opgesteld. Het is echter mogelijk dat niet alle gegevens correct zijn. Dit kan bijvoorbeeld doordat de informatie die wij van u of uw werkgever hebben ontvangen niet correct is, of dat ons administratiesysteem tot foute uitkomsten heeft geleid. Wij raden u daarom sterk aan om alle gegevens goed te (laten) controleren. Doet u dit ook voordat u beslissingen neemt op basis van uw pensioenoverzicht. Zijn gegevens volgens u niet correct of twijfelt u aan de juistheid? Neemt u dan contact met ons op. Ons pensioenreglement is te allen tijde bepalend voor de uitkomsten op het pensioenoverzicht. Wij behouden ons het recht voor om fouten in de gegevens en/of uitkomsten te corrigeren.
Conclusie De rechtsgevolgen van het verstrekken van een verkeerde pensioenopgave zijn tweeledig: enerzijds kan de AFM een publiekrechtelijke ‘straf’ opleggen, anderzijds kan het pensioenfonds gehouden zijn het verkeerd gecommuniceerde pensioenbedrag aan de deelnemer toe te kennen. Dan moet de deelnemer echter wel gerechtvaardigd hebben kunnen vertrouwen op de juistheid van de pensioenopgave. Een disclaimer kan één van de omstandigheden zijn die een rechter meeneemt in de beoordeling van de vraag of er gerechtvaardigd vertrouwen is. Een disclaimer kan het aansprakelijkheidsrisico voor een pensioenfonds dus beperken, al dient het effect wel te worden gerelativeerd. Het kan echter nooit kwaad een goed geformuleerde disclaimer op te nemen in de toelichting bij het pensioenoverzicht.