www.researchportal.be - 15 Dec 2015 22:40:44
Onderzoeksprojecten (1140 - 1160 van 5444) Zoekfilter: Classificaties: TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN (T)
Dynamische karakterisatie van droge en grensgesmeerde wrijving voor stabilisatie en sturing Universiteit Gent Abstract: De wrijving tussen oppervlakken in grenssmering zal theoretisch gemodelleerd worden en experimenteel geverificeerd. Hierbij zal eveneens rekening worden gehouden met het dynamisch gedrag van het omhullend mechanisch systeem. Een gecombineerd systeemdynamisch model (mechanisch gedrag + wrijvingsgedrag) zal worden opgesteld voor mathematisch stabiliteitsonderzoek. Hieruit zal een controlestrategie worden ontwikkeld om de wrijving te stabiliseren. Organisaties: • Vakgroep Mechanische constructie en productie
Onderzoekers: • Patrick De Baets • Mia Loccufier
Dynamische modellering van DC netten - Een fundamentele studie van interacties in hybride AC/DC systemen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - ELECTA
Onderzoekers: • Geert Deconinck • Jef Beerten
Dynamisch en gedistribueerde beheer van Service Function Chains in een gevirtualiseerde cloud- en netwerkomgeving. Universiteit Antwerpen Abstract: Het internet heeft een belangrijke evolutie gekend in de laatste decennia. Gestart als een simpel transportmedium voor het versturen van kleine pakketten is het een aanbieder geworden van veeleisende diensten zoals cloud applicaties en video streaming. Ondanks deze evolutie is de achterliggende architectuur nog steeds dezelfde. Dit zorgt voor een gebrek aan flexibiliteit: het is nog steeds niet mogelijk om externe diensten zoals Skype af te leveren aan de gebruikers met vooropgestelde kwaliteitseisen wat leidt tot belangrijke. Een tweede belangrijke evolutie is de populariteit van de cloud en zijn steeds verdere integratie in het internet. Er is niet langer "een cloud" en "een internet": de twee zijn geconvergeerd tot een eengemaakt platform. Dit betekent dat ook het beheer van de cloud en het internet moet samen bestudeerd worden. In de literatuur is er recent belangrijk onderzoek verricht die het mogelijk maakt om het netwerk te beheren via software en zo de virtualisatie van het netwerk toelaten. Door het virtualiseren van netwerk toestellen hoopt men dezelfde flexibiliteit te bekomen als men de dag van vandaag in een cloud ervaart. Door deze technieken zijn belangrijke nieuwe fundamentele onderzoeksrichtingen mogelijk gemaakt. Meer specifiek binnen het domein van netwerk virtualisatie is een belangrijke rol weggelegd voor de zogenoemde Service Function Chains (SFCs). Dit zijn grafen bestaande uit verschillende subcomponenten van diensten (bv. een video streamings component, een deel van een cloud applicatie) die over verschillende datacenters verspreid worden en samen de Internetdienst vormen. Het opstellen van dergelijke SFCs en het assigneren van de subcomponenten aan de verschillende datacenters op een schaalbare manier is een belangrijk onopgelost probleem. In dit doctoraatsonderzoek zullen algoritmes ontwikkeld worden die het mogelijk maken om dergelijke SFCs te construeren en dynamisch aan te passen als gevolg van gebruikersmobiliteit, wijzigingen in de dienst of variërende netwerkomgevingen. Hierdoor verandert de optimale constructie van SFCs. Binnen dit project zullen zowel optimale constructies berekend worden aan de hand van wiskundige optimalisatiesmethoden als approximaties van de oplossing via gedistribueerde heuristieken. Door een schaalbare en dynamische constructie en toewijzing van SFCs te bouwen kunnen externe diensten aangeboden worden met de broodnodige kwaliteitseisen voor de verdere ontwikkeling van het internet en de cloud. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Steven Latré • Bart Spinnewyn
Dynamische reconstructie in emissietomografie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject stelt zich tot doel om een dynamisch iteratief reconstructiealgoritme te ontwikkelen op basis van lijstmode data van PET-acquisities. Bovendien zullen verscheidene correctietechnieken ontwikkeld worden teneinde te komen tot een quantitatieve reconstructie. Validatie zal gebeuren aan de hand van Monte-Carlosimulaties binnen het GATE-project. De ontwikkelde dynamische methoden zullen ook toegepast worden om bewegingsartefacten in statische PET te onderdrukken. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu
Dynamische systeem en controle : Computergebruik, identificatie en modelling.(DSC-CIM). Verlenging deelname IUAP faseIV : P4/02 (zie fiche DWTC10) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Frequentiedomein identificatie van linear systemen gebruik makend van niet-parametrische ruismodellen bekomen via experimenten met periodieke signalen. Identificatie van niet-lineaire blokstrukturen (Wiener-Hammerstein klasse van systemen). Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • RIK PINTELON
Dynamische systemen en controle
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het DYSCO network (IAP VI/4) is een verlenging van een bestaand IAP netwerk (IAP V/22) dat als opzet had het onderzoek en de doctoraatsopleiding in «systeem en regeltechniek» in België te structureren en te coördineren. In het nieuw netwerk willen we daarom twee objectieven blijven nastreven: * onderzoek van international topniveau produceren in onze eigen expertise binnen het domein van de «systeem en regeltechniek» * de best mogelijke omgeving voorzien voor de opleiding van onze doctoraatstudenten en post-docs. Het onderzoeksgebied «systeem en regeltechniek» is interdisciplinair maar heeft wel heel specifieke eigenschappen en methodologieën. Het systeemconcept en het voortdurend weerkomend begrip van feedback zijn twee dergelijke voorbeelden. Gedurende het laatste tiental jaren werd in het domein van de «systeem en regeltechniek» veel vooruitgang geboekt in het oplossen van heel wat kernproblemen: niet-lineaire dynamica, modellering, identificatie, model-prediktieve controle, robuuste controle, optimale controle, enz. Dit heeft ertoe geleid dat de technieken van onze discipline in heel wat andere domeinen werden toegepast: milieu systemen, communicatie systemen, robotica, netwerken, grafentheorie, informatica, biologische en biochemische systemen, biomedische toepassingen, enz. Elk van deze gebieden gebruikt zijn eigen modellen en heef ook zijn eigen theoretische problemen, waarvoor systeemtheorie belangrijke bijdragen kan verstrekken. Systeem en regeltechniek is tegenwoordig de enige discipline geworden die ingenieurs en wetenschappers toelaat om al die toepassingsgebieden te begrijpen in termen van dynamische systemen. Er is nochtans nood aan een diepgaande studie van hun specifieke modellen en methodes om beduidende resultaten te kunnen boeken. DYSCO telt nu ongeveer 200 onderzoekers, heeft verscheidene internationaal erkende leiders van ons vakgebied en kan steunen op een sterke ploeg van internationale experten in de toegepaste wiskunde. Ons samenwerkingsmodel laat ons toe om belangrijke bijdragen te leveren zowel in systeem en regeltechniek (met inbegrip van modellering, identificatie, rekentechnieken en optimalizering) als in verscheidene aanverwante disciplines waarin wij een kritieke massa van bekwame onderzoekers hebben opgebouwd (biologische en biochemische systemen, netwerken en grafen, transport systemen, biomedische systemen, enz.). Onze aanpak om op een breed front onderzoek te leveren (zowel op onze kerndiscipline als op verscheidene belangrijke verwante takken) is duidelijk in de smaak gevallen van de commissie van deskundigen die ons netwerk in Oktober 2005 evalueerden. Zij schrijven: "zowel qua aantal vooraanstaande onderzoekers, als qua volume en impact van het onderzoek, blijft dit netwerk één van de beste onderzoeksgroepen in systeem en regeltechniek in Europa, en misschiens zelfs in de wereld". Ons plan is daarom de zelfde winnende strategie te handhaven eerder dan een gedetailleerde lijst te geven van specifieke onderzoeksdoelstellingen. Deze strategie kan als volgt worden samengevat. * fundamenteel onderzoek doen in de kerndisciplines van systeem en regeltechniek waarin wij over een belangrijke expertise beschikken: optimalisering, numerieke methodes voor systeem en regeltechniek, modellering en identificatie, experiment ontwerp, netwerken van niet-lineaire systemen, geditribueerde parametersystemen. In vergelijking met het huidige netwerk zal de activiteit in optimalisering beduidend groeien met de oprichting van het nieuwe "Centre of Excellence in Optimization in Engineering" aan de KULeuven waar onze KULeuven teams deel van uitmaken (zie http://www.Cs.kuleuven.bencoe-oe/), en met de toevoeging van P.A. Absil en F. Glineur in het UCL team. De toevoeging van het ULB team (M. Kinnaert) zal ons ook toestaan om onze activiteit in identificatie naar foutendetectie en isolatie uit te breiden: dit is een nieuw onderwerp voor ons netwerk dat belangrijker wordt omwille van de recente ontwikkelingen in groot-schalige geautomatiseerd technologieën; * een ploeg van deskundigen samenstellen met een kritieke massa in verscheidene disciplines waarin de systeem en regeltechniek belangrijke bijdragen kan leveren: chemische en biochemische systemen, netwerken en grafen, verkeer en transportproblemen, motoriek en coördinatieproblemen, biologische systemen, biomedische technologie. Onze activiteit in biochemische en biomedische systemen zal door de opneming van de nieuwe teams in ULB (M. Kinnaert) en FPMs (A. Vande Wouwer) nog versterkt worden door hun bijdragen in modellering en regeling van zulke systemen. Wij hebben al een kritieke massa in het meeste van deze gebieden, maar de toevoeging van de nieuwe teams zal dit nog versterken. Onze keuze van onderzoeksthema komen goed overeen met het gekende Murray Rapport (Panel on Future Directions in Control, Dynamics and Systems, zie http://www.cds.caltech.edu/~murray/cdspanel/) welke de voornaamste themas identificeerde voor de toekomst van Systeem en Regeltheorie. Ons netwerk is welbepaald actief in het grootste deel van deze themas. Bovendien onderschrijft het evaluatieverslag tevens onze onderzoekstrategie waarin nieuwe ontwikkelingen door de meer fundamentele onderzoekers in ons netwerk worden geduwd en door meer toepassingsgerichte onderzoekers worden getrokken. In het evaluatieverslag van 2005 staat inderdaad vermeld: "By applying system-theoretic approaches in an original way to a broad range of problems (e.g. synonym detection in dictionaries), and by correctly identifying significant technological developments and their consequences (particularly those due to the continued growth of computing power, and the recent explosive growth of "data in search of theory" from various biological domains), the Network is itself making a major contribution to the continuing timeliness and relevance of systems and control as a scientific discipline. This research domain will therefore remain a key one for the foreseeable future, and certainly for the next 5-10 years." Qua doctorale en postdoctorale opleiding zijn wij van plan om de bestaande mechanismen die wij met succes in de vorige IAP fasen hebben ontwikkeld, voort te zetten en te versterken: de Graduate School in Systems and Control (in 1991 gestart, nog vóór de oprichting van alle andere doctorale scholen in België), regelmatige studiedagen, gespecialiseerde workshops, co-supervisie van doctoraatstudenten door leden van verschillende teams, uitnodiging van internationale bezoekers van topniveau, gespecialiseerde samenwerkingsgroepen. We willen daarmee voor onze doctoraatstudenten en post-docs een stimulerende wetenschappelijke omgeving creëren. Wij denken dat de resultaten die we tot nu toe bekomen hebben met onze doctorale opleiding, getuigen van kwaliteit en breedte en bijzonder sterk zijn. Wij zijn daarom van plan om de zelfde kwaliteitsnormen op dit gebied te handhaven. Wij worden daarin opnieuw gesteund door het evaluatieverslag van 2005: "The range and pattern of formal network activities has been very well designed and appears to be extremely effective. The study days and the monthly newsletter ensure that all the personnel in the Network know each other, and are aware of each other's research topics and achievements. The graduate courses provide an excellent mechanism for ensuring that members of the Network are kept aware of recent developments by leading authorities, both national and international. The Network succeeds in attracting major international figures to Belgium, and being in active collaboration with many of them." Voetnoot op bio-informatica: De bio-informatica maakte deel uit van ons IAP V/22 netwerk "Dynamical Systems and Control: Computation, Identification and Modelling". Die fase van het IAP programma heeft ons toegestaan om een sterk team in de bio-informatica te creëren, als subgroep van vroegere KULeuven/P2 team. Wij zijn van mening dat het domein een voldoende rijpheid heeft bereikt en dat het team voldoende sterkte heeft bereikt. Er werd daarom beslist een voorstel voor een nieuw netwerk in te dienen dat specifiek toegewijd is aan de bio-informatica, en waarvoor dit bio-informaticateam als coördinator fungeert. Wij geloven dat wij daardoor één van de doelstellingen van het IAP programma hebben bereikt, namelijk het bevorderen van nieuwe teams en thema's. Dit heeft als gevolg dat het werk van de partners op bio-informatica niet opgenomen is in DYSCO, maar in dit nieuwe IAP netwerk, gecoördineerd door een promotor van ons vroeger netwerk. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • RIK PINTELON
Dynamisch onderzoek op de straatlaag van kleinschalige bestratingselementen Hogeschool Gent Abstract: Via een dynamisch onderzoek en simulatie in het labo worden de oorzaken van verzakkingen van het wegdek in elementenverhardingen opgespoord. Door onderzoek op materialen in labo en in in situ worden materiale uitgetest en wegstructuren opgesteld die in functie van de bouwklassen kunnen weersataan aan de belastingen. Proefvakken worden aangelegd. DEM analysen moeten het mogelijk maken nieuwe bestatingelementen te ontwikkelen die beter voldoen aan zware belastingen. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Bouwkunde
Onderzoekers: • Patrick Ampe
DYNSTRA - dynamische hergebruiken strategieën voor de retroffiting van naoorlogse woningen in Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: dynamische hergebruiken strategieën voor de retroffiting van naoorlogse woningen in Brussel Organisaties: • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • Niels DE TEMMERMAN
Dysco. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Joseph Vandewalle
Ealuatie en begeleiding agrarisch natuurbeheer. Universiteit Antwerpen Abstract: De opdrachthouder, in de persoon van dr. Joke Vandenabeele, werkzaam bij de Studiegroep voor Technologie, Energie en Milieu - STEM (UFSIA), krijgt samen met Prof. Dirk Reheul van de Vakgroep Plantaardige Productie van de Universiteit Gent, de opdracht het pilootproject agrarisch natuurbeheer van de Koning Boudewijnstichting te begeleiden en te evalueren. Organisaties: • VAKGROEP MILIEU, TECHNOLOGIE EN TECHNOLOGIEMANAGEMENT • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
Eat-scape enhancing urban experience KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Architectuur Sint-Lucas
Onderzoekers: • Johan Verbeke • Chotima Ag-Ukrikul
ECG based risk stratification for sudden cardiac death KU Leuven Abstract: Sudden cardiac death (SCD) caused by ventricular arrhythmia such as ventricular fibrillation (VF) and tachycardia (VT) is the second most important cause of death in today#s world. The only efficient prevention of SCD is the implantation of a cardiac defibrillator (ICD). To keep the cost effectiveness and complication risk of this therapy acceptable, it is crucial to identify patients at high risk of arrhythmic death but at lowrisk of dying of other causes, e.g. heart failure or non cardiac death.Today, this risk stratification is almost entirely based on the assessment of the left ventricular ejection (LVEF). The poor specificity of this parameter to predict arrhythmia results in questionable cost-effectiveness of ICD therapy, as was described by the Belgian Health Care Knowledge Center. There is therefore a need for new non-invasive techniques to estimate the individual risk of ventricular arrhythmia. These new techniques focus on the pathophysiological mechanisms underlying ventricu Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Sabine Van Huffel • Griet Goovaerts
E'CHO 3D Sonarsensoren toegepast op AGV's. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het E'CHO project is het evalueren van een door aan de UA ontwikkeld en gepatendeerd sonar systeem in industriële omstandigheden. Specifiek zal worden onderzocht in welke mate het sonar systeem bruikbaar is in twee specifieke toepassingen op Automatisch Geleide Voertuigen (AGV's) die Egemin Automation Handling ontwikkelt. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Jan Steckel
Ecoclusters: bevordering van industriële symbiose Universiteit Gent Abstract: Het doel van deze studie is om in eerste instantie initiatieven rond industriële symbiose te evalueren en te achterhalen welke kansen en obstakels er momenteel zijn om industriële symbiose verder uit te bouwen. We kijken hiervoor zowel naar bestaande, lopende initiatieven als naar initiatieven die op welke reden dan ook gestopt zijn. Op basis hiervan zal een kader uitgewerkt worden om de uitwisseling van reststromen binnen
ecoclusters structureel te ondersteunen. Dit kader gaat dieper in op de specificaties van een databank/structuur om de vraag -en aanbodzijde in kaart te brengen, aangevuld met aanbevelingen en randvoorwaarden die moeten toelaten om de marktwerking effectief én op een ecologisch verantwoorde manier te laten gebeuren. De conclusies zullen de aanzet vormen voor een generiek kader voor de uitwisseling van ?al dan niet materiële?industriële reststromen. Binnen de studie wordt naar eveneens dieper ingegaan op de specificaties van de databank voor de case ?biomassa?. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde
Eco-genomisch onderzoek naar microbiele diversiteit voor de afbraak van lindaan: formulatie van katalysatoren voor siteinterventie Universiteit Gent Abstract: In de afgelopen decennia zorgden extensieve vervuiling door het gebruik van grote hoeveelheden van het pesticide hexachlorocyclohexaan (HCH, lindaan) voor ernstige bodemvervuiling. Tot op de dag van vandaag is er praktisch geen in situ technologie beschikbaar voor de verwijdering van dit traagafbrekend pesticide. Het doel van dit project bestaat uit de ontrafeling van de enzymatische divesrieit van microbiele gemeenschappen met een geschiedenis van blootstelling van lindaan. Deze diversiteit is de bron van biologisch activiteiten voor in situ bioremediatie. Moleculaire technieken (waaronder DGGE-analyse van 16S rRNA fragmenten), onafhankelijk van de cultiveerbaarheid van bacterien, zullen worden aangewend voor het onderzoek naar de diversiteit van microbiele gemeenschappen en HCH-degraderende genen. Dit moet leiden tot de ontwikkeling van geoptimaliseerde HCH-degraderende inocula, functionerend als biokatalysatoren voor pesticidenafbraak. De invloed van deze bioremediatie op het bestaand microbieel ecosysteem zal worden opgevolgd dmv microtechnologieen (waaronder DNA-chip gebaseerde taxonomische profielen). In een laatste fase zal de basis worden gelegd voor geintegreerde, grootschalige operaties in een proces van 'eco-engineering' (interventie procedures worden gebaseerd op bio-geo-chemische veranderingen, hydrologische toestanden en inoculatie praktrijken Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Eco-hydraulisch modelleren van estuariene processen Universiteit Gent Abstract: Het STRIVE software pakket beschrijft de interactie tussen hydraulica en ecologische processen. Dit doctoraatsonderzoek bestudeert de numerieke modellering van estuariene processen (hydraulica, nutriëntendynamiek, vegetatie, sedimentatie, detritus, intrusie van zouten) en de verdere implementatie van deze nieuwe proces modules in het STRIVE model. De ecologische problematiek omtrent het Berg River estuarium in Zuid-Afrika vormt het onderwerp van deze studie. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Peter Troch
Ecohydrologisch onderzoek van waterrijke valei - en ecoystemen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De karakteristieken en de soortensamenstelling van de vegetatie in natuurlijke en halfnatuurlijke ecosystemen worden bepaald door standplaatsfactoren. In waterrijke systemen vervult de waterhuishouding vaak een sleutelrol. In valleigebieden komen verscheidene waterstromen samen (neerslag, oppervlakte- en grondwater), elk met een verschillende dimensie en chemische samenstelling alsook een ruimtelijke en temporele variabiliteit. De orde van grootte en samenstelling van de waterfluxen hebben zowel een rechtstreekse invloed op de vegetatie als een onrechtstreekse door het reguleren van fysisch-chemische en microbiologische bodemprocessen. Inzicht in deze relaties en processen is een voorwaarde voor een ecologisch gezond beheer van waterrijke vallei-ecosystemen.Voor Vlaamse valleien is de bestaande kennis aangaande hun ecohydrologisch functioneren nog erg onvolledig, en komt onvoldoende tegemoet aan de vragen en de problemen die zich bij natuurontwikkeling en -beheer op het terrein aandienen. Er is behoefte aan instrumenten en modellen die de inzichten in het tot stand komen van de standplaatskenmerken en het ecohydrologisch functioneren van waterrrijke valleiecosystemen integreren Ze moeten ertoe bijdragen om uitgaande van hydrologische en pedologische randvoorwaarden uitspraken en voorspellingen te doen met betrekking tot de karakteristieken van de vegetatie. Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • FLORIMOND DE SMEDT
Ecohydrologisch onderzoek van waterrijke vallei-ecosystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De karakteristieken en de ssortensamenstelling van de vegetatie in natuurlijke en halfnatuurlijke ecosystemen worden bepaald door standplaatsfactoren. In waterrijke systemen vervult de waterhuishouding vaak een sleutelrol. In valleigebieden komen verscheidene waterstromen samen (neerslag, oppervlakte-, en grondwater), elk met een verschillende dimensie en chemische samenstelling alsook een ruimtelijke en temporele varabiliteit. De orde van grootte en samenstelling van waterfluxen hebben zowel een rechtstreekse invloedopde vegetatie als een onrechtstreekse door het reguleren van fysisch-chemische en micro-biologische bodemprocessen. Inzicht in deze relatie is een voorwaarde voor een ecologisch gezond beheer van waterrijke vallei-ecosystemen. Voor Vlaamse valleien is de bestaande kennis aangaande hun ecohydrologisch functioneren nog erg onvolledig, en komt onvoldoende tegemoet aan de vragen en de problemen die zich bij natuurontwikkeling en -beheer op het terrein aandienen. Er is behoefte aan instrumenten en modellen die de inzichten in het tot stand komen van de standplaatskenmerken en het ecohydrologisch functioneren van waterrijke vallei-ecosystemen integreren. Ze moeten ertoe bijdragen om uitgaande van hydrologische en pedologische randvoorwaarden uitspraken en voorspellingen te doen met betrekking tot de karakteristieken van de vegetatie Organisaties: • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • FLORIMOND DE SMEDT
ECO-Life: Ontwikkeling van duurzame CO2-neutrale wijken ter bevordering van de levenskwaliteit in de EU Universiteit Gent Abstract: In drie Europese landen (België (Kortrijk), Denemarken en Lithouwen) worden stedelijke gebieden getransformeerd in CO2-neutrale wijken. Innovatieve energie-efficiente ingrepen en 100% hernieuwbare energietechnologieën worden gedemonstreerd en geïntegreerd in een
duurzaam ontwerp. De afdeling bouwfysica van de UGent leidt de energiemonitoring en pretatiebeoordeling van deze wijken, gebouwen en installaties (http://www.ecolife-project.eu/index.html). Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Arnold Janssens
Ecologische Digitaal Drukken aan Hoge Snelheid en Hoge Kwaliteit Universiteit Gent Abstract: Op het einde van dit project zal Xeikon beschikken over een werkend protoype van een nieuwe generatie printers met hoogviskeuze toner. In het natraject moeten nog een aantal stappen gezet worden zowel voor de machine zelf (levensduur van onderdelen, veiligheid, elektrisch verbruik, print testen, kost optimalisatie, finale kwalificatie en productie van de nieuwe LDA chips...) als voor toner productie (bouw productie installatie) als toner ontwikkeling (ontwerpen liquid UV curable toner voor bepaalde packaging applicaties, pigment onafhankelijk maken van de toner bereiding en toner performantie, ...). Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts