Onderzoek naar kennis en gebruik van aanvullende financiering in de kunstensector. Slotrapport juni 2012

Onderzoek naar kennis en gebruik van aanvullende financiering in de kunstensector Slotrapport – juni 2012 1

2

Inhoudstabel

0.

Leeswijzer en terminologie

1.

Opzet van het onderzoek

2.

Onderzoeksvraag 1: kennis en gebruik van aanvullend financieel instrumentarium?

3.

Onderzoeksvraag 2: nood aan een instrument tussen Minitoelage en CultuurInvest?

4.

Algemene aanbevelingen

3

Leeswijzer

•

Dit is een compact rapport met focus op vaststellingen, conclusies en aanbevelingen, onderbouwd met de belangrijkste grafieken. Het is samen te lezen met volgende documenten in bijlage: – Overzicht overlegmomenten, gesprekken en telefonische interviews (zie laatste pagina in dit document) – Scherpstelling van de onderzoeksopdracht (aparte pdf) – Instrumentenmatrix met typologie en overzicht van de bevraagde instrumenten (aparte pdf) – Vragenlijst online bevraging (aparte pdf) – Bronnenlijst desk research (aparte pdf)

•

Ten geleide: – De hoofdstukken zijn genummerd. – Elk onderdeel begint met de vaststellingen of conclusies (telkens in lichtgrijze kaders), gevolgd door de onderbouwing ervan en de relevante grafieken. – Definities van in het rapport gebruikte termen: zie volgende pagina’s onder de noemer “Terminologie” 4

Terminologie (1/3)

•

Administratie cultuur = Agentschap Kunsten en Erfgoed (ministerie Cultuur, Jeugd, Sport en Media).

•

Basismaterialen = basismaterialen voor de artistieke activiteit (bv. instrumenten, grondstoffen, technische uitrusting,...).

•

Belangenverenigingen = kunstenbelangenorganisaties oKo, NICC, VOBK.

•

CCS = culturele en creatieve sectoren.

•

Discipline = de artistieke specialisatie(s) waarin de kunstenaar of organisatie actief is.

•

Family, Friends & Fools = mensen die geloven in de kunstenaar of organisatie en die financieel willen bijspringen.

•

Individueel advies = individueel advies op maat van de kunstenaar of organisatie via bv. Kunstenloket, Agentschap Ondernemen, provinciale innovatiecentra, ...

•

Individuele coaching en begeleiding: bv.peterschapsprojecten in de boekensector, BAN Vlaanderen, ...

•

Investeringen (roerende of onroerend) = investeringen in bv. gebouwen, auto, ICT, kantoormeubilair,... 5

Terminologie (2/3)

•

Krediet = biedt de mogelijkheid tot het opnemen van extra geld tot een bepaald maximum; die mogelijkheid hoeft niet per se (ten volle) benut te worden en het exacte doel voor het krediet hoeft niet bekend te zijn.

•

Lening = is bedoeld voor het financieren van een bepaald doel; hierbij spreek je vooraf het bedrag en de aflossingstermijnen af.

•

Levenscyclus = het aantal actieve jaren als kunstenaar of organisatie.

•

Lokale overheden = steden, gemeenten, provincies.

•

Ontw. en uitv. project = ontwikkeling en uitvoering van een artistiek project.

•

Organisatiegrootte = gemiddeld aantal medewerkers in de afgelopen vijf jaar, zowel vast dienstverband als freelance statuut, uitgedrukt in voltijds equivalenten (VTE); vrijwilligers en stagiairs worden niet meegerekend.

•

Organisatiestructuur = private onderneming zonder winstoogmerk (vzw, ...), private onderneming met winstoogmerk (bvba, ...), of geen organisatiestructuur (natuurlijk persoon).

•

Peers = collega-kunstenaars en collega-organisaties. 6

Terminologie (3/3)

•

Steunpunten = kunstensteunpunten BAM, VTi, VAi, MCV.

•

Subsidie- of steunwijzer = overzicht van de verschillende bestaande subsidie- en andere steunmaatregelen; zie bv. Subsidiedatabank Agentschap Ondernemen, EUsubsidiewijzer VLEVA, ...

•

Tools = instrumenten die individuele kunstenaars of organisaties zelf kunnen toepassen/raadplegen; bv. model van ondernemingsplan van Agentschap Ondernemen, zelfscan-methodiek voor organisaties van LOCUS, ...

•

Workshops = eenmalige workshops en opleidingen rond een specifiek topic; bv. workshops Kunstenloket.

•

Zakelijk bemiddelaars = bv. boekhouder, manager, managementbureau.

•

Zakelijke bijscholing en opleiding = langer lopende opleidingen van bv. Kunstenloket, VDAB, Syntra, Cevora, ...

7

1. Opzet van het onderzoek

8

1. Opzet onderzoek 1.1 Onderzoeksvragen

1.

Klopt het dat bestaande aanvullende financieringsinstrumenten (naast subsidies van Kunsten en Erfgoed) weinig bekend zijn en/of aangesproken worden? 

1.

peilen naar kennis, gebruik en drempels m.b.t. aanvullend instrumentarium, met oog voor de profielkenmerken van de respondenten

Is er nood aan een tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest?  peilen naar behoefte en drempels m.b.t. leningen en kapitaalinvesteringen, met oog voor de profielkenmerken van de respondenten

9

1. Opzet onderzoek 1.2 Afbakening doelgroep bevraging

Prioritair gericht op actoren die vandaag al steun kunnen krijgen van het Agentschap Kunsten en Erfgoed (Zie bijlage ‘scherpstelling opdracht’)

– Kunstenaars en organisaties – Podiumkunsten, beeldende kunsten, muziek: de functies “creatie en productie”, “presentatie”, “educatie” en “onderzoek en/of reflectie” – Audiovisuele sector, letteren en toegepaste kunsten: voornamelijk de functies “presentatie “, “educatie” en “onderzoek en/of reflectie”

10

1. Opzet onderzoek 1.3 Aanpak

•

Organisatie van een grootschalige online enquête bij de doelgroep – Gebruikte mailbestanden: afdeling Kunsten van het agentschap Kunsten en Erfgoed + Kunstenloket – Gebruikte tool: CheckMarket – Lancering enquête: 18 april 2012 – Reminder: 23 april 2012 – Afgesloten op 8 mei 2012 – De antwoorden werden anoniem verwerkt

•

Verrijkt met: – Desk research – Interviews met steunpunten, sectorexperts en financiële experts om hypotheses en vaststellingen af te toetsen – Input en feedback van stuurgroep en klankbordgroep 11

1. Opzet onderzoek 1.4 Online enquête: structuur

4 onderdelen in de bevraging

1.

Profielkenmerken

2.

Kennis en gebruik aanvullend financieel instrumentarium

3.

Behoefte aan leningen en kapitaalparticipaties

4.

Informatieverstrekking, advies en ondersteuning

12

1. Opzet onderzoek 1.4 Online enquête: panel •

Volledig geantwoord: 17% respons rate (n=827)

• •

Bruto panel: 5.525 (Kunsten & Erfgoed: 1.309; Kunstenloket: 4.217) Netto panel (=bruto panel - foutieve adressen): 4.860, waarvan: niet geantwoord 75%

weigeringen 1% 'afgedankt' * (fout profiel) 3% gedeeltelijk ** geantwoord 4%

volledig geantwoord 17%

•

Gemiddelde invultijd: 9 min 27 sec

* ‘Afgedankt’ : indien antwoord op vraag 1 in de survey = ‘geen van bovenstaande’ of als antwoord op vraag rond artistieke specialisatie = ‘ik ben niet actief in de kunsten of toegepaste kunsten’ ** Resultaten ‘gedeeltelijk geantwoord’ werden niet meegenomen in de analyses

13

1. Opzet onderzoek 1.4 Online enquête: profielkenmerken (1/4) •

In het onderzoek worden de respondenten gesegmenteerd op basis van volgende 4 kenmerken: discipline, organisatiestructuur, organisatiegrootte en levenscyclus.

•

Bij de presentatie van de resultaten nemen we als uitgangspunt het onderscheid op juridische organisatiestructuur ,vermits dit bepalend is voor toegang tot het instrumentarium. Twee groepen worden apart onderzocht: • Kunstenaars (n=531): dit zijn natuurlijke personen of zogenaamde “particuliere” kunstenaars die werken zonder organisatiestructuur • Organisaties (n=296): dit zijn: – medewerkers van een organisatie (n=221) – individuele “kunstenaars-met-organisatie” (n=75)

•

Wanneer significante verschillen werden vastgesteld, wordt behalve op organisatiestructuur ook gesegmenteerd op basis van de drie andere kenmerken (discipline, organisatiegrootte en levenscyclus). 14

1. Opzet onderzoek 1.4 Online enquête: profielkenmerken (2/4) •

Kenmerken van de respondent ‘kunstenaar’ (n=531) – Organisatiestructuur: geen; natuurlijk persoon – Levenscyclus: 49% > 10j actief, 15% < 3j

•

Kenmerken van de respondent ‘organisatie’ (n=296) – Organisatiestructuur • 75% medewerkers van organisaties • 25% ‘kunstenaars-met-organisatie’ • 85% private organisaties zonder winstoogmerk • 15% private organisaties met winstoogmerk – Organisatiegrootte (incl. ‘kunstenaars-met-organisatie’): 84% ≤ 10 medewerkers – Levenscyclus: 48% > 10j actief; 15% < 3j 15

1. Opzet onderzoek 1.4 Online enquête: profielkenmerken (3/4) Kunstenaar

Organisatie

Artistieke specialisatie of discipline (meerdere antwoorden mogelijk) • • • • • •

Beeldende kunsten: 50% Muziek: 26% Theater: 18% Audiovisuele sector: 15% Toegepaste kunsten: 13% Kunsteducatie: 12%

• • • • • •

Prioritair werkterrein • • • •

Creatie en productie: 95% Educatie: 15% Presentatie: 14% Onderzoek en/of reflectie: 11%

• • • •

Muziek: 34% Theater: 31% Beeldende kunsten: 27% Dans: 16% Muziektheater: 14% Audiovisuele sector: 13% (max. 2 opties aan te duiden)

Creatie en productie: 76% Presentatie: 36% Educatie: 15% Onderzoek en/of reflectie: 9% 16

1. Opzet onderzoek 1.4 Online enquête: waarschuwingen OPGELET: de resultaten zijn niet zomaar extrapoleerbaar naar ‘de kunstensector’ 

De resultaten van deze enquête zijn vooral te lezen als antwoorden van “kleine vzw’s en particuliere kunstenaars, vooral actief in beeldende kunsten en podiumkunsten, die reeds de weg vinden naar Kunsten en Erfgoed en/of het Kunstenloket”

•

Er is mogelijk een vertekening van de resultaten omwille van de specifieke kenmerken van het gebruikte adressenbestand (Kunsten en Erfgoed + Kunstenloket)

•

Volgende segmenten zijn te klein voor betrouwbare aparte analyses: – Kunstenaars-met-organisatie (n=75) – Organisaties met winstoogmerk (n=45) – Grotere kunstenorganisaties (>10 werknemers) (n=47) 17

2. Kennis en gebruik van het instrumentarium (onderzoeksvraag 1)

18

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.1 Onderzoeksvraag 1

ONDERZOEKSVRAAG 1 Klopt het dat bestaande aanvullende financieringsinstrumenten (naast subsidies van Kunsten en Erfgoed) weinig bekend zijn en/of aangesproken worden?  peilen naar kennis, gebruik en drempels m.b.t. aanvullend instrumentarium, met oog voor profielkenmerken van de respondenten

19

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.2 Wat hebben we bevraagd? (1/4) De peiling rond deze eerste onderzoeksvraag (bekendheid en gebruik van bestaand, aanvullend financieel instrumentarium) was tweeledig: 1. Welke kennis hebben respondenten over een selectie van aanvullende financiële instrumenten, in welke mate worden ze gebruikt en wat zijn de drempels? 2. Welke behoeften bestaan er bij de respondenten rond begeleidende maatregelen bij het financieel instrumentarium (bv. informatie, advies, coaching,...)?

20

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.2 Wat hebben we bevraagd? (2/4) •

Er werd een selectie van 37 financiële instrumenten bevraagd uit een ruimer gedetecteerd instrumentarium (zie pdf instrumentenmatrix) – Selectie was noodzakelijk omwille van het type bevraging (online enquête) en het groot aantal instrumenten. – De geselecteerde instrumenten zijn een mix van subsidies, leningen, kapitaalparticipaties en fiscale maatregelen. – De focus ligt op het Vlaams instrumentarium, aangevuld met een beperkt aantal federale en EU-instrumenten en enkele private instrumenten. De lokale overheden en Brussel werden niet bevraagd wegens te grote lokale diversiteit. – Gebruikte schaal bij peiling: nooit van gehoord, naam is me bekend, aanvraag overwogen, aanvraag gedaan, steun gekregen. 21


Dit instrumentarium werd in de bevraging uitgefilterd door eerst te peilen naar 7 ‘niet-artistieke’ doelstellingen (doelstellingen van de geselecteerde aanvullende instrumenten) die respondenten eventueel ook binnen hun eigen werking willen realiseren: * 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Verhogen van de professionaliteit op zakelijk en financieel vlak Ontwikkelen van een aanwervings- en waarderingsbeleid Inzetten op loopbaanontwikkeling en opleiding Inzetten op innovatie Inzetten op internationalisering Investeren in duurzaamheid en infrastructuur Ontwikkelen van een educatieve of participatieve werking

Gebruikte schaal bij peiling: geen belangstelling, belangstelling, plannen, concrete projecten. * Onderstaande formulering van de doelstellingen is identiek aan deze gebruikt in de bevraging. Sommige termen kunnen door de verschillende respondenten mogelijk op een andere manier geïnterpreteerd zijn (bv. ‘innovatie’, ‘internationalisering’).

22


Voor elke doelstelling waarvoor respondenten belangstelling hadden laten blijken, peilden we vervolgens naar kennis en gebruik van concrete, aan deze doelstelling gerelateerde instrumenten.

•

Tot slot peilden we naar de behoefte aan begeleidende maatregelen (info, advies, coaching,…) bij het aanvullend financieel instrumentarium: – Bij wie gaan respondenten ten rade in hun zoektocht naar aanvullende financiering? – Tevredenheid over deze dienstverlening? – Behoefte aan advies en begeleiding • i.v.m. aanvullende financiering? • i.v.m. nog andere zakelijke en financiële onderwerpen?

23

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.3 Doelstellingen – geen belangstelling: algemene vaststellingen

•

Kunstenaars hebben vaker dan organisaties geen belangstelling voor nietartistieke doelstellingen.

•

Kunstenaars en organisaties hebben het vaakst geen belangstelling voor: – “Aanwervings- en waarderingsbeleid” – “Loopbaanontwikkeling en opleiding” – “Uitbouw van een cultuureducatieve en participatieve werking” 



Anderzijds blijkt dat het lonend kan zijn om hiervoor wél belangstelling te hebben: organisaties die concrete plannen en projecten hebben op het vlak van “aanwervings- en waarderingsbeleid” en daarvoor al een beroep hebben gedaan op aanvullende instrumenten, blijken vaak effectief steun hebben verkregen (vnl. Activa en Sociale Maribel, zie slide 29). Anderzijds heeft een grote groep kunstenaars belangstelling, en hebben organisaties concrete plannen en projecten voor de “uitbouw van een cultuureducatieve en participatieve werking” (zie slide 28-29). 24

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.3 Doelstellingen – geen belangstelling Aandeel kunstenaars en organisaties dat aangeeft ‘geen belangstelling’ te hebben voor de betreffende doelstelling(en). (De 3 hoogste waarden zijn in het rood aangegeven)

% geen belangstelling

Kunstenaar

Organisatie

9%

11%

Aanwervings- en waarderingsbeleid

64%

57%

Loopbaanontwikkeling en opleiding

38%

48%

Inzetten op innovatie

29%

20%

Inzetten op internationalisering

20%

18%

Investeren in duurzaamheid & infrastructuur

25%

19%

Uitbouw (cultuur)educatieve of participatieve werking

38%

21%

Verhogen zakelijke & financiële professionaliteit

25

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.3 Doelstellingen – geen belangstelling: vaststelling organisatiegrootte

•

Organisaties met < 5 medewerkers hebben vaker “geen belangstelling” voor ‘niet artistieke’ doelstellingen dan grotere organisaties: – Het vaakst hebben ze “geen belangstelling” voor innovatie” en “zakelijke & financiële professionalisering” – Het minst vaak hebben ze “geen belangstelling” voor “internationalisering”

 Hypothese: ‘niet-artistieke’ doelstellingen krijgen mogelijk minder aandacht wegens de beperkte draagkracht van de organisatie.

26

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.3 Doelstellingen – geen belangstelling t.o.v. organisatie-grootte • Organisaties met < 5 medewerkers zijn oververtegenwoordigd bij “geen belangstelling”: • Het vaakst hebben ze “geen belangstelling” voor “innovatie” en “zakelijke & financiële professionalisering” • Het minst vaak hebben ze “geen belangstelling” voor “internationalisering” 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

2% 3% 11%

3% 13%

1% 7% 14%

1% 6% 14%

3% 3% 8%

79%

80%

85%

19%

84% 65%

Minder dan 5

5 tot 10

11 tot 30

31 tot 50

2% 6% 23%

70%

Meer dan 50

2% 2% 16%

3% 3% 15%

80%

79%

27

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.3 Doelstellingen – wél belangstelling: belangrijkste vaststellingen

•

Wel belangstelling – Kunstenaars en organisaties tonen vaak wél belangstelling voor ‘nietartistieke’ doelstellingen. – De belangstelling is het grootst voor “zakelijke & financiële professionalisering”, “duurzaamheid & infrastructuur” en “innovatie” (behalve bij kleine organisaties, zie “geen belangstelling”, zie slide 25-26)

•

Concrete plannen en projecten – Kunstenaars hebben minder vaak concrete plannen en projecten dan organisaties. – Kunstenaars hebben het vaakst projecten in het kader van “internationalisering”, gevolgd door “zakelijke & financiële professionalisering” en “innovatie” – Organisaties hebben het vaakst projecten in het kader van “internationalisering”, gevolgd door “educatie & participatie” en “innovatie”. 28

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.3 Doelstellingen – wél belangstelling: kunstenaars Percentage kunstenaars dat aangeeft belangstelling, plannen of concrete projecten te hebben m.b.t. de betreffende doelstelling * (De 3 hoogste waarden zijn in het groen aangegeven)

% belangstelling

% plannen

% projecten

Verhogen professionaliteit zakelijk & financieel

68%

20%

13%


32%

3%

2%


47%

11%

8%


52%

12%

12%


56%

15%

17%


59%

13%

8%


46%

12%

9%

Kunstenaar *

* Deze resultaten betreffen de respondent-kunstenaars die voor de betreffende doelstellingen niet “GEEN BELANGSTELLING” hebben aangeduid (dit zijn dus de tegenhangers van de respondenten in slide 25, kolom 1). Voor “belangstelling”, “plannen” en “projecten” kon de respondent meerdere antwoorden aanvinken (bv. belangstelling én plannen). Om die reden kan de som van de percentages per doelstelling, samen met het percentage uit slide 25 groter zijn dan 100%.

29

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.3 Doelstellingen – wél belangstelling: organisaties Percentage organisaties dat aangeeft belangstelling, plannen of concrete projecten te hebben m.b.t. de betreffende doelstelling * (De 3 hoogste waarden zijn in het groen aangegeven)

% belangstelling

% plannen

% projecten

Verhogen professionaliteit zakelijk & financieel

58%

27%

16%


30%

10%

4%


32%

12%

10%


52%

17%

18%


41%

18%

36%


51%

18%

16%


40%

18%

30%

Organisatie *

* Deze resultaten betreffen de respondent-organisaties die voor de betreffende doelstellingen niet “GEEN BELANGSTELLING” hebben aangeduid (dit zijn dus de tegenhangers van de respondenten in slide 25, kolom 2). Voor “belangstelling”, “plannen” en “projecten” kon de respondent meerdere antwoorden aanvinken (bv. belangstelling én plannen). Om die reden kan de som van de percentages per doelstelling, samen met het percentage uit slide 25 groter zijn dan 100%.

30

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: belangrijkste vaststellingen •

Vastgestelde drempels – De bekendheid van aanvullende financieringsinstrumenten is de eerste maar niet de enige drempel. – De veelheid aan instrumenten van verschillende steunverleners is verwarrend. Bovendien betreffen het telkens andere doelstellingen en vormvereisten. Dit alles creëert ook extra planlast. – De “letter” en “geest” van de toegangscriteria zijn bij verschillende instrumenten niet altijd duidelijk waardoor ook de relevantie ervan voor potentiële gebruikers onduidelijk is. Dit kan leiden tot niet-gehonoreerde aanvragen en frustraties. – Het hebben van een organisatiestructuur als toegangscriterium is onbekend bij 56% van de kunstenaars. Voor hen die zich er wel van bewust zijn, wordt toch gekozen om geen juridische organisatiestructuur aan te nemen omwille van andere drempels (zoals te hoge financiële drempels, te beperkte activiteiten, tijdsinvestering). 31

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: organisaties (1/7) Kennis en gebruik bij organisaties van instrumenten geclusterd onder doelstelling 1: verhogen van de professionaliteit op zakelijk en financieel vlak (n=264) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

6% 51%

43%

nooit van gehoord

1% 4% 42%

52%

1% 3% 25%

71%

naam is me bekend

1% 19%

1% 2% 23%

3% 2% 6% 32%

80%

75%

aanvraag overwogen

57%

2% 1% 1% 32%

64%

aanvraag gedaan

1% 21%

78%

gesteund

32

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: organisaties (2/7) Kennis en gebruik bij organisaties van instrumenten geclusterd onder doelstelling 2: ontwikkelen van een aanwervings- en waarderingsbeleid (n=127) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

22% 3% 6%

1% 5% 13%

4% 1%

6% 2% 3%

39% 55%

39%

27%

9% 2% 5%

6% 1% 6%

3% 5%

41%

45%

35%

82%

68%

56% 33%

31%

nooit van gehoord

naam is me bekend

3% 2% 5% 23%

30%

aanvraag overwogen

43%

43%

aanvraag gedaan

gesteund

33

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: organisaties (3/7) Kennis en gebruik bij organisaties van instrumenten geclusterd onder doelstelling 3: inzetten op loopbaanontwikkeling en opleiding (n=153) 100% 90%

19%

80%

1% 12%

70%

8% 3% 5%

27% 63%

60% 64%

50% 40%

1% 1% 5%

4% 2% 1%

54%

67%

30% 20% 10% 0%

14% Opleidings- en begeleidingscheques

nooit van gehoord

31%

20% Betaald educatief verlof

naam is me bekend

Tussenkomst bij opleiding in een competentiecentrum van de VDAB

aanvraag overwogen

EU-subsidies opleidingskosten

aanvraag gedaan

gesteund

34

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: organisaties (4/7) Kennis en gebruik bij organisaties van instrumenten geclusterd onder doelstelling 4: inzetten op innovatie (n=236) 100% 90% 80%

1% 2%

3%

24%

19%

2% 1%

1% 11%

4% 32%

70% 60% 50% 40% 30%

87%

78%

73%

60%

20% 10% 0%

KMO haalbaarheidsstudie

nooit van gehoord

KMO innovatieproject

naam is me bekend

Extra subsidies intellectuele eigendom

aanvraag overwogen

EU-subsidies innovatie

aanvraag gedaan

gesteund

35

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: organisaties (5/7) Kennis en gebruik bij organisaties van instrumenten geclusterd onder doelstelling 5: inzetten op internationalisering (n=243) 100% 90%

1% 2% 16%

80%

10% 5% 21%

70%

6% 4%

6% 10%

10% 32%

60%

34%

50% 40%

12%

80%

28%

10% 0%

Impulsprogramma toeristisch-recreatieve projecten…

nooit van gehoord

35%

37%

30% 20%

13% 3% 5%

EU-subsidies internationaal netwerken,…

naam is me bekend

49%

38%

Reissubsidies FIT

44%

Subsidies buitenlandse Subsidies buitenlandse promotie/prospectie FIT overheden,.. ter bevordering van internationale uitwisseling/netwerken

aanvraag overwogen

aanvraag gedaan

gesteund

36

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: organisaties (6/7) Kennis en gebruik bij organisaties van instrumenten geclusterd onder doelstelling 6: investeren in duurzaamheid en infrastructuur (n=240) 100% 90%

1% 11%

2% 17%

1% 1% 9%

7% 6%

80%

22%

70% 60% 50% 40%

87%

81%

89% 64%

30% 20% 10% 0%

Pendelfonds

nooit van gehoord

REG-premies

naam is me bekend

Subsidies voor KMO's die selectief afval sorteren

aanvraag overwogen

Fonds voor Culturele Infrastructuur

aanvraag gedaan

gesteund

37

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: organisaties (7/7) Kennis en gebruik bij organisaties van instrumenten geclusterd onder doelstelling 7: ontwikkelen van een educatieve of participatieve werking (n=234) 100% 90% 80%

6% 6% 8%

70% 60% 50%

4% 4% 6%

3% 2% 4%

4% 3% 2%

2% 29%

26%

36%

34% 45%

40% 30% 20% 10% 0%

51%

65%

68%

56%

35%

Participatiedecreet

nooit van gehoord

Dynamo3-project

naam is me bekend

Brede School-project

EU-subsidies ikv levenslang leren, kunsteducatie en participatie

aanvraag overwogen

Subsidies voor natuur- en milieueducatieve projecten

aanvraag gedaan

gesteund

38

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: kunstenaars (1/2) Aan kunstenaars werd slechts een beperkte set voorgelegd: enkel de 6 van de 37 bevraagde instrumenten die toegankelijk zijn voor ‘particuliere’ kunstenaars (= zonder organisatiestructuur). 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

2% 1%5%

10%

21%

70%

nooit van gehoord

90%

1% 2% 23%

74%

naam is me bekend

1% 1% 10%

88%

aanvraag overwogen

1% 1% 3% 21%

74%

aanvraag gedaan

2% 1% 15%

83%

gesteund

39

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.4 Kennis en gebruik instrumenten: kunstenaars (2/2) Aan kunstenaars werd bijkomend gevraagd of het niet hebben van een juridische organisatiestructuur een bewuste keuze is. •

56% van de particuliere kunstenaars is er zich NIET van bewust dat heel wat financieringsinstrumenten enkel toegankelijk zijn voor organisaties.

•

De 44% die zich er wel van bewust is dat het niet hebben van een juridische organisatiestructuur hen beperkt in toegang tot het aanvullend financieel instrumentarium, “kiest er toch voor om geen juridische organisatiestructuur te hebben omdat”: – de activiteiten te beperkt zijn (55%) – de financiële drempel te hoog is (42%) – de tijdsinvestering te hoog is (35%)

40

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.5 Informatie- en adviesbronnen: belangrijkste vaststellingen ‘Informanten’ bij wie respondenten vandaag reeds te rade gaan: •

Peers zijn de belangrijkste eerstelijns infobron (aangeduid door 51% van de kunstenaars en 62% van de organisaties).

•

Overheidsdiensten en intermediaire organisaties komen op de 2e plaats – Administratie Cultuur en Kunstenloket zijn zowel voor kunstenaars als organisaties van belang (maar de resultaten zijn mogelijk vertekend door de samenstelling van het adressenbestand)

– Lokale overheden zijn van belang voor kunstenaars (24%), maar nog meer voor organisaties (58%). – Steunpunten spelen een rol voor ‘hun’ disciplines, maar er is een sterke variatie. Organisaties vinden er makkelijker de weg naartoe dan kunstenaars. – Belangenverenigingen spelen ook een rol, maar veel minder, en het minst voor kunstenaars.

•

Zakelijk bemiddelaars worden vaker door organisaties dan kunstenaars aangegeven als informatiebron.

•

De tevredenheid over bovenstaande dienstverleningen is overwegend hoog. 41

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.5 Informatie- en adviesbronnen: belangrijkste infobronnen Informatiekanalen die in de laatste 3 jaar geraadpleegd werden door respondenten voor informatie of advies over aanvullende financiering. (meerdere antwoorden mogelijk)

Andere kunstenorganisaties/kunstenaars

51%

Overheidsdienst/intermediaire organisatie

40%

62%

53%

28%

Zakelijke bemiddelaar

13% 18% 24%

Vrienden/familie

6% 5%

Onderwijsinstelling

0%

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Organisatie (n=296)

Particulier kunstenaar (n=531)

42

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.5 Informatie- en adviesbronnen: geraadpleegde kanalen Geraadpleegde kanalen “Vlaamse overheid & intermediairen” Niet-disciplinespecifieke intermediairen % geraadpleegd

waarvan % tevreden

Organisatie

% geraadpleegd

waarvan % tevreden

Kunstenloket*

63%

75%

Administratie Cultuur*

79%

81%

Administratie Cultuur*

50%

74%

Lokale overheid

58%

84%

Lokale overheid

24%

58%

Kunstenloket*

55%

89%

Particuliere kunstenaar

* Het belang van de Administratie Cultuur en het Kunstenloket kan mogelijk vertekend zijn ten gevolge van de samenstelling van de adresbestanden.

43

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.5 Informatie- en adviesbronnen: geraadpleegde kanalen Geraadpleegde kanalen “Vlaamse overheid & intermediairen” Disciplinespecifieke intermediairen, geraadpleegd door kunstenaars

% geraadpleegd

n (= aantal dat intermediairen raadpleegde)

% geraadpleegd (na correctie)

Artistieke specialisatie

Sectororganisatie

n (=artistieke specialisatie)

Muziek

MCV

137

8%

60

18%

Architectuur

VAi

10

40%

7

57%

VTi Theater

Beeldende kunsten

10% 94

22% 41

oKo

1%

3%

BAM

13%

34%

NICC VOBK

268

6% 0,3%

104

13% 1%

LEGENDE BIJ INTERPRETATIE VAN DE CIJFERS kolom 3: het aantal respondenten per discipline waarin het steunpunt of de belangenbehartiger actief is. kolom 4: het percentage van kolom 3 dat de optie "Vlaamse overheid & intermediairen" aanvinkte. kolom 5: het aantal respondenten van kolom 3 dat de optie "Vlaamse overheid & intermediairen" aanvinkte. kolom 6: dit is het gecorrigeerd resultaat: het percentage per discipline, ten aanzien van het aantal respondenten dat de optie "Vlaamse overheid & intermediairen" aanvinkte. * Opmerking: het resultaat voor architectuur is onbetrouwbaar omwille van het lage aantal respondenten.

44

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.5 Informatie- en adviesbronnen: geraadpleegde kanalen Geraadpleegde kanalen “Vlaamse overheid & intermediairen” Disciplinespecifieke intermediairen, geraadpleegd door organisaties

% geraadpleegd

n (= aantal dat intermediairen raadpleegde)

% geraadpleegd (na correctie)

Artistieke specialisatie

Sectororganisatie

n (=artistieke specialisatie)

Muziek

MCV

101

21%

54

39%

Architectuur

VAi

7

14%

2

50%

VTi Theater

Beeldende kunsten

24% 93

40% 55

oKo

25%

42%

BAM

21%

41%

NICC VOBK

80

6% 8%

42

12% 14%

LEGENDE BIJ INTERPRETATIE VAN DE CIJFERS kolom 3: het aantal respondenten per discipline waarin het steunpunt of de belangenbehartiger actief is. kolom 4: het percentage van kolom 3 dat de optie "Vlaamse overheid & intermediairen" aanvinkte. kolom 5: het aantal respondenten van kolom 3 dat de optie "Vlaamse overheid & intermediairen" aanvinkte. kolom 6: dit is het gecorrigeerd resultaat: het percentage per discipline, ten aanzien van het aantal respondenten dat de optie "Vlaamse overheid & intermediairen" aanvinkte. * Opmerking: het resultaat voor architectuur is onbetrouwbaar omwille van het lage aantal respondenten.

45

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.6 Behoefte aan advies en ondersteuning: belangrijkste vaststellingen

•

De behoefte aan advies en ondersteuning bij particuliere kunstenaars en organisaties is quasi identiek: – Ruim 80% van de respondenten heeft behoefte aan individueel advies (en bij ongeveer de helft krijgt deze behoefte de hoogste score). – De helft van de kunstenaars en ruim 60% van de organisaties hebben behoefte aan een subsidie- of steunwijzer (en bij ongeveer de helft krijgt deze behoefte de hoogste score). – De behoefte aan ‘tools en instrumenten’ en individuele coaching is minder uitgesproken, zowel in aantal als gewicht.

•

Er is daarnaast ook veel nood aan informatie en advies over andere zaken dan “aanvullend financieel instrumentarium”, namelijk over het volledige zakelijke en financiële plaatje.

46

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.6 Behoefte aan advies en ondersteuning: ongewogen scores Kunstenaar

Organisatie

Individueel advies op maat 82%


Subsidie- of steunwijzer: 54%


Zakelijke bijscholing 37%

Eenmalige workshops 36%



Coaching en begeleiding 33%


“Tools” 14%

“Tools” 23%

* Aan de respondent werd gevraagd een top 3 aan te duiden. Bij de ongewogen scores houden we hiermee geen rekening. De resultaten hierboven geven louter het aandeel respondenten weer die deze behoefte hebben aangeduid. ** Definities: zie slides terminologie (vooraan).

47

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.6 Behoefte aan advies en ondersteuning: gewogen scores Kunstenaar

Organisatie











“Tools” 5%

“Tools” 7%

* Aan de respondent werd gevraagd een top 3 aan te duiden. Bij de gewogen scores wordt dit gewicht meegenomen. Hierboven wordt het relatieve belang van elke optie getoond. ** Definities: zie slide terminologie (vooraan). 48

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.6 Behoefte aan advies en ondersteuning: open antwoorden (1/2) •

Terugkerende antwoorden op open vraag naar behoefte m.b.t. andere financiële en zakelijke onderwerpen * – Auteursrechten – BTW, fiscale aspecten, internationale fiscaliteit – Crowdfunding – Cumuleerbaarheid van subsidies – Europese mogelijkheden – Financieel management – Financiering van infrastructuur – Internationale samenwerking, deelname aan internationale events – Mecenaat, schenkingen – Sponsoring – Steun voor starters, kleinschalige projecten

* Dit is een alfabetische oplijsting van onderwerpen die aangestipt werden in de open antwoorden. Er is geen weging toegepast. De volgorde weerspiegelt geen volgorde van belangrijkheid.

49

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.6 Behoefte aan advies en ondersteuning: open antwoorden (2/2) •

Terugkerende antwoorden op open vraag m.b.t. behoefte aan informatie, advies en begeleiding * – Begeleiding bij subsidiedossiers – Begeleiding m.b.t. statuut: organisatiestructuur, kunstenaars-statuut, zelfstandige in hoofd- en bijberoep, kleine vergoedings-regeling, interimwerk, pensioen, … – Businessplan – Eén startpunt voor informatie over financiering – Individueel advies – Marketingkennis en -ondersteuning – Startende en kleine kunstorganisaties: advies over zeer concrete onderdelen van zakelijk beleid (boekhouding, vergoedingen, ...), steun voor kleinschalige projecten – Opleidingen, stages, masterclasses in buitenland

* Dit is een alfabetische oplijsting van onderwerpen die aangestipt werden in de open antwoorden. Er is geen weging toegepast. De volgorde weerspiegelt geen volgorde van belangrijkheid.

50

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.7 Samenvattende conclusies onderzoeksvraag 1 (1/3)

Klopt het dat bestaande aanvullende financieringsinstrumenten (naast subsidies van Kunsten en Erfgoed) weinig bekend zijn en/of aangesproken worden? 

Ja, dat klopt: het aanvullend instrumentarium is weinig gekend en weinig gebruikt… maar ook niet voor iedereen relevant.



Ondanks het weinig gekend zijn, stellen we wél ruime belangstelling vast voor ‘niet-artistieke’ doelstellingen die aan de grondslag liggen van het aanvullend instrumentarium (vooral de doelstelling “zakelijke en financiële professionalisering”).

 

Beide aspecten vinden we bij kunstenaars en bij organisaties terug. Afwijkende resultaten: – Particuliere kunstenaars ondervinden bijkomende drempels wegens het ontbreken van een organisatiestructuur. – Kleine organisaties (< 5 medewerkers) tonen explicieter “geen belangstelling” voor niet-artistieke doelstellingen dan grotere organisaties. 51

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.7 Samenvattende conclusies onderzoeksvraag 1 (2/3)  Vastgestelde drempels m.b.t. het aanvullend instrumentarium – De bekendheid van aanvullende financieringsinstrumenten is de eerste maar niet de enige drempel. – Er is een gebrek aan overzicht: de veelheid aan instrumenten van verschillende steunverleners is verwarrend. – Bovendien is er een grote complexiteit: er gelden telkens andere doelstellingen en vormvereisten. Dit creëert extra planlast. – Er is een onduidelijkheid over de relevantie van de maatregelen: de “letter” en “geest” van de toegangscriteria zijn niet altijd duidelijk. Dit kan leiden tot nutteloze aanvragen en frustraties. – Het belang van het hebben van een juridische organisatiestructuur als toegangscriterium voor aanvullende financiering is onbekend bij 56% van kunstenaars. Wanneer wél bekend, is het nog steeds een (gepercipieerde) drempel. 52

2. Kennis en gebruik instrumentarium 2.7 Samenvattende conclusies onderzoeksvraag 1 (3/3)  De huidige aanspreekpunten voor informatie en advies zijn: – Peers (andere kunstenaars en organisaties) – Administratie Cultuur – Kunstenloket – Lokale overheden – Steunpunten en belangenbehartigers (vaker voor organisaties) – Zakelijk bemiddelaars (vaker voor organisaties)  De top 3 van ondersteuningsbehoeften is identiek bij kunstenaars en organisaties: 1.

Individueel advies

2.

Subsidie- of steunwijzer

3.

Workshops en eenmalige opleidingen 53

3. Behoefte aan een tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest (onderzoeksvraag 2) 54

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.1 Onderzoeksvraag 2

ONDERZOEKSVRAAG 2 Is er nood aan een instrument tussen Minitoelage en CultuurInvest?  peilen naar behoefte en drempels m.b.t. leningen en kapitaalinvesteringen, met oog voor de profielkenmerken van de respondenten

Minitoelage: renteloos terugbetaalbaar krediet van maximaal 7.500€, voor particuliere kunstenaars CultuurInvest: achtergestelde leningen en kapitaalparticipaties van minimaal 50.000€, enkel voor organisaties met marktpotentieel  Opgelet: er is niet alleen een verschil tussen de bedragen en de voorwaarden, maar ook tussen de doelgroepen en doelstellingen van deze instrumenten.

55

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.2 Wat hebben we bevraagd? De peiling rond de tweede onderzoeksvraag was drieledig: 1.

Werd in de afgelopen 5 jaar een lening of participatie gezocht?

2.

Wat waren de kenmerken van de laatst aangevraagde lening of participatie? – Bedrag – Looptijd – Financier (incl. Minitoelage en CultuurInvest) – Drempels bij toekenning – Reden van niet-toekenning

3.

Bekendheid en gebruik van Minitoelage en CultuurInvest als financier voor leningen en participaties? 56

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.3 Behoefte aan leningen en participaties •

Zoektocht naar lening/krediet en/of participatie in de afgelopen 5 jaar – Kunstenaars: 20% zocht een lening/krediet (n=106) – Organisaties: • 27% zocht een lening/krediet (n=81) • 1% zocht een kapitaalparticipatie (n=2)

•

Toekenning van de meest recente lening/krediet of participatie – Kunstenaars: • 81% van de aangevraagde leningen/kredieten werd toegekend. • 19% van de aangevraagde leningen/kredieten werd geweigerd. – Organisaties: • 96% van de aangevraagde leningen/kredieten werd toegekend. • 4% van de aangevraagde leningen/kredieten werd geweigerd. • Beide aangevraagde participaties (n=2) waren nog in behandeling op het moment van de bevraging. 57

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – activiteit, bedrag en looptijd: belangrijkste vaststellingen

•

Wanneer de lening enkel dient voor materialen en ontwikkeling van artistieke projecten, zonder (onroerende) investeringen, blijft het leningbedrag onder 15.000€ (bij kunstenaars en organisaties).

•

Bedragen van meer dan 15.000€ dienen vooral voor (onroerende) investeringen, en voor combinaties van (onroerende) investeringen met materialen en/of ontwikkeling van artistieke projecten (bij kunstenaars en organisaties).

•

Kunstenaars lenen vaker kleine bedragen met korte looptijden.

•

Organisaties lenen zowel kleine als grote bedragen en zowel voor korte als lange looptijden.

•

Hoe hoger bedrag, hoe langer de looptijd (bij kunstenaars en organisaties).

58

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – activiteit, bedrag en looptijd: leenbedrag Kunstenaars: leenbedrag van de laatst aangevraagde lening (n=85) •

Bijna de helft van de kunstenaars leent 7.500€ of minder

7.501 15.000€; 15%

7.500€ of minder; 48%

15.00125.000€; 8%

25.00150.000€; 9%

Meer dan 50.000€; 19%

59

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – activiteit, bedrag en looptijd: leenbedrag Organisaties: leenbedrag van de laatst aangevraagde lening (n=78) •

Organisaties lenen diverse bedragen

•

Ongeveer de helft leent tussen 10.000 en 50.000€ 10.001 25.000€; 21%

10.000€ of minder; 18%

25.00150.000€; 26% Meer dan 100.000€; 22%

50.001100.000€; 14%

60

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – activiteit, bedrag en looptijd: activiteit Kunstenaars: activiteit waarvoor de lening dient • Voor de aankoop van materialen en/of ontw. projecten, zonder (roerende en onroerende) investeringen, blijft het leningbedrag onder 15.000€ Grootte leningbedrag per type activiteit - particulier kunstenaar

100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

14%

15% 36%

10%

25%

20%

45%

50%

20% 85%

86%

27%

50%

10%

13%

64% 9% 9% 9% Basismaterialen (n=11)

Ontwikkeling en uitvoering artistiek project (n=13)

7.500€ of minder * Aandachtspunt: n=laag!

40%

(On)roerende investeringen (n=22)

7.501 - 15.000€

Basismaterialen & Basismaterialen & ontw. en uitv. investeringen project (n=14) (n=10)

15.001-25.000€

25% Ontw. en uitv. project & investeringen (n=4)

25.001-50.000€

38%

Basismaterialen & ontw. en uitv. project & investeringen (n=8)

Meer dan 50.000€

61

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – activiteit, bedrag en looptijd: activiteit Organisaties: activiteit waarvoor de lening dient • Voor enkel materialen en projecten, zonder (roerende en onroerende) investeringen, blijft het leningbedrag in de helft van de gevallen onder 25.000€ Grootte leningbedrag per type activiteit - organisatie 100% 90% 80%

14% 33%

70% 60%

50%

36% 17%

50% 40% 30%

33%

20% 10% 0%

50%

17% Basismaterialen (n=6)


9%

21%

9%

25%

23%

29%

25% 9%


10.001 - 25.000€


25.001-50.000€

50.001-100.000€

Groei organisatie (n=4)

Meer dan 100.000€

62

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – activiteit, bedrag en looptijd: bedrag t.o.v. looptijd Kunstenaars: bedrag en looptijd • Kunstenaars lenen vaker kleine bedragen met korte looptijden Bedrag per looptijd - particulier kunstenaar 100% 90%

4%

6%

27%

20%

80%

55%

70%

20%

60% 50% 40%

94% 76%

40%

30%

10% 3%

20% 10% 0%

14%

Tot 1 jaar (n=16)


1 tot 4 jaar (n=25)

7.501 - 15.000€

15.001-25.000€

13%

17%

4 tot 10 jaar (n=15)

10 jaar of meer (n=29)

25.001-50.000€

Meer dan 50.000€

63

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – activiteit, bedrag en looptijd: bedrag t.o.v. looptijd Organisaties: bedrag en looptijd • Organisaties lenen zowel kleine als grote bedragen hoeper langer de- looptijd • Hoe groter het bedrag, Bedrag looptijd organisatie 100% 90% 80%

10%

9%

10%

9%

25%

70% 60%

13%

38%

35% 19%

50% 40%

5%

30% 20%

26%

17% 44%

38%

6% 11%

22%

10% 0%

61%

6% Tot 1 jaar (n=21)


1 tot 4 jaar (n=23)

10.001 - 25.000€

25.001-50.000€

4 tot 10 jaar (n=16)

50.001-100.000€

10 jaar of meer (n=18)

Meer dan 100.000€

64

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: belangrijkste vaststellingen (1/2)

Vaststelling 1: banken spelen een belangrijke rol op vlak van leningen, maar het beeld is genuanceerd. •

De bank is financier voor alle bedragen, maar vooral voor grotere bedragen en voor (roerende en onroerende) investeringen.

•

De bank is niet de eerste financier van artistieke projecten: dit geldt het sterkst bij kunstenaars.

•

De bank is slechts ten dele financier voor de aankoop van basismaterialen; dit geldt het sterkst bij kunstenaars.

65

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: belangrijkste vaststellingen (2/2)

Vaststelling 2: naast banken spelen “Family, Friends & Fools” een belangrijke rol als financier. •

Voor kunstenaars – – –

•

Family, Friends & Fools hebben gemiddeld een even grote rol als financier dan banken. Ze hebben een grotere rol dan banken voor de kleinere bedragen tot max. 15.000€. Ze hebben een grotere rol dan banken voor de aankoop van materialen en voor artistieke projecten.

Voor organisaties – Algemeen: Family, Friends & Fools hebben een kleinere rol dan banken, en lijken vooral belangrijk voor kunstenaars-met-organisatie. (opgelet: n = laag!) – Ze hebben een grotere rol naarmate het leenbedrag lager is (<25.000€) – Ze hebben een grotere rol voor de aankoop van basismaterialen en voor artistieke projecten dan voor investeringen. 66

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: algemeen Kunstenaars en organisaties: leningen - financiers algemeen • Belangrijke rol voor “Family, Friends & Fools” en banken, bij kunstenaars en organisaties Type financier algemeen 100%

6% 1% 14%

8% 1%

90% 80% 70%

45%

60% 50% 40%

78%

30% 46%

20% 10% 0%

Particulier kunstenaar (n=85)

Bank

Vrienden en familie

Organisatie (n=78)

Minitoelage/CultuurInvest

Andere

67

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: algemeen Binnen de groep van organisaties: leningen - financiers algemeen • De rol van Family, Friends & Fools en banken is groter bij ‘kunstenaarsmet-organisatie’ Type financier algemeen 100% 90%

5% 2% 12%

15%

80% 23%

70% 60% 50% 40%

82% 62%

30% 20% 10% 0%

organisaties (n=65)

Bank

Vrienden en familie

"Kunstenaar-organisatie" (n=13)

CultuurInvest

Andere

68

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: financier t.o.v. activiteit Kunstenaars: Leningen - financier t.o.v. activiteit • Family, Friends & Fools zijn belangrijk voor projecten en aankoop materialen • Banken zijn zeer belangrijk voor (onroerende) investeringen, maar niet voor artistieke projecten en slechts ten dele voor aankoop van basismaterialen. Type financier per type activiteit - particulier kunstenaar 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

15% 55%

8%

69%

9% 9%

14% 50% 71%

100%

82% 50%

45%


Bank

50%

14%

8% Basismaterialen (n=11)

50%


Basismaterialen & Basismaterialen & Ontw. en uitv. Basismaterialen & ontw. en uitv. investeringen project & ontw. en uitv. project (n=14) (n=10) investeringen project & (n=4) investeringen (n=8)

Vrienden en familie

Minitoelage

* Aandachtspunt: n=laag! Bv. Minitoelage: 8% van 13 betekent slechts 1 observatie

Andere

69

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: financier t.o.v. activiteit Organisaties: Leningen - financier t.o.v. activiteit • Banken zijn de belangrijkste financier voor organisaties • Niettemin is er ook een rol voor Family, Friends & Fools Type financier per type activiteit - organisatie

100% 90% 80%

21%

33%

9% 5%

25%

70% 60% 50% 40% 30%

79%

67%

86%

75%

20% 10% 0%

Basismaterialen (n=6)


Bank

Vrienden en familie


Cultuurinvest

Andere

* Aandachtspunt: n=laag! Gecombineerde opties worden niet getoond omwille van te lage n.

Groei organisatie (n=4)

70

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: financier t.o.v. bedrag Kunstenaars: leningen - financier t.o.v. bedrag • Family, Friends & Fools zijn zeer belangrijk voor bedragen tot max. 15.000€ • Hun belang neemt af met de hoogte van het bedrag. Ze zijn relevant tot max. Financier per bedrag - particulier kunstenaar 25.000€. 100% 90%

8%

10% 2%

13% 29%

80% 70%

6%

46%

60% 50%

71%

100%

40% 30% 46%

20% 10% 0%

81%

71%

17% 7.500€ of minder (n=41)

* Aandachtspunt: n=laag!

7.501 - 15.000€ (n=13)

Bank

15.001-25.000€ (n=7)

Vrienden en familie

25.001-50.000€ (n=8)

Minitoelage

Andere

Meer dan 50.000€ (n=16)

71

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – financiers: financier t.o.v. bedrag Organisaties: leningen - financier t.o.v. bedrag • Het belang van de bank neemt toe met de hoogte van het bedrag. • “Family, friends & fools” zijn relevant voor bedragen tot max. 25.000€ Financier per bedrag - organisatie

100% 90%

7%

80% 70%

5% 5%

13%

12%

25%

43%

60% 50% 40% 30% 20%

100%

90%

88%

63%

50%

10% 0%

10.000€ of minder (n=14) 10.001 - 25.000€ (n=16)

* Aandachtspunt: n=laag!

Bank

25.001-50.000€ (n=20)

Vrienden en familie

50.001-100.000€ (n=11)

CultuurInvest

Andere

Meer dan 100.000€ (n=17)

72

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – drempels: belangrijkste vaststellingen

•

•

Niet alle financiers vragen een borgstelling: –

Banken meestal wel: 84% bij organisaties, 74% bij kunstenaars

–

Family, Friends & Fools ook, maar minder vaak: 55% bij organisaties, 32% bij kunstenaars

Organisaties moeten vaker dan kunstenaars een borgstelling geven. 

•

Hypothese: dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat ze vaker grotere bedragen lenen (maar het aantal respondenten is te laag om hier met zekerheid uitspraken over te kunnen doen).

Door het lage aantal respondenten is het niet mogelijk om betrouwbare conclusies te maken m.b.t. andere drempels.

73

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – drempels: algemeen •

•

•

Borgstelling* als drempel bij afgewezen leningen –

Als drempel aangegeven door 1 op 5 van de kunstenaars (n=20)

–

Door geen enkele organisatie aangegeven als drempel (maar slechts 3 observaties)

Andere drempels bij afgewezen leningen – kunstenaars –

1 op 2 voldeed niet aan de vereiste criteria (n=20)

–

Slechts 1 respondent gaf aan dat de aanvraagtermijnen of instapmomenten niet goed vielen, en bij 1 respondent was het bedrag onvoldoende om de behoefte te dekken.

Andere drempels bij afgewezen leningen – organisaties –

2 van de 3 respondenten gaven aan dat de aanvraagtermijnen of instapmomenten niet goed vielen.

* “Borgstelling” werd niet gedefinieerd in de enquête. De invulling ervan betreft dus een eigen interpretatie door de respondent.

74

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – drempels: borgstelling t.o.v. type financier Borgstellingsvoorwaarde opgelegd per type financier • • •

Borgstelling wordt meestal gevraagd door banken, maar niet altijd. Er wordt ook borgstelling gevraagd door “Family, Friends & Fools”, maar minder vaak. Organisaties moeten vaker een borgstelling geven dan kunstenaars, zowel bij banken als bij “Family, Friends & Fools”. Organisatie Organisatie

Kunstenaar Particulier kunstenaar Bank (n=39)

Bank (n=61)

74%

Vrienden en familie (n=38)


32%

0%

20%

40%

84%

60%

80%

100%

55%

0%

20%

40%

60%

* Aandachtspunt: n is te laag bij ‘Minitoelage, CultuurInvest en “andere’’. Resultaten worden om die reden niet getoond.

80%

100%

75

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – drempels: borgstelling t.o.v. bedrag Borgstellingsvoorwaarde opgelegd per bedrag •

De vraag naar borgstelling lijkt op te lopen met de hoogte van het bedrag, maar door het lage aantal respondenten kunnen hier niet met zekerheid uitspraken over gedaan worden.

Kunstenaar

* Aandachtspunt: n is laag!

Organisatie

76

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.4 Leningen – drempels: borgstelling als hinderpaal Borgstelling als drempel ondervonden bij toegekende leningen • Borgstelling was vaker bij banken een drempel. Bij kunstenaars was dit vaker een sterke hinderpaal, bij organisaties vaker een beperkte hinderpaal. • Bij kunstenaars gold dit in beperktere mate ook bij “Family, Friends & Fools”. Particulier kunstenaar Kunstenaar 100% 80% 60%

17%

24%

17%

21%

100%

67%

55%

17%

45% 83%

40% 20%

0%

14%

80% 60%

40% 20%

Organisatie Organisatie

41%

0% Bank (n=29) Geen hinderpaal


Beperkte hinderpaal

Sterke hinderpaal

* Aandachtspunt: n bij vrienden en familie is laag!

Bank (n=51) Geen hinderpaal


Beperkte hinderpaal

Sterke hinderpaal

77

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.5 Participaties: belangrijkste vaststellingen •

Participaties werden enkel bevraagd bij organisaties vermits participaties niet toegankelijk zijn voor (particuliere) kunstenaars of kunstenaars zonder organisatiestructuur.

•

Slechts 2 respondenten zochten een participatie in de afgelopen 5 jaar.

•

Slechts 1 respondent deed een aanvraag bij CultuurInvest.

•

Twee participaties waren nog in behandeling op het moment van de bevraging: •

Respondent 1: nog in verwerking

•

Respondent 2: aanvraag tussen 2 aanvraagrondes in, en nog geen uitspraken in verband met de volgende ronde



Op basis van deze aantallen zijn geen uitspraken hard te maken over kenmerken, gebruik en drempels bij kapitaalparticipaties. 78

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.6 Bekendheid Minitoelage en CultuurInvest Minitoelage (bij kunstenaars) en CultuurInvest achtergestelde leningen en kapitaalparticipaties (bij organisaties), zijn weinig gekend en worden weinig gebruikt. 100% 90% 80%

1% 5%

2%

6%

4%

1%

21%

70%

51%

42%

60% 50% 40% 30%

70% 43%

20%

52%

10% 0% Minitoelage (n=483) nooit van gehoord

CultuurInvest Kapitaalparticipaties (n=264)

naam is me bekend

aanvraag overwogen

CultuurInvest Achtergestelde Leningen (n=264) aanvraag gedaan

gesteund

79

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.7 Samenvattende conclusies onderzoeksvraag 2 (1/4) Is er nood aan een instrument tussen Minitoelage en CultuurInvest? 

Er is inderdaad een financieringsbehoefte: 1/5 van de kunstenaars en 1/4 van de organisaties zocht de afgelopen 5 jaar een lening, waarvan het merendeel toegekend werd.



De spreiding in financieringsbehoeften is bij kunstenaars ongelijk :



–

Ze hebben vaker nood aan kleine bedragen: bijna 1/2 leent 7.500€ of minder (48%).

–

Ze hebben ook nood aan grote bedragen: bijna 1/5 leent meer dan 50.000€ (19%).

De spreiding in financieringsbehoeften bij organisaties is gelijkmatiger en het leenbedrag is gemiddeld hoger dan bij kunstenaars. –

18% leent minder dan 10.000€.

–

47% leent bedragen tussen 10.000 en 50.000€

–

36% leent meer dan 50.000€. 80

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.7 Samenvattende conclusies onderzoeksvraag 2 (2/4) Is er nood aan een instrument tussen Minitoelage en CultuurInvest? 



Er zijn inderdaad financieringsbehoeften die buiten de huidige budgeten doelgroepmarges van beide instrumenten vallen: –

Voor kunstenaars dekt de Minitoelage vandaag slechts 48% af van de potentiële behoefte aan kleine leningen (= bedragen tot 7.500€). Kunstenaars-met-organisatie komen vandaag niet in aanmerking.

–

Voor organisaties dekt CultuurInvest vandaag slechts 36% af van de potentiële behoefte aan grote leningen (= bedragen vanaf 50.000€). Enkel organisaties met marktpotentieel komen in aanmerking voor een achtergestelde lening.

–

Bij organisaties is er in dit onderzoek weinig vraag naar participaties, maar de respondenten zijn vooral particuliere kunstenaars en kleine organisaties die vermoedelijk niet tot de doelgroep behoren.

De instrumenten van CultuurInvest en de Minitoelage zijn bovendien nauwelijks bekend. 81

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.7 Samenvattende conclusies onderzoeksvraag 2 (3/4) 

Kunstenaars en organisaties vinden echter wél de weg naar andere ‘klassieke’ financiers: •

Banken spelen een belangrijke rol op vlak van leningen voor organisaties en kunstenaars, maar: – – –

•

Vooral voor grotere bedragen, ifv (roerende en onroerende) investeringen Niet voor artistieke projecten Slechts ten dele voor de aankoop van materialen

Family, Friends & Fools spelen ook een belangrijke rol: – –

Vooral voor kunstenaars maar ook voor (kleine) organisaties Vooral voor kleinere bedragen (tot max. 25.000€)

82

3. Nood aan tusseninstrument tussen Minitoelage en CultuurInvest 3.7 Samenvattende conclusies onderzoeksvraag 2 (4/4) 

De ‘gaps’ tussen Minitoelage, CultuurInvest, banken en “Family, Friends & Fools”: –

Kunstenaars: •

Kunnen niet terecht bij de Minitoelage als ze meer dan 7.500€ zoeken en/of een organisatiestructuur hebben.

•

Kunnen als alternatief niet of moeilijk terecht bij banken wanneer dit geld bedoeld is voor projecten en materialen. Dit komt vaak voor bij bedragen tot 15.000€.

•

Kunnen als alternatief niet allemaal terecht bij vrienden of familie, en minder vaak voor grote bedragen. Er wordt ook vaak een vorm van borgstelling gevraagd die soms een drempel is.

–

Organisaties: •

Kunnen niet terecht bij CultuurInvest als ze geen aantoonbaar marktpotentieel hebben. Dat geldt voor een groot deel van de sector.

•

Kunnen als alternatief niet of moeilijk terecht bij banken als dit geld bedoeld is voor projecten en materialen en/of als ze niet voldoen aan criteria zoals borgstelling.

•

Kunnen minder makkelijk terecht bij vrienden en familie, en minder vaak voor grote bedragen. 83

4. Beleidsaanbevelingen 84

4. Beleidsaanbevelingen 4.1 Overwegingen vooraf Aanvullende financiering is slechts één aspect van cultureel ondernemerschap: optimalisering van eigen inkomsten binnen een nog breder zakelijk en financieel kader van kunstenaar of organisatie

Interne optimalisatie op zakelijk en financieel vlak

Inkomstenverwerving

Externe optimalisatie via bv. coproducties, shared services, samenwerking = aanvullende financiering via overheidsinstrumentarium

85

4. Beleidsaanbevelingen 4.1 Overwegingen vooraf

De basisredenering moet zo veel mogelijk vertrekken vanuit de behoeften van de kunstenaars en organisaties: “een begeleide en zo gemakkelijk mogelijke toegang tot een relevant zakelijk instrumentarium, financieel en niet-financieel, dat kunstenaars en organisaties helpt om de uitoefening van hun artistieke praktijk mogelijk te maken”

86

4. Beleidsaanbevelingen 4.1 Overwegingen vooraf Aandachtspunten voor de overheid • •

•

Vergaar inzicht in de vereiste competenties en de behoeften van potentiële gebruikers en onderzoek wat de overheid of derden hieraan kunnen doen. Zorg voor voldoende kennis van doelstellingen, instrumentarium en criteria van diverse aanbieders (naar de ‘letter’ en de ‘geest’) en streef naar optimalisering van dit instrumentarium. Maak werk van actieve bemiddeling tussen (potentiële) gebruikers en instrumentarium.

Divers instrumentarium van verschillende aanbieders

actieve bemiddeling

Divers veld van potentiële gebruikers

87

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Quick wins Belang van quick wins: snelle resultaten voor zaken die makkelijk(er) aan te pakken zijn

•

Optimaliseren van de communicatie over het huidige specifieke instrumentarium van Kunsten en Erfgoed en CultuurInvest –

Pro-actief en rechtstreeks naar de beoogde doelgroepen (sector)

–

Naar en via relevante intermediairen: steunpunten, lokale overheden, zakelijk bemiddelaars, belangenbehartigers, … maar ook banken, boekhouders, …

–

Naar andere relevante beleidsdomeinen Vlaamse overheid, zodat ook zij zicht hebben op het instrumentarium binnen de kunsten (en/of CCSsectoren).

•

De eigen instrumenten van Agentschap Kunsten en Erfgoed optimaliseren (bv. Minitoelage)

•

Beter informeren van voor de kunstensector relevante intermediairen over de reeds bestaande zakelijke en financiële dienstverlening van het Kunstenloket, Agentschap Ondernemen, VLEVA, e.a. met het oog op betere doorverwijzing van de sector.

88

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Tusseninstrument Minitoelage – CultuurInvest: basisredenering (1/3) Overwegingen m.b.t. Minitoelage en CultuurInvest Bij het formuleren van beleidsaanbevelingen m.b.t. de Minitoelage en CultuurInvest en/of een eventueel tusseninstrument, laten wij ons bewust mee leiden door de algemene vaststellingen en inzichten uit dit onderzoek. We formuleren deze hier als voorafgaande overwegingen:

1. Een instrument heeft slechts zin indien er (continu) een voldoende ruime budgetlijn beschikbaar is om er een voldoende groot gedeelte van de beoogde doelgroep mee te kunnen helpen, en indien ook de bijhorende servicekost verzekerd is. 

Zonder een toereikend basisbudget heeft het geen enkele zin om specifieke instrumenten aan te bieden.



Dit geldt op dit moment bv. voor de Minitoelage, wat meteen tot volgende beleidsaanbeveling leidt: “Indien niet in een continu toereikend basisbudget kan worden voorzien, dan heeft het geen zin om dit instrument te behouden, laat staan uit te breiden en te optimaliseren”. 89

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Tusseninstrument Minitoelage – CultuurInvest: basisredenering (2/3) Overwegingen m.b.t. Minitoelage en CultuurInvest

2. De financieringsbehoeften bij kunstenaars en organisaties zijn gespreid, weliswaar met een overwicht voor kleine bedragen tot 15.000€ bij kunstenaars, en tussen 10.000 en 50.000€ bij organisaties. Beide instrumenten bieden daar slechts ten dele een antwoord op, zowel naar leenbedrag als doelgroep.  Bijsturing van het instrumentarium is zinvol.

3. Beide instrumenten zijn niet of nauwelijks bekend. 

Van belang om werk te maken van doelgerichte communicatie en promotie van deze instrumenten naar relevante doelgroepen. Zowel van de huidige, geoptimaliseerde als van (eventueel) nieuwe instrumenten.

4. De veelheid, versnippering en complexiteit qua toegangsvoorwaarden van de instrumenten is problematisch voor de potentiële gebruikers.  Dit pleit tegen de creatie van nog maar eens een nieuw instrument bovenop het bestaande instrumentarium.  Dit pleit voor een vereenvoudiging van het bestaande instrumentarium. 90

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Tusseninstrument Minitoelage – CultuurInvest: basisredenering (3/3) Overwegingen m.b.t. Minitoelage en CultuurInvest

5. De veelheid en versnippering van aanbieders is een probleem, evenals het ontbreken van logica in wie wat aanbiedt.  Dit pleit voor het zoveel mogelijk clusteren van specifiek op de kunstensector georiënteerde instrumenten bij telkens één specifieke aanbieder (bv. subsidies, leningen/kredieten, bemiddeling,...)  Dit pleit voor het vermijden van specifieke instrumenten voor de kunstensector als hiervoor een goed ‘generiek’ alternatief bestaat.

6. Kunstenaars en organisaties vinden vandaag makkelijk(er) de weg naar andere, ‘klassieke’ financiers: enerzijds banken, anderzijds “Family, Friends & Fools”. 

Specifieke instrumenten en aanbieders voor de kunstensector zijn misschien niet altijd de best mogelijke oplossing. De overheid zou bv. ook kunnen inzetten op hefboomeffecten door het verlagen van de drempels tot al gekende, ‘klassieke’ financiers. 91

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Tusseninstrument Minitoelage – CultuurInvest: mogelijke scenario’s Verschillende scenario’s kunnen mogelijk een antwoord bieden op hogergenoemde voorafgaande overwegingen (met uitzondering van overweging 1, die als absolute voorwaarde geldt voor elk scenario). Bepaalde scenario’s kunnen eventueel ook met elkaar gecombineerd worden. Scenario 1: optimalisatie huidig instrumentarium 1.A Optimalisatie en/of uitbreiding van de Minitoelage 1.B Optimalisatie en/of uitbreiding van de CultuurInvest-instrumenten (achtergestelde leningen en participaties) Scenario 2: uitbesteding Minitoelage + optimalisatie CultuurInvest 2.A CultuurInvest uitbouwen tot dé kredietverstrekker voor de CCS 2.B Uitbesteding Minitoelage aan een andere (micro)kredietverstrekker Scenario 3: afschaffen Minitoelage en inzetten op hefboomwerking via andere financiers (+ optimalisatie CultuurInvest)

92

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 1: optimalisatie huidig instrumentarium Scenario 1: “optimalisatie huidig instrumentarium” 1.A Minitoelage (1/2) •

Uitgangspunt: behoud van dit instrument bij Kunsten en Erfgoed, mits optimalisaties.

•

Optimalisaties –

Behoud van dit instrument bij Kunsten en Erfgoed impliceert dat het formeel een ‘terugbetaalbare subsidie’ is en geen klassieke lening of (micro)krediet. Desgevallend moet het onderscheid met de klassieke subsidies beter geduid worden: er zijn geen artistieke criteria zoals bv. bij Kunstendecreet.

–

De huidige (heel gunstige) toegangsvoorwaarden blijven behouden vermits het formeel een terugbetaalbare subsidie betreft: geen rente, ruime terugbetalingstermijn, geen borgstelling, …

–

Om een relevant aantal actoren te kunnen helpen, is een ruimere budgetlijn cruciaal, met automatische aanvulling van kapitaal bij verlies (ten gevolge van niet-terugbetalingen) en dekking van de servicekost.

–

Om een relevant aantal actoren effectief te bereiken, is er nood aan actieve en gerichte bekendmaking van het bestaan en de relevantie van dit instrument.

93

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 1: optimalisatie huidig instrumentarium Scenario 1: “optimalisatie huidig instrumentarium” 1.A Minitoelage (2/2) •

Relevante potentiële uitbreidingen –

Het maximumbedrag optrekken tot 15.000€, dekt theoretisch een segment af van 62% van de financieringsnoden van kunstenaars (ipv 48% vandaag). *

–

Het maximumbedrag optrekken tot 25.000€, dekt theoretisch een segment af van 70% van de financieringsnoden van kunstenaars. *

•

Minder relevante potentiële uitbreidingen –

Geen maximumbedrag opleggen is een mogelijke piste om het volledige spectrum aan financieringsnoden af te dekken, maar dan is het geen ‘mini’-toelage meer.

–

Uitbreiding naar organisaties is een mogelijke piste ter vereenvoudiging van het instrumentarium. Mogelijk kan dit wel een zinvolle oplossing zijn voor de specifieke groep ‘kunstenaars-met-een-organisatie’, die nu uit de boot valt. Volgens de gedetecteerde behoeften zou dit theoretisch een segment van slechts 18% van de financieringsnoden afdekken van de volledige groep ‘organisaties’; de groep kunstenaars-met-organisatie is helaas te klein voor aparte analyses.

(* In deze redenering toetsen we de gedetecteerde behoefte aan leningen af aan de criteria van de instrumenten.)

94

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 1: optimalisatie huidig instrumentarium Scenario 1: “optimalisatie huidig instrumentarium” 1.B CultuurInvest: achtergestelde leningen + participaties (1/3) •

Optimalisaties ̶ ̶

•

Er is nood aan een betere bekendmaking van de CultuurInvest achtergestelde leningen en participaties bij de kerndoelgroep “organisaties met marktpotentieel”. Er is specifiek nood aan extra communicatie dat de achtergestelde leningen ondertussen ook voor (gesubsidieerde) organisaties zonder winstoogmerk toegankelijk zijn. Bv. voor organisaties die commerciële activiteiten willen ontplooien om hun financiële afhankelijkheid te verminderen bij het behalen van hun artistieke doelstellingen. Zij dienen een financieel plan te kunnen voorleggen. Potentieel relevante uitbreidingen

̶

̶

̶

De instapdrempel voor achtergestelde leningen verlagen tot 25.000€, dekt theoretisch een segment af van 62% van de financieringsnoden van organisaties (i.p.v. 36% vandaag, en zonder rekening te houden met marktpotentieel). * Een verlaging tot 10.000€ dekt theoretisch een segment af van 83% van de financieringsnoden van organisaties (+21%, en zonder rekening te houden met marktpotentieel). * Het afschaffen van de instapdrempel dekt theoretisch 100% van de noden af. (* In deze redenering toetsen we de gedetecteerde behoefte aan leningen af aan de criteria van de instrumenten.)

95


Potentieel minder relevante uitbreidingen ̶

•

Toegankelijk maken van achtergestelde leningen voor kunstenaars (zonder organisatie) met behoud van de huidige instapdrempel van 50.000€, dekt theoretisch een segment af van 19% van de financieringsnoden bij deze groep. * Zelfs met verlaging van de drempel naar 25.000€ dekt dit slechts een theoretisch segment af van 28% van de financieringsnoden. * Bovendien gaat dergelijke uitbreiding in tegen het huidige opzet CultuurInvest: investeren in groei van KMO’s met marktpotentieel, dus niet voor particulieren.

̶

Organisaties tonen in dit onderzoek geen behoefte aan participaties. Voor deze populatie zijn er geen argumenten om de drempel voor participaties te verlagen. ̶

Het openstellen van participaties voor kunstenaars lijkt weinig zinvol: niet alleen gaat dit in tegen de geest van CultuurInvest, bovendien zijn de minimumeisen van organisatiestructuur en financieel plan logische drempels. Alternatief voor uitbreiding van CultuurInvest: de overheid kan ook inspelen op het verlagen van de drempels bij de klassieke financiers (zie verder). (* In deze redenering toetsen we de gedetecteerde behoefte aan leningen af aan de criteria van de instrumenten.)

96


Randvoorwaarden bij uitbreiding van de leningen ̶

̶

̶

̶

Kunstenaars en organisaties vinden makkelijk(er) de weg naar banken en “Family, Friends & Fools”. Om een relevante rol te behouden, tegenover of aanvullend aan deze financiers, dient CultuurInvest (blijvend) betere toegangsvoorwaarden en begeleiding te bieden die rekening houden met de eigenheid van de kunstpraktijk (bv. lagere rente, ruimere terugbetalingstermijnen, haalbare borgstelling). Een uitbreiding van de doelgroep van CultuurInvest impliceert een herpositionering. Een uitbreiding van CultuurInvest impliceert meer dossiers. Dit vereist desgevallend dan ook meer kapitaal in de budgetlijn. Bij uitbreiding van Cultuurinvest, met meer en kleinere dossiers, dient verder onderzocht te worden in hoeverre er nood is aan meer middelen of een andere werkwijze voor CultuurInvest om deze te kunnen begeleiden.

97

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 1: optimalisatie huidig instrumentarium Scenario 1: “optimalisatie huidig instrumentarium” Voor- en nadelen van het optimalisatiescenario •

Algemene voordelen van het optimalisatiescenario –

Snel te implementeren, er kan voortgebouwd worden op wat er al is.

–

Zowel het agentschap Kunsten en Erfgoed als CultuurInvest zijn vertrouwd met de specifieke eigenheid van de kunstenpraktijk.

•

Specifieke voordelen van het optimalisatiescenario Minitoelage –

•

Het agentschap Kunsten en Erfgoed houdt rechtstreekse invloed op de besteding van de middelen. Specifieke voordelen van het optimalisatiescenario CultuurInvest

–

Het agentschap Kunsten en Erfgoed houdt invloed op de besteding van de middelen via de beheersovereenkomst met CultuurInvest.

–

CultuurInvest is gespecialiseerd in de technische materie van leningen en participaties en kan actieve begeleiding bieden, wat een meerwaarde is ten opzichte van ‘klassieke’ financiers. 98

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 1: optimalisatie huidig instrumentarium Scenario 1: “optimalisatie huidig instrumentarium” Voor- en nadelen van het optimalisatiescenario •

Algemene nadelen van dit optimalisatiescenario –

De ‘gap’ sluiten is moeilijker vanuit meerdere aanbieders, de budgetlijnen zijn versnipperd.

–

Dit is minder overzichtelijk voor de potentiële gebruikers en het is moeilijker om hen op maat te begeleiden omdat de expertise en de tools verspreid zitten.

•

Specifieke nadelen van optimalisatiescenario Minitoelage –

Mogelijk blijvende onduidelijkheid bij potentiële gebruikers over de betekenis van een ‘terugbetaalbare subsidie’ tegenover een gewone subsidie.

–

Als agentschap Kunsten en Erfgoed bij de potentiële gebruikers van de Minitoelage gepercipieerd wordt als ‘kredietverstrekker’, is de rolverdeling ten opzichte van CultuurInvest onduidelijk.

99

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 2: uitbesteding Minitoelage (+ optimalisatie CultuurInvest) Scenario 2: “uitbesteding Minitoelage + optimalisatie CultuurInvest” 2.A CultuurInvest uitbouwen tot dé kredietverstrekker voor de CCS •

Uitgangspunt: vereenvoudiging door alle specifieke kredieten voor de CCS onder één dak bij één gespecialiseerde partij onder te brengen, zowel kleine (equivalent van de huidige Minitoelage) als grote bedragen (achtergestelde leningen en participaties), zowel voor kunstenaars als organisaties.

•

Potentieel instrumentarium –

Optie 1: behoud en/of uitbreiding Minitoelage, mits optimalisatie cfr. scenario 1 én een naamwijziging (‘toelage’ impliceert ‘subsidie’).

–

Optie 2: omvormen van Minitoelage tot een bredere lijn ‘microkredieten’ met eventueel andere voorwaarden, en volledig gecoördineerd met de achtergestelde leningen.

100


Randvoorwaarden –

Herpositionering van CultuurInvest.

–

Steeds voldoende meerwaarde bieden in vergelijking met ‘klassieke’ financiers (banken en “Family, Friends & Fools”), met toegangsvoorwaarden en begeleiding die rekening houden met de eigenheid van de kunstenpraktijk.

–

Actieve bekendmaking van de specifieke relevantie voor potentiële gebruikers.

–

Voldoende ruime budgetlijn + dekking servicekost + automatische aanvulling van kapitaal bij verlies ten gevolge van niet-terugbetaling.

101


Algemene voordelen van uitbesteding Minitoelage aan CultuurInvest –

Heldere rolverdeling: agentschap Kunsten en Erfgoed voor (kunsten)subsidies, CultuurInvest voor (CCS-)leningen en participaties.

–

Vereenvoudiging en afstemming van het leeninstrumentarium kan makkelijker gerealiseerd worden bij één aanbieder.

–

Het agentschap Kunsten en Erfgoed behoudt invloed op de verdeling en besteding van de middelen via de beheersovereenkomst met CultuurInvest.

–

CultuurInvest is vertrouwd met de specifieke eigenheid van de kunstenpraktijk.

–

CultuurInvest is gespecialiseerd in de technische materie van leningen en participaties en kan actieve begeleiding bieden, wat een meerwaarde is ten opzichte van ‘klassieke’ financiers.

102


̶

Specifieke voordelen van optie 2 ( = omvormen Minitoelage tot microkrediet): ̶

Verdere vereenvoudiging van het instrumentarium door afstemming van de criteria, met potentieel tot sluiten van de ‘gap’. ̶

Dienstverlening op maat is mogelijk over het hele behoeftespectrum: één organisatie biedt verschillende producten aan. Meer vrijheid in het bepalen van de criteria: er kan bv. geopteerd worden om een lage rente te vragen ter afdekking van een deel van de servicekost.

103


Nadelen van uitbesteding van Minitoelage aan CultuurInvest –

•

Er is mogelijk minder beleidsautonomie voor het agentschap Kunsten en Erfgoed wegens de PPS-constructie. Specifieke nadelen van optie 2 ( = omvormen Minitoelage tot microkrediet en afstemmen op voorwaarden achtergestelde leningen):

–

CultuurInvest heeft op dit moment geen specifieke expertise in microkredieten.

–

De omvorming vraagt een investering van geld en tijd.

–

Er is vermoedelijk permanent meer kapitaal nodig, alsook extra middelen voor de begeleiding.

104

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 2: uitbesteding Minitoelage (+ optimalisatie CultuurInvest) Scenario 2: “uitbesteding Minitoelage + optimalisatie CultuurInvest” 2.B Uitbesteden van de Minitoelage aan een andere (micro)kredietverstrekker •

Uitgangspunt: vereenvoudiging door de Minitoelage om te vormen tot een volwaardig microkrediet, het onder te brengen bij in microkredieten gespecialiseerde partijen, en het zowel toegankelijk te maken voor kunstenaars als organisaties.

•

Potentieel instrumentarium

•

–

Optie 1: een ‘klassiek’ microkrediet met dezelfde voorwaarden als reeds bestaande microkredieten (bv. voor de noord-zuidsector).

–

Optie 2: een specifieke budgetlijn voor microkredieten voor de kunstensector en/of (mensen en organisaties met een creatiefunctie in) de ruimere CCS-sectoren. Potentiële aanbieders: er kan voor geopteerd worden om dit vrij te laten aanbieden, ofwel kan deze opdracht aanbesteed worden. Mogelijke gesprekspartners om deze piste verder te verkennen: Participatiefonds, Hefboom vzw, Koning Boudewijnstichting, Netwerk Rentevrij, Triodos, …

105


Voordelen van uitbesteding aan (micro)kredietverstrekkers –

Vereenvoudiging door de op een microkrediet lijkende Minitoelage onder te brengen bij aanbieders van microkredieten.

–

Begeleiding door partijen die gespecialiseerd zijn in (micro)kredietverstrekking.

–

Vereenvoudiging door de ‘Minitoelage’ af te stemmen op andere (micro)kredieten, met maximale afstemming op de gedetecteerde behoeften.

–

Meer vrijheid in het bepalen van de criteria: er kan bv. geopteerd worden om een lage rente te vragen ter afdekking van een deel van de servicekost.

•

Specifieke voordelen van optie 2 (specifieke budgetlijn voor kunsten of CCS) –

De garantie dat de middelen nog steeds terecht blijven komen bij de beoogde doelgroep van kunstenaars en kunstenorganisaties.

106


Nadelen van uitbesteding aan (micro)kredietverstrekkers –

Bij deze partijen is er vandaag vermoedelijk geen kennis van de specifieke eigenheid van de kunstpraktijk, met risico op onvoldoende aangepaste voorwaarden en begeleiding.

–

Vermoedelijk is er vanuit praktische en overwegingen een aanbesteding nodig en er moet een geschikte partner gevonden worden.

–

Er is mogelijk minder invloed van het agentschap Kunsten en Erfgoed op de besteding van de middelen. Dit geldt het sterkst in het ‘vrije’ scenario.

•

Specifieke nadelen van optie 2 (specifieke budgetlijn voor kunsten en/of CCS) –

Het toekennen van een budgetlijn die aangevuld dient te worden kan technischjuridisch problematisch zijn. Dit is vermoedelijk alleen haalbaar mits aanbesteding.

–

Versnippering van rollen: naast subsidies bij agentschap Kunsten en Erfgoed en leningen bij CultuurInvest, ook nog microkredieten bij een derde partij. Dit is vooral een probleem indien het specifieke CCS-microkredieten betreft. 107


Randvoorwaarden –

Om een budgetlijn in beheer van een partner te brengen, is een overeenkomst nodig met omschrijving van de doelstellingen en randvoorwaarden.

–

Wat de toegangsvoorwaarden betreft: 

Dient steeds rekening gehouden te worden met de specifieke eigenheid van de kunstensector.



Dient steeds voldoende meerwaarde geboden te worden tegenover de ‘klassieke’ financiers (banken en “Family, Friends & Fools”).

–

‘Gaps’ kunnen opgevuld worden door toegangscriteria af te stemmen op andere instrumenten, met voldoende oog voor de eigenheid van de CCS (bv. vandaag is het Participatiefonds enkel voor startende, jonge of moeilijk krediet krijgende zelfstandigen in hoofdberoep).

–

Actieve bekendmaking van de specifieke relevantie voor potentiële gebruikers. 108

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 3: afschaffen Minitoelage (+ optimalisatie CultuurInvest) Scenario 3: Minitoelage afschaffen en inzetten op hefboomwerking via bestaande financiers (+ optimalisatie CultuurInvest cf. scenario 1.B) •

Uitgangspunt: het budget van de overheid wordt ingezet als hefboom voor financiering via derden, waarbij gestreefd wordt naar een multiplicatoreffect. Daarbij dient gewerkt te worden op de drempels bij deze ‘klassieke’ financiers.

•

Mogelijke initiatieven om de drempel te verlagen tot ‘klassieke’ financiers 

Banken, maar ook vrienden en familie vragen garanties. Een verruiming van de borgstelling voor banken en/of “Family, Friends & Fools” kan daar een antwoord op bieden. Bij voorkeur door het toegankelijk maken van de reeds bestaande waarborgregeling.



Extra fiscale stimuli voor leningen van “Family, Friends & Fools”: o

Uitbreiding en betere ondersteuning van leningsystemen zoals de winwinlening.

o

Verkennen van nieuwe mogelijkheden zoals (fiscaal interessante) crowdfunding.

o

Aansluitend bij leningen van “Family, Friends & Fools”: uitbreiden en ondersteunen van fiscaal interessante giften via projectrekeningen, schenkingen en legaten,… 109

4. Beleidsaanbevelingen 4.2 Scenario 3: afschaffen Minitoelage (+ optimalisatie CultuurInvest) Scenario 3: Minitoelage afschaffen en inzetten op hefboomwerking via bestaande financiers (+ optimalisatie CultuurInvest cf. scenario 1.B) •

Voordelen van het scenario “inzetten op faciliteren van andere financiers” Mogelijk kan meer impact bereikt worden door de beperkte middelen als hefboom in te zetten om externe financiering te stimuleren. Om deze hypothese te staven, dienen simulaties gemaakt te worden. ̶

De weg naar banken en Family Friends & Fools is gekend en wordt reeds vaak benut. ̶

De weg naar andere financiers kan tot op zekere hoogte vrij eenvoudig gestimuleerd worden via betere en doelgerichte communicatie.

•

̶

Nadelen van het scenario “inzetten op faciliteren van andere financiers” ̶

Het huidige budget van de Minitoelage is te klein om een hefboomwerking te kunnen uitbouwen. Hiervoor dienen simulaties gemaakt te worden. ̶

Er is minder rechtstreekse invloed van het agentschap Kunsten en Erfgoed op de reële meerwaarde voor en impact op de kunsten- en/of CCS-sectoren. 110

4. Beleidsaanbevelingen 4.4 Algemene aanbevelingen: ‘macrokader’ op langere termijn (1/8) •

Zoals hoger aangegeven dient het optimaliseren of creëren van financieringsinstrumenten (ook de Minitoelage en CultuurInvest), gezien te worden in een ruimer plaatje: – Het al dan niet beroep doen op ‘aanvullende financiering’ is slechts één puzzelstukje in het zakelijk en financieel beleid van een organisatie of kunstenaar. – De kunstenaars en organisaties, binnen de kunsten en bij uitbreiding de CCS-sectoren, zijn erg divers qua kenmerken en hebben diverse financieringsnoden. – Er zijn nog tal van andere aanbieders en instrumenten voor (aanvullende) financiering, binnen de Vlaamse overheid én daarbuiten.  Hierna schetsen we een ‘macrokader’ dat bestaat uit 5 lagen, waarbinnen eventuele aanpassingen aan het (aanvullend) instrumentarium idealiter wordt geplaatst.

111

4. Beleidsaanbevelingen 4.3 Algemene aanbevelingen: ‘macrokader’ op langere termijn (2/8)

1.

Overzicht bij beleid/administratie van het relevant instrumentarium, door de uitbouw van een centrale databank van instrumenten en aanbieders

2.

Bekendheid van relevant instrumentarium bij potentiële gebruikers verbeteren door het optimaliseren van de communicatie

3.

Toegang tot relevant instrumentarium verbeteren door optimaliseren van de omkadering, de toeleiding en de begeleiding

4.

Gebruik van het instrumentarium verbeteren door vereenvoudiging en optimalisering van het instrumentarium zelf

5.

Inbedding van het (aanvullend) financieel instrumentarium in een ruimere visie op zakelijk en financieel beleid en beheer van kunstenaars en organisaties

112

4. Beleidsaanbevelingen 4.4 Algemene aanbevelingen: ‘macrokader’ op langere termijn (3/8)

Divers kunstenveld

Basisinfo via website(s) met filters, 0800nummer, e.a. (1e lijns)

Basis: instrumentendatabank met actueel overzicht Divers instrumentarium van diverse aanbieders

Basisinfo, verwijzing en collectieve workshops door doelgroepspecialisten (1e en 2e lijns) Collectieve workshops en maatwerk door instrumentariumspecialist(en) (2e en 3e lijns)

113

4. Beleidsaanbevelingen 4.4 Algemene aanbevelingen: ‘macrokader’ op langere termijn (4/8) 1.

Overzicht bij beleid/administratie van het relevant instrumentarium, door de uitbouw van een centrale databank van instrumenten en aanbieders

Noodzakelijk: relevante inhoud, volledig, up-to-date, begrijpelijk, mogelijk maken van zoeken en filteren op maat van relevante criteria, ... 

Een databank verschaft het beleid een permanent actueel overzicht, en is tevens de basis voor actieve bemiddeling en communicatie (zie verder)



Subsidiebank Agentschap Ondernemen en VLEVA zijn een mogelijke basis, maar hebben andere doelgroepen en doelstellingen. Op te lossen issues: inhoud databank, technologische vereisten en beperkingen, onderhoud en personeel, (co)financiering,...



Een databank op maat van CCS of kunstensector is een andere mogelijkheid: specifieke CCS- of kunsteninfo + uitwisseling met AO- en VLEVA-informatie



Belang van betere horizontale informatiedoorstroming en actieve afstemming, synergie of zelfs coproductie binnen Vlaamse overheid. Er is nood aan regie, het is te vermijden om binnen de eigen kokers te blijven.

114


Bekendheid van relevant instrumentarium bij potentiële gebruikers verbeteren door het optimaliseren van de communicatie

Noodzakelijk: eerstelijns communicatie op maat van een divers kunstenveld  Verwachtingsmanagement om mismatches te voorkomen: voor welke behoeften en actoren zijn welke instrumenten wel en niet relevant?  Netwerk van contactpunten – Basisinformatie + actieve communicatie: zowel via ‘algemene’ contactpunten (Kunsten en Erfgoed, Kunstenloket, Flanders DC, lokale overheden, 0800-nummer,…) als specifieke doelgroepspecialisten (bv. steunpunten, belangenbehartigers, …)

 Creatie van diverse ‘ingang(en) op maat’ bovenop de centrale databank – Via portaalsite, via centraal 0800-nummer, via specifieke websites,… – Enkel instrumenten aanbieden die relevant en toegankelijk zijn: filters ifv discipline, organisatiestructuur, organisatiegrootte, levenscyclus,…

115


Toegang tot het instrumentarium verbeteren door het optimaliseren van de omkadering, de toeleiding en de begeleiding

Noodzakelijk: eerste- tweede- en derdelijns support op maat van divers kunstenveld 

Eerstelijns support: het netwerk van contactpunten zorgt ook voor doorverwijzing naar relevante specialisten (zie hieronder)



Tweedelijns en derdelijns support: gespecialiseerde informatie en advies via:



•

Centrale instrumentariumspecialist: één gespecialiseerde organisatie volgt het relevante instrumentarium op en ontwikkelt ondersteuning in samenwerking met de doelgroepspecialisten. Het Kunstenloket lijkt hiervoor de evidente partij gezien de huidige rol en expertise (maar dit vereist een uitbreiding van de werkingsmiddelen).

•

Aanvullende service via gespecialiseerde knooppunten: bv. CultuurContactpunt, VLEVA, CultuurInvest, Agentschap Ondernemen, ...

•

Eventueel: een aanvullend partnernetwerk uitbouwen voor zakelijk advies op maat via (gesubsidieerde) zakelijk bemiddelaars (cf. KMO-portefeuille) Goede praktijkvoorbeelden: VLEVA en Agentschap Ondernemen 116


Gebruik van het instrumentarium verbeteren door vereenvoudiging en optimalisering van het instrumentarium zelf



Optimaliseren van het eigen instrumentarium van Kunsten en Erfgoed: –

Optimaliseren / hervormen van bestaande instrumenten (zie slide 91-109)

–

Eventueel: uitbreiden met nieuwe instrumenten (al dan niet geïnspireerd op bestaande, goed werkende instrumenten van derden, zie hieronder)





Stimuleren van de optimalisering van het instrumentarium van derden: –

Screenen van criteria in overleg met de respectievelijke ‘eigenaars’, zowel naar ‘letter’ als naar ‘geest’ > duidelijker in criteria en formulering + niet aanbieden wat niet relevant is voor kunstensector (en selectief wat wél relevant is).

–

Overleg initiëren om bestaande sterke instrumenten (beter) toegankelijk te maken voor de kunsten (bv. KMO-portefeuille, FIT-subsidies, private fondsen). Totaalinstrumentarium Vlaamse overheid optimaliseren in functie van gedetecteerde hiaten en overlappingen, én vereenvoudigen (regie!)

117


Inbedding van het (aanvullend) financieel instrumentarium in een ruimere visie op zakelijk en financieel beleid en beheer van kunstenaars en organisaties



Het aanvullend financieel instrumentarium is slechts één aspect van een veel ruimer zakelijk-financieel plaatje. Wil de overheid echt relevante en duurzame effecten en impact nastreven, dan is het aangewezen om op dit gehele kader in te zetten en hiervoor in de nodige ondersteuning te voorzien. Dit betreft o.a. optimaliseringen op het vlak van governance, management en beheer, zakelijke beleidsvoering,fondsenwerving, uitgaven en eigen inkomsten, organisatiestructuur en statuut, personeelsbeleid,samenwerking op diverse terreinen, …



De ondersteuning speelt best tegelijk in op de top 3 van de gedetecteerde ondersteuningsbehoeften: – Adequate informatie – Advies en begeleiding op maat – Workshops en opleidingen



Daarnaast kan ook de piste overwogen worden om ook aan de basis te investeren in de ontwikkeling van ondernemerscompetenties via de kunstopleidingen. 118

BIJLAGE 1: overlegmomenten en contacten

Overlegmomenten • Bijeenkomsten stuurgroep: 13/12/2011, 16/01/2012, 23/01/2012, 10/05/2012, 19/06/2012 • Bijeenkomsten adviesgroep: 29/02/2012, 29/05/2012 Individuele contacten i.f.v. draagvlak en afbakening onderzoek • Cynthia Stinckens, account manager CCI bij Agentschap Ondernemen (AO) • Dirk De Wit, directeur steunpunt Beeldende en Audiovisuele Media (BAM) • Joris Janssens, directeur Vlaams Theater Instituut (VTI) • Jan Timmermans, directeur Kunstenloket • Paul Corthouts, directeur beleid Overleg Kunstenorganisaties (oKo) • Kaat Peeters, directeur Forum voor Amateurkunsten Telefonische interviews i.f.v. aftoetsing resultaten en aanbevelingen • Raf Vermeiren, senior investeringsmanager CultuurInvest • Dirk van Rompay, business developer ING-bank • Stephanie Delnest, hoofdkantoor BNP Paribas-Fortis • Wim De Meulemeester, accountbureau Bofidi • Paul Merckx, accountbureau Fiskodata

119

DRAAGVLAKONDERZOEK NAAR ONDERSTEUNING VAN DE KUNSTENSECTOR Scherpstelling van de onderzoeksopdracht

•

•

1 1.1

Het onderzoek focust in eerste instantie op de prioritaire doelgroepen van het kunstenbeleid die vandaag al steun kunnen krijgen van het Agentschap Kunsten & Erfgoed zelf. Wie dit concreet zijn, wordt verderop toegelicht. •

Het betreft zowel individuele kunstenaars als kunstenorganisaties.

•

Het betreft zowel organisatie met een creatiefunctie, met een presentatiefunctie als met een reflectie/onderzoeksfunctie.

•

Behalve de ‘kunstensectoren’ kunstpublicaties.

an

sich

betreft

het

ook

kunsteducatie

en

Het gaat in eerste instantie om de actoren die in het adressenbestand van het Agentschap zelf zitten. •

Er wordt voor zover haalbaar een verbreding beoogd naar andere mensen en organisaties binnen deze doelgroepen (dus ook zij die vandaag nog geen steun krijgen of vragen aan het Agentschap maar wel potentieel tot de doelgroep behoren). Dit gebeurt door uitbreiding van het adressenbestand (zie verder).

•

Er wordt daarentegen geen uitbreiding beoogd naar andere doelgroepen die niet behoren tot de kernopdracht van het Agentschap.

Afbakening van het onderzoek Inhoudelijke afbakening van de doelgroepen

Als we de indeling van de CCS-sectoren toetsen aan de prioritaire doelgroepen van Kunsten & Erfgoed, dan stellen we vast dat er 4 verschillende types van sectoren zijn. Bij elke cluster kan de prioriteit anders gelegd worden, maar het is van belang om zo consequent mogelijke keuzes te maken binnen één sectortype. In onderstaand schema stellen we kort de verschillende types van sectoren voor. De weerhouden types staan in het groen. Vervolgens bespreken we meer in detail per type de te bevragen actoren.

1

Type

Sectoren

Kunstensectoren waarvan de kerncreatieve schakels:

Beeldende kunsten Muziek

tot de primaire doelgroepen van het kunstenbeleid behoren

Podiumkunsten

Film (audiovisuele sector)

tot de primaire doelgroepen van het kunstenbeleid behoren

Toegepaste kunsten:

NIET de kerncreatieven

Voor deze sectoren bevragen we:

Architectuur

NIET de kerncreatieven

Vormgeving (incl. Design)

WEL actoren die werken rond presentatie, reflectie- en bemiddeling (via de zakelijk leider en/of via facilitatoren). Dit kunnen potentieel ook kerncreatieven zijn.

Mode

CCI-sectoren die geen deel uitmaken van het kunstenbeleid.

Voor deze sectoren bevragen we:

WEL actoren die werken rond presentatie, reflectie- en bemiddeling (via de zakelijk leider en/of via facilitatoren). Dit kunnen potentieel ook kerncreatieven zijn.

maar waarvan de ondersteuning is uitbesteed aan specifieke Fondsen

NIET tot de primaire doelgroep van het kunstenbeleid horen

de kerncreatieve schakels (rechtstreeks, via de zakelijk leider van de organisatie en/of via facilitatoren)

de reflectie- en bemiddelingsactoren (via de zakelijk leider) Letteren (boeken)


Voor deze sectoren bevragen we alle relevante actortypes:

de presentatieplekken (via de zakelijk leider)

en die door het Agentschap zelf ondersteund worden


Actortypes

Cultureel erfgoed Gaming

Deze sectoren horen niet tot de kerndoelgroepen van het kunstenbeleid en het Agentschap Kunsten & Erfgoed en worden niet weerhouden voor de bevraging.

Dagblad- en periodieke pers Nieuwe media Reclame en communicatie

1.1.1 Kunstensectoren waarvan de kerncreatieve schakels tot de primaire doelgroepen van het kunstenbeleid behoren en die door het Agentschap Kunsten en Erfgoed zelf ondersteund worden

•

Beeldende kunsten Subsectoren: tekenkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst, installatiekunst, geluidskunst, videokunst, performance, mediakunst, fotografie,… (+ mengvormen) •

TE BEVRAGEN kerncreatieven: beeldend kunstenaars

•

TE BEVRAGEN: enkel het “tooncircuit”

•

Curatoren, kunstconsulenten, kunstmanagement

Gesubsidieerde instellingen, projecten en organisaties: hedendaagse kunstmusea, kunstenorganisaties, festivals, kunstuitleenbedrijven

Marktgerichte ondernemingen met artistieke doelstellingen: promotiegaleries

NIET: het louter op verkoop gerichte “marktcircuit”: verkoopgaleries, kunsthandelaars, kunstbeurzen, kunstveilingen…

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, bemiddeling bij/over beeldende kunsten: kunsttijdsschriften, organisaties die kunstenaarslezingen organiseren, niet-formele kunsteducatie…

2

•

Muziek Subsectoren: alle genres, zowel opgenomen muziek als live muziek •

TE BEVRAGEN kerncreatieven: auteurs, componisten, (uitvoerende) muzikanten

•

TE BEVRAGEN presentatieplekken met eigen artistieke doelstellingen: concertzalen, operahuizen, clubs, festivals, kunstencentra

•

•

NIET: discotheken, cultuur- en gemeenschapscentra

1

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, educatie van/over muziek: organisaties die muziekeducatieve en bemiddelende activiteiten organiseren, kunstkritische tijdschriften die aandacht besteden aan muziek…

Podiumkunsten Subsectoren/genres: theater, muziektheater, dans, opera… (+ mengvormen, ook met andere sectoren) •

TE BEVRAGEN: kerncreatieven: spelers (acteurs, dansers, muzikanten, zangers…), regisseurs/choreografen, auteurs, componisten, scenografen...

•

TE BEVRAGEN productief-receptieve huizen of organisaties (met eigen artistieke doelstellingen, die (co-)produceren): kunstencentra, theaters, festivals ...

•

NIET: cultuur- en gemeenschapscentra (in beheer van lokale overheden)

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, bemiddeling bij/over podiumkunsten: organisaties die kunsteducatieve activiteiten organiseren rond podiumkunsten, (podium)kunstkritische tijdschriften…

1.1.2 Kunstensectoren waarvan de kerncreatieve schakels tot de kerndoelgroepen van het kunstenbeleid behoren, maar waarvan de ondersteuning is uitbesteed aan specifieke Fondsen

•

•

1

Letteren •

NIET: auteurs over hun creatiefunctie

•

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, bemiddeling bij/over letteren: organisaties die in brede zin werken aan onderzoek, reflectie, bemiddeling, het opzetten van tentoonstellingen en projecten rond literatuur…

Audiovisuele sector •

NIET: filmmakers, regisseurs, acteurs, … over hun creatiefunctie

•

TE BEVRAGEN: presentatieplekken - arthouse cinema’s

•

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, bemiddeling bij/over audiovisueel werk: organisaties die in brede zin werken aan onderzoek, reflectie, bemiddeling, het opzetten van tentoonstellingen en projecten rond film en audiovisuele producties, …

Sommige cultuurcentra categorie A nemen wél uitdrukkelijk artistieke kernfuncties op (bv. coproductie, productie-opdrachten, festivals, tentoonstellngen...) Niettemin bevelen we aan om ze niet specifiek te bevragen aangezien ze niet behoren tot de kerndoelgroepen van het Agentschap Kunsten & Erfgoed.

3

1.1.3 Kunstensectoren waarvan de kerncreatieve schakels NIET tot de kerndoelgroepen van het kunstenbeleid behoren (toegepaste kunsten) •

•

•

1.2

Architectuur •

NIET: architecten en architectenbureaus over hun creatiefunctie

•

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, bemiddeling bij/over architectuur: organisaties die in brede zin werken aan onderzoek, reflectie, bemiddeling, het opzetten van tentoonstellingen en projecten rond architectuur…

Vormgeving (incl. design) •

NIET: vormgevers over hun creatiefunctie

•

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, bemiddeling bij/over design en vormgeving ”: designmusea, designevenementen, organisaties die in brede zin werken aan onderzoek, reflectie, bemiddeling…

Mode •

NIET: mode-ontwerpers, modehuizen over hun creatiefunctie

•

TE BEVRAGEN: actoren met als kernfunctie reflectie, onderzoek, bemiddeling bij/over mode: modemusea, mode-evenementen, organisaties die in brede zin werken aan onderzoek, reflectie, bemiddeling…

Samenstelling van het databestand

De grootschalige enquête die het voornaamste onderdeel vormt van dit onderzoek, vraagt een specifieke blik op de afbakening van de doelgroepen. Daarbij spelen enerzijds inhoudelijke keuzes mee, maar anderzijds ook praktische beperkingen. Deze zetten een rem op inhoudelijke keuzes, vandaar dat deze noodgedwongen beperkt ingetekend zijn. Idealiter wilde het Agentschap ruimer bevragen dan de actoren die al bereikt worden. Maar in dat geval is het noodzakelijk om het adressenbestand van Kunsten & Erfgoed uit te breiden met gegevens uit andere databanken, maar dit botste op methodologische en financiële beperkingen. Omwille van deze redenen werd ervoor geopteerd om als bronbestand een relevante selectie te nemen uit de database van Kunsten & Erfgoed, zoals samengesteld voor de klantentevredenheidsenquête (door DIMARSO in februari 2012), uitgebreid met een selectie uit de database van het Kunstenloket.

1.3

Opbouw van de vragenlijst •

Mede ingegeven door de hybriditeit van de sector is het van belang om te werken met een zo coherent mogelijke basisvragenlijst, met alleen afwijkingen (= verschillende versies van de vragen) voor zover die cruciaal zijn voor de relevantie van de vragen ten aanzien van de respondent, en voor zover het niet anders kan wat betreft formulering. Een reeks vragen naar profielkenmerken is daarbij onontbeerlijk om uitspraken te kunnen doen over bepaalde subgroepen in de bevraging.

•

Om te vermijden dat respondenten afhaken omwille van een te lange doorlooptijd, is er een beperking in het aantal vragen dat gesteld kan worden.

•

Een enquête die vertrekt vanuit de behoeften van het bevraagde individu of organisatie: voor welke onderdeel van zijn artistieke praktijk gaat hij of zij op zoek naar bijkomende externe financiering? Specifieke vraag daarbij is o.a. een vraag naar de behoefte aan leningen of kredieten tussen 7.500 en 50.000 euro (financieringsinstrument tussen minitoelage en CultuurInvest). •

Aan de geformuleerde behoeftes worden types van instrumenten gekoppeld. We hanteren daarbij de 80-20-regel. Dat wil zeggen dat de in de enquête opgenomen 4

maatregelen (of de formulering ervan) potentieel relevant moet zijn voor 80 procent van de potentiële respondenten. De andere 20 procent wordt opgevangen via een open antwoordmogelijkheid. Daarbij wordt vooral gefocust op de drempels die de actoren tegenkomen. •

In de bevraging zijn de behoeften op vlak van begeleidende maatregelen van groot belang. Zijn de doelgroepen van het Agentschap bekend met de mogelijke ondersteuningsvormen? Naast de eigen instrumenten instrumentarium zou het Agentschap Kunsten & Erfgoed een faciliterende rol kunnen spelen naar haar doelgroepen toe wat betreft het instrumentarium van derden. Op vlak van kennis kan gepeild worden naar specifieke instrumenten. Bij dit onderdeel wordt tevens gefocust op de behoeften en de drempels die de actoren tegenkomen.

•

De enquête betreft het financieel instrumentarium en de daaraan gerelateerde begeleidende maatregelen. Niet-financieel instrumentarium wordt niet bevraagd, maar wordt wel als kader meegenomen in de ruimere scope van de opdracht.

•

In het kader van de coherentie en de 80-20-regel wordt geen instrumentarium van regionale en lokale steunverleners bevraagd omdat er dan te grote verschillen zijn in de antwoordmogelijkheden volgens de woonplaats of vestigingsplaats. Dat betekent dat we het instrumentarium van steden en provincies buiten beschouwing laten, alsook dat met betrekking tot Brussel (VGC, BHG, stad… Als we een specifieke bevraging willen doen naar de situatie in Brussel, verdubbelt dit het aantal vragenlijsten aangezien de situatie fundamenteel afwijkt van de Vlaamse. Zo is bv. steun vanuit economische hoek een gewestmaterie).

1.4

Te bevragen instrumentarium

1.4.1

NIET te bevragen

•

eigen bestaand instrumentarium van Kunsten & Erfgoed (Kunstendecreet, CultureelErfgoeddecreet, Internationaal, e.a.) > maakt deel uit van de klantentevredenheidsenquête

•

instrumentarium van het VAF

•

instrumentarium van het VFL

•

niet-financieel en niet-fiscaal instrumentarium (van welke potentiële steunverlener dan ook)

•

instrumentarium van derden dat een beperkter geografisch gebied afdekt (dus geen gemeentelijke, provinciale en “Brusselse” maatregelen omdat dit tot te veel afwijkende mogelijkheden leidt)

1.4.2

Wel te bevragen

(Selectie uit) instrumenten van volgende aanbieders (rekening houdend met de beperkingen van een online enquête):

1. Financiële en fiscale instrumenten •

•

Binnen het domein “Cultuur” •

Kunsten en Erfgoed: eventuele behoefte aan NIEUW instrumentarium

•

Departement CJSM, IVA sociaal-cultureel werk

•

FOCI

Binnen het domein “Economie”, en voor zover relevant voor de kunstensector 5

•

•

•

Instituut voor Wetenschap en Technologie (IWT)

•

Agentschap Ondernemen (AO)

•

Design Vlaanderen

•

PMV/ Cultuurinvest

Binnen andere domeinen, en voor zover relevant voor de kunstensector •

Flanders Investment & Trade (FIT)

•

Toerisme Vlaanderen

•

Werk & sociale economie

•

Onderwijs en vorming

Andere, en voor zover relevant voor de kunstensector •

Federaal

•

Participatiefonds

•

EU

•

‘Indirecte’ overheidsmaatregelen zoals fiscale stimuli via derden (bv. Koning Boudewijnstichting, Nationale Loterij, vzw Testament, Triodos Fonds, Cera…)

2. Begeleidende maatregelen (informatie, advies, coaching, opleiding…) •

(Potentiële) rol van het Agentschap Kunsten en Erfgoed en van derden met betrekking tot begeleidende maatregelen bij het relevante instrumentarium in brede zin (verder te concretiseren in de draft van de vragenlijst); •

Andere instrumenten binnen het cultuurbeleid (Departement CJSM, IVA Sociaalcultureel werk)

•

Fondsen (VAF, VFL)

•

Steunpunten (BAM, VTi, MCV, VAi, Design Vlaanderen, FFI)

•

Belangenbehartigers

•

Kunstenloket

•

Sociale sectorfondsen

•

Flanders DC

•

Diverse bestaande subsidiewijzers (Amateurkunsten, Cultuurcontactpunt, VLEVA, Agentschap Ondernemen…)

6

Klant: CJSM, Agentschap Kunsten Erfgoed

Document: instrumentenmatrix (overzicht van de in het onderzoek bevraagde instrumenten)

Project: Onderzoek aanvullende financiering kunstensector

legende begeleidende maatregelen voor culturele organisaties en kunstenaars voor particuliere kunstenaars

voor zowel particulieren als organisaties, ongeacht sector niet bevraagd voor alle juridische organisatiestructuren (bvba, vzw, …), ongeacht sector voor ondernemingen met winstoogmerk, ongeacht sector Financieel en fiscaal

Begeleidend

Instrumentarium Subsidies

Kredieten / leningen

Kapitaalparticipaties

Steunverleners

Andere

info & communicatie

Coaching, opleiding, …

Minitoelage: renteloos terugbetaalbaar overbruggingskrediet tot 7.500€ (voor particuliere kunstenaars)

Kunsten & Erfgoed

CJSM

Fiscale stimuli

Sociaal-cultureel

Participatiedecreet (voor vzw's)

Fonds voor Culturele Infrastructuur (FoCI)

investeringssubsidies voor grote (stedelijke) en sectorale accommodaties in de sectoren jeugd en cultuur

Intermediairen Kunstenloket Vti BAM Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) Vlaams Architectuurinstituut (Vai) oKo VOBK NICC

Agentschap Ondernemen

EWI

Instituut voor Wetenschap & Technologie (IWT)

13/07/2012

KMO-portefeuille: subsidie voor opleiding, technologieverkenning, internationaal ondernemen, strategisch advies (niet voor vzw) KMO haalbaarheidsstudie (voor KMO's en vzw's) KMO innovatieproject (voor KMO's en vzw's) Extra subsidies IE (intellectuele eigendom) bij andere maatregel (voor KMO's en vzw's)

IDEA Consult

blz. 1 / 5






Begeleidend




CultuurInvest achtergestelde lening vanaf 50.000€ (voor KMO's)

CultuurInvest kapitaalparticipatie vanaf 50.000€ (voor KMO's)

Fiscale stimuli

Andere

Steunverleners Intermediairen CultuurInvest

info & communicatie


WINWIN-lening: fiscaal Waarborgregeling: borgstelling voordeel vrienden of familie die door de overheid bij leningen geld lenen aan een startende (voor ondernemingen) onderneming

PMV

Provinciale innovatiecentra Flanders DC Design Vlaanderen Reissubsidies voor prospectie of zakenreis buiten Europa, of voor een uitnodiging van aankopers en decision makers (voor alle rechtsvormen)

IV

Flanders Investment & Trade

Toerisme Vlaanderen

13/07/2012

Subsidies voor buitenlandse promotie / prospectie: voor deelname aan niche-event, productdocumentatie, inlassing in vakmedia (alle rechtsvormen) Impulsprogramma voor toeristisch-recreatieve projecten, evenementen en tewerkstelling (voor ondernemingen en vzw's)

IDEA Consult

blz. 2 / 5






Begeleidend




Steunverleners

WSE

Werk en Sociale Economie

VDAB

OV

Departement Onderwijs

MOW

Canon Cultuurcel

Vlaams Departement voor Mobiliteit

13/07/2012

Fiscale stimuli

Andere

info & communicatie


Diversiteitsplannen: subsidies voor instroom van kansengroepen (voor KMO's en VZW's) Opleidings- en begeleidingscheques (voor individuele werknemers van een organisatie) Tewerkstellingspremie 50+ (voor KMO's en vzw's) IBO: subsidie voor opleiding van een werkzoekende in een onderneming (voor KMO's en VZW's) Tussenkomst bij opleiding in een VDABcompetentiecentrum (voor KMO's en vzw's) opdrachten van lokale netwerken, gesubsidieerd vanuit Brede School opdrachten van scholen gesubsidieerd vanuit Dynamo3 Pendelfonds: subsidies voor verduurzaming woonwerkverkeer (ondernemingen en vzw's)

IDEA Consult

blz. 3 / 5






Begeleidend




Fiscale stimuli

Steunverleners Subsidies voor natuur- en mileu-educatieve projecten (voor vzw's, ook als hun doelstelling niet uitsluitend leefmilieu of natuurbehoud betreft)

Vlaams Energie Agentschap (VEA) via energiedistributeurs

REG-premies: voor stimuleren van rationeel energieverbruik (KMO's, vzw's, zelfstandigen, particulieren)

via VAL-I-PAC

subsidies voor KMO's die selectief bedrijfsafval sorteren

LNE

Vlaams Departement voor Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)

federaal

federaal

13/07/2012


Investeringskredieten: banklening gecombineerd met achtergestelde lening bij de overheid (voor kleine ondernemingen en zelfstandigen) Sociale maribel: vermindering van RSZ-bijdragen voor organisaties in de socioculturele sector Belastingvrijstelling voor kleine ondernemingen (voor ondernemingen en vrije beroepen met minder dan 11 werknemers, niet voor vzw's)

FOD Financiën

RVA

info & communicatie

Betaald educatief verlof

Participatiefonds

FOD Werkgelegenheid

Andere

Activa: werkuitkering voor werkgevers die langdurig werkzoekenden aanwerven (voor KMO's en vzw's)

IDEA Consult

blz. 4 / 5






Begeleidend




kredieten, leningen leningen

kapitaalparticipaties kapitaalparticipaties Risicokapitaal voor ondernemingen (BAN Vlaanderen)

Fiscale stimuli

Steunverleners

EU

EU

andere

Internationaal

Andere

info & communicatie


EU-subsidies voor personeelskosten (voor vzw's en ondernemingen) EU-subsidies voor opleidingskosten (voor vzw's en ondernemingen) EU-subsidies voor innovatie in organisaties EU-subsidies met oog op internationaal netwerken, samenwerken, … EU-subsidies ikv levenslang leren, kunsteducatie en participatie Subsidies van buitenlandse overheden, instituten en instellingen ter bevordering van internationale uitwisseling en netwerken

Brussel Provincies Steden en gemeenten Banken Family, friends & fools

Privé

Publiek-private investeerders

Projectrekening: systeem om fiscaal voordeel te geven aan schenkers die giften geven (voor vzw of feitelijke vereniging)

Non profit instellingen/fondsen

andere kunstenaars, organisaties

13/07/2012

IDEA Consult

blz. 5 / 5

Aanvullende financiering kunstensector - Voorbeeld - Dit is een voorbe...

1 van 23

http://tool.checkmarket.com/tool/surveys/results/reports/questions.asp?...

Aanvullende financiering kunstensector

Pagina 1

DEEL 1. Profielkenmerken van de respondent Het eerste luik van de enquête peilt naar de manier waarop uw artistieke of creatieve praktijk georganiseerd is: binnen welke organisatievorm u werkt, in welke disciplines...

Pagina 2 * 1. U vult deze enquête in als...

autonoom werkend kunstenaar (voor het gemak van formulering begrijpen we in deze bevraging onder de term 'kunstenaar' zowel uitvoerende als scheppende kunstenaars en artiesten, curatoren en critici in de diverse kunstendisciplines) medewerker van een organisatie die actief is in de kunsten of toegepaste kunsten geen van bovenstaande

Ga naar alternatieve (af)dankpagina als 1. U vult deze enquête in als... is gelijk aan geen van bovenstaande Ga naar pagina 3 als 1. U vult deze enquête in als... is gelijk aan autonoom werkend kunstenaar (voor het gemak van formulering begrijpen we in deze bevraging onder de term 'kunstenaar' zowel uitvoerende als scheppende kunstenaars en artiesten, curatoren en critici in de diverse kunstendisciplines)... Anders ga naar pagina 4

Pagina 3 * 2. Binnen welke juridische organisatievorm werkt u? een natuurlijk persoon (kunstenaarsstatuut, zelfstandige in hoofd- of bijberoep, werken via interimkantoor) een private onderneming zonder winstoogmerk (vzw,...) een private onderneming met winstoogmerk (bvba, nv,...)

Ga naar pagina 5 als 2. Binnen welke juridische organisatievorm werkt u? is niet gelijk aan een natuurlijk persoon (kunstenaarsstatuut, zelfstandige in hoofd- of bijberoep, werken via interimkantoor)... Anders ga naar pagina 9

Pagina 4 * 3. Binnen welke juridische organisatievorm werkt u? een private onderneming zonder winstoogmerk (vzw,...) een private onderneming met winstoogmerk (bvba, nv,...)

Pagina 5 * 4. Hoeveel medewerkers telde uw organisatie gemiddeld, het afgelopen jaar? (definitie van medewerkers: zowel in vast dienstverband als freelancers, uitgedrukt in voltijds equivalenten (VTE). Vrijwilligers en stagiairs worden niet meegerekend.) minder dan 5 medewerkers 5 tot 10 medewerkers 11 tot 30 medewerkers 31 tot 50 medewerkers meer dan 50 medewerkers

2/07/2012 9:37


2 van 23


Pagina 6 * 5. De artistieke specialisatie van uw organisatie is... Meerdere antwoorden mogelijk: Theater Muziektheater Dans Beeldende kunsten Muziek Publicaties Kunstkritiek Audiovisuele sector Architectuur Toegepaste kunsten (vormgeving, mode...) Kunsteducatie Ander, gelieve te specificeren:

Mijn organisatie is niet actief in de kunsten of de toegepaste kunsten

Ga naar alternatieve (af)dankpagina als 5. De artistieke specialisatie van uw organisatie is... Meerdere antwoorden mogelijk: is gelijk aan Mijn organisatie is niet actief in de kunsten of de toegepaste kunsten

Pagina 7 * 6. Wat is het prioritaire werkterrein waaraan uw organisatie minstens 40% van de arbeidstijd besteedt? Duid maximaal 2 opties aan. CREATIE EN PRODUCTIE : creëren en/of uitvoeren van bv. schilderij, voorstelling, muziekstuk, scenario, designconcept,... PRESENTATIE : programmeren van bv. optreden, tentoonstelling, voorstelling, festival,... EDUCATIE : bv. workshops, voor- en nabesprekingen, lezingen,... ONDERZOEK en/of REFLECTIE : bv. kunstkritiek, kunstonderzoek, ontwerpend onderzoek,...

Bijkomende opties (vraag 6) Maximumaantal toegestane selecties: 2

Pagina 8 * 7. Hoeveel jaar is uw organisatie actief? minder dan 3 jaar actief 3 tot 10 jaar actief meer dan 10 jaar actief

Anders ga naar pagina 12

Pagina 9 * 8. Uw artistieke specialisatie is... Meerdere antwoorden mogelijk: Theater Muziektheater Dans Beeldende kunsten Muziek Publicaties Kunstkritiek Audiovisuele sector Architectuur

2/07/2012 9:37


3 van 23


Toegepaste kunsten (vormgeving, mode...) Kunsteducatie Ander, gelieve te specificeren:

Ik ben niet actief in de kunsten of de toegepaste kunsten

Ga naar alternatieve (af)dankpagina als 8. Uw artistieke specialisatie is... Meerdere antwoorden mogelijk: is gelijk aan Ik ben niet actief in de kunsten of de toegepaste kunsten Anders ga naar pagina 10

Pagina 10 * 9. Wat is het prioritaire werkterrein waaraan u minstens 40% van de arbeidstijd besteedt? Duid maximaal 2 opties aan. CREATIE EN PRODUCTIE : creëren en/of uitvoeren van bv. schilderij, voorstelling, muziekstuk, scenario, designconcept,... PRESENTATIE : programmeren van bv. optreden, tentoonstelling, voorstelling, festival,... EDUCATIE : bv. workshops, voor- en nabesprekingen, lezingen,... ONDERZOEK en/of REFLECTIE : bv. kunstkritiek, kunstonderzoek, ontwerpend onderzoek,...



Pagina 11 * 10. Hoeveel jaar bent u actief als kunstenaar? minder dan 3 jaar actief 3 tot 10 jaar actief meer dan 10 jaar actief


Pagina 12

DEEL 2. Kennis en gebruik financieel instrumentarium Naast subsidies via het Vlaamse kunstenbeleid, kan uw organisatie onder bepaalde voorwaarden (ook) aanspraak maken op financiële steun via andere instanties. In dit deel peilen we naar uw kennis en gebruik van rechtstreekse financiële steun via diverse overheden (via subsidies), alsook van onrechtstreekse steun waarin de overheid een faciliterende rol speelt (bv. fiscale voordelen, leningen, kapitaalparticipaties,...).

Pagina 13 * 11. Voor welke van onderstaande doelstellingen heeft uw organisatie belangstelling, plannen of concrete projecten? Vink aan per antwoord: Belangstelling

Plannen

Projecten

Geen belangstelling

verhogen van professionaliteit op zakelijk en financieel vlak ontwikkelen van een aanwervings- en waarderingsbeleid inzetten op loopbaanontwikkeling en opleiding inzetten op innovatie inzetten op internationalisering investeren in duurzaamheid

2/07/2012 9:37


4 van 23


uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking

Ga naar pagina 14 als 11.1. verhogen van professionaliteit op zakelijk en financieel vlak is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 15 als 11.2. ontwikkelen van een aanwervings- en waarderingsbeleid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 16 als 11.3. inzetten op loopbaanontwikkeling en opleiding is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 17 als 11.4. inzetten op innovatie is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 18 als 11.5. inzetten op internationalisering is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 19 als 11.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 20 als 11.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 39

Pagina 14 * 12. VERHOGEN VAN PROFESSIONALITEIT OP ZAKELIJK EN FINANCIEEL VLAK Welke van volgende financieringsinstrumenten zijn gekend, en/of door uw organisatie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

CultuurInvest kapitaalparticipatie vanaf €50.000 : voor KMO's (Participatiemaatschappij Vlaanderen - PMV) CultuurInvest achtergestelde leningen vanaf €50.000 : voor KMO's (Participatiemaatschappij Vlaanderen - PMV) KMO-portefeuille : subsidie voor opleiding, technologieverkenning, internationaal ondernemen, strategisch advies - voor KMO's en vrije beroepen, niet voor vzw's (Agentschap Ondernemen) Waarborgregeling : borgstelling door de overheid bij leningen (Participatiemaatschappij Vlaanderen - PMV) WINWIN-lening : fiscaal voordeel voor vrienden of familie die geld lenen aan een startende onderneming (Participatiefonds) Projectrekening : systeem om fiscaal voordeel te geven aan schenkers die giften geven aan een vzw of feitelijke vereniging (Koning Boudewijnstichting, Triodos Fonds) Investeringskredieten banklening gecombineerd met achtergestelde lening bij de overheid - voor kleine ondernemingen en zelfstandigen (PMV) Risicokapitaal voor ondernemingen via een publiek-private investeerder (Business Angel Netwerk Vlaanderen)

Ga naar pagina 15 als 11.2. ontwikkelen van een aanwervings- en waarderingsbeleid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 16 als 11.3. inzetten op loopbaanontwikkeling en opleiding

2/07/2012 9:37


5 van 23


is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 17 als 11.4. inzetten op innovatie is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 18 als 11.5. inzetten op internationalisering is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 19 als 11.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 20 als 11.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 21

Pagina 15 * 13. ONTWIKKELEN VAN EEN AANWERVINGS- EN WAARDERINGSBELEID Welke van volgende financieringsinstrumenten zijn gekend, en/of door uw organisatie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

Sociale maribel : vermindering van RSZ-bijdragen voor organisaties in de socio-culturele sector (FOD Werkgelegenheid) Belastingvrijstelling voor kleine ondernemingen : voor ondernemingen en vrije beroepen met minder dan 11 werknemers, niet voor vzw's (FOD Financiën) Niet-recurrente collectieve bonussen : bonus voor werknemers die een doelstelling behalen die vooraf is vastgelegd in een bonusplan - voor KMO's en vzw's, niet voor zelfstandigen (Agentschap Werk en Sociale Economie - WSE) Tewerkstellingspremie voor 50+ : voor KMO's en vzw's (VDAB) Activa : werkuitkering voor werkgevers die langdurig werkzoekenden aanwerven - voor KMO's en vzw's (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening - RVA) Individuele beroepsopleiding - IBO : subsidie om een werkzoekende op te leiden binnen de onderneming, met de voorwaarde om die persoon nadien aan te werven - voor KMO's en vzw's (VDAB) Diversiteitsplannen : subsidies voor instroom van kansengroepen: bv. voor onthaalbeleid, jobcoaching,... - voor KMO's en vzw's (WSE) Europese subsidies voor personeelskosten in vzw's en ondernemingen

Ga naar pagina 16 als 11.3. inzetten op loopbaanontwikkeling en opleiding is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 17 als 11.4. inzetten op innovatie is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 18 als 11.5. inzetten op internationalisering is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 19 als 11.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 20 als 11.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 21

2/07/2012 9:37


6 van 23


Pagina 16 * 14. INZETTEN OP LOOPBAANONTWIKKELING EN OPLEIDING Welke van volgende financieringsinstrumenten zijn gekend, en/of door uw organisatie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

Opleidings- en begeleidingscheques : opleidingssteun voor individuele werknemers (Vlaamse Dienst voor Werk en Sociale Economie) Betaald educatief verlof : voor individuele werknemers (federaal) Tussenkomst bij opleiding in een competentiecentrum van de VDAB : tegemoetkomingen voor o.a. jonge werknemers die minder dan 6 maanden in dienst zijn, voor organisaties met maximaal 25 werknemers,... - voor KMO's en vzw's (VDAB) Europese subsidies voor opleidingskosten in organisaties

Ga naar pagina 17 als 11.4. inzetten op innovatie is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 18 als 11.5. inzetten op internationalisering is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 19 als 11.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 20 als 11.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 21

Pagina 17 * 15. INZETTEN OP INNOVATIE Welke van volgende financieringsinstrumenten zijn gekend, en/of door uw organisatie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

KMO haalbaarheidsstudie : subsidies voor de opstart van een innovatieproject - voor KMO's en vzw's (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie IWT) KMO innovatieproject : subsidies voor de uitrol van een innovatieproject - voor KMO's en vzw's (IWT) Extra subsidies IE (intellectuele eigendom) : bijkomende subsidies, toegevoegd aan een van voorgaande maatregelen - voor KMO's en vzw's (IWT) Europese subsidies voor innovatie in organisaties

Ga naar pagina 18 als 11.5. inzetten op internationalisering is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 19 als 11.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 20 als 11.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 21

2/07/2012 9:37


7 van 23


Pagina 18 * 16. INZETTEN OP INTERNATIONALISERING Welke van volgende financieringsinstrumenten zijn gekend, en/of door uw organisatie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

Impulsprogramma voor toeristischrecreatieve projecten, toeristische evenementen en toeristische tewerkstelling : voor ondernemingen en vzw's (Toerisme Vlaanderen) Europese subsidies met het oog op internationaal netwerken, internationale samenwerking, uitwisseling... Reissubsidies : voor een prospectie of zakenreis buiten Europa, of voor een uitnodiging van aankopers en decision makers van buiten Europa - voor alle ondernemingen ongeacht rechtsvorm (Flanders Investment & Trade - FIT) Subsidies voor buitenlandse promotie/prospectie : voor deelname aan een buitenlandse beurs of niche-event, aanmaak van productdocumentatie, vertaling en inlassing in vakmedia - voor alle ondernemingen ongeacht rechtsvorm (FIT) Subsidies van buitenlandse overheden, instituten en instellingen ter bevordering van internationale uitwisseling en netwerken

Ga naar pagina 19 als 11.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 20 als 11.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 21

Pagina 19 * 17. INVESTEREN IN DUURZAAMHEID EN INFRASTRUCTUUR Welke van volgende financieringsinstrumenten zijn gekend, en/of door uw organisatie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

Pendelfonds : projecten voor verduurzaming woon-werkverkeer - voor ondernemingen en vzw's (Vlaams Departement voor Mobiliteit) REG-premies : premies voor het stimuleren van rationeel energieverbruik - voor KMO's, vzw's, zelfstandigen (Vlaamse Energie Agentschap) Subsidies voor KMO's die selectief afval sorteren : vergoeding voor het sorteren van bedrijfsmatig verpakkingsafval met het oog op recyclage - voor KMO's (VAL-I-PAC) Fonds voor Culturele Infrastructuur : investeringssubsidies voor grote (stedelijke) en sectorale accommodaties in de sectoren jeugd en cultuur (FoCI)

2/07/2012 9:37


8 van 23


Ga naar pagina 20 als 11.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 21

Pagina 20 * 18. ONTWIKKELEN VAN EEN EDUCATIEVE OF PARTICIPATIEVE WERKING Welke van volgende financieringsinstrumenten zijn gekend, en/of door uw organisatie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

Participatiedecreet : voor vzw's (Departement Cultuur, jeugd, sport en media - CJSM) Opdrachten van scholen, gesubsidieerd vanuit het Dynamo3project (Canon Cultuurcel) Opdrachten van lokale netwerken gesubsidieerd vanuit Brede Schoolproject (Departement Onderwijs) Europese subsidies in het kader van levenslang leren, kunsteducatie en participatie Subsidies voor natuur- en milieueducatieve projecten : voor vzw's, ook als hun doelstelling niet uitsluitend leefmilieu of natuurbehoud betreft (Vlaams Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - LNE)

Pagina 21 19. Heeft uw organisatie al gebruik gemaakt van nog andere aanvullende financieringsinstrumenten die nuttig kunnen zijn voor collega's in de kunsten- en creatieve sector?

Resterende tekens:

2000


Pagina 22

DEEL 2. Kennis en gebruik financieel instrumentarium Naast subsidies via het Vlaamse kunstenbeleid, kunt u onder bepaalde voorwaarden (ook) aanspraak maken op financiële steun via andere instanties. In dit deel peilen we naar uw kennis en gebruik van rechtstreekse financiële steun via diverse overheden (via subsidies), alsook van onrechtstreekse steun waarin de overheid een faciliterende rol speelt (bv. fiscale voordelen, leningen, kapitaalparticipaties,...).

Pagina 23 * 20. Voor welke van onderstaande doelstellingen hebt u belangstelling, plannen of concrete projecten? Vink aan per antwoord: Belangstelling

Plannen

Projecten

Geen belangstelling

verhogen van professionaliteit op zakelijk en financieel vlak ontwikkelen van een aanwervings- en waarderingsbeleid

2/07/2012 9:37


9 van 23


inzetten op loopbaanontwikkeling en opleiding inzetten op innovatie inzetten op internationalisering investeren in duurzaamheid uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking

Ga naar pagina 24 als 20.1. verhogen van professionaliteit op zakelijk en financieel vlak is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 25 als 20.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 26 als 20.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 30

Pagina 24 * 21. VERHOGEN VAN PROFESSIONALITEIT OP ZAKELIJK EN FINANCIEEL VLAK Welke van volgende financieringsinstrumenten kent u en/of hebt u aangevraagd in de laatste 5 jaar? Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

Minitoelage : renteloos terugbetaalbaar overbruggingskrediet tot €7.500, voor individuele kunstenaars (Kunstendecreet) Waarborgregeling : borgstelling door de overheid bij leningen (Participatiemaatschappij Vlaanderen - PMV) Investeringskredieten banklening gecombineerd met achtergestelde lening bij de overheid - voor kleine ondernemingen en zelfstandigen (Participatiefonds)

Ga naar pagina 25 als 20.6. investeren in duurzaamheid is niet gelijk aan Geen belangstelling Ga naar pagina 26 als 20.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 27

Pagina 25 * 22. INVESTEREN IN DUURZAAMHEID EN INFRASTRUCTUUR Kent u volgend financieringsinstrument u en/of hebt u deze premie aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

REG-premies : premies voor het stimuleren van rationeel energieverbruik - voor KMO's, vzw's, zelfstandigen (Vlaamse Energie Agentschap)

Ga naar pagina 26 als 20.7. uitbouw van een (cultuur)educatieve of participatieve werking is niet gelijk aan Geen belangstelling Anders ga naar pagina 27

2/07/2012 9:37


10 van 23


Pagina 26 * 23. ONTWIKKELEN VAN EEN EDUCATIEVE OF PARTICIPATIEVE WERKING Welke van volgende financieringsinstrumenten kent u en/of hebt u aangevraagd in de laatste 5 jaar?

Nooit van gehoord

Naam is me bekend

Aanvraag overwogen

Aanvraag gedaan

Steun gekregen

Opdrachten van scholen, gesubsidieerd vanuit het Dynamo3project (Canon Cultuurcel) Opdrachten van lokale netwerken gesubsidieerd vanuit Brede Schoolproject (Departement Onderwijs)

Pagina 27 24. Hebt u al gebruik gemaakt van nog andere aanvullende financieringsinstrumenten die nuttig kunnen zijn voor collega's in de kunsten- en creatieve sector?

Resterende tekens:

2000

Pagina 28 * 25. We hebben u enkel de financieringsinstrumenten laten zien waarvoor u potentieel in aanmerking komt. Bent u zich ervan bewust dat heel wat financieringsinstrumenten enkel toegankelijk zijn voor organisaties, zoals een vzw of bvba? Het betreft onder meer de WINWIN-lening van Participatiemaatschappij Vlaanderen, de KMO-portefeuille van Agentschap Ondernemen, de individuele beroepsopleiding en de opleidings- en begeleidingscheques van de VDAB, subsidies voor buitenlandse promotie en prospectie van Flanders Investment & Trade, het participatiedecreet van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media,... Ja Neen

Ga naar pagina 29 als 25. We hebben u enkel de financieringsinstrumenten laten zien waarvoor u potentieel in aanmerking komt. Bent u zich ervan bewust dat heel wat financieringsinstrumenten enkel toegankelijk zijn voor organisaties, zoals een vzw of bvba? Het betreft onder meer de WINWIN-lening van Participatiemaatschappij Vlaanderen, de KMO-portefeuille van Agentschap Ondernemen, de individuele beroepsopleiding en de opleidings- en begeleidingscheques van de VDAB, subsidies voor buitenlandse promotie en prospectie van Flanders Investment & Trade, het participatiedecreet van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media,...... is gelijk aan Ja Anders ga naar pagina 30

Pagina 29 * 26. Waarom kiest u er voor om geen juridische organisatiestructuur te hebben? Mijn activiteiten zijn te beperkt om een juridische organisatiestructuur op te zetten. De financiële drempel is te hoog (startkapitaal nodig). De tijdsinvestering om dergelijke organisatiestructuur (administratief) op te volgen, is te hoog. Ander, gelieve te specificeren:

Pagina 30

DEEL 3. Behoefte aan leningen en/of investeringskapitaal Het derde deel van de enquête peilt naar uw behoefte aan leningen of kredieten voor de ontwikkeling van uw artistieke of creatieve werking.

2/07/2012 9:37


11 van 23


Pagina 31 * 27. Hebt u in de afgelopen 5 jaar een lening of krediet over meerdere jaren aangevraagd bij professionele kredietverstrekkers, familie of vrienden, ter financiering van een bepaalde investering of project? Het gaat hier zowel om kortals langlopende leningen of kredieten. Kaskredieten of overbruggingskredieten worden buiten beschouwing gelaten voor zover het prefinanciering van toegekende, maar nog niet uitbetaalde subsidies betreft. Ja Neen

Ga naar pagina 32 als 27. Hebt u in de afgelopen 5 jaar een lening of krediet over meerdere jaren aangevraagd bij professionele kredietverstrekkers, familie of vrienden, ter financiering van een bepaalde investering of project? Het gaat hier zowel om kortals langlopende leningen of kredieten. Kaskredieten of overbruggingskredieten worden buiten beschouwing gelaten voor zover het prefinanciering van toegekende, maar nog niet uitbetaalde subsidies betreft.... is gelijk aan Ja Anders ga naar pagina 54

Pagina 32 * 28. Volgende vragen gaan door op een aantal aspecten omtrent uw meest recente leningof kredietaanvraag. Voor welk type activiteiten (of combinatie van activiteiten) werd deze lening of dit krediet aangevraagd? Aankoop van basismaterialen voor de artistieke activiteit (bv. instrumenten, grondstoffen,...) Ontwikkeling en uitvoering van een artistiek project Roerende en onroerende investeringen (bv. gebouwen, een auto, ICT, kantoormeubilair,...) Andere, gelieve te specificeren

Pagina 33 * 29. Mijn meest recente leningof kredietaanvraag werd... ...(al dan niet volledig) toegekend. ...afgewezen.

Ga naar pagina 34 als 29. Mijn meest recente leningof kredietaanvraag werd... is gelijk aan ...(al dan niet volledig) toegekend. Anders ga naar pagina 38

Pagina 34 * 30. Wat was het totaalbedrag van de verkregen lening of het verkregen krediet? 7.500€ of minder 7.501€ tot en met 15.000€ 15.001€ tot en met 25.000€ 25.001€ tot en met 50.000€ 50.001€ of meer

Pagina 35 * 31. Wat was de looptijd van de verkregen lening of het verkregen krediet? Tot en met 1 jaar Langer dan 1 jaar, tot en met 4 jaar Langer dan 4 jaar, tot en met 10 jaar 10 jaar of langer

2/07/2012 9:37


12 van 23


Pagina 36 * 32. Bij welke financier bent u deze lening of dit krediet aangegaan? Een bank Vrienden of familie Overheid via de 'Minitoelage' (renteloos overbruggingskrediet voor individuele kunstenaars tot max. 7.500€) Andere, gelieve te specificeren

Pagina 37 * 33. Vormde de borgstelling een hinderpaal bij het verkrijgen van de lening of het krediet? Nee: ik kon vlot aan de opgelegde borgstellingsvoorwaarden voldoen. In beperkte mate: ik heb een aantal inspanningen moeten leveren om aan de opgelegde borgstellingsvoorwaarden te voldoen, maar al bij al waren deze inspanningen beperkt. In sterke mate: de opgelegde borgstellingsvoorwaarden waren dermate streng dat ik sterke inspanningen heb moeten leveren om hieraan te voldoen. Er werden geen borgstellingsvoorwaarden opgelegd.


Pagina 38 * 34. Waarom werd de lening of het krediet u niet toegekend? Ik voldeed niet aan de vereiste criteria. De gevraagde waarborgen waren voor mij niet haalbaar. De aanvraagtermijnen of instapmomenten vielen niet goed. De benodigde tijdsinvestering was te groot. De bedragen waren onvoldoende om mijn behoefte te dekken. Andere, gelieve te specificeren:

Ik weet het niet


Pagina 39

DEEL 3. Behoefte aan leningen en/of investeringskapitaal Het derde deel van de enquête peilt naar de behoefte van uw organisatie aan leningen of kredieten enerzijds, en investeringskapitaal of 'seed money' anderzijds, voor de ontwikkeling van de artistieke of creatieve werking van uw organisatie.

Pagina 40 35. Hoe belangrijk waren subisidies in de werking van uw organisatie tijdens de afgelopen 5 jaar? Vul een percentage in (ruwe inschatting) om het belang van elk type opbrengsten aan te geven: % subsidies % andere opbrengsten 100

Resterende waarde

Pagina 41 * 36. Heeft uw organisatie in de afgelopen 5 jaar externe financiering aangevraagd in de vorm van een lening, krediet of kapitaalparticipatie? Ja, mijn organisatie heeft in de afgelopen 5 jaar een lening of krediet aangevraagd. (Het gaat hier zowel om kortals langlopende leningen of kredieten. Kaskredieten of overbruggingskredieten worden buiten beschouwing gelaten voor zover het prefinanciering van toegekende, maar nog niet uitbetaalde subsidies betreft).

2/07/2012 9:37


13 van 23


Ja, mijn organisatie heeft in de afgelopen 5 jaar een kapitaalparticipatie aangevraagd. Neen

Ga naar pagina 42 als 36. Heeft uw organisatie in de afgelopen 5 jaar externe financiering aangevraagd in de vorm van een lening, krediet of kapitaalparticipatie?... is gelijk aan Ja, mijn organisatie heeft in de afgelopen 5 jaar een lening of krediet aangevraagd. (Het gaat hier zowel om kortals langlopende leningen of kredieten. Kaskredieten of overbruggingskredieten worden buiten beschouwing gelaten voor zover het prefinanciering van toegekende, maar nog niet uitbetaalde subsidies betreft).... Ga naar pagina 49 als 36. Heeft uw organisatie in de afgelopen 5 jaar externe financiering aangevraagd in de vorm van een lening, krediet of kapitaalparticipatie?... is gelijk aan Ja, mijn organisatie heeft in de afgelopen 5 jaar een kapitaalparticipatie aangevraagd. Anders ga naar pagina 60

Pagina 42 * 37. Volgende vragen gaan door op een aantal aspecten omtrent de meest recente lening of krediet die uw organisatie heeft aangevraagd. Voor welk type activiteiten (of combinatie van activiteiten) heeft uw organisatie deze lening aangevraagd? Aankoop van basismaterialen voor de artistieke activiteit (bv. instrumenten, grondstoffen,...) Ontwikkeling en uitvoering van een artistiek project Roerende of onroerende investeringen (bv. gebouwen, auto, ICT, kantoormeubilair,...) Groei van de organisatie Andere, gelieve te specificeren:

Pagina 43 * 38. Heeft uw organisatie deze lening of dit krediet ook effectief toegekend gekregen?

Ja Neen

Ga naar pagina 44 als 38. Heeft uw organisatie deze lening of dit krediet ook effectief toegekend gekregen? is gelijk aan Ja Anders ga naar pagina 48

Pagina 44 * 39. Wat was het toegekende bedrag van de lening of het krediet? 10.000 euro of minder tussen 10.001 en 25.000 euro tussen 25.001 en 50.000 euro tussen 50.001 en 100.000 euro meer dan 100.000 euro

Pagina 45 * 40. Wat was de looptijd van deze lening of dit krediet? Tot en met 1 jaar Langer dan 1 jaar, tot en met 4 jaar Langer dan 4 jaar, tot en met 10 jaar 10 jaar of langer

2/07/2012 9:37


14 van 23


Pagina 46 * 41. Bij welke financier is uw organisatie deze lening of dit krediet aangegaan?

Een bank CultuurInvest, het investeringsfonds voor de culturele en creatieve industrie van Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Vrienden of familie Andere, gelieve te specificeren:

Pagina 47 * 42. Vormde de borgstelling een hinderpaal bij het verkrijgen van de lening of het krediet? Nee: mijn organisatie kon vlot aan de opgelegde borgstellingsvoorwaarden voldoen. In beperkte mate: mijn organisatie heeft een aantal inspanningen moeten leveren om aan de opgelegde borgstellingsvoorwaarden te voldoen, maar al bij al waren deze inspanningen beperkt. In sterke mate: de opgelegde borgstellingsvoorwaarden waren dermate streng dat mijn organisatie sterke inspanningen heeft moeten leveren om hieraan te voldoen. Er werden geen borgstellingsvoorwaarden opgelegd.

Ga naar pagina 49 als 36. Heeft uw organisatie in de afgelopen 5 jaar externe financiering aangevraagd in de vorm van een lening, krediet of kapitaalparticipatie?... is gelijk aan Ja, mijn organisatie heeft in de afgelopen 5 jaar een kapitaalparticipatie aangevraagd. Anders ga naar pagina 60

Pagina 48 * 43. Waarom vond u geen geschikte financier of financieringsinstrument voor uw meest recente aanvraag? Meerdere antwoorden mogelijk: Mijn organisatie voldeed niet aan de vereiste criteria. De gevraagde waarborgen waren voor mijn organisatie niet haalbaar. De aanvraagtermijnen of instapmomenten vielen niet goed. De benodigde tijdsinvestering was te groot. De bedragen waren onvoldoende om de behoefte van mijn organisatie te dekken. Andere, gelieve te specificeren:

Ik weet het niet

Ga naar pagina 49 als 36. Heeft uw organisatie in de afgelopen 5 jaar externe financiering aangevraagd in de vorm van een lening, krediet of kapitaalparticipatie?... is gelijk aan Ja, mijn organisatie heeft in de afgelopen 5 jaar een kapitaalparticipatie aangevraagd. Anders ga naar pagina 60

Pagina 49

2/07/2012 9:37


15 van 23


* 44. Volgende vragen gaan door op een aantal aspecten omtrent de meest recente kapitaalparticipatie die uw organisatie heeft aangevraagd. Voor welk type activiteiten (of combinatie van activiteiten) hebt u deze kapitaalparticipatie aangevraagd?

Aankoop van basismaterialen voor de artistieke activiteit (bv. instrumenten, grondstoffen,...) Ontwikkeling en uitvoering van een artistiek project Roerende of onroerende investeringen (bv. gebouwen, auto, ICT, kantoormeubilair,...) Groei van de organisatie Andere, gelieve te specificeren:

Pagina 50 * 45. Is deze kapitaalparticipatie ook effectief doorgegaan?

Ja Neen

Ga naar pagina 51 als 45. Is deze kapitaalparticipatie ook effectief doorgegaan? is gelijk aan Ja Anders ga naar pagina 53

Pagina 51 * 46. Wat was het bedrag van deze kapitaalparticipatie? 10.000 euro of minder tussen 10.001 en 25.000 euro tussen 25.001 en 50.000 euro tussen 50.001 en 100.000 euro meer dan 100.000 euro

Pagina 52 * 47. Bij welke externe financier is uw organisatie deze kapitaalparticipatie aangegaan?

CultuurInvest, het investeringsfonds voor de culturele en creatieve industrie van Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Business Angels Network (BAN Vlaanderen) Andere, gelieve te specificeren:


Pagina 53 * 48. Waarom werd deze aanvraag voor kapitaalparticipatie niet gehonoreerd?

Meerdere antwoorden mogelijk: Mijn organisatie voldeed niet aan de vereiste criteria. De benodigde tijdsinvestering was te groot. De gezochte bedragen waren te laag om potentiële investeerders te interesseren. Het project was te risicovol voor de investeerders. Andere, gelieve te specificeren:

Ik weet het niet

2/07/2012 9:37


16 van 23



Pagina 54

DEEL 4. Informatieverstrekking, advies en ondersteuning over/bij aanvullende financiering Het laatste luik van de enquête peilt naar uw behoefte aan informatie, toeleiding en coaching met betrekking tot aanvullende financieringsmogelijkheden.

Pagina 55 * 49. U hebt in de laatste 3 jaar gezocht naar informatie of advies over aanvullende financiering... Meerdere antwoorden mogelijk: Via andere kunstenorganisaties of kunstenaars Via een zakelijk bemiddelaar bv. een boekhouder, manager of managementbureau Via een overheidsdienst of intermediaire organisatie bv. steunpunten, belangenbehartigers,Kunstenloket... Via een onderwijsinstelling bv. dagopleiding, avondopleiding, ... Bij vrienden, familie Via een andere weg, gelieve te specificeren:

Geen van bovenstaande

Ga naar pagina 56 als 49. U hebt in de laatste 3 jaar gezocht naar informatie of advies over aanvullende financiering... Meerdere antwoorden mogelijk:... is gelijk aan Via een overheidsdienst of intermediaire organisatie bv. steunpunten, belangenbehartigers,Kunstenloket...... Anders ga naar pagina 59

Pagina 56 * 50. Welke van de volgende Vlaamse overheidsdiensten en intermediaire organisaties raadpleegde u in de laatste 3 jaar over aanvullende financieringsmogelijkheden?

Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaal-cultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren) Agentschap Ondernemen Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Provinciale Innovatiecentra Flanders Investment & Trade Design Vlaanderen Flanders DC Vlaams Theaterinstituut (VTi) BAM Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) Vlaams Architectuurinstituut (Vai) Kunstenloket oKo VOBK NICC Lokale overheid (provincie, stad, gemeente) Een andere dienst of organisatie, gelieve te specificeren:

Pagina 57 * 51. In de vorige vraag hebt u een aantal Vlaamse overheidsdiensten en/of intermediaire organisaties aangevinkt die u in de laatste 3 jaar raadpleegde over aanvullende financieringsmogelijkheden.

2/07/2012 9:37


17 van 23


Bood de dienstverlening van deze instanties die u in de laatste 3 jaar raadpleegde, een antwoord op uw behoefte?

Ja

Neen

Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaal-cultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren) Agentschap Ondernemen Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Provinciale Innovatiecentra Flanders Investment & Trade (FIT) Design Vlaanderen Flanders DC Vlaams Theaterinstituut (VTi) BAM (Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst) Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) Vlaams Architectuurinstituut (Vai) Kunstenloket oKo (Overleg Kunstenorganisaties) VOBK (Verenigde Organisaties Beeldkunst) NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) Lokale overheid (provincie, stad, gemeente) Ander, gelieve te specificeren:

Bijkomende opties (vraag 51) Extractie gebaseerd op: 50. Welke van de volgende Vlaamse overheidsdiensten en intermediaire organisaties raadpleegde u in de laatste 3 jaar over aanvullende financieringsmogelijkheden?

Ga naar pagina 58 als 51.1. Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaal-cultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren)... is gelijk aan Neen of 51.2. Agentschap Ondernemen is gelijk aan Neen of 51.3. Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) is gelijk aan Neen of 51.4. Provinciale Innovatiecentra is gelijk aan Neen of 51.5. Flanders Investment & Trade (FIT) is gelijk aan Neen of 51.6. Design Vlaanderen is gelijk aan Neen of 51.7. Flanders DC is gelijk aan Neen of 51.8. Vlaams Theaterinstituut (VTi) is gelijk aan Neen of 51.9. BAM (Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst) is gelijk aan Neen of 51.10. Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) is gelijk aan Neen of 51.11. Vlaams Architectuurinstituut (Vai) is gelijk aan Neen of 51.12. Kunstenloket is gelijk aan Neen of 51.13. oKo (Overleg Kunstenorganisaties) is gelijk aan Neen

2/07/2012 9:37


18 van 23


of 51.14. VOBK (Verenigde Organisaties Beeldkunst) is gelijk aan Neen of 51.15. NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) is gelijk aan Neen of 51.16. Lokale overheid (provincie, stad, gemeente) is gelijk aan Neen Anders ga naar pagina 59

Pagina 58 52. Waarom bood deze dienstverlening geen antwoord op uw behoefte? Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaalcultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren) Agentschap Ondernemen Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Provinciale Innovatiecentra Flanders Investment & Trade (FIT) Design Vlaanderen Flanders DC Vlaams Theaterinstituut (VTi) BAM (Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst) Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) Vlaams Architectuurinstituut (Vai) Kunstenloket oKo (Overleg Kunstenorganisaties) VOBK (Vereniging Organisaties Beeldkunst) NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) Lokale overheid (provincie, stad, gemeente)

Bijkomende opties (vraag 52) Extractie gebaseerd op:

Pagina 59 * 53. Aan welke soort ondersteuning hebt u het meest behoefte om de mogelijkheden van aanvullende financiering effectief te kunnen benutten? Geef de top 3 aan waarbij 1 = belangrijkste. (Ter inspiratie geven we tussen haakjes een aantal voorbeelden mee uit de kunstensector en daarbuiten.)

1 2 3 4 5 6 7

Subsidie- of steunwijzer: bv. Subsidiedatabank Agentschap Ondernemen, EU-subsidiewijzer VLEVA, ...

2/07/2012 9:37


19 van 23


1 2 3 4 5 6 7

Individueel advies op maat: bv. Kunstenloket, Agentschap Ondernemen, provinciale innovatiecentra, ...

1 2 3 4 5 6 7

Tools of instrumenten: bv. model van ondernemingsplan van Agentschap Ondernemen, methodiek van zelfscan voor een organisatie van LOCUS, ...

1 2 3 4 5 6 7

Individuele coaching en begeleiding: bv. peterschapsprojecten in de boekensector, BAN Vlaanderen, ...

1 2 3 4 5 6 7

Eenmalige workshops en opleidingen: bv. Kunstenloket

1 2 3 4 5 6 7

Zakelijke bijscholing en opleiding: bv. Kunstenloket (vb. Zelfpromotie voor kunstenaars), VDAB, Syntra, Cevora, ...

1 2 3 4 5 6 7

Ander, gelieve te specificeren:



Pagina 60

DEEL 4. Informatieverstrekking, advies en ondersteuning over/bij aanvullende financiering Het laatste luik van de enquête peilt naar de behoefte van uw organisatie aan informatie, toeleiding en coaching met betrekking tot aanvullende financieringsmogelijkheden.

Pagina 61 * 54. Uw organisatie heeft in de laatste 3 jaar gezocht naar informatie of advies over aanvullende financiering... Meerdere antwoorden mogelijk: Via andere kunstenorganisaties of kunstenaars Via een zakelijk bemiddelaar bv. een boekhouder, manager of managementbureau Via een overheidsdienst of intermediaire organisatie bv. steunpunten, belangenbehartigers,Kunstenloket... Via een onderwijsinstelling bv. dagopleiding, avondopleiding, ... Bij vrienden, familie Via een andere weg, gelieve te specificeren:

Geen van bovenstaande

Ga naar pagina 62 als 54. Uw organisatie heeft in de laatste 3 jaar gezocht naar informatie of advies over aanvullende financiering... Meerdere antwoorden mogelijk:... is gelijk aan Via een overheidsdienst of intermediaire organisatie bv. steunpunten, belangenbehartigers,Kunstenloket...... Anders ga naar pagina 65

2/07/2012 9:37


20 van 23


Pagina 62 * 55. Welke van de volgende Vlaamse overheidsdiensten en intermediaire organisaties raadpleegde uw organisatie in de laatste 3 jaar over aanvullende financieringsmogelijkheden?

Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaal-cultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren) Agentschap Ondernemen Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Provinciale Innovatiecentra Flanders Investment & Trade Design Vlaanderen Flanders DC Vlaams Theaterinstituut (VTi) BAM Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) Vlaams Architectuurinstituut (Vai) Kunstenloket oKo VOBK NICC Lokale overheid (provincie, stad, gemeente) Een andere dienst of organisatie, gelieve te specificeren:

Pagina 63 * 56. In de vorige vraag hebt u een aantal Vlaamse overheidsdiensten en/of intermediaire organisaties aangevinkt die uw organisatie in de laatste 3 jaar raadpleegde over aanvullende financieringsmogelijkheden. Bood de dienstverlening van deze instanties die uw organisatie in de laatste 3 jaar raadpleegde, een antwoord op de behoeften van uw organisatie?

Ja

Neen

Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaal-cultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren) Agentschap Ondernemen Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Provinciale Innovatiecentra Flanders Investment & Trade (FIT) Design Vlaanderen Flanders DC Vlaams Theaterinstituut (VTi) BAM (Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst) Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) Vlaams Architectuurinstituut (Vai) Kunstenloket oKo (Overleg Kunstenorganisaties) VOBK (Verenigde Organisaties Beeldkunst) NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) Lokale overheid (provincie, stad, gemeente) Ander, gelieve te specificeren:

Bijkomende opties (vraag 56) Extractie gebaseerd op: 55. Welke van de volgende Vlaamse overheidsdiensten en intermediaire organisaties raadpleegde uw organisatie in de laatste 3 jaar over aanvullende financieringsmogelijkheden?

2/07/2012 9:37


21 van 23


Ga naar pagina 64 als 56.1. Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaal-cultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren)... is gelijk aan Neen of 56.2. Agentschap Ondernemen is gelijk aan Neen of 56.3. Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) is gelijk aan Neen of 56.4. Provinciale Innovatiecentra is gelijk aan Neen of 56.5. Flanders Investment & Trade (FIT) is gelijk aan Neen of 56.6. Design Vlaanderen is gelijk aan Neen of 56.7. Flanders DC is gelijk aan Neen of 56.8. Vlaams Theaterinstituut (VTi) is gelijk aan Neen of 56.9. BAM (Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst) is gelijk aan Neen of 56.10. Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) is gelijk aan Neen of 56.11. Vlaams Architectuurinstituut (Vai) is gelijk aan Neen of 56.12. Kunstenloket is gelijk aan Neen of 56.13. oKo (Overleg Kunstenorganisaties) is gelijk aan Neen of 56.14. VOBK (Verenigde Organisaties Beeldkunst) is gelijk aan Neen of 56.15. NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) is gelijk aan Neen of 56.16. Lokale overheid (provincie, stad, gemeente) is gelijk aan Neen Anders ga naar pagina 65

Pagina 64 57. Waarom bood deze dienstverlening geen antwoord op de behoeften van uw organisatie? Administratie Cultuur (Agentschap Kunsten en Erfgoed, Afdeling Kunsten, Departement CJSM, Agentschap Sociaalcultureel Werk, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaams Fonds der Letteren) Agentschap Ondernemen Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) Provinciale Innovatiecentra Flanders Investment & Trade (FIT) Design Vlaanderen Flanders DC Vlaams Theaterinstituut (VTi) BAM (Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst)

2/07/2012 9:37


22 van 23


Muziekcentrum Vlaanderen (MCV) Vlaams Architectuurinstituut (Vai) Kunstenloket oKo (Overleg Kunstenorganisaties) VOBK (Vereniging Organisaties Beeldkunst) NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) Lokale overheid (provincie, stad, gemeente)

Bijkomende opties (vraag 57) Extractie gebaseerd op:

Pagina 65 * 58. Aan welke soort ondersteuning heeft uw organisatie het meest behoefte om de mogelijkheden van aanvullende financiering effectief te kunnen benutten? Geef de top 3 aan waarbij 1 = belangrijkste. (Ter inspiratie geven we tussen haakjes een aantal voorbeelden mee uit de kunstensector en daarbuiten.)

1 2 3 4 5 6 7

Subsidie- of steunwijzer: bv. Subsidiedatabank Agentschap Ondernemen, EU-subsidiewijzer VLEVA, ...

1 2 3 4 5 6 7

Individueel advies op maat: bv. Kunstenloket, Agentschap Ondernemen, provinciale innovatiecentra, ...

1 2 3 4 5 6 7

Tools of instrumenten: bv. model van ondernemingsplan van Agentschap Ondernemen, methodiek van zelfscan voor een organisatie van LOCUS, ...

1 2 3 4 5 6 7

Individuele coaching en begeleiding: bv. peterschapsprojecten in de boekensector, BAN Vlaanderen, ...

1 2 3 4 5 6 7

Eenmalige workshops en opleidingen: bv. Kunstenloket

1 2 3 4 5 6 7

Zakelijke bijscholing en opleiding: bv. Kunstenloket (vb. Zelfpromotie voor kunstenaars), VDAB, Syntra, Cevora, ...

1 2 3 4 5 6 7

Ander, gelieve te specificeren:


Pagina 66

2/07/2012 9:37


23 van 23


59. Over welke onderwerpen in verband met aanvullende financiering zou u meer gerichte informatie, advies of opleidingen nuttig vinden?

Resterende tekens:

2000

Pagina 67 60. Mocht u nog bemerkingen hebben over aanvullende financiering, cultureel ondernemerschap of hieraan gerelateerde onderwerpen, dan kan u die hieronder met ons delen.

Resterende tekens:

2000

Powered by CheckMarket

2/07/2012 9:37


Titel

Project: onderzoek aanvullende financiering kunstensector

Document: bronnenlijst

Bron

Thema

Locatie

Creatieve_industrieën in Vlaanderen - een voorstudie Creative entrepreneurship for a competitive economy

FDC / AMS Creative Estonia congress

http://www.flandersdc.be/nl/kennis/studies/creatieve-industriee-n-in-vlaanderen-annoalgemeen 2010een-voorstudie ondernemerschap http://www.looveesti.ee/creative-entrepreneurship/

Ondersteunende maatregelen Kunsten & Erfgoed Cultuurcontactpunt Forum voor Amateurkunsten VLEVA Subsidiedatabank Federatie Sociaal-cultureel werk Muzieksubsidiewijzer (MCV & Poppunt) Subsidiewijzer.info PLATO Creative Xchange Vlaams ondernemingsbevorderend netwerk

Kunsten & erfgoed CJSM Amateurkunsten.be VLEVA Agentschap ondernemen FOV Muziekmozaïek Subsidiewijzer.info Flanders DC VON

subsidies subsidies subsidies subsidies subsidies subsidies subsidies subsidies support support

http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/397716-Kunsten.html http://www.cjsm.vlaanderen.be/ccp/subsidiekanalen/index.html http://www.amateurkunsten.be/subsidies http://www.vleva.eu/subsidiewijzer http://www.agentschapondernemen.be/subsidiedatabank http://www.fov.be/spip.php?rubrique91 http://www.muziekmozaiek.be/index.php?onderdeel=4062 http://www.subsidiewijzer.info/ http://www.flandersdc.be/nl/plato-creativexchange http://www.von-online.be/nieuws/74

INSTRUMENTARIUM K&E en CJSM Subsidies aan kunstenaars

Kunsten & Erfgoed

subsidies

http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/432814-Subsidies+aan+kunstenaars.html

ontwikkelingsgerichte beurzen

Kunsten & Erfgoed

subsidies

projectsubsidies aan kunstenaars creatieopdrachten Minitoelage voor kunstenaars

Kunsten & Erfgoed Kunsten & Erfgoed Kunsten & Erfgoed

subsidies subsidies lening

http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/866655-Ontwikkelingsgerichte+beurzen.html http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/866677Projectsubsidies+aan+kunstenaars.html http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/875805-Creatieopdrachten.html http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/2270673-Minitoelagen.html

Subsidies aan organisaties werkingssubsidies

Kunsten & Erfgoed Kunsten & Erfgoed

subsidies subsidies

projectsubsidies Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI) Subsidies info overzicht (tem EU) kunsten - Internationaal

Kunsten & Erfgoed CJSM CJSM - Cultuurcontactpunt CJSM - internationaal

subsidies subsidies subsidies subsidies

Subsidies voor digitale filmprojectoren Participatiedecreet

CJSM Sociaal-cultureel

subsidies subsidies

http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/432790-Subsidies+aan+organisaties.html http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/2465204-Werkingssubsidies.html http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/2465251Projectsubsidies+aan+organisaties.html http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/beleidsthemas/culturele-infrastructuur/ http://www.cjsm.vlaanderen.be/ccp/subsidiekanalen/index.html http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/433000-Kunsten.html http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/downloads/pb_digitalisering_kleine_bioscopen_20 111010.pdf http://www.cjsm.vlaanderen.be/participatiedecreet/

cultuurinvest evaluatierapport 2010 cultuurinvest algemene voorwaarden

CultuurInvest CultuurInvest

investeringen investeringen

http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/downloads/cultuurinvest_evaluatierapport2010.pdf http://www.pmv.eu/nl/diensten/cultuurinvest

Algemene info

5/07/2012

IDEA Consult

blz. 1 / 3




Titel INSTRUMENTARIUM andere beleidsdomeinen

Bron

Thema

Locatie

Design Vlaanderen toelage

Agentschap Ondernemen

subsidies

Peterschapsprojecten boekensector impulsprogramma's Toerisme

CJSM Toerisme Vlaanderen

support subsidies

http://agentschapondernemen.be/maatregel/toelage-ter-bevordering-van-de-vormgeving http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/beleidsthemas/film/vlaanderen/departement/taxsh elter/?utm_source=feedburner&utm_medium=feed&utm_campaign=Feed%3A+cultuurcjsm+%28Cultuur+-+Vlaamse+overheid%29 http://www.toerismevlaanderen.be/showpage.asp?iPageID=144

Agentschap Ondernemen SUBSIDIEBANK AO > FIT, PMV, …

Agentschap Ondernemen Agentschap Ondernemen

support subsidies

http://www.agentschapondernemen.be/ http://www.agentschapondernemen.be/subsidiedatabank

INSTRUMENTARIUM federaal Participatiefonds Federaal Impulsfonds Migrantenbeleid

Participatiefonds Interculturaliseren

lening subsidies

tax shelter

CJSM

fiscaal

http://www.fonds.org/nl/overonzeorganisatie/kredietverstrekker http://www.interculturaliseren.be/index.php?id=43 http://www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/beleidsthemas/film/vlaanderen/departement/taxsh elter

INSTRUMENTARIUM EU Unlocking the potential of CCI - onderzoek

Europese commissie - cultuur

ONDERZOEK

GREEN PAPER unlocking potential of CCI Structuurfondsen (EFRO, ESF, Cohesiefonds) Interreg Subsidies EU Subsidies EU Microfinanciering EU interreg Fonds voor Microprojecten

Europese commissie - cultuur Europa NU Interreg Europese commissie - MEDIA Europese commissie DG Education & culture Europese commissie Interreg

ONDERZOEK subsidies subsidies subsidies subsidies leningen subsidies

Interreg Microprojecten folder

Interreg

subsidies

Interreg Microprojecten technisch

Interreg

subsidies

creatief Europa - achtergrond

VLEVA

subsidies

creatief Europa persbericht

EU commissie

subsidies

http://ec.europa.eu/culture/our-policy-development/doc2577_en.htm P:\VRO\Lopende projecten\11 VRO 93 (draagvlakonderzoek kunstensector CCI)\6. Documentatie\GreenPaper_creative_industries_en.pdf http://www.europa-nu.nl/id/vh7downx7izu/structuurfondsen http://www.grensregio.eu/ http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/calls/grants_en.html http://ec.europa.eu/culture/media/index_en.htm http://ec.europa.eu/contracts_grants/microfinance_nl.htm http://www.interreg-fwvl.eu/nl/page.php?pageId=551 P:\VRO\Lopende projecten\11 VRO 93 (draagvlakonderzoek kunstensector CCI)\6. Documentatie\Interreg folder microprojecten.pdf P:\VRO\Lopende projecten\11 VRO 93 (draagvlakonderzoek kunstensector CCI)\6. Documentatie\Interreg microprojecten technisch.doc http://www.vleva.eu/nieuws/creatief-europa-achtergrond-rond-het-nieuwe-programmavoor-2014-2020/?utm_source=subsmail&utm_medium=mail&utm_campaign=subs http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/11/1399&format=HTML&ag ed=0&language=EN&guiLanguage=en

Europees sociaal fonds

ESF

subsidies

http://www.esf-agentschap.be/Templates/Home.aspx?id=252&LangType=2067

INSTRUMENTARIUM buiten de overheden Netwerk Rentevrij Netwerk Rentevrij als dochter fairfin Koning Boudewijnstichting - erfgoed Koning Boudewijnstichting - filantropie vzw Testament Garantiefonds

Netwerk Rentevrij FairFin Koning Boudewijnstichting Koning Boudewijnstichting vzw Testament Alterfin

lening lening support support fiscaal borg

http://www.rentevrij.be/lening/lening http://www.fairfin.be/over-fairfin http://www.kbs-frb.be/domain_search.aspx?top=1080&LangType=2067 http://www.kbs-frb.be/domain_search.aspx?top=1082&LangType=2067 http://www.testament.be http://www.alterfin.be/index.php?cid=6&lng=1

5/07/2012

IDEA Consult

blz. 2 / 3



Titel BENCHMARKING Wallonië

Bron

dimension interpreneuriale… / Europe

PPC Europe

enquête de l'industrie culturelle et creative Boost-up (voor prototypes) Semaine de la creativité Kikk St'art fonds d'investissement


Thema

Locatie

TWIST (via Wallonie.be) Creative Wallonia

onderzoek lening

Creative Wallonia Wallonie / BEP / EU

support support

http://www.pcc-europe.be/fr/publications/dimension-entrepreneuriale-des-industriesculturelles-et-creativ/ http://www.twist-cluster.com/cms/fr/actu/actualite/1262-lindustrie-culturelle-et-creativeenquete-en-ligne http://www.creativewallonia.be/boost-up/comment.htm?lng=fr http://www.creative-wallonia.be/programme/creative-wallonia-et-vous/~promotion-de-lacreativite-aupres-des-wallonnes-et-wallons.htm?lng=fr http://www.slideshare.net/Kikk_festival/start-10294865

BENCHMARKING NL entrepreneurial dimension of CCI

HKU Utrecht

Kunst & Cultuur in beeld

fondsenwervingonline.nl

Voordekunst Workshop cultureel ondernemen

Frankwatching fondsenwervingonline.nl

P:\VRO\Lopende projecten\11 VRO 93 (draagvlakonderzoek kunstensector CCI)\6. ondernemerschap Documentatie\entrepreneurial dimension of cci.pdf P:\VRO\Lopende projecten\11 VRO 93 (draagvlakonderzoek kunstensector CCI)\6. ondernemerschap Documentatie\Leisure - K&C in beeld.pdf http://www.frankwatching.com/archive/2011/11/10/crowdfunding-case-liefhebberscrowdfunding financieren-kunst-bij-voordekunst/ ondernemerschap http://www.fondswervingonline.nl/node/5220

Microkredieten - cultuurlening Microkredieten - Materiaalfonds

onderzoek kunstenloket onderzoek kunstenloket

lening lening

BENCHMARKING UK Nesta creative economy blog

NESTA

algemeen

Risky_business

DEMOS

Final business models

Arts Council

cf. Onderzoek microkredieten Kunstenloket, blz 17-19 cf. Onderzoek microkredieten Kunstenloket, blz 19-20

Other sources of Funding

http://www.nesta.org.uk/blogs/creative_economy_blog P:\VRO\Lopende projecten\11 VRO 93 (draagvlakonderzoek kunstensector CCI)\6. ondernemerschap Documentatie\Risky_business_-_web.pdf P:\VRO\Lopende projecten\11 VRO 93 (draagvlakonderzoek kunstensector CCI)\6. businessmodellen Documentatie\Final_business_models.pdf http://www.artscouncil.org.uk/googlesearch/?q=AUDIENCE%20PARTICIPATION%20FUND http://www.artscouncil.org.uk/funding/apply-for-funding/ http://www.artscouncil.org.uk/funding/apply-for-funding/music-education-hubs/othersources-funding/

5/07/2012

IDEA Consult

Audience participation fund Funding

blz. 3 / 3

Onderzoek naar kennis en gebruik van aanvullende financiering in de kunstensector. Slotrapport juni 2012

Recommend Documents