Onderzoek laagfrequent geluid (casus: Noord Groningen)
drs. T.A. van Veen (NLR) NSG bijeenkomst laagfrequent geluid, 24 mei 2012, Deventer Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium ± National Aerospace Laboratory NLR
Bron laagfrequent geluid moeilijk identificeerbaar, waarom?
Waarom is het zoeken naar de bron bij laagfrequent geluid zoveel lastiger dan hoogfrequent geluid? 1. Mensen kunnen de richting van LFG niet bepalen 2. Herkenbaarheid van LFG-bron is moeilijk (atmospherische demping) 3. Veel bronnen lijken op elkaar in het laagfrequente spectrum. 4. Laagfrequent geluid draagt ver 5. Moeilijk meetbaar met normale geluidsopnemers 6. Laagfrequent geluid is vrijwel overal in Nederland aanwezig
Belangrijkste vragen voor het opsporen: 1. Welke meetbare laagfrequente geluiden zijn er
aanwezig?
2. Op welke momenten ondervinden de bewoners
hinder?
3. Wat is de richting van waaruit het laagfrequente
geluid komt?
4. Zijn er relevante gegevens ten aanzien van: 1.
2. 3.
bronlokatie (richting tov bron) eigenschappen bron (aan, uit, vermogen) etc geluidsoverdracht (meteo, bodem etc)
Onderzoeksaanpak Zuidhorn z Fase 1: Welke laagfrequente geluiden zijn er? z Fase 2: Welke laagfrequente geluiden geven
overlast?
z Fase 3: Peiling van de richting van het mogelijk
hinder veroorzakende laagfrequente geluid.
Meetapparatuur:
z
Geluidsmeting: ± Zeer kleine variaties in geluidsniveau meetbaar ± Type 1 microfoon volgens de IEC 651 norm: geschikt voor overheids doeleinden Trillingsmeting ± Geofoon ± Snelheden in drie richtingen ± Bereik: 0 ± 100 mm/s
Microfoon B&K 4189 met voorversterkertype 2671 16 14 12 eq. dB SPL
z
8 6 4 2 0 1
10
100
1000 Hz
Weerstation: IGRONING33 Grijpskerk
Windsnelheid Windrichting Temperatuur Luchtvochtigh eid Luchtdruk
± 0.5 Hz ± 200 Hz
10
± Woning B
10000
100000
Welke laagfrequente geluiden zijn er meetbaar?
frequentie
dB
LFG bron
tijd
Op welke momenten ondervinden de bewoners hinder? Logboek:
Datum-tijd, Kenmerken geluid/trilling: aard/niveau/toonhoogte
Eigen beschrijving
Wat is de richting van waaruit het mogelijk hinderlijke laagfrequente geluid komt? z Het akoestisch array
De akoestische antenne N 2 W
O L array
Z
1
3
bronrichting
4
Voorbereiding fase 1 z Bespreking aanpak met opdrachtgevers z Bezoek aan lokaties NAM /Gas Unie Nederland z Bespreking met bewoners, aanpak onderzoek z Meetplan z Instructies gebruik logboek, uitleg onderzoek
Onderzoek fase 1 z z
z
Periode: 21 juni- 5 juli 2010 Verzamelde tijdsafhankelijke gegevens ± Logboeken: waarnemingen bewoners ± Geluidsopnamen: 15 microfoons ± Trillingsmeting: Geofoon ± Meteo gegevens: Meteostation ± Bedrijfsgegevens: Twee bedrijven Rapportage: (rapport NLR-CR-2010-266)
Conclusies fase 1 z Op elke dag van de meetperiode laag frequente signalen bij de
bewoners Geluidsniveaus: 20dB - 70dB Frequenties signalen 10Hz - 200Hz Enkelvoudige frequenties als meervoudige frequenties tegelijkertijd Snel en/of langzaam variërend in tijd: Pulserend geluid. Tijdsduur signalen: tientallen minuten tot dagdelen. z Laag frequente signalen lagen onder als boven de gehoordrempel
(ISO 226:2003). z Kans op hinder door Laagfrequent geluid aanwezig
z Trillingen in woning B gemeten: snelheid per richting max 0.02 mm/s
(richtwaarde voor verder onderzoek naar trillingen: 0.1 mm/s per richting) z In woning B kans op hinder voor personen door trillingen laag.
Fase 2: Welke laagfrequente geluiden geven de hinder? z Onderzoek vier bewoners: rapp. NLR-CR-2011-004, mrt 2011 z Onderzoek: z z z z z
Niet-akoestische aspecten Geluidstest pure tonen (3x) Gemeten geluiden op basis logboek Gemeten geluiden op bedrijfsterreinen Overige informatie bewoners
z De in dit onderzoek gevonden karakteristieken van
de geluidssignalen zijn in volgorde van prioriteit: z z z
Geluidssignalen met een frequentie van 60 Hz tot 85Hz Geluidssignalen met een frequentie van 10 Hz tot ca 60Hz De kans op hinder door geluidssignalen boven de 85Hz is op basis van dit onderzoek verwaarloosbaar
Fase 3: Aanpak Onderzoek (1) z Richting geluid bepalen met akoestische antennes z Bepalen relaties tussen tijdstip, gemeten geluidsniveau
en de bedrijfscondities van de NAM z Alle door het NLR opgevraagde data is geleverd door de NAM/Gasunie z Alle betrokken bewoners hebben gedetailleerde logboeken bijgehouden en informatie gegeven
z Metingen van trillingen op 2 lokaties z Meteo gegevens z In periode 11 april t/m 4 mei metingen uitgevoerd, z
team 20 onderzoekers
z Uitvoerig observeren, meten overige bronnen z z z z
Losse peilmetingen geluid Losse trillingsmetingen Observatie met twee teams Verschillende meetsystemen
6
3
5
2
a a a a a a a a a a a a a a
1
4
7
8
9
Analyse: procedure Verband relevante bron signalen en ontvangen-signalen z synchronisatie van alle data op alle locaties in de tijd z Op basis van logboek z z
geen geeft wel indicatie in welke tijdsintervallen van de geluidsopnames mogelijke verbanden kunnen worden gevonden
z Op basis van frequentie z z
zwak, in geval van zelfde frequentie Æ mogelijk verband sterk, in geval van verschillende frequenties Æ geen verband
z Op basis van karakteristieke eigenschappen van geluid,
zoals pulse/modulatie op dezelfde frequentie z sterker naarmate eigenschappen karakteristieker
z Op basis van bedrijfstoestanden z
sterk
z Op basis van richting z
sterk
Analyse: procedure z Vergelijking meteo gegevens en klachten z Langdurige continue metingen ~ uren soms dagen z Lmax (1 sec gemiddeld) z Klachten in relatie tot metingen 1. 2. 3.
Selectie (ernstige) klachten Selectie spectrogrammen met herkenbare lijnen Analyse rapport
z Steekproeven voor het verkrijgen van meer
informatie: z Losse metingen z Losse peilingen z Trillingsmetingen
Voorbeeld analyse gegevens logboek en operationele gegevens: verwerking data Saaksum 1
1
3
1 0.2 0
3
2
0.6 0.4
1 0.2 0
0 17-Apr-2011
Status V213 [a.u.]
Hinder [a.u.]
0.8
Date
0 12-Apr-2011
17-Apr-2011 Date
1
12-Apr-2011
1 0.2
-0.2
17-Apr-2011 Date
-0.2
0.4
0
0 12-Apr-2011
2
0.6
Hinder Off Regenerate Cooling Absorbing
Status V212 [a.u.]
0.4
Hinder [a.u.]
2
0.6
-0.2
Ægeen correlatie
0.8 Status V211 [a.u.]
Hinder [a.u.]
0.8
3
Lmax, pure tonen vs frequentie:
uit: NEN-ISO 389-7, jan 2006
Lmax, pure tonen vs frequentie:
Voorbeeld: Hinder en bekende bron
Voorbeeld: Hinder en bekende bron
Voorbeeld: Hinder en bekende bron
Kommerzijl: trein (30 sec)
Vliegtuig:
Zuidhorn: trein + 50 Hz bron (250 sec)
Relatie logboek en peilingen
Trein: na 30 seconden verplaatst
Samenvatting conclusies onderzoek z Omgevingsgeluid op onderzochte lokaties is
H[WUHHPODDJG%V¶QDFKWV
z Ten tijde van de metingen kwamen er momenten
voor dat er hinder werd gerapporteerd en dat er laagfrequent geluid aanwezig was.
z 'HJHPHWHQJHOXLGVQLYHDX¶VOLJJHQERYHQHQRQGHU
de gemiddelde gehoorsgrens voor mensen
z Laagfrequente geluiden komen: z
Uit verschillende richtingen en van verschillende bronnen: boerderijen, treinen, vliegtuigen, verkeer.
Conclusies onderzoek z Er is laagfrequent geluid aanwezig van bronnen
(o.a. treinen, vrachtwagens, vliegtuigen)
z Dit laagfrequente geluid kan aanleiding voor hinder
geven
Conclusies z Laagfrequent geluids onderzoek vergt een integrale
aanpak waarbij klachten van bewoners gecombineerd moeten worden met richtingsgevoelige laagfrequente geluidsapparatuur en continue geluidsmetingen.
z Op basis van dit onderzoek gaat het NLR ervan uit dat
de NAM niet de bron is van het laag frequent geluid dat de hinder bij de vier bewoners in de gemeente Zuidhorn veroorzaakt. z Geen verband tussen geluidshinder en onderzochte bedrijfscondities NAM terrein z Verschillende bronnen van laagfrequent geluid in de gemeente Zuidhorn getraceerd buiten het NAM terrein