Onderzoek 2012 Ingevolge artikel 213a Gemeentewet Conceptversie III d.d. 04 oktober 2012
Onderbouwing tarieven lijkbezorgingsrechten gemeente Korendijk
Inhoudsopgave 1.
Aanleiding van het onderzoek
3
2.
Wettelijk kader en gemeentelijke beleid
4
3.
Opzet van het onderzoek
6
4.
Feitelijke situatie begraafplaatsen
7
5.
Inzicht in de financiën
11
6.
Toerekening van de kosten
13
7.
Uitkomsten onderzoek verhouding directe kosten – totale kosten
22
8.
Oplossingsrichtingen en mogelijke besparingen
27
9.
Conclusie en aanbevelingen
32
Bijlagen bij deze nota 1. Tabel aantal crematies landelijke ontwikkeling. 2. Overzicht belastbare handelingen naar kern 2008-2011. 3. Persbericht. 4. Toelichting toerekening kosten buitendienst. 5. Kostentoerekening naar begraafplaats. Bijlagen ter inzage Ordner met o.a. Rasci-formulieren en kostenberekening per handeling, financiële historie, tarieventabellen e.d.
2
1. Aanleiding van het onderzoek In 2011 heeft de Regionale rekenkamercommissie HW een onderzoek uitgevoerd naar de rioolheffingen en lijkbezorgingsrechten binnen de gemeenten in de Hoeksche Waard. Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Welke kostendekkingspercentages zijn er over de jaren 2009 tot en met 2010 gehanteerd? 2. Op welke wijze zijn de tarieven berekend? 3. In hoeverre is de mate van kostendekkendheid gerealiseerd? 4. Hoe verhouden de tarieven binnen de Hoeksche Waard van de diverse gemeenten zich tot elkaar? Het rapport met de onderzoeksresultaten is eind 2011aan de raad gepresenteerd. Daarom worden hier in het kader van dit onderzoek naar de lijkbezorgingsrechten alleen nog de conclusies uit het rapport genoemd. 1. De gemeenten hanteren elk een eigen tariefstructuur met uiteenlopende verrekenmethoden, onderlinge vergelijking is derhalve lastig. 2. De beoogde mate van kostendekkendheid is per gemeente verschillend. 3. De termijnen van uitgifte van een graf zijn per gemeente verschillend. 4. De tarieven voor het uitgeven van een algemeen graf zijn in Korendijk het hoogst. 5. Tarieven zijn in het verleden opgesteld op basis van kostprijsberekeningen. Deze berekeningen zijn echter niet meer actueel of aanwezig. Deze conclusies gaven wel globaal antwoord op de gestelde onderzoeksvragen van de regionale rekenkamer maar niet direct op de vraag hoe de tarieven zijn berekend. Daarom heeft het college besloten om als onderwerp van het artikel 213a onderzoek 2012 te kiezen voor een nader uitdieping van de tarieven van de lijkbezorgingsrechten. In het door het college vastgestelde onderzoeksplan 1 zijn verder nog de volgende redenen aangegeven: 1. 2. 3.
De huidige tarievenstructuur dateert uit 2005 en is daarna steeds gewijzigd zonder naar de actuele kosten-batenverhouding te kijken. Actualisatie is wenselijk om naar bestuur en burgers toe een meer actuele onderbouwing te kunnen geven van de tariefopbouw. De kostendekkendheid staat verder onder druk. Door tariefverhogingen is er de kans dat er een negatieve spiraal ontstaat waarbij prijzen steeds verder oplopen. Ook zal naar verwachting de reserve ‘’ begraafplaatsen” in de loop van 2015 zijn uitgeput. Dit levert voor de begroting een dekkingstekort op van circa € 50.000 per jaar.
In het onderzoeksplan is de omvang van het onderzoek als volgt omschreven: Het onderzoek heeft tot doel inzicht te geven in de kosten van lijkbezorging, de activiteiten en de beleidskeuzes die hieraan ten grond liggen alsmede hoe met het verhaal van de kosten kan worden omgegaan (in relatie tot de tariefstellingen). Gelet op de complexiteit van dit onderwerp is er voor gekozen om de uitkomsten van het onderzoek naar de tariefonderbouwing nog niet primair direct te koppelen aan inhoudelijke voorstellen. Hiervoor zal afzonderlijke een actualisatie met betrekking tot het beleid en beheer van de begraafplaatsen worden opgesteld door de verantwoordelijke vakafdelingen. Daar waar nu al een mogelijkheid bestaat tot een verbetering, is dit al in het onderzoeksrapport opgenomen.
1
2011/3869 vastgesteld 24 november 2011. behandeld in raadscommissie d.d. 10 januari 2012
3
2.
Wettelijke kader
De wettelijke kaders die van belang zijn voor dit onderzoek zijn als volgt: Wet op de Lijkbezorging; Beheersverordening begraafplaatsen, vastgesteld door de raad op 18 januari 2005; Notitie ‘gemeentelijke begraafplaatsen’, vastgesteld door de raad op 18 januari 2005; Verordening Lijkbezorgingsrechten en tarieventabel, jaarlijks vast te stellen door de gemeenteraad; Artikel 229 Gemeentewet (heffingsgrondslag en kostendekkendheid). De mogelijkheid tot het heffen van Lijkbezorgingsrechten is gebaseerd op de Gemeentewet artikel e 229, 1 lid, onderdelen a. en b. Deze luiden als volgt: Artikel 229 Gemeentewet 1.Rechten kunnen worden geheven ter zake van: a. het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn; b. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Hieruit vloeien de volgende uitgangspunten voort: Ook de kosten van beheer en onderhoud kunnen verhaald worden: 1e lid onder a. De kosten van dienstverlening zijn te verhalen: 1e lid onder b. Verder mag de totale opbrengst van de rechten niet meer dan kostendekkend zijn (artikel 229b Gemeentewet). In de Wet op de Lijkbezorging, artikel 33, is bepaalde dat een gemeente ‘voor zich of met een of meer andere gemeenten tezamen’ tenminste een gemeentelijke begraafplaats heeft. Een bijzondere begraafplaats kan slechts worden aangelegd en in stand gehouden door een kerkgenootschap dan wel door een privaatrechtelijke rechtspersoon of een natuurlijk persoon (artikel 37 van de Wet op de Lijkbezorging. Onder kerkgenootschap wordt mede verstaan een onderdeel daarvan of een rechtspersoon, in het leven geroepen door een of meer kerkgenootschappen of onderdelen daarvan. De gemeenteraad kan aan een kerkgenootschap op zijn verzoek toestaan, meer of grotere begraafplaatsen te hebben, onverminderd het recht van de andere kerkgenootschappen, bedoeld in de eerste volzin. Ook kan een kerkgenootschap verzoeken om een deel van een gemeentelijke begraafplaats beschikbaar te stellen (artikel 39). In Korendijk zijn er geen bijzondere begraafplaatsen in gebruik. 2.1 Huidige beleidskeuzes. Op 18 januari 2005 heeft de raad de notitie ’gemeentelijke begraafplaatsen’ vastgesteld. Dit was een lijvig stuk waarin na uitgebreide analyse een aantal conclusies is getrokken dat van belang is voor de opbouw van de tarieventabel Lijkbezorgingsrechten. De meest belangrijke zijn: 1. Voor de uitgifte van eigen graven (inclusief eigen urnengraven) wordt een termijn gehanteerd van 25 of 50 jaar. 2. De termijnen van verlenging vaststellen op 10 jaar. 3. Ruimte reserveren voor eigen- en algemene kindergraven. 4. Algemene graven worden uitsluitend gebruikt voor het begraven van stoffelijke overschotten. Alleen als nabestaanden daar expliciet naar vragen wordt een algemeen urnengraf beschikbaar gesteld. 5. Verstrooien van crematie-as is alleen mogelijk op daarvoor aangewezen strooivelden. 6. Bijzetten van asbussen is alleen toegestaan in eigen graven, niet in algemene graven. 7. Algemene graven worden uitgegeven voor een periode van 15 jaar. 8. Ruimen van algemene graven gebeurt na minimaal 25 jaar (15 jaar + 10 jaar). Ruimen van eigen graven gebeurt na het verlopen van het uitsluitend recht van uitgifte (inclusief verlengingstermijnen). 9. Sluiting van een begraafplaats kan (wettelijk) 10 jaar na de laatste begrafenis. Besloten kan worden de bijzondere bestemming te handhaven en de begraafplaats tot een object van gemeentelijk groen te maken.
4
10.
11. 12.
Op de begraafplaats aan de Wilheminastraat te Nieuw-Beijerland kan maar 1-diep worden begraven. Personen die naast elkaar begraven willen worden, moeten 2 graven kopen. Afkoop van het recht van onderhoud moet dan ook twee maal betaald worden: voor elke grafruimte apart.(n.b.: inmiddels vinden er alleen nog begrafenissen en bijzettingen plaats in al gereserveerde en/of graven) Het kosten dekkingspercentage wordt jaarlijks bijgesteld.( n.b.: in 2005 was dit percentage 60%. Dit percentage is inmiddels opgelopen tot 92% (conceptbegroting 2013). Sinds 2008 wordt op een gedeelte van de begraafplaats te Zuid-Beijerland niet meer 2-diep begraven. Dit in verband met de gevolgen van de hoge grondwaterstand.
In de eveneens op 18 januari 2005 vastgestelde “Beheersverordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen” zijn de punten van de notitie opgenomen. Verder is hierin opgenomen dat voor het aanbrengen van grafbedekking een vergunning van het college nodig is. De vergunninghouder is verplicht de grafbedekking te onderhouden ‘voor zover dit onderhoud niet valt onder het door de gemeente uit te voeren onderhoud’ 2 . De gemeente voert jaarlijks het volgende onderhoud uit 3 : Het éénmaal per jaar reinigen van de gedenktekens en grafoppervlakte (inclusief maaien, onkruidbestrijding, schadeherstel e.d.); het snoeien van eventueel aanwezig bovenmatige groei van beplanting (niet zijnde door particulieren aangebrachte beplanting op particuliere of algemene graven) Onder het onderhoud valt niet het herstellen of vernieuwen van grafbedekking als gevolg van weersinvloeden (o.a. verzakking) of beschadigingen. Binnen de Beheersverordening valt op dat wel in artikel 15 de termijnen van recht van uitgifte van eigen graven, inclusief verlenging, worden genoemd, maar dat nergens in de verordening de termijn van uitgifte van een algemeen graf is opgenomen. Wel wordt dit ondervangen door het bepaalde in artikel 12 waarin is bepaald dat er nadere regels gesteld kunnen worden voor de uitgifteduur van eigen en algemene graven. Dit is gebeurt in de eveneens door de raad vastgestelde notitie zoals hierboven genoemd. De verordeningen en beheersregelingen zijn inmiddels aan actualisatie toe. Dit zal eind 2012/begin 2013 verder ter hand worden genomen. Verder is er in het door de raad vastgestelde Groenbeleid- en beheerplan een bewuste keuze gemaakt voor intensief onderhoud van het begraafplaatsgroen,
2 3
Artikel 22, lid 1 van de Beheerverordening Artikel 23, lid 1 van de Beheersverordening
5
3.
Opzet van het onderzoek
De uitwerking van het onderzoek is gebeurd op basis van het model ‘kostenonderbouwing lijkbezorgingsrechten’ van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) van juni 2010. Het onderzoekmodel van de VNG volgt de onderstaande stappen die verder uitgewerkt zijn: 1. bepaal waarvoor de rechten in rekening gebracht mogen worden; 2. breng de activiteiten in kaart; 3. hoe staan deze activiteiten nu in de begroting; 4. verdeling van mogelijke gemengde begrotingsposten zoals groenbeheer; 5. zijn er andere indirecte kostenposten (administratie, BTW); zijn er bijzonderheden geconstateerd, zo ja welke; 6. 7. wat zijn de meerjarenverwachtingen. Deze stappen zijn tijdens het onderzoek wel aan de orde gekomen maar omwille van de feitelijke uitvoering anders benoemd. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de gegevens vanuit de registers administratie begraafplaatsen en gegevens vanuit de financiële administratie over de jaren 2008 tot en met 2012. De onderzoeksresultaten zijn ter toetsing voorgelegd aan de bij dit onderzoek betrokken medewerkers van de afdelingen Beheer en Dienstverlening.
6
4.
Feitelijke situatie begraafplaatsen
4.1. De begraafplaatsen De gemeente Korendijk heeft binnen haar 4 kernen op dit moment zeven begraafplaatsen: Goudswaard Vaartweg Nieuw-Beijerland: Buitenom(Kreekkant) en Wilhelminastraat Piershil: Oud-Piershilseweg en Voorstraat* Zuid-Beijerland: Dorpsstraat* en Koninginneweg. Op de met * aangeduide begraafplaatsen worden geen feitelijke handelingen meer verricht; nieuwe graven worden niet meer uitgegeven. Op de begraafplaats NB-Wilhelminastraat worden geen nieuwe graven meer verkocht. Wel vinden hier nog begrafenissen en bijzettingen plaats in eerder aangekochte graven. In feite zijn er dus nog vijf begraafplaatsen in gebruik, wel zijn alle zeven begraafplaatsen in onderhoud bij de gemeente. 4.2
Aantallen begrafenissen.
In de onderstaande tabellen is het aantal begrafenissen opgenomen over de jaren 2008 tot en met 2011. De informatie is gebaseerd op de informatie van de afdeling Dienstverlening. 4.2.1. Aantal begrafenissen naar aantal overlijden. Landelijk is er een trend waarneembaar waarbij het aantal begrafenissen afneemt onder gelijktijdige toename van het aantal crematies; het percentage crematies ligt landelijk medio 2012 op 59%. Zie bijlage 1. Voor dit onderzoek is nagegaan hoe deze verhouding in Korendijk is. Voor het jaar 2012 is het aantal begrafenissen over het 1e halfjaar omgerekend naar een heel jaar. Om na te gaan of de tariefstijgingen na 2010 hebben geleid tot een verschuiving van het feitelijk begraven naar bijvoorbeeld andere gemeenten met lagere tarieven, is onderzocht of het verhoudingsgewijze aantal mensen dat na overlijden in Korendijk ook feitelijk in Korendijk is begraven, mogelijk is gewijzigd. Dit geeft het onderstaande beeld: 2008 2009 2010 2011 2012 Aantal overledenen *1 volgens Stat-line CBS 68 80 81 71 79
Waarvan begrafenissen in Korendijk Begrafeniskosten persoon 1 jaar of jonger Begrafeniskosten persoon 1 tot 12 jaar Begrafeniskosten persoon 12 jaar of ouder Bijzetten 1ste asbus Totaal feitelijk begraven in Korendijk Percentage begraven in Korendijk *1: Inwoners van de gemeente Korendijk
0 0 52 0 52
1 0 62 1 64
2 1 54 2 59
0 0 63 0 63
0 0 67 0 67
76%
80%
73%
89%
85%
Uit deze tabel blijkt dat de tariefstijgingen van de afgelopen jaren niet al op voorhand hebben geleid tot een (verhoudingsgewijs) lager aantal begrafenissen in Korendijk. Mogelijke oorzaken zijn de overwegend christelijke achtergrond van veel van de inwoners van de gemeente en het gegeven dat er in de directe omgeving geen alternatieve mogelijkheden tot begraven zijn zoals crematoria.
7
4.2.2 Aantal begrafenissen naar soort en per kern Om een indicatie te kunnen geven over de toerekening van kosten en de (toekomstige) opbrengsten is gekeken naar het aantal handelingen. Hierbij is een poging gedaan eventuele trends te signaleren dan wel een indicatie te krijgen over de mate van gebruik van elke begraafplaats. Voor de analyse is gebruik gemaakt van een overzicht van de afdeling Dienstverlening waarin aantal en aard van de dienstverlening( aankoop graf, vergunning gedenkteken, etc.) is opgenomen. Voor een totaaloverzicht wordt verwezen naar bijlage 2. Omdat het jaar 2012 nog loopt, is voor een indicatie gebruik gemaakt van de gegevens tot en met juli 2012 en zijn de aantallen vervolgens omgerekend naar een heel dienstjaar. Voorzichtigheidshalve is rekening gehouden met een omrekenfactor van 11 maanden. Gekeken is naar de meest voorkomende handelingen. Dit betekent dat uitgifte van bijvoorbeeld urnenen/of kindergraven niet is opgenomen. 4.2.2.1 Uitgifte aantal graven (particulier en algemeen) In de onderstaande tabel wordt het aantal uitgegeven graven weergegeven over de periode 2008 tot en met 2012. In 2010 en 2011 zijn, vooruitlopende op de aangekondigde stijgingen van de lijkbezorgingsrechten, respectievelijk een zestal en een elftal eigen graven aangekocht zonder dat hier in een feitelijk ter aardestelling heeft plaatsgevonden. Reden hiervoor zijn de in 2010 aangekondigde tariefstijgingen voor de jaren 2011 en 2012. Deze aantallen zijn niet in de tabellen verwerkt omdat het gaat om incidentele aankopen. Uitgegeven aantal graven naar soort 2012
Jaar
2011 2010 2009 2008 0
5
10
15
20
25
30
2008
2009
2010
2011
Particulier graf 50 jaar
2
8
4
4
2012 0
Particulier graf 25 jaar
20
17
18
15
27
Algemeen graf 15 jaar
13
16
15
17
19
Aantal
Hieruit blijkt dat het particuliere graf, uit te geven voor een periode van 25 jaar, het meest verkocht wordt. Voor 2012 is een verwachte stijging te zien van de verkoop van eigen graven. Mogelijke verklaringen kunnen zijn een beperkte toename van het aantal overledenen in Korendijk in 2012 4 ten opzichte van 2011 in combinatie met een verschuiving van de aankoop van particuliere graven voor een periode van 50 jaar (in 2012: 0) naar een periode van 25 jaar. Het aantal uitgegeven algemene graven is elk jaar redelijk stabiel. De verwachte toename van het aantal algemene graven door de forse tariefstijgingen over de jaren 2011 en 2012 is nog niet terug te zien in de cijfers. De verwachte toename in 2012 kan worden veroorzaakt door de toename van het aantal overledenen in 212 ten opzichte van 2011. Het is nog te vroeg om te concluderen dat er sprake is van een structurele toename. Wel lijkt er in 2012 weinig animo meer te zijn voor de aankoop van particuliere graven voor een periode van 50 jaar.
4
Zie tabel 4.1.1 aantal overledenen volgens CBS
8
4.2.2.2 Aantal begrafenissen personen > 12 jaar In onderstaande tabel wordt het aantal begrafenissen 5 weergegeven van de begraafplaatsen die momenteel nog operationeel zijn. Het aantal feitelijke begrafenissen in enig jaar is groter dan het aantal aangekochte particulier/uitgegeven algemene graven. Dit kan worden verklaard doordat er in 35%-40% van alle gevallen sprake is van bijzetting van een stoffelijk overschot in een al eerder uitgegeven grafruimte. Overzicht aantal begrafenissen per begraafplaats 80 70 60
Aantal
50 40 30 20 10 0
2008
2009
2010
2011
Oude begraafplaats van Nieuw -Beijerland
3
3
4
7
2012 6
Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland
20
27
19
24
25 11
Algemene begraafplaats van Piershil
8
9
4
4
Algemene begraafplaats van Nieuw -Beijerland
11
16
11
14
9
Algemene begraafplaats van Goudsw aard
10
7
13
14
16
Jaar
Uit deze tabellen blijkt dat de begraafplaats in Zuid-Beijerland het meest gebruikt wordt. De begraafplaatsen in Nieuw-Beijerland (Kreekkant) en Goudswaard komen op een gedeelde 2e plaats met Piershil als hekkensluiter. Op de oude begraafplaats in Nieuw-Beijerland vinden alleen begrafenissen/bijzettingen plaats in al eerder aangekochte eigen graven. 4.2.2.3 Vergunning plaatsen gedenkteken Voor het plaatsen van een gedenkteken e.d. is een vergunning vereist. Het aantal afgegeven vergunningen is de laatste jaren stabiel. Uit de tabel blijkt dat de prijsverhogingen van de afgelopen jaren niet hebben geleid tot minder afgegeven vergunningen voor het plaatsen van gedenktekens. Aantal vergunningen gedenkteken 45
Aantal
40
35
30
25 Totaal Vergunning plaatsten gedenkteken
2008
2009
2010
2011
2012
43
33
34
40
39
Jaar
5
Uitgezonderd begrafenissen kinderen tot 12 jaar.
9
Samenvatting en conclusies hoofdstuk 4 Ten opzichte van het landelijk gemiddelde worden er in Korendijk relatief veel overledenen begraven (tabel 4.2.1). De tariefstijgingen in de jaren 2011 en 2012 leiden momenteel niet aantoonbaar tot minder aantal begraven in Korendijk (tabel 4.2.1) Per saldo worden per meer particuliere graven uitgegeven (circa 60%) dan algemene graven (40%) (tabel 4.2.2.1). Het aantal begrafenissen per jaar kan (ook per begraafplaats) wisselen. Op de begraafplaats in Zuid-Beijerland vinden de meeste begrafenissen plaats (tabel 4.2.2.2).
10
5. Inzicht in de financiën. De afgelopen jaren is de begroting van de gemeente Korendijk onder druk komen te staan door enerzijds hogere lasten en anderzijds lagere inkomsten. Als gevolg hiervan heeft de gemeenteraad besloten om ondermeer de kostendekkendheid van het product Lijkbezorging verder te verhogen tot kostendekkend niveau. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het historisch verloop van de lasten en baten alsmede de onderbouwing van de lasten. 5.1 Historische lasten Ten behoeve van dit onderzoek is de kostenontwikkeling over de jaren 2005 tot en met 2011 in kaart gebracht. Dit leidt voor het product Lijkbezorging tot het volgende plaatje:
Lasten in € Werkelijk Saldo 310.339 13.602 408.387 6.031 427.046 14.213 347.378 -6.734 379.480 -19.305 392.264 -41.975 351.279 4.019
Begroot 2005 323.941 2006 414.418 2007 441.259 2008 340.644 2009 360.175 2010 350.289 2011 355.298 2012 306.258 Hier valt op dat de het kostenniveau redelijk constant is gebleven. Er is geen sprake van grote kostenstijgingen van het product Lijkbezorging. Een overschrijding van de geraamde kosten is te vinden in het jaar 2010 (- € 41.975) waarbinnen met name de kosten van uitbesteed onderhoud hoger zijn dan geraamd Een eenduidige verklaring is niet te geven aangezien vanuit het budget voor uitbesteed onderhoud een veelvoud aan kosten wordt betaald zoals het onderhoud aan het groen, aankoop&aanschaf van materieel, bekisting, etc. De daling van de geraamde kosten voor het jaar 2012 (ten opzichte van eerdere jaren) is te verklaren door een andere toerekensystematiek van de uren. 5.2. Meerjarenbegroting lasten. De huidige (concept-)meerjarenbegroting 2013 is in feite een voorzetting van de begrotingsinzichten 2012 en ziet er uit als volgt: F CL
E CL
O MS C HR IJ V IN G
Re k en ing 20 11
Be gr otin g 2 01 2
B egr o ting 20 13
Beg r otin g 20 14
Be gr ot in g 2 01 5
Beg ro ting 20 16
0 7 24
L I JK B EZ O R G IN G
3 60 . 08 5
3 0 7 .6 49
2 89 .3 3 4
2 9 0. 5 56
29 8 .5 1 0
3 1 6. 70 3
201
A u la 's e n b e g ra af p l a at s en
3 51 . 27 9
3 0 7 .6 49
2 89 .3 3 4
2 9 0. 5 56
29 8 .5 1 0
3 1 6. 70 3
4 75
0
0
0
0
3 1. 00 1 K o s te n v a n e ne r g iev e r b ru ik
2 . 82 7
3 .5 00
2 .0 0 0
2. 0 00
2 .0 0 0
2. 00 0
3 1. 00 2 M o to r br a n ds to ff en
3 . 06 1
3 .0 00
3 .2 1 3
3. 2 13
3 .2 1 3
3. 21 3
0
2 50
0
0
0
0
48 6
5 20
250
2 50
250
25 0
1 . 12 8
1 .2 63
1 .2 2 4
1. 2 24
1 .2 2 4
1. 22 4
0 0. 20 1 R e s e r v e rin g k a p ita a lla s t e n inv e s t e rin g en
3 4. 30 1 T e le fo on k o s t e n 3 4. 61 1 B r an d - , s to r m - e n u it g eb r eid e g e v ar e n v e rz ek er in g 3 4. 64 3 R e in ig in gs r ec ht 3 4. 64 5 K o s te n v a n w a te r v e rb r u ik
83 7
6 00
600
6 00
600
60 0
3 4. 64 9 V e ro n tr e inig ing s b ijd ra g e
20 1
2 20
224
2 24
224
22 4
3 4. 65 1 W a t er s c ha p s la s t en 3 4. 65 3 R io o lr e c h te n
1 .1 50
500
5 00
500
50 0
61 1
6 66
0
0
0
0
1 4 .1 00
14 .3 8 2
1 4. 3 82
1 4 .3 8 2
1 4. 38 2
3 4. 71 2 S c h o on h ou d en do o r d er d en
7 . 11 3
4 .4 72
0
0
0
0
3 4. 72 5 V e rk oo p k o s te n g e bo u w en
1 . 20 9
3 4. 75 1 U it be s t ee d o n de r ho u d
7 . 49 7
7 .5 00
7 .6 5 0
7. 6 50
7 .6 5 0
7. 65 0
0 11 . 72 9
1 6 .3 47 0
6 0. 10 2 B ijdr a g e aa n d e v o o rz ie n ing 6 0. 10 2 B e z uin ig ing b e gr o tin g 2 01 1 - 20 1 4: s luit en a u la' s 6 1. 10 1 K a pit aa llas te n
15 . 39 8
1 5 .8 66
15 .4 7 1
1 6. 6 93
2 4 .6 4 7
4 2. 84 0
6 2. 30 2 A a nd e el k o s te n p la a ts s e c r e ta r iep e rs o ne e l
28 . 31 2
4 1 .3 20
41 .3 2 0
4 1. 3 20
4 1 .3 2 0
4 1. 32 0
2 52 . 14 4
1 9 6 .4 00
2 02 .5 0 0
2 0 2. 5 00
20 2 .5 0 0
2 0 2. 50 0
8 . 80 6
0
0
0
0
0
6 2. 50 2 A a nd e el k o s te n p la a ts b uit en d ien s t
203
1 . 09 6 17 . 63 0
3 4. 70 2 O nd e r ho u d b ep la nt ing , v o et pa d e n, b e gr a af to e s te lle n
C a p a c it ei t sv e rg r o t in g b e g ra a fs p l aa t s Z u i d - B e ije rl an d 3 4. 70 2 O nd e r z o ek s k o s t en
8 . 80 6
11
Er is al rekening gehouden met het afstoten van de aula’s op de begraafplaatsen (kosten van schoonhouden en stortingen in de onderhoudsvoorzieningen zijn geëlimineerd). De toename van de kosten in meerjarenperspectief is te verklaren door de stijging van de kapitaallasten door de investering op de begraafplaats te Zuid-Beijerland, te weten uitbreiding van de begraafcapaciteit. De daling van de lasten van het aandeel kostenplaats buitendienst na 2011 wordt verklaard door een meer detailleerde toerekening van de uren van de buitendienst. Er is in het Groenbeleid- en beheerplan 6 een bewuste keuze gemaakt voor gedifferentieerd beheer, waarbij onderscheid is gemaakt in een drietal gebieden: Centrum- en begraafplaatsgroen Wijk en Buurtgroen Groen op bedrijfsterreinen De centrumgebieden en begraafplaatsen worden op een nette wijze onderhouden zodat deze er mooi en comfortabel uitzien. In de woonwijken en op bedrijfsterreinen wordt een redelijk niveau aangehouden met een gemiddeld beeld. Naast de kwaliteitsnormering is er ook onderscheid gemaakt in de beplantingskeuze voor deze verschillende gebieden. Zo wordt in een centrumgebied en op begraafplaatsen beplanting met een hogere sierwaarde aangeplant. De onderhoudsinspanning is evenredig. 5.3
Historische baten
5.3.1 Directe baten door heffingen. Op basis van de financiële administratie is inzichtelijk gemaakt met hoe het verloop is van de inkomsten op het product begraven. Hierbij is geen rekening gehouden met het verloop van de reserve begraafplaatsen. Baten in € Werkelijk Saldo -137.727 -13.473 -112.345 23.245 -189.431 28.282 -125.302 14.153 -148.541 18.912 -152.527 12.527 -268.535 48.535
Begroot 2005 -151.200 2006 -89.100 2007 -161.149 2008 -111.149 2009 -129.629 2010 -140.000 2011 -220.000 2012 -275.000 De hogere geraamde opbrengsten in 2011 en 2012 komen voor rekening van de tariefstijgingen met het doel om te komen tot een (meer) kostendekkende exploitatie. De werkelijke hogere opbrengst in 2011 ad € 48.535 kan grotendeels worden verklaard doordat er nog een elftal eigen graven is aangekocht (zonder feitelijk begraven), vooruitlopend op de verwachte tariefstijging per 2012 van 33%. In 2012 is een incidentele baat geraamd wegens de verkoop van de aula in Nieuw-Beijerland ad € 160.000. Dit bedrag is niet opgenomen in de bovenstaande tabel. 5.3.2 Reserve begraafplaatsen In 2005 is een reserve gevormd ter hoogte van de tot dan ontvangen afkoopsommen voor onderhoud. De rentebaten vanuit deze reserve zou dan worden toegevoegd aan de exploitatie ter dekking van de onderhoudslasten aan gedenktekens e.d. Met ingang van 2008 is er voor gekozen om het bedrag dat uit deze reserve wordt gehaald niet langer te beperken tot de rentecomponent maar jaarlijks structureel € 50.000 aan te wenden ter dekking van het exploitatietekort van het begraven.
6
Vastgesteld door de raad op 15 maart 2011 (2010/3772)
12
Het verloop van de reserve is naar stand van medio 2012 als volgt: Baten Jaar
1.1. 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
rente 362.500 346.464 346.464 305.126 262.754 219.323 166.000 120.150 73.153 24.982
8.662 7.628 6.569 5.483 4.150 3.004 1.829 625
overig totaal in 362.500 362.500 8.662 7.628 6.569 5.483 4.150 3.004 1.829 625
Uitgaven directe kosten tgf expl. 980 totaal uit 16.036 50.000 50.000 50.000 58.806 50.000 50.000 50.000 25.607
16.036 50.000 50.000 50.000 58.806 50.000 50.000 50.000 25.607
Saldo 31-12 362.500 346.464 346.464 305.126 262.754 219.323 166.000 120.150 73.153 24.982 (0)
Hieruit blijkt dat op basis van de huidige verwachtingen de reserve per eind 2015 uitgeput zal zijn. In de begroting 2013-2016 is hiermee rekening gehouden. In 2012 heeft de verkoop plaatsgevonden van de aula in Nieuw-Beijerland. De opbrengst wordt niet toegevoegd aan de reserve begraafplaatsen aangezien de opbrengst is ingezet als incidentele baat voor het sluitend maken van de begroting 2012. Inmiddels wordt onderzocht of ook de andere aula’s afgestoten kunnen worden. De opbrengst hiervan kan, afhankelijk van de begrotingssituatie, mogelijk worden gebruikt om de reserve begraafplaatsen nog één of meerdere jaren op peil te houden. 5.3.3 Ontwikkeling tarieven 2005 tot en met 2012 en kostendekkendheid Al in eerdere jaren is onderkend dat de tarieven van Korendijk verhoudingsgewijs hoog zijn. De kosten zijn de afgelopen jaren gemiddeld stabiel gebleven (zie tabel onder 5.1). De inkomsten daarentegen bleven de afgelopen jaren achter bij de kosten. In de jaren 2008 tot en met 2010 zijn de tarieven niet verhoogd. Door o.a. rijksbezuinigingen op de algemene uitkering uit het gemeentefonds en andere tegenvallers zijn er begrotingstekorten ontstaan. Mede hierdoor heeft de raad in 2010 ingestemd met een stijging van het kostendekkingspercentage tot nagenoeg 100%. Hiervoor zijn de tarieven over 2011 ten opzichte van 2010 met 50% gestegen. Doordat ook de tarieven van 2012 ten opzichte van 2011 met 33% zijn gestegen, is de netto-opbrengst aan begrafenisrechten verdubbeld. In onderstaand overzicht wordt het verloop van het kostendekkingspercentage inzichtelijk. Zonder inzet reserve Begroot 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Met inzet reserve ad € 50.000
Werkelijk 47% 22% 37% 33% 36% 40% 62% 89% 92% 92% 89% 84%
Begroot 44% 28% 44% 36% 39% 39% 76%
47% 22% 37% 47% 50% 54% 76% 106% 109% 109% 98% 84%
Werkelijk 44% 28% 44% 50% 52% 52% 91%
Uit dit overzicht blijkt dat door inzet van de reserve de begrote kostendekkendheid in de jaren 2012 tot en met 2014 meer bedraagt dan 100%. Een meer gefaseerde inzet van de reserve (begrotingtechnisch) ligt hier voor de hand.
13
Verder blijkt dat vanaf 2016 het kostendekkingspercentage weer afneemt. Oorzaken zijn een stijging van de kosten door de kapitaallasten van de investering voor capaciteitsvergroting begraafplaats ZuidBeijerland en het wegvallen van de bijdrage uit de reserve begraafplaatsen. Samenvatting en conclusies hoofdstuk 5 Er is geen sprake van kostenstijgingen op het product ‘aula’s en begraafplaatsen’ in absolute zin. Door de raad is bij de vaststelling van het Groenbeleid- en beheerplan bewust gekozen voor een hoog onderhoudsniveau van de begraafplaatsen. De tariefstijgingen in de jaren 2011 en 2012 hebben tot doel het dekkingspercentage van de begraafplaatsen te verhogen en daarmee het totale begrotingstekort op de gemeentelijke begroting terug te dringen. In de meerjarenbegroting 2013 is aan de kostenkant al vooruitgelopen op het gegeven dat de aula’s op de begraafplaatsen verkocht worden. Per medio oktober 2013 wordt er nog onderhandeld met diverse marktpartijen. Of de feitelijke verkoop nog in 2012 zal plaatsvinden is nog onduidelijk.
14
6. Toerekening van de kosten. Uitgangspunt is dat de variabele kosten (kosten voor o.a. het delven van het graf) voor 100% uit de tarieven moeten worden betaald. Voor vaste kosten (onderhoud, kapitaalslasten etc.) geldt in de huidige opzet dat deze ook 100% verhaald worden via de begrafenisrechten. Landelijk wordt op diverse wijzen omgegaan met het karakter van openbare begraafplaatsen. Zo zijn er gemeenten die vanwege de openbare toegankelijkheid van openbare begraafplaatsen een percentage van de kosten niet verhalen via de heffingen. Anderzijds lijken gemeenten in deze financiële moeilijke tijden juist weer over te gaan tot het verder kostendekkend maken van de exploitatie van de begraafplaatsen. In diverse gemeenten heeft dit juist geleid tot een daling van het aantal begrafenissen en daardoor ook van de opbrengst. Zie bijlage 3. In het kader van dit onderzoek is gebleken dat de tarieven van deze gemeenten lager zijn dan de tarieven die Korendijk momenteel hanteert. Normaliter zou ook een daling van het aantal begrafenissen in Korendijk te verwachten zijn. Volgens tabel 4.2.1 is hiervan echter (nog) geen sprake. Dat een mogelijke terugloop van het aantal begrafenissen in Korendijk achterwege blijft, kan mogelijk verklaard worden door de christelijke grondslag in de gemeente en/of het ontbreken van alternatieven als crematoria in de directe omgeving. De kosten van begraven Dit onderzoek richt zich alleen op de kosten(onderbouwing) van de gemeentelijke dienstverlening. De totale kosten voor nabestaanden zijn echter hoger. Op internet zijn sites te vinden waarmee een indicatie kan worden verkregen van de totale kosten van een uitvaart. Aangezien in de praktijk een uitvaart vaak maatwerk is, gaat het slechts om een globale indicatie. De gemiddelde kosten van een begrafenis 7 , zonder de aankoop van het graf en gemeentelijke kosten van begraven komen uit op circa € 8.000. Grootste kostenposten zijn hierbij: 1. Basistarief uitvaartverzorger € 1.500 2. Opbaren en vervoer - 1.200 3. Kerkdienst - 700 4. Grafsteen (liggend) - 2.500 5. Advertentie in regionaal blad en kist - 1.000 Subtotaal € 6.900 6. Diversen (bloemstuk, rouwkaarten, koffie e.d.) - 1.100 Totaal € 8.000 Hierbij moeten nog de gemeentelijke kosten van een particulier of algemeen graf en het feitelijk begraven worden geteld. Op basis van de huidige gemeentelijke tarieven 2012 komen de totaalbedragen op: 1. particulier graf € 8.000+ € 6.185 = € 14.185. 2. algemeen graf € 8.000 + € 3.665 = € 11.665. Uitvaartverzekeringen Ruim 70 procent van de Nederlanders heeft een uitvaartverzekering, zo blijkt uit onderzoek 8 . Een natura polis is het populairst (41 procent), gevolgd door een uitvaartverzekering in geld (34 procent). Daarnaast heeft 19 procent een combinatie van beide verzekeringen. Een hoog percentage is te vinden in Drenthe (87 procent) en Overijssel (80 procent). In Zeeland is 62 procent verzekerd. Ook zijn er grote leeftijdsverschillen waar te nemen. Driekwart van de Nederlanders tussen 35 en 64 heeft een uitvaartpolis. Van de jongeren tot 24 jaar heeft slechts de helft zo'n verzekering afgesloten. Gelet op de christelijke samenstelling zal het percentage mensen dat een uitvaartverzekering heeft in Korendijk lager liggen dan het genoemde percentage van 71%. Cijfers zijn niet bekend maar een vergelijking met het percentage in Zeeland van circa 62% ligt hierbij voor de hand.
7 8
Op basis van gegevens www.uitvaartverzekering.nl per 08-10-2012 Bron: InFinance, publicatie 2-12-2008 onderzoek TNS Nipo in opdracht van Monuta
15
6.1 Ureninzet per handeling Een van de doelen van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de feitelijke kosten per handeling. Voor dit doel is de medewerkers gevraagd om voor de meest voorkomende handelingen de tijdsbesteding aan te geven die direct verband houden met de gevraagde dienstverlening. Binnen de gemeente worden de bedrijfsprocessen in beeld gebracht met behulp van de zogeheten RASCI- methode. Het RASCI-model is een makkelijk hanteerbare indeling om rollen in termen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden te verdelen binnen projecten en processen. Responsible Rol: = goedkeuren Accountable Rol: = accepteren Supportive Rol: = feitelijk uitvoeren = beoordelen/adviseren Consulted Rol: Informed Rol: = informeren Per proces worden de te volgen processtappen bepaald. Voor dit onderzoek zijn de volgende processen geïnventariseerd. De onderstaande tabel geeft aan hoeveel tijd in minuten wordt besteed aan het doorlopen van het proces. Proces Tijdsbesteding Tijdsbesteding buitendienst secretariepersoneel 1. aanvraag tot begraven 20 2. aankoop particulier graf 30 3. vergunning gedenkteken 15 4. begraven door buitendienst 720 5. plaatsen gedenkteken 165 6. afloop van termijn particulier graf 16 6. afloop van termijn algemeen graf 30 7. vergunning voor 31 opgraven/herbegraven 8. opgraven/herbegraven door 475 buitendienst 9. signaleren achterstallig onderhoud. 13 De resultaten zijn verwerkt in de berekeningen.
16
6.2 Onderbouwing uurtarieven. Voor de toerekening van de kosten van de ambtelijke inzet wordt gebruik gemaakt van rekenkundige tarieven (is niet gelijk aan marktconforme tarieven) waarin zowel de directe salariskosten van de medewerkers zijn opgenomen als de kosten van ondersteunende organisatieonderdelen. Toerekening vindt plaats aan de producten die in de programmabegroting en exploitatiebegroting zijn opgenomen alsmede aan grondexploitaties en grote investeringen (hoofdzakelijk Rioleringsplan). De gemeente rekent geen uren toe aan kleinere vervangingsinvesteringen. Per medewerker wordt uitgegaan van 1.350 direct productieve 9 werkuren op jaarbasis. Het aantal direct productieve uren wordt toegeschreven aan de: 1. interne producten bedrijfsvoering zoals archief, ICT, juridische ondersteuning, financiën, etc. Samen met de hieraan verbonden externe kosten en kapitaallasten vormt dit het basis bedrag van de nader te verdelen overhead. 2. externe producten. Dit zijn de producten die in de diverse programma’s van de begroting staan zoals onderhoud wegen, onderwijs, bijstandsverlening, sport, etc., etc. Door de kosten van de overhead te verdelen op basis van het aantal uren dat wordt besteed aan de externe producten, ontstaat een bedrag aan overheadkosten per manuur. De totale kosten per manuur worden dus uiteindelijk bepaald door een tweetal componenten: 1. Een basistarief per mensuur: gekozen is om hiervoor uit te gaan van een regionaal afgesproken tarief per salarisschaal. 2. De opslag voor de verdeling van de overheadkosten. Voor de gehanteerde tarieven wordt verwezen naar de laatste tabel in bijlage 4. 6.3 Kostentoerekening van de lasten per kostensoort. In het voorgaande is inzicht gegeven in de opbouw van de kosten en de aantallen handelingen die samenhangen met het begraven en de begraafplaatsen. Voor de vraag welke tarieven we uiteindelijk in rekening kunnen brengen, is het van belang onderscheid te maken tussen de directe kosten en indirecte kosten die samenhangen met de verrichte dienstverlening. Feitelijk moet het gaan om kosten: 1. die zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting en; 2. de gemeente heeft de kosten gemaakt omdat de dienst is gevraagd en verleend. Met name dit laatste punt is van belang. Het gaat immers om het verhalen van kosten die worden veroorzaakt doordat de dienst is gevraagd en verleend. Op basis van deze definitie is er een tweetal aandachtspunten te constateren. 1. Binnen Korendijk zijn er zeven begraafplaatsen waarvan er twee niet meer feitelijk in gebruik zijn. De onderhoudskosten van deze beide begraafplaatsen drukken echter nog wel op het product ‘Lijkbezorging’ en zijn onderdeel van de huidige tariefstelling. In de gemeentelijke begroting is één begrotingsproduct opgenomen ‘6.0.724.201 Aula’s en begraafplaatsen’ waarop alle budgetten in totaal zijn opgenomen. Een onderverdeling naar kern en/of begraafplaats is niet aanwezig. Omdat er in veel gevallen sprake is van gemengde kosten zou een toerekening naar de diverse afzonderlijke begraafplaatsen administratief intensief zijn. 2. De afkoopsommen voor het onderhoud aan graf en gedenkteken zijn verdisconteerd in de tarieven en komen ten gunste van het dienstjaar waarin de begrafenis e.d. heeft plaatsgevonden. Ter dekking van de kosten van onderhoud in de jaren hierna wordt jaarlijks € 50.000 uit de reserve begraafplaatsen gehaald. Deze reserve is in de loop van 2015 leeg. Bij het handhaven van een volledige kostendekkende exploitatie betekent dit dat toekomstige belastingplichtigen gaan meebetalen aan de onderhoudskosten waarvoor in het verleden afkoopsommen zijn betaald.
9
Het aantal uren na aftrek van uren werkoverleg, postverwerking algemeen, personeelsbijeenkomsten, etc.
17
Hieronder is een verdere analyse gemaakt van de in de begroting opgenomen kosten. Hierbij wordt uitgegaan van de begroting 2013. Voor een totaaloverzicht van de (meerjaren-)begroting zie onder 5.2. De toerekening van de directe kosten vindt zoveel mogelijk plaats naar de begraafplaats op basis van het werkelijke uitgavenpatroon in de jaren 2010 en 2011. De resultaten van de kostenverdeling is opgenomen in de bijlage 5. Met de belastingdienst zijn afspraken gemaakt over algemene kosten die zowel voor het onderhoud van plantsoenen algemeen als voor de begraafplaatsen worden gebruikt. Hiervan wordt 85% toegerekend aan de plantsoenen (BTW is compensabel) en 15% aan de begraafplaatsen (BTW is een kostenpost). Kostensoort 00.201: reservering kapitaallasten investeringen
€0
Directe kosten: in de begroting 2013-2016 zijn geen nieuwe nog door de raad te voteren kredieten voor investeringen op het gebied van lijkbezorging opgenomen. Het al door de raad goedgekeurde krediet voor het uitbreiding van de begraafplaats te Zuid-Beijerland is onderdeel van de post ‘kapitaallasten’.
€0
Kostensoort 31.001: energieverbruik Directe kosten: de kosten worden naar evenredigheid verdeeld over de betreffende begraafplaatsen op basis van het werkelijke uitgaven 2010 en 2011.
€ 2.000 € 2.000
Kostensoort 31.002 : motorbrandstoffen Directe kosten: het betreft aankoop van brandstof voor voertuigen en materieel dat wordt ingezet voor het onderhoud e.d. van alle begraafplaatsen. Toerekening vindt plaats naar verhouding van het aantal onderhoudsuren zoals is opgegeven door de buitendienst.
€ 3.213 € 3.213
Kostensoort 34.301: telefoonkosten Directe kosten: de medewerkers maken gebruik van mobiele telefoons. De kosten hiervan zijn onderdeel van de overhead in het uurtarief. Wel is er nog een aparte ‘begraafplaatstelefoon’ die wordt doorgeschakeld bij piketdiensten. De kosten hiervan zijn echter minimaal en zijn opgenomen onder de algemene post ‘telefoonkosten’ van de gemeentelijke begroting.
€0 €0
Kostensoort 34.611: Brand- en stormverzekeringen Directe kosten: op de nog in gebruik zijnde begraafplaatsen zijn de voormalige baarhuisjes in gebruik als opslagruimte voor materieel/materiaal. Het geraamde bedrag voor verzekeringen wordt evenredig verdeeld over deze baarhuisjes.
€ 250 € 250
Kostensoort 34.643 : reinigingsrecht. Directe kosten: bij de diverse begraafplaatsen zijn bedrijfscontainers geplaatst voor het laten verwijderen van afval en dergelijke. De containers worden ingehuurd bij de RAD. De kosten worden naar evenredigheid verdeeld over de 5 in gebruik zijnde begraafplaatsen op basis van het werkelijke uitgaven 2010 en 2011. Kostensoort 34.645 : kosten waterverbruik Directe kosten: op elke begraafplaats is, naast een waterpunt in elke aula, een aftappunt voor water zodat bezoekers in de gelegenheid zijn bijvoorbeeld bloemen van water te voorzien. De kosten worden naar evenredigheid verdeeld over de 5 in gebruik zijnde begraafplaatsen op basis van het werkelijke uitgaven 2010 en 2011.
€ 1.224 € 1.224
€ 600 € 600
18
Kostensoort 34.649: verontreinigingbijdrage Directe kosten: gebaseerd op het waterverbruik ontvangt de gemeente jaarlijks een aanslag voor de verontreinigingbijdrage (waterkwaliteit). De kosten worden naar evenredigheid verdeeld over de 5 in gebruik zijnde begraafplaatsen op basis van het werkelijke uitgaven 2010 en 2011.
€ 224 € 224
Kostensoort: 34.651 waterschapslasten Directe kosten: als eigenaar van de grond van de begraafplaatsen betaalt de gemeente waterschapslasten. De kosten worden naar evenredigheid verdeeld over de 5 in gebruik zijnde begraafplaatsen op basis van het werkelijke uitgaven 2010 en 2011.
€ 500 € 500.
Kostensoort 34.702: onderhoud beplanting, voetpaden begraaftoestellen e.d. Directe kosten: in dit budget zijn opgenomen de kosten van aanschaf&onderhoud van materiaal, aanschaf&onderhoud van het groen, maaien, containerhuur voor het afvoeren van snoeimateriaal, aankoop van schelpen voor de paden e.d. Ook zijn de externe kosten van grafdelving in dit budget opgenomen. Deze post (gemiddeld over 2010 en 2011 circa € 6.400) kan worden verdisconteerd in de tarieven per handeling. De resterende kosten worden als indirecte kosten gezien en worden toegerekend naar verhouding van het aantal onderhoudsuren van de buitendienst per begraafplaats. Door de met de belastingdienst gemaakte afspraak om 15% van de gemengde kosten ten laste van het product ‘begrafenissen’ te brengen, is een situatie ontstaan waarbij vaak automatisch bepaalde kosten van openbaar groen worden doorbelast aan de begraafplaatsen. Om dit onderscheid beter te kunnen maken zal binnen de financiële administratie een nieuwe kostensoort toegevoegd worden.
€ 14.382 € 6.400
Kostensoort 34.725: uitbesteed onderhoud Directe kosten: het maaien van het gras op de begraafplaatsen is onderdeel van het totaalbestek aan uitbesteed maaiwerk. Een deel van de totale kosten wordt naar verhouding van de oppervlakte doorberekend aan de begraafplaatsen. Het gaat om het onderhoud op alle zeven begraafplaatsen. De kosten worden naar evenredigheid verdeeld over de begraafplaatsen. Het kleinere grasonderhoud direct rond een graf wordt verricht door de mensen van de buitendienst.
€ 7.650 € 7.650
Kostensoort 60.102: bijdrage aan onderhoudsvoorziening Directe kosten: in de begroting 2013 is er van uitgegaan dat alle aula’s per begin 2013 afgestoten zijn. Daarom is er ook geen storting in de onderhoudsvoorzieningen van de gebouwen geraamd. Naar nu blijkt wordt vanuit deze onderhoudsvoorziening ook het planmatig onderhoud aan de baarhuisjes en toegangspoorten bekostigd. Het onderhoud hiervan wordt nog wel door de gemeente uitgevoerd. Derhalve zullen de hiervoor nodige budget alsnog in de begroting 2013 structureel opgevoerd worden. Het gaat om een bedrag van afgerond € 6.600.
€ 0,00 € 6.600
Kostensoort 61.101: kapitaallasten Directe kosten: het betreft hier de rente- en afschrijvinglasten van in het verleden gedane investeringen. Op basis van de begroting 2013 worden de lasten per begraafplaats toegerekend.
€ 15.471 € 15.471
19
€ 41.320 € p.m.
Kostensoort 62.302: aandeel secretariepersoneel Directe kosten: de kosten bestaan uit het afhandelen van concrete aanvragen enerzijds en meer algemene handelingen anderzijds. Op basis van de eerder beschreven Rasci’s zal op basis van aantal handelingen x tijd x uurtarief een primaire kostentoerekening worden opgesteld. Het aantal overige uren wordt als indirect aangenomen. In de onderstaande tabel is de ureninzet van het secretariepersoneel over de jaren 2010-2012 weergegeven 2010 2011 Omschrijving a ctiviteit
6-724 Begraafplaatsadministratie 6-724 Begraafplaatsen en (-beleid)
Aantal ure n begroot
491,00 22,00
Aa nta l uren werkelijk
638,25 42,50
2012
A anta l ure n begroot
Aa nta l uren werkelijk
Aantal uren begroot
509,00 40,00
802,25 82,00
381,00 49,00
Totaal uren 513,00 680,75 549,00 884,25 430,00 De geraamde ureninzet voor 2013 is gelijk aan de ramingen 2012. In 2010 en 2011 heeft een inhaalslag plaatsgevonden in het digitaliseren van de begraafplaatsenadministratie. Hiervoor is o.a. gebruik gemaakt van de diensten van een externe inhuurkracht. Hierdoor ligt het aantal werkelijke uren hoger dan het aantal geraamde uren 2012. Kostensoort: 62.502: aandeel kostenplaats buitendienst. Directe kosten: de ureninzet van de buitendienst bestaat uit het afhandelen van concrete aanvragen enerzijds en algemeen onderhoud anderzijds. Met behulp van de eerder beschreven Rasci’s is op basis van aantal handelingen x tijd x uurtarief een primaire kostentoerekening opgesteld. Door de buitendienst is aangegeven hoeveel algemeen onderhoud (totaal 3.000 uur) per begraafplaats wordt verricht.
€ 202.500 € p.m.
Op een kostentotaal van € 295.934 10 bedraagt de geraamde kosten van de totale ureninzet van de buitendienst circa 68% van het totaal. Op basis van de urenbegroting van de buitendienst blijkt dat circa 13% van het totaal aantal uren dat voor de begraafplaatsen is geraamd, wordt besteed aan het feitelijk ondersteunen en begeleiden van de begrafenissen (420 uur op een totaal van 3.213 uur (geraamde productieve uren 2012 minus uren gladheidbestrijding)). Zie bijlage 4, 1e tabel. Uit nadere analyse is echter gebleken dat in dit urenaantal onvoldoende rekening is gehouden met o.a. de tijdsbesteding van voorbereiding en afwikkeling van een begrafenis. Daarom kan beter worden uitgegaan van de gegevens van opgestelde Rasci. Hieruit blijkt dat de gemiddelde tijdsbesteding voor een begrafenis circa 10,5 uur bedraagt. Op basis van gemiddeld 60 tot 65 begrafenissen per jaar bedraagt de werkelijke tijdsbesteding 630 tot 682 uur op jaarbasis. De overige uren worden besteed aan onderhoud van gedenktekens (114 uur geraamd en algemeen onderhoud (2.680 uur) begraafplaatsen. Dit laatst aantal ligt lager dan het door de afdeling genoemde aantal uren voor onderhoud van 3.000 uur. De afwijking wordt verklaard door de uren transport (circa 300 uur geraamd). Voor het onderhoud aan een graf van gemeentewege wordt gemiddeld per jaar een halfuur besteed. Het gaat om o.a. het reinigen met van de gedenktekens met een hogedrukspuit, bladruimen, reiniging direct aangrenzende omgeving, maaien, etc. Verder werkt een bij de gemeente gedetacheerde WHW-er bij de gemeente Korendijk. De kosten van deze persoon bedragen op jaarbasis circa € 12.600 exclusief BTW. De kosten van deze persoon worden verantwoord op de posten ‘Openbaar Groen’ en ‘gemeentelijke recreatieve voorzieningen. Hoewel deze persoon enige uren besteedt aan het onderhoud van de begraafplaatsen, is zijn reële productiviteit beperkt. Toeschrijving aan het product begraafplaatsen blijft dan ook achterwege. 10
Inclusief een correctie ad € 6.600 voor onderhoud van de baarhuisjes e.d.
20
Samenvatting en conclusies hoofdstuk 6 In de huidige tarieven van de lijkbezorgingsrechten zijn de algemene exploitatielasten (inclusief onderhoud) van alle zeven begraafplaatsen verdisconteerd. in de jaarlijks te verhalen kosten zijn de kosten van een tweetal begraafplaatsen opgenomen die niet meer feitelijk in gebruik zijn. met name het onderhoud aan de begraafplaats Nieuw Beijerland-Wilhelminastraat is arbeidsintensief en daarmee ten opzichte van de overige begraafplaatsen relatief ‘duur’.
21
7.
Uitkomsten onderzoek verhouding directe kosten dienstverlening versus totale kosten.
7.1
Verdeling lasten en baten naar begraafplaats.
In bijlage 5 is een totaaloverzicht opgenomen van de gevolgen en uitkomsten van de verdeling van de vaste kosten zoals opgenomen in hoofdstuk 6.3 Op basis van de werkelijke aantallen handelingen in de jaren 2008 tot en met 2011 een prognose gemaakt van de aantal handelingen voor de komende jaren. Door dit aantal te combineren met de kosten per handeling (tijd x uurtarief + externe directe kosten) is een prognose opgesteld van de reële opbrengst van de directe dienstverlening. Hierbij is ook de afkoop van het onderhoud opgenomen waarbij er net als in de huidige situatie van wordt uitgegaan dat afkoopsommen ten gunste komen van het dienstjaar waarin de afkoop plaatsvindt. In totaal ziet het plaatje er dan als volgt uit (saldo lasten na baten van directe dienstverlening): Bedragen in € In % 1 Lasten conform de begroting jaarschijf 2013 289.300 2 Bij: niet geraamd onderhoud aan gebouwen e.d. + 6.600 3 Totaal van de lasten 295.900 100,0% 4 Af: inkomsten directe dienstverlening inclusief afkoop - 72.600 24,5% 5 Saldo nader te verdelen 223.300 75,5% In het saldo van de directe opbrengsten van de dienstverlening is nog niet de opbrengst opgenomen voor het uitsluitend recht tot begraven opgenomen (‘huur’-prijs van het eigen graf). Uit het feit dat de huidige tarieven in Korendijk leiden tot een nagenoeg kostendekkende exploitatie van de begraafplaatsen, kan worden geconcludeerd dat reëel gezien de kosten van regulier onderhoud van de begraafplaatsen zijn verdisconteerd in de tarieven. In de door de raad vastgestelde tarieventabel 2012 is onder hoofdstuk 1 ‘Verlenen van rechten en onderhoud’ als bijvoorbeeld het belastbaar feit omschreven: “Voor het verlenen van het recht op een particulier graf en kosten voor onderhoud van een particulier graf wordt geheven € 204 per jaar”. Nu in de huidige tarieven naast de kosten van onderhoud aan het graf ook een deel van het onderhoud van de totale begraafplaats is opgenomen, lijkt er sprake van een tegenstrijdigheid. Dit is echter niet het geval. In artikel 2 van de Verordening Lijkbezorgingsrechten is vermeld dat de tarieven verschuldigd zijn voor het gebruik van de (totale) begraafplaats en voor de door de gemeente te verlenen diensten. Verder bepaald artikel 229 Gemeentewet dat de totale opbrengst van de lijkbezorgingsrechten niet meer dan kostendekkend mag zijn. Wel wordt geadviseerd de omschrijving van het belastbare feit te beperken tot “Voor het verlenen…..en kosten van onderhoud”. 7.1.1
Indicatie hoogte ‘uitsluitend recht tot begraven.
In de wet op de lijkbezorging worden 2 soorten graven genoemd, namelijk het algemene en het particuliere graf. Het verschil tussen beide is dat bij het algemene graf de beheerder van begraafplaats bepaalt wie daarin begraven wordt. Bij een particulier graf bepaalt de rechthebbende dat. Algemeen graf In een algemeen graf worden meerdere personen (2 of 3) begraven, welke geen familieband met elkaar hoeven te hebben. De graven zijn voor degene die geen particulier graf wil of geen voorzieningen heeft getroffen. Doordat er meerdere mensen in een algemeen graf worden begraven is de ruimte op het graf voor het plaatsen van een individuele grafsteen beperkt.
22
Particulier graf (eigen of familiegraf) In de wet wordt niet gesproken over een eigen of familiegraf, maar over het 'uitsluitend recht op een graf'. In de wetswijziging van 2010 wordt de term particulier graf geïntroduceerd ter onderscheid van het algemene graf. Particulier houdt in dat de rechthebbende het recht heeft om te beslissen welke overledene(n) in het graf komen. Het 'uitsluitend recht op een graf' betekent echter niet dat de rechthebbende eigenaar is van het graf of de grond. Gemeenten geven zo'n graf uit als iemand daar om verzoekt. Men kan bij leven een graf vast laten leggen om daar in de toekomst in begraven te willen worden. Dan kan soms ook al aangegeven worden, wie er nog meer in dat particuliere graf begraven mogen worden. Men kan het ook overlaten aan de nabestaanden die dan het uitsluitende recht op het eigen graf erven. In de modelverordening van de Vereniging van de Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt alleen uitgegaan van een ‘uitsluitend recht’ op particuliere graven. In Korendijk is dit recht niet afzonderlijk in de tarieven tabel opgenomen maar er is gekozen voor een formulering waarbij ook de kosten van onderhoud is opgenomen in het verschuldigde bedrag. Dit is juridisch toegestaan. Als er voor wordt gekozen om de niet gedekte kosten zoals vermeld in de voorgaande tabel (7.1) te verdisconteren in het ‘uitsluitend recht tot begraven’ en dus te verdelen over het aantal particuliere graven, dan zou dit leiden tot een bedrag van: Te verdelen bedrag (op basis van gemiddelde eenheden voorgaande jaren ) Aantal particuliere graven 25 jaar, rekengewicht 1. aantal 23 Aantal particuliere graven, 50 jaar, rekengewicht 2. Aantal 0 Aantal particuliere urnengraven, rekengewicht 1 Aantal particuliere kindergraven, rekengewicht 0,5 Totaal aantal inclusief rekengewicht Gemiddeld rekengewicht = € 223.300 gedeeld door 24,5 = € 9.114,28
€ 223.300 23 0 1 0,5 24,5
Dit bedrag dat bij volledige kostendekkendheid zou worden doorberekend bij de aankoop van een particulier graf staat niet in verhouding tot de reëel gewenste tariefstelling. Hoofdoorzaken van de hoge toeslag voor niet direct toe te rekenen kosten zijn: 1. de gemiddelde directe kosten per begraafplaats die niet in verhouding staan tot het lage aantal begrafenissen dat per jaar op sommige begraafplaatsen plaatsvindt; 2. het aantal begraafplaatsen staat niet in verhouding staat tot het aantal begrafenissen dat elk jaar plaatsvindt. In de onderstaande tabel (7.1.1.a.)is de gemiddelde kostprijs per begrafenis per begraafplaats opgenomen. Voor een opbouw van de kosten per begraafplaats wordt verwezen naar bijlage 5. Aantal begrafenissen Gemiddeld Directe Kosten 2011 kostprijs Kern Locatie kosten Opslag totaal GW Vaartweg 43.343 24.813 68.156 14 4.868 Piershil Oud-Ph.weg 19.537 11.185 30.722 4 7.680 Voorstraat * 6.260 3.584 9.844 9.844 Nieuw-Beijerland Kreekkant 27.946 15.999 43.945 14 3.139 Wilh. Straat 33.615 19.244 52.859 4 13.215 Zuid-Beijerland Dorpsstr.* 5.190 2.971 8.161 8.161 Kon.weg 52.273 29.925 82.198 26 3.161 188.164 107.720 295.884 62 4.772
23
In de onderstaande tabel (7.1.1.b.) is het netto resultaat per begraafplaats (lasten minus directe baten) opgenomen zonder de opbrengst van het uitsluitend recht tot begraven. Tekort per Directe Kosten Directe begraafkern Locatie kosten Opslag totaal opbrengst plaats GW Vaartweg 43.343 24.813 68.156 14.418 53.738 Piershil Oud-Ph.weg 19.537 11.185 30.722 8.287 22.434 Voorstraat * 6.260 3.584 9.844 9.844 Nieuw-Beijerland Kreekkant 27.946 15.999 43.945 16.390 27.555 Wilh. Straat 33.615 19.244 52.859 2.967 49.892 Zuid-Beijerland Dorpsstr.* 5.190 2.971 8.161 8.161 Kon.weg 52.273 29.925 82.198 30.525 51.674 188.164 107.720 295.884 72.587 223.298 Om een beeld te krijgen van de potentiële opbrengst inclusief het uitsluitend recht tot begraven, is het gemiddelde tarief hiervoor berekend zoals dit door de andere gemeenten wordt gehanteerd 11 . Gemiddeld is dit een bedrag van € 1.480,-. Als er voor wordt gekozen om de kosten van onderhoud apart in rekening te brengen, wordt het plaatje (7.1.1.c.) als volgt. Opbrengst Tekort per uitsluitend recht tot restant begraafbegraven tekort kern Locatie plaats GW Vaartweg 53.738 20.720 33.018 Piershil Oud-Ph.weg 22.434 5.920 16.514 Voorstraat * 9.844 9.844 Nieuw-Beijerland Kreekkant 27.555 20.720 6.835 Wilh. Straat 49.892 5.920 43.972 Zuid-Beijerland Dorpsstr.* 8.161 8.161 Kon.weg 51.674 38.480 13.194 223.298 91.760 131.538 Zelfs in deze situatie blijft er een tekort op de exploitatie van het product ‘lijkbezorging’ € 131.000
11
Bron : onderzoek rekenkamer HW september 2011 ‘Rioolheffingen en lijkbezorgingsrechten’.
24
7.2 Indicatief effect op de tarieven In de onderstaande tabellen wordt een vergelijking gemaakt met de huidige tarieven 2012 van de andere gemeenten in de Hoeksche Waard. Op basis van enerzijds de reële tijdsbesteding binnen Korendijk en anderzijds een aan omliggende gemeenten gerelateerd bedrag voor het uitsluitende recht tot begraven (particulier graf) ad € 1.480 zouden de tarieven als onderstaand wijzigen (zonder hierbij kostendekkend te zijn). Omdat de opbouw en mate van kostendekkendheid van de andere gemeenten anders is dan in Korendijk geven de onderstaande tabellen slechts een indicatief beeld. . Lijkbezorgingsrechten voor algemeen graf 15 jaar Binnenmaas Cromstrijen Oud-Beijerland Strijen Korendijk Korendijk was wordt 2012 aantal jaren 10 20 15 20 15 15 verlenen rechten 0,00 269,32 173,65 0,00 2.580,00 0,00 begraafkosten 807,50 857,79 366,15 580,00 880,00 726,80 vergunning gedenksteen 104,60 34,04 121,55 46,00 205,00 153,50 afkoop onderhoud 852,80 0,00 774,60 480,00 0,00 onderhoud gedenkteken 0,00 242,39 0,00 330,00 0,00 356,50 kosten begraven 1.764,90 1.403,54 1.435,95 1.436,00 3.665,00 1.236,80 kosten per jaar 176,49 70,18 95,73 71,80 244,33 82,45
Lijkbezorgingsrechten voor particulier graf 25 jaar Binnenmaas Cromstrijen Oud-Beijerland Strijen Korendijk Korendijk was wordt 2012 aantal jaren 25 25 25 30 25 25 verlenen rechten 1.635,80 2.518,78 1.155,75 940,50 5.100,00 1.480,00 begraafkosten 807,50 857,79 366,15 580,00 880,00 726,80 vergunning gedenksteen 104,60 34,04 121,55 68,00 205,00 153,50 afkoop onderhoud 2.132,00 0,00 2.011,00 1.440,00 0,00 onderhoud gedenkteken 0,00 1.329,50 0,00 495,00 0,00 593,75 kosten begraven 4.679,90 4.740,11 3.654,45 3.523,50 6.185,00 2.954,05 kosten per jaar 187,20 189,60 146,18 117,45 247,40 118,16
Conclusie per grafsoort. Uit deze tabellen blijkt dat bij de meeste gemeenten het onderscheid in kosten (naar jaar omgerekend) tussen een algemeen graf en een particulier graf groter is dan in Korendijk. Dit doet op zich recht aan het onderscheid tussen beide grafsoorten zoals vastgelegd in de Wet op de lijkbezorging (geen versus wel ‘rechthebbende’). In Korendijk (en Binnenmaas) zijn de verschillen tussen de verschuldigde bedragen naar jaar gerekend minimaal. Wel zijn de verschillen in de huidige situatie in Korendijk tussen algemene en particulieren graven aanzienlijk als we uitgaan van de totale duur van begraven: algemeen graf 15 jaar ad € 3.665 en een particulier graf 25 jaar ad € 6.185. Conclusie naar te begraven persoon. Bij aankoop van een particulier graf verkrijgt de rechthebbende het recht om 2 personen boven elkaar bij te zetten in de grafruimte 12 , bij een algemeen graf gaat het om 1 persoon. In totaal komen de kosten van een particulier graf inclusief aankoop in combinatie met het later nogmaals begraven van 1 persoon op € 6.185 + € 880 = € 7.065,00. Over een looptijd van 25 jaar bedragen dan de gemiddelde kosten per persoon per jaar € 141,30 13 Hier tegenover staan de kosten per jaar van een algemeen graf van € 247,50 per jaar. Afhankelijk van de manier van interpreteren van deze cijfers (kosten per jaar versus kosten totaal) is het mogelijk om de kosten van een algemeen graf te verlagen. In relatie tot de tarieven van de omliggende gemeenten is dit wellicht wenselijk. Dit zou dan wel betekenen, uitgaande van de wens om de kostendekkingsgraad te handhaven op het nu gewenste peil (100%), dat de lasten voor een particulier graf zouden stijgen. 12
M.u.v. de begraafplaats Wilheminastraat te Nieuw-Beijerland en op een gedeelte van de begraafplaats te Zuid-Beijerland waar maar 1-diep wordt begraven. 13 € 7.065 gedeeld door 25 jaar gedeeld door 2 personen.
25
7.3
Toelichting belangrijkste tarieven.
De grootste kostenposten binnen de directe kosten van begraven zijn het feitelijk begraven en het onderhoud. Hieronder is een specificatie opgenomen van deze kosten. Toelichting opbouw begraafkosten: Component (Rasci) Aanvraag tot begraven Voorbereiding, ondersteuning begrafenis Graven graf
Door: Secretariepersoneel Buitendienst Extern
Kosten van toekomstige ruiming van het graf
Buitendienst
Tijdsduur: 20 minuten 630 minuten Gemiddeld bedrag incl. BTW 90 minuten Totaal
In € € 46,91 € 498,65 € 110,00
Huidig tarief 2012 Door de afdeling Middelen worden ondersteunende diensten verricht: Financiën: facturering en invordering circa 8 minuten per aanvraag Documentaire informatievoorziening en archief: registeren aanvraag en archivering circa 15 minuten per aanvraag De ureninzet van de ondersteunende afdelingen is beperkt en wordt niet afzonderlijk toegerekend aan het proces begraven omdat deze kosten onderdeel zijn van de overhead die in het uurtarief van de buitendienst is opgenomen.
€ 71,24 € 726,80 € 880,00
Toelichting opbouw onderhoudskosten bij aankoop particulier graf 25 jaar Component Door: Tijdsduur: In € Onderhoud graf met gedenkteken Buitendienst 30 minuten € 23,75 X 25 jaar is € 593,75 Huidig tarief 2012 *1 *1 : met ingang van 2007 is de vergoeding voor onderhoud van het graf verdisconteerd in het algemene recht op een graf. In de tarieventabel 2006 waren deze tarieven nog wel afzonderlijk in de tarieventabel opgenomen. Deze waren toen: - onderhoud per jaar voor een graf zonder bedekking: € 30,00 particulier graf, € 15,00 algemeen graf - onderhoud per jaar voor een graf met bedekking € 33,00 voor zowel een particulier als algemeen graf. Samenvatting en conclusies hoofdstuk 7 Ongeveer 25% van de totale kosten wordt gedekt door directe dienstverlening als gevolg van o.a. begrafenissen en (afkoop van ) onderhoud (7.1) In de tarieventabel behorende bij de verordening is vermeldt dat het jaarlijkse recht betrekking heeft op de kosten van onderhoud van het graf terwijl in dit recht in feite ook de kosten van onderhoud van de totale begraafplaatsen is verdisconteerd (7.1) Omgerekend naar jaar en naar persoon zijn de rechten van een algemeen graf hoger dan de rechten van een particulier graf (7.2).
26
8. Oplossingsrichtingen en mogelijke besparingen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op theoretische mogelijke kostenbesparende maatregelen en (beperkt) inhoudelijke maatregelen. Daar waar de genoemde oplossingen al eerder onderwerp van discussie zijn geweest, is de huidige zienswijze cursief toegevoegd. Oplossingen moet bijdragen aan het beheersbaar maken en houden van de kosten van begraven en zo mogelijk resulteren in lagere tarieven. De kostendekkende exploitatie van de begraafplaatsen dient zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven. Een diepgaand voorstel tot inhoudelijke maatregelen wordt niet gedaan. Hiervoor zal door de ambtelijke organisatie het huidige beleid en beheer worden geactualiseerd. 8.1
Inhoudelijke mogelijk oplossingen
8.1.1 Belastbare feiten uitbreiden De gemeentelijke tarieventabel is gebaseerd op de modelverordening zoals deze door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is opgesteld. In het kader van dit onderzoek is de gemeentelijke tarieventabel vergeleken met deze modelverordening om na te gaan of diverse belastbare feiten opgenomen kunnen worden waarvoor de gemeente Korendijk (nog) geen kosten in rekening brengt. Het zou kunnen gaan om: 8.1.1.1 het verlenen van een uitsluitend recht op een urnennis. In Korendijk bestaat momenteel nog niet de mogelijkheid om een urn te plaatsen in een urnennis. Gelet op het aantal begrafenissen in relatie tot het aantal overlijdens per jaar en het minimale aantal crematies is het maar de vraag of hier ook feitelijk behoefte voor is. Wel wordt geadviseerd om gelet op de landelijke toename van het aantal crematies (mede als alternatief voor het ‘dure’ begraven), dit bij het onderzoek naar toekomstig beleid mee te nemen. 8.1.1.2 het bijzetten van urnen in een algemeen graf. In Korendijk bestaat alleen de mogelijkheid om een urn in een particulier graf te plaatsen. In sommige algemene graven worden steeds achtereenvolgens twee stoffelijke overschotten welke geen familierelatie met elkaar hebben boven elkaar begraven. Het is daarom niet mogelijk in het onderste graf een asbus bij te zetten zonder het bovenste graf te beroeren. Daarnaast heeft het toestaan van asbussen in algemene graven het gevolg dat slechts asbussen en geen stoffelijke overschotten worden begraven waardoor de beschikbare ruimte onvoldoende wordt benut. De noodzaak om algemene graven te ruimen kan hierdoor worden versneld. 8.1.1.3 Het bijzetten van een urn op een algemeen of particulier graf. In Korendijk is deze mogelijk niet aanwezig. Uit beheersmatig oogpunt verdient het geen aanbeveling om asbussen en siervoorwerpen met as op graven toe te staan. Onderhoudstechnisch levert dit problemen op. Zo is het risico van omvallen en/of beschadigen van asbussen en voorwerpen als gevolg van onderhoudswerkzaamheden, weersinvloeden of vandalisme reëel. Ook is het voor derden lastig te bepalen of een siervoorwerp op een graf as bevat of niet. 8.1.1.4 Het verstrooien van as op of in een particulier of algemeen graf. In de beheersverordening is de mogelijkheid opgenomen om crematie-as te verstrooien op de daarvoor aangewezen strooivelden. 8.1.1.5 Het weer specificeren van de onderhoudskosten in de tarieventabel. In de bestaande situatie is de afkoopsom voor het onderhoud inbegrepen in het recht tot het begraven. Hierdoor is er geen beeld van de omvang van de feitelijke dan wel toe te rekenen onderhoudskosten. Door de onderhoudskosten afzonderlijk is de tarieventabel op te nemen kan verdere specificatie en verhaal naar werkelijke handeling plaatsvinden. Te denken valt aan een gesplitst bedrag voor onderhoud aan de grafruimte zelf enerzijds en onderhoud aan gedenktekens anderzijds.
27
Enerzijds biedt dit voor de belastingplichtige meer inzicht en ‘keuzemogelijkheden’ bij de keuze van bijvoorbeeld een algemeen of particulier graf. Anderzijds blijkt uit ervaringen uit het verleden dat meer inzicht ook leidt tot meer discussie, zowel rond de inhoud als over de hoogte van de tarieven. Daarom zijn per 2007 de tarieven voor onderhoud geïntegreerd in de tarieven van “het verlenen van een recht op een graf en de kosten van onderhoud voor het graf”. 8.1.1.6 Het bieden van mogelijkheden van afkoop van het onderhoud. In de huidige situatie moet het onderhoud worden afgekocht omdat er in de gemeentelijke tarieventabel één bedrag is opgenomen als ‘recht tot begraven en kosten van onderhoud’. Dit heeft als voordeel dat minimale administratieve lasten zijn. Anderzijds zorgt het moeten betalen van het gehele bedrag in één keer voor een behoorlijk hoge rekening voor nabestaanden. Wel biedt de gemeente de mogelijkheid van gespreide betaling. 8.1.1.7 Het inschrijven en overboeken in registers. Voor het inschrijven van graven e.d. in register geeft de modelverordening de mogelijkheid rechten te heffen. Op basis van de door de afdelingen aangeleverde tijdsbesteding kan worden geconcludeerd dat deze (korte) handelingen al onderdeel zijn van de totale kosten van het begraven. 8.1.2 Anders omgaan met de begraafplaatsen Door anders om te gaan met de definitie van de begraafplaatsen kunnen de lasten op dit product lager worden. Het betreft hier echter grotendeels een verschuiving van de lasten binnen het totaal van de begroting. Te denken valt aan de twee begraafplaatsen waarop momenteel geen feitelijke handelingen meer plaatsvinden. Het gaat om Piershil-Voorstraat en Zuid-Beijerland-Dorpsstraat. De huidige directe kosten voor het in stand houden van deze begraafplaatsen bedragen circa € 11.450 inclusief onderhoud door de buitendienst (zie bijlage 5). Momenteel zijn de onderhoudskosten van deze begraafplaatsen onderdeel van de lijkbezorgingrechten. 8.2. Besparingsmogelijkheden Door zowel te kijken naar de budgetten zelf en de administratieve wijze van kostentoerekening is het mogelijk om de lasten die worden verantwoord op het product ‘lijkbezorging’ te drukken. In de meeste gevallen betreft het hier echter geen besparing maar een verschuiving van de kosten. Met andere woorden: mogelijk dalen de te heffen lijkbezorgingsrechten maar elders zal aanvullende dekking gevonden moeten worden. 8.2.1 Terugdringen kosten beleidsontwikkeling. Door de afdeling Dienstverlening wordt in 2012 49 uur geraamd voor ‘begrafenissen (beleid)’. Het is mogelijk om alle beleidsmatige activiteiten over te hevelen naar het product ‘bestuursondersteuning college’ dan wel er voor te kiezen deze beleidsmatige activiteiten niet te verdisconteren in rechten tot verhaal van de dienstverlening. Het gaat dan om een kostenverschuiving van circa € 4.700. 8.2.2
Terugdringen administratieve lasten De medewerkers van de buitendienst hebben aangegeven per begrafenis circa een half uur bezig te zijn met de administratieve afwikkeling. Dit is in verhouding tot de opgave van de mensen van Dienstverlening een aanzienlijk hogere tijdsinspanning. Bij het opstellen van de procesbeschrijving (Rasci) is gebleken dat de nu aangegeven tijdsbesteding reëel is. Ter toetsing kan periodiek,1 x per kwartaal, door de medewerkers van de buitendienst de nu opgestelde Rasci worden geactualiseerd zodat de gemiddelde tijdsbesteding van begraven en onderhoud getoetst en indien nodig bijgesteld kan worden. Ook is tijdens het onderzoek geconstateerd dat de detaillering van tijdschrijven door de buitendienst onvoldoende direct inzicht geeft in de belastbare feiten en de hieraan verbonden kosten. In overleg met de buitendienst zal de opzet van de activiteiten waarop de urenverantwoording plaatsvindt, worden aangepast.
28
8.2.3
Gebruikmaking van de BTW compensatie Conform de voorschriften is de BTW over de kosten van de begraafplaatsen niet compensabel. De BTW is dus een kostenpost. Het aandeel kosten van het product ‘lijkbezorging’ waarover BTW wordt geheven is beperkt tot € 33.800 (storting in onderhoudsvoorziening, brandstoffen en extern onderhoud). Het totale bedrag aan BTW 14 hierin is € 5.800. Het is niet reëel te veronderstellen dat dit gehele bedrag verhaald kan worden. Wel zijn er mogelijkheden door bijvoorbeeld er vanuit te gaan dat de begraafplaatsen ook een openbare functie vervullen. Opgemerkt wordt nog dat het onderhoud van de begraafplaatsen inmiddels zoveel mogelijk door de eigen gemeentelijke dienst wordt uitgevoerd. Hierdoor worden hoge kosten door nietcompensabele BTW vermeden. Voor een meer reële toerekening van de kosten zal binnen de financiële administratie een codering worden toegevoegd zodat er beter onderscheid kan worden gemaakt tussen de directe kosten en gemengde kosten van onderhoud e.d. van de begraafplaatsen.
8.2.4
Verlagen onderhoudsniveau begraafplaatsen Door de gemeente is de afgelopen jaren flink bezuinigd op de kosten van onderhoud van de openbare ruimte. Op het onderhoud(niveau) van de begraafplaatsen is nog niet bezuinigd. Wel zijn er al feitelijke besparingen doorgevoerd door bijvoorbeeld groen te vervangen door schelpenbedekking rondom de graven. Dit zal fasegewijs worden uitgebreid. Mogelijk zijn er nog andere opties om het onderhoud op de begraafplaatsen verder te minderen waardoor personeel op andere taken kan worden ingezet. Te denken valt aan een meer onderhoudsvriendelijk inrichting van de begraafplaatsen, minder onderhoudsmomenten, etc. Op basis van de jaarlijkse schouwresultaten kan hierop worden bijgestuurd.
8.2.5
Berekening tarieven secretariepersoneel en buitendienst Bij de analyse van de geraamde en werkelijke uren is gebleken dat een aantal uren nu als indirect productief worden verantwoord die mogelijk meer toegeschreven kunnen worden aan concrete producten. Hierdoor neemt het aantal direct productieve uren toe en het via de overhead toe te rekenen bedrag af met een daling van de uurtarieven tot gevolg. Dit kan leiden tot een lagere doorbelasting aan het product begraafplaatsen. Inmiddels is een ambtelijk voorstel hierover in voorbereiding.
8.3
Overige opties
8.3.1
Anders organiseren onderhoud en ceremoniële taken Het merendeel van de kosten die verbonden zijn aan het onderhoud van de begraafplaatsen komt voor rekening van het onderhoud door medewerkers van de buitendienst. Overwogen kan worden te onderzoeken of het onderhoud kan worden uitbesteed. Hiermee verliezen we o.a. een stukje flexibiliteit van de inzet van deze medewerkers voor andere taken en ook kan dit voor de gemeente desintegratiekosten met zich meebrengen voor de medewerkers waarvoor geen nieuwe werkzaamheden worden gevonden. Ook leveren de huidige medewerkers ‘service’ bij begrafenissen door deze te begeleiden. Daarbij moet worden opgemerkt dat het in eigen beheer uitvoeren van dit werk de afgelopen jaren heeft geleid tot een aanwijsbare kwaliteitsverbetering met een hoge waardering vanuit nabestaanden en bijvoorbeeld ook vanuit de kerken. Voorgesteld wordt deze optie mee te nemen in het komende onderzoek aan toekomstig beleid en beheer van de begraafplaatsen.
8.3.2
14
Centreren van de mogelijkheid tot begraven. Een optie waarvoor overigens geen bestuurlijk draagvlak lijkt te zijn, is het op korte termijn centreren van het aantal begraafplaatsen in een beperkt aantal kernen. Een alternatief is het ‘sluiten’ van de begraafplaat(en) waar enerzijds veel kosten worden gemaakt voor onderhoud maar anderzijds het aantal handelingen (bijzettingen/begrafenissen)
Uitgaande van 21% per oktober 2012 t.o.v. begroting jaarschijf 2013
29
beperkt is. Dit geldt bijvoorbeeld voor de begraafplaats te Nieuw-Beijerland – Wilhelminastraat en in mindere mate de begraafplaats te Piershil. Zie tabel 7.1.a. Wel dient een modus gevonden te worden voor de nog aanwezige rechten voor bijzettingen e.d. op deze begraafplaats(en). 8.3.3
Vol = dicht. Een andere optie is het sluiten van begraafplaatsen op het moment dat alle grafruimte is benut en er op dat moment geen mogelijkheden zijn tot ruiming om nieuwe grafruimte vrij te maken. In dergelijke gevallen kan overwogen worden geen investeringen te doen voor uitbreiding maar over te gaan tot begraven op andere begraafplaatsen, eventueel in andere kernen. Ook het sluiten van gedeelten van begraafplaatsen is mogelijk zodat hier minder onderhoudsinspanning voor nodig is. Tijdens het onderzoek is het oude gedeelte van de begraafplaats te Goudswaard als voorbeeld genoemd.
8.3.4
Invullen latente/ongebruikte ruimte in combinatie met eerder ruimen. Mogelijk kunnen hierdoor de noodzakelijke investeringen worden uitgesteld. Op de algemene begraafplaats te Zuid-Beijerland is inmiddels een aantal vakken aangewezen die geruimd zullen gaan worden. Om de vrijkomende ruimte te kunnen gebruiken voor nieuw gebruik moet worden voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de Wet op de Lijkbezorging. De investering ad € 386.750, krediet door de raad beschikbaar gesteld op 13 maart 2012, is hiervoor noodzakelijk. Op de overige begraafplaatsen is nog geen onderzoek gedaan naar mogelijkheden van (extra) ruiming.
8.3.5
Aanpassen termijnen grafuitgifte en verlening naar minimale wettelijke termijnen. Hierdoor wordt de duur van uitgifte en/of verlening beperkt waardoor er minder snel uitbreiding nodig is. Ook zullen de totaalbedragen per factuur omlaag gaan omdat mensen korter de grafruimte ‘huren’ en de onderhoudstermijn korter is. Korendijk Wettelijk mogelijk
Algemeen graf 15 jaar 10 jaar
Eigen graf 25 of 50 jaar 10/15/20/25/30/50 jaar
Door het inkorten van de termijn wordt het totaalbedrag van de te betalen rechten lager. Dit betekent dat de totale opbrengst per jaar ook lager wordt, wat weer leidt tot een hogere tekort op de jaarlijkse exploitatie. Anderzijds kan de ruimte sneller weer worden hergebruikt waardoor mogelijke investeringen voor uitbreiding van begraafplaatsen langer uitgesteld of zelfs vermeden kunnen worden. 8.3.6
Gedenktekens sneller verwijderen. Momenteel worden de gedenktekens op graven waarvan de rechten al zijn verlopen niet verwijderd zolang de betreffende grafruimte nog niet geruimd hoeft te worden. Om het onderhoudsbeeld van de begraafplaats niet te verstoren, worden dergelijke gedenktekens toch onderhouden. Bij het eerder verwijderen kan bespaard worden op de ureninzet voor onderhoud van deze gedenkteken. Een dergelijke actie vindt al plaats op de begraafplaats te Zuid-Beijerland maar kan worden uitgebreid tot de andere begraafplaatsen.
8.3.7
Privatiseren begraafplaatsen Exploitatie van begraafplaatsen door marktpartijen is wettelijk toegestaan. Wel moet hierbij worden bedacht dat eventuele marktpartijen o.a. kijken naar eventueel (achterstallig) onderhoud, financiële compensatie voor onderhoud aan bestaande monumenten en kosten van door de gemeente te stellen contractuele verplichtingen c.q. beperkingen rond gebruik, etc. Ook komt het voor dat door tegenvallende exploitatieresultaten gemeenten na enige jaren van privatisering de begraafplaats(en) om ‘maatschappelijke redenen’ zelf weer in exploitatie overnemen.
30
Samenvatting en conclusies hoofdstuk 8 Veel van de (theoretische) oplossingsrichtingen leiden tot een daling van de jaarlijkse inkomsten op de gemeentelijke exploitatiebegroting. Door de gemeente worden momenteel al onderzoeken gedaan en/of maatregelen genomen om de lasten te beperken (afstoten aula’s, verkoop begraafplaats(en), onderhoudsvriendelijke grafbedekking, sneller verwijderen gedenktekens).
31
9.
Conclusie en aanbevelingen
9.1 Conclusies Doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de kosten van de lijkbezorging, de hieraan verbonden activiteiten en de mogelijke beleidskeuzes. Uit de analyse van de kosten blijkt dat met name de onderhoudskosten door de buitendienst van de zeven begraafplaatsen van grote invloed zijn op de totale kosten (zie 6.3 en bijlage 5). Verder is het aantal begrafenissen per begraafplaats beperkt waardoor de gemiddelde kosten per handeling relatief hoog zijn (tabel 7.1.a.). Dit leidt vanuit de wens om te komen tot een kostendekkende exploitatie (in relatie tot een sluitende totale exploitatiebegroting) tot hoge tarieven. Op basis van door de medewerkers ingevulde procesformulieren zijn de feitelijke kosten per handeling in beeld gebracht. Slechts 24,5% van de totale exploitatiekosten worden gedekt vanuit de directe opbrengsten (zonder opbrengst ‘uitsluitend recht tot betalen’). Zie tabel 7.1. Hierbij is er van uitgegaan dat de afkoopsommen voor het meerjarig onderhoud aan graven in het jaar van afkoop ten gunste komen het betreffende exploitatiejaar. Geconcludeerd wordt dat er een grote discrepantie is tussen de huidige tariefstellingen en de werkelijke kosten van de directe dienstverlening. Dit wordt veroorzaakt doordat, vanuit het streven om te komen tot een kostendekkende exploitatie, de vaste lasten van onderhoud e.d in de tarieven zijn verdisconteerd zonder dat hier een inhoudelijk beleid over toerekening van kosten aan ten grondslag ligt. Kortweg kan worden gesteld dat als er wordt vastgehouden aan het handhaven van een begraafplaatsvoorziening in iedere kern en een optimaal kwaliteitsniveau qua onderhoud en een kostendekkingspercentage van nagenoeg 100% er weinig tot geen mogelijkheden zijn om de huidige tariefstelling te verlagen. De ervaring bij andere gemeenten leert dat het aantal begrafenissen afneemt bij hoge tariefstijgingen. Dit effect is tot op heden nog niet in Korendijk geconstateerd; evenmin lijkt er sprake te zijn van een verschuiving van particuliere graven naar algemene graven. Beide zouden een afname van de gemeentelijke opbrengsten veroorzaken. Hoewel deze beide effecten nog niet zijn opgetreden, zijn deze niet ondenkbaar. Verder moet worden bedacht dat de meeste mogelijkheden tot het beperken van de kosten van begraven c.q. onderhoud aan de begraafplaatsen alleen leiden tot een verschuiving van mogelijke lasten en dus niet tot een reële besparing op de totale gemeentelijke begroting.
32
9.2
Aanbevelingen.
In de door de raad vastgestelde verordening op de 213a-onderzoeken is vermeld dat in het onderzoeksrapport indien nodig aanbevelingen worden gedaan voor verbeteringen. Op basis van de resultaten van het onderzoek stelt het college zo nodig een plan van verbetering op met daarin bijvoorbeeld organisatorische maatregelen waarna het onderzoek samen met het plan van verbetering ter kennisgeving wordt aangeboden aan de gemeenteraad. In het licht van de nog komende actualisatie van het beleid en beheer van de begraafplaatsen worden naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek de volgende aanbevelingen gedaan: 1.
Alternatieve vormen van begraven. Uit dit onderzoek blijkt het percentage van het aantal mensen dat zich in Korendijk laat begraven in plaats van cremeren ten opzichte van het landelijk gemiddelde hoog is. Aanbeveling: gelet op de hoge kosten van begraven en de landelijke stijging van het aantal crematies wordt de aanbeveling gedaan bij de komende actualisatie de mogelijkheden van goedkopere begrafenismogelijkheden met te nemen zoals urennissen e.d.
2.
Toerekening kosten. Op basis van artikel 229 van de Gemeentewet worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentebezittingen. In de huidige situatie is de hoogte van de lijkbezorgingsrechten afgestemd op het verhalen van kosten, ook van de begraafplaatsen waar feitelijk geen gebruik meer van wordt gemaakt (Piershil-Voorstraat en Zuid-Beijerland-Dorpsstraat). Aanbeveling: Beperkt het verhaal van de kosten alleen tot de begraafplaatsen waar nog wel feitelijke handelingen plaatsvinden.
3.
Omschrijving belastbaar feit. In de huidige tariefstelling van de lijkbezorgingsrechten zijn ook algemene lasten van eigendom en instandhouding (inclusief onderhoud) verdisconteerd. In de tarieventabel, behorende bij de Verordening op de lijkbezorgingsrechten is het belastbaar feit als volgt gedefinieerd: “voor het verlenen van het recht op een (particulier/algemeen) graf en kosten voor onderhoud voor een (particulier/algemeen) graf: € 204,00 per jaar” Aanbeveling: schrap in het belastbaar feit de woorden ‘voor een (particulier/algemeen) graf’ en beperk de omschrijving alleen tot ‘kosten voor onderhoud’.
4.
Inhoudelijke discussie met raad over de exploitatiekosten versus tarieven lijkbezorgingsrechten. Aanbeveling: Uit het onderzoek is nadrukkelijk gebleken dat een groot deel van de huidige exploitatiekosten van de begraafplaatsen voortkomen uit het onderhoud van de zeven begraafplaatsen door de buitendienst. Hierbij speelt het besluit van de raad een rol om het niveau van onderhoud op de begraafplaatsen van hoge kwaliteit te laten zijn. Mocht de raad hierin verandering willen aanbrengen, dan zal dit gevolgen hebben voor de kosten en daarmee ook voor de tarieven. Hierbij kan ook gekeken worden naar de verhouding van de tarieven voor algemene en particuliere graven. Als de raad de mate van kostendekkendheid wil handhaven, dan moet worden geaccepteerd dat de tarieven niet substantieel lager kunnen worden. Als de raad wel de tarieven wil verlagen, dan zal dit moeten leiden tot bezuinigingen dan wel lastenverhogingen elders binnen de gemeentelijke exploitatiebegroting.
De in hoofdstuk 8 opgenomen oplossingsrichtingen moeten gezien worden als mogelijkheden die onderdeel kunnen zijn van de nader uit te voeren actualisatie van het beleid en beheer van de begraafplaatsen.
33
Bijlage 1 Tabel aantal crematies Jaar 1960 1970 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2011 2012 t/m 2e kw
Aantal Overledenen ** 87.825 109619 114.279 122.704 128.790 135.675 140.527 136.402 136.058 *135.516 *72.292
Aantal Crematies
Crematie Percentage
3.501 14.949 39.947 49.258 57.130 63.237 68.700 70.766 77.465 79.594 43.059
3,99 13,64 34,96 40,14 44,36 46,61 48,89 51,88 56,94 58,73 59,56
* = Voorlopige CBS cijfers ** = In Nederland geregistreerd
Bron: landelijke vereniging van crematoria, http://lvc-online.nl/viewer/file.aspx?FileInfoID=69
34
Bijlage 2 Overzicht belastbare handelingen naar kern Som van Aantal Soort Begrafeniskosten persoon 1 jaar of jonger
Begraafplaats Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Piershil Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland
Totaal Begrafeniskosten persoon 1 jaar of jonger Begrafeniskosten persoon 1 tot 12 jaar Algemene begraafplaats van Piershil Totaal Begrafeniskosten persoon 1 tot 12 jaar Begrafeniskosten persoon 12 jaar of ouder Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland Totaal Begrafeniskosten persoon 12 jaar of ouder Bijzetten 1ste asbus Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Totaal Bijzetten 1ste asbus Extra kosten voor begraven op buitengewone uren Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Totaal Extra kosten voor begraven op buitengewone uren Gebruik aula ivm condoleance andere dag Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland Totaal Gebruik aula ivm condoleance andere dag Gebruik aula ivm dienst Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland Totaal Gebruik aula ivm dienst Gebruik aula voor opbaren zonder bezoek Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland Totaal Gebruik aula voor opbaren zonder bezoek Herbegraven stoff elijke resten Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Totaal Herbegraven stoffelijke resten Inschrijven en overboeken Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Totaal Inschrijven en overboeken Luiden van de klok Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland Totaal Luiden van de klok Opgraven stoffelijke resten Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Totaal Opgraven stoffelijke resten Uitgifte algemeen graf 15 jaar Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Totaal Uitgifte algemeen graf 15 jaar Uitgifte algemeen kindergraf 15 jaar Algemene begraafplaats van Piershil Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland Totaal Uitgifte algemeen kindergraf 15 jaar Uitgifte particulier graf 25 jaar Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Totaal Uitgifte particulier graf 25 jaar Uitgifte particulier graf 50 jaar Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Piershil Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland Oude begraafplaats van Nieuw-Beijerland Totaal Uitgifte particulier graf 50 jaar Uitgifte particulier kindergraf 25 jaar Algemene begraafplaats van Goudswaard Algemene begraafplaats van Piershil Totaal Uitgifte particulier kindergraf 25 jaar Uitgifte particulier urnengraf 25 jaar Algemene begraafplaats van Nieuw-Beijerland Algemene begraafplaats van Zuid-Beijerland
Jaar 2008
2009
2010 1
2011
1 1 10 11 8 20 3 52
7 16 9 27 3 62
1 1
1 2 1 1 13 11 4 19 4 51 1 1 2 1 1 2 2
1 1 3
1 1 1 1 4
5 5 1 4 13 1 24
6 1 5 5 9 1 21
3 12 30 45
11 7 39 4 61
23 10 43
6 9 7 12 1 35
1 1 5 8 8 17 2 40
9 9 3 12 3 36
4 1 1 7 13
2 7 3 4 16 1
2 7 5 6 20
1 3 3 2 9 17
1 1
4 1
2
3 8
2 5 2 7 4 18 6 4
1 1 3 5 1 6 15 1 1 4 5 4 9 22 2 1 3
1
14 14 4 24 7 63
6 1 1 2 1
4 1 5 8 2 2 14 6 32 13 7 5 13 9 47
12 9 3 23 4 51 1 1 5 3 0 9 17
2 10 4 7 23 1 2 2 2 7
2012 0 0 0 0 0 0 16 9 11 25 6 67 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 3 2 8 2 24 0 0 0 24 5 31 2 2 0 0 11 8 8 17 6 55 2 4 6 5 3 2 9 19 0 0 0 5 5 6 11 27 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bron: gegevens administratie begraafplaatsen d.d. 05 oktober 2012
35
Bijlage 3 Persbericht (Novum) - Het aantal begrafenissen is de afgelopen tien jaar afgenomen. In 2001 werd in ruim de helft van de sterfgevallen gekozen voor een begrafenis, nu is dat nog veertig procent. Het aantal crematies is juist gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van uitvaartverzekeraar Dela. Veel mensen geven aan dat de steeds hogere kosten voor een graf een belangrijke rol spelen. Dela vindt dit onwenselijk. "Het emotionele motief zou leidend moeten zijn", aldus een woordvoerder. Vooral in Zutphen en Zoetermeer liep het aantal begrafenissen terug. In Zutphen halveerde het aantal begrafenissen zelfs. In beide gemeenten liepen de kosten dit jaar met respectievelijk ruim veertienhonderd en dertienhonderd euro op. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zegt in een reactie geen zicht te hebben op het aantal begrafenissen in een gemeente. Wel bevestigt een woordvoerder het beeld dat gemeenten de grafkosten verhogen. "Dat komt omdat begraafplaatsen vaker kostendekkend zijn", aldus de zegsvrouw. Volgens de VNG zijn de enorme verschillen toe te schrijven aan de omstandigheden van de begraafplaatsen. "Als er veel aan onderhoud wordt gedaan, zijn de kosten uiteraard ook hoger." Dat de kosten nu in sommige plaatsen flink omhooggaan wijt ze aan het feit dat gemeenten in eerste instantie niet alle kosten in rekening brachten. Uit eerder onderzoek van Dela bleek deze maand dat de gemeenten hun tarieven voor graven dit jaar vergeleken met 2011 gemiddeld 6,27 procent verhoogden. Het verschil tussen de duurste en goedkoopste begraafplaats liep daardoor op tot ongeveer zesduizend euro Bron: 30 maart 2012 om 10:26:45 Binnnenland.nieuws.nl Aantekening. In het kader van dit onderzoek zijn de tarieven van de gemeenten waar het aantal begrafenissen fors is teruggelopen, vergeleken met de tarieven 2012 van Korendijk. De gemeente Zutphen heeft inmiddels de tarieven op onderdelen naar beneden bijgesteld. Hoewel de tariefopbouw en omschrijving van de belastbare feiten per gemeente steeds verschillend zijn, geeft de onderstaande tabel aan dat de tarieven van Korendijk ook in vergelijking met deze gemeenten hoog zijn. Dat een mogelijke terugloop van het aantal begrafenissen in Korendijk achterblijft kan mogelijk verklaard worden door de christelijke grondslag in de gemeente en/of het ontbreken van alternatieven als crematoria in de directe omgeving.
Lijkbezorgingsrechten voor particulier graf 25 jaaar Zutphen Zutphen na Zoetermeer Korendijk 2012 voor aantal jaren 25 25 25 25 verlenen rechten 5.025,00 4.250,00 3.708,71 5.100,00 begraafkosten vergunning gedenksteen onderhoud gedenkteken kosten begraven kosten per jaar
1.103,00 428,00 *1 *1 *1 6.556,00 262,24
812,00
563,98 45,94 *1
5.062,00 202,48
880,00 205,00 *1
4.318,63 172,75
6.185,00 247,40
*1 = kosten verdisconteerd in recht tot begraven.
36
Bijlage 4 Toelichting hoofdstuk 6.3 toerekening kosten buitendienst De gemeente voert het beheer en onderhoud uit aan de begraafplaatsen en omvat: - het onderhouden van de begraafplaatsen (paden, groen, sneeuwruimen, baarhuisjes, etc..); - het onderhouden van graven met een onderhoudsverplichting; - het (mede) delven en dichten van graven; - het begeleiden van de begrafenisplechtigheden op de begraafplaatsen; - contacten en servicetaken naar nabestaanden en overige bezoekers van de begraafplaatsen; - het onderhouden van contacten met derden zoals natuursteenbedrijven en uitvaartondernemers. Het onderhouden van de begraafplaatsen gebeurt grotendeels door eigen medewerkers van het begraafplaatsteam. Het maaiwerk van de grote vlakken is uitbesteed als onderdeel van het totale maaibestek van het gras binnen de gemeenten. Om de werkelijke kosten van alle handelingen te bepalen is aan alle medewerkers die bijdragen aan het tot stand komen van het product ‘lijkbezorging’ gevraagd aan te geven hoe veel tijd wordt besteed aan de diverse handelingen c.q. activiteiten die met dit product samenhangen. Hierbij is o.a. gebruik gemaakt van de jaarlijkse urenbegroting zoals deze door de diverse medewerkers van binnen- en buitendienst wordt aangeleverd. Over de jaren 2010 , 2011 en 2012 is de situatie van de buitendienst als volgt: 2010 Omschrijving activiteit
Omschrijving suba ctiv iteit
2-120 Rampenbestrijding en calamiteiten
Aa nta l uren begroot
2012
2011 Aa nta l uren werkelijk
Aantal uren be groot
Aa nta l uren werkelijk
Aantal ure n begroot
18,00
-
-
-
-
2-210 Gladheidsbestrijding
-
-
292,00
-
292,00
3-560 Groenonderhoud
-
235,00
-
-
-
3-560 Groenonderhoud
Hoogwerker
6-724 Begrafennisen 6-724 Onderhoud begraafplaats 6-724 Onderhoud begraafplaats
Onderhoud gedenkstenen
76,00
-
-
-
-
516,00
466,00
420,00
458,00
420,00
43,50
12,50
114,00
54,75
114,00
Groenonderhoud
2.505,00
2.826,50
2.679,50
3.098,25
2.679,50
Totaal direct productieve uren
3.158,50
3.540,00
3.505,50
3.611,00
3.505,50
100 Diversen/algemeen
156,00
550,00
252,00
425,75
252
111 Transport
492,00
344,25
300,00
340,50
300
3.806,50
4.434,25
4.057,50
4.377,25
4.057,50
Totaal uren
In de tabel zijn alleen de direct productieve uren opgenomen. De raming van de urenverantwoording over 2013 is gelijk aan de raming over 2012. De werkelijke uren die worden gemaakt ten behoeve van de begraafplaatsen zijn over de jaren 2010 en 2011 nagenoeg gelijk. De uren transport zijn noodzakelijk in verband met het aanrijden naar de zeven begraafplaatsen.
37
Omdat er in eerste instantie geen raming beschikbaar was van de ureninzet van de buitendienst per begraafplaats, is aan de mensen van de buitendienst zelf gevraagd om een nadere uitsplitsing. Deze is als volgt: Kern Locatie aantal uren GW Vaartweg 600 Piershil Oud-Ph.weg 300 Piershil Voorstraat 100 Nieuw-Beijerland Kreekkant 400 Nieuw-Beijerland Wilh. Straat 600 Zuid-Beijerland Dorpsstr. 80 Zuid-Beijerland Kon.weg 920 totaal onderhoud groen 3.000 Directe uren begrafenissen en administratie 975 Andere onderhoudstaken en transport e.d. 708 Totaal productieve uren 4.683
Voor de toerekening van de ureninzet aan het product Lijkbezorging wordt gebruik gemaakt van de onderstaande rekenkundige uurtarieven. Medewerker
Schaal
Buitendienst Secretariepersoneel
5 8
Basistarief regio € 40,50 € 50,50
Rekenkundige toeslag € 6,99 €`46,31
Totaal uurtarief € 47,49 € 96,81
Toelichting opbouw rekenkundige toeslag.
2011 Lasten Algemene kosten Huisvestingskosten Secretariepersoneel Saldo te verdelen kosten
2013
625.865 129.472 3.194.397 3.934.147
679.217 106.148 3.428.343 4.213.708
Totaal aantal productieve uren secreatiepersoneel Waarvan bedrijfsvoering/interne uren (uren ICT, fin.administratie e.d.) Saldo uren direct productief (uren producten programmabegroting)
2013 75.037 34.909 40.128
Totaal doorberekening directe productieve uren obv basistarief
2.355.260
Niet gedekt deel (totale lasten minus 1e doorberekening)
1.858.448
Toeslag per uur ongedekt deel
46,31
De uurtarieven van de buitendienst kennen een lagere toeslag voor overhead omdat er weinig gebruik wordt gemaakt van diverse ondersteunende faciliteiten zoals gemeentehuis, archief, ICT en financiën. De toeslag bedraagt € 6,99 waardoor de kostprijs per uur voor de buitendienst uitkomst op € 47,49 (schaal 5).
38
Bijlage 5
Kostentoerekening naar begraafplaats hoofdstuk 6.3
Totale kosten
GW
Piershil
Nieuw-Beijerland
begroting 2013
Vaartweg
Oud-Ph.weg Voorstraat *
Kreekkant
Zuid-Beijerland Wilh. Straat Dorpsstr.*
Nader te verdelen
Toerekening Kon.weg
Totaal bedrag
primair
LIJKBEZORGING Aula's en begraafplaatsen 00.201
Reservering kapitaallasten investeringen
31.001
Kosten van energieverbruik
2.000
400
100
3.213
640
320
31.002
Motorbrandstoffen
34.301
Telefoonkosten
-
34.611
Brand-, storm- en uitgebreide gevarenverzekering
250
110
425
50
50
50
640
90
-
-
-
1.500
2.000
-
2.000
988
3.213
-
3.213
-
-
-
50
50
250
-
250 1.224
34.643
Reinigingsrecht
1.224
200
350
200
200
274
1.224
-
34.645
Kosten van waterverbruik
600
100
95
70
130
205
600
-
34.649
Verontreinigingsbijdrage
224
45
45
45
45
44
224
34.651 34.653
Waterschapslasten Rioolrechten
500 -
100
100
100
100
100
500 -
34.702
Onderhoud beplanting, voetpaden, begraaftoestellen
14.382
1.600
800
1.100
1.600
2.382
7.982
6.400
34.712
Schoonhouden door derden
-
-
-
34.725
Verkoopkosten gebouwen
-
-
-
34.751
Uitbesteed onderhoud
60.102
Bijdrage aan de voorziening
300
200
7.650
1.100
1.100
1.100
1.100
2.340
1.105
1.100
695
1.250
8.268
1.222
5.161
1.100
600 0
-
224 500 14.382
1.050
7.650
-
7.650
1.160
6.550
-
6.550
-
-
-
820
15.471
-
15.471
-
60.102
Bezuiniging begroting 2011-2014: sluiten aula's
61.101
Kapitaallasten
62.302
Aandeel kostenplaats secretariepersoneel
41.320
41.320
62.502
Aandeel kostenplaats buitendienst onderhoud
202.500
28.500
14.250
4.750
19.000
28.500
3.800
43.700
142.500
60.000
202.500
Totale directe kosten per begraafplaats
289.334
43.343
19.537
6.260
27.946
33.615
5.190
52.273
188.164
107.720
295.884
15.471 41.320
39