Onderwijsregeling Engineeringdeeltijd Cursusjaar 20112012 Opleidingen: Elektrotechniekdeelijtd/Technische Bedrijfskundedeeltijd/ Werktuigbouwkundedeeltijd
Advies Opleidingscommissie: 16-06-2011 Advies Examencommissie op: 30-06-2011 Instemming SMR op: 07-07-2011 Vaststelling door dean op: 13-07-2011 Deze regeling treedt in werking op: 01/09/ 2011
Adresgegevens: -
postadres:
Hanzehogeschool Groningen, Instituut voor Engineering Opleiding Elektrotechniek-deeltijd Technische Bedrijfskunde-deeltijd Werktuigbouwkunde-deeltijd t.a.v.: W.E. ter Borg-Spitholt (teamleider Engineering-deeltijd) Postbus 3037 9701 DA GRONINGEN
-
bezoekadres:
Hanzehogeschool Groningen Zernikeplein 11 9747 AS Groningen
-
mail: tel.:
[email protected] 050 – 595 4050/4000
Voorwoord De Hanzehogeschool kent een Hanzehogeschool-brede en voor alle opleidingen bindende Examenregeling. Deze Examenregeling is opgenomen in het Studentenstatuut (hoofdstuk 4). Daarnaast heeft elke opleiding zijn eigen opleidingsspecifieke Onderwijsregeling. De Onderwijsregeling van de Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 is van toepassing op alle studenten die in cursusjaar 2011/2012 ingeschreven staan bij een van deze opleidingen. Eventuele verschillen per instroomcohort staan expliciet vermeld in deze Onderwijsregeling; dat geldt ook voor eventuele overgangsregelingen van oud naar nieuw programma. Ook de onderwijsbeschrijvingen die in de DOP (Digitale Onderwijs Planner) staan, maken onderdeel uit van de Onderwijsregeling. Deze staan beschreven in de Onderwijsgids. De Examenregeling vormt samen met de opleidingsspecifieke Onderwijsregeling de OER (Onderwijs- en Examenregeling, grijs gearceerd). StudentenExamenregeling (hoofdstuk 4)
Onderwijsregeling (met daarin de DOPonderwijsbeschrijvingen)
statuut
Bovengenoemde documenten zijn op de volgende plaatsen te vinden. Daarnaast ligt er bij het secretariaat van de opleiding een papieren versie ter inzage: document Studentenstatuut (inclusief Examenregeling) Onderwijsgids Onderwijsregeling DOP
waar te vinden? http://intranet.hanze.nl > tabblad Regels en regelingen > Studentenstatuut http://intranet.hanze.nl > tabblad Organisatie > Instituut voor Engineering > Engineering deeltijd > onderwijsregeling http://intranet.hanze.nl > tabblad Organisatie > Instituut voor Engineering > Engineering deeltijd > onderwijsregeling http://intranet.hanze.nl > tabblad Organisatie > Instituut voor Engineering > Engineering deeltijd > onderwijsregeling
Inhoudsopgave 1. Opleiding ........................................................................................................................... 6 1.1 1.2
Samenstelling examen- en toelatingscommissie ......................................................................... 7 Samenstelling opleidingscommissie............................................................................................... 7
2. Beroepscompetenties / opleidingskwalificaties ........................................................... 9 3. Opbouw van de studie ................................................................................................. 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Karakterisering van de opbouw.................................................................................................... 11 Major-minorstructuur, specialisaties en vrije keuze ................................................................ 14 (Verkorte) studieroutes ................................................................................................................... 14 Aanwezigheidsplicht........................................................................................................................ 14 Curriculumoverzicht ....................................................................................................................... 14
4. Studieprogramma ........................................................................................................... 16 4.1 4.2 4.3
Programma Propedeuse .................................................................................................................. 16 Programma Hoofdfase .................................................................................................................... 16 Gedragscode buitenlandse taal ..................................................................................................... 16
5. Bijzondere toelatingseisen ............................................................................................ 17 5.1
Profiel- of vakkenpakketeisen m.b.t. de toelating tot een opleiding .................................. 17
a. Toelatingseisen profielen havo en vwo ...................................................................... 17 5.2 Toelating op grond van andere diploma’s (dan vwo, havo en mbo ................................... 17 5.3 Toelating op grond van buitenlands diploma .......................................................................... 18 5.4 Toelatingsonderzoek (de zogenaamde 21+ regeling) ............................................................... 18 5.5 Toelatingsonderzoek bij studenten jonger dan 21 jaar .......................................................... 18 5.6 Toelating tot de post-propedeutische fase met onvolledige propedeuse ........................... 19 5.7 Rechtstreekse toelating tot de post-propedeutische fase zonder propedeutisch getuigschrift ................................................................................................................................................... 19 5.8 Eisen werkkring ............................................................................................................................... 19 5.9 Generieke vrijstellingsregelingen ................................................................................................. 19
6. Tentamens ....................................................................................................................... 20 6.1
Aantal tentamenkansen .................................................................................................................. 20
7. Kwalitatieve vereisten voor het Studieadvies ............................................................ 20 8. Stages en excursies ......................................................................................................... 20 8.1 8.2
Stages .................................................................................................................................................. 20 Excursies............................................................................................................................................. 21
9. Afstuderen ....................................................................................................................... 21 Indien niet aan deze voorwaarden is voldaan dan kan na overleg met de afstudeercoördinator schriftelijk aan de examencommissie worden verzocht om een uitzondering te maken............ 21
10. Studieloopbaanbegeleiding ....................................................................................... 21 11. Cum laude regeling ................................................................................................... 22 11. Examenregeling Bacheloropleidingen en Associate degreeprogramma’s Hanzehogeschool Groningen .............................................................................................. 23 Artikel 4.2 Onderwijsprogramma ............................................................................................................ 23
Bijlage 1: Competenties Engineering-deeltijd .................................................................. 30 Bijlage 2: Competentiematrix Brede Bachelor of Engineering-deeltijd ....................... 38 Bijlage 3: Dublin Descriptoren vs HBO-kwalificaties vs Opleidingscompetenties Engineering-deeltijd ............................................................................................................. 40 Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
1.
Opleiding
De deeltijdopleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde zijn onderdeel van het Instituut voor Engineering, één van de instituten (of schools) van de Hanzehogeschool Groningen. Het instituut bestaat uit de voltijd opleidingen Elektrotechniek, Human Technology, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde. Daarnaast worden onder de naam Brede Bachelor of Engineering, de deeltijdopleidingen Elektrotechniek en Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde aangeboden. Dit cluster van deeltijdopleidingen kent een eigen onderwijsregeling. Alle afgestudeerden ontvangen de bachelortitel Engineering. Deze deeltijdopleidingen kennen een deels gemeenschappelijk studieprogramma (brede bachelor of Engineering). Dit studieprogramma speelt in op de branche- en omgevingsontwikkelingen, die vragen om ingenieurs die breed opgeleid zijn in de vakgebieden Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde. Steekwoorden hierbij zijn multidisciplinair, integraal denken en samenwerken. Het Instituut voor Engineering heeft hierop ingespeeld door een curriculum te ontwikkelen voor een brede deeltijdprogramma, waarbij de eerder genoemde deeltijdopleidingen geïntegreerd worden aangeboden. In de eerste twee jaar worden gemeenschappelijke competenties aangebracht, waarna de student in het derde jaar kiest voor één van de specialisaties: • Energie en Distributie (voor studenten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde) • Fire Safety Engineering (voor studenten Technische Bedrijfskunde) • Hogere Installatie Techniek (voor studenten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde) • Management&Consultancy (voor studenten Technische Bedrijfskunde) • Ontwerpen&Construeren (voor studenten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde) • Productie Management/Automatisering (voor studenten Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde). Aangezien de eerste 2 studiejaren gemeenschappelijk zijn, staan de specialisaties voor alle studenten open. In sommige gevallen betekent de keuze voor een specialisatie dat de student bij de start van het 3e studiejaar een switch maakt van opleiding en het uiteindelijke diploma. De student ontvangt na afstuderen de bachelortitel Engineering. Op het diploma is zowel de opleiding (E, W of TB) vermeld, als ook de specialisatie. De opleiding is competentiegericht vormgegeven, waarbij de complexe vaardigheden van de ingenieur centraal staan. De bijbehorende onderwijsvormen zijn combinaties van instructiecolleges en projectwerk, waar een integratie van de kennis, vaardigheden en houding plaatsvindt. Per periode staat een thema centraal afgeleid uit de beroepspraktijk, waarin een opdracht uitgevoerd moet worden. Meestal worden de praktijkopdrachten groepsgewijs uitgevoerd, per jaar wordt één van de praktijkopdrachten individueel uitgevoerd in de vorm van een Action Learning opdracht (bij voorkeur in de eigen werkomgeving). De overige onderdelen in het thema vormen de theoretische basis voor de uitvoering van de opdracht. Deze opleidingen worden vanaf februari 2010 tevens aangeboden via de zogenaamde afstandsvariant in samenwerking met de LOI, waarbij de studenten in eigen tijd en tempo studeren. Het studieprogramma is inhoudelijk identiek aan het reguliere deeltijdprogramma van de drie Engineering-deeltijdopleidingen. Het aantal keuzethema’s in jaar 3 en 4 is echter minder Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
uitgebreid, waardoor studenten niet kiezen uit 6 specialisaties maar uit de drie opleidingen: Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde of Werktuigbouwkunde. 1.1
Samenstelling examen en toelatingscommissie
Het Instituut voor Engineering heeft één examencommissie bestaande uit vijf kamers: Werktuigbouwkunde voltijd, Elektrotechniek voltijd, Human Technology voltijd, Technische Bedrijfskunde voltijd en Brede Bachelor of Engineering deeltijd. De examencommissie is een orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het behalen van het diploma en het verkrijgen van een graad. De examencommissie beoordeelt tentamens en examens en oordeelt over verzoeken om vrijstelling. Zij is tevens verantwoordelijk voor het afgeven van getuigschriften en het afgeven van het negatief bindend studieadvies (BSA). De examencommissie oordeelt ook over het aanvragen van extra kansen voor tentamens. Samenstelling van de kamer Brede Bachelor of Engineering-deeltijd (per 1 september 2011): M. van Burgsteden (hogeschooldocent Engineering/ Werktuigbouwkunde) J. Postma (Hogeschooldocent Engineering/ Elektrotechniek) U. van der Wal (Secratris examencommissie, docent Engineering/Technische Bedrijfskunde) J. Witteveen (Voorzitter examencommissie, Hogeschooldocent Engineering/Technische Bedrijfskunde) De commissie wordt secretarieel ondersteund door mevr. A.T. Vinhuizen-Woudstra. De vergaderdata van de examencommissie zijn te vinden op intranet. Tot een week voor elke vergaderdatum kunnen verzoeken worden ingediend. Correspondentie met de examencommissie dient altijd schriftelijk te gebeuren, bij voorkeur door gebruik te maken van het formulier “Verzoek aan de examencommissie”. Postadres voor studenten die iets willen inbrengen in de examen- of toelatingscommissie is het secretariaat van de opleiding (
[email protected]). De toelatingscommissie adviseert de dean over de toelating van studenten. De personele samenstelling van de toelatingscommissie is gelijk aan de samenstelling van de examencommissie. 1.2
Samenstelling opleidingscommissie
De opleidingscommissie heeft tot taak: a. het uitbrengen van advies aan de Dean en de examencommissie over de onderwijs- en examenregeling alvorens de onderwijs- en examenregeling wordt vastgesteld; b. het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling; c. het desgevraagd of uit eigen beweging advies uit te brengen aan de Dean en/of examencommissie over alle andere aangelegenheden het onderwijs in de opleiding of in de School betreffende. De opleidingscommissie is als volgt samengesteld: Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
Persneelsleden zijn: S. Buruma (docent Technische Bedrijfskunde) J. Kortendijk (docent Werktuigbouwkunde) I. Nieman (docent Nederlands, voorzitter) N. van Prooijen (docent Elektrotechniek) Studentleden zijn: Vacature student 1e jaar K.Gibcus (Technische bedrijfskunde, jaar 4) E. Houwing (Elektrotechniek, jaar 3) W. Visser (Werktuigbouwkunde jaar 2) vacature student Technische Bedrijfskunde- Fire Safety Engineering. De leden van de opleidingscommissie worden jaarlijks door de dean benoemd. Dit gebeurt zo snel mogelijk na 1 september. De vergaderdata, agenda’s, verslagen en adviezen van de Opleidingscommissie worden op intranet gepubliceerd Postadres voor studenten die iets willen inbrengen in de opleidingscommissie is het secretariaat van de opleiding.
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
2.
Beroepscompetenties / opleidingskwalificaties
De beroepscompetenties c.q. opleidingskwalificaties en beroepsvereisten De opleidingen binnen Engineering-deeltijd leiden op tot onderstaande competenties. Dit zijn de ingenieurscompetenties opgesteld in het landelijk Cluster Engineering en voorloper van de domeincompetenties. Aan ieder thema zijn een of meer beroepscompetenties gekoppeld. In bijlage 1 zijn de competenties nader uitgewerkt in indicatoren. In bijlage 2 is de competentiematrix opgenomen, waarin wordt aangegeven hoe de competenties verworven worden in de verschillende onderwijsthema’s. In bijlage 3 wordt de relatie gelegd tussen de Dublin Descriptoren, de algemene HBO-kwalificaties en de Engineering-deeltijdcompetenties. De algemene competenties worden door middel van (groeps)opdrachten/projectwerk en via studieloopbaanbegeleiding verworven. De competenties zijn uitgewerkt in deelcompetenties (zie intranet). In de themamap is aangegeven welke (deel)competenties centraal staan in het betreffende thema en tot welk niveau de competentie ontwikkeld wordt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in 3 niveau’s: 1. Basis: toepassing onder begeleiding in eenvoudige situaties 2. Gevorderd: zelfstandige toepassing in gestructureerde comlexe situaties 3. Complex: zelfstandige en flexibele toepassing in complexe situaties. In het eerste jaar wordt competentieniveau 1 bereikt, in tweede jaar niveau 2 en in de specialisatiefase (derde en vierde jaar) niveau 3. Beroepscompetenties 1. Opdrachten/orders verwerven 2. Programma van eisen opstellen 3. Ontwerpen / uitwerken van tekeningen 4. Inkoop/ uitbesteding aan derden 5. Voorbereiding productie / samenbouw / installeren 6. Produceren /samenbouwen / installeren 7. Beheer van productiemiddelen 8. Onderhoud en service 9. Beheer goederenstromen en voorraden 10. Kwaliteitszorg en -beheer 11. Projectmanagement Algemene competenties 12. Leidinggeven 13. Communicatie mondeling 14. Communicatie schriftelijk 15. Samenwerken 16. Problemen oplossen 17. Werken onder (tijds)druk 18. Bijdragen aan vernieuwing en ontwikkeling 19. Sturing op eigen ontwikkeling en loopbaan
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
Voor de basis geldt dat de nadruk ligt op de integratie van de domeinen elektrotechniek, technische bedrijfskunde en werktuigbouwkunde en op de algemene HBO-vaardigheden.
Beroepsperspectief Studenten Engineering maken in de basisjaren kennis met alle praktische aspecten van het toekomstige beroep, om vervolgens, in de richting van het afstuderen, hun daadwerkelijke programma in lijn te brengen met hun interesse of beroepskeuze. Zo ontwikkelen zij zich theoretisch en praktisch in vier jaar tijd tot breed inzetbare professionals. Zij vinden hun weg naar de industrie (machine-industrie, metaalproducentenindustrie, elektrotechnische industrie), de bouw (installatiebedrijven), de dienstverlening (ingenieursbureaus, gezondheidszorg) en de overheid. De verscheidenheid aan opdrachten garandeert dat studenten in alle thema’s worden geconfronteerd met een variatie aan mogelijke en relevante praktijksituaties. Binnen de opleiding wordt veel aandacht besteed aan de brede inzetbaarheid van de hedendaagse ingenieur door E-, TB en W-componenten aan te brengen in het onderwijs en binnen geïntegreerde projecten. Hierdoor ontwikkelen deeltijd studenten zich tot gewilde ingenieurs op de arbeidsmarkt.
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
3.
Opbouw van de studie
3.1
Karakterisering van de opbouw
Inrichting van de opleiding De Engineering-deeltijdopleidingen bestaan uit vier studiejaren. De totale studielast van de opleiding bestaat uit 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten in de propedeutische fase en 180 studiepunten in de hoofdfase. De studielast wordt uitgedrukt in European Credits (ec), 1 ec staat voor een gemiddelde studiebelasting van 28 uur. Elk studiejaar bestaat uit 60 studiepunten verdeeld over 4 kwartalen van elk 15 studiepunten. In ieder kwartaal staat een thema centraal. Thema’s zijn samenhangende studieonderdelen waarin een beroepstaak in een bepaalde context onderwezen wordt. Naast de thema’s loopt de studieloopbaanbegeleiding als een rode draad door de opleiding. Het studieprogramma voor de drie Engineering-deeltijd opleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde kent een gemeenschappelijke basisfase van twee studiejaren. Hieronder is aangegeven welke thema’s de hierin opgenomen zijn. Jaar Studiejaar 1
Studiejaar 2
Periode 1 Thema B1: Productanalyse
Periode 2 Thema B2: Productieanalyse
Stage/werkervaring Thema B5: Thema B6: Informatiesystemen Productiesystemen
Periode 3 Thema B3: Methodisch Ontwerp
Periode 4 Thema B4: Meten is weten
Thema B7: Dynamische Systemen
Thema B8: Energiesystemen
Stage/werkervaring
Tabel 1 Overzicht basisfase Engineering-deeltijd (jaar 1 en 2) Vanaf jaar 3 kiezen studenten uit een aantal specialisaties die opgebouwd zijn uit diverse keuzethema’s. De keuzes dienen te worden besproken met de SLB’er en ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de SLB’er. Gekozen is voor een modulair flexibel systeem waarbij ook binnen bepaalde specialisaties nog keuzeopties open staan. De student mag maximaal één thema afwijken van de voorgeschreven specialisatieroute om nog in aanmerking te komen voor een aantekening van de specialisatie op het diplomasupplement.
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
Energie & Distributie (E/W)
3.1
Fire Safety Engineering (TB)
Hogere Installatietechniek (E/W)
Opbouw specialisaties
Management & Consultancy (TB)
Ontwerpen & Construeren (E/W)
Productie Management/ Automatisering (E/W/TB)
H17 Introductie FSE
H9 Regels/normen gebouw
H2 Informatiesystemen 2
H2 Informatiesystemen of H7 Hydraulische aandrijving
H2 Informatiesystemen of H7 Hydraulische aandrijving
3.2
H8 Commerciële Techniek of H14 Projectmanagement
H18 Reverse Engineering
H12 Klimaatbeheersing
H8 Commerciële Techniek
H14 Projectmanagement
H14 Projectmanagement
3.3
H5 Telematica
H19 Risico- en veiligheidsManagement
H10 Luchtbehandeling
H1 Total Productive Management of H5 Telematica
H5 Telematica (nage)
H1 Total Productive Management of H5 Telematica
3.4
H11 Warmte
H20 Brandgedrag en brandbeveiliging
H11 Warmte
H3 Supply Chain Management en Robuust Produceren
H3 Supply Chain Management en Robuust Produceren
H3 Supply Chain Management en Robuust Produceren
4.1
H4 Energieopwekking & -distributie *
H21 Integrale Brandveiligheid
H13 Adviseren
H4 Energieopwe kking & distributie*
H13 Adviseren
H16 Integral Product Development
H13 Adviseren of H16 Integral Product Development
4.2
H15 Duurzame Energie *
H22 Adviseren en FSE
H14 Projectma nagement
H15 Duurzame Energie*
H14 Projectmanagement
H6 Mechatronica
H6 Mechatronica
4.3
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
4.4
Stage lopen/relevante werkervaring en studieloopbaanbegeleiding
H7 Hydraulische aandrijving of H9 Regels/normen gebouw
* H4 en H15 alleen in combinatie te volgen vanaf cursusjaar 2012/2013
Tabel 2
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012
Pagina 12
Vanaf cursusjaar 2012/2013 zullen de thema’s H4 en H15 als samenhangend semester worden aangeboden en niet meer afzonderlijk volgbaar zijn. Hierdoor kunnen langer lopende projecten geïntroduceerd worden (bijv. vanuit het EnergieKennisCentrum). Dit geldt zowel voor de E&D-specialisatie als voor de HIT-specialisatie. In deze laatste specialisatie kiezen de vierde jaars voor een inhoudelijke verdieping in de Energie dan wel een management verdieping richting Adviseren en Projectmanagement. Elektrotechniek
Technische Bedrijfskunde
Werktuigbouwkunde
3.1
Informatiesystemen 2
Informatiesystemen 2
Informatiesystemen 2
3.2
Projectmanagement
Projectmanagement
Regels/normen het gebouw
3.3
Integrale Product Ontwikkeling
Supply Chain Management & Robuust Produceren
Hydraulische systemen
3.4
Mechatronica
Commerciële techniek
Mechatronica
4.1
Duurzame Energie
Adviseren
Duurzame Energie
4.2
Energieopwekking & -distributie
Total Productive Management/Maintenance
Energieopwekking & - distributie
4.3
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
4.4
Afstuderen
Afstuderen
Afstuderen
Stage lopen/relevante werkervaring en studieloopbaanbegeleiding
Jaar en periode
Tabel 3: overzicht jaar 3 en 4 afstandsvariant
De minimale studielast voor het onderwijsdeel De totale studielast voor studenten met relevante werkervaring, die een vrijstelling krijgen voor het praktijkgedeelte van de opleiding ligt op 25 uur per week (inclusief de contactmomenten). Er wordt voor 40 EC’s per jaar aan onderwijseenheden aangeboden buiten het praktijkgedeelte. Uitgaande van 45 weken per jaar, komt dit neer op 25 uur per week (naast de baan).
De tijdsduur van de periode(n) die ten minste in de beroepsuitoefening wordt (worden) doorgebracht Het is voor deeltijdstudenten verplicht om gedurende hun studie een relevante werkomgeving te hebben (zie 5.1). Het gaat in totaal om 75 EC’s, zie 5.9 voor de verdeling over de studiejaren. Wanneer hier niet aan voldaan kan worden, moet de student tijdens de studie stagelopen (zie 8).
De minimale studielast van het deel van de opleiding dat wordt doorgebracht in de beroepsuitoefening Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 13
Zie bovenstaande. 3.2
Majorminorstructuur, specialisaties en vrije keuze
Deeltijdonderwijs Zoals hierboven reeds beschreven, kent de opleiding een gemeenschappelijk deel van 120 EC’s (jaar 1 en 2), daarna kan de student een keuze maken uit de volgende specialisaties, nl; • Energie en Distributie (voor studenten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde) • Fire Safety Engineering (voor studenten Technische Bedrijfskunde) • Hogere Installatie Techniek (voor studenten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde) • Management&Consultancy (voor studenten Technische Bedrijfskunde) • Ontwerpen&Construeren (voor studenten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde) • Productie Management/Automatisering (voor studenten Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde). Niet alle specialisaties staan open voor alle opleidingen binnen de bachelor of Engineering. Na de twee basisjaren kan de student nog switchen van opleiding om de specialisatie van zijn/haar keuze te kunnen volgen en binnen de bijbehorende opleiding af te studeren. Deze specialisaties geven de student de mogelijkheid nog 90 EC’s eigen kleur aan de opleiding te geven (6 kwartalen). Binnen deze specialisaties zijn er dikwijls ook nog een of twee kwartalen waarbij de student uit twee verschillende thema’s kan kiezen (15 EC’s). Voor de LOI-route worden vooralsnog geen keuzemogelijkheden geboden. Zie voor de invulling van jaar 3 en 4 het themaoverzicht op pagina 8. 3.3
(Verkorte) studieroutes
De opleidingen van het Instituut voor Engineering kennen geen standaard verkorte routes. In hoofdstuk 5 worden wel de mogelijkheden beschreven om vrijstellingen te behalen. De afstandsroute in samenwerking met de LOI kent vier instroommomenten: september, november, februari en april. 3.4
Aanwezigheidsplicht
Het is verplicht bij alle vormen van onderwijs aanwezig te zijn waarbij het noodzakelijk is dat men vaardigheden laat zien. Het betreft practica, tentamens, projectpresentaties en trainingen. Voor de LOI-route zijn de contactdagen verplicht (zijn onderdeel van studieloopbaanbegeleiding). 3.5
Curriculumoverzicht
Het curriculumoverzicht is opgenomen in de bijgevoegde excelschema’s BBoE_curriculum_2011_2012. Studiejaar 1 en 2 vormen de gemeenschappelijke basis voor alle studenten. Zie voor een invulling van de 8 basisthema’s het exceloverzicht BBoE_curriculum_ 2011_2012 (tabel jaar 1 en 2). Daarna volgt de invulling van de keuzethema’s (tabel keuze jaar 3 en keuze jaar 4). Iedere specialisatie is opgebouwd uit een 6-tal thema’s (vier in jaar 3 en twee in jaar 4), waarna het afstuderen volgt in de laatste twee kwartalen van het 4e studiejaar. Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 14
De invulling van de specialisatie Fire Safety Engineering is opgenomen in tabel Specialisatie FSE (jaar 3 en 4). In tabel minor Fire Safety Engineering is de studiepuntentabel opgenomen van de minor FSE die bedoeld is voor voltijdstudenten. Deze minor is dus niet bedoeld voor Engineering-deeltijd studenten, maar valt wel onder de verantwoordelijkheid van het deeltijdteam en de examencommissie van deeltijd, omdat de expertise en het eigenaarschap van de minor hier belegd is.
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 15
4.
Studieprogramma
De onderdelen van het studieprogramma zijn beschreven in de Digitale Onderwijs Planner (DOP). De beschrijvingen zijn per thema en onderwijseenheid, met daarin moment van aanbieden, plaats in het curriculum, instapvoorwaarden, inhoud, niveau, toetsing, onderwijsvorm, eventuele kosten, studiemateriaal en bijzonderheden (Een PDF-download is opgenomen op intranet in de vorm van een onderwijsgids). 4.1
Programma Propedeuse
Voor het programma van de propedeuse wordt verwezen naar het curriculumoverzicht. Het programma draait gedurende het 1e studiejaar om “het product” en alle aspecten hiervan komen aan de orde. Denk hierbij aan het analyseren, ontwerpen, produceren en meten van een product. Het programma is gemeenschappelijk voor de drie deeltijdopleidingen. Studenten werken in multidisciplinair samengestelde teams aan de integrale projectopdrachten. Indien men de Wiskunde instroomcursus met een voldoende resultaat afsluit, dan levert dit een vrijstelling op voor Wiskunde 1 in thema B1. 4.2
Programma Hoofdfase
Ook hier wordt voor het programma verwezen naar de curriculumoverzichten. Gedurende het 2e studiejaar worden de systemen behandeld, nl. informatiesystemen, productiesystemen, dynamische systemen en energiesystemen. Eigenlijk dus een orde hoger dan het product in het 1e studiejaar. Aan het einde van het 2e studiejaar kiest de student zijn/haar specialisatie, waarmee de kleur van de opleiding bepaald wordt. Zie tabel 2 voor de reguliere Engineering-deeltijd en tabel 3 voor de afstandsvariant. 4.3 n.v.t.
Gedragscode buitenlandse taal
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 16
5.
Bijzondere toelatingseisen
5.1
Profiel of vakkenpakketeisen m.b.t. de toelating tot een opleiding
Het studieprogramma Engineering-deeltijd is een verzamelnaam voor de deeltijdopleidingen Elektrotechniek (E), Technische Bedrijfskunde (TB) en Werktuigbouwkunde (WTB). Omdat de Engineering-deeltijd student staat ingeschreven bij een van de drie deeltijdopleidingen, gelden de landelijke toelatingseisen van E, TB en WTB, die enigszins van elkaar verschillen (zie hieronder). a. Toelatingseisen profielen havo en vwo havo C&M havo E&M havo N&G havo N&T E/WTB: Niet E/WTB: Niet E/WTB: Met natuurkunde E/WTB: Toelaatbaar toelaatbaar toelaatbaar of nl&t TB: Toelaatbaar TB: Niet toelaatbaar TB: toelaatbaar TB: toelaatbaar vwo C&M E/WTB: Niet toelaatbaar TB: Niet toelaatbaar Studenten met een HAVO
vwo E&M vwo N&G E/WTB: Met E/WTB: Met natuurkunde natuurkunde of nl&t TB: toelaatbaar TB: toelaatbaar of VWOdiploma mogen niet starten met een deficiëntie.
vwo N&T E/WTB: Toelaatbaar TB: Toelaatbaar
MBO E/TB/WTB: Niveau 4 b. Nadere toelatingseisen bij ‘oude’ vakkenpakketdiploma’s tot 01082007 havo vwo E/WTB: wiskunde A of B + natuurkunde, N&T, E/WTB: wiskunde A of B + N&G, E&M (met na1), C&M (met wia 12 + na1) natuurkunde, N&T, N&G TB: N&T, N&G, E&M, C&M (met wia 12 + na1) TB: N&T, N&G, E&M Deficiënties die voortkomen uit de eisen, gesteld aan de vooropleiding Beschikt men wel over het goede diploma, maar heeft men niet de door de wet vereiste vakken, dan noemt men dat “deficiënties” (tekorten). Het tijdstip waarop men die tekorten moet hebben weggewerkt, daarin verschillen diploma’s oude stijl en nieuwe stijl: bij de vakkenpakketdiploma’s mag men deficiënties wegwerken gedurende het eerste jaar van inschrijving. Bij profieldiploma’s moeten deficiënties zijn weggewerkt voor aanvang van de studie. Wegwerken van HAVO/VWO deficiënties Indien men het vereiste vak niet heeft gevolgd in de vrije ruimte op het Voortgezet Onderwijs, dan bestaat de mogelijkheid die deficiëntie weg te werken door middel van het behalen van de toets van de deficiëntiecursus voor aanvang van de studie. 5.2
Toelating op grond van andere diploma’s (dan vwo, havo en mbo
De opleiding kent een toelatingsprocedure welke gebruikt kan worden om studenten toe te laten tot de opleiding. Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 17
5.3
Toelating op grond van buitenlands diploma
Studenten met een buiten Nederland afgegeven diploma dienen om te worden toegelaten aan een Nederlandstalige opleiding aan de volgende drie eisen te voldoen: 1. de student moet kunnen aantonen dat hij in het bezit is van het diploma Staatsexamen NT2-II bestaande uit vier deelcertificaten, en 2. een bewijs van toelating kunnen overleggen dat door de School is afgegeven. Dit bewijs wordt afgegeven, indien het buitenlandse diploma minimaal gelijkwaardig is aan HAVO of MBOniveau, of als de student beschikt over het getuigschrift van het Voorbereidend Jaar van het Noorderpoortcollege met het juiste vakkenpakket. 3. een geldige verblijfsstatus voor het volgen van een studie in Nederland Voor nadere informatie moet de student contact opnemen met de studentenadministratie (STAD). 5.4
Toelatingsonderzoek (de zogenaamde 21+ regeling)
Studenten van 21 jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen, kunnen hiervan worden vrijgesteld na een onderzoek door de toelatingscommissie die door de dean is ingesteld. De toelatingscommissie brengt een advies uit aan de dean. Bij het toelatingsonderzoek worden de volgende eisen gesteld: Of door werkervaring en/of aanvullende opleidingen de algemene ontwikkeling vergelijkbaar a. is met het toelatingsniveau. b. Of door werkervaring en/of aanvullende opleidingen de kennisgebieden vergelijkbaar zijn met het toelatingsniveau. c. Als onderdeel van het onderzoek kan een toets worden afgenomen over een door de commissie te bepalen onderwerp of competentie. Voor Engineering-deeltijd opleidingen betreft het de toets Wiskunde verbonden aan de deficiëntie/instroomcursus Wiskunde die aangeboden wordt de Hanzehogeschool Groningen via contactonderwijs dan wel via de afstandsvariant in samenwerking met de LOI. Er is geen herkansing mogelijk. d. Tegen de uitslag van het onderzoek kan in beroep gegaan worden. 5.5 a.
b. e.
Toelatingsonderzoek bij studenten jonger dan 21 jaar Studenten jonger dan 21 jaar die niet voldoen aan de vooropleidingseisen en beschikken over een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor hoger onderwijs kunnen hiervan worden vrijgesteld na een onderzoek door de toelatingscommissie die door de dean is ingesteld. De toelatingscommissie brengt een advies uit aan de dean. Van de leeftijdsgrens kan ook afgeweken worden, als in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Dit geldt bijvoorbeeld voor vluchtelingen, die zeggen te beschikken over voldoende diploma's maar door hun vlucht de bewijzen daarvan niet hebben kunnen meenemen. Bij het toelatingsonderzoek wordt gelet op de volgende zaken: - of de algemene ontwikkeling vergelijkbaar is met het toelatingsniveau - of de kennisgebieden vergelijkbaar zijn met het toelatingsniveau. c. Als onderdeel van het onderzoek kan een toets worden afgenomen over een door de commissie te bepalen onderwerp of competentie. Voor Engineering-deeltijd opleidingen betreft het de toets Wiskunde verbonden aan de deficiëntie/instroomcursus Wiskunde die aangeboden wordt de Hanzehogeschool Groningen via contactonderwijs dan wel via de afstandsvariant in samenwerking met de LOI. Er is geen herkansing mogelijk.
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 18
d.
Tegen de uitslag van het onderzoek kan in beroep gegaan worden.
5.6 Toelating tot de postpropedeutische fase met onvolledige propedeuse Een student stroomt na één jaar door in de hoofdfase van de opleiding als hij voldoet aan de norm van het bindend studieadvies. Een student die niet aan deze eis voldoet en toch naar de hoofdfase wil doorstromen kan daartoe een verzoek indienen bij de examencommissie. 5.7 Rechtstreekse toelating tot de postpropedeutische fase zonder propedeutisch getuigschrift De toelatingscommissie kan de dean adviseren studenten rechtstreeks toe te laten tot de hoofdfase op basis van een intakeprocedure, waarbij diploma’s en certificaten worden overlegd. 5.8
Eisen werkkring
Om in aanmerking te komen voor een vrijstelling van het praktijkgedeelte van de opleiding, dient de student aan te tonen over relevante werkervaring te beschikken. De student dient jaarlijks een werkgeversverklaring te overleggen, waaruit blijkt dat de student voor minimaal 600 uur op jaarbasis werkzaamheden verricht in een technische functie startend op minimaal MBO-niveau. Tijdens een intakegesprek wordt door de intaker (die deel uit maakt van de toelatingscommissie) bepaald of een werkplek aan de gestelde eisen voldoet. Dit gebeurt aan de hand van een curriculum vitae, een persoonlijk gesprek en een eventuele werkplekscan. Beschikt de student niet over een relevante werkomgeving, dan dient de student stage te lopen (zie 8). In overleg met de studieloopbaanbegeleider wordt per jaar de te ontwikkelen competenties vastgelegd, zodat in jaar 4 tijdens de afstudeerfase werkzaamheden op HBO-niveau verricht worden. 5.9
Generieke vrijstellingsregelingen
Studenten die menen op grond van een eerder gevolgde opleiding vrijstelling te kunnen krijgen voor bepaalde onderwijseenheden, dienen dit aan te vragen bij de examencommissie. De vrijstelling dient voorafgaand aan een thema te worden aangevraagd, zodat bij onverhoopte afwijzing de onderwijseenheid alsnog volledig kan worden gevolgd. Een vrijstellingsverzoek wordt schriftelijk ingediend bij de examencommissie, gebruikmakend van het bijbehorende formulier (zie intranet). Relevante bijlagen met betrekking tot het bewijs moeten aan het verzoek worden toegevoegd. Op basis van de relevante werkervaring kunnen deeltijdstudenten vrijstelling aanvjragen voor het praktijkgedeelte van de opleiding voor in totaal: 75 credits (zie hieronder voor de verdeling per studiejaar). Jaar
Credits onderwijs
Credits SLB
Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Totaal
40 40 40 40 160
2 1 1 1 5
Credits werkervaring/stage 18 19 19 19 75
Totaal 60 60 60 60 240
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 19
Voorwaarde hierbij is een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd reflectieverslag, waarin gereflecteerd wordt op de competentieontwikkeling. Daarnaast dient de werkkring te voldoen aan de eisen die hieraan worden gesteld, en de omvang van het werk dient tenminste 600 uur te zijn in elk studiejaar. Vrijstellingen worden verleend door de examencommissie.
6.
Tentamens
6.1
Aantal tentamenkansen
De reguliere student heeft twee kansen per jaar voor alle tentamens. De afstandsstudent krijgt maximaal 3 kansen per jaar, afgestemd op de LOI-werkwijze.
7.
Kwalitatieve vereisten voor het Studieadvies
Zie voor de regeling van het Bindend Studieadvies artikel 4.14 van de examenregeling (H11). Het bindend studie advies (BSA) geldt voor alle opleidingen die tot de propedeuse behoren. Dit betekent dat een student die zich heeft ingeschreven voor een van de drie Engineering-deeltijd opleidingen (Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde of Werktuigbouwkunde) en die een negatief bindend studieadvies heeft gekregen zich daarna niet kan inschrijven bij een van de andere Engineering-deeltijdopleidingen. Dit geldt tevens voor de afstandsvariant. De reguliere Engineering-deeltijdstudenten krijgen aan het eind van hun eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een schriftelijk advies over voortzetting van de studie. Het betreft een negatief bindend studieadvies wanneer na vier onderwijsperiodes minder dan tweederde deel van de studielast van het propedeutische programma hebben behaald, of na acht onderwijsperiodes, het propedeutisch examen niet hebben behaald. Het gaat daarbij om tweederde deel van de propedeuse verminderd met het totale aantal studiepunten dat door middel van verkregen vrijstellingen voor de propedeutische fase is behaald (dus 2/3 deel van 42 EC’s=28 EC’s). Voor de afstandsroute in samenwerking met de LOI geldt dat studenten na twee jaar (8 periodes) een negatief BSA krijgen als ze de volledige propedeuse niet behaald hebben. Bij het afgeven van het bindend studieadvies wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden (zie artikel 4.16 van het studentenstatuut).
8.
Stages en excursies
8.1
Stages
Onderstaande geldt alléén voor deeltijdstudenten zonder (relevante) werkplek Om te kunnen starten met de stage in het 2e jaar dient de student aan de volgende drie voorwaarden te voldoen: 1. Voldoen aan de norm van het bindend studieadvies 2. Alle projecten en practica van thema 1 en 2 zijn met een voldoende afgerond. Om aan de stage in het 3e jaar te beginnen moet je aan de volgende twee voorwaarden voldoen: 1. Propedeuse is volledig afgerond 2. Alle projecten en practica van thema 5 en 6 zijn met een voldoende afgerond. Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 20
De studieloopbaanbegeleider geeft toestemming voor het volgen van een stage (via de studieovereenkomst). Een student die niet aan de entreevoorwaarden voldoet maar wel op stage wil, kan een verzoek daartoe indienen bij de examencommissie. Dit verzoek dient schriftelijk te worden ingediend, voorzien van een duidelijke motivatie. De examencommissie vraagt, voordat zij een besluit neemt, de studieloopbaanbegeleider om advies. Voor meer informatie: zie het stagereglement (te vinden op Blackboard). BB/Organizations/Brede Bachelor of Engineering deeltijd/Stage en Afstuderen Op LOI Campus is voor de afstandsstudenten zonder relevante werkervaring het stagereglement opgenomen. 8.2
Excursies
In bepaalde thema’s worden excursies verzorgd. Per thema is op Blackboard aangegeven of deze verplicht dan wel facultatief zijn.
9.
Afstuderen
Een student wordt toegelaten tot het afstuderen wanneer: a) zowel de propedeuse als de postpropedeuse tot en met het derde jaar is afgerond; b) in totaal ≥187 (EC) zijn behaald op de toetsingsmomenten (begin januari resp. begin juli); dit is inclusief de tot dan toe behaalde punten in de 1e periode in het vierde jaar). Dit betekent dat de student 3 EC’s studieachterstand mag hebben. d) alle practica, projecten en andere groepswerkvormen tot de 1e periode in het 4e jaar hebt afgerond. Indien niet aan deze voorwaarden is voldaan dan kan na overleg met de afstudeercoördinator schriftelijk aan de examencommissie worden verzocht om een uitzondering te maken. Voor de richtlijnen over het afstuderen wordt verwezen naar het afstudeerreglement op Blackboard, inclusief de bijlagen met beoordelingscriteria. (Zie: Afstudeerreglement).
10.
Studieloopbaanbegeleiding
Het programma studieloopbaanbegeleiding heeft tot doel de student grip te leren krijgen op zijn studie. De student leert de studie te plannen, te reflecteren op de studie en het toekomstige beroep en de eigen competenties in dat verband. De student leert te reflecteren op zijn proces van competentieverwerving vanuit het perspectief van de door hem gekozen opleiding en het beoogde beroep. Jaarlijks stelt de student in overleg met zijn leidinggevende en studieloopbaanbegeleider een plan op hoe de persoonlijke competenties verder te ontwikkelen. Aan het eind van het jaar levert de student een reflectieverslag in. De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij zijn studieplanning. De student kan altijd op eigen initiatief vragen stellen met betrekking tot de studie. Ook voor persoonlijke problemen of omstandigheden, bijvoorbeeld langdurige ziekte of bijzondere familieomstandigheden, die de voortgang van de studie negatief kunnen beïnvloeden, kan de student bij de studieloopbaanbegeleider terecht. Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 21
Daarbij is het van groot belang dat de student niet wacht met het bespreken van dergelijke problemen, maar die vroegtijdig kenbaar maakt, zodat wellicht problemen voorkomen kunnen worden (bijvoorbeeld een bindend studieadvies, zie hoofdstuk 6). De studieloopbaanbegeleider kan de student,afhankelijk van de aard van de problemen, doorverwijzen naar de decaan. Zie Studentenstatuut (artikel 3.8.4) http://intranet.hanze.nl/regelsenregelingen/Pages/Studentenstatuut.aspx
11.
Cum laude regeling
Zie Studentenstatuut (artikel 4.13) http://intranet.hanze.nl/regelsenregelingen/Pages/Studentenstatuut.aspx
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 22
11. Examenregeling Bacheloropleidingen en Associate degreeprogramma’s Hanzehogeschool Groningen Artikel 4.1 Algemene bepalingen 4.1.1 Dit is de examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Whw), voor iedere Bacheloropleiding en ieder Associate degreeprogramma van de Hanzehogeschool Groningen. 4.1.2 Deze examenregeling vormt tezamen met de onderwijsregeling zoals die wordt bekendgemaakt op de Blackboardsite / intranet van de desbetreffende opleiding, de onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de Whw die bij de opleiding hoort. 4.1.3 Op de inschrijving voor een bachelor of Associate degreeprogramma van de Hanzehogeschool Groningen zijn naast het in deze examenregeling bepaalde de rechten en verplichtingen van toepassing die staan beschreven in het Studentenstatuut van de Hanzehogeschool Groningen en in de onderwijsregeling zoals bedoeld in artikel 3.13.1. 4.1.4 Onder een tentamen wordt in deze examenregeling verstaan: een onderzoek naar kennis, inzicht en/of vaardigheden van de student. Een tentamen kan de vorm aannemen van een schriftelijk, mondeling of computertentamen, een tentamen door middel van een practicum, een praktijktentamen, assessment, (project-) opdracht, groepsopdracht of door middel van een andere door de examencommissie goedgekeurde vorm van toetsing. Ook indien er sprake is van een groepsopdracht, worden studenten individueel beoordeeld. 4.1.5 Voor de toepassing van deze regeling wordt een schriftelijk verzoek of een schriftelijke mededeling gelijkgesteld met een verzoek of mededeling die langs elektronische weg wordt bekendgemaakt. 4.1.6 Waar in deze examenregeling sprake is van studiepunten worden European Credits bedoeld. Eén studiepunt vertegenwoordigt 28 uren studielast. 4.1.7 Indien zich bij toepassing van de examenregeling of van het tentamenprotocol zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van dit statuut onbillijkheden van overwegende aard voordoen, kan de examencommissie afwijken van deze regel. 4.1.8 In de gevallen waarin de examenregeling of van het tentamenprotocol zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van dit statuut niet voorziet, beslist de examencommissie. Artikel 4.2 Onderwijsprogramma
4.2.1 4.2.2
4.2.3
4.2.4 4.2.5
Het studiejaar kent 42 studieweken die verdeeld zijn over twee semesters van ieder twee onderwijsperiodes. In iedere onderwijsperiode is een tentamenperiode opgenomen. De jaarplanning van de opleiding wordt gepubliceerd op Blackboard / intranet. Het studiejaar is het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar. In afwijking hiervan wordt voor de student die zich inschrijft met ingang van februari van enig studiejaar bij de toepassing van het bindend studieadvies het studiejaar geacht te beginnen op 1 februari, waarbij niet eerder dan na 31 januari van het daarop volgend jaar een bindend studieadvies kan worden uitgebracht. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De studielast van de onderwijseenheden wordt uitgedrukt in hele studiepunten. De studielast van de gehele opleiding bedraagt 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten in de propedeutische fase van de opleiding en 180 studiepunten in de hoofdfase van de opleiding. In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.3 bedraagt de studielast van een Associate degreeprogramma 120 studiepunten. De onderwijseenheden die tot de opleiding behoren zijn opgenomen in een
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 23
4.2.6
studiepuntentabel. Het aantal studiepunten dat aan de onderwijseenheden van de studiepuntentabel is toegekend correspondeert met de studielast die voor de onderwijseenheden is vastgesteld. De studiepuntentabel van de opleiding wordt gepubliceerd op de Blackboardsite / intranet van de desbetreffende opleiding. Indien voor een onderwijseenheid instapvoorwaarden gelden, wordt dit vermeld in de onderwijsregeling.
Artikel 4.3 Examens 4.3.1 De Bachelor opleiding en het Associate degreeprogramma bestaan uit een propedeutische fase en een post-propedeutische fase. Aan iedere fase is een examen verbonden. 4.3.2 Indien de tentamens van de tot een opleiding of propedeutische fase van een Bachelor opleiding of een Associate degreeprogramma behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen behaald. 4.3.3 De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek reeds de toegang tot het afleggen van één of meer door de examencommissie te bepalen onderdelen van het afsluitend examen verlenen, voordat die student het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. 4.3.4 Tenzij de examencommissie anders bepaalt, wordt een student, die na vier onderwijsperiodes van het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase van zijn opleiding, de tentamenperiode daarin begrepen, 40 of meer studiepunten heeft behaald, geacht toestemming van de examencommissie te hebben tot het afleggen van onderdelen van het afsluitend examen. Artikel 4.4 Tentamens 4.4.1 Aan iedere onderwijseenheid zijn één of meer tentamens verbonden. Tenzij in de onderwijsregeling van de opleiding anders is bepaald, worden per onderwijsperiode ten hoogste tien tot die periode behorende tentamens afgenomen die op studieloopbaanbegeleiding en daarnaast op ten hoogste vijf verschillende studieonderdelen betrekking kunnen hebben. Ten aanzien van cohorten van studenten die voorafgaand aan het studiejaar 2004-2005 ononderbroken aan een opleiding aan de Hanzehogeschool Groningen hebben ingeschreven gestaan kan van de bovenvermelde inrichting van het tentamenprogramma worden afgeweken. De inrichting van het afwijkende tentamenprogramma wordt alsdan in de onderwijsregeling bekend gemaakt. 4.4.2 Een tentamenresultaat leidt tot een geregistreerde beoordeling in Progress. De aan een tentamen verbonden studiepunten worden toegekend als het tentamen is behaald. Er is geen compensatie mogelijk tussen de resultaten van tentamens. Ten aanzien van cohorten van studenten die voorafgaand aan het studiejaar 2004-2005 ononderbroken aan een opleiding aan de Hanzehogeschool Groningen hebben ingeschreven gestaan kan van de bovenvermelde wijze van toekenning en registratie van studiepunten worden afgeweken. De afwijkende wijze van toekenning van studiepunten wordt alsdan in de onderwijsregeling bekend gemaakt. Artikel 4.5 Herkansingen 4.5.1 Bij deelname aan een herkansing in enig tentamen is het hoogst behaalde resultaat geldig. 4.5.2 Indien in een studiejaar wordt vastgesteld dat een onderwijseenheid of een deel daarvan in de daarop volgende studiejaren niet langer wordt aangeboden, dan wel ingrijpend zal worden gewijzigd, wordt aan belanghebbenden voor het eind van het daaraan voorafgaande studiejaar ten minste éénmaal een extra gelegenheid geboden om het desbetreffende tentamen of de desbetreffende tentamens af te leggen. De mogelijkheid tot herkansing wordt ten minste drie maanden voorafgaand aan de herkansing en uiterlijk 1 mei van het lopende studiejaar bekend gemaakt. Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 24
Artikel 4.6 Vrijstellingen 4.6.1 De examencommissie kan aan een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens dan wel het examen, op grond van een assessment, of van het bezit van een akte, diploma, getuigschrift of ander geschrift waarmee de student kan aantonen reeds aan de vereisten van het tentamen, te hebben voldaan. Een vrijstelling wordt uitgedrukt als VR. 4.6.2 Indien een examencommissie, na een advies van de betrokken examinator te hebben ingewonnen, de gevraagde vrijstelling verleent, zendt de commissie de verzoeker binnen vier weken, gerekend vanaf de dag van ontvangst van het verzoek, een bewijs van vrijstelling. Dit bewijs vermeldt de datum waarop de vrijstelling is verleend en het tentamen of de tentamens waarop de vrijstelling van toepassing is. Het bewijs van een vrijstelling wordt ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. 4.6.3 In afwijking van het bepaalde in artikel 4.6.1 kan de examencommissie bepalen dat vrijstellingen die deel uitmaken van een generieke instroomregeling niet hoeven te worden aangevraagd. De examencommissie kent dergelijke vrijstellingen alsdan ambtshalve toe. 4.6.4 De examencommissie is bevoegd vrijstelling te verlenen van de verplichting tot het deelnemen aan de praktische oefeningen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen. 4.6.5 Er wordt geen vrijstelling gegeven voor een of meer onderdelen in een buiten de opleiding waar de student staat ingeschreven minor. Artikel 4.7 Geldigheidsduur 4.7.1 De geldigheidsduur van examens en resultaten van tentamens is onbeperkt. 4.7.2 Voor de student die ononderbroken aan de opleiding heeft ingeschreven gestaan, kan aan de geldigheidsduur van toegekende studiepunten en vrijstellingen geen beperkingen worden gesteld, tenzij de inschrijving de periode van de nominale studieduur vermeerderd met twee jaren overschrijdt. Artikel 4.8 Afleggen van tentamens 4.8.1 Bij de beschrijving van de onderwijseenheden van de opleiding op de Blackboardsite / intranet van de desbetreffende opleiding, staat vermeld in welke van de in artikel 4.1.4 genoemde vormen een onderwijseenheid of de onderdelen daarvan wordt getentamineerd alsmede de wijze waarop de uitslag van het tentamen zoals bedoeld in artikel 4.9.4 wordt uitgedrukt. 4.8.2 Tot het afleggen van tentamens wordt in ieder studiejaar ten minste tweemaal de gelegenheid gegeven. De momenten waarop tentamens plaatsvinden, worden in het begin van het studiejaar door de Dean bekendgemaakt. 4.8.3 Met inachtneming van het bepaalde in het vorige lid kan de Dean in de onderwijsregeling vastleggen dat voor bepaalde onderwijseenheden een maximum aantal kansen geldt. Het beperken van het aantal kansen mag daarbij niet leiden tot een verzwaring van de normen die gelden voor het studieadvies als bedoeld in artikel 4.14. Voorts blijft het bepaalde in artikel 5.3.1 betreffende een overmachtsituatie onverminderd van toepassing. 4.8.4 Voor de deelname aan een tentamen door een student met een functiebeperking dan wel een taalachterstand is het bepaalde in artikel 5.8 van toepassing. Artikel 4.9 Tentamenuitslag 4.9.1 De uitslag van een tentamen wordt vastgesteld door de desbetreffende examinator(en). Indien de uitslag van een tentamen door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geOnderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 25
4.9.2
4.9.3 4.9.4
schiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot een eensluidend oordeel kunnen komen, wordt de uitslag door de voorzitter van de examencommissie vastgesteld, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vijftien werkdagen na afloop van een tentamen en uiterlijk vijf werkdagen vóór een eventuele herkansing, wordt het resultaat van de beoordeling vastgesteld en aan de student bekend gemaakt. Tenzij de examencommissie anders bepaalt, wordt de uitslag van een mondeling tentamen bekend gemaakt op dezelfde dag dat het tentamen werd afgenomen. De uitslag van mondelinge, schriftelijke en computertentamens wordt langs elektronische weg bekendgemaakt. De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel een kwalificatie waar uit blijkt dat een resultaat voldoende is, dan wel blijk geeft van een onvoldoende resultaat. Een 5,5 of hoger wordt beoordeeld als een voldoende resultaat, alle resultaten beneden een 5,5 worden beoordeeld als een onvoldoende resultaat. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer 1 of de kwalificatie onvoldoende.
Artikel 4.10 Inzage tentamenwerk 4.10.1 De examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte schriftelijke werk kan inzien binnen twintig werkdagen na de laatste dag van de onderwijsperiode. Voor zover een eventuele herkansing wordt aangeboden, wordt deze termijn verkort tot vijf werkdagen voor deze herkansing. 3.10.2 Plaats en tijdstip waarop inzage wordt geboden, worden ten minste vijf werkdagen van te voren bekendgemaakt. Artikel 4.11 Registratie studievoortgang 4.11.1 Uiterlijk vijf werkdagen nadat het tentamenresultaat is bekend gemaakt heeft de student de mogelijkheid van inzage in de op basis van het tentamenresultaat verwerkte studievoortgang in het registratiesysteem Progress. 3.11.2 Indien de student van oordeel is dat de studievoortgang zoals die blijkt uit Progress niet overeenkomt met zijn tentamenresultaten, doet hij daarvan binnen twintig werkdagen na de in artikel 4.9.2 bedoelde bekendmaking van het tentamenresultaat schriftelijk mededeling aan de desbetreffende examinator. De examinator beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen tien werkdagen, of de registratie in Progress dient te worden aangepast en doet daarvan schriftelijke mededeling aan de student. Artikel 4.12 Getuigschrift 4.12.1 Op grond van de uit het studievoortgangsregistratiesysteem overlegde bewijsstukken stelt de examencommissie de einduitslag van het examen vast. Indien de uitslag luidt dat het examen met goed gevolg is afgelegd, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Het getuigschrift wordt niet uitgereikt zo lang de Hanzehogeschool Groningen openstaande vorderingen bij de student heeft uitstaan. 4.12.2 Op het getuigschrift behorende bij het afsluitende examen wordt in ieder geval vermeld: - welke opleiding het betreft; - welke onderdelen het examen bevatte; - in voorkomende gevallen, welke bevoegdheid daaraan is verbonden; - welke graad is verleend; - de laatste accreditatietermijn van de opleiding. 4.12.3 Bij het getuigschrift behorende bij het afsluitende examen wordt een cijferlijst gevoegd en een diplomasupplement. Het diplomasupplement is gesteld in de Engelse taal. 4.12.4 Op verzoek van de student wordt door de studentenadministratie tegen een vergoeding van € 25,- andermaal een diplomasupplement, een cijferlijst alsmede een gewaarmerkte kopie van het getuigschrift verstrekt. Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 26
Artikel 4.13 Cum Laude 4.13.1 De examencommissie verbindt aan de uitslag van zowel het propedeutisch als het postpropedeutisch examen het judicium “Cum Laude”, waarbij het totaal van de resultaten moet voldoen aan de volgende voorwaarden: a. de onderwijseenheden waar gewerkt wordt met de kwalificatie voldoende/onvoldoende moeten binnen de nominale studieduur met een voldoende zijn afgesloten; b. waar gewerkt wordt met cijfers moet het gemiddelde van de resultaten met ten minste een 8,0 zijn afgesloten, mag geen der cijfers lager dan 7,0 bedragen en dient de student binnen de nominale studieduur te zijn afgestudeerd. Het gemiddelde zoals bedoeld in het voorgaande lid onder b wordt berekend via een Weighted Grade Point Average systematiek berekend, die ertoe strekt dat een gewogen gemiddelde wordt berekend waarbij de weegfactor wordt gevormd door de omvang van de onderwijseenheid in ECTS-credits. 4.13.2 De Dean kan in de onderwijsregeling in aanvulling op het vorige lid vastleggen dat een bepaalde onderwijseenheid met ten minste een 8,0 is afgesloten. 4.13.3 De student aan wie door de examencommissie een maatregel is opgelegd waarbij aan die student het recht is ontnomen om één of meer tentamens of examens aan de instelling af te leggen, kan geen rechten doen gelden op het judicium “Cum Laude”. Artikel 4.14 Studieadvies in de propedeuse 4.14.1 De examencommissie brengt aan elke student uiterlijk en niet eerder dan aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een voltijdse, deeltijdse of duale opleiding een schriftelijk advies uit over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding. 4.14.2 Aan het studieadvies kan door de Dean een afwijzing worden verbonden. Aan de afwijzing kan een termijn worden verbonden. Het advies kan worden uitgebracht zolang de student het propedeutische examen nog niet met goed gevolg heeft afgelegd. 4.14.3 Tot afwijzing wordt overgegaan, indien de student de propedeutische fase nog niet heeft voltooid en met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten zoals genoemd in artikel 4.14.4. De persoonlijke omstandigheden die in aanmerking worden genomen staan beschreven in artikel 4.16.1. 4.14.4 Voor een voltijd- duale of deeltijdopleiding met een totale studielast van 240 studiepunten wordt een afwijzing aan het studieadvies verbonden bij studenten die na vier onderwijsperiodes, de tentamenperiode daarin begrepen, minder dan tweederde deel van de studielast van het propedeutische programma hebben behaald. Als studielast moet de voor de propedeuse geldende studielast worden aangemerkt, verminderd met het totale aantal studiepunten dat door middel van verkregen vrijstellingen voor de propedeutische fase is behaald. Bij de berekening wordt naar beneden afgerond op een geheel getal. Onverminderd het bepaalde in de eerste volzin kan aan de student een afwijzend studieadvies worden uitgebracht zo lang de student het propedeutische programma niet heeft behaald. 4.14.5 In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt een afwijzing verbonden aan het studieadvies bij de student die staat ingeschreven bij het Hanze Institute of Technology die na vier onderwijsperiodes, de tentamenperiode daarin begrepen, minder dan 51 studiepunten heeft behaald. 4.14.6 De student die in het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase is ingestroomd met ingang van september van het studiejaar en aan wiens studieadvies op grond van het bepaalde in artikel 4.14.4 een afwijzing dient te worden verbonden, wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een op de laatste tentamenperiode Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 27
aansluitende herkansingsmogelijkheid, voor zover door die deelname op grond van het maximaal te behalen aantal studiepunten het uitbrengen van een bindend studieadvies zou kunnen worden vermeden. 4.14.7 Een bindend studieadvies kan niet worden uitgebracht aan de student die op 1 februari van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een voltijdse opleiding niet meer staat ingeschreven. Aan de student die in het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van zijn voltijdse opleiding op 1 februari werd ingeschreven kan geen bindend studieadvies worden uitgebracht als die inschrijving voor of op 1 september beëindigd werd. 4.14.8 Voordat de Dean tot een afwijzing overgaat, geeft deze de desbetreffende student een schriftelijke waarschuwing onder bepaling van een redelijke termijn waarbinnen de studieresultaten moeten zijn verbeterd. Een waarschuwing kan worden verstrekt aan de student die: a. na twee onderwijsperiodes minder dan eenderde deel van de studielast heeft behaald; b. na drie onderwijsperiodes minder dan de helft van de studielast heeft behaald; c. na drie onderwijsperiodes niet heeft voldaan aan de kwalitatieve vereisten zoals bedoeld in artikel 4.15; d. na zes onderwijsperiodes de propedeuse niet heeft behaald. Als studielast moet de voor de propedeuse geldende studielast worden aangemerkt, verminderd met het totale aantal studiepunten dat door middel van verkregen vrijstellingen voor de propedeutische fase is behaald. Bij de berekeningen onder a en b wordt naar beneden afgerond op een geheel getal. Indien aan de student de onder a. bedoelde waarschuwing is verstrekt hoeft aan de student niet de onder b. bedoelde waarschuwing te worden verstrekt. 4.14.9 Alvorens tot een afwijzing over te gaan, stelt de Dean de student in de gelegenheid te worden gehoord. De Dean is bevoegd om het horen op te dragen aan een functionaris of orgaan binnen de School. 4.14.10 Indien een student zich beroept op zijn persoonlijke omstandigheden, wordt tot een afwijzing niet overgegaan dan nadat de desbetreffende decaan en/of studiebegeleider gehoord is. De persoonlijke omstandigheden die in aanmerking worden genomen staan beschreven in artikel 4.16.1. 4.14.11 Een bindend studieadvies wordt de student schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld, onder vermelding van de mogelijkheid van beroep bij het College van Beroep voor Studenten. Artikel 4.15 Kwalitatieve vereisten bij studieadvies Onverminderd het bepaalde in artikel 4.14.4 kan aan het studieadvies een afwijzing worden verbonden indien de studieresultaten niet voldoen aan in de onderwijsregeling bekendgemaakte kwalitatieve vereisten. Deze vereisten kunnen onder meer inhouden dat één of meer tentamens of onderwijseenheden voor een peildatum dienen te zijn behaald. De kwalitatieve eisen staan, indien van toepassing, op de Blackboardsite / intranet van de desbetreffende opleiding vermeld. Artikel 4.16 Persoonlijke omstandigheden bij studieadvies 4.16.1 De persoonlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 4.14.3 zijn: - ziekte van betrokkene; - lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student; - zwangerschap van betrokkene; - bijzondere familieomstandigheden; - het lidmaatschap van de HMR, een SMR of een opleidingscommissie; - het lidmaatschap van het bestuur van een erkende studentenorganisatie zoals bedoeld Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 28
in de in de bijlagen 2a en 2b opgenomen Gezamenlijke Regeling bestuursbeurzen 2007-2010, respectievelijk regeling FOS II. 4.16.2 Indien een student zich beroept op een persoonlijke omstandigheid als bedoeld in het vorige onderdeel dient hij deze omstandigheid tijdig, zo mogelijk direct bij het optreden daarvan en voorafgaand aan het uitbrengen van het studieadvies aan de decaan en/of studiebegeleider mee te delen. 4.16.3 De student dient de examencommissie tijdig schriftelijk melding te maken van de mededeling als bedoeld in 4.16.2. Artikel 4.17 Rechtsbescherming (Zie ook hoofdstuk 10 Rechtsbescherming.) De student kan tegen beslissingen inzake de uitvoering van de examenregeling in beroep gaan bij het College van Beroep voor Studenten.
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 29
Bijlage 1: Competenties Engineeringdeeltijd Beroepscompetenties 1. Opdrachten/orders verwerven Bij het verwerven van opdrachten of orders gaat het de commerciële aspecten van het beroep engineer. Indicatoren 01 Uitvoeren marktverkenning/onderzoek 02 Onderhouden contacten met opdrachtgevers/klanten 03 Opstellen offertes/contracten/aanbiedingen 04 Verrichten voorcalculaties 05 Onderhandelen over offertes 06 Adviseren opdrachtgevers/klanten 2. Programma van eisen opstellen Bij een PVE gaat het om meerdere Indicatoren waaronder het plannen van werkzaamheden om te komen tot een PVE, het aansturen, inventariseren, analyse, vertalen van wensen etc. Indicatoren 01 Plannen werkzaamheden voor opstellen programma van eisen 02 Aansturen werkzaamheden voor opstellen programma van eisen 03 Inventarisatie wens opdrachtgever/(interne) klant 04 Analyse van het technisch proces 05 Adviseren opdrachtgever/(interne) klant 06 Vertalen wens opdrachtgever/(interne) klant naar technische en functionele specificaties 07 Vastleggen specificaties in programma van eisen 08 Opstellen projectplan op basis van programma van eisen 3. Uitwerken van tekeningen Bij het uitwerken van tekeningen gaat het om meerdere Indicatoren waaronder het plannen van het ontwerpproces, het aansturen, ontwikkelen etc. Indicatoren 01 Plannen ontwerpproces / ontwikkelingsproces 02 Aansturen ontwerpproces / ontwikkelingsproces 03 Ontwikkelen nieuwe producten en/of processen 04 Ontwerpen technische oplossing op basis van specificaties 05 Ontwerpen varianten/alternatieven van technische oplossing op basis van specificaties 06 Toepassen principes integraal ontwerp in ontwerp 07 Gefundeerde keuze maken uit alternatieven 08 Bouwen proefopstellingen 09 Uitvoeren security controle 10 Uitvoeren ontwerppreview op maakbaarheid/werking 11 Uitwerken ontwerp in detailtekeningen
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 30
12 Programmering van een informatiesysteem 4. Inkoop/uitbesteding aan derden Bij inkoop/uitbesteding aan derden gaat het om meerdere Indicatoren waaronder het plannen, het aansturen, selecteren, aanvragen offertes, beoordelen etc. Indicatoren 01 Plannen werkzaamheden inkoop/uitbesteding 02 Aansturen werkzaamheden inkoop/uitbesteding 03 Maken voorselectie van potentiële leveranciers/onderaannemers 04 Aanvragen offertes bij leveranciers/onderaannemers 05 Technische beoordeling offertes 06 Commerciële beoordeling offertes 07 Voeren van onderhandelingen met leveranciers/onderaannemers 08 Kiezen leverancier/onderaannemer 09 Begeleiden en sturen output werkzaamheden leverancier/onderaannemer 10 Controleren output aanbesteed werk 5. Voorbereiding productie/samenbouw/installeren Het gaat hierbij om meerdere aspecten waaronder het plannen, het aansturen, uitwerken van fabrieksspecificaties, opstellen van voorschriften etc Indicatoren 01 Plannen voorbereidende werkzaamheden voor productie/samenbouw/installeren 02 Aansturen voorbereidende werkzaamheden productie/ samenbouw/installeren 03 Uitwerken fabricagespecificaties op basis van ontwerpspecificaties en orderinformatie 04 Uitwerken montagespecificaties op basis van ontwerpspecificaties en orderinformatie 05 Uitwerken bestelspecificaties op basis van ontwerpspecificaties en orderinformatie 06 Opstellen voorschriften voor productie/ /samenbouw/installeren 07 Opstellen van voorschriften voor service en onderhoud 08 Optimaliseren van proces en/of product 6. Produceren/samenbouwen/installeren Het gaat hierbij om meerdere Indicatoren waaronder het plannen van het ontwerpproces, het aansturen, bewaken van kosten. begeleiden, instrueren van medewerkers, uitvoeren etc. Indicatoren 01 Plannen proces productie/samenbouw/installatie 02 Aansturen proces productie/ samenbouw/ installeren 03 Bewaken kosten en/of doorlooptijd werkzaamheden 04 Begeleiden werkzaamheden productie/ samenbouw / installeren 05 Instrueren medewerkers productie/samenbouw/installatie 06 Uitvoeren productie/ samenbouw installatiewerkzaamheden 07 Programmeren besturing product//installatie 08 Inregelen en afregelen product/installatie 09 Testen product/installatie
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 31
10 In bedrijf stellen installatie 11 Vrijgeven product/installatie 12 Optimaliseren van proces en product 7. Beheer van productiemiddelen Bij het beheer van productiemiddelen gaat het om meerdere Indicatoren waaronder het vernieuwen, wijzigen en instandhouden, initiëren, opstellen van investeringsvoorstellen, implementeren, instrueren etc. Indicatoren 01 Productiemiddelen vernieuwen, wijzigen en in stand houden 02 Initiëren maatregelen voor optimalisering productiemiddelen en –proces 03 Initiëren kostprijsverlagende maatregelen 04 Opstellen investeringsvoorstellen 05 Opstellen functionele specificaties productiemiddelen 06 Implementeren productiemiddelen in productieafdeling 07 Opstellen en beheren werk- en bedieningsvoorschriften 08 Instrueren en opleiden medewerkers 09 Probleemoplossing productiemachines en –processen 8. Onderhoud en service Het gaat hierbij om meerdere Indicatoren waaronder het plannen van het ontwerpproces, het aansturen, ondersteunen/adviseren, instrueren, uitvoeren technisch onderzoek, testen etc. Indicatoren 01 Plannen werkzaamheden service en onderhoud 02 Aansturen werkzaamheden service en onderhoud 03 Ondersteunen/adviseren bij service en onderhoudswerkzaamheden 04 Instrueren service/onderhoudsmedewerkers 05 Uitvoeren technisch onderzoek bij reparaties/onderhoud/modificaties 06 Opstellen onderhoudssysteem 07 Uitvoeren service en onderhoudswerkzaamheden 08 Testen machine/installatie/product na service/onderhoud 09 Opleveren werk na service/onderhoud 10 Adviseren klanten / gebruikers machines en installaties 11 Initiëren van modificaties/aanpassingen 9. Beheer goederenstromen en voorraden Bij het beheer goederenstromen en voorraden gaat het om meerdere Indicatoren waaronder het plannen, het aansturen, uitvoeren, optimaliseren, implementeren etc. Indicatoren 01 Plannen werkzaamheden beheer goederenstromen en voorraden 02 Aansturen werkzaamheden beheer goederenstromen en voorraden 03 Uitvoeren en optimaliseren voorraadbeheer 04 Optimaliseren beheer goederenstroom
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 32
05 Plannen van logistiek proces 06 Initiëren verbeteren efficiency van logistieke planning 07 Implementeren verbeteringen van efficiency logistieke planning 08 Uitvoeren kwaliteitscontroles goederen 10. Kwaliteitszorg Bij kwaliteitszorg gaat het om meerdere Indicatoren waaronder het ontwikkelen, implementeren , bewaken, initiëren, toepassen etc. Indicatoren 01 Ontwikkelen kwaliteitszorgsysteem 02 Implementeren kwaliteitszorgsysteem 03 Bewaken uitvoering kwaliteitszorg 04 Initiëren verbeteringen kwaliteitszorgsysteem 05 Toepassen kwaliteitseisen in werkzaamheden 06 Uitvoeren kwaliteitscontroles 07 Overleg en afstemming met klanten/leveranciers over kwaliteitseisen 08 Overleg en afstemming met keuringsinstellingen 09 Klachtenafhandeling 11. Projectmanagement Bij projectmanagement gaat het om meerdere Indicatoren waaronder het opstellen van het plan, plannen en aansturen, bewaken en bijsturen, beheersen van kosten etc. Indicatoren 01 Opstellen projectplan 02 Plannen en aansturen interne projecten 03 Plannen en aansturen externe projecten 04 Bewaken en bijsturen planning project 05 Beheersen kosten/budget project 06 Bewaken eisen (interne) klant/opdrachtgever/contract 07 Verzorgen interne afstemming over project 08 Verzorgen externe afstemming over project 09 Aansturen en begeleiden projectmedewerkers 10 Bewaken kwaliteit uitgevoerd werk. 11 Controle uitgevoerd werk 12 Evalueren project
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 33
Algemene competenties 12. Leidinggeven Leidinggeven bevat meerdere Indicatoren waaronder het opstellen van een planning voor een afdeling of groep, inplannen medewerkers, bewaken tijdsplanning, voeren van functioneringsgesprekken etc. Indicatoren: 01 Opstellen planning afdeling/groep 02 Inplannen medewerkers 03 Bewaken tijdsplanning 04 Bewaken budget 05 Instrueren en begeleiden medewerkers 06 Controle en evaluatie uitgevoerd werk 07 Voeren van functioneringsgesprekken 08 Opstellen opleidingsplan medewerkers 09 Adviseren over aanname en ontslag medewerkers 10 Participeren in directie/management overleg 11 Bijdrage leveren aan bedrijfsstrategie. 13. Communicatie mondeling Communicatie bevat meerdere Indicatoren waaronder interne/externe communicatie, nationaal en internationaal, verzorgen presentaties, participeren/leiden van vergaderingen etc. Indicatoren 01 Communiceren met externen in nationale context 02 Communiceren met externen in internationale context 03 Communiceren met internen binnen context afdeling 04 Communiceren met internen binnen context gehele bedrijf 05 Communiceren binnen context monodisciplinair team 06 Communiceren binnen context multidisciplinair team 07 Verzorgen presentaties 08 Participeren in vergaderingen 09 Leiden van vergaderingen 14. Communicatie schriftelijk Schriftelijke communicatie bevat meerdere Indicatoren waaronder het opstellen van rapportages voor intern/extern gebruik, in een buitenlandse taal, technische correspondentie etc. Indicatoren 01 Opstellen rapportages voor intern 02 Opstellen rapportages voor extern 03 Opstellen rapportages in de Nederlandse taal 04 Opstellen rapportages in een buitenlandse taal 05 Opstellen voortgangsverslagen/werkverslagen 06 Opstellen technisch rapport 07 Opstellen procedures / werkinstructies
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 34
08 Opstellen opleidingsplannen 09 Opstellen plannen voor inspecties/testen/ veiligheid e.d. 10 Voeren van technische correspondentie 11 Voeren van commerciële correspondentie 12 Registreren gegevens t.b.v. bedrijfsvoering 15. Samenwerken Samenwerken bevat meerdere Indicatoren waaronder het samenwerken in een team, project in een mono/multi disciplinaire context, technisch adviseren van collega's, onderhouden van contacten etc. Indicatoren 01 Samenwerken in project/team/ koppel binnen multidisciplinaire context 02 Samenwerken in project/ team / koppel binnen monodisciplinaire context 03 Samenwerken binnen team / koppel binnen internationale context 04 Technisch adviseren van collega’s 05 Ontvangen technisch advies van collega’s 06 Begeleiden van collega’s 07 Begeleiding krijgen van collega’s 08 Onderhouden van contacten met diverse afdelingen 09 Inhoudelijk overleg voeren met collega’s 10 Afstemmen werkzaamheden met collega’s 11 Verantwoording afleggen aan alle betrokkenen bij het werk 16. Probleem oplossen Het kunnen oplossen van problemen bevat meerdere Indicatoren waaronder het anticiperen op mogelijke problemen, signaleren van knelpunten/problemen, initiëren van oplossingen, beoordelen, beslissen, implementeren, evalueren etc. Indicatoren 01 Anticiperen op mogelijke problemen 02 Signaleren knelpunten/problemen 03 Beoordelen of probleem/knelpunt verholpen moet worden 04 Initiëren van oplossingen in onvoorziene omstandigheden 05 Beoordelen van geschiktheid van mogelijke oplossingen voor onvoorziene omstandigheden 06 Beslissen over te implementeren oplossingen voor onvoorziene omstandigheden 07 Implementeren van oplossingen voor onvoorziene omstandigheden 08 Evalueren van geïmplementeerde oplossingen 17. Werken onder tijdsdruk Het kunnen werken onder tijdsdruk bevat meerdere Indicatoren zoals werken aan meerdere producten/projecten tegelijkertijd. met verschillende opdrachtgevers, binnen deadlines, wisselende planningen, wisselende werkomgeving. Indicatoren 01 Werken aan meerdere producten tegelijkertijd 02 Werken in meerdere projecten tegelijkertijd
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 35
03 Werken met verschillende opdrachtgevers tegelijkertijd 04 Werken binnen strakke deadlines/hoge tijdsdruk 05 Werken binnen wisselende planningen 06 Werken binnen een wisselende werkomgeving 18. Bijdrage aan vernieuwing en ontwikkeling Het bijdragen aan vernieuwing en ontwikkeling bevat meerdere Indicatoren zoals bijhouden van technologische ontwikkelingen, initiëren van verbeteringen zowel aan het proces als het product, initiëren van ideeën die leiden tot kostenbesparing, beoordelen van ideeën en evalueren van vernieuwingen. Indicatoren 01 Bijhouden technologische ontwikkelingen en productaanbod 02 Initiëren van verbeteringen in bedrijfsproces 03 Initiëren van verbeteringen in product 04 Initiëren van verbeteringen in het eigen werk 05 Initiëren van ideeën die kunnen leiden tot kostenbesparing 06 Beoordelen van eigen ideeën 07 Beoordelen ideeën van anderen 08 Evalueren van vernieuwingen 19. Sturing op eigen ontwikkeling en loopbaan Sturing op eigen ontwikkeling en loopbaan bevat meerdere Indicatoren zoals het kuinnen geven van een oordeel over het eigen functioneren, een analyse kunnen maken van eigen sterke en zwakke punten, intitiatief nemen om het eigen functioneren te verbeteren etc. Indicatoren 01 Oordeel geven over eigen functioneren 02 Analyse maken van eigen sterke punten 03 Analyse maken van eigen tekortkomingen 04 Initiatief nemen tot activiteiten om eigen functioneren te verbeteren 05 Initiatief nemen tot activiteiten om eigen kennis en vaardigheden te verdiepen of te verbreden
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 36
Onderwijsregeling Engineering-deeltijdpleidingen Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde 2011/2012 Pagina 37
Bijlage 2: Competentiematrix Brede Bachelor of Engineering deeltijd jaar 1 jaar 2 jaar 3/4 thema's B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 H1 H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 H9 H10 H11 H12 H13 H14 H15 H16 H17 H18 H19 H20 H21 H22
2 2 1 1 1
1
3 3 3
3 3
3 3
3 3
3 3
3 3
3 3 3
3
3 3
3 3
3 3
3 3
3 3
3 3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
3 3 2
3
2
3
2
Fire Safety Consultancy
2 1 1
Integrale Brandveiligheid
1
Brandgedrag en brandveiligheid
3
Risico- en veiligheidsmanagement
3
Reverse Engineering
3
3 3
Introductie FSE
3
3 3
integral product development
3 3
duurzame energie
3 3
projectmanagement
3 3 3
adviseren
klimaatbeheersing
warmte
3
luchtbehandeling
3 2
regels/normen gebouw
commerciele techniek
hydraulische aandrijving
mechatronica
telematica
energieopwekking en -distributie
robuust produceren
informatiesystemen 2
total productive management
2 2 2
1 1
energiesystemen
dynamische systemen
1 1 1
productiesystemen
informatiesystemen
meten is weten
12 13 14 15 16 17 18 19
Voorbereiding productie/samenbouw/installeren Produceren/samenbouwen/installeren Beheer van productiemiddelen Onderhoud en service Beheer goederenstromen en voorraden Kwaliteitszorg Projectmanagement
methodisch ontwerp
5 6 7 8 9 10 11
Beroepscompetenties Engineering Opdrachten/orders verwerven Programma van eisen opstellen Ontwerpen/uitwerken van tekeningen Inkoop/uitbesteding aan derden
productieanalyse
1 2 3 4
productanalyse
aanduiding competentieniveaus: 1=basis, 2=gevorderd, 3=complex
3
3 3
3 3
2
3
Algemene competenties Engineering Leidinggeven Communicatie mondeling Communicatie schriftelijk Samenwerken Probleem oplossen Werken onder tijdsdruk Bijdrage aan vernieuwing en ontwikkeling Sturing op eigen ontwikkeling en loopbaan
38
Specialisaties BBoE-regulier
W
Elektrotechniek (H2,4,,6,14,15)
Techn Bedrijfskunde (H1,2,3,8,13,14)
Werktuigbouwkunde (H2,6,7,9, 13, 14)
3
TB
Productiemanagement/ automatisering
3
3 3
3 3 3
EL
3 3 3
3 3 3
3
3 3 3 3
Ontwerpen&Construeren
3
3 3 3
Hogere Installatie Techniek
12 13 14 15 16 17 18 19
3 3 3 3
Fire Safety Engineering
Energie&Distributie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
aanduiding competentieniveaus: 1=basis, 2=gevorderd, 3=complex Beroepscompetenties Engineering Opdrachten/orders verwerven Programma van eisen opstellen Ontwerpen/uitwerken van tekeningen Inkoop/uitbesteding aan derden Voorbereiding productie/samenbouw/installeren Produceren/samenbouwen/installeren Beheer van productiemiddelen Onderhoud en service Beheer goederenstromen en voorraden Kwaliteitszorg en -beheer Projectmanagement Algemene competenties Engineering Leidinggeven Communicatie mondeling Communicatie schriftelijk Samenwerken Probleem oplossen Werken onder tijdsdruk Bijdrage aan vernieuwing en ontwikkeling Sturing op eigen ontwikkeling en loopbaan
M&C O&C PM Management&Consultancy
specialisatie E&D FSE HIT
BBoE-LOI
3 3 3
3 3 3 3
3 3
3
3 3 3 3 3 3
3 3
3 3
39
3 3 3 3 3 3
3 3 3 3
3 3 3 3 3 3
3 3 3
Bijlage 3: Dublin Descriptoren vs HBOkwalificaties vs Opleidingscompetenties Engineeringdeeltijd Dublin Descriptors, met vertaling NVAO
Generike HBOkwalificiaties
Opleidingscompetenties Engineering-deeltijd
knowledge and understanding: has demonstrated knowledge and understanding in a field of study that builds upon and supersedes their general secondary education, and is typically at a level that, whilst supported by advanced textbooks, includes some aspects that will be informed by knowledge of the forefront of their field of study.
1. brede professionalisering: kan zelfstandig taken uitvoeren als beginnend beroepsbeoefenaar in een organisatie en is toegerust voor de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening.
1. Opdrachten/orders verwerven Bij het verwerven van opdrachten of orders gaat het de commerciële aspecten van het beroep engineer. 3. Uitwerken van tekeningen Bij het uitwerken van tekeningen gaat het om meerdere Aspecten waaronder het plannen van het ontwerpproces, het aansturen, ontwikkelen etc.
2. multidisciplinaire integratie: integreert vanuit het perspectief van beroepsmatig handelen kennis, inhoud en vaardigheden op verschillende vakgebieden.
kennis en inzicht: heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied is vereist.
4. Inkoop/uitbesteding aan derden Bij inkoop/uitbesteding aan derden gaat het om meerdere Aspecten waaronder het plannen, het aansturen, selecteren, aanvragen offertes, beoordelen etc. 5. Voorbereiding productie/ samenbouw/ installeren Het gaat hierbij om meerdere aspecten waaronder het plannen, het aansturen, uitwerken van fabrieksspecificaties, opstellen van voorschriften etc. 6. Produceren/samenbouwen/installeren Het gaat hierbij om meerdere Aspecten waaronder het plannen van het ontwerpproces, het aansturen, bewaken van kosten. begeleiden, instrueren van medewerkers, uitvoeren etc. 7. Beheer van productiemiddelen Bij het beheer van productiemiddelen gaat het om meerdere Aspecten waaronder het vernieuwen, wijzigen en instandhouden, initiëren, opstellen van investeringsvoorstellen, implementeren, instrueren etc. 8. Onderhoud en service Het gaat hierbij om meerdere Aspecten waaronder het plannen van het ontwerpproces, het aansturen, ondersteunen/adviseren, instrueren, uitvoeren technisch onderzoek, testen etc. 9. Beheer goederenstromen en voorraden Bij het beheer goederenstromen en voorraden gaat het om meerdere Aspecten waaronder het plannen, het aansturen, uitvoeren, optimaliseren, implementeren etc. 11.
Projectmanagement
Bij projectmanagement gaat het om meerdere Aspecten waaronder het opstellen van het plan, plannen en aansturen, bewaken en bijsturen, beheersen van kosten etc. applying knowledge and understanding: can apply their knowledge and understanding in a manner that indicates a professional approach to their work or vocation, and have competences typically demonstrated through devising and sustaining arguments and solving problems within their field of study.
6. probleemgericht werken: definieert en analyseert complexe probleemsituaties zelfstandig.
toepassen kennis en inzicht: Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk
5. creativiteit en complexiteit in handelen: weet om te gaan met vraagstukken waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop
3. wetenschappelijk onderzoek: past uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek toe bij vraagstukken waarmee hij in zijn beroepsuitoefening wordt geconfronteerd.
40
16. Probleem oplossen Het kunnen oplossen van problemen bevat meerdere Aspecten waaronder het anticiperen op mogelijke problemen, signaleren van knelpunten/problemen, initiëren van oplossingen, beoordelen, beslissen, implementeren, evalueren etc. 17. Werken onder tijdsdruk Het kunnen werken onder tijdsdruk bevat meerdere Aspecten zoals werken aan meerdere producten/projecten tegelijkertijd. met verschillende opdrachtgevers, binnen deadlines, wisselende planningen, wisselende werkomgeving.
of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. making judgments: has the ability to gather and interpret relevant data (usually within their field of study) to inform judgments that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues. oordeelsvorming: is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied), met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. communication: can communicate information, ideas, problems and solutions to both specialist and non-specialist audiences. communicatie: is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
standaardprocedures niet van toepassing zijn.
7. methodisch en reflectief denken en handelen: stelt realistische doelen, pakt werkzaamheden planmatig aan en reflecteert op het beroepsmatig handelen. 10. besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid: toont zich betrokken bij maatschappelijke, in het bijzonder ethische vragen die samenhangen met de beroepspraktijk.
8. sociaalcommunicatieve bekwaamheid: communiceert en werkt samen met anderen in een multiculturele, internationale of multidisciplinaire werkomgeving. 9. basiskwalificering voor managementfuncties: kan eenvoudige leidinggevende en managementtaken uitvoeren.
2. Programma van eisen opstellen Bij een PVE gaat het om meerdere Aspecten waaronder het plannen van werkzaamheden om te komen tot een PVE, het aansturen, inventariseren, analyse, vertalen van wensen etc. 10. Kwaliteitszorg Bij kwaliteitszorg gaat het om meerdere Aspecten waaronder het ontwikkelen, implementeren , bewaken, initiëren, toepassen etc.
13. Communicatie mondeling Communicatie bevat meerdere Aspecten waaronder interne/externe communicatie, nationaal en internationaal, verzorgen presentaties, participeren/leiden van vergaderingen etc. 14. Communicatie schriftelijk Schriftelijke communicatie bevat meerdere Aspecten waaronder het opstellen van rapportages voor intern/extern gebruik, in een buitenlandse taal, technische correspondentie etc. 15. Samenwerken Samenwerken bevat meerdere Aspecten waaronder het samenwerken in een team, project in een mono/multi disciplinaire context, technisch adviseren van collega's, onderhouden van contacten etc. 12. Leidinggeven
learning skills: has developed those learning skills that are necessary for them to continue to undertake further study with a high degree of autonomy. leervaardigheden: bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
4. transfer en brede inzetbaarheid: past kennis, inzichten en vaardigheden toe in uiteenlopende beroepssituaties. 1. brede professionalisering: kan zelfstandig taken uitvoeren als beginnend beroepsbeoefenaar in een organisatie en is toegerust voor de verdere professionalisering
Leidinggeven bevat meerdere Aspecten waaronder het opstellen van een planning voor een afdeling of groep, inplannen medewerkers, bewaken tijdsplanning, voeren van functioneringsgesprekken etc. 18. Bijdrage aan vernieuwing en ontwikkeling Het bijdragen aan vernieuwing en ontwikkeling bevat meerdere Aspecten zoals bijhouden van technologische ontwikkelingen, initiëren van verbeteringen zowel aan het proces als het product, initiëren van ideeën die leiden tot kostenbesparing, beoordelen van ideeën en evalueren van vernieuwingen. 19. Sturing op eigen ontwikkeling en loopbaan Sturing op eigen ontwikkeling en loopbaan bevat meerdere Aspecten zoals het kuinnen geven van een oordeel over het eigen functioneren, een analyse kunnen maken van eigen sterke en zwakke punten, intitiatief nemen om het eigen functioneren te verbeteren etc.
41