Zaaknummer: OOPPL03 Onderwerp Pilot verkorting planologische procedures toeristisch-recreatieve sector van de Kamer van Koophandel, Leisure Boulevard en TOPBrabant
Collegevoorstel Inleiding De Kamer van Koophandel, Leisure Boulevard en TOPBrabant zijn gezamenlijk een project gestart om te komen tot verkorting van planologische procedures voor ondernemers in de toeristischrecreatieve sector. Gekozen is voor een aanpak door middel van pilots bij drie Brabantse gemeenten. De resultaten uit de pilots worden vervolgens vertaald naar lessen en adviezen voor andere gemeenten in Brabant. Rond de zomer is de gemeente Heusden benaderd als één van de pilot gemeenten. Met dit voorstel informeer ik u over de inhoud van de pilot voor Heusden.
Feitelijke informatie In de toeristisch-recreatieve sector wordt door ondernemers vaak aangegeven dat planologische procedures erg lang duren en zij hierdoor niet in kunnen spelen op trends en ontwikkelingen. De Kamper van Koophandel, Leisure Boulevard en TOPBrabant hebben hun ambities en expertise gebundeld en zijn een gezamenlijk project gestart om te kijken of procedures verkort kunnen worden. Zoals al aangegeven hebben ze gekozen voor een aanpak middels pilots bij drie gemeenten. Wethouders Margo Mulder en Kees van Bokhoven hebben een eerste verkennend gesprek gehad waarin werd gevraagd of Heusden één van de pilot gemeenten wil zijn. Zij hebben aangegeven hier wel interesse in te hebben, mits het niet veel extra werk oplevert. De initiatiefnemers hebben vervolgens voorstellen gedaan waaruit de drie pilotgemeenten een keuze konden maken. Op basis van de keuze zijn de pilotvoorstellen voor de drie gemeenten opgesteld. Met voor elke gemeente een eigen plan van aanpak. Het plan van aanpak voor de pilot is als bijlage bij dit voorstel gevoegd zodat u hiervan kennis kan nemen. De uitkomsten van de pilot kunnen gebruikt worden om verbeteringen in de processen aan te brengen. De pilot is gericht op de toeristisch-recreatieve sector, maar verwacht wordt dat de aanbevelingen voor een bredere doelgroep te gebruiken zijn.
Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
1
Zaaknummer: OOPPL03 Onderwerp Pilot verkorting planologische procedures toeristisch-recreatieve sector van de Kamer van Koophandel, Leisure Boulevard en TOPBrabant
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 14 november 2011;
besloten:
kennis te nemen van het plan van aanpak voor de pilot om te komen tot kortere planologische procedures voor de toeristisch-recreatieve sector.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
2
Verkorting planologische procedures in de toeristisch-recreatieve sector 1. Aanleiding Procedures in de ruimtelijke ordening duren over het algemeen veel te lang en ondergraven de noodzakelijke vernieuwing binnen toerisme en recreatie. Dit geluid komt niet alleen van ondernemerszijde. Ook de (lokale) overheid herkent dit probleem. Van beide zijden is er de wens om hier iets aan te doen. TOP Brabant, Kamer van koophandel en Leisure Boulevard starten daarom gezamenlijk een project om te komen tot verkorting van planologische procedures voor ondernemers in de toeristisch-recreatieve sector. Aanleiding voor dit project is samenkomst van een drietal zaken: • Ambitie van TOP Brabant • Expertise van Kamer van Koophandel • Visie van Leisure Boulevard Ambitie van TOP Brabant TOP Brabant heeft in november 2010 een visie opgesteld voor de toekomst van de sector 'waarde(re)creatie: toerisme en recreatie binnen de vrijetijdssector in 2020'. In deze visie worden de volgende constateringen gedaan: • Vernieuwing en innovatie in de Brabantse toeristisch-recreatieve sector is dringend gewenst; • Ondernemers en overheden willen dit. Toerisme en recreatie is overal speerpunt; • Echter regelgeving stagneert dit (voornamelijk wegens lange procedures); • Gevolg is te weinig dynamiek in de sector, problemen met bedrijfsopvolging en moeite om adequaat in te spelen op marktkansen. TOP Brabant heeft als ambitie gesteld om de planologische procedures voor ondernemers in de toeristischrecreatieve sector substantieel te verkorten. Momenteel duren die procedures gemiddeld 5 tot 7 jaar. Ambitie is om die in 2020 met 50 % verkort te hebben tot gemiddeld 2 tot 3 jaren. Expertise van Kamer van Koophandel Kamers van Koophandel zijn actief op het terrein van verminderen van regeldruk voor ondernemers. Procedures als aanvragen voor vergunningen duren vaak te lang en staan (innovatieve) bedrijfsvoering in de weg.. De Kamer van Koophandel inventariseert knelpunten en mogelijkheden zowel bij ondernemers als gemeenten en vertaalt dit in concrete adviezen. Binnen dit project zal gebruik gemaakt worden van de ervaring en expertise die KvK - landelijk en in Brabant - heeft opgedaan op dit terrein. Visie van Leisure Boulevard Leisure Boulevard zet Midden-Brabant stevig op de kaart als dé topregio op het gebied van leisure. Leisure ondernemers (bestaande en nieuwe) moeten er optimale vestigingsvoorwaarden vinden: excellente leisurekennis, creatieve voorhoede, faciliterende overheden, optimale bereikbaarheid en een aantrekkelijke leefomgeving. In dat rijtje horen ook hanteerbare planologische procedures thuis.
2. Oorzaken lange procedures De oorzaken voor de lange planologische procedures zijn divers. Het is een complex, samenhangend geheel, zonder één aanwijsbare 'schuldige': • Kennis bij ondernemers: onvoldoende eenduidige visie op eigen toekomst; beperkte kennis over aanleveren van ruimtelijke onderbouwing; te terughoudend in de inhuur van externe deskundigheid;
1
•
• • •
•
•
•
Kennis bij gemeenten: over toerisme en recreatie; besluitvorming gebaseerd op persoonlijke ervaringen ambtelijk en bestuurlijk; lastige beoordeling over wat een goede of gewenste toeristischrecreatieve ontwikkeling/project is en wat niet; onvoldoende aandacht voor de economische kant van toerisme; moeilijke inschatting niveau van ondernemerschap en financiële haalbaarheid. Aan de andere kant hebben ambtenaren ook wel eens de neiging te snel te willen helpen en goedbedoeld als een soort adviseur op te treden. Hier zitten ook risico's aan: is het dan nog een visie van de ondernemer en welke verwachtingen worden dan gewekt; Afwegingen bij overheid vaak gebaseerd op slechte ervaringen/uitwassen (goede ondernemers lijden onder de slechte); beeldvorming is daardoor vertekend; Onderling wantrouwen tussen ondernemer en gemeente. Wederzijdse verdenking van verborgen agenda. Neiging om te veel details vast te willen leggen. Met de structuurvisie verschuift de ruimtelijke ordening van het willen vastleggen wat er is naar visievorming. In de praktijk is dit nog veel te weinig aan de orde: te weinig ontwikkelingsgericht durven denken, dan wel de visie te gedetailleerd in het bestemmingsplan willen vastleggen (niet durven loslaten); Capaciteit/prioritering bij gemeenten bij afdeling RO; Ontbreken van slagvaardige afwegingsmechanismen bij overheid over impact op per definitie subjectieve afwegingen over met name bijdrage aan omgevingskwaliteit, draagvlak van gebied, landschappelijke tegenprestatie en verkeersaantrekkende werking (een duidelijke 'nee' is ook een vorm van slagvaardigheid); onduidelijkheid en tijdsaspect in afstemming in kader van vooroverleg met provincie. Communicatie: onvoldoende managen van wederzijdse verwachtingen; spanningsveld tussen ambities in toeristisch-recreatieve beleid en ruimtelijke (on)mogelijkheden; ontbreken van heldere aanspreekpunten bij gemeenten, onvoldoende vastleggen van afspraken; ondernemers die niets meer van zich laten horen, etc. Bij integrale herziening van bestemmingsplan (buitengebied) zijn er harde einddata. Maar bij individuele gevallen niet. Het is te gemakkelijk om zaken door te schuiven. In de aanloop van een herziening bestemmingsplan blijven plannen soms te lang liggen om te wachten op de herziening.
Tijdswinst is er niet zozeer te boeken in de wettelijke procedures en daaraan verbonden termijnen zoals ter visie legging, inspraak, voorontwerp en ontwerp. Hieraan is ook weinig te doen door de landelijke wetgeving. Het gaat veeleer om de snellere stappen in het voortraject. Vraag is hoe op een slimme manier met de gegeven capaciteit binnen RO-afdelingen meer plannen kunnen worden verwerkt tot vergunningen/ afwijzingen. Vraag is hoe we de verbinding kunnen leggen tussen individuele belangen van ondernemers en maatschappelijke belangen van de overheid.
3. Aanpak via drie Brabantse pilots Gekozen is voor een aanpak door middel van pilots bij een drietal Brabantse gemeenten. Dat maakt het mogelijk te 'experimenteren' met diverse methodes, zodat gekeken kan worden welke aanpak waar en onder welke omstandigheden het beste werkt. De beste methodiek is die aanpak waarbij het eindresultaat voor alle betrokken partijen naar tevredenheid is. De resultaten uit deze pilots worden vervolgens vertaald naar lessen en adviezen voor andere gemeenten in Brabant. Het is niet realistisch te verwachten dat er één juiste aanpak uitkomt die uniform geldt voor alle gemeenten. Wel zullen er algemeen geldende verbeterpunten uitkomen waarmee planologische procedures verkort kunnen worden. In Midden-Brabant (het gebied van Leisure Boulevard) worden pilots gestart in de gemeenten Oisterwijk en Heusden. In West-Brabant start een pilot in de gemeente Steenbergen. De drie pilot-gemeenten en de manier waarop zij omgaan met ruimtelijke procedures zijn zeer verschillend van aard, waardoor deze drie pilots voldoende vergelijkingsmateriaal zullen opleveren om Brabant-brede lessen te kunnen destilleren. Dit projectplan is tot stand gekomen op basis van diverse gesprekken met bestuurders en beleidsmedewerkers van gemeenten Oisterwijk, Heusden en Steenbergen. Ook een tweetal experts(Twan Goossens, streekmanager Land van Cuijk en Helmer Wieringa, streekmanager Groene Woud + r.o. adviseur van Tasforce Multifunctionele Landbouw) hebben input geleverd, met name voor het opstellen van de 2
verschillende methodieken voor de pilots (zie hoofdstuk 5 en 6). Erlin van Vuuren van Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland (adviseur 'vermindering regeldruk') heeft in de eerste fase van ideeënvorming bijgedragen aan totstandkoming van het projectplan. Vragen die in de pilots aan de orde komen: • Waar ontstaat de 'vertraging' in het systeem en hoe kan dit opgelost worden? • Kan inzet van de Wabo tot verbeteringen leiden? • Waar valt procedureel tijdwinst te behalen in het voortraject? • Is een globaal bestemmingsplan met controle achteraf werkbaar voor alle ruimtelijke afwegingen of zijn er wettelijke verplichtingen waarmee rekening gehouden moet worden? • Hoe komen we tot vergroting van de kennis over de toeristisch-recreatieve sector bij gemeenten? • Hoe komen we tot vergroting van kennis bij ondernemers over gemeentelijke procedures? • Wat is de rol van de Provincie in het geheel? • Hoe komen we tot slagvaardigere afwegingsmechanismes? Bijvoorbeeld ervaring met eerdere adviescommissie toerisme en recreatie? • Hebben toeristisch-recreatieve bedrijven een 'status aparte' of zijn planologische procedures universeel toepasbaar?
4. Eerste inventarisatie in Heusden, Oisterwijk en Steenbergen Gemeenten blijken zeer geïnteresseerd te zijn om werk te maken van verkorting van procedures in de ruimtelijke ordening voor toeristisch-recreatieve bedrijven. De grote lijnen uit de verkennende gesprekken met Oisterwijk, Heusden en Steenbergen zijn: • Helder krijgen wat ondernemers willen. • Diversiteit van plannen in recreatie en toerisme is groot. • Hoe loopt ruimtelijke onderbouwing na uitspraak over principeverzoek? • Betrekken burgers in proces: belangrijk en wettelijk verplicht, maar ook gecompliceerd. • Communicatie: verwachtingen wederzijds soms onduidelijk. • Einddatum van traject is nu vaak vrijblijvend. • Pilots breed oppakken: niet alleen voor toeristische bedrijven. • Gemeenten hebben eigen (deel)instrumenten ontwikkeld om het planologische proces te verbeteren: Oisterwijk: volledig uitgewerkt stappenplan om te komen tot bestemmingsplan en notitie over het interactieproces met burgers . Heusden: instelling van een Klantcoördinator Recreatie & Toerisme en een standaardformulier voor het indienen van een principeverzoek. Samenvattend blijken er twee vraagstukken te spelen: • Proces: van idee tot bestemmingsplanvaststelling. • Inhoud met deelvraagstukken als: hoe gedetailleerd leg je zaken vast binnen bestemming Recreatie of Horeca? Hoe ga je om met zaken als kleinschalige recreatie, (ondersteunende) horeca buitengebied, permanente bewoning, e.d.?
5. Aanpak voor het vraagstuk 'proces' Het planologisch proces kan in drie stappen uiteengezet worden. De problemen (lees: kans op vertraging) zitten in de stappen 1 en 2. In stap 3 zit het probleem niet (en is ook niet te beïnvloeden). Stap 1: van idee tot principeverzoek 1. Principe-verzoek is een goedkope en snelle manier om een indicatie te krijgen van standpunt van gemeente m.b.t. idee/project/uitbreiding. Antwoord is echter niet juridisch-bindend. 2. Veel gemeenten hebben hiervoor een standaard-formulier (bijvoorbeeld Heusden). 3. Variatie in wie eerste gesprekken voert (accountmanager, bedrijfscontactfunctionaris, rechtstreeks naar afdeling RO, eerste aanspreekpunt ambtenaar R&T).
3
4. Wie helpt ondernemer om eerste idee op papier te zetten? Voldoende mogelijkheden: streekmanagers, brancheorganisaties, KvK, adviesbureau. 5. Aard van principe uitspraak: globaal, concreet. Vraag is hoe ver moet een uitspraak gaan: naar welke aspecten uit de ruimtelijke onderbouwing heeft de gemeente al wel of niet gekeken en hoe gedetailleerd. Het heeft ook met verwachtingenmanagement te maken. Stap 2 van principeverzoek naar ruimtelijke onderbouwing 1. Ondernemer moet ruimtelijke onderbouwing aanleveren: welke onderzoeken wel/niet + diepgang? 2. Inhuur externe adviseurs/stedebouwkundige bureaux 3. Overleg met wie (buren) 4. Vooroverleg met wie (provincie derden) 5. Vertaling naar een concept-bestemmingsplan Stap 3: Formele bestemmingsplanprocedure 1. Besluitvorming concept bestemmingsplan in gemeente (B&W, Raad) 2. Vooroverleg met provincie/derden 3. Ter visie legging/inspraak 4. Ontwerpbestemmingsplan 5. Zienswijzen 6. Vaststelling Onderstaande ideeën zijn aan de drie pilot-gemeenten voorgelegd. Welke keuzen zij hieruit gemaakt hebben, is verderop in dit projectplan te lezen. Stap 1: van idee tot principeverzoek Idee A: Opstelling standaardprocedure tot principe-verzoeken: inventariseren bij (pilot)gemeenten Resultaat een voorstel/format voor gemeenten en ondernemers Stap 2 van principeverzoek naar ruimtelijke onderbouwing Idee B: Opstelling van contract met wederzijdse verplichtingen en streeftermijn: van procedure naar project. Gemeente Oisterwijk heeft ambtelijk aangegeven dit te willen bekijken als er een goed voorstel komt. Onderdelen van het contract zijn: Ondernemer moet plan uitwerken in ondernemingsplan incl. financiële paragraaf Gemeente geeft van te voren aan welke ruimtelijke onderbouwingen en met welke diepgang nodig zijn. Ondernemer levert deze aan. Kosten ondernemer Wat kan gemeente zelf aanleveren?. Ook vergoeding uren gemeente? Afspraken over de te lopen procedures: welke ruimtelijke procedure: onderdeel bestemmingsplan, projectbesluit, apart bestemmingsplan, indiening via Wabo Afspraken over te voeren vooroverleg: wanneer en hoe (voor)overleg met provincie? Eventuele betrokkenheid initiatiefnemer bij overleg met provincie. (Voor)overleg met anderen (waterschap, terreinbeheerders etc.) Aparte afspraken over burgerparticipatie: betrekken burgers/buren door initiatiefnemer. Wanneer? Verplichtend karakter? Rol gemeenteraad in traject Streefdata van aanleveren stukken Aanwijzen contactpersonen Rol bureau voor opstellen bestemmingsplan. Resultaat deze aanpak bij enkele bedrijven door voeren tot een concept-bestemmingsplan
Idee C: Belang van burgerparticipatie. Veel plannen lopen vertraging op omdat onvoldoende dan wel op de verkeerde momenten met de buren en belanghebbenden wordt gecommuniceerd. Hoe betrek je burgers/buren door initiatiefnemer. Wanneer? Verplichtend karakter? Hoe verhoudt het zich tot de formele procedurestappen? - resultaat: een voorstel voor aanpak 4
Idee D: Periodieke aanpassingen bestemmingsplan/verzoeken omgevingsvergunning. Enkele gemeenten hebben als regel om 1 of 2 keer per jaar de verzoeken voor een omgevingsvergunning te bundelen. Er wordt dan een planning vastgesteld en gewerkt met uiterste aanleverdata. Initiatiefnemers dienen een onderbouwd verzoek aan te leveren, dat daarna in procedure gaat. Is men te laat of nog niet klaar dan is er een (half) jaar later weer een mogelijkheid. Vraag: is dit een werkbare aanpak? Hoe komen we tot goed onderbouwde aanvragen: volledig zaak van de initiatiefnemer of ook rol voor gemeente in voortraject? Is het gewenst om collectieve afspraken te maken met één stedenbouwkundig bureau (door wie; ondernemers, gemeente)? - inventarisatie bij ervaringen enkele gemeenten - resultaat: plan van aanpak periodisering van omgevingsvergunningen Dit pilot-idee kan ook nog samengaan met idee B.
6. Aanpak voor het vraagstuk 'inhoud' Uitgangspunt bij het vraagstuk 'inhoud' is dat ondernemers een eigen belang hebben bij het voldoen aan regels en ze de ruimte moeten krijgen om hieraan te voldoen. Het gaat om het durven loslaten van regels door gemeenten, met vertrouwen in ondernemers. De basis van het planologische systeem verandert: van controle vooraf naar controle achteraf. Doel van de pilots is bekijken of en hoe deze visie zo ver mogelijk doorgevoerd kan worden. Deze visie is in onderstaand schema weergegeven. In veel bestemmingsplannen zjn de bestemming, het gebruik en de voorschriften gedetailleerd vastgelegd: in aard, omvang en aantallen accommodaties/bedden/eenheden, locatie bouwblok en m2 bebouwing, aantal parkeerplaatsen en regels voor landschappelijke inpassing. Gemeente zullen niet snel voor een heel bestemmingsplan de koers wijzigingen en van detail naar globaal gaan en van toetsing vooraf naar controle achteraf. Wellicht wil men dit wel proberen bij individuele bestemmingsplannen, projectbesluiten. Huidige situatie: - ondernemer heeft plan - gemeente maakt 1e afweging - bij positieve grondhouding maakt ondernemer bedrijfsplan en daarna ruimtelijke onderbouwing voor een bestemmingsplanwijziging - daarna bestemmingsplanprocedure met vaak gedetailleerde vastlegging van zaken In deze opzet: vooral aantonen van invloed op omgeving en andere waarden en wettelijke richtlijnen.
Tussenstap: - ondernemer heeft plan - gemeente maakt 1e afweging en geeft aan waar ondernemer bij realisatie aan moet denken - bij positieve grondhouding direct bestemmingsplanwijziging met zo globaal mogelijke invulling. In deze opzet: vooraf lijst van relevante afwegingen. Controle achteraf bij realisatie
Gewenste eindsituatie: - ondernemer heeft plan - gemeente maakt 1e afweging - bij positieve grondhouding direct bestemmingsplanwijziging met zo globaal mogelijke invulling In deze opzet: geen lijst van relevante afwegingen. Controle achteraf bij realisatie.
5
Idee E: samen met gemeenten zoeken naar meerdere concrete ondernemersinitiatieven waarvoor een (zeer) globaal bestemmingsplan wordt opgesteld met afspraken over controles achteraf. Er zijn twee opties: 1. Ondernemersinitiatieven die reeds in de procedure van de concept bestemmingsplan zitten of waar het concept-bestemmingsplan er al nagenoeg ligt. Het verzoek aan de gemeente is om eens een geheel andere benadering te kiezen. Eventueel vanuit het project komen met een eigen 'alternatief bestemmingsplan' als tegenhanger van het reeds opgestelde concept bestemmingsplan (kunnen we deze ook vergelijken). O.a. aan de orde: hoe leg je controles achteraf vast: ook in bestemmingsplan of aparte overeenkomst? 2. Ondernemersinitiatieven, waarvan er bij de gemeente een goedkeuring ligt van een principeverzoek en waarbij een ruimtelijke onderbouwing nog opgesteld moet worden. Bespreking met de gemeenten het idee om de ruimtelijke onderbouwing zoveel mogelijk 'over te slaan' en direct tot concept bestemmingsplan te komen als bij 1.
Idee F: Afstemming beleid provincie en gemeenten De provincie heeft haar provinciale belangen verankerd in de Verordening Ruimte. Gemeenten dienen hier rekening mee te houden. De provincie kan reactieve aanwijzingen geven als er in strijd met de verordening bestemmingsplannen worden ontwikkeld. Sommigen gemeenten lopen aan tegen de grenzen van verordening om bepaalde gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Ook TOP Brabant komt tot deze constatering. Provincie geeft op haar beurt aan dat gemeenten niet altijd goed geïnformeerd zijn dan wel 'zich soms verschuilen' achter het beleid van de provincie om iets niet te honoreren. Vraag: hoe kunnen we de relatie gemeente-provincie binnen de ruimtelijke ordening verbeteren? - zijn er verbeteringen in de wijze van vroegtijdig elkaar consulteren/informeren? - waar wringt de Verordening Ruimte en is een 'oprekking' wenselijk? Een op onderdelen aangepaste verordening Ruimte (wijzigingsvoorstel op de ontwerp verordening Ruimte) wordt eind oktober 2011 in de inspraak gebracht om medio 2012 te worden vastgesteld. De uitkomst van de pilot kan benut worden om de inspraak te versterken en eventueel de politiek
6
Plan van aanpak Gemeente Heusden A. Standaardprocedure tot principe-verzoeken Resultaat: Opstellen van standaardprocedure voor indiening van een principe-verzoek (formulier, vragenlijst), bruikbaar in alle Brabantse gemeenten. Actiepunten: 1. Bestaand formulier + aantal ingevulde formulieren Heusden analyseren. Hoe is interne afhandeling van formulier? Wat gaat goed, wat gaat fout/blijkt moelijk? Bespreken met Patricia en Marco Molijn. 2. Opstellen enquete (korte vragenlijst) + selecteren 10-15 Brabantse gemeenten: hoe gaan deze gemeenten om met standaardprocedures? 3. Versturen (per mail) enquete aan 10-15 gemeenten. 4. Op basis van resultaten uit voorgaande stappen verbeterde standaardprocedure (vragenlijst, formulier) opstellen voor indiening van principe-verzoeken. 5. Raadpleging: nieuwe standaardprocedure bespreken met/ voorleggen aan 10-15 gemeenten + Heusden. 6. Aanpasssingsronde n.a.v. raadpleging, met als resultaat nieuwe standaardprocedure. C. Belang van burgerparticipatie Resultaat: advies aan gemeenten hoe om te gaan met burgerparticipatie. Actiepunten: 1. Opstellen enquete (korte vragenlijst) + selecteren 10-15 Brabantse gemeenten: hoe gaan deze gemeenten om met burgerparticipatie? Hoe en wanneer betrek je burgers? Wanneer en hoe wordt de raad geinformeerd? Verplichtend karakter? Hoe verhoudt het zich tot formele procedurestappen? Wie heeft welk belang en mag participeren? Startnotitie met afspraken zoals in Oisterwijk? Welk advies krijgen ondernemers van gemeente? Wat is rol van gemeente? 2. Versturen (per mail) enquete aan 10-15 gemeenten. 3. Op basis van resultaten uit voorgaande stappen aanbevelingen opstellen voor burgerparticipatie. 4. Raadpleging: nieuwe aanbevelingen bespreken met/ voorleggen aan 10-15 gemeenten + Heusden. 5. Aanpasssingsronde n.a.v. raadpleging, met als resultaat aanbevelingen voor gemeenten met do's & don'ts. NB. Deze enquete wordt tegelijkertijd met enquete van stap A (zie boven) verstuurd. Mocht dit onvoldoende informatie opleveren, dan zullen aanvullend met een aantal gemeenten gesprekken over burgerparticipatie gevoerd worden. D. Periodieke aanpassingen bestemmingsplan Resultaat: gemeente behandelt beperkt aantal keer per jaar (1 of 2 x) de verzoeken tot een omgevingsvergunning. Verzoeken worden dus gebundeld en behandeldata + inleverdata zijn lang van te voren bekend. Initiatiefnemers dienen een onderbouwd verzoek aan te leveren, dat daarna in procedure gaat. Actiepunten: 1. Inzicht krijgen welke gemeenten hebben collectieve periodieke plannen? Femke vraagt Twan Goossens, Helmer Wieringa en accountmanagers KvK. Selectie 3 case-study gemeenten (waaronder Gemert-Bakel). 2. Verkennend gesprek bij Gemert-Bakel. 3. Uitvoeren drie case-studies: deskresearch en gesprek met r.o. + r & t medewerker 4. Gesprek met deskundigen bij nader te bepalen stedenbouwkundige bureau's. Vragen: bv. zijn dergelijke plannen anders bij r & t bedrijven of algemeen voor elke aanvraag? 5. Opstellen aanbeveling voor gemeenten met do's & don'ts.
7
E. Globaal bestemmingsplan Resultaat: gewenst resultaat is het opstellen van een zeer globaal bestemmingsplan met afspraken over controle achteraf. Op weg naar dit gewenst eindresultaat, zijn een aantal (meer realistische) tussenstappen te nemen. Actiepunten: 1. Uitnodigen expertgroep: Twan Goossens (streekmanager Land van Cuijk), Helmer Wieringa (streekmanager Groene Woud), Willem Kraanen (Recron), ZLTO (Femke vraagt via Kathelijne Joosten), 2 stedenbouwkundige bureau's, Erlin van Vuuren (kvK). NB. enkele leden van expertgroep krijgen hiervoor vergoeding. 2. Toetsing/bestuderen van concept-Bestemmingsplan Buitengebied Heusden + Vesting Heusden door expertgroep. Leden van expertgroep krijgen bestemmingsplan van te voren toegestuurd met verzoek dit te lezen en reactie per mail te geven. In een overleg worden alle reacties besproken. 3. Opstellen aanbevelingen voor gemeenten met do's & don'ts. Overlegmomenten Heusden Elk concept-eindresultaat wordt besproken met gemeente Heusden: Patricia Lardinois + Marco Molijn. Met uitgangspunt: alleen fysiek overleg indien nodig. Zij zorgen voor tussentijdse terugkoppeling aan hun wethouders. Uiteraard minstens een 'eindgesprek'.
8
Plan van aanpak Gemeente Oisterwijk B. Opstellen wederzijds contract Resultaat: opstellen van contract tussen ondernemer en gemeente met afspraken over wederzijdse verplichtingen en streeftermijnen, inclusief verwachtte einddatum. Actiepunten: 1. Erik vraagt jurist bij Croonen. Deskresearch door jurist om concept-contract op te stellen. Jurist stelt zo snel mogelijk een concept-contract op (werkdocument). Inventariseren wat gemeente Oisterwijk al heeft aan afspraken met aanvrager (zoals planschadeovereenkomst). Welke elementen moeten in zo'n contract zitten: ruimtelijke onderbouwing, geur, geluid, landschappelijke inpassing, verkeer. Afspraken over wie levert wat aan? Wat kan gemeente zelf aan onderzoek doen? 2. Casus Kanoboerderij De Reusel. Werkgroep samenstellen: gemeente Oisterwijk, Guus Mulders (Kanoboerderij) + jurist, Erik van Nuland, Femke Arts. 3. Het concept-contract opgesteld door de jurist wordt door de werkgroep besproken, aangevuld en aangescherpt. Meerdere sessies zullen nodig zijn om tot een definitief contract te komen. 4. Definitief contract. D. Periodieke aanpassingen bestemmingsplan (idem als Heusden) Resultaat: gemeente behandelt beperkt aantal keer per jaar (1 of 2 x) de verzoeken tot een omgevingsvergunning. Verzoeken worden dus gebundeld en behandeldata + inleverdata zijn lang van te voren bekend. Initiatiefnemers dienen een onderbouwd verzoek aan te leveren, dat daarna in procedure gaat. Actiepunten: 1. Inzicht krijgen welke gemeenten hebben collectieve periodieke plannen? Femke vraagt Twan Goossens, Helmer Wieringa en accountmanagers KvK. Selectie 3 case-study gemeenten (waaronder Gemert-Bakel). 2. Verkennend gesprek bij Gemert-Bakel. 3. Uitvoeren drie case-studies: deskresearch en gesprek met r.o. + r & t medewerker 4. Gesprek met deskundigen bij nader te bepalen stedenbouwkundige bureau's. Vragen: bv. zijn dergelijke plannen anders bij r & t bedrijven of algemeen voor elke aanvraag? 5. Opstellen aanbeveling voor gemeenten met do's & don'ts. E. Globaal bestemmingsplan (idem als Heusden, andere casus) Resultaat: gewenst resultaat is het opstellen van een zeer globaal bestemmingsplan met afspraken over controle achteraf. Op weg naar dit gewenst eindresultaat, zijn een aantal (meer realistische) tussenstappen te nemen. Actiepunten: 1. Uitnodigen expertgroep: Twan Goossens (streekmanager Land van Cuijk), Helmer Wieringa (streekmanager Groene Woud), Willem Kraanen (Recron), ZLTO (Femke vraagt via Kathelijne Joosten), 2 stedenbouwkundige bureau's, Erlin van Vuuren (kvK). NB. enkele leden van expertgroep krijgen hiervoor vergoeding. 2. Toetsing/bestuderen van Bestemmingsplan Klein Oisterwijk (ernst Jonkers) door expertgroep. Leden van expertgroep krijgen bestemmingsplan van te voren toegestuurd met verzoek dit te lezen en reactie per mail te geven. In een overleg worden alle reacties besproken. 3. Opstellen aanbevelingen voor gemeenten met do's & don'ts. Overlegmomenten Oisterwijk Elk concept-eindresultaat wordt besproken met gemeente Oisterwijk: Leo Beelen + Ingrid Kersten. Met uitgangspunt: alleen fysiek overleg indien nodig. Zij zorgen voor tussentijdse terugkoppeling aan hun wethouders. Uiteraard minstens een 'eindgesprek'.
9
Plan van aanpak Gemeente Steenbergen F. Afstemming beleid provincie en gemeenten Resultaat: analyse en, indien aan de orde, verbeterde procedure in afstemming plannen toerisme en recreatie tussen gemeenten en provincie. Concrete voorstellen voor aanpassing Verordening Ruimte op basis van een op te stellen 'zwartboek'. Actiepunten: 1. Gesprek TOP Brabant met Loes Lijmbach, wethouder Wijk en Aalburg, portefeuillehouder RO in Regio West-Brabant. Bespreking problematiek en afspraak over rol van regio in deze pilot (bespreking resultaten en lobby naar provincie). 2. Meer inzicht in problematiek: gesprek (ambtelijk) met gemeente Steenbergen (en als het kan gemeente Landerd) en provincie op basis van concrete situaties (Steenbergen heeft brief gestuurd, Landerd heeft concrete vragen). Toetsing aan aangepaste Verordening Ruimte. Bespreking vervolgstappen: onderscheid in procedure en inhoud. 3. Procedure: hoe loopt afstemming (in welk stadium met wie); zijn er verbeteringen mogelijk? Eventueel enkele vervolggesprekken tussen gemeente Steenbergen/Landerd en provincie. 4. Inhoud: opstelling zwartboek. Opstellen enquête (korte vragenlijst) + selecteren 10-15 Brabantse gemeenten: verzamelen casus waarin Verordening belemmerend werkt ( al dan niet met concrete reacties aanwijzingen van provincie). 5. Versturen (per mail) enquête aan 10-15 gemeenten. 6. Concept zwartboek met aanbevelingen. 7. Op basis van resultaten uit voorgaande stappen een plenaire bijeenkomst met gemeenten waar dit speelt. 8. Bespreking met provincie. 9. Aanpassingsronde n.a.v. raadpleging, met als resultaat een zwartboek. 10. Aanbieden aan GS en afspraken over communicatie in kader van de inspraakronde van de Verordening Ruimte. Overlegmomenten Steenbergen Elk concept-eindresultaat wordt besproken met gemeente Steenbergen, zowel ambtelijk (Mark de Jong) als bestuurlijk (Bert van Kesteren). Met uitgangspunt: alleen fysiek overleg indien nodig. Zij zorgen voor tussentijdse terugkoppeling aan Regio West-Brabant. Uiteraard minstens een 'eindgesprek'.
10
Parapluplan: van drie pilots naar aanbevelingen voor Brabant Uitvoering van de drie pilots in de gemeenten Oisterwijk, Heusden en Steenbergen leveren resultaten en lessen op, die vervolgens vertaald moeten worden in documenten (adviesnota's, aanbevelingen, formats voor procedures etc.) die voor alle Brabantse gemeenten bruikbaar zijn. In het 'parapluplan' is beschreven wat nodig is om te komen tot deze algemeen bruikbare aanbevelingen. Communicatie met stakeholders Gedurende de looptijd van het project (wanneer nog geen definitieve eindresultaten te melden zijn) is het belangrijk te communiceren met de diverse stakeholders over de voortgang. • Provincie Noord-Brabant bijpraten. Esther Vos. December 2011. • 15 september 2011 gemeld in TOP Brabant consulentenoverleg. Ter info. • December TOP Brabant bestuurlijk overleg. Ter info melden. • Nieuwsbrief KvK West-Brabant (Mathanja). Bericht in november. • Platform Leisure Boulevard 12 september 2011. Ter info gemeld. • KvK Sectoroverleg afdeling Regiostimulering Femke meldt ter info. December 2011. • Terugkoppeling tussentijds met de branches (om zo indirect ondernemers-input in proces te krijgen). • Afspraak met Jaap Schuler (lobbyist regeldruk Recron landelijk) + Willem Kraanen (Recron Brabantconsulent). Voorzien in april 2012. Concrete output: resultaten van het project Doel is de uitkomsten van de drie pilots te vertalen in bruikbare lessen voor alle (Brabantse) gemeenten en ondernemers. Onderliggend doel: vergroting van kennis (over leisure-sector en over werking van procedures) + wederzijds begrip bij gemeenten en bij ondernemers. De volgende resultaten zijn voorzien: • Rapport met aanbevelingen voor gemeenten. Hoe dit rapport vorm en inhoud gegeven wordt, zal uit de resultaten van de pilots moeten blijken. Mogelijkheden zijn een handboek met formats, formulieren, do's en don'ts. Dit handboek kan zowel fysiek als digitaal beschikbaar zijn. • Bijeenkomst VBG (Vereniging Brabantse Gemeenten). Peter Maas is portefeuillehouder r & t. Erik polst hoe vaak VBG bijeenkomsten heeft en of we kunnen aanhaken. Doel bijeenkomst: resultaten overbrengen bij bestuurders. • 4 regio-bijeenkomsten voor gemeente-beleidsmedewerkers r.o. en r & t. Praktische bijeenkomsten. workshop-achtig. • 4 regio-bijeenkomsten voor ondernemers. Praktische bijeenkomsten. workshop-achtig. • Bijeenkomst voor stedenbouwkundige bureau's, als adviseurs van gemeenten moeten zij op de hoogte gesteld worden van nieuwe (aanbevelingen voor) procedures. • Artikelen in (landelijke) vakbladen. Leisure Boulevard heeft al overeenkomst met Recreatie & Toerisme. • Rapport + aanbevelingsbrief naar groot adressenbestand (Brabant + landelijk). • Afhankelijk van resultaten: hoe ver gaan we landelijk communiceren?
11