Schooljaar 2014-2015
Ondersteuningsprofiel Antoniusschool versie: 9 juni 2014
Inhoud 1. 1. Inleiding
3
2. Algemene gegevens 2.1 Visie en missie
4
2.2 Schoolconcept en schoolorganisatie
5
2.3 De ondersteuning van onze leerlingen
7
3. Basisondersteuning 3.1 Basiskwaliteit
8
3.2 Preventief en handelingsgericht werken
11
3.3 Licht curatieve interventies
16
3.4 Ondersteuningsstructuur
20
3.5 Samenwerking en externe partners
21
4. Extra ondersteuning
22
5. Ambities en professionalisering
26
Bijlage 1: begrippenlijst / afkortingen Bijlage 2: document ondersteuningstraject
27 29
1.
Inleiding
Op 1 augustus 2014 dienen alle scholen in het basisonderwijs invulling te geven aan Passend Onderwijs. Het doel van passend onderwijs is het gehele onderwijssysteem zo vorm te geven dat elk kind het onderwijs krijgt dat het beste bij hem of haar past. En dat op de meest passende plek. Het eerste basisprincipe van een Jenaplanschool is: “elk kind is uniek, zo is er maar één…” Dit uitgangspunt van ook onze Jenaplanschool sluit naadloos aan bij het uitgangspunt van Passend Onderwijs. Eigenlijk is voor onze school Passend Onderwijs niet zoveel nieuws. Bij passend onderwijs krijgt de ene leerling meer of minder leertijd en intensievere instructie of begeleiding dan een andere leerling. We kijken bij ieder kind naar zijn of haar onderwijsbehoefte, wat heeft een kind nodig om een bepaald doel te bereiken? Om welke vaardigheid gaat het? Welke aanpak heeft het hiervoor nodig? Deze vragen stimuleren om anders naar kinderen te kijken. We kijken vooral naar wat het kind nodig heeft en welke aanpak daarbij past, en steeds minder naar wat het kind niet kan en naar wat er mis gaat. Voor ieder kind moet er een passende onderwijsplek zijn. Ook als er sprake is van een lichamelijke handicap of gedragsproblematiek moet het met extra begeleiding en maatwerk naar het reguliere onderwijs kunnen. Pas als het echt nodig is komt speciaal onderwijs in beeld. Een schoolondersteuningsprofiel geeft een omschrijving van de onderwijs- zorgondersteuning die de individuele school biedt. Alle ondersteuningsprofielen van de scholen in het samenwerkingsverband, vormen een dekkend aanbod voor alle leerlingen uit de regio. In dit ondersteuningsprofiel zullen we de basis ondersteuningsmogelijkheden van onze school beschrijven. Mocht uw kind daarnaast meer ondersteuning nodig hebben, staat in hoofdstuk 4 en 5 de ondersteuning beschreven die aanvullend vanuit SKOVV en het samenwerkingsverband Rijn en Gelderse Vallei geboden kan worden.
3
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
2.
Algemene gegevens
Contactgegevens Antoniusschool Achterdorpstraat 3 3772 CC Barneveld Directeur: Kees Marcelis Intern begeleider: Marijke Schraal
Algemene gegevens De Antoniusschool is een groeiende Katholieke Jenaplanschool met ongeveer 115 leerlingen. Ons sfeervolle schoolgebouw ligt midden in het centrum van Barneveld in een rustige omgeving met weinig verkeer. Het is een karakteristiek gebouw uit 1929 dat in 2012 helemaal gerenoveerd is. De school heeft twee grote speelpleinen. In de zijvleugel van het gebouw is het Kinderdagverblijf / BSO Dol-fijn gehuisvest. Kinderen zijn heel verschillend. Dat is niet lastig of hinderlijk, het is juist een voordeel. Zo leren ze veel van elkaar. Daarom zijn er stamgroepen: kinderen van verschillende leeftijden vormen samen één groep. Op de Antoniusschool kennen we stamgroepen van twee leerjaren; iedere stamgroep heeft zijn eigen naam en één of twee vaste leerkrachten (stamgroepleiders) per jaar. Elke stamgroep heeft zo’n 25 leerlingen. Die komen uit de directe omgeving van de school, maar vooral uit heel Barneveld en enkele randdorpen. De Antoniusschool is één van de scholen van de Stichting Katholiek Onderwijs Veluwe Vallei (SKOVV).
2.1
Missie en visie
De Antoniusschool is een basisschool waarin kinderen op de Jenaplan werkwijze hard werken en worden gestimuleerd om goede prestaties te leveren. Wij zien het als onze taak om kinderen zich - passend bij zijn of haar mogelijkheden - naar beste kunnen te laten ontwikkelen. Natuurlijk op het gebied van rekenen, taal, lezen en schrijven, maar we streven veel bredere dan alleen deze puur cognitieve (kennis)doelen na. Een kind heeft vaardigheden nodig om het geleerde, de opgedane kennis te kunnen gebruiken. Daarom werken we gericht aan het zelfstandig werken: plannen, hulp geven en ontvangen, zorg hebben voor het werk en het materiaal. Kinderen leren hoe ze met elkaar kunnen samenwerken, hoe ze hun werk plannen, dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun werk, het leren en ICT-gebruik. Ze 4
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
hebben een goede luisterhouding nodig, moeten een gesprek kunnen voeren, hun gevoelens kunnen uiten, een voordracht kunnen houden. Ook creatieve en kunstzinnige vaardigheden zijn van belang. In alle vakgebieden besteden wij aandacht aan de wereld om ons heen. We doen dat óp school, bijvoorbeeld in een kringgesprek, een taalles of een project in het kader van wereldoriëntatie. We gaan ook naar buiten voor onderzoek, bezoeken voorstellingen met een cultureel karakter (dans, toneel, muziek), bezoeken instanties, bedrijven, musea en dergelijke.
We hebben het team gevraagd de school te omschrijven. De volgende punten worden vaak genoemd:
2.2
Schoolconcept en schoolorganisatie
De Antoniusschool is een school met een veilig klimaat, met een gezellige, vrolijke sfeer, waar kinderen en leerkrachten elkaar kennen, waar kinderen gezien worden, waar ouders zich welkom voelen en betrokken worden, waar kinderen samen en met elkaar leren, met een positief, zich ontwikkelend team, in een mooi en functioneel gebouw
Ons onderwijs is niet strak klassikaal georganiseerd. Doordat er twee leeftijdsjaren in één groep zitten, wordt de leerstof vaak gedifferentieerd aangeboden. Kinderen zijn gewend om niet allemaal met dezelfde activiteit bezig te zijn. Het aanbod wordt waar mogelijk en nodig aangepast aan de mogelijkheden en behoefte van het kind. Het gaat dan zowel om kinderen die moeite hebben met bepaalde leerstof, als om kinderen die (veel) meer dan gemiddeld aankunnen. Hierbij gaan we eerder uit van samenwerking dan dat er individueel onderwijs wordt nagestreefd. Oog voor elk kind Een van de belangrijkste uitgangspunten van het Jenaplanonderwijs is dat we uitgaan van het unieke van elk kind. Dit betekent dat wij kinderen stimuleren in het ontdekken van hun eigen identiteit en ontwikkelingsmogelijkheden. We willen kinderen uitdagen om hun eigen kwaliteiten te ontwikkelen. Het is belangrijk dat kinderen zelfstandig leren werken: leren plannen, hulp kunnen geven én ontvangen, zorg hebben voor het werk en het materiaal, maar ook dat zij kunnen samenwerken. Omdat ons onderwijs niet strak klassikaal is georganiseerd, ontstaat bij buitenstaanders en nieuwe ouders nog wel eens de indruk dat de kinderen onbeperkt vrijheid genieten. Die indruk is niet juist, er worden eisen gesteld en ieder kind krijgt de begeleiding die het nodig heeft. Van belang daarbij is de groei naar (meer) zelfstandigheid, de
5
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
school kan daarbij gebruikmaken van wat kinderen zelf willen: ‘groot worden’. De Antoniusschool biedt kinderen naast kwalitatief goed onderwijs, een plek waar zij zich veilig, aanvaard en prettig kunnen voelen. Ze leren er vreugde en verdriet delen, anderen te troosten, zorg te hebben voor de ander en voor de omgeving. Hechte en levendige school De Antoniusschool is een hechte gemeenschap van kinderen, leerkrachten en ouders; een plaats waar veel gebeurt. Zowel de kinderen als de ouders betrekken wij bewust bij veel activiteiten op school: vieringen, presentaties, projecten, uitstapjes en buitenschoolse activiteiten. Ouders staan én op het schoolplein én hebben hun plek in school. Jenaplan basisactiviteiten De twintig basisprincipes van het Jenaplan vormen de basis van waaruit we ons onderwijs vormgeven. In deze basisprincipes worden vijf uitspraken gedaan over hoe we in onze school tegen mensen aankijken; vijf andere geven een beschouwing over de samenleving. De laatste tien zijn uitspraken over hoe we de eerste tien principes op onze school gestalte willen geven. In het schoolplan worden de basisprincipes besproken; ook op de website van de school kunt u ze vinden. Alle activiteiten op school vallen onder de vier Jenaplan basisactiviteiten. Die kunt u vergelijken met de activiteiten die alle mensen in hun dagelijks leven verrichten. Onder werk vallen de instructiemomenten en de werkperioden waarin kinderen zelfstandig, samen of onder leiding van de stamgroepleider met het werk bezig zijn. Door met elkaar in gesprek te zijn (kringgesprek) informeren we elkaar en leren we elkaar begrijpen. Door samen te spelen leren we rekening met elkaar te houden en maken we wat we hebben meegemaakt tot iets van onszelf. Door samen te vieren leren we elkaar wat ons hoofd en hart bezig houdt, we brengen gevoelens (blijdschap, verbazing, trots) op elkaar over. Als we verdrietig zijn kunnen we proberen het in de viering te verwerken. Deze basisactiviteiten wisselen elkaar af in het ritmisch weekplan. De leerlingen Van onze leerlingen zijn bijna alle kinderen in Nederland geboren. Daarnaast kennen we ook een aantal gezinnen waarvan één of beide ouders in het buitenland geboren en (gedeeltelijk) opgegroeid zijn. Op dit moment tellen we zo’n 12 verschillende nationaliteiten. De leerlingen komen niet alleen uit de directe omgeving van de school: uit geheel Barneveld én enkele randdorpen vinden ouders de weg naar de Antoniusschool.
6
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Het team De schoolleider is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de hele school: de inhoud en ontwikkeling van het onderwijs, de financiën, het personeelsbeleid, het onderhoud en de (leerling)administratie. Hij heeft daarnaast één dag in de week ook onderwijstaken in een groep. Iedere week heeft hij overleg met de IB-er. De leerkrachten hebben, naast hun onderwijstaak, ook een aantal andere verantwoordelijkheden die jaarlijks worden beschreven in het taakbeleid. Elke groep heeft meestal met meerdere leerkrachten te maken: in de meeste gevallen een duopartner. We proberen het zo te regelen dat bij duobanen de leerkrachten elkaars afwezigheid bij ziekte of verlof invullen. Zo staan er zo min mogelijk verschillende leerkrachten voor de groep. Naast de leerkrachten werken op de Antoniusschool een interne begeleider (IB-er)/remedial teacher (RT-er), een administratief medewerkster en een coördinator Tussenschoolse Opvang (TSO).
2.3
De ondersteuning van onze leerlingen
Op de Antoniusschool willen we dat ieder leerling zich optimaal kan ontwikkelen. Het onderwijsleerproces verloopt echter niet voor iedereen hetzelfde. Elk leerling heeft zijn eigen onderwijsbehoefte. Zo leert de ene leerling redelijk zelfstandig op het niveau van de groep, terwijl een ander leerling extra begeleiding nodig heeft. Hoe wij onze leerlingen een zo passend mogelijk onderwijsaanbod aanbieden, leest u in hoofdstuk 3..
7
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
3.
Basisondersteuning
Wij zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Rijn en Gelderse Vallei. Dit samenwerkingsverband gaat uit van drie niveaus van ondersteuning:
extra ondersteuning (specialistisch)
extra ondersteuning
basisondersteuning
Basisondersteuning Basisondersteuning bestaat uit preventieve en licht curatieve handelingen die binnen de school planmatig worden uitgevoerd. De basisondersteuning beschrijft het ondersteuningsniveau dat minimaal van alle scholen uit het samenwerkingsverband wordt verwacht. De basisondersteuning heeft betrekking op onderwijsinhoudelijke aanpakken en op de kwaliteit van de ondersteuningsprocessen in de school. De basisondersteuning bestaat uit vier componenten: basiskwaliteit preventief en handelingsgericht werken licht curatieve interventies de ondersteuningsstructuur op school
3.1
Basiskwaliteit
De basiskwaliteit verwijst naar de onderwijskwaliteit zoals vastgelegd in het toezichtskader van de onderwijsinspectie. In september 2010 hebben wij ons laatste inspectiebezoek gehad en opnieuw het basisarrangement toegewezen gekregen. De inspectie was net name tevreden over de resultaten van de leerlingen tussentijds en aan het eind van de basisschool, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg.
8
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
De basiskwaliteit wordt in de basisondersteuning als uitgangspunt genomen. Het gaat hier om de kwaliteit die elke stamgroepleider/elke school minimaal moet bezitten. Deze kwaliteit betreft de gebieden pedagogiek, didactiek, klassenmanagement en leerlingenzorg. Het samenwerkingsverband heeft een aantal relevante indicatoren uit het toezichtskader geselecteerd om de basiskwaliteit vast te leggen. Om zicht te krijgen op de basiskwaliteit zoals deze nu is vorm gegeven op de Antoniusschool, hebben we een nulmeting gedaan. De samenvatting en conclusies worden hieronder weergegeven. De nulmeting is gedaan door middel van een enquête in het team. De enquête betreft de gebieden: relevante indicatoren uit het toezichtskader veiligheid op school differentiatie gebruik LVS (Leerlingvolgsysteem) werken met ontwikkelingsperspectief uitvoering ondersteuning en evaluatie en kwaliteitszorg. Alle indicatoren werden in een 5-puntsschaal geënquêteerd (1 = niet waar, 5 = helemaal waar). Uit de enquête kan geconcludeerd worden dat teamleden van de Antoniusschool de indicatoren zeer positief beoordelen. Indicatoren die beoordeeld worden met een 4,5 of hoger zijn: De sociale competenties van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. Het personeel zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren geven duidelijk uitleg van de leerstof. De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van prestaties en de ontwikkeling van leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school stelt voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte een ontwikkelingsperspectief op.
9
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaken overschrijden. De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
De laagste gemiddelde score is een 3: De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling-populatie mag worden verwacht. N.a.v. deze indicator is de Antoniusschool in maart 2013 een intensief verbetertraject ingegaan. Zie “schoolverbeterplan Antoniusschool”. De indicatoren met een gemiddelde score onder 4.1 die het meest relevant zijn worden hieronder toegelicht. Dit zijn indicatoren die aandacht nodig hebben. Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in de ontwikkeling tussen de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben. Op basis van de analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor leerlingen die met extra didactische en pedagogische onderwijsbehoefte. De school voert de ondersteuning planmatig uit. Toelichting: We hebben de afgelopen periode intensief gewerkt aan het verhogen van de resultaten van de eind-cito. We zien hier al zeker resultaten van op de middentoetsen en in mindere mate op de eind-cito. Dit blijft in onze plannen en de ontwikkeling van de school een aandachtspunt.
10
De laatste jaren neemt de diversiteit van de leerlingen in de onderbouw wat toe. We zijn ons vanaf het schooljaar 2013/2014 verder aan het verdiepen in het woordenschatonderwijs, zodat we ook voor de groep leerlingen met een taalachterstand een passend aanbod kunnen realiseren.
Door steeds meer in te zoomen op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen kunnen we ook steeds beter afstemmen op de onderwijstijd die elke leerling nodig heeft om de kerndoelen te kunnen halen.
Door het werken met een cyclisch proces ( zie handelingsgericht werken) kunnen we het planmatig werken in steeds grotere mate realiseren en borgen. School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
3.2
Preventief en handelingsgericht werken
Op de Antoniusschool streven wij er naar om te werken volgens de uitgangspunten van handelingsgericht werken ( HGW). Het betreft de volgende uitgangspunten: 1. De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal. (Het gaat er niet om wat de leerling heeft maar om wat de leerling nodig heeft. Het is oplossingsgericht.) 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking tussen leerlingen, stamgroepleidster, school, ouders en andere betrokkenen. (Hoe goed is de omgeving afgestemd op wat leerlingen nodig hebben? We kijken naar ‘DIT kind in DEZE groep bij DEZE stamgroepleidster in DEZE school met DEZE ouders’.) 3. De stamgroepleidster doet ertoe! (Het is de stamgroepleidster die ’t doet. Wat heeft hij/zij hiervoor nodig?) 4. Positieve aspecten van leerling, stamgroepleidster, groep, school en ouders zijn nodig om succes te behalen. 5. Constructieve samenwerking tussen alle betrokkenen. 6. Doelgericht werken. 7. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant. (Het is betrokkenen duidelijk hoe de school wil werken en waarom. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, hoe en wanneer.) Handelingsgericht werken gaat uit van een cyclisch proces. Dit proces ziet er als volgt uit:
11
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Hoe geven wij op school concreet invulling aan dit proces?. Wij doorlopen hierbij de volgende fasen: waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren. Waarnemen In deze fase wordt het vorige groepsplan geëvalueerd. Vervolgens verzamelt en ordent de stamgroepleidster gegevens van leerlingen. Hij/zij geeft deze weer op de groepskaart en in het desbetreffende groepsplan. De stamgroepleidster verzamelt deze gegevens door: het analyseren van LVS-toetsen en methodetoetsen; de analyse dagelijks werk; inzet ‘KIJK’; inzet ‘ZIEN’; het observeren van leerlingen; het praten met leerlingen; het praten met ouders; de informatie uit overdracht van vorige groepsleerkracht. Begrijpen In de fase van begrijpen benoemt de stamgroepleidster de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen. Het gaat hierbij om leerlingen die meer nodig hebben dan het reguliere basisaanbod (aanbod van de basisgroep) om het doel te bereiken. Hierbij gaat het niet alleen om leerlingen met lage resultaten maar ook om leerlingen die iets extra’s nodig hebben wat betreft hun concentratie, leerstijl, werkhouding, taakaanpak en uitdaging. Ook leerlingen die gemiddelde of hoge resultaten halen kunnen dus iets extra’s nodig hebben. De onderwijsbehoeften worden op het groepsoverzicht benoemd. Groepsbespreking in fase begrijpen en/of plannen De groepsbespreking waarbij stamgroepleidster en intern begeleider aanwezig zijn, vindt plaats in de fase begrijpen en/of plannen. Dit is afhankelijk van de jaarplanning en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht. De inhoud van de groepsbespreking is gericht op het groepsoverzicht en het groepsplan en de ondersteuningsbehoeften die de stamgroepleidster hierbij heeft. Verder wordt er, afhankelijk van het moment in het jaar en/of indien nodig, gesproken over vakgebieden waar nog geen groepsplan voor is; sociaal emotionele ontwikkeling; LVS-opbrengsten en overige hulp/begeleidingsvragen van de stamgroepleidster. Het doel van de groepsbespreking is dat de stamgroepleidster over voldoende handvatten beschikt om een nieuw groepsplan op te stellen en/of aan te passen én het uit te voeren. De stamgroepleidster ziet het zitten en heeft er zin in! Tevens is het een moment voor de stamgroepleidster om te reflecteren op zijn/haar handelen in de groep en inventariseren we de leerlingen voor de leerlingbespreking. Leerlingbespreking in fase begrijpen en/of plannen Tijdens de groepsbespreking bepalen stamgroepleidster en intern begeleider samen welke leerlingen er voor de leerlingbespreking worden aangemeld. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen 12
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
die herhaaldelijk onvoldoende profiteren van het groepsplan, leerlingen waarvan de onderwijsbehoeften niet helder zijn, leerlingen met een eigen leerlijn, of leerlingen met een ernstige problematiek. In de leerlingbespreking staan zowel de ondersteuningsbehoeften van de leerling als van de stamgroepleidster centraal. Hierbij wordt er uit gegaan van kansen en mogelijkheden en oplossingsgericht gewerkt. Plannen In de fase van het plannen clustert de stamgroepleidster de leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften en stelt vervolgens het groepsplan op. Bij het clusteren van leerlingen is het belangrijk om dit op zo’n manier te doen dat er zoveel mogelijk tegemoet gekomen wordt aan de onderwijsbehoeften van leerlingen én het tegelijkertijd haalbaar is qua klassenmanagement. We hanteren 3 groepen binnen het groepsplan: basisgroep, ondersteuningsgroep, uitdaging groep. In het groepsplan staat aan welke doelen er de komende periode gewerkt wordt. Er wordt ook beschreven welke aanpak/methodiek en organisatie er gehanteerd worden en hoe er geëvalueerd wordt. Realiseren In deze fase voert de stamgroepleidster het groepsplan uit. De activiteiten van het groepsplan worden naar de week- en/of dagplanning vertaald. Tijdens de uitvoering observeert de stamgroepleidster hoe de leerlingen bezig zijn; analyseert het werk en de methodetoetsen en heeft gesprekken met leerlingen en ouders. De stamgroepleidster kijkt hierbij naar zijn/haar eigen handelen. Is mijn aanbod uitdagend genoeg? Hoe reageren de leerlingen op mijn instructie? Wat werkt goed? Kloppen mijn beelden over de leerlingen of moet ik deze bijstellen? Wat betekent dit alles voor mijn handelen? Na de uitvoering wordt het plan geëvalueerd en start de cyclus opnieuw. Groepsbezoeken Groepsbezoeken door de intern begeleider kunnen afhankelijk van het doel in de verschillende fasen van de HGW-cyclus plaats vinden. Een groepsconsultatie door de intern begeleider kan gericht zijn op één of meerdere van de volgende punten: De hulpvraag van de stamgroepleidster. Een hulpvraag kan voor- of tijdens een groeps- of leerlingbespreking geformuleerd worden. De uitvoering van het groepsplan bijvoorbeeld a.d.h.v. een checklist. Een langdurig coachingstraject van een stamgroepleidster. Groepsconsultaties worden nabesproken tijdens een groeps- of leerlingbespreking of op een ander moment. Indien nodig maakt de intern begeleider een verslag of de punten worden meegenomen in het verslag van de groeps- of leerlingbespreking. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften D.m.v. het handelingsgericht werken probeert de school zo goed mogelijk aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van leerlingen. Het kan zijn dat de inzet van de leerkracht binnen de 13
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
reguliere zorg in de groep niet voldoende is om het kind zich te laten ontwikkelen naar zijn mogelijkheden. Dit zijn signalen die opgepakt worden door stamgroepleidster en intern begeleider. Een leerling wordt dan besproken in een leerlingbespreking. Er wordt gekeken of de onderwijsbehoeften van deze leerling helder zijn. Vervolgens wordt er bepaald welke acties er nodig zijn om onderwijsbehoeften helder te krijgen of, indien deze wel helder zijn, wat de stamgroepleidster nodig heeft om het kind te kunnen helpen. N.a.v. deze bespreking zullen er acties worden ondernomen. Het zorgtraject treedt in werking. De intern begeleider draagt zorg voor de coördinatie van deze activiteiten in het kader van leerlingenzorg. Stamgroepleidster en intern begeleider bewaken samen het proces en zijn samen verantwoordelijk. Zie voor meer informatie het document “Cyclisch werken op de Antoniusschool” 3.3 Het volgen van de leerlingen In de fase “waarnemen” bekijken we wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn. Op die manier houden we het leerproces nauwlettend in de gaten. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, verzamelen we verschillende gegevens via: observaties: hoe doet, denkt en speelt een leerling en hoe verwerkt het de lesstof; toetsen: na een afgerond leerstofonderdeel nemen wij een toets af om te zien of de leerlingen de stof hebben begrepen. Dit kunnen toetsen zijn die bij de methodes horen of juist los daarvan staan (landelijk genormeerde toetsen zoals de Citotoets); rapportagegegevens: 2 keer per jaar beschrijven we de voortgang van de leerlingen in een rapport. Tevens worden ook de Cito-scores vermeld in deze rapportage. De groepen 1 tot en met 7 ontvangen twee keer per jaar zo’n rapport, groep 8 één keer. Alle informatie over de leerlingen (op individueel- en groepsniveau) verzamelen we in een speciaal leerlingvolgsysteem (Parnassys). Op deze manier houden we goed overzicht over hoe de leerlingen zich ontwikkelen en kunnen we actie ondernemen als dat nodig is. Zonder toestemming van de ouders wordt er geen informatie uit dit volgsysteem verstrekt aan derden. Toetsen en observaties Gedurende een schooljaar worden alle leerlingen op diverse momenten getoetst. We gebruiken hier verschillende toetsen en instrumenten voor. Hieronder volgt een overzicht. Sociaal emotionele ontwikkeling: ZIEN! Wij zien de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen als de basis voor hun verdere leren en ontwikkeling. Om dit goed in beeld te krijgen vullen we twee keer per jaar een vragenlijst in per kind, en vanaf schooljaar 2014-2015 laten we ook de kinderen uit de bovenbouw een eigen vragenlijst invullen. Uit dit webbased systeem krijgen we dan een goed overzicht van het kind en de groep. Vervolgens wegen we de observaties en de groepsoverzichten. Op welk vlak heeft deze leerling extra onderwijsbehoeften? En hoe gaan we dit de komende 14
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
periode vormgeven? We werken nu een jaar met dit systeem en willen ons hierin de komende jaren verder ontwikkelen. Observatielijst Kleuters In de onderbouw observeren de stamgroepleidsters de ontwikkeling van elk leerling. Ze kijken hierbij naar verschillende gebieden en maken gebruik van het observatie- en volgsysteem ‘Kijk”. Kijk is een praktisch hulpmiddel bij het verzamelen en registreren van observatiegegevens. kijk gaat uit van de ontwikkelingslijnen van kleuters basisgegevens omvatten: basiskenmerken, betrokkenheid en risicofactoren de basale ontwikkelingsbehoeftes, zoals zelfstandigheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling het speel- en werkgedrag de motorische ontwikkeling de zintuiglijke ontwikkeling de spraak- en taalontwikkeling de wereldverkenning, zoals de ruimtelijke oriëntatie symboolherkenning, zoals de herkenning van letters en taal. Aan het eind van de kleuterperiode schrijven de stamgroepleidsters een rapport over de ontwikkeling van een leerling gedurende de kleuterperiode. In dit rapport staat ook informatie over de aansluiting naar groep 3. Leestoets Een aantal keer per jaar worden er leestoetsen afgenomen bij de leerlingen van groep 3 tot en met groep 8. Ook worden de leerlingen op vaste momenten gescreend op uitval bij lezen en spellen (dyslexieprotocol). Tempotoets Voor rekenen nemen we twee keer per jaar bij de leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 een tempotoets rekenen af. Bij deze toets moeten de leerlingen binnen een vaste tijd sommen maken. De toets wordt gebruikt om te bepalen wat het automatiseringsniveau van een leerling is en om eventuele achterstanden te signaleren. De toets bestaat uit onderdelen als optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen. Onze rekenmethode bevat ook toetsen die we gebruiken om te controleren hoe de leerlingen ervoor staan. Cito-toetsen Voor het technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en begrijpend lezen nemen we naast de methodegebonden toetsen ook de Cito-toetsen af.
15
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Cito entreetoets Naast de reguliere citotoetsen hebben we in het schooljaar 2013-2014 de entreetoets van cito ingevoerd voor groep 6 en 7. Deze toetsen worden aan het einde van het schooljaar gemaakt en geven op meer onderdelen dan de reguliere citotoetsen de vorderingen en de aandachtspunten per leerling aan. Op deze wijze kunnen we de onderwijsbehoeften van de leerlingen in de bovenbouw goed in beeld krijgen en het onderwijs daarop aanpassen. Daarnaast geeft het voor ons en voor ouders al een beeld van de verwachte uitstroom naar het VO. Cito-eindtoets De Cito-eindtoets wordt vanaf 2015 in april afgenomen bij alle leerlingen van groep 8. De toets is een schoolvorderingentoets voor leerlingen aan het eind van groep 8 en geeft informatie over de prestaties van zowel de leerlingen als de school. De toets is bedoeld om het schoolsucces van de leerlingen in het voortgezet onderwijs te voorspellen. Het is dus géén examen. Leerlingen kunnen er niet voor slagen of zakken.
3.3
Licht curatieve interventies
Expertise team/ teamleden Wij geloven dat de leerkracht er toe doet! Ervaring en scholing op het gebied van het ondersteunen van leerlingen is erg waardevol om het onderwijs voor elke leerling zo passend mogelijk te maken. Hieronder een overzicht van de opgebouwde kennis en ervaring van de teamleden.
16
Ervaring met / kennis van het begeleiden van kinderen met ASS (meerderheid team) Ervaring met / kennis van het begeleiden van kinderen met sociaal emotionele problematiek / hoog gevoeligheid ( meerderheid team) Ervaring met / kennis van het begeleiden van kinderen met dyslexie ( meerderheid team) Ervaring met / kennis van het begeleiden van kinderen met ADHD problematiek (helft team) Ervaring met / kennis van het begeleiden van kinderen met dyscalculie (1 leerkracht) Kennis over diabetes ( 1 leerkracht) Ervaring met / kennis van het begeleiden van hoogbegaafde kinderen ( 2 leerkrachten) Ervaring met / kennis van het houden van kindgesprekken ( 1 a 2 leerkrachten) Er werken op school twee teamleden met een opleiding Speciaal Onderwijs en een teamlid heeft de opleiding ( ortho)pedagogiek gevolgd.
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Op de Antoniusschool bieden we een aantal lichte curatieve interventies. Deze worden hieronder beschreven. Dyslexieprotocol Leesproblemen en dyslexie: Naast een goed basisaanbod, vinden wij het belangrijk om het leren lezen en spellen van de leerlingen goed te volgen en eventuele lees- of spellingsproblemen vroegtijdig te signaleren. Daarom hebben wij vaste meetmomenten opgenomen in onze jaarplanning voor groep 1 tot en met 8. Op basis van de opbrengsten van deze meetmomenten stellen wij de ondersteuningsbehoeften van onze leerlingen vast en stellen wij groepsplannen (en eventueel individuele plannen) op. Op de Antoniusschool gebeurt de begeleiding van lees- en spellingsonderwijs van onze leerlingen in 4 niveaus, afhankelijk van wat de leerling nodig heeft. Niveau 1. **-groep: basisgroep. De leerling valt binnen de basisgroep in het groepsplan en ontwikkelt zich goed door mee te doen met het basisaanbod en de basisinstructies vanuit de methode. Niveau 2. *-groep: instructieafhankelijke groep. De leerling valt binnen de * groep in het groepsplan, krijgt extra instructies en wordt extra begeleid bij het inoefenen van de stof. Deze ondersteuning gebeurt binnen de groep tijdens de verlengde instructie. Niveau 3: De leerling krijgt, naast het aanbod in de *-groep drie keer per week 20 minuten extra leesbegeleiding. Dit kan groepsgewijs binnen of buiten de groep. Wij gebruiken hiervoor –afhankelijk van het niveau- programma’s zoals Ralfi-lezen en Connect. Niveau 4: Met hulp van externe dyslexietraining. In samenwerking met ketenpartners wordt het aanbod bepaald, zoveel mogelijk afstemmend op wat de leerling nodig heeft. Ouders worden bij alle niveaus op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van hun kind. N.a.v. de hulp thuis en op school wordt gekeken of de leerling voldoende groeit. Alle plannen (hulp binnen én buiten de groep) evenals de opbrengsten van de meetmomenten worden vastgelegd in Parnassys. Is diagnostisch onderzoek nodig, dan betaalt de zorgverzekeraar dit in principe. Dyslectische leerlingen hebben recht op hulpmiddelen, dispensatie en compensatie. De school bekijkt, samen met ouders en leerling, welke aanpassingen voor de leerling wenselijk zijn. Voor meer informatie over dyslexie en leesproblemen, zie ons schoolspecifiek dyslexieprotocol. Dit protocol wordt in het schooljaar 2014-2015 opnieuw aangepast aan de nieuwste ontwikkelingen en inzichten.
Rekenproblemen en dyscalculie; preventie en interventie Rekenproblemen worden voor het grootste deel voorkomen door goed onderwijs te bieden. Ons eerste doel is daarom reken-wiskunde problemen voorkomen. Effectieve instructies, voldoende leertijd, goede begeleiding en een juiste methode zorgen voor een juist basisaanbod. Daarnaast is het belangrijk rekenproblemen tijdig te signaleren. Dit doen wij met methode-gebonden toetsen en niet-methodegebonden toetsen (Cito). In groep 1 en 2 leggen wij de ontwikkelingen van de leerlingen vast in het observatiemodel KIJK. Dit observatiesys-
17
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
teem is niet-methodegebonden. Deze niet-methodegebonden meetmomenten staan vast in de jaarplanning van onze school. De methodegebonden toetsen van groep 3 tot en met 8 worden afgenomen na elk lesblok, om zo te zien of de leerlingen de aangeboden stof voldoende kennen om door te gaan. Op basis van de opbrengsten van deze meetmomenten stellen wij de ondersteuningsbehoeften van onze leerlingen vast en stellen wij groepsplannen (en eventueel individuele plannen) op. Ouders worden uiteraard op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van hun kind. N.a.v. de hulp thuis en op school wordt gekeken of de leerling voldoende groeit. Alle plannen (hulp binnen én buiten de groep) evenals de opbrengsten van de meetmomenten worden vastgelegd in Parnassys.
Ons tweede doel is tijdig en vakkundig handelen in situaties waar toch rekenwiskundeproblemen ontstaan. Want juist dan is optimale afstemming, passende en effectieve begeleiding noodzakelijk. Op de Antoniusschool gebeurt de begeleiding van ons rekenonderwijs in drie niveaus, afhankelijk van wat de leerling nodig heeft.
Niveau 1. **-groep: basisgroep. De leerling valt binnen de basisgroep in het groepsplan en ontwikkelt zich goed door mee te doen met het basisaanbod en de basisinstructies vanuit de methode.
Niveau 2. *-groep: instructieafhankelijke groep. De leerling valt binnen de * groep in het groepsplan, krijgt extra instructies en wordt extra begeleid bij het inoefenen van de stof. Deze ondersteuning gebeurt tijdens de verlengde instructie.
Niveau 3: De leerling krijgt, naast het aanbod in de *-groep én extra instructies binnen de groep, extra begeleiding binnen of buiten de groep. De nadruk van deze begeleiding ligt naast ré-teaching vooral op pré-teaching, waardoor leerlingen met rekenproblemen de reguliere instructies van de groep ook bij kunnen wonen. In sommige gevallen is het mogelijk dat de leerling met ernstige reken-wiskundeproblemen een nog meer passend aanbod nodig heeft, ondanks alle hulp van ouders en school. Er wordt dan onderzocht (eventueel met behulp van een ketenpartner), welke doelen wel haalbaar zijn voor deze leerling. Ons aanbod stemmen wij daarop aan, eventueel met hulp van een externe partner. Zo willen wij alle leerlingen brengen tot een passend, acceptabel rekenniveau.
In geval van ernstige rekenproblemen/ dyscalculie: In de praktijk is de grens tussen ernstige rekenwiskunde-problemen en dyscalculie moeilijk te trekken. Alleen met extern onderzoek en een periode van intensieve, deskundige begeleiding kan worden vastgesteld of het gaat om ernstige rekenwiskunde-problemen of om dyscalculie. Daarom volgen wij het landelijk protocol Ernstige Reken Wiskunde-problemen en Dyscalculie (in het kort ERWD.) Het school-specifieke dyscalculieprotocol is nog in ontwikkeling.
18
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Interne plusgroep Leerlingen van groep 5-8 met een ontwikkelingsvoorsprong, willen wij stimuleren in hun ontwikkeling door o.a. een keer per week gedurende een uur een plusgroep te organiseren. “Het doel van de plusgroep is om te voorzien in een onderwijsbehoefte van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en/of meer - / hoogbegaafde kinderen. Deze kinderen worden op gezette tijden in staat gesteld aan de slag te gaan met ontwikkelings-gelijken. De kinderen worden uitgedaagd op cognitief, sociaal-emotioneel en creatief gebied. Leren samenwerken, zelfstandig werken en het ontwikkelen van sociale vaardigheden zijn belangrijke uitgangspunten.” Zie: “Uitgangspunten Plusgroep”. Onderwijsprogramma’s en leerlijnen afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. Voor de vakgebieden spelling, begrijpend lezen, rekenen en aanvankelijk lezen wordt volgens de HGW-cyclus gewerkt in 3 niveaus. Dit betreft de basisgroep, de instructieafhankelijke groep en de plusgroep. Wanneer een leerling (uit de instructieafhankelijke groep), ondanks intensieve extra hulp, geen/nauwelijks leerwinst behaalt gedurende 3 CITO toetsperioden en het eindniveau groep 7 het maximaal haalbare lijkt, kan er besloten worden de leerling op een eigen leerlijn te plaatsen die gebaseerd is op een ontwikkelingsperspectief. Hierbij wordt de leerling voor één of meerdere vakgebieden van de leerlijn van de jaargroep afgehaald en gaat werken volgens een volledig eigen opgezette leerlijn en/of de leerlijn van een andere jaargroep. Hierbij wordt altijd gestreefd naar een zo hoog mogelijk uitstroomniveau in groep 8. Dit gebeurt bij leerlingen vanaf groep 5. We houden ons hierbij aan de afspraken en richtlijnen van het ‘OPP kader SKOVV’. Zie “OPP kader SKOVV”. Indien een cognitief sterke leerling (uit de uit de plus groep) iets anders nodig heeft dan binnen dit niveau geboden wordt, kan er gekozen worden voor compacten en verrijken. Daarnaast kan hij/zij deelnemen aan de interne plusgroep. Blijven er vragen over de ontwikkeling of begeleiding van deze leerling, kan middels het DHH (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid) de onderwijsbehoeften in kaart worden gebracht. In overleg met leerkrachten en ouders wordt bekeken welke specifieke onderwijsbehoeften deze leerling heeft en hoe we dit kunnen realiseren. Fysieke toegankelijkheid / beschikbare hulpmiddelen Het schoolgebouw is toegankelijk voor mindervalide leerlingen; er is een lift aanwezig. Er zijn op school verschillende hulpmiddelen aanwezig voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Zo is er bijvoorbeeld aangepast meubilair, minder validentoilet en een doucheruimte. Ook zijn er laptops, koptelefoons; tangles etc. Pedagogische programma’s en methodieken Kanjertraining In elke groep is tenminste een leerkracht gecertificeerd voor het geven van de kanjertraining (zie ook www.kanjertraining.nl) 19
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
De 5 basisregels: Niemand speelt de baas Niemand doet zielig We lachen elkaar niet uit We helpen elkaar We vertrouwen elkaar Zij sluiten perfect aan bij de visie van de school. Eenvoudige en heldere regels die schoolbreed, allesomvattend zijn en die ook voor de kleuters en ouders een duidelijk houvast bieden. De Kanjermethode is NIET het verzorgen van een aantal thema’s of lesjes. Elke dag opnieuw biedt kansen om als kanjers met elkaar om te gaan. Het ‘kanjeren’ staat wekelijks op het rooster. De Kanjermethode leert ons in onze eigen spiegel te kijken maar ook te kijken naar elkaar, vaardigheden te leren en respect te hebben voor verschillen. Protocol voor medisch handelen Er is een protocol voor medisch handelen aanwezig. Zie protocol “Medicijngebruik op school-SKOVV”. Pestprotocol Zie “Beleidsdocument SEO Antoniusschool” . Meldcode Kindermishandeling Zie “Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling”.
3.4 Ondersteuningsstructuur Schema ondersteuningstraject Zie bijlage voor document.
20
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
3.5
Samenwerking met externe partners
Samenwerkingspartner CJG Leerplicht gemeente GGD: schoolarts, jeugdverpleegkundige, logopediste, schoolmaatschappelijk werkster
Samenwerking bij / gericht op Opvoedingsondersteuning Verzuim Gezondheidsadvies, ontwikkeling van de kinderen, ondersteuning in het gezin
GGZ- Bosman, Karakter Intraverte Praktijk Grootsklein Logopedie Praktijk Barneveld
Psychologisch onderzoek en adviezen Psycho-motorische therapie, weerbaarheid Kindercoach, kindertraining “blij met mij” Onderzoek en behandeling logopedie onderzoek en behandeling dyslexie Hulp bij motorische/ schrijfproblemen, gedeeltelijk op school en thuis. Ondersteuning bij begeleiding langdurig zieke kinderen
Ergotherapie praktijk Veluwe Ambulante begeleider cluster 3
21
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
4. Extra ondersteuning Wanneer een leerling meer nodig heeft dan onze school, vanuit de basisondersteuning, kan bieden, kunnen wij een beroep doen op extra- of specialistische ondersteuning op stichtingsniveau of op het niveau van het samenwerkingsverband. Extra ondersteuning op niveau van SKOVV Alle scholen van stichting SKOVV, waartoe ook onze school behoort, geven aandacht aan leerlingen die moeite hebben met de lesstof, die gemiddeld presteren, maar ook aan kinderen die bovengemiddeld scoren en bijzondere talenten hebben. Om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van deze specifieke groep leerlingen werkt SKOVV sinds 2011 met een bovenschoolse Plusgroep. Hier bieden we begaafde leerlingen van al onze 14 scholen vanaf groep 5, één dag in de week, een specifiek onderwijsaanbod dat aansluit bij hun intellectuele mogelijkheden en interesses. In de Plusgroep, waar maximaal 15 leerlingen geplaatst kunnen worden, bieden we een extra verrijkend onderwijsaanbod, los van wat het kind doet in de reguliere groep. Het gebruikte leermateriaal is specifiek bedoeld voor het begaafde kind. Het is uitdagend met een hoog abstractieniveau, doet een beroep op de zelfstandigheid en creativiteit en stimuleert een onderzoekende houding. Niet ieder kind komt voor de Plusgroep in aanmerking. Er vindt een zorgvuldige selectie plaats. Hierdoor komt de hulp terecht bij kinderen die er, op grond van hun capaciteiten en leereigenschappen, het meest behoefte aan hebben. Eenduidige criteria en een duidelijke aanname- en uitstroomprocedure garanderen dit. De leerkracht van uw kind en de intern begeleider van de school kunnen u hierover informeren. Zij hebben ook een informatiefolder beschikbaar. De plusgroep is gehuisvest in de Godfried Bomansschool in Ede.
22
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Extra ondersteuning in overleg met het samenwerkingsverband. Alle scholen in de regio van onze school, zijn verbonden aan het samenwerkingsverband Rijn & Gelderse Vallei. In dit verband werken scholen en besturen (vanaf 1 augustus 2014) samen aan invulling van het passend onderwijs. Ieder kind dat wordt aangemeld in de regio, moet een passende plek krijgen wat tegemoet komt aan zijn/haar onderwijsbehoeften. Dat kan op onze school zelf zijn met extra ondersteuning, of op een andere meer passende school binnen het samenwerkingsverband.
Samenwerkingsverband Rijn & Gelderse Vallei kent drie niveaus van ondersteuning:
Basisondersteuning – niveau 1 Met een heel groot deel van de kinderen gaat het gelukkig prima op onze school. De leerkracht probeert het onderwijsaanbod af te stemmen op de onderwijsbehoefte van uw kind. Ook als uw kind extra ‘lichte’ ondersteuning nodig heeft, biedt de leerkracht die zelf. De interne begeleider van de school kan ondersteuning organiseren. Denk aan hulpmiddelen voor een kind met dyslexie of een training om faalangst te verminderen. Dit valt allemaal onder basisondersteuning. Wat onze school kan bieden, heeft u in de vorige paragraaf van dit document kunnen lezen. Extra ondersteuning – niveau 2 Als uw kind meer nodig heeft dan wij vanuit de basisondersteuning kunnen bieden, kan onze school een beroep doen op het expertisepunt. Hier werken deskundige mensen die met de school meedenken over wat er nodig is voor uw kind. De ondersteuningsconsulenten proberen samen met de school en ouders zo goed mogelijk de verbinding te leggen tussen de ondersteuningsvraag en de expertise en hulp die nodig is. De consulent heeft een goed 23
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
beeld wie (of welke organisatie) over welke kennis beschikt en kan deze ondersteuning efficiënt organiseren. Om te bepalen wat nodig is, kijken we samen met het expertisepunt naar het kind en naar zijn leefomgeving. Hoe gaat het op school, hoe gaat het thuis en in de vrije tijd? Wat zijn de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van kind, ouders en leerkracht/school? Dit alles wordt vastgelegd in een ‘onderwijsarrangement’. Dit kan extra onderwijsondersteuning zijn, maar ook een combinatie van onderwijs en (jeugd)hulp. Om te kijken of een arrangement noodzakelijk is en wat de specifieke onderwijsbehoefte is van het kind, vullen school en ouders samen het ‘groeidocument’ in. Dit is een standaardinstrument dat helpt om de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte helder te krijgen. Dit groeidocument wordt beoordeeld door de ondersteuningsconsulent en hij/zij weegt af welke deskundigen er met de school gaan meedenken over passende maatregelen. Dit overleg vindt plaats in het ondersteuningsteam van de school. Hierin zitten in ieder geval de leerkracht van het kind en de interne begeleider van de school. Afhankelijk van de onderwijs- ondersteuningsbehoefte van het kind, denkt en beslist ook een aantal externe deskundige mee. In het onderwijsarrangement staan in ieder geval afspraken over de duur van het plan, doel, beoogde opbrengsten en het onderwijs- ondersteuningsaanbod (het ontwikkelingsperspectief). Het arrangement kan soms in onze eigen school plaatsvinden, eventueel met inzet van externe deskundigen. Zo kunnen wij samenwerken met een andere basisschool of een school voor speciaal (basis)onderwijs in ons samenwerkingsverband. Extra ondersteuning – niveau 3 Biedt de extra ondersteuning in de school onvoldoende antwoord op de onderwijs en ondersteuningsbehoefte van het kind, dan kan het speciaal (basis) onderwijs eventueel het passende maatwerkarrangement bieden. Natuurlijk altijd in afstemming met de ouders. In ons samenwerkingsverband zijn 4 scholen voor speciaal basisonderwijs en er is een breed aanbod voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4). Hiermee heeft Rijn & Gelderse Vallei een ‘dekkend aanbod’ in onze regio. Voor plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs geeft het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidverklaring af. Vooraf is wel deskundig advies nodigAls ouders, school en twee deskundigen vanuit het expertisenetwerk, vinden dat plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs nodig is en er overeenstemming is over het type onderwijs, neemt het samenwerkingsverband dit advies vrijwel altijd over. Het checkt wel of het advies goed tot stand is gekomen en welke ondersteuning de basisschool heeft aangeboden en of de school al het mogelijke heeft gedaan om tegemoet te komen aan de onderwijs/ondersteuningsbehoefte van het kind. Wie deze deskundigen zijn is afhankelijk van de situatie. De school vraagt de toelaatbaarheidsverklaring aan. 24
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Zijn ouders of andere betrokkenen het niet eens met de beslissing van het samenwerkingsverband, dan kunnen zij een beroep doen op de Geschillenregeling. Voor ouders is de leerkracht altijd het eerste aanspreekpunt. Voor alles wat met extra onderwijsondersteuning te maken heeft, is de intern begeleider de spil op school. Heeft uw kind hulp nodig die de school zelf niet kan bieden, dan kan de interne begeleider de ondersteuningsconsulent inschakelen.
Zie voor meer informatie over ons samenwerkingsverband: www.swvrijnengeldersevallei.nl
25
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
5. Ambities en professionalisering Op de Antoniusschool zijn we de laatste jaren, en met name de afgelopen twee jaar, intensief bezig geweest met diverse ontwikkelingen. Een aantal jaren geleden heeft het hele team een driejarige Jenaplanopleiding gevolgd, waardoor elk teamlid gediplomeerd Jenaplannner is. Daarna hebben we ons ontwikkeld t.a.v. van de één-zorgroute, waarbij spelling en daarna rekenen de speerpunten waren. Vanaf schooljaar 2013-2014 zijn we gestart met een uitgebreid verbetertraject (zie “Goed worden, goed blijven; Schoolverbeterplan Antoniusschool”). Aan vier deelplannen wordt twee jaar met het hele team intensief gewerkt: A: eindopbrengsten groep 8; B: planmatig en systematisch werken aan kwaliteit van zorg; C: effectief leerkrachtengedrag in een doorgaande lijn; D: Opbrengstgericht (gedeeld) leiderschap in een professionele leergemeenschap Nadruk ligt hierbij vooral op teamscholing en -ontwikkeling. Veel van wat we met dit verbeterplan oppakken, ondersteunt en versterkt de basiskwaliteit van de school en de individuele stamgroepleider, en de mogelijkheden voor licht curatieve interventies (ondersteuningsniveau 1). De nul-meting laat ook zien wat daarvan het niveau is. De indicatoren die nog niet op voldoende niveau zijn, zijn veelal onderdeel van het verbeterplan en zullen extra aandacht krijgen: De school biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in de ontwikkeling tussen de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben. Op basis van de analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor leerlingen die met extra didactische en pedagogische onderwijsbehoefte. De school voert de ondersteuning planmatig uit. Daarnaast zal ook persoonlijke scholing ingezet worden, veelal gericht op het ontwikkelen van een specialisatie binnen het team, waarbij de mogelijkheden voor extra ondersteuning (ondersteuningsniveau 2) vergroot en versterkt worden: opleiding dyslexie opleiding dyscalculie scholing kleuteronderwijs scholing gesprekken met kinderen scholing coöperatief werken 26
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Bijlage 1: Begrippenlijst / afkortingen (in alfabetische volgorde) HGW (M)RT OGW OOP OPP SKOVV SOP SOT SWV
Handelingsgericht werken (Motorische) Remedial Teaching Opbrengstgericht werken Onderwijsondersteunend personeel Ontwikkelingsperspectief Stichting Katholiek Onderwijs Veluwe-Vallei Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsteam Samenwerkingsverband
HGW / Handelingsgericht werken HGW wil de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van alle leerlingen verbeteren. Het is een systematische manier van werken, waarbij het aanbod afgestemd is op de onderwijsbehoeften en de basisbehoeften van de leerlingen. Aan de hand van de kindkenmerken wordt gekeken welke onderwijsbehoeften het betreffende kind heeft. Het onderwijs wordt daarop aangepast. OGW / Opbrengstgericht werken OGW heeft hoge verwachtingen van de kinderen en gaat uit van doelgericht werken. Dat is van belang op alle niveaus binnen de school, dus niet alleen de leerkracht, maar ook het management team. Voor de leerkracht betekent doelgericht werken onder andere dat hij de doelen op groepsniveau formuleert en vertaalt naar een groepsplan. Op deze manier zijn de verschillen binnen de groep beter te hanteren. OPP / Ontwikkelingsperpectief Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en eventueel een aangepast onderwijsprogramma volgen. PDCA-cyclus Voor het managen van verbetertrajecten bestaan diverse modellen. In alle gevallen bestaan deze modellen uit een aantal te herhalen stappen. De PDCA-cirkel is wellicht de bekendste checklist als het gaat om continu verbeteren. De cirkel bestaat uit vier fasen: plan, do, check en act.
27
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
SMART formuleren Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen, intenties, of goede voornemens. Om succesvol leiding te geven moet je zoveel mogelijk SMART doelen stellen. SMART staat voor: Specifiek - Meetbaar - Acceptabel - Realistisch - Tijdgebonden 1-Zorgroute Met de 1-zorgroute wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De kern van de 1-zorgroute is de cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen. Hierin is proactief handelen het uitgangspunt.
28
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
Bijlage 2: Document Ondersteuningstraject
Ondersteuningstraject Antoniusschool conceptversie: mei 2014
groepsoverzicht en groepsplan beschrijving van: onderwijsbehoeften resultaten observaties belemmerende factoren bevorderende factoren
informatie uit: evaluatie vorig groepsplan groepsbespreking observaties collegiaal overleg gesprek kind gesprek ouders methode toetsen niet-methodetoetsen (Cito)
evaluatie gericht op: groepsplan groepsoverzicht
informatie uit: analyse toetsen groepsbespreking observaties gesprekken
De meeste ondersteuning vindt dagelijks in de groep plaats. Hoe effectiever deze basisondersteuning geregeld is, hoe meer kinderen géén extra zorg nodig hebben. Voorwaarden: * Effectieve instructie geven: werken met het directe instructiemodel (DIM) d.m.v. instructie aan de grote groep, de rest van de groep en verlengde instructie aan de zwakste groep * Effectief klassenmanagement, gericht op inrichting van de klas, regels / afspraken, effectieve leertijd / taakgerichtheid en preventieve probleemsituaties * Zelfverantwoordelijk werken, gericht op taakgerichtheid, uitgestelde aandacht, hanteren van signalen (stoplicht) / regels, feedback geven, service rondes hanteren en uitloopwerk voor de leerlingen (aangepast weektaak) * Directe feedback: tijdens het verwerken van de instructie, of zo snel mogelijk bespreken van gemaakte fouten.
aanpassen / wegen welke nieuwe onderwijsbehoeften heeft dit kind?
kan ik tegemoet komen aan de onderwijsbehoefte van dit kind? JA NEE
nieuw groepsplan / groepsoverzicht bijstellen groepsplan en groepsoverzicht
leerlingbespreking samen met IB'er leerling(en) bespreken.
uitkomst ik kan d.m.v. licht curatieve er is naast curatieve interventies tegemoet interventies, meer komen aan de ondersteuning nodig onderwijsbehoefte van de leerling(en)
In ieder geval op vastgestelde tijden (zorgkalender) bespreekt de leerkracht met de IB'er de hele groep. Resultaat van deze bespreking is in ieder geval een overzicht van kinderen waarvoor de basis-ondersteuning in de groep niet voldoende is: er zijn andere interventies nodig. Ouders worden op de hoogte gesteld over de extra ondersteuning die het kind nodig heeft.
* aanpassen groepsplan * opstellen individueel handelingsplan * notitie in Parnassys
naar nivo 2
29
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool
naar nivo 2 overleg met expertisepunt SWV
adviezen leerkracht / school
onderwijsarrangement toekennen arrangement
ontwikkelperspectief opstellen perspectief
leerling ontwikkelt zich naar zijn / haar mogelijkheden school kan deze zorg realiseren JA NEE
naar nivo 3 aanvragen toelaatbaarheidsverklaring SO / SBO
30
School Ondersteuningsprofiel Antoniusschool