Ondersteuningsplanraad. Secretariaat:
Schoolstraat 15, 1831 CC Koedijk, 072-5614496,
[email protected] .
Notulen van de vergadering van de OndersteuningsPlanRaad (OPR) van samenwerkingsverband (swv) PO Noord-Kennmerland op 4 maart 2014 in het gebouw van stichting Flore te Heerhugowaard. Aanwezig: Nathalie de Groot, Rogier van Weert, Saskia de Rover, Thea van der Zijden, Teun Vellema, Ron Koppies, Janna Elsinga, Hendries Teitsma, Ines Grapendaal en Yvonne Dellemijn. Aanwezig namens het Bevoegd Gezag (BG): Afwezig met bericht: Laetitia Kavelaars, Jet Eiling en Simone de Wit. Afwezig zonder bericht: Jaap Nijhof Op de publieke tribune: Extern deskundige: Cris Sevillano Voorzitter: Teun Vellema
notulist: Piet de Ruiter
1. Opening Teun opent de vergadering, heet iedereen welkom en meldt, dat Laetitia en Jet er vanavond niet bij kunnen zijn. Later meldt hij nog, dat ook mevrouw de Wit vanavond verhinderd is. 2. Notulen van de vergadering van 29 januari 2014 Hendries wil graag een uitspraak van het bestuur van het swv over hoe om te gaan met de situatie, dat een school een leerling niet kan plaatsen en die leerling op een andere school probeert te plaatsen. Hoe wil het bestuur “afdwingen”, dat een kind dan toch geplaatst kan worden? Rekening houdend met het eerbiedigen van elkaars identiteit, dus het verschil tussen openbare scholen en scholen met een confessionele grondslag. De anderen zijn het met hem eens. De notulen zijn vastgesteld. 1
3. Mededelingen a. Van het bevoegd gezag Geen b. Van het bestuur van de OPR Geen. Het verheugt Teun, dat een bezuiniging € 500.000.000 is geschrapt. 4. Binnengekomen en uitgaande post Geen. 5. Bespreking van het Ondersteuningsplan, deel 4 Teun heet de heer Sevillano van harte welkom. Hij is hoofd financiën van Ronduit en maakt deel uit van de kennisgroep van het swv. We bespreken eerst de vragen, die gesteld zijn door Yvonne en Laetitia en de antwoorden die op hun vragen zijn gegeven door de heer Sevillano: Vraag: Wat wordt er uitgetrokken voor die scholen, die al drie jaar alles binnenboord houden en nu weer een jaar in het vooruitzicht krijgen, zonder hulp en nu ook weer zonder geld? Antwoord: Bij de totstandkoming van het dit ondersteuningsplan was er nog geen besluit genomen over hoe om te gaan met leerlingen die in het tijdvak 2 oktober 2013 tot en met 31 juli 2014 een indicatie ontvangen. Indien het bestuur van het SWV besluit om deze groep leerlingen net zo te behandelen als de groep van 1 oktober 2013 dan zal dit gefinancierd worden uit de beschikbare middelen van “Nader te specificeren/p.m. posten en nieuw beleid”. Hendries vraagt of er nu al wel een besluit is genomen. De heer Sevillano antwoordt, dat er nog geen besluit van het bestuur van swv ligt. Dat moet er op dit punt wel zijn voor het nieuwe schooljaar begint. Eerst wordt de stand van zaken op 1 februari en 1 mei geïnventariseerd. Saskia maakt een zijstap naar het OP. Op blz. 72 staan boven aan de rijksbijdragen. Saskia vraagt welk geld het sbo krijgt. De heer Sevillano antwoordt, dat ook op het sbo op 1 oktober een jaarlijkse telling plaatsvindt. Op grond van het aantal leerlingen op 1-10 keert het rijk het geld rechtstreeks aan het bestuur van een sbo toe. Dat zijn wel andere bedragen dan voor een reguliere leerling. Saskia mist deze bedragen in de begroting van het swv. De heer Sevillano antwoordt, dat die bedragen niet in het OP van een swv thuis horen, omdat het geld rechtstreeks naar de besturen van een sbo gaan. Het sbo krijgt ook nog 2 % van het totaal aantal leerlingen van een swv. Deze som geld is bestemd voor alle sbo-scholen van een swv. Saskia vraagt waarom dan wordt gesproken van 1,54 %. De heer Sevillano antwoordt, dat in ons swv niet 2 % van alle leerlingen op 2
een school voor sbo zit, maar 1,54 %. Het verschil (0,46 %) blijft binnen het swv. Indien het percentage leerlingen in het sbo boven de 2 % komt, moet het swv bijpassen. Vraag: In de grafiek onder aan blz. 45. Waar moet ik in dit plaatje ZO en LO zien?
Lichte onderst euning (LO)
Zware onderst euning (ZO)
Leerlingen basisonderwijs (95 brinnummers) Leerlingen speciaal basisonderwijs (3 scholen)
2014- 2015- 2016- 2017- 2018- 20192015 2016 2017 2018 2019 2020 21.443 20.94 20.44 19.94 19.44 18.94 3 3 3 3 3 329 322 313 305 297 290
Aantal rugzakken in samenwerkingsverband Leerlingen speciaal onderwijs categerie I bekostigd door samenwerkingsverband Leerlingen speciaal onderwijs categerie II bekostigd door samenwerkingsverband Leerlingen speciaal onderwijs categerie III bekostigd door samenwerkingsverband
328
0
0
0
0
0
229
224
215
209
204
199
35
35
33
32
31
30
90
88
84
82
80
78
Antwoord: In onderstaand overzicht is het onderscheid gemaakt in LO en ZO. in het OP en in het financiële gedeelte dezelfde termen te gebruiken Ines wil graag weten wat categorie I, II en III inhoudt. De heer Sevillano antwoordt, dat de categorieën door de wetgever zijn vastgesteld. Het is een oplopende schaal, waarbij categorie III de zwaarste categorie is. Teun stelt voor bij de aanbevelingen een lijst te vragen met de categorieën. Yvonne vraagt wat bedoeld wordt met zware en lichte ondersteuning. De heer Sevillano antwoordt, dat lichte ondersteuning wordt geleverd op de reguliere basisscholen en in het sbo. De basisondersteuning is de zorg en ondersteuning die in het reguliere bo geleverd diet te worden. In het so wordt de zware ondersteuning geleverd. Teun stelt voor het bestuur aan te bevelen in het OP en in het financiële gedeelte daarvan dezelfde termen te gebruiken. Nu is dat niet zo en dat wekt verwarring. Vraag: Waarom wordt dit bedrag zo veel malen groter in de eerste twee jaar? En waarom is er het eerste jaar niets? Antwoord: Het bedrag voor de zware ondersteuning wordt pas met ingang van het schooljaar 2015-2016 groter omdat dan pas voor het eerst het SWV de beschikking 3
krijgt en verantwoordelijke is over alle middelen die de leerlingen binnen het SWV genereren. In het schooljaar 2014-2015 heeft de wetgever het nieuwe SWV enkel de middelen toegekend voor de LGF-middelen en de Lichte Ondersteuning. Deze constructie maakt onderdeel uit van de overgangsregels betreffende de implementatie van passend onderwijs. De heer Sevillano licht toe, dat het ministerie geld toekent aan het sbo. Vervolgens wordt dat weer verrekend met het swv, dus het lijkt, dat veel geld binnen komt, maar door de verrekening is dat niet zo. Saskia merkt op, dat het grensverkeer wordt ontmoedigd. De heer Sevillano antwoordt, dat het geld het kind volgt. Een kind kan alleen naar een school voor sbo als het een verwijzing heeft. Vraag: Personeelslasten Ook hier een gefixeerd bedrag? Zelfs al in 14-15. Is dit het bedrag voor directeur en staf? Rogier vindt, dat alles wel heel erg vast ligt. De heer Sevillano antwoordt, dat er in het bestuur afspraken zijn gemaakt over hoeveel personeel, welke functies en welke schalen deze functies zullen vallen. Daarbij is uitgegaan van de maximumbedragen. Een aantal leden van de OPR vreest, dat zo de maximumbedragen ook de werkelijke bedragen zullen worden. Yvonne vraagt of het nieuwe swv geld vanuit de oude swv’en zal krijgen. De heer Sevillano antwoordt, dat hier in het bestuur nog over gesproken wordt. De oude swv’en zijn nog actief. Indien er vanuit de oude swv’en geld overgeheveld wordt naar het nieuwe zal dat in de rekening te zien zijn als “incidentele baten”. Vervolgens komt het dan in de begroting weer terug bij de post “nog nader te speciferen beleid”. Rogier vraagt, nu het nieuwe swv een 0-start maakt, alle binnenkomende gelden meteen worden ingezet, of dat er ook een reserve opgebouwd gaat worden. De heer Sevillano antwoordt, dat daar nog geen besluit over genomen is. Het swv moet natuurlijk wel kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen op korte termijn, maar de deelnemende besturen staan ook garant. Vraag: Als bedragen omgerekend worden naar 5 maanden van het eerste jaar en 7 maanden van het tweede jaar, dan is er verschil in de bedragen. Hoe kan dit? Antwoord: Alvorens ik hier een reactie op kan geven heb ik behoefte aan meer specifieke informatie. In de pauze van de vergadering is deze informatie gegeven. Wat het vervolg daarop is, is niet gemeld. De controle van de formules die van schooljaren de bedragen omzet naar kalenderjaren heb ik gecontroleerd bij posten die gedurende de schooljaren niet fluctueren (personeelslasten, huisvestingslasten en kantoor) en posten die niet structureel zijn (herbestedingsverplichting en inzet rugzakjes). Vraag: Als het gaat om beramingen in het het speciaal onderwijs, dan staat daar bijna overal p.m.. Waarom? Antwoord: Om de beramingen van bepaalde posten in het speciaal onderwijs te kunnen bereken is er meer informatie nodig. Voorbeelden hiervan zijn de groeiregelingen en het grensverkeer. Deze informatie wordt de komende jaren wel door DUO beschikbaar
4
gesteld om SWV beter in staat te stellen inzicht te krijgen in de financiële consequenties van het aantal verwijzingen naar het SO. Yvonne stelt een aanbeveling voor: De OPR wil van het bestuur een datum waarop de open einden uit de begroting bekend zijn (p.m.-posten, nog nader te bepalen beleid etc.) Teun stelt dat de financiële controle niet aan de OPR is, nog niet ingevulde financiële zaken wel. Saskia meldt, dat uit deze post ook het doelgroepenbeleid gefinancierd moet worden. De heer Sevillano meldt, dat de begroting steeds aangepast wordt op grond van besluiten van het bestuur en informatie. De post “nader te specificeren beleid” is de speelruimte van dit swv. De heer Sevillano geeft een grove schets van de huidige stand van zaken. Voor LGFleerlingen wordt € 1.400.000 beschikbaar gesteld. Er is € 2.400.000 beschikbaar voor alle scholen (€ 115 per leerling). Dan zijn dus al € 3.900.000 van de beschikbare € 6.500.000 bestemd. Hij meldt ook, dat er nu nog steeds LGF-beschikkingen kunnen worden aangevraagd. Een aantal leden van de OPR meldt, dat hun bestuur heeft aangegeven hierin terughoudend te zijn. De heer Sevillano stelt, dat leerlingen die zorg nodig hebben, die zorg ook moeten krijgen. Saskia vraagt waar de arrangementen op school- en groepsniveau en arrangementen op bovenschools niveau uit worden betaald. De heer Sevillano antwoordt, dat het geld uit de post “nader te specificeren beleid” komt. In het schooljaar 2014-2015 heeft het swv de verantwoording voor de lichte ondersteuning, ook het beschikbare geld voor rugzakleerlingen komt binnen bij het swv. Saskia stelt post 12 op blz. 49 aan de orde. De heer Sevillano licht toe, dat in schooljaar 2015-2016 deze post flink groter is dan in de jaren daarvoor, omdat de LGFgelden hier dan onder vallen, immers in dat jaar zijn er geen rugzakleerlingen meer. Saskia stelt voor de prijzen van de diverse arrangementen te bepalen. Zij spreekt uit, dat zij vreest, dat er wel geld beschikbaar is, maar niet gebruikt wordt, omdat de scholen hun zorg niet hebben gespecificeerd. Nathalie vraagt of de onderwijsexperts geacht worden het beleid rond de arrangementen te gaan maken. Ron stelt, dat de directies zicht hebben op het beschikbare geld, de IB’ers hebben zicht op de nodige zorg. Hij vraagt zich af, hoe je dat op elkaar laat aansluiten. Saskia vult aan met de vraag “Hoe krijg je vraag en aanbod bij elkaar?”. Hendries stelt, dat de mr van elke school recht op inzage van de LGF-gelden heeft. Nathalie vraagt wat er gebeurt met niet ingezet geld. De heer Sevillano antwoordt, dat dat geld binnen het swv blijft. Hij zou dat wel pijnlijk vinden, want het betekent dat leerlingen onvoldoende zorg hebben gekregen. Teun stelt, dat wat er met eventueel overgebleven geld gebeurt aan het bestuur is, waarbij de OPR controleert. Hendries meldt, dat “pilotscholen” al een deel van dit geld opsouperen. Scholen die later met hun plannen komen, zouden op een lege pot kunnen stuiten.
5
De heer Sevillano vindt het lastig een goede verdeelsleutel te vinden voor de toekenning van de gelden in de wijken. Het doel is alle leerlingen de ondersteuning te bieden die ze nodig hebben. Ron vraagt of deze verdeelsleutel helder te maken valt. De heer Sevillano vindt het een goede vraag, maar heeft geen antwoord. Teun vindt de ruim € 67.000 die is uitgetrokken voor huisvestingslasten hoog. Indien het aantal leerlingen daalt, wordt de overhead naar verhouding duurder. De heer Sevillano reageert met de opmerking dat er dan wellicht kan worden volstaan met een onderwijsexpert minder. De swv’en zijn gevormd op grond van een indeling van het rijk. Als een aantal swv’en dramatisch daalt in leerlingenaantal, zou het kunnen leiden tot een samenvoeging van swv’en. Saskia mist de financiële prikkel in de grootte van de staf. Teun constateert, dat de salarissen maximaal hoog zijn ingeschaald, dat had ook minder gekund. Yvonne stelt dat de medewerkers van de oude swv’en moeten solliciteren naar een functie in het nieuwe swv. De oude swv’en hebben wel verplichtingen aan hen. Ze zitten wel op een bepaald salarisniveau, dat zou lager kunnen uitpakken, hetgeen gecompenseerd moet worden. Op blz. 45, punt 3 staat duidelijk dat de oude swv’en dat moeten oplossen. De heer Sevillano vult aan met de opmerking, dat medewerkers uit de oude swv’en die niet aan een profiel voldoen, ontslagen kunnen worden. Het nieuwe swv moet natuurlijk wel zo veel mogelijk zien te voorkomen dat er ontslagen vallen. Teun vult aan met de opmerking dat mensen wel in het nieuwe systeem moeten passen. Maar de organisatie kan er ook voor zorgen, dat mensen binnen het systeem passen. Aanbeveling vanuit de OPR: Het nieuwe swv heeft “zorgplicht” naar “oud” personeel. Op blz. 74 onder organisatie staat een post van € 9718 begroot voor advies. Yvonne vraagt hoe dat bedrag zo precies kan zijn, waar andere bedragen in de begroting mooi afgeronde bedragen zijn. De heer Sevillano komt hier op terug. Yvonne merkt op, dat haar bestuur werkt met het bekend maken van kwartaalcijfers. Ze vraagt hoe dat bij Ronduit gaat en bij het swv zal gaan. De heer Sevillano antwoordt dat Ronduit werkt met tussentijdse rapportages op 30 april en 30 september en uiteraard een jaarrekening. Het swv zal de uitvoering van de begroting trimestergewijs rapporteren aan het bestuur, één maand na 1 oktober, 1 februari en 1 juni. Aanbeveling: De OPR komt bijeen na de rapportages van de uitvoering van de begroting. Blz. 81, art. 4.3 en art. 7.4. Ines meldt, dat er in deze artikelen wordt verwezen naar bijlagen. Die staan niet in het stuk, maar behoren er wel in. Blz. 49, post 12. Op voorstel van Saskia bevelen we het bestuur aan deze post uit te splitsen en specificeren in kosten voor arrangementen, kosten voor wijken en p.m.posten. Blz. 62, art. 8.6 en 8.7. Yvonne stelt voor ook iemand van de OPR in de benoemingscommissie te laten plaatsnemen. We zien dit meer als een taak van de MR, dan van de OPR. Blz. 70, punt 4.2. Janna vraagt wat in dit verband aantoonbaar is. Hendries antwoordt, dat een anoniem tevredenheidsonderzoek het enige middel is om het “zich veilig voelen” van een kind op school aan te tonen.
6
Teun bedankt de heer Sevillano voor zijn heldere en duidelijke uitleg. Teun toont zich een tevreden voorzitter. Het is ons gelukt het OP zorgvuldig te behandelen. Het bestuur krijgt een mooie lijst met aanbevelingen. De eerste prioriteit van de OPR is nu te monitoren wat het bestuur met deze aanbevelingen doet. Het is ook een voorwaarde voor goedkeuring. 6. Rondvraag De rondvraag hebben we overgeslagen. 7. Sluiting Teun sloot de vergadering om 21.30 uur. Besluitenlijst: Actielijst: De voorzitter en secretaris maken de agenda voor de volgende vergadering. De secretaris stuurt de vastgestelde notulen van 19 februari en de conceptnotulen van 4 maart aan de leden van de OPR. De secretaris stuurt de lijst met aanbevelingen aan de leden van de OPR. De secretaris stuurt een lijst met te beantwoorden vragen aan mevrouw de Wit. Volgende vergaderingen: Dinsdag 4 maart, aanvang 19.15 uur Adviezen aan het bestuur: De OPR wil graag een uitspraak van het bestuur van het swv over hoe om te gaan met de situatie, dat een school een leerling niet kan plaatsen en die leerling op een andere school probeert te plaatsen. Hoe wil het bestuur “afdwingen”, dat een kind dan toch geplaatst kan worden? Rekening houdend met het eerbiedigen van elkaars identiteit, dus het verschil tussen openbare scholen en scholen met een confessionele grondslag. We vragen een lijst met de categorieën van zorg in het so. In het OP en in het financiële gedeelte daarvan dezelfde termen te gebruiken. De OPR wil van het bestuur datums waarop de open einden uit de begroting bekend zijn. (p.m.-posten, nog nader te bepalen beleid etc.) Het nieuwe swv heeft “zorgplicht” naar “oud” personeel. De OPR komt bijeen na de rapportages van de uitvoering van de begroting. We bevelen we het bestuur aan deze post uit te splitsen en specificeren in kosten voor arrangementen, kosten voor wijken en p.m.-posten. Het OP evalueren in 2015 in afstemming op de transitie Jeugd zorg. Een advies aan het bestuur beleid te formuleren voor de borging van goed leraarschap. 7
Komen alle voorwaarden en eisen, die in dit plan aan scholen worden gesteld wel aan bij alle scholen? In 2015 evalueert de OPR de uitgangspunten van de indeling van de groepen scholen en de werkelijke indeling. Hoe gaan scholen om met pilots, als ze nog niet voldoen aan de criteria voor basisondersteuning? In het OP moet expliciet geformuleerd worden, dat terugplaatsing vanuit het so/bso naar bo mogelijk moet zijn en goed begeleid moet worden. Bij de evaluatie ook de weigeringen van plaatsing meenemen, wellicht aan de hand van de ontstane casussen. De regeling van de privacy opnemen in een privacyreglement. De OPR heeft een monitorfunctie. Bij de bezwaarcommissie moeten de rechten van ouders geborgd worden. De rol van de OPR bij de monitoring van de relatie tussen het swv en de zeven gemeentes moet goed geformuleerd worden. De OPR adviseert het bestuur bij uitwerking van beleid de OPR te betrekken. De OPR verwacht actie van het bestuur indien geconstateerd wordt, dat iets niet goed gaat. De OPR stelt voor de prijzen van de diverse arrangementen te bepalen.
Vragen voor mevrouw de Wit: Worden de onderwijsexperts geacht het beleid rond de arrangementen te gaan maken? Is de verdeelsleutel van het geld al duidelijk? Gaat het swv een reserve opbouwen?
8