Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
Afdeling Onderzoek en Statistiek Directie Wijk en Stad Mei 2006
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Het MFC 0- en 1-meting Probleemstelling en onderzoeksopzet Begeleidingscommissie Opzet rapportage
3 3 4 4 4
2
Registraties overlast
5
2.1 Inleiding 2.2 De cijfers
5 5
3
Bevindingen interviews
9
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Inleiding Overlast: wat, wie, waar wanneer? Omgaan met overlast, gevolgen, maatregelen en nazorg Meldingen, meldpunt MFC en politie Contact, communicatie en goodwill Suggesties, maatregelen Algemene houding t.o.v. de aanwezigheid/komst MFC
9 9 12 13 14 15 16
4
Samenvatting
19
4.1 Inleiding 4.2 Samenvatting
19 19
Bijlage 1
23
Samenvatting en conclusies 1-meting MFC
23
Bijlage 2
25
Cijfers overlastincidenten
25
Ondernemers en overlast MFC Inleiding
1
Inleiding
1.1
Het MFC In maart 2004 werd het Multifunctioneel Centrum (MFC) in Nijmegen geopend in het voormalig schoolpand aan de Van Schevickhavenstraat. In het MFC werden een inloopcentrum, een gebruikersruimte en nachtopvang gevestigd. Het MFC is van meet af aan bedoeld geweest voor drugsverslaafden en alcoholverslaafden. Sinds december 2004 is het MFC behalve voor drugsverslaafden ook daadwerkelijk toegankelijk voor alcoholverslaafden. Alcohol- en drugsverslaafden hebben in het MFC een eigen ruimte. Het MFC wil voor de mensen in de stad die dak- en thuisloos zijn, die verslaafd zijn aan drugs en/of alcohol en veelal maatschappelijk gemarginaliseerd, een veilige thuishaven bieden, waardoor ook voor deze mensen een meer menswaardig bestaan mogelijk wordt. In dat kader biedt het MFC opvang en zorg, maar ook vormen van dagbesteding, die tot meer structuur in het dagelijkse ritme en tot meer zingeving in het bestaan kunnen leiden. Voorzieningen als het MFC hebben expliciet vanuit de opdrachtgever, financier en maatschappij meerdere doelstellingen te behartigen. Deze doelstellingen kunnen in een aantal situaties op gespannen voet staan met elkaar. Doelstelling is enerzijds overlastbestrijding en anderzijds de opvang- en zorgverlening. Beide doelstellingen kunnen in vele gevallen goed samengaan: 1. mensen van de straat houden waardoor ze geen overlast bezorgen en 2. een veilige thuishaven bieden.1
1.2
0- en 1-meting Kort voor de opening van het MFC in maart 2004 heeft er eind 2003 een zogenaamde 0-meting onder bewoners, bezoekers en ondernemers plaatsgevonden naar de leefbaarheid en de veiligheid in de omgeving. In december 2004 is er een 1-meting gehouden onder dezelfde groepen om na te gaan in hoeverre de komst van het MFC de situatie in de buurt veranderd heeft. In de 1-meting2 bleek o.m. dat ondernemers meer overlast ervaren van het MFC dan bewoners in de buurt en bezoekers aan de Binnenstad. Ondernemers gaven aan dat zij vaker overlast ervaren van daklozen/verslaafden: bedelen, rondhangen, drugsoverlast en lastigvallen van klanten. Ook gaven zij een verslechtering van de veiligheidssituatie aan. Meer ondernemers waren slachtoffer van intimidatie en bedreiging en er was een toename van aangifte van winkeldiefstal, woninginbraak en zakkenrollen. Drugsoverlast wordt als een belangrijk probleem gezien. Dit gegeven was aanleiding om, door middel van een ‘tussenpeiling’, nader inzicht te verkrijgen over de door ondernemers ervaren overlast veroorzaakt door bezoekers van het MFC.
1 2
Evaluatie MFC, oktober 2005, Onderzoek en Statistiek Samenvatting en Conclusies 1-meting MFC - Seinpost Adviesbureau BV, zie bijlage 1.
3
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
1.3
Probleemstelling en onderzoeksopzet Doel van dit onderzoek is het verkrijgen van nader inzicht waarom ondernemers ten tijde van de 1-meting meer overlast van het MFC ondervonden dan buurtbewoners en binnenstadsbezoekers. Niet altijd is duidelijk wat er achter zit. Wat zijn de aard, omvang en spreiding van de door hen ervaren overlast. Ook de ontwikkeling is ongewis. In deze extra meting willen we daar graag meer inzicht in krijgen, vanuit de beleving en ervaringen van ondernemers, ook de meer recente. Het onderzoek is kwalitatief van aard. Er zijn aan de hand van een gespreksleidraad interviews met ondernemers en professionals afgenomen in het directe gebied rond het MFC t.w. de Oranjesingel, de Van Schevickhavenstraat, de Van Broeckhuysenstraat, de Van Welderenstraat, de 2e Walstraat, de Ziekerstraat en de Bisschop Hamerstraat. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van observaties, de registratiegegevens van de afdeling Wijkmanagement en van de Politie Gelderland-Zuid. Voorafgaande aan de rapportage zijn aan de hand van een werkdocument de eerste bevindingen aan de begeleidingscommissie worden voorgelegd. De informatie uit de bespreking met de begeleidingscommissie is bij de rapportage betrokken. Opdrachtgever voor dit onderzoek is de Directie Wijk en Stad afdeling Wijkmanagement. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de afdeling Onderzoek en Statistiek. Deze rapportage zal voor de afdeling Wijkmanagement en de Buurtbeheersgroep (BBG) kunnen fungeren als aangrijpingspunt voor de verbetering van maatregelen in het MFC gebied, maar ook van de communicatie tussen ondernemers, MFC en politie.
1.4
Begeleidingscommissie De begeleidingscommissie die voor dit onderzoek is samengesteld bestaat uit leden van de Buurtbeheersgroep t.w. de heer J. de Smidt, (voorzitter BBG), mevrouw. I. Makkinje, de heer R. Duppen en de heer R. Westers namens de ondernemers, de heer Chr. de Klein namens het VBO, de heer G. van Hagen, wijkmanager Stadscentrum en opdrachtgever en de heer K. Goderie, programmacoördinator afdeling Onderzoek en Statistiek.
1.5
Opzet rapportage In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de bevindingen uit de interviewronde onder de ondernemers en de professionals. Daaraan voorafgaand wordt in hoofdstuk 2 een aantal cijfers uit registraties over de periode 2004 en 2005 weergegeven. Hoofdstuk 4 omvat een samenvatting met betrekking tot de overlast, maar ook een overzicht van maatregelen die de ondernemers bepleiten.
4
Ondernemers en overlast MFC Registraties overlast
2
Registraties overlast
2.1
Inleiding Zoals in de Inleiding vermeld, is in dit onderzoek gebruik gemaakt van registraties van de afdeling Wijkmanagement en van de Politie Gelderland-Zuid.
2.2
De cijfers Door de wijkmanager van de afdeling Wijkmanagement worden samenvattende overzichten 3 van alle meldingen, signaleringen, verbalen, aanhoudingen e.d. gemaakt en tweemaandelijks gerapporteerd aan de wethouder. Dat levert over de maanden januari t/m december 2005 het volgende beeld op: jan
feb
mrt
apr
mei
juni
juli
aug
sep
okt
nov
dec
gem
Ontvangen meldingen/klachten meldpunt Ontvangen klachten politie
14
26
14
13
18
7
9
13
10
9
8
8
12
34
64
50
29
41
40
35
45
39
31
58
38
42
Eigen signaleringen politie
15
4
30
36
44
43
27
82
48
85
59
30
42
Eigen signaleringen stadstoezicht MFC Eigen signaleringen Stadstoezicht Parken Eigen signaleringen MFC
52
55
47
66
45
29
24
61
54
109
77
46
55
0
0
0
0
33
30
24
24
12
13
4
5
Aantal verbalen (excl. Parken) Politie én Stadstoezicht opgeteld Aantal verbalen ‘Parken’ (Stadstoezicht) Aantal aanhoudingen
88
80
106
111
96
104
71
156
102
203
154
81
113
0
0
0
0
33
30
24
20
12
21
21
37
27
22
28
23
73
41
50
36
26
34
5
5
11
7
12
7
9
12
11
13
17
7
10
Aantal gebiedsontzeggingen
In de laatste kolom is het gemiddelde aantal ontvangen meldingen/klachten e.d. opgenomen. Op basis van deze cijfers is af te leiden dat het aantal meldingen/klachten meldpunt MFC afneemt in de laatste maanden van 2005. Dat was ook het geval in juni. Wellicht heeft dat ook te maken met het in detentie zijn van enkele MFC-bezoekers. In februari (26), maart (14) en mei (18) ligt het aantal meldingen/klachten boven het gemiddelde van 12 per maand. Het gemiddelde aantal klachten per maand dat de politie in 2005 ontving is 42. De maanden februari (64) en maart (50) en november (58) zijn de uitschieters. Als het gaat om de eigen signaleringen van de politie liggen de maanden augustus (82), september (48), oktober (85) en november(59) boven het gemiddelde van 42 per maand.
3
Cijfers Wijkmanager, afdeling Wijkmanagement, Directie Wijk en Stad
5
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
Bij de eigen signalering van Stadstoezicht is het gemiddelde aantal klachten 55 per maand. Uitschieters zijn hier de maanden april (66), augustus (61), oktober (106) en november (77). Het aantal verbalen van de Politie én Stadstoezicht is gemiddeld 113. De maand augustus (156), oktober (203) en november (154) zijn hier de grote uitschieters. In augustus werden er 73 aanhoudingen verricht. Meer dan het dubbele van het gemiddelde aantal aanhoudingen per maand van 34. In de maand oktober waren dat er 50. Het aantal gebiedsontzeggingen lag met 17 in de maand november ruim boven het gemiddelde van 10 per maand. De maand november in 2005 is voor politie, toezicht e.d. de meest ‘drukke maand geweest. De meest ‘rustige’ maand was juli. Veel van de meldingen hebben betrekking op het zich ophouden in het zogenaamde ‘verboden gebied’: toch in het beheergebied van het MFC aanwezig zijn van personen met een gebiedsontzegging buiten de uitgezonderde venstertijden t.b.v. methadonverstrekking of gebruik maken van gebruikersruimte. Daarnaast hebben veel meldingen betrekking op het ‘ophouden’: het rondhangen in de directie omgeving van het MFC, inclusief ophouden / slapen in portieken. Ontwikkeling cijfers overlast Binnenstad en MFC gebied In onderstaande tabel zijn cijfers opgenomen van overlastincidenten4 in de Binnenstad als geheel en in het ‘MFC gebied’ 5 in de periode 2002 - 2005. Overlastincidenten
jaar 2002
binnenstad
Totaal
totaal excl. MFC-gebied MFC-gebied aandeel MFC-gebied
2003
2004
2005
1388
1344
975
725
41 2,9%
92 6,4%
431 30,7%
372 33,9%
1429 100%
1436 100%
1406 100%
1097 100%
Uit deze cijfers blijkt een duidelijke toename van het aantal overlastincidenten in 2004 in het zogenaamde ‘MFC gebied’ ná de komst van het MFC in maart 2004. In het jaar 2005 is er sprake van een aanzienlijke afname van het totale aantal overlastincidenten in de Binnenstad in vergelijking met 2004. Ook in het MFC gebied is er sprake van afname, maar minder dan in de Binnenstad als geheel. Daardoor is het aandeel van het MFC gebied in de totale binnenstadsoverlast iets gestegen. Al met al geeft het overzicht duidelijk aan, dat na de komst van het MFC het aantal overlastincidenten buiten het MFC gebied afgenomen is.
4 5
6
Cijfers Politie Gelderland-Zuid Voor dit onderzoek is als ‘MFC-gebied’ benoemd: de Bisschop Hamerstraat, Oranjesingel, Passage Marienburg, 2e Walstraat, Van Broeckhuisenstraat, Van Schevickhavenstraat, Van Welderenstraat en de Ziekerstraat.
Ondernemers en overlast MFC Registraties overlast
Vergelijking 2004 en 2005 2004 en 2005 Overlastincidenten Totaal 2004 Totaal 2005
Straat Bisschop Hamerstraat
14 3,2% 6 1,6%
Oranjesingel
31 7,2% 44 11,8%
Pass. Mariën burg
14 3,2% 16 4,3%
2e Walstraat
71 16,5% 38 10,2%
Totaal
Broeckhuysenstraat
17 3,9% 6 1,6%
Schevick Havenstraat
204 47,3% 204 54,8%
Welderenstraat
33 7,7% 34 9,1%
Ziekerstraat
47 10,9% 34 6,5%
Bovenstaande tabel geeft nadere informatie over de daling van het aantal overlastincidenten tussen 2004 en 2005 (van 431 naar 372). Deze daling heeft vooral plaatsgevonden in de straten rond het MFC. Het aantal incidenten in de Van Schevickhavenstraat (ongeveer de helft van alle incidenten in het MFC gebied) bleef gelijk. In de Bisschop Hamerstraat, de 2e Walstraat, de Van Broeckhuysenstraat en in de Ziekerstraat daalde het aantal het aantal overlastincidenten. In de Oranjesingel steeg het aantal overlastincidenten relatief het meest. Een lichte stijging is er waar te nemen in de Passage Mariënburg en in de Van Welderenstraat. Hoewel in de Van Schevickhavenstraat het aantal overlastincidenten gelijk bleef, nam het in verhouding tot het totaal, toe met 7,5%. In bijlage 2. zijn gedetailleerdere tabellen opgenomen met de aard van de overlastincidenten en de straat waarin deze incidenten plaatsvinden.
7
431 100% 372 100%
Ondernemers en overlast MFC Bevindingen interviews
3
Bevindingen interviews
3.1
Inleiding Dit onderzoek heeft als doel het verkrijgen van inzicht in de door ondernemers ervaren overlast door MFC bezoekers. Aan de hand van een gesprekleidraad werden 11 ondernemers in de nabije omgeving van het MFC geïnterviewd. Daarnaast werden 2 gesprekken gevoerd met het hoofd bewaking van het MFC en met de netwerker van de politie Gelderland-Zuid voor de Binnenstad. Als gespreksthema’s kwamen o.m. aan de orde het soort overlast, door wie, waar, wanneer en hoe vaak. Ook zijn er vragen gesteld over wie er last van heeft en wat de gevolgen daarvan zijn. Het melden van klachten en de behandeling daarvan kwam eveneens ter sprake. Aan de ondernemers is eveneens gevraagd of hun mening ten opzichte van de 1-meting eind 2004 en nu, gewijzigd is en hoe zij de overlast van het MFC plaatsen in relatie tot andere vormen overlast in de Binnenstad. De gesprekken vonden plaats tussen half maart en half april 2006.
3.2
Overlast: wat, wie, waar wanneer? In dit hoofdstuk worden de ervaringen van de ondernemers met de overlast van het MFC-bezoekers beschreven. Ingegaan wordt o.m. op de aard van de overlast, waar, wanneer en wie er last van hebben. Zoals in de inleiding vermeld zijn voor dit onderzoek ondernemers in de directe omgeving van het MFC 6 bezocht. Is er overlast en hoe ziet die overlast eruit? Dit waren de eerste twee vragen die aan de ondernemers gesteld werden. De eerste vraag werd met een duidelijk ‘ja’ beantwoord, zij het dat een enkeling meldde dat het op het moment van interview iets minder was omdat een aantal mensen vastzaten of een winkelverbod hadden en omdat het koud was. De overlast die men ervaart bestaat uit rondhangen alleen of in groepjes, bedelen, gebruiken (drugs en drank), ruzies, schreeuwen en schelden, het binnenkomen van de onderneming om geld te wisselen of andere vragen, diefstal, klanten lastigvallen, wildplassen en andere vervuiling. Het lastigvallen van oudere mensen en het bedelen bij deze groep vindt men heel vervelend. Ook het dealen, de aanwezigheid van dealers en het komen en gaan van ‘dealersauto’s’, wordt als bijzonder hinderlijk ervaren. Men heeft het gevoel dat dit de laatste tijd toeneemt. Als overlast in het algemeen ervaart men de aanwezigheid van de bezoekers van het MFC in de Binnenstad waar veel bezoekers en winkelend publiek komen. Men vindt het gebied/route van de Wedren langs het MFC naar het centrum en terug niet bepaald een visitekaartje voor de stad.
6
de Oranjesingel, de Van Schevickhavenstraat, de Van Brieckhuysenstraat, de Van Welderenstraat, de 2e Walstraat, de Ziekerstraat en de Bisschop Hamerstraat.
9
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
Wie veroorzaakt overlast? Hoewel de bezoekers van het MFC geen naamkaartje dragen, herkennen de meeste ondernemers bezoekers van het MFC als overlastbezorgers. Het zijn meestal een aantal vaste mensen die langskomen maar het kan ook wisselen. De meeste ondernemers merken het als iemand gedetineerd is, men ‘mist’ ze dan. Op een aantal punten in de omgeving van het MFC veroorzaken dealers veel overlast. Het betreft dan vooral de kruising bij het Postkantoor, Van Welderenstraat, Ziekerstraat en de kruising Ziekerstraat met de 2e Walstraat. Van de zijde van het MFC wordt gesteld dat van de circa 60 (vaste) bezoekers van het MFC er een kleine groep van circa 10 MFC bezoekers zorgt voor overlast op straat. Als een aantal daarvan in detentie is, zoals dat op dit moment het geval is, is de overlast minder. Dat kan ook worden afgeleid uit de cijfers over het aantal meldingen bij het Meldpunt en bij de politie zoals neergelegd in de maandrapportage van de wijkmanager van de afdeling Wijkmanagement (zie overzicht in hoofdstuk 2). Het MFC wil van de ondernemers over deze groep signalen ontvangen opdat zij deze mensen gericht kunnen aanspreken op hun gedrag. Waar? De meeste overlast wordt ervaren op straat en in de nabijheid van de kruising rond de Van Schevichavenstraat, hoek Van Welderenstraat, Van Broeckhuysenstraat en de Ziekerstraat en de kruising Ziekerstraat met de 2e Walsstraat. Als bijzonder hinderlijk vindt men het rondhangen, bedelen, schreeuwen en schelden, openlijk dealen en klanten lastigvallen voor de winkel. Verschillende ondernemers houden daarom ook ’s zomers de deur dicht, hoewel ze dat eigenlijk uit oogpunt van klantvriendelijkheid, niet willen. De Ziekerstraat is een bekende looproute van en naar het MFC waar (hinderlijk) bedelen wordt gemeld. Vooral oudere mensen blijken last te hebben van opdringerig bedelgedrag. Verschillende ondernemers melden dat om die reden ouderen wat huiverig zijn geworden in de omgeving van het MFC. In de Van Welderenstraat, Van Broekhuysenstraat en in de 2e Walstraat wordt gedeald en gebruikt. Volgens de ondernemers wordt er veel vanuit auto’s gedeald. Ook bij de ingang van de Molenpoortpassage en aan de 2e Walstraat en in de passage zelf wordt veel overlast gesignaleerd. Omdat hier een aantal winkelverboden aflopen signaleert men weer een toename van overlast. In de Van Welderenstraat is er sprake van vervuiling in portieken. Andere vormen van overlast in de buurt van het MFC worden soms als veel hinderlijker ervaren. Deze zijn niet specifiek bij dit onderzoek betrokken, maar worden door ondernemers wel genoemd. Zo blijkt de hoek 2e Walstraat, Vlaamse Gas in toenemende mate last te hebben van rondhangende jongeren onder de 18 jaar die daar proberen drugs te kopen. Omdat zijzelf niet in de coffeeshop terecht kunnen worden voorbijgangers, waaronder ook MFC bezoekers, aangesproken om dat voor hen te doen. Dat rondhangen van jongeren wordt op dat punt meer als hinderlijk ervaren dan de MFC bezoekers die de Impuls ophalen in de 2e Walstraat.
10
Ondernemers en overlast MFC Bevindingen interviews
In het overige gebied rond het MFC lijkt de overlast mee te vallen en worden er ook verbeteringen geconstateerd. Volgens de cijfers van de politie Gelderland-Zuid vinden de meeste overlastincidenten plaats in de Van Schevickhavenstraat (zie ook het overzicht in bijlage 2). Bovendien is het aantal overlastincidenten er tussen 2004 en 2005 gelijk gebleven, i.t.t. afname elders. In termen van beleving is de ontwikkeling deels ook positief. De controle voor de ingang van het MFC en in de Van Schevickhavenstraat door het MFC zelf is geïntensiveerd. Dit komt ten goede aan het terugdringen van de ervaren overlast ter plekke. Het blijft echter voor alle partijen een punt van aandacht om alert te blijven op nieuwe ontwikkelingen. Wanneer en hoe vaak? Het tijdstip van de overlast is wisselend, soms op alle tijden. In de regel is de overlast ’s zomers als het mooi weer is groter. Het is te merken als er MFC bezoekers gedetineerd zijn. De overlast door bezoekers van het MFC vindt meestal overdag plaats. ’s Avonds en ’s nachts is het vooral uitgaanspubliek dat zorgt voor overlast. Het aantal keren dat er overlast is varieert. Sommige ondernemers van noemen 3 tot 10 keer per dag, anderen noemen 4 tot 5 keer per week en weer anderen geven een aantal keer per maand aan. Er wordt niet altijd melding gemaakt van overlast. Als het druk is in de winkel geeft men het niet door. ‘Je let er niet altijd op als je druk bezig bent in de winkel’. Ook de mate waarin overlast ervaren wordt is verschillend. Sommigen vinden het samenscholen op straat vervelend, en anderen vinden het pas vervelend als ze daadwerkelijk de winkel binnenkomen, iets stelen en/of de ondernemer, personeel of klanten bedreigen. In de Molenpoort maakt het niet uit of het zomer of winter is. Overlast vindt de hele dag door plaats van 8.30 uur tot 21.00 uur, de tijden dat de winkel open is. Wie ervaren overlast? Naast het feit dat de ondernemers er zelf last van hebben is dat ook het geval voor het personeel en voor klanten. Enkele ondernemers geven aan dat sommige klanten niet meer komen dan wel het gebied rond het MFC vermijden. Vooral oudere klanten worden lastig gevallen door hinderlijk en opdringerig bedelgedrag. Ondernemers hebben er uiteraard alle belang bij dat bezoekers/klanten de Binnenstad en hun winkel bezoeken. Het is immers hun broodwinning. Er is hun veel gelegen aan een goede/mooie presentatie van hun winkel, zowel binnen als buiten. De gemeente als stad vaart daar ook wel bij, vinden zij. Het hebben van een onderneming in de Binnenstad brengt, naast de voordelen, ook de in elke binnenstad bekende problemen met zich mee. Het besluit van de gemeente om het MFC te vestigen in de Van Schevickhavenstraat heeft volgens de ondernemers als consequentie dat overlast tot een minimum beperkt wordt en vraagt daarom om permanente aandacht door verschillende betrokken instanties. Samenwerking met alle betrokken partijen: ondernemers, MFC, bezoekers MFC, Politie, gemeente en andere betrokken (zorg)instellingen is voorwaarde om de aanpak van overlast te verminderen en waar mogelijk te voorkomen.
11
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
De ingang aan de zijde van de Van Schevichavenstraat wordt als geen gelukkige keuze gezien.
3.3
Omgaan met overlast, gevolgen, maatregelen en nazorg Omgaan met overlast Volgens de geïnterviewde ondernemers is er door de komst van het MFC overlast ontstaan. Zoals dat hierboven al is aangegeven is er overlast in verschillende vormen, op verschillende plaatsen en tijdstippen. Verschillende ondernemers zeggen dat er een zekere vorm van gewenning, acceptatie ontstaan is. ‘In elke grote stad heb je zwervers’. Dat neemt echter niet weg dat men de overlast heel vervelend vindt en de locatie van het MFC geen goede keuze vindt. Uit de interviews komt naar voren, dat een deel van de ondernemers vindt, dat de aanpak van overlast (door het MFC zelf, de politie, Bureau Toezicht en de bel- en herstellijn) functioneert. Een ander deel is daar niet zo van overtuigd. Ondernemers die positieve ervaringen hebben met de aanpak van de overlast, zijn logischerwijs positiever over de algehele situatie dan degenen die deze ervaringen niet hebben. Een adequate aanpak van de overlast leidt o.m. tot de conclusie dat de gemeente, die het besluit nam het MFC op deze plaats te vestigen, haar afspraken nakomt. Ondernemers die minder goede ervaringen hebben met de aanpak van de overlast maken een meer gelaten indruk: ‘het zit er nu eenmaal’. Men belt het meldpunt MFC niet meer en/of belt meteen de politie ‘omdat dat sneller gaat’ (zie ook de volgende paragraaf). Men is ook meer geneigd de overlastbezorger zelf ‘aan te pakken’. Naar klanten toe houdt men de schijn op: ‘het valt allemaal wel mee’. Gevolgen en maatregelen Ondernemers die met overlast en/of misdrijven te maken hebben gehad zijn extra alert geworden. Dat betreft overigens niet alleen de bezoekers van het MFC maar ook andere overlast en delicten in de buurt, rondhangende jongeren, demonstraties van extreme groeperingen etc. ‘Je bent wel meer op je hoede’. De aanwezigheid van bezoekers van het MFC heeft er wel toe geleid dat een aantal ondernemers zegt dat sommige oudere klanten niet meer in de winkel of buurt komen. Net als voor de ondernemers zelf is er voor veel (vaste) klanten echter een zekere gewenning opgetreden. ‘Men trekt er zich niets van aan’. Voor mensen die niet zo vaak de binnenstad van Nijmegen bezoeken is dat volgens een deel van de ondernemers, minder het geval. Men ziet het MFC niet bepaald als een visitekaartje. Ongeveer de helft van de geïnterviewden zegt te maken gehad hebben met omzetdaling. Geen van hen zegt dat dat uitsluitend aan de komst van het MFC te wijten is. De omzetdaling heeft meer te maken met andere zaken als de economische situatie en het Nijmeegse parkeerbeleid. De meeste ondernemers hebben afspraken met het personeel gemaakt zoals b.v. niet meer alleen in de winkel, afspraken m.b.t. het sluiten van de winkel en afspraken, codes als er een ‘verdacht’ iemand de winkel binnenkomt (niet alleen MFC-bezoekers).
12
Ondernemers en overlast MFC Bevindingen interviews
Verschillende ondernemers hebben camera- en beveiligingssystemen in de zaak en extra bewaking. De winkeldeur blijft, hoe vervelend men dat uit oogpunt van klantvriendelijkheid ook vindt, bij een aantal ondernemers vaak dicht. Verschillende ondernemers spreken daders wel aan die iets stelen, maar men gaat ‘niet de held uithangen’. ‘Neem geen risico’. Ook wordt er gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘winkelverbod’. Ten tijde van het onderzoek hebben circa 50 personen een winkelverbod voor de supermarkt en de passage Molenpoort. Nazorg bij voorvallen In verschillende interviews werden voorvallen genoemd die enige tijd geleden plaatsvonden of die men van anderen gehoord had. De ernst van de voorvallen wordt verschillend ervaren. Voorvallen hebben echter op de meeste mensen een impact alsof het gisteren gebeurd is. Ook wat er had kunnen gebeuren zorgen ervoor dat het hun bij blijft. Zonder van ernstige traumatische gebeurtenissen te spreken, is het van belang om, naast het aanhouden/aanspreken van de dader(s), aandacht te besteden aan de ondernemers die bij misdrijven of poging daartoe betrokken zijn (geweest) opdat incidenten geen ‘eigen leven’ gaan leiden.
3.4
Meldingen, meldpunt MFC en politie Voor klachten over overlast is er het Meldpunt MFC. In het gebouw van de Directie Stadsbedrijven aan de Nieuwe Dukenburgseweg is één centrale waar het meldpunt MFC en de bel- en herstellijn zijn ondergebracht. Na 17.00 uur, ‘nachts en in het weekend wordt dat overgenomen door de verkeersmanagementcentrale. Voor meldingen bij de politie is er het algemene nummer bij de politie. Niet iedereen is tevreden over het Meldpunt MFC, hoewel de meeste mensen een meldpunt MFC nuttig en noodzakelijk achten. Slechts enkele ondernemers zijn tevreden over het meldpunt MFC. De meeste ondernemers maken er geen gebruik (meer) van. Dat blijkt ook uit de cijfers in de rapportages van de wijkmanager van de afdeling Wijkmanagement (zie hoofdstuk 2). Men vindt het te formeel, onpersoonlijk en er is veel tijd mee gemoeid. De mensen aan de telefoon kennen de situatie niet (uitzendkrachten?) en vragen b.v. naar namen van mensen van het MFC en of het wel iemand van het MFC is. Ook komt het voor dat men een bandje op het antwoordapparaat krijgt. Ook ‘in de wacht’ gezet worden en antwoorden als ‘als we tijd hebben komen we langs’ roept irritatie op. ‘De vogels zijn dan al lang gevlogen’. Of er wat er met de melding gebeurt, is voor de ondernemers niet altijd duidelijk. Soms veronderstelt men, dat er wel actie wordt ondernomen. Men leidt dat dan af van de aanwezigheid op straat van bijvoorbeeld de politie (bikers) en medewerkers Toezicht die optreden tegen overlastbezorgers (als die dan nog op die plaats zijn). Men geeft meldingen liever door aan de politie. Daar heeft men betere ervaringen mee. ‘Werkt sneller’. Men is overigens zeer tevreden over het zichtbaar aanwezig zijn en de inzet van de ‘bikers’.
13
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
3.5
Contact, communicatie en goodwill Informatie over en weer blijkt een belangrijke factor te zijn in de aanpak van overlast door MFC-bezoekers. Politie De politie Gelderland-Zuid kent een zogenaamd ‘winkel-adoptie-plan’ (WAP). Een agent in de het Centrum is aanspreekpunt voor een aantal winkels en bezoekt deze 1 á 2 keer per jaar. In overleg met de VBO is er een verdeling gemaakt van alle winkels. In een aantal winkels is de ‘adoptie-agent’ bekend, in andere weer niet. Desgevraagd zegt men wel van dit plan op de hoogte te zijn, maar men brengt de adoptie-agent als aanspreekpunt niet in relatie tot de overlast van het MFC. In de praktijk is er ook weinig contact tussen de ondernemers en de ‘adoptie-agent’. Volgens informatie van de politie heeft dat, naast de beschikbare capaciteit, ook te maken met de manier waarop de WAP-agent deze taak vorm geeft. Als er contact is met de politie is dat naar aanleiding van een melding over overlast. Naast het ‘winkel-adoptie-plan’ is er is een 2e plan: ‘veilig ondernemen’, een initiatief van het VBO en de politie. Voor de ondernemer hoort bij dat plan een map met informatie, instructies en formulieren zoals het winkelverbod-formulier. Meldpunt MFC Het contact met het MFC loopt via het meldpunt MFC voor zover men dit meldpunt (nog) gebruikt. Men heeft geen rechtstreeks contact met medewerkers van het MFC als er klachten zijn. Er vindt van meldingen geen terugkoppeling plaats over de al dan niet ondernomen acties. Bij het MFC bestaat behoefte aan direct contact met de individuele ondernemers. ‘Af en toe eens binnenlopen bij de ondernemers in de directe omgeving van het MFC zou een goede zaak zijn’. Informatie-uitwisseling en samenwerking Voor de aanpak van overlast als gevolg van de vestiging van het MFC in de Van Schevickhavenstraat zijn er diverse afspraken, organisatorische maatregelen en constructies in het leven geroepen. Samenwerking tussen en met diverse instanties is volgens de ondernemers eveneens een voorwaarde in het kader van de zogenaamde ‘ketenaanpak’. Voorwaarde daarvoor is een goed functioneren van alle ketens in de schakel en het gebruik maken van betrokkenen van die schakels in de keten. Ook vinden de ondernemers, dat onderling contact, samenwerking en wederzijdse informatie-uitwisseling tussen ondernemers, MFC en politie kunnen leiden tot het optimaliseren van de aanpak van overlast door MFC bezoekers. Naast het nakomen van de al bestaande afspraken, met als uiteindelijk doel de overlast zo veel als mogelijk te beperken, is het van belang dat overlast gevende incidenten gemeld blijven worden en dat bijvoorbeeld informatie over kentekens van (dealers)auto’s en andere zaken doorgegeven worden. Voor de ondernemer kan achtergrondinformatie van het MFC en de politie over bijvoorbeeld wie je wel/niet kunt/moet aanspreken, leiden tot vermindering van overlast. Anderzijds kan informatie aan politie en MFC door ondernemers bijdragen aan preventie van overlast. Uit enkele interviews blijkt echter ook dat men dat, uit angst voor represailles van de dader, daar huiverig voor is.
14
Ondernemers en overlast MFC Bevindingen interviews
Goodwill De bestaande organisatorische constructies en maatregelen dienen, mits goed functionerend, te voorzien in de aanpak van de overlast zoals die door ondernemers genoemd wordt. Uit de gesprekken blijkt dat daar waar er adequaat gereageerd wordt op meldingen en klachten, men minder negatief staat tegenover het MFC dan daar waar dat niet het geval is. Ook het directe contact door instanties met ondernemers naar aanleiding van incidenten, aanpak, oplossingen en terugkoppeling kunnen bijdragen tot meer begrip en respect over en weer voor de situatie. Op dat punt kan er bij ondernemers nog veel goodwill verdiend worden. De meeste overlast wordt veroorzaakt wordt door een kleine groep van circa 10 MFC bezoekers. Beperking van deze overlast vraagt om (en krijgt in de praktijk ook) een gezamenlijke aanpak: signalering door ondernemers, aanpak MFC, politie en andere (zorg)instanties. Communicatie, maatwerk, ketenaanpak en samenwerking zijn sleutelbegrippen hierbij.
3.6
Suggesties, maatregelen In de gesprekken worden verschillende ideeën, suggesties gedaan die ertoe kunnen bijdragen om de overlast zoveel als mogelijk te beperken. Een aantal punten treft U hieronder aan. •
•
•
• • •
• •
Camera’s op de plaatsen waar de meeste overlast gesignaleerd wordt. Er zijn vóór- en tegenstanders van camera’s op straat. Vóór plaatsing pleit de herkenbaarheid van overlast verrichter en op basis daarvan een gerichte aanpak van de dader. Als tegenargument wordt genoemd dat het probleem dan wellicht verplaatst. Bovendien wordt gezegd dat groepjes van 2-3 personen zich ophouden in de nabijheid van het MFC zich niet als groep verplaatsen naar een ander punt, maar wellicht als eenling. Een groepje veroorzaakt meer overlast dan iemand die alleen is. Verbetering verlichting Goede verlichting is een instrument tegen overlast. Een van de afspraken is het verbeteren van de verlichting in de straten rond het MFC. Dit is nog niet overal gebeurd. Evalueren Meldpunt MFC; verbeteren meldingsprocedure klachten Het Meldpunt MFC wordt steeds minder gebruikt en ondernemers bellen steeds meer direct de politie als er klachten zijn. Het is niet altijd duidelijk of en wat er met een klacht gebeurt. Sociaal pension Momenteel worden de mogelijkheden om een Sociaal pension, in de vorm van een zorgboerderij buiten de stad, bij de GGZ onder te brengen overwogen. Huisdealer/gelegaliseerd gebruik Ter voorkoming van het dealen en gebruiken rond de locatie van het MFC. Kleinere units Alcohol- en drugsgebruikers in gescheiden locaties onderbrengen. De methadonvoorziening / uitgifte voor heel Nijmegen en omgeving niet centaal op deze locatie. Is ‘kat op het spek binden’. Veelplegersaanpak en ketenaanpak Ketenaanpak en opvang na detentie (zorginstellingen, politie, toezicht, gemeente) om terugval zoveel mogelijk te voorkomen. Bedelen opnemen in de APV
15
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
• • •
• •
• • •
3.7
Het bedelen wordt als heel vervelend ervaren . Bedelen is in Nijmegen niet in de APV opgenomen. In andere plaatsen is dat wel het geval. Actief toezicht op specifieke punten in de stad. Het zichtbaar aanwezig zijn van politie (bikers) in de omgeving van het MFC verminderd overlast Ingang MFC verplaatsen naar de Oranjesingel De ingang aan de Van Schevickhavenstraat is een ongelukkige keuze, is teveel in het zicht van bezoekers aan de Binnenstad. Opvang alcoholverslaafden overdag Momenteel wordt gewerkt aan de opvang overdag van alcoholgebruikers. Op dit moment moeten zij nog om 10.00 uur het MFC verlaten en om 16.00 uur weer terugkomen. Gevolg: drinken op straat. Nazorg: opvang en begeleiding na detentie om het risico te verkleinen dat gestraften opnieuw overlast veroorzaken of delicten gaan plegen. Contact MFC en ondernemers Een direct contact en meer tijd van het MFC (toezichthouder) met de individuele ondernemers in de directe omgeving van het MFC zodat over en weer informatie verstrekt kan worden. Meer aandacht geven aan de nazorg (slachtofferhulp) van ondernemers en hun personeel na incidenten. Winkel Adoptieplan van de politie en het plan ‘Veilig ondernemen’. Verdere invulling van het WAP en activering plan ‘Veilig ondernemen’ Het door ondernemers doorgeven van kentekens van ‘verdachte’ auto’s (drugshandelaren) aan de politie en andere informatie.
Algemene houding t.o.v. de aanwezigheid/komst MFC Ten opzichte van 0-meting bleken de ondernemers in de 1-meting meer last van het MFC te ervaren dan de bewoners rond de locatie van het MFC en de bezoekers aan de Binnenstad. Aan de ondernemers is de vraag gesteld of hun mening ten tijde van voorjaar 2006 ten opzichte van de 1-meting eind 2004 gewijzigd is. De meeste ondernemers vinden de komst van het MFC nog steeds geen goede zaak. De aanwezigheid van het MFC is een gegeven. Enkele uitspraken: ‘We zullen er als maatschappij mee moeten leren leven en er een weg in moeten vinden’. ‘Je bent wat berustender geworden’. ‘Je begint het te accepteren, het is niet anders’. ‘Het MFC is er en gaat niet meer weg, ze hangen hier rond’. ‘Het hoort hier niet’. ‘We zullen ermee moeten leren leven’. De mening over het MFC is overwegend gelijk gebleven en neigt naar iets positiever. Dat er nu niet meer zoveel MFC bezoekers buiten bij de ingang van het MFC rondhangen wordt positief gevonden. Een enkeling ziet door de komst van het MFC minder overlast en ‘het hele gebeuren wel mee valt’. Menigeen vraagt zich nog steeds af waarom het in de Van Schevickhavenstraat gevestigd is. ‘Waarom hier in een dicht bevolkt gebied’. Men ziet het nut daarvan niet in. De ingang aan de kant van de Van Schevickhavenstraat wordt ‘onbegrijpelijk, bizar’ gevonden. Enkele mensen zijn van mening zijn van mening dat het ‘MFC geen slechte zaak is’, en ‘de mensen opvang nodig hebben’.
16
Ondernemers en overlast MFC Bevindingen interviews
De gemeente ‘als partner in crime’ houdt zich beter aan afspraken dan verwacht. Er is op dit moment wat meer geregeld en gestructureerd, maar de aandacht moet niet verslappen. Door het MFC wordt gesteld dat het beeld nu in 2006 iets beter geworden is. De meeste overlast is er geweest bij het begin van de komst van het MFC. Omdat bezoekers van het MFC ingeschreven moeten zijn in de gemeente Nijmegen heeft het geen aanzuigende werking. Wel constateert men dat het een aanzuigende werking heeft voor bijvoorbeeld dealers. Ook van de zijde van de politie wordt gemeld dat het beter gaat nu, maar dat het nog beter kan als de ‘ketenaanpak’ goed geregeld is.’ De aanwezigheid/komst van het MFC vindt men geen visitekaartje voor de stad. Ondernemers doen er op hun beurt alles aan om door hun vestiging in deze buurt (ringstraten) en het uiterlijk van de winkel de straat te verfraaien en mede daardoor bezoekers naar de Binnenstad te trekken. De gemeente zou daar meer begrip voor mogen hebben. Zij verwachten daarvoor op hun beurt dat de gemeente ervoor zorgt dat zij geen last (meer) hebben van de bezoekers van het MFC. De Wedren is een van de belangrijkste toegangspoorten van bezoekers aan de Binnenstad. Over het algemeen is het gevoel van onveiligheid niet verder toegenomen. Dat komt mede doordat er toezicht is en er gecontroleerd wordt. ’s Avonds vindt men het er over het algemeen niet plezierig lopen. Aan de ondernemers is ook gevraagd hoe zij de komst van het MFC plaatsen in relatie tot andere overlast in het de Binnenstad als geheel. Ruim tweederde van de ondernemers is van mening dat de overlast van MFC bezoekers niet zwaarder is dan andere overlast zoals bijvoorbeeld (dronken) uitgaanspubliek, rondhangende jongeren en het parkeerbeleid. Ondernemers die boven de winkel wonen zeggen dat uitgaanspubliek veel erger is.
17
Ondernemers en overlast MFC Samenvatting
4
Samenvatting
4.1
Inleiding Naar aanleiding van de komst van het MFC in de Van Schevickhavenstraat is er vóór de komst een 0-meting gehouden onder de bewoners, de bezoekers en de ondernemers in de Binnenstad over de overlast van dakloze alcohol- en drugsgebruikers. Ná de opening van het MFC in maart 2004 is er eind 2004 een 1-meting gehouden. Uit de 1-meting bleek dat ondernemers meer overlast ervaren dan de bewoners en de bezoekers. Dit gegeven was aanleiding om nader inzicht te verkrijgen over de door ondernemers ervaren overlast door bezoekers van het MFC. Voor het onderzoek dat kwalitatief van aard is zijn interviews (11) gehouden met ondernemers en professionals (2). Daarnaast is gebruik gemaakt van observaties en registratiegegevens van de afdeling Wijkmanagement en van de Politie Gelderland-Zuid. Voor de interviews werd een gesprekleidraad samengesteld. Met de begeleidingscommissie waarin leden van de Buurtbeheersgroep (BBG) zitting hebben zijn de eerste resultaten aan de hand van een werkdocument besproken. Hun opmerkingen zijn in deze rapportage verwerkt.
4.2
Samenvatting De komst van het MFC Centraal doel van dit onderzoek is om meer te weten te komen over de door ondernemers ervaren overlast. Een belangrijke vraag in dit verband is of de mening van de ondernemers over de komst van het MFC gewijzigd in de periode van eind 2004 tot nu april 2006. Binnenstadondernemers hadden en hebben duidelijke opvattingen over de komst van het MFC in de Van Schevickhavenstraat en de overlast die dat met zich mee zou brengen. Ook in deze tussenmeting zijn de meeste mensen zijn van mening dat de huidige plaats geen visitekaartje is voor een van de belangrijkste poorten van de stad: van de Wedren naar het centrum en terug. Er is alles bij elkaar een bepaalde vorm van gewenning, acceptatie ontstaan. Men heeft een modus gevonden om ermee om te gaan en maatregelen genomen om binnen hun mogelijkheden overlast zoveel als mogelijk te voorkomen. Elke ondernemer doet dat op haar/zijn eigen manier. De overlast is volgens de ondernemers hetzelfde gebleven maar sommigen zijn toch positiever geworden. Door de komst van het MFC is er meer gereguleerd. Uit cijfers van de politie blijkt dat het aantal overlastincidenten gedaald is van 431 in 2004 naar 372 in 2005. De meeste overlastincidenten doen zich voor in de Van Schevickhavenstraat. Er is waardering voor de inzet en de maatregelen van het MFC, de Politie, bureau Toezicht en de gemeente om overlast zoveel als mogelijk te voorkomen. Ook de Stichting Dagloon wordt in dit verband genoemd. Er kan echter binnen de bestaande instituten, afspraken en samenwerking ook nog wel het een en ander verbeterd worden.
19
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
Overlast door uitgaanspubliek, rondhangende jongeren en parkeren wordt in relatie tot de overlast door de komst van het MFC in de Van Schevickhavenstraat minstens zo hinderlijk, zo niet als hinderlijker ervaren. Meeste overlast De meeste overlast wordt ervaren in de directie nabijheid van het MFC: de kruising Postkantoor, hoek Van Welderenstraat, Van Broeckhuysenstraat en de Ziekerstraat en de kruising Ziekerstraat met de 2e Walstraat. Daarnaast worden locaties genoemd als de Molenpoortpassage en de 2e Walstraat, hoek Vlaamse Gas. Op deze laatste kruising zijn het vooral jongeren die voor de meeste overlast zorgen, deels drugsgerelateerd. Ook uit de cijfers van de politie blijkt dat de meeste overlastincidenten plaatsvinden in de Van Schevichavenstraat, in de directe nabijheid van het MFC. De overlast bestaat uit het rondhangen, alleen of in groepjes voor de winkels en op de hoeken, schreeuwen, schelden, bedelen, delen en gebruiken. Vooral ouderen hebben last van hinderlijk en opdringerig bedelgedrag. Als MFC bezoekers gewoon doorlopen heeft men er minder moeite mee. Er blijkt veel gedeald te worden bij het Postkantoor (binnen en om de hoek, buiten het zicht van het MFC), achter de bloemenkiosk, het uitzendbureau op de hoek. Er rijden, stoppen verschillende auto’s van waaruit wordt gedeald. De indruk bestaat dat het dealen toeneemt. Beperkte kleine groep zorgt voor overlast Typerend is dat de overlast door een kleine groep van circa 10 personen van de gemiddeld 60 (vaste ) bezoekers afkomstig is. In de meeste interviews komt dit beeld naar voren. Men herkent de meeste van deze personen en men ‘mist’ ze als een of meerderen gedetineerd zijn. Dan is het rustiger op straat. Door het MFC wordt dit beeld bevestigd. Van de kant van het MFC wordt gesteld dat als ondernemers overlast signaleren, veroorzaakt door deze groep, men graag signalen wil ontvangen zodat zij op hun beurt deze mensen in het MFC gericht kunnen aanspreken op hun gedrag. Meldpunt MFC minder gebruikt Overlast kan worden gemeld bij het Meldpunt MFC. Dit meldpunt is niet binnen het MFC gebouw gevestigd maar bij DSB aan de Nieuwe Dukenburgseweg. Hoewel de meeste ondernemers het Meldpunt MFC nuttig en noodzakelijk achten, zijn slechts enkele mensen tevreden over dit meldpunt. De meeste ondernemers maken er geen gebruik (meer) van. Men vindt het te formeel, onpersoonlijk, mensen aan de telefoon kennen de situatie niet (uitzendkrachten?), het duurt te lang en men stelt vragen als is het iemand van het MFC en vraag naar namen. Of en wat er met een melding gebeurt, is niet duidelijk. Men leidt dat dan af van de aanwezigheid op straat door bijvoorbeeld de politie (bikers), medewerkers Toezicht die optreden tegen overlastbezorgers (als die dan nog op die plaats zijn). Uit de cijfers blijkt dat het aantal meldingen bij de politie toeneemt. Men geeft meldingen liever door aan de politie. Daar heeft men betere ervaringen mee. De ondernemers zijn zeer tevreden over de inzet van de ‘bikers’ van de politie en van bureau Toezicht van de afdeling Stadstoezicht.
20
Ondernemers en overlast MFC Samenvatting
Contact, communicatie, samenwerking en goodwill Voor de aanpak van overlast als gevolg van de vestiging van het MFC zijn er diverse afspraken, organisatorische maatregelen en constructies in het leven geroepen. Samenwerking tussen en met diverse instanties is een voorwaarde voor de zogenaamde ‘ketenaanpak’. Daar waar door partijen adequaat gereageerd wordt door zowel ondernemers, politie, MFC en andere betrokkenen (zorg)instellingen blijkt de aanpak van overlast met succes aangepakt te kunnen worden. Informatie over en weer blijkt een belangrijke factor te zijn in de aanpak van overlast door MFC-bezoekers. Politie Gelderland-Zuid kent een zogenaamde ‘winkel-adoptie-plan’ (WAP). Een agent in de het Centrum is aanspreekpunt voor een aantal winkels en bezoekt deze 1 á 2 keer per jaar. Desgevraagd zegt men wel van dit plan op de hoogte te zijn, maar men brengt het niet in relatie tot de overlast. In de praktijk is er ook weinig contact tussen de ondernemers en de ‘adoptie-agent’. Als er contact is met de politie is dat naar aanleiding van een melding over overlast. Het contact met het MFC loopt via het meldpunt MFC voor zover men dit meldpunt (nog) gebruikt. Men heeft geen rechtstreeks contact met medewerkers van het MFC als er klachten zijn. Er vindt van meldingen geen terugkoppeling plaats over de al dan niet ondernomen acties. Er is behoefte aan meer contact tussen MFC, ondernemers en politie en aan informatieuitwisseling. Voorbeelden van dat laatste zijn het doorgeven van kentekens van dealersauto’s, bezoeken van MFC bewaking aan ondernemers, ondernemers informeren aan welke informatie politie behoefte heeft etc.. Voor de ondernemer kan achtergrondinformatie door MFC en politie over wie je wel/niet kunt/moet aanspreken leiden tot vermindering van overlast. Informatie door ondernemers aan politie en MFC door ondernemers kan bijdragen aan preventie van overlast. Uit enkele interviews blijkt echter ook dat men daar, uit angst voor represailles van de dader, huiverig voor is. Nazorg In verschillende interviews werden voorvallen genoemd die enige tijd geleden plaatsvonden. De ernst van de voorvallen wordt verschillend ervaren. Voorvallen hebben echter op de meeste mensen een impact alsof het gisteren gebeurd is. Ook wat er had kunnen gebeuren zorgen ervoor dat het hun bij blijft. Zonder van ernstige traumatische gebeurtenissen te spreken, is het van belang om, naast het aanhouden/aanspreken van de dader(s), aandacht te besteden aan de ondernemers die bij misdrijven of poging daartoe betrokken zijn (geweest) opdat incidenten geen ‘eigen leven’ gaan leiden. Als punten van verbetering worden genoemd het Winkeladoptieplan en het plan Veilig ondernemen intensiveren. Een directer contact met de individuele ondernemer door het MFC (langskomen, praatje maken). Het terugkoppelen naar de ondernemer van wat er met een melding is gebeurd door het Meldpunt MFC en de politie. Maatregelen en suggesties In de gesprekken worden verschillende ideeën, suggesties gedaan die ertoe kunnen bijdragen om de overlast zoveel als mogelijk te beperken. Deze kunnen als aangrijpingspunt worden genomen door de afdeling Wijkmanagement en de Buurtbeheersgroep. Het gaat dan om de volgende punten:
21
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
• • • • • • • • • • • • • • • •
22
Het plaatsen van camera’s Verbetering verlichting (Van Broeckhuysenstraat, Van Welderenstraat) Evalueren Meldpunt MFC; verbeteren meldingsprocedure klachten Sociaal pension Huisdealer/gelegaliseerd gebruik Kleinere units (methadon-, alcohol- en drugsgebruikers Ketenaanpak (zorginstellingen, politie, toezicht, gemeente) en veelplegersaanpak; verbeteren van de communicatie Bedelen opnemen in de APV Actief toezicht op specifieke punten in de stad Ingang MFC verplaatsen naar de Oranjesingel Opvang alcoholverslaafden overdag Nazorg ex-gedetineerden Meer aandacht geven aan de nazorg (slachtofferhulp) van ondernemers en hun personeel na incidenten. Realisatie contact MFC met (individuele) ondernemers in de directe omgeving Verbetering Winkeladoptieplan (WAP) en activering ‘Veilig ondernemen’ Het door ondernemers doorgeven van kentekens van ‘verdachte’ auto’s (drugshandelaren) aan de politie en andere informatie.
Ondernemers en overlast MFC Bijlage 1
Bijlage 1 Samenvatting en conclusies 1-meting MFC Gedrag in de openbare ruimte Ervaringen ondernemers
•
Meer ondernemers zien daklozenproblematiek als belangrijkste probleem
•
Ondernemers ervaren vaker overlast van daklozen/verslaafden: bedelen. Rondhangen, drugsoverlast, lastigvallen van klanten
Ervaringen professionals
•
Professionals geven aan dat overlast door daklozen en verslaafden (door hun gedrag in de openbare ruimte) zich meer heeft geconcentreerd in de omgeving van het MFC
Veiligheid Ervaringen ondernemers
•
Ondernemers geven verslechtering van veiligheidssituatie aan
•
Veiligheidsbeleving in de winkel is gelijk gebleven
•
Ondernemers voelen zich iets vaker onveilig in omgeving bedrijfspand
•
In totaal waren iets meer ondernemers slachtoffer van een misdrijf
•
Minder ondernemers geven aan slachtoffer te zijn geweest van fietsendiefstal en winkeldiefstal
Ervaringen professionals
•
Meer ondernemers waren slachtoffer van bedreiging en intimidatie
•
Minder ondernemers waren slachtoffer van vernieling en beschadiging
•
Politie: meerdere voorvallen zijn terug te voeren op bezoekers van het MFC
Registraties
•
Schouw: ongeveer gelijke beoordeling van veiligheid
•
In totaal zijn er minder aangiften gedaan
•
Afname van aangiften van auto-inbraak en diefstal uit bedrijven. Wel sterke toename aangifte auto-inbraak op Oranjesingel
•
Toename van aangiften van winkeldiefstal, woninginbraak en zakkenrollen
•
Toename van aangiften van bedreiging
•
Afname van aangiften van vernieling en schade
•
Ondernemers beoordelen schoon/heel gelijk, maar geven hierbij wel
Vervuiling Ervaringen ondernemers
een lagere beoordeling voor netheid en onderhoud van straten en stoepen •
Ondernemers hebben vaker last van vervuiling (maar hierbinnen wel minder van zwerfvuil)
•
In tegenstelling tot de 0-meting zien zij daklozen en verslaafden als veroorzaker.
Ervaringen professionals
•
Stad is minder schoon, maar dit komt niet door daklozen/verslaafden maar door verminderde inzet DAR en jongeren. Er is wel een toename
23
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
van de vervuiling van (winkel)portieken
Registraties
•
Schouw: gelijke tot positievere beoordeling
•
Weinig overlastmeldingen bij Meldpunt MFC hebben betrekking op vervuiling (geen vergelijking met 0-meting mogelijk)
•
In Centrum zijn niet meer klachten over schoon/heel gemaakt dan tijdens 0-meting; overige wijken divers beeld
Drugs Ervaringen ondernemers
•
Iets meer ondernemers zien drugsoverlast als belangrijkste probleem
Ervaringen professionals
•
Er is een grotere concentratie van overlast in omgeving van het MFC
Registraties
•
Van de overlastmeldingen bij Meldpunt MFC hebben meeste meldingen betrekking op gebruiken van drugs. Daarnaast veel meldingen over dealen.
•
Toename aantal meldingen over drugsoverlast bij politie (in tegenstelling tot het totale beheergebied)
Beeldvorming Ondernemers
•
Ondernemers kijken, zoals op basis van hun ervaringen verwacht kan worden, negatiever naar het initiatief MFC. Het aandeel voorstanders van het MFC is onder de ondernemers niet alleen veel lager dan het aandeel voorstanders onder de bewoners. Het aandeel is in vergelijking met de 0-meting ook nauwelijks gestegen. Het (negatievere) beeld van ondernemers over daklozen is in het afgelopen jaar nauwelijks veranderd.
24
Ondernemers en overlast MFC Bijlage 2
Bijlage 2 Cijfers overlastincidenten Hieronder volgt een verdeling van het aantal geregistreerde overlastincidenten 7 naar aard en straat in 2004 en 2005. In het jaar van de opening van het MFC in 2004 waren er 431 overlastincidenten en 372 in 2005. Overlastincidenten 2004 2004 Overlastincidenten
Straat Bisschop Hamer straat
alg. overlast spuiten blowen chinezen slapen drinken geb.ontzegging dealen agressie vervuiling psychiatrisch lokaalverbod verm.delicten ophouden bedelen ziek/onwel basen samenscholing minderjarigen Totaal
Oranjesingel
2e Wal straat
Pass. Mariën burg
Totaal Schevick Haven straat
Broeckhuysen straat
Welderen straat
Zieker straat
2 0 0 0 0 1 6 0 0 0 0 0 4 0 1 0 0 0 0
4 3 0 0 0 1 8 2 2 1 0 0 0 8 0 0 2 0 0
2 0 0 0 1 1 1 0 1 1 0 1 5 0 0 0 1 0 0
4 0 0 0 2 22 36 1 2 0 1 0 1 2 0 0 0 0 0
2 0 0 0 1 0 4 1 2 1 0 0 2 0 2 0 2 0 0
20 0 1 0 1 14 38 17 45 3 2 2 21 18 11 1 9 0 1
5 1 0 1 0 0 1 5 3 4 0 0 2 4 3 1 2 1 0
2 1 0 0 1 5 9 0 3 1 2 0 12 3 7 1 0 0 0
41 5 1 1 6 44 103 26 58 11 5 3 47 35 24 3 16 1 1
14 3,2%
31 7,2%
14 3,2%
71 16,5%
17 3,9%
204 47,3%
33 7,7%
47 10,9%
431 100%
Toelichting In 2004 vonden verreweg de meeste overlastincidenten plaats in de Van Schevickhavenstraat (47,3%) gevolgd door de Tweede Walstraat met 16,5% en de Ziekerstraat met 10,9%. De meeste overlastincidenten betroffen gebiedsontzeggingen (103) in met name in de 2e Walstraat en in de Van Schevickhavenstraat. Agressie en alg. overlast vinden vooral in de Van Schevickhavenstraat plaats. Drinken komt het meest voor in de 2e Walstraat en in de Van Schevickhavenstraat. Vermogensdelicten zijn wat meer gespreid in het MFC gebied.
7
Cijfers registratie Politie Gelderland-Zuid
25
Ondernemers en overlast MFC Een tussenmeting
Overlastincidenten 2005 2005 Overlastincidenten
Straat Bisschop Hamer straat
alg. overlast spuiten blowen chinezen slapen eten drinken geb.ontzegging dealen agressie vervuiling psychiatrisch lokaalverbod verm. delicten ophouden bedelen ziek/onwel basen gebruikersartik. samenscholing minderjarigen 25 Totaal
Oranjesingel
2e Wal straat
Pass. Mariën burg
Totaal Welderen straat
Schevick Haven straat
Broeckhuysen straat
Zieker straat
0 0
4 2
0 0
0 0
1 0
56 1
3 0
1 0
65 3
0 0 0 2 3 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0
1 8 0 3 1 0 1 1 0 0 3 10 0 0 8 2
0 0 0 2 1 0 1 0 0 1 11 0 0 0 0 0
0 2 0 4 19 6 1 3 0 0 0 1 1 0 1 0
0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0
1 2 1 17 7 22 29 2 4 5 20 15 2 7 3 3
0 0 0 1 8 2 2 1 1 0 1 4 6 0 5 0
0 0 1 1 10 1 0 0 0 0 7 2 2 0 0 0
2 12 1 30 50 31 34 8 6 6 43 33 11 7 18 5
0
0
0
0
0
7
0
0
7
6 1,6%
44 11,8%
16 4,3%
38 10,2%
6 1,6%
204 54,8%
34 9,1%
34 6,5%
372 100%
Toelichting Algemene overlast, gebiedsontzeggingen en vermogensdelicten vormenden in 2005 voor de meeste overlastincidenten. De meeste overlastincidenten vonden plaats in de Van Schevickhavenstraat met 54,8%, gevolgd door de Oranjesingel met 11,8%. In de Van Schevickhavenstraat was alg. overlast ongeveer 25%, agressie 15% en dealen en vermogensdelicten circa 10%. In de Oranjesingel werden slapen, ophouden en basen als meeste overlastincident gemeld. In de tweede Walsstraat waren het vooral de gebiedsontzeggingen (50%). Overzicht totalen in 2004 en 2005 van de aard van de overlastincidenten Overlastincidenten aantal algemene overlast spuiten blowen chinezen slapen
26
Totaal 2004 percentage 41 5 1 1 6
9,5% 1,2% 0,2% 0,2% 1,4%
aantal
Totaal 2005 percentage 65 3
17,5% 0.8%
2 12
0,5% 3.2%
Ondernemers en overlast MFC Bijlage 2
eten drinken gebiedsontzegging dealen agressie vervuiling psychiatrisch lokaalverbod vermogensdelicten ophouden bedelen ziek/onwel basen gebruikersartikelen samenscholing minderjarigen 25 Totaal
44 103 26 58 11 5 3 47 35 24 3 16 1 1
431
10,2% 23,9% 6,0% 13,8% 2,6% 1,2% 0,7% 10,9% 8,1% 5,6% 0,7% 3,7% 0,2% 0,2%
100%
1 30 50 31 34 8 6 6 43 33 11 7 18 5
0,3% 8,1% 13,4% 8,3% 9.1% 2,2% 1,6% 1,6% 11,6% 8,9% 3,0% 7,0% 4,8% 1,3%
7
1,9%
372
100%
Toelichting Als het gaat om de aard van de overlast dan is er in 2005 sprake van een stijging van de algemene overlast. Het aantal gebiedsontzeggingen is met de helft gedaald en agressie met circa een derde. Bedelen is eveneens in 2005 afgenomen. Het aantal vermogensdelicten is iets gedaald. Gestegen zijn echter het slapen en het dealen.
27