Reflex
R e l at i e m a g a z i n e v a n E x x o n M o b i l i n d e B e n e l u x J AA R GANG 1 1
NR 2 2011
Onconventioneel gas ENERGIEBRON VAN DE TOEKOMST Interview Isabelle Muller over de uitdagingen en kansen voor de raffnagesector CHEMIE Voortdurende innovatie leidt tot duurzame oplossingen EU AFFAIRS Hoe valt je boodschap op tussen 40.000 lobbyisten
REDACTIONEEL
2 Reflex NR 2 2011
Toewijding aan duurzaamheid Bij deze Reflex ontvangt u de samenvatting van ExxonMobil’s Corporate Citizenship Report. Dit maatschappelijk verslag beschrijft behalve onze prestaties op het gebied van veiligheid, milieu, mensenrechten en economische ontwikkeling, ook onze toewijding aan duurzaamheid. Het thema duurzaamheid zien we terug in verschillende artikelen in dit nummer.
‘
We willen de behoeften van vandaag vervullen zonder die van toekomstige generaties uit het oog te verliezen.
Kop2
’
‘Ons credo luidt dat we de behoeften van vandaag willen vervullen zonder de behoeften van toekomstige generaties uit het oog verliezen,’ stelt Martin de Beer, plantmanager van de Rotterdam Plasticizers and Intermediates Plant in een artikel over duurzame chemie. Zijn collega Jean Van Praet van de polymeerfabrieken in Zwijndrecht en Meerhout schetst kansen en mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan utradunne film voor (voedsel)verpakkingen en hoogwaardige kunststoffen voor lichtere auto’s.
In het interview-artikel stelt Isabelle Muller van EUROPIA, de Europese elangenorganisatie voor de olieverwerkende industrie, dat ook de Europese b raffinagesector deel uitmaakt van een duurzame economie. Haar visie: ‘Er bestaat niet zoiets als een ‘zwarte economie’ tegenover een ‘groene economie’. We kunnen streven naar lagere emissies, maar er zal in de toekomst nog steeds olie zijn.’ In de wereldwijde energiemix van de toekomst zal aardgas een steeds grotere rol gaan spelen. Deze schoonste, flexibele fosssiele brandstof is op grote schaal beschikbaar. Dankzij nieuwe, innovatieve technieken kan ook het diep in de bodem opgeslagen onconventioneel gas steeds vaker economisch rendabel worden geëxploiteerd. U leest er in dit nummer meer over.
De Roadmap 2050 van de Europese Commissie beschrijft mogelijke strategieën die in 2050 moeten leiden tot een economie met een lage kool stofuitstoot. Guiseppe de Palma, Vice President EU Affairs van ExxonMobil, geeft in deze Reflex uitleg over de samenwerking met de EU bij het ontwikkelen van beleidsdocumenten voor de transport- en energiesector. ‘We informeren beleidsmakers over de fundamentele principes die de basis vormen van een goed functionerende marktgedreven economie.’ Naast alle doorkijkjes naar de toekomst, blikken we in deze Reflex ook terug op de eerste helft van 2011. Zo namen we begin april officieel de nieuwe ontzwavelingsinstallatie van de raffinaderij in Antwerpen in gebruik. Ter gelegenheid hiervan organiseerden we onder meer het symposium Investing in a sustainable future. Eind mei waren er bij ExxonMobil diverse activiteiten tijdens de Dag van de Chemie. Ook leest u in deze Reflex enkele verhalen van medewerkers diezich met steun van het ExxonMobil Benelux Vrijwilligersfonds inzetten voor goede doelen. Tot slot een bijzonder onderwijsproject. Komende periode gaan bij ExxonMobil in Rotterdam relatief veel operators met pensioen. Nieuwe mensen zijn dus nodig om alle raffinageprocessen veilig en ongehinderd te stroomlijnen. Hoe werf je die nieuwe aanwas? Deze zomer startte ExxonMobil een eigen instroomtraject: TechXpert. Onder het motto: de jeugd heeft de toekomst! Mirjam de Leeuw Hoofdredacteur
COLOFON Reflex is een kwartaaluitgave van ExxonMobil in de Benelux, Afdeling Public and Government Affairs. Hoofdredactie Mirjam de Leeuw Redactie Textuur Tilburg Fotografie Stefan Dewickere ExxonMobil Redactie Franstalige editie Marina Cols Verantwoordelijk uitgever in België Remko Kruithof, ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA, Polderdijkweg, 2030 Antwerpen Vormgeving Mervyn Hall (GPB Media) Pre-Press GPB Media, Leiderdorp Druk De Swart, Den Haag Redactieadressen België: Polderdijkweg, 2030 Antwerpen, tel. 03 / 543.35.92 Nederland: Postbus 1, 4803 AA Breda, tel: (076) 529 1333 Luxemburg: Rue de l’industrie 20, 8069 Bertrange Exxon Mobil Corporation heeft vele verbonden maatschappijen, waarvan vele de namen ExxonMobil, Exxon, Esso en Mobil bevatten. Gemakshalve en voor alle eenvoud worden die termen zoals maatschappij, bedrijf, onze, wij en zijn/ haar soms gebruikt als verkorte verwijzingen naar specifieke verbonden maatschappijen of verbonden groepen. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van de verschillende genoemde juridische entiteiten. Aanvraag extra nummers, adreswijzigingen, nieuwe abonnementen, vragen over de inhoud en toestemming voor overname uitsluitend schriftelijk bij de redactie. Het maken van fotokopieën van de inhoud is toegestaan voor educatieve doeleinden, alsook voor informatieverspreiding binnen organisaties. Aan de teksten in dit tijdschrift kunnen geen rechten worden ontleend. Reflex wordt verstuurd in milieuvriendelijke verpakkingsfolie. www.exxonmobil.be www.exxonmobil.lu www.exxonmobil.nl
[email protected]
AARDGAS
Reflex NR 2 2011 3
Steeds grotere rol voor onconventioneel gas in mondiale energiemix Aardgas is relatief schoon en in grote mate beschikbaar. Bovendien maken geavanceerde technieken het steeds beter mogelijk om ook het voorheen moeilijk winbare onconventionele gas (zoals schaliegas) commercieel te exploiteren. Welke rol kan gas spelen in de energiemix van een wereld waarin de energiebehoefte voortdurend groeit?
Onconventionele
revolutie
4 Reflex NR 2 2011
AARDGAS
O
nze wereldbevolking groeit explosief. De verwachting is dat het aantal aardbewoners in 2030 bijna acht miljard bedraagt. Uiteraard heeft dat gevolgen voor de energiebehoefte, zeker nu explosief groeiende landen als India en China een steeds grotere economische rol spelen op het wereldtoneel. Vooral in deze landen groeit de behoefte aan brandstof voor de opwekking van elektriciteit sterk. Tot aan 2030 nemen ontwikkelingslanden circa 70 procent van de groei van de vraag naar energie voor hun rekening.
Relatief schoon Dat werpt de vraag op hoe we aan die sterk groeiende vraag gaan voldoen. Hernieuwbare bronnen als wind- en zonne-energie kennen vooralsnog enkele belangrijke nadelen, en over kernenergie is de publieke opinie sinds de kernramp in Japan negatief gestemd. Eén ding is dan ook zeker: aardgas zal binnen de energiemix van de toekomst een belangrijke rol innemen, voorziet Joost Van Roost, president-directeur van ExxonMobil Benelux. ‘De Energy Outlook 2030 van ExxonMobil beschrijft hoe de vraag naar gas tussen 2005 en 2030 zal toenemen met 60 procent; dat is twee procent per jaar. Voordeel van gas is dat gasgestookte centrales relatief schoon zijn: de hoeveelheid uitgestoten kooldioxide kan tot 60 procent lager liggen dan bij kolencentrales. Bovendien kunnen gascentrales tegen relatief lage kosten binnen zo’n drie jaar worden gebouwd. Ook is dit type centrale flexibel: ze kunnen gemakkelijk worden in- en uitgeschakeld, al naar gelang de energievraag en de weersomstandigheden. Op die manier kan aardgas de perfecte aanvulling vormen op hernieuwbare energiebronnen als wind- en zonne-energie.’
Kop2
‘
Nieuwe technieken maken het mogelijk om onconventioneel gas commercieel te exploiteren.
’
Onconventioneel gas Hét argument volgens Van Roost om in te zetten op gas als energiebron van de toekomst, is echter dat deze fossiele brandstof nog steeds volop voorhanden is. ‘De voorzieningszekerheid wordt geholpen door vloeibaar aardgas en nieuwe pijpleidingen. Bovendien bevat de bodem grote hoeveelheden van het zogenoemde onconventionele gas. Neem bijvoorbeeld coalbed methane: gas dat ligt opgeslagen in niet-gemijnde, ondergrondse steenkoollagen. In de VS is al veel ervaring opgedaan met innovatieve technieken om deze vorm van onconventioneel gas te winnen. Daarnaast is er het zogenoemde schaliegas. Dit type gas was lange tijd zeer moeilijk winbaar. Nieuwe technieken maken het echter mogelijk om ook deze gasvoorraden commercieel te exploiteren.’ De totale mondiale gasvoorraden bieden op die manier een enorm potentieel, stelt Van Roost. ‘Het Internationaal Energie Agentschap schat dat de conventionele en onconventionele gasreserves samen nog zo’n 250 jaar aan energie opleveren bij het huidige productievolume.’ Schaliegas Vooral het voorheen moeilijk winbare schaliegas staat op dit moment volop in de belangstelling. Dit type gas zit opgeslagen in schalie of kleisteen, verduidelijkt Joost Van Roost. ‘Schalie is de modder van ondiepe zeeën, die tot circa 325 miljoen jaar oud kan zijn. Via de zogenoemde frackingtechniek worden gasrijke bodemlagen
Hydraulic Fracturing1 1 The diagram represents a typical well
design for a shale gas operation. Other wells designs vary to meet the local geology.
Solid Rock Layers
305 m
610 m
915 m
1220 m
15,24 m
1525 m
1830 m
Hairline
Reflex NR 2 2011 5
‘
In 2010 werd ExxonMobil, na een fusie met aard gasproducent XTO Energy, de grootste producent op de Amerikaanse gasmarkt.
Empire State Building 381 m
’
Wellhead Soil
Multiple Layers of Steel Casing and Cement
‘gekraakt’ door ze, in een horizontaal boorgat, onder grote druk te injecteren met een mengsel dat voor 99 procent uit water en zand bestaat en voor het resterende deel uit chemicaliën. Deze boortechniek zorgt ervoor dat diep onder de bodem kleine ontploffinkjes worden geforceerd. Daardoor verbrokkelt het zeer harde gesteente en komt het in de dichte bodemlagen opgeslagen gas vrij.’ Tegenstanders van fracking vrezen dat deze innovatieve techniek – vooral door de toevoeging van chemicaliën aan de kraakvloeistof – de kwaliteit van het drinkwater zou kunnen aantasten. De boringen vinden echter zeer gecontroleerd en op grote diepte plaats – ver onder de grondwaterlaag, legt Van Roost uit. ‘De frackinglocaties bevinden zich onder meerdere lagen ondoordringbaar gesteente. Bovendien worden de boorgaten afgesloten met meerdere lagen beton, waardoor de boorvloeistof zich niet kan mengen met de ondergrond. Bij conventionele olie- en gaswinning is fracking bovendien al decennialang gemeengoed: al jaren past ExxonMobil deze techniek succesvol toe om meer fossiele brandstof naar boven te halen.’
Aquifer Multiple Layers of Steel Casing and Cement
XTO Energy: gasspecialist bij uitstek Vorig jaar nam ExxonMobil de Amerikaanse aardgasproducent XTO Energy over. Het maakte ExxonMobil in één klap tot een grote speler op de Amerikaanse gasmarkt, met een gezamenlijke dagelijkse productie van bijna 3,7 miljard kubieke voet (111 miljoen kubieke meter). Door de overname breidde ExxonMobil in North Dakota en Montana – twee belangrijke wingebieden voor schaliegas – zijn aandeel uit met zo’n 180.000 hectare. In de VS is XTO Energy al jaren een van de leidende bedrijven als het
Shale Zone Fractures Created
gaat om de winning van onconventioneel gas; naast schaliegas doet het bedrijf ook aan winning van coalbed methane.
6 Reflex NR 2 2011
AARDGAS
‘
De ervaring met gaswinning, de gunstige ligging, de opslag mogelijkheden en het netwerk maken Nederland tot ideaal gasknooppunt.
Kop2
Nederland aardgasland
Binnen Europa is Nederland al jarenlang het gasland bij uitstek. Met de ontdekking van de enorme gasbel onder het Groningse Slochteren – goed voor de helft van de gasvoorraad van de
Europese Unie – begint voor Nederland een tijd van voorspoed. Op 22 juli 1959 wordt onder de akker van boer K.P. Boon het eerste gas gewonnen, op een diepte van 2.659 meter. Het Groningse gas leidt uiteindelijk tot het besluit om heel Nederland aan te sluiten op aardgas, en in 1963 krijgt de kersverse Nederlandse Gasunie de taak om een netwerk van pijpleidingen aan te leggen. Tien jaar later beschikt driekwart van de Nederlandse huishoudens al over aardgas. Ook binnen
de productie van elektriciteit neemt aardgas al snel een cruciale rol in.
Fusie met XTO De Verenigde Staten vormt momenteel de voorhoede als het gaat om de winning van onconventioneel gas. De afgelopen jaren is de frackingtecniek in de VS verder geperfectioneerd. Het Amerikaanse Department of Energy schat dat het land in 2030 kan voorzien in de helft van de eigen gasbehoefte door de winning van onconventioneel gas. Ook ExxonMobil speelt hierin een aanzienlijke rol. In 2010 werd een belangrijke stap gezet door te fuseren met de Amerikaanse aardgasproducent XTO Energy (zie kader). Daarmee werd ExxonMobil in één klap de grootste producent op de Amerikaanse gasmarkt. Welk perspectief lonkt er voor Europa, en in het bijzonder voor ‘aardgasland’ Nederland (zie kader) als het gaat om de winning van (on)conventioneel gas? Het ‘oude continent’ is voor zijn gasvoorziening steeds afhankelijker geworden van geïmporteerd gas uit Rusland en het Midden-Oosten; de verwachting is dat de import toeneemt tot ongeveer 70 procent in 2030. Uit onderzoek blijkt echter dat ook in Europa aanzienlijke hoeveelheden onconventioneel gas in de bodem zitten. Dat biedt perspectief
’
op commerciële mogelijkheden en op een geringere afhankelijkheid van andere landen. Inmiddels is ExxonMobil begonnen met proef boringen om uit te vinden wat de potentie van onconventioneel gas in Duitsland is.
Nederland als gasrotonde In Nederland ziet ExxonMobil echter nog geen rol van betekenis voor onconventioneel gas in de komende vijftien jaar, stelt Rik Cents, Government Relations Advisor van ExxonMobil in Nederland. ‘Er is nog voldoende conventioneel gas beschikbaar; de beste mogelijk heden voor onconventioneel gas liggen vooral elders in Europa. Het is logischer om te verwachten dat de industrie zich eerst zal richten op de meest veelbelovende locaties.’ Wel positioneert Nederland zich al enige tijd als de ‘gasrotonde’ van Noordwest-Europa, vertelt Cents. ‘De jarenlange ervaring op het gebied van gaswinning, de strategisch gunstige ligging, de opslagmogelijkheden en het uitgebreide netwerk: ze maken Nederland tot een ideaal knooppunt.’ In aanvulling op het bestaande hoofdnetwerk investeerde Gasunie de laatste jaren in een internationaal netwerk van pijpleidingen. Door al deze investeringen is Nederland nu aangesloten op de Britse eilanden én op de gasnetwerken van twee grote gasleveranciers, Noorwegen en Rusland. Geen onverstandige keuze, denkt Cents. ‘Alhoewel onconventioneel gas veel potentie heeft, zullen we de komende jaren afhankelijk blijven van geïmporteerd gas. Veel is immers nog onzeker: hoeveel onconventioneel gas zit er echt in de Europese en Nederlandse bodem? En kunnen we het straks daadwerkelijk op een rendabele manier winnen?’ Door zichzelf te positioneren als de gasrotonde van Europa en te investeren in infrastructuur, stelt Nederland zijn eigen gasvoorziening nu al grotendeels veilig. Ook voor ExxonMobil bieden deze ontwikkelingen perspectief, stelt Cents. ‘Gas is en blijft een belangrijke grondstof voor onze installaties. Ook wij zijn dus gebaat bij een goede gasinfrastructuur.’ Fuel of choice Ook Joost Van Roost is positief over de positionering van Nederland als gasrotonde. ‘Ik nam deel aan het Overlegplatform Gasrotonde en ExxonMobil was ook vertegenwoordigd in de werkgroepen. We onderschrijven kortom het belang van gas als fuel of choice.’ Conventioneel of onconventioneel: onze toekomstige energiemix zal sowieso gestoeld zijn op gas, benadrukt Van Roost nogmaals. ‘Het zou zonde zijn om de enorme gasreserves niet aan te spreken zolang er geen echt volwaardig alternatief voorhanden is. Als producent van Nederlands gas, en als aandeelhouder in NAM en GasTerra, dragen we dan ook graag bij aan het realiseren van de ambities van de Nederlandse overheid.’ ■
PANORAMA
Reflex NR 2 2011 7
Nieuws in vogelvlucht van ExxonMobil wereldwijd
Esso’s tankshopformule On the Run heeft de meest tevreden klanten. Dit bleek uit onderzoek van designbureau GfK Panel Services onder 25 formules en bijna duizend consumenten in het ‘out-of-home’ kanaal. Gemiddeld gaven consumenten Esso’s shopformule een 7,62. Op twaalf van de dertien aspecten die werden onderzocht, waardeerden klanten On the Run ruim bovengemiddeld. Vooral de goede bereikbaarheid/parkeergelegenheid, netheid van de locatie en de ruime keuze aan dranken werden bijzonder goed gewaardeerd. Op 14 juli namen Frank van Dommele, Benelux Retail Sales Manager en Karin Paardkooper, Convenience Retail Manager Benelux, de gouden award van GfK Panel Services in ontvangst. ■
Bron: Out-of-Home magazine
On the Run scoort hoogste klanttevredenheid
Op YouTube ExxonMobil is nu ook te volgen op YouTube. Daar vinden bezoekers video’s over de standpunten van ExxonMobil op het gebied van energietechnologie, onderwijs en wetenschap, issues en trends binnen de energiesector. Ook de weblog ‘Perspectives’ staat erop. Dit blog is geschreven door Ken Cohen, ExxonMobil’s Vice President Public and Government Affairs Manager. Hij bespreekt hier de standpunten van ExxonMobil over de beleidsregels, issues, technologieën en trends binnen de energiesector. ExxonMobil op YouTube: www.youtube.com/exxonmobil. Weblog Perspectives: www.exxonmobilperspectives.com. ■
ExxonMobil helpt slachtoffers Japan Exxon Mobil Corporation doneerde dit jaar een bedrag van 1 miljoen dollar aan het Japanse Rode Kruis voor de hulpverlening aan de slachtoffers van de tsunami en de kernramp in Japan. Ook verdubbelde Exxon Mobil Corporation de donaties van medewerkers, dealers en distributeurs aan de Japanse slachtoffers tot een maximum van 2 miljoen
dollar. Ook in de Benelux gaven medewerkers, gepensioneerden en business partners van ExxonMobil een bijdrage aan het Japanse Rode Kruis.
Meeleven ExxonMobil trekt zich het lot aan van de slachtoffers na de aardbeving en de daaropvolgende tsunami in Japan. CEO Rex W.
Tillerson: ‘ExxonMobil en onze medewerkers zijn diep geschokt door de verwoesting en het verlies van mensenlevens in Japan. We leven enorm mee met onze Japanse medewerkers, hun families en het Japanse volk.’
Herstelwerkzaamheden In de aangesloten bedrijven bij ExxonMobil in Japan werken zo’n
2900 mensen. Zij houden zich bezig met de raffinage en distributie van aardolie en petrochemicaliën, gas- en energiemarketing en project engineering. De aangesloten bedrijven Yugen Kaisha en TonenGeneral werken nauw samen met Japanse autoriteiten aan herstelwerkzaamheden. ■
8 Reflex NR 2 2011
INTERVIEW
Reflex NR 2 2011 9
ExxonMobil is lid van EUROPIA, de Europese belangenorganisatie voor de olieverwerkende industrie. Deze organisatie is actief betrokken bij de Europese beleidspolitiek en de ontwikkeling van nieuwe regelgeving. Welke kansen en uitdagingen liggen er voor de Europese raffinagesector? Een gesprek met Secretaris-generaal Isabelle Muller.
‘ Wij brengen realisme in het debat’ Isabelle Muller, Secretaris-generaal van EUROPIA
E
UROPIA vertegenwoordigt in Brussel ongeveer 80 procent van de raffinagesector. Dat vergt tact en inzet. ‘Europese wet- en regelgeving beïnvloedt de positie van raffinaderijen in Europa. We proberen op het juiste niveau, op het juiste moment de juiste mensen te spreken, zodat de Europese Commissie onze suggesties overneemt. We zijn goed op de hoogte van ontwikkelingen rond nieuwe regelgeving.’ ‘Daarnaast heeft de Europese Commissie een formele route om belangenorganisaties onderdeel te laten zijn van het besluitvormingsproces. Geregistreerde organisaties krijgen een uitnodiging voor een consultatieronde, waarbij ze zich mogen presenteren. EUROPIA is een van de belangrijkste professionele organisaties in Europa en heeft de ambitie om dat te blijven. We willen met deskundige inbreng proactief en constructief bijdragen aan beleidsontwikkeling in de EU en de lidstaten.’
Recent publiceerde EUROPIA – met inbreng van ExxonMobil – een beleidsrapport: de ‘White Paper on EU Refining’. Wat was de aanleiding daartoe? ‘Het belang van onze industrie is lang over het hoofd gezien. Iedereen kent de oliewinningsindustrie – niet altijd in positieve zin – maar de raffinagesector is niet erg bekend bij beleids makers. De rol van onze sector in de Europese economie bleef dan ook onderbelicht. We wilden de beleidsmakers met onze publicatie bewustmaken van onze bijdrage aan de groei in de Europese Unie in de afgelopen vijftig jaar en in de toekomst. We hebben met onze producten veel sectoren ondersteund, zoals de automotivebranche en de chemische industrie. Veel directe en indirecte banen hangen af van onze sector, als je marketing meerekent, een half miljoen. Neem je de chemische industrie erbij, dan praat je over meer dan een miljoen Europese banen.’ ‘Een onderwerp dat EUROPIA zorgen baart is de onbalans tussen de vraag naar diesel en benzine. Europa produceert meer benzine dan de vraag vanuit de markt, terwijl de Europese vraag naar diesel de productie juist ver overschrijdt. Het gevolg is dat we meer dan een derde van onze benzine moeten exporteren en ongeveer een tiende van de diesel importeren. Vooral vanuit Rusland, waardoor de afhankelijkheid van deze energie
10 Reflex NR 2 2011
INTERVIEW
leverancier groter wordt. Deze situatie heeft ook invloed op de bevoorradingszekerheid.’ ‘Het rapport gaat ook in op de regelgevingsdruk vanuit Europa, die een bedreiging vormt voor de concurrentiekracht van de Europese raffinaderijen. We benadrukken steeds in onze boodschap: het is in het belang van de Europese Unie om de Europese raffinaderijen levensvatbaar te houden.’
Van de ongeveer honderd Europese raffinaderijen staat een derde te koop of is buiten gebruik gesteld. De kopers komen voornamelijk uit Azië, Rusland of de VS. Verandert dit de sector niet aanzienlijk? ‘Dit zal zeker impact hebben op de raffinagesector in de EU, maar het is nog te vroeg om te zeggen op welke manier. We staan in contact met alle nieuwkomers en natuurlijk nodigen we ze uit om lid te worden van EUROPIA. Omdat we een brancheorganisatie zijn, is het belangrijk dat we de sector als geheel vertegenwoordigen. Niet alleen het Europese deel, maar alle spelers.
Kop2 ‘
Een miljoen directe en indirecte banen hangen af van onze sector.
’
Hoe werkt het in Europa? Alle Europese regelgeving wordt voorgesteld door de Europese Commissie en vervolgens vastgesteld door het Europees Parlement en de lidstaten. Nieuwe wet- en regelgeving komt tot stand na het consulteren van kennisinstituten en stakeholders. De Europese Commissie stelt deze conceptteksten op. Zodra een nieuwe richtlijn is opgesteld, gaat deze voor goedkeuring naar de Europese Raad van Ministers en het Europees Parlement. Zij stellen in hun wetgevende bevoegdheid uiteindelijk de nieuwe wet- en regelgeving vast. EUROPIA probeert het besluitvormingsproces tijdens elk van de drie stappen te beïnvloeden en werkt richting de lidstaten nauw samen met de nationale brancheorganisaties.
Is het niet moeilijk om verschillen te overbruggen tussen bedrijven die elkaars concurrent zijn? ‘Gelukkig delen we hetzelfde belang: een sterke raffinagesector in de EU. Maar het klopt dat onze leden in het voortraject soms van mening verschillen over de zaken waar we voor pleiten. Als Secretaris-generaal zie ik het als mijn belangrijkste taak om tot het breedst mogelijke compromis te komen. Uiteraard is daar tijd voor nodig, en communicatie en onderhandelingen. Maar vandaag de dag spelen er zulke fundamentele zaken in onze sector, dat er voor ons belangrijke werk in Brussel een brede gemeenschappelijke basis is. De Europese Commissie heeft het bijvoorbeeld over de vermindering van het gebruik van olieproducten. En terwijl de internationale concurrentie snel toeneemt, zorgt de Europese regelgevingsdruk voor extra kosten.’
Wat zijn de gevolgen voor de raffinagesector van de Europese regelgevingsdruk? ‘Voorbeelden hiervan zijn eenvoudig te vinden. Het meest besproken is de kooldioxide-emissiehandel. De industrie zal vanaf 2013 emissierechten moeten kopen. Extra kosten leverde ook de wetgeving op voor de verwijdering van zwavel uit brandstoffen. Europese raffinaderijen investeerden in een groot aantal nieuwe installaties en technieken. Zoals ExxonMobil in Antwerpen.’ ‘De Europese milieuwetgeving gaat in op industriële emissies. Er komt een nieuwe Europese richtlijn, voor alle emissies uit alle industriële activiteiten. Dat zal grote impact op ons hebben. Evenals de nieuwe richtlijn energie-efficiency, die mogelijk leidt tot extra belasting voor ons. De nieuwste richtlijn ‘Brandstofkwaliteit’ van de Commissie heeft als doel de hoeveelheid koolstof in brandstoffen terug te brengen. De enige manier waarop we dat kunnen doen, is door het bijmengen van meer biobrandstoffen.
Reflex NR 2 2011 11
EUROPIA en ExxonMobil ExxonMobil draagt actief bij aan het werk van EUROPIA. Zo stoelen de Witboeken/White Papers deels op informatie en analyses van ExxonMobil. Isabelle Muller: ‘Ons werk is alleen mogelijk met de steun, inzet en betrokkenheid van onze leden. De leden vormen de slagkracht van EUROPIA en daar zijn we dankbaar voor. ExxonMobil is zeer actief binnen EUROPIA. Bedrijven als ExxonMobil maken onze successen mogelijk. Zoals de recente, belangrijke verschuiving in de opvattingen van de beleidsmakers over de rol van onze industrie. Natuurlijk zal het nog lang duren voordat we al onze doelen hebben bereikt, maar we blijven doorgaan en zijn op de goede weg.’
Maar dat doen we al; volgens een andere richtlijn hebben we al de verplichting om biobrandstof bij te mengen in fossiele brandstoffen. Deze nieuwe richtlijn geeft dus weer nieuwe beperkingen in de manier waarop we onze brandstoffen produceren.’
‘
Dwingt regelgeving in zekere zin niet ook tot innovatie? ‘Dat is ten dele waar. Vooral waar het gaat om productspecificaties. Wetgeving ten aanzien van producten geldt voor alle producenten. Europees of niet-Europees, iedereen moet dan producten produceren met de juiste productspecificaties. Die wetgeving heeft ons gedwongen tot investeringen, aanpassingen, onderzoeksprojecten en verbetering van onze processen en technologieën. Praat je daarentegen over wetgeving die enkel wordt opgelegd aan producenten binnen de EU, zoals de emissiehandel, dan krijgen deze producenten hogere boetes opgelegd dan concurrerende bedrijven die zich aan minder strenge regels moeten houden. Zo wordt alleen het probleem verplaatst. Bovendien zorgt deze situatie voor veiligheids- en milieurisico’s. Dat noemen we carbon leakage.
Er bestaat geen ‘zwarte economie’ tegenover een ‘groene economie.’
’
EUROPIA neemt regelmatig deel aan groene debatten. Zo spreekt u op een evenement rond de ‘koolstofloze toekomst voor Europa’. Waarom doet u dat? ‘Het is een nieuwe ideologie, 'groene economie' of ‘groene business'. We vinden het erg belang-
rijk om realisme in de discussie te brengen. Het kan zeer schadelijk zijn voor Europa als mensen gaan geloven dat een toekomst zonder olie mogelijk is. Dat is precies de reden waarom wij feitelijke informatie verzamelen en promoten. In 2030 maakt olie nog steeds voor 30 procent deel uit van de primaire energie in Europa. In 2050 voor nog minstens een kwart. Wat betreft vervoer maakt vandaag de dag olie 95 procent deel uit van de transportbrandstoffen. In 2030, volgens de meest ambitieuze groene scenario's, zal dat 80 procent worden en in 2050 waarschijnlijk minstens 50 procent. Ik benadruk steeds dat wij ook deel uitmaken van een groene economie. Er bestaat niet zoiets als een ‘zwarte economie’ tegenover een ‘groene economie’. We kunnen streven naar lagere emissies, maar er zal in de toekomst nog steeds olie zijn.’
Wat is het gezamenlijke antwoord van EUROPIA op de grote aandacht in Europa voor elektrisch rijden? ‘Het is niet bewezen dat elektrische auto's - als je alle energie bij elkaar optelt - voordeel bieden op het gebied van emissies, noch in termen van kosten. Om kosteneffectief te zijn, moeten we in Europa beslissingen nemen die we ons kunnen veroorloven. Elektrische mobiliteit brengt enorme investeringen met zich mee. Denk aan de infrastructuur voor het opladen. Als je in overweging neemt dat onze bestaande infrastructuur goed werkt, moet je goed nadenken over de consequenties voordat je besluit om op grote schaal en tegen hoge kosten te kiezen voor iets totaal anders.’ ‘EUROPIA onderkent wel de transitie naar een economie die anders met haar energie omgaat. Op basis van de forse groei van de wereldwijde energievraag, moeten we ons aanpassen aan de opkomst van nieuwe soorten energie en van nieuwe bedrijven. Tot nu toe leek het allemaal eenvoudig: we waren de enige producenten van transportbrandstoffen. Maar nu moeten we leren met andere spelers om te gaan. Essentieel daarbij is om de balans te houden tussen onze leden. Als we onze gezamenlijke kracht behouden, zullen we succesvol zijn.’ ■
12 Reflex NR 2 2011
INVESTERING
Ontzwavelingsinstallatie officieel in gebruik genomen
Stilstaan bij
Kop2
duurzaamheid ExxonMobil zet een flinke stap in de richting van een duurzame toekomst met de nieuwe ontzwavelingsinstallatie voor diesel in Antwerpen. Op de officiële inhuldigingsdag van de High Pressure Hydro Treater hield ExxonMobil een symposium met diverse prominenten onder het thema Investing in a sustainable future.
Sherman Glass, President Refining & Supply
Joost Van Roost, President ExxonMobil Benelux
Ian Carr, Raffinaderijdirecteur, Antwerpen
D
e EU-normen voor diesel werden de afgelopen jaren steeds strenger. Dankzij de hydrotreater kan de Antwerpse raffinaderij van ExxonMobil meer laagzwavelige diesel produceren. Daartoe ontzwavelt de installatie onder hoge druk diesel met waterstof. Ook in de VS, in Louisiana en Texas, bouwde ExxonMobil inmiddels twee ontzwavelingsinstallaties. Geen overbodige luxe; zeker nu de vraag naar brandstof de komende decennia alleen maar verder zal stijgen, dragen de installaties bij aan een duurzame toekomst.
Vooruitziende blik Reden genoeg dus om de ingebruikname van de installatie in Antwerpen luister bij te zetten met een symposium waarin die duurzame toekomst centraal stond. Sherman Glass, President Refining & Supply van ExxonMobil, was een van de hoofdsprekers tijdens het symposium. Hij stelde dat projecten als deze afhankelijk zijn van leiders met een vooruitziende blik. ‘Zowel op bestuurlijk niveau als in de industrie hebben we behoefte aan leiders die innovatie en samenwerking belangrijk vinden: voor het stimuleren van de economische groei, en tegelijkertijd voor de verbetering van energie-efficiëntie en milieubescherming.’
Yves Leterme, Eerste Minister België
België De Belgische Eerste Minister Yves Leterme loofde de investeringen in een duurzame en innovatieve economie. ‘Hopelijk is deze investering een teken van het succes van de Belgische regering bij het creëren van een gelijk speelveld. Waarbij de industrie de gelegenheid krijgt om oplossingen voor de toekomst te leveren. Het verheugt me zeer dat met name een sector als de petrochemische industrie bereid is om te investeren in een duurzame en innovatieve economie.’ Emissies omlaag Joost Van Roost, President van ExxonMobil in de Benelux, benadrukte in zijn bijdrage het belang van de hydrotreater voor ExxonMobil. ‘De investering in een nieuwe installatie voor de productie van laagzwavelige diesel is een voorbeeld van
Reflex NR 2 2011 13
Officiële inhuldiging hoe ons concern focust op een duurzame toekomst.’ Ook raffinaderijdirecteur Ian Carr was zichtbaar trots op de nieuwe ontzwavelingsinstallatie. ‘Hiermee zijn we klaar voor de huidige en eventuele toekomstige wetgeving voor laagzwavelige brandstoffen. Zowel het wegtransport als off-road industriële sectoren kunnen hiermee hun emissies omlaag brengen.’
Op 5 april 2011 vierde de Antwerpse raffinaderij
Goed investeringsklimaat Naast de voordrachten omvatte het symposium twee debatten. De eerste discussie draaide om de vraag hoe belangrijk fossiele brandstoffen blijven voor België. De panelleden waren het erover eens dat om aan de energievoorziening te kunnen blijven voldoen, álle energiedragers nodig zijn. Fossiele brandstoffen blijven dan ook een belangrijke rol spelen. De toekomst van de industrie in België stond centraal tijdens de tweede debatronde. Met welke uitdagingen heeft de Belgische industrie te maken? Een goed investeringsklimaat is volgens de panelleden nodig om de industrie in België te behouden en het land aantrekkelijker te maken voor nieuwe ondernemingen. De relatief hoge loonkosten in België vormen een structureel probleem. Daarnaast moet er meer aandacht uitgaan naar het stimuleren van voornamelijk technische opleidingen. Alleen zo kan een tekort aan goed opgeleid personeel in de toekomst worden voorkomen, aldus de panelleden. ■
Janssens, de Amerikaanse ambassadeur
de ingebruikname van de nieuwe installatie met verschillende prominenten. Gouverneur van Antwerpen Cathy Berx verrichtte de officiële handeling, samen met burgemeester Patrick Howard Gutman, vertegenwoordiger van de Vlaamse regering Derrick Gosselin en president ExxonMobil Benelux Joost Van Roost. Na het officiële gedeelte genoot het gezelschap van een rondrit over het raffinaderijterrein, gevolgd door een lunch tijdens een boottochtje door de Antwerpse haven. In Hangar 26 werd het programma voortgezet met het symposium Investing in a sustainable future.
14 Reflex NR 2 2011
CHEMIE
Voortdurende innovatie leidt tot duurzame oplossingen De wereldvoedselvoorziening, vermindering van broeikasgassen, efficiënt transport: het belang van duurzame chemische toepassingen neemt enorm toe. Met procesverbeteringen en voortdurende technologische innovaties draagt ExxonMobil aanzienlijk bij aan duurzame chemie – ook in de Benelux.
Kop2 Chemie
als duurzaam antwoord
H
oe produceren we voedsel en schoon drinkwater voor iedereen? Welke duurzame alternatieven zijn er voor producten die we dagelijks gebruiken? Hoe maken we auto’s lichter en duurzamer? Het zijn dit soort vragen waarop de duurzame chemie zich richt, vertelt Jean Van Praet, plant manager van de polymeerfabrieken (AMPP) in Zwijndrecht en Meerhout. ‘De wereldbevolking neemt de komende decennia toe tot zo’n acht miljard. Duurzame chemie speelt een cruciale rol in de maatschappelijke
welvaart van al die mensen. Daarbij kun je denken aan voedsel, water, gezondheid, energie en grondstoffen.’
Dunne verpakkingen Op al deze gebieden is ExxonMobil actief. Een fraai voorbeeld van techno logische innovatie op het gebied van duurzame chemie zijn de door ExxonMobil ontwikkelde Exceed en Enable metallocene polyethyleenproducten, die worden gebruikt in ultradunne, makkelijk te verwerken plastic film voor verpakkingsmateriaal. Dankzij deze ultradunne film is voor de productie van verpakkingen 20 procent minder materiaal nodig. Hier-
Reflex NR 2 2011 15
door is er sprake van een lagere emissie van broeikasgassen, minder transport bewegingen, en minder afval. Jean Van Praet benadrukt het belang van dit soort innovaties op verpakkingsgebied. ‘Hoe dunner en lichter de gebruikte plastics, hoe goedkoper en duurzamer. Bovendien spelen hoogwaardige plastic verpakkingen een belangrijke rol bij het verlengen van de houdbaarheidsdatum en het tegengaan van voedselbederf. Zeker voor ontwikkelingslanden, waar veel voedsel verloren gaat, is dit soort innovaties cruciaal voor een goede voedsel voorziening.’
Intermediates Plant (RPI) van ExxonMobil een heel andere tak van sport beoefent, streeft ook deze plant naar duurzame chemische producten, vult plant manager Martin de Beer aan: ‘We produceren hier op ftalaten gebaseerde weekmakers, die worden gebruikt om producten als kabels, speelgoed en infuuszakken soepeler te maken. Dankzij technologische ontwikkelingen kunnen die tegenwoordig veilig worden gebruikt in alle soorten toepassingen. Daarnaast doen we onderzoek naar ftalaatvrije weekmakers en is er, voor speciale toepassingen, al een ftalaatvrije weekmaker op de markt.’
Lichte auto’s De auto-industrie is volgens Van Praet een ander voorbeeld van een sector waarin duurzame chemie een verschil kan maken. ‘Innovatieve, lichte kunststoffen vervangen steeds vaker metaal of ander zwaar materiaal. Lithium-ion batterijen in hybride auto's worden lichter en duurzamer dankzij onze nieuw ontwikkelde seperatorfilm, die de positieve en negatieve velden in de batterij scheidt. En ook de rolweerstand van de banden wordt dankzij onze synthetische rubbers steeds lager. Al dit soort innovaties leidt ertoe dat auto's steeds zuiniger en duurzamer worden.’ Zelf produceert AMPP vooral LDPE-producten (lage dichtheid poly ethyleen) voor ultradunne verpakkingsfilm. ‘Daarnaast produceren we onder meer hoogwaardige folie ter bescherming van de cellen in zonnepanelen tegen vochtindringing, zodat deze langer meegaan. Nog een voorbeeld van een in meerdere opzichten duurzame toepassing.’
Foot print Duurzaamheid schuilt echter niet alleen in de producten zelf, benadrukt De Beer. ‘De impact van onze operaties op de omgeving houden we scherp in de gaten. Ons hele productieproces hebben we daarom zo efficiënt mogelijk ingericht
Ftalaatvrije weekmakers Alhoewel de Rotterdam Plasticizers and
met het oog op onder meer grond stoffengebruik en energiebesparing. Daarnaast maken we gebruik van diverse katalysatoren op basis van metalen die worden gerecycled. Nog een voorbeeld: onze grondstoffen worden aangevoerd per schip vanuit Engeland en Frankrijk. Op dit moment is een project in ontwikkeling om dit transport met grotere schepen uit te gaan voeren. Ook onderzoeken we of we in Rotterdam een specifiek type alcohol kunnen produceren dat nu in de VS wordt geproduceerd. Op die manier beperken we het overzees transport, zodat het milieu minder wordt belast’. ExxonMobil kijkt kortom naar de foot print van de hele keten, stelt De Beer. ‘Ons credo luidt dat we de behoeften van vandaag willen vervullen zonder daarbij de behoeften van toekomstige generaties uit het oog te verliezen.’ ■
Duurzame chemie in de lage landen Duurzame ontwikkeling staat centraal in de missie van Essenscia, de federatie van de chemische industrie en life sciences in België. Vorig jaar presenteerde de koepelorganisatie haar eerste duurzaamheidsrapport. Als eerste industriële sector in België heeft chemie en life sciences de impact becijferd van zijn industriële activiteiten en producten. Daarmee wil de sector het belang aantonen dat ze hecht aan een verantwoord en duurzaam gebruik van producten in het dagelijkse leven. In Nederland propageert de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) al sinds 1992 het Responsible Care-programma. Dit programma is het vrijwillige initiatief van de wereldwijde chemische industrie om via landelijke verenigingen (zoals de VNCI in Nederland) samen te werken en zo de prestaties op het gebied van gezondheid, veiligheid en milieu te verbeteren. Inmiddels passen chemische bedrijven in 53 landen het programma toe.
16 Reflex NR 2 2011
DAG VAN DE CHEMIE
ExxonMobil prominent deelnemer aan Dag van de Chemie
Chemie nader bekeken Kop2 Op 21 mei vond in België en Nederland de Dag van de Chemie plaats. Dit jaar extra bijzonder; 2011 is immers ook het Internationale Jaar van de Chemie. Het doel: de kennis over de sector bij het grote publiek vergroten en de belangstelling voor chemie onder jongeren stimuleren. Ook ExxonMobil opende op meerdere locaties de deuren.
Zwijndrecht
Reflex NR 2 2011 17
KERKRADE
D
e belangstelling voor opleidingen op het gebied van chemie neemt al jaren af. Jongeren vinden het vak steeds minder aantrekkelijk en zien weinig carrièreperspectieven. Onterecht, als je bedenkt dat de chemie bijdraagt aan alle aspecten van het dagelijks leven. Van shampoo en synthetisch rubber voor autobanden, tot grondstoffen voor frisdrank en biotechnologisch aangemaakte insuline voor diabetespatiënten. Net als voorgaande edities, was de Dag van de Chemie 2011 een succes en werden de ExxonMobil-vestigingen bezocht door een gevarieerd publiek.
Kerkrade: kennismaken met verpakkingsfolie Ook de Filmsfabriek in Kerkrade heette zijn bezoekers van harte welkom tijdens de Dag van de Chemie. Een team van vrijwilligers leidde de bezoekers rond door de gehele fabriek. De geïnteresseerden konden kennismaken met de producten die ExxonMobil in Kerkrade produceert: flexibele verpakkingsfolie van bi-georiënteerd polypropyleen (BOPP). Deze wordt gebruikt voor onder meer voedingsproducten en non-food toepassingen als reinigingsmiddelen.
For girls only Op 13 april opende de plant in Kerkrade ook al zijn deuren. Toen alleen voor een heel select publiek. Veertig meisjes uit de brugklas van het Roermondse Lyceum Schöndeln waren te gast in het kader van Girls Day 2011. Dat is een Europees initiatief om meisjes kennis te laten maken met techniek, bèta en ICT. De dag omvatte een korte introductie over de productieprocessen en de toepassingen van de in de fabriek geproduceerde film, gevolgd door een rondleiding door de fabriek. Hier konden de bezoekers zien hoe de polypropyleen-film wordt geproduceerd. De jonge bezoeksters mochten zelf enkele kwaliteitstesten afnemen.
Zwijndrecht (B): uitgebreide rondleiding Bezoekers keken hun ogen uit tijdens de Open Deur Dagen op 21 en 22 mei in de Antwerp Polymers Plant (APP) in Zwijndrecht. Ze kregen een rondleiding over de gehele plant in speciale treintjes. ExxonMobil opende de deuren van de onderhoudsafdeling, kwaliteitscontrole en de logistieke afdeling. APP-medewerkers gaven uitgebreid uitleg over de productie van de verschillende polyethyleen soorten en hun gebruik in allerhande producten, zoals plastic draagtassen en wielen van kinderwagens.
18 Reflex NR 2 2011
DAG VAN DE CHEMIE
Kop2 SPIJKENISSE
Spijkenisse: openluchtbioscoop Vanuit je auto genieten van een spannende film? In Spijkenisse konden bezoekers op de Dag van de Chemie genieten van dit van oorsprong Amerikaanse fenomeen. Ruim 1200 mensen namen een kijkje in de openluchtbioscoop. Vanaf een stoel of bank, welteverstaan. ExxonMobil sponsorde het gratis evenement. Bezoekers konden niet alleen genieten van een film, maar ook de Bottle Car van Mobil 1 bekijken. Deze formule 1-auto is helemaal gemaakt van lege plastic flessen Mobil 1-smeerolie. ■
PANORAMA
Reflex NR 2 2011 19
Nieuws in vogelvlucht van ExxonMobil wereldwijd Botleksite Rotterdam vier jaar zonder verzuimongeval Op 22 maart 2011 bereikten de olieraffinaderij en de chemische aromatenfabriek een mijlpaal. Vier jaar lang werkten medewerkers en aannemers op de ExxonMobil Botleklocatie zonder ook maar één verzuimongeval. Ze werkten meer dan twaalf miljoen uren veilig. Deze prestatie draagt bij aan de wereldwijde leidende veiligheidspositie van de Nederlandse petrochemische industrie. Veiligheid Veiligheid is onze hoogste prioriteit. Iedere dag weer streven we ons doel na ‘nobody gets hurt’. En met succes. Niets is belangrijker dan dat iedereen die bij en voor ExxonMobil werkt de werkdag ongeschonden afsluit. Joost van Roost, president-directeur van ExxonMobil Benelux: ‘Goede veiligheidsprestaties zijn een combinatie van sterke managementsystemen, goed leiderschap en een bedrijfscultuur met de instelling en aandacht van allen om omgevallen te voorkomen.’ ■
Bouw Air Products waterstoffabriek Rotterdam in laatste fase De bouw van de nieuwe waterstoffabriek van Air Products op de ExxonMobil site Rotterdam vordert gestaag. In april werd het dak van het fornuis, het zogenaamde ‘penthouse’, geplaatst (zie foto), wat symbolisch het hoogste punt van de bouw markeerde. Sindsdien is er echter nog veel werk verricht. Roel Ebus, Hydrogen Plant Venture Manager bij ExxonMobil: ‘In de afgelopen maanden zijn bij ExxonMobil de noodzakelijke verbindingen tot stand gebracht. Ook bij Air Products is men druk bezig met de laatste werkzaamheden zoals plaatsing van de instrumentatie en de elektronische installaties.’ Al tijdens de zomer vindt het eerste testwerk plaats om de fabriek gereed te maken voor productie.
Energy efficiency Dankzij de integratie en gebruik van geavanceerde processen en technologie, zorgt de nieuwe waterstoffabriek voor een aanzienlijke energiebesparing en vermindering van emissies in de totale productieketen van brandstoffen door ExxonMobil in Rotterdam. ■
Lopen voor malaria Meer dan honderd medewerkers liepen op 17 april de Antwerp 10 Miles. Samen haalden ze 25.000 dollar op. Dit geld gaat naar de stichting Drive Against Malaria die de verspreiding van malaria een halt toeroept. ExxonMobil steunt deze stichting al sinds 2007. HOPE@A De Antwerp 10 Miles viel vorig jaar samen met de Wereld Malaria Dag. Toen ontstond het idee om de deelname aan het evenement tot een sponsorloop
tegen malaria te maken. Ook de stichting HOPE@A (Humanitarian aid Of Personnel ExxonMobil), een initiatief van een grote groep medewerkers werkzaam op de Antwerp Polymers Plant, rende mee. In het kader van maatschappelijk verantwoord onder nemen, zet de stichting zich al geruime tijd in voor mensen die het echt nodig hebben. Zowel in de Antwerpse regio als in Afrika. ‘Wij vinden Drive Against Malaria een mooi initiatief, waarvoor we graag geld inzamelen’, zegt Gerald Bodson van HOPE@A. ■
20 Reflex NR 2 2011
EU Affairs
Hoe valt je boodschap op tussen 40.000 lobbyisten? Giuseppe De Palma is Vice President EU Affairs van ExxonMobil en werkt al 14 jaar in Brussel: ‘In zo’n omgeving is het essentieel dat een kritische en representatieve massa de standpunten steunt waarmee wij ons kunnen verenigen. Standpunten die goed doordacht, professioneel beargumenteerd en consistent zijn.’ Een interview over Europese samenwerking, wetgeving en soms tegenstrijdige belangen.
E
Kop2 xxonMobil heeft een eigen EU-vertegenwoordigingskantoor in Brussel. Waarom eigenlijk? ‘De EU-instellingen staan aan de basis van politieke en wetgevende ontwikkelingen. Besluiten vanuit Brussel kunnen grote gevolgen hebben voor onze activiteiten. Daarom is het van cruciaal belang dat wij er een vertegenwoordiging hebben. In Brussel zitten de belangrijkste instellingen van de Europese Unie: de Europese Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie. Deze drie instellingen ontwikkelen de meeste wet- en regelgeving die van toepassing is op onze activiteiten in Europa, van energiebeleid tot milieuwetgeving. Daarom is het logisch dat we onze standpunten en expertise aan de Europese beleidsmakers presenteren.
Wat zijn voor ExxonMobil de belangrijkste thema’s binnen de EU? ‘De invloed van het klimaat- en energiebeleid op onze industrie en de economie in het algemeen. In de afgelopen jaren heeft Europa beleid en maatregelen ontwikkeld rondom biobrandstoffen, emissiehandel en de continuïteit van bevoorrading. De Commissie publiceerde onlangs een beleidsdocu-
ment over de zogenoemde 'Roadmap 2050'. Hierin staan mogelijke strategieën die moeten leiden tot een economie in 2050 met een lage koolstofuitstoot. Nieuwe 'roadmaps’ tot 2050 zullen specifieke plannen uiteenzetten voor de transport- en energie sector. De ontwikkelaars van deze roadmaps hebben enorm veel goed onderbouwde wetenschappelijke gegevens en informatie nodig. De Europese olie- en gasindustrie levert via haar beroepsverenigingen aan de EU-instellingen de benodigde wetenschappelijke gegevens over de energiesector. Ook informeren we beleidsmakers over de fundamentele principes die de basis vormen van een goed functionerende marktgedreven economie.’
Hoe zorgt ervoor ExxonMobil dat zijn stem gehoord wordt tussen zoveel andere stemmen? ‘Het klopt dat er veel verschillende stemmen te horen zijn in Brussel. Allemaal met hun eigen verhalen die elkaar vaak tegenspreken, zelfs als ze hun argumenten baseren op dezelfde basis gegevens. In het register van belangenvertegenwoordigers van de Commissie staan zo'n 3800 bedrijven, NGO's en andere organisaties. Per inschrijving zijn naar schatting vijf tot tien lobbyisten actief. Inschrijving in het register is vrijwillig, dus het aantal komt waarschijnlijk lang niet overeen met het aantal mensen dat daadwerkelijk actief is in de Brusselse lobbywereld. Volgens sommige tellingen lopen maar liefst 40.000 actieve lobbyisten rond in Brussel, wat overeenkomt met één per EU-functionaris. Om in zo'n omgeving op te vallen, is het van essentieel belang dat een kritische en
‘ Door bij onze p kunnen we resp Giuseppe De Palma, Vice President EU Affairs, ExxonMobil
Reflex NR 2 2011 21
p rincipes te blijven, ect verwerven’
22 Reflex NR 2 2011
EU Affairs
Kop2 ‘
De belangrijkste thema’s zijn klimaat- en energiebeleid en de invloed van EU-beleid op onze industrie en de economie in het algemeen.
’
representatieve massa de standpunten steunt waarmee wij ons kunnen verenigen. Inhoudelijk gezien is het belangrijk dat onze standpunten goed doordacht, geloofwaardig, professioneel beargumenteerd en in de loop van de tijd consistent zijn. Er zullen altijd mensen zijn die het niet met ons eens zijn. Maar door bij onze principes te blijven, kunnen we op zijn minst respect verwerven. Zeker als we er niet voor terugschrikken om te zeggen wat wij denken dat goed is, op een manier die onze gesprekspartners niet afschrikt.’
Waarop baseert ExxonMobil zijn standpunten? ‘We doen ons best om ervoor te zorgen dat onze standpunten altijd gebaseerd zijn op kernprincipes die nagenoeg onweerlegbaar zijn. We passen gegronde wetenschappelijke informatie toe en zorgen ervoor dat onze beleidsvoorstellen kosteneffectief zijn en eerlijke concurrentie verzekeren. De principes van technologie neutraliteit - het niet de voorkeur geven aan dominante techno logieën - en het zorgen voor een gelijk speelveld zijn hierbij het uitgangspunt. Wij hebben gemerkt dat deze principes niet alleen gelden in Europa, maar kunnen worden toegepast in beleids discussies overal ter wereld.’
Wat is volgens u de meerwaarde die de EU de lidstaten en hun inwoners biedt? ‘Ik loop inmiddels al heel wat jaren rond in Brussel. Er is zeker kritiek op de Europese Unie, maar naar mijn mening is de organisatie van grote waarde voor de Europese burgers. In een wereld die in hoog tempo globaliseert en verandert, kan een enkele lidstaat nooit veel verschil maken in de aanpak van wereldwijde kwesties, zoals inter nationale handel, veiligheid en immigratie. De EU kan een belangrijke rol spelen door de stemmen van de afzonderlijke lidstaten te versterken. De EU stoelt bovendien op het kernconcept van vrij verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal binnen de 27 lidstaten. Dit vrije verkeer heeft allerlei voordelen opgeleverd. Denk aan veiligheidsnormen, het wegvallen van import- en exportbelemmeringen, de euro en de mogelijkheid voor Europeanen om waar dan ook in Europa te werken. Een goed voorbeeld van Europese integratie is het Erasmus-programma. Doordat universitaire curricula zijn geïntegreerd, kunnen studenten nu gemakkelijk studeren buiten hun eigen land.’
Reflex NR 2 2011 23
Hoe zou u de politieke ontwikkeling van de EU beschrijven? ‘In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog werd de Europese samenwerking opgezet om vrede en welvaart te creëren. De voorlopers van de EU, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hielden zich voornamelijk bezig met energie. De zes grondleggers (Duitsland, Frankrijk, Italië, België, Luxemburg en Nederland) zagen tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog de voordelen van Europese samenwerking op verschillende gebieden en het achter zich laten van oude vijandschappen. Vrede en welvaart waren de idealen in die begintijd. In de decennia die volgden bleef de EU groeien. Vandaag de dag bestaat de organisatie uit 27 landen, waaronder ook landen die zich destijds achter het IJzeren Gordijn bevonden. In 1979 werd de EU gedemocratiseerd. Sindsdien kiezen de burgers van de Europese landen rechtstreeks hun vertegenwoordigers in het Europees Parlement. De Unie is uitgegroeid tot de Europese vertegenwoordiger op het wereld toneel en probeert een voorbeeld te stellen voor andere landen organisaties. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Veel mensen zullen het niet met me eens zijn, maar volgens mij is de belangrijkste stap in de evolutie van de Europese Unie dat zij haar focus heeft verlegd van vrede en welvaart naar intercontinentale betrekkingen. De organisatie streeft ernaar om Europa zelf op de kaart te zetten en andere organisaties te inspireren om haar waarden te volgen. Deze ambitie is nog niet helemaal gerealiseerd. Niet alle lidstaten zijn even enthousiast over de verregaande integratie die hiervoor nodig is. Dit blijkt uit het feit dat de EU-instellingen, ondanks de verbeteringen vanuit het Verdrag van Lissabon, nog steeds moeite hebben om gezien te worden als één herkenbare en krachtige politieke macht die het Europese continent op mondiaal niveau vertegenwoordigt. Nog steeds is er geen eenvoudig antwoord op de vraag van topdiplomaat en Nobelprijswinnaar Henry Kissinger: “Wie moet ik bellen als ik Europa wil spreken?”’ Wat kan Brussel doen bij onvoorziene omstandig heden als een economische crisis of, specifieker voor de energiesector, de olieramp in de Golf van Mexico? ‘Net zoals alle grote organisaties, plannen de EU-instellingen hun werk graag ver van tevoren. De Europese Commissie – het ‘uitvoerend orgaan’ van de EU – verzorgt deze planning grotendeels. Dit doen ze in lijn met politieke aansturing door de Europese Raad – de regeringsleiders van de lidstaten – en gedeeltelijk door het Europees Parlement. Als er een crisis optreedt, mag de Commissie alleen zelf actie ondernemen om de kwestie af te handelen als zij daartoe volgens het geldende Verdrag bevoegd is. Zo heeft de Commissie in het verleden haar bevoegdheden gebruikt om paniek over de voedselveiligheid af te wenden. De Commissie heeft geen uitvoerende bevoegdheid op de meeste gebieden die voor ExxonMobil van belang zijn. Dit is ook zo bij de veiligheid van boringen op zee, die actueel werd na de olieramp bij Mexico. Na een crisis probeert de Commissie meestal het wettelijke kader aan te passen, om het risico op herhaling te voorkomen. Gezien de traagheid van de politieke processen in Brussel kan dit echter veel tijd kosten. Meestal duurt het een paar jaar voordat
‘
Nog steeds is er geen eenvoudig antwoord op de vraag van topdiplomaat en Nobelprijswinnaar Henry Kissinger: “Wie moet ik bellen als ik Europa wil spreken?”
’
nieuwe wetgeving wordt aangenomen, nog eens een jaar om deze in de landen in te voeren, en dan misschien nog een jaar voordat de wet van kracht wordt. Het komt erop neer dat als de Commissie geen uitvoerende macht heeft, de respons op een noodtoestand in handen is van de nationale autoriteiten van het land. Als reactie op de ramp in de Golf van Mexico zal de Commissie ongetwijfeld wetsvoorstellen doen om de normen met betrekking tot veiligheid, respons in noodtoestanden en financiële aansprakelijkheid van operators aan te scherpen en te harmoniseren.’
Tot slot: is er na al deze jaren nog iets dat u verbaast in Brussel? ‘Er komen twee punten in me op waarover ik me steeds kan blijven verbazen, in positieve zin. Ten eerste bewonder ik het vermogen van de instellingen om langetermijndoelen vast te stellen en zich daar – hoe onrealistisch ze ook mogen lijken – aan te houden. Stap voor stap weten ze deze doelen te naderen, ondanks het enorme aantal concurrerende belangen en de complexiteit van de taak. Een goed voorbeeld hiervan is de implementatie van de gezamenlijke munteenheid. De invoering van de euro was een complex en meerjarig project, dat we dertig jaar geleden belachelijk hadden gevonden. De Europese Unie heeft het toch maar mooi voltooid. Het tweede punt is de mate van betrokkenheid en de technische capaciteiten van de meeste Commissie-functionarissen in management functies. Deze bekwame personen uit alle 27 landen zijn meertalig, buitengewoon goed opgeleid en uitermate professioneel. Bovendien worden ze gemotiveerd door zeer idealistische denkbeelden over wat de EU zou kunnen en moeten doen.’ ■
24 Reflex NR 2 2011
VRIJWILLIGERSFONDS
2011 is het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Talloze vrijwilligers in de Benelux zetten zich belangeloos in voor anderen. Ze zijn van grote waarde voor de samenleving. Het ExxonMobil Benelux Vrijwilligersfonds stimuleert daarom de betrokkenheid van medewerkers bij vrijwilligersorganisaties.
V
oor Patrick van Zanten en Math Houwers, werkzaam bij de Films Plant in Kerkrade, betekent vrijwilligerswerk geen kopjes koffie langsbrengen bij oude mensen. Op 9 juni bedwongen ze maar liefst zes keer de Alpe d’Huez, de gevreesde bergetappe van de Tour de
France. Deze formidabele sportieve prestatie volbrachten ze met ondersteuning vanuit het Vrijwilligersfonds. Ze wilden daarmee aandacht vestigen op kanker bestrijding. Patrick van Zanten licht zijn motivatie toe: ‘Iedereen krijgt met kanker te maken in zijn omgeving, ook ik. Dankzij onderzoek zullen steeds meer mensen de
ExxonMobil Vrijwilligersfonds
ziekte overleven, maar daar is wel geld voor nodig. Ik wil mij graag inzetten om zoveel mogelijk onderzoeksgeld bij elkaar te sprokkelen.’ Samen met de andere deelnemers aan het evenement Alpe D’HuZes fietsten Patrick en Math meer dan 20 miljoen euro bij elkaar voor de strijd tegen kanker. ‘Ik begon steeds meer te
Betrokkenheid in actie
Reflex NR 2 2011 25
Patrick van Zanten (links), Math Houwers (rechts) en zijn zoon Ties (midden) fietsten tijdens de Alpe d'HuZes maar liefst zes maal achtereen de berg op voor kankerbestrijding.
beseffen hoeveel verhalen daar de berg op fietsten’, verteld Math na afloop. ‘Wat een ongelofelijke ervaring!’
Race for the Cure Dezelfde ernstige ziekte staat centraal bij de Race for the Cure, een groot inter nationaal evenement om geld in te zamelen en campagne te voeren voor borstkankerpreventie. De vrouwelijke deelnemers vieren daarmee hun overwinning op (borst)kanker. Ze steunen tijdens deze drie en zes kilometerwedstrijd diegenen die tegen de ziekte vechten, en herdenken iedereen die aan (borst)kanker is overleden. De Race for the Cure werd voor het eerst gehouden in Dallas in 1983. Toen verschenen achthonderd lopers aan de start. Anno 2011 houden 145 plaatsen in de hele wereld een Race for the Cure, met elk honderden deelnemers. Met steun van het Vrijwilligersfonds en sponsoring door collega’s, lopen Ingrid Boumans en Marina Van Houtven op 25 september de Race for the Cure in Antwerpen. Daarnaast zijn Marina en Ingrid, werkzaam bij de Antwerps Polymers Plant, ook als vrijwilliger bij de wedstrijd betrokken. Herkenbaar gezicht De donaties aan de Alpe d’HuZes en de Race for the Cure passen in het contributiebeleid van ExxonMobil. Remko Kruithof, Manager Public & Governmental Affairs voor de Benelux: ‘Sponsoring en donaties geven ExxonMobil een herkenbaar gezicht
in de samenleving. We willen dat de bijdrage onze verantwoordelijkheid en betrokkenheid bekrachtigt bij de gemeenschap rond onze vestigingen. Dat is ieder jaar het geval, niet alleen in het Jaar van de Vrijwilliger.' dat is ieder jaar het geval, niet alleen in het Jaar van de Vrijwiller.’ Beslist niet alle evenementen komen in aanmerking voor een bijdrage. De aanvragende organisatie moet van onbesproken gedrag zijn en een verantwoord financieel beleid voeren. ExxonMobil wil niet in verband gebracht worden met politieke of godsdienstige stromingen. Instanties met winstoogmerk krijgen geen financiële steun. Gebieden waar ExxonMobil zich mee wil verbinden zijn veiligheid, gezondheid, milieu, onderwijs, en vrijwilligerswerk ten behoeve van de gemeenschap. De donaties komen bij voorkeur ten goede aan de regio waar ExxonMobil belangrijke locaties heeft.
EHBO-pop Het ExxonMobil Benelux Vrijwilligersfonds heeft een vaste plaats in het contributiebeleid. De bedragen zijn relatief bescheiden, tussen de vijfhonderd en duizend euro. Remko Kruithof: ‘Het primaire doel is niet om projecten of evenementen te sponsoren die de onderneming heeft geselecteerd; daarvoor bestaat een groter fonds. ExxonMobil wil met het Vrijwilligersfonds activiteiten stimuleren die door de medewerkers zelf worden aangebracht.’ Een van die mensen is Paul Mertens, supervisor van het Technical Information & Docu-
mentation Centre in Rotterdam. Hij werkt in zijn vrije tijd als districtsvoorzitter van Het Nederlandse Rode Kruis. De organisatie is bekend van grote internationale noodhulpacties, maar geeft in Nederland vooral medische assistentie bij grote evenementen. Om de evenementen goed en veilig te ondersteunen, geeft het Rode Kruis EHBO-opleidingen aan zijn vrijwilligers. Bij Pauls district, de afdeling Dordrecht, kampten de medische vrijwilligerstrainingen met een kapotte oefenpop. Vervanging was een forse uitgave. Dankzij een bijdrage uit het Vrijwilligersfonds kon de Rode Kruis-afdeling toch de nieuwe EHBO-hulp aanschaffen.
Toch op vakantie Een ander medisch doel is de Association des Exploits Sportifs. Deze vereniging organiseert uitstapjes en reizen voor ernstig zieke kinderen. Op 15 mei 2011 hield de Association een voetbaltoernooi in het stadion van d’Auderghem. Dit sporttoernooi bracht veel voetbalteams en toeschouwers samen. De spelers en toeschouwers zamelden geld in waarmee ernstig zieke kinderen onbezorgd op vakantie kunnen gaan. Via vrijwilliger JeanMarc Bock, die werkt bij de Films Plant in Virton, ging een bijdrage van het Vrijwilligersfonds naar het toernooi. Jean-Marc Bock: ‘Zieke kinderen kunnen vaak niet met hun klasgenoten mee op schoolreisje, bij gebrek aan medisch toezicht. Via de Association hebben ze heerlijke vakanties met medische begeleiding. Bovendien zijn de activiteiten erop gericht dat de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen doen. De kinderen blijken meer te kunnen dan ze hadden gedacht en dat geeft hen ook meer kracht om met hun ziekte om te gaan.’ Ook na het Jaar van de Vrijwilliger blijft ExxonMobil zich uiteraard inspannen om dit soort vrijwilligerswerk, dat sterk bijdraagt aan de maatschappij, te ondersteunen. ■
26 Reflex NR 2 2011
OPLEIDING
TechXpert: traject
Kop2
ExxonMobil is altijd op zoek naar goede operators. Ieder jaar worden nieuwe medewerkers aangeworven. Echter, de komende jaren gaan veel operators op de raffinaderij en de chemische fabrieken met pensioen. Extra nieuwe mensen zijn dus nodig om alle raffinage- en chemieprocessen veilig en ongehinderd te laten verlopen. Hoe werf je die extra nieuwe aanwas? In augustus is ExxonMobil in Rotterdam gestart met een eigen instroomtraject: TechXpert.
E
SCHRIJF je HIER IN!
vert Klein, Process Manager in Rotterdam, heeft in dit kader diverse gesprekken afgenomen. ‘Mij viel op dat de jongeren zich goed hadden voorbereid en enthousiast waren. De opzet van de opleiding spreekt hen enorm aan.’ Jong technisch talent krijgt komend jaar de mogelijkheid om het vak te leren van process operator. Bij het mbo-opleidingencentrum Zadkine (regio Rijnmond) volgen ze zeven maanden lang de theorie van de opleiding Operator-C, gericht op het werk bij de Rotterdamse raffinaderij en de chemische fabrieken van ExxonMobil. Bij goed resultaat mogen ze doorstromen naar de praktijk: onder begeleiding zetten ze de eerste stappen als process operator. Als de samenwerking na anderhalf jaar goed bevalt, krijgen de starters een vast contract.
Spannende game Onderdeel van de gehouden wervings campagne is een realistische game, die scholieren online kunnen spelen. In een virtuele controlekamer krijgen ze te maken met levensechte situaties, die zij als ‘techxpert’ moeten oplossen. Wat doe je als de druk wegvalt, als vloeistof lekt of als de
temperatuur snel oploopt? Spelers van het spel moeten met de juiste materialen uitrukken naar de situatie op de raffinaderij of bij de chemische fabrieken. Welke stappen neem je om het probleem op te lossen? De campagne en het spel zijn ontwikkeld door een communicatiebureau dat gespecialiseerd is in jongerencommunicatie. De boodschap moet immers aansluiten bij de belevings wereld van jonge mensen. De TechXpertgame laat jongeren beleven hoe het is om als operator aan de slag te zijn. Bovendien is het spannender en leuker dan een voorlichtingspraatje!’
Opleidingstraject Niet iedereen kon zich zomaar aanmelden bij TechXpert. Abelien van der Rest, HR Advisor van ExxonMobil in Rotterdam: ‘We maakten in onze informatiesessies duidelijk wie we zoeken: actieve, technisch sterke jonge mensen, die goed kunnen samenwerken en initiatief durven nemen. Onze operators moeten bovendien oog hebben voor veiligheid, zelfstandig kunnen werken en daarnaast goed kunnen analyseren.’ ExxonMobil voert twee gesprekken met de kandidaten. Daarna doorlopen ze, afhankelijk van hun opleidings
Reflex NR 2 2011 27
voor nieuwe operators profiel, een assessment en een medische keuring. ‘Nieuwe medewerkers moeten zich eerst nog flink ontwikkelen,’ vertelt operator Arnoud Dek. ‘De eerste vijf jaar als process operator ben je nog bezig om alle fabrieken te leren kennen. Je krijgt een mentor die je begeleidt.’ Collega-operator Ilse de Kovel legt uit: ‘Dat is niet voor niets. Een operator werkt elke dag met brandbare stoffen en complexe processen. We werken bij ExxonMobil veilig of we werken niet. Gecontroleerd en veilig werken komt niet vanzelf.’
Havo-scholieren De eenmalige aanwas van ‘techxperts’ helpt ExxonMobil in Rotterdam bij het opvangen van de uitstroom aan operators. Abelien van der Rest: ‘Normaal werven we zo’n 15 tot 20 operators per jaar. Maar we willen dat aantal eenmalig opvoeren om voldoende operators-C te behouden voor Rotterdam Botlek en Europoort. Je kunt wel in dezelfde vijver willen vissen als de concurrent, maar daarmee los je het arbeidsmarktprobleem niet op: er zijn weinig operators op C-niveau.’ Daarom bedacht de afdeling HR, samen met Training, de innovatieve oplossing van een eigen instroomtraject. TechXpert staat ook open voor havo-scholieren met een technisch afstudeerprofiel. Van der Rest: ‘We werkten al samen met omliggende havo/ vwo-scholen in het Sci-Tech Challenge project, om leerlingen te interesseren voor technisch vervolgonderwijs. Nu spreken we havisten aan: ben jij uit het juiste hout gesneden voor operator-
C?’ Meer dan dertig havo-scholieren en nog eens ruim dertig mbo-leerlingen met operator-B opleiding kwamen af op de informatiesessies en rondleidingen op de Rotterdamse sites.
Hoe jonger, hoe makkelijker Na de selectieprocedure bleven dertig leerlingen over. Ze gingen op 1 augustus aan de slag bij opleidingsinstituut Zadkine voor hun theoretische opleiding. Als ze voor de theorie slagen, volgt in 2012 het praktijkgedeelte. De jongeren blijken erg gemotiveerd om aan de slag te gaan bij TechXpert. Peter van Kampen van Zadkine, die nauw betrokken was bij de selectieprocedure: ‘Daar hebben wij hen ook op geselecteerd. Alleen leerlingen die zich snel de leerstof eigen maken en zich flink in willen zetten, kunnen de pittige opleiding in een jaar tijd afronden.’ Rest nog de vraag: waarom is er geen TechXpert-traject voor door- of zij-instromers? Evert Klein: ‘Ervaren mensen kunnen een waardevolle bijdrage leveren. Maar we merken dat we jongeren sneller kunnen integreren in ons team.’ Dat is essentieel, benadrukt ook Arnoud Dek: ‘Het werken in ploegverband is erg belangrijk. Je werkt hier altijd samen, met minimaal negen andere collega’s.’ Op een raffinaderij en bij chemie heb je bovendien heel specifieke vaardigheden nodig. Evert Klein: ‘Hoe jonger, hoe makkelijker het is om het complexe operatorvak te leren.’ ■
BEKIJK DE VIDEO VAN ARNOUD
BEKIJK DE VIDEO VAN ILSE
28 Reflex NR 2 2011
PUBLICATIES
Resultaten ExxonMobil levert op een verantwoorde manier betrouwbare en betaalbare energie. Het businessmodel van ExxonMobil leidde het afgelopen jaar wederom tot uitstekende prestaties. Dat geldt voor alle aspecten van onze bedrijfsvoering.
Kop2
Jaarverslagen Bent u benieuwd naar onze financiële resultaten en hoogtepunten van 2010? Lees er alles over in het Financial & Operating Review en het Summary Annual Report. Citizenship Report Ook op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieubescherming behaalde ExxonMobil goede resultaten in 2010. Dat is te lezen in het Corporate Citizenship Report. Het rapport, waarvan u een samenvatting bij deze Reflex ontvangt, bevat informatie over onze duurzaamheidsambities en gedetailleerde prestatiegegevens over onze mate van maatschappelijke betrokkenheid. Wilt u de publicaties ontvangen? Stuur dan een e-mail naar:
[email protected]. U kunt de rapportages ook online lezen. Voer dan de volgende link in op uw computer: www.exxonmobil.com/Corporate/news_publications.aspx