2.32 Bouwverlichting Een goede verlichting op de bouwplaats, vooral op werkplekken en langs looproutes, is noodzaak. Tijdens een aanzienlijk deel van de jaarlijkse werktijd is er in de bouw onvoldoende daglicht door bijvoorbeeld vroege werktijden, binnen werken of werken in ondergrondse ruimtes. Passende verlichting op de goede plaats, die natuurlijk ook voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, kan de veiligheid in hoge mate bevorderen. Bouwlampen kunnen een vaste opstelling hebben of verplaatsbaar zijn. Bovendien is er de handbouwlamp voor eventueel maatwerk. De voornaamste risico’s bij het gebruik van bouwlampen zijn: - kans op brandgevaar door het onvoldoende afstand houden tussen de bouwlamp en de omgeving; - het in aanraking komen met onder spanning staande delen; - explosie door gebruik van bouwlampen in een explosieve omgeving; - verblinden van mensen in de omgeving van de bouwlampen.
Normen en regels Het Arbobesluit verplicht de werkgever tot het zorgen voor voldoende dag- en/of kunstlicht, dat geen gevaar mag opleveren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Als productnorm voor bouwlampen geldt de Europese norm EN 60598-1 Verlichtingsarmaturen. Daarnaast zijn er, gelet op het bijzondere karakter van een bouwlamp, aanvullende eisen. Er zijn drie categorieën bouwlampen: - bouwlamp voor vaste opstelling: een bouwlamp die bestemd is om tijdelijk aan een vast steunpunt te worden bevestigd; - verplaatsbare bouwlamp: een bouwlamp die kan worden verplaatst terwijl deze is aangesloten op de netvoeding; - handbouwlamp: een verplaatsbare bouwlamp op een laag statief met een handgreep of met een ophanghaak, die tijdens gebruik in de hand kan worden gehouden of gemakkelijk met één hand kan worden verplaatst. In tabel 1 staan de verklaring van de symbolen en de toepassingen. Omschrijving
Toepassing
Verklaring van de tekens
Enkelvoudig geïsoleerd
Terreinverlichting - buiten handbereik (> 2,5 m); - geaard (3-aderig); - vaste opstelling.
stofvrij
IP54 KLASSE I Dubbel geïsoleerd
Werkplekverlichting - binnen handbereik of op statief; - niet geaard; - als verplaatsbare bouwlamp en handbouwlamp slag- en stootvast.
IP54 KLASSE II Veilige lage spanning
IP54 KLASSE III
III
Werkplekverlichting (in kelders, vochtige ruimten en ruimten met geleidende wanden) - binnen handbereik; - niet geaard; - aansluiting op veiligheidstrafo (< 50 V); - slag- en stootvast.
stofdicht druipwater dicht
beschermd tegen druppelend water
regenwater dicht
beschermd tegen sproeiend water
spatwater dicht
beschermd tegen opspattend water
spuitwater dicht
beschermd tegen waterstralen
waterdicht
beschermd tegen onderdompeling
drukwaterdicht
beschermd tegen verblijf onder water …m beschermd tegen ruw gebruik
dubbel geïsoleerd
Tabel 1 Klasse-indeling van bouwlampen Blad 1 van 7
Abomafoon 2.32
Bouwlamp voor vaste opstelling De volgende opschriften moeten aan de buitenzijde zijn aangebracht: - “Deze bouwlamp is uitsluitend geschikt voor vaste opstelling”; - voor klasse I: “uitsluitend gebruiken buiten handbereik; dat wil zeggen het armatuur hoger dan 2,50 m boven de werkvloer en op een horizontale reikafstand groter dan 1,25 m. De volgende constructie-eisen zijn van toepassing: - uitgevoerd in klasse I, II of III; - instructie op welke wijze de bouwlamp op de netvoeding moet zijn aangesloten; - een kabel van het type H07RN-F, een VmvK-kabel, dan wel een vergelijkbare kabel; - leidinginvoer voorzien van trekontlastinrichting; - regenwaterdicht. Verplaatsbare bouwlamp en handbouwlamp De volgende opschriften moeten aan de buitenzijde zijn aangebracht: - fabrikant, type en bouwjaar; - klasse II of III; - toegekende spanning; - beschermingsgraad tegen stof en vocht (zeefje, druppeltjes); - geschikt voor ruw gebruik (hamertje). De volgende constructie-eisen zijn van toepassing: - uitgevoerd in klasse II of III; - de handgreep of ophanghaak van een handbouwlamp met metalen behuizing moet van isolatiemateriaal zijn of hiermee zijn bekleed; - het statief bij een verplaatsbare bouwlamp moet op de plaats waar het statief wordt vastgepakt met isolatiemateriaal zijn bekleed (of hiervan vervaardigd); - stofvrij en spatwaterdicht uitgevoerd (IP 54); - bestand tegen stoten (verplaatsbare bouwFiguur 1 Schetsmatige uitbeelding lamp); van elektrische apparatuur - bestand tegen stoten en vallen (handbouwlamp); - stabiele uitvoering (verplaatsbare bouwlamp); - de kabel moet van het type HO7RN-F zijn of gelijkwaardig en minimaal 5 m lang; - ook de contactstop moet spatwaterdicht zijn en tevens geschikt voor ruw gebruik. Periodieke controle en inspectie Bouwlampen : 1 x per jaar. Verplaatsbare leidingen : 1 x per jaar. Aardlekbeveiligingen van tijdelijke installaties : 1 x per maand.
Praktische invulling Soorten verlichting Terreinverlichting Bij tijdelijke verlichting op werken in uitvoering of langs autowegen verdient het aanbeveling een hoogte van 8 tot 10 m aan te houden in verband met verblinding van het verkeer. Plaats de lichtmasten indien mogelijk in de middenberm. De armaturen kunnen worden bevestigd aan een verstelbare of vaste mast, aan een wand of kolom. Uitwendige metalen delen moeten met de aarde zijn verbonden door een in de aansluitkabel opgenomen aardader.
Blad 2 van 7
Abomafoon 2.32
Als een bouwlamp van het type klasse I toch binnen handbereik wordt gemonteerd of binnen bereik komt (bijvoorbeeld aan steigers), moet hij op een geaarde constructie zijn vastgezet. Verlichting in besloten ruimten/kruipruimten Bij het werken in nauwe geleidende ruimten, besloten ruimten (waaronder kruipruimten) en sleuven is de kans op elektrocutie in verband met omgevingsfactoren groter. Bouwlampen (klasse III) dienen in zulke gevallen te zijn aangesloten op een veiligheidstransformator van maximaal 50 V wissel- of gelijkspanning van maximaal 120 V (NEN 1010-7 art. 706.2.2.4). In figuur 1 is een combitrafo weergegeven. Dit is gedeeltelijk een veiligheidstransformator voor omvorming naar 50 V wisselspanning en gedeeltelijk een beschermings- en scheidingstrafo die de elektrische circuits van elkaar scheidt. Hierop kan 220 V handgereedschap worden aangesloten, echter maximaal één aansluiting en geen verlichting. Dus hierop geen haspel aansluiten. Zo’n scheidingstrafo is ook apart in de handel, dus niet gecombineerd met een veiligheidstrafo. Tevens zijn er uitvoeringen voor 380 V, bijvoorbeeld voor diamantboren. Zowel de voedingskabels als de transformatoren moeten buiten de genoemde ruimten worden opgesteld. Oriëntatieverlichting Bij aanbouw van gebouwen met lange gangen, donkere doorgangen, schachten en trappenhuizen is bij een lichtsterkte van 10 lux of minder, oriëntatieverlichting verplicht. Deze bouwlampen zullen vaak binnen handbereik zijn aangebracht en moeten dan ook van klasse II of III zijn. Het gebruik van prikkabel is alleen bij veilige spanning toegestaan (niet via een scheidingstrafo). Gewone peertjes mogen niet, ook niet achter een rekje, want bescherming IP 54 wordt niet bereikt. Slangverlichtingen hebben vaak beperkte mechanische bescherming en zijn daarom af te raden voor gebruik op een bouwplaats (let op de gebruiksvoorwaarden: slangverlichting met de vermelding “Dit product is bestemd voor huishoudelijk gebruik" is ongeschikt voor werkplekken en looproutes). Ook wordt afgeraden om de slangverlichting om een stalen leuning te draaien. Door een beschadiging of isolatiefout in de slang kan de hele metalen trap onder spanning komen te staan. Tijdelijke verlichting rechtstreeks op de vaste gebouwgebonden installatie aansluiten (zonder ALS) is niet veilig. In een omgeving met bijzondere gevaren, zoals vocht en stof, moet de installatie altijd achter de 30 mA-aardlekbeveiliging worden toegepast. Doorgaans bevindt deze zich in de elektra-bouwkasten. In bestaande vaste installaties (gemaakt volgens NEN 1010 voor 2007) waar de WCD Lichtsterkte Werksituatie op de muur als voeding wordt gebruikt, zit in het algemeen geen aardlekbeveiliging 10 tot 20 lux Noodverlichting in en mogen er geen arbeidsmiddelen in 10 tot 200 lux Oriëntatieverlichting. Geen of incidenteel geeen bouwomgeving rechtstreeks op dit bruik als werkruimte. Ruimte waar je kort vernet worden aangesloten. blijft, de weg moet kunnen vinden of spullen Wegbebakeningsverlichting Voor aansluiting van verlichting van de wegbebakening wordt nog wel eens gebruik gemaakt van 220 V wisselspanning, bijvoorbeeld via een aansluiting op de openbare verlichting. De voedingsspanning mag echter maximaal 50 V wisselspanning of 120 V gelijkspanning zijn. De voorkeur gaat uit naar gelijkspanning. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een transformator moet deze zijn aangesloten op een verdeelinrichting, per groep voorzien van een aardlekschakelaar met een aanspreekstroom van 30 mA. Verlichtingssterkte De minimaal vereiste verlichtingssterkten in de verschillende werksituaties zijn aangegeven in tabel 2. Blad 3 van 7
kunt vinden die je zoekt. Wordt toegepast voor het waarnemen van grote objecten. 200 / 800 lux
Verlichting van ruimten, die geregeld als werkruimte worden gebruikt. Bij deze lichtsterkte kunnen de meeste visuele taken goed worden verricht. Of meer licht noodzakelijk is, hangt af van de werkplek, de werktaak en de leeftijd van betrokkene
800 ≥ lux
Speciale werkverlichting die plaatselijk wordt toegepast voor werkplekken, waar hoge eisen gesteld wordt aan de nauwkeurigheid van de uitvoering en het visueel waarnemingsvermogen van de uitvoerende persoon. Deze werkplekverlichting wordt gebruikt voor het waarnemen van zeer zwakke contrasten of het opheffen van hinderlijke schaduw- of glansvorming
Tabel 2 Overzicht van minimaal vereiste verlichtingssterkten
Abomafoon 2.32
Duurzame verlichting Ledverlichting is momenteel de meest duurzame vorm van verlichting. Ledlampen hebben een hoge lumen/watt verhouding, waardoor zeer efficiënt met de energie wordt omgegaan. Daarnaast verbruiken ze niet alleen minder energie dan andere soorten lampen, ze hebben ook een langere levensduur.
Verwijzing -
Arbobesluit art. 6.3 en hoofdstuk 7, afdeling 2. NEN-EN-IEC 60598-serie Verlichtingsarmaturen. NEN-EN-IEC 60529 Beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel (IP-codering). NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties. NEN 3140 Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Laagspanning. Abomafoons: · 2.30 Bouwelektra. · 7.13 Elektrisch handgereedschap.
Uitgave:
Aboma bv a Maxwellstraat 49 Postbus 141 6710 BC Ede tel. 0318 69 19 20 e-mail
[email protected] www.aboma.nl
Datum:
Januari 2014
Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave - Nieuwe alinea’s toegevoegd over slangverlichting en duurzame verlichting. - Tekst geactualiseerd en opnieuw ingedeeld.
Blad 4 van 7
Abomafoon 2.32
Controlelijst Bouwverlichting Project / locatie:
Ingevuld door: Opmerkingen / maatregelen
Datum: Actie gereed d.d.
Aandachtspunten v = akkoord; x = tekortkoming; - = niet van toepassing 01
Maatregelen in verband met brandgevaar voldoende afstand tussen bouwlamp en brandbare materialen
02
Onder spanning staande delen Aanraking voorkomen
03
Verblinding geen verblinding mogelijk door juiste opstelling lampen; in de buurt van autoverkeer lampen zo hoog mogelijk
04
Klasse I armaturen uitsluitend in vaste opstelling te gebruiken; buiten handbereik (hoger dan 2,5 m)
05
Met de hand verplaatsbare bouwlampen klasse II of III; geschikt voor ruw gebruik; stofvrij en spatwaterdicht
06
Verlichting in besloten ruimte (kruipruimte) alleen klasse III armaturen in gebruik en aangesloten op veiligheidstransformator (50 V of 120 V gelijkspanning); maximaal één stuks 220 V handgereedschap in combinatie met een combitrafo
07
Oriëntatieverlichting op donkere plaatsen waar je kort verblijft; objecten en looproute zijn waarneembaar
08
Periodieke keuringen jaarlijkse keuringen uitgevoerd
Toelichting / nadere bijzonderheden:
Blad 5 van 7
Abomafoon 2.32
Toolbox Bouwverlichting
Overige aandachtspunten • • • • •
Voldoende afstand tussen bouwlamp en brandbare materialen. Verlichting zo afgesteld dat mensen niet verblind worden. Klasse I armaturen altijd buiten handbereik (hoger dan 2,5 m). In kruipruimte alleen klasse III lampen die op een veiligheidstransformator zijn aangesloten. In kruipruimte maximaal één stuks 220 V handgereedschap gebruiken mits deze is aangesloten op een combitrafo.
Blad 6 van 7
Abomafoon 2.32
Registratieformulier toolbox Project: Gehouden door:
Functie:
Datum:
Onderwerp:
Presentielijst Naam
Bedrijfsnaam
Handtekening
Eventuele opmerkingen:
Blad 7 van 7
Abomafoon 2.32