omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids
2
Inhoudsopgave
Ontwerp omgevingsvergunning
3
bijlagen bij omgevingsvergunning
11
Bijlage 1
Overzichtskaart
11
Bijlage 2
Nieuwe situatie
15
Bijlage 3
Riolering, daglicht, ventilatie en spuivoorziening
19
Bijlage 4
Details en kadastrale kaart
23
Bijlage 5
Bodemonderzoek
27
Bijlage 6
Akoestisch onderzoek
115
Ruimtelijke Onderbouwing
171
Hoofdstuk 1
171
Inleiding
1.1
Aanleiding
171
1.2
Begrenzing plangebied
171
1.3
Vigerend bestemmingsplan
171
Hoofdstuk 2
Beschrijving van de omgevingsvergunning
173
2.1
Geschiedenis plangebied
173
2.2
Inventarisatie plangebied
173
2.3
Beschrijving van het plan
173
Hoofdstuk 3
Ruimtelijk beleidskader
3.1
Provinciaal en regionaal beleid
3.2
Gemeentelijk beleid
Hoofdstuk 4
Motivering
175 175 176
179
4.1
Inleiding
179
4.2
Archeologie
179
4.3
Cultuurhistorie
180
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
3
4.4
Milieu
181
4.5
Stedenbouwkundige inpassing
183
4.6
Verkeer en vervoer
185
4.7
Water
187
Hoofdstuk 5
Procedurele aspecten
189
5.1
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
189
5.2
Procedure
189
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid
193
6.1
Economische uitvoerbaarheid
193
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
193
Bijlagen bij de ruimtelijke onderbouwing
195
Bijlage 1
195
Plancontour
Ontwerp omgevingsvergunning
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
4
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
ONTWERP
Omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden gezien het verzoek ingediend door: adres: postcode en woonplaats: ingekomen op: geregistreerd onder nummer
XXX XXX XXX 17-12-2010 Wabo 101595 / 44893 OLO.
waarbij een omgevingsvergunning wordt gevraagd voor het project: het wijzigen van het pand in een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang op het perceel, plaatselijk bekend Zeemanlaan 22A te Leiden dat bestaat uit de volgende activiteiten: − −
Het bouwen van een bouwwerk Het maken van handelsreclame (ingetrokken d.d. 4 april 2011)
overwegende: ten aanzien van de procedure Op 8 april 2010 heeft Teddy Kids Palace een aanvraag om reguliere bouwvergunning ingediend voor het wijzigen van een kantoorgebouw naar een kinderdagverblijf op zowel de begane grond (inclusief de buitenruimte) als de eerste verdieping op de Zeemanlaan 22a te Leiden. Op 29 juni 2010 heeft het college besloten om vooruitlopend op de vergunningverlening een gedoogbeschikking af te geven. Tegen dit besluit hebben omwonenden bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter te Den Haag. Op 17 december 2010 is een nieuwe aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend. Deze aanvraag is op 3 januari 2011 op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Op 27 januari 2011 is het bezwaarschrift tegen de gedoogbeschikking ongegrond verklaard (bijgevoegd). Daarbij is nadrukkelijk aangegeven dat tegemoet gekomen zal worden aan een aantal bezwaren van omwonenden en dat dit in de (onderhavige) vergunningprocedure zal worden meegenomen. Na bekendmaking van de aanvraag om omgevingsvergunning is op 21 januari 2011 mede namens omwonenden een reactie van dhr. Van Straten binnengekomen. Deze is grotendeels gelijkluidend aan de eerder geuite bezwaren in het kader van de gedoogprocedure. Op grond van artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht dienen wij het besluit zo spoedig mogelijk te nemen, doch uiterlijk 6 maanden na ontvangst van de aanvraag. Met inachtneming van artikel 3.12, lid 8 van de Wabo hebben wij de beslissing op de aanvraag met ten hoogste 6 weken verlengd.
ontwerpvergunning uitgebreid-257b
De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 14 juni 2011 voor de duur van 6 weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn zijn de volgende / geen zienswijzen en / of adviezen op de ontwerpbeschikking ingediend: adviezen • zienswijzen naam
adres
De zienswijze heeft betrekking op de volgende activiteiten:
Voor de beantwoording van de zienswijzen en / of een reactie of de adviezen verwijzen wij naar de achter dit besluit gevoegde zienswijzennota, die hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd. of Voor de beantwoording van de zienswijzen en / of een reactie op de adviezen verwijzen wij naar de activiteit verderop in dit besluit waarop betreffende zienswijze en / of advies betrekking heeft. ten aanzien van de activiteit bouwen De aanvraag ziet op het bouwen van een bouwwerk. Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a. van de Wabo is voor deze activiteit een omgevingsvergunning vereist. Het bouwplan is getoetst aan het Bouwbesluit, de bouwverordening, redelijke eisen van welstand en het bestemmingsplan. Bouwbesluit (artikel 2.10, eerste lid, onder a van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder a Wabo moet de omgevingsvergunning worden geweigerd indien niet aannemelijk is gemaakt dat het aangevraagde bouwwerk voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in het Bouwbesluit. U heeft aannemelijk gemaakt dat het bouwplan voldoet aan deze voorschriften. bouwverordening (artikel 2.10, eerste lid, onder b van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder b van de Wabo moet de omgevingsvergunning worden geweigerd indien niet aannemelijk is gemaakt dat het aangevraagde bouwwerk voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in de bouwverordening. Uw bouwplan voldoet aan de voorschriften uit de bouwverordening. welstand (artikel 2.10, eerste lid 1, onder d van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid 1, onder d van de Wabo mag de omgevingsvergunning alleen worden verleend indien het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. In de gemeente Leiden is de Welstandsnota gemeente Leiden 2010 van toepassing. Een bouwplan is niet in strijd met redelijke eisen van welstand en hoeft niet te worden voorgelegd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) wanneer voldaan wordt aan de in deze welstandsnota opgenomen sneltoetscriteria.
ontwerpvergunning uitgebreid-257b
Het bouwplan voldoet niet aan de in de welstandsnota opgenomen sneltoetscriteria en is daarom voorgelegd aan de ARK. De ARK heeft in haar vergadering van 11 februari 2011 geoordeeld dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Afgewezen, tenzij Toetsingskader is de Welstandsnota Leiden 2010. Voor dit gebied (gebied 2C: Plan Verhagen) is de inzet van welstand binnen het beschermd gezicht gericht op behoud van het historisch stadsbeeld. Het overig gebied wordt met aandacht beheerd. Het beleid is gericht op het behoud van het samenhangende beeld en de gedifferentieerde opbouw van de woningen. De commissie bekijkt het voorstel voor reclame en is akkoord met de afmetingen en vormgeving. Zij is echter niet akkoord met de toepassing van doek, opgehangen in een metalen frame. Dit heeft een tijdelijke uitstraling en vormt een ontsiering van het pand. De commissie adviseert een vast paneel aan te brengen. De commissie ziet een aangepaste tekening tegemoet. Op 4 april 2011 heeft u middels een brief aangegeven dat de reclame-uiting op de voorgevel komt te vervallen. Wij zijn, nu de ARK het plan volledig heeft beoordeeld en de werkzaamheden grotendeels inpandig zijn, van oordeel dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. ten aanzien van het bestemmingsplan Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan de omgevingsvergunning worden verleend indien het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of regels die zijn gesteld op grond van artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Ter plaatse is het bestemmingsplan “Zuidelijke Schil” van kracht en geldt de bestemming “Gemengde Doeleinden 2 (GD 2)”. De activiteit bouwen is in strijd is met het genoemde bestemmingsplan, aangezien: − Het pand Zeemanlaan 22a heeft op basis van artikel 11.1.1.1 sub b de bestemming Gemengde Doeleinden (GD2). Hierin is bepaald dat de op de kaart voor gemengde doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor woondoeleinden, detailhandel, ateliers, horeca, (publieksgerichte) dienstverlening, maatschappelijke doeleinden,sport en recreatie. Maatschappelijke doeleinden zijn binnen GD 2 uitsluitend op de eerste bouwlaag toegestaan (begane grond) en niet op de eerste verdieping. Een kinderdagopvang valt onder maatschappelijke doeleinden zoals omschreven in de begrippenlijst. −
In artikel 11.2.9 is voorts bepaald dat in de gebouwen gesitueerd aan de Zeemanlaan 22, aangewezen voor Gemengde Doeleinden 2, behalve woningen en kantoren zijn uitsluitend detailhandelsvestigingen in de non-foodsector en dienstverlenende bedrijven toegestaan; deze vestigingen zijn voorts alleen toegestaan op de begane grond en mogen per vestiging geen grotere vloeroppervlakte innemen dan 275 m2 per vestiging.
−
De buitenruimte die in gebruik wordt genomen op het perceel Zeemanlaan 22a heeft op basis van artikel 16.1 de bestemming tuin. In artikel 16.1 is bepaald dat de op de kaart voor tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, waterpartijen en hofjes met de daarbij behorende toegangspaden en leidingen. Een buitenruimte ten behoeve van de kinderopvang (maatschappelijke doeleinde) valt niet binnen deze bestemming.
Uw aanvraag wordt mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo. Op grond van artikel 2.12 eerste lid, sub a onder 3 van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing
ontwerpvergunning uitgebreid-257b
bevat. Uw aanvraag voldoet aan deze regels en wij hebben na belangenafweging besloten medewerking te verlenen met de volgende motivering: − −
−
− −
−
Het bestaande gebouw verandert niet wezenlijk in bouwvolume en verschijningsbeeld. De buitenruimte op de begane grond wordt gerealiseerd op het huidige erf. Deze is gelegen achter een schutting en met een groene bosschage langs de rand en kleinere bomen. Voor de aangrenzende percelen van de woningen Lammenschansweg 42-50 zal geen belemmering van privacy en uitzicht zijn. Ook bevinden zich in de achtertuinen diverse aanbouwen. Wel kan er extra geluid waarneembaar zijn in de achtertuinen. Dit geldt ook voor de woningen aan Zeemanlaan 2-20. Een aanbouw van het complex Zeemanlaan 22 en een bijgebouw met een nutsvoorziening schermen nog extra af. In de formules voor het halen en brengen is de minimale norm toegepast voor het percentage kinderen dat met de auto gebracht wordt. Het halen en brengen van de kinderen vindt overdag plaats (BSO kinderen worden alleen in de namiddag opgehaald door de ouders). In een woonwijk is 's avonds de maatgevende periode voor het parkeren. Overdag zal er daardoor ruimte op straat zijn. Daarbij blijkt uit het 'ledenbestand' dat een groot deel van de kinderen afkomstig is uit de directe omgeving. Overigens wordt in 2011 in dit gebied de blauwe zone voor parkeren ingevoerd. Langparkeerders die niet in het gebied horen worden hierdoor geweerd. Hierdoor zal er overdag meer parkeerruimte beschikbaar zijn. De parkeerbehoefte als gevolg van de nieuwe ontwikkeling is gelijk aan die van de functies in de oude situatie. Er geldt dan ook geen parkeereis. De toename van verkeersbewegingen in de ochtend en de middag wordt opgevangen door het aanwijzen van 4 parkeerplekken voor en achter de locatie (zie bijgevoegde tekening) Uit het bodeminformatiesysteem van de Milieudienst blijkt dat de bodem van de buitenruimte geschikt is voor de toekomstige bestemming (kinderspeelplaats). Ten aanzien van de mogelijke (geluids)overlast door het gebruik van de buitenplaats c.q. de tuin is eveneens nader (akoestisch) onderzoek gedaan. Hieruit is naar voren gekomen dat in ieder geval aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan. Ten voorkoming van overlast worden voorts aan deze vergunning voorwaarden gesteld, die verderop zijn opgenomen.
ten aanzien van het in gebruik nemen van het bouwwerk De aanvraag ziet ook op het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk voor een geval genoemd in artikel 2.2. van het Besluit Omgevingsrecht. Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder d. van de Wabo is voor deze activiteit een omgevingsvergunning vereist. Het betreft: het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarin dagverblijf zal worden verschaft aan: 1°. meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of Op d.d. 26 augustus 2010 is hiervoor een gebruiksvergunning aangevraagd. Deze vergunning is door de Regionale Brandweer Hollands Midden verleend. ten aanzien van handelsreclame Op 4 april 2011 heeft u middels een brief aangegeven dat de reclame-uiting op de voorgevel komt te vervallen.
ontwerpvergunning uitgebreid-257b
BESLUIT Burgemeester en wethouders besluiten: 1. de omgevingsvergunning te verlenen voor het project: het wijzigen van het pand in een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang op het perceel, plaatselijk bekend Zeemanlaan 22A te Leiden dat bestaat uit de volgende activiteiten: − −
Het bouwen van een bouwwerk Het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (een geval als bedoeld in artikel 2.12 eerste lid, sub a onder 3 van de Wabo genaamd NL.IMRO.0546.PB00013.0201, zowel analoog als digitaal vast te stellen, met gebruikmaking van de ondergrond o_NL.IMRO.0546.PB00013.dwg en de plancontour met kenmerk GE-11.129)
2 aan deze vergunning de volgende voorwaarden te verbinden: − Het dakterras aan de zijde van Zeemanlaan 24-34 voor het kinderdagverblijf op de verdieping mag niet worden gerealiseerd in verband met privacy en uitzicht. − Voor de naschoolse opvang wordt het binnenterrein gebruikt dat wordt ontsloten vanaf de doorsteek tussen Zeemanlaan en Lammenschansweg langs de kerk. − Het huidige groene tuinkarakter dient in hoofdlijnen in stand te blijven. − Uit het verkennend bodemonderzoek, zoals door aanvrager aangeleverd, blijkt dat ter plaatse van een voormalige boom de bodem is verontreinigd met PAK. Het betreft geen geval van ernstige bodemverontreiniging, daar het criterium van 25m3 niet wordt overschreden. Gezien de gevoelige bestemming dient de PAKverontreiniging te worden verwijderd respectievelijk afgedekt te worden voordat het terrein als kinderspeelplaats in gebruik wordt genomen. − authentiek adres De vergunning wordt verleend voor het volgende authentieke adres: Zeemanlaan 22A bijgevoegde documenten De volgende stukken maken deel uit van de vergunning: − − − − − − −
Ontwerptekening,Constructietekening 44893_1292588995371_Teddykids-BT012.pdf van 17-12-2010 Overig 44893_1296741094936_Aanvullingen_bouwaanvraag.pdf van 03-02-2011 Plattegrond of doorsnedentekening 44893_1296741173915_nieuwe_situatie_28.pdf van 03-02-2011 Plattegrond of doorsnedentekening 44893_1296741207172_bestaande_sit_28_.pdf van 03-02-2011 Overig 44893_1301940104465_opzegging_reclamebord.pdf van 04-04-2011 Detailtekening,Geveltekening 44893_1301940260199_details_2822.pdf van 04-04-2011 Ruimtelijke onderbouwing (NL.IMRO.0546.PB00013.0201)
mededelingen − Aandachtspunt is de ventilatie in de slaapruimtes voor de babygroepen (eerste etage). Aangezien deze niet aan de buitenlucht grenzen moet hier extra aandacht aan besteed worden. Interne ventilatie is vaak lastig te regelen, waardoor het CO2- gehalte in deze ruimtes gevaarlijk hoog kan worden voor slapende kinderen.
ontwerpvergunning uitgebreid-257b
−
−
Aangezien een kinderdagverblijf een inrichting op grond van het Activiteitenbesluit bij de Wet milieubeheer is, moet in de ruimtelijke onderbouwing worden opgenomen dat, voordat de bedrijfsactiviteiten ter plaatse worden gestart, een melding op grond van het Activiteitenbesluit in het kader van de Wet milieubeheer moet zijn gedaan bij de Milieudienst. Een dergelijke melding moet vier weken voor aanvang van de activiteiten zijn gedaan. De melding moet elektronisch worden gedaan via http://aim.vrom.nl. Meer informatie hierover is te vinden op www.infomil.nl. Duurzaamheid De Milieudienst hanteert als uitgangspunt bij bouwprojecten de Regionale DuBoPlus Richtlijn 2008 als duurzaam bouwen-maatlat. Voor kleine bouwprojecten als het onderhavige bouwproject informeert de gemeente initiatienemers over duurzaam bouwen via het Infoblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen: a. als het woningbouw betreft: Infoblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen voor particulieren: zie www.mdwh.nl/dubo/particulieren; b. als het bedrijvigheid betreft: Infoblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen voor ondernemers zie www.mdwh.nl/dubo.
Leiden, Burgemeester en wethouders namens dezen,
A.H. Karbet Teamleider Vergunningen en Subsidies
ontwerpvergunning uitgebreid-257b
11
bijlagen bij omgevingsvergunning
Bijlage 1 Overzichtskaart
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
12
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
15
Bijlage 2 Nieuwe situatie
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
16
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
A
B
C
D
9
E
8
7
6
5
4
3
2
1
7300 bk puntgevel
7300 bk puntgevel
6470 bk dak
6470 bk dak
3350 1e verdieping
3350 1e verdieping
Begane grond Situatie
-0 -50
1 : 100
D
Begane grond Situatie
Rechter zijaanzicht
Vooraanzicht
E
-0 -50
1 : 100
C
B
A
1
2
3
4
5
6
7
8
9
7300 bk puntgevel
7300 bk puntgevel
6470 bk dak
6470 bk dak
3350 1e verdieping
3350 1e verdieping
Begane grond Situatie
-0 -50
Achter aanzicht
-0 -50
Begane grond Situatie
Linker zijaanzicht
1 : 100
1 : 100
28 37 7
0 50 12 0.09 berging 5,4 m²
0.05 verkeersruimte 73,5 m²
60
60
60
60
0.08 BSO 32 kinderen 112,2 m²
HM
1
2
2 3d begane 1e verdieping
0.07 toiletten 6,0 m²
3700
0.06 toiletten 6,0 m²
1
3700
BM C
0.10 buitenruimte 307,5 m²
3
3
3700
1.22 dakterras 122,1 m²
4
85 00
4 1.10 slaapruimte 8,6 m²
3700
1.15 ruimte leidsters 17,1 m²
RENVOOI brandslanghaspel 20m
0
5
60
Bordje nooduitgang normaal volgens NEN 6088
5
603 2
Bordje vluchtroute rechtdoor volgens NEN 6088
nevensignalering 0.03 Kantine / ontspanning 55,3 m²
HM
6
1.17 CV-ruimte 3,9 m²
handbrandmelder (rood) standaard met isolator
1.14 slaapruimte 7,9 m²
6
vluchtrichting 1.13 slaapruimte 7,7 m²
brandmeldcentrale
3700
8
3d begane grond
60
1.01 entree 6,2 m²
garderobe
garderobe 60
60
W
HM
8
garderobe
60
1.05 verschoonruimte 5,7 m²
E OPMERKINGEN ALGEMEEN: - alle maten in het werk te controleren - maatvoering in millimeters - hoogte beganegrondvloer Peil - hoogte verdiepingsvloer 3350+P - dagmaat deuren minimaal 850x2000mm - verwarming d.m.v. bestaande Hr-ketel. - hang- en sluitwerk inbraakwerendheid weerstandsklasse 2 toegepast. - vluchtdeuren voorzien van panieksluiting - Brandmelding: - Volledige bewaking volgens NEN 2535. Dit betekend dat naast de noodzakelijke handbrandmelders, alle ruimten in het gehele gebouw voorzien zijn van een of meer automatische brandmelders m.u.v. sanitaire ruimten. - Doormelding volgens NEN 2535 Een brandmeldinstallatie met volledige of gedeeltelijke bewaking moet (vrijwel) altijd rechtstreeks doormelden naar de brandweeralarmcentrale. - Ontruimingsinstallatie: Luid alarm type B-installatie - 3 toiletten per verdieping ombouwen tot kindertoiletten, een toilet behouden als toilet voor volwassene. - In elke ruimte groepsruimte een wasbak aanbrengen - washok voorzien van wateraansluiting wasmachine en afvoer voor wasmachine en droger - traphekken bestaande trappen voorzien van houten panelen t.b.v. doorvalbeveiliging kinderen - deuren voorzien van vingerstrips aan scharnierkant deur.
Ruimte Naam: 1.06 babygroep 12 kinderen 43,9 m²
Ruimte Naam: 1.03 peutergroep 16 kinderen 55,8 m²
9900
BMP
berging
babygroep 12 kinderen babygroep 16 kinderen
1.04 peutergroep 16 kinderen 56,0 m²
CV-ruimte
1.07 slaapruimte 6,4 m²
BSO 32 kinderen
dakterras
buitenruimte 0.01 entree 24,2 m²
ONDERWERP
Verbouw kantoorpand aan de Zeemanlaan 22 te Leiden naar kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang
OPDRACHTGEVER
Aannemersbedrijf A. Lagenberg Rooseveltstraat 2P 2321 BM Leiden
TEKENING NUMMER
BT011
DATUM
01-03-2010
FASE
Aanvraag bouwvergunning
PROJECT NUMMER
B100205
SCHAAL
1:100
ONDERDEEL
Nieuwe situatie
FORMAAT
A0
entree
entree
gang
Kantine / ontspanning
peutergroep 16 kinderen
1.08 slaapruimte 6,4 m²
kantoor
portaal
toiletten
ruimte leidsters
verkeersruimte 9
9
slaapruimte toiletten verkeersruimte verschoonruimte
Begane grond
Eerste verdieping
1 : 100
WIJZIGINGEN
washok / berging
A
D
G
ARCHITECT
Ir. B. van den Ham
B
E
H
GETEKEND
Ir. B. van den Ham
C
F
I
MANAGER
Dhr. E. Kruijt
1 : 100
A
B
C
D
E
A
B
C
D
E
Adviesbureau Zeker Bouwen BV Langenbergsestraat 6 5473 NM Heeswijk Dinther ZEKER BOUWEN bouwprobleemoplossers
Telefoon Fax e-mail internet
: : : :
0413-352640 0413-352373
[email protected] www.zekerbouwen.nl/bouwsite
\\archief\archief (e)\Archief\tekeningenarchief\2010\Lagerveld_aannemer-Leiden\Teddykids-V010-2.rvt
1.02 verkeersruimte 54,3 m²
WBDBO 60 minuten
7
garderobe
60
1.19 portaal 5,1 m²
sirene (slowwhoop)
3700
garderobe
60
Hoofdschakelaar
60
E
1.11 verschoonruimte 4,0 m²
60
Elektriciteit
7
G
HM
60
afsluiter gas
1.20 toiletten 5,9 m²
60
G
1.21 toiletten 5,9 m²
afsluiter water
60
brandmeldpaneel BMP
BMP
BMC
W
0.02 berging 10,8 m²
1.09 babygroep 12 kinderen 42,4 m²
1.18 washok / berging 6,6 m²
verzamelplaats (zie situatietekening)
350 0
1.12 babygroep 16 kinderen 56,4 m²
60
HM
1.16 gang 7,9 m²
60
optische rookmelder aangesloten op lichtnet met batterijen backup systeem volgens NEN 2535
3700
0.04 kantoor 15,6 m²
60
60
197
19
Bijlage 3 Riolering, daglicht, ventilatie en spuivoorziening
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
20
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
1
1
2
2
3
3
WB aansluiten op bestaande riolering WB toiletruimte
28,0 dm3/s
28,0 dm3/s
28,0 dm3/s
28,0 dm3/s
WB aansluiten op bestaande riolering WC toiletruimte
4
4 -16,0 dm3/s
5
5 A
A
A
-23,9 dm3/s
28,0 dm3/s
A -14,0 dm3/s
A+DR
-40,0 dm3/s WB
6
6
WM aansluiten op wasbak berging
WB
-30,0 dm3/s
WB
A
-14,0 dm3/s
28,0 dm3/s
-16,0 dm3/s A
A
7
7 A
A 14,5 dm3/s
A d=90mm
A+DR
14,4 dm3/s A
A
8
8 WB
afvoerleiding d=32 via plafond eerste verdieping -50,0 dm3/s -50,0 dm3/s
wasbak voorzien van sanibroyeur
A
A -20,9 dm3/s
28,0 dm3/s WB
WB
WB
d=110mm
-22,0 dm3/s
riolering via plafond begane grond
-14,0 dm3/s
-14,0 dm3/s
1 : 100
B
C
D
E
A
1 : 100
B
28,0 dm3/s
28,0 dm3/s
standleiding d=110mm
C
D
E
ONDERWERP
Verbouw kantoorpand aan de Zeemanlaan 22 te Leiden naar kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang
OPDRACHTGEVER
Aannemersbedrijf A. Lagenberg Rooseveltstraat 2P 2321 BM Leiden
TEKENING NUMMER
BT012
DATUM
01-03-2010
FASE
Aanvraag bouwvergunning
PROJECT NUMMER
B100205
Riolering, daglicht, ventilatie en spuivoorziening
SCHAAL
1:100
ONDERDEEL
FORMAAT
A1
WIJZIGINGEN
A
D
G
ARCHITECT
Ir. B. van den Ham
B
E
H
GETEKEND
Ir. B. van den Ham
C
F
I
MANAGER
Dhr. E. Kruijt
Adviesbureau Zeker Bouwen BV Langenbergsestraat 6 5473 NM Heeswijk Dinther ZEKER BOUWEN bouwprobleemoplossers
Telefoon Fax e-mail internet
: : : :
0413-352640 0413-352373
[email protected] www.zekerbouwen.nl/bouwsite
\\archief\archief (e)\Archief\tekeningenarchief\2010\Lagerveld_aannemer-Leiden\Teddykids-V010-2.rvt
A
Eerste verdieping
28,0 dm3/s
Begane grond
14,5 dm3/s
standleiding d=110mm aansluiten op bestaande riolering
28,0 dm3/s
9 14,5 dm3/s
9
23
Bijlage 4 Details en kadastrale kaart
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
24
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
bestaande dakconstructie Connect T24 Hoofdprofiel h.o.h. 600mm (max afstand tot wand 300mm)
bestaande dakconstructie Connect Snelhanger bevestigd h.o.h. 1200mm (max afstand tot wand 600mm)
Connect T24 Hoofdprofiel h.o.h. 600mm (max afstand tot wand 300mm)
Connect Snelhanger bevestigd h.o.h. 1200mm (max afstand tot wand 600mm)
Combison XR dik 50mm aanvullende absorber bovenop het plafond
30 50
30 50
Combison XR dik 50mm aanvullende absorber bovenop het plafond
Combision Uno DS verlaagd plafond dik 30mm plafondhoogte 2600mm
plafondhoogte 2600mm
Combision Uno DS verlaagd plafond dik 30mm Opbouw metal stud-wand dik 90mm: - 10mm gipsplaat 10 75 10 - Metalen stijlen h.o.h. 600 mm (systeem MSV 75) gevuld met 60mm steenwol (volumieke massa 50kg/m3) - 10mm gipsplaat
Opbouw metal stud-wand dik 90mm: - 10mm Promatect 100 10 75 10 - Metalen stijlen h.o.h. 600 mm (systeem MSV 75) gevuld met 60mm steenwol (volumieke massa 50kg/m3) - 10mm Promatect 100
U-profiel 45 x 75 x 45 x 0,6 mm
U-profiel 45 x 75 x 45 x 0,6 mm
bestaandevloerconsttructie
bestaandevloerconsttructie
detail binnenwand standaard
detail binnenwand 60 minuten brandwerend
1 : 10
1 : 10
SITUATIE Kadastrale gemeente : Leiden Sectie : M Nummer : 7535 Schaal : 1:500 Deze kaart is Noordgericht bovenregel koker 50x50x5
300
balusters 50x50x5 met daartussen gelamineerd en gehard glas bevestigd met glasklemmen 60x60x23
balusters 50x50x5 met daartussen gelamineerd en gehard glas bevestigd met glasklemmen 60x60x23
950
950
onderregel koker 50x50x5
ONDERWERP
Verbouw kantoorpand aan de Zeemanlaan 22 te Leiden naar kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang
OPDRACHTGEVER
Aannemersbedrijf A. Lagenberg Rooseveltstraat 2P 2321 BM Leiden
TEKENING NUMMER
BT013
DATUM
01-03-2010
Aanvraag bouwvergunning
PROJECT NUMMER
B100205
Doorsnede bevestiging terrasafscheiding horizontaal
50
onderregel koker 50x50x5
50
voetplaat bevestigd op constructieve dak en voorzien van plakplaat voor waterdichte dakaansluiting
FASE
ONDERDEEL
bestaande geisoleerde dakconstructie
bestaande geisoleerde dakconstructie
WIJZIGINGEN
Doorsnede terrasafscheiding verticaal bij overgang naar plat dak
Doorsnede terrasafscheiding verticaal bij dakrand
Details en kadastrale kaart
bouwprobleemoplossers
FORMAAT
1 : 10 A2
A
D
G
ARCHITECT Ir. B. van den Ham
B
E
H
GETEKEND
Ir. B. van den Ham
C
F
I
MANAGER
E. Kruijt
Adviesbureau Zeker Bouwen BV Langenbergsestraat 6 5473 NM Heeswijk Dinther ZEKER BOUWEN
SCHAAL
Telefoon Fax e-mail internet
: : : :
0413-352640 0413-352373
[email protected] www.zekerbouwen.nl/bouwsite
\\archief\archief (e)\Archief\tekeningenarchief\2010\Lagerveld_aannemer-Leiden\Teddykids-V010-2.rvt
bovenregel koker 50x50x5
27
Bijlage 5 Bodemonderzoek
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
28
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
~-(~~.~~ocAiïe:
~1f1 o.s-~, `a ~ r ~~i , ~ ~
mifieutechniek op maat
f~(~ ~~ E f~~p~ 6R ~~ ~~a~~T~6~3
~
~
RAPPORT betreffende een verkennend bodemonderzoek Zeemanlaan 22a te Leiden
Datum Kenmerk Auteur
: 19 maart 2010
: 1002B8031PDIlrap1 : de heer P. Dijkhuizen
Vrijgave
Opdrachtgever
: : : :
Teddy Kids Palace T.a.v. de heer M. Groenhuijzen Herenstraat 64 2313 AM Leiden
~ IDDS bv. Aile rechten voorbehouden. Niets uit deze uilgave mag worden vermenigwidigd, opgesfagen In een geautomatiseerd bestand enJof openbaar gemaakt door midde! van druk, fotokopie, microfllm, elektronfsch of anderszins zonder voorafgaande, schriftetijke toestemming van de uitgever.
`,~3tswda~ ao ~~ c
3 ~o
~~behee~Sti
BRL SIKB 2000 VKB-protocollen 2001 8~ 2002
PtOORDWI~K 's-Gravendiickseweg 37 Postbus 126 2200 AC Noordwijk
EDE Fahrenhettstraat la Postbus 79 6710 BB Ede
BREDA Tinstraat 7 Postbus 3953 4800 DZ Breda
T 071 - 402 85 86 F 071 - 403 55 24
T 0318 - ti90 022 F 0318 - 642 294
T 076 - 548 66 20 F 076 - 514 32 62
KvK 28047927
KvK 09157054
KvK 09157054
onderdeel van de IDDS Groep
infoOidds.nl www.idds.nl
nnso vnarinin~ in Breda valt noo niet onder het 150-certificaat maar zal naar verwachtinq in maart 2009 zitn gecertificeerd.
BIJLAGE 1 1.1 OVERZICHTSKAART 1.2 SITUATIETEKENING
.
.
T .~~
,~''
~7i~
~
~-~:.`
milieutechnlek op maat
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING ...............................................................................................................................3
2.
VOORONDERZOEK EN ONDERZOEKSOPZET ...................................................................4 2.1. ALGEMEEN .................................................................................................................. 4 2.2. REGlONALE BODEMOP80UW EN GEOHYDROLOGIE ...........................................4 2.3. BESCHRIJViNG ONDERZOEKSLOCATIE ..................................................................5 HISTORISCHE INFORMATIE ......................................................................................6 2.4. 2.5. CONCLUSIES VOORONDERZOEK ............................................................................7 2.6. ON DERZOE KSOPZET ................................................................................................. 7
3.
VELDONDERZOEK .................................................................................................................8 VELDWERKZAAMHEDEN ...........................................................................................8 3.1. 3.2. RESULTATEN VELDWERK .........................................................................................9
4.
CHEMISCH ONDERZOEK ....................................................................................................10 4.1. ANALYSESTRATEGIE ...............................................................................................10 RESULTATEN EN TOETSING CHEMISCHE ANALYSES ........................................11 4.2.
5.
BESPREKlNG ONDERZOEKSRESULTATEN .............:.......................................................13
6.
CONCLUSIES EN ADVIES ....................................................................................................14
7.
BETROUWBAARHEID ..........................................................................................................15
BIJLAGEN
1.
Kaarten en tekeningen 1.1. overzfchtskaart 1.2. situatietekening
2.
Boorstaten en legenda
3.
Analysecertificaten grond en grondwater grond 3.1. grondwater 3.2.
4.
Toetsingstabel Wet bodembescherming
5.
Toetsingsresuftaten grond en grondwater 5.1 grond 5.2
grondwater
6.
Fotoreportage
7.
Veldverslag
~~.x
~ ~ ~,~ e ~F~ s- ,:~
~
miiieutechniek op maat
1.
1NLEIDING
tn opdracht van Teddy Kids Palace is een vericennend miiieukundig bodemonderzoek verricht op de locatie 2eemanlaan 22a te Leiden. Aanleidina en doelstelling onderzvek Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de aanvraag van een bouwvergunning. In het kader van de WoningwetlGemeentelijke Bouwverordening dient een bouwaanvraag vergezeld te gaan van een rappvrtage inzake de chemische kwàliteit van de bodem. Doel van het onderzoek is vast te stellen of het voormalige, dan wel het huidige, gebruik van de onderzoekslocatie heeft geleid tot een verontreiniging van de bodem. Het verkennend bodemonderzoek beoogt het verkrijgen van inzicht in aard, plaats van voorkomen en concentraties van eventueel aanwezige verontrefnlgende stoffen in de bodem. Ter bepaling van de milieuhygiënische bodemkwaliteit binnen de begrenzing van de onderzoekslocatie, is de norm NEN 5740 (ondérzoeksstrategie bij verkennend onderzoek, NNI, januari 2009) gehanteerd. Deze norm beschrijft de werkwijze voor het opstellen van de anderzoeksstrategie bij een verkennend bodemonderzoek naar de (mogelijke) aanwezigheid van bodemverontreiniging en de werkwijze voor het bepaten van de milieuhygi~nische kwaliteit .van de bodem en eventueei vrijkomende grond. Leeswiizer De locatiegegevens, de historische informatie en de opzet van het onderzoek zijn beschreven in hoofdstuk 2. De keuze van de opzet van het onderzoek is onder meer afhankelijk van het huidige en het voormalige gebruik van het perceel.
Een beschrijving van het veldonderzoek en het chemisch onderzoek is weergégeven in de hoofdstukken 3 en 4. De verzametde gegevens zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM, ge7nterpreteerd en besproken in hoofdstuk 5. Op basis van de verzamelde onderzoeksresultaten is de chemische bodemkwaliteít van de onderzoekslocatie beoordeeld. Deze beoordeling is ondergebracht in hoofdstuk 6(conclusies). Daamaast worden op basis van de onderzoeksresultaten aanbevelingen gedaan met betrekking tot eventueel te nemen vervolgstappen. In hoofdstuk 7 zijn de factoren, die van invloed zijn op de betrouwbaarheid van het onderzoek, toegeficht.
Zeemanlaan 22a te teiden: i002B803IPDUrap1
~15
~ '
fiy ~-,.
.rti
,~~uá
~'
.r~~`.s`(s
mllEeutedmlek op maat
2.
VOORONDERZOEK EN ONDERZOEKSOPZET
2.1.
ALGEMEEN
Bij toepassing van de NEN 5740 moet een hjrpothese worden opgesteld omtrent de aan- of afwezigheid, de aard en de ruimtelijke verdeling van eventueel te verwachten verontreinigingen. Ten behoeve van het opstellen van de hypothese dient een vooronderzoek uitgevoerd te worden overeenkomstig de NEN 5725 (Leidraad bij het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek, NNI, januari 2009). In het kader van onderhavig onderzoek is het vooronderzoek uitgevoerd op basisniveau. In dit kader is informatie verzameid over de volgende aspecten van de Iocatie: regionale bodemopbouw en geohydrologie (paragraaf 2.2}; huidig (en toekomstig) gebruik van de onderzoekslocatie (paragraaf 2.3); historische informatie (paragraaf 2.4).
-
De verzamelde informatie is vastgelegd per bron en weergegeven in de genoemde paragrafen van onderhavige rapportage. De conclusies van het vooronderzoek worden weergegeven in paragraaf 2.5. Op basis van deze gegevens is in paragraaf 2.6 de onderzoeksopzet bepaald. A1s afbakening van de onderzoekslocatie, ten behoeve van het vooronderzoek, is gekozen voor het te onderzoeken perceel alsmede de aangrenzende percelen tot maximaal 50 meter gerekend vanaf de grens van het te onderzoeken perceel. Opgemerkt dient te worden dat de genoemde afstand een arbitraire keuze betreft.
2.2.
REGIONALE BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE
Teneinde inzicht te kunnen verkrijgen in de samenstelting van de diepere bodemiagen is de Grondwaterkaart van Nederland, kaartbladen 30D, 30 oost, 31 west (Den Haag-Utrecht) geraadpleegd. Deze is uitgegeven door het Instituut van Grondwater en Geo-energie TNO (lGG). De regionale geohydrologische opbouw kan als volgt worden omschreven:
s
,De klaaa In het aEgemeen wordt de slecht doorlatende deklaag gevormd door fijne slibhoudende zanden, kleien en veenafzettingen van holocene ouderdom. De onderzoekslocatie is echter gelegen in het stroomgordelgebied van de Oude Rijn waarin de deklaag deels zandig is ontwikkeld. De dikte van de deklaag varieert van enkele meters tot circa 20 meter. 1B watervoerende aakket Het eerste watervoerende pakket wordt globaal gevormd door goed doorlatende atzettingen tussen de slecht dooriatende deklaag en de scheidende laag. Het eerste watervoerende pakket bestaat met name uit matig grove tot matig fijne zanden. In de nabijheid van de onderzoekslocatie bevindt dit pakket zich op een diepte van circa 10 à 15 meter en bedraagt de díkte van dit pakket meer dan 20 meter. Het doorlaatvermogen (kD-waarde), zijnde het product van de dooriaatbaarheidscoëfficiënt (k) en de dikte (D) van het eerste watervoerende pakket wordt geschat op ~ 1.000 m2ld. De grondwaterstroming in het eerste watervoerende pakket is oostelijk gericht.
Zeemanlaan 22a te telden: 10028803IPDUrap1
4H5
milieutechniek op maat
18 scheidende laaa Het eerste en tweede watervoerende pakket worden gescheiden door kleiige en slibhoudende afzettingen. De top van de scheidende laag in de nabijheid van de onderzoekslocatie ligt op een diepte van circa 44 meter minus NAP. De dikte van deze laag bedraagt circa 18 meter. Verwacht wordt dat de verticale hydraulische weerstand van de slecht doorlatende laag over het algemeen enkele duizenden dagen zal bedragen. 2e watervoerende t)akket Het tweede watervoerende pakket wordt globaal gevormd door goed doorlatende afzettingen (grind- of slibhoudende fijne tot grove zandhoudende afzettingen} beneden de scheidende laag. Over het algemeen iigt de top van het tweede watervoerende pakket tussen de 50 en 60 mNAP. Omtrent de kD-waarden voor het tweede watervoerende pakket zijn geen gegevens bekend. 2.3.
BESCHRIJVING ONDERZOEKSl.OCATIE
De ligging van de onderzoekslocatie is globaal weergegeven in de overzichtskaart van bijlage 1.1. Enkele locatiespecifieke aspecten zijn opgenomen in tabel 1.
TABEL 1: LocattespeclReke gegevens
Adres
Zeemanlaan 22a
Postcode en piaats
2313 SZ
Gemeente
Leiden
Pravincie
Zuld-liolland
Kadastrate gemeente
Leiden
Kadastrate gegevens
sectle M, nummer 7538
Rljksdrlehoekcatlrdinaten
(X) 93.974
Oppervlakte in m'
100
Huidige gebruik
bedrljfshuisvesting
Maaiveldtype
klinkers
(Yj 482.805
Huidia !en toekomstia) aebruik Op 15 februari 2010 heeft een iocatie-inspectie plaatsgevonden inzake het huidige gebruik. Hieronder zijn de meest relevante bevindingen weergegeven: -
de locatie betreft een binnenterrein welke volledig is verhard met klinkers; op het maaiveld zijn geen zakkingen, dan wei ophogingen waargenomen welke kunnen duiden op de aanwezigheid van mogelijke (sloot)dempingen; op de tocatie zijn geen (bodem)bedreigende activiteiten waargenomen; de locatie heeft een verzorgd en net uiterlijk.
Ter illustratie is in bijlage 6 een fotoreportage opgenomen.
2eemanlaan 22a te Lefden: 10028803IPDlIrapl
5I15
n` `~48 ~
e
, ~ N, ~r~ro.
i ~~, ~;Y
;'
.
y ~..
milieutechntek op maat
2.4.
HISTORISCHE INFORMATIE
Op 5 februari 2010 is de Milieudienst West-Holland geraadpleegd inzake het historische gebruik van de onderzoekslocatie en de omliggende percelen, alsmede voor het bepalen van de onderzoeksstrategie. Uit het historisch onderzoek blijkt het volgende: -
-
de onderzoekslocatie is gelegen in de bebouwde kom van gemeente Leiden; voorzover bekend hebben er geen tanks geiegen op het onderzoeksterrein; de locatie is op basis van de voor ons bekende informatie niet verdacht op het voorkomen van asbest; ~ in het verieden is de locatie, in verband met PAK verontreinigde bovengrond, gesaneerd. De verontreiniging kan mogelijkerwijs worden gerelateerd aan stedelijke ophooglagen en de verwacht bodemkwaliteit zoals gesteld in de bodemkwaliteitskaart van Gemeente Leiden; de naastgelegen percelen zijn hoofdzakelijk in gebruik ten behoeve van wonen (met tuin); naar verwachting hebben de activiteiten op de omliggende perceien (wonen met tuin) de chemische bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie niet negatief beinvloed.
Sanering huidige onderzoekslocatie Door IDDS bv is op de huidíge onderzoekslocatie een vericennend milieukundig bodem. onderzoek verricht en gerapporteerd onder kenmerk: M9503225IM6. d.d. aprii 1995. Het onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen eigendomsoverdracht. Op basis van de onderzoeksresultaten is vastgesteld dat in de bovengrond het gehalte PAK de interventie-waarde overschrijdt en aanleiding ~geeft tot het verrichten van sanerende . maatregelen op het noordelijk deel van het perceel. In navolging hiervan heeft op 17 juti 1995 ontgraving van de PAK-houdende grond plaatsgevonden. Door IDDS bv is een saneringsevaluatie opgesteld en gerapporteerd onder kenmerk: M95062721MB, d.d. 28 juli 1995.
i
Op basis van de resultaten van de uitgevoerde saneringswerkzaarnheden en de chemische analyses kan worden afgeleid dat de saneringswerkzaamheden in verticale richting in afdoende mate hebben plaatsgevonden. Restverontreinigingen zijn achtergebleven langs de aan de westelijke zijde van het perceel aanwezige schutting over een lengte van 7,5 meter en een breedte van circa 0,5 meter, alsmede tussen de wortels van de aan de oostelijke grens van het perceel gesitueerde (voormalige) boom. Na afronding van de ontgravingswerkzaamheden is de tocatie aangevuld met zand van onbekende kwaliteii. Bodemkwaliteitskaart De gemeente Leiden beschikt over een goedgekeurde bodemkwaliteitskaart. De onderzoekslocatie is volgens de bodemkwaliteitskaart gelegen in zone Ld4: wonen zuid ~1960. Uit de gegevens van de bodemkwaliteitskaart biijkt dat de verhoogde achterqrondgehalten voor de parameters koper, kwik, lood, zink, PAK en EOX verwacht kunnen worden, voor een standaardbodem ter plaatse van de onderzoekslocatie.
Zeemanlaan 22a fe Lelden: f002B803~PDUrapi
6J15
~
...~ ~,,,~~ ,,~.,
mílteutechniek op maat
2.5.
CONCLUStES VOORONDERZOEK
Op basís van het vooronderzoek kan worden afgelefd dat, op en in de nabijheid van het onderzoeksterrein, de volgende aandachtspunten aanwezig zijn met betrekking tot het veroorzaken van een mogeliJke bodemverontreiniging. aanvulling van de onderzoekslocatie met grond van onbekende kwaliteit; restverontreiniging ter piaatse van westelijke zijde en (voormalige) boom. 2.6.
ONDERZOEKSOPZET
De onderzoeksstrategie is tweeledig en bepaald in samenspraak met de Milieudienst West-Holland. Hierbij is uitgegaan van een verdachte locatie en dient inzicht te worden verkregen in het volgende: bepalen kwaliteit aanvulgrond; verifiëren restverontreiniging ter piaatse van (vaormaiige} boom. In tabel 2 is per onderzoeksaspect de gevolgde onderzoeksstrategie aangegeven.
TABEL 2: Onderzoekstrategte
Zeemanlaan 22a !e Lelden: 1002880~PDI~rap1
7~15
.~ ~,~ .~~, .,
S
mlI[eutechnlek op maat
3.
VELDONDERZOEK
3.1.
VELDWERKZAAMHEDEN
De veldwerkzaamheden zijn op 15 februari 2010 uitgevoerd. Op 23 februari 2010 heeft bemonstering van het grondwater plaatsgevonden. De uitgevoerde boringen zijn beschreven in tabel 3. De onderzoekslocatie en de posities van de meetpunten zijn weergegeven in de situatietekening van bijlage i.2. TABEL 3: Aantal bortngen en boordiepte (in m-mr)
Uitvoeringswiize De veldwerkzaamheden zijn verricht door Brussee Grondboringen onder certificaat BRL SIKB 2000, VKB protocol 200i en 2002. Tijdens de veldwerkzaamheden is niet afgeweken van de beoordelingsrichtlijn. Het veldversiag (met daarin de namen van de uitvoerenden) is opgenomen in bijlage 7. Het procescertificaat van IDDS en het hierbij behorende keurmerk zijn van toepassing op de activiteiten met betrekking tot de veldwerkzaamheden en de overdracht van de monsters, inclusief de daarbij behorende veldwerkregistratie aan een erkend laboratorium of de opdrachtgever. Uit oogpunt van onafhankelijkheid verkiaart IDDS geen eigenaar te zijn van het terrein waarop het bodemonderzoek en de advisering betrekking heeft.
Tijdens het verrichten van de veldwerkzaamheden zijn de grond en het grondwater zintuiglijk beoordeeld op de mogelijke aanwezigheid van verontreinigingen (organoleptisch onderzoek) en is de texturele, minerale en organische samenstelling van de bodemlagen nauwkeurig beschreven {lithologisch onderzoek). Organole~tisch onderzoek Het opgeboorde bodemmateriaal is visueel beoordeeld op het voorkomen van antropogene bestanddefen (puin, slakken en dergeiijke) en olieproduct (via olielwatertest). Het materiaal is met name beoordeeld op de voigende aspecten: de aard, grootte en gradatie van voorkomen. Sommige verontreinigingen die in de bodem aanwezig zijn, kunnen aan de geur herkend worden. Benadrukt dient te worden dat, indien tijdens de veldwerkzaamheden passieve geurwaarnemingen worden gedaan, deze gekarakteriseerd worden en per boorpunt worden beschreven. Asbest Het veldonderzoek is uitgevoerd door veldwerkers welke zijn opgeleid tot het herkennen van asbestverdachte materialen. Tijdens de uitvoering van het bodemonderzoek is het maaiveld van de onderzoekslocatie, evenals het opgeboorde bodemmateriaal visueel beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen.
Zeemenlaan 22a te Lelden: 10028803IP01Irap1
~15
..
~~A4 t~
~-~'
,,: SP
~,~
~~r rZ~:
-,
,
-.,~
~
milleutechniek op maat
3.2.
RESULTATEN VELDWERK
Litholoaisch onderzoek De bodem van het terrein bestaat globaal vanaf het maaiveld tot een diepte van circa 0,7 m-mv uit matig fijn zand. Vanaf een diepte van circa 0,7 m-mv tot de geboorde diepte van 2,8 m-mv bestaat de bodem uit ktei. Een gedetailleerde beschrijving van de ter plaatse van de onderzoekslocatie aangetroffen bodemopbouw (lithologie) is weergegeven in biJtage 2 (boorstaten). Organoleptisch onderzoek In tabel 4 zijn de zintuiglijk waargenomen relevante bijzonderheden weergegeven die mogelijk gerelateerd kunnen worden aan een bodemverontreiniging. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuigiijk geen asbestverdachte materialen waargenornen.
TABEL 4: Ztntulglijk waargenomen afw[jktngen
Grondwatermetingen In tabel 5 zijn de resultaten van de metingen die aan het grondwater zijn uftgevoerd weergegeven. TABEL 5: Mettngen uttgevoerd aan het grondwater
De gemeten zuurgraad (pH) en het elektrisch geleidingsvermogen (EC) van het grondwater vertonen geen afwijkende waarden ten opzichte van een natuurlijke situatie.
Zeemantaan 22a te Lelden: J0028803IPbtlrapl
9H5
mllteutechn3ek op maat
4.
CHEMlSCN ONDERZOEK
Voor de verrichting van het chemisch onderzoek zijn de grond(water)monsters overgebracht naar een geaccrediteerd taboratorium (Omegam te Amsterdam).
4.1.
ANALYSESTRATEGIE
Chemische bodemkwaliteit
Ten behoeve van het vaststellen van de chemische kwaliteit van de bodem zijn van de meest kritische bodemlagen grond(meng)monsters samengesteld. De grond- en grondwatermonsters zijn geanalyseerd op het standaard NEN-pakket. Voorts zijn ten behoeve van de correctie van de achtergrond- en interventiewaarden van zowel de bovenals de ondergrond de percentages lutum en organische stof vastgelegd. Analyseaakketten in het standaard NEN-pakket voor grond zijn de volgende analyses opgenomen: zware metalen (barium, cadmíum, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink); PAK (polycyclische aromatische kooEwaterstoffen); minerale olie (GC); PCB (PolyChioorBifenylen). - ~ Het standaard NEN-pakket voor grondwater omvat de volgende analyses: -
zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, Iood, molybdeen, nikkel en zink); BTEXNS (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, naftaleen en styreen); VOCI (vluchtige organochloorverbindingen); minerale olie.
Zeemanlaan 22a te teiden: 1002B803IPDUrap1
10I15
5 ~~k a-~
'1
T ep,p;
1a~~ ~. f~
'
~
A
mtlieutechniek op maat
4.2.
RESULTATEN EN TOETSING CHEMISCHE ANALYSES
De resultaten van de chemische anatyses zijn weergegeven op de analysecertificaten, die in bijlage 3 zijn opgenomen. De resultaten van de chemische analyses zijn vergeleken met de achtergrond- en interventiewaarden uit de toetsingstabel van de Wet bodembescherming (zie bíjlage 4). Voor de interpretatie van de chemische analyses van de grondmonsters zijn de achtergrond- en interventiewaarden gecorrigeerd aan de hand van de gemeten percentages lutum en organische stof. Voor de organische parameters (PAK, PC8 en minerale olie) zijn ten behoeve van de correctie percentages organisch stof aangehouden van minimaa12,0 olo, en maximaal 34,0 0~0. Voor de zware metalen zijn ten behoeve van de correctie minimale percentages lutum en organisch stof van 20~o aangehouden. De gecorrigeerde achtergrond- en interventiewaarden, alsmede de resultaten van de uitgevoerde toetsing, zijn weergegeven in bijlage 5.1 ( grond) en 5.2 (grondwater). De overschrijdingen ten opzichte van het toetsingskader van de Wet bodembescherming {Circulaire bodemsanering 2009 en het Besluit bodemkwaliteit} zijn als volgt geclassificeerd: " "
'"`
het gehalte is lager dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (grond) of streefwaarde (grondwater), dan wel de rapportagegrens; het gehalte overschrijdt de achtergrondwaarde (grond) of streefwaarde (grondwater) en is lager dan of geiijk aan de tussenwaarde, zijnde.ticht verontreinigd; het gehalte overschrijdt de tussenwaarde en is lager dan of gefijk aan de interventiewaarde, zijnde matig verontrefnigd;
het gehalte overschrijdt de interventiewaarde, zijnde sterk verontreinigd.
In tabel 6 zijn de overschrijdingen en de betreffende gemeten waarden ten opzichte van de achtergrond- en interventiewaarden uit de toetsingstabel (Wet bodembescherming) weergegeven. TABEL 6: Resultaten chemtsch onderzoek grondmonsters (mglkg.ds)
Zeamanlaan 22a te Leíden: i0026803~PDUrap1
i1I15
.,
~
4` r aYl
.a-;~ 4;Lf~ .r.' ;1-'.
o`? ~,,...
~:7~. !P~{.,e
h`:e.?
mttteutechniek op maat
In tabel7 zijn de overschriJd[ngen en de betreffende gemeten waarden ten opzichte van de streef- en intetventiewaarden uit de toetsingstàbel {Wet bodembescherming) weergegeven. TABEI 7: Resultaten chemisch onderzoek grondwatermonsters (pgll)
Zeemanlaan 22a te teiden: 1002B803IPDtIrapl
f7Ji5
milieutechn[ek op maat
5.
BESPREKING ONDERZOEKSRESULTATEN
Naar aanleiding van de verkregen onderzoeksresultaten blijkt met betrekking tot de chemische bodemkwaliteit ter piaatse van de onderzoekslocatie het votgende: Aanvulgrond (algemene bodemkwaliteit) 8ovengrond In de bovengrond {M01) overschrijden de gehalten kwik, lood, zink en PAK de desbetreffende achtergrondwaarden. De gehalten van de overige onderzochte parameters zijn alle lager dan de betreffende achtergrondwaarden. Ondergrond In de ondergrond (M03) overschrijden de gehalten barium, kwik, lood, zink en minerate olie de desbetreffende achtergrondwaarden. Het gehalte PAK overschrijdt de betreffende interventiewaarde. De gehalten van de overige onderzochte parameters zijn alle lager dan de betreffende achtergrondwaarden. Grondwater In het grondwater uit peílbuis 01 overschrijdt de concentratie barium de desbetreffende streefwaarde. De concentraties van de overige onderzochte parameters zijn alle lager dan de betreffende streefwaarden. ~oormaliQe) boom In grondmonster {M02) overschrijden de gehatten kwik, lood, zink, PCB en minerale olie de desbetreffende achtergrondwaarden. Het gehalte PAK óverschrijdt de betreffende interventiewaarde. De gehalten van de overige onderzochte parameters zijn alle lager dan de betreffende achtergrondwaarden. Besprekingldiscussie
De chemische kwaliteit van de aanvulgrond, aangebracht ten tijde van de sanering, is in afdoende mate vastgelegd en is kwalitatief geschikt voor het huidig gebnaik van de onderzoekslocatie. De gehalten PAK in grond(meng)monsters M02 en M03 overschrijdt de betreffende interventiewaarde en geeft formeel gezien conform de Wet bodembescherming aanleiding tot het uitvoeren van een nader onderzoek naar de verspreiding I omvang en emst van de verontreiniging. Echter, op basis van de onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat de PAKverontreiniging in grondmonster M02 een verificatie betreft van de. reeds bekende restverontreiniging en naar verwachting een omvang heeft van maxírnaal 5 m'. Daarnaast is, op basis van de bodemkwaliteitskaart van gemeente Leiden, bekend dat in het gebied van de onderzoekslocatie PAK heterogeen verdeeld in verhoogde mate voorkomt in de betreffende bodem. Op aangeven van de Milieudienst West-Holtand (d.d. 11 maart 2010) wordt het uitvoeren van een nader onderzoek niet noodzakelijk geacht. Hierb~ dient wel, vooraf aan de beoogde herinrichting, de verontreiniging ter plaatse van de {voormaiige) boom te worden gesaneerd tot een diepte van maximaal 0,7 m-mv.
Zeemanlaan 22a te Lelden: 1002B803JPDUrapi
13Ii5
; s ~'
~ ~ y
~ é~~L] ~,.GV~
..'
Y~
~)1 ~-
milleutechniek op maat
6.
CONCLUSIES EN ADVIES
In opdracht van Teddy Kids Palace is een verkennend milieukundig bodemonderzoek verricht op de locatie Zeemaniaan 22a te Leiden Aanleiding en doelstellin4 onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de aanvraag van een bouwvergunning. In het kader van de WoningwetlGemeentelijke Bouwverordening dient een bouwaanvraag vergezeld te gaan van een rapportage inzake de chemische kwaliteit van de bodem. Doel van het onderzoek is vast te stelien of het voormalige, dan wel het huidige, gebruik van de onderzoekslocatie heeft geleid tot een verontreiniging van de bodem. Het verkennend bodemonderzoek beoogt het verkrijgen van inzicht in aard, plaats van voorkomen en concentraties van eventueel aanwezige verontreinigende stoifen in de bodem. Conclusies Aan de hand van de resuliaten van het onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd: -
in de boven- en ondergrond zijn plaatselijk bijmengingen met bodemvreemde materialen {puin, e.d.) waargenomen; op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen; de chemische kwaliteit van de aanvulgrond, aangebracht ten tijde van de sanering, is in afdoende mate vastgelegd en is kwalitatief geschikt voor het huidig gebruik van de onderzoeksiocatie; de restverontreiniging ter plaatse van de voormalige boom is geverifieerd en heeft een omvang van maximaal 5 m3; het grondwater is licht verontreinigd met barium en is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen, vluchtige aromaten, VOCI en mineraie olie.
Gelet op de onderzoeksresultaten kan de hypothese verdacht voor de onderzoekslocatie worden gehandhaafd. Echter, beperkingen inzake de voorgenomen herinrichting (aanvraag bouwvergunning) worden niet voorzien indien onderstaande aanbeveling wordt nageleefd. Aanbevetin4en Ondanks dat er met betrekking tot de restverontreiniging ter piaatse van de voormalige boom géén saneringsnoodzaak bestaat vanuit de Wet bodembescherming heeft de Milieudienst WestHoliand, vanuit haar bevoegdheden ais handhaver voor gemeente Leiden, bij de aanvraag van een bouwvergunning {ingevolge de Woningwet) nadere kwaliteitseisen gesteld aan de bodemgesteidheid van de nieuwbouwlocatie. Rekening moet worden gehouden met het ventvijderen van de PAK-houdende bodem ter plaatse van de (voormalige) boom atvorens herinrichting kan worden gerealiseerd en het aanleveren van een saneringsevaluatie ter goedkeuring bij het bevoegd gezag (zijnde de.Milieudienst West-Holland). Wij adviseren u om onderhavige rapportage voor te leggen aan het bevoegd gezag ter formalisering van de onderzoeksresultaten, conclusies en aanbeveling. IDDS bv iVoordwijk (Z}i)
Zesmanlaan 22a te teiden: 10028803IPDUrap1
14Ii5
~
4Sïl
;,. 5,,,.:.;ti~ a' ~ `" .1
4i
~~f. M~ ,;,;.,~-.~~
m[lieutech~tek op maat
7.
BETROUWBAARHEID
Het onderhavige onderzoek is op zorgwldige wijze verricht votgens de algemeen gebruikelijke inzíchten en methoden. Echter, een bodemonderzoek is gebaseerd op het nemen van een beperkt aantal monsters en chemische analyses. IDDS streeft naar een zo groot mogelijke representativiteit van het onderzoek. Toch blijft het mogelijk dat lokaie afwijkingen in het bodemmateriaal voorkamen. IDDS acht zich niet aansprakelijk vaor de schade die hier mogelijkennrijs uit voortvloeit. Hierbij dienf tevens te worden gewezen op het feit dat het uitgevoerde onderzoek een momentopname is. Beïnvloeding van de grond- en grondwaterkwaliteit zal ook plaats kunnen vinden na uitvoering van dit onderzoek, bijvoorbeeld door het bouwrijp maken van de locatie, aanvoer van grond van elders of verspreiding van verontreinigingen van verder geiegen terreinen via het grondwater. Naarmate de periode tussen de uitvoering van het onderzoek en het gebruik van de resultaten langer wordt, zal meer voorzichtigheid betracht moeten worden bij het gebruik van dit rapport. In veel gevalten hanteren de beoordelende instanties een termijn (meestal maximaal 5 jaar) waarbinnen de onderzoeksresultaten representatief zijn. Bij het gebruik van de resultaten van dit onderzoek dient het doel van het onderzoek goed in ogenschouw te worden genomen. Zo zullen de resultaten van een onderzoek naar het voorkomen enlof verspreiding van één specifieke verontreinigende stof geen uitsluitsel bieden omtrent de aanwezigheid aan verhoogde concentraties van overige, niet onderzochte verontreinigende stoffen. ,
Zeemantaan 22a te telden: 1002B803IPDUrap1
f álf 5
CATIE
ooom tresrvemnrrelniaina
bestaande bedrijfsbebouwing 22a
1:2000
boring boring met pellbuls bebouwing begrenzing onderzoekslocatie kadastrale nummers huisnummer
OMSCHRUVPIO 9.07.10
SRUATIETEKENWO
mlllautechnlek op meet BGRAVQIlIM6ENE0 ]), P0.41BU9138, 9100 AC NOORDNAM( (DQ TFL 0)1J0)95lB. FAK 0)1JOStSi~, EIMIL IKOQIOC9.N.
1.200 5783
PROJECT NR. iooseaoaiPOl
,
BIJLAGE 2 BOORSTATEN EN LEGENDA
.
Boring:
01
Boring:
02
Datum:
15-02-2010
Datum:
~s-oz-zo~o o.m a,os
o.ao aAs Zand, matig fijn, zvrak sGtig, matig humeus, geen o0e-water readie, bruin
oAo
Zand, matig fipl, zwak sGGg, zwak humeus, geen oGeivater reaaie, bruin
{}
-0,so
o,so Zand, magg fijn, nrak sGtig, matig humeus, bmkken klei, spolen puin, geen ofm-water reacGe, bruin
~~
Klei. matig sGtlg, matig humeus, matlg puinhoudend,geen oGa-water reaGie, donker gdjsbruin
-0.70
-iAO
Klei, matig zandig, zwak humeus, matig pumhoudend,geen oGe-water leactie, bruin Klei, matig sGtig, matig humeus, sporen puin, geen oGe-water reactie, donker bruingnjs Klei, matlg sihig, zwak humeus, bmkken veen, geen oGe-water readie, gdjs
-tao
-i,so
Klinkar
Klei, matig sGtig, zwak humeus, geen olie-water reactie, gdjs Klei, matig sGtig, magg humeus, geen olia-vrater leadie, grijsbruin
Klai, matig siltlg, zwak humeus, sporen planten, laagjes zand, geen oGe-water reactie, grijsbruin
-z,eo
Boring:
03
Boring:
04
Datum:
15-02-2010
Datum:
~ s-o2-20~0
o,ao -0.oe
a.ao
o.n
o,so
0,]5
ao
Zand, matig fijn, zwak sGtig, gaen oGe-water reaáie, lichtbruin
{}
o.ao
o,ao
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, geen oGe-water reactie, gdjsbruin
Klinker
-0So
o,zs
7
o.so Zand, matig fijn, zwak sOtig, zwak humeus, sporen puin, geen olie-water reactie, bluln
~2
-0,70 o,7s
-0,~
Klei, matig zandig, matig humeus, sporen puin, geen oGe-water reactie, grijsbruin
Klei, sterk zandig, zwak humeus, sporen puin, geen olie-water reacde, grijsbmin
3
too 4
I.u
-tao Klei, matlg silgg, zwak humeus, geen olie-water reactie, grijs
i.so 5
1,7s
x.oo
Kenmerk: 10028803
.z,oo
Projednaam: Zeemanlaan 22a te Leiden
Pagina 1
~ ..
ï
.v......
~~~ ~:: ~
mllleu[ecl,nbk op mmt
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
000000 000000
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
GGG~l11l~
~ooooool oooood 000000.
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
O
geen geur
O
zwakke geur
8
matige geur
~
sterke geur
~
uiterste geur
olie
00000 00000
O
geen olie~rater reactie
~
zwakke olie-water reactie
á
matlge olie-water reactie
i
sterke olie-water reactie
Klei, matlg zandig
i
uiten3te olie-water reactie
Klei, sterk zandig
p.i.d.-waarde
~ Klei, zwak zandig
Grind, uiteretzandig
zand Zand, klefYg
Zand, zwak siltig
leem
a10
t~
~100
~
~~gao ~10000
1
Zand, sterk siltlg
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
zwak humeus
~
veen
matig humeus
Veen, mineraalarm
~ sterk humeus
Veen, zwak kleii'g ~ Veen, sterk kleYg
zwak grindig
i
ongeroerd monster
overig ~
bijzonder bestanddeel
~
Gemiddeld hoogste grondwatemtand
z
grondwaterstand
~
Gemlddeld laagste grondwaterstand
~
~
slib Veen, zwak zandig
matig grindig ~
Veen, sterk zandig
peilbuis blinde buis
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwatersfand
bentoniet afdiehting
filter
~7
(~
Leem, zwak zandig
overige toevcegingen
~
~o
Zand, matig siltig
Zand, uiterst siltig
~
~ (~
sterk grindig
BIJLAGE 3.1 ANALYSECERTIFICATEN GROND
~
~
'~;~. ~r,~
EESIEN ArA L AEB
~
~R"~c~:
~ ~ OMEGIa1M ~ t.aboratoria
ui~wïi~
IDDS B.V. T.a.v. de heer P. Dijkhuizen Postbus 126 2200 AC NOORDWIJK ZH
Uw kenmerlc : Ons kenmerk : Validatieref. : Opdrachtverificatiecode: Bijlage(n) :
1002B803-Zeemanlaan 22a te Leiden Project 323853 323853 certificaat v1 TYYE-PKOO-OIIZ-GSGM 2 tabel(len) t 3 oliechromatogram(men) t 3 bijlage(n)
Amsterdam, 23 februari 2010 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L086 enlof in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma'slschema's en NEN- EN- enlof ISO-voorschriften. Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria,
drs. R.R. Otten Directeur
Ci: df: r.~:~ii:,;aa: zs;n ~,x.~: aEge~ze:~t~ vn,e:a~ar-cien va~ ;ze:~s:a;,íny. Dí; enahY~a-ce~:í:~c~:at rr:a~ ~ieE a~~sr- Cen í~ aijn gzhee: lvurde~ gere~rod::cea~c.
postbus 94685 1090 GR Amsterdam
T 020 5976 769 F 020 5976 689
ABN.AMRO bank 462704564 BTW nr. NL8139.67.132.B01
HJE Wenckebachweg 120 1096 AR Amsterdam
klantenservice af7omegam.nl www.omegam.nl
Kvk 34215654
~.,`i
C11ViE~AAI~
a,~~t~s~e
J ~I~b AvA1086
-~~;~ `è "` ~ Laboratoria
~~i~~m aswoo é S ~aa~:~M~
Tabel 1 van 2 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
323853 10026803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
: : :
Monsterreferenties 0705773 - M01 04 (0-50) 03 (8-50) 01 (8-50) 0705774 - M02 02 (8-50) 0705775 - M03 02 (50-70) 01 (80-130) 15102I2010 16I02I2010 16102I2010 0705773 Grond
Opgegeven bemonsteringsdatum : Ontvangstdatum opdracht . Startdatum . Monstercode . Matrix . Monstervoorbewerking S NEN5709 (steekmonster) S voorbewerking NEN5709 S soort artefact S gewicht artefact
uitgevoerd uitgevoerd n.v.t. ~1
9
1510212010 16I02I2010 16I02I2010 0705775 Grond
15I02I2010 16I02I2010 16I02I2010 0705774 Grond uitgevoerd uitgevoerd n.v.t. ~1
uitgevoerd uitgevoerd n.v.t. ~1
Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest '~a S organische stof (gec. voor lutum) a~a o~o (mlm ds) S lutumgehalte (pipetmethode)
88,8 1,8 1,7
88,5 1,6 3,0
81,9 1,9 5,6
Anorganische parameters - metalen mglkg S barium (Ba) mglkg S cadmium (Cd) mglkg S kobalt (Co) mglkg S koper(Cu) mglkg S kwik (Hg) FIASIFims mglkg S lood (Pb) mglkg S molybdeen (Mo) mglkg S nikkel (Ni) mglkg S zink (Zn)
28 0,16 3,2 8,7 0,19 39 ~ 0,9 9 64
34 0,18 3,3 10 0,21 66 ~ 0,8 9 70
100 0,27 3,3 13 0,25 92 ~ 0,9 9 120
270
260
ds ds ds ds ds ds ds ds ds
Organische parameters - niet aromatisch mglkg ds S minerale olie (florisil clean-up) Organische parameters - aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: mglkg S naftaleen mglkg S fenanthreen mglkg S anthraceen mglkg fluorantheen benz(a)anthraceen mglkg mglkg chryseen mglkg benzo(k)fluorantheen mglkg benzo(a)pyreen mglkg benzo(ghi)peryleen mglkg indeno(1,2,3cd)pyreen mglkg som PAK (10)
~ 38
~ 0,15 0,48 ~ 0,15 0,90 0,36 0,43 0,34 0,39 0,27 0,27 3,6
~ 0,15 4,0 1,8 18 7,5 7,9 4,4 5,7 3,5 3,5 56
0,23 11 3,1 20 5,8 6,3 3,7 4,7 3,0 2,9
Organische parameters - gehalogeneerd Polychloorbifenylen: mglkg ds S PCB -28 mglkg ds S PCB -52 mglkg ds S PCB -101 S PCB -118 mglkg ds mglkg ds S PCB -138 mglkg ds S PCB -153 S PCB -180 mglkg ds
~ 0,002 a 0,002 ~ 0,002 ~ 0,002 ~ 0,002 ~ 0,002 ~ 0,002
~ ~ ~ ~
~ a ~ ~ ~ ~ ~
mglkg ds
0,010
S
som PCBs (7)
ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds ds
0,002 0,002 0,002 0,002 0,003 0,003 ~ 0,002 0,013
61
0,002 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002 0,010
G:t 3f133ÉVSo-: B't;4Íf2at, Í3i~:3.15:?f vc~afblad en eoeniuete bijEag?f33;, fSlBCj 31Í8: i f3í~P.CS C~.~.fi :f3 7.1f1 38É1i:~i NfC.fli0f3 C~,~fSj:Cf)Cí1C0a1~. - JF fr~ui sen 'O' g~:r.ti;sk;8 i3t18IL~:-?5 Z.jí) COJf ~iVia i~e~Ei.~C'3~1t8ECLÍ t{f,(~:SÉidt:EiJtUtY3iT-3í v~S~;.
-~e fnot ssë; 'S' gsr:?erk:s anafyse~ z:Jf~ o;s ~rss vaR he. schef~a AS 3i1DG geaccfed :esrd. Opdrachtverficatiecode: TYYE-PKOO-OIÍZ-GSGM
Ref.: 323853-cert~caat-v 1
.
,~~~ ;.:, y ÁrÁ1088
on~~~~
::,,wï':)~~ Laboratoria
~G.,~r'~~
~"~``
Tabel 2 van 2 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: : :
323853 1002B803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Organische stof gehalte (gecorrigeerd voor lutum) Het organische stof gehalte is gecon-igeerd voor het in het analyse certificaat gerapporteerde gehalte lutum. Indien het lutum gehalte niet is gerapporteerd is de correctie uitgevoerd met een lutum gehalte van 5,40~0 (gemiddeld lutum gehalte Nederlandse bodem, AS 3010, prestatieblad organische stof gehalte in grond). Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf 2.5.2 en bijlage 3.
I.)i: ;~l3EtÉ]l:àí;-~:'11~ÉLilE3f~ 331C:3,1;i-Jf VC3i?f~É3CÉ C:li f:VE?Y1i31l;ÍEi iJIf;BCéi?St7j, E118C( iltf;, ~if3:áE;lS C::ál3 :!)'X.ÉJES ,jL:Éiéi:;3 ~T.~l.F!'Cíi?!3 C;i.lí:~É:fEXiL1C;Ea,f;1".j.
Opdrachtver~catiecode: TYYE-PKOQ-OIR-GSGM
Ref.: 323853-cert~caat-v1
~J ~
: ,,:y,.:.--,:.. ~~'~~ ..:; ~ - taAl1E~~AIEM
vb`~a~,
`` IA``
TESIEX ArA E UE6
i,..E::.'- l...É..;
n~~m M3oW
r,~e.:`c~ 5
,liiilïicï~.
Lab~o~atarïa
Oliechromatogram 1 van 3
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Project omschrijving Uw referentie Methode
: : : :
0705773 10026803-Zeemanlaan 22a te Leiden M01 04 (0-50) 03 ( 8-50) 01 (8-50) minerale olie (florisil clean-up)
OLIECHROMATOGRAM
1
I
2
I
3
1
4
~ oliefractieverdeling
OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)
fractie C10 Um fractie C20 Um fractie C30 Um fractie C36 Um
C19 C29 C35 C40
11 oro 38 oro 52 0~0 c1 0~0
totale minerale olie gehalte: ~ 38 mglkg ds
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 6978, incl. florisil clean-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf inet capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) (; : tàt?;:Ei~Sé;-L~?'tisEf;:3el, 3?~C;El;SiE'~T'J.?:)tE?IBC. C`Et E;;;E?t'til.If',EE: iJÍj:8C.i3;?1,,, Erif3CE RfE;'. 3f3'~E:CS C:;àii :f3 ;Y.Í~ES ,jftité:i?i V~C`E'C::'f7 C::`f!3E:fE)f:l1CE?LïCT.
Opdrachtverificatiecode: TWE-PKOO-OIIZ-GSGM
Ref.: 323853-cert~caat-v1
.
~ua~ ~ a
~:-t::
J~
~~~m a.wuo
`fl~l OB8
d.~yK:~~.~s
Oliechromatogram 2 van 3
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Project omschrijving Uw referentie Methode
: : : :
0705774 1002B803,Zeemanlaan 22a te Leiden M02 02 (8-50) minerale olie (florisil clean-up)
OLIECHROMATOGRAM
1
t
2
I
3
i
4
~ oliefractieverdeling
OLIEFRACTIEVERDELING 7) 2) 3) 4)
fractie fractie fractie fractie
C10 Um C19 C20 Um C29 C30 Um C35 C36 Um C40
10 oIo 68 0~0 18 oro 4 oro
totale minerale olie gehalte: 270 mglkg ds
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 6978, incl. florisil clesn-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf inet capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. Veen clean-up PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) f.::: ~E)cE!~SE;-C:E3'tt~Íí.í38t, 331t;i3}~-EE?f VC3i?(ttIE3C? k`ES 8VE33ti1.lE'.IEi t}Ej!E3CE:?:Y1;, EilE3Cj ilffi: c 3fi?~E:f5 Ci;àF3 .S3'X.tjEi LjfSÉté;:?3 s~rclrr::iri c;.:;trl:rEJC:3}uaBrJ.
OpdrachtveriFicatiecode: TYYE-PKOQ-OIIZ-GSGM
Ref.: 323853-certificaat-v1
-::. ~~,~.d~á ~~~ ~~~ ~~.~~ rlsrlb AYA l OEB
",:.; ,~ , tJMEGAIIA ~' Labaraioria
.1.~.~~1....~
~ae~~e`
Oliechromatogram 3 van 3
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Project omschrijving Uw referentie Methode
: : : :
0705775 1002B803,Zeemanlaan 22a te Leiden M03 02 (50-70) 01 (80-130) minerale olie (florisil clean~p)
OLIECHROMATOGRAM
2
I
3
I
4
~ oliefractieverdeling
OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)
fractie fractie fractie fractie
C10 tlm C20 Um C30 tlm C36 tlm
C19 C29 C35 C40
20 a~r, 62 a~r, 15'~0 3 o~r,
totale minerale olie gehalte: 260 mglkg ds
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse
Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 6978, incl. florisil clean-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf inet capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-vefiindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) r.::t ~13,-~ÉySC:-~'.'tt`ÍC:í3E3t, 3ï1::i3.1S::'f VC3:)1~É8C' f;:ES E;.'E3rtillE31C: iitfÉ3C:i?~17], EriE3Cf IIÍf:: i.if3t~E:YS CíEàf) 3f3'X.ÉJES CrC:Été:::3 Y10E'C:i'.t3 ,:i?ft~j:rE)Ci3AGi;E33:~.
Opdrachtver~catiecode: TYYE-PKOQ-OIIZ-GSGM
Ref.: 323853-certificaat-v1
-
.;:: :. ~~~ flrÁFl98B
~:..;~-,: pME~AM
u3~tm
-;.;ï:;~ Laboratoria
"~`i
Bijlage 1 van 3 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: : :
323853 1002B803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Aanvullende informatie
Indicatieve resultaten onder de reguliere rapportagegrens Uw referentie : M01 04 ( 0-50) 03 ( 8-50) 01 (8-50) Monstercode : 0705773 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------minerale olie (florisil : ~20 mg~kg ds clean-up) Opmerking Deze indicatieve resultaten vallen buiten de geaccrediteerde methode(n) en dienen derhalve te worden gezien als aanvullende informatie op de op het analysecertificaat vermelde resultaten.
I.:' i3ftéiÉj'Sf:~~?'l3`Íi~3E3f, 111;;i1JS~:?f VU?)flïiE3CÉ k`ES E:V(:Ft:LtUIÉ ilÍJÉ3CE??~3'tj, ETIaCj iIÉB: ~tt3?~~1'S CiEàft :f3 YÉJES Ljk:ÉSé:i?1 s~~cfE'r:aan c..rrprcc:uc:aer,i.
Opdrachtverificatiecode: TYYE-PKOO-OIIZ-GSGM
Ref.: 323853-certificaat-v1
~~~:~ J k ~TrE3 B
ArAlOBB
~asusa~é ~~~m ns3ow
Laboratoria
aa;:~~~s
Bijlage 2 van 3 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: : :
323853 1002B803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Barcodeschema's diepte potnr monsfer Monstercode Uw referentie ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 0.08-0.5 0614806AA 0705773 M01 04 (0-50) 03 (8-50) 01 (8-50) 0614801 AA 03 0.08-0.5 0-0.5 0614796AA 04 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------M02 02 (8-50) 0614803AA 0705774 M02 02 (8-50) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------0.5-0.7 0614805AA 02 0705775 M03 02 (50-70) 01 (80-130) 01 0.8-1.3 0614793AA
(:;: i3f3;:tÈV!;E;.~:E:.'13?ÍL;~tE3t. 3ïivi3,tSii'f'JC?i~F~JIE3C: C;;f) f:~E;i'ti3.181E: I7Íji8C,?s':h,, EYtF3C,~ YiÉ~::El3i~C(S Ci:àt) :S3 Zijil ~jk:Éié:i?i VlCti'C:3i3 ,:3t?~~:lfXíU~?E;i.~.
Opdrachtverificatiecode: TYYE-PKOO-OIIZ-GSGM
Ref.: 323853-certificaat-v1
"~ "~- tJMEGAIUI
,~;~,,,t~ I~aboratar~a Bijlage 3 van 3 ANALYSECERTIFICAAT : : :
Project code Project omschrijvíng Opdrachtgever
323853 10028803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Analysemethoden in Grond (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. Samplemate Droogrest Organische stof (gec. voor lutum) Lutumgehalte (pipetmethode) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) Minerale olie (florisil clean-up) PAKs PCBs
: : : : : : : : : : : : : : : :
Conform AS3100 en NEN 5709 Conform AS3010 prestatieblad 2 Conform AS3010 prestatieblad 3 Conform AS3010 prestatieblad 6 Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 5; Conform AS3010 prestatieblad 7 Conform AS3010 prestatieblad 6 Conform AS3010 prestatieblad 8
NEN 6966~C1 NEN 6966IC1 NEN 6966IC1 NEN 6966IC1 NEN-ISO 16772 NEN 6966IC1 NEN 6966IC1 NEN 6966IC1 NEN 6966~C1
I.:: iàit.':EÉvSL'~iX?l~taÍ(:í38í, 3í1S;:L1Sii'f vcnatblac nEt eVE;rI:UE:iC iJiJÉE3C(iYlY], ES1F3C( Yt(~: i3t3?~6t'S Ci3t3 :t3'X.ÉjEi ,)k`ÉSéii?i V.'Y.FE'Cf::f3 C:t`!?~I:rEXE3,t:;:;L'r'.~.
Opdrachtverficatieoode: TYYE-PKOQ-OIIZ-GSGM
Ref.:323853 cert~caat v1
BIJLAGE 3.2 ANALYSECERTIFICATEN GRONDWATER
~
~~~
ONlEG~M
!' 0.53C0]
tÉSIEA ArA l 009
Laboratoria
YK ~"~ Aeor.~.
IDDS B.V. T.a.v. de heer C. Brouwer Postbus 126 2200 AC NOORDWIJK ZH
Uw kenmerk : Ons kenmerk : Validatieref. : Opdrachtverificatiecode: Bijlage(n) :
1002B803-Zeemanlaan 22a te Leiden Project 324805 324805 certificaat v1 PNSK-PTIL-PEUE-UWGN 2 tabel(len) t 1 oliechromatogram(men) } 2 bijlage(n)
Amsterdam, 1 maart 2010 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L086 enlof in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma'slschema's en NEN- EN- enlof ISO-voorschriften.
Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria,
drs. R.R. Otten Directeur
()~ di: r~::Ri{:;.aa; ~:;n c~t:z~: aEga~r:ze:.~e veG:o~aarcia~z ya~ ;ac,r.ï:ssíny. Dí; ~nahYSa-ce~;í:3~.at rr:a~ ~iot a~dsrs da„ í~: ziJn gehae: ~~:ardor c~P~prod:;coarc~.
postbus 94685 1090 GR Amsterdam
T 020 5976 769 F 020 5976 689
ABN.AMRO bank 462704564 BTW nr. NL8139.67.132.B01
HJE Wenckebachweg 120 1096 AR Amsterdam
klantenservice acomegam.nl www.omegam.nl
Kvk 34215654
~~~:ry~ ~ ~ a ~`~` IES(EN ArA l OE6
nsaooo ' `o~ `".; ~az::~`
Tabel 1 van 2 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: : :
324805 1002B803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Monsterreferenties
ososa8o - 01-1-1 o1(1so-2so) Opgegeven bemonsteringsdatum Ontvangstdatum opdracht Startdatum Monstercode Matrix
: . . . .
Anorganische parameters - metalen Metalen ICP-MS (opgelost): S barium (Ba) pgll Ngll S cadmium (Cd) Ngll S kobalt (Co) S koper (Cu) Ngll Ngll S kwik (Hg) FIASIFims Ngll S lood (Pb) S molybdeen (Mol Ngll S nikkel (Ni) Ugll Ngll S zink (Zn) Organische parameters - niet aromatisch Ngll S minerale olie (florisil clean-up)
23I02I2010 25102I2010 25I02I2010 0806480 Grondwater
65 ~ 0,1 1,5 ~ 1 ~ 0,05 ~1 4 3 8 ~ 100
Organische parameters - aromatisch Vluchfige aromafen: Ngll S styreen Ngll S benzeen S tolueen Ngll S ethylbenzeen Ngll Ngll S xyleen (ortho) Ngll S xyleen (som mtp) Ngll S naftaleen Ngll S som xylenen
~ ~ ~ ~ ~ a ~
0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 0,2 0,05 0,2
Organische parameters - gehalogeneerd Vluchtige chlooralifaten: S dichloormethaan Ngll Ngll S 1,1-dichloorethaan Ngll S 1,2~ichloorethaan Ngll S 1,1~iichlooretheen Ngll S 1,2~1ichlooretheen (trans) Ngll S 1,2-dichlooretheen (cis) NgA S 1,1~ichloorpropaan S 1,2~ichloorpropaan Ngll S 1,3~lichloorpropaan Ngll Ngll S trichloormethaan Ngll S tetrachloormethaan S 1,1,1-trichloorethaan Ngll Ngll S 1,1,2-trichloorethaan Ngll S trichlooretheen S tetrachlooretheen Ngll S vinylchloride Ngll Ngll S tribroommethaan S som CtT dichlooretheen Ngll Ngll S som dichloorpropanen
a ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
0,2 0,5 0,5 0,1 0,1 0,1 0,25 0,25 0,25 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,5 0,1 0,52
G:::anaí~se-n:~Ei4ir~ai, i3~~:us::f :~o:ift3laa an SvPt~ii.AEr bijÍac~ati3;, n7ag 13ÍP: F.násrs ; an :n zijéz g~he?3 vi4.rden carepr~cu~~si;i. - 7r ~x:v4 ~en '~' ycr:arh:e anai~s~s ~Jr3 c:~ar ~ivA geaix~rJitr:~rri (regssEr~tenurr3rr~vr ;.~s6;. -~e rr:st sen 'S' Cer. erk:e analycev z;n ~a áGs:S ~ra:~ hei sct~sma ?~S 30cvG geaccradoarc~. Opdrachtverificatiecode: PNSK-PTIL-PEUE-UWGN
Ref.: 324805-ce rt~caat-v1
~.. ..~ 7::;
~i:4~ í:~' ~ azaa~
iaboraio~rïa
It31tN
8rA l 9E6
"e~~~~
Tabel 2 van 2 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: : :
324805 10026803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf 2.5.2 en bijlage 3.
I.i;t :~f3~k~~fSL.:;E:'tÈ4tCE?E3t, 3í~:::31:iiéaf `JC3iJf}7Í3Cí é;El C~BYIii,iF;lé: ~7Ífi3C:ia:ilj, EriF3Cj ïiiE;t í3l3iJE;r3 Ci:àf3 :tl'X.ÍJfl ,JEESéii:3 3~CFE'C:~i3 Cji?if::j;rUGUUia8YCJ.
Opdrachtver~catiecode: PNSK-PTIL-PEUE-UWGN
Ref.: 324805-certificaat-v1
.~,..,í an~E~,~ .;,; ~~ Laboratoria
r.::. ir`~
IESIiB ArA l UEB
Oliechromatogram 1 van 1
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Project omschrijving Uw referentie Methode
: : : :
0806480 1002B803,Zeemanlaan 22a te Leiden 01-1-1 01 (180-280) minerale olie (florisil clean~p)
OLIECHROMATOGRAM
2
I
3
4 ~ ol iefractieverdeling
OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)
fractie fractie fractie fractie
C10 Um C20 Um C30 Um C36 Um
35 0~0 65 0~0
C19 C29 C35 C40
c1 0~0 ~1 oIo
totale minerale olie gehalte: ~100 Ngll
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 6978, incl. florisil clean-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf inet capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) (:i: ;3(,~:~.h'é?-G~?'LFÍ(iiE31, 3í1~il.f:i:i?f VOè]it11F3G'. f;i(7 Eivenáastr-, taíjlac:i;n J, inticl nie: "vii3i~8rS C::3t7 :f3 'X.ÍjEt I)Eitéii?3 V.~f,tf'G?i'i3 ,:i.Ei`I:rfJC:31C::L'3:1.
Opdrachtverificatiecode: PNSK-PTIL-PEUE-UWGN
Ref.: 324805-certficaat-v1
~w, t
íi~p ArAl0E8
~~ury'e
a~~~
A53000
~az:~~~
Bijlage 1 van 2 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: : :
324805 10028803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte potnr ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------0806480 01-1-1 01 (180-280) 01 1.8-2.8 0114027YA 0039718HK 01 1.8-2.8 1.8-2.8 0062628MM 01
~;t i~()(AÉ'~Sí:.~:'134ÍC;~i3t. 331Cil.ISii?f VOi?t~:tÍ3CE t:Et E;~E;rti).IL'EE: ~tiJÉ3C:3:ilï, E)laC{ JIiE:t í3t)!~~fS Ciiàt) ifi'Y.ÍjEt :)k.Eiéï:?i yaQE'Cí~i) C:i?tF~(:fUCE)1'w~i.j.
Opdrachtverificatiecode: PNSK-PTIL-PEUE-UWGN
Ref.: 324805-cert~caat-v1
,,~;,. ~~~ TEEI[A
ArA 10E6
t)IVIEGA~I~1
~:~~~e
-;::::.. ;:~.::: La~oratoria 1~„~,,.,,,
`a `"; ~aaz:~~~`
Bijlage 2 van 2 ANALYSECERTIFICAAT : : :
Project code Project omschrijving Opdrachtgever
324805 10026803-Zeemanlaan 22a te Leiden IDDS B.V.
Analysemethoden in Grondwater (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatíeschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) Minerale olie (florisil clean-up) Aromaten (BTEXXN) Chlooralifaten
: : : : : : : : : : : :
Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 3; Conform AS3110 prestatieblad 5 Conform AS3130 prestatieblad 1 Conform AS3130 prestatieblad 1
NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO
17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2
T-;:t dàli ki~Sé;~G~?'136!(:dE3t. 3ï1:::3,1::-:f VO;Il~EBC? f:?i E;V8YEi3,tE:EEE fJÍ}É3CíEa:Y1j, ?i'EE3fE YYfE;: ?3.53?9E;T5 C?tàl3 :t3'X.Íj?i ,Ji'.lié-31 Y.~f.t?'CEE3l3 ~;:.lt~I:YEXEiICY38Y:E.
Opdrachtver~catiecode: PNSK-PTIL-PEUE-UWGN
Ref.: 324805-certficaat-v1
BIJLAGE 4 TOETSINGSTABEL WET BODEMBESCHERMING
Circulaire bodemsanering 2009 Tabel 1 Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater s Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (10oIo organische stof en 250~0 lutum) Stofnaam
1 Metalen Antimoon Arseen Barium Cadmium Chroom Chroom III Chroom VI Kobalt Koper Kwik Kwik (anorganisch) Kwik (organisch) Lood Molybdeen Nikkel Zink
Landelijke achtergrond concentratie grondwaten grondwater (AC) ondiep diep (~ 10 m-mv) (~ 10 m-mv) (u9ll) (N9ll)
Streefwaarde
10 50 0,4 1
0,09 7 200 0,06 2,4
20 15 0,05
0,6 1,3
15 5 15 65
1,6 0,7 2,1 24
Streefwaarde
Interventiewaarden
grondwaten (incl. AC) diep (~ 10 m-mv) (N9ll)
grond
grondwater
(mglkg d.s.)
(N9ll)
0,15 7,2 200 0,06 2,5 0,7 1,3 0,01 1,7 3,6 2,1 24
22 76 -a 13 180 78 190 190 36 4 530 190 100 720
20 60 625 6 30 100 75 0,3 75 300 75 800
Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (10oIo organische stof en 250~0 lutum) Streefwaarde Interventiewaarden Stofnaam grondwaten grond grondwater (N9ll) (mglkg d.s.) (u9ll)
2. Overige anorganische stoffen 100 mgll Chloride (mg Clll) Cyanide (vrij) 5 10 Cyanide (complex) Thiocyanaat -
20 50 20
1.500 1.500 1.500
3. Aromatische verbindingen Benzeen Ethylbenzeen Tolueen Xylenen (som)~ Styreen (vinylbenzeen) Fenol Cresolen (som),
1,1 110 32 17 86 14 13
30 150 1.000 70 300 2.000 200
0,2 4 7 0,2 6 0,2 0,2
Circulaire bodemsanering 2009 Tabel 1(vervolg) Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (100~0 organische stof en 25"~0 lutum) lnterventiewaarden Stofnaam Streefwaarde grondwaten grond grondwater (mglkg d.s.) (N9~I) (N9~1)
4. Polycyclische Aromatische Naftaleen Fenantreen Antraceen Fluorantheen Chryseen Benzo(a)antraceen Benzo(a)pyreen Benzo(k)fluorantheen Indeno(1,2,3cd)pyreen Benzo(ghi)peryleen PAK's (totaal) (som 10)~
Koolwaterstoffen (PAK's)s 0,01 0,003' 0,0007' 0,003 0,003t 0,0001" 0,0005" 0,0004' 0,0004" 0,0003 40 -
5. Gechloreerde koolwaterstoffen a. (vluchtige) koolwaterstoffen Monochlooretheen (vinyichloride)2 0,01 0,01 Dichloormethaan 1,1-dichloorethaan 7 1,2-dichloorethaan 7 1,1-dichlooretheenz 0,01 1,2-dichlooretheen (som)~ 0,01 0,8 Dichloorpropanen (som)~ Trichloormethaan (chloroform) 6 1,1,1-trichloorethaan 0,01 1,1,2-trichloorethaan 0,01 Trichlooretheen (Tri) 24 Tetrachloorrnethaan (Tetra) 0,01 Tetrachlooretheen (Per) 0,01 b. chloorbenzenens Monochloorbenzeen Dichloorbenzenen (som)~ Trichloorbenzenen (som)~ Tetrachloorbenzenen (som)~ Pentachloorbenzenen Hexachloorbenzeen c. chloorfenolens Monochloorfenolen(som)~ Dichloorfenolen(som)~ Trichloorfenolen(som)~ TetrachloorFenolen(som)i Pentachloorfenol
7 3 0,01 0,01 0,003 0,00009~ 0,3 0,2 0,03" 0,01" 0,04'
d. polychloorbifenylen ( PCB's) PCB's (som 7), 0,01 ~
.
70 5 5 1 0,2 0,5 0,05 0,05 0,05 0,05 -
0,1 3,9 15 6,4 0,3 1 2 5,6 15 10 2,5 0,7 8,8
5 1.000 900 400 10 20 80 400 300 130 500 10 40
15 19 11 2,2 6,7 2,0
180 50 10 2,5 1 0,5
5,4 22 22 21 12
100 30 10 10 3
1
0,01
Circulaire bodemsanering 2009 Tabel 1(vervolg) Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (10'Io organische stof en 25"~0 lutum) Interventiewaarden Streefwaarde Stofnaam grondwater grondwaten grond (Ngll) (Ngll) (mglkg d.s.)
e. Overige gechloreerde koolwaterstoffen Monochlooranilinen (som)~ Dioxine (som I-TEQ)~ Chloomaftaleen (som)~
50 0,00018 23
30 nvts 6
6. Bestrijdingsmiddelen a. organochloorbestrijdingsmiddelen 0,02 ngll' Chloordaan (som)~ DDT (som)~ DDE (som)~ DDD (som)~ 0,004 ngll' DDTIDDEIDDD (som)~ Aldrin 0,009 ngll~ 0,1 ngll' Dieldrin Endrin 0,04 ngll' Drins (som)~ a-endosulfan 0,2 ngll" 33 ngll a-HCH (3-HCH 8 ngll 9 ngl y-HCH (lindaan) 0,05 HCH-verbindingen (som)~ 0,005 ngll' Heptachloor 0,005 ngll' Heptachloorepoxide (som)~
4 1,7 2,3 34 0,32 4 4 17 1,6 1,2 4 4
0,2 0,01 0,1 5 1 0,3 3
c. organotin bestrijdingsmiddelen Organotinverbindingen (som), 0,05` - 16 ngll
2,5
0,7
d. chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden MCPA 0,02
4
50
e. overige bestrijdingsmiddelen 29 ngll Atrazine 2 ngll~ Carbaryl 9 ngll Carbofuranz
0,71 0,45 0,017
150 50 100
b. organofosforpesticiden
Circulaire bodemsanering 2009 Tabel 1(vervolg) Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (10"~0 organische stof en 25'~0 lutum) Stofnaam Streefwaarde Interventiewaarden grondwaten grond grondwater (mglkg d.s.) (ugll) (~gll)
7. Overige stoffen Asbest3 Cyclohexanon Dimethyl ftalaat Diethyl ftalaat Di-isobutyl ftalaat Dibutyl ftalaat Butyl benzylftalaat Dihexyl ftalaat Di(2-ethylhexyl)ftalaat Ftalaten (som)~ Minerale oliea Pyridine Tetrahydrofuran Tetrahydrothiofeen Tribroommethaan (bromoform)
~ ~
z
s
0,5 0,5 50 0,5 0,5 0,5 -
100 150 82 53 17 36 48 220 60 5.000 11 7 8,8 75
15.000 5 600 30 300 5.000 630
Getalswaarde beneden de detectielimietlbepalingsondergrens of ineetmethode ontbreekt Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (VROM, 2007). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten ~ vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat ~ vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of ineer individuele componenten een of ineer gemeten gehalten (zonder ~ teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of ineer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde '~ vereiste rapportagegrens AS3000' hebben. ~Joor die overige PAK worden dan relatief hoge gehalten berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die gehalten niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende stoffen. De Interventiewaarde voor grond voor deze stoffen is gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien de stof wordt aangetoond moeten de risico's naderworden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1dichlooretheen in grond moet tevens het grondwater worden onderzocht. Gewogen norm (concentratie serpentijn asbest t 10 x concentratie amfibool asbest)
Circulaire bodemsanering 2009 a
s
s ~
a.
s
De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Indien er sprake is van verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld benzine of huisbrandolie) dan dient naast het alkaangehalte ook het gehalte aan aromatische enlof polycyclische aromatische koolwaterstoffen te worden bepaald. Met deze somparameter is om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische differentiatie wordt bestudeerd. Voor grondwater zijn effecten van PAK's, chloorbenzenen en chloorfenolen indirect, als fractie van de individuele interventiewaarde, optelbaar (dat wil zeggen 0,5 x interventiewaarde stof A heeft evenveel effect als 0,5 x interventiewaarde stof B). Dit betekent dat een somformule gebruikt moet worden om te beoordelen of van overschrijding van de interventiewaarde sprake is. Er is sprake van overschrijding van de interventiewaarde voor de som van een groep stoffen indien i(CJI~) ~1, waarbij C~ gemeten concentratie van een stof uit een betreffende groep en I~ - interventiewaarde voor de betreffende stof uit de betreffende groep. Voor grondwater is er een indicatief niveau voor emstige verontreiniging De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar ( routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voidoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat '~ rapportagegrens AS3000' mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder ~ teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000 De norm voor barium is tijdelijk ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien er sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 920 mglkg d.s. Deze voormalige interventiewaarde is op dezelfde manier onderbouwd als de interventiewaarden voor de meeste andere metalen en is voor barium inclusief een natuurlijk achtergrondgehalte van 190 mglkg d.s. Indien het laboratorium een waarde '~ dan een verhoogde rapportagegrens' aangeeft (hoger dan de rapportagegrens AS3000), dan dient de betreffende verhoogde rapportagegrens te worden vermenigvuldigd met 0,7. De zo verkregen waarde (of hiermee berekende somwaarde) wordt getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Een dergelijke verhoogde rapportagegrens kan optreden bij de analyse van een zeer sterk verontreinigd monster of een monster met afwijkende samenstelling. Het zo verkregen toetsingsresultaat heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet goed kan worden beoordeeld.
Indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging (INEV'S) Voor de stoffen in tabel 2 zijn indicatieve niveaus voor emstige verontreiniging opgenomen. Het betreffen stoffen van de tweede, derde en vierde tranche afleiding interventiewaarden. Op basis van twee redenen is een indicatief niveau voor emstige verontreiniging aangegeven en geen interventiewaanie: 1 2
er zijn geen gestandaardiseerde meet- en analysevoorschriften beschikbaar of binnenkort te verwachten; de ecotoxicologische onderbouwing van de interventiewaarde is niet aanwezig of minimaal en in het laatste geval lijkt het erop dat de ecotoxicologische effecten kritischer zijn dan de humaantoxicologische effecten. De ecotoxicologische onderbouwing dient te voldoen aan de volgende criteria: a. er dienen minimaal 4 toxiciteitsgegevens beschikbaar te zijn voor minimaal twee taxonomische groepen; b. voor metalen dienen alle gegevens betrekking te hebben op het compartiment bodem; c. voor organische stoffen mogen maximaal twee gegevens via evenwichtspartitie uit gegevens voor het compartiment water zijn afgeleid; d. er dienen minimaal twee gegevens voor individuele soorten beschikbaar te zijn. Indien aan een of ineerdere van deze criteria niet is voldaan en indien ecotoxicologische effecten kritischer zijn dan humaantoxicologische effecten, wordt volstaan met het vaststellen van een indicatief niveau voor emstige verontreiniging.
De indicatieve niveaus hebben een grotere mate van onzekerheid dan de interventiewaarden. De status van de indicatieve niveaus is daarom niet gelijk aan de status van de interventiewaarde. Over- of onderschrijding van de indicatieve niveaus heeft derhalve niet direct consequenties voor wat betreft het nemen van een beslissing over de ernst van de verontreiniging door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dient daarom naast de indicatieve niveaus ook andere overwegingen te betrekken bij de beslissing of er sprake is van emstige verontreiniging. Hierbij kan gedacht worden aan: ~
~
~
nagaan of er op basis van andere stoffen sprake is van emstige verontreiniging en spoed tot saneren. Op verontreinigde locaties komen vaak meerdere stoffen tegelijk voor. Indien voor andere stoffen wel interventiewaarden zijn vastgesteld kan op basis van deze stoffen nagegaan worden of er sprake is van emstige verontreiniging en spoed tot saneren. In zo'n geval is een risicoschatting voor de stoffen waarvoor slechts een indicatief niveau is aangegeven minder relevant. Indien op basis van andere stoffen geen sprake blijkt te zijn van ernstige verontreiniging en spoed tot saneren, is een risicoschatting voor de stoffen waarvoor slechts een indicatief niveau is aangegeven wel belangrijk; een ad hoc bepaling van de actuele risico's. Bij de bepaling van actuele risico's ten behoeve van het vaststellen van de spoed tot saneren spelen naast toxicologische criteria ook andere locatiegebonden factoren een rol. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de blootstellingsmogelijkheden,het gebruik van de locatie of de oppervlaktes van de verontreiniging. Dergelijke factoren kunnen vaak goed bepaald worden waardoor het ondanks de onzekerheid met betrekking tot de indicatieve niveaus toch mogelijk is een redelijke schatting van de actuele risico's uit te voeren. Het verdient aanbeveling hierbij gebruik te maken van bioassays, omdat hiermee niet alleen de onzekerheden in de ecotoxicologische onderbouwing maar ook de onzekerheden ten gevolge van het gestandaardiseerde meet- en analysevoorschriften ontweken worden. aanvullend onderzoek naar de risico's van de stof. Er kunnen aanvullende toxiciteitsexperimenten uitgevoerd worden om een betere schatting van de risico's van de stof te kunnen maken.
De INEV's zijn niet geëvalueerd en blijven gelijk aan de INEV's zoals opgenomen in de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering (2000). Enkele voormalige interventiewaarden zijn omgezet in INEV's. Dit wordt toegelicht in het NOBO-rapport: VROM,
Circulaire bodemsanering 2009 2008, in druk: NOBO: Normstelling en bodemkwaliteitsbeoordeling. Onderbouwing en beleidsmatige keuzes voor de bodemnormen in 2005, 2006 en 2007. Alleen voor MTBE is het INEV voor grondwater aangepast naar de waarde die is genoemd in de Circulaire zorgplicht Wbb bij MTBE- en ETBE-verontreinigingen (Staatscourant 18 december 2008, nr. 2139). Tabel 2 Streefwaarden grondwater en indicatieve niveaus voor emstige verontreinigings Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (100~0 organische stof en 25"~0 lutum) Streefwaarde Indicatief niveau voor Stofnaam emstige verontreiniging grondwater grondwater grond ondiepa diepa (~ 10m -mv) (~10 m -mv) (mglkg d.s.) (N9ll) (N9ll) (u9ll)
1 Metalen Beryllium Seleen Tellurium Thallium Tin Vanadium Zilver
-
0,05" 0,07 2' 2,2' 1,2 -
30 100 600 15 900 250 15
15 160 70 7 50 70 40
Tabel 2 Streefwaarden grondwater en indicatieve niveaus voor ernstige verontreinigings Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (10"~0 organische stof en 25'~0 lutum) Indicatief niveau voor Streefwaarde Stofnaam emstige verontreiniging grond grondwater grondwatera (Ngll) (Ngll) (mglkg d.s.)
3. Aromatische verbindingen Dodecylbenzeen Aromatische oplosmiddelem Dihydroxybenzenen (som)s Catechol (o-dihydroxybenzeen) Resorcinol (m-dihydroxybenzeen) Hydrochinon (p-dihydroxybenzeen)
0,2 0,2 0,2
1.000 200 8 -
0,02 150 1.250 600 800
5. Gechloreerde koolwaterstoffen Dichlooranilinen Trichlooranilinen Tetrachlooranilinen Pentachlooranilinen 4-chloormethylfenolen Dioxine (som I-TEQ)z
-
50 10 30 10 15 nvts
100 10 10 1 350 0,001 ngll
6. Bestrijdingsmiddelen Azinfosmethyl Maneb
0,1 ngll' 0,05 ngll'
2 22
2 0,1
Circulaire bodemsanering 2009 Tabel 2(vervolg) Streefwaarden grondwater en indicatieve niveaus voor emstige verontreiniging Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (100~0 organische stof en 25"~0 lutum) Stofnaam Streefwaarde Indicatief niveau voor ernstige verontreiniging grondwatera grond grondwater (Ngll) (mglkg d.s.) (Ngll)
7. Overige verbindingen Acrylonitril Butanol 1,2 butylacetaat Ethylacetaat Diethyleen glycol Ethyleen glycol Formaldehyde Isopropanol Methanol Methylethylketon Methyl-tert-buthyl ether (MTBE)
i
z
s
0,08
0,1 30 200 75 270 100 0,1 220 30 35 100
5 5.600 6.300 15.000 13.000 5.500 50 31.000 24.000 6.000 9.400
Getalswaarde beneden de detectielimietlbepalingsondergrens of ineetmethode ontbreekt Onder aromatische oplosmiddelen wordt een standaardmengsel van stoffen, aangeduid als `C9-aromatic naphta' verstaan zoals gedefinieerd door de International Research and Development Corporation: o-xyleen 3,20~0, i-isopropylbenzeen 2,74oIo, n-propylbenzeen 3,970~0, 1-methyl-4-ethylbenzeen 7,050~0, 1-methyl-3-ethylbenzeen 15,10~0, 1-methyl-2ethylbenzeen 5,440~0, 1,3,5-trimethylbenzeen 8,370~0, 1,2,4-trimethylbenzeen 40,50~0, 1,2,3-trimetylbenzeen 6,180~o en ~ alkylbenzenen 6,190~0. Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit (VROM, 2007). Bij het berekenen van een somwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten ~ vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat ~ vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of het grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarde. Indien er voor een of ineer individuele componenten een of ineer gemeten gehalten (zonder ~ teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor een of ineer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Onder dihydroxybenzenen ( som) wordt verstaan: de som van catechol, resorcinol en hydrochinon.
Circulaire bodemsanering 2009 a
5
0
De Streefwaarden grondwater voor een aantal stoffen zijn lager dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze Streefwaarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Het hanteren van een strengere rapportagegrens mag ook, mits de gehanteerde analysemethode voldoet aan AS3000. Bij het beoordelen van het meetresultaat '~ rapportagegrens AS3000' mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van het grondwater voldoet aan de Streefwaarde. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder ~ teken), moet dit gehalte aan de Streefwaarde worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000. Voor grond is er een interventiewaarde. Indien het laboratorium een waarde `~ dan een vefioogde rapportagegrens' aangeeft (hoger dan de rapportagegrens AS3000), dan dient de betreffende verhoogde rapportagegrens te worden vermenigvuldigd met 0,7. De zo verkregen waarde (of hiermee berekende somwaarde) wordt getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Een dergelijke vefioogde rapportagegrens kan optreden bij de analyse van een zeer sterk verontreinigd monster of een monster met afwijkende samenstelling. Het zo verkregen toetsingsresultaat heeft geen verplichtend karakter. De onderzoeker heeft de vrijheid onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet goed kan worden beoordeeld.
.
Toetsingscriteria vanuit het Besluit bodemkwaliteit en de Regeling bodemkwaliteit Het beleid met betrekking tot het op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze toepassen van grond in of op de bodem of in het oppervlaktewater is vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit. Generiek beleid Wanneer geen gebiedsspecifiek beleid is vastgesteld, geldt automatisch het generieke beleid. Hiervoor zijn landelijke generieke waarden in de Regeling Bodemkwaliteit vastgelegd. Het toetsingskader is gebaseerd op een klassenindeling voor chemische kwaliteit én bodemfunctie. Uitgangspunt hierbij is dat de bodemkwaliteit moet aansluiten op het gebruik van de bodem en dat de bodemkwaliteit niet verslechterd. Figuur 5.2 Bodemfuncties en bodemfunctieklassen FiQI3EAiIFEJNCT:~EB' , (GI-61E1~SSP~Clt-1I-1C ~~
`BO[~EMFUN.!CTiEKLi~tS (,C'~i-~~Rt~K ~~I~.I:1b~' '
1. Wonen met tuin
2. Plaatsen waar kinderen spelen
Wonen
3. Groen met natuurwaarden 4. Ander groen, bebouwing, infrastrctuur en industrie
Industrie
5. Moestuinen en volkstuinen 6. Natuur
(Kwaliteit toe te passen grond en baggerspecie moet voldoen aan Achtergrondwaarden)
7. Landbouw Gebiedsspecifiek beleid Naast het landelijk geldende, generieke beleid, kan een gemeente ervoor kiezen om gebiedsspecifiek beleid toe te passen. Hierbij kan een gemeente bijvoorbeeld voor een bepaald gebied verhoogde achtergrondwaarden vaststellen voor enkele parameters. Hiertoe maakt de gemeente gebruik van een bodemkwaliteitskaart. Aangezien het voornoemde beleid per gemeente verschilt en afhankelijk is van diverse factoren, is hier verder niet op ingegaan.
BiJlage B, behorende bij hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit Achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie Tabel 1. Normwaarden voor toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem, voor de bodem waarop grond of bagger wordt toegepast en voor verspn:iden van baggerspecie over het aangn:nzende perceel (voor standaardbodem in mg kglds). Maximale Maximale Maximale Maximale waarden Achter grootschalige toepassing op grond waarden voor waarden waarden of In de bodem waarden verspreiden bodemfunctle bodemfunctie van baggerklasse wonen klasse Industrle specie over aangrenzende perceel'
Stof (1) 1. Metalen antimoon (Sb) arseen (As) barium (Ba) cadmium (Cd) chroom (Cr) kobalt (Co) koper(Cu) kwik (Hg) lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) tin (Sn) vanadium (V) zink (Zn) 2. Overlge anorganische stoffen
mglkg ds
4,0' 20 190 0,60 55 15 40 0,15 50 1,5' 35 6,5 80 140
chloride3 3,0 cyanide (vrij)'t cyanide (complex)5 5,5 thiocyanaten (som) 6,0 3. Aromatische stoffen 0,20 ' benzeen 0,20 ' ethylbenzeen 0,20 ` tolueen xylenen (som) 0,45 ` styreen (vinylbenzeen) 0,25' fenol 0,25 0,30' cresolen (som) 0, 35 ' dodecylbenzeen 2,5' aromatische oplosmiddelen 4. Polycyelische aromatisehe koolwaterstoffen (PAK's) naftaleen fenantreen antraceen fluorantheen chryseen benzo(a)antraceen benzo(a)pyreen benzo(k)fluorantheen indeno(1,2,3cd)pyreen benzo(ghi)peryleen PAK's totaal (som 10) 1,5
mglkg ds
X 395 X en 7,5 X 25 X X X S X
X
wonen
Maxlmale waarden kwallteltsklasse Industrie
mglkg ds
mglkg ds
mglkg us 10
mglkg ds
15 27 550 1,2 62 35 54 0,83 210 88 39 190 97 200
22 76 920 4,3 180 190 190 4,8 530 190 100 900 250 720
0,070 0,61 4,1 0,051 0,17 0,24 1,0 0,49 15 0,48 0,21 0,093 1,9 2,1
9 42 413 4,3 180 130 113 4,8 308 105 100 450 146 430
3,0 5,5 6,0
20 50 20
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
0,20 0,20 0,20 0,45 0,25 0,25 0,30 0,35 2,5
1 1,25 1,25 1,25 86 1,25 5 0,35 2,5
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
6,8
4,0
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
0,10 0,10 0,20 0,20 0,30 0,30 0,80 0,25 0,25 0,30 0,25 0,30 0,15
0,1 3,9 0,20 4 0,30 0,30 0,80 3 0,25 0,30 2,5 0,7 4
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Maximale waarden ~aliteltsklasse
X X X X X X X X X X
Maximale emissiewaarden
Emissietoetswaarden
5. Gechloreerde koolwaterstoffen a. (vluchtlge) chloorkoolwaterstoffen
monochlooretheen (vinylchloride) dichloormethaan
0,10' 0,10'
1,1-dichloorethaan 1,2~lichloorethaan 1,1~ichlooretheen7 1,2-dichlooretheen (som) dichloorpropanen (som) trichloormethaan (chlorofonn) 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen (Tri) tetrachloormethaan (Tetra) tetrachlooretheen (Per)
0,20 ' 0,20' 0,30' 0,30' 0,80' 0,25' 0,25 ' 0,30 ' 0,25' 0,30' 0,15'
Achter
Maxlmale
Maxlmale
Maxlmale
Maxlmale waarden
grond waarden
waarden voor versprelden van bagger-
waarden bodemfunetie klasse wonen
waarden bodemfundle klasse Industrle
grootschallge toepassing op of In de bodem
Maxlmale waarden ~allteltsklasse wonen
Maxlmale waarden kwallteltsklasse Industrle
Maxlmale emisslewaarden
Emissletoetswaarden
mglkg ds
mglkg ds
mglkg ds
m9~9 us ~o
mglkg ds
X
0,20 2,0 0,015 0,0090 0,0025 0,027
5 5 5 2,2 5 1,4
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
X
0,045 0,20 0,0030 1 1,4
5,4 6 6 6 5
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
0,020
0,020
0,5
n.v.t.
n.v.t.
0,20' 0,15 ' 0,000055' 0,070'
0,20 0,15 0,000055 0,070
0,20 0,15 0,000055 10
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
0,0020 0,20 0,13 0,84
0,0020 1 1,3 34
0,04
0,14
0,00090 0,0010 0,0020 0,04
0,00090 0,5 0,5 0,5
0,00070 0,0020
0,00070 0,0020
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
specle over aangrenzende perceel'
Stof ( 1) b. chloorbenzenen monochloorbenzeen dichloorbenzenen (som) trichloorbenzenen (som) tetrachloorbenzenen (som) pentachloorbenzeen hexachloorbenzeen chloorbenzenen (som) e. chloorfenolen monochloorfenolen (som) dichloortenolen (som) trichloorfenolen (som) tetrechloortenolen (som) pentachloortenol chloorfenolen (som)
mglkg ds 0,20 ' 2,0' 0,015' 0,0090 ` 0,0025 0,0085
0,045 0,20' 0,0030' 0,015' 0,0030'
d. polychloorbifenylen (PCB's) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB's (som 7) e. overlge gechloreerde koolwaterstofien monochlooranilinen (som) pentachlooranil ine diobne (som I-TEQ) chloomaftaleen (som)
6. BestrlJdingsmlddelen a. organochloorbestrlJdingsmlddelen chloordaan (som) DDT (som) DDE(som) DDD (som) DDTIDDEIDDD (som) aldrin dieldrin endrin isodrin telodrin drins (som)
endosuKansutfaat acndosulfan a -HCH j;HCH y-HCH (lindaan) o-HCH HCH-verbindingen (som) heptachloor heptachloorepoxide hexachloorbutadieen organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen (som landtwdem)
b. organofosforpestlclden azinfos-methyl c. organotln DestriJdingsmlddelen organotin verbindingen (som)S tributyltin (TBT)8 d. chloorfenoxy-azlJnzuur herblciden MCPA
X X X X X X X
0,0020 0,20 0,10 0,020
X X X X X X X X X
0,015
0,00090 0,0010 0,0020 0,0030
X X X X X X
0,00070 0,0020 0,003'
X X X
0,40
0,0075'
0,0075
0,0075
n.v.t.
n.v.t.
0,15 0,065
0,5 0,065
2,59 0,065
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
0,55 '
0,55
0,55
n.v.t.
n.v.t.
Achter grond waarden
Stof (1) e. overlge bestrljdingsmlddelen atrazine carbaryl carbofuren7 4chloormethylfenolen (som) niet chloorhoudende bestrijdings-middelen (som) 7. Overlge stoffen asbestl5 cyclohexanon ii dimethyl ftalaat i~ diethyl ftalaat ~i di-isoburylftalaat ii diburyl ftalaat ~~ butyl benzylftalaat ii dihexyl ftalaat ii di(2-ethylhexylptalaat ii minerale olie iz, is pyridine tetrahydrofuran tetrahydrothiofeen tribroommethaan (bromoform) ethyleenglycol diethyleenglycol acrylonitril formaldehyde isopropanol (2-propanol) methanol butanol (1-butanol) butylacetaat ethylacetaat methyl-tert-butyl ether (MBTE) methylethyketon
Maxlmale waarden bodemfunctie klasse wonen
Maxlmale waarden bodemfunctie klasse Industrle
Maxlmale waarden grootschallge toepassing op of In de bodem
Maxlmale ~yaarden kwallteltsklasse
Maxlmale waarden kwallteits-
Maulmale emisslewaarden
Emissletoetswaarden
wonen
klasse Industrle
mglkg ds
mglkg ds
V~Ó
mglkg ds
0,035' 0,15 ` 0,017' 0,60'
0,035 0,15 0,017 0,60
0,5 0,45 0,017 0,60
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
0,090 `
0,090
0,5
n.v.t.
n.v.t.
100 2,0 9,2 S,3 1,3 S,0 2,6 18 8,3 190 0,15 0,45 1,5 0,20 5,0 8,0 2,0 2,5 0,75 3,0 2,0 2,0 2,0 0,20 2,0
100 150 60 53 17 36 48 60 60 500 1 2 8,8 0,20 5,0 8,0 2,0 2,5 0,75 3,0 2,0 2,0 2,0 0,20 2,0
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
mglkg ds
2,0' 0,045' 0,045' 0,045 ` 0,070' 0,070' 0,070 ` 0,045' 190 0,15' 0,45 1,5' 0,20 ` 5,0 8,0 2,0' 2,5' 0,75 3,0 2,0' 2,0' 2,0' 0,20' 2,0'
Maxlmale waarden voor verspreiden van baggerspecle over aangrenzende perceel'
mglkg ds
-
3000
Opmerking: Voor het vaststellen van een overschrijding van de waarden en het omgaan met rapportagegrenzen en aantoonbaarheidsgrenzen is biilat7e G. onder IV, van toepassing. Verklaring symbolen in tabel 1: 1 Voor de definitie van somparameters wordt velwezen naar biila4e N van deze regeling. De definitie van sommige somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de twee definities gehanteerd moet worden. 2 De msPAF wordt berekend voor de met x aangegeven stoffen. Indien geen waarde wordt ingevuld (bijvoorbeeld omdat de stof niet gemeten wordt) wordt gerekend met 0,7' bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). De baggerspecie voldoet aan de maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie op het aangrenzende perceel indien: ' de gehalten van de gemeten stoffen lager zijn dan de Interventiewaarde bodem, niet zijnde de bodem onder oppervlaktewater, en ~ voor organische stoffen: msPAF ~ 20e~o, en ' voor metalen: msPAF ~ 50e~o, waarbij voor cadmium een maximum gehalte geldt. Voor gemeten stoffen die geen deet uitmaken van de msPAF-berekening geldt de achtergrondwaarde (m.u.v. somparameters waarbij de individuele parameters onderdeel uitmaken van de msPAFberekening en de overige in tabel 1 genoemde metalen). Minerale olie maakt geen deel uit van de msPAF-berekening. In plaats van de Achtergrondwaarde geldt voor deze stof de waarde, die vermeld is in de kolom 'Maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie over aangrenzend perceel'. Voor toetsing aan Achtergrondwaarden worden de toetsingsregels van de Achtergrondwaarden toegepast.
~
Uit artikel 36 van het Besluit vloeit voort dat naast de msPAF toetsing ook een toets moet plaatsvinden aan de Interventiewaarden bodem. Ook voor metalen waarvoor geen Maximale waarden voor verspreiden over het aangrenzend perceel is opgenomen, is toetsing aan de Interventiewaarden bodem noodzakelijk. Voor metalen waar geen Interventiewaarden bodem zijn vastgesteld, dienen de Maximale waarden bodemfunctieklasse industrie te worden gehanteerd. Voor het verspreiden op het aangrenzend perceel zal binnen enkele jaren de bestaande risicobenadering (msPAF) aan worden gevuld met de metalen die daar nog geen onderdeel van uitmaken en waarvoor in deze tabel geen Maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie op het aangrenzend perceel zijn vastgesteld. 3
Voor het toepassen van zeezand geldt de norm 200 mglkg ds. Bij het toepassen van zeezand op plaatsen waar een direct contact is of mogelijk is met brak oppervlaktewater of zeewater met van nature een chloride-gehalte van meer dan 5000 mgll, geldt voor chloride geen maximale waarde.
4
Bij gehalten die de Achtergrondwaarde overschrijden moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van uitdamping. Wanneer uitdamping naar binnenlucht zou kunnen optreden, moet bij overschrijding van de Achtergrondwaarde worden gemeten in de bodemlucht en moet worden getoetst aan de TCL (Toxicologisch Toelaatbare Concentratie in Lucht).
5
Het gehalte cyanide-complex is gelijk aan het gehalte cyanide-totaal minus het gehalte cyanide-vrij, bepaald conform NEN 6655. Indien geen cyanide-vrij wordt vervvacht, mag het gehalte cyanide-complex gelijk worden gesteld aan het gehalte cyanide-totaal (en hoeft dus alleen het gehalte cyanide-totaal te worden gemeten). De Achtergrondwaarde van deze somparameter gaat uit van de aanwezigheid van meerdere van de 16 componenten, die tot deze somparameter worden gerekend (zie bijlage N). De hoogte van de Achtergrondwaarde is gebaseerd op de som van de bepalingsgrenzen vermenigvuldigd met 0,7. Sommige componenten zijn tevens individueel genormeerd. Binnen de somparameter mag de Achtergrondwaarde van de individueel genormeerde componenten niet worden overschreden. Hetzelfde geldt voor de Maximale waarde wonen en de Maximale waarde industrie. Voor de componenten, die niet individueel zijn genormeerd, geldt per component een maximum gehalte van 0,45 mglkg ds, zowel voor de Achtergrondwaarde als de Maximale waarden wonen en industrie.
s
'
8 9 'o " 12
13 ~
De maximale waarden bodemfunctieklasse wonen en industrie van deze stoffen zijn gelijk aan de interventiewaarden bodemsanering en zijn gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien de stof wordt aangetoond moeten de risico's nader worden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1-dichlooretheen moet tevens het grondwater worden onderzocht. De eenheid voor organotinverbindingen is mg Snikg ds, met uitzondering van de normwaarden met voetnoot 9. De eenheid van de Maximale Waarde Industrie voor organotinverbindingen (som) is mg organotinikg ds. Zijnde het gehalte serpentijnasbest plus tienmaal het gehalte amfiboolasbest. Deze eis bedraagt 0 mglkg d.s. indien niet is voldaan aan artikel 2, onder b, van het Productenbesluit Asbest. Het is onzeker of de Achtergrondwaarden en Maximale waarden wonen voor de ftalaten meetbaar zijn. Toekomstige ervaringen moeten uitwijzen of sprake is van een knelpunt. Minerale olie heeft betrekking op de som van de (al dan niet) vertakte alkanen. Indien er enigerlei vorm van verontreiniging met minerale olie wordt aangetoond in grondlbaggerspecie, dan dient naast het gehalte aan minerale olie ook het gehalte aan aromatische enlof polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden. Voor het toepassen van baggerspecie in grootschalige toepassingen geldt voor minerale olie een maximale waarde van 2.000 mglkg ds. Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden.
Bodemtypecorrectie Bijlage G. , behorende bij artikel 4.2.1 en 4.2.2 I. Formules bodemtypecorrectie bodem, bij toepassing van grond of baggerspecie volgens de toetsingskaders in paragraaf 2 en 3 van afdeling 2 van hoofdstuk 4 van het Besluit De normwaarden voor toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem, zoals aangeduid in tabel 1 van biilage B, zijn afhankelijk van het lutumgehalte enlof het organisch stofgehalte. De formules voor correctie van de meetwaarden in grond en baggerspecie voor het bodemtype zijn overeenkomstig de formules hiervoor in biilage 1 van de Circulaire bodemsanering 2009. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de bodem of de partij toe te passen grond of baggerspecie, worden de in de tabellen opgenomen normwaarden (achtergrondwaarden en maximale waarden voor een standaardbodem) omgerekend naar de normwaarden voor de betreffende bodem, respectievelijk de partij toe te passen of te verspreiden grond of baggerspecie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gemeten gehalten aan organisch stof en lutum van de bodem, respectievelijk de partij toe te passen of te verspreiden grond en baggerspecie. De omgerekende maximale waarden kunnen vervolgens met de gemeten gehalten worden vergeleken. Hierbij is het percentage aan organisch stof bepaald volgens NEN 5754. Hierbij is het gehalte aan lutum: het gewichtspercentage minerale bestanddelen met een diameter kleiner dan 2 Nm betrokken op het totale drooggewicht van de grond. Metalen Bij de omrekening van de normwaarden voor metalen worden de volgende bodemtypecorrectieformule gebruikt:
(MW)b,g,bs -(MW)Sb x{{(A t(B x e~olutum) t(C x o~oorganisch stof)} I{(A t(B x 25) t(C x 10)}} Waarin: (MW~,e,,~ (~~ o Io lutum
"Io organisch stof A,B,C
maximale waarde of achtergrondwaarde die geldt voor de plaats van tcepassen, respectievelijk voor de toe te passen of - te verspreiden partij grond of baggerspecie, geconigeerd op basis van rekenkundige gemiddelde van het lutum- en organisch stofgehalte zoals gemeten in de bodem, respectievelijk de toe te passen grond of baggerspecie - maximale waarde of achtergrondwaarde voor de standaardbodem, die geldt als toepassingseis voor de plaats van toepassen - gemeten percentage lutum in de te beoordelen bodem, grond of baggerspecie. Voor bodem, grond of baggerspecie met - een gemeten lutumgehalte van minder dan 2'~o wordt met een lutumgehalte van 2"~a gerekend. Voor thermisch gereinigde grond en baggerspecie geldt de volgende uitzondering: Bij de omrekening van de nonnwaarden voor Barium, wordt indien het lutumpercentage lager is dan 10~0, met een lutumpercentage van 100~o gerekend. gemeten percentage organisch stof in de te beoordelen bodem, grond of baggerspecie. Voor bodem, grond of - baggerspecie met een gemeten organisch gehalte van minder dan 2~o wordt met een organisch stofgehalte van 2"Io gerekend. - stof afhankelijke constanten vcer metalen (zie tabel 1)
Tabel 1. Stofafhankelijke constanten voor metaten Stof
A
B
C
Arseen
15
0,4
0,4
Barium
30
5
0
Berylium
8
0,9
0
Cadmium
0,4
0,007
0,021
Chroom
50
2
0
Kobalt
2
0,28
0
Koper
15
0,6
0,6
Kwik
0,2
0,0034
0,0017
Lood
50
1
1
Nikkel
10
1
0
Tin
4
0,6
0
Vanadium
12
1,2
0
Zink
50
3
1,5
noot 'Voor antimoon, molybdeen en thallium wordt geen bodemtypecorrectie gehanteerd
Organische verbindincten Bij de omrekening naar standaardbodem voor organische verbindingen, met uitzondering van PAK's, wordt gebruik gemaakt van de volgende bodemtypecorrectieformule: (MW)b,g,bs - (MW)sb x (e~oorganisch stof ~ 10) Waarin: (MW)b,g,o, (MW ~
~o organisch stof
maximale waarde of achtergrondwaarde die geldt voor de plaats van tcepassen, respectievelijk voor de toe te passen of - te verspreiden partij grond of baggerspecie, geconigeerd op basis van n:kenkundige gemiddelde van het lutum- en organisch stofgehalte zoals gemeten in de toe te passen grond of baggerspecie maximale waarde of achtergrondwaarde voor de standaardbodem, die geldt als toepassingseis voor de plaats van - toepassen gemeten percentage organisch stof in de te beoordelen bodem, grond of baggerspecie. Voor bodem, grond of - baggerspecie met gemeten organische stofgehalte van meer dan 30"~o respedievelijk minder dan 2"~0, wordt met organisch stofgehalten van 30~0, respectievelijk 2"~o gerekend.
PAK's Bij PAK's is de wijze van correctie naar de standaardbodem afhankelijk van het percentage organisch stof.
Voor PAK's wordt geen bodemtypecorrectie voor bodems met een organisch stofgehalte tot 10eIe toegepast. Tussen de 10e~o en 30e~o organisch stofgehalte wordt de volgende bodemtypecorrectieformule gebruikt:
(MW)b,g,bs - (MW)gb x (eloorganisch stof ~ 10)
Waarin: (MW)b,9b, (MW ~
maximale waarde of achtergrondwaarde die geldt voor de plaats van tcepassen, respectievelijk voor de toe te passen of - te verspreiden partij grond of baggerspecie, gecorrigeerd op basis van rekenkundige gemiddelde van het lutum- en organisch stofgehalte zoals gemeten in de bodem, respectievelijk de toe te passen grond of baggerspecie - maximale waarde oi achtergrondwaarde voor de standaardbodem, die geldt als toepassingseis voor de plaats van toepassen
'~o
organisch stof
- gemeten penxntage organisch stof in de te beoordelen bodem, grond of baggerspecie
Voor bodems met een organisch stofgehalte vanaf 30eIo wordt de volgende bodemtypecorrectieformule gehanteerd: (MW) b,s,bs - (MW) sb X 3 Waarin: (MW ) pAy, (MW) m ~o organisch stof
maximale waarde of achtergrondwaarde die geldt voor de plaats van tcepassen, respectievelijk voor de toe te passen of - te verspreiden partij grond of baggerspecie, gecorrigeerd op basis van rekenkundige gemiddelde van het lutum- en organisch stofgehalte zoals gemeten in de bodem, respectievelijk de toe te passen grond of baggerspecie maximale waarde of achtergrondwaarde voor de standaardbodem, die geldt als toepassingseis voor de plaats van - toepassen - gemeten percentage organisch stof in de te beoordelen bodem, grond of baggerspecie
Achtergrondwaarde ( grond) en streefwaarde ( grondwater) De achtergrondwaarden (grond) en streefwaarden (grondwater) geven het niveau aan waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. Alle functionele eigenschappen voor mens, dier en plant worden op dit niveau nog vervuld. Bij de opstelling van de achtergrond- en streefwaarden is gebruik gemaakt van gegevens omtrent aan de bodem te stellen milieuhygiënische randvoorwaarden vanuit andere beleidsterreinen, zoals drinkwaternormen, oppervlaktewaternormen en reeds geformuleerde beleidsdoelstellingen ten aanzien van nitraat en fosfaat. Voor zware metalen, arseen en fluor zijn waarden afgeleid uit een analyse van veldgegevens afkomstig uit relatief onbelaste landelijke gebieden en als schoon beschouwde waterbodems. Criterium voor nader onderzoek ( tussenwaarde) Als uitgangspunt voor het uitvoeren van aanvullend (nader) onderzoek wordt de tussenwaarde gehanteerd. Een dergelijk concentratieniveau (halverweg de achtergrond- dan wel streefwaarde en de interventiewaarde) geeft aanleiding om de chemische kwaliteit van de bodem nader te onderzoeken, waarbij het onderzoek zich richt op het vaststellen van de mate en de emst van de verontreiniging. De ernst van de verontreiniging wordt bepaald aan de hand van de ingeschatte volumen aan verontreinigingen op basis van de horizontale en verticale kartering (zie onder). Interventiewaarde De interventiewaarden geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier ernstig zijn of dreigen te worden verminderd. Deze waarden zijn voor de mens gebaseerd op studies naar de maximale hoeveelheden die iemand via alle mogelijke blootstellingroutes tot zich kan nemen. Ecotoxicologische effecten zijn gekwantificeerd in de vorm van dié gehalten in de bodem waarbij 500~o van de (potentieel) aanwezige soorten negatieve effecten kan ondervinden. De uiteindelijke interventiewaarden zijn gebaseerd op de resultaten van de RIVM-studie (rapportnummer 725201007), waarbij een integratie van de humaan- en ecotoxicologische effecten heeft plaatsgevonden. Daamaast hebben het advies van de Technische Commissie Bodembescherming en de resultaten van een omvangrijke discussieronde met belanghebbenden over de RIVM-studie bij het vaststellen van de uiteindelijke interventiewaarden een belangrijke rol gespeeld. De daadwerkelijk optredende blootstelling dient vergeleken te worden met het toxicologische onderbouwde maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR) voor de mens. Bij overschrijding hiervan is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Om van een geval van ernstige bodemverontreiniging te spreken, dient voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m3 grond en~of 100 m3 grondwater (bodemvolume) hoger te zijn dan de desbetreffende interventiewaarde (zie protocollen voor oriënterend en nader onderzoek). De hiervoor genoemde waarden gelden als een gemiddelde. Indien bijvoorbeeld bij puntbronnen van verontreiniging waarschijnlijk is dat bij uitblijven van maatregelen op korte termijn bodemverontreiniging op genoemde schaal kan optreden, is eveneens sprake van emstige verontreiniging. Indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging Voor een aantal stoffen hebben de voorstellen van het RIVM niet geleid tot vastgestelde interventiewaarden. Voor deze stoffen zijn zogenaamde indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging aangegeven. De indicatieve niveaus hebben vanwege het ontbreken van gestandaardiseerde meetvoorschriften en~of voldoende ecotoxicologische informatie een grotere mate van onzekerheid dan interventiewaarden zoals voor andere stoffen. De status van de indicatieve niveaus is daarom niet gelijk aan de status van de interventiewaarden..Over- of onderschrijving van de indicatieve niveaus heeft derhalve niet direct consequenties wat betreft het nemen van een beslissing over de ernst van de verontreiniging door het bevoegd gezag. Naast de indicatieve niveaus dienen daarom ook andere overwegingen te worden betrokken ten behoeve van een uitspraak omtrent de aanwezigheid van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
De indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging zijn opgenomen in tabellen 2a en 2b, zijnde indicatieve niveaus voor een ernstige verontreiniging voor een standaardbodem (100~0 organische stof en 250~0 lutum). De indicatieve niveaus voor grondlsediment kennen met uitzondering van het niveau voor zilver een bodemtypecorrectie. Het niveau voor beryllium voor grondlsediment is gerelateerd aan het lutumpercentage van de bodem volgens: Indicatief niveau Be- 8 f 0,9 x o~o lutum. De indicatieve niveaus voor aromatische verbindingen, gechloreerde koolwaterstoffen, bestrijdingsmiddelen en overige verbindingen zijn gerelateerd aan het organische stofpercentage van de bodem volgens de formule: INb - INS x(o~o organ. stofl10),waarbij:
INb - indicatief niveau voor de te beoordelen bodem (mglkg) INS - indicatief niveau standaardbodem (mglkg) Voor bodems met gemeten percentages organische stof groter dan 300~o respectievelijk kleiner dan 20~0 worden percentages van respectievelijk 300~o en 20~o aangehouden. Onder aromatisr,he verbindingen wordt een standaardmengsel van stoffen, aangeduid als "C9 aromatic naphta", verstaan zoals gedefinieerd door de International Research and Development Corporation: o-xyleen, i-isopropylbenzeen, n-propylbenzeen, 1-methyl-4-ethylbenzeen, 1-methyl-3ethylbenzeen, 1-methyl-2-ethylbenzeen, 1,3,5-trimethylbenzeen, 1,2,4-trimethylbenzeen, 1,2,3trimethylbenzeen en alkylbenzenen.
Het indicatieve niveau is uitgedrukt op basis van toxiciteitsequivalenten gebaseerd op de meest toxische verbinding. Verontreinigende stoffen Onderstaand is van een aantal, veelvoorkomende enlof kritische, stoffen een beschrijving gegeven. Hierbij wordt ingegaan op onder andere de toxische eigenschappen en de herkomst van de betreffende stoffen. Minerale oliën
Minerale oliën zijn mengsels van verbindingen die bestaan uit koolwaterstoffen. Onder koolwaterstoffen verstaat men verbindingen die koolstof- en waterstofatomen bezitten. In de milieuanalyse verstaat men hieronder brandstoffen, smeeroliën, oplosmiddelen en teeroliën. Aangezien deze groep van verbindingen meer dan 10.000 componenten omvat worden de analyseresultaten weergegeven als somparameters van verschillende deelfracties tussen C,o en C40 en totaal. Indicatief kan aan de hand van het oliechromatogram het soort olie worden bepaald. PAK Onder PAK worden verstaan Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, waarbij het gaat om een verbindingsklasse van meer dan 200 stoffen die bestaan uit 2 of ineer aan elkaar verbonden benzeenringen. PAK ontstaan bij de onvolledige verbranding van koolwaterstoffen. Ze ontstaan ondermeer bij droge destillatie van steenkool, zoals werd toegepast bij gas- en cokesfabrieken. Daarnaast kunnen zij worden aangetroffen bij de vervaardiging en verwerking van rubber, kunststoffen, verflakken, minerale oliën en teerproducten. Ook door onvolledige verbranding van minerale oliën ontstaan PAK. In de chemische grondstoffenindustrie dienen zij als tussenproducten bij verschillende syntheses, bijvoorbeetd van verfstoffen en farmaceutica. De PAK worden in verschillende categorieën ingedeeld en wel: EPA met 16 PAK; VROM met 10 PAK en Bomeff met 6 PAK. Voor een onderzoek conform de onderzoeksnorm NEN 5740 zijn de 10 PAK van VROM (som) bepalend. Het betreft de som van de volgende PAK: antraceen, benzo(a)antraceen, benzo(k)fluorantheen, benzo(a)pyreen, chryseen, fenantreen, fluorantheen, indeno(1,2,3-cd)pyreen, naftaleen, benzo(ghi)peryleen.
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen (vluchtige aromaten)
De belangrijkste vluchtige aromatische koolwaterstoffen worden ook wel aangeduid als BTEX(N)S (Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen, drie isomeren van Xyleen (Naftaleen) en Styreen). Aromaten worden gewonnen uit steenkoolteer en aardolie. Zij worden met name gebruikt als oplosmiddel voor rubber, was en oliën. Ook worden ze aan brandstoffen, zoals benzine, toegevoegd ter verhoging van het octaangehalte. In het milieu zijn ze zeer mobiel; in de eerste plaats door de relatief hoge oplosbaarheid in water en voorts door de hoge dampspanning, waardoor ze gemakkelijk de bodemlucht kunnen verontreinigen. In vergelijking met gechloreerde aromatische verbindingen zijn ze biologisch redelijk afbreekbaar en daarom minder persistent. Vanwege de hoge carcinogeniteit en mutageniteit wordt benzeen als zeer giftig aangemerkt. De overige verbindingen van deze groep worden als minder giftig aangemerkt. Vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (VOCI) Onder vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen verstaat men organische halogeenverbindingen met een hoge dampspanning. In de regel gaat het hier om chloor- en broomverbindingen met één tot drie koolstofatomen. Zij worden veel gebruikt als ontvettingsmiddelen voor metalen, als chemisch reinigingsmiddel en als oplosmiddel voor verven, lakken en lijmen. Bij de chemische reiniging zijn ze gedurende de laatste jaren vervangen door andere oplosmiddelen. Broomverbindingen worden veelvuldig als brandwerend middel gebruikt. De fluorhoudende verbindingen worden gewoonlijk als een afzonderlijke groep beschouwd. Tot deze groep behoren ook de CFK (Chloor-FluorKoolwaterstoffen). Deze verbindingen worden o.a. gebruikt als koelmiddel en als drijfgas in spuitbussen. Joodverbindingen hebben vrijwel geen technische toepassing. Zware metalen De metalen vormen een groep van ca. 80 elementen uit het periodiek systeem. De grens tussen metaal en niet-metaal is niet scherp te trekken. Onder de zware metalen verstaat men de metalen met een dichtheid van 5 glcm3. Arseen is hierop een uitzondering; dit element heeft een lagere dichtheid maar wordt om toxicologische redenen tot de zware metalen gerekend. Binnen het milieuhygienisch bodemonderzoek worden onder de groep zware metalen de volgende stoffen verstaan: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink. Hoewel veel zware metalen onmisbaar zijn als spoorelementen kunnen bij opname van grotere hoeveelheden acute en chronische vergiftigingsverschijnselen optreden. Metalen worden veelvuldig toegepast in de chemische industrie, bijvoorbeeld voor katalysatoren, pigmenten, legeringen en smeermiddelen en in de metallurgische en galvanische industrie. EOX (Extraheerbare organohalogeen verbindingen) De bepaling van EOX is een zogenaamde triggerparameter. Dit houdt in dat met één waarde een indicatie wordt verkregen omtrent de aanwezigheid van stoffen binnen een groep van verbindingen met deels overeenkomstige chemischlfysische eigenschappen. Bepaald wordt het totale gehalte aan halogenen. De gevonden waarde wordt berekend als chloor. Overschrijding van de triggerwaarde leidt niet tot de conclusie van verontreiniging van de grond maar tot de noodzaak voor aanvullend onderzoek. Hierin moet worden nagegaan of de overschrijding het gevolg is van een verontreiniging door middel van aanvullend chemisch onderzoek dan wel sprake is van een natuurlijke oorzaak. OCB (Organochloor-bestriidingsmiddelen) Eén van de twee groepen van persistente organische polluenten, de zgn. POP's, zijn de organohalogeenverbindingen. Deze grote groep is te verdelen in diverse soorten verontreinigende stoffen zoals PCB (polychloorbifenylen), dioxines, furanen en organochloor-bestrijdingsmiddelen. Onder de organochloor-bestrijdingsmiddelen worden de, tegenwoordig verboden, chloorhoudende gewasbeschermingsmiddelen verstaan. Organochloor-bestrijdingsmiddelen zijn werkzaam tegen plantaardige en dierlijke organismen die een bedreiging vormen voor de gewenste kwaliteit en kwantiteit van planten, dieren en goederen die zorgen voor ons voedsel of voor andere behoeften.
i
Deze bestrijdingsmiddelen dienen meestal tegen onkruid (herbiciden), insecten (insecticiden), schimmels (fungiciden) enlof bacteriën (bactericiden). Aangezien deze verontreinigingen niet of nauwelijks oplosbaar zijn in water, is de biologische afbreekbaarheid gering, waardoor een aantal bestrijdingsmiddelen persistent worden. Hierdoor ontstaat accumulatie van de betreffende POP's in het leefmilieu. Dergelijke verontreinigingen hopen zich op in de voedselketen (voornamelijk in vetweefsel), waardoor zelfs kleine hoeveelheden in het milieu kunnen leiden tot hoge gehaltes in mens en dier die bovenaan de voedselketen staan. Een voorbeeld hiervan is DDT dat al lang is verboden maar nog steeds in het milieu aanwezig is. Hoge gehaltes aan bestrijdingsmiddelen in de bodem zijn met name aangetroffen op landbouwpercelen. DDT kent verschillende ruimtelijke structuren ( isomeren), waarvan p,p-DDT (pesticide) de meest voorkomende isomeer is. DDE en DDD en de betreffende isomeren zijn (bio)chemische afbraakproducten (metabolieten) van DDT, hoewel DDD ook zelf als pesticide is gebruikt. Vanwege de veelzijdigheid van de gebruikte chemische producten met hun eventuele technische neven- en (bio)chemische afbraakproducten bestaat het OCB analysepakket uit diverse chloorhoudende bestrijdingsmiddelen. Het betreft een twintigtal stoffen met onder andere HCH's, DDT, DDE en DDD. LutumQehalte Het lutumgehalte van een bodem (fractie ~ 2pm) is een maat voor het gehalte aan kleimineralen die door hun fysische en chemische eigenschappen in staat zijn bepaalde stoffen, zoals zware metalen, te binden. De streef- en interventiewaarden zijn voor een groot aantal stoffen gerelateerd aan het lutumgehalte omdat de fixatie (adsorptie) van die stof toeneemt met een toenemend lutumgehalte.
OrQanisch stof4ehalte Het organische stofgehalte van een bodem is een maat voor het gehalte aan organische bestanddelen van een bodem. In een bodem zijn dit vaak humus, humuszuren en fulvozuren. Ook verteerde en onverteerd organisch materiaal, zoals plantenresten, worden tot organische stof gerekend. De streefen interventiewaarden zijn, net als bij het lutumgehalte, voor een groot aantal stoffen gerelateerd aan het organische stofgehalte omdat de fixatie van die stof toeneemt met een toenemend organische stofgehalte.
.
BIJLAGE 5.1
GECORRIGEERDE TOETSINGSWAARDEN WET BODEMBESCHERMING EN TOETSINGSRESULTATEN GROND
~
.
Projectnaam Projectcode
Zeemanlaan 22a te Leiden 10026803
Tabel 1: Aangetroffen gehaltes (mglkg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet bodembescherming M01 M02 M03 Monstemummer Boring 01,03,04 02 01,02 Bodemtype ZS1H2 ZS1H1 KS2H2 Zintuiglijk PU2 Van (cm-mv) 0 8 50 Tot (cm-mv) 50 50 130 Humus (a~o op ds) 1,8 1,6 1,9 Lutum ("~o op ds) 1,7 3 5,3
.
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Cobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
28 0,16 3,2 8,7 0,19 39 0,9 9 64
~AW ~AW ~AW ~AW ' ' ~AW ~AW '
34 0,18 3,3 10 0,21 66 0,8 9 70
~AW ~AW ~AW ~AW ' ' ~AW ~AW '
100 0,27 3,3 13 0,25 92 0,9 9 120
' ~AW ~AW ~AW ' ' ~AW ~AW '
Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Naftaleen PAK 10 VROM
0,15 0,36 0,39 0,27 0,34 0,43 0,48 0,9 0,27 0,15 3,6
~ GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA ~ '
1,8 7,5 5,7 3,5 4,4 7,9 4 18 3,5 0,15 56
GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA ~ "'
3,1 5,8 4,7 3 3,7 6,3 11 20 2,9 0,23 61
GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA "'
0,01 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002
~ GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA
0,013 0,002 0,002 0,003 0,003 0,002 0,002 0,002
' GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA
0,01 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002 0,002
a GTA GTA GTA GTA GTA GTA GTA
Minerale olie C10 - C40
38
~AW
270
Aard artefacten Droge stof Gewicht artefacten Lutum
88,8 1 1,7
GTA GTA GTA GTA
88,5 1 3
PCB PCB PCB PCB PCB PCB PCB PCB
(som 7) 101 118 138 153 180 28 52
-
260 GTA GTA GTA GTA
81,9 1 5,6
GTA GTA GTA GTA
Toelichting bij de tabel: Toetsing: ~ c GTA GM
" "' Tc-1 ~I cAW ' cl GAG cAW cT Dc-1 D~AW
- kleiner dan de detectielimiet - Geen toetsnorm aanwezig - Geen meetwaarde aanwezig
- groter dan T en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde (I) - groter dan 1 - detectielimiet groter dan T en kleiner of gelijk aan I - detectielimiet groter dan I - kleiner of gelijk aan achtergrondwaarde - groter dan AW en kleiner of gelijk aan de tussenwaanie (T) - Kleiner of gelijk aan interventiewaarde, er is geen streefwaarde - groter dan de achtergrondwaarde er is geen interventiewaarde (trigger) - detectielimiet kleiner dan of gelijk aan AW - detedielimiet groter dan AW en kleiner dan of gelijk aan T - detectielimiet kleiner of gelijk aan I, er is geen AW - detectielimiet groter dan AW, er is geen I
Zintuiglijke waamemingen: PU- puin, BA- baksteen, GR- grind, GS- glas, H0- hout, R0- roest, Si- sintels, SL- slakken, VE- veen, W0- wortels Gradatie: 1-zwak, 2-matig, 3-sterk, 4-uiterst, 5-volledig, 6-sporen, 7-resten, 8-brokken, 9-laagjes T~hnl 9~ Vnnr 1~~~mnc nn ~~~t~~m no~nrrinpprdp nermen veer arond van de Wet bodembescherminq (mqlkq d.
1,6 3 AW.
T
Barium [Ba) Cadmium [Cd] Cobalt [Co] Koper[Cu] Kwik [Hg] Lood[Pb] Molybdeen [Mb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
55 0,35 4,7 20 0,11 32 1,5 13 62
161 4,0 32 58 13 188 96 25 190
PAK 10 VROM
1,5
21
PCB (som 7)
0,0040 0,10
0,20
;
38
1000
:
humus ('~o op ds) lutum (aro op ds)
Minerale olie C10 - C40
:
519
1,9 5,3 AW
T
237 7,5 54 92 25 337 190 34 303
69 0,37 5,8 22 0,11 34 1,5 15 69
202 4,2 40 62 13 195 96 30 212
335 7,9 74 102 26 357 190 44 354
40
1,5
21
40
0,0040 0,10
0,20
0,0040 0,10
0,20
38
1000
38
1 000
1,8 1 7 AW
T
267 7,7 60 95 26 343 190 37 319
49 0,35 4,3 19 0,10 32 1,5 12 59
143 4,0 29 56 13 184 96 23 181
40
1,5
21
I
.
519
I
519
I
Toelichting bij de tabel: De toetsingsnonnen zoals vermeld in de Wet Bodembescherming worden gecorrigeerd voor de geldende lutum- en humuswaarden. In bovenstaande tabel worden de nonnen gegeven bij de vooricomende lutum- en humuswaarden in dit onderzoek. AW T I
- Achtergrondwaarde zoals venneld in het Besluit Bodemkwaliteit - Tussenwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming - Interventiewaarde zoals venneld in de Wet Bodembescherming
BIJLAGE 5.2 TOETSINGSRESULTATEN GRONDWATER
.
Projectnaam Projectcode
Zeemanlaan 22a te Leiden 10026803
Tabel 1: Aangetroffen gehaltes ( Ngll) in grondwater met beoordeling conform de Wet bodembescherming Monstemummer 01-1-1 23-2-2010 Datum 6,11 pH 970 Ec (NSlcm) Filtemummer 1 Van (cm-mv) 180 Tot (cm-mv) 280 GWS (cm-mv) 126 Barium [Ba] Cadmium [Cd] Cobalt [Co] Koper [Cu] Kv~ik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
65 0,1 1,5 1,00 0,05 1,00 4,0 3,0 8,0
` ~ ~ ~ ~ -
Benzeen Ethylbenzeen meta-Ipara-Xyleen (som) ortho-Xyleen Styreen (Vinylbenzeen) Tolueen Xylenen (som)
0,2 0,2 0,2 0,1 0,2 0,2 0,2
~S ~S GTA GTA ~S ~S ~S
Naftaleen
0,05
S ~-T
1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan cis t trans-l,2Dichlooretheen cis-1,2-Dichlooretheen Dichloonnethaan Dichloorpropaan Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloonnethaan (Tetra) trans-l,2-Dichlooretheen Tribroommethaan (bromofonn) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride
0,1 0,1 0,5 0,1 0,25 0,5 0,25 0,25 0,1
S ~-T S ~-T ~S S ~-T GTA ~S GTA GTA S ~-T
0,1 0,2 0,52 0,1 0,1
GTA S ~-T ~S S ~-T S ~-T
0,1 0,5
GTA D~-1
0,1 0,1
~S ~S
0,2
S ~-T
Minerale olie C10 - C40
100
S ~-T
S S S S
Tcelichting bij de tabel: Toetsing: ~ ~ - kleiner dan de detectielimiet GTA - Geen toetsnonn aanwezig GM - Geen meetwaarde aanwezig - kleiner of gelijk aan de achtergrondwaarde (AW) ' - groter dan AW en kleiner of gelijk aan de tussenwaarde (T) " - groter dan T en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde (I) "` - groter dan I ~I - Kleiner of gelijk aan interventiewaarde, er is geen streefwaarde GSG - groter dan de achtergrondwaarde er is geen interventiewaarde (trigger) ~S - detectielimiet kleiner dan of gelijk aan streefwaarden S ~-T - detectielimiet groter dan streefwaarden en kleiner dan of gelijk aan T D~-1 - detectielimiet kleiner of gelijk aan interventiewaarde, er is geen achtergwaarde T~-1 - detectielimiet groter dan T en kleiner of gelijk aan I ~I - detectielimiet groter dan I D~S - detectielimiet groter dan streefwaarde, er is geen interventiewaarde
Tabel 2: Grondwaternormen van de Wet bodembeschermin .
.
ll
S
T
Barium [Ba] Cadmium [Cd] Cobalt [Co] Koper[Cu] Kv~ik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
50 0,40 20 15 0,050 15 5,0 15 65
338 3,2 60 45 0,18 45 153 45 433
625 6,0 100 75 0,30 75 300 75 800
Benzeen Ethylbenzeen Styreen (Vinylbenzeen) Tolueen Xylenen (som)
0,20 4,0 6,0 7,0 0,20
15 77 153 504 35
30 150 300 1000 70
Naftaleen
0,010
35
70
1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,2-Dichloorethaan cis t trans-1,2-Dichlooretheen Dichloormethaan Dichloorpropaan Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloonnethaan (Tetra) Tribroommethaan (bromofonn) Trichlooretheen (Tri) Trichloonnethaan (Chlorofonn) Vinylchloride
0,010 0,010 7,0 0,010 7,0 0,010 0,010 0,80 0,010 0,010
150 65 454 5,0 204 10,0 500 40 20 5,0
24 6,0 0,010
262 203 2,5
300 130 900 10,0 400 20 1000 80 40 10,0 630 500 400 5,0
Minerale olie C10 - C40
50
325
600
Tcelichting bij de tabel: S T I
- Streefwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembeschenning - Tussenwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming - Interventiewaarde zoals venneld in de Wet Bodembeschenning
I
BIJLAGE 6 FOTOREPORTAGE
.
.
,;~ï Foto 1: Zeemanlaan 22a te Leiden
.
BIJLAGE 7 VELDVERSLAG
.
.
~
F10 Vekfwerkversia
BRUSSEE creo~tneoRt~nt
zz-~o-ZOo 9 Versis
F10 Veldwerkverslag
Pro dnummer o racht ever Pr 'ednummer uitvoerend Pro èdnaam Locatie, emeente O
re
s t ~. ~~
ever
Tekenirrg aanwezig met locaties boringeNpedbuizen?
8 Ja
~ Nee
0 NVT
KLIC-kaarten aanwezi87
~ Ja
Q~ Nee'
~ NV7
' info kabels en feidingen7
0 Ja
~ Nee
~ NVT
Opdracht volledlg en juist7
~ Ja
~ Nea
0 hiVT
Stonnformatte aanwezig7
~ Ja
~ Nee
~ NVT
Aanwezigheid asbest bekend?
~ Ja
0 Nee
~ NVT
Extra veiligheidseisèn bekend7
~ Ja
Q Nee
~ NVT
Aanvullan PBM's nodig?
~ Ja"
B Nee
[] NVT
" wegwerpoverall zonder zakken
~ Ja
~] Nee
0 NVT
" halfgelaatsmesker met P3 fifter
~ Ja
~ Nee
~ NVT
"verpakkingsmaterfalen om verontreinigde materlalen te verpakken
~ Ja
~ Nee
~ NVT
"
D Ja
O Nee
C] twT
"
~ Je
~ Nee
~ NVT
"
O Ja
~] Nee
~ NVT
DoeUbalang onderzoek duidefijk7
~ Ja
~ Nee
~ NVT
Toestemming en toegang locatie geregeld7
~ Ja
~ Nee
~ NVT
Opdracht zonder meer geaccepteeni7 .
~ Ja
~ Nee
Í] NV7
Projed voorbesproken met adviseufl
~ Ja
~ Nee
~ NVT
Projed intern voorbesproken?
~ Jal,:
eJ Nee
~ NVT !1 door.
K-
~a`
`
~
,`
Bij aantreffen asbestveniacht matertaal en omroorziene verontrefnlgingen vwrdt ala volgt gehandeld; 1) Bel dlrect de veldwerkplanner en meldt de sftuatle; 2) Bel direct daama de opdrachtgever en meldt de situatle; 3) Zorg dat duldeNJk Is vvat er moet gebeuren en dat pianner en opdrachtgever akkoord ziJn.
Naam
Handtekening
Datum
Veklverstag gemaakt door (gecertificeerd monstememer)
Controle gegevens uitgevoerd door (Projedlekierlplanner)
-
iS'
O
1
~ (~~ ~ ~~~C-r71{.
- i`~
( ~ - V2
-r r O
~ ~~Gt~iJ
Pagina 1 van 2
F ~ 0 Veldwerkv la8 22-,~- 008 V ie 5
BRUSSEE GROND80RIN6EN Pr 'ednummer racht ever Pr ctnummer uitvoerend
~ t
Was de situatie zoals beschreven in de opdracM? Inmeting en tekening goed leesbaar9
0 Ja
0 Nee
~ NVT
[~ Ja
Q Nee
Q NVT
Hebben zich onveil'ge situaties voorgedaan?
Q Ja
~ Nee
Q NVT
Foto's genomen en geregistreerd4
B Ja
~ Nee
0 NVT
AfwiJkingen met opdrachtgever besproken7
~ Ja
~ Nee
8 NVT
Tekening aangepastlaangevuld7
Q Ja'
~ Nee
Q NVT
`maaiveldverschipen
(Q Ja
[~Nee
Q NVT
" tankslleidingen (diepteliigging)
0 Ja
[r~7 Nee
Q NVT
' verhardingean en opstallen
0 Ja
[~ Nee
Q NVT
' obstakels
Q Ja
~ Nee
Q NVT
` sloten
0 Ja
(~ Nee
Q NVT
`
~ Ja
O Nee
0 NVT
Q Ja.
[] Nee
Q NVT
Is elke gestaakte boring op tekening aangegeven7
Q Ja . Q Nae
~ NVT
Is er asbestverdacht materiaal aangetroffen9
Q Ja
~ Nee
Q NVT
Zijn alle boorgaten netjes afgewerkt?
fr] Ja
Q Nee
0 NVT
J,.C.)V y`1
~
iA. ,
w~~ ~' iCil
'
~
-
tZ., -!` ~
V I~VVC.C.
(~
'~ K~ ~.Yti `~-
De wrerkzaamheden z"gn uitgevoerd confonn SRL SIKB 2000 en van toepassing z~nde VKB-protocollen op ondergenoemde data. Tijdens de vetdwerkzaamheden is 11'!lNIET' afgeweken van de beoordelingsrichtlgn enlof de van toepasaing z)nde protbcollen. Het prooescertificaat veh erussee Grondborfngen en het hferblj behorende keurmerk zijn uitsluitend van toepassing op de adivitetten fnzake de veldwerkzaamheden en de overdracht van de monsters, inclusief de daatbq behorende veldwerkregistratie, aan een erkend laboratorium of de opdrachtgever. Brussee Grondboringen verkiaart hiarbí~ geen elgenaar te ztjn van het terrein waarop het vekivverk betrekking heeft. Ook de opdrac~ttgever heeft aangegeven geen eígenaar te ztjn van het terrein. Het veldwerk is uitgevoerd door onder verrtsekfe personen. ' àoorMaNn vvet Net van toepetufng la BIJ afwipclnp(an) ven BRL eMo! protocol vrordt todkl~tlng bqpevoepd.
Van toepassin zï nde VtCB-protocollen Datumldata uitvoer vrerkzaamheden Assfatent(en): - V ,
Valfdatie
Naam
~2001 Vetdwerk:
Monstememer grond . (gecertii~ceerd)
-((Jr
~002 (~' - p 2-!'
~ 2003 Watennonstemame:
Monstememer grondwrater "(gecertficaerd)
„~
1.~ ~ ..
Datum
t S~
-
-
- c.~2 -
Corrtrole gegevens uitgevoerd (Projectleiderlplanner)
~
Handtekaníng
O
Q 2p1g
- c~ -.... - ----
r(~ - i,~2- -'! ~ 2~-02 -'íp
Pegina 2 van
-
ZOiov oGd ~g
f ~ G~--.~ ~ A p~
'
milieutechniek op maat
i
~l ~ 6 s- `i- ~o
Li 3 S'
~-
Teddy Kids Palace De heer M. Groenhuijzen Herenstraat 64 2313 AM Leiden Noordwijk, 9 juni 2010 Kenmerk :1005C085IJWIlrap1 Contactpersoon : de heer J. Wijnands E-mail : jwijnands t7idds.nl a Betreft
: evaluatierapportage grondsanering op de locatie Zeemanlaan 22a te Leiden
Geachte heer Groenhuijzen, Hierbij doen wij u de evaluatie toekomen van de sanering van de restverontreiniging met PAK in de grond op de locatie Zeemanlaan 22a te Leiden. 1.
Inleiding
Aanleiding Aanleiding van de grondsanering op genoemde locatie is de aangetoonde restverontreiniging met PAK tijdens een door IDDS b.v. uitgevoerd milieukundig onderzoek (kenmerk 1002B803IPDIlrap1 d.d. 19 maart 2010}. Genoemd onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de (na de in het verleden uitgevoerde sanering) achtergebleven restverontreiniging op locatie ter plaatse van de voormalige boom. Voornoemde sanering is verwoord in het evaluatíerapport van IDDS b.v. met kenmerk M9506272IM6 d.d. 28 juli 1995. Doelstelling Doelstelling van de saneringsoperatie is het herstel van de bodemkwaliteit tot het oorspronkelijke kwaliteitsniveau. Hierbij geldt dat de verontreiniging in de grond wordt verwijderd zover dat civieltechnisch redelijkerwijs mogelijk is. Kwaliteitsborqing Het kwaliteitsmanagementsysteem van IDDS is NEN-EN-ISO 9001 gecertificeerd. Daarnaast is IDDS gecertífíceerd voor de miiieukundige begeleiding van bodemsaneringsoperaties (conform de BRL SIKB 6000), voor zowel de conventionele saneringstechnieken (VKB-protocol 6001), de insitu saneringstechnieken (VKB-protocol 6002) en sanering van waterbodems (VKB-protocol 6003).
BRL SIKB 6000 VKB-protocol 6001 NOORDWIJK 's-Gravendijckseweg 37 Postbus 126 2200 AC Noordwijk
EDE Fahrenheitstraat 1B Postbus 79 6710 BB Ede
BREDA
T 071 - 402 85 86 F 071 - 403 55 24
T 0318 - 690 022 F 0318 - 642 294
T 076 - 548 66 20 F 076 - 514 32 62
KvK 28047921
KvK 09157054
KvK 09157054
Tinstraat 7 Postbus 3953 4800 DZ Breda
r~ ~~
1l4
onderdeel van de IDDS G~oep
infoC~idds.nl www.idds.nl
~..~....~,~
1 1
~
1:
~D~-~. ..~. :y
~ '~
milieutechniek op maat
Binnen de IDDS Groep bedrijven zijn wij gecertificeerd voor de monsterneming van grond voor partijkeuringen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit (BRL SIKB 1000 en VKB-protocol 1001) en gecertificeerd conform de BRL SIKB 2000 ten aanzien van het verrichten van veldwerkzaamheden. Het laboratoriumonderzoek wordt uitgevoerd door een RvA geaccrediteerd laboratorium en is AS3000 erkend. IDDS verklaart hierbij dat zij bij het verrichten van milieukundige begeleiding zoals omschreven in de BRL SIKB 6000 op geen enkele juridische, financiële, personele of andere wijze gelieerd of verbonden is aan de opdrachtgever(s). De directie heeft verder geen financieel belang bij het weergeven van het milieuhygiënische resultaat. Meer informatie over ons bedrijf en kwalificaties kunt u vinden op onze website www.idds.nl
1
4 t 1 1 1 1
Beschriiving van de locatie Op de locatie is een kinderdagverblijf gesitueerd. Het betreft een terrein met een oppervlakte van circa 893 mz. Het terrein waarop de verontreiniging is gesitueerd is in eigendom van de heer H.A.L. Verbeek. De globale ligging van de locatie is opgenomen in de overzichtskaart van bijlage 1.1. De kadastrale kaart en eigendomsgegevens zijn opgenomen in bijlage 2. VerontreiniAinqssituatie Op basis van het op de locatie uitgevoerde milieukundige bodemonderzoek blijkt dat de grond verontreinigd is met PAK. Uitgegaan is van een verontreinigingsspot met een omvang van circa 3 m2 in het bodemtraject van maaiveld tot ongeveer 0,7 m-mv. Hiervan is naar schatting minder dan 2 m3 grond sterk verontreinigd. In het grondwater worden geen noemenswaardige overschrijdingen gemeten.
Op aangeven van de Milieudienst West-Holland (d.d. 11 maart 2010) wordt het uitvoeren van een nader onderzoek niet noodzakelijk geacht. Hierbij dient wel, vooraf aan de beoogde herinrichting van de locatie, de verontreiniging ter plaatse van de (voormalige) boom te worden gesaneerd tot een diepte van maximaal 0,7 m-mv. Saneringsplan Op basis van het op de locatie uitgevoerde milieukundige bodemonderzoek is de verontreinigingssituatie in voldoende mate vastgesteld. Zodoende behoeft onderhavige sanering geen saneringsplan (mede vanuit kostentechnisch oogpunt bekeken).
M 1 1
~ 1
~
1 1
Evaluatie grondsanering op de locatie Zeemanlaan 22a te Leiden: 1005C085~JWl~rapl
2~4
1
~ t ~ 1
t ~ 1.
t 1 1 1 I
1 ~D!~D~S milieutechniek op maat
2. Uitgevoerde milieukundige werkzaamheden De ligging van de saneringslocatie is weergegeven in de situatietekening van bijlage 1.2. In bijlage 3 is een beknopte fotoreportage opgenomen. Ontclravinq Op 18 mei 2010 is op aanwijzing van de milieukundig begeleider aangevangen met het ontgraven van de verontreiniging met PAK in de grond. Vooraf is door de milieukundig begeleider op basis van de beschikbare onderzoeksgegevens en zintuiglijke waarnemingen de verontreinigingscontour bepaald. Vervolgens is de verontreinigde grond ontgraven. In overleg met het bevoegd gezag, zijnde Milieudienst West-Holland, is besloten de putbodem en putwanden niet te bemonsteren.
In verband met kostenbesparing, alsmede de geringe hoeveelheid verontreinigde grond, zijn door de milieukundig begeleider geen eindcontrolemonsters van de ontgravingsput genomen. Voornoemde is met de Milieudienst West-Holland kortgesloten. Afvoer verontreinigde grond De grond is over een totale oppervlakte van circa 3 m2 ontgraven tot een maximale diepte van 0,7 m-mv. In totaal is ten behoeve van de sanering een hoeveelheid van 3,36 ton verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd naar Van Diemen te Leiden. De verontreinigde grond is aldaar opgeslagen in container nummer 627. Van Diemen geeft aan dat de uiteindelijke afzet in een later stadium wordt bepaald. In bijlage 4 is de begeleidingsbrief inet weegresultaat van de afgevoerde grond opgenomen. De ontgravingsput is aangevuld met gebiedseigen grond.
M 1 1 1
~ ~ 1 1
Evaluatie grondsanering op de locatie Zeemanlaan 22a te Leiden: 1005C085~JWl~rapl
3~ 4
I ~D~~D~S milieutechniek op maat
4.
Evaluatie sanering
Op 18 mei 2010 heeft op de locatie Zeemanlaan 22a te Leiden een sanering van de restverontreiniging met PAK plaatsgevonden. In totaal is een hoeveelheid van 3,36 ton verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd naar Van Diemen te Leiden. In overleg met de Milieudienst West-Holland heeft geen eindcontrole van de in de ontgravingsput achtergebleven grond plaatsgevonden. Geadviseerd wordt om de onderhavige onderzoeksresultaten ter formalisering voor te leggen aan het bevoegd gezag, zijnde de gemeente Milieudienst West Holland, met het verzoek in te stemmen met het behaalde saneringsresultaat. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben géinformeerd. Hoogachtend, IDDS b.v. Noordwijk (ZH)
ing. R. Onrust (projectleider)
Bi'I~ agen: 1.1. Overzichtskaart Ontgravingstekening 1.2. 2. Kadastrale gegevens 3. Beknopte fotoreportage 4. Weegbon afgevoerde verontreinigde grond
Evaluatie grondsanering op de locatie Zeemanlaan 22a te Leiden: 1005C08S~JWl~rapl
4I4
~ 1
~ ~ ~ t 1
4 i 1
~ ~ 1
r ~ ~ 1
~ ~ i I
BIJLAGE 1 1.1 OVERZICHTSKAART 1.2 SITUATIETEKENING
~.,.
829 8297
0,7
7535
~ X {~-
boring boring met peilbuis bebouv~ing
-~-~-~-.-~M7535
begrenzing onderzoekslocatie kadastrale nummers huisnummer
ontgravingscontour ontgravingsdiepte m-mv
milieutechniek op maat '8a3R~YEHfIN(SENEO 3l. P0.41HU4 1M. T!W AC NOOPLYILN ~p TEL: Wt.b1t5lp. FA1C Ol I10.Y52~. EIWL' R.FO~fODYH
OMSCHRIJVING ZfEMANLMN 22A TE LEIDEN
PROJECT NR. 1005C085IJVW
r
w
r
r~ r ~
r
rt
rr
w~
~ r~
r
r
rr
r
1
~ ~ t ~ ~ ~ L ~ ~ ~ t ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ 1
~
BIJLAGE 2 KADASTRALE GEGEVENS
I Uittreksel Kadastrale Kaart
~ 1
~
12345 2s
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Voorlopige grens Bebouwing Overige topografie
Voor een eensluidend uittreksel, ZOETERMEER, 37 mei 2010 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
Uw referentie: 1005C085IMPIIJWI
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
LEIDEN M 7535
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de op enbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
~
Kadastraal bericht object
pagina 1 van 2
Kadaster
~ ~ t
Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzonderíng van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: Uw referentie: Toestandsdatum:
LEIDEN M 7535 Zeemanlaan 22A 2313 SZ LEIDEN 1005C085~MPI~JWI 28-5-2010
31-5-2010 11:41:34
Kadastraal object Kadastrale aanduiding: Grootte: Coiirdinaten: Omschrijving kadastraal object: Locatie:
Koopsom:
LEIDEN M 7535 8a93ca 94002-462802 BEDRI]VIGHEID (INDUSTRIE) Zeemanlaan 22 2313 SZ LEIDEN Zeemanlaan 22 A 2313 SZ LEIDEN C 1.385.000
(Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op:
25-3-1988
Jaar: 2004
Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de gemeentelijke beperkingenregistratie en de kadastrale registratie.
Gerechtigde EIGENDOM De heer Henri Adriaan Lourens Verbeek Hoofdstraat 31 2351 AA LEIDERDORP Geboren op: Geboren te: (Persoonsgegevens zijn conform GBA) Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: Recht ontleend aan: Eerst genoemde object in brondocument: Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Ellen Marion Konino Hoofdstraat 31 2351 AA LEIDERDORP Geboren op: Geboren te: (Persoonsgegevens zijn conform GBA) Ontleend aan:
I 1
21-05-1944 LEIDEN
HYP4 54903~12 d.d. 23-6-2008 LEIDEN M 7535 HYP4 ZOETERMEER 40453I4 d.d. 8-11-2004 LEIDEN M 7535
18-09-1953 LEIDEN BSA 506~3008 ZTM d.d. 30-5-2005
~ ~ ~ ~ ~
Kadastraal bericht object
pagina 2 van 2
Kadaster Betreft: Uw referentie: Toestandsdatum:
LEIDEN M 7535 Zeemanlaan 22A 2313 SZ LEIDEN 1005C085~MPI~JWI 28-5-2010
BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Ellen Marion Koning Hoofdstraat 31 2351 AA LEIDERDORP Geboren op: Geboren te: (Persoonsgegevens zijn conform GBA) Ontleend aan:
31-5-2010 11:41:34
18-09-1953 LEIDEN HYP4 54903112 d.d. 23-6-2008
Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.
~
~ ~ ~ ~ 1
~
~ ~
~ ~ ~ BIJLAGE 3 BEKNOPTEFOTOREPORTAGE
t ~ ~ ~ ~ ~ ~ 1
~ 1
FOTOREPORTAGE
~ 1
~ ~ 1 1
~ ~ ~ ~
~ ~
~ ~
r ~
~ ~ ~ ~ 1
B{JLAGE 4 WEEGBON AFGEVOERDE VERONTREINIGDE GROND
~ I
i
BEGELEIDINGSB IEF~
'
AN~ST (B2) (voorontdoener) INTERNE COPIE (D) I EXTRA BEWIJS VAN O Verplicht te gébruiken voor transport van afv stoffen I
~a~ Diemen
~iJ' r' ~qrïCáóë -: áfzérïdér'-' :~~.:
a.~,~;~-.~~.;.-, str`áa't~t~~n~;-:~
--------------------
mummer
------------------
Adm. Banckerlweg 32 2315 SR Leiden
~
Tel.: 071 - 5323082 Fax: 071 - 5323278
2 -- -.------ `~~': -----------{
1 4"
. ~ ; , . .. .. bntvanger ---'------------------: - straat t nr !t`j~E~b! í~ Postc..twoonpl --~C., ----~--- --~~: ------------------ ----
póstc: t wooripl. ---------
[Ll}VI~ -- -------'----------------------
-
-
r - -------------------
-G~ --L~-------- --------edrijfsnummer ---------------------I------ ------------------------- datum ontvangst transport--------- l-------inzameláár 5~:vervoeFd"er on~..anger 4:U , .. ,. ` ,
getransporteerd door 1' 0 afzender
~ inzaineláarlvérvqerder Ván Diernefi , ~, straat t;nr postc. t woónpl.~
t
Adm B7~icke ' eg~. -2315 SR Lei en
I-.
---
,
, '..
,
~rout:e-iniameling..
0 ja
.. VIHB. `nummér ~N~931 ~ lY1El8 - - - - - - ~,tei~st b;tsi~~tar, . ~za :. toe~icrm~
..
, "
a
bedri'fsnummer--------------------1
p ~,,,í kenteken ~~
~~
9~ ~~
ïnzamelaarsregeling (]ja
nee
repéterende vrachten. ~ ja zte toelichting ~-
nee
..~.. ... :- .,~~~,:. ;iwee,c.t.::'r~;;è
kQDUf(T :
-
ïa .- :.r
r:~~.~ f
- r';,é~.-0 f- ry:
4t~
Gf~~CDl~~~D ~C ~ R~T o ~áC e
1~a~~04~c~ 10840k~ :~,.~~.t} it~
m
a
~
Contaginern'umm~r:
Z stoffen tevens onder het ADR vállen dient hierboven ook alle verplichte ormatie conform het ADR te worden vermeld."
Auteursiecht: sva I Stichting Vervceradres. Den Haág
griffie Het v :rvoer geschiedt op de door sVa: ~ Stichting Vervoeradres ter van d ; arr.rechtbank te Amsterdam en Rótterdam gedeponeerde algemerie voorv aarden voor het afvalstoffenvervoer over de weg, Iaatste versie. l~ Voor ~ ansprakelijkheid vervp~rder z.o.z. nspdrteur voor ontvangst dè m'et yélijkgenummerde vrachtbri~- ~
t~ rn In plet -~s,t. . , .... ,..;,
36766089 handtekéning ontvanger (geadresseerde) voor goede onriangst dér zending met gelijkgenuirimerdévrachtbrief
'n.a~m fp plokJgtter~ ,
115
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
116
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
groep ruimte&milieu asbest grondlogistiek civiele techniek opleidingen arbo&veiligheid milieuprojecten handhaving bodem waterbeheer geluid&trillingen Caribbean
Akoestisch onderzoek Zeemanlaan 22a Leiden projectnummer GT l 00067
.1
Opdrachtgever:
Teddy Kids B.V. Herenstraat 64A 2313 AM Leiden
Versienummer:
1.0
Datum:
1 september 2010
Auteur:
ing. D.C. Blokland
Controle:
ing. R.R. van den Bout
// Paraaf
-■-.
:
<* C
'É
.
TAji^l [j ü i c
bk geluid&trillingen Zadelmakerstrant 150 Postbus 2111 1990 AC Velserbroek T 088 321 25 20 F 088 321 25 29 Comusbaan 47 Postbus 5011 2900 EA Capelle aan den IJssol
T 088 321 25 10 F 088 321 25 19 Newtonlaan 115 3584 BH Utrecht T 088 321 25 30 F 088 321 25 39 infofriJbkgeluJdtrillingen.nl www.bkgeluidtrillingen.nl Rabobanknr. 3836 57.555 K.vK. nr 24459961
mens en omgeving, samenspel van krachten, expansiedrift en leefomgeving vragen om een kundige regisseur die samen met u ambities realiseert, van u. van ons en van de uiteindelijke bewoners, plannen maken is samen werken.
bk geluid&trillingen pagina 8 van 8
5
Conclusie
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de berekende geluidniveaus ter plaatse van de omliggende woningen voldoen aan de eisen uit het Activiteitenbesluit. Naar verwachting zal de situatie niet leiden tot hinder en wordt daarmee voldaan aan goede ruimtelijke ordening. Uit oogpunt van geluid is er geen reden om de bestemmingsplanwijziging niet door te voeren.
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
bk geluid&trillingen pagina 2 van 8
InhOUdSOpgaVe 1
2
3 4 5
Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Gegevens Uitgangspunten 2.1 Situatie 2.2 Activiteiten 2.3 Representatieve situatie 2.4 Activiteitenbesluit Geluidbronnen en berekeningen Rekenresultaten Conclusie
pagina 3 3 3 4 4 4 5 5 6 7 8
Bijlagen 1 2 3 4
Berekening bedrijfsduurcorrecties Invoergegevens rekenmodel Rekenresultaten Figuren
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
bk geluid&trillingen pagina 3 van 8
Inleiding 1.1
Algemeen
In opdracht van Teddy Kids B.V. is door bk geluid&trillingen een geluidonderzoek uitgevoerd voor de locatie aan de Zeemanlaan 22a te Leiden. Aanleiding voor het onderzoek is een aanpassing van het bestemmingsplan ten einde de realisatie mogelijk te maken. Doel van het onderzoek is het bepalen van de verwachte geluidbelasting ter plaatse van de omliggende woningen en toetsing aan de van toepassing zijnde eisen.
1.2
Gegevens
Ten behoeve van het voorliggend onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: 1. Activiteitenbesluit; 2. Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai HMRI-1999. 3. Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening (1998). 4. Tekeningen van de locatie.
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
bk geluid&trillingen pagina 4 van 8
Uitgangspunten 2.1
Situatie
Teddy Kids Palace is voornemens zich te vestigen aan de Zeemanlaan 22a te Leiden. Binnen het pand zal verschillende vormen van kinderopvang worden aangeboden. De opvang van kinderen tot vier jaar vindt plaats op de bovenverdieping. De buitenruimte op begane grond niveau zal worden gebruikt als buitenspeelruimte voor de kinderen. De buitenruimte op de l ste verdieping zal niet worden gebruikt voor buiten spelen. Figuur 1. Locatie
2.2
Activiteiten
De aard van de inrichting betreft kinderopvang. Bij de berekening is van de gebruikelijke periodes uitgegaan conform het Activiteitenbesluit, dat wil zeggen: • dagperiode tussen 07.00 -19.00 uur; • avondperiode tussen 19.00 - 23.00 uur; • nachtperiode tussen 23.00 - 07.00 uur.
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
bk geluid&trillingen pagina 5 van 8
2.3
Representatieve situatie
De opvang is geopend van 7.00 tot 19.00 uur. Buiten deze tijden vinden geen akoestisch relevante activiteiten plaats. De kinderopvang is gesitueerd op de bovenverdieping van het pand. Op de verdieping zijn verschillende ruimten aanwezig waar kinderen tot vier jaar worden opgevangen. Bij goed weer wordt de mogelijkheid geboden om de kinderen buiten te laten slapen. Dit vindt plaats op het balkon. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de buitenruimte op de verdieping niet voor andere (akoestisch relevante) doeleinden zal worden gebruikt. In het onderzoek is uitgegaan van een zomersituatie waarbij vijftien kinderen gedurende tien uur buiten verblijven (wisselende bezetting). Voor de baby's op de bovenverdieping is uitgegaan dat deze slechts zeer kortdurend buiten verblijven als ze wakker zijn. In totaal is hiervoor uitgegaan van 0,5 uur.
2.4
Activiteitenbesluit
In het kader van ruimtelijke ordening moet stemgeluid van kinderen worden meegewogen in de beoordeling of sprake is van goede ruimtelijk ordening. Hoewel in het kader van het Activiteitenbesluit deze plicht niet bestaat, worden de berekende geluidniveaus getoetst aan de geluideisen uit het Activiteitenbesluit. Indien aan de normen wordt voldaan kan worden gesteld dat geen hinder op zal treden en daarmee sprake is van goede ruimtelijke ordening. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (Ur.LT) en het maximaal geluidsniveau (LAmax), veroorzaakt door: • de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen; • de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten geldt dat de niveaus op de in tabel 1 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer mogen bedragen dan de in de tabel aangegeven waarden. label 1: normen
Ur.LT op d e gevel van gevoelige gebouwen 1 A.IT i n in_ o n r%r\r\r\nr\riinci
07.00-19.00 uur
19.00-23.00 uur
23.00-07.00 uur
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
ne-yrte-lici--
gebouwen Umax o p de gevel van gevoelige gebouwen l-Amcx in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
bk geluid&trillingen pagina 6 van 8
Geluidbronnen en berekeningen Op basis van metingen verricht door ons bureau bij vergelijkbare situatie en de literatuur (onder andere de VDI3770) is gekomen tot een gemiddelde bronsterkte voor spelende kinderen van 77 dB(A) en een maximaal geluidniveau van 97 dB(A). Voor het berekenen van de immissies in de omgeving van de inrichting is de specialistische methode II uit het voorschrift HMRI-99 toegepast. Deze methode gaat uit van de bronvermogens van de relevante geluidbronnen, Deze methode verdient in dit geval de voorkeur omdat de diverse bronnen afzonderlijk beschouwd worden waardoor de dominantie van de diverse bronnen op de immissiepunten in de omgeving bepaald kunnen worden, alsmede om de eventuele geluidbeperkende maatregelen aan de bronnen of in het overdrachtsgebied te kunnen bepalen. De activiteiten op het terrein zijn gemodelleerd door middel van een aantal puntbronnen. Een overzicht van de invoergegevens in het rekenmodel is opgenomen in bijlage 2. Voor de berekening van de bedrijfsduurcorrecties wordt verwezen naar bijlage 1.
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
bk geluid&trillingen pagina 7 van 8
4
Rekenresultaten
Een overzicht van de berekende geluidniveaus (UT.LT) is gegeven in de tabel 2. De berekenblaU^nT 1
den zijn opgenomen in bijlage 3.
tabel 2: langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus Ur.u in dB(A) id
Omschrijving
D a g JU.max
A V O n d U,max
N a C h t LA.max
101 102 103 104 105 106 107
Lammenschansweg 42 Lammenschansweg 44 Lammenschansweg 46 Lammenschansweg 48 Zeemanlaan 14/14a Zeemanlaan 10/10a Zeemanlaan 24 Zeemanlaan 26
47 42 44 39 49 47
-
-
45
40
108 Geluideis
30 28 50
In tabel 3 zijn de berekende maximale geluidniveaus opgenomen. tabel 3: maximale geluidniveaus m.max in dB(A) id
Omschrijving
D a g LA.max
A V O n d U,max
N a c h t U,max
101 102 103
Lammenschansweg 42 Lammenschansweg 44 Lammenschansweg 46 Lammenschansweg 48 Zeemanlaan 14/14a Zeemanlaan 10/10a Zeemanlaan 24 Zeemanlaan 26
61 54
-
-
-
-
65
60
104 105 106 107 108 Geluideis
55 51 60 58 56 54 70
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
bk geluid&trillingen pagina 8 van 8
5
Conclusie
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat d e berekende geluidniveaus ter plaatse van de omliggende woningen voldoen aan de eisen uit het Activiteitenbesluit. Naar verwachting zal d e situatie niet leiden tot hinder en wordt daarmee voldaan aan goede ruimtelijke ordening. Uit oogpunt van geluid is er geen reden om de bestemmingsplanwijziging niet door te voeren.
Zeemanlaan 22a Leiden Akoestisch onderzoek | GT100067 | 1 september 2010
Bijlage
1
Berekening bedrijfsduurcorrecties
Pagina 1
stationaire bronnen
Stationaire bronnen Omschrijving Buitenspelen Baby's buiten
Aantal bronnen Aantal cycli per periode Dag Avond Nacht 1 1
-
-
Tij'd per cyclus [min Bedrijfstijd totaal per activiteit [uren] Bedrijfsduurcorrectie per deelbron [dB] Dag Nacht Avond Dag Avond Nacht 10,0 0,8 0,5 13,8
-
-
-
Cb-berek
-
Bijlage
2
Invoergegevens rekenmodel
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Model: Groep:
Bijlage 2 Invoergegevens
eerste model Zeemanlaan - Leiden (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai
Naam OB901 OB902 OB903 OB904 OB905
Omschr, Woningen Woningen Woningen Kerk Woningen
94023,17 94003,86 93955,07 93969,19 93963,66
x-l
Y-l 462797,49 462772,92 462806,27 462836,76 462799,40
Hoogte 8,00 8,00 10,00 10,00 8,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
OB906 OB907 OB910 0B911 OB912
Kantoor Kerk Bebouwing - BG Bebouwing - 1ste Noklijn
93964,19 94002,73 94006,28 94010,71 94012,03
462805,47 462832,85 462783,68 462801,79 462802,34
2,80 18,00 3,30 6,40 7,30
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
OB913 OB914 OB915 OB916
Schuur Schuur Schuur Schuur
93965,46 93974,39 93979,74 93988,20
462818,94 462793,41 462787,28 462789,53
3,00 3,00 3,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0 0 0 0
dB dB dB dB
Geomilieu Vl.60
Refl. 500
31-8-2010 8:25:09
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Model: Groep:
Naam BG401 BG402 BG403
Bijlage 2 Invoergegevens
eerste model Zeemanlaan - Leiden (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebie den, voor reJeerimet Omschr. Tuinen Tuinen Tuinen
X-l 94017,.02 93995,.10 93965,.85
Geomilieu Vl.60
Y-l 462805, 11 462791, 12 462822, 60
Bf 0,,50 0,.50 0.,50
31-8-2010 8:25:09
Bijlage 2 Invoergegevens
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Model: Groep:
eerste model Zeemanlaan - Leiden (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschr. Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
X 93977, 69 93977, 62 93977, 33 93976, 79 93979, 09
Y 462818, 34 462814, 46 462810, 65 462806, 88 462804, 18
Lwr Ik 74, 00 74, 00 74, 00 74, 00 74, 00
Lwr 63 36, 00 36, 00 36, 00 36, 00 36, 00
Lwr 125 49, 00 49, 00 49, 00 49, 00 49, 00
Lwr 250 59, 00 59, 00 59, 00 59, 00 59, 00
Lwr 500 69, 00 69, 00 69, 00 69, 00 69, 00
36, 00
49, 00
59, 00
69, 00
71,
59, 00
71, 00
59, 00 59, 00 59, 00
69, 00 69, 00 69, 00 69, 00
00
36, 00 36, 00 36, 00
49, 00 49, 00 49, 00 49, 00
74, 74, 74, 74, 74,
00
36, 00
00 00 00
71,.00 71,■ 00 71,.00
29, 00 29, 00 29, 00 29, 00 29, 00
36, 00 36, 00 36, 00 36, 00 36, 00
49, oc 49, 00 49, 00 49, 00 49, 00
59,■ 00 59, 00 59, 00 59, 00 59, 00
69, 00 69, 00 69, 00 69, 00 69, 00
74, 74, 74, 74, 74,
00 00 00 00 00
71,,00 71, 00 71,.00 71,.00 71, 00
Hoogte 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
Maaiveld 0, 00 0, 00 0, 00 0, 00 o,00
Richt. 0, 00 0, 00 0, 00 o,00 0, 00
Hoek 360, 00 360, 00 360, 00 360, 00 360, 00
Normale Normale Normale Normale Normale
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Lwr 31 29, 00 29, 00 29, 00 29, 00 29, 00
462799, 97
0,50
0, 00
o,00
360, 00
Normale puntbron
462801, 00
0,50
0,00
360, 00
Normale puntbron
462798, 66 462814, 77 462818, 00
0,50 0,50 0,50
0, 00 0, 00 0, 00 0, 00
0, 00 0, 00 0, 00
360, 00 360, 00 360, 00
Normale puntbron Normale puntbron Normale puntbron
29, 00 29, 00 29, 00 29, 00 29, 00
05 67 41 35 63
462802, 81 462798, 05 462808, 56 462812, 56 462816, 58
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
0,.00 0, 00 0, 00 0, 00 0, 00
0, 00 0, 00 0, 00 0, 00 0, 00
360, 360, 360, 360, 360,
00 00 00 00 00
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Lwr 2k 71, 00 71, 00 71, 00 71, 00 71, 00
oc
PB30 6
Spelende kinderen
PB307
Spelende kinderen
PB308 PB30 9 PB310
Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
93975, 03 93980, 22 93982, 05 93981, 37 93981, 59
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
93976, 93977, 93979, 93979, 93979,
PB316 PB401 PB402 PB4 03 PB404
Baby buiten Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
-
max max max max
94009, 14 93977, 76 93977, 69 93977, 40 93976, 86
462806, 83 462817, 34 462813, 46 462809, 65 462805,.88
1,00 0,50 0,50 0,50 0,50
3, 30 0,,00 0,.00 0,.00 0,.00
0, 00 0, 00 0, 00 0, 0,
360, 00 360, 00 360,,00 360, 00 360,,00
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
29, 00 49,■ 00 49, 00 49,,00 49, 00
36,■ 00 56,.00 56,.00 56,.00 56, 00
49, 00 69, 00 69, 00 69, 00 69,,00
59, 00 79,.00 79, 00 79,.00 79, 00
69, 00 89,-00 89,.00 89,.00 89,.00
74, 00 94,,00 94,,00 94,,00 94,.00
71, 00 91,.00 91 ,00 91 ,00 91.,00
PB405 PB406 PB4 07 PB408 PB40 9
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
-
max max max max max
93979, 16 93975,.10 93980, 29 93982,,12 93981,.44
462803, 18 462798, 97 462800, 00 462797, 66 462813,,77
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
0,■ 00 0, 00 0,,00 0,,00 0,,00
0, 00 0,.00 0,.00 0, 00 0, 00
360, 00 360,,00 360,,00 360,,00 360,,00
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
49, 00 49, 00 49,,00 49,.00 49, 00
56, 00 56,,00 56, 00 56, 00 56, 00
69, 00 69, 00 69, 00 69,.00 69, 00
79, 00 79, 00 79,.00 79,.00 79, 00
89, 89, 89, 89, 89,
00 00 00 00 00
94,.00 94,.00 94,.00 94,,00 94, 00
91,.00 91,,00 91,,00 91, 91,.00
PB410 PB411 PB412 PB413 PB414
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
-
max max max max max
93981,.66 93976,,12 93977,,74 93979, 48 93979, 42
462817,.00 462801,.81 462797,,05 462807,.56 462811,,56
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
0 ,00 0,,00 0 ,00 0., 00 0,,00
0,■ 00 0, 00 0,,00 0,,00 0,, 00
360,.00 360,,00 360,,00 360 , 00 360,, 00
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
49, 00 49,.00 49,.00 49,,00 49., 00
56, 00 56, co 56,,00 56,,00 56,,00
69, 00 69,.00 69,,00 69 00 69,,00
79, 00 79, 00 79,,00 79.,00 79.,00
89, 00 89, 00 89,,00 89 ,00 89 ,00
94, 00 94,,00 94,,00 94 ,00 94 ,00
91, 00 91, 00 91 ,00 91 ,00 91 ,00
PB415 PB416
Spelende kinderen - max Baby buiten - max
93979,,70 94009, 21
462815,,58 462805,,83
0,50 1,00
0,.00 3,.30
0, 00
o,,00
360,,00 360,,00
Normale puntbron N o r m a l e puntbron
49,,00 49, 00
56,-00 56, 00
69,,00 69,.00
79,-00 79,.00
89, 00 89, 00
94,,00 94, 00
91,.00 91:-00
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
Geomilieu Vl.60
co oc
.oc
31-8-2010 8:25:09
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Model: Groep:
Naam SC801 SC802
Bijlage 2 Invoergegevens
eerste model Zeemanlaan - Leiden (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Omschr. Afscherming buitenspeelruimte Ballustrade
Geomilieu Vl.60
Industrielawaai - IL
X^l 93995,17 94013,74
ïjvL 462793,06 462804,28
H-l 2,20 4,50
M-l 0,00 0,00
Cp 0 dB 0 dB
Refl.L Ik 0,80 0,80
Refl.R 125 0,80 0,80
31-8-2010 8:25:09
fM W CD §3 Ol >
O
in
_ro cu ^ ex CD
CN
&
66 o
O
o
i-J
>
CN 00
C
i i-H
ro
3
£
O
O
O
O
O
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
ro o o o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
C O) T3
fj fl fD rsi rsj
c CU
o o o o» r cu rN ID
o (0 o Èt rö H tl) 4-1 co M 0) 0J
c tt) g O O N3
O
c (0
T) 'M -P o co O -r-i ^ -H ~ ^
3
tsj O O co co ffl ffl
H
n O ro CQ
CM P-i CU
^ in CD o co co CQ CQ CM DJ
U3 O (O CQ D-i
rO CO CQ CM
CO O to CQ CM
Cft O O r-M CO CO CD CQ DJ
DJ
H N f i-H i-l CO CO CQ CQ Cu Cu
o i-I CO CQ
^ i i-( CO CQ D J Cu
n i-H 00 CQ CU
M> rH T-\ O CO ^ J 1 CQ CQ Qj DJ
O
CM CO ^r O O ^ 7>P ^ t * CQ CQ CQ CM CM CU
in ID r- t» m o o o o o ^
^
"3*
«3 1
o HCM m ■? i-l J-\ i H i H i-f
"iJ 1
CQ CQ CQ CQ CQ Cu D J D J Dj CU
PQ CQ CQ CQ CC DJ CU D J D J CM
CQ PQ CM CM
E o cu ID
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Model : Groep :
Bijlage 2 Invoergegevens
eerste model Zeemanlaan - Leiden (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor re kenmethode In dustr Lelawaai - IL
Naam 101 102 103 104 105
Omschr. Lammenschansweg 42 Lammenschansweg 44 Lammenschansweg 4 6 Lammenschansweg 48 Zeemanlaan 14 /14a
X 93965,69 93965,03 93968,81 93960,87 93975,29
Y 462820,93 462813,74 462803,33 462797,63 462777,12
Maa iveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hoogte A 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
Hoogte B
Hoogte C
5,00
7,50
106 107 108
Zeemanlaan 10 / 10a Zeemanlaan 24 Zeemanlaan 26
93963,26 94018,58 94023,12
462774,44 462807,17 462810,82
0,00 0,00 0,00
1,50 1,50 1,50
5,00
7,50
Geomilieu VI.60
— — — —
— --
Hoogte D
Hoogte E
Hoogte F
31-8-2010 8:25:09
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Mode 1: Lijst van:
Bijlage 2 Invoergegevens
Groepenbeheer eerste model Zeemanlaan - Leiden Alle items
Groep (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep)
Itemtype Bodemgebied Bodemgebied Bodemgebied Gebouw Gebouw
Naam BG401 BG402 BG403 OB901 OB902
Omschrijving Tuinen Tuinen Tuinen Woningen Woningen
(hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep)
Gebouw Gebouw Gebouw Gebouw Gebouw
OB903 OB904 OB905 OB906 OB907
Woningen Kerk Woningen Kantoor Kerk
(hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep)
Gebouw Gebouw Gebouw Gebouw Gebouw
OB910 OB911 OB912 OB913 OB914
Bebouwing - BG Bebouwing - 1ste Noklijn Schuur Schuur
(hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep)
Gebouw Gebouw Scherm Scherm Toetspunt
OB915 OB916 SC801 SC802 101
Schuur Schuur Afscherming buitenspeelruimte Ballustrade Lammenschansweg 42
(hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep) (hoofdgroep)
Toetspunt Toetspunt Toetspunt Toetspunt Toetspunt
102 103 104 105 106
Lammenschansweg 44 Lammenschansweg 46 Lammenschansweg 48 Zeemanlaan 14 /14a Zeemanlaan 10 / 10a
(hoofdgroep) (hoofdgroep) LA,max LA,max LA,max
Toetspunt Toetspunt Puntbron Puntbron Puntbron
107 108 PB401 PB402 PB40 3
Zeemanlaan 24 Zeemanlaan 26 Spelende kinderen - max Spelende kinderen - max Spelende kinderen - max
LA,max LA,max LA, max LA, max LA,max
Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron
PB404 PB405 PB40 6 PB4 07 PB408
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
LA,max LA,max
Puntbron Puntbron
PB409 PB410
Spelende kinderen - max Spelende kinderen - max
Geomilieu Vl.60
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
-
max max max max max
31-8-2010 10:19:58
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: Lijst van:
Bijlage 2 Invoergegevens
Groepenbeheer eerste model Zeemanlaan - Leiden Alle items
Groep LA,max LA,max LA,max LA,max• LA,max
Itemtype Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron
Naam PB411 PB412 PB413 PB414 PB415
Omschrijving Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
LA,max LAr,lt LAr,lt LAr,lt LAr,lt
Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron
PB416 PB301 PB302 PB303 PB304
Baby buiten - max Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
LAr,lt LAr,lt LAr,lt LAr,lt LAr,lt
Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron
PB305 PB306 PB307 PB308 PB309
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
LAr,lt LAr,lt LAr,lt LAr,lt LAr,lt
Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron Puntbron
PB310 PB311 PB312 PB313 PB314
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
LAr,lt LAr,lt
Puntbron Puntbron
PB315 PB316
Spelende kinderen Baby buiten
Geomilieu Vl.60
-
max max max max max
31-8-2010 10:19:58
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model:
Bijlage 2 Invoergegevens
Lijst van model eigenschappen eerste model
Model eigenschap Omschrijving Verantwoorden j ke Rekenmethode Modelgrenzen Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met Origineel project
eerste model NielsBl IL (93768,00, 462693,00) - (94146,00, 462980,00) NielsBl op 25-8-2010 nielsbl op 31-8-2010 Geomilieu VI.60 Niet van toepassing
Originele omschrijving Geïmporteerd door Definitief Definitief verklaard door
Niet Niet Niet Niet
Standaard maaiveldhoogte Rekenhoogte contouren Detailniveau toetspunt resultaten Detailniveau resultaten grids
0 4 Bronresultaten Totaalresultaten
Meteorologische correctie Standaard bodemfactor Absorptie standaarden Luchtdemping [dB/km] Aandachtsgebied
Toepassen standaard, 5,0
van van van van
toepassing toepassing toepassing toepassing
HfKI-II.8 0,02 0,07 0,25 0,76 1,63 2,86 6,23 19,00 67,40
Dynamische foutmarge
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:20:31
Bijlage
3
Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: Groep: Groepsreduct ie:
Bijlage 3 Rekenresultaten
Resultatentabel eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten LAr,lt Nee
Naam Toetspunt 101 A 102 A 103 A 104 A 105_A
Omschrijving Lanunenschansweg 42 Lammenschansweg 44 Lanunenschansweg 4 6 Lammenschansweg 48 Zeemanlaan 14 /14a
105 B 105 C 106 A 106 B 106_C
Zeemanlaan Zeemanlaan Zeemanlaan Zeemanlaan Zeemanlaan
107 A 108 A
Zeemanlaan 24 Zeemanlaan 26
14 14 10 10 10
/14a /14a / 10a / 10a / 10a
Hoogte 1 50 1 50 1 50 1 50 1 50 5 7 1 5 7
00 50 50 00 50
1 50 1 50
Dag 46 7 42 1 44 5 39 4 36 8 47 49 36 45 47
3 0 5 7 1
30 3 28 3
Avond
Nacht
Etmaal 46 7 42 1 44 5 39 4 36 8
47 43 45 40 39
6 0 4 6 2
47 49 36 45 47
48 49 39 46 47
1 8 5 5 9
3 0 5 7 1
30 3 28 3
37 7 36 0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu Vl.60
31-8-2010 10:21:44
Bijlage 3 Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel eerste model LAeq totaalresultaten voor toetspunten LA,max Nee
Naam Toetspunt 101 A 102 A 103 A 104 A 105_A
Omschrijving Lammenschansweg 42 Lammenschansweg 44 Lammenschansweg 4 6 Lammenschansweg 48 Zeemanlaan 14 /14a
105 B 105 C 106 A 106 B 106_C
Zeemanlaan Zeemanlaan Zeemanlaan Zeemanlaan Zeemanlaan
107 A 108 A
Zeemanlaan 24 Zeemanlaan 26
14 14 10 10 10
/14a /14a / 10a / 10a / 10a
Hoogte 1 50 1 50 1 50 1 50 1 50 5 7 1 5 7
00 50 50 00 50
1 50 1 50
Dag 66 3 62 1 64 4 58 6 56 9 66 68 56 65 67
9 9 4 5 0
51 6 48 1
Avond
Nacht
Etmaal 66 3 62 1 64 1 58 6 56 9
67 63 65 59 59
2 0 3 7 1
9 9 4 5 0
67 69 59 66 67
7 7 3 3 8
66 68 56 65 67
51, 6 48 1
58 4 55 9
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:46
Bijlage 3 Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 101 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Lammenschansweg 42 Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB316
Baby buiten
Resultatentabel eerste model L01 A - Lammenschansweg 42 LAr,lt Nee
Hoogte 1,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
Dag 46,7 40,8 31,5 29,7 28,2 27,6
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
19,8 26,0 25,6 39,1 40,1
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
26,1 23,3 29,7 30,3 39,8
1,00
8,2
Avond
— — — — — — — — — — — — — — — —
Nacht
Etmaal 46,7 40,8 31,5 29,7 28,2 27,6
Li 47,6 41,6 32,3 30,5 29,0 28,8
19,8 26,0 25,6 39,1 40,1
21,2 27,7 27,7 39,9 40,9
26,1 23,3 29,7 30,3 39,8
27,1 25,2 30,5 31,1 40,6
8,2
24,3
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067
Bijlage 3 Rekenresultaten Resultatentabel eerste model 102_A - Lammenschansweg 44 LAr,lt Nee
Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 102 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Lammenschansweg 44 Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
22 27 27 30 32
2 5 4 8 9
22 27 27 30 32
2 5 4 8 9
23 28 28 31 33
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
26 26 31 33 32
6 1 1 6 9
26 26 31 33 32
6 1 1 6 9
27 4 26 9 31, 9 34 4 33 7
PB316
Baby buiten
2,1
18,1
Hoogte 1,50 0 50 0 50 0 50 0 50 0 50
1,00
Dag 42,1 31 6 30 7 31 0 30 1 28 2
2,1
Avond
Nacht
—
—
Etmaal 42,1 31 6 30 7 31 0 30 1 28 2
Li 43,0 32 4 31 5 31 8 30 9 29 0 0 3 8 6 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu Vl.60
31-8-2010 10:54:18
Bijlage 3 Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Resultatentabel e e r s t e model 103_A - Lammenschansweg 46 LAr,lt Nee
Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep:
Groepsreductie:
Naam Bron/Groep 103 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Lammenschansweg 4 6 Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
33 33 34 30 30
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
PB316
Baby buiten
Hoogte 1,50 0 50 0 50 0 50 0 50 0 50
Dag 44,5 28 4 31 8 33, 1 33 8 32 4
Avond
Etmaal 44,5 28 4 31 8 33 1 33 8 32 4
Li 45,4 29 2 32 6 33 9 34 e 33 2
4 8 2 8 9
33 33 34 30 30
4 8 2 8 9
34 2 34 e 35 0 31 e 31 7
50 50 50 50 50
34 3 33 7 33 8 33, 2 29 1
34 33 33 33 29
3 7 8 2 1
35 34 34 34
1 00
11 2
11,2
—
Nacht
—
1 5 5 0 29 9 26,9
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067
Bijlage 3 Rekenresultaten
Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toets ount: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Gro ep 104 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Lammenschansweg 48 Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB316
Baby buiten
Resultatentabel eerste model 104_A - Lammenschansweg 48 LAr,lt Nee
Hoogte 1,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
Dag 39,4 24,9 28,8 33,1 25,1 26,6
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
26,1 29,9 29,7 21, 9 22,9
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
25,9 29,1 27,2 24,9 21,2
1,00
3,5
Avond
— — — — — — — — — — —
— — — — __
Nacht
Etmaal 39,4 24,9 28,8 33,1 25,1 26,6
Li 40,6 26,9 30,4 34,1 25,9 27,4
26,1 29,9 29,7 21,9 22,9
26,9 30,7 30,7 24,0 25,3
25,9 29,1 27,2 24,9 21,2
26,7 29,9 28,3 26,5 23,2
3,5
19,7
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Bijlage 3 Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toets aunt: Groep: Groepsre ductie: Naam Bron/Groep 105 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 14 /14a Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB316
Baby buiten
Resultatentabe 1 eerste model 105 A - Zeeman laan 14 /14a LAr.lt Nee
Hoogte 1,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
Dag 36,8 24,7 25,5 25,9 23,9 24,8
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
28,1 25,1 22,6 23,9 23,6
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
25,4 27, 6 23,0 22,5 24,6
1,00
-1,7
Avond
— — — — — — — — — — — — — — — — —
Nacht
— — — — — — — — — — — — — — — — —
Etmaal 36,8 24,7 25,5 25,9 23,9 24,8
Li 39,2 28,0 28,6 28,7 26,3 26,9
28,1 25,1 22,6 23,9 23,6
29,5 26,8 24,0 27,0 26,9
25,4 27,6 23,0 22,5 24,6
27,3 28,6 25,7 25,5 27,9
-1,7
14,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067
Bijlage 3 Rekenresultaten
Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 105 B PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 14 /14a Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB30 6 PB307 PB30 8 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB316
Baby buiten
Resultatentabe 1 serste model 105 B - Zeeman laan 14 /14a [.Ar.lt Nee
Hoogte 5,00 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
Dag 47,3 36,9 35,2 35,4 35,1 35,0
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
36,9 35,0 25,2 37,5 37,0
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
33,3 36,1 35,8 35,4 35,2
1,00
1,5
Avond
— — — — -—
— — -— — — — — ---
Nacht
— — — — — — — — — — — — — — — — —
Etmaal 47,3 36,9 35,2 35,4 35,1 35,0
Li 48,1 37,7 36,0 36,2 35,9 35,8
36,9 35,0 25,2 37,5 37,0
37,7 35,8 25,9 38,3 37,8
33,3 36,1 35,8 35,4 35,2
34,1 36,9 36,6 36,1 36,0
1,5
15,3
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Bijlage 3 Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel eerste model 105_C - Zeemanlaan 14 /14a LAr,lt Nee
Naam Bron/Groep 105 C EB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 14 /14a Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB30 9 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
39 38 26 37 37
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
PB316
Baby buiten
1 00
Hoogte 7,50 0 50 0 50 0 50 0 50 0 50
Dag 49,0 35 2 35 6 36 3 37 0 38 9
Avond
—
Nacht
—
Etmaal 49,0 35 2 35 6 36 3 37 0 38 9
Li 49,8 35 9 36 4 37 0 37 8 39 7
7 6 9 5 1
40 39 27 38 37
5 4 7 3
38 5 39 4 36 6 35 9 35, 3
38 5 39 4 36 6 35, 9 35 3
39 40 37 36 36
3 1 4 7 1
2 3
2,3
7 6 9 5 1
39 38 26 37 37
e
16,1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067
Bijlage 3 Rekenresultaten
Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 106 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 10 / 10a Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB316
Baby buiten
Resultat entabel eerste model 106 A - Zeemanl aan 10 / 10a LAr,lt Nee
Hoogte 1,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
Dag 36,5 24,8 25,1 23,2 23,3 26,5
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
25,8 26,6 19,9 23,5 23,1
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
25,6 24,5 24,4 25,4 24,8
1,00
-2,5
Avond
— — — — — — — — — — — — — — — — --
Nacht
— — — — — — — — — -— — — — — ---
Li
Etmaal 36,5 24,8 25,1 23,2 23,3 26,5
39,5 28,4 28,5 26,4 26,2 29,3
25,8 26,6 19,9 23,5 23,1
28,0 29,3 22,4 27,0 26,8
25,6 24,5 24,4 25,4 24,8
28,2 26,7 27,5 28,7 28,4
-2,5
14,1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Bijlage 3 Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsre ductie: Naam Bron/Gro ep 106 B PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 10 / 10a Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB30 9 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
PB316
Baby buiten
Re sultatentabel eerste model 106 B - Zeemanlaan 10 / 10a LAr,lt Nee
Hoogte 5,00 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
Dag 45,7 34,1 35,0 32,2 31,7 35,9
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
33,3 33,1 23,5 34,1 33,8
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
34,6 30,2 34,4 36,2 35,8
1,00
1,3
Avond
— — — — — —
— — — — — — — — — __
Nacht
Etmaal 45,7 34,1 35,0 32,2 31,7 35,9
Li 46,5 34,9 35,8 33,0 32,4 36,7
33,3 33,1 23,5 34,1 33,8
34,1 33,9 24,3 34,9 34,6
34,6 30,2 34,4 36,2 35,8
35,4 31,0 35,2 37,0 36,6
1/3
15,1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067
Bijlage 3 Rekenresultaten Resultatentabel eerste model 106_C - Zeemanlaan 10 / LAr,lt Nee
Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 106 C PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 10 / 10a Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB30 9 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
35 36 25 34 34
2 4 3 3 0
35 36 25 34 34
2 4 3 3 0
36 37 26 35 34
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
36 33 35 36 36
8 6 2 6 1
36 33 35 36 36
8 6 2 6 1
37 6 34 4 36 0 37 4 36, 9
PB316
Baby buiten
Hoogte 7,50 0 50 0 50 0 50 0 50 0 50
1, 00
Dag 47,1 35 4 36 0 34 5 34 5 37 6
3 2
Avond
—
Nacht
—
Etmaal 47,1 35 4 36 0 34 5 34 5 37 6
Li 47,9 36 2 36 8 35 3 35 3 38 4 0 2 1 1 8
3,2 17,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Bijlage 3 Rekenresultaten
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel eerste model 107_A - Zeemanlaan 24 LAr,lt Nee
Naam Bron/Groep 107 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 24 Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB30 9 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
15 14 14 16 21
1 5 5 2 7
15 14 14 16 21
1 5 5 2 7
18 17 17 19 24
6 7 7 4 9
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
50 50 50 50 50
14 8 14 1 11 6 15 6 20, 5
14 14 11 15 20
8 1 6 6 5
18 17 14 18 23
3 5 9 9 8
PB316
Baby buiten
1,00
22,1
22,1
Hoogte 1,50 0 50 0 50 0 50 0 50 0 50
Dag 30,3 24 8 15 5 14 3 14 7 14 3
Avond
—
Nacht
—
Etmaal 30,3 24 8 15 5 14 3 14 7 14 3
Li 37,7 28 3 18 9 17 7 18 1 17 6
35,9
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Zeemanlaan 22a te Leiden GT100067
Bijlage 3 Rekenresultaten Resultatentabel eerste model 108_A - Zeemanlaan 26 LAr,lt Nee
Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 108 A PB301 PB302 PB303 PB304 PB305
Omschrijving Zeemanlaan 2 6 Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen Spelende kinderen
PB306 PB307 PB308 PB309 PB310
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
0 0 0 0 0
PB311 PB312 PB313 PB314 PB315
Spelende Spelende Spelende Spelende Spelende
kinderen kinderen kinderen kinderen kinderen
PB316
Baby buiten
Hoogte 1,50 0 50 0 50 0 50 0 50 0 50 50 50 50 50 50
Dag 28,3 17 5 15 7 16 2 15 9 13 7 15 14 13 15 17
Avond
—
Nacht
—
Etmaal 28,3 17 5 15 7 16 2 15 9 13 7
Li 36,0 21 2 19 3 19 8 19 6 17 3
1 1 6 9 6
15 14 13 15 17
1 1 6 9 6
18 17 17 19 21
0 50 0 50 0, 50 0, 50 0 50
14 8 15 3 15 5 14 9 17, 2
14 15 15 14 17
8 3 5 9 2
18 5 18 9 19 1 18 4 20, 7
1,00
20,5
20,5
34,3
9 6 1 3 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu VI.60
31-8-2010 10:54:18
Bijlage
4
Figuren
N N ^ - ^ ^ I
Bodemgebied Gebouw
a> 3 o o o 3 CU
cu zs
-vl
— | m ei.
462800
□0 O e CL
PP
Z>
ia
(Tl
er
<
S1 ff 93950 Industrielawaai - IL, [Zeemanlaan - eerste model], Geomilieu V1.60
94000
—Ï
Q. CU
3
en H n> K-fc n> O 3 Ü) O 3 oO! (SI
O) 3 IfD CL (T> 3
SJ
co 7\ CD CL c CL
S2°
3 IQ fD
cr
<
I Industrielawaai - IL, [Zeemanlaan - eerste model], Geomilieu V1.60
a 3
169
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
170
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
171
Ruimtelijke Onderbouwing Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
Op 17 december 2010 heeft Teddy's Kids een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het oprichten van een kinderdagopvang in de 'Zuidelijke Schil' aan de Zeemanlaan 22a. Het plan betreft het in gebruik nemen van de eerste verdieping als kinderdagverblijf en een gedeelte van de begane grond als buitenschoolse opvang. In het kader van de ingediende aanvraag bouwvergunning is toen onderzocht of een ontheffing van het vigerende bestemmingsplan verleend kan worden. Dit plan is in strijd met de voorschriften uit het vigerende bestemmingsplan 'Zuidelijke Schil', omdat het plan valt binnen de bestemming Gemengde Doeleinden 2 van artikel 11.1.1 onder b. Ter plaatste van deze bestemmingsaanduiding zijn maatschappelijke doeleinden uitsluitend toegestaan op de eerste bouwlaag. Hetgeen betekent dat maatschappelijke doeleinden zijn toegestaan op de begane grond en niet op de eerste verdieping (tweede bouwlaag). Het bestemmingsplan bevat geen mogelijkheden tot toepassing van een 'binnenplanse afwijking' van het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo, noch valt het project onder de gevallen bedoeld in artikel 4, bijlage II Bor. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) kan daarom alleen van het bestemmingsplan worden afgeweken bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo: de zogenaamde 'uitgebreide afwijkingsprocedure'. Omgevingsvergunningen die op grond van een dergelijke afwijking van het bestemmingsplan worden verleend, dienen vergezeld te gaan door een ruimtelijke onderbouwing, waaruit een 'goede ruimtelijke ordening'blijkt, zoals bedoeld in artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht (Bor). Dit stuk vorm deze ruimtelijke onderbouwing.
1.2
Begrenzing plangebied
Het plangebied van de omgevingsvergunning is gelegen tussen de Lammenschansweg en Zeemanlaan van de wijk Professoren- en Burgemeesterswijk. Het plangebied ligt aan de Zeemanlaan 22a, begrensd tussen woningen in een woonbuurt. De plancontouren lopen om de geplande kinderdagopvang heen in het pand aan de Zeemanlaan 22a. De plancontour is vastgelegd in een verbeelding met kenmerk GE 11129, opgenomen als bijlage 1.
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Het plangebied valt binnen het bestemmingsplan "Zuidelijke Schil".
Naam bestemmingsplan Vastgesteld
Goedkeuring
Inwerkinggetreden
Zuidelijke Schil
21 juni 2010
26 november 2010
12 november 2009
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
172
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
173
Hoofdstuk 2 Beschrijving van de omgevingsvergunning
2.1
Geschiedenis plangebied
De periode van sterke bevolkingsgroei na de Tweede Wereldoorlog heeft geleid tot de ontwikkeling van relatief grote woongebieden rond de vooroorlogse schil. Het zijn sterk planmatig en grootschalig ontwikkelde wijken, die als gevolg van de toenemende afstand tot het stadscentrum over een eigen voorzieningenpakket beschikken. De situering van grootschalige infrastructuur en de begrenzingen van de verschillende polders zijn bepalend geweest voor de ligging en omvang van deze wijken, die fasegewijs zijn ontwikkeld.
2.2
Inventarisatie plangebied
In het plangebied kan de Zeemanlaan beschouwd worden als een gebied met een gemengd karakter dat steeds meer het karakter krijgt van een rustige woonwijk. Bedrijven verdwijnen en woningbouw komt daarvoor in de plaats. Duidelijk is dat we met het toewijzen van functies en het gebruik van de grond zeer behoedzaam en zorgvuldig om moeten gaan. De potenties van een locatie moeten daarbij optimaal worden benut. In het licht van het voorgaande kan worden gesteld dat het vestigen van een kinderdagopvang passend is op deze locatie.
Hoewel er in de afgelopen jaren in Leiden veel nieuwe kinderopvangcapaciteit van de grond gekomen is, zal dit op termijn waarschijnlijk niet voldoende zijn. Uit de analyse van het beleidskader C&E Voorzieningen (vastgesteld door DMT C&E op 26 april 2005) blijkt dat er voldoende dagopvang is en een overschot aan buitenschools opvang. De normen waarop deze berekeningen worden toegepast, zijn gebaseerd op gemiddelde behoeften van inwoners van de gehele stad. Gezien het feit dat in de zuidelijke schil relatief meer twee verdieners wonen en in dit gebied grote basisscholen aanwezig zijn zal de behoefte in de praktijk hoger zijn. Zo is er nog steeds een druk om de buitenschoolse opvang uit te breiden. Er is door de invoering van de Wet kinderopvang sinds 1 januari 2005 enige teruggang in de vraag, maar de verwachting is dat dit een tijdelijk fenomeen zal zijn. In het bestemmingsplan Zuidelijke Schil is daarom rekening gehouden met een uitbreiding van de dagopvang en buitenschoolse opvang. Voor de peuterspeelplaatsen is weliswaar een tekort geconstateerd, maar dit kan worden opgevangen door middel van efficiënter ruimtegebruik in de huidige speelzalen, door middel van het starten van een middaggroep. Er bestaan ook particuliere plannen in het gebouwencomplex aan de Zeemanlaan 22, waarin voorheen een meubelwinkel gevestigd was, ruimte voor kinderopvang in te richten.
2.3
Beschrijving van het plan
Geschiedenis van het plan Aanleiding voor het opstellen van de ruimtelijke onderbouwing is de aanvraag voor dit te nemen omgevingsvergunning van de aanvrager TeddyKids. Het project zelf is voortgekomen uit de wens van zowel gemeente als de aanvrager om de het aanbod voor kinderdagverblijven in de de stad Leiden te vergroten. projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
174
De onderliggende toelichting vormt de ruimtelijke onderbouwing voor een te nemen omgevingsvergunning voor het realiseren van een kinderdagopvang, 1000 m² , de begane grond en een gedeelte van de eerste verdieping wordt in gebruik genomen. De beoogde ontwikkeling vindt plaats op gronden die in het vigerende bestemmingsplan Zuidelijke Schil gelegen is op de bestemming Gemengde Doeleinden 2 van artikel 11.1.1 onder b. Aangezien de bestemmingen Gemengde Doeleinde en tuin niet bestemd zijn voor het oprichten van een kinderdagopvang, is geconcludeerd dat het plan strijdig is met het vigerende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan laat niet toe dat het bouwplan op de eerste bouwlaag, eerste verdieping gerealiseerd wordt. De te nemen omgevingsvergunning kan niet worden gerealiseerd met een binnenplanse- of buitenplanse ontheffingsprocedure, op grond van respectievelijk artikel 3.6 en 3.23 Wro (oud). Een uitgebreide Wabo procedure is op grond van artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 3 Wabo noodzakelijk om de ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te maken.
Beschrijving van het plan De aanvraag dat middels het te verlenen omgevingsvergunning mogelijk wordt gemaakt is op 17 december 2010 formeel bij de gemeente Leiden ingediend. De bouwtekeningen behorend bij het plan zijn bijgevoegd als bijlage bij deze toelichting. Het plan voorziet in het oprichten van een kinderdagverblijf op de eerste verdieping en een gedeelte van de begane grond als naschoolse opvang. Er worden geen nieuwe wijzigingen aangebracht aan het pand, het gaat in het bouwplan sec. om een ingebruikname van het pand en het daarop afstellen van het pand. Het kinderdagverblijf beslaat 2 etages, de begane grond en de eerste verdieping worden in gebruik genomen. Op de begane grond komt een buitenschools opvang voor 32 kinderen. Op de eerste verdieping bevindt zich de opvang van 40 baby's.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
175
Hoofdstuk 3
Ruimtelijk beleidskader
Ten aanzien van het omgaan met ruimtelijke plannen en ontwikkelingen is door de verschillende Nederlandse overheden het nodige beleid opgesteld, waaraan alle plannen dienen te worden getoetst. Wanneer de plannen niet passen binnen het vastgestelde beleid is een deugdelijke motivatie van de afwijkende keuzes noodzakelijk als onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing. In sommige gevallen is daarnaast de expliciete goedkeuring van het beleidgevend overheidsorgaan vereist. In hoofdstukken 3 en 4 wordt daarom stilgestaan bij de relevante ruimtelijke beleidskaders op nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau, en wordt waar nodig stilgestaan bij de relatie tussen onderhavig plan en de geldende beleidskaders. Het plan tot oprichting van de kinderdagopvang Teddy Kids heeft geen raakvlakken met ruimtelijk beleid op Europees en nationaal niveau, omdat de schaal van het project te klein is om op de benoemde rijksbelangen van invloed te zijn. In de onderstaande beleidsafwegingen is het Europese en nationale ruimtelijke beleid daarom niet meegenomen.
3.1
Provinciaal en regionaal beleid
Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, Ontwikkelen met schaarse ruimte' Op 2 juli 2010 is de 'Visie op Zuid-Holland' vastgesteld door PS. De kern van deze visie is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Gestreefd wordt naar een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. In de structuurvisie wordt aangegeven welke zaken de provincie Zuid-Holland van provinciaal belang vindt. Hiervoor zijn vijf integrale hoofdopgaven benoemd: Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; Divers en samenhangend stedelijk netwerk; Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; Stad en land verbonden. 'Visie op Zuid-Holland' is zelfbindend voor de provincie. Het toetsingskader voor de gemeente is uitgewerkt in de provinciale verordening Verordening Ruimte Provincie Zuid-Holland In de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland, op 2 juli 2010 door Provincale Staten vastgesteld, zijn de provinciale belangen uit de structuurvisie verder uitgewerkt in regels. Aan deze regels moeten ruimtelijke plannen van de gemeenten voldoen. Het onderhavige plan heeft geen raakvlakken met de onderwerpen opgenomen in de Verordening Ruimte. Zo ligt het gebied binnen de bebouwingscontouren (de zogenaamde rode contour), en is het plangebied geen onderdeel van de ecologische hoofdstructuur, nationale en provinciale landschappen en rijksbufferzones, primaire of regionale waterkeringen, molenbiotopen of landgoedbiotopen.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
176
3.2
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Leiden 2025 Op 17 december 2009 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie 2025 vastgesteld. De structuurvisie bouwt voort op het Structuurplan Boomgaard van Kennis en de in 2004 vastgestelde Ontwikkelingsvisie: Leiden stad van ontdekkingen. Op de punten die niet in deze structuurvisie zijn opgenomen, is de Boomgaard van Kennis van toepassing. Voor de overige aspecten is de structuurvisie is hiervan de ruimtelijke vertaling. Daarnaast is bij het opstellen van de structuurvisie gebruik gemaakt van de Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland. De prioriteiten die in de Regionale Structuurvisie voor Leiden zijn benoemd, vormen het uitgangspunt van de structuurvisie. De uitgangspunten van de structuurvisie zijn het bestaande beleid en de ambities en verwachtingen die in overleg met partijen en partners zijn geformuleerd. Dit heeft geleid tot een Structuurvisie met de volgende ambities: de historische binnenstad wordt beter op de kaart gezet; het Bio Science Park en de kenniseconomie worden verder ontwikkeld; de bereikbaarheid wordt verbeterd; de groene en blauwe structuren in en rondom de stad worden versterkt en verbonden; de kansen die zich in het Stationsgebied, Transvaal/Vondellaan en op De Waard aanbieden worden benut om met wonen en werken een bijdragen te leveren aan de versterking van de kennisstad. Het onderhavige plan heeft geen raakvlakken met de onderwerpen opgenomen in de in de structuurvisie Leiden 2025.
Ontwikkelingsvisie 'Leiden, stad van ontdekkingen: profiel 2030' In 2004 is een gemeentelijke ontwikkelingsvisie vastgesteld waarin een toekomstbeeld wordt geschetst van de stad Leiden. De nadruk ligt op twee pijlers. De eerste pijler is kwaliteit. De historie, de ligging en de levendigheid zijn duidelijke kwaliteiten. Daarnaast valt op dat de Leidse bevolking jong is en een goed opleidingsniveau heeft. De tweede pijler is inbreiding en herstructurering. De stad is nagenoeg volgebouwd, met als gevolg een spanning op de woningmarkt en beperkte ruimte voor wonen, werken en recreëren. De Ontwikkelingsvisie stipt net zoals de Structuurvisie Leiden 2025 het probleem aan van ruimtegebrek. Het ruimtegebrek staat soms noodzakelijke ontwikkelingen in de weg op het gebied van woningbouw, bedrijvigheid, recreatie, openbare ruimte en maatschappelijke voorzieningen. De economie moet het in toenemende mate hebben van innovatie en vernieuwing. De vestiging van een kinderdagverblijf, Teddy Kids sluit aan bij de visie en de huidige ontwikkelingen.
Structuurplan 'Boomgaard van Kennis' Het Structuurplan van Leiden 'Boomgaard van Kennis' is vastgesteld in 1995 en beschrijft in hoofdlijnen de meest gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Leiden. Het is bedoeld als sturingskader voor op te stellen bestemmingsplannen. De drie pijlers zijn de versterking van de kennisintensieve werkgelegenheid, het gebruik van de monumentale binnenstad en het bieden van gevarieerde woonmilieus. Ook hier is geconstateerd dat in het stedelijk gebied van Leiden nagenoeg geen ruimte meer is voor geschikte bouwlocaties. Bij het binnenstedelijk realiseren van (woning)bouwopgaven wordt dus gestreefd naar doelmatig ruimtegebruik en een verbetering van de stedenbouwkundige vervlechting en ruimtelijke kwaliteit. De pijlers worden uitgewerkt aan de hand van de volgende thema's: de stedelijke contour; projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
177 de stadsgebieden; de stedelijke zones; de groenstructuur; de schaalniveaus; de intensivering van functies; fietsverkeer; openbaar vervoer; autoverkeer. In het structuurplan wordt aandacht geschonken aan de belangrijke functie van de binnenstad. Deze binnenstad wordt gekenmerkt door een middeleeuwse en 17e eeuwse stadsplattegrond, omgeven door een groene singel, met daarbinnen een stelsel van grachten en een groot aantal monumenten. Ten aanzien van de stedelijke zones en de intensivering van functies, geeft het Structuurplan aan dat Leiden zich vooral moet richten op kennisintensieve en dienstverlenende bedrijven, omdat de groei zich voornamelijk daar voordoet. Er moet goed worden omgesprongen met de schaarse ruimte in Leiden. De bevindingen uit het Structuurplan staan de ontwikkeling van de kinderdagverblijf Teddy Kids aan de Zeemanlaan 22a niet in de weg.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
178
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
179
Hoofdstuk 4
4.1
Motivering
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de in dit bestemmingsplan gemaakte keuzes gemotiveerd. Per sectoraal onderwerp is een paragraaf opgenomen, waarin eerst kort het toetsingskader, bijvoorbeeld een wet of beleid, wordt aangegeven. Daarna worden de voor dit plan uitgevoerde onderzoeken besproken.
4.2
Archeologie
4.2.1
Beleidskader
4.2.1.1 Gemeentellijk beleid Het archeologisch beleid van de gemeente Leiden - vastgelegd in de Nota Cultureel Erfgoed, vastgesteld door de raad op 20 december 2005 - is er op gericht de in de grond aanwezige archeologische waarden zoveel mogelijk te behouden. Wanneer dat niet mogelijk blijkt moet de aanwezige archeologie veilig worden gesteld door middel van opgravingen. Dit uitgangspunt is rechtstreeks overgenomen uit hogere beleidskaders en wettelijke kaders, namelijk de paragraaf 'Archeologie' in provinciale structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ), die op hun beurt weer te herleiden zijn naar het in 1992 op Europees niveau vastgestelde 'Verdrag van Malta'. De Leidse bodem is rijk aan archeologische waarden. Veel daarvan zijn echter nog niet om maar ten dele bekend. Bij gebieden waar de waarden niet bekend zijn, maar waar de bodemopbouw de aanwezigheid van archeologische waarden mogelijk maakt, wordt gesproken van een archeologische verwachting. Indien een bestemmingsplan gebieden met archeologische waarden en/of verwachtingen bevat, dan staan deze gebieden aangegeven op de verbeelding binnen de aanduiding "Waarde - Archeologie 1" tot en met "Waarde - Archeologie 7". Voor werkzaamheden die in deze gebieden de grond verstoren boven de bij de waarde behorende oppervlakte en dieptematen, is een omgevingsvergunning noodzakelijk. Een uitzondering daarop is de Waarde - Archeologie 1, daarvoor geldt de vergunningplicht van artikel 11 van de Monumentenwet 1988. Initiatiefnemers dienen bij de aanvraag van bovengenoemde vergunningen een rapport te overleggen. Daarin moet de daadwerkelijke archeologische waarde van het terrein dat zal worden verstoord zijn vastgesteld. Het vaststellen van de archeologische waarde vindt binnen de archeologische monumentenzorg gefaseerd plaats. Na een bureauonderzoek kan het nodig zijn een archeologische inventarisatie in het veld uit te voeren. De resultaten van de inventarisatie kunnen vervolgens leiden tot een aanvullend archeologisch onderzoek. De resultaten van laatstgenoemd onderzoek vormen het uitgangspunt bij de keuze om een vindplaats te behouden, op te graven, waarnemingen uit te voeren tijdens het bouwproject of geen verdere stappen te ondernemen. Voor zover deze stappen gevolgd moeten worden, dienen deze in dat rapport opgenomen te worden met vermelding van de resultaten. Teneinde onnodige procedures te vermijden wordt initiatiefnemer verzocht vooraf contact op te nemen met de Unit Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden. Uitvoering van archeologisch (voor)onderzoek is in Nederland voorbehouden aan daarvoor vergunninghoudende bedrijven of instanties.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
180
4.2.2
Onderzoeksresultaten
Het plan betreft het oprichten van een kinderdagopvang in een bestaande pand waar uitsluitend inpandige wijzigingen plaatsvinden. Er zal niet in de grond worden geroerd, er is daarom geen archeologisch onderzoek uitgevoerd. Melding toevalsvondst Ingeval archeologische resten worden aangetroffen dient dit op grond van artikel 53 van de Monumentenwet onmiddellijk te worden gemeld aan de Minister van OC&W, door tussenkomst van de Unit Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden. De vondst dient gedurende 6 maanden, te rekenen vanaf de datum van de melding, ter beschikking gesteld of gehouden voor wetenschappelijk onderzoek.
4.3
Cultuurhistorie
4.3.1
Onderzoeksresultaten
4.3.1.1 Beschermd stads- of dorpsgezicht Het pand staat in het beschermd stadsgezicht i.p. Leiden Zuidelijke Schil. Het pand vormt een stedenbouwkundige eenheid met het rijksbeschermde bouwblok met kerk ontworpen door architect Kropholler gebouwd in 1936. Op de plaats van het huidige gebouw was oorspronkelijk een parochiehuis gepland met groot zadeldak evenwijdig aan de straat. Het parochiehuis is nooit gerealiseerd en pas in de jaren 60 is het huidige pand gebouwd. Door de sterke afwijking in hoofdvorm, volume en materiaal van het oorspronkelijk ontwerp, is het huidige gebouw te beschouwen als een verstoring van de zorgvuldige compositie van Kropholler. Herstel van de compositie heeft op termijn de voorkeur
Gevolgen voorhistorische waarden De bouwkundige ingrepen aan het huidige gebouw zijn zeer beperkt en dan ook niet aan te merken als verstoring. De gevolgen van de nieuwe functie voor de gebruikswaarde van de omringende woonhuizen verdient echter wel aandacht. Door het zeer aantrekkelijk woonklimaat en de hoge architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit van de huizen in het Krophollerblok, heeft het gebruik en onderhoud van deze rijksmonumenten een goed maatschappelijk en financieel draagvlak. Aantasting van de woonkwaliteit kan op termijn tot gevolg hebben dat het gebruik en het financieel draagvlak voor deze rijksmonumenten afneemt. Door de bouwvorm van een gesloten bouwblok zijn dergelijke woonhuizen vatbaar voor geluidsoverlast in het binnenterrein. De oorspronkelijke opzet van een dergelijke wijk is dat de huizen rondom de tuinen afschermen van de drukte en het lawaai van het stedelijk leven op straat. Door een bron van geluidsoverlast binnen het bouwblok te plaatsen, kan dit systeem averechts gaan werken doordat het geluid weerkaatst tegen de achtergevels. De woonkwaliteit komt hiermee onder druk te staan en daarmee het gebruik van de gebouwen. De nieuwe functie is daarmee alleen wenselijk als kan worden aangetoond dat er beperkt of geen sprake zal zijn van geluidsoverlast. Op grond van het akoestisch verichtte onderzoek is hieraan tegemoetgekomen en er worden geluidswerende maatregelen getroffen.
4.3.1.2 Karakteristieke panden Het pand is aangeduid als een beeldbepalend pand.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
181
4.4
Milieu
De Milieudienst West-Holland voert op basis van een mandaat vrijwel alle milieugerelateerde werkzaamheden van de gemeente Leiden uit, en toetst binnengekomen aanvragen om omgevingsvergunning op de milieuaspecten bodemkwaliteit, geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bedrijven en milieuzonering en duurzaam bouwen. De aanvraag is daarom met bijbehorende inrichtingstekeningen aan de Milieudienst ter toetsing voorgelegd. De Milieudienst heeft vastgesteld dat de aspecten luchtkwaliteit, externe veiligheid, bedrijven en milieuzonering, en duurzaam bouwen vanwege de aard van het plan niet in het geding zijn
4.4.1
Bodem
Op de locatie is op 13 maart 2010 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door IDDS B.V. (kenmerk 1002B803/PD/rap1, d.d. 19 maart 2010).De omgeving van de locatie kan worden getypeerd als een woonwijk. Uit het bodeminformatiesysteem van de Milieudienst blijkt dat de bodem van de buitenruimte geschikt is voor de toekomstige bestemming (kinderspeelplaats). Uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse van een voormalige boom de bodem sterk is verontreinigd met PAK. Het betreft geen geval van ernstige bodemverontreiniging, daar het criterium van 25m3 niet wordt overschreden. Gezien de gevoelige bestemming wordt wel geadviseerd de PAK-verontreiniging te verwijderen respectievelijk af te dekken voordat het terrein als kinderspeelplaats wordt ingericht.
4.4.2
Geluid
Het kinderdagverblijf is geen geluidgevoelige bestemming. Wel is het kinderdagverblijf mogelijk een bron van overlast voor omwonenden. In het kader van het Activiteitenbesluit wordt menselijk stemgeluid op schoolpleinen bij primair onderwijs en bij een kinderdagverblijf vanaf 1 januari 2010 buiten beschouwing gelaten bij de toetsing. Hiermee wordt voorkomen dat kinderen niet zouden kunnen buiten spelen, omdat anders de geluidsnormen overschreden zouden worden. Aangezien het in dit geval om een nieuwe situatie gaat, moet wel in het kader van een goede ruimtelijke ordening een akoestische afweging worden gemaakt. Uit het akoestisch onderzoek van bk geluid&trillingen met projectnummer GT100067 d.d. 1 september 2010 is gebleken dat het hoogst berekende geluidsniveau op de gevel van de woning aan de Lammenschansweg 42. Deze waarde bedraagt afgerond 50 dB(A). Op basis van een door de milieudienst uitgevoerde aanvullende berekening waarbij een ontvangerpunt in de tuin op 1,5 meter hoogte is geplaatst is berekend dat in de tuin van de woningen een maximaal geluidniveau van 51 dB(A) te verwachten is. Deze waarde is niet zodanig hoog dat een normaal gesprek in de tuin niet te voeren is; Een normaal gesprek wordt gevoerd op ongeveer 60 dB(A). Echter zou op basis van het geluidsbeleid Leiden aan de achterzijde van eerstelijnsbebouwing gestreefd moeten worden naar een geluidniveau van 45 dB(A). In zowel de geluidsnota Leiden als het Activiteitenbesluit worden geen aparte normen aangehouden voor een open raam. Bij de bepaling van een wettelijk binnenniveau wordt altijd uitgegaan van gesloten ramen en deuren. De gevelbelasting is daarom leidend. Uit de resultaten van het akoestisch onderzoek blijkt dat de berekende geluidsniveaus ter plaatste van de omliggende woningen voldoen aan de eisen uit het Activiteitenbesluit. Naar verwachting zal de situatie niet leiden tot hinder en wordt daarmee voldaan aan een goede ruimtelijke ordening.
Weerkaatsing De berekening van de geluidsniveaus op de gevels van woningen is uitgevoerd met methode II projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
182 uit het voorschrift Handleiding meten- en rekenen industrielawaai 1999. In deze methode worden reflecties meegenomen in de berekening.
Maatregelen Geadviseerd wordt om aanvullende maatregelen te onderzoeken om het geluidniveau op de gevel en in de tuin van de woningen met 5 dB te verminderen. Men kan hierbij denken aan maatregelen in zowel organisatorische als technische zin. Een mogelijke organisatorische maatregel is het zorgdragen voor voldoende toezicht op het speelterrein en het direct naar binnen halen van huilende kinderen of het gedoseerd naar buiten laten van kinderen. Enkele technische maatregelen zijn: het vervangen van een akoestisch reflecterende ondergrond (klinkers etc.) door een (gedeeltelijk) akoestisch absorberende ondergrond (kunstgras, schorssnippers, rubberen tegels etc.), de harde wieltjes van speelgoed vervangen door zachtere materialen. Het plaatsen van speeltoestellen/zandbak etc. aan de zijde waar de laagste geluidsbelasting op de woningen te verwachten is. Conclusie Geadviseerd wordt om te onderzoeken of aanvullende maatregelen te treffen zijn om de geluidsbelasting op de gevels en in de tuinen van de woningen te verminderen. Er dient hierbij gestreefd te worden naar een geluidsniveau van 45 dB(A) op grond van de geluidsnota Leiden. Hierbij dient verwezen te worden naar het convenant dat door Teddy kids en de bewonerscommissie is overeengekomen d.d. 14 april 2011. Hierin is overeengekomen dat er zoveel mogelijk geluidsbeperkende maatregelen worden getroffen. Er zijn afspraken gemaakt dat de buitenruimte niet als speelplek wordt ingenomen maar dat er wordt onderzocht of het mogelijk is uit te wijken naar nabij gelegen locaties aan de Zeemanlaan.
4.4.3
Luchtkwaliteit
Er worden minder dan 1.500 woningen en minder dan 100.000 m2 bvo kantoor gerealiseerd. Het betreft een functiewijziging van kantoorgebouw naar kinderdagverblijf. Volgens bijlage 3B van de Regeling 'niet in betekenende mate'draagt het plan hierdoor 'niet in betekenende mate' bij. Er hoeft daarom niet getoetst te worden aan de grenswaarden. In dit geval is er geen sprake van een gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen. Om inzicht te geven in de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging als gevolg van het plan kunnen de concentraties uit de digitale saneringstool (3.1), die behoort bij het NSL (beschikbaar gesteld door de ministeries van Vrom en Verkeeer en Waterstaat) worden gebruikt. Uit de saneringstool 3.1.blijkt dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof ter plaatse van de dichtst bijgelegen drukke doorgaande weg, de Lammenschansweg, respectievelijk 30,6 µg/m3 (2008) en 19,5 µg/m3 (2008 met zeezoutaftrek) bedragen. Hiermee wordt voldaan aan de ambitie uit het milieubeleidsplan 2003-2010. Er zijn geen belemmeringen voor het plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
183
4.4.4
Externe veiligheid
De normen voor het externe veiligheidsbeleid hebben een wettelijke status. Burgers hebben een minimum beschermingsniveau met betrekking tot gevaarlijke stoffen in hun woonomgeving gekregen. Deze normen zijn een wettelijk verplichte toetsingsgrond bij besluiten op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Voor veiligheid in de nabijheid van inrichtingen met gevaarlijke stoffen geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De regelgeving voor transport van gevaarlijke stoffen is vast-gelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De Zeemanlaan 22a ligt niet binnen een invloedsgebied van een risicovolle inrichting of transportas. Er zijn geen externe veiligheidsaspecten die een belemmering vormen voor het bouwplan.
4.4.5
Bedrijven en milieuzonering
De omgeving van de locatie kan worden getypeerd als een woonwijk. Naast de locatie is de Sint Petruskerk gevestigd. De omgeving vormt geen belemmering voor het kinderdagverblijf.
4.4.6
Duurzaamheid
Geadviseerd wordt om de DuBoPlus Richtlijn 2008 op te nemen. De Milieudienst hanteert als uitgangspunt bij bouwprojecten de Regionale DuBoPlus Richtlijn 2008 als duurzaam bouwen-maatlat. Voor kleine bouwprojecten als het onderhavige bouwproject informeert de gemeente initiatiefnemers over duurzaam bouwen via het Infoblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen: a als het woningbouw betreft: Infoblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen voor particulieren: zie www.mdwh.nl/dubo/particulieren; b als het bedrijvigheid betreft: Infoblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen voor ondernemers zie www.mdwh.nl/dubo.
4.5
Stedenbouwkundige inpassing
Welstandsnota De Welstandsnota vormt het gemeentelijk beleidskader voor de welstandstoets bij bouwplannen en renovatiewerkzaamheden. Alle aanvragen voor het oprichten of het onderhoud van bouwwerken worden op welstand getoetst. De gemeenteraad heeft op 18 februari 2010 de Welstandnota Leiden 2010 vastgesteld en deze nota is op 1 maart 2010 in werking getreden. Deze nota is de opvolger van de Welstandsnota 2004, en brengt een versimpeling van de regels met zich mee. Daarnaast is de nieuwe Welstandsnota voor heel Leiden, met uitzondering van het beschermde stadsgezicht in de historische binnenstad en de Zuidelijke Schil, minder streng dan diens voorganger. Anders dan de Welstandsnota 2004 maakt de nieuwe Welstandsnota een onderscheid tussen vier welstandsniveaus, te weten "behoud", "beheer met aandacht", "terughoudend beheer" en "welstandsvrij".
4.5.1
Onderzoeksresultaten
Welstands- en monumentencommissie Leiden projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
184
De Welstands- en Monumentencommissie Leiden (de WML) heeft het plan beoordeeld en goedgekeurd. De commissie is van oordeel dat het plan niet in strijd is met de Welstandsnota van de gemeente Leiden en acht het plan dan ook niet in strijd met de redelijke eisen van welstand.
Stedenbouwkundige context Het huidige kantoorpand met kantoren op de verdieping en detailhandel op de begane grond maakt deel uit van het zogenaamde Krophollerensemble van de Petruskerk. Dit ensemble bestaat uit de Petruskerk en de in V-vorm verkavelde woningbouw eromheen. Kerk en woningbouw zijn van de architecten Kropholler en van Oerle en ontwerpen in de traditionele stedenbouw en architectuur van de Delftse School uit de jaren '30. Dit ensemble is in hoofdvorm al opgenomen in het Uitbreidingsplan 1933 van de stedenbouwkundigen Granpré-Molière en Verhagen. In het uitbreidingsplan 1933 is alleen de V-vormige verkaveling zichtbaar, de kerk nog niet. Na een brand in de oude Petruskerk in de binnenstad is in 1933 in de toenmalige stadsuitbreiding van de Burgemeesters- en Professorenwijk een nieuwe kerk gebouwd. In de genoemde verkaveling eerst op de hoek met de Lorentzkade, later in het middelpunt in de zichtlijnen en de kromming van de Lammenschansweg zodat het een zeer duidelijk stedenbouwkundig landmark is geworden. Het ensemble is opgezet als een gesloten bouwblok met de kerk als middelpunt en een V-vormig binnenterrein voor de tuinen en erven. Het ensemble is projectsgewijs in een sterk stedenbouwkundige en architectonische samenhang ontworpen volgens esthetische patronen. De wijk is in een sterk stedenbouwkundige eenheid en ruimtelijke samenhang ontworpen in een tuinstedelijk karakter. Dit komt ook door de voortuinen. De woningen zijn in een aaneengesloten geheel gebouw in 2 bouwlagen met een hoge, steile kap, brede dakgoten en accenten op de hoeken. De kappen eindigen met een krachtige horizontale belijning in de dakoverstekken. De dakkapellen en erkers zijn onderdeel van de architectuur. Individuele woningen zijn herkenbaar in het blok. De architectuur is zeer verzorgd en gedetailleerd. De straatprofielen zijn breed en met bomenrijen als groene lanen ingericht. Typisch voor deze wijken is de concentratie van kleinschalige buurtvoorzieningen in hoekwoningen, zoals een winkel of dienstverlening. In de Zeemanlaan en van 't Hoffstraat zijn enkele buurtvoorzieningen. In het profiel van de Zeemanlaan wordt bij de kruising met de van 't Hoffstraat een pleintje gevormd. Dit pleintje is te zien als het kleinschalige voorzieningencentrum van de buurt. Het oorspronkelijke ensemble was bedoeld met de kerk, de woningen en 2 parochiehuizen/pastorie voor de kerk. Alleen het parochiehuis/pastorie aan de zijde van de Lorentzkade is gebouwd, de bedoelde aan de Zeemanlaan niet. In de jaren '60 is daar een werkgebouw met winkels en kantoren neergezet in een sterk afwijkende opbouw en architectuur, ondanks enkele decoratieve toevoegingen. Het beoogde kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang is ondergebracht in dit bedrijfsgebouw.
Stedenbouwkundige beoordeling Te constateren valt dat de omvang van deze maatschappelijke voorziening met buitenschoolse opvang en kinderdagverblijf van een dergelijke mate is dat er sprake is van een bovenwijkse voorziening, die niet persé gebonden hoeft te zijn aan het buurtcentrum van de Professorenwijk. Dit heeft te maken met de oppervlakte, combinatie van de 2 functie en beoogde aantallen plaatsen voor kinderen. Voorstelbaar is deze voorziening te huisvesten in het betreffende, nu leegstaande gebouw. Door de historische ontwikkeling van de locatie is het bestaande gebouw een ruimtelijke fremdkörper en dissonant in het stedenbouwkundig ensemble. Dit komt door de afwijkende verschijningsvorm (2 bouwlagen met platdak), eentonig en sober materiaalgebruik en detaillering en een typische afwijkende architectonische verschijningsvorm uit de jaren '60, projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
185 met enkele decoratie elementen enigszins passend in het beeld van het ensemble gemaakt. Stedenbouwkundig is het gewenst dat de locatie als nog in hoofdlijnen in de bedoeling van het oorspronkelijke stedenbouwkundig plan wordt ontwikkeld, zodat het ensemble als afgerond beschouwd kan worden. Dit hoeft niet persé in een traditionele, historiserende vorm te zijn, dat kan door een eigentijdse architectuurinvulling. Ook hoeft het niet persé een woonfunctie te krijgen. Net als de pastorie aan de Lorentzkade kan het een bijzondere bebouwingswand aan het buurtpleintje worden met bijvoorbeeld stadswoningen al dan niet in een combinatie met een werkruimte of een niet-woonfunctie als horeca, detailhandel of publieksvoorziening. Doordat op de reclame en het dakterras na, bouwvolume en verschijningsvorm niet veranderen is het stedenbouwkundig in hoofdopzet niet bezwaarlijk de functie te wijzigen naar kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Het bestaande gebouw verandert niet wezenlijk in bouwvolume en verschijningsbeeld. De functiewijziging binnen het huidig gebouw betekent geen verdere aantasting van het beschermde stadsgezicht van het stedenbouwkundig ensemble. Het dakterras mag niet ingericht als buitenruimte in gebruik worden genomen om privacy van bewoners van de woningen Zeemanlaan 24 en hoger in hun achtertuin te waarborgen. Hierbij wordt verwezen naar het naar het convenant dat door Teddy kids en de bewonerscommissie is overeengekomen d.d. 14 april 2011.
Gevolgen voor zon- en daglichttoetreding De bestaande bebouwing verandert niet,er zal geen vermindering van zon- en daglichttoetreding tot gevolg hebben.
Gevolgen voor privacy De buitenruimte op de begane grond wordt gerealiseerd op het huidige erf. Deze is gelegen achter een schutting en met een groene bosschage langs de rand en kleinere bomen. Voor de aangrenzende percelen van de woningen Lammenschansweg 42-50 zal geen belemmering van privacy en uitzicht zijn. Ook bevinden zich in de achtertuinen diverse aanbouwen. Wel kan er extra geluid waarneembaar zijn in de achtertuinen. Dit geldt ook voor de woningen aan Zeemanlaan 2-20. Een aanbouw van het complex Zeemanlaan 22 en een bijgebouw met een nutsvoorziening schermen nog extra af.
4.6
Verkeer en vervoer
4.6.1
Beleidskader
4.6.1.1 Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan (GVVP) 'Leiden, stad in beweging' Randstad. Dat blijkt ook uit de mobiliteitscijfers. De gemiddelde Leidenaar maakt 10% meer verplaatsingen dan personen in vergelijkbare sterk stedelijke gemeenten. Om dit zowel nu en in de toekomst vlot en veilig te kunnen blijven doen zijn er diverse inspanningen nodig. Omdat het verkeers- en vervoersbeleid in Leiden nu nog verwerkt is in een scala aan deelplannen is dit integraal verkeers- en vervoersplan opgesteld. Hierin is de onderliggende visie verwoord, wordt de samenhang met andere vakdisciplines aangeven, komen alle vervoerwijzen aan bod en is een actieplan opgesteld voor uitwerking van het beleid. Nadrukkelijk is daarbij gekeken naar de verwachtingen voor de toekomst. Centraal binnen het plan staat het stimuleren van duurzame mobiliteit. Dat wil zeggen dat door de te nemen maatregelen én de noodzakelijke bereikbaarheid van voorzieningen met verschillende vervoerswijzen is gewaarborgd én een bijdrage wordt geleverd aan een kwalitatief goede leefomgeving. De mobiliteitsvraag wordt gefaciliteerd uit oogpunt van vitaliteit en economie. Echter, Leiden als historische stad en verblijfsplaats, waar de netwerkstructuur en projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
186 de openbare ruimte niet optimaal zijn ontwikkeld op het massale autogebruik van de nieuwe tijd, noodzaakt wel tot een beheerste groei van die mobiliteit.
4.6.1.2 Kadernota bereikbaarheid Op 26 mei 2009 heeft de raad de Kadernota Bereikbaarheid vastgesteld. In deze kadernota is beleid vastgesteld omtrent de thema's verkeerscirculatie, parkeren, milieu, verkeersveiligheid, openbaar vervoer en fietsverkeer. De kadernota noemt een aantal knelpunten op het gebied van bereikbaarheid en stelt enkele concrete projecten voor.
4.6.2
Onderzoeksresultaten
4.6.2.1 Parkeren De gemeente Leiden hanteert de kencijfers van kennisorgaan CROW als leidraad voor het bepalen van parkeereisen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Deze kencijfers worden landelijk geaccepteerd als leidende adviesnormen voor parkeersituaties. De CROW-kencijfers bieden adviesnormen voor verschillende functies, en met verschillende bandbreedtes. De gemeente Leiden hanteert in beginsel de maximale bandbreedte met de strengste norm, behalve in gebieden die buitengewoon goed ontsloten zijn met openbaar vervoer, zoals gebieden in de directe omgeving van NS-station Leiden Centraal of NS-station Lammenschans.
Parkeerberekening Bij de berekening van de parkeereis wordt altijd van de bestaande situatie uitgegaan als zijnde de nulsituatie, waarbij het uitgangspunt geldt dat de parkeersituatie niet mag verslechteren. Ook in gebieden waar de parkeersituatie reeds slecht is kunnen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, zolang aan dit uitgangspunt wordt voldaan In het plan worden maximaal 32 kinderen beneden en maximaal 72 kinderen boven opgevangen. Maximaal 18 leidsters zijn tegelijkertijd aanwezig. De 72 kinderen zijn baby's en peuters en worden 's morgens gebracht en aan het eind van de middag gehaald. Van de buitenschoolse opvang maken 32 kinderen gebruik. Deze worden na school gebracht en aan het eind van de middag gehaald. Dat is voor het bepalen van de parkeervraag de maatgevende periode. Voor halen en brengen worden de formules van het CROW toegepast. De parkeernorm voor de leidsters (tegelijkertijd aanwezig) bedraagt 0,8 parkeerplaats per arbeidsplaats. Voor de buitenschoolse opvang wordt aangenomen dat het aantal kinderen gelijk over de basisschoolgroepen zijn verdeeld. De parkeervraag voor de nieuwe situatie bedraagt: Leidsters: Baby's/peuters:
18 * 0,8 72 * 0,5 * 0,25 * 0,75
= 14,4 pp = 6,8 pp
BSO Kinderen groep 1 t/m 3:
12 * 0,3 * 0,5 * 0,75
=
1,4 pp
BSO Kinderen groep 4 t/m 8:
20 * 0,05 * 0,25 * 0,85
=
0,2 pp
Totaal
22,88
=
23 pp
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
187
In de formules voor het halen en brengen is de minimale norm toegepast voor het percentage kinderen dat met de auto gebracht wordt. Het halen en brengen van de kinderen vindt overdag plaats (BSO kinderen worden alleen in de namiddag opgehaald door de ouders). In een woonwijk is 's avonds de maatgevende periode voor het parkeren. Overdag zal er daardoor ruimte op straat zijn. Daarbij geeft de aanvrager aan dat uit het 'ledenbestand' blijkt dat het merendeel van de kinderen afkomstig is uit de directe omgeving. In 2011 wordt in dit gebied de blauwe zone voor parkeren ingevoerd. Langparkeerders die niet in het gebied horen worden hierdoor geweerd. Hierdoor zal er overdag meer parkeerruimte beschikbaar zijn. De parkeerbehoefte als gevolg van de nieuwe ontwikkeling is gelijk aan die van de functies in de oude situatie. Er geldt dan ook geen parkeereis. Het is aan te bevelen de parkeerruimte voor de ingang van het kinderdagverblijf binnen venstertijden toegankelijk te maken voor halen en brengen van de kinderen door middel van K+R-bebording. Buiten deze tijden zijn de plaatsen ook voor andere parkeerders toegankelijk. Er worden 2 K+R mogelijk gemaakt per plekke van de Zeemanlaan en 2 K+R plekken bij de kerk.
4.7
Water
4.7.1
Beleidskader
4.7.1.1 Gemeentelijk beleid Waterplan Leiden (2007) Met het Waterplan Leiden hebben de gemeente Leiden en het Hoogheemraadschap van Rijnland afgesproken om gezamenlijk knelpunten in het watersysteem efficiënter op te lossen, kansen te benutten en andere te inspireren om 'Leiden Waterstad' nog beter op de kaart te zetten. In het Waterplan Leiden wordt aan de hand van de volgende vier thema's een visie op het water gegeven: Ruimte voor water, Water als trekpleister, Schoon en gezond water, Water in de wijk. Deze visie is vertaald in een uitvoeringsprogramma 2007-2010 met gezamenlijke maatregelen. Het Waterplan Leiden is de vertaling van het Waterbeheerplan 'Waterwerk Rijnland 2006-2009' voor het grootste deel van het grondgebied van de gemeente Leiden, met specifiekere richtlijnen. Omdat het Europese, nationale, provinciale en regionale waterbeleid zijn vertaald in beleid toegespitst op de unieke watersituatie in de gemeente Leiden vormt het Waterplan Leiden het belangrijkste en meest concrete beleidskader voor alles gerelateerd aan waterbeheer. Daarnaast zijn doelstellingen uit eerder gemeentelijk beleid, zoals het Gemeentelijk RioleringsPlan, in het kader verwerkt. Naast algemene doelstellingen, zoals het streven naar schoner en gezonder water, een grotere veiligheid rondom water en een werkend afwateringsen wateropvangsysteem, zijn in het document boezemgebieden en boezemwatergangen benoemd. Verharding onbebouwde gronden Binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap van Rijnland is het verboden om onbebouwde grond te verharden. Bij toename van verharding van de gronden is altijd een ontheffing van het Keur van het hoogheemraadschap van Rijnland noodzakelijk. Bij toename van verharding is compensatie in de vorm van extra oppervlaktewater noodzakelijk. Hiervoor geldt de zogenaamde 15%-compensatie regeling voor het verharden van onverhard terrein over oppervlaktes groter dan 500m2. Voor boezemwatergangen geldt een instandhoudingsbeleid, en opgestelde regels ten behoeve van het onderhoud van de watergangen.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
188
4.7.2
Watertoets
Watertoets Om problemen met wateroverlast te voorkomen, om een goede waterkwaliteit te waarborgen én om de beleving van water voor burgers te vergroten, is de watertoets in het leven geroepen. De watertoets is een sinds 2003 verplichte procedure die er voor zorgt dat water en de waterbeheerder in een zo vroeg mogelijk moment bij de planvorming worden betrokken. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.
4.7.2.1 Uitgangspunten Handleiding Watertoets De "Handleiding Watertoets Leiden: Praktisch omgaan met Watertoets en waterbeleid bij ruimtelijke plannen" geeft alle betrokkenen meer duidelijkheid hoe praktisch moet worden omgegaan met de Watertoets en de watereisen, wensen en kansen. Het is opgesteld in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Rijnland. De handleiding, en met name het daarin opgenomen stappenplan met invullijst, is bedoeld om het planproces te verduidelijken en te versnellen. Door vroegtijdig de watereisen in kaart te brengen en hiermee rekening te houden wordt de goedkeuring van het plan en het verkrijgen van de ontheffing van de keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland vergemakkelijkt.
4.7.2.2 Onderzoeksresultaten Het plan betreft het realiseren van een een kinderdagopvang in een bestaande pand.. Het verharde oppervlak van de bestaande bebouwing neemt met de realisatie van dit plan niet toe. Voor dit plan is derhalve geen watertoets vereist.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
189
Hoofdstuk 5 5.1
Procedurele aspecten
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wabo is het gedeelte van de Wro dat betrekking had op ontheffingen van het bestemmingsplan en projectbesluiten komen te vervallen. De inwerkingtreding van de Wabo heeft gevolgen voor de manier waarop vergunningen worden verleend door de gemeente. Het doel van de Wabo is de beslistermijnen te verkorten en het aantal verschillende vereiste vergunningen, bijvoorbeeld de bouwvergunning, sloopvergunning en kapvergunning, voor ruimtelijke projecten terug te brengen tot één: de omgevingsvergunning. Op grond van artikel 2.10, lid 1 onder c Wabo dient een omgevingsvergunning geweigerd te worden indien deze in strijd is met het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend na het voeren van een procedure tot afwijking van het bestemmingsplan. Hierbij gelden drie mogelijkheden: indien in het bestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid wordt gegeven dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1º van de Wabo; indien het bestemmingsplan geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid biedt, maar bij algemene maatregel van bestuur afgeweken kan worden dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2º van de Wabo; indien aan geen van bovenstaande voldaan kan worden, maar de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, dan kan een procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º van de Wabo doorlopen worden.
5.2
Procedure
Het plan is strijdig met het bestemmingsplan Zuidelijke Schil. Voor dit bouwplan is in het Besluit omgevingsrecht geen mogelijkheid opgenomen voor een buitenplanse afwijking. Daarmee is de juiste juridisch- planologische procedure voor het mogelijk maken van het ingediende bouwplan, het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
190
5.2.1
Procedureverloop
Vastgesteld is dat een omgevingsvergunning alleen kan worden verleend na toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo. Op de bijbehorende procedure is afdeling 3.4 Awb van toepassing. Dat betekent dat een omgevingsvergunning alleen kan worden verleend, wanneer deze gepaard gaat met een ruimtelijke onderbouwing, waaruit blijkt dat het project getuigt van een 'goede ruimtelijke ordening'. Deze ruimtelijke onderbouwing moet samen met het ontwerp van de beschikking op de aanvraag (het ontwerpbesluit) voor een periode van zes weken ter inzage worden gelegd én digitaal op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl beschikbaar zijn, waarbij eenieder een zienswijze op het plan kenbaar kan maken bij het College van B&W. Na afloop van de inzagentermijn van zes weken worden alle ingediende zienswijzen verzameld en beantwoord in een zogenaamde zienswijzennota. In sommige gevallen kunnen zienswijzen het College van B&W aanleiding geven het ontwerpbesluit of de bijbehorende ruimtelijke onderbouwing te herzien, dan wel gedeeltelijk aan te passen. Nadat de zienswijzennota en het definitieve besluit door het bevoegd gezag zijn vastgesteld, zal het besluit tezamen met de ruimtelijke onderbouwing en de zienswijzennota opnieuw voor een periode van zes weken ter inzage worden gelegd. Tijdens die termijn kan iedere belanghebbende die een zienswijze heeft ingediend of redelijkerwijs geen gelegenheid heeft gehad een zienswijze in te dienen, een beroepschrift indienen bij de rechtbank in Den- Haag. Wanneer het uiteindelijke besluit afwijkt van het ontwerpbesluit, kan eenieder een beroepsschrift indienen met betrekking tot de punten waarop het besluit is gewijzigd.
5.2.1.1 Verklaring van geen bedenkingen (VVGB) Bij de toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º is in sommige gevallen een verklaring van geen bedenkingen vereist. Zo'n verklaring kan noodzakelijk zijn van een ander overheidsorgaan, bijvoorbeeld van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in het geval het om een project gaat waarbij er verstoring plaatsvindt de Flora- en Faunawet De Wabo biedt de raad op grond van artikel 6.5, derde lid Bor de mogelijkheid om een lijst van categorieën van gevallen vast te stellen, waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Met een dergelijke lijst kan de raad er voor zorgen dat het geen verklaring hoeft af te geven voor strijdige ruimtelijke activiteiten met een zeer beperkt planologisch belang, of activiteiten waarover de raad reeds eerder heeft besloten in de vorm van een gebiedsvisie, wijkontwikkelingsplan, stedenbouwkundig masterplan of soortgelijk ruimtelijk kader. Op 2 december 2010 heeft de raad van Leiden besloten (RV 10.0122) een lijst met categorieën van gevallen vast te stellen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Daarnaast heeft de raad ervoor gekozen de verklaring niet vereist te laten zijn wanneer geen zienswijzen zijn binnengekomen op het ontwerpbesluit, of wanneer het college op grond van bestaand beleid niet mee wenst te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan. Omdat de bevoegdheid over het nemen van een beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning bij het college ligt, heeft een al dan niet positieve verklaring van de raad in het laatstgenoemde geval geen nut. De onderstaande matrix geeft aan voor welke categorieën van gevallen al dan niet een verklaring van geen bedenkingen is vereist van de gemeenteraad.
Geen zienswijzen ingediend op het ontwerp besluit
wel zienswijzen ingediend op het ontwerp besluit
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
191
1) Het project past binnen eerder een verklaring van door de raad vastgestelde geen bedenkingen is ruimtelijke kaders en is groter dan niet vereist 50 woningen of 5.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 2) Het project past niet in eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is groter dan of gelijk aan 10 woningen of 1.000m 2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 3) Het project heeft betrekking op bovenlokale infrastructuur, water- en groenprojecten. 4) Het project heeft betrekking op lokaal gerichte infrastructuur-, wateren groenprojecten in strijd met lokaal beleid. 5) Het project is gelegen binnen beschermd stadsgezicht en de uiterlijke kenmerken van een pand wijzigen.
een verklaring van geen bedenkingen is wel vereist
1) Het project past binnen eerder een verklaring van door de raad vastgestelde geen bedenkingen is ruimtelijke kaders en is kleiner dan niet vereist of gelijk aan 50 woningen of 5.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 2) Het project past niet in eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is kleiner dan 10 woningen of 1.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 3) Het project heeft betrekking op lokaal gerichte infrastructuur-, wateren groenprojecten passend binnen lokaal beleid. 4) Het project is gelegen buiten beschermd stadsgezicht, of is gelegen binnen beschermd stadsgezicht en de uiterlijke kenmerken van de betrokken panden wijzigen niet. 5) Het project betreft 'bouwwerk geen gebouw zijnde'.
een verklaring van geen bedenkingen is wel vereist
Voor het onderhavige plan geldt dat het kleiner is dan 1.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
192 commerciële ruimte. Een verklaring van geen bedenkingen is daarom niet vereist.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
193
Hoofdstuk 6 6.1
Uitvoerbaarheid
Economische uitvoerbaarheid
Het bouwplan betreft een particulier initiatief dat door de aanvrager, voor eigen rekening wordt uitgevoerd. Het plan tot oprichting van de kinderdagopvang Teddy Kids valt niet onder de gevallen zoals genoemd in artikel 6.2.1 Bro, omdat het plan niet ziet op de bouw of verbouwing van woningen of andere gebouwen. Op het project is daardoor de zogenaamde grexwet niet van toepassing: er hoeft geen exploitatieplan te worden opgesteld en de gemeentelijke exploitatiebijdragen hoeven in dat kader ook niet in een anterieure overeenkomst te zijn verantwoord om een besluit te kunnen nemen geen exploitatieplan vast te stellen. De gemaakte kosten in het kader van het opstellen van ruimtelijke plannen, zoals deze ruimtelijke onderbouwing, worden verhaald op basis van de gemeentelijke legesverordening. De mogelijke planschadekosten worden verhaald op de ontwikkelaar op basis van een getekende planschadeovereenkomst.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Het ontwerpbesluit zal met ruimtelijke onderbouwing conform de gemeentelijke inspraakverordening gedurende een termijn van zes weken voor inspraakreacties ter inzage worden gelegd. Daarna wordt het document nogmaals zes weken voor zienswijzen ter inzage gelegd, op grond van afdeling 3.4 Awb. Maatschappelijke betrokkenheid wordt gelet op deze uitgebreide inspraakmogelijkheden gewaarborgd.
6.2.1
Algemeen
Het maatschappelijk draagvlak voor een plan is zeer belangrijk. Een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling heeft namelijk altijd gevolgen voor de omgeving. Sommige ontwikkelingen zijn ingrijpender dan andere, maar het is belangrijk om eventuele omwonenden op de hoogte te brengen van (voorgenomen) plannen en zij, waar mogelijk, erbij te betrekken. Op deze manier kunnen bepaalde pijnpunten worden vastgesteld en eventuele problemen al op voorhand worden verholpen. Ook kan het aantal zienswijzen (later in de procedure) worden teruggebracht.
6.2.2
Vooroverleg
Het bevoegd gezag is op grond van artikel 6.18 Bor verplicht tijdens de voorbereiding van een omgevingsvergunning die wordt verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor dit plan zijn daarom het Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Zuid-Holland en de VROM-inspectie op de hoogte gebracht van het voorgenomen plan. De provincie heeft nog geen formele reactie ingediend, maar heeft wel aangegeven dat er naar verwachting geen provinciale belangen in het geding zijn bij de uitvoering van het plan. Het VROM heeft nog geen officiele reactie gegeven. Maar de verwachting is dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. De gemeente is conform artikel 3.1.1 Bro jo artikel 3.19 Wabo in overleg getreden met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het Hoogheemraadschap heeft nog niet een officiële projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
194 reactie gegeven maar het is waarschijnlijk dat er met de uitvoering van het plan geen belangen in het geding zijn met betrekking tot water. Op grond van artikel 6.12 Wabo zal de ontwerp omgevingsvergunning naar Gedeputeerde Staten en de Inspecteur worden gezonden.
6.2.3
Zienswijzen
Zoals in paragraaf 5.2.1 uiteengezet, bestaat er tijdens de periode van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit (en de ruimtelijke onderbouwing) de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen.
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
195
Bijlagen bij de ruimtelijke onderbouwing Bijlage 1 Plancontour
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
196
projectbesluit "omgevingsvergunning Kinderopvang Teddy Kids" (ontwerp)
PLANGEBIED
r Lo
d 16 b 16
a 16
e 16
c 16
40a 40
LEGENDA tzk
17
en
22
21
20
19
18
e ad
grens van de omgevingsvergunning
36
42
34 44
32 30
46
28 26
48
24
50 52
b 22
54
22
58
56 a 22
n la
an
45 43
n
0
o_NL.IMRO.0546.PB00013.dwg 10
20
30
40
50 m
Omgevingsvergunning Status
IDN.IMRO
Datum
Schaal
ontwerp 30-06-2011
2
2a
35
n
37a 37
33
31
29
27
25
anlaa
2
Zeemanlaan 22a
39
NL.IMRO.0546.PB00013-0201
Archiefnummer pdf-versie
1:500
Formaat A3
GE-11129 4
4a
23
Zeem
a 39
anlaa
41
Zeem
VERKLARING
47
21
19
17
15
13
11
2c
10
16
a em Ze
8
6
4
12
20
18
49
2b
2
6a
14
16a
51
2a
4a
12a
10a
8a
14a
20a
18a
Gemeente Leiden, Postbus 9100, 2300 PC Leiden
Bladnr
1 van 1
Leiden
Afdeling Realisatie Team Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening