omgevingsvergunning Eurobox

omgevingsvergunning Eurobox

2

Inhoudsopgave

Besluit omgevingsvergunning

3

Bijlagen bij de omgevingsvergunning

15

Bijlage 1

Bouwtekeningen

15

Bijlage 2

Lijst niet digitale bijlagen

41

Ruimtelijke onderbouwing

47

Hoofdstuk 1

47

Inleiding

1.1

Aanleiding

47

1.2

Vigerend bestemmingsplan

47

1.3

Begrenzing plangebied

48

Hoofdstuk 2

Beschrijving van de omgevingsvergunning

51

2.1

Geschiedenis van het plangebied

51

2.2

Inventarisatie plangebied

51

2.3

Beschrijving van het plan

51

Hoofdstuk 3

Ruimtelijk beleidskader

53

3.1

Inleiding

53

3.2

Provinciaal en regionaal beleid

53

3.3

Gemeentelijk beleid

55

Hoofdstuk 4

Motivering

57

4.1

Inleiding

57

4.2

Archeologie

57

4.3

Economische zaken

59

4.4

Kabels en leidingen

59

4.5

Milieu

59

4.6

Stedenbouwkundige inpassing

61

4.7

Verkeer en vervoer

64

4.8

Water

66

Hoofdstuk 5 5.1

Procedurele aspecten

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

69 69

3

5.2

Procedure

Hoofdstuk 6

69

Uitvoerbaarheid

73

6.1

Economische uitvoerbaarheid

73

6.2

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

73

Bijlagen bij de ruimtelijke onderbouwing

75

Bijlage 1

Plancontour

75

Bijlage 2

Overzicht kabels en leidingen

79

Besluit omgevingsvergunning


4


Eurobox Self Storage Alkmaar I B.V.

Gemeente Leiden Bezoekadres Stadsbouwhuis Langegracht 72 Postadres Postbus 9100 2300 PC Leiden Telefoon 071-5165165 E-mail [email protected] Website www.leiden.nl/gemeente

Datum Ons Kenmerk Onderwerp

14-09-2011 WABO 110195/70660 OLO

Contactpersoon L. Heemskerk Doorkiesnummer (071) 5165771

Beslissing op uw aanvraag om omgevingsvergunning Rooseveltstraat 70 Gedeeltelijk ook sectie O nummer 37 maken van een betonnen verdiepingsvloer, 2 transportdeuren, 3 extra vluchtdeuren in de gevel, plaatsen reclame en vijf vlaggenmasten en een deel van het bouwwerk slopen Datum binnenkomst 03-02-2011

Geachte mevrouw/heer, Op 03-02-2011 hebben wij uw aanvraag tot een omgevingsvergunning ontvangen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de locatie Rooseveltstraat 86 (authentiek adres Rooseveltstraat 70) Gedeeltelijk sectie O nummer 37 voor het volgende project: maken van een betonnen verdiepingsvloer, 2 transportdeuren, 3 extra vluchtdeuren in de gevel, plaatsen reclame en vijf vlaggenmasten en het slopen van een deel van het bouwwerk ten behoeve van het gebruik als opslagbedrijf. Wij hebben besloten om de vergunning te verlenen. Eventuele indiener(s) van zienswijzen zijn van de vergunningverlening in kennis gesteld en wij wijzen erop dat rechten van derden aan het gebruik van deze vergunning in de weg kunnen staan. U treft de vergunning bijgevoegd aan. In uw omgevingsvergunning staan doorgaans voorwaarden vermeld, bijvoorbeeld de voorwaarde dat nog nadere constructieve gegevens overgelegd en beoordeeld moeten worden voordat met de werkzaamheden mag worden gestart. Het is dus belangrijk dat u kennis neemt en rekening houdt met de in uw omgevingsvergunning opgenomen voorwaarden. Ook vragen wij uw aandacht voor het onderstaande, waarbij opgemerkt moet worden dat wellicht niet alle mededelingen op uw vergunning van toepassing zijn. Op tijd beginnen Na ontvangst van uw vergunning heeft u maximaal 26 weken (activiteit kap 52 weken) de tijd om met de werkzaamheden te beginnen. Na die 26 weken loopt u het risico dat de vergunning wordt ingetrokken. Uiteraard kunnen er omstandigheden zijn waardoor u niet binnen 26 weken kunt beginnen. In dat geval verzoeken wij u ons hiervan in kennis te stellen en daarbij ook aan te geven wanneer u wel kunt starten met de werkzaamheden.

Betaling leges Overeenkomstig de legesverordening bent u voor het in behandeling nemen van uw aanvraag voor een omgevingsvergunning leges verschuldigd. Voor betaling van dit bedrag ontvangt u een aparte, gespecificeerde nota. Bij deze nota wordt vermeld op welke wijze u eventueel bezwaar kunt aantekenen tegen de hoogte van het legesbedrag en de gehanteerde grondslagen. Verplichting tot melden start en voortgang van de bouwwerkzaamheden Een belangrijke taak van onze inspecteurs is het controleren of er in overeenstemming met de verleende vergunning wordt gebouwd. Goedgekeurde tekeningen moeten daarom steeds op het werk aanwezig zijn en u dient het begin van de werkzaamheden alsmede de start van heiwerkzaamheden, het betonstorten voor de fundering en de verdiepingen altijd te melden. Voordat met het storten van beton mag worden begonnen, dienen de wapening, bekisting en ondersteuning van de betonconstructie voorts door het team Bouwtoezicht te zijn goedgekeurd. De keuring moet 48 uur voor de voorgenomen aanvang van het storten worden aangevraagd bij de afdeling Handhaving, team Bouwtoezicht, telefoon (071) 516 5502. Als alle werkzaamheden zijn afgerond, dient u ons hiervan in kennis te stellen. De meldingen kunt u doen via [email protected] faxnummer 071 - 516 7880 onder vermelding van het omgevingsvergunningnummer en het perceel waarop de vergunning van toepassing is. Afvoerleidingen / riolering / herbestrating Afvoerleidingen moeten zijn aangesloten op het openbaar riool. Dit zal door de gemeente voor rekening van de vergunninghoud(st)er worden uitgevoerd. Voordat de aansluitingen worden gemaakt dient eerst een nog te bepalen bedrag ter nadere verrekening in de gemeentekas te worden gestort (gironr. 37206 ten name van de afdeling Stedelijk Beheer, Unit Civiel 1, onder vermelding van ‘aansluiting riolering Rooseveltstraat 70 Gedeeltelijk ook sectie O nummer 37’). Verder moet de hemelwaterafvoer zijn aangesloten op de huisriolering *lozen op het buitenwater. Voor eventuele herbestrating, die als gevolg van de werkzaamheden uitgevoerd moet worden, dient een nog te bepalen bedrag ter nadere verrekening in de gemeentekas te worden gestort (gironr. 37206 ten name van de afdeling Stedelijk Beheer, unit Civiel 4, onder vermelding van “waarborgsom bestrating Rooseveltstraat 70 Gedeeltelijk ook sectie O nummer 37“). Milieu Werkzaamheden met (mogelijk) verontreinigde grond moeten plaatsvinden volgens wettelijke regels. Deze zijn opgenomen in de Wet milieubeheer, de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (Landelijk Meldpunt Afvalstoffen) en het Besluit bodemkwaliteit. Indien u nog een bodemonderzoek moet verrichten, wijzen wij erop dat hieruit kan blijken dat mogelijk sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De omgevingsvergunning treedt in dat geval pas in werking zodra is voldaan aan artikel 6.2c van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo). Voor toepassen van grond met kwaliteit boven de achtergrondwaarde binnen het werkgebied van Milieudienst West-Holland dient een melding gedaan te worden door middel van het meldingsformulier (www.mdwh.nl). De milieudienst beoordeelt of de partij grond mag worden 3 toegepast op de geplande locatie. Voor het toepassen van meer dan 50 m schone grond dient een melding te worden gedaan via www.meldpuntbodemkwaliteit.agentschapnl.nl.

omgevingsvergunning uitgebreid-257

Archeologie Indien archeologische resten worden aangetroffen, dient dit op grond van artikel 53 van de Monumentenwet onmiddellijk te worden gemeld aan de minister van OC&W, door tussenkomst van de unit Monumenten en Archeologie van de gemeente, tel. nr. 071-5167950. De vondst dient gedurende 6 maanden, te rekenen vanaf de datum van de melding, ter beschikking te worden gesteld of gehouden voor wetenschappelijk onderzoek. Overige vergunningen Hoewel in de omgevingsvergunning de meeste vergunningstelsels zijn geïntegreerd, kan het toch voorkomen dat u nog andere vergunningen nodig hebt. Zo is op grond van artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het hebben van voorwerpen (keten, steigers, bouwmaterialen e.d.) op, in, over of boven de weg een afzonderlijke vergunning nodig. Volgens artikel 5.24 van de Algemene Plaatselijke Verordening is ook voor het hebben van voorwerpen in, over of boven een openbaar water een afzonderlijke vergunning nodig. Deze vergunningen kunnen worden aangevraagd bij de afdeling Service & Informatie, telefoonnummer 071-5165503, unit Parkeren, Markt en Water, postbus 495, 2300 AL Leiden. Meer informatie Voor informatie en vragen kunt u terecht bij het Servicepunt Bouwen & Wonen van de gemeente Leiden, telefoon 071 - 516 55 02 of per e-mail: [email protected]. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Leiden, namens dezen,

A.H. Karbet Teamleider Vergunningen & Subsidies


Omgevingsvergunning (uitgebreide procedure)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden gezien het verzoek ingediend door: adres: postcode en woonplaats: ingekomen op: geregistreerd onder nummer

Eurobox Self Storage Alkmaar I B.V. XXXX XXXX 03-02-2011 Wabo 110195 / 70660 OLO.

waarbij een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt gevraagd voor de locatie Rooseveltstraat 86 (authentiek adres Rooseveltstraat 70) Gedeeltelijk sectie O nummer 37, voor het volgende project: “maken van een betonnen verdiepingsvloer, 2 transportdeuren, 3 extra vluchtdeuren in de gevel, plaatsen reclame en vijf vlaggenmasten en het slopen van een deel van het bouwwerk ten behoeve van het gebruik als opslagbedrijf”. Deze aanvraag bestaat uit de volgende activiteiten: • Het bouwen van een bouwwerk. • Het maken van handelsreclame. • Een bouwwerk te slopen. overwegende: ten aanzien van de procedure De aanvraag tot omgevingsvergunning is op 14-02-2011 op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Na bekendmaking zijn geen reacties binnengekomen. Op grond van artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht dienen wij het besluit zo spoedig mogelijk te nemen, doch uiterlijk 6 maanden na ontvangst van de aanvraag. Met inachtneming van artikel 3.12, lid 8 van de Wabo hebben wij d.d. 16-03-2011 de beslissing over de aanvraag met ten hoogste 6 weken verlengd. De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 04-07-2011 voor de duur van 6 weken ter inzage gelegd. Binnen vorengenoemde termijn zijn geen zienswijzen op de ontwerpbeschikking ingediend.


ten aanzien van de activiteit bouwen De aanvraag ziet op het bouwen van een bouwwerk. Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a. van de Wabo is voor deze activiteit een omgevingsvergunning vereist. Het bouwplan is getoetst aan het Bouwbesluit, de bouwverordening, redelijke eisen van welstand en het bestemmingsplan. Bouwbesluit (artikel 2.10, eerste lid, onder a van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder a van de Wabo moet de omgevingsvergunning worden geweigerd indien niet aannemelijk is gemaakt dat het aangevraagde bouwwerk voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in het Bouwbesluit. U heeft aannemelijk gemaakt dat het bouwplan, onder het stellen van voorwaarden, voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Deze voorwaarden zijn verderop opgenomen bij het definitieve “BESLUIT”. bouwverordening (artikel 2.10, eerste lid, onder b van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder b van de Wabo moet de omgevingsvergunning worden geweigerd indien niet aannemelijk is gemaakt dat het aangevraagde bouwwerk voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in de bouwverordening. U heeft aannemelijk gemaakt dat het bouwplan, onder het stellen van voorwaarden, voldoet aan de voorschriften van de bouwverordening. Deze voorwaarden zijn verderop opgenomen bij het definitieve “BESLUIT”. bestemmingsplan Op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder c van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend indien het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of regels die zijn gesteld op grond van artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Ter plaatse is het bestemmingsplan “Leiden Zuidwest” van kracht en geldt de bestemming “Bedrijfsdoeleinden (B III)”. De activiteit bouwen is in strijd is met het genoemde bestemmingsplan, aangezien niet wordt voldaan aan artikel 7, lid 2, sub b van de planvoorschriften. In artikel 7, lid 2, sub b is bepaald dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan, die passen in de op de kaart aangegeven categorieën I, II of III (3.1 en/of 3.2.) dan wel een lagere categorie in de Staat van Bedrijfsactiviteiten. De bouwactiviteit voorziet in het vestigen van een bedrijf ten behoeve van verhuur van opslagruimte aan particulieren en bedrijven. Deze categorie komt niet voor in de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Uw aanvraag wordt mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo (Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan).


Op grond van artikel 2.12 eerste lid, sub a onder 3 van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Wij zijn van oordeel dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing (NL.IMRO.0546.PB00024.0301). Wij zijn voornemens medewerking aan het plan te verlenen. De vorengenoemde ruimtelijke onderbouwing is als bijlage bij dit besluit gevoegd en maakt daarvan deel uit. Het college is van oordeel dat in deze situatie voldoende aanleiding bestaat om de vergunning voor de activiteit onder artikel 2.1, lid 1, sub c te verlenen. welstand (artikel 2.10, eerste lid 1, onder d van de Wabo) Op grond van artikel 2.10, eerste lid 1, onder d van de Wabo mag de omgevingsvergunning alleen worden verleend indien het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. In de gemeente Leiden is de Welstandsnota gemeente Leiden 2010 van toepassing. Het bouwplan voldoet niet aan de in de welstandsnota opgenomen sneltoetscriteria en is daarom voorgelegd aan de Welstands en Monumentencommissie Leiden (WML). De WML heeft in haar vergadering van 22-06-2011 geoordeeld dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. “Akkoord. Toetsingskader Welstandsnota: Gebied T1 Traditionele bedrijventerreinen / Welstandsinzet terughoudend beheer Conclusie Welstandsadvies: Plan is niet in strijd met redelijke eisen van welstand.” Wij hebben dit advies overgenomen en zijn daarmee van oordeel dat het bouwplan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. ten aanzien van het slopen Op grond van artikel 8.1.1 van de bouwverordening van de gemeente Leiden is het - als de hoeveelheid sloopafval meer zal bedragen dan 30 m3, dan wel het verwijderen van asbest verboden om zonder omgevingsvergunning bouwwerken, standplaatsen en woonwagens daaronder begrepen, te slopen. Op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder a van de Wabo wordt deze vergunningplicht gezien als een omgevingsvergunningplicht. Uw aanvraag ziet op deze activiteit. Het slopen betreft mede het verwijderen van asbest. U heeft een asbestinventarisatie-rapport overgelegd. De Milieudienst West-Holland heeft dit rapport goedgekeurd. Wij zijn van oordeel dat het rapport aan de geldende weten regelgeving voldoet en de vergunning onder voorwaarden kan worden verleend. Deze voorwaarden zijn opgenomen bij het definitieve “BESLUIT”. ten aanzien van handelsreclame Op grond van artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 (APV) is het verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een


opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving. De aanvraag heeft betrekking op het voeren van handelsreclame. Op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder h en i van de Wabo wordt een aanvraag om een vergunning voor handelsreclame gezien als een aanvraag om een omgevingsvergunning. U heeft weliswaar aangegeven handelsreclame op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening aan te vragen, maar aangezien er voor het aanbrengen van deze reclame tevens bouwwerkzaamheden nodig zijn valt het project niet onder de Algemene Plaatselijke Verordening en wordt het project dan ook niet als een omgevingsvergunningsplichtige activiteit aangemerkt als bedoeld in artikel 2.2, sub 1, onder i van de Wabo. De aan te brengen reclamevoering is beoordeeld in het kader van de activiteit “bouwen”.

BESLUIT Burgemeester en wethouders besluiten: 1. de omgevingsvergunning te verlenen voor de locatie Rooseveltstraat 86 (authentiek adres Rooseveltstraat 70) Gedeeltelijk sectie O nummer 37, voor het volgende project: “maken van een betonnen verdiepingsvloer, 2 transportdeuren, 3 extra vluchtdeuren in de gevel, plaatsen reclame en vijf vlaggenmasten en het slopen van een deel van het bouwwerk ten behoeve van het gebruik als opslagbedrijf”. Deze aanvraag bestaat uit de volgende activiteiten: • Het bouwen van een bouwwerk. • Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, met toepassing van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3 van de Wabo. • Een bouwwerk te slopen. 2. de ruimtelijke onderbouwing behorend bij de omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3 van de Wabo, genaamd NL.IMRO.0546.PB00024.0301, zowel analoog als digitaal vast te stellen, met gebruikmaking van de ondergrond o_NL.IMRO.0546.PB00024.dwg en de plancontour met kenmerk GE-11.124; 3. aan deze vergunning de volgende voorwaarden te verbinden: • De WBDBO is aangegeven op de perceelsgrens tussen het dak van de aanliggende bebouwing en de eerste verdieping van het te verbouwen deel. Echter zijn de aangegeven brandwerende voorzieningen onvoldoende om brandoverslag naar een ander brandcompartiment tegen te gaan. Het dakdetail t.p.v. een brandcompartimentsgrens kent geen gelijke brandwerendheidsvoorzieningen als vermeldt in de handreiking “Uitvoering brandveiligheid dakconstructies van stalen damwandprofielen” van het NIFV (deze handreiking is digitaal op internet in te zien). Er moet in de uitvoering een brede strook brandwerende voorzieningen worden aangebracht. E.e.a. zoals 6 september telefonisch met de brandweer besproken en bevestigd is per email (breedte is 4 meter, gelijk aan figuur 6 op blz. 26 van de handreiking). • Er moet specifiek aandacht uitgaan naar de bevestiging van de brandwerende voorzieningen ter plaatse van detail blad 11. De materialen moet zodanig zijn dat deze materialen niet wegvallen. Ook productcertificaten moeten worden overlegd om vast te kunnen stellen of de brandwerendheid behaald kan worden. Bouwbesluit artikel 2.105 lid 4 en 2.106 lid 1.


• De bereikbaarheid van hulpdiensten vanaf de openbare weg naar het object is in de situatietekening ingetekend. Er wordt voorzien in een brandweeropstelplaats direct langs de Vliet (groot open water, geen bevriezingsgevaar). Aanvullend is op 6 september telefonisch met de brandweer besproken dat de opstelplaats wordt verplaatst zodat deze verder van het pand af ligt. Dit betekent dat de parkeerplaatsindeling eveneens wijzigt. De opstelplaats wordt 4,5 meter bij 10 meter en er is draaimogelijkheid om de pompruimte aan de waterzijde te krijgen. Er dient ten allen tijde voor gezorgd te worden dat de brandweeropstelplaats vrijgehouden wordt van obstakels. • Naderhand in te dienen gegevens en bescheiden (constructie), als bedoeld in de Ministeriële regeling OmgevingsRecht (MOR): paragraaf 2.2 artikel 2.7, dienen ten laatste drie weken (21 kalenderdagen) voor de aanvang van de desbetreffende werkzaamheden met inbegrip van prefabricage buiten de bouwplaats - ter beoordeling aan burgemeester en wethouders ten name van Afdeling Juridische Handhaving Team Bouwtoezicht van de Gemeente Leiden te worden overlegd en ontvankelijk verklaard onder vermelding van het bouwvergunningnummer. Voorwaarden Algemeen: - Bouwveiligheidsplan: Voor het bouwveiligheidsplan wordt verwezen naar het Ministeriële regeling OmgevingsRecht (MOR) §2.1; artikel 2.4; - De gegevens en berekeningen van de constructies van het bouwwerk. Voorwaarden wat betreft de omgeving: - Een verkeersplan voor stremmingen t.g.v. werkzaamheden en omleidingen als de werkzaamheden zoals hijsen van lasten en het plaatsen van bouwafscheidingen daar toe aanleiding geven; - Voor de paalafstanden tussen nieuwe en (evt.) bestaande kan aangehouden worden de 'richtlijnen kwaliteit woningbouw Amsterdam 1995'. • De sloop moet worden opgedragen aan een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. • Voorafgaand aan de sloop dient de naam van het gecertificeerde asbestverwijderings bedrijf SC-530 bij de gemeente Leiden en Milieudienst West-Holland bekend te zijn. authentiek adres De vergunning wordt verleend voor het volgende authentieke adres: Rooseveltstraat 70 bijgevoegde documenten De volgende stukken maken deel uit van de vergunning: • Constructietekening 70660_1296739081843_11-007_BA_2-01_110201.pdf van 03-02-2011 • Situatietekening 70660_1296740592275_getpdf_(2).pdf van 03-02-2011 • Detailtekening 70660_1308578113198_blad1_Roosevelstraat_70.pdf van 17-06-2011 • Detailtekening 70660_1314358766164_blad2_t/m_blad10_blad12_t/m_blad17_ en_blad19_Detail_teekeeningen_ Rooseveltstraat_70.pdf van 26-08-2011 • Detailtekening 70660_1314358346127_Blad_11_-_Alternatief_Roosevelstraat_70.pdf van 26-08-2011 • Detailtekening 70660_1314358383923_Blad_19_(=blad18)_-_Alternatief_ Rooseveltstraat_70.pdf van 26-08-2011 • Ruimtelijke onderbouwing (NL.IMRO.0546.PB00024.0301)


mededelingen • Mededelingen m.b.t. constructieve veiligheid: Algemeen: - De kanaalplaten moeten in verband met de brandwerendheid worden berekend en gedetailleerd volgens de laatst bekende inzichten zoals bijvoorbeeld de publicatie van de Bond van Fabrikanten van Betonproducten van 16/11/2009; - Voor het toepassen van brandwerende coatings gelden naast het Bouwen met Staalrapport 2003.01 nog aanvullende eisen zoals o.a. het uitsluitend toepassen in binnenklimaat; - Staalconstructies die niet controleerbaar zijn na de oplevering dienen voorzien te zijn van een behandeling die een duurzaamheid van 50 jaar garandeert. Aan de invloed op de omgeving worden de volgende eisen gesteld: - De grondwaterstand in de omgeving mag niet lager worden dan de gemiddeld laagste natuurlijke grondwaterstand; - Wegen en rioleringen mogen geen schade ondervinden en toelaatbare vervormingen dienen met de desbetreffende beheerders overeen gekomen te worden; - indien palen getrokken worden moet verticale waterstroming worden verhinderd; - trillingen aan belendingen moeten minimaal voldoen aan SBR richtlijn-A; - schade of ernstige hinder voor de omgeving moet zo veel mogelijk worden voorkomen; - Indien hiervoor genoemde eisen worden overschreden dienen de veroorzakende werkzaamheden worden gestaakt en moet de inspecteur van het Team Bouwtoezicht van de Gemeente Leiden onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld. Coördinerend constructeur: - Er dient een coördinator aangesteld te worden die verantwoordelijk is voor het indienen van de gegevens en bescheiden ten behoeve van de constructieve toets aan het Bouwbesluit. Deze gegevens en bescheiden dienen in een zodanige vorm te worden aangeleverd dat een goede en efficiënte afhandeling van de bouwconstructieve beoordeling mogelijk is. Daarvoor is ook de samenhang tussen de berekeningen en tekeningen en overige bescheiden van de afzonderlijke constructieonderdelen van het bouwwerk noodzakelijk. inwerkingtreding Deze vergunning treedt in werking op de eerste dag van de zevende week nadat de vergunning aan u is verstuurd. beroepsclausule Wie door het verlenen van deze vergunning rechtstreeks in zijn belangen is getroffen, en tijdig zienswijzen tegen het ontwerpbesluit heeft gemaakt, kan daartegen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen een termijn van 6 weken na datum van verzending of uitreiking van het besluit beroep instellen bij de rechtbank, Sector Bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Indien onverwijlde spoed - gelet op de betrokken belangen - het vereist, kunt u ook de Voorzieningenrechter van de rechtbank in Den Haag verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen.


Burgemeester en wethouders, namens dezen,

A.H. Karbet Teamleider Vergunningen en Subsidies

Leiden d.d. 14-09-2011


15

Bijlagen bij de omgevingsvergunning Bijlage 1 Bouwtekeningen


16


Uittreksel Kadastrale Kaart 20

21f

21e

50

48

21b

21c

4468

46 42

5366

40

2596

54

56

5365

25

1

36

52

38

58

60 62

4955

64

25a c 25b 4956 4957 25d 25

g oudsewe Zoeterw

23

44

66 55

25e 3680 3678 3679 3677

4966 74

aat veltstr

72

57

Roose

29

4923

3732

70 76

4924eg low bu or

15 16

C 78

m

vliet

2724 6 t/

28

Trek

61

a veltstr

3733 80

at

3208

18

Roose

17 18

2538

/m 1t

4967

82

2539 15 16

1982 weg Voorschoter

7 65 t/m

17 18

9

2540

19

5423

n b Va Jaco

13 1 t/m m 27

15 t/

penla Cam

an e

Trekvlie

lfts De

ad gp a Ja

2133

at

2919

r Ma

9

34 t/m 64

7 1

5 3

5341

2

16 18 12 14 8 10 de 6 ffska 2 4 ckho 3

4

5 7

6 43

5292

al

Trekvliet

8

d Jaagpa

100 m

ade offsk erckh

Elly K

5468 5386 5370 5382 5385 5322 5384 5381 1 7 5383 53 5380 5372

1

Schaal 1:2000 rinks

Kadastrale gemeente Sectie Perceel traat

6

Voor een eensluidend uittreksel, ZOETERMEER, 1 oktober 2010 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

5497

5291

3

4

Kleib

Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Voorlopige grens Bebouwing Overige topografie

20 m

14 16 an 10 12 6 8 Herm 2 4

er Elly K 5379 5375 5378 5376 5321 5373 5374 5377 5496

4060

9 t/m

g

Delftse

h rsc

e rw ote

0m

25

1

53960 534 9 533 5338 5337 5336 5335 5334 5333 5332

o Vo

12345

t

tra eys yB

LEIDEN O 3733

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

na

a iek

R

ijn

ch -S

2 t/ m3 2

Omgevingskaart

0m

125 m

Deze kaart is noordgericht.

625 m

Schaal 1: 12500

Hier bevindt zich Kadastraal object LEIDEN O 3733 Rooseveltstraat 80, 2321 BM LEIDEN © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.

Kade 60

60

60

60

60

60

60

60

6464

60 60 60

2500

60

60

12000

60

Traforuimte

60

60

60

60

60

60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

9566

11946

A

2500

44195

6200

12000

35900

2500

*60

6700

60

110

30848

11885

1200

2995

1150

*60

10110

25848

*60

*60

5000

*60

*60

934

*60

934

2892

110

*60

3810

1100

110

17780

*60

2470

110

*60

7850

7765

5160

Bestaand hekwerk

*60

*60

*60

*60

4204

*60

4080

*60

280

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

198 3802

p

24404

*60

4000

*60

4000

*60

3802

*60

198

B

4000

3846

*60

198

p 4000

3802

p 4000

p

3906

p

198

p p

*60

*60

*60

p

12484

12000

7590

6700

2600

2500

2600

2500

10000

2600

2500

10000

59117

2600

2500

2600

2500

10000

2600

2500

2600

1843

2900

374

*60

1100

10000

Alink Bouwtechnisch Adviesbureau Appelstraat 165 2564 EE DEN HAAG telefoon: 070-4042992 fax: 070-4042996 e-mail: [email protected] opdrachtgever: Eurobox Self Storage werkadres:

Rooseveltstraat 20 te Leiden

betreft:

Wijziging gebruiksfunctie & gevel

onderwerp:

Begane grond bestaand

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100

wijzigingen: 17-05-2011

blad 2

A0

23555

34863

100

2060

60

60

60

60

60

60

*60

60

60

60

60

*60

60

60

60

*60

60

60

60

*60

60

60

60

60

60

60

60

*60

*60

60

60

*60

60

60

*60

60

0.11 Noodtrappenhuis

*60

30

*60

3650

60

30

3750

60

60

Noodtrap: - Stalen trap, gegalvaniseerd - Kleur: Naturel - Optrede: 185 mm - Aantrede: 220 mm

60

60

60

60

60

60

60

60

100 30

Scheidingswand (bestaand)

Nooddeur: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 Wit

Kalkzandsteen lijmblokken

12000

WBDBO 30 minuten WBDBO 60 min

60

WBDBO 30 min

30

60

2500

30

60

60

30

60

Traforuimte

60

0.10 Opslag

30

Maten in het werk te controleren

Trappenhuis: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 100 mm - WBDBO: 60 min

*60

30

60 60

S 30

Maten in millimeters

6464

60 *60

Renvooi

1960

Kade

100

60

60

60

60

60

30

60

Deur zelfsluitend WBDBO 30 min op kleefmagneten, aangelsoten op BMI

*60

*60

*60

*60

*60

30

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

30

30

Deur zelfsluitend d.m.v. dranger

S

Deur niet v.v. slot

60

30

60

60

*60

*60

*60

6700

*60

*60

60

*60

30

Brandslanghaspel Aanduiding nooduitgang

30

S 30

Aanduiding vluchtroute

30

30

60

Noodverlichting

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30 *60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

12000

*60

35900

*60

30

S

0.09 Opslag

30

Materialen

4508 30

2600

214

60

60

6200

44195 *60

Staal, gegalvaniseerd Kleur: naturel

A

Liftschacht:

Kozijn Dark red meranti

9566

Hang- en sluitwerk volgens inbraakwerendheid, als bedoeld in afdeling 2.25 van het Bouwbesluit 2003 Trappenhuis:

0.07 Drive-Thru

30

Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 100 mm

30

60


Deur Multiplex 40 mm, geschilderd Op stabilisatie kokers Voorzien van 2-punts panieksluiting

Nieuwe overheaddeur: - Kleur: RAL5002 Ultra Marine Blauw 11946

30

Nooddeur:

30 30

60

30

Aantrede: 220 mm Optrede: 185 mm

4000

Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur)

Schachtventilatie: - Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar

30

2500

214

30 30 30 30

60

*60

*60

Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm - WBDBO: 60 min.

60 60

*60

Noodtrap:

*60

p

100

*60

p

60

60

S

60

Zand/cement dekvloer 60 mm Kanaalplaatvloer 200 mm

30

60

*60

*60

*60

60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

Liftschacht:

*60

Dakopbouw Bitumineuze dakbedekking Isolatie 80 mm Underlayment 19 mm Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur)

110

*60

30

60

60

100

*60

60

*60

*60

30

0.03 Toiletruimte

*60

*60

*60

30

60

*60

0.02 Ontvangstruimte

0.04 0.05 Toi. H Toi. D

Wanden Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 214 mm WBDBO: 60 min.

7850

30 30

30

7765

60

S

5160

100

30

110

Gevelbeplating:

60

30

0.06 Pantry

30

30

30

30

*60

*60

*60

*60

30

60

30

IJ

W

Toegangscontrole 3775

Kleuren

Gevelbeplating: - Damwandprofiel 40 mm - Isolatie 90 mm - Kleur: RAL9010 Wit

Overheaddeur: Bestaand RAL5002 Ultra Marine Blauw

p

p

p

p

p

B

p

p

p

p

Nieuw RAL5002 Ultra Marine Blauw 3846

60

Overheaddeur: - Kleur: RAL5002 Ultra Marine Blauw

3500

60

*60

30

NG GI ZI

Loopdeur: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 Wit - WBDBO: 30 minuten i.v.m. horizontale brandoverslag

4204

30

*60

4000

30

*60

K

W

Damwandprofiel 40 mm op omegaprofiel Isolatie 90 mm

4080

30

60

30

*60

*60

*60

G

IN IG

Z IJ

280

*60

Banieren: - Mastlengte: 8 m - Afm. banieren: 4,5 x 1,5 m

0.01 Entree

3500

*60

60

*60

Nieuwe overheaddeur: - Kleur: RAL5002 Ultra Marine Blauw

Schachtventilatie Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar

2470

60

2400 2500

30

Loopdeur:

60

Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit 198

Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit Gevelbeplating

4000

Opstelplaats brandweerauto: - Gereserveerd voor brandweerauto's - Afmeting: 4,5 x 10 m

Nooddeur:

Damwandprofiel RAL9010 Wit

60

Overheaddeur: - Kleur: RAL5002 Ultra Marine Blauw 3802

60

Uitvoering in overleg met Gemeentelijk Bouwtoezicht Constructieberekening en -tekening ter goedkeuring van Gemeentelijk Bouwtoezicht

198

60

60

*60

Brandcompartimentering Schaal 1:1000

198

60

3802


*60

p

60

*60

BMI: Brandmeld-installatie v.v. optische rookmelders aangesloten op particuliere alarmcentrale Interne vluchtdeuren: Niet voorzien van slot

Lichtstraat *60

24404

*60

*60

198

3500

60

60


3802

3500

*60

*60

BC 2

BC 1

p

60

p

3906

60

BC 6

*60

BC 7

*60

p

374

*60

BC 3 BC 5

p


12000

7590

6700

2600

2500

2600

2500

10000

2600

1275

10000

4350

2550

2600

2500

10000

2600

2500

2600

p

12484

BC BC BC BC BC BC BC

1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:

936 524 980 284 11 8 11

BC 4 1843

2900

1100

10000

p

59117

Alink Bouwtechnisch Adviesbureau

p

4130

Trap v.v. brandwerend rolluik op 1e etage WBDBO: 60 min.

60

4330

60

Trappenhuis: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 100 mm - WBDBO: 60 min

60

Trappenhuis: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 100 mm

30

Vloerconstructie:

60

Nieuw hekwerk *60

S 30

Brandscheidingswanden: Sandwichpaneel 100 mm WBDBO: 60 minuten

3678

Lift

*60


3250

3678

30

3578

60

60

60

*60

214

60

30

100

60

p

60

30

100 1380 214

*60

*60

Draagconstructie, staal gevuld met beton WBDBO 60 min

60

*60

30

60

*60

*60

*60

Draagconstructie, staal brandwerend omkleedt WBDBO 60 min

2500

30

30

30

60

S

S

S

S

Draagconstructie, staal

p

Appelstraat 165 2564 EE DEN HAAG telefoon: 070-4042992 fax: 070-4042996 e-mail: [email protected] opdrachtgever: Eurobox Self Storage werkadres:


betreft:


onderwerp:

Begane grond nieuw

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100


blad 3

A0

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

12000

60 60 60 60 *60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

60

*60

60 60

12000

36430

60 60 60

44195

60 60

A

60 60 60

11946

60 60 60

17780

30848

60

11845

7000

10461

10110

4070

14855

Lichtstraat *60

*60

934

934

2788

110

4051

1100

Lichtstraat *60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

60

*60

60

Lichtstraat

8070

7850

60 *60

60 60 60

60

60

60

60

*60 *60

4000

4204

60

4000

24404

4000

B

4000

Lichtstraat

4000

60

12000

6700

10000

10000

59117

10000

10000



betreft:


onderwerp:

Eerste verdieping bestaand

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100


blad 4

A0

58518 11775

100

20593

100

Renvooi

25950

Maten in millimeters Maten in het werk te controleren 60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60 60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60

60


S

4184

60

60

4284

60

60

60

60

60

30

60

60

30

60

60

60

30

30

60

30

100

60

30

60

Scheidingswand (bestaand) Kalkzandsteen lijmblokken


S 30


WBDBO 30 minuten

60

30

100 60

60

WBDBO 30 min

30

1960

30

12000

2060

30

WBDBO 60 min

60

30


30

30

30

Deur zelfsluitend d.m.v. dranger 30

S

30

Deur niet v.v. slot

30

Brandslanghaspel 30

60

Aanduiding nooduitgang 30 30

60

Aanduiding vluchtroute

30

*60

*60

*60

*60

*60

Noodverlichting

*60

30

30

60

30

Draagconstructie, staal *60

60

30


30

*60

30


30

60 30

Materialen

100 1380 100

30

2714

1.01 Opslag

214

60

30

Liftschacht:

60

60

30

30

3678

60

4478

4678

30

Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm

60

30

60

Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur)

Vloerconstructie: Zand/cement dekvloer 60 mm Kanaalplaatvloer 200 mm 44195

100

30

30

60

60

214

60

Noodtrap: Staal, gegalvaniseerd Kleur: naturel

60

30


60

214

60

30

100

*60

60

*60

60

*60

Aantrede: 220 mm Optrede: 185 mm

*60

Nooddeur:

30


30

60

Kozijn Dark red meranti

A

30

60

*60

Brandscheidingswanden: Sandwichpaneel 100 mm WBDBO: 60 minuten

60

Lift

*60

36430

30

30

1.06 Opslag

3250

30

4508

S

12000

30

60

1.05 Opslag

S

30 30


60 30 30

30

60

Hang- en sluitwerk volgens inbraakwerendheid, als bedoeld in afdeling 2.25 van het Bouwbesluit 2003

11946

30

30 30

60

Trappenhuis:

30


30


30

S


S

30

100

60

30

30

60


60

30

Liftschacht:

30 30 30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

30

1.02 Opslag

30

60

Schachtventilatie Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar

30

8070

*60

7850

100

30

Wanden Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 214 mm WBDBO: 60 min.

Lichtstraat

1.03 Technische Ruimte

7340

*60

S

100

30

Gevelbeplating:

60


30

60

S 30

60

60

60

60

60

60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

Kleuren

*60

*60

Overheaddeur: 4204

Bestaand RAL5002 Ultra Marine Blauw Nieuw RAL5002 Ultra Marine Blauw Loopdeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit

B

Nooddeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit Gevelbeplating

4000


BMI: Brandmeld-installatie v.v. optische rookmelders aangesloten op particuliere alarmcentrale


4000

24404

Interne vluchtdeuren: Niet voorzien van slot

Brandcompartimentering

Lichtstraat

4000

Schaal 1:1000

BC 6 BC 2

BC 1

4000

60

4000

11670

*60

30

60

2400 2500

*60

S

S

60 60

*60

30

*60

30

*60

30

*60

30

*60

30

30

*60

60

Lichtstraat

30

60

60

Lichtstraat

30

4130

30

60

60


Dakopbouw Bitumineuze dakbedekking Isolatie 80 mm Underlayment 19 mm Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur)

BC 7 BC 3

BC 5

BC BC BC BC BC BC BC

1: 2: 3: 4: 5: 6: 7:

936 524 980 284 11 8 11

BC 4

12000

6700

10000

10000

59117

10000

10000



betreft:


onderwerp:

Eerste verdieping nieuw

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100


blad 5

A0

12000

44195

12000 11946 Lichtstraat

Lichtstraat

4000

24404

4000

4000

4204

7850

Lichtstraat

4000

4000

Lichtstraat

Uitvoering in overleg met Gemeentelijk Bouwtoezicht Constructieberekening en -tekening ter goedkeuring van Gemeentelijk Bouwtoezicht 12000

6700

10000

10000

59117

10000

10000



betreft:


onderwerp:

Dakplattegrond bestaand

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100


blad 6

A0

Renvooi Maten in millimeters Maten in het werk te controleren

Scheidingswand (bestaand)

12000

Kalkzandsteen lijmblokken


60

WBDBO 30 min

30


30

30


S

Deur niet v.v. slot Brandslanghaspel Aanduiding nooduitgang Aanduiding vluchtroute Noodverlichting

Draagconstructie, staal Draagconstructie, staal brandwerend omkleedt WBDBO 60 min

*60


12000

Liftschacht:

*60

Materialen

44195

Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur) Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm

Brandscheidingswanden: Sandwichpaneel 100 mm WBDBO: 60 minuten Vloerconstructie: Zand/cement dekvloer 60 mm Kanaalplaatvloer 200 mm


Noodtrap: Staal, gegalvaniseerd Kleur: naturel Aantrede: 220 mm Optrede: 185 mm Nooddeur: Kozijn Dark red meranti

11946

Deur Multiplex 40 mm, geschilderd Op stabilisatie kokers Voorzien van 2-punts panieksluiting Hang- en sluitwerk volgens inbraakwerendheid, als bedoeld in afdeling 2.25 van het Bouwbesluit 2003 Trappenhuis: Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 100 mm Trap v.v. brandwerend rolluik op 1e etage WBDBO: 60 min.

Lichtstraat

Lichtstraat

Liftschacht: Dakopbouw Bitumineuze dakbedekking Isolatie 80 mm Underlayment 19 mm Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur)

Lichtstraat

7850

Wanden Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 214 mm WBDBO: 60 min. Schachtventilatie Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar Gevelbeplating:

4204


Kleuren Overheaddeur: Bestaand RAL5002 Ultra Marine Blauw

4000

Nieuw RAL5002 Ultra Marine Blauw Loopdeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit Nooddeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit 4000

Gevelbeplating

4000

24404


4000

4000

Lichtstraat

BMI: Brandmeld-installatie v.v. optische rookmelders aangesloten op particuliere alarmcentrale Interne vluchtdeuren: Niet voorzien van slot

12000

6700

10000

10000

59117

10000

10000




betreft:


onderwerp:

Dakplattegrond nieuw

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100


blad 7

A0


Scheidingswand (bestaand) Kalkzandsteen lijmblokken


60

WBDBO 30 min

30


30

30


S

Deur niet v.v. slot Brandslanghaspel Aanduiding nooduitgang Aanduiding vluchtroute Noodverlichting

Draagconstructie, staal

Zuidgevel bestaand


*60

*60


Materialen Brandscheidingswanden: Sandwichpaneel 100 mm WBDBO: 60 minuten Vloerconstructie: Zand/cement dekvloer 60 mm Kanaalplaatvloer 200 mm Noodtrap: Staal, gegalvaniseerd Kleur: naturel Reclamedoek

Eurobox

Aantrede: 220 mm Optrede: 185 mm Nooddeur: Kozijn Dark red meranti Deur Multiplex 40 mm, geschilderd Op stabilisatie kokers Voorzien van 2-punts panieksluiting Hang- en sluitwerk volgens inbraakwerendheid, als bedoeld in afdeling 2.25 van het Bouwbesluit 2003


G

G

IN IG

W

IN IG

Z IJ

W

Trappenhuis:

Z IJ




Loopdeur: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 wit

Liftschacht: Dakopbouw Bitumineuze dakbedekking Isolatie 80 mm Underlayment 19 mm Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur)

Zuidgevel nieuw

Wanden Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 214 mm WBDBO: 60 min. Schachtventilatie Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar Gevelbeplating: Damwandprofiel 40 mm op omegaprofiel Isolatie 90 mm

Kleuren Overheaddeur: Bestaand RAL5002 Ultra Marine Blauw Nieuw RAL5002 Ultra Marine Blauw Loopdeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit Nooddeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit Gevelbeplating

Oostgevel bestaand


Bestaande overheaddeur: - Kleur: RAL5002 Ultra Marine Blauw



Nooddeur: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 Wit


Oostgevel nieuw





betreft:


onderwerp:

Gevelaanzichten bestaand & nieuw

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100


blad 8

A0


Scheidingswand (bestaand) Kalkzandsteen lijmblokken 7000+ b.k. dakrand

6000+

*60

*60

*60

*60

*60

*60

*60

o.k. ligger

o.k. ligger

WBDBO 30 minuten

6190+

WBDBO 60 min

60

WBDBO 30 min

30


3660+

30

30

b.k. vloer


S

Deur niet v.v. slot Brandslanghaspel Peil = 0

Peil = 0

b.k. vloer

b.k. vloer

Aanduiding nooduitgang Aanduiding vluchtroute Noodverlichting

Draagconstructie, staal Draagconstructie, staal brandwerend omkleedt WBDBO 60 min

Doorsnede A-A bestaand

*60

*60

Draagconstructie, staal gevuld met beton WBDBO 60 min Liftschacht: Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur)

Materialen Brandscheidingswanden: Sandwichpaneel 100 mm WBDBO: 60 minuten

Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm

8120+


6000+

*60

*60

7000+

*60

*60

Zand/cement dekvloer 60 mm Kanaalplaatvloer 200 mm

b.k. liftschacht

b.k. dakrand *60

Vloerconstructie:

*60

Noodtrap: Staal, gegalvaniseerd Kleur: naturel

6190+ o.k. ligger

60

o.k. ligger

3660+

60

Aantrede: 220 mm Optrede: 185 mm 3660+

Nooddeur: Kozijn Dark red meranti

b.k. vloer

60

b.k. vloer

60


Peil = 0

Peil = 0

b.k. vloer

b.k. vloer

Hang- en sluitwerk volgens inbraakwerendheid, als bedoeld in afdeling 2.25 van het Bouwbesluit 2003 Trappenhuis: Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 100 mm Trap v.v. brandwerend rolluik op 1e etage WBDBO: 60 min.

Doorsnede A-A nieuw Liftschacht:

Dakopbouw Bitumineuze dakbedekking Isolatie 80 mm Underlayment 19 mm Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur) Wanden Kalkzandsteen lijmblokken Dikte: 214 mm WBDBO: 60 min. Schachtventilatie Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar Gevelbeplating:

7000+


b.k. dakrand

6190+

*60 *60

*60

o.k. ligger

3660+

Kleuren

b.k. vloer *60

Overheaddeur: Bestaand RAL5002 Ultra Marine Blauw Nieuw RAL5002 Ultra Marine Blauw

Peil = 0 b.k. vloer

Loopdeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit Nooddeur: Kozijn RAL9010 Wit Deur RAL9010 Wit

Doorsnede B-B bestaand

Gevelbeplating Damwandprofiel RAL9010 Wit

Liftschacht: Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur) Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm

8120+


b.k. liftschacht

7000+ b.k. dakrand

6190+

*60 *60

o.k. ligger 60

60

60

60

60

60

60

60

3660+ b.k. vloer *60

Peil = 0 b.k. vloer

1400-


b.k. vloer liftschacht


Doorsnede B-B nieuw




betreft:


onderwerp:

Doorsnedes bestaand & nieuw

datum:

31-01-2011

schaal: 1:100


blad 9

A0

Bestaand sandwichpaneel


UNP-profiel Multiplex WBP 10 mm

Multiplex WBP 10 mm Gezet staalplaat

Waterslag

UNP-profiel

Peil = 0 b.k. vloer

Bestaande vloer

Nooddeur: - Multiplex 40 mm, geschilderd - Op stabilisatie kokers - Voorzien van 2-punts panieksluiting Kozijn: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 wit - Dgm: 2300 x 850 mm

Isolatie Open stootvoeg

Alink Bouwtechnisch Adviesbureau Bestaande fundering



betreft:


onderwerp:

Details nooddeur

datum:

31-01-2011

wijzigingen:

schaal: 1:5

blad 10

A3

Brandwerende gipsplaat Onbrandbare isolatie

Metal-stud profiel

3660+

Bestaande vloer

b.k. vloer

Bestaande stalen ligger Brandwerende bekleding

Promatect H Zetwerk


Alink Bouwtechnisch Adviesbureau Loopdeur: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 wit



betreft:


onderwerp:

Details overheaddeur

datum:

31-01-2011

schaal: 1:5


blad 11

A3

Nieuwe overheaddeur: - Kleur: RAL5002 Ultra Marine Blauw Loopdeur: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 wit

L profiel 50x50mm

Peil = 0

Bestaande vloer

Maaiveld

b.k. vloer



betreft:


onderwerp:


datum:

31-01-2011

wijzigingen:

schaal: 1:5

blad 12

A3

Nieuwe overheaddeur: - Kleur: RAL5002 Ultra Marine Blauw Loopdeur: - Dark red meranti - Kleur: RAL9010 wit

L profiel 50x50mm

Peil = 0

Bestaande vloer

Maaiveld

b.k. vloer



betreft:


onderwerp:


datum:

31-01-2011

wijzigingen:

schaal: 1:5

blad 13

A3

Liftschacht: Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur) Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm Schachtventilatie: - Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar

8040+ b.k. balklaag



betreft:


onderwerp:

Details lift

datum:

31-01-2011

wijzigingen:

schaal: 1:5

blad 14

A3

Liftschacht: Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur) Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm Schachtventilatie: - Rechstreeks op buitenlucht, niet afsluitbaar

Bestaande dakconstructie: - Bitumineuse dakbedekking - Isolatie - Stalen dakplaten h = 108 mm - Staalconstructie

Latei (volgens opg. constructeur)



betreft:


onderwerp:

Details lift

datum:

31-01-2011

wijzigingen:

schaal: 1:5

blad 15

A3

Gezette staaldorpel Nieuwe vloer: - Deklaag 60 mm - Kanaalplaatvloer 200 mm

3660+ b.k. vloer Liftschacht: Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur) Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm

Stalen randligger UNP (volgens opg. constructeur) Brandwerend omkleden




betreft:


onderwerp:

Details lift

datum:

31-01-2011

wijzigingen:

schaal: 1:5

blad 16

A3

Liftschacht: Dakopbouw: - Bitumineuze dakbedekking - Isolatie 80 mm - Underlayment 19 mm - Houten balklaag (afm. volgens opgave constructeur) Wanden: - Kalkzandsteen lijmblokken - Dikte: 214 mm

Gezette staaldorpel


Bestaande vloer

Peil = 0 b.k. vloer



betreft:


onderwerp:

Details lift

datum:

31-01-2011

wijzigingen:

schaal: 1:5

blad 17

A3

principe detail Afdekking bestaande uit 50 mm grind of betontegels,

tussen dak en wand

over een breedte van >1000 mm

tpv brandcompartimenten WBDBO 60 min.

2 l. app dakbedekking dakisolatie dik 85 mm Rc=2,5 1500

1500

geprofileerde stalen dakplaten 106 mm

brandwerend polyurethaan schuim, brandklasse EN 1136

Brandkering in canalures, boven- en onderzijde dichtzetten met steenwol

PROMATECT H of PROMATECT 100, dik = 15 mm, breedte = 1000 mm

Unisol-Sandwichpaneel Dikte: 100 mm (Rockwool Conrock type Q3 98 mm, 2x staalplaat 0,55 mm) WBDBO: 60 min.



betreft:


onderwerp:

Principe detail dak/scheidingswand

datum:

31-01-2011

schaal: 1:5


blad 18

A3


Nieuwe vloer: - Deklaag 60 mm - Kanaalplaatvloer 200 mm

3660+ b.k. vloer

Stalen randligger UNP (volgens opg. constructeur) Brandwerend omkleden WBDBO 60 min.



betreft:


onderwerp:

Principe detail gevel/verdiepingsvloer

datum:

31-01-2011

schaal: 1:5


blad 19

A3

41

Bijlage 2 Lijst niet digitale bijlagen


42


Lijst niet digitale bijlagen Onderstaande documenten zijn niet digitaal beschikbaar, maar liggen wel met de omgevingsvergunning ‘Eurobox’ gedurende zes weken ter inzage: • Berekeningen 70660_1296739569490_11-007_Rapport_A_110201.pdf van 03-02-2011 • Berekeningen,Informatie over bouwfy 70660_1296740180800_Rapportage_ bouwbesluittoetsingen_Eurobox_te_Leiden.pdf van 03-02-2011 • Informatie over brandveiligheid 70660_1296740300271_Rapportage_brandveiligheid_ Eurobox_te_Leiden.pdf van 03-02-2011 • Kleurenfoto's 70660_1296742001800_IMG00146-20110107-1606.jpg van 03-02-2011 • Kleurenfoto's 70660_1296742040039_IMG00213-20110121-1149.jpg van 03-02-2011 • Kleurenfoto's 70660_1296742069278_IMG00214-20110121-1150.jpg van 03-02-2011 • Kleurenfoto's 70660_1296742097143_IMG00215-20110121-1150.jpg van 03-02-2011 • Kleurenfoto's 70660_1296742125117_IMG00218-20110121-1150.jpg van 03-02-2011 • Asbestinventarisatierapport 70660_1296744253935_Leiden,_asbestinventarisatierapport.pdf van 03-02-2011 • Berekeningen 70660_1304427441712_rapport_berekeningen.pdf van 03-05-2011

45


46


47

Ruimtelijke onderbouwing Hoofdstuk 1 1.1

Inleiding

Aanleiding

Op 3 februari 2011 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning (BV110195) bij de gemeente Leiden ingediend. Het plan betreft het verbouwen van de loods aan de Rooseveltstraat 70 tot een ruimte voor opslag voor particulieren en bedrijven (selfstorage). Het bedrijf Eurobox zal zich hier vestigen. Eurobox biedt aan bedrijven en particulieren de mogelijkheid om voor korte of lange tijd een afgesloten opslagruimte te huren. Eurobox is gedeeltelijk gelegen op de percelen kadastraal bekend sectie O en de nummers 3732 en 3733. De aanvraag is gedaan voor Rooseveltstraat nummer 70, maar de selfstorage krijgt het adres Rooseveltstraat 86, daarom wordt in het vervolg ook over dit nummer gesproken. Omdat de aanvraag na de invoering van de Wabo (op 1 oktober 2010) is ingediend en in strijd is met het bestemmingsplan, kan de omgevingsvergunning alleen worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo (uitgebreide afwijkingsprocedure). De gemeente heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan de realisatie van het plan. Dit stuk vormt de ruimtelijke onderbouwing, zoals bedoeld in artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht (Bor). In deze ruimtelijke onderbouwing zal worden gemotiveerd waarom wordt meegewerkt aan het verzoek tot het verlenen van de omgevingsvergunning.

1.2

Vigerend bestemmingsplan

Voor het plangebied, zoals aangegeven en toegelicht in paragraaf 1.2, vigeert op dit moment het bestemmingsplan Leiden Zuid West. Dit plan is vastgesteld op 20 december 2005 en onherroepelijk geworden na de uitspraak van de Raad van State op 5 september 2007. De Eurobox is gelegen op grond met de bestemming 'bedrijfsdoeleinden (BIII)'. Zie ook afbeelding 2. In artikel 7 van het bestemmingsplan staan de regels. Het plan is in strijd met artikel 7 lid 2 sub b. In dit artikel staat dat: Uitsluitend toegestaan zijn bedrijven, die passen in de op de kaart aangegeven categorieën I, II of III (3.1 en/of 3.2.) dan wel een lagere categorie in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB)”. Een selfstorage is als zodanig niet opgenomen in de SvB en aangezien uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die op de lijst voorkomen, voorziet het bestemmingsplan niet in het mogelijk maken van een selfstorage. Indertijd was een selfstorage (nog) niet een bekend 'fenomeen' en komt daarom niet voor op de SvB. In de algemene vrijstellingen van het bestemmingsplan (artikel 16) is een regel opgenomen met betrekking tot de SvB. Artikel 16 lid 1 sub f maakt het kort gezegd mogelijk om bedrijven die niet voorkomen op de SvB toch (middels een binnenplanse 'vrijstelling') mogelijk te maken. Hiermee zouden, dan ondanks de strijdigheid met het bestemmingsplan, sommige typen bedrijven toch kunnen worden toegestaan: Voor de vestiging van een bedrijf c.q. uitoefening van een bedrijf: dat is opgenomen in de categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor zover het betreft gronden aangeduid met 'Bedrijfsdoeleinden I'; dat hoewel gelijkwaardig aan een categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt genoemd, voor zover het betreft gronden aangeduid met 'Bedrijfsdoeleinden I; dat hoewel gelijkwaardig aan een categorie 1, 2 of 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt genoemd, voor zover het betreft gronden projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

48 aangeduid met 'Bedrijfsdoeleinden II; indien deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot bedrijven als bedoeld in de categorieën 1,2 respectievelijk 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;. Uit gegevens moet blijken dat het bedrijf of de inrichting in milieuhygiënisch opzicht gelijkgesteld kan worden met een bedrijf of inrichting in de toegestane categorie of met de toegestane voorkeursafstand”. Het vestigen van een bedrijf met categorie 2 (de milieudienst West-Holland heeft aangegeven dat een selfstorage hieronder valt) op gronden aangeduid met Bedrijfsdoeleinden III wordt hier niet genoemd. Derhalve past het plan voor het oprichten van Eurobox op de gewenste locatie Rooseveltstraat niet in het bestemmingsplan. Om een dergelijk bedrijf op deze specifieke locatie toe te staan, zal een uitgebreide procedure, conform artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo, gevoerd moeten worden.

1.3

Begrenzing plangebied

De Rooseveltstraat 86 maakt deel uit van een groter loodsencomplex en is gelegen op het bedrijventerrein aan de Rooseveltstraat. De ingang (zuiden) van Eurobox is gelegen aan de Voorschoterweg en aan de oostkant van het complex bevindt zich het water de Trekvliet. Ten westen van het gebouw loopt de Rooseveltstraat. De bedrijven aan de Rooseveltstraat liggen ingeklemd tussen woonwijken.

Afbeelding 1: Luchtfoto van de loods en omgeving.Ten oosten de Trekvliet, ten westen de Rooseveltstraat

Op afbeelding 3 is een uitsnede van de plancontour weergegeven. In bijlage 1 van de ruimtelijke onderbouwing is de plancontour opgenomen. Zoals hieronder is te zien, is het stukje (nu nog) onbebouwde ruimte (ten oosten van de loods, aan de Trekvliet) ook meegenomen in de contour. Op afbeelding 2 is te zien dat dit gedeelte buiten de bebouwingsgrenzen valt, maar wel is bestemd voor bedrijven (paars). Bebouwing is hier mogelijk en om in de toekomst eventuele ontwikkelingen mogelijk te maken, hoort dit gedeelte ook tot de omgevingsvergunning. Verder maakt het gebied ten zuiden van het gebouw (de buitenruimte, nu bestemd voor groenvoorzieningen en verblijfsgebied) ook deel uit van de plancontour. Dit gedeelte is gelegen op het perceel kadastraal bekend sectie O, nummer 3733. Op dit gedeelte is geen bebouwing toegestaan, maar het biedt ruimte aan de projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

49 bezoekers voor het parkeren van auto's en aan groenvoorzieningen. Hier zullen ook vijf vlaggenmasten op een rij langs de Trekvliet worden geplaatst van 8 meter hoog met banieren van 4,5 meter bij 1,5 meter.

Afbeelding 2: Uitsnede van het bestem-

Afbeelding 3: Uitsnede van de plancontour

mingsplan


50


51

Hoofdstuk 2 Beschrijving van de omgevingsvergunning 2.1

Geschiedenis van het plangebied

Het pand waar de Eurobox wordt gevestigd, maakt deel uit van het bedrijventerrein aan de Rooseveltstraat. Hier zijn de bedrijven in het gebied geconcentreerd. De Rooseveltstraat is een wijkontsluitingsweg voor het bedrijventerrein en wordt zeer druk bereden, met name ook door vrachtverkeer vanwege de goede bereikbaarheid van de rijkswegen. In het verleden werd niet alleen veel belang gehecht aan een goede bereikbaarheid vanaf de weg, maar ook vanaf het water. Om die reden is het bedrijventerrein gesitueerd langs de Rooseveltstraat en de Trekvliet. In de loop der tijd heeft de ontsluiting via het water steeds meer aan belang ingeboet. Tegenwoordig is met name de bereikbaarheid over de weg van belang. Dit bedrijventerrein ligt in de Gasthuiswijk in Leiden Zuid West. De Gasthuiswijk is een jaren '60 buurt. De wijk bestaat voornamelijk uit grondgebonden woningen en is van iets later datum. De werkfuncties zijn volledig gescheiden van het wonen. Het bedrijventerrein Rooseveltstraat is in de gedachte van een strikte scheiding tussen wonen en werken ontstaan.

2.2

Inventarisatie plangebied

Alleen de globale hoofdstructuur en de invulling zijn aangegeven op het bedrijventerrein. Het gevolg is dat de bedrijfspanden op het bedrijventerrein sterk van elkaar verschillen en er veel soorten van bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend. Dit geeft het gebied een afwisselend karakter. Dit wordt versterkt door relatief diepe bedrijfskavels aan de kant van de Trekvliet met achterkanten naar het water en bebouwing op achterterreinen. De bebouwing aan de zijde van de woonwijk staat met de rug naar de woonbebouwing toe en heeft geen ruimtelijke samenhang met het woongedeelte van Leiden Zuidwest. Op het bedrijventerrein zijn met name bedrijven gevestigd in de sectoren industrie, bouw, handel en transport. Een bedrijf met een opslagfunctie past binnen de huidige structuur en gevarieerdheid van het bedrijventerrein.

2.3

Beschrijving van het plan

Het plan betreft het verbouwen van het pand aan de Rooseveltstraat 86 tot een Eurobox vestiging; een zogenaamde selfstorage waar zowel particulieren als bedrijven een opslagruimte kunnen huren voor korte of lange termijn. Het pand zal worden uitgebreid met een extra verdiepingsvloer en een liftschacht. Dit betekent een verdubbeling van de (bedrijfs) vloeroppervlakte. De begane grond heeft een oppervlakte van 2754 m², door toevoeging van de extra verdieping zal de totale oppervlakte 5508 m² bedragen. Intern zal het pand grondig worden verbouwd tot allerlei kleinere opslagruimten en aan de buitenkant (aan de kant van de Voorschoterweg) wordt de gevel gewijzigd en zal de naam 'Eurobox' komen. Verder is buiten het gebouw voldoende ruimte voor het parkeren van auto's voor de bezoekers van Eurobox; er is hier in ruime mate parkeerplekken aanwezig. Ook bestaat de mogelijkheid voor het (tijdelijk) parkeren van auto's binnen in de Eurobox vestiging. Bezoekers kunnen op deze manier de spullen die zij willen opslaan, laden en lossen. Ook maken vijf vlaggenmasten (met banieren) deel uit van de aanvraag. Deze masten worden naast het gebouw (ten oosten) langs de Trekvliet, geplaatst.


52

Afbeelding 4: Voorbeeld van een Eurobox vestiging


53

Hoofdstuk 3 3.1

Ruimtelijk beleidskader

Inleiding

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan beleidsstukken van het Rijk, de provincie, de regio en de gemeente voor zover deze belangrijk en relevant zijn voor het plangebied en de voorgenomen ontwikkelingen. Aangegeven zal worden hoe de voorgenomen ontwikkeling, het vestigen van een selfstorage, past binnen de genoemde beleidskaders. Aangezien het plan geen raakvlakken heeft met ruimtelijk beleid op nationaal niveau (de omvang van het plan is te klein om daadwerkelijk op rijksbelangen van invloed te zijn), zullen nationale beleidsstukken niet worden genoemd in dit hoofdstuk.

3.2

Provinciaal en regionaal beleid

3.2.1 Provinciale Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, Ontwikkelen met schaarse ruimte' Op 2 juli 2010 is de 'Visie op Zuid-Holland' vastgesteld door Provinciale Staten. De kern van deze visie is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Gestreefd wordt naar een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. De 'Visie op Zuid-Holland' is zelfbindend voor de provincie. Het toetsingskader voor de gemeente is uitgewerkt in de provinciale verordening Het bedrijventerrein aan de Rooseveltstraat in Leiden Zuid West ligt binnen het stedelijk gebied. Een ambitie van de provincie is om een evenwichtige afstemming tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen te creëren. De afstemming tussen vraag en aanbod vindt plaats door intensiveren, innoveren en herstructureren van bestaande en geplande bedrijventerreinen.Gemeenten krijgen vrijheid om binnen de gestelde kaders de ruimte voor bedrijven optimaal in te richten. Het behouden en aantrekken van bedrijvigheid vormt daarbij een belangrijk aspect. Er is vraag naar een selfstorage en het vestigen van een dergelijk 'nieuw type' bedrijf, past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie.

3.2.2

Provinciale Verordening 'Verordening Ruimte Provincie Zuid-Holland'

In de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland, op 2 juli 2010 door Provinciale Staten vastgesteld, zijn de provinciale belangen uit de structuurvisie verder uitgewerkt in regels. Aan deze regels moeten ruimtelijke plannen van de gemeenten voldoen. In artikel 8 van de Verordening zijn de regels betreffende bedrijventerreinen opgenomen. In lid 3 staat dat bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen (zoals aangeduid op kaart 6; bedrijventerrein behorend bij artikel 8) bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk moeten maken, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die mogelijk zijn op grond van een onherroepelijk bestemmingsplan of de provinciale structuurvisie. In de toelichting bij het artikel worden de hogere milieuhinder categorie bedrijven genoemd, deze HMC bedrijven zijn vanaf categorie 4. De ruimte voor bedrijven in de hogere projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

54 milieucategorieën staat echter onder druk door de milieuzoneringen rond de oprukkende woningbouw. Zoals gezegd is het uitgangspunt het mogelijk maken van de hoogst mogelijke categorie op het bedrijventerrein.Hiervan kan alleen worden afgeweken indien daartoe aanleiding bestaat in verband met toekomstige wenselijke ontwikkelingen. In het geval van Eurobox gaat het om het toestaan van een categorie 2 bedrijf op een locatie waar een categorie 3 bedrijf mogelijk is. Het vestigen van een HMC bedrijf is hier op grond van het vigerende bestemmingsplan al niet toegestaan. Aangezien leegstand niet gewenst is en de vraag naar selfstorage bedrijven toeneemt, is het vestigen van Eurobox te zien als een gewenste ontwikkeling.

3.2.3

Regionale Structuurvisie Holland Rijnland 2020

Deze structuurvisie is op 25 juni 2009 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland-Rijnland en vormt het gemeenschappelijke toetsingskader van alle regiogemeenten. Alle ruimtelijke ontwikkelingen in deze regio worden hieraan getoetst. De Holland Rijnland gemeenten willen een aantrekkelijke regio, waar je niet alleen plezierig werkt en woont, maar ook prettig kunt recreëren. Ook moet Holland Rijnland goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en de auto. Verder wil de regio zich onderscheiden in de Randstad en bijdragen aan de internationale positionering daarvan. Onder andere door de toegevoegde waarde op het gebied van landschap, wonen en economie. In het bijzonder voor economische sectoren als Greenport, Bio Sciences en ruimtevaarttechnologie. Het herstructureren van bestaande bedrijventerreinen en intensiever, meervoudig ruimtegebruik zijn belangrijke punten uit de visie. Dit met als doel om de economische structuur te versterken en om de bedrijven te behouden en aantrekkelijke nieuwe vestigingen aan te trekken. De ruimtelijke opgave is om naast wonen en andere functies, ook voldoende ruimte te bieden voor bedrijven op de meest geschikte locaties. Het vestigen van Eurobox voorziet in de vraag naar dit type bedrijf en past binnen de wens om bestaande bedrijventerreinen te herstructureren en nieuwe vestigingen aan te trekken.

3.2.4

Structuurvisie Randstad 2040

In de Structuurvisie Randstad 2040 zet het kabinet de koers uit om de Randstad integraal te ontwikkelen tot een duurzame en concurrerende topregio in 2040. Lopende en nieuwe ontwikkelingen en opgaven vragen om een visionair en samenhangend antwoord. Klimaatverandering, internationale arbeidsmigratie, bereikbaarheidsproblemen, vergrijzing van de bevolking en toenemende internationale concurrentie brengen kansen en risico's met zich mee voor de toekomstige concurrentiepositie in de Randstad. De steden van de Randstad ontwikkelen zich in een economisch krachtenveld van verdere internationalisering. De unieke ligging in de delta, de diversiteit en onderlinge nabijheid van steden en landschappen zijn kwaliteiten die de Randstad onderscheidt van andere Europese stedelijke regio's. Het kabinet wil keuzes maken vanuit vier leidende principes voor de langere termijn. Deze leidende principes zijn: 1. 2. 3. 4.

leven in een veilige klimaatbestendige en groenblauwe delta; kwaliteit maken door een sterkere wisselwerking groen, blauw en rood; wat internationaal sterk is, sterker maken; krachtige duurzame steden en regionale bereikbaarheid.

Een belangrijke doelstelling die uit deze principes voortvloeit is het optimaal benutten en inrichten van de binnenstedelijke ruimte voor wonen, werken en voorzieningen door transformeren, herstructureren en intensiveren. De ontwikkeling van het vestigen van een selfstorage sluit aan bij deze doelstelling.


55

3.3

Gemeentelijk beleid

3.3.1

Structuurvisie Leiden 2025

Op 17 december 2009 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie 2025 vastgesteld. De structuurvisie bouwt voort op het Structuurplan Boomgaard van Kennis en de in 2004 vastgestelde Ontwikkelingsvisie: Leiden stad van ontdekkingen. Op de punten die niet in deze structuurvisie zijn opgenomen, is de Boomgaard van Kennis van toepassing. Voor de overige aspecten is de structuurvisie hiervan de ruimtelijke vertaling. Daarnaast is bij het opstellen van de structuurvisie gebruik gemaakt van de Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland. De prioriteiten die in de Regionale Structuurvisie voor Leiden zijn benoemd, vormen het uitgangspunt van de structuurvisie. In de Structuurvisie wordt gesproken over herstructurering van (bestaande)bedrijventerreinen. Verder geeft de Structuurvisie aan dat er sprake is van ruimtegebrek, waardoor bedrijven zich steeds vaker genoodzaakt zien om uit te wijken naar elders. Het bedrijventerrein aan de Rooseveltstraat beschikt (nog) over ruimte voor het vestigen van bedrijven. Leegstand is niet wenselijk en nieuwe initiatieven en bedrijvigheid moeten worden gestimuleerd. Het vestigen van een selfstorage is te zien als een passende ontwikkeling op deze locatie.

3.3.2

Ontwikkelingsvisie 'Leiden, stad van ontdekkingen: profiel 2030'

In 2004 is een gemeentelijke ontwikkelingsvisie vastgesteld waarin een toekomstbeeld wordt geschetst van de stad Leiden. De nadruk ligt op twee pijlers. De eerste pijler is kwaliteit. De historie, de ligging en de levendigheid zijn duidelijke kwaliteiten. Daarnaast valt op dat de Leidse bevolking jong is en een goed opleidingsniveau heeft. De tweede pijler is inbreiding en herstructurering. De stad is nagenoeg volgebouwd, met als gevolg een spanning op de woningmarkt en beperkte ruimte voor wonen, werken en recreëren. De Ontwikkelingsvisie stipt net zoals de Structuurvisie Leiden 2025 het probleem aan van ruimtegebrek. Het ruimtegebrek staat soms noodzakelijke ontwikkelingen in de weg op het gebied van woningbouw, bedrijvigheid, recreatie, openbare ruimte en maatschappelijke voorzieningen. De economie moet het in toenemende mate hebben van innovatie en vernieuwing. De vestiging van een nieuw type bedrijf, zoals Eurobox, sluit aan bij de visie en de huidige ontwikkelingen.

3.3.3

Structuurplan 'Boomgaard van Kennis'

Het Structuurplan van Leiden 'Boomgaard van Kennis' is vastgesteld in 1995 en beschrijft in hoofdlijnen de meest gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Leiden. Het is bedoeld als sturingskader voor op te stellen bestemmingsplannen. De drie pijlers zijn de versterking van de kennisintensieve werkgelegenheid, het gebruik van de monumentale binnenstad en het bieden van gevarieerde woonmilieus. Ook hier is geconstateerd dat in het stedelijk gebied van Leiden nagenoeg geen ruimte meer is voor geschikte bouwlocaties. Bij het binnenstedelijk realiseren van (woning)bouwopgaven wordt dus gestreefd naar doelmatig ruimtegebruik en een verbetering van de stedenbouwkundige vervlechting en ruimtelijke kwaliteit. Ten aanzien van de stedelijke zones en de intensivering van functies, geeft het Structuurplan aan dat Leiden zich vooral moet richten op kennisintensieve en dienstverlenende bedrijven, omdat de groei zich voornamelijk daar voordoet. Er moet goed worden omgesprongen met de schaarse ruimte in Leiden. De bevindingen uit het Structuurplan staan de ontwikkeling van de selfstorage Eurobox niet in de weg. projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

56


57

Hoofdstuk 4 4.1

Motivering

Inleiding

In dit hoofdstuk worden de in deze omgevingsvergunning gemaakte keuzes gemotiveerd. Per onderwerp is een paragraaf opgenomen, waarin eerst kort het toetsingskader, bijvoorbeeld een wet of beleid, wordt aangegeven. Daarna worden de voor dit plan uitgevoerde onderzoeken besproken.

4.2

Archeologie

4.2.1

Beleidskader

4.2.1.1 Europees en nationaal beleid In 1992 werd in Valetta door de Ministers van Cultuur van de bij de Raad van Europa aangesloten landen het 'Europees Verdrag inzake de bescherming van het Archeologisch Erfgoed', beter bekend onder de naam 'Verdrag van Malta', ondertekend. De wet tot goedkeuring van het verdrag is aangenomen door het Nederlands parlement en op 9 april 1998 in het Staatsblad gepubliceerd. Na enkele malen uitstel is het wetsvoorstel in april 2006 door de Tweede Kamer aangenomen en in december van dat jaar door de Eerste Kamer bekrachtigd. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is op 1 september 2007 in werking getreden. De nieuwe wet heeft zijn beslag gekregen via een wijziging van de Monumentenwet 1988, aanpassingen in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en enkele andere wetten. Met de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) is het accent komen te liggen op het streven naar het behoud en beheer van archeologische waarden in de bodem (in situ) en het beperken van (de noodzaak van) archeologische opgravingen. Uitgangspunt van het nieuwe beleid is tevens het principe 'de verstoorder betaalt'. Bij het voorbereiden van werkzaamheden die het bodemarchief kunnen verstoren (zoals de aanleg van een weg, een nieuwe woonwijk, een bedrijventerrein), dient onderzocht te worden of daardoor archeologische resten verstoord kunnen worden (dat kan bijvoorbeeld door booronderzoek of sleuvenonderzoek - beide na een gedegen bureauonderzoek). Als uit het onderzoek blijkt dat er archeologische waarden aanwezig zijn en deze niet ter plaatse behouden kunnen blijven, dan dient de initiatiefnemer van het werk de kosten die gepaard gaan met het opgraven en conserveren van de plaats te dragen. Met de introductie van de wet zijn de kerntaken en bestuurlijke verantwoordelijkheden van gemeenten veranderd. Eén van de belangrijkste consequenties is, dat gemeenten een centrale rol is toegekend in de bescherming van archeologisch erfgoed. In de wet is bepaald, dat gemeenten door inzet van een planologisch instrumentarium het archeologisch belang dienen te waarborgen. Bescherming van het archeologisch erfgoed kan onder meer vorm krijgen door in bestemmingsplannen regels ter bescherming van bekende en te verwachten archeologische waarden op te nemen.

4.2.1.2 Provinciaal beleid Het beleid van de provincie Zuid-Holland richt zich, conform het Rijksbeleid en de WAMZ op het behouden van archeologische waarden op de plaats waar de waarden zijn aangetroffen. Bij het opstellen van een ruimtelijk plan dient onderzoek te worden gedaan naar de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Het provinciale beleid aangaande archeologie staat vermeld in de Visie op Zuid-Holland. projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

58

4.2.1.3 Gemeentelijk beleid Het archeologisch beleid van de gemeente Leiden - vastgelegd in de Nota Cultureel Erfgoed, vastgesteld door de raad op 20 december 2005 - is er op gericht de in de grond aanwezige archeologische waarden zoveel mogelijk te behouden. Wanneer dat niet mogelijk blijkt moet de aanwezige archeologie veilig worden gesteld door middel van opgravingen. De Leidse bodem is rijk aan archeologische waarden. Veel daarvan zijn echter nog niet of maar ten dele bekend. Bij gebieden waar de waarden niet bekend zijn, maar waar de bodemopbouw de aanwezigheid van archeologische waarden mogelijk maakt, wordt gesproken van een archeologische verwachting. Indien in een in voorbereiding zijnde bestemmingsplan gebieden met archeologische waarden en/of verwachtingen aanwezig zijn dan staan deze gebieden aangegeven op de plankaart binnen de aanduiding “Waarde – Archeologie 1” tot en met “Waarde – Archeologie 7”. Voor werkzaamheden die in deze gebieden de grond verstoren, is een aanlegvergunning noodzakelijk, zoals aangegeven in de regels van het bestemmingsplan, met uitzondering van Waarde – Archeologie 1, daarvoor geldt de vergunningplicht van artikel 11 van de Monumentenwet 1988. Initiatiefnemers dienen bij de aanvraag van bovengenoemde vergunningen een rapport te overleggen. Daarin moet de daadwerkelijke archeologische waarde van het terrein dat zal worden verstoord zijn vastgesteld. Het vaststellen van de archeologische waarde vindt binnen de archeologische monumentenzorg gefaseerd plaats. Na een bureauonderzoek kan het nodig zijn een archeologische inventarisatie in het veld uit te voeren. De resultaten van de inventarisatie kunnen vervolgens leiden tot een aanvullend archeologisch onderzoek. De resultaten van laatstgenoemd onderzoek vormen het uitgangspunt bij de keuze om een vindplaats te behouden, op te graven, waarnemingen uit te voeren tijdens het bouwproject of geen verdere stappen te ondernemen. Voor zover deze stappen gevolgd moeten worden, dienen deze in dat rapport opgenomen te worden met vermelding van de resultaten. Teneinde onnodige procedures te vermijden wordt initiatiefnemer verzocht vooraf contact op te nemen met de Unit Monumenten en Archeologie van de gemeente. Uitvoering van archeologisch (voor)onderzoek is in Nederland voorbehouden aan daarvoor vergunninghoudende bedrijven of instanties.

4.2.2

Onderzoeksresultaten

4.2.2.1 Inleiding De gemeente Leiden heeft een rijk bodemarchief. In de afgelopen decennia is bij tientallen opgravingen vastgesteld dat het onderzoek van de archeologische resten die in de bodem verborgen liggen een van de belangrijkste bronnen van kennis over de bewoningsgeschiedenis van de regio rondom Leiden vormt. De doelstelling van het gemeentelijk archeologiebeleid is om de archeologische bronnen zo verantwoord mogelijk te beschermen. Inmiddels is het bestemmingsplan 'Archeologie' vastgesteld en op 22 februari 2011 in werking getreden. Dit bestemmingsplan heeft twee doelen. Het eerste doel is het opnemen van de bescherming van archeologisch erfgoed in de vigerende bestemmingsplannen van Leiden die deze bescherming nog niet bevatten. Het tweede doel is dat dit bestemmingsplan zorgt voor eenduidige regels voor bescherming van archeologische waarden in de moderne plannen die al een eigen methodiek hebben. De archeologische waardenkaart behorend bij het bestemmingsplan onderscheidt verschillende verwachtingszones met bijbehorende oppervlakte- en dieptecriteria. Het gebied waar het pand Rooseveltstraat 86 in is gelegen, heeft de archeologische 'Waarde 5' toegekend gekregen. Dit zijn de gebieden met een hoge archeologische verwachting buiten projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

59 de singels. Voor deze gebieden geldt een oppervlakte- en dieptecriterium 250 m² en dieper dan 50 cm. Aangezien er bij de uitvoering van het bouwplan niet in de grond zal worden geroerd (er zullen aan het bestaande gebouw uitsluitend in- en uitpandige wijzigingen worden aangebracht), zijn er geen aanvullende maatregelen opgenomen ter bescherming van archeologische waarden.

4.3

Economische zaken

Vanuit economisch oogpunt wordt positief gestaan tegenover de vestiging van de selfstorage Eurobox op deze locatie. Er is sprake van intensivering van het kavel, doordat er een verdieping in het pand wordt toegevoegd. En er is een trend gaande van de verkleuring van bedrijventerreinen van bedrijvigheid naar meer 'stadsverzorgend'. De ontwikkeling om hier een selfstorage te vestigen sluit goed aan bij deze trend.

4.4

Kabels en leidingen

Op de locatie van het bouwplan zijn kabels en leidingen aanwezig die als huisaansluitingen dienen en daar worden bij de uitvoering van het plan geen problemen verwacht. Wel moet er rekening gehouden met een gasleiding op hoge druk die in naastgelegen weg gesitueerd is. Uiteraard moet er overlegd worden met de betrokkenen (kabels en leidingen eigenaren) in verband met het eventueel verleggen van kabels en leidingen. In bijlage 2 van de ruimtelijke onderbouwing is een overzicht opgenomen van de aanwezige kabels en leidingen in het plangebied.

4.5

Milieu

Het plan is beoordeeld door de Milieudienst West Holland op de verschillende milieuaspecten. Er is gekeken of deze aspecten al dan niet een belemmering vormen voor de uitvoering van het plan.

4.5.1

Bodem

Op de locatie is in 1996 een bodemonderzoek uitgevoerd door IDDS B.V. (kenmerk M9607612/MD, d.d. 1 juli 1996). Er werden hooguit lichte verontreinigingen aangetroffen in grond en grondwater. Tijdens de herinrichting worden een nieuwe verdiepingsvloer en wat gevelwijzigingen aangebracht, waarbij, naar verwachting, niet in de bodem wordt geroerd. Een bodemonderzoek is daarom niet noodzakelijk. Indien toch grond aan- of afgevoerd wordt, dient dit volgens de door de overheid gestelde regels plaats te vinden. In het bijzonder wordt gewezen op het Besluit bodemkwaliteit.

4.5.2

Geluid

Er wordt geen nieuwe geluidgevoelige bestemming gerealiseerd. Er hoeft dus ook geen toetsing plaats te vinden aan de Wet geluidhinder. Uit het oogpunt van geluid zijn er geen belemmeringen.


60

4.5.3

Luchtkwaliteit

Met de NIBM-tool is een worst-case berekening gemaakt met het maximaal (door de gemeente Leiden) opgegeven aantal verkeersbewegingen van 114 stuks (met 10% vrachtverkeer). Uit de worst-case berekeningen met deze verkeersgegevens geeft dit voor stikstofdioxide (NO2) een bijdrage van 0,28 µg/m3 en voor fijn stof (PM10) 0,04 µg/m3. De grens voor Niet In Betekende Mate (NIBM) ligt op 1,2 µg/m3. De bijdrage van het extra verkeer als gevolg van dit plan is niet in betekende mate. Er is geen nader onderzoek nodig. In dit geval is er geen sprake van een gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen. Om inzicht te geven in de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging als gevolg van het plan kunnen de concentraties uit de digitale monitoringstool, die behoort bij het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) worden gebruikt. Uit de monitoringstool blijkt dat de concentraties stikstofdioxide en fijnstof ter plaatse van de dichtst bijgelegen drukke doorgaande weg de Voorschoterweg, in 2011 respectievelijk 36,3 µg/m3 en 20,4 µg/m3 (met zeezoutaftrek) bedragen. Hiermee wordt voldaan aan de ambitie uit het milieubeleidsplan 2003-2010. Er zijn geen belemmeringen voor het plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.

4.5.4

Externe veiligheid

Het plan ligt niet in het invloedsgebied van een bedrijf waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of geproduceerd en niet in het invloedsgebied van een spoorlijn, waterweg of buisleiding die wordt gebruikt voor het transport van gevaarlijke stoffen. Op circa 150 meter ligt de Voorschoterweg. Deze weg is een onderdeel van de N206 die wordt gebruikt voor het transport van gevaarlijke stoffen. De Voorschoterweg in de richting Voorschoten is door de gemeente Leiden aangewezen als transportroute voor routeplichtige gevaarlijke stoffen. Over Voorschoterweg wordt o.a LPG getransporteerd om de LPG tankstation in Voorschoten te bevoorraden De locatie ligt in het effectgebied van de Voorschoterweg. Adviesbureau Cauberg Huygen heeft voor bestemmingsplan Delftse Jaagpad een risicoberekening opgesteld (nummer 20101140-02, 5 november 2010). Aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico wordt voldaan, want deze ligt op de wegas. Het groepsrisico is het hoogst ter hoogte van het Vlietland college en bedraagt in de huidige situatie 0,053 maal de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico ligt ruim onder de oriëntatiewaarde. Dit zal niet veranderen door de verbouwing van de bestaande opstal aan de Rooseveltstraat. Het plan zal geen effect hebben op de hoogte van het groepsrisico of op andere externe veiligheidsaspecten zoals bereikbaarheid, capaciteit hulpverleningsdiensten of zelfredzaamheid.

4.5.5

Bedrijven en milieuzonering

De locatie is gelegen op een bedrijventerrein. Volgens de VNG uitgave 'Bedrijven en milieuzonering', 2009 kan het bedrijf worden ingedeeld in milieucategorie 2 (SBI-1993: 6312B: opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)) met een potentieel aanzienlijk verkeersaantrekkende werking voor wat betreft goederenvervoer. De volgende bedrijven zijn gelegen in de buurt van het plangebied:

Bedrijf

Adres

SBI-1993

Minimale gewenste afstand


Afstand tot de locatie

61

Autowas H20 leiden B.V.

Rooseveltstraat 78-80

5020.5

10 meter

5 meter

Laman BV

Rooseveltstraat 76 5154.2

10 meter

20 meter

SCAL Medisch Diagnostisch Centrum

Rooseveltstraat 65 731

10 meter

50 meter

SLIGRO BV

Rooseveltstraat 57 5246/9

10 meter

75 meter

De geplande opslagruimte komt naast Autowas H20 leiden B.V. te liggen. Op een bedrijventerrein vormt dit echter geen belemmering. Ook vormt het plan geen belemmering voor de bedrijvigheid in de omgeving. Het effect van de mogelijk aanzienlijk verkeersaantrekkende werking op de omgeving is nader bekeken bij het aspect luchtkwaliteit.

4.5.5.1 Wet milieubeheer Een opslag bedrijf is een type A bedrijf en is daarom niet meldingsplichtig in het kader van de wet milieubeheer. Indien in de bedrijfsruimte van het complex een inrichting wordt gevestigd waarop de Wet milieubeheer van toepassing is, moet, voordat de bedrijfsactiviteiten ter plaatse worden gestart, een melding op grond van het Activiteitenbesluit in het kader van de Wet milieubeheer zijn gedaan bij de Milieudienst. Een dergelijke melding moet vier weken voor aanvang van de activiteiten zijn gedaan. De melding moet elektronisch worden gedaan via http://aim.vrom.nl. Meer informatie hierover is te vinden op www.infomil.nl.

4.5.6

Duurzaamheid

De gemeente Leiden hanteert als uitgangspunt bij bouwprojecten de Regionale DuBoPlus Richtlijn 2008 als duurzaam bouwen-maatlat. De nagestreefde kwaliteit en duurzaamheid van het project dienen op basis van een overeenkomst tussen de gemeente en de ontwikkelaar geborgd te worden. Voor kleine bouwprojecten als het onderhavige bouwproject informeert de gemeente initiatiefnemers over duurzaam bouwen via het Infoblad Milieuvriendelijk. Dit is te vinden op de website van de Milieudienst zie www.mdwh.nl/dubo.

4.5.7

Conclusie Milieudienst

De beoordeelde milieuaspecten vormen geen belemmering of bijzonder aandachtspunt bij het realiseren van het plan.

4.6

Stedenbouwkundige inpassing

4.6.1

Beleidskader

4.6.1.1 Welstandsnota De Welstandsnota vormt het gemeentelijke beleidskader voor de welstandstoets bij bouwplannen en renovatiewerkzaamheden. Alle aanvragen voor het oprichten of onderhoud van bouwwerken worden op welstand getoetst, al zijn kleine bouwplannen als dakkapellen, kleine aan- of bijgebouwen of erfafscheidingen in veel gevallen vergunningvrij of geldt enkel een zogenaamde sneltoets aan welstand. De gemeenteraad heeft op 18 februari 2010 de Welstandsnota Leiden 2010 vastgesteld en projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

62 deze nota is op 1 maart 2010 in werking getreden. Deze nota is de opvolger van de Welstandsnota 2004, en brengt een versimpeling van de regels met zich mee. Daarnaast is de nieuwe Welstandsnota voor heel Leiden, met uitzondering van het beschermde stadsgezicht in de historische binnenstad en de Zuidelijke Schil, minder streng dan diens voorganger. Anders dan de Welstandnota 2004 maakt de nieuwe Welstandsnota een onderscheid tussen vier welstandsniveaus, te weten 'behoud', 'beheer met aandacht', 'terughoudend beheer' en 'welstandsvrij'. Het gebied Zuid West en het gedeelte rondom het bedrijventerrein waar het plangebied in is gelegen heeft het welstandsniveau 'terughoudend'. Het gebied is aangeduid als 'traditioneel bedrijventerrein'. Traditionele bedrijventerreinen hebben veelal een eenvoudige hoofdstructuur met vrijwel aaneengesloten individuele bebouwing, waarvan de rooilijnen verspringen. De gebouwen zijn in het algemeen georiënteerd op de weg. Opslag in het zicht is geen uitzondering. De loodsen en hallen bestaan uit minimaal één laag met een plat dak of flauw hellend zadeldak en zijn hoofdzakelijk functioneel. De opzet en architectonische uitwerking zijn meestal eenvoudig. Gebouwen zijn in het algemeen niet bijzonder representatief. Kantoren en entreepartijen vormen hier en daar een accent in gesloten gevels. Materialen en kleuren zijn overwegend traditioneel. De gevels zijn uitgevoerd in plaatmateriaal of bak- of betonsteen. Het kleurgebruik is rustig en sober, waarbij lichte grijzen en baksteentinten het meest aanwezig zijn.

4.6.1.2 Gebiedsvisie Zuidwest Voor Leiden Zuidwest is door de Gemeenteraad in 2009 een stedenbouwkundige gebiedsvisie vastgesteld. Het bedrijventerrein vormt binnen de visie een uitzonderingsgebied. Ruimtelijk is het voorstel het bedrijfsgebied te revitaliseren om los te komen van het huidige eenzijdige, monofunctionele karakter, het gesloten en introverte karakter, ligging met achterkanten naar buiten en matige ruimtelijke kwaliteit van bedrijfsvastgoed en de buitenruimte. De stedenbouwkundige visie richt zich op versterken van randen van gebieden aansluitend op andere gebieden en de omliggende wegen (Voorschoterweg) en waterlijnen (Trekvliet). Belangrijke ruimtelijke elementen zijn hierbij: oriëntatie van voorgevels naar de openbare ruimte (geen achterkanten), situering van hoogwaardige functies naar de buitenruimte toe, duidelijke rooilijnen voor bebouwing, aandacht voor overgang privé-openbaar, toegankelijkheid en verblijfskwaliteit van de openbare ruimte (zowel voor de onbebouwde profielen tussen bebouwing als voor de groenstroken). Een belangrijk te verbeteren ruimtelijk element is de stedenbouwkundige kwaliteit van gevelfronten naar de Rooseveltstraat en de randen van het bedrijventerrein, vooral richting de Voorschoterweg. Dit gebeurt door hoogwaardige functies en voorkanten van gebouwen te oriënteren op deze randen en vooral de zijde aan de Voorschoterweg een aantrekkelijk en representatief gebruik (wonen in combinatie met bedrijfsruimte) en gevelfront (plint met hoogbouwaccenten) mogelijk te maken. De Voorschoterweg wordt bij realisatie van de Rijnlandroute tussen A4 en A44 een belangrijke representatieve stedelijke invalsweg en het gezicht van de stadsrand vormen, zeker als de Oostvlietpolder niet als bedrijventerrein ontwikkeld zal worden.

4.6.2


4.6.2.1 Welstandscommissie Het plan is een aantal keer aan de Welstandscommissie voorgelegd en is twee keer aangehouden, omdat het plan niet voldeed aan de redelijke eisen van de welstand. Het betrof onder andere de reclamevoering aan de voorgevel van het pand. Naar aanleiding hiervan heeft de aanvrager het plan op een aantal punten gewijzigd (zie bijlage 3 van de omgevingsvergunning). projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

63

Op 22 juni 2011 heeft de Welstandscommissie het plan voor het vestigen van Eurobox in het pand Rooseveltstraat goedgekeurd.

4.6.2.2 Stedenbouw Stedenbouwkundige context Het perceel is een deel van groot complex bestaande uit diverse bedrijfshallen en kantoorruimten aan de rand van het bedrijventerrein Rooseveltstraat grenzend aan de Voorschoterweg. Het perceel is gelegen op het bedrijventerrein Rooseveltstraat in Leiden Zuidwest, op het zuidelijke gedeelte met de aansluiting op de Voorschoterweg. Het bedrijventerrein Rooseveltstraat is een binnenstedelijk industrieterrein uit de jaren '50. Het is een gemengd terrein met divers gebruik - bedrijven, transport, opslag en magazijnen, showrooms, groothandelsbedrijven, grootschalige detailhandel, bedrijfsverzamelgebouwen en kleinschalige industrie - en divers bedrijfsvastgoed (verschillende gebouwtypen, kaveldieptes en -breedtes, bouwhoogtes, verspringing van fronten in de rooilijn). Er is een deel leegstand. Het bedrijventerrein wordt ontsloten door de Roosevelstraat en heeft een introvert karakter met een rommelige inrichting en achterkantranden naar de aangrenzende woonwijken, winkelcentrum Luifelbaan en het water van de Trekvliet. Dit is mede gekomen door de functionalistische ontstaansgeschiedenis om wonen en werken volledig te scheiden en bedrijventerrein geheel apart van de woonwijken te zoneren en globaal een bedrijfsbestemming aan te geven. Door de perceelsgewijze ontwikkeling en herontwikkeling is het bedrijventerrein onsamenhangend van karakter geworden met een matige, sleetse openbare ruimte. Bebouwing en perceelsinrichting zijn sober en eenvoudig van aard, de dynamiek in functies en gebruik is relatief hoog. Het bedrijfsperceel heeft richting de Voorschoterweg nu een herkenbaar gevelfront van het kantoorgedeelte en ligt aan een brede groenstrook met waterpartij tussen het bedrijventerrein en de Voorschoterweg en geeft daarmee een zekere rust en ruimtelijke kwaliteit en is er geen sprake van een bedrijfsstraat met de daarbijbehorende functionele gevels, verharding en activititeiten. De hal waar de selfstorage is beoogd is een latere uitbreiding van het complex uit de eind jaren '90 richting het water van de Trekvliet. Het bedrijfsgebouw is een typische bedrijfshal met een zeer gesloten gevelkarakter en eenvoudig en sober materiaalgebruik.

Stedenbouwkundige beoordeling Gevelfront en uitstraling Stedenbouwkundig is het voorstelbaar en wenselijk dat er hoogwaardigere, intensievere en representatievere functies aan de rand van het bedrijventerrein komen, dan de vestiging van verhuurbare opslagunits. Dit omdat deze functie relatief extensief van aard is en een gesloten bouwvolume tot gevolg kan hebben. Aan deze zijde van het bedrijventerrein is het stedenbouwkundig gewenst dat er een aantrekkelijke hoogwaardig gebruik en representatieve ruimtelijke uitstraling in het gevelbeeld gerealiseerd wordt. Dit is belangrijk omdat aan deze zijde van het bedrijventerrein de rand naar de Voorschoterweg ligt en het bedrijventerrein daarop wordt ontsloten. Juist bij de rand van het bedrijventerrein naar de Voorschoterweg met haar stedelijke entreefunctie is een goede uitstraling in gebouwen en buitenruimte zeer wenselijk. Dit geldt ook voor de oriëntatie van het water van de Trekvliet. Stedenbouwkundig gezien is ruimtelijke verbetering van de gevelfronten, openheid in het gevelbeeld en het realiseren van kwalitatieve reclame aan de gevel wenselijk. Dit vanwege het beeld naar de Voorschoterweg, het water en de representatie. Vestiging van een functie als deze in een relatief gesloten bouwvolume betekent maar een beperkte ruimtelijke verbetering van het gevelfront. Doordat dit bouwvolume in de tweede lijn ligt, is de visuele invloed minder dan de andere delen projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

64 van het complex, maar het gesloten gevelbeeld blijft in stand. De gevels naar Voorschoterweg en de Trekvliet dienen relatief open van aard te zijn. Dit betekent dat in het gevelbeeld met architectonische middelen gezocht moet worden naar een voorkantsituatie, ook al is die schijnbaar van aard, wegens het gesloten karakter van het bouwvolume. Aan de zijde van de Trekvliet gebeurt dit enigszins door ligging van de entree en raampartijen van het faciliterende gedeelte.

Inrichting buitenruimte Het huidige voorterrein blijft grotendeels in stand, het groene karakter wordt niet aangetast door de extra verharding. Wel is verharding en het parkeren duidelijk zichtbaar. Wenselijk is met landscaping en groenaanleg bijvoorbeeld met hagen bij de parkeerplaatsen het geheel een groenere uitstraling te geven als verbetering van de groene karakter van de rand.

Reclamevoering Reclamevoering dient beperkt te worden. Er dienen geen losse reclame-uitingen op het gebouw te komen, maar tegen de gevel in aansluiting op de gewijzigde reclamevoering van de naastgelegen autowasstraat. De reclame uitingen mogen een bedrijfseigen specifiek karakter hebben, maar dienen eenvormig te zijn. De belettering dient tegen de bovenrand van de voorgevel te worden gerealiseerd en niet op het dak.

Ruimtelijke totaalvisie Onderhavig project is niet het eerste (en laatste) voorstel met betrekking tot inrichting en gebruik van het bedrijventerrein aan de Rooseveltstraat. Een ruimtelijke totaalvisie voor het gehele complex wordt nadrukkelijk gemist wat betreft toekomstig gebruik, gebouwarchitectuur, openbare ruimte en verkeersontsluiting. Er is momenteel alleen sprake van losse voorstellen zonder onderlinge samenhang. Hoewel sprake is van leegstand in het bedrijfsvastgoed, belemmert een gedeeltelijk gebruik teveel de mogelijkheid het bedrijfsvastgoed te transformeren naar een hoogwaardigere bebouwingsrand aan de zuidzijde van het bedrijventerrein. In dit geval gaat het bijvoorbeeld om de relatief gesloten aard van het gevelbeeld en extensief gebruik van het perceel.

Gevolgen voor zon- en daglichttoetreding en privacy en uitzicht Door ligging op het bedrijventerrein zijn er geen gevolgen voor dag- en zonlichttoetreding en er zijn ook geen gevolgen voor uitzicht en privacy van omwonenden.

4.7

Verkeer en vervoer

4.7.1

Beleidskader

4.7.1.1 Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP) 'Leiden, stad in beweging' Leiden is strategisch gelegen als schakelpunt tussen de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad. Dat blijkt ook uit de mobiliteitscijfers. De gemiddelde Leidenaar maakt 10% meer verplaatsingen dan personen in vergelijkbare sterk stedelijke gemeenten. Om dit zowel nu en in de toekomst vlot en veilig te kunnen blijven doen zijn er diverse inspanningen nodig. Omdat het verkeers- en vervoersbeleid in Leiden nu nog verwerkt is in een scala aan projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

65 deelplannen is dit integraal verkeers- en vervoersplan opgesteld. Hierin is de onderliggende visie verwoord, wordt de samenhang met andere vakdisciplines aangeven, komen alle vervoerwijzen aan bod en is een actieplan opgesteld voor uitwerking van het beleid. Nadrukkelijk is daarbij gekeken naar de verwachtingen voor de toekomst. Centraal binnen het plan staat het stimuleren van duurzame mobiliteit. Dat wil zeggen dat door de te nemen maatregelen én de noodzakelijke bereikbaarheid van voorzieningen met verschillende vervoerswijzen is gewaarborgd én een bijdrage wordt geleverd aan een kwalitatief goede leefomgeving. De mobiliteitsvraag wordt gefaciliteerd uit oogpunt van vitaliteit en economie. Echter, Leiden als historische stad en verblijfsplaats, waar de netwerkstructuur en de openbare ruimte niet optimaal zijn ontwikkeld op het massale autogebruik van de nieuwe tijd, noodzaakt wel tot een beheerste groei van die mobiliteit. Er wordt sterk ingezet op behoud en verbetering van het aandeel langzaam verkeer in de verplaatsingen in de stad en toekomstige mobiliteitsgroei wordt zo veel mogelijk gekoppeld aan adequaat openbaar vervoer (RGL). De parkeerstrategie zet in op ontlasting van de (binnen)stad en opvang aan de stadsrand (P&R, transferia), gekoppeld aan de RijnGouweLijn, zoals dat ook geldt voor de realisering van ontbrekende schakels in het rand- (A4-A44) en ring- (Kanalenroute, via Zijldijk) wegenstelsel op langere termijn. Zowel op korte als langere termijn leveren vervoers- en verkeersmanagementmaatregelen een bijdrage aan de oplossing. De strategie is uitgewerkt in een vijftal samenhangende thema's: mobiliteit, ruimtelijke ordening, bereikbaarheid, leefbaarheid en randvoorwaarden.

4.7.2


4.7.2.1 Parkeren Inleiding De gemeente Leiden hanteert de kencijfers van kennisorgaan CROW als leidraad voor het bepalen van parkeereisen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Deze kencijfers worden landelijk geaccepteerd als leidende adviesnormen voor parkeersituaties. De CROW-kencijfers bieden adviesnormen voor verschillende functies, en met verschillende bandbreedtes. De gemeente Leiden hanteert in beginsel de maximale bandbreedte met de strengste norm, behalve in gebieden die buitengewoon goed ontsloten zijn met openbaar vervoer, zoals gebieden in de directe omgeving van NS-station Leiden Centraal of NS-station Lammenschans.

Parkeerberekening Bij de berekening van de parkeereis wordt altijd van de bestaande situatie uitgegaan als zijnde de nulsituatie, waarbij het uitgangspunt geldt dat de parkeersituatie niet mag verslechteren. Ook in gebieden waar de parkeersituatie reeds slecht is kunnen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, zolang aan dit uitgangspunt wordt voldaan. Daarom is het verschil in de parkeerbehoefte in de oude situatie vergeleken met de parkeerbehoefte in de toekomstige situatie, en is dit verschil als parkeereis aan de ontwikkelaar voorgelegd. Deze heeft het bouwplan aangepast, om te voldoen aan de parkeereis. Voor dergelijke opslagunits (arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven, waar onder andere een opslag onder valt) wordt een parkeernorm van 0,7 gehanteerd. Door het plaatsen van een extra verdiepingsvloer, wordt het vloeroppervlak verdubbeld. Uitgaande van 2750 m² bvo bedraagt de parkeerbehoefte 27,5 x 0,7 = 19 parkeerplaatsen. Dit aantal parkeerplekken zal extra moeten worden gerealiseerd (naast het aantal benodigde parkeerplekken in de bestaande situatie). In de bestaande situatie worden dezelfde CROW kencijfers gehanteerd, de oude functie van het gebouw is vergelijkbaar (loods, opslag). projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

66 Aangezien het om een verdubbeling van de oppervlakte gaat, betekent dit dat er in de huidige situatie ook 19 parkeerplekken nodig zijn. Hiermee komt het totaal op 38 parkeerplekken. Het (eigen) terrein rondom de Eurobox vestiging beschikt over ruim 50 parkeerplaatsen. Bovendien kunnen bezoekers hun auto tijdelijk parkeren in het gebouw voor het laden en lossen van de spullen die zij in de opslagunits opslaan. Aldus zijn er voldoende parkeerplekken aanwezig.

Verkeersintensiteit Aangezien het om een arbeidsextensieve/bezoekersextensieve functie gaat met ruime toegangstijden voor de huurders van de opslagunits (van maandag t/m zondag van 6.00 t/m 23.00 uur), zal het aantal verkeersbewegingen verspreid liggen over de dag en zal de verkeersintensiteit niet groot zijn. Als ervan uit wordt gegaan dat elke (benodigde) parkeerplaats twee keer per dag gebruikt zal gaan worden, dan is er sprake van 19 x 2 x 2 (heen en terug) = 76 verkeersbewegingen per dag. Indien de plaatsen drie keer gebruikt worden, gaat het om 19 x 3 x 2 = 114 verkeersbewegingen. De opslagruimtes zijn geopend van 6.00 t/m 23.00 uur. Dit houdt in dat er ongeveer 114/17 uur = 7 verkeersbewegingen per uur zijn. Als er vanuit gegaan wordt dat de meeste bewegingen tussen 7.00 – 19.00 uur plaatsvinden, gaat het in totaal om 114/12 uur = 10 verkeersbewegingen per uur. Dit is een minimaal aantal. Te meer, omdat er in deze berekening vanuit gegaan is dat elke parkeerplaats drie keer gebruikt zal worden. Waarschijnlijk ligt dit aantal lager, omdat het om een opslagfunctie gaat, waarbij de verkeersaantrekkende werking gering is. Op de Rooseveltstraat is het tijdens de (middag)spits in de richting van de Voorschoterweg druk. Gelet op het minimale aantal bewegingen per uur, het feit dat het opslaan van goederen niet aan de spitsperiode gebonden is en het laden en lossen op eigen terrein plaatsvindt, zijn er geen problemen voor de verkeersafwikkeling te verwachten. Bovendien betreft het aantal verkeersbewegingen de heen en terugreis. Niet alle bewegingen zullen dus in de richting van de Voorschoterweg zijn. De bestaande in- en uitritten worden gebruikt.

4.8

Water

4.8.1

Beleidskader

4.8.1.1 Gemeentelijk beleid Waterplan Leiden (2007) Met het Waterplan Leiden hebben de gemeente Leiden en het Hoogheemraadschap van Rijnland afgesproken om gezamenlijk knelpunten in het watersysteem efficiënter op te lossen, kansen te benutten en andere te inspireren om 'Leiden Waterstad' nog beter op de kaart te zetten. In het Waterplan Leiden wordt aan de hand van de volgende vier thema's een visie op het water gegeven: Ruimte voor water, Water als trekpleister, Schoon en gezond water, Water in de wijk. Deze visie is vertaald in een uitvoeringsprogramma 2007-2010 met gezamenlijke maatregelen. Het Waterplan Leiden is de vertaling van het Waterbeheerplan 'Waterwerk Rijnland 2006-2009' voor het grootste deel van het grondgebied van de gemeente Leiden, met specifiekere richtlijnen. Omdat het Europese, nationale, provinciale en regionale waterbeleid zijn vertaald in beleid toegespitst op de unieke watersituatie in de gemeente Leiden vormt het Waterplan Leiden het belangrijkste en meest concrete beleidskader voor alles gerelateerd aan waterbeheer. Daarnaast zijn doelstellingen uit eerder gemeentelijk beleid, zoals het Gemeentelijk RioleringsPlan, in het kader verwerkt. Naast algemene doelstellingen, zoals het streven naar schoner en gezonder water, een grotere veiligheid rondom water en een werkend afwateringsen wateropvangsysteem, zijn in het document boezemgebieden en boezemwatergangen benoemd. Voor de boezemgebieden, waaronder het Haagwegterrein, geldt de zogenaamde projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

67 15%-compensatie regeling voor het verharden van onverhard terrein over oppervlaktes groter dan 500 m². Voor boezemwatergangen geldt een instandhoudingsbeleid, en opgestelde regels ten behoeve van het onderhoud van de watergangen.

4.8.2

Watertoets

4.8.2.1 Algemeen Water in Leiden Leiden en water zijn al eeuwenlang onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo is de Rijn al van oudsher een belangrijke motor van de Leidse economie: het vormde reeds in de middeleeuwen een belangrijke handelsweg voor goederen vanuit andere plaatsen, en is in die zin voor een groot deel verantwoordelijk voor de groei van Leiden in de late middeleeuwen. Maar water heeft naast een vervoersfunctie ook andere kwaliteiten die van groot belang zijn voor Leiden. Zo is water een belangrijk onderdeel van de ecologische hoofdstructuur en biedt het onderdak aan een veelvoud aan plant- en diersoorten. Water wordt door veel bewoners en bezoekers gezien als een kwaliteit die de stad aantrekkelijker maakt. En water heeft een belangrijke functie voor de waterhuishouding in de stad. Leiden bestaat uit een netwerk met doorgaande waterstructuren en verbindingen met de regio. Deze structuren hebben veelal de ruimtelijke structuur van de stad bepaald. De verschillende waterstructuren zijn opgebouwd uit verschillende elementen: de Rijn, stadsgrachten, singels, vaarten, kanalen en waterwegen.

Watertoets Om problemen met wateroverlast te voorkomen, om een goede waterkwaliteit te waarborgen én om de beleving van water voor burgers te vergroten, is de watertoets in het leven geroepen. De watertoets is een sinds 2003 verplichte procedure die er voor zorgt dat water en de waterbeheerder in een zo vroeg mogelijk moment bij de planvorming worden betrokken. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

4.8.2.2 Uitgangspunten Handleiding Watertoets De "Handleiding Watertoets Leiden: Praktisch omgaan met Watertoets en waterbeleid bij ruimtelijke plannen" geeft alle betrokkenen meer duidelijkheid hoe praktisch moet worden omgegaan met de Watertoets en de watereisen, wensen en kansen. Het is opgesteld in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Rijnland. De handleiding, en met name het daarin opgenomen stappenplan met invullijst, is bedoeld om het planproces te verduidelijken en te versnellen. Door vroegtijdig de watereisen in kaart te brengen en hiermee rekening te houden wordt de goedkeuring van het plan en het verkrijgen van de ontheffing van de keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland vergemakkelijkt. Uitgangspunten duurzaam stedelijk waterbeheer in Leiden De gemeente streeft samen met het Hoogheemraadschap van Rijnland naar een duurzaam stedelijk waterbeheer. Het behouden en creëren van een 'goed woon en leefklimaat' is uitgangspunt. In het kader van het Waterplan Leiden zijn concrete maatregelen voor verbetering van het watersysteem van Leiden uitgewerkt. Dit zijn maatregelen die in het kader van duurzaam stedelijk waterbeheer getroffen moeten worden. projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

68

4.8.2.3 Watertoets Vooroverleg In het kader van deze Watertoets is het plan besproken met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het Hoogheemraadchap hanteert het uitgangspunt dat bij plannen en ruimtelijke ontwikkelingen waarbij sprake is van een toename aan verhard oppervlak van 500 m², een advies (en eventueel vergunning) van het Hoogheemraadschap vereist is. Aangezien er in dit geval geen sprake is van een (toename) van verhard oppervlak, heeft het Hoogheemraadschap aangegeven dat er geen advies nodig is en het vooroverleg hiermee verder is afgedaan.


69

Hoofdstuk 5 5.1

Procedurele aspecten

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wabo is het gedeelte van de Wro dat betrekking had op ontheffingen van het bestemmingsplan en projectbesluiten komen te vervallen. De inwerkingtreding van de Wabo heeft gevolgen voor de manier waarop vergunningen worden verleend door de gemeente. Het doel van de Wabo is de beslistermijnen te verkorten en het aantal verschillende vereiste vergunningen, bijvoorbeeld de bouwvergunning, sloopvergunning en kapvergunning, voor ruimtelijke projecten terug te brengen tot één: de omgevingsvergunning. Op grond van artikel 2.10, lid 1 onder c Wabo dient een omgevingsvergunning geweigerd te worden indien deze in strijd is met het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend na het voeren van een procedure tot afwijking van het bestemmingsplan. Hierbij gelden drie mogelijkheden: indien in het bestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid wordt gegeven dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1º van de Wabo; indien het bestemmingsplan geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid biedt, maar bij algemene maatregel van bestuur afgeweken kan worden dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2º van de Wabo; indien aan geen van bovenstaande voldaan kan worden, maar de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, dan kan een procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º van de Wabo doorlopen worden.

5.2

Procedure

Het plan is strijdig met het bestemmingsplan Leiden Zuid West. Voor dit bouwplan is in het Besluit omgevingsrecht geen mogelijkheid opgenomen voor een buitenplanse afwijking. Daarmee is de juiste juridisch-planologische procedure voor het mogelijk maken van het ingediende bouwplan, het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3o Wabo.

5.2.1

Procedureverloop

Op basis van een verzoek voor een omgevingsvergunning wordt besloten al dan niet medewerking te verlenen aan een plan. Besluit de gemeente mee te werken aan het verzoek, dan wordt de procedure hiertoe opgestart. Dit houdt in dat het ontwerpbesluit met deze ruimtelijke onderbouwing zes weken ter inzage wordt gelegd voor het indienen van zienswijzen. Eenieder kan gedurende die termijn een zienswijze met betrekking tot het voornemen indienen. De zienswijzen worden beantwoord in een zienswijzennota. Als gevolg van ingediende zienswijzen kan een omgevingsvergunning worden geweigerd. De aanvrager kan dan een aangepaste aanvraag indienen. Conform artikel 3.1.1 Bro jo artikel 3.19 Wabo treedt de gemeente in overleg met de waterbeheerder, het Hoogheemraadschap van Rijnland. Op grond van artikel 6.12 Wabo zal, tenzij uit het provinciaal en rijksbeleid blijkt dat geen provinciale – dan wel rijksbelangen bij de omgevingsvergunning betrokken is, de ontwerp omgevingsvergunning naar Gedeputeerde Staten en de Inspecteur worden gezonden. projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

70

Geven de zienswijzen geen aanleiding de omgevingsvergunning te weigeren, dan worden de indieners van de zienswijzen door de betreffende raadscommissie gehoord. De raadcommissie neemt een besluit op de zienswijzen en in voorkomende gevallen over het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen Indien geen zienswijzen ingediend worden, kan direct na de ter inzage legging van het ontwerpbesluit een omgevingsvergunning verleend worden. De omgevingsvergunning treedt in werking nadat deze langs elektronische weg kenbaar is gemaakt. Tegen het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning kan rechtstreeks beroep worden aangetekend gedurende een termijn van zes weken na publicatie van de vergunning.

5.2.1.1 Verklaring van geen bedenkingen (VVGB) Bij de toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º is in sommige gevallen een verklaring van geen bedenkingen vereist. Zo'n verklaring kan noodzakelijk zijn van een ander overheidsorgaan, bijvoorbeeld van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in het geval het om een project gaat waarbij er verstoring plaatsvindt de Flora- en Faunawet De Wabo biedt de raad op grond van artikel 6.5, derde lid Bor de mogelijkheid om een lijst van categorieën van gevallen vast te stellen, waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Met een dergelijke lijst kan de raad er voor zorgen dat het geen verklaring hoeft af te geven voor strijdige ruimtelijke activiteiten met een zeer beperkt planologisch belang, of activiteiten waarover de raad reeds eerder heeft besloten in de vorm van een gebiedsvisie, wijkontwikkelingsplan, stedenbouwkundig masterplan of soortgelijk ruimtelijk kader. Op 2 december 2010 heeft de raad van Leiden besloten (RV 10.0122) een lijst met categorieën van gevallen vast te stellen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Daarnaast heeft de raad ervoor gekozen de verklaring niet vereist te laten zijn wanneer geen zienswijzen zijn binnengekomen op het ontwerpbesluit, of wanneer het college op grond van bestaand beleid niet mee wenst te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan. Omdat de bevoegdheid over het nemen van een beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning bij het college ligt, heeft een al dan niet positieve verklaring van de raad in het laatstgenoemde geval geen nut. De onderstaande matrix geeft aan voor welke categorieën van gevallen al dan niet een verklaring van geen bedenkingen is vereist van de gemeenteraad.

geen zienswijzen ingediend op het ontwerp besluit


wel zienswijzen ingediend op het ontwerp besluit

71

1) Het project past binnen eerder door de een verklaring van raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is groter geen bedenkingen is dan 50 woningen of 5.000 m2 bvo kantoor-, niet vereist bedrijfs- of commerciële ruimte. 2) Het project past niet in eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is groter dan of gelijk aan 10 woningen of 1.000m 2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 3) Het project heeft betrekking op bovenlokale infrastructuur, water- en groenprojecten. 4) Het project heeft betrekking op lokaal gerichte infrastructuur-, water- en groenprojecten in strijd met lokaal beleid. 5) Het project is gelegen binnen beschermd stadsgezicht en de uiterlijke kenmerken van een pand wijzigen.

een verklaring van geen bedenkingen is wel vereist

1) Het project past binnen eerder door de een verklaring van raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is kleiner geen bedenkingen is dan of gelijk aan 50 woningen of 5.000 m2 bvo niet vereist kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 2) Het project past niet in eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is kleiner dan 10 woningen of 1.000 m2 bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. 3) Het project heeft betrekking op lokaal gerichte infrastructuur-, water- en groenprojecten passend binnen lokaal beleid. 4) Het project is gelegen buiten beschermd stadsgezicht, of is gelegen binnen beschermd stadsgezicht en de uiterlijke kenmerken van de betrokken panden wijzigen niet. 5) Het project betreft 'bouwwerk geen gebouw zijnde'.

een verklaring van geen bedenkingen is niet vereist

Voor dit plan geldt dat het project niet past in eerder door de raad vastgestelde ruimtelijke kaders en is groter dan of gelijk aan 10 woningen of 1.000 m² bvo kantoor-, bedrijfs- of commerciële ruimte. Er zijn tijdens de ter inzage termijn geen zienswijzen op de ontwerp omgevingsvergunning ingediend. Dit betekent dat een verklaring van geen bedenkingen van de raad niet is vereist.


72


73

Hoofdstuk 6 6.1

Uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

De grond/het gebouw waar Eurobox gevestigd wordt, is in eigendom van de aanvrager/ontwikkelaar. De aanvrager draagt zelf de financiële kosten en risico's voor de uitvoering van het project. Er zullen geen investeringen worden gedaan door de gemeente Leiden. De Grondexploiatiewet is op onderhavig geval wel van toepassing. In artikel 6.12 lid 1 Bro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Wat onder een bouwplan moet worden verstaan is opgenomen in artikel 6.2.1 Bro. Een uitbreiding van een gebouw van ten minste 1000 m² wordt aangemerkt als een bouwplan. Onderhavig plan betreft het uitbreiden van het bestaande gebouw met 2754 m² . Aldus zal een exploitatieplan moeten worden opgesteld. Er kan echter van worden afgezien, indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is. Voor de verantwoording van de bovenstaande gemeentelijke exploitatiebijdragen is het opstellen van een exploitatieplan bij het onderhavige bouwplan niet noodzakelijk, omdat: de gemaakte kosten in het kader van het opstellen van ruimtelijke plannen, zoals deze ruimtelijke onderbouwing, worden verhaald op basis van de gemeentelijke legesverordening. de mogelijke planschadekosten worden verhaald op de ontwikkelaar op basis van een getekende planschadeovereenkomst. Deze overeenkomst is door de gemeente en de aanvrager ondertekend.

6.2

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1

Algemeen

Het maatschappelijk draagvlak voor een plan is zeer belangrijk. Een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling heeft namelijk altijd gevolgen voor de omgeving. Sommige ontwikkelingen zijn ingrijpender dan andere, maar het is belangrijk om eventuele omwonenden op de hoogte te brengen van (voorgenomen) plannen en zij, waar mogelijk, erbij te betrekken. Op deze manier kunnen bepaalde pijnpunten worden vastgesteld en eventuele problemen al op voorhand worden verholpen. Ook kan het aantal zienswijzen worden teruggebracht.

6.2.2

Vooroverleg

Het bevoegd gezag is op grond van artikel 6.18 Bor verplicht tijdens de voorbereiding van een omgevingsvergunning die wordt verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor dit plan zijn daarom het Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Zuid-Holland en de VROM-inspectie op de hoogte gebracht van het voorgenomen plan. De provincie heeft nog geen formele reactie ingediend, maar heeft wel aangegeven dat er naar verwachting geen provinciale belangen in het geding zijn bij de uitvoering van het plan. Het VROM heeft laten weten dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1). De gemeente is conform artikel 3.1.1 Bro jo artikel 3.19 Wabo in overleg getreden met het projectbesluit "omgevingsvergunning Eurobox" (vastgesteld)

74 Hoogheemraadschap van Rijnland. Het Hoogheemraadschap heeft aangegeven dat er met de uitvoering van het plan geen belangen in het geding zijn met betrekking tot water. Op grond van artikel 6.13 Wabo wordt de omgevingsvergunning naar Gedeputeerde Staten en de Inspecteur gezonden.

6.2.3

Zienswijzen

Zoals in paragraaf 5.2.1 uiteengezet, bestaat er tijdens de periode van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit (en de ruimtelijke onderbouwing) de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. Tijdens deze periode zijn er geen zienswijzen ingediend.


75

Bijlagen bij de ruimtelijke onderbouwing Bijlage 1 Plancontour


76


udseweg Zoeterwo

40

LEGENDA

52

54

PLANGEBIED

56 58

!

!

!

!

!

!

60

!

!

25

grens van de omgevingsvergunning

62 64 25a 25b 25c 25d

25e

74

!

!

!

! 29

!

!

!

!

!

72

!

!

70

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

76

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

u rb Co

eg lo w

t/m

18

t/m

28

Tre k vli et

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

1

!

!

!

78

6

!

80

VERKLARING

82

2

o_NL.IMRO.0546.PB00024.dwg

0

20

40

60

80

°

100 m

Omgevingsvergunning

eg Voorschoterw

Eurobox pl

Status

IDN.IMRO

vastgesteld

NL.IMRO.0546.PB00024-0301

Datum

Schaal

Formaat

Bladnr

14-09-2011

1:1.000

A3

1 van 1

Archiefnummer pdf-versie GE-11124 Gemeente Leiden, Postbus 9100, 2300 PC Leiden

Leiden Afdeling Realisatie Team Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

79

Bijlage 2 Overzicht kabels en leidingen


80


Gemeente Leiden Ingenieursbureau

Stationsplein 107 Postbus 9100, 2300 PC Leiden Tel. 071-5165901 / Fax 071-5165899

Leiden

omgevingsvergunning Eurobox

Recommend Documents