OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan
Akzo Nobel Industrial Chemicals b.v. ten behoeve van de activitelt het bouwen van een bouwwerk en het milieuneutraal veranderen van de inrichting "Optimalisatie door bijplaatsen filter van Pekelzuivering 1 en gebruik reststromen voor zuivering"
(locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum)
Groningen, 14 december 2012 Zaaknummer: 435827 Procedure nr. 347441
Inhoudsopgave 1.
OMGEVINGSVERGUNNING BESLUlT
1.1 Onderwerp 1.2 Projectomschrijving 1.3 Beslu it 1.4 Ondertekening en verzending 2.
OMGEV1NGSVERGUNNING PROCEDUREEL
2.1 Inleiding 2.2 Huidige vergunningssituatie 2.3 Bevoegd gezag 2.4 Ontvankelijkheid en opschorting procedure 2.5 Procedure (regulier) 2 .6 Adviezen 3.
OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN
3.1 Het (ver)bouwen van een bouwwerk 3.2 Milieu
3 3 3 3 4 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6
VOORWAARDEN... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... .8 VOORSCHRIFTEN... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
..8
GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN
Groningen, 14 december 2012 Procedurenr. 347441 Verzonden: 14 december 2012 Beschikken hierbij op de aanvraag van Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. am een omgevingsvergunning op grand van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo) voor de activiteiten milieuneutraal wijzigen en bouwen. De inrichting is gelegen aan de Oosterhorn 4 te Delfzijl, kadastraal bekend gemeente Delfzijl, sectie 01, nr.6.
1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1 Onderwerp Gedeputeerde Staten hebben op 19 september 2012 een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen van Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V., geregistreerd onder nummer 347441. Op 7 december 2012 is de aanvraag aangevuld met een grondwateronderzoek CRISP-11-2012 en een plan van aanpak fundatie. De aanvraag heeft betrekking op de locatie aan de Oosterhorn 4 te Delfzijl. Er wordt vergunning gevraagd voor de volgende activiteit(en): - het milieuneutraal veranderen van de inrichting of de werking van de inrichting ingevolge artikel 2.1, eerste lid, onder e, sub 2 jo artikel 3.10, derde lid, Wabo; - het bouwen van een bouwwerk ingevolge artikel 2.1, eerste lid, sub a, Wabo. 1.2 Projectomschrijving Het plaatsen van een nieuwe tank met kalksteenbed ten behoeve van pekelzuivering. 1.3 Besluit Gedeputeerde Staten besluiten: 1. aan Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V, gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo,de omgevingsvergunning te verlenen overeenkomstig de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden; 2. dat de vergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten en werkzaamheden: - milieuneutraal veranderen van de inrichting of de werking van de inrichting; - (ver)bouwen van een bouwwerk; 3. dat de aanhoudingsplicht op grond van artikel 3.3 lid 1 onder a van de Wabo (voorbereidingsbesluit) wardt daorbroken op grand van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo; 4. dat aan de vergunning de bijgevoegde voorwaarden en/of voorschriften zijn verbanden; 5. dat de voorschriften zoals opgenomen in ons besluit van 25 september 2007, zaaknummer 42059 ook van toepassing zijn op onderhavig aangevraagd project. 6. dat de aanvraag met bijbehorende stukken deel uitmaakt van de vergunning tenzij daarvan mag of moet worden afgeweken op basis van de aan dit besluit verbonden voorschriften; 7. dat de vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. pagina 3 van 8
8. dat de voorgenomen verandering: a. niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan die de inrichting ingevolge de vergunning en de daaraan gebonden beperkingen en voorschriften mag veroorzaken. b. niet leidt tot de verplichting tot het rnaken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milleubeheer. c. niet leidt tot een andere inrichting dan die waarvoor de hierboven aangegeven vergunning is verleend. 1.4 Ondertekening en verzending Gedeputeerde Staten van Groningen, Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door het fd va de Afdelin Milieuvergunningen van de provincie Groningen.
Verzonden op: 14 december 2012 De gewaarmerkte documenten worden meegezonden met het besluit: Een exemplaar van dit besluit is gezonden aan: • Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V., Oosterhorn 4, 9936 HD DelfzijI; • de directeur Beleidsafdelingen Provincie Groningen, Postbus 610, 9700 AP Groningen • VROM-Inspectie-Regio Noord, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag; • de Commandant van de Regionale Brandweer, Postbus 584, 9700 AN Groningen; • de Burgemeester van de gemeente Delfzijl, Postbus 20000, 9930 PA DelfzijI; • Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control, team Noord-Oost, Postbus 9018, 6800 DX Arnhem; • Burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl, Postbus 20000, 9930 PA Delfzijl;
pagina 4 van 8
2. OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL 2.1 Inleiding De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.2 jo artikel 3.10, derde lid van de Wabo (de regullere voorbereidingsprocedure). De aanvraag is getoetst aan paragraaf 2.3 van de Wabo. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit orngevingsrecht (hierna Bor) en de Ministeriele regeling omgevingsrecht (hierna Mor). 2.2 Huidige vergunningsituatie Eerder zijn de volgende omgevingsvergunningen voor de deelinrichting Akzo Salt verleend: Bij besluit van 25 september 2007, zaaknummer 42059, is een revisievergunning verleend; Bij besluit van 29 september 2011 is een omgevingsvergunning voor het schakelstation EBR verleend; Bij besluit van 5 oktober 2011 een kantoor en materialenopslag voor onderhoud verleend; Bij besluit van 19 oktober 2011 is een omgevingsvergunning voor een laagspanningschakelstation met twee transformatoren verleend. 2.3 Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Bor en de daarbij horende billage, zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk veer verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 2.4 Ontvankelijkheid en opschorting procedure Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag veer een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag van een omgevingsvergunning moeten worden overlegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regel,inb is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in paragraaf 4.3 van de Minitheriele regeling omgevingsrecht (Mor) (jo hoofdstuk 2 in geval van bouwactivitelten). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop bij brief van 18 oktober 2012 in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. Wij hebben daarbij aangegeven dat de wettelijke proceduretermijn gedurende deze termijn wordt opgeschort. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 9 november 2012 en 7 december 2012. Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met 32 dagen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. 2.5 Procedure (regulier) Deze beschikking is voorbereld met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop is de ontvangst van de aanvraag bevestigd op 20 september 2012. Het besluit is bekend gemaakt aan de aanvrager en de betrokken adviseurs. Tevens wordt het besluit samen met de aanvraag gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden, editie Noord, van zaterdag 22 december 2012 en op de website van de provincie Groningen. 2.5 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen els adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de pagina 5 van 8
artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advisering verzonden aan de gemeente Delfzijl. Naar aanleiding hiervan hebben wij van de gemeente DelfzijI het advies ontvangen dat de omgevingsvergunning voor de activiteit het bouwen van een bouwwerk kan worden verleend onder de in dit besluit opgenomen voorwaarden en voorschriften. De adviezen zijn op een zorgvuldige manier tot stand gekomen en geven geen aanleiding tot twijfel over de juistheid van de conclusies, zodat de adviezen kunnen worden gevolgd.
3. OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN 3.1 Het (ver)bouwen van een bouwwerk lDe omgevingsvergunning rnoet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspectenheeft plaatsgevonden. Toetsing aan het bestemmingsplan Partieei uitbreidingsplan in Hoofdzaak'. Op het perceel waarop het bouwwerk is aangevraagd rust de bestemming 'Terrein, bestemd voor industrie met bijbehorende bebouwing". Voor het perceel geld een voorbereidingsbesluit tot 1 januari 2013. Het bouwplan voldoet aan het gestelde in het oude bestemmingsplan en het voorontwerp Bestemmingsplan "Oosterhorn". Gelet hierop kan het voorbereidingsbesluit warden doorbroken. De aanhoudingsgrond van het voorbereidingsbesluit is daardoor niet meer van toepassing. Toetsing aan redelike eisen van welstand De aanvraag betreft het bouwen in een welstandsvrij gebied (nummer 15 Industriegebieden Oosterhorn). Voor dit gebied behoeft geen advies aan de welstandscommissie hoeft te worden gevraagd. Toetsing aan het Bouwbesluit Voldoende aannemelijk is gernaakt dat het bouwplan niet in strijd is met de minimale kwaliteitseisen van het Bouwbesluit. Toetsing aan de gemeentelijke bouwverordening Het bouwplan kan voldoen aan de bepalingen van de bouwverordening. Toets brandveiligheid Het gevraagde advies van de Brandweer rayon Noord is ontvangen op 4 oktober 2012. Dit advies is betrokken bij de overweging over het hierna te noemen besluit. Toetsing bodem Uit de aanvraaggegevens blijkt dat het bouwwerk wordt geplaatst op het Chemiepark te Delfzijl. Ter plaatse van het Chemiepark is sprake van een gevaI van ernstige verontreiniging in de bodem, zoals bedoeld is in de Wet bodernbescherming. Het bevoegd gezag Wbb is de provincie Groningen (Beschikking Saneringsplan op Hoofdzaken, Gedeputeerde Staten der Provincie Groningen, nummer 2002-10578, RMA, d.d. 5 augustus 2002). Voor het chemiepark is een saneringsplan op hoofdzaken opgesteld (Chemiepark DelfzijI Saneringsplan op hoofdzaken, Grontmij Groningen, rapportnummer PN 02/7729-1, d.d. 18 rnaart 2002). Uit het op 7 december 2012 als aanvulling ontvangen grondwateronderzoek CRISP-11-2012 blijkt dat er geen sprake is van een ernstige bodemverontreiniging ter plaatste van het bouwwerk.
pagina 6 van 8
Beoordeling: Uit het verkennend bodemonderzoek (Verkennend bodemonderzoek locatie "Crisp" op het Chemiepark te Delfzijl, Grontmij Nederland B.V., kenmerk 320645, d.d. 7 september 2012) en het aanvullende grondwateronderzoek CR1SP-11-2012 blijkt dat er geen sprake is van een ernstige bodemverontreinigng ter plaatste van het bouwwerk. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In dit besluit zijn de voor deze activiteit relevante voorwaarden en/of voorschriften opgenomen. Overvvegingen ten aanzien van adviezen en documenten De adviezen (advies brandveiligheid en advies constructieve veiligheid) zijn op een zorgvuldige manier tot stand gekomen en geven geen aanleiding tot twijfel over de juistheid van de conclusies, zodat de adviezen kunnen worden gevolgd. 3.2 Milieu De aanvraag heett betrekking op het veranderen van de inrichting of de werking van de inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, ander e, sub 2, Wabo jo. artikel 3.10, derde lid, Wabo. De activiteiten binnen de inrichting zijn vergund door middel van de revisievergunning van 25 september 2007, zaaknummer 42059. De aangevraagde verandering past binnen de gestelde normen van deze vergunningen. De vergunningen zijn nog actueel. Omschrijving van de aangevraagde verandering Het plaatsen van een nieuwe tank met kalksteenbed. Met behulp van deze installatie wordt de in de spuistromen aanwezige alkaliteit benut cm ruwe pekel te zuiveren in de pekelzuivering Toetsing De Wabo bepaalt in artikel 2.14, vijfde lid, dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan warden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of van de werkwijze binnen de inrichting: 1. niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning(en) is toegestaan; 2. niet mer-plichtig is; en 3. niet zal leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend. Ad 1. Uit de toetsing blijkt dat: - de voorgenomen verandering(en) hebben geen gevolgen voor het risico op bodemverontreiniging; - de voorgenomen verandering(en) hebben geen emissie(s) naar de lucht tot gevolg; - de geluidbelasting als gevoig van de inrichting binnen de vergunde geluidruimte zal blijven; - de voorgenomen verandering(en) geen gevolgen voor de overige milieuaspecten. Ad 2. De voorgenomen verandering is niet opgenomen in bijlage C noch in bijiage D van het Besluit milieueffectrapportage 1999. In de provinciale milieuverordening zijn geen aanvullende activiteiten opgenomen waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. De activiteit is derhalve noch m.e.r.-plichtig noch m.e.r.-beoordelingsplichtig. Ad 3. Het betreft een inrichting veer de productie van zout. Door de voorgenomen veranderingen zal dit niet veranderen.
pagina 7 van 8
Conclusie Wij hebben vastgesteld dat: De voorgenomen verandering niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens geldende omgevingsvergurming en de daaraan gebonden beperkingen en voorschriften is toegestaan. De voorgenomen verandering niet leidt tot de verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. De voorgenomen verandering niet leidt tot een andere inrichting clan waarvoor aan de inrichting eerder een omgevingsvergunning is verleend.
VOORSCHRIFTEN Voorschrift(en) uit het oogpunt van veiligheid: • Minimaal 3 weken voor aanvang van de bouwwerkzaamheden dienen, ter goedkeuring de constructie tekeningen en berekeningen aan het bevoegd gezag te worden overiegd.; • Alle technische installaties, een voorziening van gas en elektriciteit, en voorzieningen voor water toe- en/of afvoeren dienen te voldoen aan de bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften;
VOORWAARDEN
Van aanvang en voltooling van de werkzaamheden dient ten minste twee werkdagen voor die tijd schriftelijk melding te worden gedaan bij de afdeling Milieutoezicht van de provincie Groningen via TAO-MTZ@provinciegron ingen.n I. Voorwaard(en)op grond van de bouwverordening: Het team toezicht dient ten minste twee dagen voor de aanvang van elk der hierna te noemen onderdelen van het bouwproces in kennis te worden gesteld: o de aanvang der werkzaamheden, ontgravingwerkzaamheden daaronder begrepen; o de aanvang van het inbrengen van de funderingspalen, het slaan van proefpalen daaronder begrepen; o de aanvang van de grondverbeteringwerkzaamheden.
pagina 8 van 8