2010-09-17
Omgaan met kindermisbruik in onderwijs of internaat 1
Inleiding
De voorbije maanden werd de Kerk geconfronteerd met verschillende klachten rond kindermisbruik door haar geestelijken. Sommige geestelijken combineerden in het verleden hun opdracht in de kerk met een taak in het onderwijs of hadden zelf hun hoofdopdracht in het onderwijs. Het is dan ook niet uitgesloten dat bepaalde klachten ook betrekking kunnen hebben op feiten gebeurd tijdens de lesopdracht en/of internaatsperiode. Wat doen wanneer een oud-leerling(e) of oud-intern(e) naar zijn/haar vroegere school of internaat stapt om een misbruik tijdens zijn/haar vroegere school- of internaatstijd te melden? De Mededeling M-VVKSO-2009-002, met bijlagen, van 1 januari 2009 over ‘Crisissen op school: een goede voorbereiding voorkomt erger’ geeft uitvoerig toelichting hoe als school moet worden omgegaan met crisissen. Deze mededeling blijft van kracht en vormt de basis om de meest gangbare crisissen in uw school adequaat op te vangen. Evenwel wenst het VSKO, rekening houdend met de feiten die de actualiteit halen, u een aanvullende mededeling te bezorgen rond het omgaan met de crisis rond het misbruik van een oud-leerling(e) of oud-intern(e) door een geestelijke. 2
Uitgangssituatie
Een oud-leerling(e) of oud-intern(e) komt naar zijn/haar respectievelijk school of internaat om melding te doen van een vermeend misbruik van zijn/haar persoon tijdens diens school- of internaatsperiode.
2 Het (seksueel) misbruik werd gepleegd door een geestelijke 1 . De feiten vonden plaats in het verre verleden of recentelijk. Juridisch is dit belangrijk i.f.v. verjaring van de feiten. Het slachtoffer wordt al dan niet door een raadsman bijgestaan; had zijn situatie al dan niet aanhangig gemaakt bij de Commissie Adriaenssens of bij de nieuw nog op te richten Commissie; heeft al dan niet het parket op de hoogte gebracht; heeft al dan niet de media gecontacteerd. 3
Hoofdbetrokkenen
De twee hoofdbetrokkenen zijn enerzijds het slachtoffer en anderzijds de betichte. Onder slachtoffer wordt verstaan de toentertijd minderjarige leerling(e) van de school en/of intern(e) van het internaat die fysisch en/of mentaal schade heeft geleden door het misbruik. Intussen is het slachtoffer meerderjarig. Onder betichte wordt verstaan de volwassene, m.n. hier de geestelijke die toezicht had over en/of een gezagsverhouding had ten aanzien van een minderjarige leerling(e) en/of intern(e) en die door het slachtoffer wordt aangeduid als ‘dader’. Juridisch is in deze fase nog niet uitgemaakt of de beweerde feiten ook werkelijk hebben plaatsgevonden. Uitspraken van de rechtbank zullen dit later duidelijk maken, en voor zover er geen verjaringen zijn ingetreden. 4
Situaties
Verschillende situaties kunnen zich voordoen. Slachtoffer Het slachtoffer meldt zich aan bij: de directie van de school of het internaat waar de vermeende feiten zich hebben voorgedaan; het kan zijn dat de directie dezelfde was op het ogenblik van de gebeurtenis ofwel dat er intussen een nieuwe directie is; het schoolbestuur: vzw, bisdom of congregatie; bij het parket dat dan de school of het internaat contacteert; de media die dan op hun beurt de school of het internaat contacteren. Betichte De betichte kan zich ook in verschillende situaties bevinden. Betrokkene is geestelijke; vastbenoemd personeelslid in het onderwijs of medewerker/beheerder in een internaat; (nog) werkzaam op school of internaat; niet meer werkzaam op de school of het internaat; intussen uitgetreden;
1
Onder ‘geestelijke’ wordt verstaan o.a. priesters, religieuzen, paters en broeders
3 5
niet meer werkzaam in de school of het internaat, maar staat in een andere school of internaat; niet meer actief in de school of het internaat en zit in een verlofstelsel of is met rustpensioen; overleden. Draaiboek
Vaststelling 5.1 De oud-leerling(e) en/of oud-intern(e) komt voor een gesprek met de directie of het schoolbestuur (voorzitter) of met de coördinerend directeur van de scholengemeenschap. Betrokkene, slachtoffer zoals bedoeld hierboven, komt het misbruik melden door een geestelijke dat heeft plaatsgevonden in het (recentelijk) verleden. 5.2
Handelingen
Akte nemen van de melding Deze melding moet steeds ernstig worden genomen. Uw medeleven betuigen voor de geleden pijn is fundamenteel. U neemt akte van de melding en vraagt de nodige tijd om het te onderzoeken. U spreekt concreet af hoeveel tijd u nodig heeft om dit te doen. U komt deze tijd na, ook al hebt u nog geen uitsluitsel. U communiceert vertrouwelijk, eerlijk en open. U meldt aan het slachtoffer wie hiervan op de hoogte werd gebracht: bv. onderwijsvicaris, schoolbestuur. De vragen die moeten worden gesteld, o.a. wat is er precies gebeurd? wanneer hebben de feiten plaatsgevonden? waarom komt u nu met uw verhaal? wat verwacht u? wie is van deze situatie op de hoogte? -
Bevoegde onderwijsactoren informeren
Directie - schoolbestuur Ingeval ofwel de directie ofwel het schoolbestuur (vzw-bisdom-congregatie) wordt aangesproken, zullen zij elkaar onmiddellijk informeren van de gedane melding. Vicaris voor onderwijs U waarschuwt ook onmiddellijk de vicaris bevoegd voor onderwijs in uw bisdom. Onderzoek van de gemelde feiten U onderzoekt de gemelde feiten. Informatie kan u halen uit uw archief: het leerlingenen personeelsdossier van de respectieve twee actoren. U kunt ook desgevallend contact opnemen met de (toenmalige) vertrouwensleerkracht en/of VCLB. U informeert desgevallend ook bij de eventuele vroegere directeur van de instelling of overste van de religieuze orde/congregatie. Gesprek met de betichte U maakt een afspraak met de betichte en confronteert hem of haar met o.a. de melding van het misbruik en/of de onderzochte/vastgestelde feiten.
4 Uw onderzoek kan uitwijzen dat er geen aanwijzingen zijn of dat er wel aanwijzingen (bv. andere formele klachten) van misbruik zijn. Feedback aan het slachtoffer Het resultaat van het (eerste) onderzoek van de feiten communiceert u aan het slachtoffer, al dan niet in aanwezigheid van respectievelijk directie, voorzitter van het schoolbestuur/bestuur internaat, onderwijsvicaris of desgewenst bijgestaan door verantwoordelijke van uw verbond of dienst van het VSKO. Het slachtoffer bepaalt of het gesprek officieel wordt genotuleerd. Het al dan niet nog in dienst zijn van de betichte, is bepalend voor de verdere te ondernemen stappen. -
Gevolgen
Drie situaties kunnen zich voordoen: Betichte is nog in dienst Als de vermeende betichte nog personeelslid is van de school, dan gaat de gebruikelijke procedure van de tuchtregeling van start, zoals een gesprek met de betichte, de preventieve schorsing,… U neemt hiervoor het best vooraf contact op met uw verbond of dienst van het VSKO. Fouten bij de aanvang van de procedure kunnen later nog moeilijk worden rechtgezet en kunnen in het nadeel van het schoolbestuur worden beslecht. Betichte is niet meer in dienst Indien betrokkene al met rustpensioen is, dan heeft school geen binding meer. Moet het slachtoffer dan aan zijn lot worden overgelaten? De instelling kan gevraagd worden zijn medewerking te verlenen. Wij raden u aan om uw volle medewerking te verlenen in de mate dat dit mogelijk is. Dit kan gebeuren door het eventuele dossier van het slachtoffer en de betichte op te vragen uit uw archief. Betichte is nog in dienst, maar in een andere school of internaat Aangezien betichte nog in dienst is in een andere school of internaat, zal de directie in overleg met het slachtoffer bekijken wat de mogelijke volgende stappen zijn: ofwel zal het slachtoffer zelf contact opnemen met de directie van de andere school of internaat ofwel zal de directie op vraag van het slachtoffer zelf de andere directie verwittigen. 6.
Media
Zijn de media op de hoogte van het misbruik in uw school of internaat? Wie heeft dit gemeld? Vraagt de media om een reactie van de school? U moet rekening houden met de grote mediagevoeligheid voor het onderwerp. Die wordt vergroot wanneer de betichte nog actief is in bv. de onderwijsinstelling. Het publiek bekend worden van feiten (eventueel gepaard gaand met beelden van een arrestatie bijvoorbeeld) kan leiden tot een imagoschade voor de onderwijsinstelling. Het zal belangrijk zijn om met uw crisisteam overleg te plegen hoe deze crisis moet worden aangepakt: communiceren naar ouders, personeel, enz. Aangezien het om een geestelijke gaat, zal ook de kerkelijke instantie door de media worden aangesproken, zoals bijvoorbeeld via de bevoegde bisschop.
5 Wij verwijzen u hiervoor ook naar het punt 4.2.3 ‘Communiceren over de crisis’ in de bovenvermelde basismededeling. 6.1 Media zijn niet op de hoogte Indien de media niet op de hoogte zijn, neemt u geen contact op met de media. U bereidt u toch wel voor op eventuele mediabelangstelling. Journalisten zullen verder speuren naar achtergrondinformatie. Voor de voorbereiding, zie het punt hierna. 6.2 Media zijn op de hoogte Indien de media, bijvoorbeeld door het slachtoffer zelf, op de hoogte zijn gebracht van het misbruik in uw instelling, kunnen er zich bepaalde situaties voordoen. Uw school of internaat wordt niet bij naam genoemd In deze situatie neemt u geen contact op met de media. Niettemin bereidt u zich voor ingeval u hierover toch wordt gecontacteerd. Journalisten zoeken naar verdere achtergrondinformatie over de betichte en het slachtoffer en zo kunnen zij bij uw instelling belanden. U brengt alles in gereedheid: o.a. u verwittigt uw schoolbestuur of bestuur van internaat, en de overste van de religieuze orde/congregatie; u informeert het best ook de persverantwoordelijke van het VSKO. Hij zal op zijn beurt de persverantwoordelijke van uw bisdom inlichten. de externe communicatie: u bereidt een eenzelfde boodschap voor: o uw mondelinge reactie; o een brief aan de ouders van uw leerlingen en internen; o communiceren naar uw personeel: direct of via e-mail; o een persbericht; de communicatiedienst van het VSKO kan u hierbij helpen en het persbericht (hoofding school/internaat) in uw naam mailen naar de media. De inhoud van de communicatie moet eerlijk, correct en genuanceerd zijn. Uw school of internaat wordt wel bij naam in de media genoemd Dan treedt uw crisisteam in werking. Dezelfde werkwijze zoals vermeld in de bovenvermelde mededeling is hier van toepassing. De media nemen contact op met de school en vragen om reactie. Hierbij vindt u enkele aandachtspunten: u beantwoordt nooit onmiddellijk telefoons van journalisten. U noteert de gegevens van de journalist en de gestelde vragen. U belooft om zo snel mogelijk terug te bellen; u respecteert de integriteit en de privacy van de betrokkenen: geen namen doorgeven of privéadres; U onderzoekt de feiten en toetst af met de kerkelijke overste; u formuleert de mondelinge communicatie die als basis gaat dienen voor: o.a. o uw mondelinge reactie; o de brief aan de ouders van uw leerlingen en internen; o het persbericht; de communicatiedienst van het VSKO kan u hierbij helpen en kan het persbericht (hoofding school/internaat) in uw naam mailen naar de media. De inhoud van de communicatie moet eerlijk, correct en genuanceerd zijn: o.a. o medeleven betuigen met het leed van het slachtoffer;
6 o o
o
o
het opsommen van de ondernomen acties (bv. tuchtregeling) ingeval de betichte nog personeelslid is; ingeval het nog niet duidelijk is, dit ook melden: “In het kader van het onderzoek, kunnen wij voorlopig nog geen verklaringen afleggen.” “Laten wij niet vooruitlopen op de feiten en de resultaten van het onderzoek afwachten”. ingeval de betichte geen personeelslid meer is van de school: “Betrokkene is geen personeelslid meer van de school. Niettemin zal de instelling zijn volledige medewerking verlenen aan het onderzoek.”; Communiceer intern en extern op hetzelfde moment.
Communicatie met school-internaat-kerk Aangezien de geestelijke steeds verbonden is aan een kerkelijke instantie, zijnde bv. bisdom, orde of congregatie, zal de externe communicatie steeds op elkaar moeten worden afgestemd. Het komt verwarrend en vreemd over als de twee instanties verschillend communiceren. Vooraleer een boodschap naar buiten te brengen, is het aangewezen dat de twee instanties via hun contactpersonen elkaar briefen over wat zij zullen communiceren. Ingeval de betichte officieel in verdenking zou worden gesteld zal een derde instantie meespelen, zijnde het parket. 7
Juridisch en media-advies VSKO
Het VSKO, zijn Verbonden en Diensten staan tot uw beschikking om u bij te staan bij de behandeling van dit dossier. U neemt het best onmiddellijk – na de melding van het misbruik door het slachtoffer - contact op met het verbond of dienst van uw onderwijsniveau. Voor media-advies, kunt u terecht bij de communicatieverantwoordelijke van het VSKO, Willy Bombeek, tel. 02 507 06 19 of e-mail:
[email protected] .
__________________