COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS
LAAGSPANNINGSTARIEVEN voor de verkoop van elektriciteit geleverd in laagspanning door het distributienet, van toepassing van 1 juli 2004 tot 31 december 2006 op de afnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn en van toepassing vanaf 1 juli 2004 op de beschermde afnemers die van specifieke sociale tarieven genieten Inhoudstafel
BLz. 1. Toepassingsgebied en algemene opmerkingen
1
2. Wettelijk en/of reglementair kader
2
3. Tarieven van algemene toepassing
4
4. Factureringsmodaliteiten
12
Bijlage 1
Prijsherzieningsparameters
Bijlage 2
Waarden van de ter beschikking gestelde vermogens in functie van de nominale stroomsterkte van de schakelaars en smeltveiligheden
Bijlage 3
Aansluitbarema's
Bijlage 4
Tussenkomst in de kostprijs van de diverse prestaties
L.S. 12-2006
1 1. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE OPMERKINGEN 1.1. Algemeenheden De laagspanningstarifering wordt toegepast op de niet geliberaliseerde klanten voor wie een elektrischvermogen ter beschikking wordt gesteld door middel van het laagspanningsnet. De verplichting om onder laagspanning te leveren is door de statuten van de distributieintercommunales in het algemeen beperkt tot 10 kVA. Wanneer de technische omstandigheden het toelaten kan boven dit vermogen de aansluiting in laagspanning geschieden. Een meetgroep wordt geplaatst per aansluiting. De opname van de teller(s) gebeurt, in principe, jaarlijks. De verhoudingen tussen de verdeler en de klant worden in het algemeen geregeld door het "Typereglement voor de aftakking, het ter beschikking stellen en het afnemen van elektriciteit in laagspanning", aanbevolen door het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas (C.C.(e) 89/60 van 13/12/89). Dit reglement bevat een deel betreffende de "maatregelen van sociale aard voor huishoudelijke elektriciteitsabonnees", van 30/11/1992, aangevuld door diverse meer recente aanbevelingen van het Controlecomité en, desgevallend, door de betreffende regionale wetgeving. Het typereglement is goedgekeurd door de intercommunales. Uit hoofde van dit reglement mag de elektrische energie niet verder verkocht worden of kosteloos afgestaan zonder schriftelijk akkoord van de verdeler 1.2. Diverse modaliteiten De prijsherzieningsparameters NE en NC worden gedefinieerd in Bijlage 1. De in dit document vermelde prijzen bevatten niet de belasting op de toegevoegde waarde (B.T.W.) die momenteel 21 % bedraagt. Zij bevatten evenmin de bijdrage op de energie, ingesteld door de wet van 22 juli 1993. De prijzen bevatten evenmin de verschillende toeslagen en bijdragen die door de federale en regionale overheden worden bepaald (federale bijdrage, financiering van CREG, van het Sociaal Fonds, retributie voor de bezetting van het openbaar domein en andere). Voor de professionele klanten tenslotte wordt een korting van 0,5113 c/kWh toegekend op de verbruiken van de maanden mei en juni 2003. 1.3. Opmerking Naast de tarieven voor levering van energie, bestaan ook officiële barema's die toegepast worden voor aansluitingen van minder dan 10 kVA (bijlage 3), evenals voor een zeker aantal diverse prestaties (bijlage 4).
L.S. 01-2005
2 2. WETTELIJK EN/OF REGLEMENTAIR KADER De algemene laagspanningstarieven maken het voorwerp uit van aanbevelingen door het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas. De huidige tarifering steunt voornamelijk op de volgende aanbevelingen : - C.C.(e) 1094 van 30/03/1977, - C.C.(e) 1344 van 22/12/1982, - C.C.(e) 1460 van 19/12/1984, - C.C.(e) 85/6 van 31/01/1985, - C.C.(e) 86/53 van 17/12/1986, - C.C. 87/45 van 14/10/1987, - C.C.(e) 88/53 van 21/12/1988, - C.C.(e) 89/9 van 15/02/1989, - C.C. 90/36 van 10/10/1990, - C.C.(e) 91/12 van 09/01/1991, - C.C.(e) 91/44 van 06/11/1991, - C.C. 91/45 van 06/11/1991, - C.C.(e) 92/1 van 08/01/1992, - C.C. 94/6 van 19/01/1994, - C.C.(e) 96/14 van 27/03/1996, - C.C.(e) 97/15 van 29/01/1997, - C.C.(e) 98/4 van 21/01/1998, - C.C.(e) 98/18 van 08/07/1998, - C.C.(e) 98/24 van 08/07/1998, - C.C.(e) 99/12 van 24/02/1999, - C.C.(e) 99/34 van 14/07/1999, - C.C.(e) 00/18 van 12/07/2000, - C.C.(e) 00/20 van 12/07/2000, - C.C.(e) 01/9 van 24/01/2001, - C.C.(e) 01/40 van 26/09/2001, - C.C.(e) 01/63 van 14/12/2001, - C.C.(e) 03/20 van 12/03/2003, - C.C.(e) 03/28 van 07/05/2003. De laagspanningstarieven worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De volgende Ministeriële Besluiten bepalen de huidige tarieven : - van 16 mei 1977 (Belgisch Staatsblad van 4 juni 1977), - van 14 januari 1983 (Belgisch Staatsblad van 26 januari 1983), - van 24 januari 1985 (Belgisch Staatsblad van 28 februari 1985), - van 24 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 11 september 1985), - van 3 februari 1987 (Belgisch Staatsblad van 18 februari 1987), - van 20 november 1987 (Belgisch Staatsblad van 3 december 1987), - van 19 november 1990 (Belgisch Staatsblad van 5 december 1990), - van 6 februari 1991 (Belgisch Staatsblad van 22 februari 1991), - van 3 december 1991 (Belgisch Staatsblad van 24 december 1991), - van 4 februari 1992 (Belgisch Staatsblad van 12 februari 1992), - van 22 september 1993 (Belgisch Staatsblad van 23 oktober 1993), - van 4 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 15 maart 1994), - van 18 april 1996 (Belgisch Staatsblad van 15 mei 1996), - van 14 februari 1997 (Belgisch Staatsblad van 4 april 1997), - van 06 februari 1998 (Belgisch Staatsblad van 12 maart 1998), - van 15 december 1999 (Belgisch Staatsblad van 1 februari 2000), - van 04 oktober 2001 (Belgisch Staatsblad van 25 oktober 2001), - van 12 december 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 december 2001), - van 16 juli 2002 (Belgisch Staatsblad van 25 juli 2002), - van 20 september 2002 (Belgisch Staatsblad van 03 oktober 2002), L.S. 01-2005
3 - van 23 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2003), - van 01 maart 2004 (Belgisch Staatsblad van 19 maart 2004), - van 13 mei 2004 (Belgisch Staatsblad van 09 juni 2004), - van 08 december 2004 (Belgisch Staatsblad van 24 december 2004). De laagspanningstarieven dienen bovendien het voorwerp uit te maken van een goedkeuring door de Raden van Bestuur van de Intercommunales.
L.S. 01-2005
4 3. TARIEVEN VAN ALGEMENE TOEPASSING De tariefhervorming van 01.09.1999 heeft geleid tot de gelijkschakeling van de huishoudelijke en professionele tarieven. De hieronder uiteengezette tarieven zijn bijgevolg toepasbaar voor zowel de huishoudelijke als professionele klanten. De harmonisering is echter enkel volledig voor de leveringspunten gecreëerd na 01.09.1999. Ter herinnering : de vergoedingen voor aanzienlijke vermogens zijn afgeschaft vanaf 01.09.1999, een vermogenterm per kVA > 10 vervangt deze tussenkomst. Daarenboven zijn bepaalde tarieven of toepassingsmodaliteiten uitsluitend van toepassing voor huishoudelijke klanten in hun wettelijke woonplaats. Deze gevallen worden uitdrukkelijk vermeld. Klanten bij wie de teller zowel het huishoudelijk als het professioneel verbruik registreert, worden beschouwd als professionele klanten. Wanneer echter het ter beschikking gesteld vermogen voor professioneel verbruik 1 kW niet overschrijdt, dan wordt het verbruik van deze klanten gelijkgesteld met huishoudelijk verbruik. Het ter beschikking gesteld vermogen, dat tussenkomt in de tarieven, wordt bepaald op basis van het kaliber van de beveiliging, aangepast aan de behoeften van de klant en in akkoord met hem. Het vermogen wordt uitgedrukt in kVA met één decimaal. De tabel in bijlage 2 geeft de waarden weer van het ter beschikking gesteld vermogen voor de meest voorkomende beveiligingskalibers. 3.1. Basistarieven 3.1.1. Normaal tarief Het normaal tarief is het basistarief toegepast voor alle laagspanningsklanten, zonder bovengrens voor het ter beschikking gesteld vermogen. Dit tarief omvat : - een vaste term van :
9,72 NE
EUR/jaar ;
- voor de klanten met een ter beschikking gesteld vermogen groter dan 10 kVA een bijkomende vaste term van :
3,50 NE
EUR/ jaar per kVA boven de 10 ;
Voor de leveringspunten van vóór 01.09.1999 is deze term niet van toepassing op de kVA's die het voorwerp hebben uitgemaakt van de betaling van een vergoeding voor aanzienlijke vermogens. - een proportionele term van :
(8,214 NE + 1,698 NC)
c/kWh.
3.1.2. Tarief "30 kVA" - normaal Het tarief "30 kVA" - normaal wordt automatisch toegepast voor klanten waarvan het ter beschikking gesteld vermogen ten minste gelijk is aan 30 kVA en voor zover het normaal tarief (zie punt 3.1.1.) niet voordeliger is. Dit tarief is eveneens van toepassing voor klanten waarvan het ter beschikking gesteld of aan te rekenen vermogen kleiner is dan 30 kVA voor zover een minimum vermogen van 30 kVA wordt aangerekend. L.S. 01-2005
5
Het tarief "30 kVA" - normaal omvat : - een vaste term van :
39,99 NE
EUR/jaar ;
- een bijkomende vaste term van :
20,33 NE
EUR/jaar per kVA, met een minimum van 30 gefactureerde kVA's;
Voor de leveringspunten van vóór 01.09.1999 is deze term niet van toepassing op de kVA's die het voorwerp hebben uitgemaakt van de betaling van een vergoeding voor aanzienlijke vermogens. - een proportionele term van :
(5,532 NE + 1,698 NC)
c/kWh.
3.2. Optionele tarieven Elke klant kan, op aanvraag, genieten van de optionele tarieven in plaats van de tarieven uiteengezet in punt 3.1. 3.2.1. Tweevoudig uurtarief Dit tarief is toepasbaar ongeacht het ter beschikking gesteld vermogen en omvat : - een vaste term van :
(9,72 NE + 18,51 NE)
EUR/jaar ;
waarin de vergoeding voor de klok of het ontvangsttoestel is inbegrepen; - voor de klanten met een ter beschikking gesteld vermogen groter dan 10 kVA een bijkomende vaste term van :
3,50 NE
EUR/jaar per kVA boven de 10 ;
Voor de leveringspunten van vóór 01.09.1999 is deze term niet van toepassing op de kVA's die het voorwerp hebben uitgemaakt van de betaling van een vergoeding voor aanzienlijke vermogen. - een proportionele dagterm van :
(8,214 NE + 1,698 NC)
c/kWhd ;
- een proportionele nachtterm van :
(3,581 NE + 1,396 NC)
c/kWhn.
De proportionele nachtterm wordt toegepast op het nachtverbruik van de toestellen die eveneens gedurende de dag in gebruik kunnen zijn. L.S. 01-2005
6 De toepassing van de nachtprijs is beperkt tot 9 uren per nacht waarbij de keuze van de uurregeling aan de verdeler wordt overgelaten.. 3.2.2. Tarief "30 kVA" - tweevoudig Het tarief "30 kVA" - tweevoudig wordt automatisch toegepast voor de klanten waarvan het ter beschikking gesteld vermogen ten minste gelijk is aan 30 kVA en voor zover het tweevoudig uurtarief (zie punt 3.2.1.) niet voordeliger is. Dit tarief is eveneens van toepassing voor de klanten waarvan het ter beschikking gesteld of aan te rekenen vermogen kleiner is dan 30 kVA voor zover een minimum vermogen van 30 kVA wordt aangerekend. Dit tarief omvat : - een vaste term van :
(39,99 NE + 26,00 NE)
EUR/jaar ;
waarin de vergoeding voor de klok of het ontvangsttoestel is inbegrepen ; - een bijkomende vaste term van :
20,33 NE
EUR/jaar per kVA, met een minimum van 30 gefactureerde kVA's ;
Voor de leveringspunten van vóór 01.09.1999 is deze term niet van toepassing op de kVA's die het voorwerp hebben uitgemaakt van de betaling van een vergoeding voor aanzienlijke vermogens. - een proportionele dagterm van :
(5,532 NE + 1,698 NC)
c/kWhd ;
- een proportionele nachtterm van :
(3,581 NE + 1,396 NC)
c/kWhn.
De proportionele nachtterm wordt toegepast op het nachtverbruik van de toestellen die eveneens gedurende de dag in gebruik kunnen zijn. De toepassing van de nachtprijs is beperkt tot 9 uren per nacht waarbij de keuze van de uurregeling aan de verdeler wordt overgelaten.
L.S. 01-2005
7 3.2.3. Tarieven met beperkt uurrooster Deze tarieven zijn toegankelijk voor alle klanten en gaan in principe voor de klant samen met het normaal tarief, het tweevoudig uurtarief of het tarief "30 kVA" - normaal of tweevoudig. De toestellen met een verbruik dat geniet van dit tarief, moeten vast en afzonderlijk worden aangesloten en het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke telling. 3.2.3.1. Tarief voor uitsluitend nachtverbruik Het tarief voor uitsluitend nachtverbruik omvat: - een vergoeding voor de speciale meetapparatuur van :
26,00 NE
EUR/jaar ;
wanneer het uitsluitend nachttarief bij de klant samengaat met het normaal tarief of het tarief "30 kVA"- normaal ;
12,39 NE
EUR/jaar ;
wanneer het uitsluitend nachttarief bij de klant samengaat met het tweevoudig uurtarief of met het tarief "30 kVA" – tweevoudig ; - een proportionele term van :
(2,577 NE + 1,396 NC)
c/kWh.
Dit tarief is toepasselijk gedurende 9 nachturen, waarbij de keuze van de uurregeling aan de verdeler wordt overgelaten. Het is eveneens toepasselijk gedurende de 15 daguren van de zondagen, met mogelijkheid voor de verdeler om de voeding tijdens de meest belaste uren te onderbreken. 3.2.3.2. Om een dubbeltelling en de installatie van een afzonderlijke aansluiting te vermijden, kan de distributeur, in overleg met de klant, het hierboven vermelde tarief 3.2.3.1. vervangen door de verlenging van het tweevoudig uurtarief 3.2.1. of 3.2.2. volgens de volgende modaliteiten: - onveranderde vaste termen, - proportionele dagterm : onveranderd, - proportionele nachtterm :
(3,581 Ne + 1,396 Nc)
c/kWh voor de 3.000 eerste kWhn/jaar;
(2,577 Ne + 1,396 Nc)
c/kWh voor het saldo.
L.S. 01-2005
8 3.2.3.3. Buitenspitstarief (BST) Het tarief omvat : - een vergoeding voor de speciale meetapparatuur van :
26,00 NE
EUR/jaar ;
ongeacht het tarief waarmee het BST samengaat bij de klant ; - een proportionele term van :
(3,246 NE + 1,698 NC)
c/kWh.
De voeding van de toestellen die van dit tarief genieten, kan zonder verwittiging, via afstandsbediening door de verdeler onderbroken worden. De dagelijkse onderbreking zal maximum 15 uren bedragen, normaal gezien voorkomend in de loop van de maanden november tot februari. De gecumuleerde duur van de onderbrekingen zal de 500 uren per jaar niet overschrijden.
3.3. Specifiek sociale tarieven De huishoudelijke klanten, bepaald onder punt 3.3.3. hierna, kunnen op hun aanvraag genieten van volgende tarieven : 3.3.1. Specifiek sociaal normaal tarief Het specifiek sociaal normaal tarief omvat: - voor de klanten met een ter beschikking gesteld vermogen groter dan 10 kVA en een jaarlijks verbruik boven 500 kWh/jaar : een bijkomende vaste term van :
3,50 NE
EUR/ jaar per kVA boven de 10 ;
- een proportionele term van :
(8,214 NE + 1,698 NC)
c/kWh ;
Deze klanten genieten bovendien van 500 kWh/jaar gratis
L.S. 01-2005
9 3.3.2. Specifiek sociaal tweevoudig uurtarief Het specifiek sociaal tweevoudig uurtarief omvat : - voor de klanten met een jaarlijks verbruik boven 500 kWh/jaar : een vaste term van :
26,00 NE
EUR/jaar ;
- voor de klanten met een ter beschikking gesteld vermogen groter dan 10 kVA en een jaarlijks verbruik boven 500 kWh/jaar :een bijkomende vaste term van :
3,50 NE
EUR/jaar per kVA boven de 10 ;
- een proportionele dagterm van :
(8,214 NE + 1,698 NC)
c/kWhd ;
- een proportionele nachtterm van :
(3,581 NE + 1,396 NC)
c/kWhn.
Deze klanten genieten bovendien van 500 kWh/jaar gratis. Het gaat bij voorkeur om de kWh afgenomen tijdens de daguren. 3.3.3. Rechthebbenden op de specifiek sociale tarieven De verdeler past op aanvraag van de klant, een specifiek sociaal tarief toe wanneer deze kan bewijzen dat hijzelf of één inwonende persoon geniet van een besluit tot toekenning van: a) een leeftoon hem toegekend door het O.C.M.W. van zijn gemeente krachtens de wet van 26 mei 2002 tot instelling van het recht op maatschappelijk integratie; b) een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, krachtens de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden en de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) krachtens de wet van 22 maart 2001; c)
- een tegemoetkoming aan mindervaliden ingevolge een blijvende arbeidsongeschiktheid of een invaliditeit van tenminste 65 %, krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan mindervaliden; - een inkomensvervangende tegemoetkoming aan mindervaliden, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan mindervaliden ; - een integratietegemoetkoming aan mindervaliden behorend tot de categorieën II, III of IV, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan mindervaliden;
d) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, krachtens artikels 127 en volgende, van de wet van 22 december 1989; e) een tegemoetkoming voor hulp van derden krachtens de wet van 27 juni 1969; f) een financiële sociale steun versterkt door een O.C.M.W. aan een persoon die is ingeschreven in het vreemdelingenregister met een machtiging tot verblijf voor L.S. 01-2005
10 onbeperkte tijd en die omwille van zijn nationaliteit niet kan beschouwd worden als een gerechtigde op maatschappelijke integratie. Het bewijs van samenwonen zal jaarlijks moeten voorgelegd worden, gelijktijdig met het attest dat het recht tot toekenning verschaft. De persoon, die bij gelijkstelling met de categorieën b, c, d en e, geniet van een tegemoetkoming hem toegekend door het O.C.M.W. in afwachting van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, van een tegemoetkoming aan mindervaliden, van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of van een tegemoetkoming voor hulp van derden, kan eveneens genieten van één van beide specifiek sociale tarieven. De specifiek sociale tarieven zijn niet van toepassing op de verbruiken van: - tweede verblijfplaatsen; - gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen; - professionele klanten gelijkgesteld met de huishoudelijke klanten; - tijdelijke klanten; - klanten van het professionele type. Er zijn drie bronnen die het attest afleveren dat het recht tot toekenning verschaft: - de O.C.M.W. kunnen attesten geven; - de Rijksdienst voor Pensioenen vermeldt voor de gepensioneerden op de jaarlijkse “loonfiche” wie in aanmerking komt voor het specifiek sociaal tarief; - de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid vermeldt maandelijks bij de uitbetaling aan gehandicapten met een “s” op de talon of op het bankuittreksel in geval van overschrijving, wie in aanmerking komt voor het specifiek sociaal tarief. 3.4. Bijzondere toepassingsgebieden 3.4.1. Appartementsgebouwen Het verbruik wordt afzonderlijk gemeten per appartement (in laagspanning) en gefactureerd op basis van de laagspanningstarieven (punten 3.1., 3.2. en 3.3.). 3.4.2. Gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen ZONDER lift De laagspanningstarieven (punten 3.1. en 3.2., d.w.z. de specifieke sociale tarieven niet inbegrepen) worden altijd toegepast : voeding van de gemeenschappelijke delen met telling op een afzonderlijke leiding of voeding van de gemeenschappelijke delen zonder afzonderlijke telling vanuit de installatie van de huisbewaarder of een bewoner. In geval van gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen met lift wordt verwezen naar punt 3.4.3.
L.S. 01-2005
11 3.4.3. Gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen MET lift De laagspanningstarieven (punten 3.1. en 3.2., d.w.z. de specifieke sociale tarieven niet inbegrepen), met uitzondering van de tarieven voorbehouden voor de huishoudelijke klanten, zijn van toepassing voor de gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen met lift. Wanneer echter de omvang van de installatie dit rechtvaardigt en indien de vereiste voorwaarden vervuld zijn, kunnen deze toepassingen van het tweeledig H.S.-tarief A genieten. In geval van gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen zonder lift wordt verwezen naar punt 3.4.2. 3.4.4. Tijdelijke leveringen De LS-tarifering wordt o.m. toegepast voor de foorkramers en werven waarbij de vaste term per volledige maand wordt betaald.
L.S. 01-2005
12 4. FACTURERINGSMODALITEITEN De tarieven beschreven onder punt 3. hebben betrekking op een jaarlijkse verbruiksperiode. De waarden van de prijsherzieningsparameters gebruikt voor het opmaken van de jaarlijkse facturen zijn de rekenkundige gemiddelden van de twaalfmaandelijkse opeenvolgende waarden tot en met de maand die de maand van opname van de teller voorafgaat. Wanneer de verbruiksperiode kleiner is dan een jaar, worden, - de vaste termen en de bijzondere meetvergoedingen evenredig met het aantal maanden verminderd; elke begonnen maand wordt aangerekend; - de gemiddelde waarden van de prijsherzieningsparameters, gebruikt voor het opstellen van de rekeningen, worden berekend overeenkomstig de verbruiksperiode. Tussen twee opnamen van de meter(s), met een tussenruimte van in principe 12 maanden, worden aan de klanten op regelmatige tijdstippen tussentijdse facturen opgestuurd. Deze tussentijdse facturen worden eenmaal per jaar berekend na de opname, op basis van volgende formule:
V= waarbij F
(F − TF).xc + TF a.kWh/jaar . x i + xc . n+1 n+1 staat voor het gefactureerde bedrag van het afgelopen jaar, zonder de bijdrage op de energie;
TF
vertegenwoordigt het bedrag van de vaste term(en) en de meetvergoedingen welke voorkomen in de factuur van het afgelopen jaar;
n
is het aantal tussentijdse facturen;
xi
is een factor welke rekening houdt met de voorziene evolutie van de prijzen van het lopend verbruiksjaar t.o.v. het afgelopen jaar. De coëfficiënt xi wordt berekend op basis van de prognoses van de parameters vastgesteld in overeenstemming met de CREG. Hij is gelijk aan de verhouding tussen de globale gemiddelde verkoopprijs in laagspanning voorzien voor de komende twaalf maanden en de gemiddelde prijs over de afgelopen periode van twaalf maanden;
xc
is een coëfficiënt die rekening houdt met de voorziene evolutie van het verbruik van het lopende verbruiksjaar t.o.v. het afgelopen jaar. Aangezien het bedrag van de jaarlijkse vaste termen niet beïnvloed wordt door het volume van het verbruik, wordt dit bedrag niet vermenigvuldigd met xc bij het bepalen van de tussentijdse facturen.
a
is de eenheidsprijs van de bijdrage op de energie (zie punt 1.2.). Indien deze bijdrage niet van toepassing is, is a gelijk aan nul;
L.S. 01-2005
13 kWh/an
is het totaal gefactureerd verbruik van het afgelopen jaar.
In de praktijk is de coëfficiënt xc samengesteld uit een product xc'.xt waarin : - xc'
- xt
de algemene verbruiksaangroei weergeeft en thans gelijk is aan 1 behalve voor de klanten die een structurele wijziging van hun verbruik voorzien en hun verdeler hiervan verwittigen; verschillend is van 1 voor de huishoudelijke klanten die meer dan 7500 kWh per jaar verbruiken. Voor deze klanten wordt een aanpassing doorgevoerd, die afhankelijk is van de meteorologische omstandigheden volgens de formule :
7.500
7.500
x t = kWh/jaar + (1 − kWh/jaar ). Y c voor kWh/jaar > 7.500 (xt = 1 voor kWh/jaar ≤ 7500). waarin kWh/jaar het totaal jaarverbruik behelst van de factuur van het afgelopen jaar; et
Yc =
normale GD reële GD
GD zijn de equivalente graaddagen van 16,5°C/16,5°C, volgens de in Ukkel gemeten temperaturen - normale GD : gemiddelde van de jaren 1971 tot 2000, hetzij 2.458 graaddagen; - reële GD : de twaalf laatste maanden. Wanneer de waarde van YC, berekend volgens de hiervoor bepaalde regels, 1,14 overschrijdt of lager is dan 0,86, wordt de waarde aangepast met een matigingsfactor, volgens onderstaande tabel.
L.S. 01-2005
14
Berekende YC
Matigingsfactor
Aangepaste YC
Berekende YC
Matigingsfactor
Aangepaste YC
0,86
1,000
0,8600
1,14
1,000
1,1400
0,85
1,005
0,8542
1,15
0,995
1,1443
0,84
1,010
0,8484
1,16
0,990
1,1484
0,83
1,015
0,8424
1,17
0,985
1,1525
0,82
1,020
0,8364
1,18
0,980
1,1564
0,81
1,025
0,8302
1,19
0,975
1,1603
0,80
1,030
0,8240
1,20
0,970
1,1640
0,79
1,035
0,8177
1,21
0,965
1,1677
0,78
1,040
0,8112
1,22
0,960
1,1712
0,77
1,045
0,8047
1,23
0,955
1,1747
0,76
1,050
0,7980
1,24
0,950
1,1780
0,75
1,055
0,7913
1,25
0,945
1,1813
0,74
1,060
0,7844
1,26
0,940
1,1844
0,73
1,065
0,7775
1,27
0,935
1,1875
0,72
1,070
0,7704
1,28
0,930
1,1904
0,71
1,075
0,7633
1,29
0,925
1,1933
0,70
1,080
0,7560
1,30
0,920
1,1960
L.S. 01-2005
B-1 BIJLAGE 1 PRIJSHERZIENINGSPARAMETERS 1. ALGEMEENHEDEN De wijzigingen van de elementen van de productie- en distributiekostprijs van elektriciteit maken een regelmatige aanpassing van de prijzen noodzakelijk. Om deze aanpassing door te voeren, bevatten de tariefformules prijsherzieningsparameters die de basisprijzen maandelijks aan de kosten aanpassen. 2. WETTELIJK EN/OF REGLEMENTAIR KADER De formule van de parameter NC, die in detail beschreven wordt in punt 3 hieronder, werd gedefinieerd door het Ministerieel Besluit van 01/03/2004, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 19/03/2004 op advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas. De formule van de parameter NE, in detail beschreven in punt 4 hieronder, werd gedefinieerd door aanbeveling van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het gas . Zij werd bekrachtigd door het Ministerieel Besluit van 12/12/2001, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15/12/2001. De door de CREG berekende waarden van de prijsherzieningsparameters worden maandelijksdoor het Ministerie van Economische Zaken in het Belgisch Staatsblad evenals door het Verbond van Belgische Ondernemingen gepubliceerd. 3. PARAMETER "BRANDSTOFFEN" NC De parameter NC geeft, in de termen "brandstoffen" van de tarieven, de evolutie weer van de kostprijs der verbruikte brandstoffen voor de elektriciteitsproductie geleverd aan het Belgisch net. De parameter Nc, ingevoerd in maart 2004, wordt berekend volgens de formule :
NC = 0,214 + 0,260 Ifnu + 0,375 Icoal + 0,240 Ioil + 1,195 (1 – Ifnu) Ispotgas De hierboven gebruikte indexcijfers I zijn driemaandelijkse gemiddelden die 1 maand voorafgaan aan de maand (m) tijdens dewelke de energie geleverd wordt. Deze indexcijfers worden afgerond op 4 decimalen. Ze worden als volgt gedefinieerd : a) Ifnu is het indexcijfer dat de betrouwbaarheid van het Belgische kernpark weergeeft: Doel 1, Doel 2, Doel 3, Doel 4, Tihange 1 (50%), Tihange 2 en Tihange 3.
Ifnu
1 4 Fnum −i = ∑ 3 i = 2 Fnu0
waarbij Fnui de lastenfactor van het Belgische kernpark in de loop van de maand i, afgerond op 3 decimalen, weergeeft. Netto productie Belgisch kernpark (MWh) Fnui = Netto ontwikkelbaar vermogen van het Belgische kernpark (MW) x aantal uren van maand i Fnu0 vloeit voort uit de statistieken van de jaren 1997 tot en met 2002. Fnu0 = 0,835 voor de maanden april tot en met september = 0,967 voor de maanden oktober tot en met maart. L.S. 01-2005
B-2 De nettoproductie en het netto ontwikkelbaar vermogen van het Belgische kernpark worden maandelijks door de transmissienetbeheerder aan de CREG meegedeeld. b) Icoal is het indexcijfer dat de steenkoolprijzen weergeeft
I coal =
1 4 API#2 m−i ∑ 3 i = 2 API# 2 0
waarbij API#2i het gemiddelde is voor de maand i, afgerond op 3 decimalen, van de 4 of 5 noteringen (één voor elke vrijdag van de maand) gepubliceerd door Argus/McCloskey in US$/ton voor de steenkool die CIF (Cost, Insurance and Freight) geleverd wordt in de zone ARA (Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam), NAR (Net as Received) en op basis van steenkool met 25,121 GJi/ton. De maandelijkse prijs API#2 wordt omgezet in EUR door de prijs per ton steenkool uitgedrukt in USD te delen door het gemiddelde, afgerond op 5 decimalen, van de wisselkoersen (USD door EUR) die dagelijks om 2 u 15 (uur van Frankfort) door de Europese Centrale Eu Bank gepubliceerd worden in de loop van de overeenstemmende maand. Het resultaat van deze omzetting wordt afgerond op 3 decimalen. API#20 is het gemiddelde, gedurende de 12 maanden van 2002, van de API#2 prijzen, maandelijks omgezet in EUR per ton, zijnde 33,613 EUR/t.
c) Ioil is het indexcijfer dat de prijs van de aardolieproducten weergeeft.
I oil =
1 4 IPE Brent m−i ∑ 3 i =2 IPE Brent 0
waarbij IPE Brenti het gemiddelde is voor de maand i, afgerond op 3 decimalen, van de dagprijzen (First Nearby IPE Brent Crude Oil) in USD/vat, gepubliceerd door de International Petroleum Exchange of London. Deze maandprijs wordt omgezet in EUR en op dezelfde wijze afgerond als de API#2. IPE Brent0 is het gemiddelde, gedurende de 12 maanden van 2002, van de Brent-prijzen, maandelijks omgezet in EUR per vat, zijnde 26,450 EUR/vat. d) Ispotgas is het indexcijfer dat de spot gasprijs weergeeft
I spotgas =
1 4 ZIG m−i ∑ 3 i = 2 ZIG 0
waarbij ZIGi (Zeebrugge Index Gas) is het gemiddelde voor de maand i van de dagelijkse prijsreferenties op de hub van Zeebrugge. Deze prijsreferenties worden gepubliceerd door Dow Jones, uitgedrukt in EUR/GJs en afgerond op 3 decimalen. ZIG0 is het gemiddelde, gedurende de 12 maanden van 2002, van de dagelijkse prijsreferenties op de hub van Zeebrugge, zijnde 2,589 EUR/GJs.
L.S. 01-2005
B-3 4. PARAMETER "BUITEN BRANDSTOFFEN" NE De parameter NE geeft in de termen "buiten brandstoffen" van de tarieven de evolutie weer van de afschrijvings- en exploitatielasten. De parameter NE, ingevoerd in maart 1989, wordt berekend volgens de formule :
NE = 0,425 + 0,390 waarin
Mx s + 0,185 141,151 8,88131
s gelijk is aan het nationaal gemiddelde van de referte-uurloonkosten van de metaalverwerkende nijverheid; Mx het gemiddelde is van de prijsindexen van de afdelingen 2 (nietenergetische minerale producten en chemische producten) en 3 (metalen, mechanische en elektrische constructies) van het indexcijfer van de prijs van de industriële productie (basis 1980 = 100). Mx wordt op definitieve wijze berekend op basis van de meest recente waarden gepubliceerd door het Ministerie van Economische Zaken.
Zowel s als Mx vertegenwoordigen het gemiddelde voor het trimester dat de maand van energielevering (waarvoor NE berekend wordt) met één maand voorafgaat. De waarden 8,88131 en 141,151 zijn de jaargemiddelden (1986 : referentiejaar van de formule van NE) die respectievelijk door s in december 1997 en in 1986 voor Mx bereikt werden. s
wordt afgerond op vijf decimalen na de komma, Mx op drie, de berekening van s Mx , van , van NE, alsook van de verschillende termen ervan gebeurt op vier 8,88131 141,151 decimalen na de komma. De afronding gebeurt naar de dichtstbijzijnde waarde en bij gelijk verschil, naar onder.
L.S. 01-2005
B-4
Bijlage 2 WAARDEN VAN DE TER BESCHIKKING GESTELDE VERMOGENS IN FUNCTIE VAN DE NOMINALE INTENSITEITEN VAN DE STROOMONDERBREKERS EN ZEKERINGEN
Overeenstemming tussen de stroomsterkte en het vermogen van automatische LS-schakelaars
Stroomsterkte A
2, 230 V Vermogen kVA
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
4 5
0,9 1,2
1,6 2,0
2,8 3,5
6 7 8 9 10
1,4 1,6 1,8 2,1 2,3
2,4 2,8 3,2 3,6 4,0
4,2 4,8 5,5 6,2 6,9
11 12 13 14 15
2,5 2,8 3,0 3,2 3,5
4,4 4,8 5,2 5,6 6,0
7,6 8,3 9,0 9,7 10,4
16 17 18 19 20
3,7 3,9 4,1 4,4 4,6
6,4 6,8 7,2 7,6 8,0
11,1 11,8 12,5 13,2 13,9
21 22 23 24 25
4,8 5,1 5,3 5,5 5,8
8,4 8,8 9,2 9,6 10,0
14,5 15,2 15,9 16,6 17,3
26 27 28 29 30
6,0 6,2 6,4 6,7 6,9
10,4 10,8 11,2 11,6 12,0
18,0 18,7 19,4 20,1 20,8
31 32 33 34 35
7,1 7,4 7,6 7,8 8,1
12,3 12,7 13,1 13,5 13,9
21,5 22,2 22,9 23,6 24,2
L.S. 01-2005
B-5 Stroomsterkte A
2, 230 V Vermogen kVA
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
36 37 38 39 40
8,3 8,5 8,7 9,0 9,2
14,3 14,7 15,1 15,5 15,9
24,9 25,6 26,3 27,0 27,7
41 42 43 44 45
9,4 9,7 9,9 10,1 10,4
16,3 16,7 17,1 17,5 17,9
28,4 29,1 29,8 30,5 31,2
46 47 48 49 50
10,6 10,8 11,0 11,3 11,5
18,3 18,7 19,1 19,5 19,9
31,9 32,6 33,3 33,9 34,6
51 52 53 54 55
11,7 12,0 12,2 12,4 12,7
20,3 20,7 21,1 21,5 21,9
35,3 36,0 36,7 37,4 38,1
56 57 58 59 60
12,9 13,1 13,3 13,6 13,8
22,3 22,7 23,1 23,5 23,9
38,8 39,5 40,2 40,9 41,6
61 62 63 64 65
14,0 14,3 14,5
24,3 24,7 25,1 25,5 25,9
42,3 43,0 43,6 44,3 45,0
66 67 68 69 70
26,3 26,7 27,1 27,5 27,9
45,7 46,4 47,1 47,8 48,5
71 72 73 74 75
28,3 28,7 29,1 29,5 29,9
49,2 49,9 50,6 51,3 52,0
76 77 78 79 80
30,3 30,7 31,1 31,5 31,9
52,7 53,3 54,0 54,7 55,4
L.S. 01-2005
B-6 Stroomsterkte A
2, 230 V Vermogen kVA
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Puissance kVA
81 82 83 84 85
32,3 32,7 33,1 33,5 33,9
56,1 56,8 57,5 58,2 58,9
86 87 88 89 90
34,3 34,7 35,1 35,5 35,9
59,6 60,3 61,0 61,7 62,4
91 92 93 94 95
36,3 36,7 37,0 37,4 37,8
63,0 63,7 64,4 65,1 65,8
96 97 98 99 100
38,2 38,6 39,0 39,4 39,8
66,5 67,2 67,9 68,6 69,3
Overeenstemmende vermogens voor smeltveiligheden Wanneer men een smeltveiligheid gebruikt, wordt de nominale stroomsterkte, vermeerderd met X %, beschouwd als de waarde van het kaliber van de overeenkomende automatische schakelaar X = 50 % voor smeltveiligheden kleiner dan 16 A X = 25 % voor smeltveiligheden groter dan of gelijk aan 16 A
Voorbeelden een smeltveiligheid van 10 A komt overeen met een automatische schakelaar van 15 A, een smeltveiligheid van 32 A komt overeen met een automatische schakelaar van 40 A. Onderstaande tabel geeft de overeenkomst voor de kalibers groter dan 100 A Stroomsterkte A
125 160 200 250 315 400
2, 230 V Vermogen kVA
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
62,2 79,7 99,6 124,5 156,9 199,2
108,3 138,6 173,2 216,5 272,8
L.S. 01-2005
B-7
Bijlage 3 AANSLUITBAREMA'S
Aansluitingen tot 10 kVA De barema's voor de aansluitingen tot 10 kVA werden vastgelegd door het Ministerieel Besluit van 12 december 2001, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 december 2001. De hieronder vermelde bedragen worden elk jaar aangepast in functie van de waarde van de parameter NE van de maand december van het vorige jaar, volgens de formule :
N december E
0,242 a) Normale bovengrondse aansluiting
Bedrag in EUR voor een conventionele afstand welke 10 m niet overschrijdt Supplement in EUR per aangesneden schijf van 5 m boven 10 m
2 draden
3 draden
4 draden
13,01
17,35
21,07
1,12
1,86
1,86
b) Normale ondergrondse aansluiting Bedrag in EUR voor een conventionele afstand welke 10 m niet overschrijdt + 2 m werkelijke lengte Supplement in EUR per aangesneden m boven de conventionele 10 m en/of de werkelijke 2 m
57,02 Zichtbaar aangelegde kabel 2,48
Ondergrondse kabel 4,96
c) Tussenkomst of vergoeding voor automatische schakelaar
Bedrag in EUR van de tussenkomst Bedrag in EUR van de maandelijkse vergoeding
2 draden
3 of 4 draden
6,82
13,63
0,1239
0,1859
L.S. 01-2005
B-8 Bijlage 4 TUSSENKOMST IN DE KOSTPRIJS VAN DE DIVERSE PRESTATIES
Deze tussenkomsten maakten het voorwerp uit van de aanbeveling van het Controlecomité C.C.(e) 88/12 van 27 april 1988 en C;C. (e) van 6 november 2002. De bedragen van de hieronder vermelde tussenkomsten worden elk jaar aangepast in functie van de waarde van s (gedefinieerd in Bijlage 1) van de maand december van het vorige jaar, volgens de formule :
0,2 + 0,8
s december 9,39963
Benaming van de tussenkomst
Te indexeren basisbedragen (1988)
1. Administratieve prestaties zonder verplaatsing (1) 1.1. Kopij factuur 1.2. Rechtzetting factuur t.g.v. een vergissing of nalatigheid van de klant 1.3. Administratieve enquête 1.4. Mutatie (verandering van titularis, van verzendingsadres, van facturering, van tarief, ...) 1.5. Afsluiting van de rekening (indien de duur van het abonnement minder is dan één jaar, dan mag het volgende bedrag toegepast worden : 1.6. Opening van de rekening (abonnement) 1.7. Onderbreking en terugname van abonnement zonder verplaatsing
gratis gratis gratis gratis gratis 7,24 EUR) gratis gratis
2. Inningprestaties 2.1. Gewone aanmaning 2.2. Ingebrekestelling 2.2.1. via gewone zending 2.2.2. via aangetekende zending 2.3. Opzoeken van adres (bij de dienst bevolking)
2.4. Inningskosten voor onbetaalde kwitantie (na ingebrekestelling)
2.5. Plaatsing vermogenbegrenzer + wegneming (3) 2.6. Onderbreking wegens wanbetaling 2.6.1. aan de teller 2.6.2. aan het bovengrondse net 2.6.3. aan het ondergrondse net 2.7. Heraansluiting na onderbreking wegens wanbetaling 2.7.1. aan de teller 2.7.2. aan het bovengrondse net 2.7.3. aan het ondergrondse net 2.8. Wegneming van de teller (wegens wanbetaling) (4) 2.9. Herplaatsing van de teller na wegneming (wegens wanbetaling) (4)
2,90 EUR (2) 2,90 EUR 7,24 EUR ] zonder verplaatsing : gratis ] (cf.1.3.) ] met verplaatsing : 17,82 EUR ] in geval van betaling :17,82 EUR ] indien geen betaling, cf. 2.5. ] of 2.6. 22,01 EUR 26,75 EUR 53,50 EUR (2) bestek met max. van 285,35 EUR 26,75 EUR 53,50 EUR (2) bestek met max. van 285,35 EUR 53,50 EUR 53,50 EUR
(1) Deze prestaties worden in principe niet aangerekend, behalve in geval van misbruik van de klanten (2) Maximum bedrag. (3) Gratis indien geplaatst op aanvraag van het OCMW en in de gevallen voorzien door het Brussels hoofdstedelijk gewest (ordonnanties van 11.07.1991 en 08.09.1994), in het Vlaams gewest (decreten van 20.12.1996 en 16.09.1997) en in het Waals gewest (decreet van 25.02.1999). (4) Zeer uitzonderlijke gevallen : b.v. fraude, diefstal, veiligheid, enz.
L.S. 01-2005
B-9 Te indexeren basisbedragen (1988)
Benaming van de tussenkomst
3. Overige diverse prestaties met verplaatsing 3.1. Nutteloze verplaatsingen 3.1.1. Werkdagen - tijdens de werkuren - buiten de werkuren 3.1.2. Andere dagen (zaterdagen, zon- en feestdagen) 3.2. Onderbreking en terugname van abonnement 3.3. Vervanging van de aansluitzekeringen (5)
3.4. Herplaatsing van de verzegeling - na verwijdering van de zegels toegestaan door de verdeler (herstelling van de zekeringen door de klant) - na niet toegestane verbreking van de zegels 3.5. Verplaatsing van de teller (op aanvraag van de klant) 3.6. Verwijdering van de teller op aanvraag van de klant 3.7. Verifiëring van de teller op aanvraag van de klant - verantwoord (defecte teller) - niet verantwoord . ijking ter plaatse (met weerstand) . ijking ter plaatse (met controleteller) . ijking in het laboratorium 3.8. Plaatsing van bijkomende teller 3.8.1. Gelijktijdige plaatsing, eventueel te verhogen met de kostprijs van de : . kast . vermogenschakelaar-contactor . contactor (voor groot vermogen) eventueel voor driefasige teller 3.8.2. Afzonderlijke plaatsing, eventueel te verhogen (cf. Gelijktijdige plaatsing) 3.9. Verzwaring - teller en zekeringen door zekeringen - teller en zekeringen door vermogenschakelaars - teller en vermogenschakelaars (te verhogen met de vergoeding voor vermogenschakelaar - zie Bijlage 3) - vermogenschakelaar : . regelbaar . door andere vermogenschakelaars - zekeringen (vervanging) (5) 3.10. Vermindering vermogen vermogenschakelaar of zekering (7) 3.11. Vervanging 3.11.1. Enkelvoudige teller door tweevoudiguurtariefteller - in bestaande meterkast of op bestaand meterbord - toeslag voor eventueel kastje ontvangtoestel afstandsbediening - in een nieuwe meterkast * eenfasig * driefasig - overige gevallen 3.11.2. Zekeringen door vermogenschakelaar 3.11.3. Eenfasige teller door driefasige teller 3.11.4. Vervanging van het kijkglas
] ] tijdens de werkuren of met ] herstellingsdienst :17,82 EUR ] buiten de werkuren en zonder ] herstellingsdienst : 35,67 EUR 17,82 EUR ] met herstellingsdienst of ] in dienst ] op ronde : 17,82 EUR ] buiten ronde : 35,67 EUR F gratis 35,67 EUR bestek gratis gratis ] ] ] ]
35,67 EUR
35,67 EUR bestek zie Bijlage 3 bestek 71,32 EUR
] ] ] ] ]
53,52 EUR
17,82 EUR (6) 17,82 EUR 35,67 EUR
93,55 EUR (8) 41,62 EUR (8) 190,72 EUR 199,66 EUR bestek 53,52 EUR (8) 53,52 EUR (8) 35,67 EUR
(5) De kosten van de zekering mogen tegen kostprijs aangerekend worden. (6) Te verhogen met de meerkost van de vermogenschakelaar indien het vermogen hoger is dan 10 kVA, hetgeen in het barema voorzien is (zie Bijlage 3). (7) Hoofdzakelijk geldig voor de professionelen die het aangerekend vermogen naar beneden toe willen laten herzien. (8) Gratis indien geplaatst op initiatief van de verdeler.
------
L.S. 01-2005