'loiq.oô
Bijlage 6 convenant peuterarranaementen Overdrachtsformulier
Gemeente Loon op Zand
Kinderdagopvang en/of Peuterspeelzaal-(Speciale) Basisschool
Naam kind
:
Adres tel n r
E-mail adres
.*....**.
— --*
Heeft wel/niet W E programma Uk en Puk of Puk en Ko gevolgd Zo ja: hoeveel maanden heeft het kind het W E programma gevolgd? ...
maanden
Is wel/geen doelgroeppeuter: Moedertaal/ thuistaal van het kind:
Datum
Ondergetekende: Naam (ouders/verzorgers): geeft toestemming tot overdracht van dit overdrachtsformulier en (eventuele) bijlagen behorende bij dit overdrachtsformulier aan de toekomstige basisschool. Datum: Handtekeninq: Er heeft wel/geen warme overdracht met een gesprek plaatsgevonden. Naam leerkracht: Handtekening voor ontvangst in geval van warme overdracht:
1
Maand van terugk oppeling vanuit onderwijs: Bijlagen: wel I geen ( omcirkelen wat van toepassing is)
Zelfredzaamheid
Goed
voldoende
matig
t
onvoldoende
1
Het k ind k an zich zelfstandig redden.
O
a
O
D
2
Het k ind pak t zelf dingen (bijv. speelgoed).
a
D
D
a
Het k ind is zindelijk , maar moet er nog aan herinnerd worden naar de wc te gaan.
O
ū
.
ū
4
Het kind houdt zich aan afsprak en.
n
a
ū
a
5
Het k ind k an agressie.
O
n
q
a
Goed
voldoende
matig
i onvoldoende
O
a
ū
a
0
O
O
Q
0
O
rj
0
Goed
voldoende
matig
onvoldoende
3
Ď
D
n
a
O
a
Ů
n
O
Ū
D
D
ū
n
n
omgaan
met
frustraties
en
Toelichting:
Weerbaarheid 6 7 8
Het k ind laat niet over zich heen lopen en k an zich weren in een (grote) groep. Het k ind gaat goed om met tegenslag of Frustratie. Het k ind heeft vertrouwen in zijn eigen doen en laten.
Toelichting:
Welbevinden 9
Het k ind voelt zich prettig in de grote groep.
Het kind neemt zonder problemen afsc heid van ouder of verzorger. Het kind is doorgaans opgewekt en is open en 11 spontaan. 10
12 Het kind laat een ac tieve betrokkenheid zien. Toelichting-:
Relatie met anderen , sociaal emotionele ontwikkeling. Het kind maakt gemakkelijk c ontac t met andere 13 kinderen uit de groep.
Goed
voldoende
matig
onvoldoende
O
D
O
O
14 Het kind heeft een goed c ontac t met de leidster.
a
D
n
ū
15 Het kind maakt oogc ontac t met de leidster
O
a
n
D
16 Het kind durft zich te uiten in de groep.
a
a
a
ū
Toelichting:
Motoriek 17 De grove motoriek is goed ontwikkeld.
Goed
voldoende
matig
onvoldoende
0
Ū
O
a
18
Het kind beweegt zic h vrij
O
O
D
a
19
Het kind maakt doelgeric hte bewegingen
n
D
D
D
20 Het kind heeft plezier in bewegingsac tiviteiten.
a
0
a
a
21 De fijne motoriek is goed ontwikkeld
O
0
n
O
O
O
D
a
22
Het kind vasthouden
kan
kleine
voorwerpen
goed
Toelichting:
Spelen
Goed
voldoende
mabg
onvoldoende
23 Het kind kan langere tijd ac hter elkaar spelen.
O
D
O
ū
24 Het kind kan doen-als-of-spelletjes spelen.
ū
D
n
ū
25
Het kind varieert in het spel.
a
a
D
O
26
Het kind heeft plezier in spel.
a
a
a
0
27
Het kind speelt vaak met andere kinderen.
D
n
a
D
28
Het kind speelt zonder het spel van andere kinderen te verstoren.
a
D
a
O
Toelichting:
3
Werken 29
Het kind pakt informatie snel op.
Het kind kan lang met een vrije ac tiviteit bezig zijn. Het kind kan gec onc entreerd bezig zijn met een 31 aangeboden ac tiviteit 30
Goed
voldoende
matig
onvoldoende
D
Ū
O
O
ū
d
ū
ũ
Ū
O
rn
O
Ū
O
n
Goed
voldoende
matig
onvoldoende
D
n
ū
Ū
n
d
O
D
a
O
D
Ů
36 Het kind kan luisteren als een ander iets vertelt
Ū
a
n
a
37 Het kind praat spontaan met andere kinderen.
O
a
a
a
38 Het kind is goed verstaanbaar.
O
O
O
O
O
O
n
Ď
40 Het kind kent voldoende basiswoorden.
D
D
n
D
Het kind kan de voorwerpen uit zijn direc te omgeving benoemen. Het kind kent begrippen als warm/ koud, hoog/ 42 aag enz Het kind kan de vers c hillende emoties 43 Denoemen
D
ü
a
D
O
O
a
a
O
a
a
O
44 Het kind doet mee met liedjes en versjes
n
a
D
n
rj
a
a
rj
32 Het kind is betrokken bij kringac tiviteiten.
Toelichting:
Taal- sp raakontwikkeling 33
Het kind begrijpt wat er tegen hem wordt.
gezegd
34 Het kind begrijpt eenvoudige opdrac hten. 35
39
Het kind kan via taal duidelijk maken wat het wil vertellen.
Het kind maakt grammatic aal goede zinnen. [ 3-5 woordzinnen)
41
45 ;'
Het kind heeft belangstelling prentenboeken en voorlezen.
Toelichting:
voor
Anderstalige kinderen
Goed
voldoende
matig
onvoldoende
46 Het kind praat redelijk Nederlands
D
D
O
ū
47 Het kind is ontvankelijk voor de tweede taal
D
Q
ū
D
48 Het kind c ommunic eert gedurende de dag
O
ū
O
D
49 De ouders beheersen de Nederlandse taal.
a
O
D
O
Goed
voldoende
matig
onvoldoende
vleten: het kind heeft inzic ht in versc hillen, bijv. groot, klein, zwaar, lic ht, enz Ruimtelijke inzic ht:kent begrippen als voor, 51 achter, naast
a
q
n
D
n
ũ
O
a
52 Het kind kan puzzelen.
0
n
a
O
n
D
O
a
a
ū
a
0
Toelichting:
Ontluikende gecijferdheid 50
53
Het kind getallen.
heeft
plezier
in
ac tiviteiten
met
54 Het kind kent al een aantal getallen.
Toelichting:
'' * *
•••i i|....iiititiiin l
Begeleiding
55 56 57
Ja
Nee
Het kind heeft/had externe begeleiding Het kind reageert goed op hulp en begeleiding. Het kind heeft een spec iale aanpak nodig in de begeleiding.
Toelichting:
5
Overige opmerkingen:
l . . 1*1
H
...
. -
Bijlagen
. i
6