Maatschap Neurologie/vakgroep Neurochirurgie/Fysiotherapie
Lage-rugoperatie wegens hernia (HNP) en/of kanaalstenose
Diaconessenhuis Leiden
Lage-rugoperatie wegens hernia en/of kanaalstenose
Algemeen U wordt binnenkort geopereerd aan de lage rug. Deze folder geeft u algemene informatie over de operatie en de eerste periode daarna. Aanvullende informatie vindt u op de website van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie www.nvvn.org onder het kopje ‘Patiëntinformatie’ Op de polikliniek neurologie/neurochirurgie werkt een aantal neurochirurgen, waarvan er één uw behandelaar is. In principe doet de neurochirurg die u op de polikliniek heeft gezien de operatie. Mochten zich omstandigheden voordoen waarbij u door een andere neurochirurg wordt geopereerd, dan wordt dit van tevoren met u overlegd. Deze neurochirurg kan in uw dossier lezen wat er eerder is afgesproken, en de behandeling volgens de met u gemaakte afspraken voortzetten. Hernia Hernia betekent letterlijk breuk. Zo wordt bijvoorbeeld een lies- of navelbreuk ook hernia genoemd. Bij een hernia onder in de rug bestaat er ook een breuk: een breuk van de tussenwervelschijf. Een tussenwervelschijf bevindt zich tussen twee wervels. Deze schijf bestaat uit een stevig kapsel met in het centrum een zachtere kern. Indien er een scheur (‘breuk’) in het kapsel van de tussenwervelschijf ontstaat, kan de zachte kern naar buiten gaan puilen. Hierdoor kan druk op een zenuwwortel ontstaan waardoor uitstralende pijn optreedt in een been. Medisch wordt dan gesproken over een Hernia Nuclei Pulposi (H.N.P.). Achter H.N.P. komen de nummers van de twee wervels waartussen de hernia zich bevindt. H.N.P. L4-L5 betekent bijvoorbeeld: een hernia tussen de vierde en vijfde Lenden(=L)wervel. Meestal verschrompelt een hernia na verloop van tijd en verdwijnt daarmee de druk op de zenuwwortel. De pijn in het been gaat dan over. Als de pijn, en soms ook gevoelsstoornissen en krachtsvermindering, niet overgaan, is een operatie nodig. De hernia is op een M.R.I.-scan van de rug te zien. Dwarsdoorsnede van een wervel van bovenaf gezien:
2
Diaconessenhuis Leiden
Lage-rugoperatie wegens hernia en/of kanaalstenose
buikzijde
hernia
beknelde zenuw rugzijde
Duidelijk zichtbaar is hoe de uitpuilende kern van de tussenwervelschijf op de zenuwwortel drukt. Kanaalstenose Stenose betekent vernauwing. Bij een kanaalstenose is er een vernauwing van het kanaal in de wervels waar de zenuwen doorheen lopen. Hierdoor komen de zenuwen in de knel, en ontstaan klachten van uitstraling of vermoeidheid in de benen of soms in één been.
rugzijde
buikzijde
kanaalstenose Meestal speelt veroudering (artrose) van de kleine wervelgewrichten een rol bij het ontstaan van een vernauwing. Soms is het een combinatie van artrose met een hernia. De beknelling kan op één wervelniveau ontstaan, maar soms ook op meer niveaus. Afhankelijk van uw klachten wordt besloten hoeveel en welke niveaus geopereerd moeten worden.
3
Diaconessenhuis Leiden
Lage-rugoperatie wegens hernia en/of kanaalstenose
Spondylodese Heel soms is het nodig om na een operatie wegens een hernia of kanaalstenose de wervels aan elkaar vast te zetten. Uw neurochirurg zal dit dan met u bespreken. Voor de operatie Voor het plannen van de opname gaat u naar het Opnameplein (route 15). Hier worden afspraken gemaakt met betrekking tot uw bezoek aan het preoperatief spreekuur. Tijdens het preoperatief spreekuur heeft u afspraken met: de anesthesioloog; u krijgt voorlichting over de wijze van verdoving tijdens de operatie. een apothekersassistente; deze neemt met u het meegebrachte actuele medicatieoverzicht door. een verpleegkundige; u krijgt tijdens dit ‘opnamegesprek’ informatie over het verloop van de opname. Indien nodig vindt nog bloedonderzoek plaats, of wordt er een hartfilmpje en/of röntgenfoto gemaakt. Soms is nog een bezoek aan een andere specialist nodig zoals een cardioloog, longarts of internist. Bloedverdunnende medicijnen moeten worden gestopt vóór de operatie, omdat er anders rondom de operatie een risico bestaat op een nabloeding. 1. de volgende middelen moeten tenminste een week worden gestaakt: aspirine, ascal, acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium, persantin, dipyridamol, plavix, clopidogrel. 2. de volgende middelen moeten in overleg met uw eigen trombosedienst worden gestopt, zodat op de dag van operatie een ‘normale’ stolling is bereikt (INR < 1.4): marcoumar, fenprocoumon, acenocoumarol. 3. sommige pijnstillers hebben een licht bloed-verdunnende werking. Deze moeten 3 dagen voor de operatie worden gestaakt: dit zijn o.a. diclofenac, voltaren, ibuprofen, advil. Pijnstillers die u wél mag innemen zijn: paracetamol, tramadol, morfine-tabletten (zoals oxycontin, oxynorm etc.). NB. De bovenstaande lijst kan onvolledig zijn door wisselende merknamen etc. Als u een andere bloedverdunner gebruikt, of denkt te gebruiken, neemt u dan contact op met de polikliniek. De operatie De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Tijdens de operatie ligt u op uw buik, waarbij u op uw armen en knieën leunt. Over de doornuitsteeksels van de onderste wervels (dit zijn de knobbels van de wervelkolom, die u over uw hele rug kunt voelen) wordt een huidsnee gemaakt. De rugspieren worden aan één of beide kanten opzij gehouden, zodat de wervels zichtbaar worden. Tussen twee wervelbogen in wordt een opening gemaakt. Vervolgens wordt meer ruimte gemaakt voor de zenuw. Dit gebeurt hetzij door de hernia te verwijderen, hetzij door artroseweefsel aan de achterzijde van de zenuw te verwijderen. De wervels
4
Diaconessenhuis Leiden
Lage-rugoperatie wegens hernia en/of kanaalstenose
zitten met gewrichten en stevige banden aan elkaar vast en de rug is dus na de operatie even stevig als voorheen. Na de operatie Na de operatie heeft u een infuus en eventueel een drain. Dit is een dun slangetje in de rug waar het wondvocht en eventueel bloed door afgevoerd wordt. Indien u zich goed voelt, goed heeft gedronken en heeft geplast, mag het infuus voor de nacht worden afgekoppeld. Het infuusnaaldje wordt de volgende ochtend verwijderd. Indien u een drain heeft, wordt deze meestal de eerste dag na de operatie verwijderd. Na de operatie kunt u misselijk zijn van de narcose. Ook kunt u tijdelijk meer pijn in de rug ervaren dan voor de operatie. Indien dit het geval is, kunt u daarvoor pijnstillers krijgen. Na de operatie heeft u een paar dagen wondpijn. Ook kunt u spierpijn hebben door de houding tijdens de operatie. Deze spierpijn kunt u tot enige dagen na de operatie houden. De pijn die u voor de operatie had, kunt u ook na de operatie nog regelmatig voelen, vooral wanneer de zenuwwortel langere tijd flink bekneld heeft gelegen. De fysiotherapeut komt na de operatie bij u langs en neemt het mobilisatieschema met u door. Neem voordat u opgenomen wordt, contact op met een fysiotherapeut in uw woonplaats zodat deze u verder kan behandelen wanneer u weer thuis bent. U krijgt bij ontslag een verwijzing mee van de neurochirurg en een overdracht van de fysiotherapeut. Na 6 – 8 weken heeft u een controleafspraak op de polikliniek. Mobilisatieschema van de revalidatieperiode na de H.N.P.-operatie De eerste paar dagen ligt het accent op kortdurend uit bed komen, zitten en lopen. Daarna verschuift het accent langzaam naar langduriger op zijn en zitten. Hierdoor krijgt u de stabiliteit in uw rug weer terug. Operatiedag de eerste twee uur na de operatie moet u op de rug liggen om enige druk op de wond uit te oefenen; hierna mag u een houding aannemen die voor u comfortabel is. waarbij u regelmatig van houding wisselt, bij voorkeur met gesteunde rug. u krijgt instructies over houding en beweging. onder begeleiding van verpleegkundige of fysiotherapeut mag u op de postoel of naar het dichtstbijzijnde toilet lopen. naar inzicht van de verpleegkundige en/of fysiotherapeut mag u aan tafel, of zittend op de rand van het bed, eten. Eerste
dag na de operatie wassen mag u, indien mogelijk, in de badkamer of op de rand van het bed; eten en drinken, indien mogelijk, aan tafel; iedere anderhalf uur even lopen.
5
Diaconessenhuis Leiden
Lage-rugoperatie wegens hernia en/of kanaalstenose
Ontslagfase traplopen (indien nodig) onder begeleiding van de fysiotherapeut; instructies/adviezen voor thuis. Adviezen voor thuis Voor de gehele revalidatieperiode geldt: wissel activiteiten af en neem voldoende rustmomenten. De belangrijkste regel is ‘luister naar uw lichaam’. Als u te veel activiteiten heeft gedaan, kan het zijn dat u na enkele uren of de volgende dag een kleine terugslag krijgt met opnieuw pijn in de rug en soms uitstraling. Dit betekent dat u iets rustiger aan moet doen. De onderstaande adviezen zijn meer een richtlijn dan regel, omdat iedere persoon in zijn of haar eigen tempo mobiliseert. 1.
Ga elke dag, ook als er totaal geen klachten zijn, na het middaguur een uur plat op bed liggen, tot zeker 4 weken na ontslag. De eerste dagen kunt u zo nodig meer rusten; een bed in de woonkamer is niet nodig. Ga afwisselend lopen, zitten en staan. U moet vooral nog niet te lang zitten. Loop buiten meerdere malen per dag een rondje om het huis. Niet forceren, wel geleidelijk uitbreiden.
2.
Douchen mag 5 dagen na de operatie in verband met de wond.
3.
Als u ’s ochtends bij het opstaan spierstijf bent of pijn voelt, kunt u een warme douche of een warm bad nemen, of een pijnstiller nemen zoals paracetamol of ibuprofen. Daarna zullen de oefeningen gemakkelijker gaan.
4.
Zwemmen is na 1 week toegestaan. Bij voorkeur in verwarmd water (dit is niet absoluut noodzakelijk). Rustig op de buik of op de rug zwemmen. Niet duiken of springen.
5.
U kunt de eerste maand beter niet zelf autorijden. Duurt de autorit langer dan 30 minuten, stap dan tussendoor even uit om te bewegen.
6.
Als alles naar wens gaat, mag u na 2 tot 3 weken buiten fietsen (geen racefiets). U kunt zelf uitproberen hoe lang u dit volhoudt en de fietstijd eventueel uitbreiden.
7.
Meestal is 4 tot 6 weken nabehandeling door de fysiotherapeut voldoende. Daarnaast is het goed om meerdere keren per dag te oefenen. Hiermee kunt u meerdere weken tot maanden doorgaan.
8.
Wandelen, fietsen of zwemmen is geen bezwaar. Contactsporten en sporten waar veel draaimomenten aanwezig zijn, bijvoorbeeld voetbal en tennis, kunt u beter 1 seizoen overslaan. Overleg bij twijfel met de fysiotherapeut.
6
Diaconessenhuis Leiden
Lage-rugoperatie wegens hernia en/of kanaalstenose
9.
In overleg met de bedrijfsarts of controlerend geneesheer kunt u, afhankelijk van de werkbelasting, uw werk weer hervatten.
Complicaties Zoals bij elke operatie zijn er ook bij de lage-rug operatie risico's. De kans dat die optreden is echter zeer gering. Deze operatie is voor een neurochirurg een ‘routineoperatie’, die jaarlijks vele tientallen malen wordt uitgevoerd. Desalniettemin kan er een complicatie optreden: een ontsteking van de wond of van de tussenwervelruimte; een nabloeding in het operatiegebied; toename van de uitvalsverschijnselen (verlamming, gevoelsverlies, tintelingen), meestal doordat het tijdens de operatie lastig was om de zenuwwortel los te krijgen waardoor deze extra is geïrriteerd; lekkage van ‘hersenvocht’. Soms ontstaat er tijdens de operatie een gaatje of scheurtje in het hersenvlies - dat vanaf het hoofd tot het stuitje loopt om de hersenen en het ruggenmerg. De patiënt moet dan na de operatie enige dagen platte bedrust houden, zodat het lichaam er voor kan zorgen dat het lekje dichtgroeit. Na die periode van bedrust kan dan pas worden gestart met het mobiliseren, zodat ook het ontslag enige dagen wordt uitgesteld.
Heeft u nog vragen na het lezen van deze informatie, dan kunt u contact opnemen met de Maatschap Neurologie/vakgroep Neurochirurgie (voor vragen over de operatie) of de afdeling Fysiotherapie (voor vragen over de therapie).
Maatschap Neurologie/Vakgroep Neurochirurgie Telefoon: 071 - 517 84 38 Afdeling Fysiotherapie Telefoon: 071 - 517 80 40 0914/702785/DIA1027
7