Kanaalstenose-operatie bij vernauwing van het lendenwervelkanaal In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten dat u wordt geopereerd in verband met een vernauwing van uw lendenwervelkanaal (= kanaalstenose). De operatie wordt in de medische taal ook wel ‘lumbale laminectomie’ of ‘decompressie’ genoemd. In deze folder leest u hoe deze operatie in Bernhoven wordt uitgevoerd. De operatie wordt bij u uitgevoerd door de neurochirurg.
Vernauwing van het lendenwervelkanaal Vernauwing van het lendenwervelkanaal (gedeelte van het wervelkanaal onder in de rug) is een aandoening die tamelijk veel en vooral bij oudere mensen voorkomt. Mensen die hieraan lijden klagen over pijn laag in de rug en uitstraling van de pijn in één of beide benen. Typisch voor deze klachten is dat ze optreden na een eind lopen en na enige tijd staan; de pijn in de rug en in de benen wordt erger, de benen gaan doof aanvoelen en worden stuurloos. Door de jarenlange belasting heeft bij ouderen de wervelkolom de neiging om slijtage te vertonen. Slijtage is een normaal verouderingsverschijnsel dat bij iedereen voorkomt, al is de mate waarin het optreedt, van persoon tot persoon verschillend. Deze slijtage (ook wel artrose genoemd), is eveneens bekend van het heup- of het kniegewricht. Als reactie op de artrose gaat het wervelbot woekeren, het wordt veel dikker waardoor het wervelkanaal nauwer wordt. Bovendien raken ook de elastische banden (gele ligamenten) verdikt, waardoor er binnen het vernauwde wervelkanaal nog minder ruimte overblijft voor de zenuwen die zich bevinden in de duraalzak die verder is gevuld met hersenvocht. Hoeveel ruimte er uiteindelijk overblijft, wordt verder bepaald door de mate van slijtage en door de oorspronkelijke wijdte van het kanaal, die beide van persoon tot persoon verschillend kunnen zijn.
Normale slanke wervel. Het wervelkanaal is wijd en driehoekig in doorsnede, de durale zak is normaal wijd met daarnaast de zenuwwortels. De bekleding met geel ligament is dun.
Operatie Tijdens de operatie verwijdert de neurochirurg één of meerdere wervelbogen (of delen daarvan) om ruimte te creëren voor de zenuwen. Ook de verdikte elastische banden en overtollig weefsel dat het wervelkanaal vernauwt, worden weggehaald. Hierdoor komen de zenuwen weer vrij te liggen en nemen de pijnklachten in het been af.
Resultaat Een operatie vindt plaats om de uitstralende pijn in het been te verminderen. Ongeveer 80% van de
patiënten is tevreden over het resultaat van een dergelijke operatie op de beenpijn. Wanneer er vóór de operatie tevens rugpijn bestaat, kan deze pijn ook na de operatie aanwezig blijven. Een enkele keer kan na een geslaagde operatie op de langere termijn toch weer beenpijn optreden. Deze pijn wordt dan veroorzaakt door voortschrijdende slijtage, waardoor de zenuwen opnieuw beklemd kunnen raken. Meestal is dit op een andere plaats dan waar geopereerd is, maar kan ook op dezelfde plaats optreden als gevolg van littekenvorming.
Complicaties Zoals bij elke operatie kunnen er ook bij een ‘lumbale laminectomie’ complicaties optreden. De kans hierop is echter zeer gering. Complicaties die kunnen optreden, zijn: Een toename van de uitvalsverschijnselen (verlamming, gevoelsverlies) als gevolg van het behandelen van een zenuw die enige tijd bekneld is geweest. Een ontsteking van de wond of van de tussenwervelruimte. Een nabloeding in het operatiegebied. Soms ontstaat er door de behandeling een gaatje in het vlies rondom het ruggenmerg of de zenuw. Daarlangs kan dan een lekkage van vocht (‘hersenvocht’) optreden, dit uit zich in hoofdpijn. In dit geval houdt de patiënt na de operatie enkele dagen platte bedrust, waardoor het lekje kan dichtgroeien en de hoofdpijn verwijnt.
Hoe bereidt u zich voor? Opname Voor deze operatie wordt u ongeveer drie dagen opgenomen. Bureau opname planning informeert u over de verpleegafdeling en de datum waarop u wordt opgenomen. Ook wordt met u een afspraak gemaakt voor het spreekuur PPO (Preoperatief Poliklinisch Onderzoek). Op het spreekuur PPO heeft u een gesprek met een dokterassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (= de specialist die voor de verdoving zorgt). Er wordt ook een afspraak gemaakt op een dinsdag om 11.30 uur voor een voorlichtingsbijeenkomst op afdeling fysiotherapie, u meldt zich dan op route 080.
Medicijnen Als u bloedverdunnende medicijnen (zoals marcoumar / fenprocoumon, sintrom / acenocoumarol of acetylsalicylzuur) gebruikt, moet u dit vooraf melden aan uw arts. In overleg met de behandelend arts wordt bekeken wanneer u het gebruik van deze medicijnen voor de operatie moet stoppen.
Denk aan uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO) Het is voor ons belangrijk om te weten welke medicijnen u gebruikt.. Daarom verzoeken wij u uw Actueel Medicatie Overzicht(AMO) mee te nemen naar het ziekenhuis. U moet dit AMO ophalen bij uw eigen apotheek, zodat uw AMO daar nog met u besproken kan worden. Wanneer u uit het ziekenhuis wordt ontslagen krijgt u een nieuw AMO mee, Als het nodig is, krijgt u daar een recept bij. We spreken dan over een AMO-R. Met dit AMO-R gaat u naar een apotheek. U krijgt dan uw nieuwe medicijnen mee.
De dag van de operatie Waar meldt u zich? Op de afgesproken tijd en dag meldt u zich bij de balie van verpleegafdeling B2 West, route 260.
Voorbereding op de afdeling U krijgt op de afdeling operatiekleding aan. Het is niet toegestaan om tijdens de operatie eigen kleding te dragen. U krijgt van de verpleegkundige op de afdeling een pijnstiller en eventueel een slaapmiddel ter voorbereiding op de ingreep. Vervolgens wordt u op uw bed naar de
voorbereidingskamer gereden. Op de voorbereidingskamer wordt een infuus in uw arm ingebracht. Via dit infuus krijgt u medicijnen en vocht toegediend.
Verdoving De operatie vindt onder algehele verdoving (= narcose) of plaatselijke verdoving (via een ruggenprik) plaats. De keuze van de verdoving wordt in overleg met u bepaald. Eventuele vragen over de verdoving kunt u op het spreekuur PPO met de anesthesioloog bespreken.
De operatie Daar waar het wervelkanaal verwijd moet worden, maakt de neurochirurg in de lengterichting een snee in de huid van ongeveer 5 tot 15 centimeter (afhankelijk van hoe groot de vernauwing is). Vervolgens legt de arts de spieren opzij waardoor de wervels vrij worden gelegd. Eén of meerdere wervelbogen worden (gedeeltelijk) verwijderd zodat ruimte voor de zenuwen ontstaat. Ook de verdikte elastische banden en overtollig weefsel dat het wervelkanaal vernauwt, haalt de arts weg. De spieren worden gehecht en weer op hun plaats gelegd. Ondanks het ontbreken van de wervelbogen, worden de zenuwen voldoende beschermd door de spieren.De wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen en bedekt met een pleister.
Duur De operatie duurt ongeveer 45 tot 75 minuten.
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier worden uw bloeddruk, pols en ademhaling goed in de gaten gehouden. Zodra u weer goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.
Op de verpleegafdeling: In uw arm heeft u een infuus. Het is mogelijk dat de arts een drain (slangetje) in de wond heeft achtergelaten, die is verbonden aan een opvangpot. Hierdoor wordt overtollig wondvocht dat na de operatie kan ontstaan, afgevoerd. In verband met de wondgenezing is het wenselijk dat u de eerste zes uur na de operatie plat op de rug blijft liggen met een dun kussen onder uw hoofd en soms een kussen onder de knieën. Na zes uur kunt u afwisselend op de linker- en rechterzijde gaan liggen. Zo nodig helpen de verpleegkundigen u daarbij. De verpleegkundige komt regelmatig kijken hoe het met u gaat. Geef bij de verpleegkundige aan wanneer u pijn heeft of misselijk bent. Met name de eerste twee dagen na de operatie kunt u een stijf en pijnlijk gevoel in de rug hebben en een doof gevoel in het been of de voet ervaren. De zenuwpijn in het been en de bil is vaak direct verdwenen. Als de pijn niet direct verdwijnt, dan moet de pijn uit de zenuw ‘slijten’. Dit kan enkele weken duren. U krijgt gedurende uw opname dagelijks een injectie toegediend om trombose te voorkomen.
Eerste dag na de operatie Als het drinken goed gaat, wordt het infuus verwijderd. De (eventuele) wonddrain wordt de eerste of tweede dag na de operatie verwijderd. Van de fysiotherapeut krijgt u instructies en adviezen met betrekking tot het draaien en bewegen in bed. Met name het bewegen van de voeten en benen is van belang. Dit voorkomt stijfheid bij het opstaan. Onder begeleiding van de fysiotherapeut start u met lopen. In bed ligt u plat op uw rug of in zijligging.
Tweede dag na de operatie De oefeningen van de fysiotherapeut worden uitgebreid. Dit betekent dat u steeds meer uit bed komt.
Derde dag na de operatie U mag douchen. De pleister op de wond wordt vóór het douchen verwijderd. De oefeningen van de fysiotherapeut worden uitgebreid. De fysiotherapeut begeleidt u bij het staan, lopen en traplopen. Zitten alleen in overleg met de fysiotherapeut. Beperk en blijf voorzichtig met langdurig zitten.
Naar huis Wanneer Wanneer u weer voldoende kunt bewegen en lopen gaat u naar huis. Van de verpleegkundige krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek en eventueel het verwijderen van de hechtingen. Ook krijgt u een verwijsbrief mee voor fysiotherapie voor verdere begeleiding.
Werkhervatting Wat de gevolgen van uw aandoening en/of behandeling voor uw werk zijn, kunt u met uw specialist overleggen. De specialist kan uw bedrijfsarts informeren over de ingreep. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. De bedrijfsarts is degene die u begeleidt bij de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Het is goed om de bedrijfsarts al vóór de operatie, of in ieder geval zo snel mogelijk daarna te informeren. Dat maakt het gemakkelijker om tot goede afspraken met uw bedrijfsarts te komen.
Adviezen voor thuis Douchen Douchen is toegestaan. Breng na het douchen een schone pleister aan. Als de hechtingen zijn verwijderd, kunt u weer in bad gaan. De eerste vier weken is het beter om niet langer dan tien minuten in bad te zitten. De eerste twee weken is dit ook om te voorkomen dat de wond weer week wordt.
Zitten De eerste drie weken na de operatie is het verstandig niet te lang stil te zitten. Maak er een gewoonte van om ieder (half) uur even te lopen. U wordt geadviseerd om op een stoel te zitten met een hoge rugleuning, die zowel hoog als laag in de rug steun geeft. Daarnaast is het van belang dat u voldoende zithoogte heeft, zodat uw benen op een natuurlijke wijze op de grond rusten.
Liggen Zorg ervoor dat u niet op een bed ligt dat doorzakt. Eventueel kunt u planken of een spaanplaat onder uw matras laten aanbrengen.
Bukken en tillen Het is verstandig om bij het bukken door de knieën te gaan en uw rug recht te houden. Probeer zwaar tillen te vermijden.
Fietsen, autorijden en zwemmen In overleg met de fysiotherapeut mag u na ongeveer twee weken na de operatie weer fietsen. Omdat u bij het fietsen voorzichtig moet zijn met op- en afstappen is het verstandig om op een damesfiets te fietsen. In overleg met de fysiotherapeut / arts mag u na ongeveer twee weken na de operatie weer zelf een auto besturen (korte afstanden).
In overleg met de fysiotherapeut mag u na ongeveer twee weken na de operatie weer zwemmen. Het is verstandig om te zwemmen, omdat hierdoor uw rug weer soepel en beweeglijk wordt.
Seks Seksuele gemeenschap is niet bezwaarlijk, mits u verstandig met uw rug omgaat.
Problemen thuis Neemt u tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Neurochirurgie of buiten kantooruren en in het weekend met de spoedeisende hulp, wanneer: Er lekkage van de wond optreedt. De wond warm en rood wordt (wondontsteking). U koorts krijgt. Mocht het onverhoopt nodig zijn dat u naar de spoedeisende hulp van Bernhoven komt? Volg bij het ziekenhuis dan de borden 'Spoedpost'.
Contact Polikliniek neurochirurgie 0413 - 40 19 53 Spoedeisende hulp: 0413 - 40 10 00
Vragen? Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust aan de verpleegkundige, fysiotherapeut of uw behandelend arts.
Bovenstaande informatie is geschreven samen met artsen en (gespecialiseerd) verpleegkundigen van de genoemde afdeling(en). De afdeling communicatie & patiëntenvoorlichting verzorgt de eindredactie van deze folder. Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze folder? Belt u dan met de genoemde afdeling(en) of stuur een e-mail naar PatiëntService,
[email protected].
Bernhoven Nistelrodeseweg 10 5406 PT UDEN Postbus 707 5400 AS UDEN T: 0413 - 40 40 40 E:
[email protected] I: www.bernhoven.nl
Code:
Datum gewijzigd: woensdag 2 maart 2016
Ga naar www.zorgkaartnederland.nl