OECD Programme for International Student Assessment
PISA-2015 Praktische kennis en vaardigheden van 15-jarigen
Wat is PISA PISA (Programme for International Student Assessment) is het internationaal peilingonderzoek van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) naar de kennis en vaardigheden van 15-jarigen. Sinds 2000 wordt deze peiling elke drie jaar gehouden. De laatste PISA-peiling vond plaats in 2012. In Nederland wordt PISA in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitgevoerd door Cito. De peiling van de OESO heeft tot doel na te gaan of leerlingen goed voorbereid zijn om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen. Kunnen ze analyseren, redeneren en hun ideeën effectief overbrengen? De leerlingen maken toetsen voor leesvaardigheid, wiskunde en natuurwetenschappen. Elk peilingjaar is 1 van de 3 leerstofgebieden hoofdonderwerp. In 2015 is natuurwetenschappen het hoofdonderwerp. Daarnaast is een onderdeel van de toets in 2015 gewijd aan ‘samenwerkend probleem oplossen’. Een deel van de leerlingen maakt ook een toets ‘financiële geletterdheid’. Voor het slagen van PISA is deelname van zoveel mogelijk scholen in de steekproef van essentieel belang. In deze folder doen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de VO-raad, de NVON (Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen) en ‘Wijzer in geldzaken’ een oproep aan scholen om deel te nemen aan PISA. Wilt u meer weten? Meer informatie over PISA is te vinden op http://www.pisa.nl, of neem contact met ons op via
[email protected] of +31 26 3521074.
Hoe goed doen onze leerlingen het eigenlijk, vergeleken met andere landen? Zijn er trends zichtbaar in de prestaties van leerlingen? Zien we onze inspanningen op het gebied van excellentie terug in de resultaten van internationaal vergelijkend onderzoek? Vragen die van wezenlijk belang zijn, als we met wiskunde, lezen en natuurwetenschappen daadwerkelijk tot de top willen behoren. Het PISA-onderzoek geeft antwoord op deze vragen. Dit wereldwijde onderzoek brengt iedere drie jaar in kaart hoe het staat met de vaardigheden van 15-jarigen op het gebied van wiskunde, lezen en natuurwetenschappen en geeft daarmee een unieke inkijk in de prestaties van deze leerlingen, wereldwijd. Goede uitkomsten zeggen iets over de kwaliteit van ons onderwijs en daarmee ook iets over de kwaliteit van het werk van leerkrachten en schoolleiders. Zij weerspiegelen uw inspanningen om leerlingen te helpen het beste uit zichzelf te halen. Per school doen er ongeveer 35 leerlingen van 15 jaar mee. U krijgt een terugkoppeling van de resultaten van de leerlingen en daarmee ook een beeld van de kwaliteit van het onderwijs op uw school. Ik vind het belangrijk om de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs in internationaal perspectief in kaart te brengen. Om te weten waar we staan zodat we ons nog verder kunnen verbeteren en daarbij kunnen leren van andere landen. Ik wil u dan ook nadrukkelijk uitnodigen om mee te doen aan het PISAonderzoek 2015. Uw deelname is van essentieel belang, de resultaten van de steekproef van scholen uit een land worden namelijk alleen opgenomen in de rapportage als het overgrote deel van de benaderde scholen meedoet. Sander Dekker | Staatssecretaris van Onderwijs
Leerlingen die vandaag opgroeien komen terecht in een grenzeloze wereld. Zo komen zij veel vaker en gemakkelijker in contact met de hele wereld. De werkgelegenheid beweegt zich over de grenzen heen, werkgevers worden flexibeler en Nederlandse jongeren moeten concurreren met jongeren uit de hele wereld. En de concurrentie scoort minstens zo goed of soms zelfs beter op onderwijs en economische ontwikkeling als wij. Het is dan ook volkomen terecht dat scholen leerlingen steeds meer en beter voorbereiden op de internationaler wordende samenleving en arbeidsmarkt. Internationale kennisuitwisseling levert een belangrijke bijdrage aan de verdere professionalisering van een schoolorganisatie en dus aan de kwaliteitsverbetering van het Nederlandse onderwijs. Internationale kennismeting is van belang om een goed beeld te krijgen van onze internationale concurrentiekracht. Hoe meer scholen meedoen, hoe representatiever het beeld van Nederland is. We laten daarmee tevens zien dat wij ons internationaal willen meten en lering willen trekken uit kansrijke aanpakken van andere landen. Het is daarom van belang dat wij als scholen in het voortgezet onderwijs actief deelnemen aan PISA. Vooral de uitbreiding met het meten van vaardigheden is een zeer positieve ontwikkeling waar de VO-raad altijd voor heeft gepleit. Vaardigheden als probleemoplossend vermogen en financiële geletterdheid zijn essentieel voor het functioneren van jongeren in de steeds internationaler wordende samenleving en arbeidsmarkt van morgen. Het doet ook recht aan de brede opdracht die het onderwijs in de mondiale samenleving vervult. Ik nodig u daarom van harte uit om deel te nemen aan dit onderzoek. Paul Rosenmöller | Voorzitter VO-raad
Voor een betrouwbaar PISA onderzoek in Nederland is het noodzakelijk dat alle uitgenodigde scholen meedoen. Als voorzitter van de NVON (Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen) wil ik u verzoeken mee te doen aan dit belangrijke onderzoek als uw school een uitnodiging ontvangt. De NVON vindt PISA een zeer belangrijke graadmeter om te zien hoe onder andere ons natuurwetenschappelijk onderwijs er internationaal voor staat. Het onderwijs in de natuurwetenschappen is noodzakelijk om jonge mensen bewust en met voldoende ‘know how’ in relatie tot hun leefomgeving te laten staan. Een omgeving die tot over onze eigen Nederlandse grens reikt. Natuurwetenschappelijk onderzoek is immers van internationaal belang om vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan een leefbare en duurzame wereld. Hoe staat het met het kennisniveau van de Nederlandse leerling met betrekking tot de natuurwetenschappen? Is het niveau in vergelijking met andere landen nog voldoende om Nederland als kennisland te behouden? Vragen die beantwoord kunnen worden door internationaal te meten en de gegevens met elkaar te vergelijken. Huib van Drooge | Voorzitter van de NVON
Wijzer in geldzaken doet een krachtig beroep op alle uitgenodigde scholen om deel te nemen aan het komende PISA-onderzoek. Wijzer in geldzaken hecht veel belang aan PISA, waarbij financiële geletterd heid een van te onderzoeken onderwerpen is. Voor meer inzicht in hoe jongeren financiële kennis en vaardigheden toepassen in alledaagse situaties, is PISA een zeer belangrijk instrument. De uitkomsten stellen ons in staat om de programma’s voor financiële educatie aan jongeren doeltreffender te maken. Vooral voor henzelf is het daarom van groot belang dat de Nederlandse deelname aan PISA zo groot mogelijk is. Jongeren vormen een belangrijke doelgroep voor het platform Wijzer in geldzaken: bij financieel gedrag gaat het vaak om complexe materie en gewoontegedrag. Basiswaarden met betrekking tot levensstijl en geldzaken vormen een belangrijke beïnvloeder van verantwoord financieel gedrag. Daarom is het belangrijk dat jongeren leren omgaan met geld. Om verantwoord financieel gedrag te bevorderen is permanente financiële educatie van Nederlanders, van jong tot oud, essentieel. Naar de effecten van financiële educatieprogramma’s wordt zowel nationaal als internationaal steeds meer onderzoek gedaan. Er is in toenemende mate wetenschappelijk bewijs voor de effecten van financiële educatie op financieel gedrag. Wijzer in geldzaken is een initiatief van het ministerie van Financiën, waarin partners uit de financiële sector, de wetenschap, de overheid en onderwijs-, voorlichtings- en consumentenorganisaties hun krachten bundelen om verantwoord financieel gedrag in Nederland te bevorderen. Hare Majesteit Koningin Máxima is erevoorzitter van het platform Wijzer in geldzaken. In deze functie vraagt zij aandacht voor het belang van financiële educatie, treedt zij op als speciaal adviseur voor het platform en spreekt zij met belanghebbenden over de manier waarop financiële zelfredzaamheid kan worden vergroot.