O V E R L I J D E N
DOSSIE R
9
Een zware maag, een baksteen op je maag, maagzuur … iedereen heeft wel eens last van zijn maag. Nochtans speelt dit orgaan een relatief kleine rol in het spijsverteringsstelsel. Echte maagpijn wordt meestal veroorzaakt door een maagzweer. “We zien dat de maagzweer langzaam steeds minder voorkomt,” zegt professor Martine De Vos van UZ Gent. “Daarnaast komt het er vooral op aan om je maag goed te verzorgen.” Professor Martine De Vos Wim Distelmans
“70 % van de mensen die ongeneeslijk ziek zijn,
10
wil het liefst thuis blijven wonen. In realiteit overlijdt 70 % van die mensen in een ziekenhuis of een andere
Palliatieve zorg biedt een alternatief
ltekst: Ruth Van Caekenberghe beeld: Luc Loosveldl
zorginstelling.” Een paradox die Wim Distelmans, kankerspecialist en professor in de palliatieve geneeskunde aan de VUB, de wereld uit wil helpen. Moment sprak met hem in palliatief dagcentrum Topaz in Wemmel, vlakbij Brussel.
Moment geeft vijf exemplaren weg van het boek ‘Een waardig levenseinde’ van Wim Distelmans. Wil je kans maken, surf voor 26 januari naar www.cm.be, klik op de cover van Moment op de homepagina en vul het wedstrijdformulier in.
TUSSEN DE SOEP EN DE PATATTEN Bij aankomst worden we meteen door professor Distelmans uitgenodigd om aan te schuiven aan de lange eettafel. Iemand zet een groot bord spaghetti voor onze neus en vraagt wat we willen drinken: ‘wijntje, pintje of een glaasje water?’. Het typeert de ongedwongen sfeer die er hangt. “Kan jij hier zien wie een gast en wie een zorgverlener of vrijwilliger is?”, vraagt Wim Distelmans, “iedereen hier aanwezig gaat ooit dood.
Het is niet omdat je ongeneeslijk ziek bent, dat je betutteld wilt worden. In het dagcentrum kunnen
onze gasten zichzelf zijn en doen en laten wat ze willen. Maar ook steun vinden bij elkaar. Hoewel we hier ook aan bloedtransfusies, pijnbestrijding of intraveneuze voeding doen, is de ziekenhuissfeer gelukkig ver te zoeken. We hebben een
psycholoog in dienst en er is ook altijd een arts aanwezig. Dat is een geruststelling voor onze gasten en bovendien worden hier letterlijk tussen de soep en de patatten heel serieuze en minder serieuze zaken besproken.”
WIN-WINSITUATIE Het dagcentrum in Wemmel is één van de vijf palliatieve dagcentra in Vlaanderen. “Palliatieve zorg wordt op verschillende manieren ingevuld. Een dagcentrum is vaak een oplossing voor mensen wiens partner uit werken gaat, kinderen naar school gaan en dus alleen thuis achterblijft”, legt Wim Distelmans uit, “vergeet ook niet dat bij thuisverzorging de kost van medisch materiaal hoog kan oplopen. In een dagcentrum is dat materiaal voorhanden, wat al een zorg minder is voor de patiënt. Tegelijk moet wie naar een dagcentrum gaat niet meer naar het ziekenhuis voor zijn behandeling. Dat betekent een enorme besparing voor de maatschappij.
O V E R L I J D E N Dagopvang is dus een win-winsituatie voor alle partijen. Als er toch ook nachtopvang nodig is, kan men terecht in een ziekenhuis met een palliatieve eenheid. Zo hebben AZ Nikolaas in Sint-Niklaas en AZ Sint-Blasius in Dendermonde beiden een zeer goede palliatieve eenheid. Dit is vooral voor mensen die terminale zorg nodig hebben.”
THUISEQUIPE “Met vijf dagcentra en 360 palliatieve bedden voor heel België is de meerderheid van de ongeneeslijk zieken nog niet geholpen”, gaat Wim Distelmans verder, “in alle regio’s van het land zijn palliatieve thuisequipes actief. Zij bieden in veel gevallen een alternatief voor een verblijf in het ziekenhuis. Het zijn teams van verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werkers die bij deze mensen thuis gaan om palliatieve ondersteuning te bieden. Pijn- en symptoomcontrole is daar één aspect van. Een tweede aspect is de psychologische opvang van de patiënt en familie. Ze hebben ook oog voor de sociale problematiek zoals de financiële zorgen. De vierde pijler is de aandacht voor de existentiële angst, de zingeving. Dat is het moeilijkste. Je moet niet proberen de patiënt te doen aanvaarden dat hij doodgaat. Als 40-jarige moeder met een hersentumor kan je niet anders dan kwaad zijn op de wereld. Wie kan dat nu aanvaarden? Je kan er als zorgverlener wel voor zorgen dat die eerste drie luiken van palliatieve zorg zo goed mogelijk worden ingevuld. En voor die laatste pijler is vooral veel empathie en luisterbereidheid nodig.”
SUPPORTIEVE ZORG De term ‘palliatief’ schrikt veel mensen af. Palliatief staat voor doodgaan. “Dat is toch onzin”, zucht Wim Distelmans, “het is toch niet omdat je ongeneeslijk ziek bent dat alles moet draaien rond dat doodgaan? Met palliatieve zorg willen we net helpen om die resterende tijd zo positief mogelijk in te vullen. En of je nu nog jaren voor je hebt of maar een paar weken, iedereen heeft recht op ondersteuning. We spreken dus liever van supportieve zorg en, in het allerlaatste stadium, van terminale zorg. Dat aanvaardt men veel beter. Het is ook voor artsen en andere zorgverleners een makkelijkere opstap naar dat moeilijke, maar noodzakelijke gesprek. Ook in andere landen neemt men die term trouwens over.”
GOED RAPPORT België doet het niet slecht op vlak van palliatieve zorg. “De eerste thuisequipes ontstonden eind jaren ’80. Ons grote voorbeeld was Groot-Brittannië, dat al sinds de jaren ’50 met palliatieve eenheden of hospices werkt. Na een grote inhaalbeweging staan we nu zelfs verder. Artsen wijzen hun patiënten steeds vroeger in hun ziekte op het bestaan van ondersteunende zorg. Dat is een goede zaak. We zijn ook het enige land in Europa dat een wet heeft over palliatieve zorg”, vervolgt Distelmans, “deze wet zegt dat elke inwoner van België het recht heeft op goede palliatieve zorg. Dat klinkt logisch, maar ik vind het uiterst belangrijk dat je daar niet
DOSSIE R
naar moet vragen, dat je er automatisch recht op hebt. Daarnaast heeft ook de euthanasiewet van 2002 een grote invloed gehad op palliatieve zorg. De wetenschap dat je zelf aan de noodrem kan trekken als je geen alternatief meer ziet, is soms al voldoende om iemand nog even een perspectief te bieden.”
ALTERNATIEF De overheid maakt jaarlijks een budget vrij voor palliatieve zorg. Wim Distelmans: “Dat is fijn, maar het budget mag nog opgetrokken worden. Soms word ik moedeloos als ik zie welke zinloze bedragen er gaan naar zinloze behandelingen. Artsen blijven soms eindeloos behandelen om toch maar niet dat moeilijke gesprek te moeten voeren. Waarom iemands leven proberen verlengen met de zoveelste dure chemo, terwijl je weet dat je geen kwalitatieve dag meer bijwint?
Hoe meer en betere palliatieve zorg we kunnen aanbieden, hoe vaker mensen het als een alternatief gaan beschouwen voor zinloze behandelingen. Daar-
11
naast zou er ook meer geïnvesteerd moeten worden in een specifieke opleiding. In de meeste universiteiten of hogescholen is palliatieve zorg nog niet eens een verplicht vak. Terwijl de meest voorkomende ‘aandoening’ toch sterven is?”
Palliatieve zorg voor kinderen Jaarlijks hebben ongeveer 250 kinderen palliatieve zorg nodig. De meeste van deze kinderen gaan voor hun behandeling naar een centrum voor pediatrische hemato-oncologie in een universitair ziekenhuis. Wim Distelmans: “Een kind is zodanig verknocht aan dat zorgteam in het ziekenhuis, dat ouders ook nadien, wanneer het kind terminaal ziek is en niet langer in het ziekenhuis wordt behandeld, datzelfde zorgteam bij het kind thuis laten komen. Voor kinderen is die continuïteit enorm belangrijk. Daarnaast kunnen deze kinderen ook terecht in Villa Rozerood, een respijthuis in De Panne, waar zij samen met hun familie ‘met vakantie’ kunnen gaan. Er gaat niet enkel aandacht naar de zorg voor het zieke kind, maar ook naar de broer of zus die gezien de omstandigheden misschien niet de nodige aandacht krijgt thuis. Zo kan iedereen de dagdagelijkse zorgen heel even vergeten.” ©Het verhaal van Sofie, ‘Villa Rozenrood’.
Soms worden kinderen op jonge leeftijd geconfronteerd met een groot verlies. Zij moeten een manier vinden om met hun verdriet om te gaan. Als ouder, grootouder of opvoeder speel je een grote rol in hun verwerkingsproces. Manu Keirse is klinisch psycholoog, doctor in de geneeskunde en dé specialist als het over rouwverwerking gaat. Zijn boodschap is duidelijk: “Praat met je kind en laat het nooit alleen in zijn verdriet.”
12
Verlies en verdriet bij kinderen ltekst: Ruth Van Caekenberghe
beeldkeuze: Luc Loosveldl
SLEUTELS TOT SUCCES
OPGEPEUZELD DOOR WORMEN
Als ouder heb je niet graag dat je kind pijn of verdriet heeft. Je wilt het daar zo goed mogelijk voor afschermen. “Een heel logische reactie”, steekt Manu Keirse van wal, “maar vroeg of laat zal je kind toch met verlies en verdriet geconfronteerd worden. Wat je nooit mag doen bij een verlies, zoals een overlijden, is je kind beschermen door er niet over te spreken. Want er gaat op dat moment zoveel door dat kleine hoofdje.
Kleine kinderen zijn nog niet in staat om abstract te denken. Daarom hebben ze heel concrete informatie nodig. “Je moet ook naar waarheid antwoorden op hun vragen. Anders gaan ze een waarheid fantaseren die vaak erger is dan de werkelijkheid. Ik had ooit een moeder bij me wiens kind al maanden probeerde rechtstaand te slapen”, vertelt Manu Keirse, “uiteindelijk kwamen we te weten waarom: ‘Maar mama, toen papa voor altijd is gaan slapen, was hij toch recht?’. De vader had zich tien maanden geleden verhangen. Een heel extreem voorbeeld, veel vaker gaat het om kleine dingen die wij volwassenen evident vinden, maar die een kind moeilijk kan vatten. Wanneer komt mama nu terug? Hoe moet opa nu eten? Wordt oma nu opgepeuzeld door wormen? Over een aantal zaken kan je heel duidelijk zijn. Dood is voor altijd. Als je dood bent, werkt je lichaam niet meer. Het voelt koud aan omdat het bloed niet meer stroomt. Je hebt geen eten meer nodig. Je hebt je lichaam ook niet meer nodig. Het is het lichaam dat je begraaft of cremeert, maar de persoon zelf verhuist naar het hart van de mensen die van hem houden. En tot slot, alles wat leeft, gaat dood. Planten, dieren, mensen. Doodgaan is eigen aan het leven. Meestal begrijpt een kind van vijf of zes jaar dit al erg goed.”
Je kind op die manier afschermen, is je kind in eenzaamheid laten afrekenen met verdriet. Dat is nefast voor het verwerkingsproces en de manier waarop het later met verlies zal omgaan. Als ouder heb je vier sleutels in handen om de deur te openen naar een gelukkige toekomst voor je kind in diep verdriet: luister naar je kind, geef het correcte informatie, omring het met warmte en genegenheid en hou de herinnering levend.”
Manu Keirse
Op maandag 25 april om 20 uur geeft Manu Keirse zijn lezing ‘Omgaan met pijn en verdriet’ in Sinaai. CM-leden zijn gratis welkom, info en inschrijven via www.cm.be/agenda.
O V E R L I J D E N WARME CHOCOMELK Het is niet enkel belangrijk om met je kind te praten over wat er gebeurd is, je moet het tegelijk omringen met liefde en warmte. Manu Keirse: “Toen ik zes was, stierf een buurjongen onder een vrachtwagen. We zijn toen met het hele gezin die jongen gaan groeten in een voorkamertje in zijn huis. Hij was volledig bedekt, enkel zijn handen waren nog te zien. Ik herinner me die dag nog levendig, maar in positieve zin: we mochten langer opblijven, hadden een intense babbel met onze ouders en kregen een tas warme chocomelk, op een weekdag nog wel. De dokter van het dorp was de hele straat rondgegaan: ‘Jullie kinderen moeten morgen door dezelfde straat opnieuw naar school, ze moeten weten wat er gebeurd is. Creëer vanavond een aangename sfeer in huis, en neem de tijd om met hen te praten. Sta niet achter het fornuis pannenkoeken te bakken, maar ga bij hen zitten en geef hen je volle aandacht.’ Ongelofelijk hoe die man dat zo juist aanpakte.”
MAG IK GAAN SPELEN? “Tijdens een rouwproces moet je bepaalde ‘taken’ afhandelen. Eén ervan is het onder ogen zien van het verlies. Dat is bij kinderen niet eenvoudig omwille van dat onvermogen tot abstract denken”, legt Manu Keirse uit, “een kind heeft concrete informatie nodig zodat de stukjes van de puzzel in elkaar vallen.
Het moet iets tastbaar zien om het te kunnen begrijpen en het moet de kans krijgen om afscheid te nemen van de overledene. Volwassenen gaan soms zo op in hun eigen verdriet dat het kind over het hoofd wordt gezien. Het is niet omdat je kind anders reageert op verdriet dat het geen aandacht nodig heeft. Kinderen gaan vaak gewoon weer spelen alsof er niets aan de hand is. ‘Ze beseffen niet wat er gebeurd is’,
is dan de reactie. Integendeel, net zoals volwassenen zich op hun werk storten om te vergeten, stort een kind zich op zijn dagelijkse bezigheid en dat is spelen. Elk kind, hoe het ook reageert, moet de nodige aandacht krijgen en zijn verhaal kunnen doen.”
STOUTE TAFEL “Je kan geen verlies verwerken zonder pijn te ervaren. En alles wat je doet om de pijn weg te duwen, verlengt het rouwproces. Op heel specifieke momenten of plaatsen komt die pijn om de hoek kijken: die lege stoel aan tafel, vader- of moederdag, samen de kerstboom versieren. Maar ook de eerste sneeuw of eerste krokus kan de pijn in alle hevigheid oproepen. Het uit zich in fysieke pijn, vermoeidheid of gebrek aan concentratie. Bij kinderen komt die pijn dikwijls naar buiten in boosheid of agressie. Zo is een kind ook boos op de tafel als hij er tegen aanloopt. Laat je kind altijd verstaan dat boos zijn een normale reactie is op zijn verdriet”, adviseert Manu Keirse, “ook een kind moet zich aanpassen aan de wereld zonder die persoon. Dat gaat de ene dag al beter dan de andere. Ook al doet het pijn, blijf de naam van de
DOSSIE R
overledene uitspreken, hou de herinnering levend. ‘De kerstboom ziet er scheef maar prachtig uit, weet je nog hoe papa altijd een te grote boom kocht en dan sakkerde om dat ding in huis te krijgen?’. We durven er vaak niet over praten om het kind niet te kwetsen, terwijl dat net helpt om vooruit te raken. Want de moeilijkste taak volgt nog, en dat is opnieuw leren genieten van het leven. ”
HET DICHTST Mensen vragen me vaak of ze met hun kind naar een psycholoog moeten gaan. Soms kan dat nodig zijn. Maar belangrijker vind ik dat vooral de ouders, die de eerste vertrouwenspersoon zijn van het kind en er het dichtst bij staan, geholpen worden om het kind op te vangen. Vaak zal het kind zelf wel aangeven wat het nodig heeft. Ooit was ik op een workshop met kinderen die een ouder hadden verloren. Ter afsluiting mochten ze elk een tekening aan een ballon oplaten voor hun overleden mama of papa. Eén ballon bleef hangen aan een boom en we vreesden voor de hevige reactie van het meisje. Tot onze verbazing sprong ze in de lucht van geluk: ‘mijn papa, die is het dichtst van allemaal!’.
‘Het verdwenen kersenrood’ van An Swerts (Clavis) is een ontroerend sprookje met vertederende illustraties over omgaan met verlies en verdriet, voor kinderen vanaf 5 jaar en met een nawoord van Manu Keirse. In ‘Kinderen helpen bij verlies’ (Lannoo) legt Manu Keirse uit hoe je kinderen en jongeren kan begeleiden in de confrontatie met verlies, ernstige ziekte, echtscheiding of zelfdoding.
Moment geeft van beide boeken drie exemplaren weg. Wil je kans maken, surf dan voor 26 januari naar www.cm.be, klik op de cover van Moment op de homepagina en vul het wedstrijdformulier in.
13
Een overlijden is een zware beproeving voor de naaste familieleden. Naast de pijn en het verdriet, duiken er een hele reeks administratieve en juridische beslommeringen op. Mensen zijn daar meestal niet op voorbereid. CM Waas en Dender helpt hen hierbij. Jan Van Raemdonck, CM-medewerker van de dienst Seniorenservice, geeft uitleg over de dienstverlening na overlijden.
14
Dienstverlening na overlijden ltekst: Brigitte Stevens
beeldkeuze: Luc Loosveldl
“Na een overlijden bellen mensen vaak naar ons. Ze willen weten wat er allemaal moet geregeld worden. Wij geven hen hier zoveel mogelijk informatie over. Ook voor vragen rond erfrecht en erfbelasting kunnen leden bij ons terecht. Doordat we ook een pensioendienst hebben, kunnen we gericht informatie geven rond het overlevingspensioen”, zegt Jan, “maar het grootste deel van ons werk bestaat uit mensen concreet helpen met het invullen van de aangifte nalatenschap. Want dat is voor de nabestaanden niet zo’n eenvoudige opdracht.”
VLAAMSE BEVOEGDHEID Sinds 1 januari 2015 is de aangifte nalatenschap overgeheveld van de federale naar de Vlaamse overheid.
Sinds dit jaar is iedereen verplicht om een aangifte nalatenschap in te dienen. Niet alleen de wetgeving, “
maar ook de administratie en de inning zijn door de staatshervorming Vlaamse materie geworden”, licht Jan toe. “Mensen moeten hun aangifte naar de Vlaamse belastingdienst in Aalst opsturen. Daar wordt het ingescand, maar de erfrechten worden elders berekend. Vroeger had ik regelmatig contact met de federale belastingambtenaren wanneer ik vragen had. Dat is nu wat weggevallen. Het is een beetje opnieuw beginnen om contacten te leggen.”
TIJDIGE AANGIFTE De aangifte nalatenschap moet binnen de vier maanden na het overlijden gebeuren als de persoon overleed in België. Overlijdt de persoon in een Europees land is de termijn vijf maanden, buiten Europa is het zes maanden. Als de aangifte niet tijdig binnen is, riskeren de nabestaanden een boete die behoorlijk kan oplopen. CM-Seniorenservice maakt de aangifte nalatenschap op als voldaan is aan een aantal voorwaarden. Jan: “De overledene en minstens één erfgenaam zijn CM-lid. Er is maximum één onroerend goed in eigendom. Er zijn erfgenamen in de eerste graad (kinderen). De overledene en de partner hadden geen handelsregister op datum van overlijden. Er is geen onenigheid tussen de erfgenamen en er is geen testament. Indien aan deze voorwaarden niet voldaan is, verwijzen we door naar de notaris.” “De mensen nemen best vrij snel na het overlijden met ons contact op. Bij dat eerste contact ga ik na of ze voldoen aan de voorwaarden. Is dat het geval, dan krijgen ze van mij een brief die alle gegevens vermeldt die ze moeten verzamelen. Want een aangifte vereist toch wel wat documenten zoals alle gegevens van de erfgenamen, van de bank, kadastrale gegevens van de woning en alle facturen die de erfgenamen na het overlijden voor de overledene nog betalen.”
O V E R L I J D E N HUISBEZOEK “Het duurt toch zo’n twee maanden voordat nabestaanden alle papieren in hun bezit hebben. Dan kunnen wij de aangifte opstellen. Mensen die geen eigendom hebben, komen gewoonlijk langs bij mij in het CM-kantoor in Sint-Niklaas. Is er een eigendom, dan is het beter dat ik bij hen langsga”, verduidelijkt Jan, “ik kom bij de mensen op het moeilijkste moment in hun leven. Alles ligt heel gevoelig. Ik probeer zo rustig en sereen mogelijk te werk te gaan. Ik ga daar altijd zeer bescheiden naartoe. Het gaat niet over mij, maar over de mensen zelf.
Wanneer mensen beroep doen op onze dienstverlening geeft dit een blijk van vertrouwen in CM. Ze moeten ons tenslotte persoonlijke informatie geven.”
KOSTEN BEWIJZEN “De aangifte is, sinds het Vlaamse materie is, toch wel wat veranderd. Ik kan niet zeggen dat het moeilijker is geworden, het is gewoon anders. Het aangifteformulier, dat iedereen kan downloaden van de website van de Vlaamse belastingsdienst, bestaat nu uit een twintigtal bladzijden waar je vakjes
DOSSIE R
Meer informatie Bel naar 03 760 38 59 of 03 760 38 67 of mail naar
[email protected]. Je kan de brochure ‘wat te doen bij overlijden’ downloaden van www.cm.be/publicaties of aanvragen via
[email protected].
aankruist of invult. Er zijn ook een aantal zaken geoptimaliseerd. Vroeger moest je alle kosten bewijzen. Dat is nu deels anders. Als je niet veel kosten hebt, kan je kiezen voor een forfait van 3.000 euro gemeenschappelijke kosten en 6.000 euro begrafeniskosten. Dan hoef je ook niets te bewijzen. Hebben mensen veel meer kosten, dan hebben ze er belang bij om de werkelijke kosten in te vullen, die ze ook allemaal moeten bewijzen.
Praktisch
Een andere verbetering is de betalingstermijn. Tot de overheveling naar de Vlaamse overheid, moesten mensen binnen de vier maanden na het overlijden de aangifte insturen en binnen de zes maanden na het overlijden de erfbelasting betalen. Maar soms hadden ze bij de belasting veel achterstand en kregen mensen pas na anderhalve maand hun factuur. Die moest dan binnen de twee weken betaald worden. Dat is wel heel erg kort. Vanaf 1 januari 2015 krijgen mensen altijd twee maanden tijd om te betalen.”
het gemeentebestuur. De gemeente verwittigt automatisch de dienst Pensioenen. Als je in aanmerking komt voor een overlevingspensioen zal de gemeentelijke administratie je bijstaan in de aanvraag. Ook de CM-Pensioendienst kan je hierbij helpen.
MEER DAN ENKEL PAPIEREN INVULLEN “Intussen ben ik al dertien jaar actief in deze job. Het is geen eenvoudige materie. Dus het is belangrijk dat we alles heel goed opvolgen. We moeten zeer alert zijn in de wetgeving. Het is niet evident voor onze leden om dit zelf te doen. We willen een meerwaarde betekenen voor hen. Het is meer dan papieren invullen. Ik laat de mensen steeds hun verhaal vertellen. Dat is overal zo verschillend. Ik ga ook nooit buiten voordat ik weet hoe de persoon overleden is. Mensen hebben dat nodig, ik voel dat dit zeer geapprecieerd wordt. Het warm menselijk contact betekent een verrijking van mijn job”, besluit Jan.
Wanneer iemand overlijdt, moeten een aantal instanties verwittigd worden. We sommen de belangrijkste op:
de werkgever van de overledene. Deze heeft het uittreksel van de overlijdensakte nodig. Hij zal ervoor zorgen dat alle verschuldigde lonen, vergoedingen en premies uitbetaald worden.
het ziekenfonds: wacht niet te lang om je ziekenfonds te verwittigen. Zeker niet als de overledene een ziekte- of invaliditeitsvergoeding genoot. Bezorg het ziekenfonds hiervoor een uittreksel van de overlijdensakte via het CM-kantoor of de CMdirectbrievenbus. banken en financieringsinstellingen. Je moet die zelf verwittigen, hiervoor volstaat een gewone verklaring. Vanaf het ogenblik dat de bank op de hoogte is, blokkeert ze alle tegoeden op de zicht-, spaar- en effectenrekeningen, ook op de rekeningen van de overlevende echtgen(o)t(e). Bij wettelijk samenwonenden wordt naast de rekening van de overledene enkel de gezamenlijke rekening geblokkeerd. de verzekeringsmaatschappijen.
Jan Van Raemdonck
de nutsvoorzieningen.
15
DOS S I E R
O V E R L I J D E N
Rouw in diverse culturen ltekst: Brigitte Stevens
beeldkeuze: Luc Loosveldl
In elke cultuur krijgen mensen te maken met verlies. Iedereen reageert daar anders op. Buiten de individuele verschillen in rouwverwerking zijn er bepaalde rituelen en gewoonten die cultureel en religieus geïnspireerd zijn.
JOODSE ROUW BOEDDHISTISCHE TRADITIE
16
Er bestaat niet één specifiek boeddhistisch uitvaartritueel. De gebruiken verschillen naargelang de regio. Meestal kiezen boeddhisten voor crematie. Gedurende 49 dagen na de uitvaart bidden de rouwenden om de overledene te helpen bij de reïncarnatie. In het boeddhisme is er een groot bewustzijn dat alles van voorbijgaande aard is. Boeddhisten kiezen ervoor om geen verdriet, angst of andere negatieve emoties te tonen bij een overlijden omdat deze uitingen blijk geven van een verkeerde gehechtheid.
©Foto: Jodi Hilton / www.decorrespondent.nl
CHRISTELIJK AFSCHEID De keuze van de christenen voor een begrafenis of crematie is zeer persoonlijk. Meestal is er een afscheidsdienst in de kerk of de aula van het crematorium. De nabestaanden worden betrokken bij de herdenkingsdienst. Elke stroming binnen het christendom legt eigen accenten, maar voor elke christen is de dood een mysterie. Het leven is belangrijker dan de dood, hoewel de meesten geloven in een eeuwig leven na de dood. In de protestantse traditie is rouw nog soberder, bloemen zijn minder gebruikelijk en men rouwt zeer ingetogen.
De nabestaanden verzorgen zelf de begrafenis. Na het overlijden wordt het lichaam afgedekt en een licht aangestoken boven het hoofd van de overledene als symbool voor de ziel. Vooraanstaande leden van de joodse gemeenschap voeren een rituele reiniging uit om de zonden weg te wassen. De overledene wordt in de kist gelegd, waarna er aarde van Israël wordt uitgestrooid of in een zakje bij het lichaam wordt gelegd. Bij de begrafenis dragen de nabestaanden de kist. Een liturgische tekst wordt voorgelezen en daarna begeleiden de nabestaanden de kist naar de begraafplaats. Onderweg stoppen ze 3 maal. De kist wordt in het graf geplaatst en de nabestaanden scheppen er 3 keer zand over. Ze maken een scheur in hun kleding als teken van rouw. Bij het verlaten van de begraafplaats wassen ze hun hand. Crematie is eerder zeldzaam bij joden.
MOSLIMTRADITIE Na het overlijden wordt het lichaam bedekt met een doek en driemaal ritueel gewassen met reukwater. Volgens de moslimtraditie mogen gelovigen niet gecremeerd worden. In de moskee bidt de imam bij het opgebaarde lichaam. Binnen de islam zijn er verschillende stromingen. Maar in het algemeen accepteren de moslims de dood
als het einde van dit leven. Het geloven in een leven na de dood is voor hen het laatste grondbeginsel. De eerste drie dagen na de uitvaart wordt de familie gecondoleerd en krijgen ze eten van familie en buren. De rouwperiode duurt 40 dagen en wordt afgesloten met gebeden om de overledene op te nemen in de hemel. Deze afsluiting krijgt vaak een feestelijk karakter aangezien de nabestaanden blij zijn dat de overledene nu aan een beter bestaan is begonnen.
HINDOES Hindoes kiezen meestal voor crematie omdat het de snelste manier is om het lichaam te laten reïncarneren. De rituelen moeten strikt gevolgd worden om de reis van de ziel naar een ander lichaam goed te laten verlopen. De mannen uit de familie dragen de kist naar het crematorium en zetten de kist onderweg vijfmaal op de grond. Eens ter plaatse wordt de kist geopend en versierd met bloemenkransen. De oudste zoon loopt vijf maal rond de kist met brandende dia (ongezouten boter) en raakt hiermee de mond van de overledene aan. Na de crematie wordt de as verstrooid. De familie en vrienden komen 13 dagen later samen tijdens een rouwplechtigheid. De directe familieleden mogen pas na een jaar opnieuw feestelijkheden organiseren.