ONDERZOEKSVERSLAG AAN:
Dhr. R. Muis
VAN:
Raymond Uppelschoten
NAAM: DATUM:
Inventariserend onderzoek bierbrouwerijen Wijk bij Duurstede 25 november 2010
Geachte heer Muis, beste Ruud, Onderstaand doe ik verslag van het inventariserend onderzoek naar de bierbrouwerijen van Wijk bij Duurstede. Het verslag bevat de volgende gegevens: • • • •
Werkwijze Beoordeling van vondsten Conclusie Bijlage: uittreksels en citaten
Doel van deze inventarisatie is om mogelijke gegevens te vinden om een Wijks bier ‘historisch’ te kleuren, of onderzoeksrichtingen te vinden waar deze ‘historische kleuring’ verder in gezocht kan worden.
WERKWIJZE Op 17 en 24 november 2010 is archiefonderzoek gedaan in Het Regionaal Historisch Centrum Wijk bij Duurstede. Tijdens die twee dagen is vooral origineel archiefmateriaal doorzocht en daarnaast literatuur bekeken. ARCHIEVEN
De volgende archiefstukken in het Stadsarchief van Wijk bij Duurstede (toegangsnummer 1 van het RHC) zijn doorzocht: Inventarisnr.
Naam
Toelichting
305-1 t/m 305-4
Imposten
Overzichten van pachters op de belasting van de bieren. Zij betaalden een bedrag om de complete belasting te mogen innen en behouden.
330
Brouwerseed
Eed van de brouwers die in de stad kwamen werken.
564-1 t/m -3
Rekeningen Ewout en Elisabeth Gasthuis
Rekeningen van de beheerders van het gasthuis met overzicht van alle inkomsten en uitgaven.
620
Tappersgilde
Notulen van het tappersgilde van de stad, 1708-1798.
628
Broederschap van het Heilig Sacrament
Rekeningen van de broederschap, dat vanouds een belangrijke afnemer was van de brouwers en tappers.
Een aantal van deze bronnen in integraal, of gedeeltelijk, opgenomen in de bijlage. Verder zijn de database van notariële overschrijvingen doorgenomen op zoek naar brouwerijen. Daaruit volgden een aantal verkopen en hypothecaire inschrijvingen van brouwerijen in de zestiende, zeventiende- en achttiende eeuw. Deze transporten zijn integraal opgenomen in de bijlage. Van de notulen en rekeningen van het archief van het Ewout en Elisabeth Gasthuis is een elektronische versie beschikbaar, gemaakt door de archivaris mevr. R. van de Eerden. De originele notulen berusten respectievelijk in het stadsarchief (inv. nr. 564) en de rekeningen in het archief van het gasthuis zelf (toegang 10, inv. nr. 15). Gedurende de twee dagen is een steekproef genomen in de originele notulen. Hiervan is tien jaar doorgenomen om te kunnen concluderen of de elektronische versie een goede en vooral volledige versie is van de originele notulen. Dat bleek inderdaad zo te zijn: van de notulen zijn daarom de brouwersgegevens opgenomen in de bijlage. Ook is een steekproef genomen in de rekeningen van het gasthuis. Hiervan blijkt de elektronische versie slechts een fractie van alle informatie te bieden. Een rapportage van de steekproef is opgenomen in de bijlage. LITERATUUR
De volgende literatuur is betrokken bij deze inventarisatie: • •
Eerden, Vonk, M.A. van der (2000): Wijk bij Duurstede 700 jaar stad. Hilversum, Verloren. Verheijen-Vernooij, Dolly (1999): Het geslacht Verno(o)ij. Bladel.
Verder bestaat er een online beschrijving van de Achterstraat, gepubliceerd door de Gemeente Wijk bij Duurstede, te vinden onder http://www.wijkbijduurstede.nl/fileadmin/wijk_bij_duurstede/streekarchivariaat/cultuurh istorie/Achterstraat.pdf
BEOORDELING VAN VONDSTEN
Zoals al bekend uit de literatuur (ook online) was de Achterstraat het centrum van de Wijkse bierbrouwers. Die locatie zien we ook terug in bijvoorbeeld de transporten, waar vooral brouwerijen te vinden blijken te zijn in de Achterstraat. In diezelfde transporten vinden we ook al enige brouwers en brouwersfamilies die vooral van 1650-1700 actief zijn: Crouwel, Helberg, Stilting, Vernoy. De laatste twee vinden we ook terug in de rekeningen en notulen van het Ewout en Elisabeth Gasthuis, als pachter of gebruiker van de brouwerij. We zouden verwachten dat we de brouwers Vernoy tegen zouden komen in de genealogische publicaties van de Wijkse tak van deze familie, maar dat is niet het geval. Alleen het huwelijk van Jacoba Jacobse Vernoy met gasthuisbrouwer Gijsbert Stilting (zie de notulen in de bijlage) staat hierin vermeld. De brouwer Cornelis Adriaensz. Vernoy, die jarenlang de brouwerij van het gasthuis gebruikt (zie de bijlage), staat in de genealogieën wel genoemd als zoon van Adriaen Samuelsz. Vernoy, maar van hem wordt verder geen informatie gegeven. Daarmee is de informatie rond echte Wijkse brouwers
2
in de literatuur wat karig. Een kort onderzoek in de genealogische online databases geeft wel inzicht in de genoemde brouwersfamilies, maar verder onderzoek hiernaar valt buiten het kader van deze inventarisatie. Over de concrete receptuur van het Wijkse bier is (zoals verwacht) niets gevonden. Wel kan met name uit de rekeningen van het Ewout en Elisabeth Gasthuis worden herleidt welke grondstoffen werden aangekocht voor het brouwen. Dat zijn vooral gerst, hop en mout. Deze worden niet alleen gekocht, maar ook onder toeziend oog van de brouwers van het Gasthuis verwerkt, zoals de mout in molens die bij naam genoemd worden. Behalve Wijks bier wordt er in de stad ook veel bier van buiten de stad geschonken. Zo is er sprake van ‘Cuijlenborchs bier’ (broederschap, 1557) of ‘vreemde bieren’ die met een eigen impost worden belast, maar waarvan de herkomst niet nader worden genoemd. Waar we verwachtten dat de lijsten van de imposten (belastingen) ook informatie zouden verschaffen over de brouwers, bleek dat niet zo te zijn. De pachters van de impost zijn slechts rijke burgers, die op hun beurt de brouwers de impost opleggen. Van de brouwers zelf zijn hierin geen gegevens te vinden. Opmerkelijk en onverwacht is de rijke informatie die te vinden is van de brouwerij van het Gasthuis. In Van de Eerden (2000) is hiervan een korte melding te vinden. De brouwerij blijkt structureel verpacht te zijn aan een lokale brouwer, die al dan niet zijn eigen brouwerij ook elders in de stad had, zoals Gijsbert Stilting. De inventaris van de brouwerij, evenals de bouwkundige staat is vrij goed te reconstrueren uit de stukken van het Gasthuis. Behalve de pachter van de brouwerij, brouwden ook anderen voor het Gasthuis en zelfs in de brouwerij die zo dus tweemaal wordt benut. Deze leveranciers en werknemers zijn allemaal te vinden in de jaarlijkse rekeningen. Een gedeelte hiervan staat in de bijlage. De stukken van het tappersgilde geven vooral inzicht in de kroegbazen in de stad. Vrijwel van jaar tot jaar worden deze genoemd, hetzij als gildebroeder, hetzij gewoon als kroegbaas (die dus niet allemaal gildebroeder waren). Hoewel het bekend is dat brouwers ook schonken, kunnen we aan de namenlijsten geen conclusies verbinden over de brouwers in de stad. Ook de rekeningen van de broederschap biedt een goed overzicht van burgers die betrokken zijn bij de bierbrouwerij in de stad en de handel daarin. Jaar na jaar worden leveranciers en tappers genoemd, waar de broeders van het Heilig Sacrement hun bier kochten of hun maaltijden gebruikten.
CONCLUSIE Er is nog geen structureel onderzoek gedaan naar de brouwers van de stad Wijk bij Duurstede. Hoewel er sprake is van brouwersfamilies, zoals Crouwel, ontbreekt een samenhangend overzicht. In verschillende bronnen zijn lijsten van brouwers samen te stellen, maar dat is tot nu toe niet gebeurd. Om te dienen als historische achtergrond van een bier, lijkt dit erg fragmentarisch. Een onderzoek naar brouwersfamilies en
3
familierelaties, plaats van een brouwerij en/of ontwikkeling van bijv. één brouwerij lijkt dan een aanvulling te kunnen bieden. Een ander aardig historisch gegeven is de zogenaamde ‘kermisdag’ die in Wijk uiteraard op een bepaalde datum werd gehouden (nog onbekend welke). Op deze dag dronk de stadsbevolking ongetwijfeld meer dan anders en met name de bierconsumptie door de broederschappen en gildes is op deze dag goed gedocumenteerd. Zo’n dag kan een aardige ingang zijn voor bijv. introductie van het bier of een speciaal evenement. De brouwerij van het Ewout en Elisabeth gasthuis lijkt echter de rijkste bron te zijn voor een complete brouwerijgeschiedenis. De brouwerij bestond al in de Middeleeuwen en is tot 1753 min of meer in bedrijf geweest. De notulen en rekeningen geven een groot aantal gebeurtenissen rondom deze brouwerij. Uiteraard blijft hier ook een aantal relevante vragen, die mogelijk uit het beschikbare archief beantwoord kunnen worden: • •
•
•
Waar bevond zich de brouwerij? Deze was gelegen naast het huis dat Gijsbert Stilting rond 1700 van het Gasthuis huurde. Wat was de inventaris en productiecapaciteit van de brouwerij? Deze kan wellicht worden berekend aan de hand van de inkopen en reparatiebeschrijvingen. Wat voor bier was het Wijkse gasthuisbier? Hierover kan wellicht meer gemeld worden als de (verhouding in) inkoop van de grondstoffen door het gasthuis wordt geanalyseerd. Wie waren de pachters en wie de losse brouwers van het gasthuis? Hoe verhield hun werk zich tot elkaar? Wat is er bekend over hun brouw- en handelsactiviteiten?
Het is de inschatting van Het Leege Land dat een uitgebreider onderzoek naar de geschiedenis van de brouwers en brouwerij van het Ewout en Elisabeth Gasthuis een bijzonder fraaie achtergrond kan bieden voor een nieuw, historisch Wijks bier.
4
BIJLAGE: UITTREKSELS EN CITATEN TRANSPORTEN VAN BROUWERIJEN OF DOOR BROUWERS
Onderstaande gegevens van brouwerijen zijn afkomstig uit de databases van het Regionaal Historisch Centrum en geven een overzicht van de handel in onroerend goed van brouwerijen. Datum
Omschrijving
1-5-1584
Willem Damen verkoopt aan Cornelis Louffs een huis, hofstede en brouwerij aan de westzijde van de Achterstraat
Idem
Cornelis Louffs leent aan Willem Damen 60 gulden voor de koop van een huis, hofstede en brouwerij in de Achterstraat
18-10-1604
Cornelis Cornelisz. Van Vogelpoel c.s. verkoopt aan Jacob Jansz. van Leerdam een brouwerij en toebehoren strekkend van de Dijk tot aan de schuur van Willem Dawart.
12-12-1608
Willem Hermensz. van Nederdijck verkoopt aan Gijsbert Aertssen Vos een huis in de Achterstraat strekkend tot aan de Stadswal, belast met 8 leningen, tevens wordt de brouwerij verkocht. Huis grenst aan Cornelis van Ommeren, brouwer.
6-4-1633
Gijsbert Gijsbertsz. van Cleef verkoopt aan Gijsbert Willemsz. van Cleef de helft van een huis aan de Veldpoortstraat, strekkend tot aan de brouwerij van Cornelis Jansz. Helberch.
4-1-1636
Gijsbert Willemsz van Cleef verkoopt bovenstaande helft van een huis, grenzend aan de brouwerij aan Cornelis Jansz. van Cruijff.
11-8-1644
Dirck Dirckse verkoopt helft van huis aan de Veldpoort aan Adriaen Dircks van de Haer. Huis strekt van voor aan de straat tot aan de brouwerij van Dirck Jansse Helbergh.
27-9-1644
Bernd de Kemp leent 600 gulden van Jan van Rijdeweert op zijn huis in de Peperstraat en zijn brouwerij aan de Wal.
29-4-1647
Geurt Ottensz van Rijswijck verkoopt aan Dirck Helbergh huis en brouwerij in de Achterstraat.
28-5-1647
Dirck Jansz Helbergh verkoopt aan Cornelis Jansz Verweij huis en brouwerij in de Achterstraat, voor 400 gulden.
7-7-1648
Gerrit Stevensz van Eindhoven verkoopt aan Jacob Thonisz van Maseijck, alias Van Noort, een huis, met brouwhuis en brouwerij in de Achterstraat, strekkend tot aan de Stadswal.
4-5-1649
Thonis Hendricksz van Bijllevelt verkoopt aan Willem Claesz van Velthuijsen huis, erf, hofstede en brouwerij in de Toornstraat, strekkend tot aan de Molenstraat, begrensd door de Stadswal en de wed. van Joris Claesz Hellbergh.
20-1-1652
Willem Claesz van Velthuijsen verkoopt aan Cornelis Jansz Breda, te Doorn, een huis en erf met brouwerij in het Toornstraatje, naast het brouwhuis van Peter van Noor
25-3-1652
Dirck Helbergh verkoopt aan Gerrit Dircksz een huis en brouwerij in de Achterstraat, strekkend aan de Stadswal, voor 175 gulden
23-6-1652
Dirck Jansz Helbergh leent van de heren van Oudmunster met als onderpand zijn huis, erf en brouwerij in de Achterstraat, gelegen tussen Thonis Willemsz en de weduwe van Thomas Crauwel.
27-10-1654
Jan en Aeltgen Crouwel, broer en zus, lenen van Lubbertus en Aeltgen van Wijk 1000 gulden met als onderpand o.a. huis en brouwerij in de Achterstraat,
5
Datum
Omschrijving strekkend tot aan de Stadswal.
20-5-2659
Joost van Maurik leent van Willem Wijborg 2 bedragen met als onderpand huis, erf en brouwerij op de Dijk aan de Waterpoort, strekkend voor van de dijk tot aan de Nieuwstraat.
7-6-1671
Justus van Mourick verkoopt aan Gerard Wijborgh huis en erf aan de Waterpoort met brouwerij, strekkend voor van de Dijk tot aan de Nieuwstraat.
18-8-1671
Elisabeth Crauwell, weduwe van Aelbert van Bosch, leent van Johan Johansz van de Velde 1550 gulden met als onderpand een huis en brouwerij in de Achterstraat.
24-9-1676 / 5-6-1679
Gerrit van Velpen verkoopt aan Hendrick van der Pijl een huis en brouwerij in de Achterstraat, strekkend tot achter aan de Wal toe.
27-12-1677
Hendrick van der Pijll verkoopt aan Gerrit van Velpen plecht van 1500 gulden ten gunste van Elisabeth Crauwel en Catharina van Gerversoort (allemaal uit het Wijkse brouwersmilieu).
22-12-1698
Judith Maria van Noort verkoopt aan Johan Vernoij, brouwer, een huis met brouwerij aan de Achterstraat, strekkend tot aan de Wal.
6-6-1712
Everard Bernier verkoopt aan Johanna Verweij een huis gelegen op de Dijk, tussen de percelen van Gijsbert Stilting, brouwer.
12-2-1765
Jan van Voorst, brouwer, verkoopt een paar stukken land in Wijkerbroek.
28-2-1770
Idem
2-6-1767
Willemijntje duBois verkoopt huis en erf in de Achterstraat, grenzend aan de percelen van Jan van Voorst, brouwer.
18-9-1798
Dirck van Breumelen te Amerongen verkoopt aan Teunis Hendriecus van Breumelen een huis en erf, zijnde een bierbrouwerij, genaamd ‘Het Anker’, aan de Achterstraat, strekkend tot aan de Wal.
EED VAN DE BIERBROUWERS EN HUN KNECHTEN
De eed van de bierbrouwers en hun knechten was er vooral op gericht dat ze geen fraude zouden plegen, zo blijkt. Over de kwaliteit wordt niet gerept, dat blijft waarschijnlijk de verantwoordelijkheid van de beroepsgroep: ‘Ik beloove en sweere dat ik als bierbrouwer binnen de stad Wijk bij Duurstede de impost op de bieren niet zal defrauderen ofte verkorten, vireitelijk ofte invireitelijk, door mijzelfs noch door ijmant van mijne familie ofte door ijmant anders, dan ter contrarie zoeveel mij mogelijk is alles fraudes omtrent deezen impost sal weeren en teegengaan, zo waarlijk helpe mij God Almachtig’. Hieronder staat: Uitgesproken dd. 24-6-1775 door Jan van Voorst als bierbrouwer idem dd. 2-6-1779 door Hendricus van Koolwijk als bierbrouwer ‘Ik beloove en sweere dat ik als bierbrouwersknegt binnen de stad Wijk bij Duurstede den impost op de bieren niet sal verkorten ofte fraudeeren, veel minder aan zodaanige fraudes behulpelijk zijn ofte de hand sal leenen hetzij met ofte zonder kennisse van mijne meester’.
6
Hieronder staat: Heer brouwer Jan van Voorst heeft geen knegt 3-6-1779 Hendrik Aalberds uts: (betekent: heeft ook geen knecht) 5-5-1780 door Teunis de Kuijper wel uitgesproken BROUWERS EN BROUWERIJGEGEVENS IN DE NOTULEN VAN HET GASTHUIS
Hieronder staat een selectie uit de notulen van de beheerders van het gasthuis, dat betrekking heeft op de brouwactiviteiten. Jaartal
Naam
1630
Gerrit Cornelisz. de Kemp is brouwer
1663
Gerrit de Kemp moet zich houden aan voorwaarden van 1630.
1676
Cornelis Adriaansz Vernoy is brouwer
1683
Cornelis Vernoy klaagt over water uit de gasthuispomp dat niet goed genoeg is om mee te brouwen
1684
Voor de nieuwe pomp moet Cornelis Vernoy 1 gulden en tien stuivers per gebrouwen vat betalen.
1687
timmerman Jan de Bruin lapt de kuipen weer op in de brouwerij
1689
Klachten van Cornelis Vernoy dat de buren zeepsop hebben gestort in de brouwerij waardoor zijn bier waardeloos is. Deurwaarder Van Velpen moet de buren manen geen zeepsop meer over de muur te storten.
1691
Er wordt een nieuwe werkkuip gemaakt in de brouwerij
1695
Gijsbert Stiltingh=belendende brouwer, klaagt over zijn schuur
1705-1706
Problemen met de pompen van de brouwerij. in de brouwerij van Stiltingh wordt een pomp gekocht
1708
Idee ontstaat om de brouwerij te verkopen omdat-ie veel kost
1709
Nieuwe pomp
1713
Stiltingh moet turf van het erf en uit de brouwerij halen
1714
Stiltingh wordt extra aangeslagen voor brouwen Nieuw contract met Stiltingh: hij pacht 4 maal 7 jaar voor jaarlijks 60 gulden met alle onkosten voor eigen rekening
1721
Gedoe om de schuur van Stiltingh
1726
Vermelding van de weduwe Stiltingh, dus de oude brouwer Gerrit is overleden.
1733
Weduwe Stiltingh heeft brouwerij, maar wel inspectie vanwege bouwvalligheid
1734
Jan van der Weijden (nieuwe brouwer?) moet brouwerij repareren
1735
Jan van der Weijden meldt een grote reparatie
1737
Jeremia Pelt, nieuwe brouwer, bestuurders zien voorwaarden van Gijsbert Stiltingh na. ook gedoe over restantbetalingen aan juffrouw Stiltingh, Jan vd Weijden en Pelt
1739
Bestuurders van het gasthuis worden gemaand snel weer te laten brouwen Jeremias Pelt krijgt toestemming zijn huisje met de gasthuisbrouwerij te verkopen Weer gedoe met juffrouw Stiltingh over geld rond de brouwerij
7
Jaartal
Naam
1752
Ketel van de brouwerij zal worden verkocht De hele brouwerij zal worden verkocht
1753
Ketel wordt verkocht aan brouwerij in Barneveld voor 9 stuivers 8 penningen per pond
1786
De voormalige brouwerij is nu een schuur of koetshuis en was in erfpacht bij wijlen Bruijn Georgeszoon
UIT DE REKENINGEN VAN HET GASTHUIS
Onderstaande overzicht geeft een kleine impressie van de rijke gegevens die beschikbaar zijn van de bouwgeschiedenis van de Gasthuisbrouwerij, de aanschaf van ingrediënten en andere interessante zaken. Jaar
Omschrijving
1502
Peter Ketelbuet vermaakt de brouwketel
1507
Er komt een nieuwe kuip in het brouwhuis
1579
Arijaen Casteleijn levert twee brouwakers Adriaen Jacobsz Waersman, kastelijn, int voor het gasthuis van diverse personen voor het gebruik van de brouwerij en het drogen van mout het bedrag van 32 pond 7 schellingen en 9 denier. Peter Thomas levert een vat bier voor 2 pond Alerdt Jansz. heeft 7 keer gebrouwd en krijgt betaald 4 pond 4 schellingen Peter Thomas levert 13 pond hop voor 1 pond 2 schellingen en 9 denier. Lenardt Daemen levert hop voor 1 pond en 5 schellingen Gerrit van Dijck ontvangt 4 pond en 14 schelling voor de levering van 52 pond hop Thonis Thonisz. molenaar ontvangt 2 pond 16 schelling voor het breken van mout in zijn molen
1580
Allard Jansz., brouwer, wordt betaald voor brouwen en reizen om de mout te breken en dat te begeleiden 7 gulden en negentien penningen Heijnrick Jansz. van Ommeren, brouwer, levert vier vaten bier voor 8 gulden en 4 penningen Tijman Jansz levert nieuwe kuip
1582
Er wordt gemetseld aan het brouwhuis
1674
Jan Thonisz van Cuijlen Neeltje van Soest leveren beiden hop voor een totale waarde van 73 gulden, 14 stuivers en 8 cent.
1685
Levering van 600 stenen voor het brouwhuis
1753
Allerlei betalingen voor het verwijderen van de ketel: touwen, vervoer, advertentie enz.
1754
Gijsbert van Nieuwendaal betaalt 340 gulden 11 stuivers en 8 penningen voor een brouwketel wegende netto 717 pond à 9½ st. het pond aan hem verkocht
8
BROEDERSCHAP VAN HET HEILIG SACREMENT
In de rekeningen van de broederschap is steekproefsgewijs gezocht naar brouwers of leveranciers van bier. Overigens is het van deze leveranciers niet altijd duidelijk of het om herbergiers gaat of om brouwers (behalve als dat expliciet staat genoemd en deze zijn hieronder opgenomen). Vele malen is er slechts melding van aankoop van vaten bier en eten en drinken op ‘kermisdag’, zonder vermelding van herkomst. Enkele vermeldingen die steekproefsgewijs gevonden zijn in deze bron: Jaar
Omschrijving
1524
Cornelis Diercksz die Ruve levert bier
1556
Bernt Diercksz den Brauwer krijgt betaald voor diensten
1576
Wouter Willemsz voor maken en leveren van tonnen bier: 4 gulden
1586
Ton bier gekocht en gedronken bij Wouter Willemsz. 4 gulden 8 stuivers
1587
Drie tonnen bier van Hendrick Cornelissen Cock: 11 gulden 5 stuivers
1588
Frederick Heindricksz voor 3 tonnen bier: 14 gulden 5 stuivers
1597
Twee tonnen bier van IJsbrandt Jacobsz
1604
Cornelis Evertsz. van de Weteringe voor drie tonnen bier: 16 gulden 1 stuiver
1608
Cornelis Evertsz. van de Weteringe voor drie tonnen bier: 15 gulden
9