NVMM NIEUWSBRIEF No. 17 – Maart 2010
Talk of the town Het bleek het onderwerp dat de gemoederen het meest bezig hield. Niet hoe we ons door de economische crisis slaan. Niet het rupsje-nooit-genoeg gedrag van grote buitenlandse labs en ook niet het voortdurende geknaag van de politiek aan de autonomie van de medisch specialist. Nee, met afstand de belangrijkste vraag bleek te zijn of de Nieuwsbrief voortgang zou vinden nu Gijs Ruijs in de provincie zat te genieten van zijn welverdiende rust. Dat laatste blijkt in de praktijk overigens nog niet mee te vallen, zoals elders in deze nieuwsbrief te lezen valt. De nieuwsbrief zal dus blijven, maar er zullen wel veranderingen gaan plaatsvinden in de communicatie tussen de NVMM en haar leden. Om te beginnen heeft het Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie (NTMM) het gerommel over uitgevers en financiën achter zich gelaten en zich met frisse moed gestort op de inhoud van deze belangrijke identiteitsdrager van de NVMM. Om er meer een verenigingsblad van te maken wordt er nagedacht over meer nieuws vanuit commissies en werkgroepen, waardoor leden op de hoogte blijven van wat er bij deze gremia gebeurt. Ook wordt er op dit moment nog keihard gewerkt om de nieuwe website op de voorjaarsvergadering te kunnen presenteren. Deze nieuwe website zit vol met nieuwe functionaliteiten, die onze honger naar informatie zal kunnen voeden, zonder dat we daarmee meteen verworden tot chat-verslaafde giechelende pubers. De nieuwe website biedt het bestuur, maar ook commissies en werkgroepen, de mogelijkheid om berichten te plaatsen en dus veel directer relevante informatie te delen met de leden. Wat er op de website verschijnt en wat in het NTMM is nog punt van discussie. Denk mee en laat horen wat u er van vindt.
Bijdrage van de NVMM aan de LESA LESA staat voor Landelijk Eerstelijns Samenwerkingsafspraak. Een werkgroep van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie (NVKC) en de Samenwerkende Artsenlaboratoria Nederland (SAN) hebben een Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak “Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek” opgesteld. De doelstelling van de richtlijnen van de LESA is het optimaal gebruikmaken van laboratoriumdiagnostiek door de juiste diagnostiek bij de juiste indicatie te bevorderen en onnodige diagnostiek of het aanvragen van diagnostiek op onjuiste indicatie te voorkomen. Actieve betrokkenheid bij het maken van
1
richtlijnen, en meer dan één jaar ervaring met probleem-georiёnteerd aanvragen van laboratoriumdiagnostiek blijkt geassocieerd te zijn met respectievelijk 27 en 41% minder aangevraagde bepalingen. De samenwerkingsafspraken die er lagen moesten geactualiseerd worden. De afspraken omvatten 33 items, waarvan er 5 een duidelijke microbiologische signatuur dragen: Diarree, leveraandoeningen (virale hepatitis), mononucleosis infectiosa, seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en urineweginfecties. Sinds september 2009 is ook Jan Weel namens de NVMM bij de inhoudelijke discussie over deze afspraken betrokken. Echter, het gevolg van deze bemoeienis is wel dat er een ongelofelijke hoeveelheid huiswerk gemaakt moet worden. Gelukkig bulkt microbiologisch Nederland van de kennis, en het zal ook zeker zo zijn dat Jan Weel vele experts hulp zal vragen voor de beste input bij het actualiseren van de Samenwerkingsafspraak.
Certificaten opleiding Medisch Moleculair Microbioloog uitgereikt Dinsdagmiddag 26 januari zijn de eerste certificaten van de opleiding tot Medisch Moleculair Microbioloog (MMM) uitgereikt in het Descartescentrum in Utrecht. Negenentwintig personen kregen een certificaat van dit nieuwe laboratoriumspecialisme. De certificaten werden uitgereikt door Gijs Ruijs, voormalig voorzitter van de NVMM. Onder zijn voorzitterschap is de opleiding de afgelopen jaren ontwikkeld, in samenwerking met de Nederlandse Werkgroep voor Moleculaire Diagnostiek van Infectieziekten (WMDI). Onder de negenentwintig personen waren er twee die de nieuwe 2-jarige opleiding inmiddels hebben doorlopen.
Met de erkenning van dit nieuwe laboratoriumspecialisme is een belangrijke stap gezet om de goede kwaliteit van moleculaire diagnostiek en de vooraanstaande rol die Nederland hierin speelt, te waarborgen of zelfs nog verder te verbeteren.
2
ISIS-web in de lucht Met vreugde kunnen we melden dat inmiddels door 10 medisch microbiologische laboratoria die zijn aangesloten op de ISIS-AR database de samenwerkingscontracten zijn ondertekend. Deze laboratoria kunnen via de link www.ISIS-web.nl de website benaderen en na het inloggen hun resistentie data bekijken en vergelijken met andere geanonimiseerde laboratoria. Het komende jaar zal gebruikt worden om de ervaringen van deze early-adapters te analyseren en eventueel te gebruiken voor het ontwerp van ISIS-web2. Bij de nieuwe versie zullen ook MICdistributies worden ingebouwd, evenals de mogelijkheid om micro-organismen te selecteren die voor meerdere antibiotica resistent zijn. Daarnaast zal in nauwe samenwerking met het CIb deze zomer het publieke deel van ISIS-web worden gelanceerd, waarbij de insteek is om op een interactieve manier de resistentiegegevens beschikbaar te stellen op een detailniveau dat vergelijkbaar is aan de Nethmap-rapportages.
Managementcursus voor AIOS Medische Microbiologie Het Laboratorium voor Medische Microbiologie is een machtig ‘wapen’ in ons vak. Een laboratorium functioneert eigenlijk als een klein bedrijf, met ruimtes en gebouwen, apparatuur, efficiency, investeringen, inkoop van reagentia, milieuvergunningen, strategische planning, etc., en – het allerbelangrijkste! – hoogopgeleide medewerkers die, als het goed is, met plezier die klinische informatie uit patiëntenmonsters destilleren. Het ‘runnen’ van dat bedrijf vergt bijzondere management knowhow en vaardigheden, die we niet in onze traditionele medische opleiding opdoen. De afgelopen jaren is men er niet goed in geslaagd om de Basiscursus Management te voorzien van een structurele basis. De cursus was te veel afhankelijk van opvlammingen van enthousiasme en kende geen goede inbedding in de opleidingstraditie. Mede op aandrang van de AIOS Medische Microbiologie heeft het Concilium Microbiologicum Medicum vorig jaar besloten om een ad hoc commissie in te stellen, bestaande uit Berry Overbeek, Suzanne van Veen (AIOS) en Gijs Ruijs samen met Pieter Wijnsma, directeur van de Academie voor Medisch Specialisten. Zij hebben een Basiscursus Management voor AIOS Medische Microbiologie ontwikkeld, inclusief een structuur die continuïteit kan garanderen.
3
De opzet van deze cursus is met enthousiasme ontvangen door het Concilium. De cursus omvat 6 dagen c.q. 12 dagdelen en zal één keer per jaar gegeven worden aan 10 tot 15 AIOS per jaar. Het is de bedoeling dat de cursus een vast en verplicht onderdeel in de laatste twee jaar van de opleiding wordt.
Carrièrebeurs Afgelopen 6 februari was in de Domus Medica wederom een KNMG Carrièrebeurs voor studenten geneeskunde en basisartsen. Ditmaal was ook het specialisme Medische Microbiologie vertegenwoordigd in de vorm van Annemarie van ’t Veen, Rosa Mansveld (AIOS UMCU), Anneloes Vlek (AIOS UMCU) en Nathalie van Burgel (AIOS LUMC). Het grootste gedeelte van de beurs bestond uit stands waarbij ieder specialisme probeert de studenten in hun val te lokken met leuke lessen hechten van fietsband en laparoscopische verwijdering van rubber oordopjes uit dozen. Naast een stand waren er ook twee sessies met de mogelijkheid tot speeddaten met toekomstige AIOS die interesse hadden voor de Medische Microbiologie. Voor deze speciale gelegenheid is er ook een folder ontworpen, om toekomstige AIOS wat meer wegwijs te maken in de opleiding tot arts-microbioloog. De opzet van de folder was als een wegenkaart waar je doorheen loopt. Daarnaast is er ook een NVMM USB-stick gedrukt met daarop reeds gezet; de promofilm , het opleidingsprogramma en een lijst met alle opleiders in Nederland.
Henk Bijlmer: adviseur van het CIb/LIS RIVM Sinds de oprichting van het netwerk CIb – COM – RAC is de samenwerking tussen de drie partijen verbeterd en is het landelijke netwerk van infectieziektebestrijding op een aantal punten versterkt. Voorbeelden daarvan zijn de inrichting van een Surveillance Advies Council, het operationeel maken van Labinf@ct, het in gang zetten van de systematiek van algoritmes, het maken van uitbraakoefeningen, het implementeren van een netwerk van opschalinglaboratoria en de deelname aan de redactieraad van het LCI/LOI. Voor de uitvoering van de verbeterpunten die in het IGZ-rapport over de medisch microbiologische laboratoria werden genoemd, is besloten een functionaris aan te stellen die enerzijds in dienst van het RIVM zou komen, maar die zijn of haar voeten in de dagelijkse praktijk van de MML’s had staan. Deze is gevonden in de persoon van Henk Bijlmer, arts-microbioloog in het Bronovo Ziekenhuis te ‘s –Gravenhage. Henk had zijn functie als COM’er al 3 jaar had uitgeoefend, waardoor de samenwerking met de
4
COM’ers direct werd gegarandeerd. Henk Bijlmer is per 1 februari aangesteld voor 0,4 FTE bij het RIVM als adviseur van het CIb/LIS en heeft als specifieke taken: - het inrichten en opzetten van een generieke structuur waarin referentiefuncties voor micro-organismen die voor de Openbare Gezondheidszorg (OGZ) relevant zijn, door MML’s in Nederland uitgeoefend kunnen worden. - Het opzetten van een structuur waarmee de kwaliteit van voor de OGZ relevante diagnostiek geborgd kan worden door de MML’s ten behoeve van de OGZ-taak van het CIb/RIVM. - Het evalueren van het opschalingmodel voor microbiologische diagnostiek bij grootschalige uitbraken van infectieziekten waarbij zowel regionale als landelijke laboratoria zijn betrokken. De drie genoemde taken vragen in hoge mate samenspraak en overleg tussen het CIb/RIVM, de MML’s en de werkgroepen en commissies die op de genoemde gebieden al actief zijn.
Q-koorts, inderdaad een query. De Q koorts epidemie heeft voor de MML’s in de epidemische gebieden,al heel wat extra werk opgeleverd. In korte tijd moest de logistiek worden aangepast aan het enorme aantal extra aanvragen. In 2009 heeft het laboratorium voor medische microbiologie van de stichting PAMM ongeveer 5000 sera ontvangen en getest! Uiteraard vroeg dat om een forse personele inzet en daarmee aan- en inpassing van de dagelijkse praktijk. Het diagnostisch arsenaal moest op de meeste MML’s verder worden uitgebreid of geheel worden opgetuigd. De contacten met de collega’s van de GGD, mede dankzij de daarvoor bestaande structuur van COM’ers, is door deze epidemie geïntensiveerd. Er wordt zoveel mogelijk gezamenlijk opgetrokken bij bijvoorbeeld de bijscholing en het in kaart brengen van de ‘brandhaarden’. Ook het overleg met de media wordt vaak afgestemd met de artsen-infectieziekten van de GGD. De aandacht van de pers is voor veel collega’s een nieuwe dimensie in het vak. De pers heeft een doorslaggevende rol gespeeld bij de omslag in de aanpak van deze epidemie. Aandacht voor risico’s en gevaren van infecties is belangrijk en de media zijn daarbij van belang. De diagnostiek en behandeling van acute Q-koorts zijn inmiddels duidelijk. Er zijn in de meeste MML’s in de epidemische gebieden flowcharts opgesteld over wanneer je welke diagnostiek inzet, met vaste interpretaties voor de verschillende uitslagen. De diagnostiek van chronische Q-koorts stelt ons nog voor problemen. Er zijn nog veel vragen. Wat zijn de risicopatiënten? Wat is de beste behandelstrategie? En wanneer stop je met behandelen? We zullen de aankomende tijd hopelijk antwoorden vinden op
5
dit soort vragen. Onze zorg is dat het aantal patiënten met chronische Q-koortsinfectie de komende jaren sterk zal oplopen, immers het is een ziekte die zich nog jaren na de primaire infectie kan openbaren.
Hygiëne en Infectiepreventie Tot voor kort waren er twee post-HBO opleidingen tot adviseur infectiepreventie, een in Groningen en een in Breda. Door omstandigheden heeft de opleiding in Breda haar deuren gesloten, waardoor er slechts één opleiding overbleef. Dit is niet goed voor de capaciteit en niet voor de keuzevrijheid. De besturen van VHIG en NVMM hebben daarom gezamenlijk een Werkgroep in het leven geroepen, bestaande uit gelijke aantallen artsenmicrobioloog en adviseurs infectiepreventie en geselecteerd uit huizen met verschillende niveaus van problematiek. Deze werkgroep moet een rapport schrijven over de kennis en kunde die verwacht mag worden van een arts-microbioloog en een adviseur infectiepreventie gerelateerd aan de te verwachten problematiek in de werksituatie. Bovendien zal de werkgroep zich uitspreken over de opleidingen: wat er nodig is en wat de mogelijkheden zijn. Deze werkgroep zal worden voorgezeten door Gijs Ruijs. de overige leden zullen binnenkort bekend worden gemaakt via de website. Het rapport zal voor de zomer gereed zijn.
Evaluatie griep pandemie, samenwerking CIb en MML’s De (eerste?) pandemische golf van de nieuwe influenza A/H1N1 ligt alweer een paar maanden achter ons. Eenieder heeft het verloop kunnen volgen, via de berichtenservice Labinf@ct, op de website van het RIVM, in de media en uiteraard in het eigen laboratorium. Volgens de draaiboeken die vooraf waren opgesteld heeft het CIb regie gevoerd op het proces. Iedereen is het erover eens dat achteraf de impact is meegevallen, en volledige evaluatie van het proces van besluitvorming is gaande, zowel nationaal als internationaal. Maar ook de specifieke laboratoriumkant van de aanpak is van belang. Vooraf had het CIb met een groep laboratoria om tafel gezeten om afspraken te maken over gecoördineerde opschaling van diagnostiek en surveillance bij een griep pandemie. Het CIb en de NVMM willen graag een grondige evaluatie van dit plan van aanpak, om te bezien of, en zo ja op welke onderdelen, dit model zou kunnen staan voor een generiek plan voor opschaling tijdens outbreaks. Dat laatste is een opdracht van de IGZ aan het CIb en de NVMM, en het is een van de taken waarvoor collega Henk Bijlmer is gedetacheerd bij het CIb/LIS. De evaluatie wordt onder leiding van Marion Koopmans van het LIS voorbereid in overleg met vertegenwoordigers van NVMM, WMDI, COM, NWKV, LCI en GGD Er worden vragenlijsten ontwikkeld die ingaan op de belasting en
6
knelpunten in het eigen laboratorium, de relatie met opschalingslab/centraal lab/GGD, en de communicatie met en van het Cib.
Totaal aantal leden: 621 Maart 2010
Edwin Boel, voorzitter NVMM
7