Diepgang NUMMER 1
2013
TAALBLAD M AR KW
STORA AT M PA TIE I R A
veertiende jaargang
Ramp
Baltic Ace
Timberland
Zwevende ziel
Van de redactie
In dit nummer
Iedereen die ooit eens aan boord
Meditatie Pasen is een vrolijk feest
van een schip is geweest weet dat daar veel wordt geklaagd. Als er werkelijk iets godgeklaagds is gebeurd is de sfeer echter volkomen anders. Daar hebben veel minder mensen weet van. Dit komt voor een deel omdat woorden dan tekort schieten. In deze Diepgang staan artikelen waarin toch geprobeerd wordt een ramp te beschrijven. Daarbij blijft de paasgedachte – dat de dood niet het laatste woord heeft – het uitgangspunt.
Hopelijk kunt u dat als lezer ook zo ervaren.
3
Gedicht Het zal in alle vroegte zijn als toen
5
Gezien en gehoord The life of Pi 6 Kerkelijk en religieus nieuws belicht Congres Apostolaat ter zee Stella Maris Ook de paus is nu voorzien van een ‘high viz’!
8
Maritiem pastoraat in de praktijk Zwevende ziel 11 Timberland 12 Baltic Ace 14 Foto middenpagina Thunderbirds 16 Zeewiersum Een eigenwijs boompje
18
In memoriam Willy van den Heuvel Een van de beste maritieme pastores ooit Interview Dokter David Overbosch neemt afscheid Ramp Een zeemansvrouw klaagt met recht
20 22
25
Mondige werknemer Rol van de rechter bij ontslag wordt verkleind Maritiem pastoraat in de praktijk Internet aan boord is het begin van meer Dominee D.A.G. Hoor Mooi 30 Adressen Maritieme pastores Colofon
31
31
28
26
Meditatie
De Heer is waarlijk opgestaan!
Pasen is een vrolijk feest Met Pasen wordt in de kerk gevierd dat Jezus uit de dood is opgestaan. De onmogelijkheid om zoiets te doen is voor sommigen een bewijs dat het in de kerk om flauwekul gaat. Dominees en priesters die er ook moeite mee hebben, zeggen dat het niet letterlijk moet worden opgevat. Dood staat voor onrecht en lijden. Ondanks alles staat tegen deze narigheid altijd weer iemand op. Het is een mooie uitleg. Zeker als daaraan wordt toegevoegd dat het een voorbeeld is om na te volgen.
Net zoals iedereen begrijp ik zelf ook niet hoe zoiets kan. Daarmee vind ik het echter geen flauwekul. Hoewel ik veel belangstelling heb voor weten-
Diepgang
De schrijver van het Paasverhaal in de bijbel lijkt echter geen voorstander te zijn van deze interpretatie van Jezus’ opstanding uit de dood. Hij schrijft dat de mensen die het graf van Jezus bezoeken door een engelachtig wezen verteld wordt dat hij daar zowel geestelijk als lichamelijk niet is. Jezus is niet figuurlijk maar waarlijk opgestaan.
3
schap en het belangrijk vind om na te denken over het doen en laten van mensen, geloof ik niet dat het in het leven alleen draait om begrip, logica en rationaliteit. Het is volgens mij daarom van groot belang om met de onbegrijpelijke dingen in het leven zo goed mogelijk om te gaan. Mijn ervaring is dat de bijbel daar een hoog niveau in heeft. Het Paasverhaal dat in dit boek staat, maakt duidelijk dat opstanding iets is dat gevierd moet worden. Daar wil ik graag een voorbeeld van geven.
Diepgang
Aan boord van een kust- en rivierschip raak ik in gesprek met een Poolse kapitein. Hij vertelt vol vuur over zijn loopbaan op zee, waarbij hij veel geld verdiende door als kapitein leiding te geven aan wel heel weinig deskundige bemanningen. Of door met chemicaliëntankers door de golf van Aden te varen. Daarbij heeft hij zelfs een piraat kunnen overmeesteren omdat hij had waargenomen dat er geen kogels meer in diens geweer zaten. Hoewel hij de bescheidenheid ruimschoots uit het oog verliest, is het duidelijk dat deze man door zijn durf en flair boven het gemiddelde uitsteekt. Als ik hem vraag waarom hij dan nu kapitein is van zo’n klein oud scheepje, valt hij stil. Na wikken en wegen vertelt hij mij dat hij aan boord ruzie had gekregen met een hwttk. Hij vermoedde dat deze de motor zodanig gesaboteerd had waardoor hij niet meer goed kon manoeuvreren. Dit gebeurde op een groot bunkerschip waarbij hij bijna schade voer tegen een tanker. In de hitte van deze ‘near miss’ werd hij zo boos dat hij de machinist twee rake klappen verkocht. Sinds deze gebeurtenis kan hij geen werk meer vinden bij de bemanningskantoren. Hij had twee jaar thuis gezeten voordat hij dit schip had gevonden. Wanneer je dit voorval rationeel benadert, zou je de stelling kunnen verdedigen dat het ‘logisch’ is dat hij op een zwarte lijst staat. En in een verstandelijk gesprek met de kapitein zou je kunnen proberen hem van het voorval te laten leren.
4
Het punt is echter dat deze man niet zo ver is gekomen in het leven omdat hij eerst tot drie telde voordat hij iets deed. Dan had hij nooit leiding gaan geven aan een onderbetaald vreemdelingenlegioen. Dan had de piraat de tijd gehad om zijn geweer opnieuw te laden. En dan was mijn gesprekspartner waarschijnlijk z’n leven lang een diep ongelukkige stuurman gebleven bij de rederij waar hij ooit begonnen was, de Poolse Stoomschip Maatschappij. Feit is dat hij weer vaart en helemaal in zijn element is. Ook al vaart hij op een schip waar niemand trek in heeft en niet alles volgens de regels verloopt. Hij leeft weer nadat hij veroordeeld was. Ten volle. Hij verheugt zich daarover en vertelde het aan mij. We deelden de vreugde en daarmee was het net Pasen. Léon Rasser
Het zal in alle vroegte zijn als toen De steen is weggerold. Ik ben uit de grond opgestaan. Mijn ogen kunnen het licht verdragen. Ik loop en struikel niet. Ik spreek en versta mijzelf. Mensen komen mij tegemoet – wij zijn in bekenden veranderd. Het zal in alle vroegte zijn als toen. De ochtendmist trekt op. Ik dacht een dorre vlakte te zien. Volle schoven zie ik, lange halmen, aren waarin de korrel zwelt. Bomen omranden het bouwland. Heuvels golven de verte in, bergopwaarts, en worden wolken. Daarachter kristal geworden, verblindend, de zee die haar doden teruggaf. Wij overnachten in elkaars schaduw. Wij worden wakker van het eerste licht. Alsof iemand ons bij naam en toenaam heeft geroepen.
Huub Oosterhuis
Diepgang
Dan zal ik leven.
5
Gezien
en
The Life of Pi
g e h o o r d
Op een gegeven moment zit je in de bioscoop helemaal naar achteren gedrukt in je stoel: met een 3D-bril op je neus word je mee onder water getrokken wanneer het Japanse schip
Diepgang
Tsimtsum midden
6
op de oceaan zinkt. Je hapt naar lucht …!
Wat zich dan ontvouwt is een bijzonder verhaal over een bijzondere schipbreuk van een heel bijzondere jongen met de naam Pi Patel. Want eenmaal boven water en veilig in de reddingssloep blijkt, dat zijn enige gezelschap bestaat uit een aan-
tal dieren. Die dieren bevonden zich ook aan boord, want het was de bedoeling om de dierentuin van Pi’s vader uit India naar Canada te verplaatsen. Binnen de kleine ruimte van de sloep voltrekt zich een gevecht op
leven en dood, waarbij alleen de tijger overblijft. Die zal de komende maanden het enige gezelschap vormen van Pi, geen makkelijk gezelschap. Het wordt een onmogelijk en keihard overlevingsverhaal. Intussen weten we dat Pi een ongewone jongen is, die zich als kind helemaal in de wereld van religie heeft gestort. In weerwil van zijn rationele vader, die godsdienst maar niets vindt, bidt hij tot Vishnu, laat hij zich tot christen dopen en buigt zich een aantal keren per dag naar Mekka. In Pi’s woorden: “Vishnu gaf Christus en door Christus de liefde.” Pi kijkt duidelijk op een heel andere manier naar de wereld en ook naar dieren dan zijn vader. Gaandeweg weet Pi op de sloep met de tijger een soort vriendschap te sluiten. Maar misschien is vriendschap wel een te groot woord, het is een wederzijds respect, het besef elkaar in deze bizarre omstandigheden nodig te hebben. Uiteindelijk weten Pi en de tijger te overleven. Maar dat moment vormt niet het einde van de film. Pi wordt in het ziekenhuis ondervraagd door medewerkers van de Japanse rederij over de omstandigheden van het zinken van het schip en het vervolg van zijn schipbreuk. Dan komt er een verrassende andere versie van het verhaal tevoorschijn – niet minder bizar en hard. Misschien dat dit verhaal wel meer recht doet aan de feiten, maar… wat zijn ‘feiten’? Hoe kun je ooit verwoorden wat er precies gebeurt bij zoiets ingrijpends als een schipbreuk? Daar weten alle mensen die iets verschrikkelijks hebben meegemaakt over mee te praten: hoe kun je ooit woorden vinden om te vertellen wat je hebt gezien en gevoeld? Geloven de mensen wel wat je te vertellen hebt? Is er wel taal die recht doet aan wat er is gebeurd?
Wij kwamen met een zucht uit de bioscoop. Ik ben daarna meteen begonnen in het boek van Yann Martel, waar de film op is gebaseerd. Want moet ieder mens niet in reine komen met de tijger die diep in je verscholen zit? Zei de filosoof Friedrich Nietzsche al niet dat wij mensen wezens zijn die dromen op de rug van een tijger? Zit het leven niet vol van loslaten en afscheid nemen? Zijn verbeeldingskracht en hoop niet de eigenschappen die ons typisch tot mens maken? Het leven mag dan wel een strijd zijn om het bestaan – een zaak van eten of gegeten worden – maar een mens heeft bovendien altijd nog woorden, een verhaal om te vertellen. En voor wie dit allemaal wat te diep vindt gaan: ‘The Life of Pi’ is gewoon ook nog een geweldige film om naar te kijken, met overweldigende beelden en heftige momenten. De tijger kun je bijna aanraken en ruiken. Daarom zal deze film ook zonder 3D-brilletje op een dvd toch zeker de moeite waard zijn. Stefan Francke
The Life of Pi – naar het gelijknamige boek van Yann Martel. Regie: Ang Lee. Met o.a. Irrfan Kahn en Suraj Sharma. Kan ieder moment op dvd verschijnen.
Diepgang
Voor Pi Patel is het een levensvraag: hoe kan ik mijn schipbreuk een plaats geven? Hoe kan ik verder na alle verschrikking? Het verhaal van Pi over de tijger, is een geloofsverhaal. Want
geloof wil meer zien dan kale feiten. Zonder zijn verbeeldingskracht zou Pi niet verder kunnen leven. Door te vertellen over de tijger kan hij in het reine komen met wat er is gebeurd en wat hij heeft gedaan. ‘What happens’ vormt daarbij in de loop van het verhaal een uitdaging aan zijn geloof in Vishnu/God. Hij wordt heen en weer geslingerd. Alles wordt hem afgenomen. Hij daagt God uit. Hij geeft zich over. Hij wil de hoop niet verliezen. Hij blijft dankbaar voor iedere dag dat hij leeft.
7
Kerkelijk en religieus nieuws belicht
High visibility in de maritieme wereld
Diepgang
Paus nauw betrokken bij congres Stella Maris
8
In november 2012 organiseerde de Apostleship of the Sea (AOS) haar vijfjaarlijkse congres. Deze Rooms-Katholieke zeemansmissie, ook bekend als Stella Maris, riep van over de hele wereld haar medewerkers bij elkaar. Honderden vrijwilligers, diakenen en priesters kwamen naar Rome om elkaar te ontmoeten. Thema van het congres was: ‘New evangelization in the maritime world’. Maar waar spraken ze over?
We vragen het aan fr. Bruno Ciceri, sinds 2009 vertegenwoordiger van AoS in het Vaticaan en organisator van het congres. “Een prachtige ervaring.” Fr. Bruno klinkt zeer tevreden als hij vertelt over zijn congres. “Dit was tot nu toe de grootste bijeenkomst. Zoveel mogelijk mensen wilden we naar Rome krijgen.” Met 420 deelnemers uit 70 verschillende landen is hem dat aardig gelukt. Niet alleen uit de kringen van bobo’s en besturen, maar ook uit de werkers en vrijwilligers. Participerend aan een congres dat een behoorlijk ‘high profile’ had. Met een aantal belangrijke sprekers en een privétoer door het Vaticaans museum. En als klapstuk een audiëntie bij de paus. Vooral dit laatste was voor de AOS-mensen een zeer bijzondere gebeurtenis.
dergebracht. Ook weer heel praktisch, door te zorgen dat mensen kleding kregen en door communicatie met het thuisfront te verzorgen. Naast die basispresentie is ‘new evangelization’ volgens fr. Bruno ook dat de AOS in de gaten houdt wat er bijvoorbeeld gebeurt met ontwikkelingen rond de MLC 2006. Gepassioneerd betoogt hij dat implementatie van deze conventie een weg is naar menselijke waardigheid. Hij noemt ook de nieuwe conventie aangaande de visserij. Nogmaals zegt hij:
Diepgang
scheepsbezoek of door transport naar de zeemansclub te verzorgen. Heel praktisch. En te laten zien aan zeevarenden: jij bent welkom. Van Maar congressen zijn er bij bosjes, ook al zijn ze dan lang welk ras of geloof je ook bent.” Het pastoraat van de niet altijd zo opvallend als presentie noemt hij het, het deze. Hoe zit het eigenlijk ‘er gewoon zijn’. met deze ‘new evangelization’? “Het is”, zo begint fr. Als voorbeeld vertelt fr. BruBruno, “niet de bedoeling no over het werk van de AOS zieltjes te gaan winnen. Het na de ramp met de Costa is een hernieuwde poging Concordia. Zelf is hij toen om het evangelie te verkondigen. En dat doe je niet door twee dagen bezig geweest met de opvang van de Zuidpraten en te preken, maar Amerikaanse bemanningsledoor actie en door het vóór te leven. In de maritieme we- den van het cruiseschip, die in Civitavecchia waren onreld bijvoorbeeld door
9
“Goede richtlijnen vormen een betere weg voor mensen.”
Diepgang
‘Er zijn’ is niet vrijblijvend, het betekent professionaliteit. Er wordt door de AOS een trainingsprogramma ontwikkeld, zodat werkers adequater kunnen reageren op de noden van zeevarenden.
10
Fr. Bruno denkt dat in de toekomst meer ‘leken’ en diakenen bij de AOS gaan werken; wereldwijd komt er een tekort aan priesters. Dit mag dan soms een probleem zijn, het biedt ook nieuwe kansen. Ook aan vrijwilligers. Van alles is er nodig: van artsen en advocaten tot schoonmakers van de zeemansclub. Ook jongeren zijn zeer welkom. Op het congres was een aantal leerlingen van zeevaartscholen uit
Frankrijk en Italië. Fr. Bruno wil ze nu al betrekken als scheepsbezoeker en vrijwilliger in de zeemanscentra. Al is het maar om ze voor te bereiden op hun eigen leven als zeevarende. ‘New evangelization’ betekent ook ervaringen te delen en best practices te ontwikkelen. Solidair met elkaar te zijn. Maar de meest bijzondere opbrengst van zo’n congres vindt fr. Bruno niet dat er belangrijke toespraken worden gehouden, maar dat mensen elkaar ontmoeten. Ze leren elkaar kennen. Dat maakt het volgens hem een stuk gemakkelijker ‘er gewoon te zijn’ voor elkaar. En daarmee voor zeevarenden. Nieuw is het pastoraat van de presentie niet. Wel is het een nieuwe aanpak binnen de AoS om scheepsbezoekers
en zeemanspastores zo op pad te sturen in de maritieme wereld. Op zo grote schaal. En in de beste traditie van de scheepsbezoeker: paus Benedictus kreeg tijdens de audiëntie een high viz jekkie aangeboden. Nu zal de Heilige Vader niet gauw over het hoofd gezien worden. Het punt is echter duidelijk: ‘Er zijn’ is mooi, maar elke hernieuwde poging om de goede boodschap voor te leven en te verspreiden moet wel zichtbaar zijn. Zo gingen alle deelnemers aan het AOS-congres naar huis terug – in hun werk terug – met een high visibility jack. Een teken dat ze uitgezonden zijn, de goede boodschappers voor de maritieme wereld. Helene Perfors
Maritiem pastoraat in de praktijk
Filippijnse gedachten rondom het overlijden
De ziel zweeft nog rond Als iemand op een schip komt te overlijden, heeft dat enorme gevolgen voor de rest van de bemanning. Iedereen moet dat op zijn eigen manier verwerken. Daarbij merk je dat verschillen tussen culturen kunnen leiden tot verschil in beleving. Filippijnse bemanningsleden bijvoorbeeld reageren vaak anders dan de Nederlanders. De plek waar de dode zich heeft bevonden, wordt angstvallig door hen gemeden. Hoe komt dat? Wij staken ons licht op bij een Filippijnse collega-pastor in Manila.
Voor nuchtere Nederlanders zijn deze gevoelens wellicht wat lastig te begrijpen. Aan de andere kant: als je kijkt naar de hoeveelheid paranormale programma’s op de Nederlandse televisie en series over vampiers en andere wezens die na hun dood voortleven, valt het met onze nuchterheid misschien nog wel mee – of tegen, het is maar net hoe je het bekijkt. Stefan Francke (met dank aan pastor Rancho Villavicencio)
Diepgang
Allereerst moeten we vaststellen dat de verschillen in gebruiken rond de uitvaart niet zo heel groot zijn. Nadat iemand is overleden wordt zowel in Nederland als op de Filippijnen het lichaam gewassen, netjes aangekleed en in een kist gelegd. Voorafgaande aan de uitvaart wordt er een dienst gehouden. Wat echter wel anders is: bij de meeste Filippino’s heerst het idee dat de ziel van de overledene nog een tijd rondzweeft en kan verschijnen. Dat is geen prettige ervaring en gebeurt vooral ’s nachts en als je alleen bent. Omdat bemanningsleden alleen in een hut slapen, kan men bang zijn voor de nacht. Ook zou de kans van verschijning groter zijn in de ruimte waar iemand is overleden.
De Filippijnse collega-pastor gaf aan dat het belangrijk is om de Filippijnse bemanningsleden met begrip tegemoet te treden. Het is ook de christelijke overtuiging dat een dode niet terugkomt en dat er niet een overgebleven ziel verschijnt. Niet voor niets spreekt de geloofsbelijdenis van een ‘wederopstanding van het lichaam’. Natuurlijk weet niemand zich daar een voorstelling van te maken, maar deze belijdenis wil wel aangeven dat de dode niet als geest zonder lichaam blijft rondzweven. Vaak helpt een tastbaar reinigingsritueel bij de gebedsdienst voor het gevoel dat de plek niet meer door geesten bezet is. Het heeft daarna wat tijd nodig. Na enige weken verdwijnt meestal de angst.
11
Maritiem pastoraat in de praktijk
Timberland Op een maandagavond gaat de telefoon. Het is een scheepsagent. Hij vraagt me om aan boord te gaan van de MV Timberland. Er zijn twee mensen overboord geslagen, waarvan er een reeds dood is gevonden. De bedoeling is dat ik geestelijke bijstand verleen zodra het schip in IJmuiden aanlegt.
Diepgang
Na een oppas te hebben geregeld en me nogmaals heb laten informeren over de ETA, stap ik in de auto. Het haventerrein kan ik niet op. Er staan nog twee mensen te wachten, het blijken advocaten van de verzekering te zijn. Later voegt zich een drietal vertegenwoordigers van het bemanningskantoor uit Noorwegen bij ons gezelschap. Daarna volgt een auto met drie Mr. Bean-achtige Engelsen. Zij zijn van een instantie die het ongeluk nauwkeurig moet beschrijven. Tot slot verschijnt een vertegenwoordiger van het agentschap.
12
We praten een beetje en het blijkt dat de mensen uit Noorwegen om mijn komst hebben gevraagd. Het blijkt dat zij verwachten dat een aantal opvarenden onmiddellijk met mij willen praten. Voorzichtig zeg ik dat het ook zou kunnen dat ze willen slapen. Het is koud en donker en iedereen zoekt de beschutting van zijn auto op. De advocaten, Noren en
Engelsen regelen met hun mobiele telefoon een kamer in het nabij gelegen Holiday Inn hotel. Na uren te hebben gewacht is het bijna middernacht als we aan boord gaan. De loods vertelt heel rustig aan te hebben gedaan, omdat de bemanning er doorheen zit. Aan boord geeft een van de Noorse kantoormensen de opdracht een vergadering te beleggen. De doodvermoeide bemanning die volledig uit Filippijnen bestaat stelt haastig een ruimte beschikbaar, waar we eigenlijk niet inpassen. Er wordt om koffie en thee gevraagd, die ze natuurlijk gaan zetten. Zodra ze de kans hebben vragen ze of er nieuws is over degene wiens lichaam nog niet gevonden is. Als we vertellen dat dit nog steeds niet het geval was, druipt de teleurstelling van hun gezichten af. De vergadering blijkt als doel te hebben de bemanning te vertellen wie wat de volgende dag gaat doen. Daarbij zijn de bezoekers allemaal erg benieuwd naar wat er precies gebeurd is. Als de kapitein het daartoe bestemde formulier voorleest, is het muisstil. Daarna vertrekken de advocaten en Engelsen snel naar het hotel en word ik samen met een Noorse dame naar de crewmess gestuurd.
Daar vertelde zij onhandig hoe vreselijk ze het allemaal vond wat er gebeurd was en dat iedereen met haar en mij kan praten. Er volgt een beleefde stilte. Zelf zeg ik dat het me goed lijkt dat ze met hun familieleden praten en geef iedereen een telefoonkaart. Tot mijn grote verbazing pakt de Noorse dame de kaart van de kapitein af. Ze zegt dat hij hem niet nodig heeft omdat hij gratis vanaf boord mag bellen. Ik antwoord dat voor de zeemansmissie iedereen gelijk is en ik hem graag de telefoonkaart wil geven. Hoewel ik het gevoel heb op glad ijs te zijn, doe ik er nog een schepje bovenop door op te merken dat als het bemanningskantoor financieel zou willen helpen, ik iedereen nog een kaart wil geven. De toestemming komt en ik ben blij dat ik zoveel kaartjes heb meegenomen. Na toe te zeggen terug te komen om een herdenkingsdienst aan boord te verzorgen, vertrek ik.
aan boord kan voltrekken. Dat is niet zo. Daarop krijg ik onmiddellijk de opdracht een Filippijnse priester te gaan zoeken. Mijn uitleg dat de nationaliteit van de priester niet doorslaggevend is doet niet ter zake. Ook de agent krijgt de opdracht een Filippijnse priester te zoeken. Hij vindt er een en mijn hulp is niet meer gewenst. Dat vind ik tot op de dag van vandaag jammer, omdat ik zo geen aanleiding meer heb om aan boord te komen. En daarmee ook niet de gelegenheid heb gekregen om tussen de bedrijven door naar de verhalen te luisteren. Mijn ervaring is dat juist dát iets is, waar mensen veel aan kunnen hebben.
Al met al blijkt volgens mij uit het voorval met de Timberland hoe moeilijk en kwetsbaar het werk van een dominee is. Zoals godsdienst dat is. Met name mensen uit het westen van Europa nemen hun eigen gedachtes daarbij erg serieus. Ook zonder kennis van zaken. Aan de andere kant ben ik blij dat de De volgende dag begin ik met het organiseren werkgever serieus aandacht besteedt aan het ongeval en aan boord gaat. Dat is niet altijd van de dienst. Juist als alles klaar is, krijg ik het geval. een e-mail van een vertegenwoordiger van het bemanningskantoor met de vraag of het Léon Rasser wel een Filippijnse priester is die de rituelen
S
p e t t e r
Meer samenwerking zeemansmissies Maakt het u wat uit wie er aan boord op bezoek komt, een vertegenwoordiger van Stella Maris, Flying Angels, Seamen’s Mission, Community Advocacy for Seaferers Concerns, Mission to Seafarers, Mersey Mission to Seafarers, British and International Sailors Society, Seamen’s House, Seamen’s Club, North American Maritime Ministry Association, het Havenlicht, of de Nederlandse Zeemanscentrale?
Diepgang
De leiding van de Seafarers Christian Friends Society is het opgevallen, dat dit niet vaak het geval is. Daarom hebben ze besloten hun ‘wereldorganisatie’ te laten samengaan met een andere wereldorganisatie, de International Christian Maritime Association. Zo is het bonte gezelschap van scheepsbezoekers en medewerkers van zeemanshuizen iets meer één.
13
Maritiem pastoraat in de praktijk
Baltic Ace
Diepgang
Terugrijdend van een Sinterklaasviering krijg ik een telefoontje van mijn Anglicaanse collega Fr. Stephen Hazlett: “Heb je het nieuws gehoord?” Niet dus. Het blijkt dat eerder op de avond twee schepen op elkaar zijn geklapt, niet ver van de Zeeuwse kust. Eén van de schepen, de Baltic Ace, is binnen een kwartier gezonken. De reddingsactie is in volle gang, nog niet iedereen is gevonden. Een aantal overlevenden is naar Rotterdam gebracht.
14
De ervaring leert dat op zulke momenten geestelijke ondersteuning van groot belang kan zijn. Dat, naast alle instanties die zijn betrokken bij de reddingsoperatie en de opvang van slachtoffers, ook het koopvaardijpastoraat betrokken moet zijn. Voor de mensen die de rampenbestrijding coördineren is dat helaas nog steeds niet vanzelfsprekend. Diaconaal werker Rijk van Lent, die veel contacten heeft, zoekt uit waar de overlevenden van de Baltic Ace naar toe zijn gegaan. En zo komen mijn collega Stephen Hazlett en ik rond 23.30 uur die avond in het Erasmus MC, waar vier mensen op de Spoedeisende Hulp liggen. Volkomen ontredderd, rillend onder warmhoudfolie, nauwelijks beseffend dat ze het hebben overleefd. Zij wel. Die nacht wordt langzaam duidelijk dat er 13 van de 24 opvarenden gered zijn, maar dat er vijf dood uit het water gehaald zijn. Zes mensen blijven vermist. Op onze vraag of de mensen van de Baltic Ace ‘the seamen’s mission’ willen spreken komt
onmiddellijk een bevestigend antwoord. Ze hopen op nieuws als we binnenkomen. Maar ook wij weten niets zeker. Je kan, je mág geen foute informatie geven. Ook kun je niet vertellen dat alles wel goed zal komen als het heel duidelijk is dat het niet goed komt. Valse hoop is wreed. We luisteren naar wat ze kwijt willen. Veel is dat op dat moment niet. Deze mensen die in een kwartier tijd hun leven volkomen overhoop gehaald zien. Die hun vriend en collega in het water hebben moeten achterlaten omdat ze hem de dinghy niet meer in konden krijgen. We bidden met elkaar, om kracht, om een wonder… En zowel Stephen als ik benadrukken dat ze hun best gedaan hebben. Laat ze in vredesnaam niet gelijk al worden opgevreten door schuldgevoel, omdat zij het wel hebben gered. Eén van de jongens is die dag jarig; 22 is hij geworden. Jarig met Sint Nicolaas, de patroon van de zeevarenden. Hoe wrang kan iets zijn.
Het hoofd van de Spoedeisende Hulp is druk bezig kleding bij elkaar te zoeken voor de mannen. Lichamelijk is er gelukkig weinig met ze aan de hand. Als ze opgewarmd zijn, moeten ze weg; de bedden op de SH zijn nodig voor anderen. Ik krijg de agent aan de telefoon, die vanuit Vlissingen de zaak coördineert. Hij vraagt of wij opvang verzorgen. Geestelijk misschien wel, maar materieel niet; hij zal een hotel moeten regelen. Ondertussen is ook de coördinator Crisisbeheersing van de gemeente Rotterdam uit zijn bed gebeld. Het is nuttig om deze meneer te ontmoeten, ook hij weet nauwelijks van het bestaan van het koopvaardijpastoraat. Voor de mannen hoeft hij niet veel te doen; onderdak is al geregeld. Er komt een taxi om ze naar een hotel te brengen. Stephen en ik gaan mee. Gewoon opdat die jongens niet zomaar worden gedumpt door een taxichauffeur die uiteraard van niets weet. In het hotel wachten we bij de receptie totdat ze allemaal een kamer hebben. Dat ze wat kunnen gaan rusten. Van slapen zal wel niet veel komen. De volgende dag gaat Rijk van Lent kleding kopen met de vier in Rotterdam. Ze hebben immers niets meer. Ook zorgt hij er voor dat ze met hun familie kunnen skypen en op Facebook kunnen melden: ‘Ik ben er nog’. Stephen kan door zijn aanwezigheid tot steun zijn als er met de advocaat van het bedrijf wordt gesproken. Stamco Ship Management verleent alle medewerking. Voorzichtig komen er wat verhalen los.
Ze zijn snel weg, de jongens, gauw naar huis. Er is geen tijd meer om gezamenlijk op liturgische wijze stil te staan bij dit ongeluk. Maar de zondag na de ramp is er tijdens de dienst in het Zeemanshuis een moment van herdenking. We steken een kaars aan en we noemen de namen van de mensen die het niet hebben gered. We steken een kaars aan voor hun familie en vrienden, voor hun collega’s. En we steken een kaars aan voor de overlevenden. Zij moeten verder met hun leven. Er verschijnt een foto van in de krant, het is goed dat de buitenwereld ziet dat dit gebeurt. Dat er een licht ontstoken kan worden. Zelf heb ik de dagen erna een heel kort lontje. De ervaringen hebben diepe indruk op me gemaakt. Graag had ik meer willen doen. Maar ik ben in mijn overtuiging gesterkt dat we er moeten zijn. Een actieve presentie. Zodat er een vertrouwensbasis wordt gelegd en de verhalen los kunnen komen. Werkelijk een licht kan worden ontstoken. Inmiddels is er een besloten Facebookgroep waar een aantal overlevenden en een pastor elkaar ontmoeten. Helene Perfors
Diepgang
Ondertussen word ik platgebeld door de media. Het Algemeen Dagblad, Radio 1. Of ik contact kan leggen met de overlevenden. Of ik een interview zou kunnen regelen. Of ik op de radio kan vertellen hoe het is gegaan die nacht. Ik probeer keurig af te wimpelen, maar laat nog genoeg los om ‘geciteerd’ te worden. Dit is beslist ongemakkelijk. Hoe zou ik iets
kunnen zeggen over de gevoelens en ervaringen van anderen – mocht dat al kunnen met het ambtsgeheim dat ik heb? Vooral het focussen op de emotie en de sensatie hindert me.
15
Diepgang 16
Van alle kinderwensen is die van het idee om een redder in nood te zijn misschien wel de allergrootste. Als die droom blijft hangen, word je, als je groot ben, misschien wel dokter, evangelist of vrijwilliger bij de reddingsmaatschappij. Je bent pas echt groot als je begrijpt dat je dan soms ook faalt. Maar nog groter als je kunt blijven dromen deel uit te maken van de bemanning van een Thunderbird!
Diepgang
17
Zeewiersum
Een eigenwijs boompje Er staat een dun, eigenwijs boompje naast ons schip. Het staat met zijn iele stammetje op een deel van de beschoeiing, met zijn wortels in het zoute water. Ik denk dat het een mangroveboompje is, want welke boom
Diepgang
kan er nou nog meer in zout water
18
groeien? Het boompje straalt een zekere mate van onverzettelijkheid uit alsof het zegt: “ik heb overal maling aan”.
Het trotseert alle haastige menselijke activiteiten op het haventerrein, het heeft lak aan het feit dat om hem heen alles van asfalt, beton en staal is. Het jonge boompje staat daar een beetje naïef te zijn. Het hóórt daar niet! En toch, het is heel verfrissend te zien dat niet iedereen zich houdt aan de door de mens opgelegde werkelijkheid. Terwijl ik mijn camera laat acclimatiseren voordat ik er een foto van kan maken – in de tropische hitte is de lens beslagen – denk ik aan een goede kennis. Eigenlijk meer een goede vriend die ik een groot deel van mijn leven ken (en om de identiteit te beschermen zou ‘hij’ net zo goed ook een goede vriendin kunnen zijn). Hij of zij is een type die op zijn zachtst ge-
smartphone op zijn werk kreeg, heeft hij beleefd geweigerd. “Ik hoef niet vierentwintig uur online te zijn, dat kan ik helemaal niet. Geef mij maar een prepaid telefoon,” was zijn logische redenatie. Die vriend van mij is een eigengereide persoonlijkheid. Iemand die anders durft te zijn dan de massa. Iemand die veranderingen voorstaat en daar dan ook zelf mee begint. “Het moet niet persé Hij stond al jong op de baranders, het moet beter”, ricaden om te protesteren teplacht hij te zeggen. Toch is hij gen de aanleg van een, in zijn er zich van bewust dat dit niet gaat ogen, zinloze autoweg. Hij was zonder je hoofd boven het maaiveld uit te klassenvertegenwoordiger op de middeldurven steken. “In de haven is het schip bare school; hij was bij zijn leraren beducht om zijn scherpe oordelen. Later liet veilig, maar dat is niet waar het voor is gebouwd”, zegt hij dan. Eerst dacht ik dat hij zijn stem horen in de politiek, op zijn werk, op straat en in de krant. Steeds met hij dit zelf verzonnen had, maar later kwam ik er achter dat hij het heeft van een opbouwende toon en vaak tegen de William Shedd, een Amerikaans theoloog. stroom in. Daarmee is het natuurlijk niet minder Hij gaat voor kwaliteit in plaats van kwan- waar en stiekem zou ik ook wel een beetje titeit. Hij gelooft in duurzaamheid, gelijke zoals hij willen zijn. rechten voor man en vrouw en in harmonie met je omgeving leven. Hij staat mild, Grappig dat zo’n klein eigenwijs boompje, maar ook kritisch tegenover andere cultu- dit allemaal in je naar boven kan brengen. Ik controleer mijn lens en stel vast dat de ren, godsdiensten, ideologieën; immers, condens verdwenen is. Vanaf de brugvleuwie heeft de waarheid in pacht? gel vang ik het boompje in de zoeker en druk af. Laatst vernam ik dat hij zijn Facebook account heeft opgezegd, ‘teveel oppervlakKees Wiersum kigheden’, zo stelt hij. En toen hij een zegd opvalt. Hij (en vanaf nu laat ik het ‘of zij’ weg) heeft bijvoorbeeld een paar maanden in een Boeddhistisch klooster geleefd, zomaar, om te onderzoeken wie hij eigenlijk is. Maar ook Hindoetempels of een dorpskerkje in Groningen zijn hem niet onbekend. Hij heeft de hele wereld afgereisd omdat hij vond dat Nederland niet het middelpunt kan zijn.
Diepgang 19
In memoriam
Willy van den Heuvel s.c.j. 28 april 1937 – 17 september 2012
‘Ginne hendige’, maar een prachtige pastor!
Diepgang
Op 17 september 2012 is Willy van den Heuvel s.c.j. overleden. Zijn heengaan betekent een groot verlies voor het apostolaat ter zee.
20
Willy van den Heuvel was pastor voor het Apostolaat ter Zee ‘Stella Maris’ in Rotterdam, van 1984 tot 1996. Over deze periode wil ik graag iets vertellen. Willy kwam uit Brabant en was ‘ginne hendige’. In Rotterdam zouden ze zeggen: ‘iemand die weet wat hij wil’. Toen hij kwam, hadden Stella Maris en het Protestants Koopvaardijwerk net hun zeemanshuizen verkocht aan de Stichting Zeemanshuis Rotterdam. De pastores stonden op straat, dat wil zeggen in de haven. ‘Daar zijn we dan ook op onze plaats’, moet Willy gedacht hebben en hij begon zeevarenden te bezoeken, waar ze werkten en woonden, op de schepen.
Dag in dag uit was hij op pad. Overdag aan boord, ’s avonds in de club en in het weekend in het zeemanshuis. Door de week hield hij veel katholieke kerkvieringen aan boord en in het weekend trok hij van harte met Jaap Bakker de kar bij de oecumenische diensten. “Wij zijn geen zeemanskerk. Wij ‘doen’ alleen op zondag dienst. De zeevarenden gaan uiteindelijk allemaal weer naar huis, naar hun eigen kerken, zoals ook de voorgangers. Dus verlenen we alleen een tijdelijke oecumenische en inspirerende dienst.” Deze samenwerking was uniek in de wereld. Uniek door zijn eenvoud. We hadden drie afspraken: We gaan twee aan twee voor. We leveren kwaliteit. En we nemen elkaar niet de maat. Er werd dus niet gediscussieerd tussen de voorgangers van al die zeemanskerken in Rotterdam. En ze deden allemaal mee: oecumene in optima forma. En het ‘mocht’! Er is nooit een officieel protest van boven gekomen, van geen enkele deelnemende kerk. Ja, een keer kregen we een brief uit Rome. “Kijk!”, zei Willy, “daar staat geen dossiernummer op. Dat is dus geen officiële brief.” Later heb ik voor deze wijze vorm van omgaan met gezag en macht de term ‘Rooms rommelen’ uitgevonden. Ik zou willen dat dit vaker en in meer kerken gemeengoed werd… Willy was een lieve man. Onze kinderen liepen met hem weg. De dames van de Vereniging Maritiem gezinskontakt (VMG) ook. Dit gebeurde letterlijk één keer per jaar. Dan werd Willy door hen in de nieuwe kleren gestoken. Zo kon hij er weer een jaar tegen. Willy hield van zijn werk. Het liefst was hij aan boord van de schepen en in de clubs. Daar leerde hij bier tappen, de bar schoonmaken en in de busjes rijden. Alleen op vrijdag nam hij een vrije dag en ging hij fietsen. Of hij de illusie had dat hij daarmee de kwalijke gevolgen van het roken kon overwinnen, weet ik niet. Stug bleef hij zware Gauloises roken. Maar niet op kantoor of wanneer anderen er last van konden hebben. Terugkijkend denk ik dat Willy een nieuwe vorm van pastoraat uitgewerkt heeft: door het kolenstof heen naar de schepen! De zeevarenden opzoeken in plaats van te wachten tot ze zelf komen. Het is heel simpel: Geen pastoraat zonder scheepsbezoek!
Toon van de Sande
Diepgang
Hoe zou hij in deze tijd van internet, chat, sociale media zijn pastoraat vorm gegeven hebben? Ik denk dat ik geloof dat ik zeker weet dat zijn advies zou zijn: ‘Ga naar ze toe en kijk ze in de ogen!’ De rest komt dan vanzelf…
21
Interview met David Overbosch
Dokter David Overbosch neemt afscheid
Van het genezen van ziektes naar het beperken van risico’s. Op 12 december 2012 nam dokter David Overbosch afscheid als directeur van de Travelclinic in
Diepgang
het Havenziekenhuis te Rotterdam. Vanaf 1996 voelde hij zich als ‘een vis in het water’ in deze
22
wereld van tropische ziekten, parasieten, vaccinaties en andere zaken waar reizigers en werknemers in het buitenland mee te maken hebben. Drie speerpunten waren kenmerkend voor zijn medische loopbaan: zorg, onderzoek en onderwijs. Daarvan hebben vele patiënten
geprofiteerd, artsen-in-opleiding en ook bedrijven, die ook steeds meer om advies vragen. Zij willen de gezondheidsrisico’s van hun personeel beperken. ‘In het Havenziekenhuis zeggen we nooit nee tegen een zeeman,’ is het motto. Ik stelde dr. Overbosch op zijn oude werkkamer een aantal vragen.
Zijn er in de afgelopen jaren bijzondere doorbraken geweest in de tropische of reizigers-geneeskunde? Op een gegeven moment hielpen de oude medicijnen niet meer tegen malaria (de parasiet was resistent geworden), maar gelukkig zijn daar uitstekende nieuwe medicijnen voor. Daarnaast zijn er ook veel nieuwe vaccins ontwikkeld. Er zijn allerlei nieuwe soorten hepatitis en daarvoor zitten gelukkig nieuwe vaccins in de pijplijn. De grootste verandering is echter: vroeger waren we vooral bezig waren met ziektebestrijding (disease management), nu richten we ons veel meer op het beperken van de gezondheidsrisico’s (risk management). Als je naar het buitenland gaat, loop je nu eenmaal risico, dat is niet anders. Maar je kunt wel proberen die risico’s te verminderen. Kijk, er zijn nog steeds mensen die zeggen ‘een jenevertje is genoeg tegen malaria’, maar zo werkt het natuurlijk niet. Ook wachten mensen soms veel te lang om naar de dokter te gaan als er iets bijzonders aan de hand is. Daar moeten we ons nog meer bewust van worden. Gelukkig zien we dat er in bedrijven steeds meer aandacht komt voor preventie en advies.
Waar moeten baggeraars vooral op letten? Geslachtsziekten blijven natuurlijk een gevaar. Op dat punt zien we geen afname en vormen HIV-besmettingen een groot probleem. Wat me ook opvalt, is dat de gemiddelde leeftijd van de werknemers omhoog gaat. Er is natuurlijk genoeg instroom van jongeren, maar toch kruipt de leeftijd omhoog – misschien heeft dat met de crisis te maken. Hoe dan ook, met een hogere leeftijd nemen ook de risicofactoren toe. Er wordt natuurlijk nog steeds flink gerookt en ook erg goed gegeten aan boord van een baggerschip. Ik zeg dat met een glimlach, maar wel met een serieuze ondertoon. In mijn onderzoek probeer ik daar op in te spelen: mensen moeten geprikkeld worden om maatregelen te nemen, niet al-
Diepgang
Ik ben zelf als pastor werkzaam bij de baggeraars. Wat zijn daar de risico’s? Vanouds staan ongevallen, zoals verdrinking of onderkoeling en elektrocutie, bovenaan als grootste risico’s. Voor dat laatste zijn er nu op veel schepen AED’s geïnstalleerd, apparaten waarmee je in kunt grijpen bij een hartstilstand. Dat is een belangrijke ontwikkeling.
Maar wij proberen ook verder te denken. Hoe komt het bijvoorbeeld dat een Nederlander in het buitenland twee keer zoveel kans heeft om hart- of vaatproblemen te krijgen dan wanneer hij in Nederland blijft? Dat zal te maken hebben met stress en een wellicht wat minder regelmatig leven. Maar het grootste verschil is dat we er in Nederland sneller bij zijn als er zich een probleem voordoet. Daarom proberen we de keten van opvang in het buitenland te verbeteren. We proberen de EHBO binnen het bedrijf zo goed mogelijk toe te rusten. Werknemers moeten onder andere een fietsproef ondergaan, zodat we van te voren al weten of er risico’s zijn. Nogmaals: risico’s horen bij het leven, die moet je ook durven nemen – maar je moet wel weten waar je aan begint.
23
leen met goede voornemens, maar ook met een realistisch plan. Nogmaals: wij zijn niet alleen meer ‘de huisarts voor de wereldreizer’, de patiënt moet zich bewust zijn van de risico’s. Na zijn pensionering blijft dr. Overbosch nog wel, zij het op bescheidener schaal, werkzaam voor het Havenziekenhuis. Daarnaast zal hij zich inzetten voor een project in een aantal
townships in Zuid-Afrika. Hij zit ook in het bestuur van Kasteel Huis Bergh bij Arnhem. En gelukkig zal hij wat meer tijd hebben voor de kleinkinderen. Wij bedanken dr. Overbosch voor zijn bijzondere betrokkenheid bij het maritieme leven en wensen zijn opvolger dr. van Genderen veel succes. Stefan Francke
S Protestantse Kerk bezint zich op het koopvaardijpastoraat Zolang er zeelieden zijn die niet alleen werken op de schepen maar er ook geruime tijd wonen, zolang is het koopvaardijpastoraat van belang. Dat werd nog eens bevestigd op de landelijke conferentie van koopvaardijpastoraten, afgelopen november. Wim van Til, oud-medewerker van de Protestantse Kerk verzorgde daar een presentatie. Hij vertelde over de ervaringen die hij opdeed in tien interviews met bestuurders, werkers en vrijwilligers die in de haven inhoud geven aan de missie van de kerken. Zo is en blijft het doen van scheepsbezoek prioriteit nummer één. Dit ondanks dat het steeds moeilijker is om aan boord te komen wegens veiligheidsvoorschriften en de toegenomen werkdruk aan boord waardoor zeelieden niet zo makkelijk tijd vrij maken om de pastor te ontvangen.
Diepgang
Het koopvaardijpastoraat bewijst zijn grote belang in onder meer crisissituaties zoals opname in het ziekenhuis of een sterfgeval aan boord. Ook de zeemanshuizen blijven in een duidelijke behoefte voorzien.
24
De deelnemers aan de conferentie gingen met elkaar in gesprek over waar het koopvaardijwerk zich de komende jaren op dient te focussen. Dat leverde een duidelijk verhaal op: er vanuit het evangelie zijn voor mensen die vaak heel lang van huis zijn. Hoewel zij dankzij de moderne media als Skype, mobiele telefonie en e-mail vaak wel contact hebben met het thuisfront, neemt de heimwee niet altijd af.
p e t t e r
Drama!
Joke van den Dool
Diepgang
Wat, of wanneer is iets een drama? Een drama kan natuurlijk rampzalig zijn. Dat er echt iets verschrikkelijks gebeurt, een bak met ellende. Met een puberdochter in huis is alles al snel een drama en elke gebeurtenis al rampzalig! Hoe kan ik nu weten hoe het voelt als je je lipgloss kwijt bent, of je net de verkeerde kleur broek aan hebt en de jongen op wie je verliefd bent je niet eens aankijkt? Tja, wat weet ik daar nu van? Ik ben tenslotte alleen maar met je vader getrouwd. Het kind kan ook niet wachten om naar de middelbare school te gaan want dan krijgt ze het vak drama. Ik heb al zo vaak gezegd: “schat, het is hier in huis 24/7 één groot drama!” In elke klas, vanaf kleuterschool tot …? heb je wel een ettertje in de klas, die alleen maar rottigheid uithaalt, de juf gek krijgt, elke week minstens 2x na moet blijven en andere kinderen pest. Weet je wat in zo’n geval echt een drama is? Dat ik de moeder van zo’n rampenplan ben! Mijn man zegt altijd dat het wel meevalt. Groot gelijk, op afstand lijkt alles ook minder erg. Dat komt misschien omdat wij (ik denk dat ik voor veel zeemansvrouwen spreek) de scherpe randjes van een verhaal afschaven en er een flinke dosis humor in verwerken of in het ergste geval hele stukken waarheid weglaten. Dan lijkt het inderdaad minder erg. En voordat manlief weer voet op Nederlandse bodem zet is het vaak al opgelost, achter de rug en klaar! Volgens Wikipedia is drama ook een album van Yes uit 1980. Of een CD van Bananarama uit 2005. Dat is pas echte drama! Wellicht denken jullie na het lezen van bovenstaand literair hoogstandje: Dat is pas een drama! Dan heb ik in ieder geval het onderwerp van deze Diepgang goed uitgewerkt!
25
Diepgang
De mondige werknemer
26
De arbeidsrelatie, tussen werkgever en werknemer, is een bijzondere relatie. Beter kan gesproken worden over een gezagsverhouding. De werkgever heeft de bevoegdheid de werknemer bij de uitvoering van het werk instructies / aanwijzingen te geven. Een werknemer ver-
huurt zijn lijf & leden en zijn denkvermogen aan een werkgever. In ruil voor de bedongen arbeid ontvangt hij loon (in de zeevaart gage). Dat de relatie niet altijd goed loopt is geen nieuws. Wanneer een werkgever of de werknemer zich niet aan de gemaakte afspraken houdt, ontstaat er al
gauw een arbeidsconflict. Met alle gevolgen van dien. Dat een doorsnee werknemer steeds mondiger is zal ook geen schokkend nieuws zijn. De tijd dat in onze westerse wereld Jan met de Pet (eigenlijk bedoel ik Jan de Zeeman) bij de directeur moet komen
en schoorvoetend z’n pet afneemt is voorbij. Conflicten ontstaan op velerlei wijzen. Een conflict over primaire (het loon)of secundaire arbeidsvoorwaarden is meestal direct zichtbaar en voelbaar. Lang niet altijd is de oorzaak echter duidelijk zichtbaar en ligt een directe confrontatie tussen werkgever en medewerker ten grondslag aan een verstoorde verhouding tussen beide. De functie en de arbeidsrelatie van een kapitein aan boord uitzonderlijk. Immers hij is werknemer en werkgever tegelijk. Aan boord vertegenwoordigt hij de rederij. Hij kan een werknemer in dienst nemen en ontslaan. Toch dient hij tegelijkertijd ook het gezag van de werkgever te volgen. De werkgever is immers de baas; de werkgever bepaalt of er van A naar B wordt gevaren. Over de rol van de kapitein zal ik niet verder uitweiden.
collega’s aan boord kan een dringende reden opleveren. Om over diefstal, roekeloos gedrag en dronkenschap aan boord maar niet te praten. Maar pas op. Als de werkgever toch afscheid van u wilt nemen: het nieuwe kabinet is voornemens te gaan sleutelen aan het ontslagrecht en de WW-uitkering.
Nu kan een ontslagprocedure nog lopen via het UWV of de kantonrechter. Het kabinet wil de mogelijkheid van de kantonrechter schrappen. Werkgevers moeten dan altijd advies vragen bij het UWV, maar dat is niet bindend. Een ontslagen werknemer kan vervolgens alsnog naar de rechter stappen. Die bepaalt Soms grijpt de werkgever naar de zwaarste sanctie: ont- of iemand een vergoeding slag op staande voet. Een on- krijgt. verwijlde opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens U bent dus gewaarschuwd. dringende reden. Er moet dan Dat neemt niet weg dat de wel een objectieve dringende werkgever en de werknemer reden aanwezig zijn, zodanig zich aan de gemaakte afspraernstig dat van de werkgever ken moeten houden. Doen zij dat niet dan kan de andere redelijkerwijs niet kan worpartij hierop aangesproken den gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voorduren. worden. De werknemer kan ook te rade gaan bij de OnEen werknemer die tegen zijn dernemingsraad van de onwerkgever iets zei over een … derneming (als die er is). Een verstoorde arbeidsrelatie ligt brief was volgens de kantonrechter onterecht op staande soms op de loer. Maar ja, alles voet ontslagen. De werkgever op z’n beloop laten is ook geen optie. moet wel tegen een stootje kunnen, zo stelde de kantonJos Hilberding rechter. Het voortdurend beledigen van de werkgever of
Diepgang
De werkgever heeft een zorgplicht jegens de werknemer. Dus moet hij duidelijke afspraken maken over de arbeidsovereenkomst, het loon, werktijden, et cetera. Kortom de werkgever moet goed voor de werknemer zorgen. Daar komt bij dat de werknemer in Nederland rechtsbescherming geniet. Gelukkig maar is de werknemer, door gebruik van e-mail en internet, mon-
diger geworden. Iets waar een werkgever toch ook blij mee mag zijn. Of niet soms? Een werknemer die zijn gage (of zijn maandbrief) niet op tijd betaald krijgt, die niet op tijd wordt afgelost of die door zijn verlof heen is en niet aan boord geplaatst wordt, klaagt terecht bij zijn werkgever (of via zijn vakbond). Een arbeidsconflict kan ontstaan, met alle gevolgen van dien. De arbeidsverhouding, of beter gezegd machtsverhouding komt dan onder druk te staan. Samen moet er een oplossing gevonden worden. Lukt dat niet dan blijft de kans bestaan dat de werknemer zelf vertrekt of de werkgever het vertrek forceert.
27
Maritiem pastoraat in de praktijk
Internet aan boord is het begin van meer
Diepgang
De meest vervelende scheepsbezoeken die ik als havendominee doe, zijn die aan coasters
28
met chagrijnige Polen. Ze duren gelukkig maar kort want met een lage mate van subtiliteit wordt mij bij de gangway duidelijk gemaakt dat ze ‘niks nodig’ hebben.
Daar tegenover staan de veelal Aziatische zeevarenden die soms letterlijk staan te springen en te juichen als blijkt dat ik een chipkaartje voor hun mobiele telefoon of laptop bij me heb. De beleefden onder hen reageren opgelucht als ik in de messroom zeg dat ik mijn koffie wel even alleen opdrink als ze graag willen gaan bellen, Skypen of Facebooken. Een gesprek met hen is namelijk net zo interessant als met iemand die heel nodig naar de WC moet. De minder beleefde zeevarenden laten mij gewoon zonder enige versnapering achter in hun vaak weinig smaakvol ingerichte en achterstallig onderhouden ‘recreatieruimte’ of ‘rookkamer’. Het begin van de meeste scheepsbezoeken houdt gelukkig het midden tussen deze twee uitersten. Dan kan ik dat doen wat ik graag doe en waar ik voor geleerd heb: de mensen aan boord de gelegenheid geven dingen van zich af te praten. Daarbij zijn, naast de uitnodiging voor de zeemansclub, de telefoon- en internetkaartjes een manier om een gesprek te beginnen. Deze binnenkomer is zo handig, dat mij een angstgevoel bekroop toen ik merkte dat met name op Scandinavische tankerschepen allerlei communicatieapparatuur aan boord kwam. Zou er nu nog wel belangstelling zijn voor de zeemansmissie als hun telefoon- en internetfaciliteiten niet meer van belang zijn? Zou de bemanning nog zitten te wachten op een bezoek van een havendominee?
Ieder schip heeft een dubbele bemanning. Jaarlijks wordt de helft van de leiding van elk schip uitgenodigd voor een kerstdiner bij de familie. Bij dit gesprek willen de eigenaren uit de eerste hand horen op welke manier de kwaliteit van leven en werken aan boord verbeterd kan worden. Eén van de uitkomsten is dat iedere zeevarende beschikt over internet in zijn hut en op kosten van de rederij honderden minuten per maand naar huis kan bellen. Interessant is dat ik op de schepen van de ‘Swanrederij’ buitengewoon welkom ben. Als ik aan boord ben, beginnen mensen een gesprek alsof ze me al een beetje kennen. Dat ze verzadigd zijn van al het vriendenen familienieuws moet daarbij een rol spelen. Minder dan gemiddeld kan ik mijn gesprekken op de automatische piloot voeren omdat zaken diepgaander besproken worden. Verder valt me op dat de bemanningsleden, ondanks hun verschillende achtergronden, ook onderling met elkaar praten. Misschien wordt bij het personeelsbeleid ook gelet op de sociale vaardigheden, maar het kan ook zijn dat ze getraind worden. Dan wordt natuurlijk ook uitgelegd dat je je voordeel kan doen met een gesprek met een pastor. Feit is wel dat bij een rederij die meer dan gemiddeld oog heeft voor het welbevinden van zijn bemanning, het beschikbaar stellen van telefoon en internet maar een onderdeel is van haar welzijnsbeleid. En op zo’n schip kom ik graag. Natuurlijk ook een beetje omdat het eten daar dik voor elkaar is! Léon Rasser
Diepgang
De rederij met de beste faciliteiten aan boord komt uit Denemarken. Hun schepen voeren de naam met variaties op Swan. Als ik mij goed heb laten informeren zijn zij van een familiebedrijf die het voortbestaan van de rederij en kwaliteit op een hoger
plan heeft staan dan winstmaximalisatie.
29
A an de grond
Mooi
Diepgang
Naar mijn bescheiden mening is het leven vaak mooi. Rond de Kerst was ik op wintersport en als je dan na een paar ritten in een gondel boven staat, een strakblauwe lucht en sneeuw op alle toppen ziet, dan word je wel gedwongen letterlijk en figuurlijk stil te staan. Dan kun je gewoon genieten om het genieten. Dan lijken dagelijkse details minder belangrijk en zuig je simpelweg de natuur op. Dan merk je hoe je eigen nietigheid toch een plek heeft op deze aardbol. Want iemand moet toch dit kunnen zien om er van te genieten?
30
En misschien is dit wel – een tikkie filosofisch – een probleem van deze tijd. Kunnen we nog wel kijken, ruiken en luisteren naar onze echte om-
geving? Zijn we nog in staat als we niet meer op een schermpje zitten te staren, of onze RSI-vingers over toetsenborden vliegen, waar te nemen en waarderen wat we – ik realiseer me met name in de omgeving waar wij leven – allemaal hebben? Onze ongelooflijke rijkdom zit niet in de nieuwste iPhone of BlackBerry maar wat we hebben om ons heen, de vrijheid en de tijd om die te hebben om ergens van te kunnen genieten. Over heel veel andere zaken zoals oorlog, eten of natuurrampen hoeven wij het niet te hebben. Met al die tijd over kan het toch niet zo moeilijk zijn te genieten van wat we wel allemaal hebben? En dat oprecht te waarderen? Zouden we ook eens kunnen relativeren waar het in het leven om gaat? Een paar weken gelden was ik uitgenodigd voor een viering en eredienst ter bevestiging
van de nieuwe pastor van de SPWO. Helaas kon ik niet maar heb wel gehoord hoe het geweest is. In de Pelgrimvaders kerk te Delfshaven, Rotterdam werd hij in aanwezigheid van zijn gezin bedankt en welkom geheten. Een mooie gelegenheid waar ook zijn vorige gemeente uit Middelburg aanwezig was en met veel warmte en waardering sprak en liet blijken hoe Stefan Francke – zo heet hij – vele jaren in de Protestantse gemeente Hofpleinkerk aanwezig geweest is. Zomaar twee momenten die ik met de lezers van Diepgang wilde delen. En ook om Stefan succes en plezier te wensen in zijn nieuwe roeping. Ik twijfel er niet aan dat hij ons zal helpen om nog meer stil te staan bij het leven. En dan is het aan ons dit ook te willen zien ... Dominee D.A.G. Hoor
Diepgang
Adressen maritieme pastores Nederlandse Zeemanscentrale
M TIE
PASTORAA T
TAALBLAD M AR KW
I AR
MOERDIJK
Ds. H. van der Ham Stooplaan 26 3311 DM DORDRECHT Tel. 078 - 613 82 80 / 06 - 53 59 63 80
[email protected] ROTTERDAM
Ds. Helene Perfors ds Th. Rijckewaerdstraat 6 3232 AK BRIELLE Tel. 081 - 41 67 51 / 06- 53 67 92 65
[email protected]
Rijk van Lent
De foto op de voorkant is gemaakt door iemand die dit officieel niet mocht doen. Foto’s kerkelijk nieuws belicht: Lawrence Whiting (AoS Australia) en John Green (AoS UK)
Diaconaal werker Tel. 06 - 53 67 92 62
[email protected] AMSTERDAM
Ds. Léon Rasser Veembroederhof 164 1019 HC AMSTERDAM Tel. 020 - 669 00 65 / 06 - 22 09 03 34
[email protected] GRONINGEN
Fr. Sergi (Sven) Standhart J.W. Frisostraat 45 9717 EM GRONINGEN Tel./fax 050 - 312 71 78 / 06 - 29 29 69 30
[email protected]
Apostolaat ter Zee Stella Maris Secretariaat: Willemskade 13 3016 DK ROTTERDAM Tel. 010 - 413 31 09
Pastoraat Werkers Overzee Ds. Stefan Francke Parelduikerhof 8 4332 DA Middelburg Tel. 0118 - 65 18 88 / 06 - 37 00 84 32
[email protected]
colofon Diepgang is een gezamenlijke uitgave van de Nederlandse Zeemanscentrale en de Stichting Pastoraat Werkers Overzee Redactie Kees Dijkman (tekstcorrectie), Joke van den Dool, Jos Hilberding, Simon Hoek, Hans Luesink, Annemieke Ooms (tekstcorrectie), Helene Perfors, Léon Rasser (hoofdredacteur), Liesbeth Visser en Kees Wiersum Redactieadres Veembroederhof 164, 1019 HC Amsterdam Oplage 2000 Verspreiding Nederlandse koopvaardij-, bagger- en diepzeevisserijschepen, Nederlandse zeemansclubs en abonnementen Lay-out en opmaak Impressie grafische vormgeving (Anja Verhart), Gouda Druk Drukkerij Rijpsma, Rozenburg ISSN 1567 - 3472 Een abonnement op Diepgang is mogelijk door donateur te worden (voor minimaal 20 euro per jaar) van de Nederlandse Zeemanscentrale, Willemskade 13, 3016 DK Rotterdam ING 144030 (ook voor giften en donaties)
Nederlandse Zeemanscentrale Willemskade 13 3016 DK Rotterdam www.nederlandsezeemanscentrale.nl
Stichting Pastoraat Werkers Overzee Parelduikerhof 8 4332 DA Middelburg www.spwo.nl