NT00382_1
Nadere Toegang op de inv. nr. 1 uit het archief van de Nederlands Hervormde Gemeente Nederlangbroek, 1640-1967 (382)
H.J. Postema Juli 2013
Inleiding
Van de hervormde gemeente te Nederlangbroek zijn de kerkenraadsnotulen bewaard gebleven sedert 1640. Het eerste deel van deze serie acta loopt over de periode 1643-1743, derhalve 100 jaar. Deze zijn in dit document integraal getranscribeerd.
2
Transcriptie
Kerckelicke Handelingen in de Gereformeerde Christelicke Kercke tot NederLanghbroeck zedert den jare Christi 1640
In den jare Christi 1640 op den 13. Decembris is Andreas Essenius, bij den EE Classe van Rhenen ende Wijck, met consente ende approbatie der Ed: Mog: Heeren de Staten des Lants van Utrecht, ende op het v[er]soeck der Gemeijnte, tot den Kerckendienst van Neder-Langhbroeck alvorens beroepen zijnde, in den selven dienste bevestight geworden door den E. D. Cornelium de Leeuw Predicant tot Wijck. Dese is gekomen in de plaetse D. Johannis Dungani dewelcke gekomen was in de plaetse D. Christiam ab Oij, dewelcke gekomen was in de plaetse D. Alberti Johannis, dewelcke gekomen was in de plaetse D. Antonij van Bemmel die het Pausdom v[er]laten hebbende de eerste gereformeerde Predicant alhier geweest is. Ten eijnde des selven jaers 1640 waren hier 18. communica[nten] Anno 1641. zijn met toestemminge der Gemeijnte tot assistentie van den Predicant in de opsichte over de selve bij provisie gebruijckt geworden de Broederen Jan Gijsbertsz van Schaijck ende Hendrick Berentsz van Waveren. Ende tot de besorginge der Armen Jan Jansz Timmer ende Cornelis Volckertsz Timmerman. Hier na is aen den Ed. Classem van Rhenen ende Wijck v[er]socht dat alhier met haer EE. advies een formele Kerckenraet soude mogen worden gesteld. Welcke sake tot v[er]scheijde malen overleijt zijnde is toegestemt den 21. Junij 1642. In den jare 1641 zijn in dese Gemeijnte 15 kijnderen gedoopt Ten eijnde des selven jaers waren 30. communicanten. Van de welcke men naerder kan sien, gelijck als oock van de getrouden, in het boeck daer van zijnde. Den 28. Junij 1642 zijn de EE. Broederen D. Cornelius Diemerbroeck ende D. Justus Heurnius Predicanten respective tot Rhenen ende tot Wijck als gedeputeerden des Classis, mitsgaders oock D. Conradus Sagelius Predicant tot Doorn, ende D. Godefridus Dellius Predicant tot Cothen, als nabuerige, alhier (…)1 met de besoeckinge der Kercke, oock na bevindinge der (…)2, eenen formelen Kerckenraet te stellen. De Ed. Gedeputeerden bevindende een tamelick getal van 1
Twee woorden ontbreken door reparatie van de pagina.
2
Idem een woord ontbreekt.
3
communicanten ende van den Predicant ter plaetse mitsgaders oock van de nabuerige Broederen v[er]staende de bequaemheijt van v[er]scheijde ledematen tot de bedieninge des ouderlingsschaps ende der Diaconie, hebben te samen goet gevonden datter twee ouderlingen ende twee Diaconen gestelt souden worden. Hier na zijn eenige mans-personen Ledematen der Gemeijnte ontboden, ende daer op v[er]schenen Anthonis Hermansz van Bemmel Coster alhier, Jan Jansz Timmer, Hendrick Berentsz van Waveren, Cornelis Jansz Verweij, Gerrit Volckersz, Gijsbert Jansz Timmer, ende Cornelis Jansz Timmer. Voorts door den Predicant der plaetse een haringe van sommige tot ouderlingen ende Diaconen gedaen zijnde, hebben de praesente Broederen toegestemt dat alle de gehaerde stichtelick tot de selve Diensten gebruijckt souden mogen worden. Naerdere v[er]kiesinge, waer op de bevestinge volgen soude, is den Predikant ende de Ledematen der Gemeijnte bevolen. Dienvolgende zijn tot ouderlingen v[er]koren der Wel-Ed. Hr Conradus Borre van Amerongen Heere van Sandenburgh ende Hendrick Berentsz van Waveren. tot Diaconen Jan Jansz Timmer ende Cornelis Volckersz Timmerman. Dese zijn na drie openbare voorstellingen voor de Gemeijnte opentlick in hare Diensten bevestight opden 17. Julij 1642.
Den 9. Augusti. Hebben de Diaconen rekeninge gedaen van den ontfangen ende den uijtgift der Diaconie dewelcke haer oock te voren bij provisie was toev[er]trouwt geweest van den 16. Maji 1641. tot desen 9. Augusti 1642. Ende is bevonden meer ontfangen als uijtgegeven te zijn, de somme van hondert sestigh guldens ende veertien stuijvers. Behalven dese heeft de Diaconie noch eenen rentebrief van tweehondert guldens Capitael, sprekende ten lasten dit Dorp van Neder-Langhbroeck. Waer van men naerder kan sien in het boeck der Diaconie.
Den 11. Septembris. Is wederom Kerckelicke V[er]gaderinge gehouden met aenroepinge van des Heeren H. Name zijn 1. de vorige handel[ingen] overlesen. 2. Is goet gevonden dat men bij provisie alle sondagen voor den middagh na de Predicatie kerckelicke v[er]gaderinge houden sullen ende voorders na den eijsch der saken bequamen tijt stellen. 3. Is besloten dat alle ende een ijegelick lidt des Kerckenraets gehouden sal zijn op den bestemden tijt inde v[er]gaderinge te v[er]schijnen buijten gevalle van sieckte ofte diergelijcke genoeghsame reden op de v[er]beurte van een halve schellingh bij provisie. 4. Zijn de Diaconen v[er]maent onder haer ordre te willen houden om de aelmissen in de Kercke te v[er]gaderen. Ende in gevall van ijemants noodige absentie sijnen mede-broeder te v[er]soecken om sulcx voor hem waer te nemen; ofte ten minsten op den Coster ofte eenigh ander Litmaet der Gemeijnte het selvige 4
te begeeren. 5. Dewijle het H. Avontmael onses Heeren gehouden sal worden op den 25. deser maent zijn de namen aller Ledematen opgelesen om te overwegen of men in de visitatie der Gemeijnte ijemant ergens over te v[er]manen soude hebben. Ondertusschen is voorgehouden dat Neeltje van Oosterzee huijsvrouw van Jan Antonisz van Bemmel van hier na Utrecht v[er]trocken is sonder Kerckelicke attestatie v[er]socht te hebben, om daer tot de houdinge des H. Avontmaels toegelaten te mogen worden. Ende is goet gevonden dat men Antonis Hermansz van Bemmel Coster deser Kercke ende schoon-vader van Neeltje voorsz aenseggen sal dat hij haer uijt den name des Kerckenraets v[er]mane en behoorlicke attestatie van hier te v[er]soecken ende sich voorts tot Utrecht tot de Christelick Gemeijnschap ende houdinge des H. Avontmaels te v[er]voegen. Is oock goet gevonden dat men Gijsbert Aertsz aen de Goijerweteringe v[er]manen sal om behoorlicke attestatie van den Kerckenraet tot Doorn te v[er]soecken om bij ons voortaen het H. Avontmael te mogen gebruijcken, gelijck hij hier reeds eens gecommuniceert heeft. Desgelijcx sal de huijsvrouw van Sr Jeremias Castileijn wonende op Hardenbroeck v[er]maent worden ten opsichte van Utrecht.
Den 18. Septembris. Zijn bij de v[er]gaderinge des Kerckenraets na behoorlicke belijdenisse hares geloofs twee personen tot Ledematen der Gemeijnte aengenomen.
Den 22. dito. Is Kerckelicke v[er]gaderinge gehouden om in de vreese des Heeren te overwegen, ende te soecken bijleggen seker v[er]schil gevallen tusschen Gijsbert Jansz Timmer, ende Jannigje Bartholomaei Weed[uwe] van sal[iger] D. Christianus ab Oij. Ende is na v[er]scheijde ondersoeckingen, v[er]klaringen ende debatten de broederlicke v[er]eeniginge ende vrede wederom getroffen Waer op sij malkanderen de rechterhant gegeven, ende om v[er]gevinge ende v[er]getinge gebeden hebben. De v[er]klaringen, attestatie ende besondere handelingen daer over gevallen sullen geliasseert ende in de Kerckenkiste bewaert worden.
Den 2. Octobris. Zijn de vorige handel[ingen] van den 11. Septembris af geresumeert ende ondertusschen goet gevonden dat men op elcken derden Sondagh voortaen ordinare Kerckelicke v[er]gaderinge houden sal ende dat door den Pred[icant] soo wanneer de gelegentheijt sulcx lijden kan, de Kercken-ordeningen gestelt in den Nationalen Synode tot Dordrecht anno 1618. ende 1619. gehouden, gelijck de selve van de Ed: 5
Mog: Heeren Staten s’Lants van Utrecht geapprobeert ende gearresteert zijn, met eenige korte v[er]klaringe over de selve voorgelesen sullen worden: opdat alle de leden des Kerckenraets de kerckelicke regeringe des te beter mogen leeren verstaen, ende onse Gemeijnte daer na bestiert. 2. Is oock rapport gedaen van de saken van Neeltje van Oosterzee, Gijsbert Aertsz, ende de huijsvrouw van Sr. Jeremias Castileijn. Alsoo Neeltje van Oosterzee door den Coster haer Schoonvader Kerckelicke attestatie hadde laten v[er]soecken, is goet gevonden dat haer de selve toegesonden sal worden, na dat de Gemeijnte sulcx bekent gemaeckt sal zijn; mits haer v[er]manende dat sij voortaen tot het hooghweerdige sacrament des H. Avontmaels ende het gebruijckt des selven meerder lust ende v[er]langen behoort te hebben, als sij met dat nalaten nu eenigen tijt schijnt gehadt te hebben. Van de andere personen sal men voorts v[er]vorderen.
Den 23. dito. Zijn volgens vorige resolutie de 3. eerste artickelen der3 Kerckenordeningen voorgelesen. De v[er]handelingen (….)nen4 zijnde met den gebede ende daer na met dancksegginge na5 gewoonlicke ordre wederom besloten.
Den 13. Novembris.6 Is uijt de Kerckenordeningen voorgelesen van den 4. Art. tot den 10. incluis. Hier na is in consideratie gekomen hoe nu tot v[er]scheijde malen het horen ende houtgewas van den WelEd: Heere van Brakel op den dagh des Heeren v[er]kocht zijn geweest aen Sterckenburgh. ende het selvige des Sondaechs te voren hier in de Kercke door den Coster was gepubliceert gelijck desgelijcx oock voor desen van v[er]scheijde andere wel was gepractizeert. Om dit misbruijck ende ontheijliginge des Sabbaths te mogen weeren is aengemerckt dat het selvige geschiedde door de directie van Antonis Gijsbertsz Scholtis tot Werckhoven ende Sterckenburgh, soo om andere redenen als insonderheijt om dat het selvige de laetst voorleden reijse geschiedt is als de Heere van Brakel eenigen tijt buijten dese provincie was geweest. Derhalven is goet gevonden, dat men uijt den name deser v[er]gaderinge schrijven sal aen den Scholtus voornoemt wonende tot Utrecht v[er]soeckende ende v[er]manende dat hij 3
Lezing onzeker door wegvallen woord na reparatie pagina.
4
Woord(en) weggevallen door reparatie.
5
Laatste twee woorden onzekere lezing door wegvallen na reparatie van pagina.
6
Absent de Heere van Sandenburgh, ende geexcuseert om sijne commissie in ’s Gravenhage van wegen dese provincie.
6
die sake gelieve te remedieren. Desen brief sal bij den Predicant ingestelt ende de v[er]gaderinge op naestkomende Sondagh v[er]toont worden. 2. Dat men den Coster eernstelick aenseggen sal dat hij geene briefkens ofte billetten in de Kercke af en lese, die ijet inhouden van op Sondagen te v[er]kopen ofte te v[er]pachten.
Den 20. dito7 Is voorgelesen het ontwerp van den brief aen den Scholtus van Werckhoven het welcke den broederen wel gevallen is sal derhalven den Scholtus voorsz toegesonden, ende een copie daer van in de Kercken-kiste bewaert worden. Voorts heeft den Predicant aen de v[er]gaderinge voorgestelt ’t gene in den Classe gehouden tot Wijck den 15. ende den 16. deser geresolveert is 1. Van het committeeren tot de Classicale v[er]gaderinge, namelick dat de Predicanten daer (…)8 zijn voortaen credentsz-brieven van de selven sullen hebben mede te brengen, volgens den 41. art der Kercken ord[eninge]. 2. Dat de Kerckenraden neffens den Predicant oock eenen Ouderling tot die v[er]gaderinge sullen mogen senden, mits de kosten van den ouderlingh bij hare Kercken vindende. Item, Dat men voortaen nouwer achtinge behoort te slaen op de Scholen ende de Schoolmeesters, ten eijnde de jeucht aldaer tot de Kerckelicke Catechizatien werde bereijdt, ende tot de godsaligheijt onderwesen. Eijndelick dat men de Kerckelicke Catechizatien beneffens e namiddaegsche Predicatien uijt den Catechismo sal onderrichten, ende daer de selve noch niet in gebruijcke zijn, alle middelen sal aenwenden om deselve in te voeren. Belangende het eerste. De Vergaderinge heeft geerne aengenomen haren Pred[icant] met de credentie tot de Classicale v[er]gaderinge te senden. Het tweede is uijtgestelt tot naerdere deliberatie. Van het derde, salmen den Coster belasten voortaen school te houden ende de jeught na behooren te onderwijsen. Daer toe sal men oock naerder delibereren om sijn tractament wat te v[er]beteren alsoo het selvige seer sober is. Aengaende het laetste men sal voortgaen in het prediken uijt den Catechismo, ende het Catechizeren der kinderen ende der bejaerde personen, ende alle neerstigheijt aenwenden om meer personen daer toe te brengen. Hier na is den Coster binnen gestaen, ende hem aengeseijt volgens resolutie van den 13. voorleden ende desen 20. Novembris.
Den 11. Decembris.
7
Absent de Heere van Sandenburgh utsupra.
8
Woord ontbreekt door papierslijtage.
7
Is wederom de Christelicke censure gehouden tegen de houdinge des H. Avontmaels, welcke wesen sal den 25. deser. Is voorgehouden dat N.N.9 Litmaet dezer Gemeijnte nu eenigen langen tijt van het gehoor des goddelicken Woorts heeft geabsenteert: ende haer kint, daer sij tegenwoordigh noch van in kraembedde leijt, tot Doorn ten Doope is gebracht. De v[er]gaderinge heeft goet gevonden dat men wachten soude ter tijt toe dat de voorsz N.N. uijt het kraembedde opgestaen sal zijn, de oorsake dan naerder ondersoecken, ende arbeijden om te remedieren.
Den 18. dito. Zijn 3. personen behoorlicker wijse tot Ledematen der Gemeijnte aengenomen. In dit jaer 1642 zijn hier 20. kinderen gedoopt. Ten eijnde des selven jaers waren 33. communicanten.
Anno 1643. Den 22. Januarij. Zijn de vorige handelingen herlesen. Belangende het mede af-senden van eenen Ouderlingh tot de Classicale v[er]gaderinge, is goet gevonden dat men daer over naerder delibereren sal tegens den aenstaenden Classem in Martio, ende ondertusschen v[er]hooren hoe andere nabuerige Kercken daer over resolveren. Aengaende het school, men sal den Coster voor de naest volgende v[er]gaderinge ontbieden, ende afvragen of hij gesint is geduerigh school te houden, ende met goede ordre de kinderen te onderwijsen en lesen, schrijven, gebeden ende der Catechismo. Indien ja soo sal men naerder arbeijden tot v[er]beteringe van sijn tractament. In de sake van N.N.10 hadde men v[er]nomen dat haren man N.N.11 misnoegen genomen hadde dat als M. Essenius alhier tot Predicant beroepen soude worden, te dien eijnde seker v[er]soeck aen den EE Classem, door de directie van den Schout Egbert van Rijssen nu overleden, was ingestelt bij de Wel-Ed. Heeren van Sterckenburgh, Hardenbroeck ende Sandenburgh dat sijne Ed: niet mede tijdelick daer toe v[er]socht ende alsoo sijnen name daer in niet mede gebruijckt en was. Den Predicant heeft oock voorgestelt hoe hij al voor langen tijt gearbeijt heeft om N.N.12 daer over te onderrechten ende waer’t mogelick te vrede te stellen dat bij hem v[er]scheijde middelen daer toe waren aengewendt, ende onder andere oock 99
De naam is doorgestreept en onleesbaar gemaakt.
10
Opnieuw is de naam doorgestreept.
11
Ook hier is de naam doorgestreept.
12
Idem.
8
v[er]socht het advies van de EE. Gedeputeerden des Classis als deselve de laetst voorleden reijse hier in loco waren. Dewelcke v[er]stonden dat men dat geschrift nu niet en behoorde te v[er]anderen om sijn Ed. name daer mede in te stellen gelijck sijn Ed: begeerde, alsoo het selve maer een simpel v[er]soeck was aenden Classem gedaen om Essenium te willen beroepen ende haer tot eenen Predicant toevoegen. Welck v[er]soeck oock ontijdigh quam, ende in sommige deelen tegens ordre was ingestelt. Maer dat men sijne Ed: sulcx soude voordragen ende beloven soo wanneer na desen ijet voor soude vallen dat men hem altijt na behooren neffens andere Edelen in sijne qualité erkennen soude. Heeft daer oock bij gedaen dat doemaels D. Heurnius Pred[icant] tot Wijck als gedeputeerde des Classis v[er]socht is ende aengenomen heeft sulcx aen N.N.13 voor te willen houden. Doch is sulcx tot noch toe niet geschiedt om sijn Ed: langhduerige absentie van sijn huijs. Hier op heeft dese v[er]gaderinge noodigh gevonden, dat men de gelegentheijt soude waer nemen, ende sijn Ed: daer over begroeten, ende het voorsz advies der gedeputeerden des Classis voordragen, met v[er]soeck om sich daer mede v[er]genoeght te willen houden, ende verdere scheuringe ende ergernisse te v[er]mijden.
Den 12. Februarij. Den Coster binnen gestaen zijnde is afgevraecht volgens resolutie van de laetstvoorleden v[er]gaderinge, ende heeft geantwoort, hij soude wel gesint zijn sulcx na te komen, mits dat sijn tractament wat wierde v[er]betert. Ende heeft voorts aengenomen tegens toekomenden Sondagh aen den Kerckenraet de gelegentheijt van sijn tractament te v[er]toonen ende eenen eijsch van sijne v[er]betering te doen. Oock is hem voorgehouden dat de Gedeputeerden des Classis den voorleden 6. Februarij hier ter plaetse geweest waren alleen om het school te visiteren, ende alsoo den Coster van huijs was, op den Predicant ende den Ouderlingh Hendrick Berentsz van Waveren hadden v[er]socht hem sulcx te willen voordragen, hem uijt haren name van sijnen schuldigen plicht v[er]manen ende in den aenstaenden Classe daer van rapport te doen. Voorts zijn de handel[ingen] van de voorleden v[er]gaderinge geresumeert. Ende is uijt de Kerckenord[eninge] voorgelesen van den 11. art. tot den 29.
Den 19. dito. Heeft den Coster schriftelick ingelevert de gelegentheijt van sijn ordinaer tractament, beloopen[de] ter summe van veertiendehalve gulden. Ende heeft met eenen v[er]socht dat hem mocht worden toegeleijt den summe van hondert ende twintigh 13
Idem.
9
guldens, met de welcke sijne omgangen ende haver gelt dan souden cesseren. Dese sake sal men den Gerechte ende de Geerfden bij de eerste goede gelegentheijt recommanderen, ende al wat mogelick is daer toe contribueeren, mits dat den Coster dan geduerigh wanneer der maer kinderen komen schole sal houden, ende sich daer toe behoorlick beneerstigen.
Den 12. Martij. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen, ende besloten dat men den Coster vermanen sal dat hij vast beginne school te houden, ende het selvige in de Kercke te voren afkondige. Daer na is gehandelt van het afsenden eenes Ouderlinghs beneffens den Predicant tot de Classicale v[er]gaderinge. Ende is besloten, dat men oock eenen ouderlingh sal afsenden, alsoo het selvige voor dese ende andere Gemeijnten, door des Heeren genade, stichtelick wesen sal: gelijck het selvige bij v[er]scheijde andere Gemeijnten gepractizeert wert: ende in de Kerckenord[eninge] alsoo vast gestelt is. De koster die daer op loopen sal men vinden aen de inkomsten van deKerck; ofte, dewijle de selve, door de reparatie onlancx geschiedt, wat seer ten achteren geraeckt is, (…)14 collecte die bij de begravinge der dooden wordt gedaen, ofte (…) 15 tot noodigh gebruijck der Kercke. Voorder is goet gevonden (….)16 de Classem in Martio neffens den Predicant oock v[er]schijnen sal Hendrick Berentsz van Waveren: ende is daer toe credentie gegeven.
Den 3. Aprilis Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Over het school is gerapporteert dat den Coster geerne van zijn tractament v[er]sekert soude wesen, eer hij begonne school te houden. Mitsgaders dat bij de Geërfden ende het Gerechte dat v[er]soeck al eens was voorgestelt, maer noch geen resolutie daer over genomen. Den Kerckenraet vindt goet dat men in tijts alles veerdigh sal maken wat tot die sake noodigh is, ende met de eerste goede gelegentheijt op de gedane voorstellinge aenhouden. Belangende de kosten van den ouderlingh is v[er]staen dat de selve oock bequamelick gevonden sullen konnen worden aen de renten van de 200 gl die het Dorp van Neder-Langhbroeck aen de Diaconie schuldigh is, ter tijt toe dat de inkomsten der Kercke sulcx sullen v[er]mogen te dragen. De collecten bij de begravinge der dooden zijn met gemeijne toestemminge de Kercke tot des selfs reparatie toegeleijt, soo lange sulcx daer toe meer van noode sal zijn als tot de 14
Woord(en) weggevallen door paginareparatie.
15
Idem.
16
Idem.
10
Diaconie. Is oock voorgestelt hoe in den voorleden Classe tot Wijck den 21. Martij eene lijste is gemaeckt van de hantreijckingen die uijt de respective Kercken onder den selven Classe resorterende souden mogen opgebracht worden voor de bedroefde Gemeijnten in de landen van Cleef Guijlick den Bergh ende Marck bij de welcke onse Gemeijnte was gestelt op de summe van tien guldens, welcke de praesente Predicant ende Ouderlingh hadden aengenomen, v[er]trouwende dat de andere Broederen van dese Kerckenraet daer in mede bewilligen souden: gelijck sij oock geerne daer toe bewillight hebben. Eijndelick alsoo Aeltje Cornelis de Hoogh J.D. litmaet deser Gemeijnte v[er]trecken soude, ende daer toe Kerckelicke attestatie hadde v[er]socht, is haer de selve toegestaen, ende na dat sulcx opentlick de Gemeijnte was voorstelt oock gegeven.
Den 7 Maji. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Is oock goet gevonden dat hier voortaen het H. Avontmael des Heeren vier mael jaers bedient sal worden namelick 1. op Paeschdagh 2. op eersten Sondagh in Julio. 3. op den eersten Sondagh (…) 4. op Christdagh. Daer na is uijt de Kercken-ord[eninge] voorgelesen van den 29. art. tot den 41.
Den 22. dito. Hebben de Broeders de Diaconen rekeninge gedaen van den ontfang ende uijtgift der Diaconie van den 9. Augusti 1642. tot desen tegenwoordigen dagh, ende is bevonden meer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summe van twee hondert ende vierentwintigh guldens vijftien stuijvers ende twee penningen, het overschot van de vorige rekeninge daer in mede begrepen zijnde, ende den brief van 200 guldens staende ten laste van dit Dopr noch in sijn geheel blijven[de].
Den 11. Junij. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Is goet gevonden dat op den aenstaenden Classem die den 22. ende 23. Deser tot Rhenen gehouden sal worden, om besondere redenen ditmael den Pred[icant] alleen compareren sal. Hier na is uijt de Kerckenord[eninge] voorgelesen van den 41. art. tot den 53.
Den 18. dito. Is den Predicant behoorlicke credentie gegeven.
11
Den 25. dito. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen: ende daer na van den Pred[icant] voor gestelt wat op den Classe v[er]handelt was daer den Kerckenraet insonderheijt op hadde te letten. Namelick 1. Dat de credentien voortaen van twee personen leden des Kerckenraets zijnde behooren onderteijckent te worden. 2. Dat men op den naestvolgenden Classem in Augusto schriftelick soude inleveren den staet van de exercitien des Pausdoms ende de profanatie des Sabbaths onder desen districte: wat men met waerheijt daer van konde seggen ende vast bewijsen: mitsgaders oock de middelen die men soude achten tot weeringe der selve te dienen. 3. Om na v[er]mogen de bedroefde Gemeijnten van Cleef, Guijlick, Marck, &c. item Zwijbruggen, Bohemen, &c. ende insonderheijt de Predicanten ende Schoolm rs in die landen ende plaetsen in hare hoogen noot de Christelicke mildadigheijt te mogen bewijsen, ende alle v[er]werringe daer in te schouwen wat goet gevonden dat men oock tegens den naestvolgenden Classem soude inbrengen hoe vele men tot die alle te samen jaerlicx vermogen soude te contribueeren: ende souden daer mede cesseren alle andere contributien voor bedroefde Kercken ofte personen te doen bij den Classe[m] ofte Synodum. 4. Dat men goede achte behoorde te slaen op de gedeelten van de boeten die voor den Armen souden komen te v[er]vallen, opdat de selve tot de Diaconie mochten komen. Dat oock goet gevonden was om te beter daer toe te geraken, als een quaritur op den Synodum te brengen. Van wat boeten den Armen het derde part soude toekomen: ende of daer aen eenige afkortinge (…) 17 accoort soude mogen vallen, &c. Ten eijnde sulcx de Ed: Mog: Heeren Staten deser provincie mocht voorgedragen ende (…)18 daer over v[er]socht worden. Voorder is na gewoonte de Christelicke censure gehouden tegen de aenstaende bedieninge des H. Avontmaels, die nu om besondere reden uijtgestelt is tot den 9. Julij. Is in besondere opmerckinge gekomen Stijntje van Schoddenbergh gedient hebbende bij de wel Ed: Vrouwe van Sandenburgh, welcke de tuchtigheijt te buijten heeft gegaen ende bevrucht is geworden bij eenen Herman …., die mede aldaer gedient heeft, doch beijde vrije personen wesende. Waer over sij van de voornoemde Vrouwe van Sandenburgh was laten gaen, ende soo uijt dese plaetse ende Gemeijnte v[er]trocken. Hier over is geoordeelt, alsoo de voornoemde Stijntje van Schoddenbergh daer mede swaerlick gesondight ende ergernisse gegeven heeft, soo sij wederom herwaerts ter wone mochte keeren, dat sij niet en sal toegelaten worden tot de gemeijnschap des H. Avontmaels eer sij na Kerckelicke Ordre met de Gemeijnte wederom v[er]soent zij. Of soo sij attestatie mocht v[er]soecken om elders aengenomen te worden, sal hare misdaet daer in gemeldet worden, opdat bij die Gemeijnte daer in na behooren mochte worden gehandelt. Maer soo sij die niet en komt v[er]soecken sal men v[er]nemen waer sij hare vaste 17
Mogelijk ontbreekt hier een woord door papierslijtage.
18
Hier ontbreekt een woord door papierslijtage.
12
woninge neemt, ende den Kerckenraet aldaer hare gelegentheijt aenschrijven, ofte aen haer selve schrijven na gelegentheijt.
Den 2. Julij. Zijn twee personen tot leden deser Gemeijnte aengenomen. Is oock de v[er]gaderinge voorgedragen dat Cornelis Jansz van Lockhorst herbergier ende Maeijchje Stevens sijne huijsvrouwe aen den Predicant ende den Ouderlingh Hendrick Berentsz in de besoeckinge der Gemeijnte te kennen gegeven ende geklaeght hadden dat Cornelis Jansz Verweij litmaet deser Gemeijnte voor eenige jaren van haer voor den E. Hove provinciael van Utrecht in recht geroepen zijnde, eenen valschen eet hadde gedaen, ende alsoo getriumpheert; sij daerentegen tot sware kosten waren gecondemneert. Dat sij oock eenige stucken ende attestatien dien aengaende hadden getoont, begeerende dat sulcx bij den E. Kerckenraet behoorlick mochte worden ondersocht, ende daer in na v[er]mogen voorsien. De vergaderinge heeft geresolveert dat men in de weke daer over te samen sal komen om de partijen te hooren, ende beijder stucken ende redenen te ondersoecken. Is oock goet gevonden als Verweij hier van geadverteert, ende oock sijne stucken gereedt sullen zijn, oock over dese sake te v[er]soecken de correspondentie ende advisen van de EE.D. Conradus Sagelius Pred[icant] tot Doorn ende Willem van Cleef Schout ende tegenwoordigh ouderlingh aldaer, te meer alsoo Lockhorst voor hadde gegeven als of den E. Schout voornoemt sijne sake wel geweten ende die gerechtveerdight hadde.
Den 7. dito. Is Kerckelicke v[er]gaderinge gehouden, ende daer op mede v[er]schenen de EE.D. Conradus Sagelius Pred[icant] ende Willem van Cleef Schout ende nu oock Ouderlingh tot Doorn. Is gehandelt over de sake van Cornelis Jansz Verweij, doch niet afgehandelt. Dese v[er]handelingen sullen besonder bewaert worden, ende metten eersten het v[er]schill voort afgemaeckt soo verre het selvige doenlick sal zijn. Ondertusschen sal sich Verweij dese aenstaende reijse van’t gebruijck des H. Avontmaels onthouden om geen ergernisse te geven.
Den 16. dito. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert. Is voorgestelt dat Stijntje van Schoddenbergh Kerckelicke attestatie hadde laten v[er]soecken. Daer over is geresolveert, men sal v[er]hooren of sij met Herman bovengemelt getrouwt is, ende dan attestatie na gelegentheijt ende na waerheijt geven. Op de sake van Lockhorst 13
ende Verweij salmen deselvige Broederen van Doorn tegens de naeste v[er]gaderinge wederom v[er]soecken om des te bequamer af te mogen handelen.
Den 21. dito. Is den Kerckenraet wederom v[er]gadert met de EE. Broederen van Doorn boven genoemt. Ende is na v[er]scheijde redenen ende debatten v[er]staen dat Cornelis Jansz Verweij geenen valschen eet en konde te laste geleijt worden. Edoch dat hij Verweij evenwel eenige penningen Cornelis Jansz van Lockhorst te goede soude komen na goetvinden van Arbiters: het welcke de partijen respective aengenomen hebben, ende zijn na gedane uijtsprake der Arbiters v[er]dragen. Waer van de besondere v[er]handelingen geliasseert ende bewaert sullen worden. De Broederen van Doorn zijn voor hare gedane Diensten bedanckt.
Den 5. Augusti. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert. Over de sake van Stijntje van Schoddenbergh is gerapporteert, dat sij tot Wesel met Herman voorsz getrouwt is, ende van meijninge om daer voor eerste te wonen sal derhalven attestatie na waerheijt gegeven worden. De saken die op den aenstaenden Classem in te brengen waren, zijn bestemt tegens naest-komenden Son-dagh afgeveerdight te sullen worden
Den 13. dito. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert. Is voorts van den Pred[ikant] een attestatie voor Stijntje voorschr[even] voorgelesen, ende den Broederen tot gevallen: sal derhalven in eenen besloten brief aen de Ouders van de voorsz Stijntje tot Utrecht gesonden, om voorts aen haer bestelt, ende den E. Kerckenraet tot Wesel over gelevert te mogen worden. Van de exercitien des Pausdems ende de profanatie des Sabbaths mitsgaders de middelen daer tegen is een lijste geconcipieert. Voor de Bedroefde Gemeijnten ende nootdruftige personen zijn tot den gemeijne beurse uijt dese Diaconie jaerlicx toegeleijt vijftien guldens, soo lange sij sulcx sal konnen v[er]vallen ende der noot soo veel v[er]eijschen. Op den naesten Classem sal oock wederom een Ouderlingh v[er]schijnen.
Den 20. dito. 14
Na het herlesen der vorige handel[ingen] is Hendrick Berentsz van Waveren gecommitteert om oock als Ouderlingh te gaen op den Classem den 22. ende 23. dito tot Wijck te houden. Ende is daer toe credentie gegeven.
Den 3. Septembris. Is het vorige geresumeert: ende van wegen den E. Classe voor gestelt dat de Credentien ten minste van een Ouderlingh behooren mede onderteijckent te worden. Van het school is besloten [dat] men sal die sake met de eerste gelegentheijt recommanderen bij het Gerechte en de GeErfden.
Den 17. dito. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert. Voorts is de gewonelicken censure gehouden tegens de bedieninge des H. Avontmaels dewelcke wesen sal op den 1. Octobris. Oock is de v[er]gaderinge v[er]toont sekere copie eener missive van de Heeren Gedeputeerden der Ed: Mog: Heeren Staten deser provincie, gedirigeert aen de Gedeputeerden des Classis van Rhenen ende Wijci, om alle Predicanten ende Kerckenraden onder haren districte resorterende aen te schrijven, dat sij sich wel souden informeren, ende memorien maken, van alle Kerckelicke ofte geestelicke goederen, capeluerten, vicarien, &c als mede van de possesseurs der selve, gelegen ende behoorende onder hare respective districten; om te dienen tot effectuatie van de resolutie bij de Ed: Mog: Heeren Staten ’s Lants van Utrecht genomen aengaende de augmentatie van het tractament der Predicanten ten platten lande. Waer toe den Kerckenraet haer beste sal doen, om sulcx metten eersten te volbrengen.
Den 24. dito. Is een persoon tot litmaet deser Gemeijnte na gedane belijdenisse sijns geloofs aengenomen. Ende alsoo seker v[er]schil geresen was tusschen Gerrit Volckersz Litmaet deser Gemeijnte ende den E. Schout tot Doorn, is den Diaken Cornelis Volckersz v[er]socht sijn broeder Gerrit te willen v[er]manen dat het v[er]schil haest ende behoorlick werde te neder geleijt, ende dat hij sich namaels wachte voor soodanige gelegentheden als daer dit uijt ontstaen is.
Den 15. Octobris. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende in het besonder wederom gesproken van het school, waer over de groote nootsakelickheijt, principalick tegen den winter, 15
is aengemerckt: ende zijn de Broeders de Diaconen, tegenwoordigh oock Schepenen wesende, v[er]socht om bij het Gerechte met de eerste gelegentheijt daer toe aen te houden.
Den 19. Novembris. Is na resumptie der vorige v[er]handel[ingen] goet gevonden dat den Ouderlingh Hendrick Berentsz neffens den Predicant wederom van wegen dese Kercke v[er]schijnen sal op den Classem den 21. ende 22. deser tot Wijck te houden. De Diaconen hebben gerapporteert dat bij het Gerechte geantwoort was, dat den Coster gehouden is immers des winters Schole te houden uijt krachte van sijne belofte, gedaen bij het aenvangen des Costerschap, ende dat het Bode-ampt daer toe oock te samen was gevoeght met het Costerschap. Dit salmen den Coster voordragen.
Den 10. Decembris. Is de gewonelicke censure gehouden tegens de aenstaende besoeckinge der Gemeijnte ende houdinge des H. Avontmaels. Voor den Coster sal men noch wat v[er]beteringe sijns tractaments v[er]soecken. In den jare 1643 zijn hier 9. kinderen gedoopt. Ten eijnde des selven jaers waren 33. communicanten.
Anno 1644. Den 18. Februarij. Is gerapporteert wat voor den Gerechte mitsgaders de Ge-erfden was gepasseert van het school ende den Coster: waer op goetgevonden is, dat men op het Gerechte v[er]soecken sal, dat sij den Coster belasten bij provisie school te houden, gelijck hij voor desen pleegh te doen, mits wat meerder van de kinderen genietende tot schoolgelt: onderwijlen mochte naerder ordre beraemt worden.
Den 10. Martij. Is gerapporteert dat de voorstellinge bij den Gerechte uijt den name deser v[er]gaderinge gedaen door den Predicant ende de Diaconen was aengenomen, ende den Coster belast ontrent de maent september te beginnen ende voorts te continueeren in het school houden: ondertusschen soude dan na gelegentheijt der sake gehandelt worden van sijne v[er]beteringe: het welcke bij den Coster alsoo oock was aengenomen. 16
Hier na is aengemerckt de resolutie des Kerckenraets van den 13. Augusti 1643. bij de welcke de uijtheemsche nootlijdende Kercken ende besondere personen te samen jaerlicx was toegeleijt de summe van 15. Guldens: Ende alsoo deselvige volgens resolutie des Classis bij de v[er]gaderinge des Classis in Martio souden ingebracht worden, soo sal men het selvige nu oock nakomen.
Den 17. dito. Is na resumptie der vorige handel[ingen] goet gevonden dat dit mael den Predicant alleen v[er]schijnen sal wegens dese Kercke op de Classicale v[er]gaderinge den 19. ende 20. deser tot Wijck te houden. Ende is daer toe behoorlicke credentie gegeven.
Den 18. Maji. Na resumptie der vorige handel[ingen] is in opmerckinge genomen alsoo voor desen de rekeninge der Diaconie gedaen is des Maendaeghs na Pincxteren, ende den tijt van twee jaren haest v[er]vult sal zijn voor de Broederen Ouderlingen ende Diaconen tegenwoordigh in bedieninge deser Gemeijnte zijnde, of derhalven niet raetsaem soude wesen eenige v[er]anderinge daer ontrent te maken: ende in’t besonder het getal van de Lede des Kerckenraets wat te v[er]stercken, op dat de Gemeijnte in alle voorvallende saken des te beter moge worden v[er]sorght ende geholpen. Daer op is eenparighlick geresolveert, Men soude drie ouderlingen stellen, ende juijst soo veel Diaconen. Zijn voorts genomineert beijde de Diaconen, opdat uijt de selvige eenen Ouderlingh moge worden v[er]koren: ende daerbeneffens Gijsbert Jansz Timmer, Gerrit Volckersz, Cornelis Jansz V[er]weij ende Jacob Hendricxen, op dat uijt de selvige twee Diaconen mogen worden v[er]koren. Die v[er]kiesinge sal bij den Kerckenraet op de volgende v[er]gaderinge geschieden: ende is daer toe den H. name Godes solemnelick aengeroepen.
Den. 10. Junij. Hebben de Broeders Diaconen rekeninge gedaen van haren ontfangh ende uijtgift van den 22. Maji 1643. tot desen dagh toe. Ende is bevonden maer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summe van twee hondert ende een en seventigh guldens ende vijf stuijvers. Den brief van 200 gl capitaels staende ten laste van dit Dorp noch blijvende in sijn geheel. Is oock gehandelt van de v[er]kiesinge eens Ouderlinghs ende twee Diaconen, maer noch niet afgehandelt.
17
Den 16. dito.19 Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende is tot Ouderlingh verkoren Jan Jansz Timmer, ende tot Diaconen Jacob Hendricxs ende Gijsbert Jansz Timmer. Op den Classem den 18. ende 19. deses tot Rhenen te houden is den Pred[icant] wederom alleen gecommitteert ende daer toe credentie afgeveerdight
Den 7. Julij. Zijn de v[er]korene Ouderlingh ende Diaconen na gedane drie voorstellingen voor de Gemeijnte op soo veel Sondagen opentlick bevestight, ende hebben in de v[er]gaderinge des Kerckenraets behoorlicke sit-plaetse genomen, met onderlinge v[er]maninge tot getrouwigheijt in eens yeders ampt, ende alle mogelicke betrachtinge van de stichtinge deser Gemeijnte. Zijn oock 4. personen tot leden deser Gemeijnte aengenomen.
Den 15. dito. Zijn de EE. Gedeputeerden des Classis D. Cornelius de Leeuw Pred[icant] tot Wijck ende D. Michaël a Middelhoven Pred[icant] tot Rheenswoude hier gekomen, ende hebben dese kercke na ordre gevisiteerd.
Den 25. Augusti. Zijn tot den Classem den 27. deser tot Wijck te houden gedeputeert den Predicant ende Jan Jansz Timmer Ouderlingh, ende daer toe credentie afgeveerdight. Is oock in opmerckinge genomen dat van de gereede penningen der Diaconie veel v[er]schoten was tot de reparatie der Kercke laetst geschiedt: ende alsoo daer in klaerigheijt ende effenheijt dient gemaeckt, opdat de selvige penningen ten profijte der Diaconie na gelegentheijt mogen worden gebruijckt, is goet gevonden men sal bevorderen dat de Kerckmrs metten eersten rekeninge doen.
Den 1. Septembris. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende goet gevonden in de sake der Diaconie dat Jan Jansz Timmer in handen van Cornelis Volckersz als tegenwoordigh zijnde den outsten Diaken stellen sal het gene na de laetst gedane rekeninge der 19
Absent de Heere van Sandenburgh wegens sijne commissie tot de rekenkamer.
18
Diaconie wederom ontfangen is. Voordere effenheijt sal v[er]voordert worden met de rekeninge van de Kerckmeesters. Is oock voorgekomen de sake van het school ende alsoo den Coster voor desen hadde aengenomen in dese maent het selvige te sullen aenvangen, blijckende uijt de handel[ingen] van den 10. Martij laetst leden, is besloten men sal den Coster daer van v[er]manen, ende belasten dat hij sulcx in de Kercke te voren afkondige.
Den 10. Novembris. Is na resumtie der vorige handel[ingen] wederom in opmerckinge genomen dat het school noch niet gehouden en wordt niet tegenstaende den last aen den Coster v[er]nieuwt ende sijne publicatie aen de Gemeijnte gedaen. Is beraemt men sal hem nochmaels af-vragen hoe hij gesint is te doen: indien ja, dat hij dan op naestkomende Sondagh sulcx wederom afkondige ende terstont daer na beginne school te houden. Tot de Classicale v[er]gaderinge den 20. deser tot Wijck te houden is neffens den Predicant gecommitteert den Ouderlingh Hendrick Beerntsz van Waveren, ende credentie daer toe gegeven.
Den 15. Decembris. Na resumtie der vorige handel[ingen] is aengemerckt dat den Coster nu begonnen heeft schol te houden. Is oock de Christelicke censure gehouden tegens de aenstaende besoeckinge der Gemeijnte ende houdinge des H. Avontmaels. Hier is in sonderlinge opmerckinge gekomen N.N.20 dewelcke voor desen gesproken heeft als of sij uijt dese Gemeijnte v[er]trecken soude: maer alsoo sij hier noch ter wone gebleven is, ende voorts absenteert van ’t gehoor des goddelicken Woorts ende gebruijck des H. Avontmaels, is goet gevonden men sal haer in de besoeckinge eernstelick van haren schuldigen plicht v[er]manen. In dit jaer zijn hier 12 kinderen gedoopt. Ten eijnde des selven waren 38. communicanten.
Anno 1645. Den 26. Januarij. Is na resumtie der vorige handel[ingen] in naerder opmerckinge genomen de sake van N.N.21, ende alsoo de laetstvoorledene besoeckinge deser Gemeijnte gedaen is door D. Godefridum Dellium Predicant tot Cothen ende den ouderlingh Hendrick 20
Naam staat doorgestreept.
21
Idem.
19
Berentsz van Waveren (v[er]mits de noodige absentie Essenij) sal bij de naeste v[er]gaderinge breeder openinge daer van gedaen worden. Ontrent den Coster is voorgekomen dat hij voor Christ-dagh heeft afgelaten school te houden, ende tot noch toe niet wederom aengevangen. Is oock aengemerckt hoe den selven Coster dickwils uijt de Kercke blijft sonder sijnen Dienst te v[er]sorgen, ofte van te voren bij den Pred[icant] sulcx bekent te maken. Item dat hij sich dickwils v[er]loopt in dronckenschap: ende sijne huijsgenoten in’t besonder sijnen sone of niet, of geheel weijnigh tot de Kercke houdt. Hier over is besloten hem op toekomenden Sondagh van het eerste redenen af te eijschen, ende over de andere stucken eernstelick te v[er]manen.
Den 2. Februarij. Heeft de Coster op het eerste poijnt geantwoort afgelaten te hebben alsoo der zedert Christ-dagh geen kinderen gekomen en waren. Op de andere stucken heeft hij meerder toesicht ende beteringe belooft.
Den 23. dito. Is na resumtie der vorige handel[ingen] de v[er]gaderinge v[er]toont seker schriftelick bericht van D. Dellius, waer in naerder openinge wierde gedaen van ’t gene N.N. 22 in de visitatie hadde geantwoort: ende sal het selvige geliasseert worden. Den Predicant heeft om besondere redenen van de v[er]gaderinge een getuijgenisse v[er]socht van sijnen Dienst leven ende wandel bij dese Gemeijnte: het welcke hem geerne toegestaen ende gegeven is.
Den 16. Martij. Heeft D. Segerus Hermanni ab Eck Proponent overgelevert een goede Kerckelicke attestatie van den Kerckenraet tot Utrecht ende is daer op tot litmaet deser Gemeijnte aengenomen. Tot den Classem den 18. ende 19. deser tot Wijck te houden zijn gecommitteert ende met credentie v[er]sien Dr Essenius Predicant, ende Hendrick Berentsz van Waveren Ouderlingh.
Den 26. dito. 22
Idem.
20
Na resumtie der vorige handel[ingen] is van wegen den Classe gerapporteert dat op de Classicale v[er]gaderinge in Junio behoort gecontribueert te worden ’t gene tot de gemeijne beurse voor de bedroefde Gemeijnte ende nootlijdende personen belooft is. Hier na is de gewonelicke censure gehouden tegens de aenstaende besoeckinge der Gemeijnte ende houdinge des H. Avontmaels: is goet gevonden Joff. Conincx dese reijse om redenen voor bij te gaen. D. Cornelius á Meerlant Proponent is op attestatie van den E. Kerckenraet tot Utrecht tot litmaet deser Gemeijnte aengenomen.
Den 20. Aprilis. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende voorts in opmerckinge genomen dat volgens vorige resolutie de rekeninge der Diaconie behoort gedaen te worden des maendaeghs na Pincxteren, ende alsoo de Diaconen voor desen eenige penningen voor de Kerckmrs v[er]schotenhebben tot reparatie der Kercke, is besloten dat men den Kerckmr Gerrit Volckersz v[er]soecken sal al vorens sijne rekeninge te willen doen, om volkomen effenheijt te mogen hebben: ende zijn daer toe gecommitteert Hendrick Berentsz ende Jacob Hendricxsz
Den 18. Maji. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende v[er]staen dat de Kerckenrekeninge van Gerrit Volckersz op de gedane aenmaninge al is geschiedt. Hier na heeft men begonnen te handelen van de continuatie ofte v[er]settinge des Kerckenraets ende sal daer op bij de volgende v[er]gaderinge geresolveert worden.
Den 26. dito. Heeft den Diaken Cornelis Volckersz rekeninge gedaen van den ontfangh ende uijtgift der Diaconie van den 10. Junij 1644 excluis tot den 26 Maji 1645 incluis, ende is bevonden meer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summe van driehondert ende sestigh guldens, vijf stuijvers ende ses penningen. Den brief van 200 gl Capls meer maels genoemt noch in sijn geheel blijvende. In de jaren 1641. 42. ende 43. was bij de begravinge der Dooden ontfangen sestien guldens vijf stuijvers ende tien penningen, welcke summe de Kercke tot hare reparatie toegeleijt is volgens resolutie van den 3. Aprilis 1643. ende alsoo onder den naem van gifte ofte v[er]eeringe gebracht in de Kerckenrekeninge van Gerrit Volckersz over de voorsz jaren. Wat voorts bij de voorsz gelegentheijt ontfangen is tot noch toe, is getrouwelick opgeteijckent bij Jan Jansz Timmer, ende sal gebruijckt worden als boven. 21
Den 15. Junij. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert: ende daer na gesproken van de v[er]stellinge ofte continuatie der leden des Kerckenraets. Alsoo den 19. Maji 1644 geresolveert was dat het getal der Ouderlingen ende der Diaconen v[er]groot soude worden elck tot drie personen, om in allerleij voorvallende saken de Gemeijnte des te beter te mogen v[er]sorgen, insonderheijt bij absentie van de eene ofte de andere, soo is voorgeslagen of niet geraedsaem soude wesen datter geduerigh twee Ouderlingen ende twee Diaconen in actuelen Dienste souden zijn, doch soo dat den Ouderlingh en Diaken laetst afgegaen zijnde van de ordinare bedieninge, bij absentie van andere, ofte anderssins alsser eenige gewichtige saken te v[er]handelen mochten komen, v[er]socht souden worden, ende gehouden zijn de v[er]gaderinge als leden derselve met haer advies ende hulpe bij te staen: ende dat dan den outsten Ouderlingh ende Diaken jaerlicx souden afgaen op sekeren tijt daer toe te beramen, ende andere bequame personen in hare plaetse v[er]koren worden, volgens den 27. art. der Kerckenord[eninge]. Welcken voorslagh den Broederen wel gevallen is, doch sal bij de naeste complete v[er]gaderinge daerop geresolveert worden. Voorts zijn tot den Classem die na ordre den 17. deser tot Rhenen gehouden sal worden gecommitteert den Predicant ende den Ouderlingh Jan Jansz Timmer: waer toe haer credentie gegeven is. Op den selven Classe sal oock betaelt worden de summe van vijftien gulden tot de Gemeijne Beurse voor allerleij uijtheemsche nootlijdende Kercken ende personen uijt dese Diaconie belooft den 13. Aug. 1643.
Den 1. Julij. Zijn binnen gestaen de EE. D. Johannes Ambrosius Pred[icant] tot Rhenen, D. Jacobus Bergman Pred[icant] tot Venendael ende D. Johannes Porselius Pred[icant] tot Odijck Gedeputeerden des Classis van Rhenen ende Wijck om de ordinare jaerlicksche visitatie der Gemeijnte te doen: ende is geen besondere swarigheijt voorgekomen dan van het School. Hier over is den Coster aengesproken, ende van sijnen schuldigen plicht eernstelick v[er]maent met belofte van hulpe tot v[er]beteringe sijns tractaments soo van desen Kerckenraet, als oock van de E. Classe, als hij sijn ampt wel soude betrachten ende sich recommandabel stellen. Het welcke den Coster heeft aengenomen. Hebben oock de EE. Gedeputeerden copije v[er]socht van de attestatie des E. Kerckenraets van Utrecht gegeven aen D. Cornelium á Meerlant Proponent ende hier overgelevert: dewelcke haer EE. gegeven is.
Den 13. dito. 22
Hebben Daniel Janssoon ende Klaertjen Jillis gewoont hebbende op Hardenbroeck kerckelicke attestatie v[er]socht, alsoo sij van meijninge waren sich tot een andere Gemeijnte te begeven: dewelcke haer toegestaen ende na ordre gegeven is.
Den 20. Dito. Is na resumtie der vorige handel[ingen] den voorslagh van den 15. Junij aengaende de v[er]stellinge des Kerckenraets bij complete v[er]gaderinge van alle de Broederen gearresteert. Zijn derhalven den Wel-Ed: Heere van Sandenburgh als Ouderlingh ende Cornelis Volckersz als Diaken voor hare goede Diensten aen dese Gemeijnte tot noch toe gedaen bedanckt: ende met eenen v[er]socht als bij voorvallende gelegentheijt hare advissen ende hulpe v[er]socht soude mogen worden, sich daer in gewilligh te laten vinden: het welcke bij hare EE. aengenomen is. Met eenen is besloten dat jaerlicx van de v[er]stellinge des Kerckenraets gehandelt sal worden voor Pincxteren: soo dat de nieuwe bevestiginge moge geschieden voor de rekeninge der Diaconie.
Den 24. Augusti. Is na resumtie der vorige handel[ingen] besloten, dat men den Coster op toekomenden Sondagh voor de v[er]gaderinge belasten sal dat hij metten eersten beginne school te houden, ende in de Kercke sulcx van te voren afkondige, ende voorts volgens tgene den 1. Julij hem was aengeseijt. Tot den Classem op toekomenden Dincxdagh binnen Wijck te houden, zijn gedeputeert den Pred[icant] ende den ouderlingh Hendrick Berentsz van Waveren: ende daer toe credentie gegeven.
Den 31. Augusti. Is den Coster aengeseijt volgens resolutie van den 24. deser, dewelcke sulcx oock heeft aengenomen. Van wegen den Classe is voorgestelt dat de Protestantische Gemeijnten in Yerlant seer v[er]quickt ende v[er]heught zijnde door de milddadigheijt deser Kercken onlancx aen haer bewesen (waer toe dese vijftigh guldens hadde gecontribueert) brieven van dancksegginge herwaerts hebben gesonden. Waer over de Classis hadde goet gevonden dat in alle de Gemeijnten sulcx bekent soude worden gemaeckt, ende sij van den Predick-stoel voor hare milddadigheijt bedanckt. Het welcke de Vergaderinge geerne heeft gehoort ende aengenomen. Is goet gevonden dat men copie soude sien te bekomen van die brieven, om de selvige ofte een summier der selve in onse tale overgesett zijnde opentlick af te lesen. 23
Is oock voorgestelt, alsoo Haneveldius student in de Academie tot Utrecht van ijeder Kercke voor desen met een rijcx daler jaerlicx pleegh gebeneficeert te worden, doch nu een gemeijne Beurse voor alle uijtheemsche nootlijdende Kercken ende personen is gemaeckt van de welcke hij nauwelicx soo veel genieten kan, of voor de bedroefde Gemeijnten van Guijlick, Bergh-lant, Swijbrugge &c. blijft weijnigh over: ende hij Haneveldius nu sonderlingh v[er]legen ende behoeftigh, dat de E. Classis daer over goet gevonden hadde, dat men bij alle de Kercken onder haren districte resorterende sulcx bekent soude maken, of hem ditmael extraordinaerlick boven die generale contributie een rijcxdaler mochte toegeleijt worden. De v[er]gaderinge heeft sulcx in goede opmerckinge genomen, ende goet gevonden te v[er]hooren wat bij andere Gemeijnten gedaen sal worden: ende als sij v[er]neemt dat andere daer oock gewilligh toe zijn, en sal niet in gebreke blijven.
Den 14. Septembris.23 Is na resumtie der vorige handel[ingen] aengemerckt dat de Heeren Heem-raeden deser plaetse nu eenige reijsen op Sondagen, ende andere Predickdagen hare schouwe hebben gedaen, ende nu tegenwoordigh soo wederom geschiedde. Is derhalven voorgeslagen of niet geraedsaem soude wesen eenige leden uijt dese v[er]gaderinge te committeren om de heem-raden te v[er]soecken ende te v[er]manen dat op de Schouwe soodanigh eene ordre mochte worden gestelt, dat voortaen den H. Sabbath daer door niet meer wierde ontheijlight, noch de lieden van den publiecken Godts-dienst afgehouden. Dit is den Broederen welgevallen, ende zijn daer toe gecommitteert Essenius, Jan Jansz Timmer, ende Cornelis Volckersz met besonderen last om de heem-raden aen te spreken soo haest als sij van de Schouwe souden komen. hier na heeft den Pred[icant] de v[er]gaderinge v[er]toont sekere ordonnancien van de E. Vroetschap tot Utrecht, ende den Kerckenraet aen de Blaeuw Cappelle aengaende het schoolhouden, ende voorgestelt of niet dienstigh soude wesen bij ons een soodanige vaste ordre te beramen, waer na sich den Coster in ’t houden des Schools soude hebben te reguleren: het welcke eenparighlick is goet gevonden, ende den Pred[icant] v[er]socht uijt de voorsz ordonnancien uijt te willen teijckenen ’t gene hier te passe soude mogen komen. Is oock voorgestelt of niet dienstigh wesen soude dat men voor de Kercke liet inbinden een psalm-boeck met de formulieren die gemeijnelick daer bij gevoeght worden, mitsgaders de belijdenisse des Geloofs der Neder-lantsche Kercken, de Canones van het Synode Nationael laetst gehouden tot Dordrecht, ende de Kercken-
23
Mede pr[ese]nt Corn[elis] Volckersz.
24
ordeningen bij den selvigen Synode gestelt, met eenigh wit pampier om eenige besondere dingen daer bij te teijckenen, het welcke oock alsoo goet gevonden is.
Den 28. dito. Is na resumtie der vorige handel[ingen] aen de v[er]gaderinge v[er]toont sekere copie eenes briefs van de gecommitteerden des Engelschen Synode tot Londen over de Yersche saken, overgesonden aen de Classen deser provincie, ende uijt het Latijn in Duijtsch overgesett, bij de welcke dese Gemeijnten worden bedanckt over haere milddadigheijt aen de Yerschen onlancx bewesen, ende de valscheijt van eenige gestroijde geruchten wort aengewesen. Is besloten dat die copie de Gemeijnte voorgelesen sal worden op den 12. Octobris naestkomende. Belangende de commissie aen de Heemraden is gerapporteert dat bij hare EE. ten principale was geantwoort, dat dit was de laetste Schouwe, die bij haer nu Heem-raden in der tijt gedaen soude worden: datter tegens Paeschen twee nieuwe souden aenkomen derhalven konden sij in die sake nu niet doen. Ende dat den Schouw brief bij den Keijser Karel gegeven hieuw van op Son-dagen te schouwen, welcke dan eerst van den Heeren Staten v[er]andert soude moeten worden. Is goet gevonden dat men dese sake in communicatie sal leggen met den Wel-Ed: Heere van Sandenburgh, ende na gelegentheijt sijn Wel. Ed: assistentie v[er]soecken om v[er]anderinge in den Schouw-dagh te mogen krijgen, het zij bij de Heemraden selve ofte bij hare Ed: Mog: De extracten uijt de School-ordeningen zijn oock getoont, ende besloten dat men den Coster van die sake spreken sal: ende naderhant resolveren om of deselvige, soo als sij daer leggen, ofte na eenige v[er]anderinge voor dese plaetse bij provisie te arresteren. Eijndelick is wederom de gewonelicke Christelicke censure gehouden.
Den 26. Octobris. Is na resumtie der vorige handel[ingen] voorgestelt dat den Coster Copie hadde v[er]socht van de voor gemelde extracten der School-ordonnancien. Hier over zijn de selvige wederom voorgelesen, ende eenige v[er]anderinge daer in gemaeckt: doch goet gevonden hem als noch om besondere redenen geen schriftelicke copie te geven, maer te v[er]manen daer hij de principale poijnten daer in begrepen vast soude invoeren soo vele mogelick soude zijn.
Den 16. Novembris. Is na herlesinge der vorige handel[ingen] geerne v[er]staen dat den Coster nu wel bij het School blijft, ende die voorsz ordre soeckt in te voeren, insonderheijt ontrent de 25
gebeden ende catechizatie. Op den Classem tot Wijck den 18. deser te houden zijn gecommitteert den Pred[icant] ende den Oud[erling] Hendrick Berentsz. Ende is volgens de handel[ingen] van den 31. Augusti goet gevonden dat men dit mael extraordinaris voor Haneveldio een rijcxdaler contribueeren sal, neffens andere Kercken. Wel verstaende dat sulcx niet in consequentie getrocken sall worden, maer Haneveldius sijn gedeelte sal hebben van de 15. gl dewelcke jaerlicx tot de generale beurse van dese Diaconie worden gecontribueert.
Den 14. Decembris. Is na herlesinge der vorige handel[ingen] voorgestelt dat de extraordinaren rijcxdaler voor Haneveldio noch niet betaelt en is, alsoo v[er]scheijde leden des Classis die sake bij hare Kercken noch niet gerecommandeert en hadden: ende derhalven goet gevonden was, dat sulcx bij de naest volgende v[er]gaderinge des Classis geschieden soude. Hier na is wederom de gewonelicke censure gehouden. Is oock overwogen welcke personen mets in’t besonder tot de H. Gemeijnschap van nieuws v[er]manen soude. Aengaende het School is aengemerckt dat den Coster de kinderen nu al tamelick oeffent in’t van buijten leeren des Catechismi, ende eenige toebrenght tot de Kerckelicke Catechizatie. Waer over goet gevonden is hem te v[er]manen dat hij meer kinderen op het gevoeggelicxte daer toe soecke aen te leijden: immers tot het van buijten leeren ende opseggen des Catechismi in het School. De Vergaderinge soude geerne sien dat alle kinderen die in ende boven het leeren des Catechismi zijn te samen wierden gebracht tot het van buijten leren des selven. Is oock goet gevonden een busse te koopen, die ten huijse van den Pred[icant] moge worden bewaert, ende daerin geworpen ’t gene voor den Armen gegeven soude mogen worden bij de gene die hare houwelicxe geboden laten opteijckenen: Den welcke sulcx voortaen gerecommandeert sal worden.
Den 21. dito. Zijn 5. personen tot leden deser Gemeijnte aengenomen; 4 na gedane belijdenisse ende 1. op goede kerckelicke attestatie van Utrecht. In dit jaer 1645 zijn hier 16. kinderen gedoopt. Ten eijnde des selven waren 43. Ledematen het H. Avontmael gebruijckende.
Anno 1646. Den 11. Januarij. Is voorgenomen dat men den Coster selve op sijnen eijgen naem v[er]beteringe van sijn tractament bij de Ge-erfden ende het Gerechte sal laten v[er]soecken: doch soo 26
hij daer na de hulpe des Kerckenraets begeert, sal men hem na v[er]mogen bij staen, ende des noot zijnde oock den Classem ofte des selfs gedeputeerden v[er]soecken volgens de handel[ingen] van den 1. Julij 1645.
Den 8. Martij. Is na resumtie der vorige handel[ingen] goet gevonden dat op den Classem den 17. deser tot Wijck te houden van wegen dese Kercke v[er]schijnen sullen den Pred[icant] ende den Oud[erlingh] Jan Jansz Timmer. Is oock de v[er]gaderinge v[er]toont het Psalmboeck met den Catechismum Belijdenisse des Geloofs, Gebeden ende Liturgien der Gereformeerde NederLantsche Kercken, voor dese Kercke gekocht volgens resolutie van den 14. Septembris 1645. beloopen[de] ter summe van 4 gl. 8. st. De Canones des Synodi van Dordrecht waren niet te bekomen. De Kerckenordeningen sullen besonder bestelt worden. Alsoo bij vorige rekeninge der Diaconie de overschietende penningen niet gestelt en waren in handen van den Diaken die den Ontfang voorts aennam, door dien voor de Kercke tot reparatie der selve een goet deel der selve v[er]schoten was, het welcke van de Kerckmrs aen de Diaconie wederom goet gedaen moet worden, volgens besondere acten daer van gemaeckt, is voorgenomen het selvige te v[er]vorderen eer wederom rekeninge werde gedaen. Men sal oock arbeijden om in te voeren dat bij het slot van de rekeninge de overige penningen altijt overgelevert worden aen den naest volgende Diaken.
Den 27. dito. Na resumtie der vorige handel[ingen] is wederom de gewonelicke censure gehouden. Ende is aengemerckt hoe v[er]scheijde ledematen deser Gemeijnte seer traeghlick komen tot de namiddaegsche predicatien, de welcke daer over eernstelick v[er]maent sullen worden. Alsoo den Coster tot noch toe de v[er]beteringe sijns tractaments bij de Ge-erfden ende het Gerechte niet v[er]socht en heeft, is Jan Jansz Timmer Ouderling der Gemeijnte ende Gadermr alhier v[er]socht ende gecommitteert om hem daer over aen te spreken, ende na sijn voornemen te vragen, ende na gelegentheijt die sake te v[er]vorderen. Men sal den Coster oock aenseggen dat hij onder de bedieninge des H. Avontmaels eenige bequame Schrifturen lese: ende ordinaris des voormiddaeghs voor de predicatie beneffens een cap. uijt de H. Schrifture oock lese de tien geboden des Heeren, ende na den middagh de articulen des geloofs 27
Den 12. Aprilis.24 Is na resumtie der vorige handel[ingen] goet gevonden dat men volgens resolutie van den 20. Julij 1645. treden soude tot v[er]kiesinge van een Ouderlingh ende Diaken in plaetse van Hendrick Berentsz van Waveren ende Jacob Hendricksz. Te dien eijnde zijn voorgeslagen den Wel-Ed: Heere van Sandenburgh, Cornelis Volckersz Timmerman, Jacob Hendricksz ende Segerus Hermanni ab Eck om uijt de selvige op naest-komenden Sondagh een Ouderlingh te v[er]kiesen ende Jan Hendricxsz van Waveren, Peter Jansz van Velpen, Peter Gerritsz ende Cornelis Jansz Verweij om alsdan mede een Diaken uijt de selve te v[er]kiesen.
Den 19. dito. Zijn de stemmen gevallen op Cornelis Volckersz Timmerman ende Jan Hendricxsz van Waveren. Doch is besloten dat men haer tegens naest-komenden Sondagh voor dese v[er]gaderinge sal ontbieden ende van het ampt waer toe sij v[er]koren worden eernstelick v[er]manen dat se andere voorgaen met een goet exempel van soberheijt ende alle oeffeningen der godts-dienstigheijt, &c.
Den 26. dito. Zijn de broederen Cornelis Volckersz ende Jan Hendricxsz v[er]maent volgens de genomen resolutie: het welcke sij geerne hebben aengenomen. Hebben sich oock gewilligh getoont om de gedane v[er]kiesinge des Kerckenraets te volgen. Ende zijn na gedane 3. voorstellingen voor de Gemeijnte op den 10. Maji opentlick bevestight.
Den 18. Maji. Heeft den Diaken Jacob Hendricxsz rekeninge gedaen van sijnen ontfangh ende uijtgift zedert den 1. Junij 1645. tot desen tegenwoordigen dagh incluis: ende is bevonden meer ontfangen als uijtgegeven te zijn een capitael van ses hondert ende acht en twintigh gulden, ende drie st[uijvers]. Voorts is D. Essenius v[er]socht ende gecommitteert om de voorsz summe bij een te v[er]gaderen, ende eenen klaren staet voor de v[er]gaderinge te v[er]toonen, om de gereede penningen met gemeijn advies ten nutte der Armen aen te leggen.
24
Absent Hendrick Berentsz ende geexcuseert om sijns huijs-vrouwen swackheijt.
28
Bij de begravinge der Dooden was in de jaren 1644. 45. ende voorts tot desen dagh toe incluis ontfangen vijf en twintigh gulden, sestien stuijvers ende twee penningen. Ende daer tegen ten profijte der Kercke uijtgegeven een en twintigh gulden ende achtien stuijvers. Soo is dan meer ontfangen als uijtgegeven drie gulden, achtien stuijvers ende twee penningen. Is oock van wegen Gerrit Jansz van Waveren de summe van hondert gulden v[er]socht: ende van wegen Aris Cornelisz Buijs vijftigh gulden, elck met belofte van suffiçante borgen te sullen stellen ende behoorlicke renten jaerlicx daer voor te betalen tot den tijt der aflossinge toe: het welcke haer toegestaen is.
Den 7. Junij. Is van wegen Gerrit Volckersz Kerckmr ende litmaet deser Gemeijnte op conditien als boven v[er]socht de summe van twee ofte drie hondert gulden: het welcke hem toegestaen is, ende bevonden dat hem tweehondert ende vijftigh gulden gedaen souden konnen worden. Op de naeste v[er]gaderinge sal klaerlick v[er]toont worden den suijveren staet van het geheele capitael der Diaconie, waer ende hoe sulcx berustende is. Was oock ten behoeve der Kercke gekocht de Kerckenord[eninge] gestelt bij den Nationalen Synode tot Dordrecht anno 1618. ende 19. beloopende vier stuijvers. Alsoo de Broederen Cornelis Volckersz ende Jan Hendricxsz van Waveren den 18. Maji al sessie hadden genomen als Ouderlingh ende Diaken, zijn nu Hendrick Berentsz ende Jacob Hendricxsz bedanckt over hare goede Diensten als Ouderlingh ende Diaken aen dese Kercke gedaen: ende voorts volgens resolutie van den 20. Julij 1645.
Den 21. dito. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert: ende van den staet der Diaconie dese navolgende openinge gedaen. gl
st
Het Dorp van Neder-Langh-broeck heeft
200
0
Gerrit Volckersz Timmerman
250
0
Gerrit Jansz van Waveren
100
0
Aris Cornelissz Buijs
50
025
25
Achter deze vier namen staat met een accolade: op interesse, volgens brieven daer van zijnde.
29
Teunis Willemssz Lap is op de summe, die hij voor desen van de Diaconen ontleent hadde, noch schuldigh
25
14
625
14
Welverstaende dat Jan Jansz Timmer, boven ’t gene voor desen van de Diaconie onder hem berustende was, ten behoeve der selve v[er]schoten heeft 83 gl. 8 st. 12 pen Dewelcke de Diaconie derhalven aen hem schuldigh is. Waer van hem een obligatie gegeven is. Doch Gerrit Volckersz blijft als Kerckmr aen de Diaconie noch schuldigh
75
9
0
ende Cornelis Jansz van Pappelendam als mede Kerckmr
10
8
12
beloopende te samen
85
17
12
Waer uijt Jan Jansz goet gedaen moeten worden
83
8
12
Soo rest dan noch voor de Diaconie
2
9
0
Hier nu bij getelt de boven aengewesene
625
14
0
soo komt het tegenwoordige capitael der Diaconie
628
3
0
gelijck het oock was bij het slot der rekeninge op den 18. Maji. Hier na is men gekomen tot de gewonelicke censure tegens de aenstaende besoeckinge der Gemeijnte, ende bedieninge des H. Avontmaels, de welcke wesen sal den 5. Julij. Van den Coster Antonis Hermansz van Bemmel is aengemerckt, dat hij seer continueert in gewonelicke dronckenschap, selfs op den dagh des Heeren: waer door hij meenighmael sijnen dienst in’t voorlesen van Godes H. Woort niet na behooren kan waernemen. 2. Dat hij den tijt van ter Kercke te luijden meestentijt niet wel waer en neemt, maer veel te laet luijdet. 3. Dat sijne huijsvrouwe ende soon continuëren in’t geduerigh af blijven van ’t gehoor des goddelicken woorts. 4. Dat hij oock selve nu ende dan wel uijtblijft sonder voorgaende v[er]lof van den Predicant te v[er]soecken, ofte ijemant in sijne plaetse te v[er]soecken. 5. Dat hij de bueren dickwils oorsake gegeven heeft om te klagen over sijn school houden: ende daer voor Paschen wederom uijtgescheijden is sonder den Kerckenraet sulcx eens bekent te maken, ofte v[er]beteringe van sijn tractament te v[er]soecke: het welcke hij nu hadde behooren te doen volgens de v[er]handel[inge] van den 11. Januarij ende den 27. Martij. 6. Ende nu in’t besonder dat hij onlancx een specificatie soude hebben 30
overgelevert aen Jonckr AEgidius de Ridder, daer schandelicke valscheijt in gestelt soude zijn, met eenigh werck in v[er]scheijde gedeelten uijt te drucken die hij nochtans niet gedaen en soude hebben, ontrent het maken van den Kelder ter begravinge in dese Kercke voor den Jonckr voorsz. Hier op is geresolveert dat den Pred[icant] met den Ouderlingh Cornelis Volckerssz, dewelcke de ordinare besoeckinge deser Gemeijnte sullen doen, bij Jonckr de Ridder voornt na de gelegentheijt van ’t laetste poijnt naerder sullen v[er]nemen, ende op naestkomende Son-dagh rapport doen van haer wedervaren: op dat voorts in dat ende de andere stucken na behooren moge worden voorsien, de ergernisse geweert ende den Dienst beter waergenomen. Is oock voorgekomen dat Petrus ab Oij student der H. Theologie ende litmaet der Gemeijnte tot Utrecht mondelingh bij den Predicant van hem, ofte van dese v[er]gaderinge attestatie hadde begeert van sijn comportement, om de selvige aen sijne Ephoros tot Utrecht te v[er]toonen: na dat het den Pred[icant] bequaemste mochte duncken: doch dat den Pred[icant] hadde aengenomen de selvige sake den Kerckenraet voor te dragen op de naeste v[er]gaderinge, welcke dese nu was. Daer is bij gevoeght dat sijne moeder Jannichje Bartholomaei weed[uwe] van sal[iger] D. Christianus ab Oij het selvige v[er]soeck oock hadde v[er]nieuwt, ende in ’t besonder hadde voorgestelt, dat het schene dat haren soon bij de Ephoros beschuldight was geworden van dronckenschap ende debouche, die hij hier gepleeght soude hebben: v[er]sochte derhalven attestatie van sijn comportement, Kerckgangh, gebruijckt des H. Avontmaels ende desgelijcx, sulcx als hem in die gelegentheijt dienstigh soude mogen zijn. De v[er]gaderinge de geheele sake overwegende heeft besloten dat men op het gemelde v[er]soeck eenen brief schrijven sal aen de EE. Predicanten tot Utrecht Ephoros der Alumnen van de Ed: Mog: Heeren Staten deser Provincie ende aldaer v[er]halen dat hij Petrus ab Oij hier komende om sijne moeder te besoecken somwijlen wel komt tot het gehoor des goddelicken Woorts, dat hij eenige reijsen hier het H. Avontmael des Heeren wel mede heeft gebruijckt, dat hij soo veel ons bekent is hier geen dronckenschap noch debouche gepleecht en heeft. Doch ondertusschen dat dese v[er]gaderinge v[er]staet haer niet toe te staen volkomen attestatie van sijn gantsche comportement te geven, alsoo hij staet ten opsichte van den EE. Kerckenraet, Professoren der H. Theologie ende de Ephori tot Utrecht: ende dat wij attestatie van den voorsz Kerckenraet souden v[er]soecken indien hij hier begeerde tot een litmaet der Gemeijnte aengenomen te worden. Doch soo hare EE. geliefde eenige dingen te specificeren ende daer over attestatie van ons te v[er]soecken souden na waerheijt met een goede conscientie op alles v[er]klaringe doen, soo veel ons daer van bekent mochte zijn. Op de Classicale v[er]gaderinge den 25. deser tot Rhenen te houden, sal dit mael den Pred[icant] alleen v[er]schijnen: ende sullen na gewoonte betaelt worden de 15. gl tot de generale beurse voor alle ballingen ende nootlijdende Kercken.
31
Den 28. Junij.26 Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. In de sake des Costers is de v[er]gaderinge v[er]toont een extract uijt de specificatie van hem aen Jonckr de Ridder gelevert, als dat hij Antonis Hermanssz den 10. Julij 1645. sijne graf-stede soude hebben geopent, ende den dooden ofte het lichaem van den overleden Jonckr Willem de Ridder uijt de graf-stede van de Ridders gehaelt zijnde, daer in gesett, ende het graf wederom toegeleijt met haer vieren. Ende wederom den 27. sijne graf-stede geopent, den doode daer uijt gehaelt, het graft weder gevult ende toegeleijt, ende den doode in den Kelder voor de Ridders doe gemaeckt zijnde, gebracht met haer vieren: waer aen te samen v[er]dient souden wesen vijf guldens. Daer bij is gekomen een getuijgenisse van Jonckr AEgidius de Ridder mondelingh gegeven in presentie van den Pred[icant] ende den Oud[erlingh] Corn[elis] Volckerssz den 22. Junij laetstleden doch terstont bij den Pred[icant] opgeteijckent, ende den Jonck r voornt voorgelesen: namelick dat Mr Ott Metselaer tot Wijck, doe ontrent acht dagen geleden, wat min ofte meer, v[er]klaert hadde bij den Jonckr de Ridder voornt, dat hij Ott met sijnen knecht de dootkiste van den overleden Jonckr de Ridder hadde helpen halen uijt de graf-stede van de Ridders, ende setten in het sant besijden het portael van de Kercke doemaels leggende, ende dat die kiste in des Costers graf-stede niet en was geweest. Hier op is besloten men sal den Coster na den middagh na de Predicatie voor dese volle v[er]gaderinge citeren, hem het extract ende getuijgenisse voorsz voorlesen, ende ondervragen na de waerheijt of falsiteijt van die poijnten der specificatie: ende indien hij daer ontrent onschuldigh wordt bevonden, sal nochtans eernstelick v[er]maent worden van die andere stucken in de handel[ingen] van den 21 deser aengeroert. Belangende de sake van Petrus ab Oij, heeft den Pred[icant] seker ontwerp voorgelesen conform de resolutie van de laetst voorleden v[er]gaderinge: Het welcke den Broederen wel gevallen is, sal derhalven in de Kercken-kiste bewaert worden, ende het nette uijtschrift bestelt als boven. Ende is te dien eijnde Petro ab Oij in handen gegeven. Den Coster na den middagh binnen gestaen zijnde, ende het extract met het getuijgenisse gehoort hebbende, heeft eenen langen tijt tegengestrevelt, heeft schriftelick willen antwoorden, mr Ott spreken, ende veel geseijt van ’t gene mr Ott hem geholpen soude hebben; het welcke dese sake eijgentlick niet aen en gingh: want dat de metselaer geseijt mochte hebben van de kist uijt het sant te helpen halen, konde lichtelick van Jonckr Ridder v[er]staen zijn geweest als of hij geseijt hadde, dat hij se had helpen brengen in het sant ende of het de metselaer oock v[er]keert geseijt hadde. de vrage was maer, of hij sijne graf-stede hadde geopent, de doode daer in gesett, die wederom toegeleijt: daer na deselve geopent, &c. Onder andere heeft hij oock sterckelick ontkent ’t gene hem onder sijn discoers wierde 26
Pr[ese]nt O[ude] en N[ieuwe] K[erc]kenr[aet].
32
voorgehouden, dat hij in tegenwoordigheijt van meer als een in dese v[er]gaderinge ten tijde als de huijl tot den Kelder gegraven wierde, tegens Jonckr de Ridder hem vragende waer hij sijn broeder gelaten hadde, geseijt heeft: Mejonckr ick en sal daerom niet liegen: als ick de waerheijt seggen sal, ick hebbe hem daer in mijn graft: ofte in mijns vaders graft gesett. Heeft ondertusschen v[er]scheijde malen geseijt, dat hij niet liegen en souden. Doch is eijndelick gekomen tot dese bekentenisse, dat de doot-kiste van den overleden Jonckr de Ridder in sijne graf-stede wel niet en was geweest; maer op een andere plaetse daer se wel bewaert was, ende dat hij wel soo veel v[er]dient hadde met het gene dat hij gedaen heeft, als of hij alles hadde gedaen dat in de specificatie was uijtgedruckt. Heeft oock ge-eijscht copie van het extract ende het getuijgenisse. De v[er]gaderinge sulcx aengehoort, ende de geheele sake rijpelick overwogen hebbende heeft gecommitteert Andr. Essenium, Jan Janssz Timmer, ende Jacob Hendricxsz om uijt aller name bij geschrifte te stellen ende te onderteijckenen 1. een kort v[er]hael der vorige fouten. 2. dese laetste beschuldiginge ende daer bij het extract ende het getuijgenisse volgens de begeerte des Costers. 3. sijne tegenstrevelinge ende bekentenisse. 4. het oordeel des Kercken-raets daer over soodanich als volght. 1. dat men hem bij provisie opschort van het gebruijck des H. Avontmaels voor de naest aenstaende reijse. 2. van het voorlesen in de Kercke voor den tijt van de ses naest volgende weken. 3. dat hij daer na voor dese v[er]gaderinge bekentenisse van sijne schult ende berouw daer over sal doen, met een v[er]soeck om tot sijnen volkomen dienst wederom toegelaten te mogen worden: ende dat hij sulcx met sijne hant sal onderteijckenen27. 4. dat hij oock voor Jonckr AEgidius de Ridder sulcx doen28 sal, voor soo veel het selvige hem aengaet, v[er]giffenisse begeeren ende de specificatie in die poijnten v[er]beteren, ende oock in andere soo daer desgelijcx begaen mochte zijn: dewijle Ridder voorsz soodanige v[er]moeden heeft. Wel v[er]staende dat onder het eerste lit des oordeels mede begrepen is, dat hij sich de naest reijse oock niet bemoeijen en sal met de toebereijdinge van de tafel des H. Avontmaels. Ondertusschen wort hem toegestaen oock geduerende de voorsz ses weken ter Kercke te luijden: ende soo der kinderen ten Doope mochten worden gebracht, het water in de Kercke te brengen. Mits dat hij den tijt van luijden wel waerneme, sulcx dat den H. dienst moge beginnen voor den middagh te negen ueren ende na den middagh te twee ueren precijs. Ende is dit oordeel met eenparige stemmen alsoo besloten, omdat bij de vorige fouten de sake genomen zijnde na sijne eijgene bekentenisse, gekomen zijn 1. soo vele leugenen, ten minsten seven bij malkanderen, 2. omdat door soodanige leugenen winste wierde gesocht. 3. omdat sulcx schriftelick was geschiedt, ende dat in een specificatie die gantsch oprecht behoorde te zijn: ende ten 4de omdat hij soo lange daer bij volherdet hadde. 27
Laatste deel van dit woord onzeker door papierslijtage.
28
Idem.
33
Den 8. Julij.29 Zijn binnen gestaen de EE. Gedeputeerden des Classis D. Cornelius à Diemerbroeck Pred[icant] tot Rhenen, D. Michaël à Middelhoven Pred[icant] tot Rheenswoude, ende D. Godefridus Dellius Pred[icant] tot Cothen om na gewonelicke ordre dese Kercke te visiteren. Doch is niet bevonden dat aen den EE. Classem soude behoeven gerefereert te worden.
Den 12. dito.30 Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, gelijck als mede het oordeel van de gecommitteerden aen den Coster schriftelick overgelevert. Is oock voorgekomen seker geschrift van den Coster waer in hij v[er]socht dat hij poijnt van Jonck r de Ridder om v[er]giffenisse te bidden uijt het oordeel geroijeert mochte werden, seggende dat hij anders wel mocht lijden dat men hem casseerde van het Costerampt. Dat geschrift wel overwogen zijnde is besloten dat dat poijnt niet geroijeert en soude worden: maer dat men den Coster soude aenseggen dat het selvige nootsakelick voldaen moest worden, om de ergernisse ende opspraeck te weeren, ende voorts te voorkomen. Dat de bekentenisse voor den Kerckenraet ende de v[er]ootmoedinge voor Godt de Heere, daer hij van sprack, geenssins uijt en sloot, maer oock v[er]eijschte de bekentenisse voor de menschen tegen de welcke men misdaen heeft. Is oock goet gevonden dat men hem sal af-vragen, wat poijnten hij op het eijnde van sijn geschrift v[er]staet, die soo niet wesen en souden. Gelijck als mede dat men hem v[er]manen sal van sijne woorden in de Kercke tot Jonckr de Ridder gesproken, daer twee leden van dese v[er]gaderinge noch pertinente memorie van hebben, ende hij nochtans den 28. Junij ontkent heeft. Daer toe zijn gecommitteert den Pred[icant] Corn[elis] Volckerssz ende Gijsbert Jansz Timmer.
Den 19. Julij31 Is gerapporteert dat den Coster hadde aengenomen bij Jonck r de Ridder te gaen, ende te doen volgens het oordeel des Kerckenraets: doch hadde met eenen v[er]socht dat den Kerckenraet gelieven soude twee uijt het midden van haer te committeren die met hem derwaerts souden mogen gaen. 2. Dat hij op het eijnde van 29
O. ende N. KKR. behalven Corn[elis] Volckerssz.
30
Absent Jan Hendricksz Mede pr[ese]nt Hendrick Berentssz
31
Absent Gijsbert Janssz.
34
sijn geschrift v[er]staen hadde dat v[er]hael van Mr Ott, het welcke van Jonckr de Ridder schijnt qualick v[er]staen te zijn. Doch was het oordeel des Kerckenraets niet daer op gefundeert, maer op sijn eijgen bekentenisse. 3. Dat hij oock soo seer niet staen en wilde op het gene hij geseijt hadde aengaende die woorden in de Kercke tot Jonckr de Ridder gesproken. Op het voorsz v[er]soeck zijn gecommitteert den Pred[icant] ende Jan Jansz Timmer. Is oock overwogen of het niet geraedsaem wesen soude den Coster eenen sekeren regel van sijne bedieninge schriftelick voor te stellen: doch alsoo die sake de Kerckmrs mede ten grooten deele raeckt is goet gevonden de selve tegen naest-komenden Son-dagh tot dese v[er]gaderinge te v[er]soecken om te samen daer van te handelen.
Den 2. Augusti.32 Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende voorgestelt dat Jan Jansz Timme voorleden Maendagh den Coster hadde aengesproken, ende geseijt dat hij neffens den Pred[icant] was gecommitteert om met hem bij Jonckr de Ridder te gaen, ende die sake daer ten eijnde te maken, volgens sijn eijgen versoeck. Dat hij Jan Jansz oock dien dagh wat te doen hadde bij Jonckr de Ridder soude derhalven nu eenen bequamen tijt daer toe konnen worden beraemt. Waer op den Coster hadde geantwoort, Jonckr de Ridder heeft het wel fraeij met mij gemaeckt. Ende was daer op wegh gegaen. Dat oock den Pred[icant] met Jan Jansz Timmer des Vrijdaeghs daer aen den Coster hadden afgevraeght, hoe hij die woorden v[er]staen hadde. Anderssins waren sij beijde van den Kerckenraet op sijn v[er]soeck gecommitteert, om met hem bij Jonckr de Ridder te gaen. Waer op hij geantwoort hadde, Men konde dat selve wel bedencken: men leijde hem het eene met het andere te laste: dat waer was, ende dat niet waer en was. Doch als gerepliceert wierde, dat hij sich selven sulcx geenssins moeste inbeelden, veel weijniger seggen: dat alle de leden des Kerckenraets sich grootelicx souden aentrecken, dat hij seggen soude, dat sij hem ijet te laste leijden dat niet waer en soude zijn. Het oordeel aengaende het laetste poijnt was gefundeert op sijn eijgen bekentenisse, maer niet op het v[er]hael van Jonckr de Ridder: ja was klaer genoegh uijtgedruckt, dat het den Kerckenraet daer voor hieuw, datter in dat v[er]hael een misv[er]stant was, sulcx dat of M r Ott die sake niet recht geseijt, of Jonckr de Ridder niet recht v[er]staen en soude hebben: soo hadde den Coster geantwoort, hij soude het eene ofte het andere moeten doen: hij soude sich daer op bedencken. Dit aengemerckt ende overwogen zijnde is gelijckelick besloten, dat men den tijt van ses weken den Coster voorgestelt voorts soude afwachten ende sien wat hij noch doen soude, om dan na gelegentheijt daer in te handelen.
32
O. ende N. KKR.
35
Den 16. Augusti.33 Zijn de vorige handel[ingen] herlesen: ende of schoon de ses weken den Coster voorgestelt, al over v[er]streken waren, soo heeft hij nochtans den Kerckenraet niet voldaen, noch sijne sake bij Jonckr de Ridder afgemaeckt soo veel men heeft konnen v[er]nemen: noch ijet v[er]vordert bij ofte met die twee Broederen die op sijn v[er]soeck gecommitteert waren, om met hem bij den Jonckr voornt te gaen. Is in tegendeel voorgekomen dat hij over sijne sake gesproken hadde met eenige heeren van den Doem t’Utrecht, gelijck als oock met den Schout tot Doorn, dewelcke sijne sake sonderlingh scheen aengenomen te hebben, met opinie als of desen Kerckenraet eijgentlick voor hadde den Coster van sijn ampt te casseren, ende een ander, zijnde een Lidt van dese v[er]gaderinge in sijne plaetse te stellen: beneffens andere bedenckingen ende aenmerckingen over het oordeel den Coster van dese v[er]gaderinge ter handt gestelt. Hendrick Berentsz van Waveren heeft v[er]klaringe ende attestatie begeert, of hij den Kerckenraet in ’t gemeijn, ofte eenigh lidt daer van in ’t besonder oijt hadde aengesproken, ofte daer bij doen blijcken dat hij des Costers ampt soude begeeren, ofte oijt begeert hebben: Waer van hem alle de praesente Broederen teenemael vrij hebben gesproken, oock bereijt zijnde schriftelicke attestatie daer van te geven. Voorder is in de sake des Costers besloten noch den tijt van drie weken uijt te wachten, ende te v[er]nemen hoe hij sich als dan gedragen sal: doch soo hij eerder quame den Kerckenraet te voldoen, sal hij oock wederom tot sijne volle bedieninge toegelaten worden. Ende zijn gecommitteert den Pred[icant] ende Corn[elis] Volckerssz om den Coster sulcx aen te seggen, ende eernstelick te v[er]manen hij soude metten eersten een eijnde maken van sijne sake, ende in ’t minste geen bedenckinge hebben als of den Kerckenraet in dese sake ijet anders voor hadde als de gegeven ergernisse te weeren, hem te v[er]beteren ende te behouden. Op den Classem den 25. deser tot Wijck te houden sal dese mael om besondere redenen den Pred[icant] alleen v[er]schijnen. Doch blijft den Kerckenraet bij hare vorige resolutien van haer recht dien aengaende volgens de Kerckenord[eninge] te willen bewaren.
Den 23. Augusti.34 Is na resumtie der vorige handel[ingen] gerapporteert, dat de Coster door de gecommitteerde v[er]maent zijnde, ende ondertusschen gevraeght, waerom hij niet gebleven was bij sijn vorigh v[er]soeck aen den Kerckenraet gedaen, ende binnen den voorgestelden tijt sijne sake niet afgedaen en hadde, heeft geantwoort sijner sake niet wel wijs te zijn, ende niet te konnen antwoorden voor dat den Schout van 33
O. ende N. KKR. behalven Jan Hendricxsz.
34
O. ende N. KKR.
36
Doorn hier soude komen ende v[er]socht uijtstel tot des selvens komste. Waer op hem voorts is aengeseijt volgens de voorgaende resolutie. Den E. Schout meijnde hij dat hier komen soude op maen-dagh doe aenstaende, maer nu v[er]leden gelijck hij aen den Coster ende oock aen den Pred[icant] ontboden hadde. Vermaent zijnde dat hij geen quaet bedencken van den Kerckenraet behoorde te hebben, als of de selve hem sochte te v[er]stooken: dewijle sij inder waerheijt niet anders en sochten als de gegeven ergernisse te weeren ende het gepasseerde bequamelick neder te leggen om hem te v[er]beteren ende te behouden, hadde geantwoort, dat die woorden goet waren. Voorts gevraeght zijnde off hij de daet vanden Kerckenraet in ’t gemeijn, ofte eenige leden des selven in ’t besonder oijt anders bevonden hadde heeft of stil geswegen, of geantwoort sijner sake niet wel wijs te zijn. Hier na heeft den Pred[icant] voorgestelt dat hij van een seker vrient v[er]staen hadde dat den Schout van Doorn die sake op toekomenden Dincxdagh aen de Classicale v[er]gaderinge wilde brengen, de selve aennemende als sijne eijgene. Ende heeft daer over v[er]socht dat neffens hem twee ofte drie personen uijt dese v[er]gaderinge gecommitteert mochten worden om bij geschrifte te stellen de poijnten die men hadde konnen v[er]nemen dat den Schout sijne actie daer tegen in stellen soude; met de antwoorden daer tegen, om voor den Pred[icant] te mogen dienen tot instructie ende v[er]antwoordinge uijt den name van dese v[er]gaderinge op den Classe, bij aldien de sake daer mogt aengenomen ende v[er]handelt worden. Is oock gesproken van sekere attestatie die men hoorde dat de Coster beleijt hadde van school gehouden te hebben noch drie weken na Paschen, ende de informatie van den Pred[icant] ende Jan Jansz dien aengaende genomen: welcke voor een deel der v[er]antwoordingen sal v[er]strecken. Op het voorsz v[er]soeck zijn genomineert Jan Jansz Timmer, Hendrick Berensz, Jan Hendricxsz van Waveren, ende Jacob Hendricxsz. Hendrick Berentsz heeft aengehouden om schriftelicke attestatie te mogen v[er]krijgen. Jan Hendricxsz heeft dien aengaende v[er]klaert als de andere Broederen op de voorleden v[er]gaderinge gedaen hadden. Is besloten de Wel-Ed: van Sandenburgh die voor desen oock Ouderlingh der Gemeijnte geweest is naede van die selvige sake te ondervragen, ende bij aldien sijne Wel-Ed: het selvige v[er]klaert dan schriftelicke attestatie te geven. Noch heeft den Pred[icant] voorgestelt dat den E: Pred[icant] van Amerongen hem door een brief bekent hadde gemaeckt, dat hij van meijninge was den E. Kerckenraet aldaer voor te stellen: Alsoo het den Classis belieft hadde ons op te leggen dat wij geduerigh met eenen oud[erlingh] souden v[er]schijnen, ofte anders nimmermeer, ende alsoo ons recht dat ons volgens de Kerckenord[eninge] toekomt, overgeven; of het dan niet geraedsaem soude zijn, dat men op den aenstaenden Classis v[er]sochte dat onse ouderlingen voortaen op de kosten des Classis mochten worden ontfangen neffens de ouderlingen der Steden ende van Venendael: Het welcke dese v[er]gaderinge gantsch billick geoordeelt heeft, om van haer recht niet ontbloot, noch meer beswaert te worden als andere Kercken. Is oock de v[er]gaderinge aengedient 37
dat den Pred[icant] op voorleden Vrijdagh ’s morgens van Cornelis Gerritsz V[er]nier ende eenige bueren v[er]socht is geweest om het kint van Cornelis voorsz om des selven groote swackheijts wille in sijn huijs te doopen: het welcke oock geschiedt is in tegenwoordich[eijt] van Jan Jansz Timmer ende Jacob Hendricxsz leden deser v[er]gaderinge, ende v[er]scheijde ledematen der Gemeijnte, alsoo het selvige om v[er]scheijde redenen niet scheen geweijgert ofte uijtgestelt te konnen worden. Het welcke de v[er]gaderinge welgevallen is.
Den 6. Septembris.35 Zijn de vorige handel[ingen] herlesen: is oock voorgestelt dat de sake des Costers op den Classe niet en was voorgekomen. Van de kosten des ouderlinghs op de Classis was oock niet gehandelt, alsoo den tijt sulcx niet toe en liet. Aengaende de sake des Costers heeft de Pred[icant] oock v[er]haelt dat hij in de voorleden weke tot Utrecht was geweest, ende alsoo die sake gebracht was aen de Ed: heeren Lamsweert als vice-decanus ten Doem t’Utrecht, ende den Procureur Generael als Secretaris des selvigen Capittels aen het welck bij vacature der Proosdije de Ambachtsheerlickheijt deser plaetse behoort, hadde den Pred[icant] de rechte gelegentheijt dier sake voor gestelt bij de Ed: Heeren Lamsweert voornt, ende Nellesteijn Cameraer des selvigen Capittels, ende oock eenighsins na gelegenth[eijt] des tijts bij den Heere Procureur Generael: van de welcke de twee eerste op de onderrechtinge aen hare EE. gedaen hadden aengenomen ende belooft te bevorderen dat de Coster voor haer soude worden ontboden, ofte immers aen hem geschreven ende belastet, dat hij hem selven desen Kerckenraet gehoorsaem soude stellen, voldoende ’t gene hem over sijne fouten was opgeleijt, ende voortaen sich, soo dragende als een eerlick Coster toestaet. Dat den Pred[icant] daer na ontboden was in de Secretatie ten Doem daer de voornoemde heeren bij malkanderen waren, ende den Schout van Doorn mede present: ende van die sake al veel wierde gedebatteert. Doch 1. Hadde die Heeren oock v[er]staen dat de Coster gehouden soude zijn met sijne hant te onderteijckenen, volgens het derde art. van ’t gene hem bij ’t oordeel deser v[er]gaderinge was opgeleijt, een sekere acte in hare tegenwoordigheijt bij den Pred[icant] ingestelt. 2. Ende dat hij volgens het vierde ende laetste art. gehouden soude zijn bij Jonckr de Ridder te gaen, sijne foute bekennende, ende de specificatie na waerheijt stellende. Waer op den Schout hadde begeert hij soude het doen voor den Coster, ofte daer gaen met den Coster: doch de Pred[icant] hadde geantwoort dat de Coster selve v[er]socht hadde dat twee gecommitteerde uijt onsen Kerckenraet met hem dewaerts souden gaen, ende dat de selvige wel doen souden datter te doen was. Doch als hij begeerde sich daer bij te voegen, ende mede te gaen neffens den Pred[icant] hadde den Pred[icant] geantwoort hij soude daer niet tegen zijn, dat de Schout over de selvige sake oock bij Jonck r de Ridder gingh: maer 35
O. ende N. KKR. uijtgesondert Gijsbert Jansz Timmer.
38
de Gecommitteerde souden het hare wel doen. 3. Dat oock den Schout had willen sustineren dat het woort valsheijt in ’t oordeel gebruijckt moest worden v[er]andert: want het gene valsheijt en was dat de Coster begaen hadde, maer leugenen. Ende soo het valsch ware, soude hij geen bode mogen blijven, &c. Waer op den Pred[icant] geantwoort hadde: hij was bereijt om daer ende over al staende te houden, dat die misdaet met recht soo genoemt was: maer dat het aen hem noch aen den Kerckenraet niet en stond te oordeelen van de gevolgen ontrent het Bodeampt. Doch als gedrongen wierde, dat het selvige woort seer hart was, ende den Coster tot v[er]wijt soude mogen strecken, &c. hadde geantwoort: dat de Coster selve de saeck openbaer maeckte, ende dat de daet harder was als dat woort: Edoch alsoo den Kerckenraet maer sochte de v[er]beteringe ende behoudinge des Costers, mochte hij ver[soecken dat in plaetse van dat woort een ander wierde gestelt: als dan soude den Pred[icant] daer niet tegen zijn, ende hoopte oock het selvige van de andere leden des Kerckenraets. Het eerste is dese v[er]gaderinge gantsch wel gevallen. Ontrent het tweede hadde om de gevolgen liever, dat den Schout van Doorn daer niet bij en ware: maer v[er]stont oock dat men hem het medegaen niet wel beletten en konde, als hij van buijten sich daer bij voeghde. Ontrent het derde wierde groote swarigh[eijt] gemaeckt over die v[er]anderinge, alsoo de meeste Broederen seijden, dat sij teenemael vreesden, sulcx mochte dan geduijdt worden als of de Kerckenraet hem te onrechte daer mede hadde beswart, ende daerom hadde moeten v[er]anderen: want sij al v[er]scheijde diergelijcke dingen v[er]nomen hadden. Dat onse schriften oock wel soo bewaert wierden, dat niemant hem daer uijt sulcx soude komen te v[er]wijten. Als van die sake gehandelt wierde is Jan Jansz Timmer uijt de v[er]gaderinge geroepen, ende hem van eenige bueren geseijt dat Neeltje des Costers dochter daer v[er]haelt soude hebben, van Utrecht was nu soodanigh bescheijt gekomen, dat haer Vader gelijck hadde, ende den Kerckenraet ongelijck, &c. Waer over die broederen te stercker sustineerden datter geen v[er]anderinge van dat woort gemaeckt en soude worden. De Coster hier over voor de v[er]gaderinge ontboden zijnde is gevraeght. 1. Of hij bereijt was die voorgemelde acte te onderteijckenen: heeft geantwoordt hij soude dat moeten doen; ende daer na, hij soude het doen. Gelijck hij oock gedaen heeft. 2. Of hij wel gesint was om selve bij Jonckr de Ridder te gaen met de gene die van desen Kerckenraet op sijn v[er]soeck daer toe gecommitteert waren: heeft geantwoort, Ja: ende dat te sullen doen als het die broederen believen soude. Is voorts bestemt dat sulcx gedaen soude worden als morgen, indien het Jonck r de Ridder dan niet ongelegen en soude zijn. Jan Hendricxsz heeft aengenomen daer na te sullen v[er]nemen ende bescheijt wederom te brengen. 3. Of in den brief, die hem den Pred[icant] van wegen den Schout van Doorn behandight hadde, geschreven stont dat hij gelijck ende desen Kerckenraet ongelijck hadde: dan of daer stont dat hij voldoen moeste ’t gene de Kerckenraet hem hadde opgeleijt: heeft bekent van het laetste. Gevraeght zijnde waerom hij dan in sijn huijs soo hadde gesproken, dat sijn dochter soodanige dingen seijde? Heeft geantwoort: Hij hadde maer geseijt, dat hij 39
hoopte sijn sake soude nu haest afgedaen worden, ende datter een woort v[er]andert soude worden. Is oock onder andere dingen ontrent sijn sake gepasseert gevraeght waerom hij den Schout van Doorn hadde aengebracht dat hij noch drie weken na Paschen school gehouden, ende doe eerst sijn afscheijt van de kinderen genomen hadde? Waer over dan dese v[er]gaderinge wierde belast, als of sij hem ergens mede buijten de waerheijt hadde beswaert: daer nochtans de sake dien aengaende soo openbaer was, ende soodanige informatien daer over genomen, maer al bevonden conform ’t gene in sijn oordeel was gestelt; ende gantsch niet ter contrarie. Heeft geantwoort de sake te zijn soo als hij seijde: ende bleef daer bij niet tegenstaende v[er]scheijde eernstige v[er]maningen aen hem daer over gedaen. Het welcke de v[er]gaderinge met groot misnoegen heeft aengehoort.
Den 13. Septembris.36 Zijn de vorige handel[ingen] overlesen, ende is voorgestelt dat de Coster met den Pred[icant] ende Jan Jansz Timmer op voorleden Maendagh bij Jonck r de Ridder geweest is, ende sijne sake aldaer heeft afgemaeckt, volgens de meijninge des Kerckenraets. Waer over Jonckr de Ridder oock den Coster ende de gecommitteerde belooft hadde dat hij die sake bij niemant soude v[er]manen; maer dat hij de selve v[er]gaf ende wilde v[er]geten. De Coster binnen gestaen zijnde is wederom daer over v[er]maent dat hij voorleden Sondagh soo gebleven was bij sijn seggen van het school houden ende afscheijt vande kinderen na Paschen genomen: ende heeft geantwoort dat hij daer op niet meer wilde staen. Ende alsoo hij nu de meijninge des Kerckenraets in’t oordeel hem overgelevert hadde voldaen, is hij wederom tot sijne volkomene bedieninge toegelaten, ende hem toegestaen dat hij na den middagh wederom soude voorlesen. Waer over hij nochmaels v[er]klaert heeft dat hij sich voor Godt ende dese v[er]gaderinge v[er]nederde, ende v[er]socht dat hem sijne begane fouten v[er]geven mochten worden belovende dat hij sich voortaen in sijn ampt ende alle handelingen soo dragen soude, dat men desgelijcx aen hem niet meer bevinden en soude. Ende is hem de genade des Heeren daer toe gewenscht. Heeft oock v[er]socht dat het woort valsheijt in het oordeel v[er]andert mochte worden: doch is geantwoort, dat de v[er]gaderinge die sake reede in opmerckinge hadde genomen, maer daer swarigh[eijt] in maeckte vreesende dat sulcx misduijdt soude mogen worden; te meer om dat seggen van sijne dochter hier boven aengeroert. Doch is hem toegeseijt hij mochte het geschrift hem ter handt gestelt heijmelick genoegh houden: bij ons soude desgelijcx geschieden: ende men soude hem voorstaen bij alle de gene die hem sulcx tot sijn nadeel souden mogen voorhouden, alsoo hij ons dien aengaende voldaen hadde. Is oock v[er]maent dat hij wederom beginnen soude school te houden soo haest als doenlick wesen soude, met belofte dat men hem secunderen soude om v[er]beteringe van sijn tractament te mogen v[er]krijgen, alles 36
O. ende N. KKR. uijtgesondert Jacob Hendricxsz.
40
onder conditie van soodanige beterschap als hij beloofde; het welcke hij oock aengenomen heeft.
Den 20. Septembris.37 Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende de gewonelicke censure geoeffent tegens de bedieninge des H. Avontmaels dewelcke wesen sal den 4 de Octobris naest-komende. Gerrit Volckersz sal v[er]maent worden om voorts af te maken de moeijten ende twist die hij een wijle tijts geleden gehadt heeft, ende sich voor soodanige gelegenth[eijt] in’t toekomen[de] sorghvuldelick te wachten mitsgaders oock tot meerder neerstigh[eijt] in ’t gehoor des Goddelicken Woorts.
Den 18. Octobris. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Gerrit Volckersz heeft de gedane v[er]maningen aengenomen. Voorts heeft den Pred[icant] voorgestelt, dat den Wel Ed: Heere van Sandenburgh gevraeght zijnde na die sake, daer Hendrick Berentsz attestatie van hadde v[er]socht, v[er]klaert heeft even als de andere Broederen. Sal derhalven formele attestatie gegeven worden.
Den. 8. Novembris. Is Corn[elis] Volckersz Oud[erling] der Gemeijnte gecommitteert om neffens den Pred[icant] de Classicale v[er]gaderinge tot Wijck op den 17. deser bij te wonen.
Den 13. Decembris 1646. Is de gewonelicke censure gehouden tegens de aenstaende bedieninge des H. Avontmaels dewelcke zijn sal op den 25. deser. In dit jaer 1646. zijn 11. kinderen in dese Gemeijnte gedoopt. Ten eijnde des selven jaers waren 42. communicanten.
Anno 1647. Den 14. Februarij.38 37
Absent Corn[elis] Volckersz mede pr[ese]nt Hendrick Berentsz.
38
O. ende N. KKR.
41
Is in opmerckinge genomen hoe onlancx eenige reijsen v[er]socht is datter kinderen in de weke gedoopt souden mogen worden, alsoo men de selve swack meijnde te wesen, ende bij eenige langh scheen te wachten tot den Sondagh: ende is daer over met eenparige stemmen besloten, dat men eenen sekeren dagh in de weke soude stellen, op den welcken de gelegenth[eijt] sulcx v[er]eijschend[e] een korte predicatie soude worden gedaen, ende dat H. Sacrament bij ordre ende tot stichtinge der v[er]gaderde Gemeijnte bedient: mits dat de gene, die als dan hare kinderen ten Doope souden willen presenteren, sulcx des daeghs te voren, ofte immers des morgens vroegh, bij den Predicant bekent maken. Ende is daer toe bestemt den Donderdagh. Welverstaende dat dan buijten den Sondagh ende Donderdagh geene kinderen gedoopt en sullen worden, ten ware sake dat de kinderen doodelick kranck mochten zijn, ende dan anders daer in gedisponeert wierde, om alle occasie van aenstoot wech te nemen. Ende dit sal de Gemeijnte op naest-komenden Sondagh van den Predick-stoel bekent worden gemaeckt. Is oock bij gelegenth[eijt] ontlancx voorgevallen besloten, soo wanneer den Doop v[er]socht soude mogen worden voor kinderen buijten echte geprocreeert ende geboren, dien Doop sal worden uijtgestelt tot dat immers een van beijde de Ouders selve bij den Kerckenraet, ofte eenige leden der selve sulcx kome v[er]soecken, met bekentenisse van hare misdaet ende leetwesen over de selve: doch met exceptie als boven. Is oock goet gevonden dat voortaen geene houwelicksche geboden opgeteijckent sullen worden als des v[er]socht zijnde soo wel van de bruijt als van den bruijdegom, beijde geassisteert met de gene welcker consent daer toe noodigh is, ofte immers suffiçant bewijs van soodanigh consent. Sal oock bij die opteijckeninge beneffens den Pred[icant] een Ouderlingh ofte een Diaken tegenwoordigh zijn. Alles tot stichtinge ende tot voorkominge van velerleij swarigheden. Ende sal oock dit de Gemeijnte met het voorgaende eerste poijnt opentlick bekent gemaeckt worden.
Den 14. Martij. Zijn na resumtie der vorige handel[ingen] tot de v[er]gaderinge des Classis die den 16. deser tot Wijck gehouden sal worden gecommitteert den Pred[icant] ende den Oud[erlingh] Jan Jansz Timmer.
Den 11. Aprilis. Is de gewonelicke censure gehouden tegens de bedieninge des H. Avontmaels, dewelcke wesen sal op den 18. deser.
42
Den 16. dito. Is een persoon na voorgaende belijdenisse sijns geloofs, ende beloften daer toe gehoorende tot litmaet deser Gemeijnte van nieuws aengenomen.
Den 25. dito. wesende den eersten Sondagh na Paschen, heeft men begonnen te handelen van de v[er]stellinge des Kerckenraets. In plaetse van Jan Jansz Timmer die van de ordinare bedieninge des ouderlinghschaps sal afgaen zijn voorgeslagen Hendrick Berentsz van Waveren, Jacob Hendricsz ende Gijsbert Jansz Timmer, op dat uijt de selvige wederom een ouderlingh moge worden v[er]koren. Ende in plaetse van Gijsbert Jansz Timmer, die van de Diaconie sal afgaen, zijn genomineert Peter Jansz van Velpen, Cornelis Jansz Verweij, ende Gerrit Volckersz Timmerman. Is oock voorgestelt hoe den 19. deser ten huijse van den Pred[icant] gekomen zijn Jan Cornelissen Decker ende Willem Segersz begeerende dat de houwelicksche geboden van hem Willem Segersz ende Jannichje de dochter van Jan Cornelis voorsz opgeteijckent ende gedaen souden worden. Doch alsoo de Bruijt daer niet mede tegenwoordigh en was, tegens resolutie deser v[er]gaderinge genomen op den 14. Februarij laetst-leden, ende terstont niet ontboden en konde worden als wonende ende noch zijnde onder den Gerechte van Wijck, hadde den Pred[icant] bij hem ontboden Jan Jansz ende Gijsbert Jansz Timmer, om met haer te beraetslagen wat in die gelegenth[eijt] gedaen diende te worden. Ende gemerckt dat de bruijt niet ontboden en konde worden souden de geboden op dien dagh voortgaen: ende soo sij wederom wierden gesonden sonder de geboden op te teijckenen, soude lichtelick afkeeringe v[er]oorsaeckt hebben aen haer ende hare vrienden meest Paeps gesint zijnde, soo was dan Seger Willemsz des bruijdegoms vader daer noch bij gehaelt, ende de geboden soo opgeteijckent ende gedaen, op v[er]trouwen dat sulcx bij soodanige gelegenth[eijt] niet strijdigh en was tegen de meijninge deser v[er]gaderinge. Het welcke soo aengenomen is, op hope dat de voorsz resolutie in’t toekomende bij de ondertroude naeuwer sal nagekomen worden.
Den 2. Maji. Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, heeft men oock naerder begonnen te handelen van de v[er]kiesinge eens Ouderlinghs ende eens Diakens. Tot Ouderlingh is Jacob Hendricxsz in groote consideratie gekomen: maer is tegengebracht seker v[er]schil ende hooge woorden gevallen tusschen hem ende Cornelis Jansz Lockhorst. Men sal arbeijden sulcx metten eersten ende op het bequaemste bij te leggen: ende na bevindt der sake oordeelen wat voor desen tijt bij de Gemeijnte het
43
stichtelickste sal zijn. Tot Diaken is in meeste opmerckinge gekomen Cornelis Jansz V[er]weij.
Den 9. dito. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen: ende is tot Ouderling v[er]koren Gijsbert Jansz Timmer; tot Diaken Cornelis Jansz V[er]weij. Heeft oock den Pred[icant] de v[er]gaderinge voorgedragen dat de respective Armen tot Neder-Langhbroeck ende Cothen ten opsichte van de moeijten die hij Andreas Essenius ende D. Godefridus Dellius Pred[icant] tot Cothen in qualité als mombers gehadt hebben met ende voor de oude Berta Jans weed[uwe] van sal[iger] D. Joh. Bodecherus in sijn leven Pred[icant] tot Cothen, van de EE. Diaconen ende Boum rs der Wees-schole tot Middelburgh (als hebbende het recht van twee erfgenamen van de voorsz Berta Jans) toegeleijt zijn hare portien, dat is twee derde deelen, van de hondert gulden weeduwen tractaments; die de weed[uwe] voorsz komen soude van de Ed: Mog: Heeren Staten deser provincie: met noch twee derde deelen van hondert gulden, ten laste van Jacob Teunissz van Bemmel gewoont hebbende op Wijcker-sloot tot Cothen, van dewelcke nu in ses jaren geen renten betaelt en zijn. Dit salmen met de eerste bequame gelegenth[eijt] soecken inte vorderen.
Den 30. dito. Drie openbare voorstellingen voor de Gemeijnte op soo veel Sondagen gedaen zijnde sonder eenige v[er]hinderinge is Gijsbert Jansz Timmer tot Ouderlingh ende Cornelis Jansz V[er]weij tot Diaken opentlick bevestight ende ingesegent.
Den 7. Junij.39 Heeft Gijsbert Jansz Timmer als gewesen Diaken rekeninge gedaen: ende is bevonden bij hem zedert den 24. Maji tot desen dagh toe incluis meer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summe van vier ende vijftigh gl, twee st ende vier penn. Bij het slot van de voorgaende rekeninge op den 18. Maji 1646. hadde dese Diaconie een capitael van 628-3-0 Hier van heeft Gijsbert Jansz Timmer ontfangen ende in rekeninge gebracht 14-0 Blijft derhalven 39
Abs[ent] Corn[elis] Volckersz.
44
12-
615-9-0
Hier bij gebracht het ov[er]schot van dese rekeninge
54-2-4 Komt 669-11-4
Uijt de handel[ingen] van den 21. Junij 1646 blijckt dat de Diaconie schuldigh was aen Jan Jansz Timmer
83-8-12
Alsoo de selvige tot voordeel der Diaconie gebruijckt zijn, sal Jan Jansz Timmer voorsz daer van genieten
4-0-0 Derhalven komt hem
87-8-1
Gerrit Volckersz was aen de Diaconie noch schuldigh 0
25-9-
ende Cornelis Jansz van Pappelendam
10-8-1 Beloopende te samen
35-17-12
Dewelcke ten deele ontfangen zijn ende voorts ontfangen sullen worden bij Jan Jansz Timmer: gelijck hij mede van Gijsbert Jansz Timmer ontfangen sal 11-0 Komt aldus
51-
87-8-12
Soo heeft dan noch dese Diaconie aen gelt
2-11-4
Teunis Willemsz Lap is noch schuldigh van geleent geldt
13-0-0
Ten laste van dit Dorp staen noch
200-0-0
van Gerrit Volckersz Timmerman
300-0-0
van Gerrit Jansz van Waveren
100-0-0
van Aris Cornelisz Buijs
50-0-0 Bedragende met malkanderen
Welcke summe over een komt met de bovengestelde
665-11-4 669-11-4
Want Jan Jansz Timmer moest daer uijt noch hebben Aldus gelijck boven voor het tegenwoordige capitael der Diaconie deser Gemeijnte
45
4-0-0 665-11-4
Den 13. dito. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Opden Classem den 22. deser tot Rhenen te houden sal ditmael den Pred[icant] alhier v[er]schijnen. De attestatien die voortaen aen eenige personen gegeven sullen worden, om hare houwelicxsche uijtroepingen in andere Kercken te laten geschieden, ofte in den houwelicken staet bevestight te mogen worden, ofte dat se hier bevestight zijn, sullen te samen bij den Pred[icant] onderteijckent worden onder dese woorden uijt last ende name des Kercken-raets: want den Kerckenraet daer mits desen eenen generalen last toe geeft. Alsoo Gijsbert Jansz Timmer tot Ouderlingh ende Cornelis Jansz V[er]weij tot Diaken, bevestight zijn, ende nu behoorlicke sessie genomen hebben, is Jan Jansz Timmer, die van de ordinare bedieninge des Ouderlinghschaps afgaet, voor sijne goede diensten bedanckt; ende v[er]socht bij alle voorvallende gelegenth[eden] dese v[er]gaderinge met advies ende hulpe bij te staen. Het welcke hij geerne heeft aengenomen.
Den 20. dito.40 Na herlesinge der vorige handel[ingen] is de credentie geteijckent. Is oock aengewesen dat bij de begravinge der Dooden tot noch toe meer is ontfangen als tot voordeel der Kercke daer tegens uijtgegeven de summe van seven gulden dertien stuijvers ende acht penningen, berustende onder Jan Jansz Timmer. Is oock de gewonelicke censure gehouden tegens de bedieninge des H. Avontmaels dewelcke wesen sal op den 4. Julij naestkomende: ende overwogen wat personen men van nieuws tot de H. Gemeijnschap in’t besonder v[er]manen sal.
Den 27. dito. Zijn twee personen komende uijt de Gemeijnte van Doorn tot ledematen deser aengenomen: ende noch een na voorgaende belijdenisse.
Den 6. Julij. Is D. Vincentius Bargejus Pred[icant] tot Wijck ende nu Gedeputeerde des Classis van Rhenen ende Wijck beneffens D. Andream Essenium Pred[icant] alhier herwaerts gekomen om uijt ordre ende last des Classis oock de besoeckinge van dese Gemeijnte te doen: daer toe zijn uijt dese Gemeijnte v[er]schenen de Broederen Jan Jansz ende Gijsbert Jansz Timmer als Ouderlingen ende Peter Teunisz als Litmaet. Na ondersoeckinge van en staet deser Kercke is niets 40
Absent beijde de Diaconen.
46
voorgekomen waer in men de hulpe des Classis ofte harer Gedeputeerden van noode hadde. Waer over de Heere gedanckt is ende dese Gemeijnte den Goddelicke genade toe gewenscht om soo te volherden ende daghelicx meer ende meer overvloedigh te mogen worden in’t gene tot stichtinge der selve ende tot Godes eere behoort.
Den 11. dito. Is na herlesinge der voorgaen[de] handel[ingen] v[er]toont sekere cedulle van D. Daniel van Hengel Pred[icant] tot Amerongen ende nu quastor Classis, waer bij v[er]klaert wierde dat de 15. gl die van dese Kercke over den jare 1646. waren gecvontribueert tot de generale beurse des Classis voor alerleij ballingen ende nootlijdende personen, die sich bij den E. Synodum deser provincie hadden aengegeven ende waren aengenomen, den Pred[icant] deser Gemeijnte wederom waren ter hant gestelt, alsoo de voorsz ballingen ende nootlijdende personen van ’t voorsz jaer alreede geholpen waren uijt het overschot van de contributien de voorgaende jaren. Ende dat uijt de voorsz penningen aen den quaestor voorsz wederom waren betaelt seven gulden ende tien stuijvers over dit tegenwoordige jaer 1647. Is oock voorgestelt dat bij den Classem een sekere lijste is gemaeckt van ’t gene bij ijeder Kercke onder den selven resorterende in’t toekomende sal worden gecontribueert tot de voorsz nooden in proportie als voor desen van ijeder Kercke pleegh gecontribueert te worden: ende dat volgens deselve lijste dese Kercke tot ijeder gulde sal contribueeren eenen stuijver ende acht penningen: dienvolgende in hondert gulden seven gulden ende tien stuijvers, gelijck nu dit jaer geschiet is: in hondert dalers elf gulden ende vijf stuijvers: ende voorts na proportie min ofte meer.
Den 22. Augusti. Is den Pred[icant] gecommitteert tot de Classicale v[er]gaderinge de welcke den 24. deser te Wijck bij Duerstede gehouden sal worden.
Den 29. dito.41 Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Is voorgestelt dat Assuerus Jansz Boddeke wonende tot Houmade bij Leijden als vader ende vooght van Bertje sijne minderjarige dochter de respective Armen van Neder-Langhbroeck ende Cothen te samen hadde gegeven ende opgedragen het seste deel sijne dochter voorsz komende in twee onder scheijdene obligatien sprekende de eene op Grietje Jans de 41
Abs[ent] Jan Hendricxsz mede p[re]s[ent] Jan Jansz.
47
Cruijf ende de andere op Adriaen Claessen van Bemmel tot voordeel van den boedel D. Johannis Bodecken gewesen Pred[icant] tot Cothen ende Berta Jans sijne huijsvrouwe nu beijde overleden zijnde: sulcx dat nu de rechte helfte dier twee obligatien de respective Armen van Neder-Langhbroek ende Cothen te samen toekomt. Siet de handel[ingen] van den 9. Maji 1647. Ende dat uijt oorsake van de moeijten die Andr. Essenius ende Godefridus Dellius als v[er]korene mombers gehadt hebben met ende voor de oude Berta Jans voorsz. De welcke men derhalven metten eersten invorderen sal. De portie onsen Armen komende in de hondert guldens weeduwen tractaments volgens de handel[ingen] van den 9. Maji is ontfangen ter summe van drie ende dertigh guldens ende drie stuijvers alsoo eenigh gout at te licht was.
Den 19. Septembris.42 Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Is oock de Censure van de Ledematen deser Gemeijnte na gewoonte gehouden tegens de Bedieninge des H. Avontmaels dewelcke zijn sal op den 3. Octobris naest-komende
Den 24. Octobris.43 Is na herlesinge der vorige handel[ingen] in opmerckinge genomen (alsoo voor desen volgens last der Ed. Mog. Heeren Staten deser provincie bij den Kercken-raet deser Gemeijnte ondersoeck was gedaen op de Kerckelicke goederen, in’t besonder mede op de soodanige als v[er]duijstert zijn, volgens de handel[ingen] van den 17. Septembris ende de liasse van den 2. Octobris 1643) of men niet soude konnen ende behooren eenige naerdere middelen aen te wenden tot voordeel der Kercke, ten eijnde de selvige de v[er]duisterde goederen, ofte eenige der selve weder mochte bekomen. Uijt de gemelde liasse is ten eersten aengemerckt dat volgens den Staten Blaffaert de Kercke alhier toebehooren soude eenen morgen te Goijwaerts uijt de seven morgens van Coevoorden. Is voorgeslagen of men niet het Gerechte deser plaetse behorode te v[er]soecken dat sij den besitter dier morgens wilden belasten sijne brieven daer van te toonen ende sijn recht te bewijsen. Het welcke de praesente Broederen soo goet gedacht heeft. Doch is besloten de tegenwoordige Kerckmeesters tegens toekomenden Sondagh hier op mede te hooren, ende is’t doenelick, te samen het profijt ende recht der Kercke te v[er]vorderen.
Den 31. dito. 42
Abs[ent] Corn[elis] Volckerss. Mede p[re]s[ent] Jan Jansz.
43
Abs. Jan Hendricxsz.
48
Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert, ende is Hendrick Berentsz van Waveren als Kerckmr daer over gehoort, dewelcke sijne genegenth[eijt] daer toe verklaert heeft, ende aengenomen met Cornelis Jansz van Pappelendam als mede Kerckm r daer van te spreken, ten eijnde men gelijckelick het welvaren der Kercke mochte bevorderen.
Den 14. Novembris. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Is v[er]toont een extract uijt den StatenBlaffaert van dit Dorp, sprekende van die vijftien morgen, die de Erf-genamen van Coeverden v[er]kocht hebben aen Andries Verweij, als dat een der voorsz morgen immers op dien tijt als den Blaffaert gemaeckt is dese Kercke heeft toebehoort. Voorts is den Pred[icant] gecommitteert tot de v[er]gaderinge des Classis, dewelcke gehouden sal worden den 16. ende 17. deser tot Wijck.
Den 12. Decembris. Is de gewonelicke censure gehouden tegens de aenstaende bedieninge des H. Avontmaels, dewelcke zijn sal den 25. deser. Ende is overslagen wat personen men insonderh[eijt] van nieuws daer toe v[er[manen sal.
Den 19. dito. Is een persoon tot lidt deser Gemeijnte aengenomen. Ende waren alsoo ten eijnde deses jaers 45. Communicanten. In dit jaer zijn 19. kinderen gedoopt.
Anno 1648. den 9. Januarij. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Aengaende den mergen lants, waer van hier boven, heeft den Pred[icant] voorgestelt dat Cornelis Jansz van Pappelendam medeKerckmr in der tijt, daer over gesproken is: ende hem selven wel genegen heeft getoont om te arbeijden immers te v[er]soecken, of den selven mergen wederom bequamelick aen de Kerck mochte werden gebracht. Waer over goet-gevonden is dat men op de vergaderinge als de Kercken-rekeninge geschiet, dese selvige sake sal voorstellen, ende na v[er]mogen bevorderen. Is oock in opmerckinge genomen alsoo uijt de nalatenschap D. Johannis Bodecheri in sijn 49
leven Predicant tot Cothen ende Berta Jans sijner huijs-vrouwe sal[iger] ged[achtenisse] een silveren beker voor dese kercke gekocht is ter summe van negen ende twintigh guldens ten eijnde de selvige tot de bedieninge des H. Avontmaels altijt mochte werden gebruijckt: maer de Kercke tegen-woordigh wel v[er]eijschte tot de reparatie des dacx, welcke eerlange gedaen sal moeten werden, of niet den geseijden beker van de goederen der Diaconie betaelt soude moge werden, te meer alsoo den beker geruijm soo veel aen silver weerdigh is, ende de Diaconie noch meer uijt den selven boedel reede genoten heeft. Siet de handel[ingen] van den 9. Maji ende den 29. Augusti 1647. Het welcke dese Vergaderinge goet gedocht heeft, dat alsoo geschiedeni soude.
Den 19. Martij.44 Zijn de voorige handel[ingen] herlesen. Van dien mergen lants is bij de Kerckenrekeninge niet gesproken, alsoo de gelegentheijt sulcx niet toe en liet: ende ondertussen v[er]staen is, dat bij wijlen Jonckr Daniel van den Berg ende Alexander de Coningh bij haer leven, nu al langh geleden veel moeijtens daer toe was aengewent tegen Coeverden, doe oock in’t leven zijnde maer te v[er]geefs: is goet gevonden bij Jonckr Hendrick van den Bergh te v[er]nemen wat onderrechtinge of openinge hij dien aengaende mochte weten te doen. Op den gemelden beker heeft den Predicant uijt het gelt der Diaconie onder hem berustende aen Jan Jansz Timmer, die den selven beker betaelt hadde gegeven twintigh guldens. De resterende nege guldens sal den Diaken Jan Hendricxsz goet doen. Voorts is de gewonelicke censure geoeffent tegens de aenstaende bedieninge des H. Avontmaels dewelcke wesen sal op den 2. Aprilis naestkomende Tot de Classicale v[er]gaderinge den 21. deser tot Wijck te houden zijn gecommitteert Den Predicant ende Gijsbert Jansz Timmer.
Den 23. Aprilis.45 Alsoo het tijt was om na aengenomene ordre te handelen van de v[er]kiesinge eens Ouderlinghs ende eens Diakens in plaetse van Cornelis Volckersz ende Jan Hendricxsz van Waveren langhst in die ordinare bedieningen geweest zijnde: soo zijn tot de nominatie des Ouderlinghschaps voorgeslagen Hendrick Beerntsz van Waveren, Jacob Hendricxsz ende Jan Hendricxsz van Waveren: ende tot de nominatie der Diaconie Peter Jansz van Velpen, Cornelis Jansz Timmer ende Peter 44
De Diaconen absent doch Jan Jansz Timmer mede present.
45
Mede Pre[sent] Jan Jansz Timmer.
50
Gerritsz. Maer Jan Hendricxsz van Waveren sal sijne rekeninge doen des Maendaeghs na Pincxteren na de achter-middaeghsche Predicatie volgens voorgaende gebruijck deser Kercke. Dewijle men met droefheijt v[er]staen heeft dat Jan Adriaenssz Haeijr-man litmaet deser Gemeijnte bevonden is ende bekent moet staen dat hij gesocht heeft dieverije te begaen waer mede hij boven al tegens Gods swaerlick heeft gesondight ende de menschen ergernisse gegeven soo is hij mits-desen gesuspendeert van onse Christelicke Gemeijnschap ende houdinge des H. Avontmaels, ten eijnde hij tot bewijs van oprecht berouw moge werden gebrachtet ende de gegevene ergernisse geweert. (Edoch alsoo men hoort dat hij van huijs is, sal hem sulcx ter bequamer gelegentheijt met een eernstige bestraffinge aengeseijt werden.
Den 7. Maji.46 De vorige handel[ingen] zijn herlesen. Dien mergen lants blijft in statu. Van Jan Adriaensz Haeijrman heeft Jan Hendricxsz van Waveren voorgestelt dat hij uijt hem Jan Adriaensz v[er]staen hadde ende oock waerschijnelick was, dat de dienstmaeght, die tegenwoordigh bij Jonckr Thomas Taets van Amerongen woont, hem Jan Adriaensz dickwils te voren hadde aengesocht om te samen met haer dieverije te plegen aen het gelt van den Jonckr voornt. Ende dat deselvige dienstmaeght des Vrijdaeghs voor Paschen daer de deure van een kamer hadde geopent, daer hij Jan Adriaensz was door-gegaen. Dat sij voorts een leeder hadde gekregen, daer op was geklommen na een hooger plaetse, seggende sij sach daer veel gelts ligghen, hij soude daer doch voort bij klimmen ende voor hemselven ende voor haer elcx wat nemen. Waer over Jonckr van Amerongen voornt ter aenganck quam, sonder dat hij Jan Adriaensz yet hadde opgebroken ofte genomen. Hier bij is gevoeght dat Teunis Cornelisz Snellenbergh nu wonende tot Doorn in presentie van Jan Jansz Timmer gesegt heeft dat de selvige dienst-maeght van den Jonckr voornt tot v[er]scheijde malen Jan Hendricxsz van Doorn in gelijcker voegen hadde aengesocht om soodanige dieverije te doen. Het welcke indien ’t soo ware, soude de misdaet van Jan Adriaensz voorsz minder zijn als de geruchten wel gingen, hoewel hij noch seer qualick heeft gedaen, soo verre na die dienst-maeght luysterende, ende die besoeckinge soo veel plaetse gevende. Hier na is men getreden tot de v[er]kiesinge eenes Ouderlinghs ende eens Diakens uyt de gene die by de vorige v[er]gaderinge daer toe waren voorgeslagen. Ende is tot de ordinare bedieninge des Ouderlinghsschaps wederom v[er]koren Hendrick Beerntsz van Waveren: maer tot de bedieninge der Diaconie Peter Jansz van Velpen. 46
Prnt ut sup[ra].
51
Den 22. dito. Zijn de v[er]korene Ouderlingh ende Diaken opentlick in hare Diensten bevestight. Na den middagh is de rekeninge van Jan Hendricxsz van Waveren belangende den ontfangh ende uytgift der Diaconie tot desen dagh incluis, opgenomen; ende bevonden meer ontfangen als uytgegeven te zijn de summe van vier ende veertigh guldens, ses stuyvers xij penn. sulcx dat het tegenwoordige Capitael der Diaconie beloopt ses hondert vier ende tnegentigh gl, ses st ende twaelf pen. gelijck als nader in het boeck van de Diaconie te sien is. Ende sal voorts Cornelis Jansz Verweij de administratie der penningen aennemen.
Den 16. Junij. Zijn de vorige handel[ingen] herlesen, ende de gewonelicke censure gehouden tegen de besoeckinge der Gemeijnte v[er]mits het H. Avontmael over 3. weken bedient sal worden. Is oock aengemerckt dat de Heem-raden op huyden, zijnde den dagh des Heeren wederom hare schouwe doen: waer over goet gevonden is dat men copie van den Schouw-brief soude sien te bekomen, om met des te meerder fundament ende bescheyt uyt te wercken dat de Schouwe op een anderen dagh mocht worden gestelt, indien niet van de heem-raden selve; dat men dan de authoriteyt der Ed: Mog: Heeren Staten deser Provincie daer toe versoecken mochte. De Commissie van een Ouderlingh om nevens den Predicant op den Classe tot Rhenen den 27. deser te v[er]schijnen is in advies gehouden.
Den 25. dito.47 Is Gijsbert Jansz Timmer gecommitteert om als Ouderlingh neffens den Predicant op den Classem den 27. deser te v[er]schijnen. Alsoo Niesje Cornelis wonende ten huyse van Aris Cornelisz Buys al voor langen tyt eenige acte hadde gepretendeert en[de] alsoo misnoegen hadde getoont tegen Jan Hendricxsz van Waveren, soo heeft Peter Jansz van Velpen voorgestelt dat Niesje voorsz nu wel genegen was eenen eys in redelickheijt te doen ende sich het goetvinden van goede mannen te onderwerpen: en[de] dat sy voor haer een persoon te dien eynde v[er]koren hadde. Dit sal men Jan Hendricxsz bekent maken en[de] v[er]manen metten eersten een goet man daer tegen te stellen, om die sake in vrede en[de]billickheyt te samen af te maken.
47
Absent Corn[elis] V[er]weij.
52
Den 3. Augusti. Zijn de EE. Broeders D. Justus Heurnius, D. Johannes Westerholt en[de] D. Daniell van Hengel Predicanten tot Wijck ’T Wael en[de] Amerongen, en[de] tegenwoordigh Deputati Classis alhier v[er]schenen om de jaerlicksche visitatie der Kercke te doen. Hier toe zijn beneffens den Predicant gecompareert de Ouderlingen Gijsbert Jansz Timmer en[de] Hendrick Beerntsz van Waveren, met Peter Gerritsz lidtmaet der Gemeynte. Doch en is niets voorgekomen waer over men de behulpsame handt des Classis hadde te v[er]soecken, ofte daer aen soude dienen gebracht te worden. Godt de Heere is solemnelick gedanckt over sijne genade aen dese Gemeynte bewesen, gebeden om continuatie ende v[er]meerderinge der selve, desgelijcx aen de Kercken in ’t gemeyn, &c. Ende de vergaderinge met onderlinge dancksegginge en[de] groetenisse gescheyden.
Den 20. dito Vergadert zijnde alle de Broederen Ouderlingen ende Diaconen, soo die tegenwoordigh in bedieninge zijn, als die voor desen geweest zijn, uytgesondert alleen den Wel-Ed: Heere van Sandenburgh, dewelcke van huys was, maer nochtans schriftelick van Uytrecht sijn E. Advies aen de Broederen hadde overgesonden. Het gebedt tot Godt gedaen zijnde, mitsgaders oock eenige openinge van de gelegentheyt der sake, daer dese vergaderinge toegeleyt was, zijn binnen gestaen de EE. Broederen D. Carolus De Maets SS. Theologiae Doctor en[de] Professor in de Academie en[de] Predicant in de Gemeynte tot Uytrecht ende D. Franciscus De Wael Predicant tot ’s Hertogenbosch. Dese afgesonden zijnde van de Eerw: Extraordinare Kerckelicke Vergaderinge bestaende uyt Gecommitteerde Predicanten uyt alle dese Provincien beneffens den Classem van ’t Hertogen Bosch, om by provisie veertien Predicanten in de Majorie aldaer te beroepen volgens consent en[de] ordre van de Hoogh Mog: Heeren Staten Generael, hebben daer toe behoorlicke Credentie overgegeven, ende voorgestelt dat Dr. Andreas Essenius Predicant alhier bij de bovengemelde Vergaderinge beroepen was tot Vecchel in de voorschr[even] Majorie, met approbatie van Hare Hoogh Mog: v[er]soeckende derhalven dat Essenius van dese Kercke mochte worden ontslagen om die v[er]haelde beroepinge te mogen volgen, v[er]scheyde redenen gebruyckende om dese E. Vergaderinge daer toe te bewegen als 1. De wettigheyt dier beroepinge met eenparige stemmen van de bovengemelde Extraordinare Kerckelicke Vergadering gevallen op Essenium, na een solemnelen vaste en[de] Vede dagh voor Godt den Heere over het selvige stuck gehouden 2. De nootsakelickheyt van de persoon Essenij aldaer, om datter sonderlinge godtsaligheyt, geleertheyt, voorsichtigheyt ende ervarentheyt v[er]eijscht wordt, om op soodanigh eene plaetse als daer is de 53
Majorie zijn de gronden der Reformatie te leggen: daer hy nu eenparighlick gantsch dienstigh toe geoordeelt, en[de] soo solemnelick v[er]koren was. 3. Vermits dese plaetse van Neder-Langhbroeck lichtelicke wederom wel v[er]sorght soude konnen worden door een Proponent ofte een Predicant van een kleyndere Gemeynte, insonderheyt wanneer tijdelick en[de] met advies van een tegenwoordigen Predicant daer na wierde uytgesien. Waer toe D. Professor Dematius oock alle mogelicke hulpe en[de] dienst presenteerde om aenwijsinge te doen, aen dese vergaderinge als aen eygene Broederen. 4. Soo daerentegen dit v[er]soeck afgeslagen wierde soude seer qualick luyden by hare Hoogh Mog: dat daer hare Hoogh Mog: sulck een deure openen om het Euangelium voort teplanten, de Kercken selve op haer eygen interesse siende daer in nalatigh blyven, en[de] weygerigh om de Predicanten die daer toe v[er]koren zijn bij de Kerckelicke v[er]gaderinge bovengemelt ende geapprobeert by hare Hoogh Mog: daer toe te laten gaen. 5. Dat het qualick soude luyden voor de vyanden onser Kercke, even als of wy geen stoffe of geen ordre en hadden om die Majorie ten eersten met bequame Predicanten te voorsien. 6. Dat het oock qualick soude luyden voor andere Kercke die dan lichtelick na ’t exempel van dese oock hare Predicanten souden weygeren te dimitteren tot dien Dienste. Dese ende andere redenen meer voorgestelt hebbende v[er]sochten ende baden dese Vergaderinge op het eernstighste de kracht dier redenen in de vreese des Heeren, met mededogentheyt over die arme v[er]dwaelde en soo langh misseyde menschen in de Majorie en[de] met liefde tot de Gemeynte Godes in ’t gemeyn, en[de] een begeerte om de selvige verre uyt te breyden, te willen overwegen, en[de] soo van den overvloet deser Provincien aen die nootdruftige in de Majorie mede te deelen. Dit v[er]soeck gehoort en[de] de kragt der redenen aengemerckt zijnde, heeft dese Vergadering haren Predicant gevraeght hoe hy selve in die sake gesint was, dewelcke tot antwoort gegeven heeft: dat de voorschr[even] EE. Gedeputeerden deselvige ende diergelijcke redenen by hem oock hadden gebruyckt, ende hem soo bewogen te antwoorden, indien hy sijns selfs ware sonder aen dese Gemeynte v[er]bonden te zijn, hy soude terstont die beroepinge volgen; maer wierde nu door de v[er]bintenisse en[de] liefde deser Gemeynte v[er]hindert dat te doen: mochte derhalven wel lijden dat de voorsz EE. Gedeputeerden allerley beweeghredenen gebruyckten aen dese Vergaderinge (onder dewelcke hy Essenius sich in desen submitteerde ende het behoorlick overwegen derselve redenen recommandeerde) konden sy de vergaderinge daer toe disponeren, dat se hem dimitteerden, hy soude de beroepinge in den name des Heeren aennemen en[de] volgen. De sake naerder 54
ende tot v[er]scheyde reysen overwogen, en[de] het v[er]soeck oock meermalen van nieuws geurgeert zijnde, heeft nochtans dese Vergaderinge niet konnen v[er]staen tot de dimissie Essenij voor reden gevende 1. De nootsakelickheyt van sijnen Dienst in dese Gemeynte die nu eerst begon in goede ordre gebracht te worden, daer sy wel dertigh of veertigh jaren daer te voren in eenen seer jammerlicken staet was geweest, soo datter meenighmaelen op Sondagen, gantsch geen volck ter Kercke en quam, en[de] den Predicant wederom moeste gaen sonder prediken. Desen voortganck behoorde nu niet afgebroken ofte v[er]hindert te worden, ’t welcke na alle apparentie door ’t v[er]treck Essenij geschieden soude. 2. Alsoo den vorigen jammerlicken staet deser Kercke gekomen was door veranderinge van Predicanten, ende sy nu eens voor weynige jaren een goede v[er]anderinge hadden gehadt, behoorden sich aen dat goede te houden ende sich niet wederom te stellen in perijckel van sulck een jammerlicken v[er]anderinge. 3. Dat hier oock een geleert, godtsaligh, en[de] voorsichtigh Predicant noodigh was alsoo wel als in de Majorie om de veelheyt der Paepsche Edelen die in dese plaetse wonen, die de luyden seer onder haer soecken te houden, en[de] tot haer te trecken, met de welcke dan oock dickwils gespreck en conferentie gehouden moet worden, soude nu seer schadelick en schandelick zijn voor de waerheyt onser religie dat hier een Predicant soude wesen die sulcx niet met eeren uyt soude konnen voeren. 4. Vermits de groote genegentheyt en[de] liefde van dese Gemeynte tot haren tegenwoordigen Predicant, daer sy niet alleen door Predicatien, Catechizatien, v[er]scheyde visitatien, v[er]troostingen ende onderrechtingen na de ziele by gelegentheyt van sieckten ende diergelijcke swarigheyt, maer oock geduerigh veel hulps en[de] troostes aen hadden in velerley andere gevallen. De EE. Gecommitteerden dit antwoort ontfangen hebbende hebben geseyt sy hadden andere resolutie v[er]wacht v[er]trouwden dese Kercke soude door een ander oock wel ende stichtelick v[er]sien konnen worden. Doch alsoo de Kerckenraet persisteerde, v[er]klaerden sich uyt kracht van hare Commissie gehouden te zijn de sake v[er]der te brengen ende dese Vergaderinge daer over te betrecken voor de Eerw: Vergaderinge des Classis welcke tot Wijck gehouden souden worden op den 22. deser naestkomende v[er]sochten derhalve dese Vergaderinge soude daer op v[er]dacht zijn, ende eenige uyt het midden van haer committeren om aen te hooren ’t gene sy aldaer voor te stellen ofte te v[er]eysschen souden hebben, ende zijn alsoo v[er]trocken. De Vergaderinge heeft goet gevonden als Leden tot die Classicale V[er]gaderinge te committeren haren Predicant Essenium ende den Ouderlingh Hendrick Berentsz van Waveren. Maer om de sake des Kerckenraets tegens bovengemelde gecommitteerden te v[er]dedigen zijn neffens Hendrick Berentsz noch gecommitteert en[de] v[er]socht den Wel-Ed: Heere van Sandenburgh gewesen Ouderlingh alhier (byaldien sijne Wel-Ed: daerentegen wederom te huys komt) ende Peter Jansz van Velpen Diaken der Gemeynte. De Predicant is v[er]socht de Redenen des Kerckenraets schriftelick te willen t’samen stellen, en sijn daer over neffens de gecommitteerde tot den Classem oock gelastet Jan Jansz Timmer, Cornelis Volckersz, en[de] Gijsbert Jansz. Ende is hier mede de v[er]gaderinge metten gebeden tot Godt gescheyden. 55
Extract uyt de Acta Classi Rheno-Vicanae gehouden op den 2. en[de] 23. Augusti 1648. Zijn met behoorlicke Credentie voorsien zijnde binnen gestaen D. Carolus De Matius Predicant en[de] Professor tot Uytrecht en[de] D. Franciscus De Wael Predicant tot ’s Hertogen Bosch gecommitteert uyt het Collegie van de Broederen Predicanten dewelcke door ordre van de Hoogh Mog: Heeren Staten Generael uyt een yegelicke Provincie zijn gecommitteert om eenige Kercken in de Meyerije van ’s Hertogen Bosch te openen, en[de] met Predicanten te v[er]sien, v[er]soeckende alsoo by hare EE. met approbatie van de Hoogh Mog: heeren Staten Generael, en[de] den E. Classis van ’s Hertogen-Bosch voornd D. Doctor Essenius tot Vechel wettelick was beroepen tot Predicant, en[de] sijn E. soodanige beroepinge noch niet absolutelick konde aennemen: item dat de Kercke van Neder-Langhbroeck difficulteerde om haren weerden Herder en[de] Leeraer van sijnen Dienst te ontslaen, dat de E. Classis, aen de welcke de sake by appel was gebracht alle debvoiren wilde aenwende, soo by den persoon van D: Doctor Essenius als oock by de Kercke van Neder-Langhbroeck dat D. Doctor Essenius sal soodanige beroepinge wilde involgen, en[de] die van Neder-Langhbroeck sijn E. van sijnen Dienst aldaer mochte ontslaen ten eynde de voorsz beroepinge sijn behoorlick effect mochte sorteren. Is daer op gehoort D. Doctor Essenius, dewelcke sich soodanigh heeft v[er]klaert, dat sijn E. onaengesien vele periculen en[de] swarigheden die sijn E. tot Vechel wel klaerlick te gemoete sach, evenwel in den name des Heeren geresolveert was soodanige beroepinge te volgen indien den Kerckenraet tot Neder-Langhbroeck met redenen kond gebracht worden tot bewilliginge in sijne dimmissie. Ende zijn daer op in den Classe v[er]schenen den Wel Ed. Heere Conradus Borre van Amerongen Heere tot Sandenburgh Out-Ouderling der Kercke van NederLanghbroeck, en[de] Hendrick Barentsz van Waveren Ouderlingh inder tijt, en[de] Peter Jansz van Velpen Diaken, dewelcke op den name van de Gemeente van Neder-Langhbroeck hebben v[er]toont het misnoegen dat de voorsz Gemeente hadde geschept in de beroepinge D. Doctoris Essenij tot Vechel, met eenen overleverende schriftelicke redenen by de voorsz Gemeente geallegeert waerom D. Doctor Essenius de voornoemde beroepinge niet en behoort in te volgen, eernstelick v[er]soeckende dit de Classis niet en gelieve te v[er]staen tot dimissie van haren Predicant. De Classis alles in de vreese Godts rijpelick over wogen hebbende, heeft geoordeelt dat uyt dese Vergaderinge sullen werden gecommitteert D. Bargejus D. Berghman, en[de] Adriaen Verhuet, waer by is v[er]socht D. Correspondens Carpentarius, dewelcke met de Gecommitteerden van de Kercke van Neder-Langhbroeck van dese sake sullen handelen, en[de] in de naeste sessie rapport doen. 56
Daer na, Hebben de bovengenoemde Gecommitteerden van ’t gebesoigneerde met die van Neder-Langhbroeck rapport gedaen, en[de] v[er]klaert dat de selve in geenderhande wijse en waren te disponeren tot de dimissie D. Essenij, nochmaels instantelick v[er]soeckende dat de Classis het hare gelieve te contribueren op dat sijn E. mochte blijven by sijne Gemeynte van Neder-Langhbroeck. Is daerop wederom gehoort de v[er]klaringe D. Essenij dewelcke soodanigh uytviel, dat sijn E. betuyghde niet te konnen resolveren om de meermaels genoemde beroepinge aen te nemen, ten waren alvorens die van Neder-Langhbroeck waren gedisponeert tot bewilliginge van sijne dimissie opdat sijn v[er]treck tegens danck des Kerckenraets niet en mochte legghen den gront van de swaerigheden die de Kerckenraet in hare ingeleverde redenen allegeert en[de] grootelicx vreest. Ende alsoo nochmaels die van Neder-Langhbroeck bleven by hare meyninge is sulcx D. Carolo Dematio, en[de] D. Francisco De Wael aengeseyt.
Den 3. Septembris.48 Zijn de vorige handel[ingen] van den 11. Junij af herlesen. Jan Hendricxsz van Waveren sal v[er]maent worden die sake, waer van op den 25. Junij te v[er]vorderen tot effeninge. In plaetse van rapport der Broederen gecommitteerden tot den E. Classem over ’t stuck der dimissie Essenij, heeft het bovengestelde extract uyt de Acten des Classis gedient, ende syn hare EE. voor hare gedane moeyten bedanckt.
Den 10. dito.49 Is de gewonelicke Censure gehouden tegens de aenstaende besoeckinge der Gemeynte ende bedieninge des H. Avontmaels, welcke door des Heeren genade wesen sal op den 1. Octobris naestkomende. Alsoo bevonden was dat v[er]scheyde Ledematen en[de] bywoonders der Gemeynte alhier veeltijts tegen den H. dagh des Heeren na Amersfoort ter merckte rijden, om hare boomvruchten aldaer te v[er]koopen by gelegentheyt van den merckt-dagh die alsdan daer gehouden wordt, tot merckelicke ontheyliginge van den dagh des Heeren, en[de] versuymenisse van den H. Dienste soo is goet gevonden soodanige Ledematen daer over eernstelick te v[er]manen: ende voorts de swarigheyt die van den bovengemelden merckt-dagh tot dese Gemeynte komt, by gelegentheyt van vele boomgaerden die hier zijn ende apparentelick tot vele andere plaetsen beneffens dese aen den E. Classem ter 48
Absent Corn. Verwey. Mede prnt Jan Jansz Timmer, en[de] Corn[elis] Volckersz.
49
Absent Peter Jansz.
57
naester ordinaris v[er]gaderinge te Remonstreren, op dat sulcx tot den E. Classem van Amersfoort gebracht zijnde, het selvige misbruyck door hare EE. intercessie by den Achtb. Magistraet aldaer geweert moge worden. De Coster sal wederom v[er]maent worden dat hij hem voor de dronckenschap wachte: gelijck als mede Gerrit Volckersz, dewelcke oock tot meerder neertigh[eijt] in’t gehoor des Goddelicken Woorts en[de] waerneminge van den publiecken Godtsdienst v[er]maent sal worden: desgelijcx sal Jannichje van Oy over dit laetste v[er]maent worden: als mede over de ongerusth[eijt] die dickwils in haer huys bemerckt wordt. By Jan Hendricxsz sal het bovengemelde stuck van den 25. Junij bevordert worden. Is eyndelick oock gesproken welcke personen men insonderh[eijt] v[er]manen sal om sich tot de gemeynschap des H. Avontmaels te v[er]voegen: als mede van sommige bywoonders, die of niet, of seer weynigh tot het gehoor komen, om de selvige eernstelick te betuygen van het gene haer ter eeuwige saligh[eijt] noodigh is.
Den. 19. Novembris. Is voorgestelt hoe den Predicant na voorgaende communicatie met eenige leden des Kerckenraets alhier (gelijck oock by de v[er]gaderinge meermaels over die sake gehandelt is) te samen met D. Dellio Predicant tot Cothen door middel en[de] toedoen van den Procureur Bylaert tot Wijck v[er]accordeert was met Jacob Teunisz van Bemmel over de actie die de Diaconen der respective plaetsen op hem Jacob Teunisz waren hebbende. Ende volgens accoort oock yeder voor de Armen sijner plaetse ontfangen hadden de somme van vijftigh gl: waer mede die actie dan voor voldaen gehouden wordt. Siet de handel[ingen] van den 29. Augusti 1647. In de sake van Niesje Cornelis en[de] Jan Hendricxsz van Waveren zijn Peter Jansz van Velpen en[de] Gijsbert Jansz Timme als arbiters van wederzijds gestelt te samen v[er]dragen en[de] hebben met malkanderen v[er]staen dat Jan Hendricxsz aen Niesje ten opsichte van haren dienst en[de] arbeydt voor hem gedaen soude toeleggen de summe van hondert guldens en[de] drie rijcxdalers: waer van de eerste helfte aen gereedt gelt betaelt soude worden voor Christ-dagh, en[de] de andere helfte desgelijcx voor Paschen naest-komende. Mits dat sy wederzijds dan noch beloven sullen niet weder op te sullen halen maer te willen v[er]geten en[de] als niet geschiedt te houden tgene tusschen haer beyde en[de] de hare oyt in partijdigh[eijt] geschiedt is, ten opsichte van dien arbeydt en[de] diergelijcke pretensen. Het welcke Jan Hendricxsz ten eersten oock aengeseyt sal worden. Is oock goet gevonden dat de Predicant ditmael alleen wegens dese Gemeynte v[er]schijnen sal opde v[er]gaderinge des E. Classis den 21. deser tot Wijck te houden. 58
Den 16. Decembris. Is wederom de gewonelicke censure gehouden tegens de bedieninge des H. Avontmaels die den 25. deser wesen sal.
Den 24. dito. Zijn twee personen na gedane belijdenisse hares geloofs by den Kerckenraet aengenomen tot litmaten der Gemeynte: en[de] een op attestatie van Groningen, Als Jan Hendricxsz van Waveren het goetvinden der arbiters, waer van op den 19. Novembris, was bekent gemaeckt, heeft daer op geantwoort, dat die summe te groot was: wilde ondertusschen aen Niesje wel geven ’t gene sy v[er]dient hadde: maer konde niet v[er]staen dat sy soo veel v[er]dient soude hebben: dat hy de sake oock noyt soo absoluyt en[de] volkomen uyt zijn handen hadde gestelt, dat hy daer in volgen soude wat summe oock gestelt wierde: maer van ontrent seventigh gl en[de] dat het dan noch op acht ofte tien gl niet aen en soude komen. Hier op gevraeght zijnde alsoo hy best wiste wat sy gedaen en[de] v[er]dient hadde wat hy haer daertoe soude leggen, is gekomen tot de summe van vijf en[de] tachtentigh guldens. Het welcke Niesjen voorgehouden sal worden. In dit jaer zijn 13. kinderen gedoopt. Ten eynde des selven waren 51. Communicanten.
Anno 1649. den 25. Januarij.50 Is na ’t herlesen eeniger voorige handel[ingen] v[er]staen dat Niesje Cornelis als noch niet te vreden en is met de praesentatie van Jan Hendricxsz: is besloten men sal haer daer over aenspreken, ende eernstelick tot accommodatie v[er]manen. Hier na heeftmen besonder aengemerckt hoe de Coster nu in soo vele jaren herwaerts sijn werck niet na behooren gemaeckt en heeft van School te houden, maer sich inderdaet toont als gantschelick daer niet toe genegen zijnde, dewijle hy het geduerigh te laet aenvanght ende dan noch by de kinderen niet en blijft, waer door de ouders genootsaeckt worden haer t’huys te houden ofte ergens elders ter Schole te bestellen. Ende is in deliberatie genomen of men niet soude behooren te bearbeyden dat men een ander tot die bedieninge v[er]krege de Coster ondertusschen nu een out man zijnde, immers ten principale sijne inkomsten 50
Abs[ent] Peter Jansz.
59
behoudende: het welcke de praesente Broederen noodigh hebben geoordeelt; maer ondertusschen besloten, dat dese sake gebracht soude worden tot de complete v[er]gaderinge van alle de gene die tot den Kerckenraet behooren. Van de aengenomene Ledematen siet het boeck daer van zijnde.51
Den 26 Martij.52 Is Hendrick Barentsz gecommitteert om nevens den Predicant van wegen dese Kercke op den Classem van Wijck den 27. deser te compareren. Is oock gesproken van een getimmert Oyevaers nest desen 26. Martij des morgens vroegh door het volck van Gerrit Volckersz op sijnen name op dese Kercke gestelt tegens genegentheyt, redenen en verbodt van den Predicant ende Henrick Barentsz van Waveren als actueel Kerckmr alhier, dewelcke haer sulcx niet alleen selve heeft aengeseyt, maer oock door den Gerechts-bode laten aenseggen, dewijle sij voort gingen het nest te maken, op de Kercke te stellen. De praesente Broederen hebben haer misnoegen daer over getoont.
Den 24. Aprilis.53 Is gehandelt volgens gewonelicke ordre, van de v[er]stellinge des Kercken-raets: ende na rijpe deliberatie over dese sake in des Heeren vreese, is tot Oudelingh v[er]koren de Broeder Jacob Hendricxsz in plaetse van Gijsbert Jansz Timmer, die van de ordinare bedieninge sal afgaen: en[de] tot Diaken Teunis Teunisz in plaetse van Cornelis Jansz Verwey. De sake van ’t School is in opmerckinge genomen ende sal by de respective Broederen overleyt worden wat daer in stichtelick en[de] gevoeghelick soude konnen gedaen worden. Is oock van den Predicant en[de] Hendrick Barentsz van Waveren voorgestelt hoe sy aen de Ed: Heeren Vice-Deken en[de] Capitularen ten Doem t’Uytrecht, als Ambachts-heeren deser plaetse hadden v[er]socht, dat het Oyevaers-nest wederom op dese Kercke gesett, na dat het eens was afgeworpen, door hare Ed: Auctoriteyt mochte worden geweert, ende hoedanigen appoijntement sij daerop hadden v[er]kregen, &c. Ende is dese openinge gedaen opdat de Broederen respective de 51
Mogelijk behoort deze zin bij de volgende vergadering.
52
Abs[ent] Peter Jansz.
53
Mede pr[ese]nt Corn: Volckersz, Jan Hendricxsz, Jacob Hendricxsz met de Broeders die in de tegenwoordige bedieninge zijn.
60
rechte gelegenth[eijt] v[er]staende na haer v[er]mogen mochten arbeyden om wech te nemen sommiger misnoegen over de selvige procedueren, die sy schijnen niet te weten. Is by gelegentheyt voorgekomen, dat by eenige qualick was gesproken van den sake die Hendrick Barentsz als Kerckmr gedaen soude hebben, v[er]huerende seker Kerckenlant aen Jan Gerritsz voor den tijt van twaelf jaren, daer nochtans by ’t Gerechte alhier door den Secretaris een Huercedulle van ’t selvige lant op voorss Jan Gerritsz was gebracht, maer houdende van ses jaren: en[de] dat daer over condemnatie was gepasseert. Hier over is v[er]toont de huercedulle van dato den 8. Martij 1648. met de hant van den Secretaris deser plaetse geschreven aleer van die huere yet aen’t Gerechte was gebracht houdende van twaelf jaren, en[de] dat ten opsichte van sekere bepotinge die Jan Gerritsz dan soude hebben te doen. Daer by is gevoeght dat Cornelis Jansz Pappelendam en[de] Hendrick Barentsz van Waveren als respective Kerckmrs ten overstaen van den Predicant het selvige lant soo hadden v[er]huert, mits dat dese huercedulle voor ’t Gerechte soude werden gebracht, om condemnatie daer over te laten passeren, sonder te weten by wat gelegenth[eijt] of hoe, daer een huercedulle van maer ses jaren was gebracht. Hier over is beraetslagender wijse goet gevonden om moeyten te schouwen, die daer lichtelick uyt ontstaen souden alsoo dan vast condemnatie was gedaen voor ses jaren, dat mochte soo blijven, mits dat Jan Gerritsz toesegginge soude werden gedaen dat hem de andere ses jaren oock uytgehouden souden worden mits hy het lant wel doende, ende op de betalinge passende, &c. Dit heeft in’t besonder de presente Broederen die mede in’t Gerechte zijn als Cornelis Volckersz, Jan Hendricxsz, Gijsbert Jansz Timmer, en[de] Peter Jansz van Velpen goet gedacht, die oock aengenomen hebben aen Jan Gerritsz soodanige toesegginge te doen.
Den 14. Maij54 Na datter drie voorstellingen voor de Gemeynte waren gedaen van de Broederen Jacob Hendricxsz als Ouderlingh ende Teunis Teunisz als Diaken, ende sy in de selvige Diensten bevestight waren, heeft Cornelis Verwey Rekeninge gedaen van sijnen ontfangh ende uytgift der Diaconie, ende is bevonden meer ontfangen als uytgegeven te zijn te summe van vier ende dertigh guldens, veertien stuyvers ende twee penn. Is oock berekent den extraordinaren ontfangh van’t gene uyt den Boedel D. Johannis Bodecheri in sijn leven Predicant tot Cothen, ende Berta Jans sijne huysvrouwe, voor dese Diaconie ontfangen, ende daer tegen wederom uytgegeven was. Ende is bevonden daer van noch overigh te zijn de summe van vier en dertigh guldens ende seven stuyvers. Hier van zijn noch in de Busse ten huyse van den 54
Prnt neffens den Pred[icant] Gijsbert Jansz Timmer, Hendrick Barentsz, Cornelis Verwey, Peter Jansz, Teunis Teunisz.
61
Predicant vier gulden en[de] seven stuyvers, de andere dertigh, gelijck als mede noch eens dertigh guldens by Cornelis Vewey ontfangen, zijn hem V[er]wey toegestaen tot sijnen oorbaer te gebruycken, ter tijt toe de Diaconie dat selvige gelt van noode mochte hebben, mits aen de Diaconie daer van voordeel gevende na proportie als andere doen. De overige vier gulden, veertien stuyvers ende twee penn sal hy behandigen aen Peter Jansz van Velpen, die den ontfangh ende uytgift der Diaconie nu aenneemt. Gelijck dit alles naerder blijckt in het boeck der Diaconie. Over de bedeylinge der Armen is by provisie dese naerdere ordre beraemt, dat Griet de Weduwe van Huybert Thoniss ter maent sal mogen halen aen waren ten huyse van Hendrick Barentsz tot de summe van twee guldens ende Merrichjen Adams desgelijcx ter summe van een daler. Aen Rijckje Cornelis sal behandight worden ter maent een rijcxdaler, ende aen Jantje Cruyven een daler. Als hare noot meerder v[er]eysche, sullen sy sulcx te v[er]toonen ende te v[er]soecken hebben aen de Broederen Diaconen. Is oock goet gevonden dat van nu voortaen aen de Diaconie komen sal ’t gene by de begravinge der Dooden wort ontfangen: ten ware dat de Kercke tot harer reparatie sulcs na desen meer van noode mochte hebben. Het tegenwoordige Capitael der Diaconie is dan ten laste van dit Dorp 200-0-0 Van Gerrit Volckersz Timmerman 0-0
300-
Van Gerrit Jansz van Waveren 0-0
100-
Van Aris Cornelissen Buys 0
60-0-
Van Cornelis Jansz Verwey 0
60-0-
Sulcx maeckt
720-
0-0 Noch aen gelt 2
4-14-
beloopende te samen 14-2
62
724-
Den 3. Junij.55 Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert. Is voorgekomen dat de dootkijste voor Huybert Thomasz, gelijck als mede een bedstede voor sijne weed[uwe] gemaeckt, noch niet betaelt en waren. Doch alsoo de meyninge was dat den Rock van wijlen Huybert Thomasz ende eenige diergelijcke nalatenschap, die de weed[uwe] doch niet gebruycken en soude, daer toe souden worden besteedt, ofte daer tegens v[er]kocht, soo is goet gevonden dat de Diaconen vernemen sullen, wat daer mede dan gedaen is. Heeft Hendrick Barentsz van Waveren voorgestelt, dat hem was voorgekomen als dat onse Coster ten huyse van den E. Schout tot Doorn in tegenwoordigh[eijt] van den selven Schout, Gerechte en[de] Kerckmrs in den voors[eijden] Dorpe op voorleden Donderdagh geseyt soude hebben dat hy Hendrick Barentsz eene sleutel van onse Kercke hadde, waer mede hy volck in de Kercke liete komen den Coster sijne profijten onttreckende ende voorts soeckende hem sijn Costerampt te onderkruypen. Dat hy Hendrick Barentsz den Coster daer over hadde aengesproken, dewelcke bekent hadde geseyt te hebben, dat hy Hendrick eenen sleutel te sijnen huyse hadde daer hy wel Volck mede in de Kerck gelaten hadde, waer over hy Coster dan niet gekregen en hadde de profijten die hy anders pleegt te krijgen, maer niet voorder. Hendrick Barentsz v[er]klaerde daer tegen dat den selvigen sleutel met kennisse van den Predicant ende andere was doen maken alsoo des Costers sleutel v[er]scheyde malen v[er]mist was geweest, waer door men in de Kercke niet hadde konnen komen als de gelegentheyt sulcx wel v[er]eyscht hadde, dat men oock het slot wel van de Kerck-deure hadde moeten slaen, &c. Item dat hy noyt eenigh vreemt Volck daer mede in de Kerck gelaten hadde, veel weyniger eenige profijten daer van getrocken: Eijndelick dat hy geensins na het Coster-ampt stondt, ofte oyt gestaen hadde. Versochte oversulcx dat dese Vergaderinge sulcx geliefde ter herten te nemen, ende daer in voorsien, ten eynde sijne eere mochte worden herstelt, &c. Dese sake, nadat hij Hendrick Barentsz was buyten gestaen, in opmerckinge genomen sijne is goet gevonden Hendrick Barentsz aen te seggen, dat hij schriftelicke attestatie nemen soude van de gene die hem sulcx hadde v[er]haelt, opdat de Coster dan voor dese Vergaderinge daer op mochte worden gehoort, ende na gelegenth[eijt] daer in gehandelt.
Den. 17. Junij.56 Zijn de vorige handel[ingen] herlesen. Hendrick Barentsz heeft eenige attestatien v[er]toont conform sijne voorstellinge. De Coster daer op ontboden zijnde voor dese 55
Abs. Corn: Verwey.
56
Mede pr[sent] Gijsbert Jansz Timmer beneffens de gene die in de ordinare bedieninge zijn.
63
v[er]gaderinge is gevraeght nadat Hendrick Barentsz buyten gestaen was 1. Alsoo dese Vergaderinge hadde aengemerckt hoe het nu eenige jaren gegaen was met het school houden, ende niet gesint en was sulcx langer soo te gedogen, ofte te laten passeren, als streckende merckelick tot nadeel van de jeught ende Gemeynte, of hy gesint soude wesen het School na behooren waer te nemen, ende sijnen schuldigen plicht recht te betrachten: Hier op heeft de Coster geantwoort, dat hy willigh ende bereydt was om soo te doen. 2. Of hy tot Doorn geseyt hadde, nu eenige dagen geleden, dat Hendrick Barentsz van Waveren na sijn Coster-ampt stont. Heeft geantwoort neen: dat het daer nochtans wel geseyt was, maer niet uyt sijnen mont voorgekomen. 3. Of hy geseyt hadde, dat Hendrick voorsz een sleutel van de Kerck hadde laten namaken sonder sijn weten of kennisse: seyde daer op neen: want dat hy selve den sleutel der Kercke hem hadde behantreyckt, om noch eenen anderen te laten maken. 4. Of hem sijne profijten door dien sleutel onttrocken zijn geworden: antw. dat hy niet en wiste, dat Hendrick Barentsz daer oyt yet af genoten hadde: maer datter eens eenige Joffrouwen in de Kerck waren geweest met des nieuwen Schoen-makers huys-vrouwe, door dien sleutel. 5. Of daer geen oorsaeck was geweest om noch eenen sleutel te laten maken? Antw. Hy wiste wel dat sijnen sleutel wel v[er]mist of elders henen mede genomen was geweest, waer over dan noch een sleutel was doen maken. Is oock Jacob Hendricxsz gecommitteert neffens den Predicant op den Classem den 20. deser tot Rhenen te houden.
Den 24. dito.57 Is de gewonelicke censure gehouden tegens de bedieninge des H. Avontmaels, dewelcke door des Heeren genade wesen sal op den 8. Julij. In de sake des Costers is raedsaem gevonden hem noch eens naerder te spreken hoe de woorden gevallen mochten zijn, ende na gelegentheyt Hendrick Barentsz te v[er]manen, dat hy sich met soodanige v[er]klaringe te vreden wilde houden, om vredes wille, sonder dat stuck tegen den Coster breeder te v[er]vorderen. Te meer alsoo de Coster oock reede voor dese v[er]gaderinge v[er]klaert heeft dat hy daer tot Doorn gantsch niet gesint en was geweest van die sake te spreken, maer dat andere
57
Abs[ent] Hendr. Barentsz en[de] Teunis Teunisz. Mede pr[esent] Corn. Volckersz en[de] Gijsbert Jansz Timmer.
64
dien aengaende veel hadde gesproken ende hem met vragen soo wat uytgehaelt. Het welcke dan onder het drincken schijnt breeder getrocken en[de] geduydet te zijn.
Den 1. Julij. Zijn twee personen na gedane belijdenisse ende v[er]maningen tot de Gemeynschap der Kercke aengenomen: ende noch een op attestatie van Wijck.
Den 8. Augusti. Present beneffens den Predicant Gijsbert Jansz Timmer, Hendrick Barentsz van Waveren ende Jacob Hendricxsz Ouderlingen met Peter Gerritsz Litmaet der Gemeynte zijn voor de Vergaderinge v[er]schenen de EE. Gedeputeerden des Classis van Rhenen-Wijck, als D. Vincentius Bargejus, D. Jacobus Berghman, D. Cornelius Bosch respective Predicanten tot Wijck Venendael ende Hagesteyn, om na ordre dese Kercke mede te visiteren, doch en is niet bevonden ’t gene aen den Classem soude gebracht worden: insonderh[eijt] is by hare EE. gerecommandeert dat dese Kerckenraet sorge wilde dragen dat het school doch wel onderhouden ende waergenomen mochte worden: waer op geantwoort is dat de Coster over dat stuck voor onse Vergaderinge ontboden zijnde was aengesproken, dewelcke belooft hadde sijnen plicht te sullen betrachten: ende dat men daer op voorts soude aenhouden.
Den 12. dito Zijn de vorige handel[ingen] geresumeert: ende is in opmerckinge genomen hoe Cornelis Jansz van Pappelendam tot Litmaet deser Gemeynte in septembri des voorleden jaers 1648. al aengenomen evenwel het H. Avontmael noch noyt mede genuttight heeft, alhoewel meermalen tot sijne schuldigen plicht v[er]maent. Hier over is goet gevonden hem tusschen tijden noch eernstelick daer over aen te spreken, eer den tijt der H. bedieninge nadert: Waer toe dan den Ouderlingh Jacob Hendricxsz gelastet is.
Den 26. dito58 Is goet gevonden dat den Predicant alleen van wegen dese Kercke voor dese reyse compareren sal op den Classem ordinarium den 28. naestkomenden deser maent Augusti tot Wijck te houden. 58
Abs. Jacob Hendricxsz. Mede pr. Gijsbert Jansz.
65
Den 3. Septembris. Zijn de vorige handelingen geresumeert; ende is voorts de gewonelicke Censure gehouden tegens de bedieninge des H. Avontmaels, dewelcke op den 7. Octobris wesen sal.
Den 4. Novembris. Is voorgekomen dat Niesje Cornelis wel gesint soude wesen, hare actie, die sy heeft op Jan Hendricxsz van Waveren, om redenen, op te dragen aen de Diaconie deser Gemeynte, mits dat haer van de selvige wat onderstants gedaen soude worden, soo wanneer hare noot sulcx soude vereysschen. Dese sake in opmerckinge genomen zijnde is goet gevonden Niesjen dusdanigen antwoort toe te laten komen: dat de Broeders haer oock buyten die gelegentheyt wel genegen souden zijn te helpen, soo wanneer sy behoeftigh mochte zijn, ende soo veel de Diaconie soude konnen lijden: Doch alsoo sy nu soodanige een opdracht gesint was te doen; moeste sy dan met eenen afstaen van alle pretensie op Jan Hendricxsz, even als of sy selve ten volsten van hem voldaen waren. Ende wanneer dat van haer aengenomen ende belooft sal zijn, sal men Jan Hendricxsz daer over oock aenspreken, ende trachten dat dit stuck ten eersten ende op het gevoeghelicxte afgemaeckt werde.
Den 18. Dito. Is voorgekomen dat Niesje voornt de voorsz conditien wel gesint was aen te nemen: doch Jan Hendricxsz wilde sich op dat stuck beraden, overmits Niesje te voren geweygert hadde ’t gene hy haer hadde aengeboden. Siet de handel[ingen] van den 24. Decembris 1648. Voorts is Hendrick Barentsz van Waveren gecommitteert om neffens den Predicant als Ouderlingh te compareren op de naest-aenstaende Classicale Vergaderinge den 20. deser tot Wijck te houden. In den jare 1649. zijn hier 13. kinderen gedoopt. Ten einde des zelven waren 53. Communicanten.
Ao 1650.
66
Den 10. Martij.59 Zijn eenige voorgaende handelingen opgelezen. Over de zake van Jan Hendricksz van Waveren is zoodanige openinge voorgekomen dat men v[er]trout, zij zal haest bequamelick afgehandeld worden. Alzoo Peter Jansz als Diaken reede meer uitgegeven hadde dan ontfangen, zal men Cornelis Jansz V[er]wey aenspreken ten einde hij wederopbrenge alzulke penningen als hem te voren tot zijn gebruik toegescheiden waren als blijkt in de handel[ingen] van den 14. Maji 1649. En ’t geschrift daer van gemaekt ten zelven dage. Op den Classem den 19. dezer tot Wijk te houden, zal de Predicant ditmael van deze Gemeinte alleen v[er]schijnen. Om reden als voren is mede goet gevonden het geld, dat bij de begravinge der dooden ontfangen, en noch in Kerken-rekeninge niet gebracht is, te zamen aen den Armen te besteden. Ziet boven op den 14. Maji 1649.
Den 31. Martij. Zijn de vorige handel[ingen] herlezen. Alzoo men v[er]staen heeft dat Jan Hendricksz van Waveren gezind zou zijn de Diaconie ter oorzake als boven toe te laten komen ’t gene hem van Willem Cornelisz Goes noch komt uit oorzake van een peerd dat Willem Cornelisz van Jan Hendricksz al voor eenige jaren gekocht heeft; beloopende de summe van vijf en ‘tzeventigh guldens: is goet gevonden hem Jan Hendricksz af te vragen of hij dan niet gezind zou wezen te staen ’t gene hij voor dezen Vergaderinge 14 Decembri 1648 zelve v[er]klaer heeft dat Niesje Cornelis aen hem wel v[er]dient zou hebben. Cornelis Jansz Verwey heeft aengenomen in Maji de Diaconie te voldoen. Ook zall Aris Cornelisz bij gelegentheit v[er]maend worden tot aflossinge van ’t gene hij aen de Diaconie schuldig is. Voords is de gewonelike Censure gehouden tegens de aenstaende bedieninge des H. Avondmaels.
Den 9. Junij.60
59
Abs. Jacob Hendricksz.
60
Abs. Teunis Teunisz. Mede praes[ent] Gijsbert Jansz Timmer.
67
Zijn de voorgaende handelingen herlezen. De zaek van Jan Hendricksz blijvt in statu. De Rekening der Diaconie zal geschiden als in plaets van Hendrik Barendsz van Waveren en Peter Jansz van Velpen een ander Ouderling, en een ander Diaken verkoren, aengenomen en bevestigd zal zijn. Ondertussen is bij gelegentheid goed gevonden, zoo wanneer eenige groote extraordinaers summe ontfangen zal worden, het zij door aflossinge van renten, of desgelijx, de zelvige in de busse ten huize van den Predicant zal worden bewaerd. Voords zijn na v[er]scheide voorslagen en redenen in des Heeren vreeze overwogen, tot de ordinare bedieninge des Ouderlingschaps v[er]koren Cornelis Volkersz Timmerman en tot de Diaconie Cornelis Jansz op de Heuvel.
Den 16. Junij. Is de Predicant alleen gecommitteerd geworden tot de Vergaderinge des Classis den 18. dezer tot Rhenen te houden.
Den 30. Dito Zijn Cornelis Volkersz Timmerman, en Cornelis Jansz op de Heuvel in hare diensten respective bevestigd. Daer na is rekening gedaen van den ontfang en uit-gift der Diaconie, en bevonden bij Peter Jansz van Velpen meer ontfangen als uitgegeven te zijn de summe van vier en dertig gl negen st en vier pen: in den ontfang mede gebracht zij[nde] al wat bij de begravinge der Dooden ontfangen, en in[den] Kerkenrekeninge niet gebracht was, zoo bij Jan Jansz Timmer zal[iger] in plaetse van Cornelis Jansz van Pappelendam, als bij Hendrick Barentsz van Waveren als Kerckmrs, volgens resolutie van den 14. Maji 1649, en den 10. Martij 1650. Dies blijven noch de Capitalen die voor de Diaconie op rente uitgezet zijn, bedragende te zamen zeven-honderd en twintig gl: gelijk als was bij de rekeninge van den 14. Maji 1649. Voords is voorgekomen, Alzoo men van tijd tot tijd bevonden heeft, dat de Coster hem zelven niet behoorlik schikt tot het School-houden: waer door de jeucht in onwetendheid gehouden wordt, of de ouders genoorsaekt worden hare kinderen tot Doorn of elders ter schole te bestellen, tot groote ongelegentheid: dat derhalven Peter Gerritsz hem zelven hadde gepresenteert en v[er]zocht dat hem bij deze Vergaderinge toegestaen mocht worden School te houden: dewijle zijn hand-werk ook doch slap was. Deze zake overwoogen zijnde heeft de Vergaderinge, zoo veel haer aenging goed gevonden Peter Gerritsz voornt toe te staen dat hij zou mogen spreken met de Bueren, en voords aennemen en onderwijzen de kinderen die hem als-dan besteld zouden mogen worden. Ondertussen zal dit zelvige door den Broeder Peter Jansz van Velpen al-vorens bij het Gerecht, of eenige Schepenen 68
voor-gedragen worden, opdat zulx met des te meer toestemminge aengevangen mochte worden. Ende als men daer antwoord op bekomen zal komen zal Peter Gerritsz de resolutie aengezeid worden.
Den 22. Julij. Vergaderd zijnde neffens den Predicant de Broederen Jacob Hendricksz, Hendrik Barentsz en Gijsbert Jansz gelijk als mede Peter Gerritsz bij absentie der Diaconen, zijn binnen gestaen de EE. gedeputeerden des Classis van Rhenen-Wijk, onder welke deze Kerke resorteert, namelik D. Cornelius á Diemerbroek D. Jacobus Bergman en D. Godefridus Dellius respective Predicanten tot Rhenen, Venendael en Cothen, om na ordre ook deze Kerk te visiteren: hebben v[er]nomen na de gelegentheid der Predicatien bedieninge der Sacramenten, Catechizatien, het getal der Ledematen, voords na de ruste en ganschen toestand dezer Gemeinte: Waer in geen zwarigheid voorgekomen is, daer men de hulpe des Classis toe van noode zoude hebben. Doch de EE. Gedeputeerden in’t bezonder onderzoekende hoedanig de staet en gelegentheid der Schole alhier was en geantwoord zijnde wat daer van ware zoo ten opzichte van den Coster, als van de Presentatie van zeker Lid-maet deser Gemeinte, hebben eernstelik gerecommandeert en aengehouden men zoude di zake Bij den E. Gerechte en andersins bevorderen en trachten te effectueren, ware het doenlik, voor den naest-komenden Classem: opdat als dan van de Broeders die van dese Kerke tot de E. Vergaderinge zouden worden gecommitteerd een goed rapport dien aengaende mocht worden gedaen.
Den 11. Augusti. Bij de leden des Kerken-raets mede v[er]gaderd zijnde als Schepenen in dezen Gerechte de EE. Cornelis Volkersz, Peter Jansz van Velpen, en Gijsbert Jansz Timmer, is gehandeld van de gelegentheid des Schools en het v[er]zoek van Peter Gerritsz: waer in goed gevonden is den Coster door de presente Schepenen af te vragen of hij noch zelve wilde aen nemen zich ten eersten en behoorlik te v[er]voegen om school te houden: zoo niet, dat het zelvige een ander, di zulx v[er]zocht, toegestaen zoude worden.
Den 25. dito Is voorgekomen dat de Coster aen de Schepenen geantwoordt hadde, als hem geen tractament, of v[er]betering van zijn Tractament toegeleidt zou worden ten opzichte van het School houden, dat hij dan wel mocht lijden dat het een ander dede. Voords is goed gevonden dat de Predicant wederom alleen v[er]schijnen zal van wegen 69
deze Gemeinte op de ordinare Vergaderinge des Classis tot Wijk te houden op den 28. dezer.
Den 15. Septembris. Is in nader opmercking genomen het Capitael van sestig guldens, dat Cornelis Jansz Verwey van deze Diaconie tot zijn gebruik heeft ontfangen, met belofte van de zelvige des v[er]maend zijnde wederom aen de Diaconen te zullen op-brengen, &c. uitwijzende den brief di daer van gemaekt is: namelik dat den zelven Verwey al in Martio voorleden v[er]maend was tot op-brenginge dier summe: waer op hij belooft hadde zulx in Majo te zullen doen; als blijkt uit de handel[ingen] van den 10 en 31. Martij. Dat den zelven Verwey ondertussen v[er]trokken was na de Betuwe: en nader hand op het goed vinden eeniger Leden des Kerken-raeds was aen-gesproken hij zoude de Diaconie assigneren op Cornelis Gerridsz van den welken men v[er]staen hadde dat hem Verwey ruim vijftig guldens competeerden: het welke hij Verwey hadde geweigert zeggende hij hadde di summe elders toe geschikt; maer was v[er]accordeert met Cornelis Jansz Timmer dat hij de Diaconie voldoen zoude van zijnent wegen. Over zulx is goed gevonden aen Cornelis Jansz Timmer ten eersten te v[er]nemen of hij daer toe gewillig is: en zo niet dat men dan de voorgemelde summe onder Cornelis Gerritsz door den Gerechts-bode zal doen arresteren.
Den 29. dito61 Is Cornelis Jansz Timmer v[er]schenen om de bovengenoemde schuld van Cornelis Verwey aen te nemen. Te dien einde is hem den brief van Verwey voorgelezen en hij af-gevraegd of hij zulx op hem te nemen willig ende bereid ware. Heeft geantwoord, ja. maer heeft eenige zwarigheid gemaekt over de v[er]schenen rente: waer op, geantwoordt is, als hij deze zaak van Verwey zoude aennemen, zoude dan ook di renten behooren te voldoen, en zulx in zijne handeling met Verwey bij hem in rekenschap brengen. Heeft ook v[er]zocht dezelvige summe noch een jaer aen hem te mogen houden, op gelijke conditien als Verwey gedaen hadde; aennemende borge te zullen stellen. Waer op hem aengezeid is, hij zoude dan bij den Predicant komen met een bequame borge, zoo haest, als doenlik zoude zijn; op dat zulx beschreven en onderteikend mocht worden.
Den 6. Octobris.
61
Abs. Cornelis Jansz op de Heuvel.
70
Is voorgekomen dat Cornelis Jansz Timmer met Cornelis Gerritsz Vernier bij den Predicant over di vorige zake waren geweest maer Cornelis Gerritsz hadde de borgtocht als noch niet aengenomen; alzoo de conditie bij Verwey voor-geslagen aen Cornelis Jansz Timmer met een opzicht op hem Cornelis Gerritsz noch niet voltrokken en was. Overzulx worden de penningen onder Cornelis Gerritsz gearresteerd, als noch niet ontslagen. Voords is eenige ordre beraemt om de Armen met eenig vlees en torf tegens den winter te v[er]zorgen, gelijk als voor dezen meer geschied is. Ondertussen is voor-gevallen dat Andries Verwey en Frans Adriaensz Drost tot den Predicant gekomen zijn met kennisse en toestemming eeniger Broederen, en hebben de voorsz schuld van Cornelis Verwey op haer genomen en daer van obligatie getekent.
Den 3. Novembris. Heeft Arien Petersz Linne-werker, v[er]dreven uit Flaenderen, en nu eenige tijd bij onze Gemeinte gewoont hebbende, een attestatie v[er]zocht van zijn comportement alhier, alzoo hij gezind was te v[er]trekken na het Land van Cleef, op hope dat hij daer meer werks zoude hebben. V[er]zocht ook eenig reis-geld, en recommandatie aen de Kerken welker bijstand hij op zijn reize noodig zou hebben te v[er]zoeken: Het welke hem ook is toegestaen. Voords is geresolveerd dat den Predicant met den Ouderling Jacob Hendriksz van wegen deze Gemeinte op de naest-aenstaende Classis tot Wijk v[er]schijnen zal. In dit jaer onzes Heeren 1650 zijn hier 14 kinderen gedoopt. En[de] op het einde des-zelven waren 60 Communicanten.
Ao 1651. Den 16. Martij. Is ordre gesteld op de bezoeking der Gemeinte tegens de aenstaende bediening des H. Avondmaels, dewelke op Paeschdag zijn zal. Jan Hendricksz van Waveren zal noch maels eernstelik aen-gemaend worden tot voldoening der Actie di de Diaconie op hem heeft wegens Niesje Cornelis: en zullen eenige leden der Gemeinte v[er]maend worden tot bij-legging der gerezene v[er]schillen, en tot onderhouding van meerder eenigheid ter stichtinge. Op den Classem ordinariam den 18. dezer naest-komende tot Wijk te houden zijn gecommitteerd de Predicant en Cornelis Volkersz als Ouderling.
71
Den 18. Maji. Zijn eenige handelingen herlezen, en is aen-gemerckt, dat het wederom ontrent den tijd des jaers was, dat men eenige v[er]anderinge pleeg te maken van de ordinare bedieninge des Ouderlingschaps en der Diaconie: te dien einde zijn dan vast eenige personen voor-geslagen. Aengaende di zaek van Jan Hendriksz van Waveren is door den Predicant en Jacob Hendriksz als Ouderling gerapporteert dat hij van haer over zulx aen-gesproken hadde, wel bekend hadde wegens di actie aen de Diaconie v[er]schuld te zijn, ja ook belooft goede betaling te zullen doen, en de Diaconie niet te wijzen tot eenige quade schulden, om daer voldoeninge te zoeken: doch hadde daer bij gedaen dat hem zulx te betalen in gereeden gelde als noch niet wel gelegen quam, v[er]zochte derhalven wat uit-stels. Dit in op-merking genomen zijnde is goed gevonden dat Jan Hendriksz, voorsz voords aen-gemaend zal worden tot betalinge, of tot het passeren van een obligatie van zoodanige summe.
Den 19. Maji. Is men in des Heeren name getreden tot v[er]kiezing eeniger Broederen tot de bediening der Ouderlingschaps en der Diaconie en is v[er]koren in plaets van Jacob Hendriksz Gijsbert Jansz Timmer; ende in plaets van Teunis Teunisz Cornelis Jansz van Pappelendam. Na welker bevestiging de Rekening van Teunis Teunisz ook opgenomen zal worden: te welken einde eens na-gezien is wi aen de Diaconie noch v[er]schuld zijn.
Den 8. Junij. Zijn de v[er]korene Broederen tot bedieninge des Ouderlingschaps en der Diaconie bevestigd, nadat zij alvorens drimael der Gemeinte voor-gesteld waren. Des zelvigen daegs na den Middag heeft Teunis Teunisz ook rekening gedaen van zijnen Ontfang en Uit-gift wegens de Diaconie: ende alzoo de geheele summe van den Ontfang was 6-8 Den Uit-gift daerentegen
203-
136-9-0
is bevonden meer ontfangen als uit-gegeven te hebben 17-8
72
66-
De capitalen di voor dezen op rente uit-gedaen zijn blijven noch als op den 14. Maji 1649. Doch staen v[er]scheide renten te betalen, waer over de schuldenaers aengesproken zullen worden. In de busse ten huize van den Predicant zijn noch
15-15-12
Den 15. dito Is voor-gekomen wegens de weed[uwe] Dni Christiani ab Oij, dat Gerrit Volkersz Timmerman voor dezen aen haer een specificatie had gegeven van geleverd hout en arbeids loon ter summe van 14 gl 14 st en 8 pen: daer hij aen de om-zijde geteikent zoude hebben, als dat hij op di specificatie in v[er]scheide parceelen ontfangen hadde de summe van 15 gl 6 st: en dat hij haer daer na noch eens aen betaling van eenige tienden gekort zoude hebben de summe van 3 gl waer uit blijkt, dat hij 3 gl 11 st en 8 pen meer ontfangen en gekort zoude hebben als zijne specificatie bedraegt. Dat voords Gerrit v[er]scheide malen aengemaend zijnde tot naerder af-rekening, en vergoeding van ’t gene hij te veel ontfangen hadde haer veelszins qualick bejegent zoude hebben. Verzocht overzulx de hulpe des Kerken-raeds. De Vergadering het geschrift examinerende, heeft niet anders konnen bemerken of het was de eigen hand van Gerrit Volkersz, en de summen waren zoodanig als hier boven is uitgedrukt: heeft derhalven goed-gevonden als hier boven is uitgedrukt: heeft derhalven goed-gevonden Gerrit Volkersz daer over aen te spreken, en tot zijnen schuldigen plicht in vrede en vrindschap te v[er]manen; te meer alzoo hij voor dezen over di zelvige zaek als is aen-gesproken, en dat geschrift hem is v[er]toont en berekend in de ordinare visitatie der Gemeinte. Dit zal ten eersten geschieden door den Predicant en Cornelis Volkersz Timmerman. Op den zelven dag is mede goed gevonden dat den Predicant dit mael alleen v[er]schijnen zal van wegen deze Gemeinte, op den Classem tot Wijk te houden op den 17. dezer maend.
Den 23 Julij Present Gijsbert Jansz Timmer, Jacob Hendriksz en Hendrik Barentsz van Waveren, beneffens den Predicant. Zijn binnen gestaen de EE. Broederen Gedeputeerden des Classis van Rhenen-Wijk D. Johannes Ambrosius Predicant tot Rhenen en D. Cornelius Bossius Predicant to Hagestein, om na ordre en gewoente der Kerken ook deze te visiteren; hebben gevraegt na de gelegentheid van de Bedieninge des Godliken Woords en der H. Sacramenten, het getal van de Ledematen, de Catechizatien, &c. Is geantwoord dat hier op den dag des Heeren gedurig tweemael gepredikt wordt, eens voor en wederom na den middag: dat ook na den middag 73
wordt gecatechizeerd eens openbaer voor de gansche Vergaderinge; daer na noch eens in’t bezonder eenige bejaerde personen, en andere di daer toe komen, als de Gemeinte v[er]laten is. Dat het H. Avondmael hier viermael des jaers bediend wordt: gelijk zoodanige ordre al beraemd is op den 7 Maji 1643. Dat het getal der Communicanten nu is ontrent de sestig. Voords dat hier tegenwoordig, door des Heeren genade geen zwarigheid is di aen den Classem zoude behoeven gebracht te worden. D. Bossius heeft uit den naem der Gedeputeerden God den Heere met Aenroepinge gedankt over eze zegen, en deze Gemeinte in’t toekomende voorders de Godlike genade en alle heil gewenscht: Waer over de Vergadering haer EE. wederom wegens de goede voorzorge ende genegentheid bedanckt heeft, en alle gelukzaligheid toegewenscht.
Den 30. dito. Hebben zich herwaerds v[er]voegt de EE Heeren en[de] Broederen Gecommitteerde van de Ed: Achtb: Magistraet der Stadt, en van den Eerw: Kerkenraed tot Uitrecht; als namelik de EE. Johan Bor en Herman van Velt-huizen Vroedschappen der Stadt mitsgaders Gisbertus Voetius Doctor der H. Theologie en Professor van de zelvige faculteit en de Academie en Daniel van Hengel beide Predicanten tot Uitrecht, gelijk als mede Johan van Breveld Ouderling, Cornelis van Beek Boekhouder der Diaconie ende Johan van Loon Diaken der Gemeinte aldaer. Hebben D. Andreae Essenio Predicant dezer Gemeinte de beroepinge tot den Kerkendienst te Uitrecht in forma gepresenteert met bijvoeging van redenen daer toe dienende, en overlevering van een acte van Beroepinge uit last en name des Kerkenraeds en der Diaconie tot Uitrecht ondertekend bij den Scriba dier Eerw: Vergaderinge, met de Approbatie des E. Classis en des Ed: Achtb: Magistraets tot Uitrecht. Essenius alles behoorlik overwogen hebbende heeft geantwoordt, dat hij de wettelikheid dier Beroepinge, en zonderlinge bestiering des Heeren ontrent de zelvige aenmerkende, hem zelven v[er]plicht vond de zelvige aen te nemen en te volgen, v[er]trouwende dat de Heere kracht en bequaemheid v[er]leenen zoude om dezelvige tot grootmakinge zijns H. Naems, en stichting en zaligheid van vele menschen te mogen bedienen. Derhalven hebben de EE. gecommitteerde hem den zegen des Heeren daer over toegewenscht en zich bevordert om de dimissie Essenii van deze Gemeinte eerst van den Kerken-raed der zelvige en voords van den E. Classe tot Wijk te mogen v[er]krijgen. Van den Kerken-raed dezer Gemeinte, zoo oude als niewe waren present de Broederen Cornelis Volkersz Timmerman en Gijsbert Jansz Timmer Ouderlingen; Cornelis Janszen op den Heuvel en Cornelis Jansz Pappelendam Diaconen in tegenwoordige bediening zijnde: mitsgaders ook Hendrik Barentsz van Waveren en Jacob Hendriksz als oude Ouderlingen Jan Hendriksz van Waveren, Peter Jansz van Velpen, ende Teunis Teunisz Haeirman als Oude Diaconen: absent alleen den Wel74
Ed: Heere van Zandenburg &c: oud ouderling, dewelke zich ahdde doen v[er]excuseren. De Verhandeling aengevangen zijnde met aenroeping van des Heeren H. Naem heeft Essenius v[er]haelt ’t gene hem van di beroepinge was voorgekomen, en heeft de acten dien aengaende v[er]toont en voor-gelezen. Daer op zijn binnen gestaen de EE Heeren en Broederen Gecommitterde van Uitrecht bovengenoemd, v[er]halende de gelegentheid der gedane beroepinge, met v[er]zoek van de dimissie Essenij met een behoorlike attestatie, om zoo de Kerke van Uitrecht toegevoegd te mogen worden, na dat desgelijx ook v[er]zocht en v[er]kregen zoude zijn bij den E. Classe tot Wijk, daer bij voegende zoo-danige redenen als daer toe behoorden. Na v[er]scheide onderhandelingen en debatten de Kerkenraed aenmerkende het groote onderscheid tusschen de Gemeinte tot Uitrecht en deze, heeft eindelik daer toe v[er]staen, hoewel ongeerne, als wenschende den Dienst hares tegenwoordigen Predicants noch langer te mogen genieten. Heeft ondertusschen op het eernstigste v[er]zocht zoo bij Essenium, als bij de EE. gecommitteerde van Uitrecht, dat alles mochte worden gecontribueert ’t gene zoude mogen dienen om deze Kerk op het spoedigste met een ander bequaem Predicant te v[er]zien, dat het v[er]trek Essenij te dien einde wat mocht worden uit-gesteld, &c. Waer over voords besloten is de behulpzame hand des EE. Classis van Rhenen-Wijk en der Gedeputeerden des zelven te dien einde te v[er]zoeken; en dat op morgen, zoo doenlik, bij hare Ed: Mog: per request zal worden v[er]zocht consent om na een ander gequalificeerd persoon uit te mogen zien, op op het spoedigste in de plaetse Essenij te beroepen. Hebben voords alle ende een ider van de presente Broederen leden des Kerken-raeds belooft goede eendrachtigheid met malkanderen te zullen houden, de eene niet te zullen doen sonder de andere; maer als gehandeld zoude worden van iets tot een niew beroeping strekkende, dat zulx alvorens aen alle de Leden des Kerken-raeds aen-gezeid zoude worden, en daer van in de Kerk gehandeld bij eenparigheid of meerderheid van stemmen. Dat de Wel-Ed: Heere Conings lidmaet dezer Gemeinte, om bezondere redenen tot de Vergadering mede v[er]zocht zal worden. Item dat van nu af aen, op ider zon-dag, een of twee Proponenten, of Predicanten (di men apparentelik tot deze Bediening zoude konnen bekomen, en genegen zijn te hooren) zullen prediken voor het v[er]trek Essenij in zijne mede-tegen-woordigheid. Ende is daer op de acte van dimissie en attestatie bij alle de presente Broederen getekent en gegeven: Na gedane gebeden tot Godt om zegen en voorzorge over deze Gemeinte, in’t bezonder bij de tegenwoordige gelegentheid, is de Vergadering gescheiden.
Den 3. Augusti.62 Zijn de handelingen van den 30 Julij geresumeerd: en is voorgekomen dat de dimissie Essenij bij den E. Classe van Rhenen-Wijk ook v[er]zocht en v[er]kregen 62
Mede present den Wel-Ed: Heeren van Zandenburg en Coninx en meest alle de Leden des Kerken-raeds.
75
was, door de EE. Gecommitteerden van Uitrecht mede op den 30. Julij laetst-leden. Dat voords door de EE. Gedeputeerden des Classis, volgens het v[er]zoek uit den name dezes Kerken-raeds, en uit last des Classis, Request was gepresenteerd aen hare Ed: Mog: en daer op v[er]kregen tot Appoinctement: De Gedeputeerden van de Staten ’s Lands van Uitrecht, op den inhouden dezer gelet, consenteren dat om redenen daer bij v[er]haelt, die van den Kerken-raed tot Neder-Lanbroek in plartse van D. Essenius, naer een ander gequalificeert persoon sullen mogen omzien, die tot den Dienst der Gemeinte aldaer, na den regel des Godliken Woords, ende lest-gearresteerde Kerken-ordre, met de naerdere Interpretatie van dien op’t spoedigste te moge worden beroepen. Gedaen t’Utrecht den 31. Julij 1651. Ende was onder-tekend Ter Ordonnan[tie] als boven, onder stond Ant. Van Hilten. Is voords een lijste v[er]toond, di gesteld was bij D. Cornelium Bosch als Gedeputeerde des Classis, te zamen met Essenio, van Proponenten, die hier ten eersten voor de Gemeinte opentlik gehoord zouden mogen worden. De Vergadering heeft geerne aengenomen de zelvige elk te hooren: en daer na wederom tot eenige reizen de Proponenten, daer de genegentheid meest toe zoude mogen strekken; of ook Predicanten, die men apparentelik zoude konnen krijgen. Is ook goed gevonden, dat de optekening van den ontfang en uit-gift der Diaconie, zoo di bij Essenium tot noch toe gedaen is, bij vacature der plaetse geschieden zal door Hendrik Barentszen van Waveren.
Den 10. Augusti. Alzoo op den 3. Augusti d. Theodorus Spruit was gehoord, en dezen 10. den d. Zijpestein, is goed gevonden tegens naest-komenden Zondag d. Tus te v[er]zoeken, wiens beurte anders gesteld was op den 24. dito; ende dat v[er]mits bezondere gelegentheid en redenen.
Den 24. Augusti. Is goed gevonden te schrijven aen de E. Vergaderinge des Classis tot Rhenen den 26. deser te houden, om te v[er]soecken dat dese Kercke voords door goede Proponenten bediend werde volgesn een lijste bij den Classem te stellen daer men een Copie van v[er]soecken sal: doch is de Kerckenraet genegen op de twee naestkomende Predick-dagen te hooren D. Naevium en[de] D. Thus. En voords soo als in den brief selve uitgedrukt is. 76
Den 31 Dito De Kerckenraad vergadert sijnde is voorgekoomen het antwoort des E. Classis met een lijst van predicanten en proponenten, die dese plaetse bedienen souden tot den tijt der navolgende Classis. Doch alsoo inde twee eerste beurten anderen waren gestelt is goet gevonden D. Bargejum (den dienst op den selve dag hier waerneemende) over dat stuk te begroeten en[de] bij de vorige genegenthijd te persisteeren.
Den 5 Septemb[er] Sijn verschijden redenen overwoogen, als de siekte van sommigen, het stilstaen der catechisatien, ongelegentheijd om de kinderen te doopen, en[de] meer anderen: datmen over sulkx behoorde op een of eenigen vande gehoorden persoonen, het oog wat naerder te slaen, om haest wederom een ordinaer predikant te moogen verkrijgen Ende sal sulkx in communicatie gelijd worde met de Wel-Ed: Heeren van Sandeborch ende Cooninkx
Den 21 Septemb[er] Wederom v[er]schijden redenen aengemerkt en overwoogen sijnden om de welkenen ten eerste en[de] eernstelik behoorde te arbijden tot het bekoomen van een eijgen predikant: daer toe het gebed tot God gedaen sijnde, is naerder overleijd de gelegenthijd en qualificatie van verscheijden predikanten en proponenten tot die tijt toe gehoort, en toonden meest genegen te sijn tot de persoon van d o Johanne Thus, wenschende van God almachtigh, dat de saek voorts soo mocht worde bestiert en uijtvallen, dat sij den selve tot ordinaris predikant haerder Gemeijnte verkregen: en[de] sal sulkx gecommuniceert worden met de Wel-Ed. Heeren als boven.
Den 1 Octob[er]. Te samen inde Kercke vergadert sijnde de Wel-Ed Heere van Sandeborch Cornelis Volkertse Gijsbert Jansse Timmer Jacob Hendrikse en Hendrick Barentse van Waver als ouderlingen Jan Hendrikse van Wavere Peter Jansse van Velpen Cornelis Jansse op de Heuvel, Cornelis Jansse van Pappelendam en Thonis Thonissen diakonen: gelijk als meede de Wel-Ed: Heere Cooninkx daer toe specialijk versocht soo ist overwoogen en ter harten genoomen het stuk als booven ende met meesten stemmen het ooge geslagen op do Johannes Thus. Sijn voorts gecommitteert de broederen Cornelis Volkertse en Gijsbert Jansse om sulkx de Ed. Mog. Heeren 77
Staten deser provincie en de Ambachts-Heeren deser plaetse voor te dragen, en[de] te v[er]nemen of haer Ed. Mog: ofte haer Ed. ijdle daer tegen mochten hebben, waerom in de selvige Johannes Thus niet stichtelik in dien dienst gebruijkt soude moogen worden, volgens het tweede lid inde naerdere interpretatie der Kerkenordeningen.
Den 19. Octob[er] Verkregen sijnde appoinctement van haer Ed: Mog:, en antwoort vande Ambachts Heeren om tot beroepinge van D. Johannes Thus te moogen treeden present de Wel-Ed. Heer van Sandeborch en[de] Cooninkx met de andere broederen, is bestemt dat de beroepinge gedaen sal worden op de 21 dito naestkomende. En is beslooten tegens den selve dagh daer toe te v[er]soeken twee naburige predikanten, de Ee. D. Bargejus tot Wijk en[de] D. Dellius tot Cothen.
Den 21 Dito. Alsoo D. Dellius van Huijs was, is het gelegenste geacht in sijnen plaetse te v[er]soeke D. Johannem Petra Cupium tot Amerongen. Voorts alle de broederen vergadert sijnde uijtgesondert alleen Jan Hendrikse van Wavere sijn v[er]scheenen D. Bargejus en D. Cupij, gelijk als mede D. Dellius van sijn rijse wedergekeert sijnde Voorts is insonderhijd van D. Bargejus op de vertoonden acten van Correspondentien gesijd dat daer in buijten alle practijk gegaen was, iae dat alles in disordere gestelt was, sulkx dat hij over sulk een beroep niet en vermocht te staen: maer dat het oordeel des Classis daer over afgewacht soude moeten worden
Den 16 Novemb[er]63 Sijn gecommitteert Cornelis Volkertse en Hendrik Barentse van Wavere met Cornelis Jansse op de Heuvel: en is beslooten daer toe ook te v[er]soeken D. Essenium haer gewesene predikant om op den Classe tot Wijk aentehooren en te beantwoorden tgeen de naburige predikanten tegen de kerkenraad hadden en[de] om uijt aller name te bevorderen de beroepinge van D. Thus: waer toe haer credentie gegeeven is
63
absent Thonis Thonissz en Cornelis van Pappelendam om een begraefdenis
78
ondertijkent vande Wel-Ed. Heer van Sandeborch, Jacob Hendrikse en Gijsbert Jansse.
Den 19 Novemb[er] De broederen gecommitteerden weder gekoomen sijnde hebben gerapporteert haer wedervaren op de Classe, ten eerste dat haer eenige mis-slagen waren aengeseijd, als dat sij het ooge al hadden geslagen op een bijsonder persoon en gecorrespondeert met de Overichijd sonder alvoorens de naburige predikanten v[er]socht te hebben: ende dat bij eenige leden des Kerkenraadts al voorens eenich schrift-betijkent was geweest aengaende het v[er]handelde op den 21 Septemb[er] voorledene en 2. alsoo bij de broederen gecommitteerden des kerkenraeds geantwoort was, dat haer soodanige ordere niet bekent was geweest en begeert dat sulkx overgesien mochte worden, was haer vanden Classe ook aengesijd dat sij naerder Correspondentie soude hebben te houden met de broederen des Classis soo wanneer diergelijke gelegenthijd soude voorvallen. ten 3. dat vanden E. Classe gecommitteerde waren de naburige predikanten D. Bargejus en D. Dellius om sich naer Neder-langbroek te transporteeren en te staen over de beroepinge van D. Thus. De broederen naburige predikanten aengekoomen sijnde is naar aenroepinge van des Heeren heijlige naem door D. Bargejus de beroepinge met eenparige stemmen gedaen op D. Johannes Thus en[de] daer van acte in forme bij alle de leden des kerkenraadts en bij de naburige predikanten onderteijkent.
Den 21 Decemb[er] Na drie publijken proclamatien is D. Johannes Thus beroepene predicant van dese Gemeinte door D. Cornelium Diemerbroeck predicant tot Rheenen inden predikdienst bevestigt [handtekening Diemerbroeck]
1652 Den 14 Martij. Op den Classem den 16 deser lopende maend tot Wijk te houden, is de predicant met behoorlike credentie alleen gecommitteert. Op den predicant is versocht aen de E. broederen des Classis te willen voorstellen, of haer E. gelieven de oncosten vande Kerkenraed gedaen bij de vacature der plaetse, te vergoeden van het vierendeel-jaers tractement van haer E. ontfangen twelk de predicant aengenomen heeft te doen. 79
Den 28 Martij Aengaende de voorverhaelde aengenomene commissie, heeft de predicant gerapporteert, dat van hem het versoek des Kerkenraeds aen den E. broederen des Classis eernstelik is voorgestelt doch dat hem daer op vande E. Classis tot antwoord gegeeven is, dat het buiten alle practijk sij, de oncosten van[den] Kerkenraed bij de vacature der plaetse gedaen, van het tractement te vergoeden maer dat de selvige vallen tot lasten van het Dorp, en dienvolgende van het Dorp aende Kerkenraed goed gedaen moeten worden.
Den 4 April Also tot grote beswaeringe der diaconie enige schulden, de welke van sommige tot armoede vervallende en niet hebbende om te betalen gemaekt waren, van sekere schuldenaers wierden ingebracht v[er]soekende dat de selvige haer uit de Diaconie goet gedaen mochten werden; is met eenparige stemmen soo des nieuwe, als des oude Kerkenraeds tsamen v[er]gadert wesende, beslooten voortaen geen schulden meer, dewelke buiten kennisse en consent des Kerkenraeds gemackt sijn, aenteneemen. Is ook gewoonlik censure gehouden tegens de besoekinge vande Gemeinte voor de bedieninge van het avontmael op aenstaende Paesdag te houden: is gesproken van personen, die bequaem mochten sijn om aengenomen te worden tot lede-maten deser Gemeinte. Daerbenevens om de lede-maten deser Gemeinte eernstelik te recommandeeren het waernemen vanden publijken Godts-dienst, op de dag des Heeren; insonderheid haer aentemanen tot de Na-middaghs predikatie, die van vele v[er]suimd word.
Den 23 Maij Js in opmerkinge genomen, dat de tijd om enige v[er]anderinge te maken wegen de bedieninge des Ouderlingschaps en der Diaconie weder verschenen is; tot welke einde v[er]schijden broederen te voore in kerkelike bedieninge geweest sijnde, voorgeslagen sijn, uit welke de v[er]kiesinge den 27 May gedaen sal worden
Den 27 May Naer aenroepinge vande naem des Heeren is uit het getal van de genomineerde broeders met eenparige stemmen tot Ouderling verkoren Hendrik Barentse van Wavere in plaets van Cornelis Volkersse, en[de] tot Diaken Peter Jansse van Velpen 80
in plaets van Cornelis Jansse op den Heuvel; op welker bevesting de rekeninge vande voornoemde Cornelis Jansse opgenomen sal worden
Den 7 Junij Zijn na 3 voorgaende proclamatien de nieuw-v[er]koren broederen des Ouderlingschaps en der diaconie in hare bedieningen bevestigt. Des selvigen daegs na de mid-dag heeft Cornelis Jansse op de Heuvel sijn rekening gedaen van sijn ontfang en uitgift wegens de diaconie, en also de geheele sum[me] vanden ontfang was 310-0-0 De Uitgeeft daer en tegen
243-0-0
is bevonden meer ontfangen, als uitgegeeven te hebben de summa van 18-8
66-
De renten aengaende de Diaconie, die ten dele ontfangen sijn, en ten dele noch open staen om te ontfangen, sijn aengetekent in het boek der Diaconie
Den 20 Junij Over de bedeilinge der armen is dese ordre vastgestelt, dat alle armen, als onder anderen Griet Huijberts dewelke ten huijse van Hendrik Barentse ter maend tot de summe van 2 guldens aen waren gehaelt heeft en Marige Adams dewelke ter summe van een daelder bij den selvigen aen waren gehaelt heeft volgens de ordre daer van bij provisie beraemt Ao 1649 den 14 May, het gelt inde hand sal gegeven worden, om selve daer voor waren te coopen.
Den 13 Junij Op de Classem tot Wijk den 15 deser maend tot Wijk te houden, sal de Predicant alleen compareren.
Den 27 Junij De aenstaende tijd van het avontmael te houden volgens ordre deser Kerke op de 4 Julij, den Kerkenraed vande predicant voorgestelt sijnde, heeftmen gewoonlike censure gehouden tegens de besoekinge vande Gemeinte.
81
Zijn ook 2 personen na voorgaende belijdenisse tot ledematen deser Gemeinte aengenomen.
Den 13 Julij De Kerkenraed v[er]gadert wesende, sijn binnen gestaen de E.E. Gedeputeerden des Classis van Rhenen-Wijk D. Cornelius à Diemerbroek predicant tot Rhenen D Joannes Westerholt predicant in ’t Wael, D. Joan: Petri Cuppius predicant tot Amerongen, om na gewoonlike ordre dese Kerke te visiteren: hebben v[er]nomen na de gelegentheid der predicatien bedieninge der sacramenten catechisatien het getal der ledematen; voords na de rust en gantsche toestand deser Gemeinte waer in geen swaricheid voorgedragen is waer in de behulpsame hand des Classis toe van node soud[e] wesen. Doch de EE Gedeputeerde insonderheid vernemende na de gelegentheid van het school, is geantwoord datter te Winter geen school gehouden is, waer van breder openinge ge-eischt sijnde, dese gedaen is vande broederen des Kerken-raeds, namentlik, dat behalve de Coster voorgeeft al te wijnich tractements te hebben om te konnen school houden, oud en[de] onbequaem is tot dat selvige werk, en daerom niet en kan v[er]stoten worden: dat geen andere middelen voor een bequaem schoolmeester door het tegenstaen van enige Paepsche Jonkers gelijk v[er]schijde tentativen daer toe voor dese te v[er]geefs aengewend sijn konnen uijtgevonden worden. De EE Gedeputeerden het eerste toe-staende, hebben gepresenteert en belooft tot het twede de behulpsame hand te bieden; tot welke einde sij goed-gevonden hebben 2 bijsondere missiven aen de Wel-Ed. Heere van Sandeborch t Vtrecht wesende en[de] Cooninks te schrijven, waer in de noodsakelikheid van het school aen haer EE op het hoogste gerecommandeert, En de hulpe van haer EE. tot uitwerkinge van enige middelen voor een bequaem schoolmeester vriendelik en eernstelik v[er]socht is. De voornoemde missiven ten huijse van de predicant gelaten sijnde, heeft de predicant persoonlik aen haer E.E. behandigt en[de] heeft de selvige saek, schriftelik voorgestelt sijnde vande Gedeputeerden des Classis mondeling uit de naem des Kerken-raedts aen haer E.E. bijsonderlik gerecommandeert.
Den 22 Augusti De Kerkenraed de tijd van het aenstaende Classis, dat te Rhenen den 24 deser maend gehouden sal worden, bekent gemakt wesende, is goed gevonden den predicant, met Hendrik Barentse van Wavere als ouderling tot het selvige te committeren.
Den 29 Augusti 82
Aengaende de saek van het school, heeft de predikant aende Kerkenraed de resolutie des Classis bekent-gemaekt, namentlik: dat de E. Classis op het rapport van de gedeputeerden, tgeen haer inde visitatie deser Kerke nopende het school wedervaren is, geresolveert heeft een request aen de Ed. Heere Staten deser Provincie te presenteren, om een tractement te willen ordonneren voor een bequaem schoolmeester; ofte die vande Gerechte te injungeren enig tractement daer toe uit te vinden. Js van de Predikant aen D. Bargejo deputato Synodi overgelevert een Leiste vande groten Exorbitantien en[de] stoutigheden der Papisten hier ter plaetse
Den 15 Septemb[er] De tijd van het houden des avontmaels op den 3 Octob[er] na vorige gewoonte wederom nakende, sijn opgelesen al de namen der Ledematen deser Gemeinte om van malkanderen te vernemen, of iemand vande selvige zedert het houden van het laeste avontmael, sich in enige merkelike sonde, waer van hij in de besoekinge diende bestraft ende tot boete en betering des levens vermaend te zijn, verlopen heeft.
Den 16 Novemb[er] Js de predikant met behoorlike credentie op het Classis tot Wijk alleen gedeputeert.
Den 5 Decemb[er] De Kerkenraed vergadert wesende, zijn opgelesen alle voorgaende handelingen (gepasseert Ao 1648 en daer aen volgende jaren) nopende de saek van Niesje Cornelis met Jan Hendrikse van Wavere; en is daer op geresolveert die saek wederom op nieuw bij de hand te nemen, en daer van eens een goede einde te maken: welke resolutie Jan Hendrikse bekent gemaekt sal worden; en met enen versocht om aenstaende Rustdag voor de Kerkenraed te willen compareren, om malcanderen daer van nade te spreken.
Den 12 Decemb[er] Jan Hendrikse voor de Kerkenraed comparerende, is voorgedragen de actie, dewelke de Diaconie op hem heeft wegens Niesje Cornelis midsgaders sijn vorige beloften dien-aengaende aen de Kerkenraed gedaen; en is vriendelik vermaent tot voldoeninge van de selvigen. Hier op heeft Jan Hendrikse geantwoord dat hij 83
bekende sich selve wegens die voornoemde actie aen de Diaconie wel verschuld te sijn, doch dat hij de Diaconie te goede wilde laten komen, gelijk hij seide voor desen dikwils gepresenteert te hebben, t geen hem van Willem Cornelisse Goes noch komt van wegen een paerd, twelk de voornoemde Goes van hem al over enige jaren gekogt heeft, belopende de umma van 75 guld[en]. Waer op Jan Hendrikse wedeom voorgehouden is, dat hij belooft heeft volgens de Acte vanden 18 May Ao 1651 goede betalinge te sullen doen en[de] niet te weisen tot enige quade schulden. Eindelik is de Kerkenraed met Jan Hendrikse over-een-gekomen, datsij die actie van de voornoemde Goes aen-nemen sal mids dat hij Goes aen-porren sal tot opbrengen van die sum of om borgen voor die sum te sullen vervorderen. Js ook christelike censure gehouden tegens de bedieninge van het avontmael op toekomende Corsdag te houden.
Den 22 Decemb[er] Zijn 2 personen na voorgaende belijdenisse van haer geloof voor de Kerkenraed, tot Ledematen deser Gemeinte aengenomen. Is Teuntge Dirkx lidmaet deser Gemeinte attestatie gegeven op Cothen.
1653 Den 23 Januarij De Kerkenraed v[er]gadert wesende, is goed gevonden Jan Hendrikse aentemanen, dat hij volgens sijn voorgaende beloffte niet en behoorde te vertragen in het aenhouden bij Willem Goes, om de voorgemelde sum op te brengen of goede borgen daer voor te stellen
Den 30 Januarij Jan Hendrikse van Waveren voor de Kerkenraed v[er]scheinende, heeft voorgestelt dat Willem Goes belooft heeft borgen te sullen stellen
Den 6 februarij De Kerkenraed voorgedragen sijnde, dat Willem Goes tot borgtocht verwilligt heeft Cornelis Dirkse Goes, en[de] Cornelis Willemsse Goes, is geresolveert vermids die borgen vande Kerkenraed niet suffisant gekent en worden, Jan Hendrikse te houden als Principael, en sulkx vanden secretaris voor 2 schepenen te laten beschrijven Des selvigen daeghs na de middag heeft Jan Hendrikse de Kerkenraed aengesegt, dat Willem Goes met sijn borgen bij de hand was, doch also het Gerechte aenstaende 84
Dinsdag vergadert soud wesen, is op Jan Hendrikse versocht, dat hij Willem Goes met sijn borgen dan voor het Gerechte soud laten komen, twelk hij aengenomen heeft te sullen doen.
Den 27 februarij Also Willem Goes met sijn borgen opden bestemde tijd niet en is verschenen, gelijk hij en sijn borgen wel belooft hadden, sal Jan Hendrikse aengeport worden om die borgtocht te vervorderen
Den 13 Martij De Kerkenraed bekentgemakt wesende dat Marige Adams (dewelke lidmaet deser Gemeinte sijnde etteliken jaren vande Diaconie onderhoud genoten heeft) voorleden nacht gestorven sij, en dat sij wel enige geld, gelijk de momelinge gaet en van velen gelooft word, bij haer mocht hebben zijn om op staende voet daer na te vernemen en mede te letten op haer klederen en t geen sij voort heeft, uit de Kerkenraed gecommitteert Gijsbert Janssen en Peter Janssen. S na-middaeghs de Kerkenraed v[er]gadert sijnde hebben die voornoemde broeders gerapporteert dat sij Marige Adams kiste geopent en daer in aen gelt gevonden hebben de summa van vijf en twintig guld[en] vier stuijv[ers] acht penningen. Wijders dat haer voorgekomen en aengesegt is, dat Marige Adams aen Jannige huisvrouw van Gerrit Peterse (dewelke bij Marige vande Kerkenraed bestelt was om haer inde siekte handreikinge te doen) een deel van haer klederen gemaekt heeft dewelke sij al mede genomen heeft: Dese saek vande Kerkenraed overwogen sijnde is goedgevonden de voornoemde Jannige aenteseggen, dat Marige Adams, dewijle sij vande Diaconie deser Gemeinte onderhouden is geen macht en had om t geen sij heeft aen een ander te maken, en dat sij diehalve geen recht daer toe en heeft: maer so sij die klederen van de Kerkenraed wilde aennemen als een gifte, dat sij de selvige voor haer behouden sal. Daerbeneffens hebben de voor gemelde broeders verhaelt, dat Willempje daer Marige Adams tot noch toe bij in gewoont heeft haer heeft voorgestelt dat sij noch een rijkxdaelder wegen huijshuer van Marige hebben moet, en dat sij haer bed en lakens in haer siekte geleent heeft, dewelke sij v[er]midts Marige aen een besmettelike en stinkende siekte gelegen hadde, niet wederom en begeerde, maer gelt of ander goed daer voor twelk sij ook genomineert heeft. Hierop heeft de Kerkenraed raedsaem gevonden, die voornoemde Willempje een rijkxdaelder van dat gevonden gelt bij Marige voor huijshuer te geven, en voor haer geleent bed en lakens, het beste van Marige Adams huijs-raed, waer in sij sin hadde, toeteleggen, en[de] het resterende voord en Jannige wat belangt de swarte lakense borsock van Marige, sijnde haer beste ove-kleed, sal aen het kind dat vande 85
Diaconie onderhouden word, uitgedeelt worden. Js ook gesproken van den dag om Marige Adams te begraven en is daer toe bestemt den derde dag vande week. Eindelik tot het Classe te Wijk (den 14 dese maend tot Wijk te houden) is de predikant alleen gecommitteert.
Den 16 Dito Js van Peter Jansse ingelevert een specificatie van v[er]scheide oncosten nopende de begraeffenisse van Marige Adams, belopende 19 gul[den] 6 stuijv[er]s (waer van de specificatie te vinden is inde Kerke-kist) welke genoomen sijn van dat geld twelk bij Marige gevonden is. Het oveschod van die penningen is aen Cornelis Jansse Pappelendam diaken der Gemeinte op sijn ontfangh toe gestelt
Den 20 Martij Js Theunis Willemze voor de Kerkenraed verschenen, en heeft geklaegt, dat Cornelis Volkertse hem seer moijlik en lastig valt om gelt voor coorn, tgeen hij van Cornelis Volkertse in groten hongers nood gehad heeft, versoekende seer eernstelik vande Kerkenraed, of sij Cornelis Volkertse, v[er]mids hij tot armoede v[er]vallen sijnde niet over en had om hem te betalen, wilden te vrede stellen, voorstellende dat hij bereid willig was niet alleen een schriftje te geven van sijn eigen hand van sodanigen penningen vande Diaconie genoten te hebben, nemaer belovende, so hem God de Heer wederom quam te segenen, de selvige penning[en] aende Diaconie wederom goed te sullen doen. De Kerkenraed het v[er]soek van Theunis Willemze overwogen hebbende, heeft hem het selvige op voorgaende conditie toegestaen.
Den 27 Martij De tijd van het houden des avontmaels wederom genakende, zijn opgelesen de namen der Ledematen deser Gemeinte om Christelike censure daer over na gewoonte te houden.
Den 8 April Also tusschen Seger Willemzen en Belichjen Teunis, beiden ledematen de Gemeinte, en Goossen Jans welke huijsvrouw lidmaet is groote questie en twist geresen is en gesien is meeder en groter te worden, ter oorsake van seker parthijken lands, bij den voorn[oemde] Seger Willemze aen Goossen Jans v[er]huert; zijn uit de 86
Kerkenraed beneffens de predikant Cornelis Jansse Pappelendam en Peter Jansse van Velpen gecommitteert om beijde parthijen so het mogelik is te brengen tot een accoord, en haer beide te v[er]manen tot onderlinge v[er]soeninge, liefde en vrede.
Den 24 April Den broederen des Kerkenraeds vande predikant bekent gemakt sijnde de tijd des jaers, van de Kerkenraed ten dele te veranderen, sijn verscheide personen tot de bedieninge des Ouderlingschaps en der Diaconie voorgestelt en genomineert.
Den 1 Maij Js vande predikant Cornelis Jansse Pappelendam en Peter Janssen gerapporteert, dat Seger Willemzen en Goossen Jans na lang aenhouden op den 8 April tot een accoord sijn gebragt, en[de] dat het selvige ten huis vande predikant ten overstaen van die voorn[oemde] broeders vande Schout op den 26 April beschreven, en aen de predikant overgelevert is, om dat beschreven accoord inde Kerke-kist te bewaren.
Den 8 Maij Naer aenroepinge vande naem des Heeren, is-men getreden tot de v[er]kiesinge, en is eenpariglik tot Ouderling verkoren de Wel-Ed Heer Godert de Koning tot Rodestein, en tot Diaken Teunis Teunisse Hair-man. Aengaende de saek van Jan Hendrikse, die so traeg voortgaet, is goedgevonden Niesge Cornelis om redenen aftevragen, waer toe de Predikant en Peter Jansse gecommitteert sijn, of sij niet en persisteert bij haer oude resolutie om de penninge van Jan Hendrikse aen haer belooft de Diaconie optedragen. Daerbenevens om Jan Hendrikse eernstelik aen-te-manen tot het vervorderen vande borgtocht of andesink om de ingestelde brief alleen te onder teikenen.
Den 15 Maij Hebben de Predikant en Peter Janssen rapport gedaen, dat Niesge Cornelis van haer bijden aengesproken blijft bij haer voorgaende resolutie en voornemen, om de voor[oemde] penningen aen de Diaconie optedragen: en dat Jan Hendrikse vast belooft heeft, soo de borgen niet en compareren in een week of anderhalf, dat hij dan de ingestelde brief vande secretaris, alleen sal onderteikenen. Wijders voorgesteltsijnde, dat Cornelis Volkertze, niet tegenstaende door de onverwachte dood van Theunis Willemze geen schrif gemakt is, even sterk aenhoud, dat de penningen, 87
dewelke de voorn[oemde[ Theunis Willemze bij sijn leven van de Kerkenraed toe gesegt sijn, hem geworden mogen, is overslagen en goed-gevonden, vermids die penningen aen de voorn[oemde] Theunis Willemz onder sekere conditie boven (den 20 Martij) gestipuleert toegesegt sijn, de kinderen van de voorn[oemde] Theunis Willemz aftevragen, en dat op hope van die penningen eens wedertekrijgen, of sij die bovenv[er]melde conditie willen nakomen, dat dan de Kerkenraed achtervolgen sal haer belofte aen Teunis Willemz bij sijn leven gedaen
Den 22 Maji Js vande predikant en Hendrik Barentse den Kerkeraed voorgedragen, dat de kinderen vande voorn[oemden] Theunis Willemse van haer aengesproken sijnde willig sijn om de boven-vermelde conditie te presteren. En is tot dien einde een schrifje vande predikant ingestelt en de broederen voorgelesen, waer in sij bekennen de summa van negenthien gulden ses stuijv[ers] vande Diaconie bij leninge ontfangen te hebben, en ook belooven de voorn[oemde] penningen inde tijd van een jaer of anderhalf den Diaconie wederom goed te sullen doen, dog bij delen en sonder interest, welk schrifje van Aert Teunissen en Ariaentge Teunis kinderen van den voorn[oemden] Teunis Willemzen ten huijse vande Predikant onderteikent is, en sijn daer op de voorn[oemde] penningen aen Cornelis Volkertze ter hand gestelt
Den 29 Maij Heeft Peter Jansse aen de Verg: overgelevert de voorsz ingestelden brief vande secretaris Romare waer in Willem Dirksse Goes als Principael, Cornelis Dirkze Goes en Cornelis Willemze Goes als borgen en mede als principael bekennen de Diaconie van Nederlangb[roek] wel en deugdelik schuldig te sijn de somma van 75 gl uit sake van gelijke somme die Jan Hendrikze van Waveren van wegen Niesge de Diakonie schuldig was en[de] Willem Dirkze Goes tot zijne laste genomen heeft bij desen onder expresse so de betalinge, dewelke aen 3 termijnen gestelt is op de gesetten stonden niet en geschied Jan Hendrikze daer voor sal blijven verbonden en v[er]obligeert; En[de] is hier over voor t Gerechte van dese plaetse acte van condemnatie gepasseert
Den 30 Maij Drie openbaren proclamatien vande nieuw-v[er]koren broederen tot de bedieninge des Ouderlingschap en der Diaconie voor de Gemeinte sonder enige v[er]hinderinge gedaen sijnde, is de Wel-Ed Heer Godert de Koning tot Ouderling, en Teunis Teunisse Hairman tot Diaken opentlik bevestigt Op den selven dag heeft Cornelis 88
Jansse Pappelendam rekening gedaen van sijn ontfang en uitgift der Diaconie zedert den 13 junij Ao. 1652 tot dese tegenwoordige dag incluis: welkers ontfang belopende 314-0-14 en de uitgeeft daer en tegen 226-18-4 blijkt meer ontfangen als uitgegeven de summa van 87-2-4
Den 19 Junij De Kerkenraed vergadert sijnde, is besloten, dat voortaen op elke derde Sondag nade voormiddaegs predikatie ordinare Kerkelike vergaderinge gehouden sal worden; en dat ieder lid des Kerkenraeds, dewelke op die bestemde tijd inde vergaderinge niet en compareert buiten geval van siekte of andere genoegsame redenen, een halven schelling voor den Armen sal geven. Jn opmerkinge genomen sijnde, dat de Koster enighe briefkens van goed op Sondagen te v[er]koopen na de predikatie afgelesen heeft, is de predikant gecommitteert om de Koster eernstelik aenteseggen, dat hij voortaen geen briefkens of biletkens van enig goed op Sondagen te v[er]kopen ofte v[er]pachten inde kerk af en leese. Wijders also het avontmael des Heeren na gewoonte deser Kerke op den eersten Sondag in Lulia, welke dag ordinaris overeen komt met de Wijkse Kermisse, gehouden word, is goed gevonden voortaen als de eerste Sondag in Julio met de voorn[oemde] Kermisse overeenkomt, dan het avontmael een acht dagen vroeger of later te celebreren voor dese reis sal het een acht dagen later den 10 Julij gehouden worden. Eindelik op het Classe twelk den 21 Junij tot Wijk gehouden sal worden is de predikant met Hendrik Barentse gecommit[teert]
Den 26 Junij Jn het houden van gewonelike censure tegens de aenstaende bedieninge van het avontmael is voogekomen, dat enige broeders voorlede reis van het avontmael des Heeren geabsenteert hebben, dewelken inde besoekinge daer over sullen aengesproken, en redenen van haer versuim afgevraegt worden. Bij dese occasie is vastgestelt, datmen voortaen telkens na de bedieninge van het avontmael Kerkenraed sal houden om dan van malkanderen te vernemen of iemand vande ledematen vande tafel des Heeren geabsenteert heeft, en of-sich ook iemand aen de selve tafel onbehoorlik gedragen heeft, om so daer iemand mocht wesen, met de eersten gelegentheid daer over aente spreken, en na eisch van sake met hem te handelen
Den 4 Julij 89
Zijn 4 personen na voorgaende belijdenisse van haer geloof voor de Kerkenraed tot lidmaten deser Gemeinte aengenomen.
Den 10 Julij Na de bedieninge des avontmaels de Kerkenraed bij een zijnde is voorgestelt, dat enige ledematen aen de tafel des Heeren niet en sijn present geweest van den welken door den predikant redenen van haer absentie en v[er]suim ge-eischt sullen worden
Den 16 Julij Vergadert sijnde neffens de predikant de Wel Ed. Heer Godert de Koning Hendrik Barentse van Wavere, Peter Jansse van Velpen en Gijsbert Jansse bij absentie van Teunis Teunissen sijn binnen gestaen de Ee gedeputeerden des Classis D. Godefridus Dellius, D. Segerus ab Eck om na ordre ook dese kerk te visiteren: hebben vernomen na de gelegentheid der predikatien bedieninge der Sacramenten, catechisatien, het getal der ledematen (doch niet na de gelegentheid van het school) waer van haer vande Kerkenraed bericht gedaen en contentement gegeven is.
Den 31 Julij Naer aenroepinge vande naem des Heeren sijn enigen voorgaende handelingen geresumeert is vande predikant rapport gedaen van wegen het versuim van enige ledematen, die vande Tafel des Heeren den 10 Julij geabsenteert hadden. Js goedgevonden dat voortaen vande broederen des Kerkenraeds acht genomen sal worden op de tragen Kerk-gangers, welker namen inde ordinarische vergaderinge des Kerkenraeds den predikant vande voorn[oemde] broeders bekent gemaekt sullen worden, ten einde de selvige vande Predikant aengesproken en opgewekt mogen werden tot neerstiger waerneminge vanden publiken Gods-dienst.
Den 7 Augusti De Kerkenraed oud en nieuw v[er]gadert wesende, is in opmerkinge genomen de dood van Joost Jansse de Cruijf als nalatende sijn brienden enige goederen: en vermids de voorsz overledene een suster heeft t.w. Janneke Jans de Cruijff, dewelke lange jaren van dese Gemeinte na haer vermogen onderhouden is, en[de] als noch onderhouden word, is goed-gevonden, dat de broederen des Kerkenraeds haer als curateurs en mombaerts voor Jantje de Cruijff sullen stellen en sich bij de anderen 90
erfgenamen vervoegen, den-welken sulkx door den Wel-Ed. Heer Coninkx en Peter Jansse daer toe vande Kerkenraed gecommitteert sijnde bekent gemaekt sal worden.
Den 14 Augusti. Hebben de Wel-Ed. Heer Coninkx en Peter Janssen gerapporteert, dat sij elk int bijsonder Theunis de Cruijff sijnde de broeder vande overledene Joost Jansse de Cruijf de resolutie des Kerkenraeds bekent gemaekt hebben dat de erfgenamen vande overledene niets souden doen, aengaende het openen vande boedel, of deile van enige goederen sonder voorgaende kennisse en bijwesen vande Kerkenraed of haer gecommitteerden mids stellende haer selven als curateurs voor Janneke de Cruijff. Waer op Theunis de Cruijff geantwoord en belooft heeft, niets diensaengaende sonder kennisse vande Kerkenraed te sullen doen: doch datmen na gewoonte de 6 weken uit-wachten, en malkanderen dan nader spreken soud. Welke tijd goed-gevonden is te verbeiden, en[de] dan neerstich inde saek te vigileren. Hebben ook de voorn[oemde] gecommitteerden broeders voorgestelt het v[er]soek van Theunis de Cruijff, dat hij om de Diaconie geheel te ontlasten, dat hij sijn suster Jantge de Cruijff wel na hem wil nemen, en[de] de selvige haer leven lang v[er]sorgen van en voor haer erfgoed. Dit versoek nader overwegende sijnde is geresolveert eerst nader inspectie vande staet des boedels te nemen: en ondertusschen Jantge de Cruijf te sounderen, of sij daer toe wel genegen soud wesen. Daerbenevens heeft Jonker Coninkx de vergad: bekent gemaekt, dat sijn Ed: den coster belast heeft een inventaris vanden boedel te maken. Heeft de Coster s namiddaeghs aen de Kerkenraed ingelevert de inventaris vanden boedel des overledene Joost Jansse, en daer bij mondelik de vergad. aengedient, dat Griet Janss wed vande overledene tegen hem bekent heeft dat haer man zal[iger] bij sijn leven Janneke de Cruijff een legaet van 50 gl voor uit gemaekt heeft: twelk met goet genoegen vande broederen is aengehoort
Den 21 Augusti De broederen des Kerkenraeds bekent gemaekt sijnde de tijd van het aenstaende Classis tot Rhenen den 23 deser lopende maend, is goed gevonden Jonker Coninkx als Ouderling beneffens de predikant op het Classem met behoorlike credentie te committeren.
Den 28 Augusti
91
Heeft de predikant gerapporteert, dat op het Classis de saek van een goed schoolmeester hier ter plaetse wederom voorkomende opnieuw vanden broederen geresolveert is bij requeste aen de Ed. Heer Staten te v[er]soeken en[de] aen te houden ten einde dit dorp eens met een bequaem school-meester mach werden versien. Is ook voorgestelt, dat Jonker Conincx als Ouderling uit onse Kerkenraed vande Classis met eenparigen stemmen op het Synodum, twelk den 11 Septemb[er] tot Vtrecht gehouden sal worden, gecommitteert is, en dat sijn Ed: die commissie aengenomen heeft. Heeft de predicant de vergad[ering] noch voorgedragen, dat hij in t’particulier Janneke de Cruijff aengesproken heeft om te vernemen wat genegentheid sij mocht hebben om bij haer broeder intewonen, ende te staen onder sijn voogdije en besorginge: doch dat hij uit haer v[er]staen heeft, daer toe gantsch niet gesint te sijn, maer te blijven bij dat volk daer sij tot noch toe bij ingewoont hadde. En hoewel sommigen vanden presenten broederen v[er]klaerden sulkx van anderen ook gehoort te hebben, is nochtans goed-gevonden Janneke de Cruijff om des te meer van haer volle meininge v[er]sekert te zijn, bij gelegentheid daer over aen te spreken, en sijn daer toe uit de vergad[ering] gecommitteert de predikant en Jonker Coninkx
Den 4 Septemb[er] Js van den predikant en Jonker Coninkx gerapporteert, dat Janneke de Cruijff na dat sij haer eerst wederom hadden voorgehouden het voorsz v[er]soek van Teunis de Cruijff voor haer in presentie vande huijsvrouw daer sij bij inwoont op de 29 Augusti, verklaert heeft, te persisteren bij haer voornemen, om niet bij haer broeder integaen en[de] onder hem te staen, maer te blijven, daer sij haer tegenwoordig wel seide te zijn: en dat sij voorder de gantsche saek van haer erffenisse den broederen des Kerkenraeds wel toevertrouwde en[de] als overgaf, om de selvige wel te bevorderen en[de] aen te leggen; mids datmen haer van onderhoud haer leven lang soud v[er]sorgen, twelk sij haer uit de naem vande Kerk hadden toegesegt en belooft. Dit rapport overwogen sijnde, is eenpariglik besloten, het v[er]soek van Teunis de Cruijff afteslaen, en selvs t gene Jantje Cruijve uit de boedel van haer overleden broeder met recht is competerende, te vervorderen: daer benevens om dat wel te beleggen, en haer van onderhoud haer leven lang te versorgen.
Den 11 Septemb[er] De broederen des Kerkenraeds vande predikant voorgestelt sijnde, dat de 6 weken vanden overledene Joost Jansse verstreken sijn, is geresolveert door den Coster Theunis de Cruijff aftevragen, wanneer en waermen malkanderen spreken sal, om den boedel te openen. 92
Den 18 Septemb[er] Js vande predik[ant] de Vergad[ering] voorgedragen dat Theunis de Cruijff door den Coster den Kerkenraed op haer v[er]soek tot antwoord heeft gegeven, dat hij over een dag 3 a 4 door deselvige Coster recht beschei van den bestemde tijd en plaetse sal laten weten. Is ook gewonelike censure gehouden tegens de aenstaende bedieninge van het avontmael des Heeren.
Den 2 Octob[er] Het avontmael des Heeren gehouden zijnde is inde Vergad[ering] omgevraegt of iemand vande ledematen geabsenteert of sich onbehoorlik aen de Tafel des Heeren gedragen heeft. De Vergad[ering] bekentgemakt sijnde, dat de erfgenamen van Joost Jansse s manendaeghs bij malcanderen ten huijse van Roel sullen komen om met Griet Jans wed[uwe] vande overl[eden] Joost Jansse te accorderen, is geresolveert Hendrik Barentze en[de] Peter Jansse uit de Kerkenraed te committen, om aldaer beneffens de andere erfgenamen uit de naem vande Diaconie de persoon van Janneke de Cruijff te representeren en[de] voor haer te spreken.
Den 9 Octob[er] De Kerkenraed v[er]gadert zijnde, hebben Hendrik Barentze en Peter Jansse rapport gedaen van haer aengenomene commissie, namelik dat sij beneffens de anderen erfgenamen met Griet Jans wed[uwe] van Joost Jansse veraccordeert zijn, als volgt: dat zij de erfgenamen in het gemeen sal geven de somma van 850 guld[en], en dat aen twee termijnen, waer van het eerste termijn opgebracht sal worden te Cors-mis van dit lopende jaer ende het andere te Corsmis van het naestvolgende jaer A o 1654 midts dat de dootschulden belopende de somma van 108 gul[den] 3 stuijv[ers] met noch 25 gl 1 stuijv[er] bij Tonis Jansse de Cruijff v[er]schoten, blijven tot laste vande erfgenamen, onder conditie, dat de wed[uwe] de dootschulden voor de erfgenamen sal betalen, doch de selve bij het ontfangen vande eersten termijn aen ijders portie wederom corten. Wat aengaet het legaet aen Jannike de Cruijf voor uit gemaekt, sal de wed[uwe] houden tot haren laste, twelk sij bij den eersten termijn sal opbrengen en betalen, soo dat Jantge de Cruijff voor haer deel met het legaet incluis aenstaende Corsmis heeft te ontfangen 147 gl, gelijk hier van nader het contract inde Kerken-kist leggende gesien kan worden.
93
Den 13 Novemb[er] Js de predik[ant] met behoolike credentie op het Classe tot Wijk te houden den 15. Nov. alleen gecommitteert
Den 11 Decemb[er] De tijd vande bedieninge des avontmaels wederom voorhande wesende, sijn opgelesen de namen der ledematen, om Kerkelike censure daer over te houden
Den 18 Decemb[er] Zijn 3 personen tot ledematen deser Gemeinte na voorgaende belijdenisse van haer geloof voor de Kerkenraed, aengenomen
Den 26 Decemb[er] Het avontmael des Heeren s’daegs te voren gehouden sijnde, is bevonden dat alle de ledematen aen de Tafel des Heeren geweest zijn, en[de] dat niemand van haer allen sich onbehoorlik gedragen heeft.
Ao 1654 Den 8 Januarij. Den broederen des Kerkenraeds bekent gemaekt sijnde, dat de erfgenamen van Joost Jansse inde week ten huijse van Roel bij een souden komen om elk sijn deel vanden eersten termijn van Griet Jans wed[uwe] van Joost Jansse te ontfangen hebben sij uit haer vergad[ering] Hendrik Barentsse en Peter Janssen als dewelke het contract hebben helpen maken en van des selvige gelegentheid de beste kennisse hebben, gecommitteert om Janneken de Cruijfs portie midsgaders het legaet volgens de inhoud van het contract te ontfangen
Den 15 Januarij Js van Hendrik Barentsse en Peter Jansse gerapporteert dat de voorsz Griet Jans de Diaconie voor Janneke de Cruijff tot voldoeninge van haer derde deel aengaende den eerste termijn, als ook van het legaet bewesen heeft een rentebrief van 150 gl met 8 maenden verlopen interest staende ten laste van Andries Verweij en vermids het deel van Jantge Cruijff nopende het 1 termijn met het legaet maer beloopt 147 gl dat de voorn[oemde] Griet Jans 3 gl wederom goed-gedaen zijn. Js ook vande 94
gecommitteerde broeders de Vergad[ering] bekent gemaekt datse 6 gl en 10 stuijv[ers] voor de klederen van Josot Jansse, waer van Janneke Cruijff een derde deel aenquam uit handen van Thonis de Cruijff, daer sij aen vercogt waren ontfangen hebben met welke penningen sij de v[er]teerde onkosten effen so veel bedragende betaelt hebben TW 5 gul[den] aen Roel en 30 stui[vers] aen Sec: Romare
Den 5 februarij Jn opmerkinge genomen sijnde de groote sloffigheid van Willem Dirkze Goes in het opbrengen vande summe belop[ende] 75 gl, die hij van Jan Hendrikze voor schuld aengenomen hebbende belooft heeft aende Diaconie te sullen betalen volgens het contract daer van gemaekt, is Peter Jansse gecommitteert om Willem Dirkze Goes aentemanen tot voldoeninge van die sum, midsgaders om Jan Hendrikzen indagtig te maken, dat hij als principael daer voor sorge moet dragen. Js Janneke de Cruijff die 2 gl vande Diaconie alle maend genoten heeft, een rijkxdaelder toegeleid.
Den 26 februarij De Kerkenraed v[er]gadert wesende, heeft Peter Jansse gerapportert, dat hij so Jan Hendrikze als Willem Dirkze Goes v[er]maent heeft tot voldoeninge van de voorsz sum; doch dat Jan Hendrikze hem geantwoord heeft datmen Willem Dirkze voor dese reis niet moylik soud vallen met het opbrengen vande hoofsum, maer alleenlik aenspreken om de renten, insgelikx dat de voorn[oemde] Willem Dirkze sulkx op hem versocht heeft, belovende met de aldereersten een jaer rente te sullen geven. Dese saek overwogen zijnde, is geresolveert, also Jan Hendrikze als principael Willem Dirkze Goes alleen om de renten aengesproken wil hebben, sich met de renten te laten consenteren. Is ook door Peter Jansse ingelevert een specificatie vande Coster voor sijn moijte inde saek van Jantge de Cruijff belopende 2 gl 19 stuijv[ers], welke specificatie opgelesen zijnde, is verstaen dat de Coster sijn rekening te groot gemakt heeft, en dat hem niet meer toekomt dan 2 gl. Is ook goedgevonden den naesten reise den Kerkenraed oud en nieuw te gelijk te v[er]gaderen, en[de] de voorgaende handelingen nopende de saek van Janneke de Cruijff te resumeren
Den 12 Martij Zijn de voorgaende handelingen vanden 7 Augusti des jaers 1653 in presentie vande broederen des oude Kerkenraeds geresumeert, ten einde sij ook van alle de handelingen inde sake van Janneke de Cruijff volkomen kennisse hebben. Voords is 95
de gewonelike censure gehouden tegens de bedieninge van het avontmael op aenstaende Paesdag te houden.
Den 19 Martij Zijn 2 personen na voorgaende belijdenis en vermaning tot de gemeinschap der Kerke aengenomen.
Den 27 Martij De tijd van het ordinaris Classis tot Wijk den broederen der Kerk bekent gemaekt sijnde hebben sij den predikant alleen tot het selvige gecommitteert
Den 9 April Js vanden predik[ant] de Vergad[ering] voorgedragen hoe dat op het Classe van naburige predikanten geclaegt is over de grote insolentie van Paep Stock in het vrij plegen van sijn afgodische en superstitieusen diensten, alhier in Nederlangb[roek] sich onthoudende ten huijse van Jonkr vande Mast, en dat hij neffens andere predikanten genoodsaekt is geweest sijn claghten daer bij te voegen, dewelke de Classis aengehoort hebbende geresolveert heeft den Maerschalk door haer gedeput[eerden] daer over te begroeten. Js ook opgelesen het placcaet nopende het contingent vande boeten de armen vande Ed: Heer Staten toegeleid.
Den 16 April Aengemerkt zijnde dat het wederom ontrent den tijd des jaers was van enige veranderinge te maken nopende de bedieninge des Ouderlingschaps en der Diaconie, is om redenen eenpariglik goedgevonden t getal vande leden des Kerkenraeds met eene Ouderling te vermeerderen so dat de Vergaderinge des Kerkenraeds, dewelke tot noch toe neffens de predik[ant] uit 2 Ouderlingen en 2 Diakonen bestaen heeft voortaen bestaen sal uit 3 Ouderl[ingen] en 2 Diakonen. Js ook een nominatie van v[er]scheide personen gemaekt, uit welker getal den naestkomende bijeenkomst voor dese reis 2 Ouderlingen met een Diaken v[er]koren sullen worden
Den 4 Maij 96
Naer aenroepinge vanden naem des Heeren ismen gekomen tot de verkiesinge, en zijn uit de genomineerden broederen tot de bedieninge des Ouderlingschaps verkoren Cornelis Volkertze en Jan Hendrikze van Waveren en tot de bedieninge der Diaconie Teunis Aertssen den welcken sulkx is bekentgemaekt
Den 21 Maij De Kerkenraed bij een zijnde heeft Peter Jansse sijn rekening gedaen van sijn ontfang en uitgift wegens de Diaconie en also sijn ontfang is bevonden te belopen de somma van 209-2-0 en sijn uitgift daerentegen de somma van 155-15-12 is gerekent dat hij de Diaconie noch schuldig blijft 53-3-12 penningen, waer onder begrepen worden de renten die hij noch ontfangen moet gelijk die aengetekent staen in het boek van de Diaconie pag 54 achter sijn ontfang. De rekeninge aldus opgenomen zijnde zijn Hendrik Barentsse en Peter Jansse bedankt over hare goede diensten die sij als Ouderling en Diaken aen dese Kerke gedaen hebben.
Den 28 Maij De nieuw-verkoren broeders na voorgaende bevestinge sessie genomen hebbende, is v[er]nieuwt de resolutie genomen Ao 1653 den 19 Junij namentlik dat op elke derde Rustdag ordinare Kerkelike vergaderinge gehouden sal worden. Js voorgekomen dat Andries Jansse Verweij van de som van 150 gl dewelke de Diaconie van Griet Jans tot voldoeninge vanden 1 termijn met het legaet incluis aengaende de erffenisse van Janneke de Cruijff overgenomen heeft geen swaerder los-rente jaerlikx wil geven dan tegen 4 gl ten hondert gelijk hij Joost Jansse gegeven heeft. De broederen gehouden sijnde het voordeel vande Diaconie te soeken, hebben geresolveert, den voorsz Andries Jan Verweij door de Coster te laten aenseggen so hij niet gesint en is een jaerlikse los-rente van 5 gl t’hondert te geven gelijk andere de Diaconie geven dat hij dan de gantsche hooftsom opbrengen sal
Den 4 Junij Heeft de predikant gerapporteert dat Andries Jansse Verweij gelijk hij door den Coster geantwoord heeft het Capitael houden sal tegen 5 ten hondert, en also de oude brief v[er]mist is verstaen, dat daer een nieuwe brief van dient gemaekt, en sal sulkx Andries Verweij bekent gemaekt worden.
97
Den 18 Junij Js de Vergad[ering] overgelevert de nieuw-gemaekte brief vande Secret[aris] Romare beschreven en voor t Gerechte gepasseert waer in Andries Jansse Verweijj bekent den Diaconie vande Kerke van Nederl[angbroek] schuldig te sijn de somma van 150 gl belovende daer van een jaerlikse losrente van 7 gl 10 stuijv[ers] te geven tot de tijd der aflossinge toe welke brief gelesen zijnde is de broederen wel gevallen. Is Maria Willems Kerkelike attestatie gegeven op Vtrecht. op de Classe den 20 van dese maend tot Rhenen te houden sal de predikant nomine Synedrij alleen compareren
Den 2 Julij Js na voorgaende belijdenisse des geloofs voor den Kerkenraed een persoon tot lidmaet deser Gemeinte aengenomen. Js ook Christelike censure gehouden tegen de bedieninge van het avontmael, twelke volgens de genomene resolutie des voorleden jaers den 19 Junij aenstaende Rust-dag den 9 Julij gehouden sal worden
Den 9 Julij Na het houden van het avontmael des Heeren de broederen bij een zijnde om van malcanderen te horen of ook alle lede-maten aan de Tafel des Heeren geweest sijn en haer wel gedragen hebben sijn 2 absenten bevonden dewelcke vande Predikant daer over aengesproken en na eijsch van sake gehandelt sullen worden
Den 27 Julij De Kerkenraed vergadert zijnde sijn binnen gestaen de Gedeputeerden des Classis van Rhenen-Wijk namentlik D Voldens D Schut en D de Leeuw respective predikanten van Werkhoven Houten en Doorn om na gewonelike ordre dese Kerke te visiteren: en vernomen hebbende na de gelegentheid der predikatien bedieninge der sacramenten Catechisatie en het getal der ledematen hebben alle uitgenomen de gelegentheid van t school wel bevonden: en is geen bijsonder swarigheijd voorgestelt waer in de behulpsame hand des Classis toe van node soud wesen. Is hiermede de Vergad[ering] na Dank-segginge tot God gescheiden.
Den 20 Augusti
98
De tijd van het Ordinaris Classis den 22 deser maend tot Wijk te houden de Vergad[ering] bekent gemaekt zijnde is besloten dat de predikant met Jonk r Coninkx als Ouderling met behoorlike credentie op het Classem sal worden afgesonden
Den 27 Augusti Zijn de voorgaende handelingen geresumeert. Is de Vergad[ering] voorgedragen dat de Classis geresolveert heeft om bij request aentehouden bij hare Ed: Mog: om een goed en bequaem school-meester in desen plaetse. Daerbenevens ook dat Jonkr Coninkx als Ouderling wederom op het Synodum tot Vtrecht vande Classe gecommitteert is en dat sijn Ed: die commissie aengenomen heeft. Welk Synodus den 28 Augusti sijn aenvang nemen sal.64
Anno 1673 den 8 Aprill Na dat alvoorens door het overlijden van D. Johannes Thus in sijn leven predicant in Neder Langhbroeck dese Kercke was komen te vaceren ende volgens consent en[de] ordre des E. Classis van Rhenen-Wijck verscheijdene proponenten waren gehoort heeft de E. Kerckenraadt na voorgaende verkregen consent van haer Ed: Mog: de Staten ’s Lants van Utrecht met voorweten en wille des E. Classis voornt ten overstaen van D. Winandus Nottelman ende Godefridus Dellius als naburige Predicanten van Wijck en Cothen, met eenparige stemmen van alle de Leden beroepen tot haren ord[inaris] Herder en[de] Leeraer D. Guilielmum Mas sacrosancta Theologia Candidatum, ende is de acte daer van in forma bij alle de respective Leden des E. Kerckenraadts en[de] bij de naburige Predicanten ondertekent.
Den 19 Maij.
64
Hierna stoppen de kerkenraadsnotulen en zijn er in het boek 11 pagina’s blanco.
99
Na drie voorgaende publijcke proclamatien is D. Guilielmus Mas beroepene predicant openbaerlick voor de Gemeijnte alhier in den predick-dienst bevestight door D. Rudolphus Noordijck Predickant van Odijck Classis p.t. Deputatus.
Den 25 Maij Overmits d’orinaire tijt van de veranderinge des Kerckenraadts alrede is verstreken, ende om het vaceren van den Kercken-dienst geen verkiesinge van nieuwe Ouderlingen en diakenen is gedaen zijn de broederen Peter Jansz van Velpen ouderlingh en[de] Arien Cornelisz van Pappelendam diaken die volgens ordre souden afgegaen hebben versocht dit jaer noch te continueren gelijck oock deselve broederen dit aengenomen hebben. Heeft Peter Jansz van Velpen bekent gemaeckt, hoe dat de summa van een hondert gulden van D. Joh. Thus in sijn leven predicant alhier aen dese diaconie gegeven, bij hem van de Vrienden is ontfangen, en[de] wegens den oorloghsgevaren, in bewaringe gedaen tot Wijck aen de Secretaris Bijlert.
Den 15 Junij Is de predicant alleen gecommitteert tot de vergaderinge des Classis den 17 deses tot Rhenen te houden.
Den 6 Julij Is na de relevatie van des Heeren avontmael daer in als oock in de voorgaende visitatie alles wel bevonden Van den 31 Augusti tot den 5 Octobris heeft om de gedurige plunderinge der fransen geen dienst kunnen gedaen worden den 12 Octob. is weder gepredickt en[de] 8 dagen daerna het H. Avontmael bedient De 25 decembris het H. Avontmael bedient zijnde is daer in als oock voorgaende visitatie alles conform goede ordre bevonden.
1674 Den 22 Januarij Is op sijn versoeck binnen gestaen Theunis Folckertsz J.M. klagende dat Neeltje Gerits Weduwe van Cornelis Ellisz, dewelcke hij gehoordt hadde een houwlicksproclamatie gehadt te hebben met Aerdt Wulphertsz de Bruijn te vooren 100
aen hem Theunis Folckertsz voornt door trouw-beloften haer selven verbonden heeft in praesentie van Jan Jansz Lego, dat malkanderen de hant daer op gegeven ende gekust hebben, en[de] eenige kommen brandewijn gedroncken: dat sij Neeltje Gerrits gevraeght zijnde of met Aerdt Wulphertsz de Bruijn oock te doen hadde: geantwoort heeft: Neen, dat hem oock niet begeerde dat sij hem Theunis Volckertsz belast heeft duijve-mest te kopen ende haer vrienden te spreken, om van de kinderen te scheijden dat oock eijndelick bij malkanderen zijn te bedde gegaen in praesentie van Jan Jansz Lego en[de] de meijt Ariaentje Theunis en[de] dat hij Theunis Folckertsz drie nachten aen malkanderen in het huijs van Neeltje Gerrits vernacht heeft. Neeltje Gerrits binnen staende heeft ontkent trouw-beloften aen Theunis Folckertsz absoluijt gedaen te hebben, maer bekent geseijt te hebben met haer vrienden van die saeck te sullen spreken, en[de] dat sulcks geschiedt sijnde die sake is verbleven. Heeft oock bekendt dat Theunis Folckertsz bij haer op het bedde geweest is, doch maer een quartier uurs of een halve, en[de] dat Jan Jansz Lego hem op het bedde gestoten hadde Gevraeght sijnde of Theunis Folckertsz drie nachten aen malkandere bij haer in huijs geweest hadde? Heeft sij eerst geantwoort, dat sij ’t niet en wiste, en[de] dat haer sulcks vergeten was: doch daer na (als den predicant daer op seijde: dat moest wat vreemts zijn dat een vrouw van soo veel jaren niet soude weten, of een jonghman in sulcken schijn, soo onlanghs omtrent drie of vierde halve weecke geleden bij haer ’s nachts was opgehouden) heeft sij bekent dat Teunis Folckertsz oock den tweden nacht in haer kamer alleen hadde geslapen, maer seijde dat hem den derden nacht niet gesien hadde. Js volgens versoeck van Teunis Folckertsz oock binnen gestaen Jan Jansz Lego out omtrent veertigh jaren, getuijgende dat Teunis Folckertsz en[de] Neeltje Gerrits sich aen malkanderen door trouw-beloften in sijn tegenwoordigh[eijd] verbonden hebben, en[de] malkanderen hart en mont gegeven, en[de] dat Neeltje Gerrits geseijt heeft, hem Teunis Folckertsz haer leven niet te sullen verlaten, dat hij haer beijde heeft sien te bedde gaen, dat sij wel seven of acht uren hebben gelegen tot den dagh, soo dat hij Jan Jansz Lego selfs seijde: schaemt ul. wilt gij noch niet opstaen eer daer ijmant inkomt? Want het wordt dagh. Getuijght mede dat Neeltje Gerrits hem Jan Jansz Lego bij Willem Folckertsz heeft gesonden om de kinderen uijt te kopen, en[de] sondaeghs daer aen een gebodt te hebben met Teunis Folckertsz. doch ontkent Jan Jansz Lego hem Teunis Folckertsz op het bedde gestoten te hebben. Is oock binnen gestaen Adriaentje Teunis out 19 jaren, seggende vande trouwbeloften niet te weten, maer wel gesien te hebben Teunis Folckerts met Neeltje Gerrits te bedde liggende, en[de] datse te samen gelegen hebben van ontrent ruijm middernacht, tot den lichten morgen toe, dat niet gesien heeft dat Jan Jansz Lego Teunis Folckertsz op het bedde gestoten heeft. 101
Is ten tweeden mael gehoort Teunis Folckertsz, dewelcke verstaende de voorgaende ontkenninge van Neeltje Gerrits evenwel bij sijn voorgaende verclaringe persisteerde. Js oock wederom gehoort Neeltje Gerrits ontkennende alles uijtgesondert die stucken die sij nu bekent hadde. Sijn oock weder gehoort d’attestanten Jan Jansz Lego en[de] Adriaentje Teunis elck bijsonder blijvende bij haer voorgaende verclaringe. De Kerckenraet parthijen aen wedersijden gehoort, ende alles inde vreese des Heeren overwogen hebbende, ende bijsonderlick nader reflexie nemende soo op het getuijgenisse van Jan Jansz Lego als voornamelick op de bekentenisse van Neeltje Gerrits selve, heeft goetgevonden dat de predicant bij provisie soude stil staen met de proclamatien tusschen Aerdt Wulphertsz de Bruijn, en[de] Neeltje Gerrits, tot nader bescheijt renvoijerende ondertusschen de sake tot den Ed: Hove van Utrecht volgens de politijcke ordinantie van het houwelick ge-emaneert, art: 5. Is doe oock mede geresolveert, dat bij provisie alle 3 weken Kerckelicke vergaderinge sal werden gehouden, ende dat niemant van de Leden des Kerckenraets sal mogen absenteren sonder genoeghsame reden van excuse, of anders verbeuren 3 stuijvers ten behoeve van den armen. Alsoo bij ’t afstgerven van Henrick Barentsz van Waveren het Kosterampt alhier is komen te vaceren, en Jelis van Waveren in sijns vaders plaetse geerne soude succederen, is voorgenomen daer van ten eersten te sullen spreken. Is mede vast gestelt dat die gene, dewelcke aen de Kercke schuldigen sijn het openen van de graf-steden, sullen aen gemaent worden door Jelis van Waveren, mits genietende van elcke gulden een stuijver
Den 3 Februarij Js weder op sijn versoeck binnen gestaen Teunis Folckertsz om noch eens over sijn saeck tegen Neeltje Gerrits gehoort te worden gelijck geschiet is, en[de] heeft sijn saecke noch gesterckt met het getuijgenisse van Jan Gerritsz van Velpen, als uijt de bijsondere acte die geliasseert is, kan gesien worden, en[de] is de Kerckenraet bij de voorgaende conclusie noch gebleven.
Den 15 Februarij Is bij resumtie voorgecomen dat Weijnige penningen ontfangen zijn.
102
Is de Leden der Vergaderinge aenbevolen te vernemen, of niet eenige lieden souden kunnen aengebracht werden tot de Catechisatie om tot de belijdenisse des geloofs geprepareert te worden. Is oock bekent gemaeckt hoe dat d’Erffgenamen van de HooghEd: en[de] Welgeboren Vrouwe van Brakel aen de diakonie van Nederlanghbroeck hebben gegeven de summa van een hondert en[de] vijftigh guld[en] nefens een lijcklaken aen de kerck.
den 22 Febr: Js bij occasie van sekere missive van den predicant den vergaderinge voorgelesen, vervattende een defensie van de sake van Aert Wulphertsz de Bruijn en[de] Neeltje Gerrits nader ondersoeckinge gedaen over de selve sake, en[de] bevonden soodanigen defensie gantsch ongegront, blijckende sulcks oock noch bij attestatie van Willem Folckertsz Ouderlingh. siet de bijsondere Acta.
den 26 Is het getuijgenisse van Willem Folckertsz tegen Neeltje Gerrits versterckt met een getuijgenisse van Joost Ponsen. Ende dewijle in voorsz missive den Kerckenraet sich gegraveert vonde, is geresolveert, na dat alles tot voorkominge te vergeefs was getenteert, de geheele procedure over’t staken van de proclamatien, ende de voorsz missivie met een antwoort daer tegens ad Classem te bre[n]gen, door deputandos, tegen den 17 Martij aenstaende. siet dit alle breder in de speciale acten
den 15 Martij Js Commissie gegeven aen den predicant en[de] Peter Jansz van Velpen Ouderlingh om te gaen na den Classe te houden tot Wijck den 17 Martij.
den 22 Martij Hebben de Predicant en Peter Janssen van Velpen gerapporteert, dat de procedure van den Kerckenraet aengaende het staecke van meer gemelte proclamatien bijden E. Classe volcomelijck is gejustificeert, waer door bij gevolge de voorsz missive gecondemneert zijnde, de Kerckenraet sich daer in vergenoeght heeft. Het extract van de resolutie des E. Classis over die sake is bj de speciale acta te vinden. 103
Is oock door den predicant en[de] Peter Jansz van Velpen de vergaderinge bekent gemaeckt, dat Aert Wulphertsz en[de] Teunis Folckersz metten anderen in haer praesentie sijn geaccordeert soodanigh dat de proclamatien weder mogen haren voortgangh hebben, mits dat Neeltje Gerrits boven ’t gene Teunis van haer ontfingh, moeste geven aen dese diaconije de summa van vijftien guld: thien stuijvers en[de] dat die oock bij de predicant ontfangen zijn waer op goet-gevonden is met de proclamatien voort te gaen.
den 12 April de Kerkenraedt vergadert sijnde om in de vreese des Heeren tegen ’t aenstaende avontmael des Heeren behoorlijcke censure te houden, is voorgekomen dat Neeltje Gerrits huijsvrouwe van Aert Wulphertsz de Bruijn met haere voorgaende onbetamelijcke houwlijcks-handelinge niet weijnigh ergernisse heeft gegeven, en[de] is derhalven eenparighl[ijck] bij alle de Leeden des Kerckenraets verstaen, dat Neeltje Gerrits voornmt sich de naeste reijse van het H. avontmael behoort te onthouden, en[de] is den predicant en[de] den Ouderlingh Willem Volckersz belast haer inn de besoeckinge sulcks aen te seggen en[de] voorts tot haer schuldige plicht te vermaenen gelijck die het selve oock hebben aengenomen te doen.
den 17 dito Is oock bij den predicant en[de] den ouderlingh Willem Volckertsz rapport gedaen aen den Kerckenraet van de besoeckinge en[de] in’t bijsonder dat Neeltje Gerrits de onthoudinge des H. Avontmaels van de aenstaende reijse is aengeseijt, ende sij met eene tot ware boetveerdigh[eijt] en versoeninge met Godt is vermaent.
den 20 dito Na gedane omvrage, die na ’t houden van des Heeren Avontmael pleeght te geschieden is alles conform goede ordre omtrent de H. Communie bevonden. Is mede voorgedragen dat Jelis van Waveren hebbende eenigen tijt het koster-ampt, en[de] ’t voorlesen en voorsingen, na ’t overlijden van sijn vader Henrick Berentsz van Waveren, waergenomen, versochte om te mogen aengenomen worden tot de voorsz diensten met de appendentien en dependentien van dien, waer op geresolveert is daer van metten eersten te spreecken, soo haest hij tot Litmaet der gemeente sal aengenomen zijn.
104
den 17 Maji Alsoo voorgecomen is dat Jelis van Waveren sich hadde te buijten gegaen met dronckenschap en[de] vechterije waer toe hij selfs occasie gegeven hadde, is bij den Kerckenraet geoordeelt, sulcks ten eenemael onbetamelijck te sijn voor een Christen, en[de] insonderen voor een die tot Kerckelijcke bedieninge soeckt bevordert te zijn, dat hij derhalven daerover ernstelijck sal werden bestraft, en hem aengeseght werden, dat sich stichtelijck in alles sal hebben te dragen, of dat anders voor geen litmaet laet staen voor Koster en Voorleser kan aengenomen worden
den 29 dito Is Jelis van Waveren binnen geroepen en[de] over sijne begaane foute ernstelijck bestraft. Edoch heeft hij van stonden aen sijn berouw daer over getoont, en[de] versocht dat oock de Kerckenraet geliefde hem bij provisie in sijn dienst te continueren, onder belofte van ware beterschap des levens te betoonen, waer op den E. Kerckenraet hem voordere vermaningen tot sijn plicht heeft gedaen.
Den 28 dito Heeft de E. Kerckenraedt nae aenroepinge van des Heeren H. Name, verkoren in plaetse van de afgaende Ouderlingh en diaken, tot Ouderlinghen Johannes Vernoij en[de] Gijsbert Hermse Vernoij en[de] tot diaken Roeloff Cornelisse.
Den 14 Junij Is commissie gegeven aen den predicant alleen om te gaen na den classe tegen den 16 Junij te houden tot Rhenen. Zijn oock de E.E. Broederen soo Ouderlingen als diakenen versocht neerstelijck acht te slaen op de trage kerckgangers, ten eijnde die door de predicant mogen aengesproken worden.
Den 21 dito Werdende gewoonlijcke censure gehouden tegen d’aenstaende bedieninge des H. Avontmaels, is den predicant met den Ouderlingh die besoeckinge helpen doen soude belast Neeltje Gerrits onder censure sijnde, af te vragen of sich soodanigh in waere boete met Godt versoent vonde dat wederom tot des Heeren tafel soude konnen komen. 105
Den 28 dito Alsoo Jelis van Waveren sich wederom in seer ergerlijcke dronckenschap heeft verloopen, heeft den E. Kerckenraet geoordeelt, dat hij niet langer met stichtinge kan gecontinueert werden in sijn provisionelen dienst.
Den 29 dito Zijn na voorgaende belijdenisse aengenomen tot Ledematen 7. personen, en[de] noch 9. personen op attestatie. Neeltje Gerrits is in de besoeckinge niet te huijs gevonden.
Den 5e Julij Na de H. Communie is na gewoonlijcke omvrage bevonden dat seecker persoon niet aen des Heeren tafel geweest is, en[de] sal daer over van den predicant aengesprooken worden. Is mede van eenige Leden des E. Kerckenraets voorgedragen dat Jelis van Waveren groot berouw selfs met tranen over sijne begane sonden voor haer vertoont heeft, en belooft sich sorghvuldelijck in toecomende te sullen wachten, versoeckende weder tot sijn provisionelen dienst toegelaten te worden, waer op de Kerckenraet, soeckende soo veel mogelijck is hem te behouden, wel heeft geconsenteert dat in sijn provisionelen dienst noch weder soude voortgaen, edoch alsoo oock insonderheijt de stichtinge van Godts Kercke moet werden waer genomen, is beslooten dat hij noch in een geruijmen tijt tot geen Litmaet, en[de] bij gevolge, niet tot sijn bedieninge absolutelijck, sal aengenomen werden, maer eerst blijckelijcke preuven van beterschap sullen afgewacht werden.
den 5 Augusti Zijn naer aenroepinge van des Heeren Naem binnen gestaen de E.E. Broederen Gedeputeerde des E. Classis van Rhenen-Wijck D. Bern. Keppel Godefridus Dellius, en D. van Loon respective predicanten tot Amerongen, Cothen en[de] Schalckwijck om de Kercke na ordre te visiteren, en[de] alles wel bevonden sijnde is de vergaderinge met dancksegging tot Godt gescheijden.
Den 9 Augusti 106
Is voorgecomen dat Lijsbeth Peters Lidtmaet deser Gemeente, haer selven heeft te buijten gegaen met kijven en rasen op den dijck, ende dat vermaent sijnde van de predicant en Kerckmr Peter Jansz van Velpen daer omtrent sijnde, om na huijs te gaen, ende haer werck te doen, het selve qualijck heeft genomen seggende datmen haer sulcks niet behoefde te seggen, datmen dat tegen andere soude seggen, waer op Lijsbeth Peters binnen staende is bestraft geworden, en[de] bedreijght bij provisie met onthoudinge der bedeijlinge die sij ordinair van dese diaconije geniet, ende door dienn sij sich noch misnoeght toonde, en[de] geen berouw dede blijcken, heeft de Kerckenraet goetgevonden haer de bedeijlinge bij provisie te onttrecken.
den 30 dito Is com[m]issie gegeven aen den predicant alleen tot den Classis tot Wijck tegen den 1. septemb[er]
den 27 septemb[er] In de censure tegen het H. Avontmael is den predicant en[de] de Ouderlingh sullende besoeckinge doen belast, Lijsbeth Peters vorders te vermanen tot beter betuijginge van berouw en haer alleen op die conditie tot des Heeren tafel te nodigen. Oock Neeltje Gerrits die in de voorgaende besoeckinge niet te huijs was te vinden weder aen te spreken als vooren den 21 Junij was goetgevonden, en[de] soo vindende haer tot des Heeren tafel te noodigen, en[de] is het oock aen beijde soo in de besoeckinge gevonden, en[de] soo gedaen.
Den 8 November. Alsoo voorquam dat d’Erffgenamen van wijlen Henrick Berentsz van Waveren in sijn sijn leven koster alhier hadden beginnen te scheijden en[de] te deijlen haer vaders erffenisse, heeft de Kerckenraet goetgevonden op te eijsschen seeckere hondert guld[en] met vijf jaren verlopen rente, die dese diaconie is competerende uijt cracht van obligatie bij Henrick Berentsz getekent den 10 Octob: 1667, ende is daer toe commissie gegeven aen Roelof Cornelissz diaken om sulcks Jelis van Waveren aen te seggen ten eijnde die sulcks sijn vrienden bekent make, dat de penningen binnen de tijt van 14 dagen moeten opgebracht sijn.
den 15 dito
107
Heeft Roeloff Cornelissen diaken gerapporteert dat Jelis van Waveren heeft aengenomen den eijsch des Kerckenraets sijn vrienden bekent te maken. Is oock commissie gegeven op den predicant tot den aenstaende Classe tot Wijck tegen den 17 dito.
den 22 dito Is voorgekomen dat het Lant van wijlen Henrick Berentsz van Waveren, aen den E. Johan Tilborgh vercoft is, heeft derhalven de E. Kerckenraet goetgevonden Jelis van Waveren terstont te ontbieden en aftevragen wat de vrienden bij malkanderen sijnde hebben geresolveert aengaende de penningen die dese diaconie op haer erffenisse heeft te pretenderen. Jelis van Waveren binnen staende heeft den Kerckenraet hier over geen klaer bericht gedaen, maer schijnt voor te geven dat hij met sijn vrienden van haer vaders wegen tegen den eijsch der diaconie oock ijet op de Kerckmr hadden te pretenderen. de Kerckenraet oordelende dat sulcks de diaconie niet raeckte indien daer als eenige pretensie op de Kerckmr mochte sijn, heeft voorts haer genootsaeckt gevonden om Roeloff Cornelissz te committeren om ’t Utrecht, alwaer de cooppenn[ingen] van ’t voorsz Lant sullen werden overgetelt van den E. Johan Tilborgh aen de voorsz Erffgenamen van Henrick Berentsz van Waveren, te vigileren dat de diaconie magh werden voldaen.
den 29 dito Heeft Roeloff Cornelissz diaken bekent gemaeckt dat na veel moeijten heeft vercregen dat d’Erffgenamen van Henrick Berentsz van Waveren dese diaconie hebben geassigneert op den E. Johan Tilborgh, dat die oock aengenomen aen dese diaconie te voldoen de obligatie van een hondert gulden met vijf jaren verloopen rente, die dese diaconije is competerende van de nagelaten erffenisse van Henrick Berentsz van Waveren is derhalve de predicant gecommitteert om deselve penn[ingen] van den E. Johan Tilborgh te ontfangen.
Den 6 Decemb. Heeft de predicant gerapporteert dat hij van den E. Johan Tilborgh heeft ontfangen de penn[ingen] waer mede de diaconie was geassigneert van de vrienden en erffgenamen van wijlen Henrick Barentsz van Waveren op den E. Johan Tilborgh te weten de summa van een hondert Car. gulden met noch vijf jaren verlopen rente ter summa van twintigh car: gulden. en[de] daer bij d’obligatie met behoorlijck quitantie heeft overgegeven. 108
Den 20 dito Heeft de predicant bekent gemaeckt dat in de besoeckinge twee nieuwe ledematen sijn aengekomen op attestatie van Utrecht en Werckhoven.
Den 25 dito Is na de H. communie is omvrage gedaen of alle de Ledematen aen des Heeren tafel hebben geweest en[de] sich schickelijck gehouden, en[de] is alles wel bevonden.
1675 Den 17. Januarij Is voorgedragen dat noch open staet de rekeninge van wijlen Cornelis Gerritsz als diaken in sijn leven over den jare 1671 en[de] dat derhalven deselve rekeninge bij den Kerckenraet dient na gesien te werden ten overstaen van Gerrit Cornelissen die den boedel van sijn vader Cornelis Gerritsz heeft aengeveerdt, en[de] is bij den Kerckenraet verstaen den selven Gerrit Cornelissz sulcks door den predicant bekent te maken.
den 1 Februarij. Heeft de Predicant gerapporteert, dat Gerrit Cornelissz bereijdt is in den Kerckenraet de rekeninge van sijn Vader bij te woonen, is derhalven goetgevonden, dat deselve rekeninge als oock die van Arien Cornelissz Pappelendam over de Jare 1672 en[de] 1673, die wegen de trouble tijden des oorloghs oock noch open staet, sullen werden gedaen op donderdagh den 11 Februarij eerst komende, en[de] dat sulcks na gewoonte naestcomende rust-dagh van de predickstoel sal worden aen de gemeijnte bekent gemaeckt.
Den 11 Februarij. De Kerckenraedt vergadert sijnde heeft voor eerst nagesien de rekeninge van Cornelis Gerritsz in sijn leven diaken over den Jare 1671 van den 18 Junij des selven jaers tot den 23 Junij des jaers 1672 in tegenwoordigheijt van Gerrit Cornelissz sijn outste soon, die sijns vaders boedel heeft aengeveerdt, en[de] is bevonden meer
109
ontfangen als uijtgegeven te sijn de summa van 80 gulden 7 stuijvers die Gerrit Cornelissz belooft heeft te voldoen aen dese diaconie. Is oock rekeninge gehouden met Arien Cornelissz Pappelendam diaken over sijn ontfangh en uijtgift van twee jaren van den 30 Junij 1672 tot Pinxteren 1674. ende overmits soo wegens ’t overlijden van D. Joh: Thus in sijn leven predicant alhier, als oock de troublen des oorloghs, van het een en[de] het ander geen behoorlijcke aentekeninge heeft kunnen werden gehouden heeft de Kerckenraet dese saeck aenbevolen de verklaringe van den diaken voorsz, dewelcke verclaert bij hem meer ontfangen als uijtgegeven te sijn de summa van 8 guld. 3 stuijvers en[de] is dit soo bij den Kerckenraet aengenomen en[de] ondertekent.
Den 28 Martij Alsoo Jelis van Waveren sich wederom te buijten heeft gegaen met gekijf en vechten heeft hem de Kerckenraet ontboden en serieuslijck bestraft, en voorgehouden hoe dat met groote reden soude kunnen geweerdt worden van sijn geheele provisonele bedieninge. Edoch alsoo hij bekntenisse ende leetweesen toondt, met groote belofte van beterschap, en[de] dat in cas van de minste ergenisse na dese selfs sal oordeelen van geheelijck niet admissebel te sijn tot het koster-ampt, soo is ’t dat de Kerckenraedt hoopende dit wel gemeent te sijn, noch maels beslooten heeft patientie te nemen tot verlengen van den tijt sijner preuve. Sijn na gedane belijdenisse tot Ledematen aengenomen Arien Gerrits en[de] Nellichje Barents sijn h.v. Peter Gerritsz en[de] Marichje Lucassen sijn h.v. Jan Aertsz Pappelendam, en[de] Jan Jochimsz Aeltje Peters. den 2 April Meijnsie …. huijs-vrou van Henrick Jansz van Harderwijck.
den 4 April Is na de H. Communie omvrage gedaen of ijemant van de broeders oock ijet hadde aengemerckt omtrent de bedieninge van het H. Avontmael, en[de] is voorgedrage hoe dat Beelichje Zegers en[de] Aeltje Verschuer niet gecommuniceert hebben en[de] heeft de predicant openinge gedaen daer omtrent van eenigh verschil tusschen die twee geresen, en[de] is goet-gevonden datse alle beijde daer over door de predicant sullen aengesproken worden.
Den 2 Meij
110
Js Aeltje Herms besteedt in de kost bij Arien Cornelissz Vernier in sulcker voegen dat dese diaconie nae expiratie van ’t jaer sal toegeven de summa van 14 gulden mits dat het meijsje 2 maenden in de Winter ter scholen gae.
Den 13 dito Naer aenroepinge van den Name des Heeren sijn in plaetse van de afgaende Ouderlingh en diaken verkoren tot Ouderlingen Aert Volckerts en[de] tot diaken Willem Rijcksz.
Den 24 dito Zijn de vercoren Ouderlingh en[de] diaken in hare respective diensten bevestight.
Den 30 dito. Alsoo de Kerckenraadt door de E.E. broederen Aerdt Volckerts Ouderlingh en[de] Roeloff Cornelissz diaken is bekent gemaeckt dat Jan Jansz Lego Herbergier in Nederlanghbroeck, op den laetstleden biddagh, sijnde geweest den 26 Meij, haerlieden in ’t gaen na de kerck heeft aengesproken om te drincken en[de] tot antwoort krijgende ’t is beter dat wij den Domine volgen, geseijt heeft alle die den domine volgen sullen voor den duijvel varen, en[de] meer andere heijloose woorden. Ende daerbeneven de predicant en[de] verschijden andere Leden van den E Kerckenraat hem na de predicatie schandaleuslijck hebben hooren spreken, soo is dat den Kerckenraat noodigh geacht heeft, hier over aen den Officier te klagen, ten eijnde soodanige godloosheden geweert mogen worden.
den 31 dito. de Kerkenraat vergadert sijnde in des Heeren vreese, is op haer versoeck binnen gecomen den Schout Johan de With en[de] is sijn E. de voorsz klachte voorgedragen, gelijck sijn E. die oock heeft aengenomen om na behooren daer inne te voorsien.
den 13 Junij Js goetgevonden dat de predicant op den 15 deser maent eens soude soecken te spreken met de Heeren Heemraden, die dan te samen souden sijn met den 111
Gerechte en[de] andere Geerffdens nopende de reparatie van des predicants huijs, en[e] dat derhalven niet soude kunnen gaen op den Classe tot Rhenen op dato voorsz te houden, waerom geen commissie is gegeven. Heeft oock de predicant bekent gemaeckt hoe dat onder hem stil leijdt een redelijcke summa van penn[ingen] deser diaconie, welcke wel soude kunnen op intrest gedaen worden ten profijte van de diaconie, en[de] dat hij predicant wegens de wanbetalinge van sijn tractament, wel soude begeren daer van op intrest de summa van tweehondert gulden mits daer voor belovende te verbinden een oequivalente obligatie van twee hondert guldens welcke haer Ed. Mogende de Staten deser provincie belooft hebben metten eersten te sullen geven, wegens sijn achterstallige tractament, belovende oock deselve jaerlijckse losrente te sullen geven, die Haer Ed. Mogende sullen gelieven den predicanten te laten trecken ’t welck bij de vergaderinge is geaccordeert en toegestaen.
den 29 dito De Kerckenraet in de vreese des Heeren vergadert sijnde, sijn na aenroepinge van Godts H. Naem binnen gestaen de EE. Broederen Gedeputeerde des E. Classis van Rhenen en[de] Wijck, om volgens ordre visitatie te doen, en[de] is alles wel bevonden, en[de] de Vergaderinge met dancksegginge tot Godt gescheijden.
Den 4 Julij De Kerckenraat in de vreese des Heeren vergadert sijnde om gewoonlijcke censure tegens het H. Avontmael te houden, is na aenroepinge van den H. Naem des Heeren van den predicant bekent gemaeckt dat Belichje Zegers en[de] Aeltje Verschuer weder versoent sijn, en[de] is derhalven goetgevonden deselve weder tot de H. Communie te noodigen. Is oock ordre gestelt op de besoeckinge tegen het H. Avontmael te doen, en[de] daer toe nevens den predicant gecommitteert den E. Broeder Gijsbert Hermse Vernoij Ouderlingh. Is op attestatie van Wijck tot litmaet aengenomen Geertje Peters huijsvr. van Teeuwis Corssz.
Den 11 dito Het H. Avontmael des Heeren gecelebreert zijnde is niets buijten ordre gevonden. In de visitatie deser Kercke door de Gedeputeerden des Classis is alles wel bevonden den Augusti commissie ad Classem gegeven aen den Predicant. 112
Den 3 Octob. Is ordre gestelt tot de besoeckinge van het H. Avontmael, en[de] tot het geene daer inne soude waer te nemen zijn.
Den 10 dito Is het H. Avontmael des Heeren stichtelijck gecelebreert.
Den 14 Novemb. Heeft Jelis van Waveren gepresenteert een ootmoedigh request en[de] daer inne gepoeniteert van alle sijne voorgaende misslagen met belofte van sich in toecomende in alles christelijck te dragen, versoeckende dat de E. Kerckenraat hem alle sijne foute wilde vergeven welck versoeck de E. Kerckenraat hopende wel en van herten gemeente te zijn, hem heeft toegestaen met ernstige vermaninge om oprechtelijck sijn beloften als voor den Heere na te comen en[de] metter daet beterschap te betoonen. Is gegeven commissie aen den predicant ad Classem.
Den 13 Decemb. Heeft Aris Jansz oudt-diaken gedaen rekeninge van de armen-penningen bij hem ontfangen en uijtgegeven van pinxteren 1674. tot pinxteren 1675. en[de] is bevonden meer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summa van vijf en tachtentigh gulden, achtien stuijvers twee penn[ingen]. Welcke hij terstont heeft aen de diaconie overgegeven, en voldaen en[de] is sijn rekeninge van alle de Leden des E. Kerckenraets nevens den predicant ondertekent.
Den 12 dito Behoorlijcke censure gehouden sijnde is ordre gestelt tot besoeckinge der Gemeente tegens het H. Avontmael.
Den 25 dito 113
Is het H. Avontmael in dese Gemeente stichtelijck gecelebreert.
1676. den 5 Martij is commissie gegeven aen de praedicant om te verschijnen op d’aenstaende Classis in dese maent tot Wijck te houden. Den 12 dito is gestelt ordre tot de besoeckinge van de gemeente tegen des Heeren Avontmael. Den 26 dito is het Avontmael des Heeren alhier gecelebreert. Den 4 Meij is na gewoonte de Kerckenraet verandert en[de] sijn als Ouderlingen vercooren Peter Jansz van Velpen, en[de] Aris Jansz Spickhorst als diaken Arien Cors Pappelendam dewelcke den 15 dito in hare respective ampten zijn bevestight. Den 18 Junij is gehouden gewoonl[ijcke] censure tegens het H. Avontmael des Heeren, en[de] ordre gestelt tot de besoeckinge, oock commissie ad Classem aen de predicant gegeven Den 25. dito is het H. Avontmael gecelebreert. Den 27 augusti is gegeven commissie ad Classem. Den 18 7bris Heeft Wilhelmus Mas Praedicant alhier gedaen rekeninge van de penn[ingen] der diaconie bij hem sedert het begin sijnes diensts tot dato deses ontfangen en uijtgegeven, uijtwijsens het diaconie-boeck. Den 24 7bris is ordre gestelt om de gemeijnte te besoecken tegens het H. Avontmael des Heeren, het welck oock den 1. Octob. daer aen volgende is gecelebreert met houdinge van gewoonlicke censure voor en[de] na. Den 26 9bris is gegeven Commissie ad Classem. Den 30 Novemb. Alsoo het Costerampt door het overlijden van Henrick Barentsz van Waveren in den Jare 1673 was comen te vaceren ende tot noch toe bij des selfs Soon Jelis Henricksz van Waveren bij provisie op sijn preuve volgens sijn versoeck was bedient en dien provisionele dienst nu oock door des selfs overlijden was geeijndight, en noodigh was dat wederom een ander bequaem persoon daer toe gecoren wierde, soo is’t dat de Kerckenraat hier toe vergadert zijnde in de vreese des Heeren eenparigh[lijck] tot het voorsz Costerampt genomineert heeft Anthonis van Haleveldt Coster tot Leersum, en[de] met een goet gevonden den AmbachtsHeer ofte des selfs gevolmachtighde dit bekent te maken om commissie daer toe te versoecken, en is daer toe gecommitteert neffens de praedicant, Peter Jansz van 114
Velpen als ouderlingh ende is soo dese vergadering met gebedt beginnen zijnde, met dancksegging tot Godt geeyndight
Den 3 decemb. Hebben de praedicant en[de] Peter Jansz van Velpen aen den E. Kerckenraat in de vreese des Heeren vergadert zijnde rapport gedaen van hare commissie te weten dat den Ed. Heer Wesel als officiael van d’Heer Domproost de nominatie van Anthonis van Zalevelt tot Koster alhier hebben bekent gemaeckt met versoeck dat die haer gemeente mochte werden toegestaen en daer toe commissie werden verleent, en[de] de Heer Officiael sulcks heeft geconsenteert, ’t welck de Broederen welgevallende zijn de gecommitteerde tot die sake voor hare moeijte bedanckt ende is sulcks Anthonis van Zalevelt aengeseijt, om sijn commissie te gaen lichten bij den Heer Officiael Wesel, en[de] is soo dese sessie geeijndight met dancksegginge tot Godt, gelijck met den gebede begonnen was.
Den 11 dito Roeloff Cornelis diaken sijn rekeninge van den ontfangh en uijtgift der penn[ingen] van dese diaconie gedaen hebbende, over het jaer sijnes ontfanghs en uijtgifte van den 26 Meij 1675 tot Pinxteren 1676. en[de] bij ’t slot van rekeninge gebleken sijnde dat meer bij hem was ontfangen als uijtgegeven de summa van 52 guld. 16 stuijv. heeft hij die 2 guld. 16 stuijv. betaelt en versocht de 50 guld op intrest te mogen houden, en daer van obligatie te geven, heeft de Kerckenraat hem sulcks geaccordeert, en heeft hij Roeloff Cornelis obligatie overgegeven van hem en sijn soon Joachim Roelofsz getekent.
Den 17 Decemb. Is ordre gestelt tot besoeckinge de Gemeijnte tegen het H. Avontmael.
Den 25 dito Is het H. Avontmael des Heer stichtelick gecelebreert.
1677. den 1 Meert
115
Heeft Arien Cors. Pappelendam van de diaconie volgens consent des Kerckenraats op intrest genomen 100 guld. volgens obligatie Den 25 Martij is gegeven commissie ad Classem.
Den 1 April. Is ordre gestelt tot de besoeckinge der gemeijnt tegen het H. Avontmael.
den 15 dito Is het Avontmael des Heeren na gedane omvrage bevonden met stichtelicke ordre gecelebreert te zijn.
Den 24 Meij De Kerckenraed in de vreese des Heeren vergadert zijnde, is na aenroepinge van Godts H. Naem voorstelt door den praedicant dat het de tijd was om volgens jaerlickse gewoonte den Kerckenraat te veranderen, en in plaetse van de afgaende leden andere te verkiesen, waer op dan gedelibereert zijnde, ende een nominatie van eenige persoonen als van Willem Volckertsz, Anthonis van Nijkercken en[de] Johannes Vernooij tot het Ouderlinghschap, en van Henrick Jansz van Harderwijck, en[de] Roeloff Cors tot het diaconschap, gemaeckt sijnde, sijn daer uijt vercooren tot Ouderlingh Anthonis van Nijkercken en[de] tot diaken Henrick Jansz van Harderwijck. en sal haer sulcks werden bekent gemaeckt met versoeck om elck haere respective bedieninge in de vreese des Heeren aen te nemen, en is soo dese vergaderinge met dancksegginge en gebede tot Godt geeijndight.
den 4 Junij Zijn Anthonis van Nijkercke als Ouderlingh en Henrick Jansz van Harderwijck elck in hare respective bedieninge bevestight, en[de] zijn volgens ordre afgegaen Aert Volckertsz van het Ouderlinghschap ende Willem Rijcksz van het diaconschap, zijnde voor hare goede diensten bedanckt. Heeft oock met eenen Willem Rijcksz rekeninge van sijn ontfangh en uijtgift nopende de penn[ingen] deser diaconie over sijn jaer op dato deses expirerende gedaen, ende het overschot van 104 guld. 6 stuijv. terstont voldaen.
116
Den 17 dito Is ordre gestelt op de besoeckinge der gemeente tegens het aenstaende H. Avontmael en[de] is gegeven aen de praedicant commissie ad instante Classe
Den 8 Julij Is het H. Avontmael des Heere met stichtinge in dese gemeent gecelebreert. In deselfde maent de visitatie dese Kercke gedaen sijnde door d deputatos Classis Rheno Vicanae is (Godt lof) alles in goede ordre gevonden.
Den 26 Augusti Is gegeven commissie om te gaen na de aenstaende Classicale vergaderinge.
Den 23 7bris Is ordre beraemt om te doen de besoeckinge der gemeente tegen het H. Avontmael des Heeren.
Den 7 Octob. Is het H. Avontmael onses Salighmaeckers alhier stichtelick gecelebreert.
Den 25 9bris Heeft de Kerckenraet volgens gewoonte commissie verleent aen den predicant om te verschijnen op den aenstaende Classe tot Wijck te vergaderen.
Den 2 Decemb. Heeft Peter Jansz van Velpen bekent gemaeckt hoe eijndelick weder ontfangen heeft ten deele in gelde ten deele bij liquidatie van den Secretaris Bijlert alsulcke een hondert guldens welcke hij Peter Jansz van Velpen gedurende de vacature van het predickampt alhier in qualite als Ouderlingh hadde ontfangen als een gifte voor dese diaconie van de vrienden van D. Johannes Thus in sijn leven weerdigh predicant alhier, welcke een hondert gulden hij Peter Jansz voorsz wegens de troublen des 117
oorloghs niet durvende bij sich vertrouwen de voorsz Heer Secretaris Bijlaert in bewaringe hadde gegeven, versoeckende hij Peter Jansz van Velpen met eenen in qualite als Kerckmr. alsoo hij genootsaeckt was geweest bij den slechten staet der kercke door de rampen des oorloghs de voorsz penn[ingen] voor de Kercke te emploijeren, dat derhalven dese vergaderinge wilde verstaen, dat de Kercke die penn[ingen] voorsz op intresse mochte houden mits passerende daer van obligatie ten behoeve deser diaconie, waer over eenige debatten gevallen zijnde, hebben eijndelick de broederen Ouderlingen en[de] diaconen daer toe verstaen, en[de] heeft hij Peter Jansz van Velpen die aengaende een obliga[ti]e als kerckmr aen dese diaconie gegeven.65
Den 16 Decemb. Is ordre gestelt om de Ledematen te besoecken en[de] tot het H. Avontmael te nodigen.
Den 25 dito Is het H. Sacrament des Avontmaels in dese Gemeente stichtelick bedient.
1678. Den 17 Martij Is ordre gestelt tot besoeckinge der gemeente tegen het H. Avontmael, en[de] is gegeven commissie ad Classem aen de predicant.
Den 31 dito Is het H. Avontmael des Heere alhier stichtelick gecelebreert.
Den 8 Meij 65
In margine staat: NB. van dese hondert gulden zijn bij de Kerckenrekeninge van Peter Jansz overgeschoten 68 guld. 7 stuijv. 4 penn. welcke de predicant pretenderende dat tot de diaconie waer aense gegeven waren behoorden weder te keeren, tot minderinge van de obligatie, heeft Peter Jansz daer van 50 guld. voor sijn particulier op rent genomen met ncoh andere summa daer bij gesmolten tot een obligatie van 500 guld. de resteerende 18 guld. 7 st. 4 penn. heeft betaelt. alles uijtwijsden de diaconie-rekeningen.
118
Zijnde de ordinaris tijt om den Kerckenraet te veranderen, zijn na voorgaende gebede tot Godt in plaetse van d’afgaende Ouderlingen en diaken nadat verscheijdene genomineert waren, verkoren tot Ouderlinge Gijsbert Hermsz Vernooij en[de] Willem Rijcksz, tot diaken Arien Gerritsz van Velpen, en sullen deselve versocht worde de bedieninge elck de sijne in de name des Heeren ten dienste sijner Kercke aen te nemen, en[de] is soo dese sessie met dancksegginge tot Godt geeijndight.
Den 18 dito Zijn de bovengemelte soo vercoorene Ouderlingen als diakenen in hare respective diensten voor de Gemeijnte bevestight.
Den 16 Junij Is is gegeven Commissie tot den Classe
den 23 dito Is gewoonlicke censure gehouden tegens het H. Avontmael, en[de] ordre gestelt op de besoeckinge der Gemeijnte.
Den 25 dito Heeft Arien Cornelissz Pappelendam voorde Kerckenraat rekeninge gedaen van sijn ontfangh en uijtgift van de penn[ingen] der diaconie bij hem geadministreert, zedert pinxteren 1677 tot pinxteren 1678 en[de] wierde bevonden meer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summa van 127 guld. 7 stuijv. gelijck het diaconie-boeck over den selven jare uijtwijst. Welcke 27 guld. 7 stuijv. belooft heeft te betalen en versocht oock dese een hondert gulden op intrest te mogen houden, ’t welck de Kerckenraat in bedenckinge heeft genomen. Den 7 Julij is het H. Avontmael aen de gemeente bedient, en na behoorlicke omvrage alles wel bevonden; mits dat de absente Leden aengesproken werden. Visitatie der Kercke is door de gedeputeerde des Classis gedaen, en niets gevonden waer in de hulpe van haer E.E. ofte vanden Classe noodigh was. 12 Augusto is gegeven commissie ad Classem.
119
Den 29 Septemb. is ordre gestelt om de besoeckinge te doen en[de] de Ledematen deser gemeente te nodigen tot des Heeren tafel. Den 13 Octob. is het H. Avontmael des Heeren gecelebreert. Den 17 Novemb. is gegeven commissie op de aenstaende Classis voor de predicant om daer in tot Wijck sich te vervoegen volgens gewoone ordre. Den 15 Decemb. is ordre beraemt om de besoeckinge deser gemeente te laten doen door de predicant en[de] een ouderlingh en[de] de Ledematen te nodigen tot het H. gebruijck van het Avontmael des Heeren op aenstaende kors-dagh.
1679 Den 16 Martij is verleent aende predicant Commissie om op de ordinaire Classicale vergaderinge te verschijnen in dese maent tot Wijck te houden.
Den 6 April Is geresolveert wederom volgens gebruijck te doen de nodiginge der gemeente van huijs tot huijs tot de H. Tafel des Heeren.
Den 29 Meij De Kerckenraat in de vreese des Heeren vergadert zijnde om den kerckenraat te veranderen, is den name des Heeren aengeroepen, ende in plaetse van de afgaende Ouderlingh Anthonis Cors van Nijkercken vercoren Aart Volckertsz van Nijkercken tot Ouderlingh, ende in plaetse van de afgaende diaken Henrick Jansz van Herderwijck vercoren tot diaken Cornelis Gijsbertse de Bie Heeft oock de predicant rekeningh gedaen van de penningen der diaconie tot dato deses bij hem ontfangen en uijtgegeven uijtwijsen het diaconie-boeck daer dese rekeningh in ’t brede te sien is. Is oock toegestaen op sijn versoeck aen Arien Cors Pappelendam de voor dese versochte hondert gulden die van sijn laetste diaconie-rekeninge waren overgeschoten, mits dat behoorlicke obligatie geve en Gijsbert Hermsz Vernoij volgens belofte daer voor sich stelle als mede voor d’eerste hondert gulden voor desen opgenomen als borge en principael, gelijck hij aenneemt bij desen.
den 9 Junij 120
Zijn Aert Volckertsz als Ouderlingh en[de] Cornelis Gijsbertsz de Bie als diaken in hare respective diensten bevestight.
den 29 dito Is ordre gestelt tot de besoeckinge te doen tegen het aenstaende H. Avontmael des Heeren.
den 13 Julij Is het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick gecelebreert, ende de nodige opmerckingen waergenomen. jn dese maent is dese Kercke door de E. Gedeputeerden der E. Classis van Rhenen en[de] Wijck gevisiteert en[de] niet voorgevallen waer toe de hulpe der E. gedeputeerden, ofte des E. Classis noodigh was.
den 28 Septemb. Js gestelt ordre om de gemeente te nodigen in de huijsbesoeckinge tot des Heeren H. Tafel.
den 12 Octob. Is het H. Avontmael des des Heeren alhier stichtelick gehouden.
den 13 Novemb. Heeft Henrick Janssz van Harderwijck gedaen sijn diaconie-rekeningh gelijck die in het diaconie-boeck claerlick staet aengetekent.
Den 14 Decemb. Js ordre beraemt om de besoeckinge te doen tegen het aenstaende H. Avontmael.
Den 25 dito 121
Js het H. Avontmael des Heeren gecelebreert en[de] na gewoonte opmerckinge genomen omtrent d’absente ledematen ten fine de selve door den predicant werden aengesproken.
1680 Jn Martio Js commissie gegeven aen de predicant om te verschijnen op de Classicale vergaderinge tot Wijck te houden.
den 28 dito Js gehouden de gewoonelicke censure voor het H. Avontmael en[de] ordre beraemt tot te doene huijsbesoeckinge.
Den 11 April. Is gehouden het H. Avontmael des Heeren, en daeromtrent waergenomen in ’t observeren der Ledematen het gene men na ordre gewoon is.
Den 20 Meij De Kerckenraat in de vreese des Heeren vergadert zijnde en in plaetse van d’afgaende Leden na gewoont andere te verkiesen heeft na gedane gebedt tot Godt almachtigh in plaetse van de afgaende Ouderlingen en diaken vercoren tot Ouderlingen Peter Jansz van Velpen en Arien Cors Pappelendam, tot diacon Jan Joachimsz Quint.
den 31 dito Zijn de laetst vercorene Ouderlingen Peter Jansz van Velpen en[de] Arien Cornelissz Pappelendam, en den diacon Jan Joachimsz Quint in hare respective diensten opentlick bevestight.
den selfden dito
122
Heeft Arien Gerritsz als diacon gedaen sijn rekeningh van den ontfangh en uijtgift der penn[ingen] van dese diaconie gedurende sijn Jaer uijtwijsens het diaconieboeck daer die rekeningh punctuelick aengetekent staet Is credentie gegeven aende predicant tot aenstaende Classe
Den 20 Junij Is ordre beraemt om te doen de besoeckinge der Gemeente tegen des Heeren aenstaende H. Avontmael.
Den 4 Julij Is de H. Communie in dese gemeente stichtelick gecelebreert. Zijn de Kerckenmiddelen tegen het pausdom gelesen. Js oock in dese maent dese Kercke nae jaerlickse gewoont door de EE. depp. Classis Rheno vicana gevisiteert en[de] (God lof) alles na ordre bevonden. Is de predicant gecommitteert tot de aenstaende Classis.
den 19 Septemb. Is gestelt ordre tot besoeckinge der Ledematen deser gemeente om deselve te nodigen tot de aenstaende H. Communie met ernstige vermaninge van goede voorbereijdinge te maken.
den selfden dito Heeft de predicant Wilhelm Mas weder op gebracht capitael van twee hondert gulden met de verlopen intresse van dien, welck Capitael voor desen op intrest hadde genomen te weten op den 13 Junij 1675 soo dat de diaconie hier van voldaen is.
Den 3. Octob. Is de H. Communie in dese gemeente wederom ordentlick en stichtelick gecelebreert, met nodige opmerckinge omtrent de communicanten en absenten.
123
Novemb. Js de predicant gecommitteert tot de aenstaende Classis tot Wijck.
den 12 decemb. Is wederom nodige ordre beraemt omtrent de besoeckinge der gemeente te eijnde die genodight en vermaent werde aengaende de nodige praeparatie tot het heijlige aenstaende avontmael des Heeren.
1681 Den 13 Martij Is credentie aen de predicant gegeven om te verschijnen op de ordinaire Classe in dese maent tot Wijck te houden.
den 20. dito Is ordre gestelt tot waerneminge van de besoeckinge tegen het H. Avontmael.
den 3 April Is alhier in dese gemeente gecelebreert de H. Communie met waerneminge van de behoorlicke opsicht omtrent de Ledematen.
Den 12 Meij Heeft de Kerckenraat in de vreese des Heeren vergadert zijnde na aenroepinge van den H. Name Godts in plaetse van de afgaende Ouderlingh en[de] diaken na dat verscheijne andere waren genomineert, vercore tot Ouderlingh Roeloff Cornelissz van Nijkercken, en[de] tot diaken Henrick Jansz van Harderwijck.
Den 23 Meij Zijn de vercorene Ouderlingh en[de] diacon in hare respective diensten bevestight.
124
Heeft oock Arien Gerritsz als gecontinueerde diacon in plaetse van den overleden diacon Corn[elis] Gijsbertsz de Bie sijn rekeninge gedaen, gelijck het diaconie boeck uijtwijst.
den 5 Junij Js gestelt ordre tot besoeckinge der gemeente om die tot het H. Avontmael te noodigen.
den 19 dito Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente wederom stichtelick bedient.
Jn Julio Js gedaen de visitatie deser Kercke door de E.E. depp. Classis Rheno-vicana en[de] alles in ordre bevonden.
Den 25 Septemb[er] Js ordre beraemt om in de ordinaire besoeckinge dese gemeente te nodigen tot de aenstaende H. communie met vermaninge tot nodige praeparatie.
Novembri[s] Ordinare Classicale vergadering tot Wijck te houden.66
Den 25 Septemb[er] Overmits door ’t overlijden van Anthonis van Salevelt het kosterampt mette annexe bedieninge van voorlesen voorsingen en schoolhouden is comen te vaceren, en gantsch noodigh is, dat tot deselve waer te nemen weder een bequaem persoon werde verkoren, soo is dat de Kerckenraat, na dat verscheijdene persoonen gehoort, en[de] derselver gaven beproeft hadde, eijnde in de vreese des Heere vergadert is, ende na aenroepinge van Gods H. Name geconsidereert hebbende de goede 66
Er zijn 3,5 regels doorgestreept.
125
bequaemheijt van den E. Willem Taets eenparighlick goet gevonden heeft te nomineeren, gelijck nomineert bij desen den selven Willem Taets om de voorsz ampten in alle getrouwigh[eijt] te bedienen. Ende sal met de eerste gelegenth[eijt] dese genomineerde volgens gebruijck aen den Heere domproost ofte des selfs gevolmachtighde werde voorgedrage, ende aen[den] commissie tot het voorsz coster-ampt op de genomineerde werden versocht door de predicant die bij desen daer toe gecommitteert is.
Den 2 Octob. Heeft de predicant gerapporteert dat volgens commissi nopende het costerampt en[de] den persoon van Willem Taets met den Heere Officiael van den domproost gesproken hadde, als oock met de Hoogh Ed. Heere van Sandenburgh, die op versoeck van den predicant hadde believen aen te nemen die sake daer te effectueren soo als noodigh was, ende dat alsoo de nominatie bij den Heere Officiael is goetgevonden, met toesegginge van[den] de commissie, die de genomineerde Willem Taets sal gaen afhalen.
Den 9e dito Js het Heijligh Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick bedient.
Jn Novembris den 13e Js gegeven credentie aen den predicant om te verschijnen op de ordinaire Classicale Vergaderinge in dese maent tot Wijck te houden tegen den 15 dito.
Den 11 Decemb. Js ordre beraemt tot besoeckinge der gemeente wegen het H. Avontmael.
Den 25 dito Js het Avontmael des Heeren in dese gemeente bedient met waerneminge van de gewoone opmerckinge op de Ledematen.
1682. 126
den 19 Martij is credentie getekent voor de predicant om te verschijne op d’aenstaende Classis.
Den 2 April Is ordre gestelt tot besoeckinge der gemeente tegen het aenstaende H. Avontmael des Heeren en[de] na gewoonte de nodige censure gehouden.
Den 16 April Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente gecelebreert met gewoonelicke opmerckinge omtrent de Ledematen.
den 17 dito Heeft de praedicant rekeninge der diaconie penn[ingen] gedaen siet het diaconieboeck
Den 25 Meij Zijn na aenroepinge van des Heeren H. Naem in plaetse van de afgaende soo ouderlinge als diacon na dat d’een en[de] d’ander genomineert waren vercoren tot ouderlingen Gijsbert Hermse Vernoij en[de] Willem Rijcksz, en[de] tot diacon Jan Hermsz Bemmel, dewelcke sulcks sal werden bekent gemaeckt met versoeck om de respective bedieninge aen te nemen in de vreese des Heeren.
Den 5 Junij Zijn de lest-gecorene Ouderlingen en diacon in hare respective bedieninge bevestight.
Den 18 Junij Heeft Jan Joachimsz Quint gedaen de rekeningh van de penn[ingen] deser diaconie bij hem ontfangen en[de] uijtgegeven gedurende het voorleden Jaer tot pinxteren lestleden, welcke rekeningh in het diaconie-boeck in’t brede te sien is.
127
Den selfden dito Js ordre gestelt tot de te doene besoeckinge tegen het aenstaende Avontmael des Heeren. Js mede gegeven commissie aen den predicant ad Classe.
Den 2 Julij Js het H. Avontmael des Heeren alhier bedient met de gewoone en nodige opmerckinge. Zijn gelesen de Kerckelicke middelen tegen het pausdom. Is oock in dese maent gedaen de jaerlickse visitatie deser Kercke en[de] niets daer in voorgecomen waer toe de hulpe ofte advijs der E.E. Gedeputeerden, ofte des E. Classis noodigh was.
Den 20 Augusti Is credentie gegeven aen de predicant om te verschijne op de ordinaire Classis.
Den 17 Septemb. Js ordre gestelt tot besoeckinge der gemeente tegen het aenstaende Avontmael des Heeren, en[de] daer toe de gewoone censure gehouden.
Den 1 Octob. Js het H. Avontmael alhier stichtelick gecelebreert.
Jn Novemb[er] Js credentie gegeven aen de predicant om te verschijnen op de aenstaende Classis.
Den 26. Alsoo het Costerampt alhier door het vertreck van Willem Taets na Rhenen is comen te vaceren en[de] noodigh is, dat het selve wederom van een bequaem persoon bedient werde, soo is’t dat den Kerckenraat, na dat verscheijden personen hadde gehoort eijndelick in de vreese des Heere vergadert zijnde, na aenroepinge van des 128
Heeren name, bijsonderlick considererende de goede bequaemh[eijt] van den E. Hubert van Alshem gepermitteert Schoolmeester tot Utrecht eenparighlick besloten heeft tot voorsz Coster-ampt met de annexe bedieninge van kerck en schole te nomineren, gelijck nomineert bij desen den voornoemde Hubert van Alshem, om hem aen den Heer domproost ofte desselfs gevolmachtighde te praesenteren, en met een commissie op den persoon van Hubert van Alshem tot voorsz Kosterampt cum annexis te versoecken; ’t welck de praedicant bij desen versocht werdt te verrichte.
den 3 decemb. Heeft de praedicant gerapporteert dat hij de nominatie van Hubert van Alshem bij de Kerckenraat gedaen, heeft gepraesenteert aen de Heer Officiael, ende dat die deselve heeft toegestaen ende belooft commissie te geven aen den selven Hubert van Alshem.
Den 10 dito Js ordre gestelt tot gewoonlicke besoeckinge en nodiginge der gemeente tot het aenstaende H. Avontmael des Heeren.
Den 25e dito Js de H. gemeenschap aen de Tafel des Heeren in dese gemeente gecelebreert, met behoorlicke aenmerckinge van ’t geene noodigh was.
1683. Den 18 Martij Heeft de Kerckenraat de praedicant gedeputeert om bij te woonen de ordinaire Classicale vergaderinge op aenstaende dinghs-dagh den 20 deser maendt tot Wijck te houden.
Den 25 dito Js wederom ordre gestelt om te doen de gewoonlicke visitatie der gemeente tegen het aenstaende H. Avontmael des Heeren. 129
Den 8 April. Wierdt het avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick bedient ende gelet op ’t gene nodigh was waer te nemen.
Den 17 Meij Heeft de Kerckraad, na aenroepinge van de H. Name des Heeren eenige persoonen genomineert tot het ouderlinghschap en diakenschap, en eijndelick in plaetse van de afgaende Ouderlingh Roeloff Cors en d’afgaende diacon Henrick Jansz van Harderwijck vercoren tot Ouderlingh Aert Volckertsz van Nijkercken en[de] tot diaken Cornelis Arisse Buijs.
Den 28 dito Zijn de lest vercorene Ouderlingh Aert Volckertsz vanNIjkercke en[de] de diacon Cornelis Arissen Buijs in hare respective diensten bevestight.
Den 17 Junij Heeft de Kerckenraat hare predicant gedeputeert tot de aenstaende classe tot Rhene te houden.
Den 24 dito Heeft de Kerckenraad, na gewoonte censure gehouden en ordre beraemt tot de besoeckinge der gemeente tegen het H. Avontmael des Heeren.
Den 8 Julij Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente bedient ende gelet op de absente, en ordre gestelt om die aen te spreken. Kerckel[ijcke] middelen tegen t pausdom gelesen. Is in dese maent dese gemeente door gedeputeerde des Classis gevisiteert en alles in ordre gevonden.
Den 26 Augusti 130
Is de predicant bij de Kerckenraad gedeputeert om op de Classe tot Rhenen te verschijnen.
Den 23 Septemb[er] Is ordre gestelt tot besoeckinge tegen ’t H. Avontmael.
Den 7. Octob[er] Js het H. Avontmael des Heeren in dese Gemeente stichtelick bedient.
Den 11. Novemb[er] Heeft de Kerckenraad haeren predicant gedeputeert tot de aenstaende Classe tot Wijck te houden en[de] daertoe met credentie voorsien.
Den 9 Decemb[er] Js de gewoonlicke censure voor het H. Avontmael des Heeren gehouden, en[de] ordre beraemt tot de te doene besoeckinge der gemeente.
Den 25. dito Js de H. communie alhier stichtelick gecelebreert.
1684 Den 16 Martij Js commissie gegeven aen de predicant om te gaen na de aenstaende classicale vergaderinge tot Wijck te houden den 18 en[de] 19 dito. Heeft oock de Kerckenraad besorght de ordinaris besoeckinge der gemeente en[de] de nodiginge tot des Heeren Avontmael geschiede.
Den 30 dito 131
Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick gecelebreert.
Den 4e Meij Js men na aenroepinge des Heeren getreden tot de jaerlijckse veranderinge in de Kercken-raad te maken en na nominatie van verscheijdene personen, zijn in plaetse van de afgaende Ouderlingh Gijsbert Hermsz Vernoij ende Willem Rijcksz en[de] d’afgaende Diacon Jan Hermsz van Bemmel vercoren tot Ouderlingen Arien Cornelisz Pappelendam, en Arien Gerritsz van Velpen. tot diacon Willem Willemsz van Lienden, en[de] is dese vergaderinge met dancksegginge tot Godt gescheijden.
Den 19 dito Zijn de vercorene Ouderlingen en diacon elck in hare respective diensten bevestight.
Den 15 Junij Js commissie gegeven aen de predicant om sich te praesenteren op de aenstaende Classicale vergaderinge tot Rhenen.
Den 22 dito Js gestelt ordre tot besoeckinge der Gemeente, en nodiginge der Ledematen tot het aenstaende H. Avontmael des Heeren.
Den 6 Julijk Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente bedient: de Kerckel[ijcke] middelen tegen ’t pausdom zijn gelesen. Jn dese maent is dese kerke door depp. Classis gevisiteert, en[de] alles in goede staet gevonden.
Den 24e Augusti Js de predicant met credentie voorsien en soo gedeputeert tot den aenstaende Classe tot Rhenen te houden.
132
Den 21 Septemb[er] Heeft de Kerckenraat ordre gestelt tot de te doene ordinaire besoeckinge tegen het H. Avontmael.
Den 5. Octob[er] Js de H. Communie in dese Kercke stichtelick gecelebreert, en[de] de noodige opmerckinge waergenomen.
Den 16 Novemb[er] Js de praedicant gecommitteert na den aenstaenden Classe tot Wijck te houden.
Den 7e decemb[er] Js ordre gestelt tot de ordinaire besoeckinge der Gemeijnte tegen het aenstaende Avontmael des Heeren.
Den 25 Js de H. Communie in de gemeijnte ordentlick en stichtelick gecelebreert.
1685. Den 20 Januarij Heeft de predicant ten overstaen van alle de leden des Kerckenraats rekeninge gedaen van de penn[ingen] deser diaconie bij hem sedert sijn lestgedane rekeningh den 17 April 1682 ontfangen en[de] uijtgegeven tot dato deses den 20 Januar. 1685. Waer blijckt meer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summa van een hondert en[de] acht en seventigh guld. en[de] is dese rekeningh opgenomen zijnde geapprobeert en[de] ondertekent van alle de Leden des Kerckenraats als breder te sien is in het diaconie-boeck daerse geheel gestelt is. Heeft oock Jan Hermse van Bemmel als afgegane diacon gedaen rekeningh van de penn[ingen] deser diaconie in het jaer sijner bedieninge van den 3 Junij 1683 tot den 19 Meij 1684 bij hem ontfangen ende uijtgegeven, en[de] is gebleken bij hem meer ontfangen als uijtgegeven te sijn de summa van 53 guld. 8 penn[ingen] welcke sijn E. 133
aende beurse der diaconie onder de predicant berustende heeft voldaen en[de] is oock dese rekeninge opgenomen geapprobeert en ondertekent bij hem en[de] de gantsche Kerckenraad, uijtwijsende het diaconie-boeck.
Den 19 April Js het Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick bedient.
Den 24 Meij Alsoo het kosterampt alhier door het vertreck van Hubert van Alshem is komen te vaceren, en[de] noodigh is dat daer toe wederom een bequaem persoon gecoren werde, soo is dat den E. Kerckenraet na dat verscheijdene personen hadde gehoort en verscheijden malen daer over geraetslaeght, eijndelick in de vreese des Heeren vergadert zijnde, na aenroepinge van des Heeren Name bijsonderlick regard nemende op de bequaemheijt van den E. Jan Jansz van Velpen Lidtmaet deser gemeente, eenpartighlick goetgevonden heeft te nomineren, gelijck nomineert bij desen den E. Jan Jansz van Velpen voorsz tot bedieninge van het Costerampt alhier en[de] de annexe ampten van voorlesen, voorsingen, en[de] schoolhou den etc. en[de] sal den Heere domproost ofte des selfs gemachtighde werde gepraesenteert met versoeck van approbatie, en commissie op de voorsz Jan Jansz van Velpen. Js men met eene getreden tot de jaerlijckse verandering van den Kerckenraad, ende zijn in plaetse vande afgaende Ouderlingh en[de] diaken vercoren tot Ouderlingh Aris Jansz van Spickhorst, en[de] tot diaken Jan Joachimsz Quint, en[de] is soo dese vergaderinge met gebede en[de] dancksegginge tot Godt gescheijden
Den 8 Junij Zijn de nieu-gecorene Ouderling en diacon in hare respective diensten bevestight. Heeft oock de predicant gerapportteert dat hij de nominatie tot het kosterampt bij den kerckenraat op den persoon van Jan Jansz van Velpen gedaan heeft gepraesenteert aen de Heer N. Becker als Officiael van den Heere Domproost, en vercregen heeft d’approbatie en belofte om de Commissie te sullen geven. Den 19 dito is de predicant gedeputeert ad Classem.
Den 28 Junij Js ordre gestelt tot besoeckinge der gemeente tegen het H. Avontmael. 134
Den 12 Julij Js het Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick bedient. Jn dese maent is gedaen de visitatie deser Kercke door de E.E. Gedeputeerde des Classis van Rhenen-Wijck, en[de] is niet voorgecomen waer in de hulpe des E. Classis ofte der gedeputeerde van noode was, maer alles in ordre gevonden soo veel den dienst der Kercke aengaet, alleen wenscht men dat het gehele jaer konde school gehouden worden.
Den 23 dito Js commissie gegeven aen de predicant om te gaen na de aenstaende Classicale vergaderinge te houden tot Rhenen.
Den 20 Septemb[er] Heeft de Kercken-raat gewoonlicke censure gehouden ende ordre beraemt op de te doene besoeckinge der Gemeente tegen het H. Avontmael des Heeren.
Den 4 Octob. Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick gecelebreert met nodige opmerckinge op absente ledematen.
Den 15 Novemb. Heeft de Kerckenraat den predicant gedeputeert om te gaen na de ordinaris Classicale Vergaderinge te houden tot Wijck den 17 dito.
Den 6 decemb. besoeckinge der gemeente tegen het H. Avontmael is vast gestelt, en gehouden de gewoonlicke censure.
Den 25 dito 135
Js het H. Avontmael des Heeren alhier gecelebreert, en gelet op het gene noodigh was.
1686 Den 14 Martij Js de predicant credentie gegeven om te verschijnen op d’aenstaende classicale vergaderinge te houden tot Wijck den 16 Martij. den 1 Januarij heeft Cors Arissz Buijs outdiaken sijn rekeninge gedaen soo als breder in het diaconieboeck te sien is.
Den 28 Martij Js ordre gestelt tot het ordinair besoecken der gemeente tegen het H. Avontmael.
Den 4 April is het Avontmael des Heeren alhier bedient en waergenomen ’t gene de geode ordre vereijscht.
Den 9 Meij Js men getreden tot de jaerlickse veranderinge van de Kerckenraat alhier ende sijn na aenroepinge van den H. Name Godts eenige persoone genomineert tot het Ouderlingschap en diaconschap, en eijndelick vercoren tot Ouderlinge Cornelis Arissz Buijs en Henrick Jansz van Harderwijck, en[de] tot diake Dirck Aartsz van Nijkercke ende is soo dese vergaderinge dancksegginge en gebede tot Godt gescheijden.
Den 29 dito Zijn de vercorene soo ouderlingen als diacon in hare respective diensten openbaerlick voor de gemeente bevestight.
Den 20 Junij
136
Heeft de Kerckenraat ordre beraemt tot de ordinaire besoeckinge tegen het H. Avontmael.
Den 4 Julij Js het Avontmael des Heeren alhier stichtelick bedient.
Den 6 Julij Js dese Kercke door de E.E. gedeputeerden des Classis van Rhenen-Wijck gevisiteert, en niet bevonden waer toe de hulpe des E. Classis ver-eijscht wierde. Heeft oock Willem Willemsz van Lienden rekeningh der diaconie penningen gedaen. siet het Diaconie-boeck
Den 22 Augusti Heeft de Kerckenraat hare predicant gedeputeert tot den aenstaende Classe op aenstaende dinghs-dagh tot Rhenen te houden. Js voorgestelt hoe dat een merckelicke summa gelts is bij de beurse der diaconie onder de predicant berustende en[de] dat de predicant verstaen heeft uijt de mont van de Hoogh Ed. Heere van Sandenburgh dat sijn Hoogh Ed. de goeth[eijt] hadde van sich selfs aen te bieden om wel te willen besorgen dat een summa van vijf hondert gulden konde beleght worden op het comptoir van Utrecht waerop de Kerckenraat considerende dat soodanige summa wel konde beleght worden, en sulcks oock profijtelicker was, als de penningen ledigh te laten ligge, en[de] dat deselve nergens sekerder waren, soo heeft deselve goetgevonden den predicant te versoecken om soodanigen voorsz summa op het voorsz comptoir te beleggen.
Den 19 Septemb[er] Heeft men ordre beraemt om de gewoone besoeckinge der gemeente te doen tegen het H. Avontmael des Heeren.
Den 3 Octob. Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick bedient.
137
Heeft oock de predicant bekent gemaeckt hoe dat volgens resolutie dese Kerckenraets van dato den 22 Augusti lestleden de summa van vijf hondert guld. door hem aen den Heer Ambrosius Bosschaert als Ontfanger van de generale middelen des lants van Utrecht zijn getelt den eersten van dese lopende maent october wanneer dan oock de de jaerlijckse losrente tegen 4 per cent sonder cortinge op den eersten october voorsz is ingegaen en heeft tot blijck getoont aen dese vergaderinge de eijgen hant van de Heer Ontfanger Bosschaert getoont, en vorder geseght dat de formele obligatie oock soude ter sijner tijt lichten, ’t welck de vergaderinge wel heeft behaeght.
Den 14. Novemb. Is de predicant gedeputeert tot de aenstaende Classis tot Wijck te houden.
Den 12 decemb. Heeft de Kerckenraet gewoone censure gehouden en ordre beraemt tot de te doene besoeckinge tegen het aenstaende Avontmael des Heeren.
Den 25 dito Is de H. communie stichtelick gecelebreert
1687 Den 13 Martij Js de predicant gedeputeert ad Classem en met credentie voorsien. Heeftmen oock ordre gestelt tot visitatie deser gemeente tegen het H. Avontmael.
Den 27 dito Js het H. Avontmael alhier stichtelick bedient.
Den 1 Maij Na gebede tot Godt zijn in plaetse van de afgaende Ouderlingh en[de] diacon vercoren tot Ouderlingh Arien Cors Pappelendam en[de] tot diacon Cornelis Gerritsz 138
van Nier, en[de] is soo dese vergaderinge met dancksegginge en gebede tot Godt gescheijden.
Den 16 Meij Zij de laetst gecoren Ouderlingh en[de] diacon na drie gedane proclamatien openbaerlick bevestight.
Jn Junio Js dese Kercke door de E.E. gedeputeerden des E. Classis gevisiteert, en[de] alles in ordre gevonden.
den 26 dito Js gehouden de gewoonlicke censure en[de] ordre gestelt tot visitatie der gemeente tegen het aenstaende H. Avontmael.
Den 10 Julij Js het H. Avontmael des Heeren in dese gemeente stichtelick bedient.
Den 21 Augusti Heeft de Kerckenraat den predicant gecommitteert tot aenstaende ordinaire Classis te houden tot Rhenen.
Den 18 Septemb. Heeftmen ordinaris censure gehouden ende ordre gestelt tot besoeckinge der Gemeente tegen het aenstaende H. Avontmael.
Den 2 Octob Is het H. Avontmael des Heeren alhier stichtelick en[de] met de nodige opmerckinge gecelebreert. 139
den 10 Novemb. Js gedaen de rekeningh van de afgegane diacon Jan Joachimsz Quint gelijck die in het diaconie-boeck te sien is. Is gegeven commissie aen de predicant om te gaen na de Classe aenstaende.
Den 11 decemb. De Kerckenraat heeft ordre gestelt tot besoeckinge de gemeente tegen het aenstaende H. Avontmael.
den 25 dito Js het H. Avontmael des Heeren alhier stichtelick gecelebreert.
1688. Den 18 Martij Js credentie gegeven aen de predicant om te gaen na de aenstaende classicale vergaderinge te houden tot Wijck.
Den 1 April Ordre tot de besoeckinge der gemeijnte tegen het H. Avontmael is weder beraemt.
den 15 dito Het H. Avontmael des Heeren is met stichtinge alhier bedient.
Den 20 Meij Na aenroepinge van den H. Names des Heeren is de Kerckenraet in de vrese Godts getreden tot de jaerlickse veranderinge van haere leden, en zijn nominatie van verscheijden personen vercoren Cors Arissz Buijs tegenwoordigh noch ouderlingh omme in plaets van Arien Cornelissz Pappelendam Ouderlingh die na Doorn verhuijst is, gecontinueert te worden voor een jaer, en[de] daer bij om op nieu bevestight te worden Aert Volckertsz van Nieukercken en[de] Willem Rijcksz tot 140
ouderlinge, en[de] tot diacon Jan Cornelissz blanckesteijn, die sulcks sal versocht werden te willen in den name Godts aennemen, en[de] is soo dese vergaderinge met dancksegginge en[de] gebede tot Godt gescheijden.
Den 4 Junij Zijn de nieu vercorene ouderlinge Aert Volckertsz van Nieuwkercken en Willem Rijcksz en[de] diacon Jan Cornelissen Blanckesteijn in hare respective diensten bevestight. Jn dese maent is gedaen de jaerlijckse visitatie deser Kercke door de E.E. gedeputeerde des Classis van Rhenen ende Wijck, en alles in ordre bevonden, behalven dat gewenscht werdt dat niet alleen des winters (gelijck geschiedt) maer oock des somers conde school gehouden worden.
Den 17 dito Js de gewoonlick censure tegen het H. Avontmael gehouden, en[de] ordre beraemt op de besoeckinge der gemeente. Is oock commissie ad Classem gegeven aen de predicant
Den 1 Julij Js des Heeren H. Avontmael alhier stichtelick gecelebreert.
Den 26 Augusti Heeft de Kerckenraat hare predicant gedeputeert om te verschijnen als een lidt op de aenstaede Classe ordinair tot Rhenen te houden.
Den 23 Septemb. Heeft de Kerckenraat ordre gestelt tot de te doene besoeckinge der gemeente tegen het aenstaende H. Avontmael des Heeren.
Den 7 Octob.
141
Heeft men in dese gemeente de H. gedachtenisse van des Heeren doot aen sijn Tafel stichtelick gehouden.
Den 8 Novemb. Heeft de predicant gedaen rekeninge van de penningen deser diaconie, sedert sijn laetste rekeninge van den 20 Januarij 1685 bij hem ontfangen en[de] uijtgegeven, en[de] is bevonden bij hem meer ontfangen als uijtgegeven te zijn de summa van drie hondert en thien guld. thien stuijv. 8 penn[ingen] en[de] is deselve rekeninge opgenomen sijnde geapprobeert en van de predicant en Kerckenraat ondertekent. Heeft mede sijn rekeninge gedaen als afgegane diacon Dirck Aertse van beijde dese rekeninge het klaerder bescheijt gesien worden in het diaconie-boeck daerse int brede geschreven en getekent staen.
Den 18 dito Js de predicant voorsien met credentie om te gaen na de aenstaende Classis te houden tot Wijck.
Den 9 Decemb. Heeft de Kerckenraet ordre gestelt tot de te doene ordinaire besoeckinge tegen het H. Avontmael des Heeren.
Den 25 dito Js het Avontmael des Heeren alhier met stichtinge bedient met noodige opmerckinge op de goede ordre die waergenomen moet werden.
Den 26. Js voorgestelt dat Peter Jansz van Velpen oud-ouderlingh en Schepen alhier versocht op intrest de summa van 750 guld. van dese diaconie onder belofte van dese diaconie te versekeren met een obligatie van vier hondert gulden slaende op de hofstede seldenrijck gelegen hier in Nederlanghbroeck welck hij daer toe soude overgeven om niet alleen daer aen te vinden de betalinge van de 75 guld. nu versocht, maer oock het overige van dat capitael te doen strecken tot minderinge de 500 guld. die hij volgens obligatie schuldigh is aen dese diaconie. De Kerckenraat dit 142
rijpelick overwoge hebbende heeft goet gevonden op de voorsz conditie hem Peter Jansz voorsz sijn versoeck toetestaen, gelijck toestaet bij desen en sal de predicant in presentie van Aert Volckersz Ouderlingh en[de] Gerrit Cornelissz van Nier diacon hem de versochte 75 guld aentellen ende met eenen laten tekenen een hantschrift tot nader versekere dat het transporteren van de voorsz obligatie op seldenrijck aen dese Diaconie sal laten geschieden bij de eerste gelegenth[eijt].
1689. Den 6 Januarij Heeft de predicant bekent gemaeckt dat hij vijfen seventigh gulden aen Peter Jansz van Velpen voorsz heeft getelt en[de] een handtschrift van hem genomen volgens welcke belooft is dat hij Peter Jansz voorsz de obligatie slaende op seldenrijck als boven gemelt is sal gerechtelick transporteren den 2 Feb aenstaende.
den 10 Febr. Heeft de predicant voorgedragen hoe dat wegens het schielick afsterven van Peter Jansz van Velpen voornoemt d’effective opdracht der voorgemelte obligatie daer sijnde doch niet kunnende in forma bekrachtight worden hij predicant bij occasie dat het gerecht vergaderde de bode Jan van Velpen heeft gesonden met de bewuste obligatie van wijlen Peter Jansz van Velpen op seldenrijck, ten huijse van Jan Goossensz van Rijsmuur smit alhier die nu eijgenaer is van de hofstede seldenrijck, en[de] bij gevolge gemelte obligatie tot sijn last heeft leggende, omme de vierhondert gulden Capitael daer inne gemelt in de tijt van drie maende op te brengen mette verschene renten aen dese diaconie, en dat te bewijse van haer recht datse daer toe heeft, en[de] dat hij Jan Goossensz van Rijsmuur wel liet seggen hem die betalinge als noch onmogelick te sijn, doch dat de rente voortaen aen de Diaconie alhier betalen soude, gelijck in het schriftelick relaes op het transport der obligatie te sien is. ’t welck de Kerckeraat wel heeft behaeget.
Den 17 Martij Is ordre gestelt op de besoeckinge der gemeente tegen het aenstaende H. Avontmael des Heeren.
den 24 dito
143
Is commissie gegeven aen de predicant tot waerneminge van de aenstaende Classicale vergaderinge.
den 31 dito Js het H. Avontmael des Heeren alhier stichtelick bedient.
den 1 April Droegh de predicant den Kerckenraat voor hoe dat de huijsvrouw van Jan Goossensz van Rijsmuer, Anna Maria van Lader aen de beurse van de diaconie betaelt heeft de summa van twee hondert gulden tot mindering van de obligatie van vier hondert gul[den] en[de] dat hij Jan Goossensz rijsmuur soeckt de overige twee hondert gulden op rente te houden tegen vier ten hondert, ’t welck de Kerckenraat behaeght.
Den 5 Meij Is men getreden tot de jaerlickse veranderinge des Kerckenraats, en na aenroepinge van de Name Godts sijn na dat eenige persoonen genomineert waren in plaetse van de afgaende Ouderling Cornelis Buijs en[de] d’afgaende diacon Gerrit Cors van Nier op nieu vercoren tot Ouderlingh Arien Gerritsz van Velpen, en[de] tot diacon Arien Elbertsz. Js oock voorgestelt dat Aris Jansz van Spickhorst versoeckt op rente van dese diaconie de summa vijf en twintigh guld[en] ’t welck hem is toegestaen.
Den 20 dito Zijn de laetstvercorene soo Ouderlingh Arien Gerritsz als diacon Arien Elbertse in hare respective diensten bevestight. Is oock geresolveert, de summa van 600 guld[en] van de penn[ingen] deser diaconie te beleggen op het comptoir van haer Ed. Mog. De Staten ’s Lants van Utrecht.
Den 28 Meij Zijn gecomen ten huijs van de predicant Wilhelmus Mas de Ed. Heeren Gerard Luls Burgemr der Stadt Wijck, Abraham Tentenier Oud-Burgemr, David Broers OudSchepen ende Raadt aldaer, als gecommitteerde van de Ed. Achtb. Magistraat der 144
voorsz Stadt; mitsgaders D. Jacobus van de Graaff predicant, de Heer Luls voorsz oock in qualite als Ouderlingh, en[de] de E. Jan de Bruijn ouderlingh gecommitteert van de E. Kerckenraadt tot Wijck voorsz, bekent makende, hoe dat de E. Kerckenraadt tot Wijck met behoorlicke communicatie en[de] approbatie van de Magistraat tot haren ordinaris herder en[de] Leeraer beroepen heeft hem Wilhelmus Mas Predicant in Nederlanghbroeck vertonende met eenen hare credentien en[de] alle instrumenten soo politijcke als kerckelicke die daer toe vereijscht worden, ende oock in specie het instrument der beroepinge alle in behoorlicke forma geschreven ende ondertekent, met bijvoeginge van een ernstige en[de] seer beweeghlick versoeck, dat hij Wilhelmus Mas doch dese roepende stemme Gods wilde volgen, ende die beroepinge aennemen op approbatie des E. Classis van Rhenen en[de] Wijck, daer toe open leggende de Goddelickh[eijt] der selve in de heijlige conduite die daer inne is gehouden, en[de] het groot onderscheijdt tusschen het getal der Ledematen tot Wijck en Nederlanghbroeck. Waer op de predicant Wilhelmus Mas alles in Gods vreese overwegende, en[de] bemerckende datter niet en resteerde aen die beroepinge, als de approbatie des E. Classis voorsz, vond sich in sijn gemoet overtuijght om deselve beroepinge in Godts Name aen te veerden, als de Eerw. Classis die sal hebben geapprobeert, wenschende en[de] hopende dat Godt hem daer toe bequamh[eijt] door sijn H. Geest en genade sal believen te geven. Waer op de Ed. Heeren gecommitteerden hem met blijdschap veel segen van boven hebben toegewenscht; versoeckende vorder den E. Kerckenraad van Nederlanghbroeck dese sake te mogen voordragen, ende behoorlicke dimissie hares predicants van de selve te mogen begeeren, om die na de approbatie des E. Classis te konnen machtigh worden. De E. Kerckenraad vergadert sijnde ende alle de Leden praesent zijnde, te weten Aerdt Volckensz van Nijkercken, Willem Rijcksz, en[de] Arien Gerritsz van Velpen Ouderlingen, en[de] Jan Cornelisz Blanckesteijn, met Arien Elbertsz diaconen, zijn na aenroepinge van den name des Heeren binnen gestaen de voorsz Heeren en[de] Broederen gecommitteerden ende hebben de voorsz beroepinge als voren op den persoon van Wilh. Mas gedaen, bekent gemaeckt en[de] de wettelickh[eijt] en[de] Goddelickh[eijt] daer van betoont als te voren, en[de] versocht dat dese E. Kerckenraat doch wilde sich den wille des Heeren onderwerpen, en[de] toestaen dat na approbatie des E. Classis de persoon van Wilh. Mas met behoorlicke attestatie van haer mochte werden gedimitteert, ende de gemeijnte Jesu Christi tot Wijck toe gevoeght, waer op de credentien der gecommitteerden soo politijck als Kerckelick met de instrumenten tot de beroepinge behorende den E. Kerckenraat zijn voorgelesen. De Kerckenraadt dit alles gehoort ende overwogen hebbende, is met merckelicke droefheijt bewogen geworden, ende hadde wel gewenscht, daer haer sulcks niet ware voorgecomen, doch siende, dat tegen den wille Godts, in soo een wettelick beroep blijckende, niet te doen was, heeft eijndelick na verscheijdene debatten, en betuijginge van haer leetwesen seer ongeerne de versochte dimissie belooft te sullen 145
laten volgen op approbatie des E. Classis, met versoeck dat Wilh. Mas noch mochte haer bij blijven, tot dat het H. Avontmael noch eens soude bedient zijn, het welck haer E.E. is toegestaen, ende zijn daer op de E.E. gecommitteerden met veel zegenwensen over desen Kercken-raadt en gantsche gemeente gescheijden, na dat haer E.E. oock alle heijl en[de] des Heeren geleijde op hare reijse is toegewenscht. Ende is so dese vergaderinge met gebede tot Godt geeijndight.
Den 16. Junij Js ordre gestelt op de ordinaire besoeckinge der gemeente tegen het H. Avontmael Is oock commissie getekent voor de predicant om te gaen na de classicale vergaderinge te houden tot Rhenen den 18 en[de] 19 Junij en goet gevonden door sijn E. aen de E. Classe te versoecken de continuatie van de predickdienst door sijn E. tot het aenstaende avontmael, en dat voorts de kerckendienst moge besorght worde na behoren
Den 18 dito Sijn binnen gestaen in de vergaderinge des E. Kerckenraats na gedane gebede tot godt almachtigh de E.E. Broederen D. Jacobus van de Graaff Predicant to Wijck en[de] de E. Lambertus Croll Schepen tot Wijck als Ouderlingh, beijde gecommitteert van den E. Kerckenraad aldaer, en[de] hebben aen desen E. Kerckenraat alhier na veel segenwensch vertoont hoe d’Eerw. Classis van Rhenen en[de] Wijck tegenwoordigh tot Rhenen vergadert heeft geapprobeert de beroepinge bij d’Eerw. Kerckenraat van Wijck te Duurstede op de persoon van Wilhelmus Mas predicant alhier gedaen, versoeckende dat de beloofde dimissie van den predicant Wilhelmus Mas nu haer volcomen effect mochte hebben, ten eijnde sijn E. de gemeente tot Wijck toegevoeght werde. ’t Welcke dan de E. Kerckenraad niet kunnende tegen houden, maer sich den wille des Heeren onderwerpende heeft nochmael, hoewel ongeerne, geconsenteert, gevende met een behoorlick instrument van dimissie bij haer E.E. getekent Ende zijn alsoo de E.E. Broederen gecommitteerden van den E. Kerckenraad van Wijck met dancksegginge en toewenschinge van alle heijl aen dese Vergaderinge en over de gantsche gemeente vertrocken, en[de] is soo dese vergaderinge met gebede en dancksegginge tot Godt gescheijden.
67
Anno 1690
67
Hier voor zijn twee bladzijden blanco.
146
Na dat alvoorens door t verteck van Do: Wilhelmus Mas van Nederlambroeck nae de stad Wijck was comen te vaceren, en volgens consend en ordere des E. Class. van Rhenen ende Wijck verschydene proponenten waren gehoord heeft de E. Kerckenraed nae voorgaende vercregen consend van haer Ed: Mog. de staeten s lands van Uytrecht, met voorweten ende wille des E. Classis voornt. ten overstaen van Do: Hender[ick] Seypestyn predicand tot Doorn en[de] Do: Joh. Dellius predicand tot cooten als bijde naebuerige predicanten met meerderhyd van stemmen van de leeden des Kerckenraeds beroepen tot haer ord. herder ende leraer Do: Pet: van Vollenhoven sacro sancta theologiae candidatum anno 5. august. 1689 en is de acte daer van in forma bij alle de respective leeden des Kerckenraeds bekeren een der selver en bij de naebuerige predicanten onderteeckend.
Den 26 Jann. 1690. Nae drie voorgaende publicke proclamatien is Do Pet: van Vollenhoven beroepene predicant openbaerlijck vor de gemeente alhier jn den predickdienst bevestight door Do: Rudolphus Neerdijck Predicand van Odyck classis p.t. deputatus.
Den 16 Meerd. is de predicand alleen gecommitteerd tot de vergaederinge des classis den 18 deeses tot Wijck gehouden.
Den 15 Junij is de predicant alleen gecommitteerd tot de vergaederinge des class. gehouden den 17 dito tot Rheenen.
Den 4. august. De Kerckenraed jn de vreese des heeren vergaederd sijnde sijn nae aenroepinge van gods hijlige naeme binnengestaen de E.E. Broederen gedeputeerde des E. classis van Reenen ende Wijck om volgens ordre visitatie te doen en is alles wel bevonden ende den vergaederinge is met dancksegginge tot God geschyden. De Kerckenraed is dat jaer op t versoeck van de predicand gebleven sonder veranderd te worden
147
Den 24 august. is de predicand alleen gecommitteerd tot de vergaederinge des class. gehouden den 26. dito tot Rheenen.
Den 18 novemb. is classis gehouden tot wijck dogh is de predicand daer niet geweest nademael door sieckte belet was.
Den 15 Meerd 1691 is de predicand alleen gecommitteerd nae de vergaederinge des class. gehouden den 17 dito tot Wijck.
Den 21 Maij is men getreeden tot de jaerlijcke veranderinge en nae aenroepinge van Gods naeme sijn naedat eenige persoonen genomineerd waeren jn plaetse vande affgaende ouderlingen Aerd Volckerse en Aerd Gerritse van Velpen, opnieuw tot ouderlingen vercooren Arris Jansen Spickhorst ende Dirck Aerdsen, en jn plaetse van Jan Cornelisse blanckestijn diaken op nieuw vercooren Jan van Reijsmuer
Den 1 Junij sijn de voorgenoemde ouderlingen als diaken jn haere respective diensten bevestight.
Den 14 Junij is de Predikand alleen gecommitteerd tot de vergaederinge des class. gehouden den 16 dito tot Rhenen.
Den De Kerckenraad jnde vreese des heeren vergaderd zijnde sijn nae aenroepinge van Gods hijlige naeme binnen gestaen De E.E. broederen gedeputeerden des E. classis te weten Rudolphus Noordijck N. Rouwers ende Jacobus de Graeff om volgens 148
ordere visitatie te doen en is alles wel gevonden en[de] de vergaederinge is met dancksegginge tot God geschyden.
Den 23 August. is de predikand alleen gecommitteerd tot de vergaederinge des classis gehouden tot Rheenen den 25 dito.
Den 15 Novemb. Is de predicand alleen gecommitteerd tot de vergaederinge des classis gehouden tot Wijck den 17 dito.
Den 13 Meerd 1692. Is de predikand alleen gecommitteerd tot de vergaderinge des classis gehouden tot Wijck den 15 dito.
Den 5 Meij. Is men getreden tot de jaerlijckse veranderinge des kerckenraads ende nae aenroepinge van gods naeme sijn nae dat eenige persoonen genomineerd waeren jn plaetse van Wilm Rijckse ouderl. verkoren Jan Jochumse en jnde plaets van Arien Elberde Diaken Jan van bemmel.
Den 16 dito. sijn de voornoemde persoonen jn haere wettige bedieninge bevestight. Dat jaer is oock de Kerck visitatie geschied door de Deputatos Classis. hebben oock dat jaar de classicale vergaderingen bijgewoond gehad.
1693. Den laetsten janrij hebbe uijt de Diakonije penn. volgens last des kerckenr. Aen Ellis Wilmse van Nikerken gegeven de some van vijffhondert gul. nemende dan voorn. 149
Ellis etc dat aen tot een gevestight capitael in sijn huijs en land tegenwoordigh bij hem bewoond ende gebruijckt. Den 26 feb. gegeven aen Jan Jansse van Velpen Coster de som e van vijftigh gulden.
25 meij is men getreden tot de jaarlijckse veranderinge des kerckenraads ende nae aenroepinge van des heeren naem sijn nae dat eenige persoonen genomineerd waeren in plaetse van Erris Janse Spickhorst ende Dirck Aerdsen ouderl. Cornelis Buijs ende Gerrit Vernier ende Jan van Reijsmuer diaken Jan Cornelisse blanckesteijn.
Den 5 Junij. sijn de voornoemde persoonen in haere wettige bedieninge bevestight. De kerke visitatie is in dat Jaer geschied door Deput. Classis ende is alles wel bevonden. hebbe dat jaer de classicale vergaderingen altijd bijgewoond.
Den 17 Maij 1694. is men getreeden tot de Jaerlijckse veranderinge des kerckenraads ende nae aenroepinge van des heeren naem sijn nae dat eenige persoonen genomineerd waeren tot ouderl. vercooren Aerd Volckerse van Nikercken in plaets van Jan Jochumse Quind ende tot Diaken Jan Gerritse van Velpen jn plaets van Jan van Bemmel
Den 28 dito. sijn de voornoemde persoonen in haere wettige bedieninge bevestight Dat Jaer is oock geschied de visitatie der Kercke door dep. classis en is alles wel bevonden. hebben oock alle de classicale vergaderingen bijgewoond gehad. hebben den 1 jan: 1684 reeckinge der diaconije pen. gedaen, door den predicand.
150
Den 2 Maij 1695 is men getreden tot de Jaerlijckse veranderinge des Kerckenraats. ende nae aenroepinge van des heeren Naem, sijn nae dat eenige persoonen waeren genomineert op nieuw verkooren tot ouderlingen Wilm Rijckse ende Erris Janse Spickhorst ende tot Diaken Jochum Roelofse van Sterckenborgh.
den 15. Maij sijn de voorsijde persoonen in haere wettige bedieninge bevestight.
den 13 dito heeft Jan hermse van Bemmel rekeningh gedaen van sijne diakonije reecken[ing] en is aende voorn diakonije schuldigh gebleven de overgeschoten penn. de som e van 124-0-0 de visitatie van de kerck is dat Jaer oock geschied en[de] alles wel bevonden. hebben dat Jaer de classicale vergaederinge bijgewoond.
1696 Den 6 janrij 1696. gegeven aen Jan Jansz Lego door ordere des Kerckenr[aeds] hondert gul[den] Den 25 april aen Gerrit Cornelisz Vernier drie hondert en vijftigh gulden.
Den 21 Maij is men getreden tot de jaerlijckse veranderinge des Kerckenraads: ende nae aenroepinge van des heeren naem, sijn nae dat eenige persoonen waeren genomineert op nieuw verkooren tot ouderl. Jan Gosese Rijsmuer. tot diaken Dirck van Oosterum.
Den 1 Junij. sijn de voorsijde persoonen in haere wettige bedieningen bevestight
151
De visitatie vande kerck is dat Jaer oock geschied door de E.E. gedeput. vande classis ende is alles wel bevonden. is dat jaer gestorven den ouderlingh Jan Gosese Rijsmuer. Hebben dat Jaer oock de classicale vergaederingen bijgewoond.
Den 9 Meij 1697. is men getreden tot de Jaerlijckse veranderinge des Kerckenr. en nae aenroepinge van des Heeren naem sijn nae dat eenige persoonen waeren genomineert tot ouderlingen verkooren Cornelis Buijs ende Dirck Aertse van Nikercken en[de] tot Diaken Anthonie Jansen van Lockhorst ende naedien den ouderlingh Jan Gosese van Rijsmuer was overleden soo heeft daerom Erris Janse van Spickhorst gecontinueert wiens beurte het anders soude sijn geweest aff te gaen. Welcke voors. persoonen in haere weetige bedieninge sijn bevestight den 20 Meij 1697. Diakonie reecken[inge] is geschied. De visitatie van de kerck is dat Jaer oock geschiet door de E.E. gedeput. vande Class. en is alles wel bevonden. hebben dat Jaer oock de Classicale vergaederingen bijgewoond
Den 27. octob. heeft den predicand vier hondert gul[den] op renten gedaen aen Neeltie wed. van Aert Wulpherse.
Den 1698. is men getreden tot de Jaerlijckse veranderinge des Kerckraet ende nae aenroepinge van des Heeren naem sijn nae dat eenige persoonen waeren voorgesteld, op nieuw tot Ouderlingh verkoren Jan Gerritsen van Velpen ende tot Diaken Jan Petersen Haerman. Waerop de vergaederinge nae dat de naeme des heeren alvoorens was gedanckt is geschijden. Welcke voors. Persoonen in haere wettige bedieningen sijn bevestight den De visitatie vande Kerck is dat Jaer geschied ende alles wel bevonden. De Diakonije reecken[inge] is dat Jaer geschied. 152
Hebben dat Jaer oock alle de Classicale vergaederingen bijgewoond.
Den 18 decemb. hebbe ick den Kerckenr[aedt] voorgesteld dat Meijnsie wed. van Henderick Janse van Herderwijck was aengesproocken van den Coster van Overlangb[roeck] als vooght over het kind van Marieghie Kosters, dat seeckerhijd wilde hebben van de hondert en vijftigh gulde ende de verlopen renten die de voorn[oemde] Marieghie Coster haer op renten had gedaen. Waermede Meijnsie sigh verlegen vindende tot mijn was gekomen met versoeck off ick den kerckenr[aed] eens gelieffde voor te stellen dat sij genegen was haer huijs en erve aende voors. Diakonije over te geven voor de tweehondert guld[en] ende de verlopene renten van dien die de voorn[oemde] diakonije tot haeren lasten had, miets dat oock op haer nemen souden te betaelen die voorsz hondert en vijftigh guld[en] ende de verloopen renten aen den Coster van Overlanghb[roeck] dogh met dat versoeck dat geduerende haer leven woonen magh jnt kamertie vande voors. huijsinge dat soo moghte werden gemaeckt dat daer in aff sonderlijck woonen conde. het welcken den Kerckenr[aed] nae dat daer over verschijde reedenen waeren gevoert heeft aengenomen te doen.
1699. Den 1. Jan. heeft den Kerckenr[aed] de voors. huijse gaen besien, ende geoordeeld om alle onkosten voortekomen het bij provisie te verhueren een Jaer aen sulcken luijden bij wien de voorn[oemde] wed. inwoonen soude soo datter tot nogh toe niets aen soude vermaeckt werden. Welcke resolutie den Coster Jan Gerritsen van Velpen hebbe bekend gemaeckt die de voorn[oemde] huijsinge geringh wilde bewoonen dogh is daerop met eenige van de leeden gesproocken hebbende tot mijn gekomen met bijde de Diakenen ende hebben t aen hem verhuerd voor ses Jaeren met goet vinden van de andere broederen leden des Kerckenr[aeds] die niet tegens waeren ende wel voor de som e van vijff en twintigh gul[den] beveelende de voorn[oemde] huijse wel te bewoonen dat ander van Jaer tot Jaer voor sijn huer sal versteecken sijn, ende tot seeckerhijd van de huer penn. heeft daer voor verbonden ende over gegeven sijn Jaerlijckse Costers Tractemend te ontfangen bij den regerende Kerckmeester. Den 4 dito is daerop Cornelis Buijs Ouderl[ing] tot mijn gekomen qualijck te vreeden sijnde over t geene den predicand met de diakenen hadde gedaen buijten sijn kennisse willende dat geensins toestaen maer bleeff standvastigh bijde voorgaende resolutie des Kerckenr[aeds] waerop aenstonts de Broederen het doen der goederen ende haer voorgesteld dat den voorn[oemde] Corn. Buijs dat eensins toestaen wilde, dat den Coster doen is aengesijd en sijn daerop geschijden. 153
Den 8 dito heeft (nae het eijndigen van den Godsdienst) Anthonie Jansen van Lockhorst ge[vraeght o]ff68 de Broeders eens gelieffden binnen te komen naedien idt te seggen had. ende binnen gekomen sijnde, heeft gesijd dat den Coster seer verlegen was naedien seeckerh[eijd] hebben moeste ofte niet, alsoo sijn huijs waer in dat hij woonde dien dagh stonde verhuert te werden, waerop wij resolveerden naedien de tijt doen kord was snaedemiddagh Godsdienst gelijck geschied is ende hebben doenmael geresolveert door reedenen bewoogen sijnde geworden te persisteren bij t geene te vooren geschied was vanden Predicand ende bijde de diakenne t welck den Coster is aengesijd, die den Kerckenr[aed] heeft bedanckt dat hem in sijn verlegenthijd daermeede geholphen hebben.
Den 22 Janrij Heeft den Predicand den Kerckenr[aed] bekend gemaeckt dat Arien Gerritsen van Velpen had opgebracht de hondert guld[en] ende de verlopen renten van dien, die de diakonije tot sijnen laste had gehad, waerop wij resolveerden de vooghden van het naegelaeten kind van Marieghie Kosters soo haest doennelijck is te voldoen alsoo den eerste koopseel van het huijs alvorens diende gemaeckt te werden Het welck den 6 janrij geschied sijnde door den Coster ende van Meijsie Hevens van mijn uijt naem des Kerckenr[aeds] onderteeckend sijnde, hebbe op dien selven dagh de voors hooft some van hondert en vijfftigh guld[en] als nogh vier en twintigh guld[en] tot voldoeninge van de verlopen renten, aenden Coster van Overlanghb[roeck] betaeld, bedragende te samen hondert en vier en seventigh guld[en]. Den 9 maijj 1699. aen Jan Jochumse Quind op interesse gegeven hondert gulden. Jn meert is den Predicand gedeputeert ad Class. en met credentie voorsien
Den 18 Maij Nae gebeede tot God sijn in plaetse van de affgaende ouderlingen en[de] Diaken op nieuw tot ouderlingen verkoren Willem Rijckse, ende Arie Jansen van Doorn en[de] tot Diaken Peter Aerdsen van Velpen
Den 28 Maij
68
Lezing onzeker.
154
sijn de laest verkoorne ouderlingen ende Diaken nae drie gedaene proclamatien int openbaer bevestight. Hebben verder dat geheele jaer de Classicale vergaderingen bijgewoond.
1700. Den 4. feb. heeft de predicand den Kerckenraad bekend gemaeckt dat het de staten vanden landen goed gevonden hebben eenige obligatien ten laste van de provincie van Uijtrecht, aff te doen met de verlopen renten van dien, en wel specialijck die die tussen den Jaere taghentigh en negentigh bij haer sijn opgenomen, ende dat derhalven bijde de obligatien die de diakonije daer heeft sullen werden affgelost, soo dat doende overlyd te sijn waer t voorschreve geld wel bewaart en met t meeste voordeel can werden besteed. en nae gedaene raadpleginge sijn wij daerin eens geworden dat den predicand daerover met den hoogh Ed. Heer van sandenborgh spreecken gelijck den vijffde daer aen volgende is geweest, die de voorschreve obligatien van mijn heeft aengenomen met toesegginge daer van te sullen spreeken met den heer ontfanger Mansveld, oordeelende best de weesen wederom andere in des selfs plaetse te kopen. Den 11 dito heeft den predicand dat den Kerckenr. bekent gemaeckt sijnde seer wel te vreeden met t geene den hoogh Ed. Heer van sandenborgh daer in doed. Den 19 Maert is den predicand gedeputeert ad Class, en me credentie voorsien.
Den 28 Aprill is bekent gemaeckt aen dese onse vergaederinge dat Jan Janse Lego versoght bij de voorgaende vijftigh gul[den] hem over eenige tijt uijt de penn[ingen] der diakonije nogh vijfftigh te geven, belovende daer van niet alleen de voors. interesse te betaelen, maer dat die binnen verloop van dit Jaer weder sal restueren, off dat anders sal sijn vervallen van sijn acker mits dan hem dan nogh soo veel daer bij werd gegeven als dien hem heeft gekoft t welck van de vergaederinge toegestaen sijn heeft dien selven dagh de voors. vijftigh gulden van den Predicand ontfangen.
Den 28 Aprill Hebben den Kerckenr[aed] bekent gemaeckt dat den hoogh Ed. Heer van sandenborgh, mijn versoght hebbende te spreecken, hadde gesyd off ick de voors. obligatien die ten contore van haer Ed. Mog. Waeren belijd ende nu soude overden affgelost eens gelieffde te onderteecken ende dat dan t geld soude ontfangen, gelijck 155
ick dan gedaen hebben, versoeckende met eenen off het geld soo lange onder sijn Ed. geliefde te houden tot dat sigh wederom gelegenthyd op deede om dat te konnen beleggen. waerop mijn geantwoort heeft dat daerom all verschijden rijsen hadde gedaght ende dienaengaende had gesproocken met den schoud de Witt, die tot dien eijnde den Heere van Sandenborgh hadde voorgedraegen, dat mijn heer Mertens een obligatie hadde ten laste van dit dorp van sestien hondert gulden welcke obligatie de voors. Diakonije voor haer over nemen conde, indien den Heer van sandenborgh genegen was, die obligatie geheel en all op sigh tenemen, waar van de Diakonije van Neerlanghb[roeck] toecomt 400 gulden, staende op den leckendijck, ende tegenwoordigh onder sijn hoogh Ed. berustende: waerover den heer van sandenborgh gesyd heeft met mijn te sullen spreecken gelijck op dato deses is geschied, ende hebbe dat daerop den 5. Meij den kerckenr[aed] bekent gemaeckt, oordelende dat een seer goede gelegenthyd te sijn gevende der halven den Predicand volcomen order om dat soo ras als doenelijck is te beleggen.
Den 9. Maij is men getreden tot de Jaerlijckse veranderinge van den Kerckenr[aed], ende na dat de naeme des Heeren alvorens was aengeroepen is tot Ouderlingh in plaetse van Jan Gerritse van Velpen verkoren Aerd Volckerse van Nikercken ende tot Diaken in plaetse van Jan Petersen Haarman, Jan Henderickse.
Den 19 Meij sijn de laest verkorene persoonen in haere voors. beroepinge bevestight.
Den 23 Decemb. Hebbe uijt de penn[ingen] der Diakonije den Hoogh Ed. Heer van sandenborgh toegesonden de some van hondert gul[den] om bij de voors. aff geloste capitaelen geleght te werden, ende daervan eene hoof somme te maecken ten laste van den Dorpe van Neerlanghb[roek] Ditt Jaer is de visitatie der Kercke geschied door de gedeput. des E. Class. van Rhenen en wijck en is alles wel bevonden. oock hebbe ick door ordere van mijn Kerckenr[aed] dit Jaar alle de Class. vergaederingen bijgewoond.
1701. 156
Den 19 meert heeft den Predicand den Kerckenraad bekent gemaeckt als dat den Hoogh Ed. Heer van sandenborgh hem hadde ter hand gesteld de voors. obligatie van sestien hondert gul[den] ende derhalven dat nu de voors. elff ende vier hondert guld[en] en daerbij nogh de eene hondert guld[en] van mijn ontfangen met t onfangen van die obligatie hadde belijd. Nogh heeft den Predicand op die tijt voorgesteld, dat hij genegen was sijn reeckeninge vande Diakonije penn[ingen] te doen, ende is om dat te doen beraemt de vrijdagh voor Paesschen nae t uijt gaen vande Kerck, en is oop die tijt oock geschied, gelijck t blijckt uijt t reecken boeck der diakonije. oock heeft hij op de selve tijt bekent gemaeckt dat tot sijnent was geweest de Vrouw van Gerrit Vernier de jonge die haer nood te kennen gaff ende versoght vervolgens van de diakonije geholpen te werden, alsoo niet in staat was voor haer selven en vier kinderen de kost te winnen ende dat niet en wiste waer sij blijven, al soo den Heer van Weresteijn haer drijghde uijt sijn huijs te laeten setten, en is daerop geresolveert voor haer om te sien nae de een ofte ander kamer, ende nae dat den Predicand de weeck daeraen den Kerckmr. heeft bekent gemaeckt dat gesproocken had met Maria Ellis die niet minder als 20 guld[en] Jaers wilde hebben, ende met Jan Kuijper, die de sijne wilde verhueren voor 16 guld[en] en is daerop den Predicand order gegeven van de laetste te hueren, gelijck door hem is geschied, en is de voorn[oemde] vrouw door hem aengesijd dat daer in trecken can, welck doen Aerd Volckerse om redenen niet heeft goed gekeurt.
Den 5 Meij is men getreden tot de gewoonelijcke veranderinge des E. Kerckenraad, ende nae gedaende gebeede tot god, heeft men tot ouderlingen op nieuw verkoren Jan Joachumse Quind ende Jochum Roeloffse van sterckenborgh in plaetse van Wilm Rijcksen en Arien Janse van Doorn en[de] tot Diaken Jan Janse van Lockhorst inde plaets van Peter Aerdsen van Velpen.
Den 16 dito sijn de laest verkorene Ouderlingen ende Diaken nae drie gedaene proclamatien jnt openbaer bevestight.
Den 11 Julij 157
sijn de gedeputeerden des E. Class. verscheenen om de Kerck te visiteren gelijck als geschied is ende is alles wel bevonden, en is in die tijt de gewoone subsidie voor de noodlijdende Kercken gegeven. De Diakonije reeckeningh is gedaen.
1702. Den 25 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge des E. Kerckenr[aeds] en nae gedaene gebeden tot God heeft men tot ouderlingh op nieuw verkoren Dirck Aerdse van Nikercken en tot Diaken Jan Peterse Haerman.
Den 5 Junij is den verkoren ouderlingen en Diaken nae drie gedane proclamatien int openbaer bevestight.
Den 9 Julij heeft Jan Henderickse diaken sijn diakonije reecken[ing] gedaen gelijck uijt t diaconije boeck te sien is. hebbe dat Jaer de Classicale vergaederingen twee reijse alleen maer bijgewoond alsoo ick door sieckte off een ander toeval de laetste niet hebbe konnen bijwoonen. oock is in dat Jaer de Kercke visitatie geschied ende alles wel bevonden.
1703. ben den 18 Meert gecommitteert van onse Kkenraad tot Classicale vergaederinge. Den 25 Meert bij gelegenthijd dat ick een vande Broederen Ouderlingen hebbe versoght om nevens mijn de besoeckinge der ledemaeten te doen volgens de gewoonte voor de bedieninge van het avondmael) hebbe met eene voorgesteld dat een lidmaet genaemt Meghtelt sparreboom in eenigen tijt all niet en was geweest inde Kerck ende rond uijt seijde nae dat ick buijten aff hoorde mijn niet wilde hooren prediken uijt oorsaecke dat ick haer hadde eens gesproocken dat sorge moeste draegen voor t geene dat belooft hadde tot de huer van haer huijs te sullen geven waerover ick all een en ander mael vande heer Tilborgh was aengesproocken, en ick 158
wel sagh dat mijn nu bedroogh waer voor ick int toecomende wel sorge soude soecken te dragen, gelijck dat onse geheele Kerckenraad bekent was dogh is van al te grooten verhaal om hierin van woort tot woort te nedergesteld te werden. soo hebbe ick voorgesteld off ick haer inde besoeckinge aenspreecken soude gelijck wij geoordeelt hebben van neen om dat tot nogh toe jnt gehoor van Gods woort niet en was verschenen, ende den predikant tegenkomende die haer weder aenspreecken alomme ontgingh, verder staende voor haer deur hem siende de rugge in plaetse van t aengesight toekeerde, Jae hem siende aenkomen met sijn Ouderlingh Dirck Aerdse van Nikercken jnde voortgaende besoeckinge der ledemaeten de deur van haer huijs had toegesmeeten, om sulcke en dergelijcke oorsaecken meer is geresolveert haer bij provisie voorbijtegaen, ende te sien hoe sij haer jnt vervolgh van de tijt sal gedraegen.
Den 17. Meij is men getreeden tot de gewoone veranderinge des E. Kerckenr[aeds] ende nae dat al voorens de naeme des Alderh[oogste] was aengeroepen heeft men op nieuw verkoren tot Ouderlingen Erris Janse Spieckhorst en Cornelis Errisse Buijs, tot Diaken Anthonie Janse van Lockhorst
Den 28 dito sijn de voorn[oemde] persoonen (nae dat alvorens drie voorstellingen onverhindert hadden gehad) jnt openbaer bevestight.
Den 1 Julij heeft den Diaken Jan Janse van Lockhorst die wijnigh tijt te vooren was affgegaen sijn diakonije Reeckeninge gedaen.
Den 28 dito is de visitatie deser Kercke door de Gedeputeerden des E. Class. geschied.
1704 Den 1 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge des E. Kerckenraats en nae dat allvorens de name des Heeren was aengeroepen heeft men op nieuw tot 159
ouderlingh verkoren Jan Henderickse van Waeveren ende tot diaken Theunis Cornelisse Suijlen69
Den 12 dito sijn de voorn[oemde] persoonen nae dat alvorens drie voorstellingen onverhindert hadden gehad, jnt openbaer bevestight
Den 7 Julij heeft Jan Peterse Haerman diaken sijn diaconije reeckeningh gedaen Dat Jaer is oock de Kercke visitatie door de gedeputeerden des E. Class. geschied en alles wel gevonden.
Den 26 octob. Hebben de Resolutie van haer Ed. Mog. raeckende de Profess. Roël den E. Kerckenraad voorgeleesen en geresolveert dat in alles daernaer te gedraegen behoudende nogtans in waerhijd.
Den 16 nov[ember] is Petertje Jurriaense quijdgescholden die twalff gulden die voordesen uijt armoede vande Diaconije had geleend. hebben de E. Vergaederinge wijnigh tijt daer nae oock voorgelesen een resolutie van haer Ed. Mog. aengaende de aanteeckeninge dergener die prediken in die tijt wanneer als de plaetsen vacand sijn.
1705. Den 21 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge des E. kkraats en nae dat de naeme des Heeren alvorens was aengeroepen, heeft men op nieuw tot ouderlingen verkoren Jan Jochumse Quind en Jochum Roeloffse van sterckenborgh en[de] tot diaken Jan Janse van Lockhorst.
69
Lezing onzeker.
160
Den 1. Junij sijn de voorn[oemde] persoonen nae dat alvorens drie voorstellingen onverhindert hadden gehad jnt openbaer bevestight. Den Junij hebben de gedeput[eerden] des E. Class. van Rheenen en wijck de visitatie der Kercke alhier gedaen ende alles wel bevonden. Den 26 Julij heeft Anthonie Janse van Lockhorst sijn diaconije reecken[inge] voor onse vergaederinge gedaen ende is bevonden dat meer ontfangen hadde als uijtgegeven als blijckt uijt t diaconije boeck. Op dien selffden dito heeft oock den Predicand Do. Vollenhoven sijn diaconije Reecken[inge] gedaen, en hadde oock meer ontfangen als oock blijckt uijt t diaconije boeck.
1706. Den 31 Jan. hebbe de vergaederinge meermaelen voorgesteld dat Jan Janse Lego hadde toegestaen volgens voorgaende beloften den acker van twee morgen land de diaconije over te geven mits hem daervoor gevende de som e van twee hondert ses en sestigh gulden ses stuijv even de selve some diese hem hadde gekost, t welcke geresolveert sijnde tot dato deses was uijtgesteld alsoo om redenen t transport tot nogh toe niet en hadde konnen geschieden t welcke dan op heden den 2 feb. is geschied, bestaende de cooppenningen uijt een seeckere obligatie van hondert gulden met de jnteresse van 24 guld[en] die de diaconije tot sijnen lasten hadde sullen de overige pen[ningen] werden gegeven aen Johan de Witt schoud uijt de jnteressen die den voorn[oemde] schoud wegens t dorp aen de diaconije schuldigh is. Den 13 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge des E. kkenraats en nae dat de naeme des Heeren alvorens was aengeroepen heeft men op nieuw tot ouderl. verkoren Jan Peterse Haerman ende tot diaken Jan Theunisse vander Burgh Den 23 Meij sijn de voornoemde Persoonen nae dat alvorens drie voorstellingen hadden gehad jnt openbaer bevestight. Den 5 Julij hebben de gedeputeerden des E. Class. van Rheenen-Wijck de visitatie der Kercke alhier gedaen en alles wel bevonden.
1707 Den 27 Meert versoght hebben de Broederen leden des E. Kkenraats te spreecken, hebbe haer bekent gemaeckt dat Jan Jacobsen Timmer meer uijt naem vande andere Erffgenaemen van Wilm Volckerse van Nikercken gereghtelijck hadde doen 161
aenseggen dat Ellis Wilmse van Nikercken sijne verloopen renten soude hebben te betaelen off sij anders wilden ontslagen sijn van de borghtoght het welck ick Ellis Wilmse hebbende aengesijt aengenomen heeft dat jnt korte te sullen doen. Hebbe naederhand den kkenraad bekent gemaeckt dat Ellis Wilmse wenste dat uijt de verlopene renten (naedien geen kans en sagh om die bij provisie te konnen opbrengen, een capitael van hondert gulden mogh werden gemaeckt waer van hij vijf jaer de renten soude betaelen, dat sijn E. is toegestaen ende oock geschiet is.
Den 2 Junij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maecken inden Kerckenraad, en heeft men nae voorgaende gebeden tot Ouderlingen op nieuw verkoren Cornelis Errisse Buijs en Anthonie Janse van Lockhorst ende tot diaken Hermen Gijsbertse Vernoij.
Den 13. dito sijn de voornoemde persoonen nae dat alvorens drie voorstellingen onverhindert hadden gehad jn haere beroepene diensten bevestight.
1708 Den 16 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maecken jnden Kerckenraad en heeft men nae voorgaende gebeden tot Ouderlingh op nieuw verkoren Erris Janse Spieckhorst ende tot Diaken Gerrit de Bie.
Den 28 dito sijn de voornoemde persoonen nae dat alvorens drie voorstellingen onverhindert hadden gehad in haere beroepene diensten bevestight.
Den 9 Julij hebben de heeren gedeputeerden des E. Class. van Rheenen en Wijck de visitatie deser Kercke gedaen, ende door gods goethijt alles wel gevonden. 162
Den 29 Julij. heeft Jan Teunisse vander Burgh sijne Diaconije Rekeningh gedaen
1709. Den 9 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maecken jnden kerckenraad en heeft men nae voorgaende gebeden tot Ouderlingen verkoren Jan Jochumse Quind ende Jochum Roeloffse van sterckenborgh end tot diaken Jan Janse van Lockhorst
Den 20 dito. sijn de voornoemde Persoonen nae dat alvoorens drie voorstellingen onverhindert hebben gehad jn haere beroepene diensten bevestight.
Den 1 Julij Hebben de Heeren gedeputeerden des E. Classis van Rheenen en Wijck de visitatie deser Kercke gedaen ende door Gods goethijt alles wel gevonden.
Den 7 dito Heeft Herman Gijsbertse Vernoij sijne diakonije reken[inge] gedaen als blijckt uijt het diaconije rekenboeck.
1710 Den 29 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maecken inden Kkenraad en heeft men nae voorg[aende] gebed[en] tot God Tot Ouderlingh verkoren Jan Peterse Haerman ende tot Diaken Oth Jochumse van Doorn
Den 11 Junij 163
sijn de voorn[oemde] Personen nae dat alvorens drie voorstellingen hadden gehad jnde voorn[oemde] diensten bevestight.
Den 30 Junij Hebben de Heeren gedepden des E. Class[is] van Rheenen en Wijck de visitatie deser Kercke gedaen ende door gods goethijt alles wel gevonden, ende is bij die gelegenth[eijd] aende heeren gedepden gegeven voor de noodlijdende drie gulden elff stuijv en aght pen[ningen] en nogh vijff gulden tien stuijv voor de Predicanten die wegens de Classis nae het Leger sijn gesonden.
Den 20 Julij Heeft Gerrit de Bie sijn diaconije Reken[inge] gedaen gelijck in het diaconije Rekenboeck is te sien. En heeft den Kerckenr[aed] op die tijt geresolveert den koster wegens het brood gebruijckt bijde bedieninge van t avondmael te geven de som e van een gulden vijff stuijv en[de] dat soo lange als het haer sal gelieven ende de kerck in meerder staet is om die lasten wederom te konnen draegen, gelijk sijl[ieden] dat te vooren altijt tot haeren laste heeft gehad, ende den Kerckenr[aed] daertoe is gekomen alsoo den koster klaeghde over wanbetaelinge.
1711 Den 18 Janrij heeft den Predicand vanden Penningen van de diaconije onder hem berustende sijne Rekeningh gedaan ende wierden bevonden dat meer ontfangen als uijtgegeven hadde de some van twee hondert negen en veertigh gulden dertien stuijv die hij heeft jn handen gehouden sullende daervan naederhand wederom Reken[inge] doen.
Den 14 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maecken jnden Kkenraad en heeft men tot voorgaende gebeden tot God tot ouderlingen verkoren Arie Janse van Doorn ende Cornelis Errisse Buijs ende tot Diaken Cornelis Wilmse van Niekercken..
Den 24 dito 164
sijn de voornoemde Personen nae dat alvorens drie voorstellingen hadden gehad jnde voorn[oemde] diensten bevestight.
Den 23 Junij Hebben de Heeren gedeputeerden vande Class[is] de Kercke visitatie alhier gedaen ende door Gods goethijt alles wel gevonden.
Den 6 Julij heeft Jan Janse van Lockhorst als diaken sijn Reken[ing] gedaan en is gebleken dat meer ontfangen had als uijtgegeven welcke pen[ningen] sijn ontfangen bijden regerende diaken Oth Jochumse.
1712. Den 24 April is jn onse vergaderinge verschenen Jan Janse woonende aende Wijckerwegh bekent maeckende dat sijn E. soude gaen woonen tot Cothen dogh dat die van den gereghte sulcx niet wilden toestaen ten sij alvorens door een schriftel[ijck] getuijgenisse van desen Kkenraad versekert waren dat jndien jn armoede vervielen niet tot haeren maer tot onsen laste souden sijn. Den Kkenraad hier mede verlegen sijnde (die voorsorge aen onse sijde versuijmt sijnde) oordeelt dat die vanden gereghte ofte gemeente tot Overlanghb[roeck] ten minsten nevens ons daer voor tekenen moesten Terwijle van daer tot ons met drie Kinderen waeren overgekomen het welck sijn E is aengesijd en heeft aengenomen met die van Overlangb[roeck] daerover te spreken.
Den 1 Meij. is den selven Jan Janse wederom verschenen ende bekent gemaeckt dat tot Overlanghb[roeck] was geweest ende met die vanden gereghte daer over gesproken ende sijn vrouw hat haer seer vriendelijck ende met tranen jnde oogen hadde versoght, eghter daertoe geensins wilden verstaen, waerom ons vriendelijck versoeckt siende anders geen middel om te konnen vertrecken ende daer nu woonde niet konde blijven. Den Kkenraad siende sijn E. te sijn inde uijterste verlegenthijt heeft daertoe eijndelijck dogh ongaerne geresolveert en mijn versoght uijt hare naem sijn E. een schriftelijcke versekeringe te geven om het aen die van den gereghte tot Cothen te behandigen gelijck dan oock van mijn geschied is.
165
Den 5 Meij is dien selven Jan Janse tot mijn gekomen ende gesijd dat die vanden gereghte tot Cothen geheel en al niet te vreeden waren met die schriftelijcke versekeringe willende dat oock die vanden gereghte daer voor souden tekenen. twelk ick dien selven dagh die van den gereghte en Kerckenr[aed] hebbe bekent gemaeckt, oordelende geen andere te konnen nogh willen geven. derhalven is sijn E aengesijd van dan te blijven daer hij is, en aff te waghten de tijt dat sigh een andere gelegenthijt om te woonen opdoet.
Den 5 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge jnden kerckenraad te maecken en heeft men nae voorgaende gebede tot god tot Ouderlingh verkoren Anthonie Janse van Lockhorst ende tot Diaken Elbert Aerdse van Donselaer.
Den 16 dito sijnde voornoemde Personen nae dat alvorens drie voorstellingen onverhindert hadden gehad jnde voorn[oemde] Diensten bevestight.
Den 22 Meij hebben de vergaderinge bekent gemaeckt dat bij mijn was geweest eenen Cornelis Cornelisse van Werckhoven versoeckende dat de diaconije hem voor een halff Jaer wilde lenen vijff en negentigh gulden sullende daervoor Borge blijven Jan Peterse Haarman en Gijsbert Meesse van Nue den kkenraad bekommert sijnde dat niet in staet soude sijn om op de voorn[oemde] tijt de voorschreven penn[ingen] wederom te konnen en wij derhalven genoodsaeckt souden sijn de Borgen te soecken wijst sulcx vande hand is, en laet hem door mijn presenteren de som e van hondert gulden jndien deese wilde laeten vestigen jn sijn huijs en land bij hem bewoond gelijck ick hem dan aen mijn huijs komende hebben aengesijd, dogh naedien in soo een tijt de ongelden tot tlaetste Jaer toe moesten gesuijvert werden soo dede die swarighijt op dat dan aen hondert gulden niet genoegh en hadde, maer dat jndien hem de diaconije wilde geven twee hondert gulden hij sulcx wilde laaten vestigen het welck ick hem dan met kennisse vanden oudsten Diaken Cornelis Wilmse van Nikercken alsoo op die tijt den geheelen Kerckenr[aed] niet bij een konde krijgen ende de saecke om hem dat geld te geven seer pressende hebbe toegesijd, gelijck ick hem dan daeghs daeraen het geld hebbe toegeteld, met die belofte dat bijde eerste gelegenth[eijd] te laeten
166
vestigen blijvende ondertussen daer voor Borge Jan Peterse Haerman en Gijsbert Meesse.
Den 5 Junij is aen mijn huijs gekomen Cornelis Wilmsen van Nikercken Diaken met versoeck dat aen Cornelis Aerdse van Pappelendam mogh gegeven werden de som e van hondert gulden belovende daervan de jnterresse te betaelen tot ter tijt toe dat sulcx weder opbraght dat jnt laetste van de somer meende te doen blijvende ondertussen daervoor borge Elbert Aerdse van Donselaer, waerop ick hem antwoorde dat ick daer toe wel soude genegen sijn, siende anders groote armoede te gemoete, dogh geen off wijnigh geld vande diaconije in handen hadde, dogh hij sijde mijn dat Neeltie Aerd Wulpherse genegen was aenstonts hondert gulden optebrengen jn minderinge van t Capitt. van vier hondert gulden dat voordesen bijde Diaconije hadde opgenomen ende dat die hem konden gegeven werden. hebbe het een ende het ander jnde Kerck komende de vergaderinge bekent gemaeckt die dat goet heeft gevonden, ende heeft de voorn[oemde] Neeltie Aerd Wulphertse de hondert gulden opgebraght gelijck ick opden brieff self hebbe aengetekent ende is daer op die selve tijt in onse vergaderinge gegeven aen Cornelis Aerdse van Pappelendam
1713. Den 25 Jan[uarij] sijn aen mijn huijs gekomen Monsr N. Steur met sijn vrouw Neeltien Hendricks Doghter van Meijnsie Theunis gehoort hebbende hier sijnde gekomen om haer Moeder te begraven dat haer moeder voor wijnigh tijt idt van de diaconije tot onderstand soude hebben genoten, het welcke mijn affgevraeght hebbende sijde sulcx de waerhijt te sijn, al t welck haer leet was terwijle sij nood wijgeraghtigh waaren geweest haer moeder te besorgen, derhalven versoghten te weeten hoeveel sij hadde genoten begerigh sijnde dat te voldoen, gelijck sij dat op dato deses hebben voldaen soo door het uijt delen van eenige naegelaten goederen aende armen als oock door het geven van aght gulden sestien stuijv bij mijn ontfangen in voldoen[inge] van alle het geene immer heeft genoten.
Den 25 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge des E. Kerckenraads en heeft men nae voorgaende gebeden tot god tot ouderlingen verkoren Jan Jochumse Quind en Erris Janse Spieckhorst en tot diaken Gerrit de Bie
167
Den 5 Junij sijn de voor verkorene personen jn haere beroepene diensten bevestight.
1714. Den 10 meij is men getreden tot de gewoone veranderinge des E. Kkenraats en heeft men nae voor gaende gebeden tot god tot ouderlingh verkoren Jan Janse van Lockhorst Ende tot diaken Cornelis Hermse Vernoij, dogh die sulcx gewijgert hebbende heeft Erris Janse mijn ende de andere leden komen bekentmaecken dat Fredrick Classe jndien ons sulcx goet daghte, het aennemen soude gelijck hij dan heeft gedaen
Den 20 Meij sijn de voorsijde Personen jn haere beroepene diensten bevestight.
Den 29 Meij. Ben nae Cothen gegaen aen het huijs van Do. Dellius alwaer ick de heer Johan de With schout hebbe gevonden die ick overgelevert hebbe in presentie van D. Dellius ende den secretaris Vonck een sekere obligatie van 200 gulden Capitt[ael] de diaconije toebehorende ten laste van het gereght die de voorn[oemde] diaconije all over eenigen tijt overgegeven hadde tot voldoeninge van de ongelden van het Kerckenland. Jan Hendrickse van Waveren heeft voor de diaconije van Neerlanghb[roeck] verhuert twee morgen land de selve toebehorende, aen Wilm Theunisse tot Doorn voor de some van aghtien gulden eens geld voor den tijt van ses jaeren jngaende petri 1714. Den 9 Julij hebben de heren visitatoren vande Classis van Rhenen en Wijck alhier de kercke visitatie gedaen ende door gods goethijt alles wel bevonden, en hebben oock op die tijt ontfangen voor de noodlijdende van Kercke van Gulick ende de Paltz t geene bijde Classis was toegestaen. Den 1e August[us] heeft Elbert Aardse van Donselaer sijne diaconije Reken[ing] gedaen gelijck jnt diaconije rekenboeck is te sien.
1715
168
Den 30 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge des E. Kkenr[aeds] te maecken ende nae dat de naeme des heren alvorens was aengeroepen sijn tot ouderlingen verkoren Arie Janse van Doorn ende Cornelis Wilmse van Niekercken ende tot Diaken Jochum Janse Quind.
Den 2 Junij Hebben de E vergaderinge bekent gemaeckt dat bij mijn huijs geweest Jan Janse van Velpen Coster die over eenigen tijt van de Diaconije penningen hebbende ontfangen vijfftigh gulden die bij gelegenthijt wederopbrengen soude sullende daer van ondertussen jnteresse betaelen, dat nu genegen was dat voorn[oemde] Capitt[ael] met de verlopen renten van dien afterekenen tegens een seeckere specificatie die gemaeckt hadde wegens het onderwijs dat gegeven hadde aende arme kinderen sedert den Jaere 1699. tot nu toe en het begraven van arme doden ende het geene sijn E. alle Jaeren was toegeleijd uijt de diaconije pen[ningen] voor eenige Kerckediensten Jnt schrijven etc. die waernemen soude bedragende te samen 93 gulden versoeckende met eenen dat aen onse sijde de Jnterresse niet te hoogh mogh werden gerekent die anders tegens vier ten hondert gerekent sijnde over 19 Jaeren soude belopen 38 gulden, soo dat wegens sijne specificatie en onse reken[inge] sijn E. wijnigh soude toekomen. De vergaderinge oordeelde deese affrekenninge goed te sijn, ende dat sijn E. billijck toequam het geene wegens onderwijs ende begraven der doden hebben moeste, maer kone geen reden sien waerom de diaconije alle Jaeren wegens diensten voor de Kerck hebben soude 1-5-0, oordelende dat de Kerck sulcx selfs moeste betaelen, ende wij sijn E. Jndien idt voor ons doet souden betaelen, soo dat off schoon nu daer tegens soude werden affgerekent, noghtans jnt vervolgh vande tijt niet meer, konnende oock niet sien waerom geen behoorlijcke jnteresse soude betaelen alsoo het voor de diaconije is die het haere oock van noden heeft versoeckende dat den Predicand t met sijn E. soo soude stellen dat bijde moghten genoegen hebben gelijck sijn E. heeft gehad met hem toetegeven seve gulden tien stuijv[ers].
Den 10 Junij sijn de voorsijde Personen jn haere beroepene diensten bevestight.
Den 14 Julij heeft den voorgaenden diaken Gerrit de Bie sijn diaconije Rekeninge gedaen gelijck als jnt diaconije Rekenboeck kan werden gesien. 169
Hebbende bij die gelegenthijt de vergaderinge bekent gemaeckt als oock die vanden gereghte die ick tot dien eijnde versoght hadde binnen te staen dat mijn voorgekomen was, dat naedien jn eenige rijsen de wijn die tot de bedieninge van des Heeren Avondmael was gebruijckt aen Johannes Lego niet en was betaeld, sommige onder de papisten daervan smadelijck spracken, waerom ick oordeelde dat daerin moest werden voorsien en sorge gedragen dat sulcx moghte werden betaeldt, dat ick oock bij Provisie op mijn genomen hebbe om te betaelen sullende dat naederhant met den Kerckmeester verrekenen, en om sulcx jnt vervolgh voortekomen soo hebbe op mijn genomen de wijn jnt vervolgh van de tijt tot des Heeren Avondm[ael] te besorgen gelijck jn meer Kercken gebruijckelijck is. Evenwel off schoon sulcx besloten was vanden wijn selver te besrogen soo ist eghter tot nogh toe opden ouden voet gelaaten alsoo Joh. Lego betuijginge had gedaen dat het hem leet was dat sijn Vrouw Roomsgesind sijnde daer van idt gesijd hadde. De Kercke visistatie is oock dit Jaer geschied en alles wel bevonden.
1716 Den 23 feb. heeft den Predicand sijn diaconije rekenninge gedaen van de pen[ningen] die hij hadde ontfangen als jn het diaconije Rekenboeck is te sien. Den 21 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te macken jn den kkenraad enis tot ouderlingh verkoren Gerrit de Bie, en tot diaken Elbert Aerdse van Donselaer en hebben de Broederen van den kerckenraad aengenomen de beroepe personen daervan kennisse te sullen geven, gelijck sij oock hebben gedaen, want kort daernae is Arie Janse van Doorn ende Johannes Lockhorst aen mijn huijs gekomen ende gesijd dat Gerrit de Bie seggende dat nogh te jongh was geensins wilde aengenomen, waerom wij met goetvinden vande andere leden hebben geoordeelt best te sijn om geen wijgeringe meer uijt te staen dat de ouderlingen dit jaer alle souden blijven soo dat alleen maer een Diaken soude bevestight werden. Dogh heeft sigh naderhand laeten bewegen tot het aentenemen gelijck oock is bevestight.
Den 24 Meij hebben de diakonen bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest Herbert Meester schoenmaker tot Doorn sijnde genegen het oudste soonie van Peter Peterse aen te nemen om hem het schoenmaken te leren, eijschende jnde twee Jaeren dat hem aennemen soude de some van tien gulden
170
Den 6 Julij sijn de Heren gedeputeerden des E. Classis gekomen om de visitatie der Kercke te doen ende hebben door gods goethijt alles wel bevonden.
Den 16 August[us] Heeft Frederick Classe gewese Diaken sijn diaconije Rekenninge gedaen gelijck te sien is jn het diaconije Rekenboeck
1717 Den 6 meij is men getreden tot de gewone veranderinge te maecken jnden kkenraad en sijn nae aenroepinge van des h. naem Tot Auderlinge verkoren Jan Jochumse Quind en Erris Janse Spieckhorst ende tot Diaken Johannis Aerdse van Doorn Den 17 dito sijn de beroepene Personen jn haere diensten bevestight
Den 29 Meij Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was gekomen Anthonie Hermse van Bemmel die mijn sijde dat sijn soon van Uijtreght hadde gehaeld die aldaer uijt Zeland was gebraght daer eenigen tijt hadde gebraght en sieck was geworden ende de sieckte hem jnde benen was geslagen soo dat sij bijde boven de Enckel waeren affgeset ende dat tot nogh toe niet en waeren genesen ende geen vermogen daertoe hadde soo dat versoghte dat hem daerin gelieffden te gemoete te komen, hadde reets een Bazzechts van Wijck ontboden die ick oock hebbe gesproken en geen staet kondt maecken wanneer het soude genesen sijn, ende het daerom niet aennemen konde, de vergaderinge siende dat een saecke te sijn van een seer groot gevolgh oordeelt best te wesen Request te presenteren aen haer Ed. Mogd ten eijnde hij geraecken mogh tot Uijtreght jnt siecke gasthuijs om daer genesen te werden het welck ick hebbe aengenomen ende oock is gescheit het welck haer Ed. Mog. hebben toegestaen en is daerop den 16 Junij door Elbert Aerdse Diaken nae Uijtreght jnt sieke gasth[uijs] gebraght.
Den 4 Julij Heeft Jochum Janse Quind sijne diaconije Rekeningh gedaen gelijck te sien is jn het diaconije Rekenboeck.
171
Den 13 Julij Hebben de Broederen gedeputeerden vande Classis van Rhenen en Wijck volgens ouder gewoonte gedaen de kercke visitatie en alles door gods goethijt wel gevonden.
Den 25 Julij Hebbe de vergaderinge voorgehouden off niet voor deese rijse konden bewilligen dat uijt de Diaconije Penningen wierde gegeven de some een en twintigh gulden, soudende dienen tot betalinge van lijen en loot gebruijckt aende Kerck ter oorsaecke vande schade veroorsaeckt door de wind, terwijle de Kerck jnde uijterste verlegenthijt was van onvermogen ende ick al rede bijde veertigh gulden hadde verschoten en het niet alle konde verschieten, belovende jndien wederom jn staet moghte komen het selve wederom te sullen geven, de Broederen alle hebben dat toegestaen.
Den 10 octob[er] Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat daeghs van te voren aen mijn huijs was geweest een seker vrouwspersoon suster van een Anna Stedens die hier eenigen tijt hadde gewoond (off schoon haer meer maalen was aengesijd van te moeten vertrecken) en jn oneght een kint hadde gekregen, met versoeck van dat te willen dopen dat ick niet hadde willen op mijn nemen, de vergaderinge oordeelt dat dat kint niet kan ongedoopt blijven, soo dat het selve kint met toestaen van de vergaderinge dien dagh is gedoopt. Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest Willemeijntie huijsv[rouw] van Jan Henderickse van Waveren wiens goederen door de Hoogh. Welgeb. Vrouwe van sandenborgh waeren verkoght ende van wiens hoffstede sij moesten vertrecken sij een huijs met ses mergen lants konden hueren jndien de Diaconije daerover wilden borge blijven dat sij seer vriendelijck versoght niet wetende waersij anders souden blijven, de vergaderinge (off schoon daerin al swarighijt stelde) heeft sulcx evenwel toegestaen en is borge gebleven van Jaer tot Jaer voor de some van negentigh gulden welcke huercedulle door Erris Janse en Jan Jochumse uijt naeme des Kkenraats is ondertekent, en haer aengesijd off schoon de diaconije borge was gebleven sij eghter selfs sorge moesten dragen off dat anders die borghtoght van Jaer tot Jaer te niete kan werden gedaen dat oock hebben aengenomen.
Den 19 Decemb[er]
172
Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat mijn was ter ooren gekomen dat de Doghter van Petertie die tot Houten hadde gediend ende nu was Thuijs gekomen moeste kraemen, en dat hoewel ick het van te vooren wanneer daer van wierde gesproken het selver hebbe tegengesproken om dat sulcke belijdenisse van het tegendeel hadde gedaen ick de vergaderinge nu konde versekeren dat de waarhijt te sijn, ende naedien haer moeder woonde jn een kamer die alle Jaeren door de Diaconije gehuert sijnde wierde betaelt wat ons nu te doen stonde, off wij haer soude doen vertrecken. De Vergaderinge oordeelt haer bij Provisie soo lange te laeten tot dat gekraemt heeft, vresende dat anders dickwils van het eene quaad jn het ander moghte vallen, en lightelijck door het sterven van het kint haest jn staet moghte geraecken van weder te konne gaen dienen.
Den 1718 Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat bij mijn was geweest Jan de Bruijn gewoond hebbende aende steene brugh bij Cornelisie ende nu wonende tot Wijck versoeckende een verklaringe off een brieffie van versekeringe dat jndiender t eeniger tijt eenige toevallen tot beswaringe van sijne kinderen geboren tot Langbroeck moghte komen sij die op haer wilden nemen alsoo anders wederom soude moeten vertrecken, ende hoe wel de vergaderinge sulcx wel gaarne hadde willen aff sijn, soo isse noghtans eijndelijck genoodsaeckt geweest dat toetestaen, het welcke ick geschreven ende door bijde de Diaconen sijn ondertekent.
Den 3 April is in onse Kercke vergaderinge bekent gemaeckt door Elbert Aerdse van Donselaer Diaken als dat gehoort hadde dat Cornelissie haer huijsie staende opde Wijckse wegh aende steene brugh hadde overgegeven aen Gerrit Aerdse van Velpen hebbende tot dien eijnde met hem en sijn vrouw tot Wijck geweest die sulcx bij Requeste aende Magistraat hadden bekent gemaeckt versoeckende des selfs approbatie, welck Request door de voorn[oemde[ Cornelissie was ondertekent, een doen dat ons vergaderinge gans vreemt voor quam alsoo die vrouw door de Diaconije werd onderhouden ende derhalven niet jn staat en was haere huijsinge buijten kennisse van den kkenraad overte geven, te meer dewijle sulcx altevooren aen ons hadde overgegeven wensende wel dat ter bij haer imand jnwonen moghte, seggende dat daer toe wel gelegenthijt hadde Wilm Wilmse de Kruijf, wiens vrouw bij mijn was geweest, aen wien wij het huijsie in eijgendom souden overgeven mits dat sij geduerende het leven van die vrouw haer moesten besorgen van vier ende van light en bij swackhijt nodige handrijckinge het welcke sij hadden aengenomen. waerom wij genoodsaeckt waeren ons te vervoegen bij de Heren Burgemeesteren om haer E de gehele gelegenthijt vande saecke bekent te maken, met versoeck van 173
niet toe testaen het geene door Request hadden versoght, maer te laeten jn die staat waerin tot hier toe was geweest, versoeckende dat de dispositie aen onse kkreraad mogh worden over gelaten. En hoewel jnden beginne wanneer met de voornoemde Heren hadde gesprocken daertoe hope was geweest, soo hebben wij eghter bevonden dat haer versoeck hadden toegestaen, soo dat wij daer van sijn versteken. Den 10 dito is voor onse kkenraad verschenen Herbert schonmaecker tot Doorn bij wien de soon van Peter Peterse voor twee langh was bestelt om dat handwerck te leren voor de some van tien gulden, vragende terwijle die tijt nu haest was verschenen wat ons voornemen was off wij hem wilden laeten dan bij een ander besteden. ende terwijle ons selfs sijde het voor ons ende dien Leerlingh beter te sijn jndien wij hem hier ter plaetse konde laete leren alsoo de dagen des swinters kort waeren en hem des savonts niet konde laete wercken bij de kaers alsoo dan jnden duijster soude moeten nae huijs gaen, waerom oock daerover hebbe gesproken met Wilm Wilmse van Lienden, die nae dat alvorens daerover met sijn Vrouw hadde gesprocken mijn beschijd heeft gebraght en gesijd dat genegen was hem voor den tijt van twee Jaeren aente nemen eijschende in die tijt toe ses gulden, het welck ick aen de Broederen diaconen hebbe bekent gemaeckt die daer op nae hem sijn toegegaen, en voor de some van vier gulden hebben besteet.
1719 Den 26 Maij Nae aenroepinge van des h. naem is men getreden tot de gewoone veranderinge van den Kkenraad, en is tot ouderlingh verkoren Jan Janse van Lockhorst ende tot Diaken Claes Theunisse van Cothen.
Den 6 Junij Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat aan mijn huijs was geweest de heer Gerard Cocq Provisionele aengestelde schout ende bij die gelegenthijt met sijn Eerw. hadde gesproken aen gaende het opbouwen en herstellen van onsen vervallen Toorn, en horende dat sijn Eerw daervan wijnigh wiste te seggen, sijde ick dat wilde sien off de diaconije wilde bewilligen dat een obligatie van drie hondert gulden die de voorsijde diaconije hadde tot Uijtreght op gemeen lants comtoir, wilden verkopen om den Toorn man aff te brecken op dat buijten gevaer de godsdienst moghte geoeffent werden waervan sijn Eerw. met den Hoogh Welgeb Heer van Diest hadde gesprocken, ende gesijd dat daer over nader met mijn moeste spreken, gelijck sijn Eerw. met den secretaris van Dam heeft komen doen willende volgens seggen van sijn Hoogh Ed. dat wij dan dat gelt konnende maer aenstonts met het aenbestaden van het houtwerck vanden Toorn moesten voortgaen ende dan Request Presenteren ten eijnde haer Ed. Mog. toestaen het geene nogh meerder van noden was 174
omteslaen oordelende dienstiger te wesen dat gelt tot opbouw van den toorn liever als om die aff te breken te besteden. De vergaderinge off schoon juist niet ongenegen om dat gelt daeraen te besteden, oordeelden dat jndien haer Ed. Mog. het voorgemelte gelieffden toetestaen dat gelt dan wijnigh daeraen konde helpen ende daerom liever weder affwaghten tot ter tijt toe dat het Request gepresenteert was, te meer om dat men wilde sien off oock die van sterckenbergh en herdenbroeck daer toe niet soo wel en souden contribueren als die langhb[roeck]. Welcke Resolutie ick bekent hebbe gemaeckt aen den Hoogh Welgeb. Heer van Diest, ende naer overlegh met sijn Hoogh E. gehouden wierde geresolveert dat den kkenraad voor aff eens een Request souden presenteren affsonderlijck van die vanden gereghte, t welcke oock door mijn opgesteldt sijnde is gepresenteert
Den 7 Junij sijn de beroepene personen in haere diensten bevestight.
Den 2 octob[er] Heeft den Predicand Rekeningh gedaen van de Diaconije penn[ingen] onder berustende en was bevonden dat meer ontfangen als uijtgegeven hadde als jn het Diaconije Rekenboeck is te sien. als oock heeft op dien selfden dagh Rekeningh gedaen Elbert Aerdse van Donselaer Diaken sijn voorleden Pinsteren affgegaen die oock meer ontfangen als uijtgegeven had gelijck oock is te sien jnt Diaconije Rekenboeck.
Den 18 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maken jnden kkenraad, ende naa aenroepinge van des H. naeme sijn tot auderlingen verkoren Cornelis Wilmse van Niekercken en Jacob Thonisse Hooghland. en tot Diaken Gijsbert Janse.
Den 29 Meij sijn de bovengenoemde Personen jn haere beroepene diensten bevestight.
Den 4 Julij 175
is de gewone kerckelijcke visitatie gescheid door de heren gedeputeerden vande Classis van Rhenen en Wijck en is alles wel bevonden.
1720 Den 20 Meert ontfangen uijt handen vande H. Pieter van Es aengestelde Executeur vande naegelaete Boedel vande E. Johan de With gewesene schout een sekere quitansie van volkome betalinge vande ongelden van kerck en Ermeland en huijs waartoe de diaconije behalven t voorgaen[de] heeft gegeven de renten van twee Jaren van twe obligatien gene van vijftien en de andere van tww hondert gulden Capitt[ael]
1720 Den 9 Meij is men getreden tot de gewone veranderinge des E. Kerckenraats ende nae aenroepinge van des H. Naem heeft men tot auderlingen verkoren Jan Jochumse Quind. ende Gerrit de Bie want off schoon anders dit Jaer maer eenen auderlingh moeste sijn verkoren geworden volgens auder gewoonte, soo sijn wij noghtans (Cornelis Willemse van Niekercken) gestorven sijnde om die reden genoodsaeckt geweest twee auderlingen te verkiesen. Tot Diaken Jacob Dirckse van Niekercken.
Den 20 dito sijn de bovengenoemde beroepene Personen jn hare diensten bevestight. hadde te voren vergeten aen te tekenen dat Nicolaes van Koten als Diaken de soon van Peter Peterse heeft verhuert bij Jan de schoenmaker voor den tijt van twee Jaeren elcke Jaer voorde some van ….. sullende van vierendeel Jaers tot vierendeel Jaers sijn verdiende loon betaelen. oock hadde Claes Teunisse van Koten als Diaken verhuert twee mergen land de diaconije toebehorende leggende gemeender voor met een Kercken akker, hebbende dit een en ander te samen vier mergen verhuert voor de som e van twee en dertigh gulden, derhalven voor onse rekeninge elcke Jaer sestien gulden. aen Aelbert Joosten
Den 7 Julij 176
Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat aenstaende dinsdagh de heren gedeputeerden van de Classis van Rhenen en Wijck de kercke visitatie souden doen waerom versoght dat de leden van den kkenraad als dan gelieffden te komen gelijck oock sijn verschenen en is oock op die tijt de de heren gedep[uteerden] de kercke besoght en alles wel bevonden.
Den 10 Novemb[er] Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest ….. swager van Harmen van Dijck mijn bekent maeckende dat de selve Hermen van Dijck met vrouw en kinderen door een Pander van den Ed. Hove van Uijtreght uijt sijn huijs was uijt geset, ende dat niet en wiste waer dat wederom jnkomen soude, ende dat niet op den Dijck konde wonen, wensende dat hem een woninge door ons mogh werden aengewesen begerende die niet voor niet maer voor gelt gelijck oock tot dien eijnde de vader van de vrouw van Hermen meer als eens aen mijn huijs was geweest. de vergaderinge deese saecke overwogen hebbende oordeelt dat het aen haer niet en staet imand woningen te besorgen te meer de wijle nogh vermogende vrienden hadde en hier maer wijnigh tijt hadde gewoond, ende gekomen was met Vee en Boumans gereetschap soo dat niet hadde konnen te gemoete sien dat diergelijcke armoede haer soude sijn overgekomen. en hoewel haer vader naederhand aen mijn huijs komende sijde dat haer wel een woninge tot Doorn konde beschicken dogh dat die vanden Kerckenraad aldaer haer niet jnnemen wilde voor en aleer schriftelijcke versekeringe van ons hadden dat bij verdere armoede die haer konde overkomen wij die op ons soude nemen waartoe wij noghtans oordeelden niet verplight te sijn terwijle wijnigh tijt onder ons hadde gewoond en drie kinderen hadde medegebraght die onderhouden moeste werden daer sij waeren geboren soo dat wij wel mondelingh aennemen wilden nae ons vermogen (bij toeval van armoede waerin de auders moghten komen) sorge te willen dragen voor die twee kinderen twelingen hier geboren, gelijck wij dan bij dese beloven te sullen doen, waerop sij sijn vertrocken nae Maeren behorende onder Doorn. Ende hoewel wij hadden gemeend dat deese saecke daermede ten eijnde was soo is naderhand aen mijn huijs gekomen Gerrit de Bie auderl[inge] en schepen seggende dat den gereghte was bekent gemaeckt dat daerover Request hadden gepresenteert aen den Ed. hove van Uijtreght gelijck oock bleeck uijt des selfs appointement dat wij binnen den tijt van drie dagen daerop moesten antwoorden off anders dien gehele familie tot onsen laste souden krijgen. Waerom wij den voorn[oemde] de Bie hebben versoght nae Uijtreght te willen gaen om daerop bij Requeste te antwoorden en[de] te tonen wat redenen wij hebben van die gehele familie tot onsen laste niet te konnen nemen gelijck dan is geschiet
177
Den 21 Decemb[er] Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest Jannighie Wilms huijsv[rouw] van Wilm Henderickse Emans gelijck oock daervan al hadde gesproken jnde huijsbesoeckinge versoecke terwijle van voornemen waren te vertrecken om elders te gaen woonende off de diaconije haer een brieffie wilde geven alsoo anders niet souden werden aengenomen, verbindende onse diaconije sigh voor haere twee kinderen (bij toeval van armoede) alhier onder sterckenborgh geboren, dat wij oordelen haer niet te konnen wijgeren gelijck dan haer gegeven hebbe luijdende als volght Jck onderges[chreven] belove uijt naame vande Diaconije van Nederlangb[roeck] dat jndien de kinderen van Wilm Henderickse Eman en Jannighie Wilms alhier geboren door eenigh Toeval eenige hulpe off onderstand hadden van noden, wij daarin de selve nae ons vermogen sullen te hulpe komen.
1721. Jn feb. hebben wij een brieffie tot verbintenisse van de selve inhout als t bovenstaende gegeven aen Philip Aerdsen en Jannighie Jans van Velpen die naer driebergen sijn vertrocken.
Den 24 Meert hebbe de Broederen diakenen bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest Jan de Lange die van Cothen hier komen wonen met versoeck off di diaconije aen hem voor een tijt wilde lenen een gulden off tien en soo seer was verlegen door sieckte alsoo in eenigen tijt niet veel hadde konnen wercken, soude tot onderpand geven twee silveren gespen en twee goude knopen t welcke hem is toegestaen en door mijn aen hem gegeven.
Den 22 Meij is men getreden tot de gewone veranderinge des E Kkenraats te maken en nae aenroepinge van den h Naem heeft men tot auderlingh verkoren Peter Henderickse van Leersum en tot Diaken Claes Wilmse de Kruijff.
Den 2 Junij sijn de bovengenoemde Beroepene Personen jn haere Diensten bevestight. 178
Den 3 Julij hebbe aen Jan de With schoenmaker die met vrouw en kint vertrecken soude om tot Rijswijck te wonen diergelijcke attest. gegeven als voor desen aan andere in opsighte van sijn Kint dat hier geboren en gedoopt is, hadde daar toe den Kerckenraad aen haere huijsen gaen versoecken alsoo niet eerder konde vertrecken voor dat het selve hadde gekregen
Den 8 Julij Hebben de heren gedeputeerden vande Classis van Rhenen en Wijck alhier de visitatie der Kercke gedaen en hebben door gods goedhijt alles wel gevonden, hebben aen haer dit jaer meer als te voren gegeven aende noodlijdende Kercken jn Gulick en de Paltz als uijt de diaconije Reken[inge] blijckt, hebbende dese70 Kercken onder onse Classis behorende meer als nae gewoonte gegeven.
Den 7 August[i] Heeft Gijsbert Janse sijne Diaconije Rekeningh gedaen en is bevonden meer ontfangen te hebben al uijtgegeven gelijck uijt het diaconije reeckenboeck selfs te sien is. Hebbe de Broederen bij die gelegenthijt alle bij een sijnde bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest Heer Tilborgh eijgenaer van het huijsie met het land waerin Jan Leenderse woond seggende dat hem op de voor gaande paght nogh schuldigh vier gulden en agh penningen, en hoewel de vrouw van Jan Leenderse sijde dat door ordere van sijn moeder soo veel hadde verschoten aen de reparatie van het huijs volgens ordere van sijn moeder, soo sijde sijn Eerw. dat daar niet van en wiste ende vreemt was dat sulcx met sijn Eerwd moeder selfs niet en was verrekent, seggende met eenen dat jndien de voornoemde Jan Leenderse daar soude blijve wonen begeerde niet alleen dat de vier gulde soude werden voldaen, maer oock dat de diaconij voor de paght van dertigh gulden alle jaeren moeste blijven tien gulden te weten voor het Campie en twintigh gulden voor huijs en Bogartie. den Kkenraad vint goet datmen wilde jndien daerin soude blijve wonen de voorn[oemde] vier gulden soude geven maer geensins dat men borge voorde paght penningen soude blijven willende wel beloven gelijck tot hier toe is geschiet dat men alle Jaeren wat nae ons vermogen tot de paght penningen soude geven. 70
Lezing onzeker.
179
hebbe daer nae de H. Tilborgh gesprocken ende de resolutie van den kkenraad bekent gemaeckt dat sigh heeft laetn welgevallen soo dat sijn Eerw. de vier gulden hebbe gegeven.
1722 Hadden de Broederen Diakenen wijnigh weecken te voren bekent gemaeckt dat Petertie Jurriaense bij mijn was geweest seggende dat Annighie Pluijmen niet langer bij haer konde houden, alsoo sij maer alleen sijnde te veel ongemack daer bij des snaghts hadde savonts van haer werck vermoed thuijs komende, soo dat wij de kamer daerin sij te samen woonden konden opseggen wel wetende dat de Diaconije die voor haer alleen (om te bewoonen niet souden hueren, gelijck de Broederen diakonen dan hebben gedaen, naer dat haer alvorens nogh waaren gaen spreken om te horen off dat nogh haer voornemen was gelijck sij sijde te sijn. Dogh heden den 8 feb hebben versoght den gehelen Kkenraad te spreken alsoo dien selfden Petertien aen mijn huijs was geweest om mijn te spreken (naer dat alvorens was geweest bij Gerrit de Bier en Claes Theunisse van Cothen verlegen sijnde om bij mijn ten eersten te komen, wenschende nu dat Annighie Pluijmen bij haer mogh blijve wonen en wij de kamer wederom als voordesen moghten hueren, ende dat wij wilden toestaen dat haer Doghter wiens man voorlede weeck tot Bunnick gestorven was) met haere kinderen bij haer moghten woonen seggende dat de Diaconije tot Bunnick ons een schriftelijcke versekeringe wilden geven dat bij tijt van nood het haere souden doen in opsighte van dat kint waervan nu nogh swanger was en dat haest stont geboren te werden
1723 Den 14 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge jndenn Kkenraad te maecken, en nae aenroepinge van des H. Naem heeft men tot auderlingen verkoren Erris Janse Spieckhorst en Jan Janse van Lockhorst en tot Diaken Jochum Janse Quind.
Den 25 dito sijn de bovengenoemde Personen jn haere diensten bevestight.
Den 5 Julij
180
heeft Jacob Dirckse van Niekercken sijnen diaconije Reken[inge] gedaen, als oock de Predicant vande arme penninge onder hem berustende tgelijck het ende het ander kan werden gesien in het diaconije Rekenboeck. en hebben bij gelegenthijd van dese bijeencoomste de Broederen bekent gemaeckt dat de heren Broederen Predicanten morgen souden komen om de Kercke te besoecken en dat behalve de gewoone lieffde gaven voorde noodlijdende kercken die al eenige Jaeren aghter een waeren gegeven, haer met eene in last was gegeven om eenige penningen te versamelen voor Oostvriesland daer de menschen in een seer elendigen staat waeren gebraght door het weghspoelen van haare dijcken en overstrominge van waeter hebbende haere nood tot voorleden Jaer aen den Christelijcke synoden te kennen gegeven en versoght haer door onse lieffde gaven te hulpe te komen, de vergaderinge heeft goet gevonden aen dese71 Broederen gedeputeerden tot dien eijnde te geven de som e van twintigh gulden gelijck dan oock is geschiet daeghs daeraen als de heren onse Kercke sijn komen besoecken.
Den 4 april hebbe de Broederen bekentgemaeckt dat bij mijn was geweest eenen Henderick Wilmse een besemmaker als oock naderhand des selfs vrouw wonende op den hontspoll, begerende (Terwijle al rede tot Doorn waeren gaen woonen) dat haer door de diaconije een brieffie soude werden gegeven, dat die bijde haere kinderen waer van eene hier gedoopt is, souden onderhouden jndien tot armoede quamen te vervallen, en bij wijgeringe tot doorn niet konden blijven, den kerckenraed oordeelt terwijle die menschen buijten ons weten daer sijn komen woonen en het geschied is met kennisse van die vanden gereghte van sterckenborgh dat het daerom geheel en al buijten ons is, soo dat jndien idt hebben moeten tot sekerhijt voor haare kinderen die vanden gereghte sulcx soude moeten geven het welck ick haer oock hebbe aengesijd.
Den 6. Meij ismen nae aenroepinge van des H. Naeme getreden tot de gewone veranderinge te maken inden Kkenraad en heeft men tot auderlingen deser gemeente verkoren Gerrit de Bie en Jacob Dirckse van Miekercken en tot Diaken Wulphert Aerdse de Bruijn: want hoewel dat men dit Jaer volgens gewoonte maer een Persoon tot auderlingh hadde te verkiesen noghtans Erris Janse Spieckhorst regerende auderlingh
71
Lezing onzeker.
181
gestorven sijnde is men daerom genootsaeckt geweest de twee bovenstaende personen te beroepen.
Den 17 dito sijn de Beroepene Personen jn haere diensten bevestight.
Den 15 Julij hebben de heren gedeputeerden vanden Classis van Rhenen en Wijck gedaen de Ordinaere Kercke Besoeckinge en hebben alles door gods goethijt wel gevonden.
Den 25 Julij heeft Claes Wilmse de Kruijff voorgaende diaken sijne diaconije Rekeningh gedaen gelijck naeder te sien is jnt Diaconije Rekenboeck hebbe de vergaringe een en andermael bekent gemaeckt dat bij mijn was geweest een soon van Wouter Rijcke Koij onlanghs sijnde getrouwt en van die tijt aff tot nu toe hebbende gewoont tot Breukelen, dogh sullende gaen woonen tot Vinckeveen alwaer sijn vrouw hadde gewoond, dogh wijgeraghtigh sijnde om haer intenemen begeerden dat wij schriftelijcke versekeringe souden doen voor sijn Persoon dat bij armoede off ander Toevall hem ten allen tijden onderstant souden doen dogh heeft de Vergaderinge geoordeelt van dit niet te konnen doen gelijck ick alvorens tegen hem en naderhant tegens de vrouw hebbe gesijd van niet te konnen doen alsoo nood in gebruijck is geweest van dat te doen aen Personen die Jongh van Jaeren sijn wanneer sij trouwen en dan hier en dan Elders hebben gewoond hebbende gaen dienen want wij nimmer sulcx van andere (hier soo komende wonen) hebben geeijst, off is geeijst geweest en van quaad gevolgh soude sijn.
Den 8 Decemb. Hebbe door ordere en met kennisse van onse Diaconije gesonden tien gulden aen Do. Van Baeren als Deput[atus] Classis voor twee affgebrande Kercken van Dillenborgh en Heir, welcke Kercken sonderlingh op de Christel[ijcke] synode waeren gerecommeert om de selve nogh met onse lieffde gaven voorden winter tijt te helpen
1724 182
hebbe de Broederen diakenen meermaalen bekentgemaeckt dat aen mijn huijs was geweest de Vrouw van een Besemmaker hebbende een Jaer met haer man en een Kint dat daer hadden gebraght en onder Amersfoort was geboren) gewoond en Maij 1723 waeren vertrocken nae Doorn, die haer hadden aengesijd dat sij souden hebben te vertrecken, ten sij die van Nederlangb[roeck] jnstonden (soo tot armoede vervielen) voor dat kint en een tweede dat op den hontspoll geboren en alhier is gedoopt, en hoewel ick haer telkens hebbe wegh gesonden en gesijd dat sij buijten weten van onse diakonije daer waeren komen woonen, en sulcx met kennisse en laast was geschiet vanden gereghte van sterckenborgh die ons daervan de minste kennisse niet en hadden gegeven, sij daerom het selve bij den gereghte van sterckenborgh moesten soecken, evenwel offschoon ick haer eenige rijse met dit seggen hadde aff gewesen soo is sij naederhant weder gekomen met haer man drijgende indien wij daertoe wijgeraghtigh bleven sij met haere Kinderen hier in Nederlangb[roeck] soude komen en wij dan genoodsaeckt souden sijn haer met haere kinderen te houden, want sij niet hier maar wel tot Doorn de kost konden winnen, waerom ick den gehelen kkenraad te samen geroepen hebbende vraeghde wat daerin te doen stonde gelijck ick haer hadde gesijd begerende dat sij haer selfs souden spreken want ick mijn te seer ontstelde wegens haere drijgementen, die haeren aengesijd dat wij wel wilden instaen voor dit eene Kint onder sterckenb[urgh] geboren en[de] hier gedoopt maer geensins voor het eerste dat medebraght hadden, en soo sij geweld wilden gebruijcken wij dan middelen ter hant souden nemen om dat te keren dogh naederhant siende dat niet verder konden komen hebben haer het selve laeten welgevallen derhalve hebben haer op segel geschreven tot meerder verbintenisse gelijck begeert hadden dit naevolgende Jck onderges[chreven] belove uijt naame van de Diaconije van Nederlangbroeck dat jndien Henderick Wilmse en Maeghie Peters van Putten tot armoede vervielen, soo dat niet jn staet en waarn haer kint Alatie onder sterckenborgh geboren en jn onse kercke gedoopt te onderhouden, wij t selve op ons nemen om daer aen nae ons vermogen te doen t geene tot des selfs onderhout nodigh is den 1 meij 1724 uijt last en naeme des E. Kkenraets Pet. Van Vollenhoven Predicant in Nederlangb[roeck]
Den 7 Meij heeft Jochum Janse Quind bekent gemaeckt dat bij provisie hadde gegeven aan Cornelis Corse wegens de paght van Jan Henderickse van Waveren voor welcke paght de diaconije borge was gebleven belovende dat sorge sullen dragen dat de overige paght van 40 gulden dat daer op nogh moet werden gegeven selfs sullen voldoen hebbende Jochumse Janse daer toe gegeven de some van vijftigh gulden, en hoewel het ons all vrij vreemt voorquam dat nogh niets op dit verschenen Jaer van 1723 hadden gegeven, en wel resolveren souden daervoor niet langer Borge te willen blijven alsoo de paght Jaeren ten eijnde waeren, soo hebben 183
wij eghter goetgevonden het nogh voor een jaer jntesien alsoo nu redelijck goet koorn op het velt hadde staen en ons in de vorige jaeren nood lastigh is gevallen, en een kreupel man sijnde wij ander in die Jaeren dat daer heeft gewoond meerder aan hem soude moeten gegeven hebben als die gehele paght bedraeght. hebbe oock op dien selven dagh de Broederen bekent gemaeckt dat ick de weeck te voren hadde horen seggen dat de Coster sijn kamer hadde verhuert aen de Broer vande Vrouw van Johannes Lego, en sijn Vrouw, die bijde daer souden komen wonen, t welck aen Lego ende Vrouw vragende off sulcx waer was sijden van Jae. waerop dat tegens haer sijde dat haer moeste laeten weten dat hier niet konden komen ten sij wij schriftelijcke versekeringe hadden dat jndien de vrouw tot armoede verviel de diaconije van Uijteght haer als dan tot haeren laste souden nemen, want terwijle de man een tractement van den staet is toegelijd sijnde enigen tijt in slants dienst geweest soo behoeffde die sorge voor hem niet genomen te werden, gelijck ick oock naederhant to haer hier komende gesijd hebbe gelijck sij dan daerover tot Uijtreght heeft gesproken met Do. Davervelt jn wiens quartier sij heeft gewoond seggende dat het tot onse gerusthijt soude dienen dat hij haer geen attestatie als Lidmaet vande gemeente van Uijtreght soude geven maer van haer rekenningh behouden, soo dat ten allen tijden tot haer weder konden komen.
Den 25 Meij is men nae aenroepinge van des H. Maem getreden tot de gewone veranderinge te maken in den Kkenraad, en is tot Auderlingh verkoren Jan Jochumse Quind en tot Diaken Simon Wilmse.
Den 5 Junij sijn de Beroepene personen in haere Diensten bevestight.
Den 18 Julij hebben de heren Gedeputeerden vande Classis de Kercke hier besoght en nae derselver Toestant vernomen en door gods goethijt alles wel gevonden.
Den 13 august[us] heeft Johum Janse Quind sijne Diaconije Rekeningh gedaen, gelijck jn het diaconije Rekenboeck is te sien. 184
Den 10 septemb[er] Hebbe de vergaderinge een brieff voor gelesen aen mijn geschreven door den Heer Advocaet van Cleeff over het geval van inde kraem komen van Geertruij Peters bij eenen Herbert schoenmaker tot Doorn een getrouwt man, gelijck sij sulcx te voren en jn barens nood sittende heeft beleden voor vroetvrouw en verdere bueren hadde daertoe de heer Cocq versoght om daerover met den Eerw Heer Adcovaet te sprecken, dogh naedien uijt des selfs schreven bleeck dat de verklaringe van soo een vrouw jn reghten niet en gelt, soo sullen wij moeten sien bewijs te krijgen dat meermaelen jonge doghters daer toe heeft soecken te brengen gelijck wij hebben gehoort dat tot Doorn soude sijn geschiet, dogh sullen soo lange daer mede waghten tot dat de Heer Cocq sal Thuijs sijn gekomen door wiens toe doen sulcke verklaringe tbeste sullen te krijgen sijn.
1725 Den 10 Meij is men getreden nae aenroepinge van des H. Naeme tot de gewoone veranderinge inden Kerckenraad te macken en sijn tot Auderlingen verkoren Jan Janse van Lockhorst en Claes Wilmse de Kruijff en tot Diaken Claes Theunisse van Cothen. hebbe oock bij die gelegenthijt van onse bijeenkomste de vergaederinge voorgelesen het geene ick hadde ontfangen vanden gereghte van Houten ondertekent door de secretaris waerbij sij beloven in gevallen Maria Houthoff (De tegenwoordige bruijd van Cornelis Gerritse van Sevenhuijsen) tot armoede quame te vervallen sij haeren Jongen die sij hier mede gebraght heeft en tot Houten is geboren, te sullen onderhouden hebbe het selve gelijd bijde rente brieven den Armen toebehorende.
Den 20 Meij hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat de Erffgenaemen vande Hooghwelgeb. Vrouwe van Sandenborgh mijn gesijd hadden dat het gelt dat haer Hoogh Wel geb[orene] Ten behoeve van onse Diaconije hadde gemaeckt ter somme van drie hondert gulden, gereet was om ontfangen te worden, hebbende derhalven de vergaderinge mijn versoght t selve te willen ontfangen.
Den 25 Meij sijn de Beroepene personen in haere diensten bevestight. 185
Den 27 Meij hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat ick t gelt vande Erffgenamen van Hoogh Welgeb[oren] Vrouw van Sandenborgh hadde ontfangen en dat gelieven te dencken op middelen om het uijt te setten tot het meeste voordeel voor de diaconije.
Den 12 Julij hebben de heren gedeputeerden vande Classis van Rhenen en Wijck onse kercke besoght en alles door gods goethijt wel gevonden hebbende oock in die tijt gegeven de penn[ingen] voor de noodlijdende kercken etc als uijt de quitansie kan werden gesien.
Den 12 August[us] heeft Wulphert Aerdse de Bruijn sijne diaconije Reken[inge] gedaen als naeder te sien is uijt t diaconije Rekenboeck.
Den 30 Novemb[er] hebben volgens voorgaende Resolutie overgegeven aenden Welgeb[oren] Heer Johan Carel Smitsaert heer van Sandenborgh sekere obligatie van drie hondert gulden Capitt[ael] die ten behoeve vande diaconije belijd was op het gemene lants Comptoir en daervoor ontfangen de some van drie hondert gulden met dat ooghmerck geschiet om het voorsz gelt te gebruijcken om een sekere obligatie over te nemen die den Hooghwelgeb. Heer van Rijsenborgh heeft tot laste van dit dorp, terwijle wij verlegen waeren en niet wisten wat wij tot meesten voordeel voor de diaconije soude doen met het gelt dat ick onder mij had berustende sullende het eene gelt bij het andere voegen en daerin overnemen een obligatie van aght hodnert gulden
1726 Den 7 Jan[nuarij] hebbe den vergaderinge bekent gemaeckt dat bij mijn was geweest Jan Janse van Velpen Coster versoeckende dat aen sijn soon Piter Janse van Velpen die alvorens inde Diemer meer had gewoondt en nu tot Maersen is komen wonen mogh werden gegeven een schrift van versekering voor sijn soon Frans dat ingevalle tot armoede quam te vervallen onse diaconije daervoor daarvoor sorge 186
soude dragen. en hoewel den kkenraad oordeelden seer onredelijck te sijn sulcx van haer te vorderen alzoo al eenige jaeren geleden van hier gegaen is en elders heeft gewoont en dat kint tot Jutphas was geboren, soo hebben wij noghtans horende sijne verlegenthijt en uijt consideratie sijnde des Costers soon dat gegeven en van desen inhout Jck onderges[chreven] belove uijt naeme van onse Diaconije van Nederlangb[roeck] dat jndien Peter Janse van Velpen tot armoede quam te vervallen soo dat niet in staet en was, sijn soon Frans te konnen onderhouden wij ’t selve op ons nemen, om daer aen nae ons vermogen te doen t geene tot des selfs onderhout nodigh is Uijt last en naeme van den diaconije Pet. Van Vollenhoven Pred. jn Nederlangbroeck hebben de Broederen diaconen bekent gemaeckt op die tijt dat de kamer voor Petertie Jurriaense hadden gehuert van Elbert Hendericke voor tien gulden in plaetse van sestien alsoo haer doghter getrouwt sijnde van haer stonde te gaen met haere kinderen.
Den 3 Maert hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest de night van Jan Janse Lego met versoeck (door dien haer oom door de paghters in ongeval was gekomen en eenigh gelt hadde van noden) off de Diaconije dat aen hem wilde geven en wel jndien het mogelijck was de some van vier hondert gulden hebbe haer daerop geantwoort dat ick daervan met de Broederen Diaconen en naederhant met den gehelen Kkenraat soude spreken dogh dat geen vier maar wel drie hondert gulden konde krijgen alsoo der geen meerder gelt inde kasse was, en dat wij sulcx wel souden geven gelijck ick meende dogh met die versekeringe dat het voors[eide] Capitael soude moeten gevestight werden jn sijn huijs en erve, gelijck hij dan sijde van dat te sullen laeten doen daerover dan naederhant met de Broederen hebbende gesprocken, hebben goet gevonden het op die wijse aen hem te geven, gelijck ick dan hebbe gedaen den 6 dito bij provisie daer voor ontfangende quitansie en sullen t bijde eerste gelegenthijt laeten vestigen. Den 8 Meert hebbe de Broederen de diakenen medegegeven het gelt om overtenemen de obligatie vanden H. van Rijsenborgh die sijn Hoogh Welgeb hadde tot lasten van ons dorp, sullende het behandigen aen den schout Vlaer die het aengenomen hadde voor ons te doen te meer alsoo het gereght van Herdenbroeck haar deel van twee hondert gulden selfs wilden opbrengen, soo dat daer wij van te voren staet gemaeckt hadden agh hondert gulden te moeten hebben nu alleen maer ses hondert gulden daertoe nodigh waeren, gelijck dan die oock haar mede hebbe gegeven en dan nogh ses en negentigh gulden tot voldoeninge vande vier laatste
187
Jaeren Jnterest waervan t laetste sal verschijnen den 12 Junij 1726 welcke renten wij wederom bij tijt en wijlen van onsen schout den Hr Cocq sullen ontfangen.
Den 28 April Heeft den Predicant sijne Diaconije Rekeningh gedaen als blijckt uijt het Diaconije Rekenboeck oock op die tijt Raport gedaen het geene mijn en Claes Theunisse van Cothen was aenbevolen, om te gaen spreken den tegenwoordigen heer van sterckenborgh aengaende Henderick etc die jn sijn huijs aende sterckenborghse steegh woont: want hadde de vergaederinge bekent gemaeckt dat een brieff hadden ontfangen vanden schout Vlaer dat staet maecken moesten op aenstaende Meij te vertrecken jndien niet op saterdagh quamen en de verschene ongelden bedragende wel de some van seventigh gulden quamen betalen, waertoe geen raet en wisten en daerom verlegen sijnde haere toevlught tot onse diaconie nemen, en wij daerom met de voorn[oemde] heren hadden gesproken oordelende dit onse diaconije daer wat toegeven moeste, ende den heer van sterckenborgh ende den schout wat moeste laeten vallen dogh sullen daervan naederhant met malkanderen spreken ondertussen soo blijft de diaconije borge voor de paght en ongelden van dese tijt aff.
Den 30 Meij Nae aenroepinge van des heren naem is men getreden tot de gewoone veranderinge jn onse kerckenraad te maken en hebben tot Auderlingh verkoren in plaetse van Jan Jochumse Quind, Jochums Janse Quind en tot Diaken in plaetse van Simon Wilmse, Gijsbert Janse.
Den 10 Junij sijn de voornoemde beroepene Personen in haere diensten bevestight.
Den 16 Junij is den Predicant nevens den Auderlingh Jochum Janse Quind gecommitteert om naede Classe die gehouden sal werden den 18 dito, welcke Commissie hierin hebbe aengetekent gelijck anders niet gewoon ben te doen om dat selden een Auderlingh gecommitteert wort hebbe oock op de tijt van de Classis sprekende Do. Sypesteyn als ledematen mondelingh overgegeven Wijnant Cornelisse Spijckhoven en sijn vrouw Maria Hooghlant die onder censure hadden gestaen en op gedaene 188
belijdenisse van berouw waeren ontslagen om dat ontijdigh was inde kraem gekomen.
Den 7 Julij heeft Simon Wilmse Diaken sijn diaconije Rekeningh gedaen, en heeft den Predicant bij die gelegenthijt bekent dat de heren gedeputeerden van de Classis aenstaende woensdagh s morgens ten tien ueren souden komen om naer den staet van dese kercke te vernemen versoeckende dat als dan eenige leden gelieven te komen om die heren aff te waghten.
Den 10 dito sijn de heren gedeputeerden verschenen en hebben door Gods goethijt alles wel bevonden hebbende aende voorsijde heren de penn[ingen] voor de noodlijdende kercken medegegeven. De Diaconije heeft aengenomen sorge te dragen nae haer vermogen voor Willem … Broeder van Lijsbetie van Bemmel die mijn nevens de Broederen diaken daertoe heeft versoght alsoo niet meer in staet en was de kost te konnen winnen
Den 22 Decemb[er] Hadde de Broederen de diaconen te vooren bekent gemaeckt dat den diaconije tot Doorn daerop stonde en versekeringe begeerde (off haer anders souden hebben doen vertrecken) voor Wijnand Cornelisse Spiechoven en sijn vrouw Maria Jacobse Hooghland en haer eerste kint onder sterckenborgh geboren en hier gedoopt gelijck haer op dato deses hebbe gegeven belovende voor de een en ander jndien tot armoede vervielen haer nae ons vermogen te hulpe sullen komen. oock op die tijt aen haer bekent gemaeckt dat ick hadde horen seggen dat Cornelis van Werchoven sijn huijs en erve hadde verhuert aen Cornelis Cornelisse van Niekercken van voornemen sijnde van daer te tappen, en om daervan meerder sekerhijt hebben ben gegaen aen het huijs van Cornelis van Werckonde hem affvragende off sulcx waer was, mijn sijde van jae, waerop ick hem aen sijde dat nu staet moesten maken aende diaconije optebrengen de twee hondert gulden gevestight Capitt[ael] met den verschene renten over drie maenden nae desen opsegh[ende] en hoewel geen tijt hebbe gehad om daervan alvorens met de Broederen diakonen te spreken vresende eer onse vergaderinge was daervan een huerseel soude sijn gemaeckt soo meende ick daer toe groote redenen te hebben wel denckende dat niet in start soude wesen van dat te doen en daer door dat 189
verhueren mogh vervallen. en dat niet alleen uijt vreese van schade daerdoor te lijden want sulcx affbranden konde sijnde dickwils geen meester haer huijs, maer om dat onlanghs drie hondert gulden hadde laeten vestigen jnt huijs en erve van Jan Janse Lego welck herbergh houden daer, seer tot naedeel van dat huijs soude sijn, en wel over om dat ick te gemoete sagh dat daer op geen minder onordentelijckkeden souden werden gepleeght als op andere plaetsen geschieden, soo dat ick meende amptshalven verplight te sijn indien ick konde dat te verhinderen gelijck oock de Broederen de Diaconenen en andere menschen sulcx hebben goetgekeurt.
1727 Den 22 meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maeken inden kkenraad en nae dat alvorens de naeme des heren was aengeroepen heeft mijn tot auderlingen beroepen Gerrit de Bie en Jacob Dirckse van Niekercken, en Tot Diaken Wilm Wilmse van Lienden. hebbe oock in dese onse bijeenkomste bekent gemaeckt dat ick gisteren was geweest op sterckenborgh bij den heer van sterckenborgh en bij den schout Vlaer om met haer te spreken aengaende het Henderick en Aeltie ten aghteren aengaende hare paght en het maecken van nieuwe huer, Den heer wilde dat daer een huercedulle soude werden gemaeckt en van onse diaconije ondertekent, dat ick sijde niet te konnen doen, en geen reden te konnen sien waerom die niet door haer selfs soude ondertekent werden gelijck voor desen, dogh was daermede niet te vreden ten sij onse diaconije daer voor Borge bleeff dat wij aengenomen hebben te doen ondertussen heeft sijn welgeb[oren] belooft haer te sullen gebruijcken om de paght selven ten minsten altijt een groot gedeelte daervan te laaten verdienen. en wat het andere belanght sullen eens affwaghten off wij jnt vervolgh daerover verder sullen werden aengesproocken, en versoght daertoe wat te willen geven. Den 2 Junij sijn de voornoemde Beroepene Personen in haere Diensten bevestight.
Den 6 Julij heeft Nicolaes Theunisse van Cothen sijne diaconije Rekeningh gedaen als blijckt uijt t diaconije Rekenboeck.
Den 18 Julij
190
Hebben de heren gedeputeerden de kercke besoeckinge hier gedaen en alles wel door gods goethijt bevonden en het geene in die tijt aende noodlijdende kercken etc gegeven is kan in het diaconije rekenboeck werden gesien.
Den 10 august[us] Hebbe de vergaderinge voorgelesen een brieff mijn ter hant gestelt door Marrighie de Kruijff wonende tot Derthuijsen geschreven door den Predicant van Leersum en door sijn Eerw: ende bijde de diakenen ondertekent, begerende daerin een certificaat off versekeringe van onse diaconije voor twee kinderen van Johannes Bos wonende bij haer grootvader en moeder de Kruijff tot Derthuijsen dat jndien tot armoede vervielen onse diaconije daervoor sorge soude dragen Terwijle hier geboren en gedoopt sijn, Den Kerckenraad oordeelt dat terwijlen de vader selfs vermogen heeft, waervan hij haest nae het seggen vande menschen meester sal wesen dat het genoegh was tot haere versekeringe Jndien de vader daervoor tekende en sijne toekomende erffenisse verbonde gelijck hij gewilligh is om te doen. en dat jndien de Diaconije van Leersum daermede niet te vreden is en wij genootsaeckt sijn die versekeringe te geven het selve aen onse Diaconije moeste doen, (gelijck hij oock gedaen heeft) Terwijle de diaconije van Leersum met sijne eijgenhandige versekeringe niet te vreden was, hebbe het selve bijde obligatie de Diaconije toebehorende gelijd.
Den 8 Novemb[er] hadde voor desen de vergaderinge al bekent gemaeckt dat de diaconije van overlangb[roeck] van onse diaconije versekeringe hadde begeert voorde kinderen van Lijsbeth Jurriaense Venlo nu hebbende voor haer twede man Arien Cornelisse van Pappelendam, soo ben nu genoodsaeckt geworden dat te geven gelijck opp dato van 6 dito hebbe gedaen, sijnde als volght belove ick onderges[chreven] uijt naeme van onse Diaconije dat jndien de drie kinderen van Lijsbeth Jurriaense Venlo hier geboren en gedoopt, tegenwoordigh huijsvrouw van Arien Cornelisse van Pappelendam sijnde van hier vertrocken nae overlangbroeck) bij eenigh Toeval tot armoede vervielen soo dat de hulpe van de Diaconije van noden hadden, haer nae ons vermogen souden te hulpe komen. den 6 Novemb[er] 1727
1728 Den 1 Jan[nuarij] Den Kkenraad hebbende samen geroepen maeckten haer bekent dat wijnigh dagen te voren was geweest jnt gerecht bij t doen vande kercke Rekeninge van Claes 191
Wilmse de Kruijff en bevindende nae gedaene Reken[ninge] datter nogh eenige schulden waeren en Rekeningen soo van Lijdecker als andere die wegens onvermogen niet konde werden betaelt, stelde selven voor van met mijn Kkenr[aed] daerover te willen spreken off wij niet ten minsten een van die Reken[ingen] wilden betaelen gelijck ick nu doe, waer toe alle de leden sigh gewilligh toonen en mijn last geven dat te willen voldoen uijt de penn[ingen] der diaconije onder mijn berustende, belovende oock voortaen (gelijck schout en schepenen mijn daertoe versoghten) op ons te nemen de wijn te betaelen die bij de bedieninge van des H. Avontmael werd gebruijckt gelijck omtrent het brood nu enigen tijt is geschiet geweest.
Den 29 Jan[nuarij] Hebbe de Broederen diaconen bekent gemaeckt dat aen mijn huijs waeren geweest de kinderen van Henderickien wede van Corn Aerdse van Pappelendam versoeckende versoeckende een brieffie tot versekeringe dat jndien haer moeder tot armoede verviele soo dat de hulpe vande Diaonije van noden hadden wij haer nae ons vermogen soude te hulpe komen, off tot ons nemen want de eene soon wonende onder suijlen heeft haer medegenomen buijten wercke versekeringe hij haer niet dorffde medenemen. het welck is toegestaen, en toegesonden den 15 devemb 1728
Den 6 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maken inden kkenraad en nae aenroepinge van des Heren alderh[ooghsten] naeme is tot auderl[ing] verkoren Jan Jochumse Quint ende tot Diaken Simon Wilmse.
Den 15. Meij sijn de beroepene personen in haere diensten bevestight.
Den 22 Junij sijn de heren gedeputeerden vande Classis van Rhenen en hier geweest Tot het visiteren van de Kercke en hebben door gods goethijt alles wel bevonden.
Den 18 Julij 192
Heeft Gijsbert Janse gedaen sijne Diaconije Rekeninge gelijck uijt het Diaconije Rekenboeck kan worden gesien.
Den 25 Octob: Heeft Wilm Wilmse van Lienden diaken kennisse gegeven dat de huersedulle van Henderick Gijsbertse hadde ondertekent.
Den 22 Meij Hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt als dat de diaconije genoodsaeckt is geweest sigh te verbinden met het gereght van herdenbroeck voorde huer van het backhuijs van de wede van Jan Wilmse waerin Cornelis van Sevenhuijsen woont, want sij haer daer uijt gereghtelijck hadden uijtgeset om dat nogh eenigh gelt van verschenen huer schuldigh waeren en sij op den Dijck saten naght en agh daer niet konde blijve sitten soodat men uijt verlegenthijt dat genootsaeckt is geweest te doen. oock hebbe bij die gelegenthijt bekent gemaeckt dat Jan Jochumse Quind de hondert gulden met het laatste jaer verschene renten heeft opgebraght die eenige jaeren tot sijn dienst heeft gehad. hebbe oock met eene op die tijt bekent gemaeckt dat mijn heer Cocq met mijn hadde gesproken wegens Johannes Bos die nu bij lotinge sijn portie van de naelatenschap van sijn auders hadde gekregen, die sigh te vooren aende diaconije bij ondertekeninge hadde verbonden geene van sijne goederen te verkopen voor dat sijne kinderen in staet waeren de kost te konnen winnen, oordelende terwijle op hem wijnigh staet was te maken dat wij hem voor den kerckenraad ontbieden moesten en affvragen off hij sigh daer aen niet en hielde, gelijck geschiet is, dogh tot nogh niet verschenen
1729 26 meij 1729 Waeren wij samen gekomen om volgens auder gewoonte eene veranderinge te maeken in den Kkenraad door het verkiesen van auderlingen en diaken, dogh naedien wij dien Broeder die wij voornemens waeren tot Diaken te verkiesen sulcx hadde geexcuseert om redenen, en wij op dese tijt niet wel wisten tot wien wij ons souden keren om daertoe te beroepen resolveerden wij een paerigh djtt Jaer geen verkiesinge te doen soo van auderlingen als diaken sullende de geene die hadden moeten aff-gaen nogh een Jaer blijven. 193
Den 3 Julij heeft Wilm Wilmse van Lienden sijne diaconije rekeningh gedaen van het voorleden Jaer, en heeft oock den Predicant op deselve tijt de sijne gedaen van de diaonije penningen onder hem berustende gelijck het een en ander kan werden gesien uijt hat diaconije rekenboeck.
Den 1 novemb[er] 1729. Hebbe het gelt gegeven te weten twee hondert en vijfftigh gulden aen Elbert Henderickse van Donselaer tot een gevestigh Capitael waertoe den Kkenraad mijn ordere had gegeven hebbende haer alvorens bekent gemaeckt dat ick daerover met hem en sijn vrouw hadde gesprocken en mijn versoght en daerover met den kkenraad te willen spreken, gelijck ick dan gedaen hebbe die sulcx hadden goet gevonden om dat gelt op die wijse te beleggen ten voordelen vande Diaconije.
1730 Den 18 meij is men getreden tot de gewoone veranderinge te maken jnden kkenraad en sijn met onser aller gemeene goetvinden verkoren tot auderlingen Nicolaes Wilmse de Kruijff en Gijsbert Janse en Tot Diaken Cornelis Elisse van Niekercken. Hadde bij gelegenthijt van onse bij eenkomste vergeten bekent te maken dat genoodsaeckt ben geweest met den diaken van linden die de huer gemaeckt heeft intestaen voor de huer van de kamer bewoont door Cornelis Gerritse van Sevenhuijsen Toebehorende Jan Aerdse van Niekercken evenwel soo dat den schout Vlaer als schout van Herdenbroeck schriftelijck heeft belooft ses gulden te sullen geven tot de selve huer en heeft selfs aengenomen vier gulden te sullen geven. Den 2 Julij heeft Wilm Wilmse van Lienden sijne diaconije Rekeningh gedaen gelijck jnt diaconije Rekenboeck kan werden gesien.
Den 18 Julij hebben de heren gedeputeerden van de Classis van Rhenen en Wijck volgens gewoonte besoght en door gods goethijt alles wel bevonden.
1731 194
Den 11 feb. hebbe de Broederen Diakenen bekent gemaeckt dat eijndelijck nae langh waghten die versekeringe hebbe gekregen door de Diakenen van Doorn ondertekent raeckende de kinderen van Cornelis Danielse op de Heuvel hebbende aende andere sijde wederom gegeven aen deselve diaconije op deselve wijse getekent en vande selven inhout voor de kinderen van Frederick Claesse
Den 3 Meij is men getreden tot de gewoone veranderinge inden kerckenraad te maeken en nae aenroepinge van des H hijligen naem heeft men Tot Auderlingh verkoren Jochum Janse Quind en tot Diaken Jan Cornelisse van Broeckhuijsen.
Den 14 Meij sijn de voorschrevene Personen in haere diensten bevestight.
Den 12 Julij hebben de heren visitatoren gedaen ondersoeck van den Toestant van deese Kercke en hebben alles door gods goethijt wel bevonden.
Den 9 septemb[er] Den godsdienst ten eijnde sijnde hebben de leden vanden kkenraad samen geroepen en haer bekent gemaeckt dat Simon Willemse voorgaende Diaken wel genegen was sijne diaconije rekeninge te doen dogh dat door toeval van sterfte van twee paerden etc niet in staet en was de penningen die meer ontfangen als uijtgegeven hadde ten eersten te konnen opbrengen, maer dat tot sekerhijt daer voor wilde stellen eenigh Elsen hout dat aenstaende winter over een Jaer soude gehackt werden sijnde dan vijff Jaerigh hout, waer voor te voren gehad heeft 105 gulden en opdat den armen niet te korte soude komen, wilde toekomende Jaer voor de selve haelen twee voeder Torff. dogh de Broederen schenen daerin niet alteveel genoegen te vinden waerom haer versogh dat eens in bedenckinge te willen nemen en haere meninge over agh dagen naeder te willen inbrengen.
Den 16 dito 195
De Broederen vanden kkenraad wederom samen geroepen hebbende, sijde ick dat Simon Willemse wederom bij mijn was geweest om te vernemen want den kkenraad op sijn versoeck hadde gesijd, waerop hem antwoorde dat sulcx over agh dagen in bedenckinge hadden genomen en dat soude konnen seggen nae het eijnde van den godsdienst sullende dan te samen komen om daerover naeder te delibereren, dogh dat al ter sijde hadde gehoort dat daermede niet te vreden waeren alsoo die tijt nogh soo langh was eer dat hout konde werden verkoght en de penn[ningen] daer van genoten ende hij sterffelijck en soo doende den armen daer bij schade konde lijden, waerop mijn sijde dat niet en twijfelde off sijn vrouw moeder de wed van Jacobus Teunisse soude daervoor wel borge willen blijven, dit seggende tegen de vergaderinge lieten haer dat welgevallen jndien de voorn[oemde] wed e daervoor wilde borge blijven, gelijck sij is gebleven.
Den 7 octob[er] heeft Simon Wilmse sijn diaconije reken[ing] gedaen en heeft die penn[ingen] te weten hondert en vijff gulden die meer ontfangen als uijtgegeven hadde in handen gehouden en daervan een obligatie gepasseert door hem en Maeghie wede van Jobus Teunisse van Hamersvelt ondertekent.
1732 Den 14 Meij is voor mijn en de Broederen diakenen verschenen Anthonie Janse van Lockhorst seggende dat hij hadde gehoort dat wij sijn vrouws moeder van woninge wilden doen veranderen en wel in de kamer van Elbert Henderickse van Donselaer, daer alrede woonde Henderickie Jacobs en sij bijde aud van Jaeren sijnde malkanderen niet soude konnen helpen, maer dat hij sijn vrouws moeder wilde aennemen tot haer doot toe te besorgen haer begraven en ons van alle toevallen wildle bevrijden, mits hem gevende alle Jaeren vijff en twintigh gulden, en hoewel het ons juist niet te veel scheen te wesen, soo hebben wij bij provisie hem belooft alle jaeren te geven twee en twintigh gulden, en jndien wij bij tijt en wijlen wat meerder ruijmte moghten krijgen door het sterven van aude menschen die nu tot merckelijck last vande diaconije sijn hem dan des sjaers vijff en twintigh gulden sullen geven, ondertussen beloven wij hebben dat halve jaer in welcke sij mogh sterven te sullen voldoen.
Den 22 meij Is men getreden tot de gewone veranderinge te maken inden kerckenraad en nae aenroepinge van des heren alderhijlighste naeme, sijn met algemeen goetvinden tot 196
auderlingen verkoren Gerrit de Bie, en Jacob Dirckse van Niekercken, en tot Diaken Wilm Wilmse van Lienden.
Den 2 Junij sijn de Beroepene Personen in haere Diensten bevestight.
Den 16 Julij sijn de heren gedeputeerden vande Classis van Rhenen en Wijck hier geweest en hebben nae den toestandt van dese kercke vernomen en alles door gods goethijt wel gevonden en is aen haer door mijn de penningen voor de noodlijdende kercken volgens quitansie gegeven.
Den 16 Julij Met kennisse vande Broederen Diaconen hebbe Cornelis van Werckhoven een obligatie doen tekenen waerin bekent uijt de verschene renten van het gevestight Capitael van twee hondert gulden in sijn huijs en land aende Diaconije schuldigh te sijn de some van hondert gulden, van welcke hondert gulden hij bij provisie geen renten sal betaelen tot ter tijt toe dat in beter staet sal sijn om dat te konnen doen, en het geene nogh meer uijt de verschene renten schuldigh was, is hem wegens onvermogen quijdgescholden.
Den 5 octob[er] heeft Cornelis Elisse van Niekercken sijne Diaconije Rekeningh gedaen als voorgaende Diaken ende de penn[ingen] die meer ontfangen hadde als uijtgegeven voldaen ende door mijn ontfangen.
1733 den 14 Meij sijn de leden vanden kerckenraad bijeen geweest om de gewonene veranderinge te maken, dogh alvorens gods naem hebbende aengeroepen sijn wij het alle eens geweest om d[it] jaer gene veranderinge te [72maken] 72
Woord ontbreekt door papierbeschadiging.
197
Den 5 Julij heeft Jan Cornelisse van Broeckhuijsen sijne diaconije Rekeningh gedaen gelijck uijt het diaconije Rekenboeck kan werden gesien. Den 15 Julij hebben de heren gedeputeerden vande Classis van Rhenen en Wijck onse kercke besoght en nae alles ondersoeck gedaen en door Godes goethijt alles welbevonden. Den 15 Novemb[er] hebben de Broederen diakonen bekent gemaeckt dat de Doghter van Cornelisie bij mijn was geweest die voornemens was haer moeder met sigh te nemen nae Eijselstijn daer sij woondt jndien wij voor haer beloven willen jntestaen het geene tot haer onderhout nodigh is, dat ick haer hebbe toegestaen dat vanden volgende jnhout is. verklare ick onderges[chreven] uijt naeme vande Diaconije, dat wij ons verbinden voor Cornelisie Wins doghter tot Eijselsteijn woont die haer medegenomen heeft om bij haer te wonen soo lange als het haer goetdunckt, dat wij haer ten allen tijden tot ons sullen nemen en daer sijnde sullen senden dat tot haer onderhout nodigh heeft soo als wij met haer doghter sijn affgesproken soo dat de diaconije aldaer geen last van haer te waghten heeft. hebbende met eene aen haer Doghter belooft jndien aldaer quam te sterven haer gelt tot een doodkist sullen senden.
1734 Den 25 april hebbe den kkenraad bekent gemaeckt dat al eenige rijsen aen mijn huijs was geweest Arien Cornelisse Pappelendam oock wel des selfs huijsv[rouw] Lijsbeth Jurriaense Venlo versoeckende een versekeringe van onderstant voor haere kinderen hier geboren alsoo tot overlangb[roeck] souden gaen wonen die wijgeren haer intenemen voor een aleer die versekeringe is gegeven waerop haer geantwoort hadde dat ick niet en twijfelen off onse kkenraad souden daertoe gewilligh jndien wij alvorens versekeringe van haer krijge van dat kint dat tot Overlangbroeck is geboren en met welcke sij tot ons gekomen sijn en dat den Predicant mijn in die tijt heeft belooft te sullen geven dat tot nogh toe niet en hebbe ontfangen dogh naedien sij ons beloven dat aenstonts te sullen geven soo haest wij haer die versekeringe hebben gedaen soo hebbe haer uijt naame van kkenr[aed] en diaconije dit naevolgende gegeven. Dese versekeringe (om te voldoen aende Diaconije van Overlangbroeck) gescheit nu voor de tweede mael, want de eerste is geschiet den 6 novemb[er] 1727. jn opsichte van de drie kinderen met welcke Lijsbeth Jurriaense Venlo die sij bij haer eerste man hadde gewonnen en die sij mede gebraght heeft jn die tijt doen tot overlangb[roeck] is gaen wonen met haer tweede man Arien Cornelisse Pappelendam, hebbende van daer (wederom tot ons komende wonen) een soontie mede gebraght tot 198
overlangb[roeck] geboren van waer wij die selve versekeringe verwaghten die wij aende Eerw. Kkenraad en Diaconije geven aengaende de drie vorige kinderen en van nogh een kint van het laetste huwelijck alhier geboren en gedoopt, belovende uijt naeme vande diaconije dat jndien deese kinderen bij eenigh toeval tot armoede vervielen, soo dat de hulpe van de diaconije van noden hadden, haer nae ons vermogen souden te hulpe komen dogh jndien wij die selve versekeringe niet en krijgen van het kint tot overlangb[roeck] geboren wij ons aen deese belofte nit en houwen en nimmermeer eenige hulpe van ons hebben te verwaghten.
Den 3 Junij Nae aenroepinge vandes H alderhijlighste naeme is men getreden tot de gewone veranderinge jnden kkenraad te maken en sijn met algemeen goetvinden van ons verkoren tot auderlingh Gijsbert Janse en tot Diaken Cornelis Ellisse van Niekercken.
Den 13 Junij Heeft den Predicant Do. Vollenhoven sijne Diaconije rekeninge gedaen van het geene hij van den 3 Julij 1729 ontfangen en uijtgegeven had als jnt diaconije Rekenboeck kan werden gesien.
Den 14 dito sijn de bovengenoemde Personen jn haere diensten waertoe beroepen waeren bevestight.
Den 15 Junij Hebbe ontfangen veertien gulden in voldoeninge van een Jaer landpoaght van een mergen land verschenen Petri 1733. en 1734 dat Claes Theunisse van Cothen hadde ontfangen van Aelbert Joosten voor Rekeningh van de diaconije hebbende de vorige Jaeren te voren ontfangen ende die tot dienst vande kercke besteedt gelijck te voren den kkenraad hadde bekent gemaeckt opdat ten allen tijden soude konnen werden bewesen dat door mijn niet waeren ontfangen.
Den 1 august[us]
199
heeft Jan Cornelisse van Broeckhuijsen gedaen sijn Diaconije Rekeningh als te sien is jnt Diaconije Rekenboeck.
Den 17 octob[er] hebben den Diaken van Lienden (alsoo Cornelis Ellisse niet tegenwoordigh was bekent gemaeckt dat Simon Willemse bij mijn was geweest die voordesen de overige penningen bij sijn diaconije Rekeningh schuldigh gebleven en belooft hadde deselve te voldoen met het gelt dat door het verkopen van eenigh hout aen Theunis Frederickse hadde te verwaghten die hij hadde gesproken en gesijd dat veertig off vijfftigh gulden op Rekeningh te willen geven dogh dat sulcx buijten kennisse vande Diaconije niet en geven alsoo den Predicant hem daerover aengesproken en belooft buijten die sijn kennisse niet te sullen geven. Waerom versoght dat hij dat gelt selfs mogh ontfangen om twee veerkoijen de kopen en dat hij ons een brieffie door den secretaris geschreven off door imand anders die daertoe maghtigh was soude ter hant stellen tot versekeringe dat die koijen de diaconije toebehoorden en buijten haer toedoen niet konde verkopen en leveren t welcke wij hem op die conditie hebben toegestaen.
Den 28 Novemb[er] hebbe de vergaderinge bekentgemaeckt dat bij mijn was geweest Jan Janse van Velpen de Jonge versoeckende dat den Kerckenraad haere toestemminge gelieven te geven soo verre haer reght en maght gaet om in sijn Vaders plaetse deselve kerckelijcke bedieninge met de jnkomsten daervan te mogen genieten gelijck de voorgaende heer Domproost heer van Diest en den tegenwoordigen de heer Roeters hem hebben togestaen gelijck blijckt uijt een Request dat daerover gepresenteert bij behandight en den kkenraad voorgelesen de Broederen vanden Kerckenraad sulcx hebbende horen lesen staen dat toe soo verre haer reght en maght daertoe sterckt gedaen in onse vergaderinge den 28 Nov. 1734. oock hebbe bij die gelegenthijt bekent gemaeckt dat aen mijn huijs was geweest Cornelis Gerritse Vernier versoeckende off den kkenraad eenige consideratie gelieven te nemen omtrent een aude schuld hebbende sijn vader jnden Jaere 1677 tachentigh gulden vande diaconije opgenomen en daerop al eenigh gelt in twee rijsen opgebraght soo datt er nogh twee en dertigh gulden aen onbreeckt en terwijle datter al eenige van haer sijn affgegaen en dat nu alleen voor hem en twee broeders moeste betaelt werden dat haer swaer vielden soo wensten wel een wijnigh affslagh van die penningen Den kkenraad dat overwegende vondt de minste reden niet van dat toetestaen en oordelden dat sulcx niet hadden behoren voortestellen alsoo dat gelt en dat soo lange sonder renten te betalen hadde genoten. 200
[1735]73 Den 19 Meij Nae aenroepinge van des heren naeme soude men volgens gewoonte treden tot de gewone veranderinge op die tijt te maecken inden kerckenraad soo jnt verkiesen van auderlingen en diakens, dogh wij hebben met algemene toestemminge om redenen goet gevonden dit jaer geene veranderinge te maken, soo dat die leden die anders souden sijn affgegaen nogh een jaer in haere bedieninge sullen blijven, en nae dancksegginge aen den almaghtigen gedaen te hebben sijn wij geschijden.
Den 26 Meij hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat al een en andermael aen mijn huijs was geweest een doghter (genaemt Lijsbeth) van Dierck Doreweert voordesen hier molenaer geweest, hebbende bij haer een jonghm[an] met wien sij soude trouwen wonende soo sij voorgaven tot alphen, seggende niet te konnen trouwen voor en aleer wij haer een brieffie gaven van versekeringe indien tot armoede verviele wij haer onderstand souden doen de vergaderinge oordeelt sulcken versoeck geheel ongegrondt te sijn, terwijle sulcx wel aen auders geschiet wanneer als die met haer huijsgesien van klijne kinderen van hier elders henen vertrecken, gelijck voor haer vader en stieffmoeder en haere kinderen is geschiet, maer dat sulcx nimmermeer gevordert off gegeven werd aen kinderen die tot haere jaeren sijn gekomen en die elders henen sijn getrocken om te dienen en daer komen te trouwen
Den 19 Junij hebbe den kkenraad en eenige leden uijt haer en Broederen de Diakenen bekent gemaeckt dat aen Gerrit de Bie als kerckmeester uijt de penn[ingen] vande diaconije voor nodige reparatie die der aende kerck en Predicants huijs geschiet was sestigh gulden hadde gegeven die hij off een volgende kerckm[eester] bij de eerste gelegenthijt en soo haest hem doenelijck was weder soude geven.
Den 3 Julij heeft Wilm Wilmse van Lienden sijne diaconije Rekeninge gedaen van het voorleden Jaer alsoo nogh een als audste diaken is in sijn dienst en gebleven en gecontinueert. 73
Jaartal ontbreekt.
201
Den 17 Junij hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat op aenstaende woensdagh den 20 dito de heren gedeputeerden souden komen volgens gewoonte om de kercke te besoecken. en bij die gelegenthijt vergadert sijnde voorgelesen het geene de heer Davervelt predicant tot Overlangbroeck mijn hadde toegesonden tot versekeringe van het kint dat tot Overlangb[roeck] was gekomen van Arien Cornelisse Pappelendam en Lijsbeth Jurriaense Venlo bij toeval van armoede voor het selve sorgen te dragen, dat bijde obligatien hebbe gelijd de Diaconie toebehorende.
Den 13 Novemb. hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat bij mijn waeren geweest Een Broer en een swager van Marghie Roeloff onlangs overleden in ons arme huijs daer sij woonde naelaetende vijff kinderen, seggende dat voornemens waeren alle die kinderen nae haer te sullen nemen om die te besorgen en optevoeden, en dat sij alle de goederen door haer naegelaten (met onse bewillinge) souden verkopen dogh naedien sij oock sterfelijck waeren ende derhalven van onvermogen konden werden omse alle op te brengen, versoeckende derhalven bij diergelijcken gevallen off de diakonije haer dan wel soude willen te hulpe komen en versekeringe wilden geven jndien de een off andere kercke swarighijt moghten maeken om die onder haer aentenemen, het welcke wij soo wel t eene als het andere hebben toegestaen.
1736 Den 18 meert hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat bij mijn was geweest Jan Janse van Velpen de Jonge tegenwoordige Coster, versoeckende uijt de penningen vande Diaconije te mogen hebben drie hondert gulden om het te laeten vestigen jn het huijs en erve daer hij woonde, dat hij meende te kopen, dat ick de Broederen in bedenckinge gave tot over agh dagen om dan te besluijten wat daerin souden doen.
Den 25 dito over dat vorige versoeck vergadert sijnde, hebben wij sulcx toegestaen uijt consideratie dat het de Coster was want jndien sulcx aen een ander verkoghte hij en wij verlegen souden sijn niet wetende waer hij wonen soude en tot den godsdienst en 202
om school te houden nodigh was datter een Coster moeste sijn, hebbende hem sulcx gegeven tegens den jnterrest van drie ten hondert en alsoo alle Jaeren nege gulden hebbende oock toegestaen den veertighsten Penningh en het geene daertoe behoort te betaelen dat te samen is geweest nege gulden en vier stuijv[ers], en naedien bij provisie verlegen was de verschene Renten te betaelen aen den Eijgenaer van dat huijs soo is hem toegestaen vijff en twintigh gulden boven het voorn[oemde] Capitael, dat hij belooft heeft jn gelt weder te sullen off bij affkortinge van het leren van arme kinderen en bij t begraven van menschen die door de diaconije werden begraven. Welcke penningen alle den Predicant uijt de diaconije penningen onder sijn E. berustende heeft gegeven.
Den 10 Meij nae aenroepinge van des H hijligen naeme is men getreden tot de gewone veranderinge te maecken jnden kkenraad en is met eenparighijt van stemmen beroepen tot auderlingen Jan Cornelisse van Broeckhuijsen en Simon Wilmse van Aghterbergh. en tot Diaken Cornelis Gerritse de Bie.
Den 21 dito sijn de voorgenoemde Personen jn haere Beroepene diensten bevestight.
Den 1 Julij heeft Wilm Wilmse van Lienden sijne diaconije Rekeningh gedaen van het voorlede Jaer als Diaken als blijckt uijt het diaconije Rekenboeck.
Den 2 Julij is hier de kerckelijcke visitatie geschiet door de heren Predicanten gedeputeerden vande Classis en alles wel bevonden.
26 augus[tus] hebbe de Broederen Diakenen bekent gemaeckt dat bij mijn was geweest Aeltie Doghter van Henderick Gijsbertse voor wien wij eenige Jaeren de huer off jnt geheel off ten delen hebben betaelt aenden Heer van Sterckenborgh en de ongelden aen mijn heer Vlaer en wel wiste (haer vader dood sijnde) dat nu niet meer soude 203
geschieden maer dat sij dat selfs horende wenste dat de Diaconije daer voor van Jaer tot Jaer Borge wilde blijven alsoo het dien heer anders aen haer niet soude willen verhuren en dat sij belooffde voor het een en ander dat door de diaconije was betaelt sorge te sullen dragen te meer om datter een night van Wijck bij haer soude komen wonen die weder tot de huer soue betaelen. het welcke de Broederen horende daer in hebben bewillight. hebbe van het een en het ander den volgende donderdagh sijnde den 30 august[us] met de heer Vlaer (die hier bij het gereght gekomen was) gesproken en kennisse gegeven en versoght sulcx aen den heer van sterckenborgh te willen bekent maken die sijn Eerw. oock versoght hadde daerover met mijn te spreken dat sijn E. heeft aengenomen, als oock een huerseel daervan te maken die door Aeltie sal werden ondertekent en onse diaconije daerin als Borge sal werden gestelt van Jaer tot Jaer, soo dat sij op haer tijt niet betaelende wij alle Jaeren daervan konnen ontslagen sijn.
1737. Den 30 Meij is men getreden om de gewone veranderinge te maken jnden Kerckenraad, en nae dat men de naeme des alderhooghsten hadde aengeroepen heeft men met eenparige stemmen beroepen tot auderlingh Jochum Janse Quind, en tot Diaken Henderick Gerritse Vernier.
Den 10 Junij sijn de bovengenoemde Personen in haere Beroepene Diensten bevestight.
Den 26 dito is hier de kercke visitatie geschiet door de heren Predicanten gedeputeerden vande Classis van Rhenen en Wijck en alles wel bevonden.
Den 18 Aug. hebbe de Broederen Diaconen bekent gemaeckt dat genootsaeckt ben geweest de Diaonije offte de Kercke van Oesgeest versekeringe te geven voor het kint van onse gewesene molenaer Henderick Henderickse van Blommendael dat jndien het de vrienden aldaer niet langer wilden off konden houden wij het als dan nae ons souden nemen, en besorgen soo veel als in ons vermogen is.
204
Den 6 octob[er] heeft Cornelis Ellisse van Niekercken sijne diaconije Rekeninge gedaen ende Penningen die meerder ontfange hadde als uijtgegeven, voldaen, die ten dele van den Predicant en ten delen bij Cornelis Gerritse de Bie als Regerende diaken sijn ontfangen als blijckt uijt sijne Diaconije Rekeningh.
1738 De 15 Meij is men getreden omde gewone veranderinge te maken jnden kkenraad, en nae dat men alvorens de naeme des H hadde aengeroepen heeft men met eenparige stemmen beroepen tot auderlingen beroepen Gerrit de Bie en Wilm Wilmse van Lienden en tot Diaken Teuis Janse vander Burgh. Den 26 Meij sijn de voorgenoemde Personen jn haere Diensten elck inde sijne bevestight. Den Junij hebbe de Broederen Diakenen bekent gemaeckt dat ick volgens voorgaende affspraeck het jonghste Doghtertie van Cornelis van Sevenhuijsen hebbe verhuert aen …. Belovende aen onse sijde haer te sullen besorgen van klederen, en het schoolgelt te betaelen en ses gulden toe te geven het Jaer ten eijnde sijnde off wat meer sonder bepalinge hoeveel meer. Den 13 Julij heeft Cornelis Gerritse sijn Diaconije Rekeningh gedaen als jnt Diaconije Rekeningh is te sien. Den 23 Julij hebben de heren gedeputeerden onse Kercke besoght en alles wel gevonden.
Den 7 septemb[er] De diakonije heeft met goetvinden en voorgaende overlegh met mijn twee kinderen inde kost besteet van Cornelis van Sevenhuijsen Een Meijsie genaemt Maria bij Trijntie Gerritse Vernier Elck jaer twintigh gulden en een soontie genaemt Jacobus bij Henderick Gerritse Vernier tegenwoordigh Diaken elcke Jaer voor ses en twintigh gulden, sullende jngaen met allerhijligen off den eersten Novemb[er] dogh die welcken die sij van nu tot die tijt daer hebben gewoond sal haer met den eersten novemb[er] werden betaelt.
Den 7 decemb[er] hebbe de vergaderinge bekent gemaeckt dat naedemael het den almaghtigen heeft behaeght een van onse Regerende Auderlingen met naeme Gerrit de Bie in sijn 205
euwigh koninckrijck over te brengen, off niet nodigh was des selfs plaetse te vervullen met een ander weerdigh lit uijt de gemeente off schoon het nu de gewoone tijt van verkiesinge niet en was, alsoo datter gevallen konden voorkomen jn welcken dat het nodigh was dat des selfs plaetse was vervult, welck voorstel de leden die tegenwoordigh waeren heeft behaeght, en hebben daertoe den tijt vast gestelt van dat te doen heden agh dagen sijnde den veertienden van dese maend.
Den 14 Decemb. Nae aenroepinge van des H. naeme is men (volgens voorgaende Resolutie) getreden tot de verkiesinge van een nieuwen auderlingh, en is met eenparighijt van stemmen daertoe verkoren Jacob Dirckse van Niekercken.
1739. Den 1 Janrij is Jacob Dirckse van Niekercken jn sijn Dienst bevestight.
Den 1 Meert hebbe de Broederen van den kkenraad bekent gemaeckt dat haer Ed. Mog. de staten van Uijtrecht mijn hebben ontslagen van mijn predickdienst, op een Request door den welgeb[oren] Heer Bodaen opgestelt op mijn versoeck gepresenteert tonende daerin mijn onvermogen om sulcx langer te connen waernemen, soo dat de Plaets daer door is vacant verklaert, waerom een uijt haer sal moeten gaen nae de Classis die tot Wijck staet gehouden te werden den Meert om sulcx bekent te maken, en met eene te versoecken dat sorge gelieft te dragen dat de Predickbeurten mogen werden waergenomen beginnende met de eerste sondagh nae paschen, sullende nogh tot die tijt toe door godes hulpe ende hulpe van naeburen de selve nogh waernemen. Den 27 Meert hebbe ick mijne rekeninge gedaen vande Diaconije penningen soo van het gene ick ontfangen als uijt gegeven hebbe als uijt het diaconije rekenboeck blijckt, welcke penningen die meer ontfangen als uijtgegeven had onder mijn sijn in bewaringe tot die tijt toe dat ick last krijge van den kkenraad om die overtegeven.
Acta Syndrii Extra-ordinaris gehouden in de Kerke van Nederlambrok den 8 Junij 1739.
206
Gods naam aangeroepen sijnde en alle de Leden praesent, hebben in dese v[er]gadering als Consulenten sessie genomen Do Daverveld praed[ikant] te Overlangbroek en Do van Wijk praed[ikant] te Driebergen Art 1. is gelesen t Appointement op ’t Request des Kerkenraads waar bij Hun Ed: Mog: geven permissie om eene praedicant te dispaereren. Art 2. Met eenparigheid geresolveert sijnde vooraf een Nominatie van tween te maken, is daarop met eenparigheid van stemmen uijtgebragt dit tweetal Do Johannes Wammarus Temminck prop: onder ’t E. Classe van Cuijlenborg Do Johan Daniel Bender prop: onder t Eerw: Classis van Utrecht. Art 3. Alle de Leden besloten hebbende heden, tot de Dispectie voortevaren, betuijgen geen keru te weten tusschen voorschr: genomineerde, en v[er]staan derhalve eenparig om v[er]scheide redenen dat men in desen sijn toevlucht sal nemen tot ’t H: Lot, om door dat middel een te Dispiereren. Art 4. dewijl de Kerkenraad bij ’t voorsch: persisteren, is, eer men tot ’t Lot gekomen is, Gods Naam wederom aan geroepen over dit Heilig Werk, en daarop de Lotinge v[er]rigt en is ’t Lot gevallen op Do Johan Daniel Bender, om nadat de Dispectie bij Hun Ed: Mog: sal sijn geapprobeert, tot ordinaris Herder en Leraar Beroepen te worden, De Kerkenraad v[er]blijd sig in desen en berust in den weg van Gods voorsienigheid. Art 5. Dese gedane dispectie sal aan Hun Ed: Mog: ter approbatie werde gepraesenteert, en aan den Gedispireerden per Missive worde bekent gemaakt quod factum Art 6 t voorschr: gearresteert en geresumeert sijnde is dese v[er]gadering met danksegging tot God, gescheiden Quod Testor H:V:WIJk V:D:M: te Driebergen 207
Acta Syndrii Extra-ordin: gehouden in de Kerke van Nederlambroek Den 22 Junij 1739. Gods Naam aangeroepen en alle de Leden praesent, bevonde sijnde hebben de Consulenten wederom sessie genomen Art 1. is gelesen de Approbatie van Hun Ed Mog: op de Dispectie gemelt in den 4 de Art van de vorige acta Art 2. Na gedane Omvraag is met Eenparigheid beroepen den Wel Eerw: Here Johan Daniel Bender tot Ordinaris Herder en Leraar Deser Gemeinte. Art 3. de gedane Beroeping sal ten spoedigste ter Approbatie aan Hun Ed: Mog: worde gepraesenteert. Art 4 Na gedane resumptie is de v[er]gadering met Danksegging geschiede Q:T: H:V:Wijk
Acta Synedrii Extraordinarii gehouden inde Kerk van Neederlang Broek den 6 December 1742 Des Heere H. Naam aangeroepen sijnde werden praesent bevonden Gijsbert Janssen van Doorn Cornelis Elisse van Nijkerke74 Gijsbert Lodder Hannes Gerritse de Bie75
74
Achter deze beide namen staat ‘Ouderl:’.
75
Achter deze beide namen staat ‘Diaconen’.
208
Jacob Dirkse Willem van Linde76 Theewes Janssen van der Burg Oud Diacon NB Was absent de WelEd Heer G. Boudaan Ouderl. Als Consulenten hebben sessie genoome D. Henricus van Wijk. Pred[ikant] te Driebergen D. Hubertus Zaunslifer Pred. te Coote Art I Het Appointement tot handoopening geleesen sijnde is nae gedaene omvraeg met meerderheijd van stemmen goedgevonden met de Dispectie voort te gaen en daer toe een 3tal te nomineeren. Dog Hier teegen protesteerden 2 Ledden namelijk Jacob Dirkse en Willem van Linden die ook daerom uijt de Vergadering gegaan sijn Art II Bij de overige praesente 5 Leeden is dit 3tal met eenpaerigh[eid] van stemmen uijtgebragt. namelijk D. Wemmerus Johannes Temmink Predikant te Kortgene D. Wernard Schutter Pred. te Werkhooen D. Johannes Menso Pred. te Bunnik Art III Hier uijt is gedispicieert D. Wemmerus Johannes Temminck Pred. te Kortgene onder de Clasiss van Walcheren Art IV En is t Request tot Approbaatsie van de gedaene Dispectie gegeeven aen H.G. de Bie Dicon om t bij haer Ed. Mog in te leeveren Art V T Voors. gearresteert en geresumeert sijnde is de Vergaedering met dankzegg. tot God gescheijde Quod Testor H:Zaunslifer
76
Achter deze beide namen staat ‘oud Ouderl’.
209
Acta Synedrii Extraordinarii gehouden inde Kerk van Neederlangbroek den 4 Januarij 1743 Des Heere H Naam aangeroepen sijnde wierden praesent bevonden alle de Leeden uijtgesondert Cornelis Elisse van Nijkerk die weegens siekte absent was En hebben de Consulenten wederom sessie genoomen Art 1 Js geleesen het Request van Do Bender aen haer Eedelmog. en gedelibereert wat men berigten soude ingevolgen het appointement van Haer Eedelm. in dato den 7 decemb[er] 1742 En is een Berigt voorgestelt luijdende als volgt Om te voldoen aen Ued. Moog. hoogst Geeerde beveelen van den 7 December 1742 geappo[i]nteert op de Reqte van Johan Daniel Bender (bij haer Eed. Mog. de Heeren Staeten s Lands van Utrecht Weegens swaere besoeking voor Emeritus Predikant van Neederlangbroek verklaert) waer bij te kenne geeft dat hij supplnt door de voorsienigheijd Gods wederom soo verre herstelt was (gelijk thans alomme bekent is) dat sig haest in staet soude bevinden om den H. Dienst te sullen kunen waerneemen, versoekende derhalve dat Ued Mog. de verleende handoopening geliefden op te heffen of een dispectie gedaen sijnde deselve in advis te houden hoopende met hert en ziel door Ued Mog in sijn oude gemeijnte van Neederlangbroek herstelt te worden Waer op Ued Mog gerequireert hebben berigt van de Kerkenraed en van de Consulenten houdende inmiddels alles in state Weshalven de Onderges[chreven] de Eer hebben van aen Ued Mog[ende] te berigten, dat den supplnt seedert sijn bevestiging tot aen desselfs jndispositie toe sig altoos als een weerdig Predikant heeft gedraegen, en daerom des te smertelijker voor sijn Gemeente geweest den selve soo swaerlijk besogt te sien. Waerom dan de Kkraed sig genoodsaekt gevonden heeft om aen de Classis van Rheenen en Wijk te versoeken om geduurende de jndispositie den Dienst te Neerlangbroek waer te neemen en den bedroefde toestand van den supplnt aen haer Eed[el] Mog[ende] voor te draegen en te versoeken dat denselve voor Emeritus predikant mogt werden verklaert gelijk haer Ed Mog sulks ook goedgunstiglijk hebben gelieven te accordeeren met een jaerlijks pensioen van f 400 Guldens En dewijl de supplnt tot groote blijdschap van een ijder nu weederom herstelt is en in staet om den H. Dienst te kunnen waerneemen volgens overgegeeven Requeste, en dat van de eedelmoedige en genereuse gedagten is van niet te willen jonisseeren van gem[elde] Tractement sonder dienst te doen en er in staet toeteweesen gelijk wel doen souden die mindere last tot de verkondiging vant Euang[elium] hebben soo vinden de onderges[chrevenen] sig verpligt in aanmerkinge van des supplnts eedelmoedige aanbiedinge denselve voor haer wettige predikant en meedebroeder 210
wederom te ontfangen indien Ued. Mog. desselfs versoek sullen gelieven te accordeeren Dit Berigt is geteekent door den Heer G. Boudaen Ouderl[ing] Jacob Dirkse en Willem van Linden Oudouderlingen En van de Consulenten Art 2 Het voors. gearresteert en geresumeert sijnde is de vergadering met Danksegg[inge] tot God gescheijde Quod Testor H. Zaunslifer77
77
Hier stoppen de notulen van dit boek. Wat volgt zijn een predikantenlijst, lijsten van kerkenraadsleden en extracten uit de acta.
211
Gereformeerde Predicanten in Neder-Langhbroeck 1 Antonius van Bemmel, dewelcke het Pausdom v[er]laten heeft, en[de] in sijne bedieninge alhier gecontinueert is. 2 Albertus Johannis. 3 Christianus ab Oij, beroepen tot den Kerckendienst alhier anno 1604 ende overleden anno 1636. 4 Johannes Dunganus beroepen tot den Kerckendienst alhier anno 1637 ende overleden 1638. 5 Andreas Essenius L.A.M. daer na ook Doctor Theologiae bevestight tot Predicant den 13 Decembris des jaers 1640. Is beroepen tot den Kerken-dienst te Uitrecht en van den Kerkenraed dezer Gemeinte, en Classe van Rhenen-Wijk ontslagen den 30 Julij 1651. 6 Johannes Thus Ultrajectinus. bevestigd den 21. Decemb. 1654. 7 Guilielmus Mas bevestight den 19 Maij 1673. en[de] beroepen tot den kerckendienst tot Wijck. 8 Petrus van Vollenhoven bevestight den 26 Janrij 1690. emeritus geworden Johan Daniel Bender bevestigt den 20 Septemb 1739 emeritus geworden 1756 en in dat jaer overleden Cornelius van der Nieburg bevestigt den 12 september 1756 beroepen en vertrokken naer Jngen; hebbende zijn afscheijd gepredikt den 22 Novemb. 1761. ’t Compleete register is te vinden in het nieuwe actaboek van den Kerkenraad van 1806. agter aan.
212
Ouderlingen en[de] Diaconen in Neder-Langhbroeck volgens den tijt harer bevestinge. Siet van de ordre harer bedieninge insonderheijt de handelingen van den 15. Junij en[de] den 20. Julij 1645. Ouderlingen
Diaconen
Den 17. Julij 1642. Conradus Borre van Amerongen, Heere
Jan Janssz Timmer
Van Sandenburgh, &c.
Cornelis Volckerss Timmerman
Den 7 Julij 1644. Jan Jansz Timmer
Jacob Hendricxsz Gijsbert Jansz Timmer
Den 10 Maji 1646. Cornelis Volckersz Timmerman
Jan Hendricxsz van Waveren
Den 30. Maji 1647. Gijsbert Jansz Timmer
Cornelis Jansz Verweij
Den 22. Maji 1648. Hendrick Berentsz van Waveren
Peter Jansz van Velpen.
Den 14. Maij 1649. Jacob Hendricxsz
Teunis Teunisz Haeyr-man
Den 30. Junij 1650. Cornelis Volckersz Timmerman
Cornelis Jansz op den Heuvel.
Den 8 Junij 1651 Gijsbert Jansz Timmer
Cornelis Jansz van Pappelendam
Den 7 Junij 1652 Hendrick Barentse van Waveren
Peter Janssen van Velpen
Den 30 Maij 1653 De Wel-Edele Heer Godert de Koning tot
Teunis Teunissen Hairman 213
Rodestein Js het get der Ouderlingen Ao 1654 met een persoon vermeerdert Cornelis Volkersse
Teunis Aertszen
Jan Hendrikze van Waveren Ao 1655 Cornelis Janssen van Pappelendam
Gerrit Volkersse
Ao 1656 Hendrik Barentse van Waveren
Teunis Claessen
Peter Janssen van Velpen Ao 1657 Teunis Teunisse Haeyrman
Cornelis Janssen Timmer
Ao 1658 Jacob Hendrikze
Willem Volkkersse
Cornelis Roelofzen Ao 1659 Cornelis Janssen Pappelendam
Teunis Aertssen
Ao 1660 Hendrik Barentse van Waveren
Teunis Claessen
Peter Janssen van Velpen Ao 1661 Willem Volkersse
Hendrik Janssen van Waveren
Ao 1662 Cornelis Janssen van Pappelendam
Frans Adriaensche Drost
Cornelis Roelofzen Ao 1663 Peter Janssen van Velpen
Adriaen Rochussen Hoogeboom 214
Ao 1664 Willem Volkersse
Jan Petersse van Velpen
Teunis Claessen Ao 1665 Hendrik Janssen van Waveren
Aert Volkersse
Ao 1665 Cornelis Janssen Pappelendam
Antoni Cornelisse van Nieuw-Kercke.
Cornelis Roelofzen Ao 1667 Peter Janssen van Velpen
Jan Cornelisse de Jonge
Ao 1668 Willem Volkersse
Gerrit Wulphertsse dewelke Ao 1669 na Seijst vertrocken is.
Teunis Claessen Ao 1669 Cornelis Janssen van Pappelendam
Johannes Gijsbertsse Vernoij Godert Willemsse van Oostveen met een jaer afgaende.
Ao 1670 Peter Janssen van Velpen
Cornelis Gerritssen
Aert Volkertsse Ao 1671 Huijg Petersse
Arien Cornelissen Pappelendam
Namen der Ouderlingen en[de] diakonen gedurende den dienst van D. Wilhelmus Mas Predicant alhier. Ao 1673 sijn gevonden en[de] gecontinueert in hare respective bedieningen 215
Ouderlingen
diakonen
Peter Jansz van Velpen
Arien Cornelisse Pappelendam
Willem Volckertsz
Aris Jansz Spickhorst
Ao 1674 Johannes Gijsbertsz Vernoij
Roelof Cornelisz
Gijsbert Hermsz Vernoij 1675 Aert Volckertsz
Willem Rijcksz
1676 Peter Jansz van Velpen
Arie Cornelisz Pappelendam
Aris Jansz Spickhorst 1677 Anthonis van Nijkercke
Hendrick Jansz van Harderwijck
1678 Gijsbert Hermsz Vernoij
Arien Gerritsz van Velpen
Willem Rijcksz 1679 Aart Volckersz van Nijkercken
Cornelis Gijsbertsz de Bie
1680 Peter Jansz van Velpen
Jan Joachimsz Quint
Arien Cornelisz Pappelendam 1681 Roelof Cornelisz
Henrick Jansz van Harderwijck
1682 Gijsbert Hermsz Vernoij
Jan Hermsz van Bemmel
Willem Rijcksz 216
1683 Aerdt Volckertsz van Nijkercke
Cornelis Aertsz Buijs
1684 Arien Cornelisse Pappelendam
Willem Willemsz van Lienden
Arien Gerritsz van Velpen 1685 Aris Jansz Spickhorst
Jan Joachimsz Quint
1686 Cornelis Arisz Buijs
Dirck Aertsz van Nijkercken
Henrick Jansz van Harder-wijck 1687 Arien Cornelisse Pappelendam vertrocken
Cornelis Gerritsz van Nier
na Doorn 1688 gecontinueert Cornelis Arisz Buijs
Jan Cor[neli]s Blanckesteijn
op nieuw vercoren Aart Volckertsz van Nijkercken Willem Rijcksz
Register van ouderlingen en diaconen van 1806 en vervolgens is te vinden in het nieuwe actenboek van den Kerkenraad van Nederlangbroek agter aan.
217
Extract uijt de Acten en aanteekeningen van de Kerke van Nederlangbroek
1642 den 28 Julij is de eerste Kerkenraed verkoren, 2 Ouderl. en 2 diaconen. P. 2. Alle zondaegen kerkenraed houden p.3. Alle Leden in den Kerkenraed versuijmen op poene an 3 st. p.6. voor de huijsbezoeking zijn de naemen de Ledemeten opgelezen Jbid. Alle drie weken Zondags kerkenraad houden, en als er gelegenheijd is de Kerken order voorlezen p.4. De koster mag in de Kerk geen briefjens af lezen van op zondaegen iets te verkopen of verpagten p.5. te delibereren om vermeerdering van Costers tractement p.6. Het geregt en de geerfdens zoude deze zaek gerecommandeert worden Een ouderling nae de classis zenden en de Kosten daerover78 loopende te vinden aen de nkomsten van de kerk of uijt79 gecollecteerde bij de begraefenissen. p.8,9. Of uijt den renten van een diaconie Capitael. p.9. t gecollecteerde bij begraefenissen is ter reparatie van de kerk toegestaen. p.9. voor de noodlijdende kerken is deze plaetse gestelt op tien gulden. Jbid. 15 gl. p.15. p.13 viermael ’s jaers avondmael houden en wanneer p.9 zijn de predikant en schout van Doorn verzogt en verschenen in de kerkenraad tot correspondentie over een zaak p. 10, 14. t geregt is verzogt om den Koster te gelasten school te houden is ’t getal van ouderlingen en diaconen beijde vermeerder tot drie van elk. p.16. Het bode-ampt is met het koster ampt saemengevoegt p.? Twee ouderlingen en 2 diacon[en] zullen actueel in dienst zijn maer de Laest af gegaene ouderling en diacon de vergaedering met advies en hulpe dienen, des verzogt zijnde p. 20,21.
78
Laatste deel van dit woord ontbreekt door papierbeschadiging.
79
Idem.
218
Armen busse 24 De Koster moet lezen nevens een cap. uijt de bijbel v.m. den 10 geboden, n.m. de Artic[elen] des geloofs. 80
de Koster 6 weken gecensureert van den dienst 31
bij gelegentheijd Donderdaegs prediken om den kinderdoop niet uijt te stellen 41 Een der ouders van onegte kinderen moeten den doop komen verzoeken 76 bij de aantekening van huwelijken moet een audeling of diaken praesent zijn 96 Alle attestatien moeten getekent worden uijt last en naeme de KK daer de KK een generaele last toe heeft 45.
80
De rest van deze tekst staat een pagina hiervoor. Ik heb de pagina’s verwisseld in deze transcriptie.
219