NT00335_5
Nadere Toegang op de inv. nr 5 uit het archief van het Nederlands Hervormde Gemeente te Wijk bij Duurstede, 1592-1961 (335)
F. Gunther en E. Verhaar Juli 2015
Inleiding
Het betreft hier een complete transcriptie van de kerkenraadsnotulen van de Nederlandse Hervormde Gemeente te Wijk bij Duurstede van 1801-1864. Het origineel is te raadplegen in de studiezaal van het Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht in Wijk bij Duurstede onder vermelding van het toegangsnummer (335) en het inventarisnummer (5).
2
Transcriptie
[1r] [in de marge] Present ds. Raland; ouderlingen De Ruijter, Van Bern, Du Bois, Van Schaik, De Kof, Bonebakker; diaconen D. Kloot, De L’Orme Zondag 3 maij 1801, de eerwaarde kerkenraad gewoon vergaderd. De vergaderinge door dominee preses met gebeede geopent zijnde Artikel 1. werden de voorige handelingen des kerkenraads geresumeerd en de essensie daarvan in actis geapprobeert. 2. Is op het voorgebragte deezen aangaande goedgevonden dat de met Pinxteren aanstaande zullende aftreeden oudsten diacon Kloot de als dan aankoomende oudste broeder diacon De L’Orme tot het doen der bedeelinge naar vermoogen met penningen zal subsidieeren. 3. De ouderling Van Schaik wierd verzogt en gecommitteert, om met M. Kroon over het doen zijner laatste diaconije reekening te abruteeren en hem te kennen te geeven, dat de vergaderinge gaarne zouden zien, dat deeze reekening binnen zes weeken na dato deezer ter tafel werd geproduceert. Men scheijde dankend. [in de marge] Collegio pleno exceptis broederen ouderlingen Van Schaik en De Kof Donderdag Heemelvaartdag 14 maij 1801. De kerkenraad ordinair vergaderd tot verkiesen leeden in plaatse van de afgaande. Nadat de vergaderinge met gebeede tot Godt [1v] was geopend, Artikel 1. ging men over tot het verkiezen van nieuwe leeden, met Pinxteren aanstaande zullende in dienst treeden en wierden in plaatse van de afgaande ouderlingen, broederen Van Bern, De Ruijter en Du Bois verkoren tot ouderlingen broederen IJsbrand Bruin, Wouter van der Meijden en Reijnier Kloot en in plaatse van de afgaande diacon Dirk Kloot tot diacon broeder Johannes Würster 2. De verkoozene broederen hiervan door den koster in naam der vergaderinge zijnde kennis doen geeven, hebben zittens vergaderinge te rug doen boodschappen bereijd te zijn de posten waartoe hun eerwaarden thands verkoozen te zijn, te aanvaarden. De vergadering vernam zulx met hertelijk genoegen, bedankte de afgaande broederen voor het werk hunner lievde geduurende hun bestier ten welzijn deezer gemeente betoont, wenschte hun ’s heemels beste zeegeningen, dankte den Almachtigen en scheijde. [2r] [in de marge] Presentibus omnibus. Zondag 7 junij 1801 de kerkenraad ordinair vergaderd. De vergaderinge met gebeede geopend zijnde. 3
1. Wierd beneevens ds. Raland ad classem, in deezen maand alhier zullende gehouden worden, gecommitteerd de ouderling Van Schaik, loco en op verzoek van broeder Bruijn gesubstitueert Van der Meijde. Men scheijde Godt dankende. [in de marge] Present ds. Raland; Van Schaik, De Kof, Bonebakker, ouderlingen; De L’Orme, Wurster, diaconen Zondag 5 julij 1801 de kerkenraad gewoon vergaderd. Na dat de vergaderinge met gebedt was geopend, wierden Artikel 1. de voorige ongeresumeerde acta geresumeert en gearresteert 2. Is op het voorgebragte van broeder Bonebakker als administreerende kerkmeester weederom gedaan uijtlootinge van capitaalen ten lasten van de kerk loopende in portien van f 100,-,- genegotieert en is bij blinde lootinge de aflossinge ten deele gevallen aan de heer Nikolaas van Bern. 3. Men hield censura morum en vond niets nieuws berispelijks. [2v] 4. Tot het doen der huijsbezoek voor het aanstaand Avondmaal beneevens ds. Raland gecommitteerd broeder Bruijn, gesubstitueert broeder Van der Meijde. 5. De vergadering wierd voorts na dankzegginge gescheijden. [in de marge] present ds. Raland; Van Schaik, Kof, Bonebakker; De L’Orme, Wurster, diaconen Woensdag 8 julij 1801 de kerkenraad extraordinair vergaderd tot het ontvangen van domini deputati classis tot het doen der kerkenvisitatie. Na dat de vergaderinge met gebeede was geopend Artikel 1. Stonden ter deezer vergaderinge binnen ds. Budding, ds. Decker en ds. Rensen, respective predikanten te Driebergen, Hagensteijn en Houten, wenschende ’s heemels beste zeegeningen over deeze vergaderinge, deede onderzoek als daar toe door de eerwaarde classis van Rheenen en Wijk gecommitteert na den toestand der kerke te midden onzer, vonden alles in orde, naamen zeegenend afscheijd onder reciproque zeegenwenschen, hun eerwaarden door dominee praeses naamens deeze vergaderinge. Men stelde hun eerwaarden ter hand f 2, 4, - . voor de noodlijdende kerk en f 2 - , - voor wagenvragt, dankte Godt en scheijde. [3r] [in de marge] present ds. Raland; De Koff, Bonebakker, Van der Meijden, R. Kloot, ouderlingen; De L’Orme, diacon Zondag 2 augustus 1801 de kerkenraad ordinair vergaderd. De vergaderinge met gebeede geopend zijnde 1. Wierd de resumtie der voorige acta vermits de absentie van broeder Van Schaik als scriba gesurcheert tot een volgende geleegentheijd. 2. Broeder De L’Orme communiceerde ter vergadering eene bij hem ontvangene missive van diaconen van Eede ten geleijde van de gevraagde copije der acte van indemniteijt ten behoeve van Anna Jacobse van weegens deeze gemeente gegeeven met 4
bijgevoegde reekening ten bedrage van f 16, 6 , voor gedaane alimentatie ten behoeve van dezelve Anna Jacobs, vragende voorts gemelde broeder De L’Orme hier op de welmeeninge deezer vergadering. Na lecture de voorgemelde acte voldoende bevonden zijnde, wierd de afgegaane diacon Kloot verzogt en geauctoriseert voor de betaalinge van gemelde reekening als in zijne administratie voorgevallen zijnde, te zorgen. 3. Voorts communiceerde broeder de L’Orme eene missive van diaconen van Culemborg, verzoekende bij herhaalinge om onderstand voor de huijsvrouw van A. Borgsteijn, met acte van indemniteit van hier naar Culemborg voornoemt vertrokken als wordende dit huijsgezin door ziekte als anders verhinderd het noodige te kunnen verdienen [3v] en daar op zijnde gedelibereerd, is broeder De L’Orme verzogt diaconen van Culemborg te rescribeeren, dat deeze diaconije dat noodlijdend huijsgezin nog twee maanden te reekenen van den 1e deezer met 8 stuijvers per week zal ondersteunen, verzoekende de diaconije van Culemborg dit voorschot te willen doen. 4. Ds. Raland communiceerde de zorgelijke toestand, waarin zig Johanna Steen, verlaatene huijsvrouw van Pieter van der Starre, zich met haare kinderen bevind, verzoekende in naam van dezelve de hulp en ondersteuninge van deeze kerkenraad. En daar op zijnde gedelibereerd is de broeder ouderling Van Schaik als scriba verzogt, daar boekhouder en diaconen van de Nederduijtsche Gereformeerde Gemeente binnen Utrecht den 24 februarij 1785 ten behoeve van deeze vrouw als zijnde litmaat van de gemeente aldaar behoorlijke acte van indemniteit hebben afgegeeven in gepaste termen, de noot deezer vrouw aan diaconije van Utrecht per missive te kennen te geeven en ten ernstigsten deeze vrouw aan de liefderijke zorge van diaconen van Utrecht voornoemt aan te beveelen. Wordende intusschen het bepalen van onderstand uijt deezer diaconij kasse ten behoeve van haar kinderen in advijs gehouden tot zoo lange voldoende tijdinge van Utrecht deeze aangaande zal ingekoomen zijn. [4r] 5. Ad classem alhier in deeze maand te houden beneevens ds. Raland gecommitteert de ouderling Van Schaik, loco en op verzoek van broeder Van de Meijden, gesubstitueert broeder Kloot. 6. De vergadering wierd Godt dankende gescheijden. [in de marge] Present ds. Raland; ouderlingen Van Schaik, De Koff, Bonebakker, Kloot; diaconen De L’Orme, Wurster Zondag 6 september 1801 de kerkenraad ordinair vergadert. De vergaderinge met gebed geopend zijde Artikel 1. Wierden de voorige acta geresumeert en geapprobeert. 2. Dominus Raland en de ouderling Van Schaik, tot de classis van augustus jongstleeden gecommitteert geweest, communiceerden, dat de eerwaarde classis na dankzegginge aan deezen kerkenraad voor dezelver betoonde zorgen zich conformeerde met het bij deezen kerkenraad geproponeerde, vervatt bij derselver resolutie in actis van 8 maart jongstleeden geinsereert, hadde ontworpen een plan naar welke voortaan op eene zoo nauwkeurig mogelijke egale voet door alle de gemeentens onder dit classis resorteerende zoude worden gecontribueert tot support van de synodale en classicale kosten, thands 5
niet meer van weegends den lande betaald wordende. En dat het contingent van deeze gemeente daar toe jaarlijks zoude [4v] bedragen f 20 -, - waarvan het eerst jaar reets in junij jongstleeden zoude gereekend worden verscheenen te zijn. Dan alzoo de respective leeden des classis het plan in voegen voornoemt hadden beraamd en vastgesteld op speciale approbatie van den gemeenten of kerkenraaden dezelve representeerende, verzogte bovengenoemde gecommitteerden ds. Raland en Van Schaik ook hierop het welbehagen deezer kerkenraad te moogen verneemen. En daar op zijnde gedelibereerd, zijn de gecommitteerden ad classem voor dezelver moeijte en gegeevene openingen in deeze bedankt en het voorgemelde plan, voor zooverre het aandeel van deeze gemeente betreft, eenparig geapprobeert, zullende de betaalinge deezer penningen jaarlijks geschiede uijt het fonds ter instandhoudinge van de hervormde godsdienst. 3. De heer Verhel al worden aangezegd geene medicamenten ten behoeve der armen deezer gemeente ten lasten van de diaconije afteleeveren zonder vertoon van een brievje, geteekent door predikant en oudste diacon. 4. Communiceerde broederen diaconen eene missive van ’t gemeente bestuur deezer stad in dato 24 augustus jongstleeden ter gelijde van een request door Neeltje Metselaar, weduwe van Harmen Geerisch, woonende te Zutphen aan ’t zelve bestuur gepresenteert, verzoekende alimentatie voor het kind van denzelve Harmen Geerisch, alhier gebooren en met acte van indemniteit naar Zutphen voornoemt, verzoekende het gemeente bestuur daar op het bericht en consideratien van hun diaconen. En hierop zijnde gedelibereerd, is goedgevonden het gemeente bestuur te berigten, dat deeze diaconije geneegen is voor de alimentatie van ’t genoemde [5r] kind weekelijks 6 stuijvers te contribueeren integaan met den 1e deezer. 5. Is binnen geleeverd een reekening van diaconen van Bommel ten lasten van deeze diaconije, groot f. 70,,4,, weegens verschooten alimentatie aan de weduwe Ruette tot ultimo december 1799 verlengt en dezelve gesteld in handen van den oud diacon Kroon ten fine van consideratien en bericht. 6. Broeder De L’Orme communiceerde als oudste diacon ten behoeve van deeze diaconije ontvangen te hebben f. 124 - 9 - uijt het legaat van wegen de heer Vos van Avezaat en is hetzelve voor aangenaame notificatie gehouden. 7. Voorts zijn naar voorgaande afkondinge van den predikstoel met opene deuren gehoord en geslooten de reekeningen van broeder Bonebakker als kerk- en potmeester over den jaare verscheenen Victoris en Corsmisse 1800 zijnde bij de reekening van de kerk daar ontvangen in alles . . . . . . f. 1004 — 12 — en de uijtgave . . . 963 — 10 — 8 dus meer ontvangen dan uijtgegeeven . . . 41 — 1 — 8 En van de pott de ontvangst . . . . f. 511 : 4 : en de uijtgave . . . 495 : 2 : 10 ergo meer ontvangen . . 26 — 1 — 6 8. De vergaderinge wierd met dankzegginge tot God beslooten. [5v] 6
[in de marge] Collegio pleno exceptis broederen Bruijn en Van der Meijden Zondag 4 october 1801 de kerkenraad ordinair vergaderd. De vergaderinge met gebeede geopend zijnde Artikel 1. Wierd ter vergaderinge geleezen eene missive van boekhouder en diaconen van den hervormde gemeente van Utrecht, aan deezen kerkenraad geaddresseerd, geschreeven te Utrecht den 10 september laatstleeden, houdende in antwoord op den missive van deeze vergaderinge in dato 2 augustus te vooren, verzoek om aan Johanna Steen, verlaaten huijsvrouw van Pieter van der Star, voor reekening van die van Utrecht ijder maand f 5 -,,- te bedeelen integaan met den den 1e deezer. En is die missive voor notificatie aangenoomen en gesteld in handen van den oudste diacon broeder De L’Orme ten eijnde zich daar naar te gedragen. 2. Men scheijde Godt dankende. [in de marge] collegio pleno excepto broeder Van der Meijden. Zondag 1 november 1801 de kerkenraad ordinair vergaderd. Na ’t gebedt Artikel 1. Communiceerde broederen diaconen eene missive te hebben ontvangen van ’t gemeente bestuur deezer stad met eene inliggende van ’t gemeentebestuur van Buuren, verzoekende alimentatie voor Martha, dochter van Jacob Mulder met behoorlijke acte van indemniteijt in dato . . . . . . . . . . . . . van hier naar Buuren vertrokken [6r] en dat voorts met communicatie van eenige leeden die brief was beantwoord als hier na volgt De kerkenraad van de hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede aan Het internediair gemeentebestuur derzelver stad Meede burgers, Ter voldoeninge aan het gerequireerde vervat bij Ulieder resolutie van den 1 deezer, bij welke Ulieden in handen van diaconen onzer gemeente stellen zeekere missive van ’t gemeente bestuur der stad Buuren, ten fine van bericht zijnde de voornoemde resolutie door diaconen voornoemd ons gecommuniceert, hebben wij de eer Ulieden te berichten, dat wij voorzooverre de ellendige en ook door Ulieder wanbetaalinge van onze armenfondsen, achterstallige renten steeds meer en meer verergerende toestand onzer diaconij kasse eenigzints toelaat zullen tragten te zorgen, dat die van Buuren ten aanzien van de alimentatie van Martha, dochter van Jacob Mulder, klagteloos worden gesteld. Wij moeten bij deeze geleegentheijd Ulieden herinneren, dat wij een aanmerkelijke somme ten behoeve van onze diaconije uijt hoofde van achterstallige renten etc. van de stad te vorderen hebben en daar wij geen kans zien om zonder prompte en spoedige voldoeninge dezelver langer onze armen te kunnen onderhouden, insteeren wij bij deezen op een dadelijke voldoeninge van dit achter weezen terwijl wij bij verdere wanbetaalinge, hoe ongaarne ook, ons genoodzaakt zullen zien, zoodanige maatregulen te neemen, als wij ter gemoetkoominge om den hoogen nood onzer armen vooral met de aannaderende winter zullen oordeelen te behooren. Wij kunnen al wijders niet afzijn Ulieden te kennen te geeven, dat iet zeedert eenige tijd diverse persoonen en huijsgezinnen zich met er woon binnen deeze stad hebben te steede gezet, waar van wij niet weeten, of door Ulieden behoorlijke acten van indemniteijt zijn afgevorderd. Wij voegen eene specifieque lijst van dezelve hier neevens ten eijnde Ulieden daar op zoodanig reguard zullen gelieven te 7
neemen als dezelve noodig oordeelen, immers te zorgen, dat die persoonen bij vervolg niet tot laste onzer diaconije zullen koomen. Wij beveelen Ulieden hier meede Gode en zijn Ulieder meede burgers, die van den kerkenraad voornoemd, in naam van dezelve (was geteekent) L. van Schaik, ouderling, hoc tempore scriba. [in de marge] Wijk bij Duurstede, d’ 25 october 1801 En het verrigte geapprobeert. [6v] 2. Op het door den ouderling Van Schaik deezen aangaande voorgebragte zijn, vermits door Gods zeegen de gesteldheijd der zaaken in ons vaderland reets in zoo verre gunstig is veranderd, dat men hoope heeft op de voortduuringe der betaalinge van tractementen voor leeraaren en hoogleeraaren, zoo als tot noch toe plaatse heeft de respevtive leeden deezer vergaderinge verzogt hunne gedagten te laaten gaan over het beroepen van een tweede predikant alhier. 3. Zijn broederen diaconen op het overgebragte deezen aangaande geauctoriseert met concurrentie van hooftaalmoesseniers eenige hoognoodige kledije voor de armen deezer deezer gemeente voor de aanstaande winter te bezorgen ten bedrage van f 100, - , - a f 150 - , -. 4. Om een zeeker sommetje jaarlijks ter dispositie van kerkmeesteren tot nootzaaklijk gebruijk bij hun eerwaarden noodig geoordeeld wordende jaarlijks te ad signeeren, zijn op het voorgebragte deezen aangaande de leeden verzogt zig te willen bekwaamen. 5. Ad classem in deeze maand alhier te houden zijn gecommitteert ds. Raland en broeder Kloot, gesubstitueert Van Schaik. 6. Op ingekoomen verzoek van weegens boekhouder en diaconen van den Neederduijtschen gereformeerden gemeente te Utrecht, vervat bij derzelver missive [7r] van 23 october jongstleeden, is broeder diacon De L’ Orme verzogt aan Jan van Hazendonk ijder maand f 5, - , - in te gaan met 1 november voor reekening van de diaconije van Utrecht bij wijze van voorschot te betaalen. 7. De vergadering werd na dankzegginge tot God gescheijden.
[in de marge] collegio pleno excepto broeder ouderling Bruijn Zondag 29 november 1801 de kerkenraad gewoon vergaderd Artikel 1. De vergaering met gebeede geopend zijnde Artikel 2. Op een ingekoomen missive van het gemeente bestuur deezer stad, geschreeven alhier den 23 deezer, houdende kennis geevinge, dat het gerecht der stad Zutphen naar deeze stad hadde afgezonden een kind van wijlen Harmen Gerisch bij zeekere Neeltje Vriesselaar in echte verwekt en welk kind alhier gebooren met acte van indemniteijt was vertrokken, verzoekende voorts dat deeze vergaderingee voor de alimentatie van het genoemde kind (wiens moeder ter zaake van wangedrag in ’t tugthuijs van ’t voormalig gewest Gelderland was geconfineert) geliefde te zorgen, zijn broederen diaconen geauctoriseert conform het verzoek pro re nata. 3. Op een ingekoomen missive van diaconen van Culemborg gedelibereert zijnde, is goedgevonden de huijsvrouw van Anthonij Borgsteijn, Alijda van Maurik, alhier gebooren, 8
voor reekening van deeze diaconije noch bij continuatie met 8 stuijvers per week te doen bedeelen tot 1e maij eerst koomende en broeder De L’ Orme verzogt die van Culemborg daar van per missive te adverteeren. [7v] 4. Is gedaan uijtlootinge ter aflossinge van obligatien ten lasten van de kerk en bij blinde lootinge aflossingen ten deele gevallen aan de hoog gebooren heer J.H. baron van Lynden tot Lunenburg van twee obligatien ijder f 100, - , 5. Communiceerde broeder De L’ Orme, oudste diacon, Martha Mulder uijt kragt van voorige auctorisatie te hebben besteed bij Roelof van Waeyenburg te Buuren voor eene gulden per week en is hetzelve voor notificatie aangenomen en gemelde broeder voor zijne moeijten dank gezegd. Men scheijde dankende. [in de marge] collegio pleno Zondag 3 januarij 1802 de kerkenraad ordinair vergaderd. Na ’t gebedt Artikel 1. Wierden de voorige acta geresumeerd en de extensie geapprobeert. Artikel 2. In overweeginge genoomen zijnde, dat den afgegaane diacon Matthijs Kroon nietteegenstaande verscheijde vriendbroederlijke aanmaaningen tot heeden in gebreeken is gebleeven zijne reekeninge en verantwoordinge weegens ontvang en uijtgave, bij hem gehad en gedaan over den jaare verscheenen Pinxteren 1800 te doen en daarbij geconsidereert, dat het belang der diaconije kasse zoo wel als de goede order volstrekt vorderd, dat het doen deezer ree[8r] kening niet langer worde uijtgesteld, is na deliberatie eenparig goedgevonden gemelde Matthijs Kroon aan te schrijven en te gelasten zijne voornoemde reekening in behoorlijke order onverwijld, immers binnen den tijd van vier weeken na dato deezes den vergaderinge binnen te leeveren op poene van nadere dispositie, verwagtende de kerkenraad, dat denzelven afgegaanen diacon door eene prompte voldoeninge aan dit besluijt de kerkenraad buijten den onaangenaame nootzaake zal houden om geene zoodanige middelen van [ಹ]1n ’t werk te stellen als waar toe deselve zich ook ter hunner eijgene verandwoordinge anders ten duursten verpligt zal reekenen. En zal extract deezer aan meergemelden afgegaanen diacon Kroon worden toegezonden ten eijnde zich daar aan te gedragen. 4. Communiceerde broeder De L’Orme, oudste diacon, het kind van Harmen Geerisch (zie artikel 2 van voorige acta) te hebben besteed bij de weduwe Van Rheenen voor f 1, - - per week en is hetzelve voor notificatie gehouden en geapprobeert. 5. Bij resumtie der voorige acta artikel 4 is eenparig goedgevonden ter dispositie van kerkmeester ten fine als bij hetzelve articul te stellen eene somme van f 30, - - jaarlijksch, zoo als dezelve somme ter hunne dispositie gesteld word bij deeze. De vergaderinge wierd na dankzegging gescheijden. [in de marge] absentes broederen Van Schaik, Van der Meijden en diacon Wurster
1
Er is in dit woord flink gekrast. Er zal iets moeten staan dat druk uitoefenen betekent.
9
Zondag 7 februarij 1802 de kerkenraad ordinair vergaderd. Na het gebed Artikel 1. Vermits de absentie van broeder Van Schaik als scriba wierd de resumtie der voorige acta gesurcheert tot een volgende ordinaire vergadering. [8v] 2. Ds. Raland communiceerde ter vergaderinge eene bij zijn eerwaarde ontvangen missive van den kerkenraad van IJsselsteijn, betreffende het litmaatschap van Simon van Gelderen, ’t zeedert twee jaaren gewoond hebbende binnen deeze gemeente en de reedenen waarommen hem te IJsselsteijn eene attestatie in communis forma hadden geweijgerd, wordende het wijders bij die missive aan de voorzigtigheijd van deezen kerkenraad overgelaten, denselven Simon van Gelder tot de voorrechten der christelijke gemeente alhier toetelaaten. En daar op zijnde gedelibereert en geconsidereert, dat meergemelde Simon van Gelder geduurende zijn verblijf alhier immer, zoo verre ons bekend is, geheel onergelijk heeft gecomporteert en herhaalden betuijgingen van berouw over zijn voorig wangedrag met belofte van beeterschap heeft gedaan, welke belofte hij tot heeden heeft naa gekoomen, is eenparig goedgevonden dikwijls gemelden Simon van Gelder tot het gebruijk des heiligen Avondmaals en verdere voorrechten der kerke toetelaaten. 3. Voorts is geleezen eene missive van den kerkenraad der hervormde gemeente te Zaltbommel, insteerende op voldoeninge van eene voor eenigen tijd ingezondene reekening van gedaane bedeelingen aan de weduwe Ruette en beslooten den afgegaane diacon Kroon, in wiens handen des tijds die reekening is gesteld en welke daar op eenige bedenkinge scheen te hebben, te verzoeken die bedenkingen der vergaderinge te communiceeren, ten eijnde derzelven ingekomen zijnde, deezen aangaande met den meesten spoed te kunnen besluijten. [9r] 4. Novis2 is geleezen eene missive van den kerkenraad van Zeijst, verzoekende alimentatie voor Alijda Veenendaal, alhier gebooren en aldaar woonachtig, zich thands in behoeftige omstandigheeden bevindende. En ds. Raland verzogt, alvoorens in deeze iets te besluijten, zich te willen informeeren, of dezelve Alijda Veenendaal van hier met behoorlijke acte van indemniteijt is vertrokken. 5. Anthony van Maurik binnenstand gegund zijnde, verzogte eenig onderstand in den hoogen noot, waarin hij zich met zijn huijsgesind bevond. En is op het deezen aangaande gecommuniceerde van broeder De L’Orme, dat hij al ‘t zeedert eenige tijd onderstand van deeze diaconije heeft genooten, hem aangezegd, dat hij zich voor zoo verre de alimentatie van zijne vrouw en kinderen, te Rheenen en Amerongen gebooren, ook aldaar moet addresseeren en dat als dan onze diaconije naar eevenreedigheijt naar vermogen ook zijner niet zal ontt[r]ek[k]en. 6. Wijders in overweeginge genoomen zijnde het geproponeerde van de ouderling Van Schaik omtrent het beroepen van eenen tweede predikant in deeze gemeente (zie artikel 2 der acta van 1 november 1801) is eenparig goedgevonden, dat daar er thands geene reedenen genoegzaam exteeren, waarom men deeze zaak langer zouden behoeven te delayeeren, tot het beroepen van eenen tweede predikant over te gaan en dienvolgends aanstaande woensdag den 10 deezer des naarnoens ter 5 deeze vergadering cum indictione causae te doen beleggen tot het formeeren van een gros en 12 tal, terwijl men 2
Lezing van dit woord is onzeker.
10
daar er in dit singulier geval geene wet ter contrarie exsteert, het onnoodig heeft geacht den plaats alvoorens vacant te verklaaren. [9v] 7. Broeder Bonebakker als lit van de commissie tot instandhoudinge van den hervormde godsdienst alhier communiceerde, dat den raad van gemeente deezer stad op verzoek van broeder Van Schaik als meede lit dier commissie zich niet ongeneegen hadden getoond, om met de leeden der genoemde commissie in onderhandelinge te treeden tot het beraamen van vriendelijke schikkingen betrekkelijk de te doene hoogst nodige reparatien aan de stad huijzingen in de Volderstraat ter bewooninge van een predikant geschikt en dat die van gemelde raad bereijds ten dien eijnde commissie op eenige leeden uijt derzelver midden hadden gedecerneert. Is hetzelve voor notificatie en welgevallig gehouden en de leeden van deboevingen3 voor derzelver betoonde attentie en voorzorge vriendelijk dank gezegd. 8. Ook communiceerde gemelde broeder, dat de notabelste leeden deezer gemeente hadden verklaard hunne ingeleeverde contributie tot instandhouding van de godsdienst betaald deze gave in ‘t fonds te laten en voor notificatie aangenomen. Deeze vergaderinge is voorts Godt dankende gescheijden. [in de marge] presentibus omnibus demto broeder Van der Meijden Woensdag 10 februarij 1802 de kerkenraad ingevolge resolutie van den 7 deezer cum indictione causae extraordinair vergaderd. Na dat de vergaderinge met gepast gebed door dominee praeses geopent was Artikel 1. is men overgegaan tot het formeeren van een gros van predikanten ten eijnde, nadat daar uijt more solito een twaalf-, zes- en drietal zal zijn geformeert, vervolgends het beroep van een tweeden predikant deezer gemeente te doen en zijn gebragt als volgd op het [10r] Gros ds. Pluijgers te Werkhoven ds. Doesburg te Heerewaarde ds. Speelman, Hardinxveld ds. Koppen, Hien en Dodewaerd ds. Bonebakker, beroepen te Hemmen ds. Griethuijsen, Woudenberg ds. Fortuijn, Kampen ds. Laan, Zeijst ds. Geelkerken, Overlangbroek ds. Van der Loo in de Avesathen ds. Beijer, Nieuwveen ds. Luden, Doorn ds. Dibbets, Raalten ds. Lagemans, Lienden 3
Lezing van dit woord is onzeker.
11
ds. Van Herwerden, Amerongen ds. Van Brandenburg, Delfshaven ds. Dijkman, Sluijpwijk ds. Van Woudenberg, Schoonderwoerd ds. Van Baak, Eck en Wiel ds. De Waal, Garderen ds. Van der Kloes, Vuuren en Dalem ds. Van Ossenberch, Woudrichem ds. De la Porte, Elst ds. Kumsius, Ouwerkerk in Zeeland ds. Repelius, Kockengen ds. Bolhuijs, Westbroek ds. Wanders, Scherpenzeel ds. Huijsman, Apeldoorn ds. Jan Rijpland, Nederlangbroek ds. Budding, Driebergen ds. Koolhaas, Opheemert ds. Immink, Ootmarsum [10v] ds. Otterlo te Varik ds. Van der Keur te Naerde ds. Hajenius te Koothen ds. Nibblinck te Elcum Uijt welk gros vervolgends bij wettige meerderheijd is geformeert dit Twaalf-tal ds. Doesburg ds. Speelman ds. Griethuijzen ds. Pluijgers ds. Bonebakker ds. Fortuijn ds. Dibbets ds. Geelkerken ds. Kumsius ds. Laan, ds. Nibblink ds. Koppen Artikel 2. Wierd eenparig goedgevonden aanstaanden zondag den 14 deezer cum indictione causae te vergaderen, om uijt het eevengemelde twaalftal te formeeren een zes- en drietal. 3. Broederen Bonebakker en De LಬOrme wierden verzogt en gecommitteert, om bij den raad van gemeente deezer stad ten ernstigste te insteeren, om te waaken teegens het inkoomen van vreemdelingen binnen deeze stad zonder acten van indemniteit ter presioniter4 nadeel onzer diaconije.
4
Lezing van dit woord is onzeker.
12
[11r] [in de marge] collegio pleno Zondag 14 februarij 1802. De kerkenraad volgends besluijt van den 10 deezer cum indictione causae vergaderd. i Na dat de vergadering met gebeede was begonnen. 1. Wierden de voorige acta van 3 januarij, 7 en 10e deezer geresumeert 2. Ging men over, om uijt het in actis van 10e deezer geinsereerde twaalf tal van predikanten een zes- en drietal te formeeren en werden bij wettige meerderheijd gebragt op het zestal ds. Van Doesburgh ds. Speelman ds. Pluijgers ds. Griethuijzen ds. Bonebakker en ds. Dibbets En daar uijt gebragt op het drie-tal ds. Van Doesburgh, ds. Speelman en Pluijgers. 3. Men besloot om op aanstaande woensdag den 17 deezer cum indictione causae te vergaderen ten eijnde uijt het eevengemelde drie-tal een persoon tot tweede herder en leeraar in deeze gemeente te beroepen. [11v] 4. De ouderlingen De Kof en Bruijn wierden verzogt en gecommitteert omme de leeden van de commissie tot instandhoudinge van den hervormde godsdienst alhier het tractement voor den te beroepene tweeden herder en leeraar te bepaalen en daarvan te rapporteeren. Men scheijde na dankzegginge. [in de marge] collegio pleno Woensdag 17 februarij 1802. De kerkenraad tot het doen van een beroep volgends besluijt van den 10 deezer vergaderd. i De vergaderinge naar ordre met gebeede geopend zijnde Artikel 1. Op ingekoomen rapport van de broederen De Kof en Bruijn, welke ingevolge en ter voldoeninge aan des kerkenraads resolutie van den 10 deezer artikel 4 met leeden van de commissie tot instandhoudinge van den hervormde godsdienst onder ons hadden geconfereert, heeft de vergadering, zich met dit gerapporteerde en daarbij geadviseerde conformeerende, goedgevonden den te beroepenen tweeden predikant toeteleggen een jaarlijks tractement van zeeven honderd guldens, booven vrije wooning in de daartoe geschikte stadshuijzinge, staande binnen deeze stad in de Volderstraat, omtrent welke huijzinge broederen Bonebakker en De Lಬ Orme der vergaderinge berichtede, dat met gecommitteerdens uijt den raad van gemeente deezer stad was geconvenieert, dat gemelde gecommitteerdens den raad favorabel zouden voordragen, dat den genoemde huijzinge voor reekening van de stad [12r] 13
door de commissie ter instandhoudinge van den hervormden godsdienst alhier zoude worden gerepareert en de kosten, desweegens te vallen bij wijze van verschot uijt het fonds ter instandhoudinge van den godsdienst, zouden worden betaald, dat na afloop van deselven reparatien van het montant der betaalde kosten door den raad ten behoeve van ಫt voornoemde fonds en ten laste van de stad zouden worden uijtgeleeverd eene behoorlijke obligatie rentende a vier % en dat de aflossinge der betaalde hoofdsomme jaarlijks met f 50, - , - ofte met zoo veel meerder soms als stadsfinantien zouden toelaaten, zoude geschieden. 2. Voorts tot het doen van een beroep uijt het voorgemelde drietal zijnde overgegaan, is door een wettige meerderheijd tot tweede herder en leeraar deezer gemeente beroepen ds. Jacobus van Doesburgh, bedienaar des heijligen evangeliums te Heerewaarden onder ಬt eerwaarde classis van Bommel en zulkx ten aanzien van de betalinge der classicale en andere kosten op den voet als met ds. Aaland heeft plaatse gehad, zullende de beroepene voor het transport zijner meubelen etcetera worden betaald eens een honderd guldens etc. 3. Ds. Aaland en de ouderling Van Schaik wierden verzogt en gecommitteert bij den raad van gemeente deezer stad naamens deeze vergaderinge recht van inwooninge te verzoeken en ಬt zelve geobtineerd zijnde zal de acte van beroep hierna geinsereert met bijvoeginge van de blijk van ಬt geaccordeerde recht van inwooninge den beroepenen worden overgebragt door ds. Aaland en broeder Bonebakker, welke van dit geval ten fine voornoemt worden verzogt en gecommitteert. [12v] Artikel 4 Broeder Van Schaik als scriba las der vergaderinge voor de door hem ontworpene acte van beroep voor ds. Van Doesburg en wierd dezelve eenparig goedgekeurt, luijdende aldus Wij predikant, ouderlingen en diaconen, uijtmaakende de kerkenraad der Christelijke Gereformeerde Gemeente te Wijk bij Duurstede, goedgevonden hebbende tot het beroepen van eenen tweeden herder en leeraar in deeze gemeente over te gaan, hebben na dat wij na vergaande behoorlijke informatien en bekoomene alzints loflijke getuijgnissen, ten vollen verzeekert zijn geworden van de zonderlinge geleerdheijd, godzaligheijd, stichtelijken wandel en goede gaaven van het prediken en recht snijden van Gods onfaalbaar woord van den eerwaardigen, godzaligen en zeer geleerden heere Jacobus van Doesburgh, bedienaar van ಬt woord van Godt in de gemeente van den heere Jezus Christus vergaderende te Heerewaarden onder ಬt eerwaardig classis van Bommel, na vuurige gebeeden en ernstige aanroepingen van den naam des Heeren in zijne vreeze, in naam van de gemeente Jezu Christi door ons verteegenwoordigd hebben beroepen en beroepen mits deezen welgemelde ds. Jacobus van Doesburgh tot gewoon herder en leeraar der voornoemde gemeente, om Gods woord zuijverlijk te prediken, de heilige zacramenten naar het voorschrift van dezelven godlijken hersteller5 Jezus Christus oprechtelijk te bedienen, de kranken te bezoeken, twijffelmoedige optebeuren, bedroefden te troosten, de ongereegelde te vermaanen en voorts alles te doen wat een goed en getrouw herder en leeraar naar uijtwijzinge van Gods woord 5
Lezing van dit woord is onzeker.
14
[13r] schuldig is en behoort te doen. En hebben wij voorts verzogt en gecommitteert onze waardigen meede broederen ds. E. Aaland, predikant en D. Bonebakker, ouderling, om uijt onzen naam ende van onzentweegen den voornoemde ds. Jacobus van Doesburg van deeze beroepinge behoorlijke kennis te geeven, zijn eerwaarde door meest gepaste middelen met aldien ernst, welke het gewigt der zaake vorderd, dringend te verzoeken deeze onze roepinge in den naam van den grooten kooning zijner kerke te gehoorzaamen en optevolgen en alzoo onder hulpe van Hem die beloofd heeft altoos met zijne dienaars te zijn, den genoemden dienst onder ons te vervullen, terwijl wij van onze zeijde naar ons vermogen niet zullen nalaaten meergemelde ds. Van Doesburgh alle christelijke en behoorlijke achtinge te bewijzen, hem om zijns werks wille in eere houden en veel achten, geenzints twijffelende, of, zulx geschiedende, zal strekken tot grootmaakinge van Gods heijligen naam, voortplantinge en aanwas van de waare christelijke gereformeerde religie en ter winninge veeler zielen voor den Heere Jezus Christus tot zaaligheijd, waartoe wij bidden, dat de heere zelve zijne genadenrijken zeegen gebiede. En daar het ook noodig is, dat de predikant voornoemt behoorlijke bezoldinge genieten, zoo belooven wij leeden van den kerkenraad voornoemd in onze betrekkinge te zorgen dat aan dikwijls gemelde ds. Van Doesburgh zijnen dienst jaarlijks worde vergolden met eene somme van zeeven honderd guldens, booven vrij wooninge in de daartoe geschikte stadshuijzinge staande in de Volderstraat, integaan met de dag van zijner bevestinge alhier, zullende ook aan zijn eerwaarde worden te rug gegeeven zoodanige kosten, als ter zaak van de losmaakinge en ಬt ontslag van de classis van [13v] Bommel en van de intreede in de classis van Rheenen en Wijk zullen moeten worden betaald en daar te booven voor het overbrengen zijner meubelen etcetera in eens eene somme van een honderd guldens. Egter onder verpligtinge aan zeijde van den beroepene, om terug gave van alle deeze penningen voor het geheel, indien zijn eerwaarde binnen de eerstkoomende drie jaaren, en voor de helft, indien zijn eerwaarde binnen de eerstkoomende vijf jaaren na den dag zijner bevestiging van hier mogte koomen te vertrekken. En verder onder speciale belofte aan zeijde van den kerkenraad, dat indien het geval mogte gebeuren, dat zijn eerwaarde tಬ eeniger tijd oudste predikant binnen deeze gemeente worde, deszelfs bezoldinge jaarlijks met een somme van een honderd guldens zal worden verhoogd, zullende zijn eerwaarde in dat geval in plaatse van zeeven honderd guldens jaarlijks genieten acht honderd guldens. In kennisse der waarheijd hebben wij deeze door dominee praeses en den broeder ouderling scriba in onzen naam doen onderteekenen in onze kerkenraadsvergadering te Wijk bij Duurstede den 17 februarij 1802. 5. Is geresolveerd aan den kerkenraad van Zeijst in antwoord op derzelver missive (zie artikel 4 der acta van 7 deezer) te schrijven, dat deeze kerkenraad, gezien hebbende de acte van indemniteijt voor Alijda Veenendaal niet ongeneegen is dezelve Alijda Veenendaal in hare nooth naar vermogen te ondersteunen, doch dat men wenschte alvoorens geinformeert te zijn van de hoe grootheijd der bijdrage van die diaconijen welke tot de alimentatie der man en kinderen verpligt zijn, met verzoek aan die van Zeijst om voor reekening onzer diaconije de vrouw provisioneel eenige alimentatie te doen, mits niet te boovengaande 8 a 10 stuijvers per week. 15
Men scheijde dankende. [14r] [in de marge] collegio pleno excepto broeder Bruijn Woensdag 3 maart 1802. De kerkenraad vergaderd over eene ingekoomene missive van ds. Van Doesburgh. i De vergaderinge met gebeede geopend zijnde Artikel 1. Wierd ter vergadering voorgebragt en geleezen eene missive van ds. Jacobus van Doesburgh, geaddresseert aan den eerwaarde kerkenraad der hervormde christelijke gemeente te Wijk bij Duurstede, geschreeven te Heerewaarden den 1 deezer, houdende dat zijn eerwaarde in de beroeping welke deezen kerkenraad op zijn eerwaarde persoon tot tweeden herder en leeraar in de hervormde gemeente alhier den 17 februarij deezes jaars uijtgebragt en zijn eerwaarde den 22 dito ter hand gesteld, bijzondere blijken van Gods bestuur opmerkte en dezelve als een roepstem van zijnen grooten zender beschouwde, zijn eerwaarde nietteegenstaande eenige teegenbedenkingen van zijne zeijde om, aangezien de sterke liefdedrang zijner gemeente om bij haar te blijven, niet anders konde, niet anders durfde besluijten dan deezen kerkenraad door die missive te verwittigen, dat zijn eerwaarde gehoorzaam aan den wenken der Voorzienigheijd deeze beroeping in des Heeren vreeze aannam en deselve hoopte optevolgen. Dat zijn eerwaarde aangaande den tijd wanneer zijn eerwaarde in voornoemde betrekking tot ons dacht over te koomen, noch niets met zeekerheijd konde melden, dat echter dit om bijzondere reedenen denklijk eerst ter helft van bloeijmaand deo volente konde geschieden. Dat voorts daar al wat in zijn eerwaarde is begeerig was, om vereenigd met onzen geachten leeraar, zijnen waardige vriend, eerlang in Wijks gemeente het evangelie der zaligheid [14v] en des vreedes te verkondigen, zijn eerwaarde bad en wenschte, dat die Godt, die hem met deezen voortreffelijken en zaligen post begunstigd had, met hem optrekke, zijne goedkeuring op zijne keuze schenke en hem verwaardige, om in Wijks gemeente met eenen uijtgebreijden zeegen ter bevoorderinge en bevestinge onzer dierbaarste belangen te arbeiden, zoo dat wij zaamen in de eeuwijgheijd voor zijnen troon ons daar over verblijden, Hem daar voor danken mogen. Beveelende wijders deezen vergaderinge en derzelver gemeente Gode en den woorde zijner genaade etcetera. Welke missive geleezen zijnde, is dezelve voor aangenaam en eenparig voor notificatie aangenoomen. i Deeze vergaderinge wierd voorts met dankzegginge tot den Almagtigen besloten. [in de marge] present ds. Aaland; Van Schaik, De Kof, Bonebakker, R. Kloot, ouderlingen; De LಬOrme, diacon Zondag 7 maart 1802. De kerkenraad ordinair vergaderd. i De vergaderinge met gebeede geopend zijnde 1. Wierden de voorige acten de datis 7, 10, 14 en 17 februarij en 3 deezer geresumeert en de extensie geapprobeert. 16
2. Aan Hendrina Verhel, weduwe Van den Born en Willemina van Wamel wierden kerkelijke attestatien in communis forma geaccordeerd, de eerste naar Veenendaal en de laatste naar Haastrecht, mits afkondinge (more solito). 3. ad classem in deeze maand alhier te houden gecommitteerd ds. Aaland met de ouderling [15r] Van Schaik gesubstitueert Kof en zijn de voornoemde gecommitteerdens voorts speciaal verzogt en gecommitteert, om op het beroep van ds. Van Doesburg de classicale approbatie te verzoeken met overgave van eene acte van beroep luijdende van woord tot woord als in actis van 11 februarij jongstleeden artikel 4 expressis verbis is geinsereert, beginnende met de woorden Wij, predikant etcetera tot aan den woorden zijnen genadenrijken zeegen gebeeden incluijs Met bijvoeginge van het volgende woordelijke slot. En hebben wij voorts verzogt en gecommitteert een onzer waardige meede broederen gaande ad classem den 23 deezer alhier zullende gehouden worden, om op deeze beroepinge de goedkeuring van de weleerwaarde classis van Rhenen en Wijk ter voldoeninge aan de kerkenordening te verzoeken. Hebbende de beroepene verklaard deeze beroepinge op zich te neemen en te zullen volgen naar het bericht daar van gegeeven, terwijl wij bidden dat het zelve strekke tot eer van Gods grooten naam en stichtinge der gemeente. Actum in onze kerkelijke vergaderinge den 17 februarij 1802. In naam van den kerkenraad voornoemt (geteekent) E. Aaland, verbi divini minister, praeses, L. van Schaik, voornoemt ouderling, hoc tempore scriba. 4. Den ouderling Van Schaik als scriba is verzogt en geauctoriseert eene acte van qualificatie op ds. uijtteleeveren ten eijnde na verkreegene approbatie van de eerwaarde classis in naam van deezen kerken[15v] raad de losmaakinge van ds. Doesburg zoo van den kerkenraad van Heerwewaarden als van den eerwaarde classis van Z[alt] Boemel te verzoeken en te bevorderen. 5. Ontvangen en geleezen eene missive van gedeputeerden van de christelijke synodus van Utrecht, aan deeze vergaderinge geaddresseerd, geschreeven te Utrecht den 6 deezer, houdende met voldoeninge aan de synodaale resolutie uijtschrijvinge van een dank- vast- en beededag teegens zondag den 21 maart eerstkoomende. En is dezelve voor welgevallig gehouden en ds. Aaland verzogt der gemeente daar van van den predikstoel kennis te geeven en dezelve door een gepaste aanspraak tot dit plegtig werk voorteberijden. i Na dankzegging tot Godt scheijde deeze vergaderinge. [in de marge] collegio pleno excepto de ouderlingen Van Schaik en Bonebakker Zondag 4 april 1802. De kerkenraad ordinair vergaderd. i De vergadering met het gebed begonnen zijnde 1. wierd de resumtie der voorige acten, vermits de absentie van broeder Van Schaik als scriba, gesurcheert tot eene volgende geleegentheijd. 2. Ingekoomen en geleezen eene missive van G. de Vrind, diacon te Rheenen, geschreeven aldaar den 1 april, houdende verzoeke 17
[16r] om de huijsvrouw van Anthony van Maurik in haar armoedige toestand voor reekening van die van Rheenen op de zuijnigste wijze te bedeelen. Is dezelve voor notificatie gehouden en geresolveert dezelve te beantwoorden en daarbij te insteeren, om restitutie eener somme van f 18 : 15 : 4 voor reekeninge van de diaconije van Rheenen in den jaare 1795 en 1796 uijtgeschooten. 3. Noch is geleezen eene missive van C. van Gaalen, rentmeester van het gasthuijs van Buuren met bijgevoegde memorie voor verschotten door de respective armenfondsen te Buuren in de maanden september en october 1801, uitgeschoten ten behoeve van Martha Mulder ten bedrage van f 11 . 10 . 8 , verzoekende restitutie. En hetzelve om reedenen gehouden in advis. 4. Het verzoek van de dochter van Johannes Versteeg om eenige onderstand is geweezen van de hand. 5. In de te doene huijsbezoekinge voor het aanstaande Avondmaal zal adsisteeren broeder Kloot, gesubstitueert De Kof. 6. Men hield censura morum, vond niets berispelijk. En scheijde dankende. [16v] [in de marge] collegio pleno exceptis de ouderlingen Bruijn en Van der Meijden Zondag 2 maij 1802. De kerkenraad ordinair vergaderd. i Na dat de vergaderinge met het gebed was geopend 1. wierden de voorige acta geresumeert en geapprobeert. 2. Om de ingekoomen diaconije reekeningen van de afgegaane diaconen M. Kroon en Dirk Kloot te revideeren wierden gecommitteert ds. Aaland, de ouderlingen Van Schaik, De Kof en Bonebakker, beneevens de oudste diacon De Lಬ Orme. 3. En wierd voorts beslooten die beijde reekeningen na gedaane revisie foribus apertis te hooren en te sluijten more solito op donderdag den 27 deezer. 4. Broeder De Lಬ Orme communiceerde van den afgegaane diacon M. Kroon tot subsidie te hebben ontvangen eene somme van f 150 -, - en is hetzelve voor notificatie aangenoomen. 5. Noch communiceerde broeder De Lಬ Orme te hebben geaboucheerd met zeekere Van Waeijenburg, woonende te Buuren, bij wien Martha Mulder is besteed en dat dien man hadde verklaard van [17r] geen alimentatie, door die van Buuren tot de tijd dat dezelve Martha Mulder bij hem in huijs is geweest, te weeten. En daar op zijnde gedelibereert is goedgevonden C. van Gaalen, rentmeester van het gasthuijs te Buuren in antwoord op zijn missive (zie artikel 3 der voorgaande acta) te melden, dat deeze diaconije als van de gedaane alimentatie aan meergemelde Martha Mulder niets weetende, swaarigheijd voelt de overgezondene reekening te voldoen. 6. Ontvangen en geleezen een missive van boekhouder en diaconen van de gereformeerde gemeente te Utrecht, houdende verzoek om met de apotheeker en chirurgijn weegens hunne reekeningen ter zaake van de ziekte van Johanna Wenne te spreeken en eene schikkinge tot betaaling te maaken. En goedgevonden dezelve 18
persoonen ten fine voornoemt aan de welgemelde boekhouder en diaconen zelve te renvoijeeren. Men scheijde dankende. [in de marge] collegio pleno Donderdag 27 maij 1802, zijnde Heemelvaartsdag, de kerkenraad gewoon vergaderd. Na het gebedt Artikel 1. Rapporteerden de broederen, bij resolutie van 2 deezer benoemd tot de revisie der reekeningen van de afgegaane diaconen Matthijs Kroon en Dirk Kloot dezelve reekeningen te hebben gereviseerd en in orde bevonden. En is dit gerapporteerde voor notificatie gehouden en zijn de gecommitteerde broederen voor hunne moeijte bedankt. [17v] 2. Is met opene deuren gehoord en gesloten de reekening van den afgegaane diacon Matthijs Kroon van ontvang en uijtgaven van pinxteren 1799 tot pinxteren 1800, zijnde daar bij gebleeken den ontvangst te bedragen f 1610 - 10 - 2 en de uijtgaven f 1580 - 14 12 dus meer ontvangen dan uijtgegeeven f 20 - 18 - 6 welke overschietende penningen door den rendant zittens collegie aan den teegenswoordige diacon De Lಬ Orme zijn overhandigd en alzoo quite. 3. Insgelijks is met opene deuren gehoord en gesloten de reekening van de laatst afgegaane diacon Dirk Kloot van ontvang en uijtgaaven van pinxteren 1800 tot pinxteren 1801 consteerende daar bij den ontvangst te bedraagen f 1543 . 2 . 2 en de uijtgaven f 1417 - 12 - 4 en alzulx is meer ontvangen dan uijtgegeeven f 125 - 9 - 14 welke overschietende penningen door den rendant zittens de vergaderinge aan den teegenswoordige diacon De Lಬ Orme zijn toegeteld om in zijne reekening met de ontvangene f 20 - 15 - 6 van den bevorends6 afgegaande diacon Kroon in ontvang verantwoord te worden, ergo weeder quite. 4. Op het geproponeerde deezen aangaande gedelibereerd zijnde is eenpaarig goedgevonden en verstaan 1e. dat als vanouds den administreerende diacon geene reekeningen ten lasten van de diaconije of uijtgave booven de f 12, - . - zal doen zonder dat na gedaane [18r] Examinati die reekeninge behoorlijk zullen zijn gefiatteert en de betaalinge bij ordonnantie van hooftaalmoesseniers gelast. 2de. Dat om voortekoomen zoo veel mogelijk de excessive hooge reekeningen om medicamenten ten behoeve van de armen jaarlijks t zeedert eenige tijd inkoomende, voortaan geene medicamenten aan bedeelden voor reekening van deeze diaconije zullen worden geleeverd zonder speciaale voorkennisse en permissie van den administreerende diacon in der tijd en dat om exact te kunnen nagaan, of aan deeze resolutie prompt voldaan worden, ijder maand op den ordinaris vergadering van den kerkenraad de reekeningen van geleeverde medicamenten aan de armen door de administreerende diacon zullen worden binnen geleeverd, welke als dan geexamineerd en wel bevonden zijnde ter betaalinge zullen worden gefiatteert.
6
Lezing van dit woord is onzeker.
19
3de. Dat van nu voortaan van den ontvangst van f 7 - , - voor de boete of reccognitie voor deeze diaconije weegens het bijzetten van lijken zonder rouwstatie geene 3 stuijvers per gulden aan de groefbidders meer zal worden betaald en 4de. Dat aan de groefbidders zal worden aangezegd, dat deezen kerkenraad voor de diaconije derzelver diensten voor het oppassen en bezorgen der rouwmantels niet meer behoeft. En dat wijders de oppassinge [18v] en bezorginge der rouwmantels voortaan tot kenlijk weederzeggings toe, zal zijn alleen gedemandeerd aan Rijnier Kloot teegens genietinge van 10 stuijvers of 2 stuijvers van ijder gulden van ಬt zuijver provenu van de huur van de voornoemde rouwmantels. 5. Communiceerde ds. Aaland een extract uijt de resolutien van den raad van gemeente deezer stad, houdende conform de publicatie van het staats-bewind last tot het houden van een plegtige dankstonde weegens den geslootene vreede te Amiens, op woensdag den 2 deezer des voornoens van 10 tot elv uur en om voorts ಬs heemels zeegeningen aftesmeeken voor den welstand deezer republicqe etc. En is zulx voor welgevallig gehouden en dien conform daar toe beslooten, zijnde voorts ds. Aaland verzogt der gemeente daar van van den predikstoel in gepaste termen kennis te geeven. 6. Broeder De Lಬ Orme communiceerde een missive van diaconen van Utrecht, daar bij onder anderen te kennen geevende, dat aan vrouw Van der Starre voor reekening deezer diaconije was bedeeld f 2, - , - terwijl die vrouw had gezegd haar alhier eene bedeelinge van 10 stuijvers per week te zijn toegelegd, voorts herinnerende, dat van weegens deeze diaconije voor de bedeelde voor reekening van Utrecht bij het eijndigen van ijder half jaar continuatie moest worden verzogt en dat dan de praesens gedaane uijtgezette op quitantie van deeze vergaderinge zouden worden gerestitueert.
[19r] Waarop zijnde gedelibereert is broeder Van Schaik als scriba verzogt in naam van deeze vergaderinge te schrijven, dat het onwaar is, dat alhier eenige bepaalinge omtrent de bedeelinge aan vrouw Van der Starre te doen is gemaakt en bij die geleegentheijd in consideratie te geeven, of diaconen van Utrecht het niet meer voeglijk zouden oordeelen, dat ten aanzien der bedeelingen door onze diacon aan armen alhier voor reekening van Utrecht te doen, niet wij continuatie vragen, maar dat inteegendeel diaconen van Utrecht, wanneer dezelven verkiezen de deelinge te doen, ophouden ons daar van adverteeren. En dat deeze vergadering voorts vertrouwd dat diaconen van Utrecht geene swaarigheid zullen maaken de uijtschotten van reekening van hun eerwaarden door onzen diacon gedaan en bij vervolg verder te doen op quittantie van den administreerende diacon in der tijd te restitueeren zonder dat het noodig zal zijn de quitantie door onzen kerkenraad (welke eijgentlijk daar meede niets te doen heeft) te doen onderteekenen. 7. Noch communiceerde broeder De LಬOrme Willem de Jager te hebben besteed bij . . . . Broekhuijzen te Rijswijk teegens een gulden per week booven de gewoone bedeelinge van brood en turf. En is zulkx voor notificatie gehouden en geapprobeert. 8. Heeden zijnde de gewoone tijd tot veranderinge van den kerkenraad, wierden in plaatse van de afgaanen ouderlingen Van Schaik, De Kof en Bonebakker verkooren 20
[19v] tot ouderlingen de eerwaarde broederen Willem de Ruijter, Nikolaas van Bern en Jan du Bois, en in plaatse van den afgaande diacon G. de Lಬ Orme tot diacon de eerwaarde broeder Dirk Kloot, Rijnierszoon. 9. De verkoorene broederen hiervan door den koster zijnde doen kennis geeven, hebben zittens collegie doen terug boodschappen bereijd te zijn de hun opgedragene posten te aanvaarden. De vergaderinge vernam zulx met genoegen, dankte den Almachtigen en scheijde. [20r] [in de marge] praesentes ds. Raland; Van Schaik, De Koff, Bonebakker, Kloot, ouderlingen; De l’Orme, Wurster Zondag 6 junij 1802 de kerkenraad ordinair vergaderd. De vergadering wierdt met gebeden geopend. Artikel 1. De acten der voorige vergadering wierden geresumeerd. Artikel 2. Ds. J. van Doesburgh dato 30 mai alhier bevestigd nam onder welkomstgroet en zegenbede sessie. 3. Gijsberta Vollenhouw verzogt lidmaats-attestatie naar Leerzum en Darthuizen; dit wierdt in advis gehouden, vermits zij zedert veele jaaren van hier vertrokken was, zullende inmiddels retroacten worden nagezien. Waarop de vergadering met dankzeggingen aan God scheidde. [in de marge] Praesentes E. Raland, J. van Doesburgh, predikanten; de broeders Kloot, De Ruiter, Van Bern, Du Bois, ouderlingen; Kloot, Wurster, diakonen Extraordinaire vergadering donderdag 17 junii 1802.De vergadering wierdt door dominee praeses met gebeden geopend. Artikel 1. Tot de commissie ad classem den 22 dezer alhier zullende gehouden worden, wierden benoemd de beide predikanten met den ouderling De Ruiter, secundus Van Bern. Artikel 2. Tot de huis bezoeking in de oude stad ds. Raland en broeder Van der Meide secundus De Ruiter; in de nieuwe stad ds. Van Doesburgh en broeder Van Bern secundus Du Bois. [20v] Artikel 3. Broeder Van Bern gaf namens den afgegane diaken broeder De l’Orme ter visie over drie rekeningen: eene van de heer Van Bern de dato 21 november 1801 groot f 61-5“, eene van B. Zipprecht de dato 3 junij 1801 tot 9 maart 1802 f 15-12-“ en eene van juffrouw Van Dam de dato 7 junij 1801 – 26 mai 1802 f 35-10-8, welker betaaling gaaf geaccordeerd wierden. 4. Hierop is de vergadering na dankzeggingen in liefde gescheiden. Maandag 5 julij 1802 de kerkenraad extraordinair vergaderd tot het ontfangen der eerwaarde heeren kerken visitatoren. De vergadering door gebeden geopend zijnde Artikel 1. Stonden binnen de eerwaarde heeren Rochair en Raalten respectieve predikanten te Bunnik en Renswoude, door de classis van Rhenen en Wijk tot het visiteeren der kerken toestand gecommitteerd. Artikel 2. Na zegenbede deden hun eerwaarden onderzoek na den toestand der zaaken onzer kerk betreffende, namen alles in order gevonden hebbende, zegenende afscheid, 21
vertrokken na ontfangen zegenwenschen van deze vergadering en f [open plaats] voor de noodlijdende kerken en f 2-“-“ voor wagenvragt. Artikel 3. Waarop deze vergadering in vrede God dankende scheidde. [21r] [in de marge] praesent omnes excepto ds. Raland, broeder Bruin, Kloot Donderdsg 8 julij 1802 ordinaire vergadering Artikel 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, proponeerde broeder De Ruiter om den schoolmeester De l’Orme, die zedert het overlijden van den organist Wermeskerken uit de liefde voor de gemeente als organist gefungeerd had, op het gewoone tractement als organist aan te stellen, het welke de vergadering besloot in bedenking te houden. Artikel 2. J.W. Pluigers, groefbidder, stond op zijn verzoek binnen en verzogt te mogen weeten de redenen van het besluit door deze eerwaarde vergadering den 27 mai dezes jaars genomen, op grond van welke hem door den custos uit naam dezer vergadering geboodschapt was, dat de kerkenraad de oppassing en bezorging der rouw-mantels door de groefbidders niet meer behoefde en hen dus in dezen gedefungeerd had. Artikel 3. Dominee praeses heeft op verzoek dezer eerwaarde vergadering in deszelfs naam aan gemelde Pluigers gecommuniceerd, dat de vergadering bij haar genomen besluit in dezen persisteerde en zich niet verplicht rekende daarvan aan hem redenen te geeven. Artikel 4. Ds. J. van Doesburgh den 9 dezer naar Rhenen zullende gaan, wierdt door de vergadering verzogt aldaar met de fungeerenden diaken over de in ’t jaar 1795 en 1796 ten behoeve der huisvrouw van Anthonij van Maurik voor de diakonie van Rhenen voorgeschotene penningen te spreeken, hem tot voldoening daarvan en teffens tot eenigen onderstand voor dat thands behoeftig huisgezin te verzoeken, het welk ds. Van Doesburgh op zich nam, terwijl de vergadering dankende scheidde. [21v] Donderdag 5 augustus 1802 ordinaire vergadering. De vergadering wierdt door het gebed geopend. Ds. Van Doesburgh rapporteerde dat zijn eerwaarde met den administreerende diaken over de bewuste rekening (vide acte antecederend) gesproken en dat deze niet onwillig was ter betalinge, mits hem eene behoorlijke rekening wierd gezonden, het welk de vergadering aan broeder R. Kloot, destijds diaken geweest zijnde, verzogt. Teffens berigtte ds. Van Doesburgh, dat de administreerende diaken van Rhenen bij dezen aan de onze liet verzoeken om aan het huishouden van A. van Maurik wekelijks voor rekening der diakonie van Rhenen voorteschieten 10 à 12 stuivers per week, ’t welk ds. Van Doesburgh terstond aan den administreerende diaken Wurster berigt had, zijnde deze reeds den 11 julij met de uitdeeling begonnen. Hierop scheidde men God dankende. Zondag 22 augustus 1802. Extraordinaire vergadering. De vergadering wierdt met gebed geopend. Artikel 1. Ad classem den 24 dezer alhier zullende gehouden worden wierden benoemd de beide predikanten en broeder ouderling Van Bern gesubstitueerd door broeder Du Bois. Artikel 2. Ingekomen een brief gedateerd Dinslaken 12 augustus 1802 van den heer Fr.D. van Beughen, overamtman te Dinslaken bij Wezel, houdende verzoek om eenig berigt van den tegenwoordigen toestand der Vosselaars-vicarie in de kerk St. Jan Babtist binnen Wijk en teffens wanneer zijn eerwaarde zijn’s inziens naaste collator, die vicarie ontfangen konde etc. ? 22
De vergadering oordeelde deze zaak niet van haar departement, verzogt derhalven den scriba aan bovengemelde heer Van Beughen dit te berigten, met bijvoeginge dat zijn eerwaarde naar het oordeel dezer vergadering zich diene te addresseeren aan den secretaris van het Dom-Capittel van St. Jan te Utrecht. Men scheidde God dankende. [22r] [in de marge] Present Verbi Divini Ministri; Kloot, De Ruiter, Du Bois, ouderlingen; Wurster, Kloot, diakenen. Donderdag 2 september 1802 ordinaire vergadering. Na het gebed wierden gecommitteerd tot het extraordinaire classis 28 september de beide predikanten en de vorige ouderling7, waarop de vergadering God dankende gescheiden is. [in de marge] praesentes ds. Van Doesburgh; broederen Van Bern, Du Bois, ouderlingen; Wurster, diaken Ordinaire vergadering 8 october 1802. Artikel 1. Na het gebed wierden de vorige acten geresumeerd. Artikel 2. Eene ingekomene rekening van kosten voor de synodus, dit jaar te Utrecht gehouden, wierdt buiten deliberatie gehouden tot eene volgende vergadering. Artikel 3. Een brief van de administreerende diakenen van Amersfoort, verzoekende om alimentie van een kind van zekeren Jan Vermeulen als militair hier in guarnison gelegen hebbende, wierdt van de hand gewezen. Artikel 4. Van de diakonie van Ede kwam een brief met rekening van huishuur ten behoeve van Hanna Jacobs groot f 4-15, welker betaling geaccordeerd is, terwijl de vergadering niet kan goedvinden om f 5-8- op die zelfde rekening voor chirurgijns loon ten behoeve van Hanna Jakobs te betaalen, daar men hiertoe geen last gegeven had. [22v] Artikel 5. Gelezen een brief van den diaken broeder Glariman in de gemeente van Oss, majorije van ’s Bosch, met bijgevoegde copie authentiek van eene acte van indemniteit door borgemeesteren dezer stad in den jaare 1776 aan Jannigje van Leersum hier gebooren, gegeven, met verzoek om alimentatie voor dezelver, waarop men besloot aan haar wekelijks 6 stuivers toetezeggen en den administreerende diaken van Oss ter voorschieting daarvan te verzoeken. Artikel 6. Op eenen dito brief van den kerkenraad van Avezathen voor Mijntje Ral, thands aldaar met eene acte van indemniteit van deze plaats voorzien woonachtig, wierdt insgelijks beslooten tot de bedeling me 6 stuiver per week als mede om den kerkenraad van Avezathen tot voorschot te verzoeken. Hierop is de vergadering na dankzeggingen aan het Opperwezen in vrede en liefde gescheiden. [in de marge] praesent omnes excepto ds. Van Doesburgh, broeder Bruijn, broeder De Ruiter. Donderdag november 4 1802 ordinaire vergadering. De vergadering wierdt met gebeden geopent. Artikel 1. Door ds. Raland wierdt overgeven ene rekening aangaande synodale en classicale kosten bedragende volgens de daar van gemaakte bepaaling de som van twintig gulden, wierdt besloten derselve
7
Lezing van dit woord is onzeker.
23
[23r] te betalen uit het kerkelijk fonds overeenkomstig de resolutie van den kerkenraad september 6 1801. Artikel 2. Een brief geschreven door ds. Harmsen van Rijswijk, houdende een verzoek om alimentatie voor Carel Leponder, aangenomen voor notificatie. Artikel 3. Ad classem wierden gecommitteerd de broeder Du Bois gesubstitueert door broeder Bruin. En hierop is de vergadering met dankzegging aan God en in liefde en vrede gescheiden. [in de marge] present omnes excepto Bruin, Van der Meide, Du Bois Donderdag december 2 1802. Ordinaire vergadering . De vergadering door de praeses met gebede geopent zijnde. Artikel 1. wierdt de vorige acte geresumeert en geapprobeert. Artikel 2. Ontfangen en gelezen ene missivie van broederen diaconen van Culemborg, zijnde ene brief van voorschrijving voor Alida van Maurik, huisvrouw van Anthoon8 Borgstein, om in hare armoedige toestand enige onderstand van deze diaconie te mogen hebben, is geresolveert door deze vergadering om haar gelijk in het voorleden jaar gedurende de winter maanden te bedelen. Artikel 2. Ontfangen en gelezen ene missivie van broederen diaconen van Ede om de zom van 6 gulden 3 stuivers [23v] te mogen ontfangen welke zij (of schoon zonder voorkennis van deze diaconie) voor Anna Jacobs hadden uitgeschoten bij betaling van doctor en medicijnen en wierdt deze missivie voor notificatie aangenomen. Artikel 4. Op het geproponeerde in deze door ds. Raland wierdt door deze vergadering besloten om voortaan aan die gene die door de diaconie bedeeld worden, de weeklijksche bedeling te onthouden elke week waar van zij des zondags zonder wettige en voldoende reden den openbaren godsdienst niet hadden bijgewoond. Artikel 5. Broeder Wurster verwittigde de vergadering betrekkelijk een verzoek van . . de Jager, te Ravenswaai besteed, aan hem gedaan, ten einde van enige klederen in den nu naderende winter verzorgd te worden, wierdt aan gemelde broeder verzogt in dezen op de best9 mogelijkste wijs te voorzien, zo het de kas mag toelaten. Artikel 6. Alijda Gijsberta van Schaik verzogt kerkelijke attestatie naar Arnhem. Dit verzoek wierdt door de vergadering toegestaan, mids afgekondigt more solito. Hierop scheide men nae dankzegging aan God in vrede en liefde. [24r] [in de marge] praesentes omnes excepto de broederen Bruin, Van der Meide, Du Bois Vrijdag januarij 1803. Ordinaire vergadering. De vergadering door dominee praeses met gebede geopent zijnde Artikel 1. Bragt broeder Van Bern ene rekening ter tafel van de heer Verhel ter zake10 geleverde medicamenten aan de armen voor rekening van de diaconie deser gemeente, moetende betaald worden door den afgegane broeder diacon G. de l’Orme, wierdt besloten genoemde broeder te verzoeken deselve op last deser vergadering te voldoen, zeinde gemelde rekening van den 24 mei 1801 tot 6 meij 1802 ten bedrage van Artikel 2. Magdalena Elisabeth van Lokhorst, weduwe van den heer Krans, verzogt kerkelijke attestatie naar Amsterdam. Dit verzoek wierdt door de vergadering toegestaan, 8
De voornaam is doorgestreept. Uit de overlijdensakte blijkt dat het Anthoon moet zijn geweest. Lezing van dit woord is onzeker. 10 Lezing van dit woord is onzeker. 9
24
mids afgekondigt more solito. Waar op de vergadering nae dankzegging aan het Opperwezen in broederliefde scheide. [24v] [in de marge] praesentes ds. Raland, ds. Van Doesburgh, broederen Van der Meide, Kloot, Van Berne Januari 22 1803 extraordinaire vergadering. De vergadering wierdt met gebeden geopent. Artikel 1. Kwam ter tafel de diaconie rekening van den afgegane diacon G. de l’Orme van ontvang en uitgave voor de diaconie deser gemeente van Pinxteren 1801 tot Pinxteren 1802. Artikel 2. Welke rekening nae voorafgaande resivie met opene deuren gehoord en gesloten zeinde, bleek dat de ontfangst bedroeg f 1475-8-14 en de uitgaaf f 1439-18-“ en al dus meer ontfangen dan uitgegeven f 35-10-14, welke overschietende penningen door den rendant zittens vergadering aan den tegenwoordig administrerende diacon J. Wurster zein toegeteld en also quite. En hierop scheide men na dankzegging aan God als broeders in liefde. [in de marge] praesentes omnes excepto broeder Bruin Ordinaire vergadering maarrt 17 1803. De vergadering met gebede geopent zijnde Artikel 1. Kwam ter tafel een brief van de weduwe Ruette te Bommel, welke daar in andermaal verzogt om enige onderstand in hare behoeftige toestand. De vergadering demandeerde deze zaak aan broeder diacon Wurster om zo ver de kast zulks toeliet aan haar verzoek te voldoen. [25r] Artikel 2. Wierdt door de vergadering een besluit genomen om voortaan geen onechte kinderen te dopen dan wanneer de moeder het in persoon ten doop hielt en zij ingeval dezelve geen lidmaat is, alvorens van een der predikanten het nodig onderwijs aangaande het sacrament der doope zal hebben genoten. Artikel 3. Kwam ter tafel een acte van indemniteit door de regering deser stad aan Jan Laponder gegeven wiens huis vrouw op grond daar van alimentatie verzogt. Aangenomen voor notificatie. Artikel 4. Ad classem wierden gecommitteerd de broeder Bruin gesubstitueert den broeder Van der Meide. Artikel 5. In de aanstaande huisbezoeking voor het heilig Avondmaal zal adsisteren in de oude stad broeder Bruin gestubstitueerd door broeder Van der Meide, in de nieuwe stad broeder Kloot gesubsituteerd door broeder De Ruiter. Artikel 6. Men hield voorts censura morum, men vondt niets berispelijk. Waarop men met dankzegging aan God en in vrede scheide. [25v] [in de marge] praesentes broeders van Doesburgh, Raland, De Bois, kranck11 Ordinaire vergadering april 8 1803 Artikel 1. De vergadering met gebeden door dominee praeses geopent zeinde, overhandigde broeder Wurster ene brief door de diaconie van Rhenen, geschreven den 1 april 1803, met verzoek om swekelijks aan Cornelia van ’t Wilde alhier woonachtig voor gemelde diaconie ene uitdeling te doen van 10 stuivers. En aan welk verzoek dan ook van 11
Lezing van dit woord is onzeker.
25
die tijd af aan op goedvinden der vergadering onse broeder Wurster voldaan zal, zo lang zulks niets door de diaconie van Rhenen wordt opgeschreven. Artikel 2. Ook handelde men over het meermalen gedane verzoek van de dochter van J. Leponder om van deze diaconie s wekelijks enigen onderstand te hebben, terwijl de vergadering goedvond om daar over in het vervolg te besluiten. Artikel 3. Na voorafgaande aankondiging van den predikstoel was den 29 maart laatstleeden met opene deuren gehoort en gesloten de rekening van broeder Bonebakker als kerk en potmeester over den jare 1801. Zeinde de rekening van de kerk de ontfangst in alles . . . . . . f 751-2-10 en de uitgave . . . . . . . f 548-1-6 dus meer ontfangen als uitgegeven . . . . f 203-1-4[26r] De ontfangst van de pot in alles . . . . . f 528-“-12 uitgaaf in alles . . . . . . . f 450-6-10 Dus meer ontfangen als uitfgaaf . . . . . f 77-14-2 Artikel 4. Niemand der leden voorts meer hebbende voor te stellen, scheide men al dankende en in onderlinge broederliefde. [in de marge] praesentes ds. Raland, broederen Van der Meide, R. Kloot, Van Bern, Bois, Wurster, Kloot Ordinaire vergadering mai 5 1803 Artikel 1. De vergadering door dominus praeses geopent zeinde met gebede Artikel 2. Wierdt de vorige acte geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 3. Wierdt het verzoek van G. van Wamel uit hoofde van verzuim van lidmaatschap geaccordeerd om op plechtige belijdenis van bij de gedane belijdenis te volharden, weder tot het heilig Avondmaal enz. toegelaten te worden. Artikel 4. Gaf broeder Wurster ene brief van de weduwe Ruette al weder om vermeerdering van alimentatie vragende. Wierdt dezelve aangenomen voor notificatie. Hier op scheide men in vrede met dankzegging. [26v] [in de marge] praesent Raland, Van Doesburgh, verbi divini ministri; broederen Kloot, De Ruiter, Van Bern, Du Bois, ouderlingen; Kloot, Wurster, diakenen Extraordinaire vergadering donderdag 19 mai 1803 Artikel 1. Deze vergadering door dominee praeses met gebeden geopend zijnde, wierden de acten van de voorgaande vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Vervolgends wierden (de vergadering daartoe gelegd zijnde) in plaatse van de afgaande broederen ouderlingen Bruijn, Van der Meide en Kloot aangesteld tot ouderlingen de broederen Casembrood, Curtius en Sam en tot diaken wierdt in plaats van den afgaande broeder Wurster benoemd D. van Driel Lz. Artikel 3. Tot genoegen der vergadering hebben de benoemde broederen ouderlingen door den custos die hun eerwaarden daarvan uit naam der vergadering kennis gegeven had, laaten berigten dat zij bereid waren den hun opgedragenen post te aanvaarden, terwijl de benoemde diaken daarvoor heeft laaten bedanken. Artikel 4. Na langduurige deliberatien over dit laatste stuk, is broeder Wurster vriendelijk verzogt nog een jaar in zijnen post te continueeren, ’t welk hij heeft geaccepteerd. [27r]
26
Artikel 5. Nog wierdt in deze vergadering eenparig vastgesteld eene boete van 3 stuivers per telken reize voor het niet compareeren in de ordinaire vergaderingen en wel ten voordeele van den armen, zullende van deze boete alleen geëxcuseerd zijn die broederen die door ziekte verhinderd wierden te compareeren. Waarop de vergadering in liefde en vrede God dankende gescheiden is. [in de marge] Preaesentes ds. Raland, ds. Van Doesburgh, broeders De Ruiter12, Du Bois, Curtius, Sam, Kloot, Wurster Ordinaire vergadering 2 junij 1803 Artikel 1. Na het gebed wierden de acten der voorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 2. Is geresolveerd aan Antonij van Maurik voor als nog weekelijks te geeven 8 stuivers, waartoe broeder diaken verzogt wierdt. 3. Broeders diakenen zijn verzogt en gecommitteerd om de armen-huizen te examineeren en daarvan rapport aan deze vergadering te doen. 4. Ad classem 21 dezer te Rhenen wierden gecommitteerd de predikanten en broeder De Casembrood secundus Curtius. 5. Tot de huisbezoeking zijn benoemd in de nieuwe stad ds. Raland met broeder De Casembrood secundus Sam; in de oude stad ds. Van Doesburgh met broeder Curtius secundus De Ruiter. [27v] Artikel 6. Men resolveerde om aan J.J. Croonen, indien hij zijne kerkelijke attestatie verzogt, dezelve te weigeren. Waarop de vergadering met dankzeggingen aan God gescheiden is. [in de marge] Praesent ds. Raland; broederen De Ruiter, Van Bern, Du Bois, Curtius, Sam, ouderlingen; Dirk Kloot, J. Wurster, diakenen Extraordinaire vergadering 10 junij 1803 Artikel 1. Na het gebed stelde ds. Raland aan de vergadering voor het aan zijn eerwaarde gedaane verzoek door de meid van A. Nijennes om alimentatie voor deszelfs agtergelaten kinderen. 2. De vergadering hierover gedelibereerd hebbende, wierden ds. Raland en broeder Curtius gecommitteerd om over deze zaak met het gemeente bestuur dezer stad te spreeken. Waarna men dankende scheidde. Extraordinaire vergadering 17 junij 1803 Na het gebed wierdt met opene deuren gehoord en gesloten de rekening van broeder Van Bern als kerk en potmeester over het jaar 1803, na dat dit te vooren van den predikstoel was afgekondigd. [28r] Voor de kerk was de ontfangst . . . . . f 928,,-4 uitgaaf . . . . . . . . 1287-6-12 dus meer uitgegeven dan ontfangen . . . . f 359-6-8 Voor de pot was de ontfangst . . . . . f 269-16-14 uittgaaf . . . . . . . . 248-5-8 dus meer ontfangen dan uitgegeven . . . . f 21-11-6
12
Lezing van dit woord is onzeker.
27
Welk een en ander door den volgende kerk en potmeester zal worden vereffend. Men dankte God en scheidde. [in de marge] absent broeder Curtius, ouderling, Kloot, diaken Ordinaire vergadering julij 1 1803 Artikel 1. Deze vergadering wierdt door dominee praeses met gebeden geöpend. De acten der voorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Men hield censura morum en vondt niets berispelijks. Artikel 2. Broeder De Casembrood communiceerde mede uit naam der overige gecommitteerden ad classem 21 junij te Rhenen gehouden, dat in die vergadering niets buitengewoon was voorgevallen, behalven de dimissie van den predikant Buddingh te Driebergen. Waarna de vergadering in liefde God dankende gescheiden is. Extraordinaire vergadering 11 julij Na het gebed stonden binnen de weleerwaarde heeren gecommmitteerden van het eerwaarde classis tot het visiteeren der kerken Taaij en Rensen verbi divini ministri te Rhenen en Houten. Hun eerwaarden vonden ten aanzien van onze gemeente alles in behoorlijke orde, ontfingen voor de noodlijdende kerken f [niet ingevuld], voor wagenvragt f 2-,,-,, en namen zegenend afscheid, waarop deze vergadering met dankzegging aan God gescheiden is. [28v] [in de marge] praesent ds. Raland, broederen De Ruiter, Du Bois, De Casembroot, Curtius, Sam, Kloot, Wurster. Extraordinaire vergadering 19 julij 1803 Artikel 1. Na het gebed communiceerde ds. Raland, dat broeder diaken Wurster door den ontfanger Tellegen was gemaand ter betaaling van verschuldigde huis en haardstee gelden van diakon-huizen. 2. De vergadering difficulteerde in dezen ter betalinge uit hoofde van agterstallige oortjens voorheen door den boek en kashouder der middelen aan de diakonie jaarlijks betaald en besloot de broederen De Ruiter en Wurster te committeeren om aan den heere Tellegen te berigten dat de vergadering bereid zij de bovengenoemde huisgelden te doen betaalen, indien zijn edele insgelijks als ontfanger der middelen de agterstallige oortjens aan de diaken ter hand stelde. Men scheidde dankende. [in de marge] Praesent ds. Raland, Van Doesburgh, Broederen De Ruiter, Van Bern, D‘Casembroot, Curtius, Wurster Extraordinaire vergadering 28 julij Artikel 1. Na het gebed rapporteerden de hierbovengenoemde broederen gecommitteerden dat zij de opgenomene commissie aan den heere Tellegen hadden volbragt, dat zijn edele, niet weetende hoe zich in dezen te gedraagen, had geandwoord zich aan de rekenkamer te zullen addresseeren en na bekomen andwoord daarvan aan deze eerwaarde vergadering te zullen berigten. Artikel 2. De vergadering bedankte de broederen voor hun volbragte commissie, besloot het andwoord van den heer Tellegen aftewagten en intusschen aan zijn edele te verzoeken om uit hoofde van onmagt der diakonie zoolang van het betaalen der huisgelden geëxcuseerd te zijn. Mens scheidde dankende. 28
[29r] [in de marge] absent: ds. Raland, broederen De Casembroot, Curtius Ordinaire vergadering donderdag 4 augustus 1803 Na het gebed 1. wierden de acten van voorige vergaderingen geresumeerd en geapprobeerd. 2. Tot het bijwoonen der classicale vergadering den 23 dezer alhier, wierden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder ouderling Curtius secundus Sam. 3. Aan vrouw Van Rhenen is op haar verzoek ’s wekelijks 2 stuivers meer toegelegd tot zoolang er zijde te winden komt. Hierop is deze vergadering met dankzegging aan God gescheiden.
[in de marge] absent: broederen De Casembroot, Curtius Ordinaire vergadering donderdag 1 september Na het gebed Artikel 1. bragt ds. Raland ter tafel eenen brief van den kerkenraad van Maassluis met verzoek om eenigen onderstand van onze gemeente voor de armen aldaar, welkens behoeften, vooral door tijds-omstandigheden ten toppe gestegen, de akeligste vooruitzigten opleverden. Deze wierdt voor notificatie aangenomen. Artikel 2. Broederen Wurster en Kloot overhandigden eene opgave der kosten ter reparering der diakoniehuisjes. De vergadering committeerde de broederen Van Bern, Du Bois en genoemde diakenen om alles nader opteneemen, met verzoek ons daarvan op de eerste vergadering te rapporteeren. 3. De weduwe van Hendrik van Dam verzogt eenigen onderstand. Broeder diakon wierdt verzogt haar iets naar gelang haarer omstandigheden te geeven. Waarop men God dankende gescheiden is. [29v] [in de marge] Praesent ds. Raland, ds. Doesburgh, broederen ouderlingen De Ruiter, De Casembroot, Curtius, Sam; broeder diaken Wurster. Extraordinaire vergadering zaturdag 24 september 1803 Artikel 1. Deze vergadering door dominee praeses met gebeden geopende zijnde, bragt zijn eerwaarde ter tafel en las voor een addres van de kerkmeester van het kerkgebouw bij de hervormde gemeente alhier van den volgende inhoud. Weleerwaarde zeer geleerde heeren en broederen! Door president en leden van het gemeentebestuur dezer stad, bij derzelver resolutie van den 2 maij 1803 aan ons als kerkmeesters van het kerkgebouw bij de hervomde gemeente dezer stad in gebruik overgelaten zijnde, de aanstelling van organist, voorzanger, koster en doodgraver, zoo op dien tijd als bij vervolg, hebben wij uit hoofde der aan ons bij voorschreven resolutie gedemandeerde magt, vermits door het overlijden van Dirk van Sandbrink het ambt van koster is komen te vaceeren en het nodig is dat die post met een ander bekwaam persoon ten spoedigste worde voorzien, ons vertrouwende op de naarstigheid en bekwaamheid van den persoon van Hendrik van Waveren, goedgevonden denzelve Hendrik van Waveren tot koster voorschreven aantestellen, zoo als wij hem bij onze speciale acte van den 17 dezer hebben aangesteld, mits zich in dien post [..]13 en getrouwelijk kwijtende, en zich in alles naauwkeurig gedraagende en agtervolgends de ordre en instructie op het voornoemde ambt bereids gemaakt of nog te maaken. En dit op het tractement en de emolumenten daartoe staande en de kosters van ouds plegende te genieten. 13
Onduidelijk wat hier staat.
29
[30r] En hebben wij voords gemeend u eerwaardens van deze onze dispositie te moeten kennis geeven, terwijl wij, vertrouwende, dat de genoemde persoon aan uw eerwaarden niet onaangenaam zijn zal, uweerwaardes vriendelijk te verzoeken deze aanstelling, voor zoover dat van uw eerwaardens departement zijn zal, te willen aggreeren. En hiermede u eerwaardens in de dierbaare protectie des allerhoogsten aanbeveelende, zijn wij, wel eerwaardige zeergeleerde heeren en broederen! U weleerwaardighedens heilwenschende vrienden, de kerkenraad voornoemd, was getekend Nicolaas van Bern, Dirk Bonebakker, L. van Schaik. [in de marge met hetzelfde handschrift] in marge stond Geschreeven te Wijk bij Duurstede den september 1803 artikel 2. [21 regels doorgehaald] [30v] [8 regels doorgehaald] Artikel 3. Is geresolveerd, om op eene ter tafel gebragte verklaring van ds. W.A. Ockerse, in den jaare 1792 predikant alhier, houdende, dat destijds met lidsmaats attest in deze gemeente gekomen zijn Hendrick van Kempen en Christina Boerrigter, echtelieden, eene attestatie van lidmaatschap naar Amsterdam aan boven genoemde echtelieden te bezorgen. 4. Aan Simon van Gelder wierdt lidmaatsattestatie naar IJsselstein geaccordeerd, mids dat dit te voren van den predikstoel wierdt afgekondigd. 5. In de commissie tot de huisbezoeking zijn benoemd in de oude stad ds. Raland, broeder De Ruiter, secundus Du Bois; in de nieuwe stad ds. Van Doesburg, broeder Sam, secundus Van Bern. Hierop is de vergadering met dankzegging aan God in liefde gescheiden. [in de marge] praesentes omnes excepto broederen Van Bern en Sam Ordinaire vergadering donderdag 6 october 1803 Artikel 1. De vergadering door dominee praeses met gebeden geopent zijnde wierden de acten van de voorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. [31r] Artikel 2. [6 regels doorgehaald] Artikel 3. [7 regels doorgehaald] Artikel 1. Op voorstel van ds. Raland besloot de vergadering, om ene missive te zenden aan de evangelisch luthersche gemeente te Utrecht, inhoudende, dat deze vergadering geerne zoude zien, dat de diakonie der genoemde gemeente ಬt hare wilde contribueren tot de kosten welke men alhier van wegen de diakonie hadt gehad met den overledene Daniel Gerhards. 30
Artikel 2. Verscheen voor de vergadering ene dochter van J. Laponder, thands woonachtig te Utrecht met een meermaal gedaan verzoek om onderstand, waarop de vergadering haar verwittigde, dat zij zich ten dien einde alvorens zoude moeten voorzien van een getuigschrift van een der wijkmeesters te Utrecht van dat wijk waar toe zij behoorde ten bewijze, dat zij wezenlijk behoeftig was en onderhoud nodig hadt. Waarop de vergadering na dankbetuiging aan ಬt Opperwezen in vrede en broederliefde scheide. [31v] [in de marge] praesentes omnes excepto broeder Curtius Ordinaire vergadering donderdag november 3, 1803 Artikel 1. [8 doorgehaalde regels] Artikel 2. Berichtede dominee praeses enen brief van de evangelisch lutherse gemeente te Utrecht te hebben ontfangen ten antwoorde op enen brief volgens artikel 4 der vorige acte aan die gemeente gezonden, terwijl men daar in op ene zeer vriendelijke wijs verwittigde, dat de kerkenraad der evangelisch lutherse gemeente te Utrecht gene bedeeling deedt dan aan leden aldaar woonachtig. Artikel 3. Tot de commissie ad classem in deze maand zijn benoemd de beide predikanten en de broeder Sam, gesubstitueert door de broeder De Ruiter. Hier op scheide de vergadering na plechtige dank betuiging aan God. [32r] [in de marge] presentes omnes excepto de broederen Casembroot en Curtius Ordinaire vergadering donderdag december 1, 1803 Artikel 1. Na dat de vergadering door dominee praeses met den gebede geopent was, wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Bragt ds. Raland twe missiven ter tafel, zijnde de ene van de diakonie van Scheveningen en de andere van de diakonie van Vlaardingen, beide verzoeken in zich bevattende om ondersteuning voor de armen aldaar welke beide missives voor notificatie zijn aangenomen. Artikel 3. Gerrigje van Schaik verzogt kerkelijke attestatie naar Neerlangbroek, het welk haar wierdt geaccordeerd more solito van den predikstoel zulks alvorens afgekondigt zijnde. Artikel 4. De broeder diacon Kloot gaf enen brief over van de diakonie van Culenborg, waarin verzogt wierdt, dat Alida van Maurik gelijk het voorleden winter mogt worden gealimenteerd door deze diakonie, het welk door de vergadering is geaccordeerd. Artikel 5. Ook verzogt Jaapje Scherpenzeel deze winter enigen onderstand, het welk aan den diacon wierd overgelaten. En hier mede scheide de vergadering met dankzegging aan God. [32v] [in de marge] praesentes omnes excepto broederen Du Bois en Curtius Extraordinaire vergadering december 15, 1803 31
Artikel 1. Na dat de vergadering door dominee praeses met gebede was geopent, stondt op verzoek binnen Cornelis Roeland Kroon, welke aan deze vergadering vriendelijk verzogt, om van wegen deze kerkenraad ene schriftelijke verklaring te hebben, om te dienen voor het gemeente bestuur deser stad, dat zij betrekkelijk de onverhoopte casuele armoede van zijne vrouw Maria Christiena Elsterum te Amsterdam geboren (waar men gene actens van indemniteit geeft) waren te vreden gesteld en dus wel mogten lijden wat hun betrof, dat genoemde vrouw van C.R. Kroon alhier bleef wonen, doende Cornelis Roeland Kroon tevens verzekering, dat de moei van zijne vrouw genaamd Gijsbertje van Markenstein, wonachtig te Lynden zoude sorge blijven en ten dien einde ene hond lands met twee huisen daarop staande onder Lynden gelegen zoude verbinden. Artikel 2. Waarop de vergadering heeft besloten het verzoek van Cornelis Roeland Kroon, in dezen gedaan, te accorderen, mids aan deze vergadering overhandigende ene verklaring van borgtocht van bovengenoemde Gijsbertje van Markenstein in debita forma. Artikel 3. Ook stondt op zijn verzoek binnen Peter Hendrik Olijdam, verzoekende insgelijks ene verklaring van deze vergadering om te dienen voor het gemeente bestuur deser stad, waar uit bleek, dat [33r] deze vergadering betrekkelijk de onverhoopte casuele armoede van zijn persoon waren te vrede gesteld en wel moest lijden wat haar betrof, dat gemelde persoon hier bleef wonen, doende deze P. H. Olijdam aanbod, om ene acte van renuntiatie betrekkelijk alle bedeling van wegen deze diaconie te passeren. Artikel 4. De vergadering stondt ook aan dezen P.H. Olijdam zijn verzoek, mids ene notarile acte van renuntiatie betrekkelijk alle bedeling van wegen de diaconie, aan de vergadering bezorgende. Hier op scheide men dankend. [in de marge] praesentes omnes excepto broederen Du Bois, De Casembroot en Curtius Ordinaire vergadering donderdag 5 januarij 1804 Artikel 1. Na gebede wierden de actens der twe vorige vergaderingen geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Bragt ds. Raland ter tafel ene missive van den kerkenraad te Middelharnis, verzoekende van wegen deze gemeente enigen onderstand voor den armen, welke missive voor notificatie is aangenomen. Artikel 3. De broeder diacon Kloot bragt ook ene missive ter tafel van de kerkenraad van Ede waar in ene specifieke rekening wierd opgegeven betrekkelijk uitschotten aan Anna Jacobs voor rekening van deze diaconie, waarop broeder diacon Kloot verzogt wierdt het verschuldigde in dezen te betalen. [33v] Artikel 4. Wierdt gehoord en gesloten met open deuren de rekening van onsen broeder diacon Johannis Wurster wegens zijne administratie van deze diaconie van Pinxteren 6 junij 1802 tot den 30 mai 1803. Zijnde zijne gehele ontfangst f 1388 = 5 = 10 zijne gehele uitgaaf f 1335 = 2 = 8 het welk tegen elkander gebalanceert bleek, dat hij meer ontfangen dan uitgegeven hadt f 53 = 3 = 2 32
welke 53 = 3 = 2 hij zittens vergadering aan zijnen opvolger den broeder diacon D. Kloot heeft overgeteld, om in desselfs te doene rekening in ontfangst verantwoord te worden. Waarop gemelde broeder Wurster voor zijne moeite en liefdezorg aan den armen door de gehele vergadering vriendelijk bedankt wierdt met toebede dat Jesus de vriend der armen hem dit rijkelijk mogt vergelden. Waarop de vergadering in liefde en met dankzegging aan God scheide. [in de marge] praesentes omnes excepto broeder Curtius Ordinaire vergadering februarij 2, 1804 Artikel 1. Na dat de vergadering door dominee praeses met gebede was geopent, wierden de actens der vorige vergadering gersumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Wierdt door dominee praeses ter tafel gebragt ene missive van de diaconie der hervormden te Catwijk aan Zee [34r] met verzoek om enige onderstand voor de armen aldaar, welke missive voor notificatie wierdt aangenomen. Artikel 3. Ook gaf broeder diacon Kloot enen brief over van de weduwe Ruette waar in zij haar armoedige toestand te kennen gaf en verzogt, dat daar in van wegen de diaconie door ruimere bedeling mogt voorzien worden, welke zaak aan den broeder Kloot wierdt opgedragen, om daar in overeenkomstig zijn beste goedvinden te handelen. Artikel 4. Besloot de vergadering, om per missive de diaconie van Rijswijk aan te zeggen van in ಬt vervolg deze diaconie gene vreemde passanten toe te zenden, wilden zij ons niet in de noodzake brengen om haar, door deselve terug te stuuren, op vrugtelose kosten te jagen. Hierop scheide de vergadering in liefde en met dankzegging. [in de marge] praesentes omnes excepto broeder Van Bern Ordinaire vergadering donderdag maart 1, 1804 Artikel 1. Na dat de vergadering door dominee praeses met den gebede was geopent, wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Na verzogte en vergunde binnenstand, verscheen voor de vergadering de heer Jacobus Engelen van Schaik, ordinaris klerck der secretarie alhier, exhiberende, in qualiteit als executeur van den testamente van wijlen den weledel geboren here mr. Pieter Jacob Curtius van Nieuwaal, [34v] oud burgemeester en schepen dezer stad, extract authentiek uit derselver testament, luidende als hier na breder geinsereert Extract ಫHeden den negen en twintigsten augustus achtien hondert en twee compareerde voor mij Leendert van Schaik, openbaar notaris ಬs hoofds van Utrecht binnen Wijk bij Duurstede residerende, in het bijzijn van de nabenoemde getuigen. De weledel geboren heer mr. 33
Pieter Jacob Curtius, heer van Nieuwaal, oud burgemeester deser stad, zijnde den here comparant binnen deze stad wonachtig en aan mij notaris bekend, zijn verstand en uitsprake volkomen magtig en gebruikende, en tot testeren bekwaam en gaf te kennen voornemens te zijn bij form van uiterste wil over zijne na te latene goederen te disponeren en dienvolgens alvorens te herroepen en buiten effect te stellen alle testamenten, codicillen en andere acten, kragt van uiterste wil hebbende, als door hem comparant van dato deser mogte zijn gepasseerd en dan van nieuws disponerende in kragte van octrooije den - mai 1790 van den hove van Utrecht geimpetreerd, verklarende de heer comparant eerstelijk te legateren, etc. Vervolgens verklaarde de heer comparant te begeren, dat etc. En dat van het provenue dier koop penningen door den executeur van zijne testamentaire dispositie zal moeten worden afgenomen ene [35r] zomme van vier hondert guldens en besteed tot aankoop van nationale schuldbrief of schuldbrieven, welke nationale schuldbrief of schuldbrieven door denzelven executeur zal moeten worden overgegeven aan de diaconie van de hervormde gemeente der stad Wijk bij Duurstede, legaterende de heer comparant de voorschrevene also aangekogte schuldbrief of schuldbrieven aan de voorschrevene diaconie, onder expres beding, dat deselve nimmer zal, of zullen mogen worden verkogt of veralieneert, maar dat alleen de jaarlijksche intressen ten behoeve der diaconie armen voornoemd zullen moeten komen, waar van in de door den oudsten diacon in der tijd jaarlijks te doene rekening expresselijk zal moeten worden gementioneerd met bijvoeging telken jare van deze uitdrukkelijke woorden ಯDeze schuldbrief of schuldbrieven mag of mogen ingevolge uitdrukkelijke wil van den testateur nimmer verkogt of ver¦lineert worden, maar moet of moeten ten eeuwigen dagen aan deze diaconie verblijvenರ. Dan indien het onverhoopt zoude mogen gebeuren, dat ಬt enige tijd het onderhoud der diaconie-armen binnen Wijk bij Duurstede niet meer op den tegenwoordigen voet plaatse zoude hebben en alzulks de administratie der diaconie [35v] fondsen niet meer door diaconen van wegens de hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede zouden geschieden, verklaarde de heer comparant expresselijk te begeren, dat de genoemde schuldbrief of schuldbrieven zal of zullen komen ten behoeve van de hervormde gemeente van Wijk bij Duurstede, om tot derselver finantile belangens als vrij eigen goed te worden gemploiert. Willende de heer comparant al verder etc. Eindelijk verklaarde de heer comparant tot executeur van dit testament redderaar van zijnen boedel en nalatenschap en om deselve tot liquiditeit te brengen midsgader tot directeur van zijne begravenis te verzoeken, te committeren en aan te stellen, zoals hij verzoekt, committeert en aan stelt bij deze Jacobus Engelen van Schaik etc., etc. Verklaarde nog de heer comparant zijne expresse wil en begeerte te zijn etc. Alle het welk den heer comparant door mij notaris duidelijk voorgelezen zijnde, heeft verklaard te zijn desselfs uiterste wil met begeerte, dat die zal stand grijpen en effect sorteren als testament, codicil of te zo als anders best naar rechten zal kunnen en mogen bestaan. 34
Verzoekende wijders hier van deze acte en testament in forma ಬt welk is gepasseerd binnen Wijk bij Duurstede voornoemd in tegenwoordigheid van de heren Johannes van Oorschot en Dirk Bonebakker als getuigen hier toe verzogt (was getekent) Curtius van Nieuwaal, Johannes van Oorschot, Dirk Bonebakker en L. van Schaik, notaris.ಬ [36r] Zeggende de voornoemde executeur verder ter voldoeninge aan de voornoemde testamente voor de som van f 400 gulden door den testateur ten behoeve van de diaconie armen binnen deze stad gelegateert, te hebben aangekogt ««n nationale schuldbrief ten laste van de Bataafsche Republiek, groot in capitale duizend guldens, staande in blanco rentende a drie per cent no. 210777 gedateert 31 mai 1802 en geaggrert14 den 22 november daaraan volgende. No. 210777 recto, folio 3896 verso, met zes coupons, de eerste verschijnende 1 maart 1805, verzoekende de voornoemde executeur voords, dat de vergadering ««n of meer van derselver leden gelieven te committeren en behoorlijk te auctoriseren om de also aangekogte schuldbrief op den voet en wijze als de testateur bij desselfs testament heeft bepaald, van hem over te nemen en daar van behoorlijke acte van quitantie en decharge ten behoeve van hem executeur te tekenen en uit te leveren. Artikel 3. Daarop gedelibereerd zijnde, heeft de vergadering, ten behoeve deser diaconie dankelijk accepterende het voornoemde gelegateerde, op den voet als bij bovengemelde testamentaire dispositie is bepaald, goedgevonden te verzoeken en committeren, als zij doet bij dezen, de beide predikanten E. Raland, J. van Doesburgh en de de broeder ouderling W. de Ruiter, ten einde de hier voorgenoemde nationale schuldbrief over te nemen en daar voor de heer J. Engelen van Schaik in zijn qualiteit als executeur ene quitantie in debita forma te geven en hem in dezen te dechargeren. En zal ten dien einde extract deeser aan genoemde gecommitteerde worden uitgelevert, om te dienen zo zulks behoord. [36v] Artikel 4. Ad classem zullen gaan de beide predikanten en de broeder De Ruiter, gesusbstitueert door broeder Van Bern. Artikel 5. In de te doene huisbezoeking voor het aanstaande Avondmaal zal adsisteren in de oude stad de broeder Du Bois, gesubstitueert door broeder Casembroodt en in de nieuwe stad broeder Van Bern, gesubsitueert door broeder Sam. Artikel 6. Stond binnen de zoon van Aart Rooiwinkel, welke verzogt dat zijne moeder van wegen deze diaconie mogt besteed worden, terwijl de vergadering hier toe niet kunnende besluiten, aan broeder diacon verzogt de wekelijksche bedeling enigzinds te vermeerderen. Hierop scheide de vergadering met dankzegging aan God. [in de marge] presentes omnes except broeder van Bern15, ds. Doesburg en broeder De Casembroot
14
Geaggreëerd, term voorkomend in administratieve stukken. Zie bijv. ‘ Resolutiën van het Intermediair Administratief Bestuur van het voormalig Gewest Holland van 5 tot 28 februay 1798’, Den Haag, ’s Lands-Drukkery. (Google Books) 15 Naam staat doorgestreept.
35
Ordinaire vergadering den 5 april 1804 Artikel 1. Na dat de vergadering door dominee praeses met den gebede was geopent, wierden de actens der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Gaf ds. Raland ene brief over van de weduwe Ruette, welke om ಬt een en ander daarin verzogt, welke zaak aan broeder diacon Kloot wierdt gedemandeert. Artikel 3. Bragt ds. Raland ter tafel ene instructie van de kerkmeesters voor den tijdelijken koster deser [37r] gemeente met verzoek om dezelve in de actens te insereren, welk verzoek door de vergadering wierdt toegestaan, zijnde deze instructie van den volgende inhoud. Instructie voor den koster. Artikel 1. De koster zal zich in alles ordentelijk in zijn ambt moeten gedragen, de kerkmeesteren ten allen tijde in zijn post behoorlijk respect bewijzen, gehoorzamen en zich naar derselver ordes exactelijk gedragen. Artikel 2. Hij zal ten allen tijde gedurende den openbaren godsdienst in de kerk moeten praesent zijn en aldaar goede toezicht houden tegen alle geraas en desordes welke de godsdienst zouden kunnen storen en aldaar enige hinder toebrengen. Artikel 3. Hij zal zorgen, dat telkens na de openbare godsdienst de bijbels en boeken behoorlijk toegebonden en op derselver plaats gebragt worden en dat de deuren van de kerk worden gesloten en buiten tijde van den openbare godsdienst zonder noodzake niet worden geopent. Artikel 4. Hij zal den predikstoel en banken, zo van de regering als van den kerkenraad en particulieren altoos rein en zindelijk houden, dezelve zo dikwijls zulks nodig is moeten uit stoffen zonder desweegen iets voor kosten tot lasten van de kerk te mogen brengen, gelijk hij ook in de banken daar ಬt nodig is voor zijn eigen rekening strooi zand zal moeten bezorgen. Artikel 5. Hij zal ten minsten ««ns om de vier weken de gehele kerk van onderen moeten stoffen en vegen. Artikel 6. Hij zal ten tijde der cathegesatien de kerkdeur [37v] openen tegens zulke uren, als hem door den predikant wiens beurt ಬt is zal worden aangezegd. De cathegesatien afgelopen zijnde, zal hij de deur wederom sluiten en inmiddels zo veel in zijn vermogen is, zorg dragen, dat er gene desordes, zo met beklimmen van de banken stoelen als anderzinds plaats hebben, gelijk ook niet bij ಬt begraven van lijken, hij zal alle die desordes zo veel mogelijk tegengaan en keren. Artikel 7. Hij zal zich in alles stiptelijk hebben te gedragen naar de ordes hem door den praesident van den kerkenraad zo met betrekking tot het laden van den kerkenraads vergaderingen, als ಬt oppassen gedurende den tijd van dezelve vergadering. Hij zal de leden van den kerkenraad ten allen tijde en plaatse met behoorlijk respect bejegenen. Artikel 8. Insgelijke zulks hebben te doen ten aansien van de leden van ಬt eerwaardig classis, zo gewoon als buitengewoon binnen dese stad vergaderende. 36
Artikel 9. Idem ten opzichte van ಫt collegie van de heren hoofd-almoeseniers deser stad. Artikel 10. Hij zal ook de leden van ಬt gemeente bestuur en van den gerechte deser stad altoos en in alle gevallen behoorlijk respect bewijzen, dezelve zo wel als de leden van den kerkenraad, zo fungerende als afgaande, den voorzanger en organist op ಬt orgel gedurende ಬt wintersaisoen ten tijde van de openbare godsdienst van vuer in de kerk stoven moeten voorzien. [38r] Artikel 11. Bij gelegentheid van den avond-godsdienst zal hij ten aanzien van ಬt halen en opstellen der kaarsen zich in alles stiptelijk moeten gedragen naar de ordes hem door den fungerende kerkmeester te geven. Artikel 12. Ten aanzien van ಬt luiden der poortklok en ಬt luiden van de klok van den 20 october tot paaschen in ieder jaar des avonds om 9 uur, waar toe de tegenwoordige koster Hendrik van Waveren door ಬt gemeente bestuur deser stad mede is aangesteld, zal hij exactelijk hebben te gedragen naar de order en instructien deswegens door ಬt gemeente bestuur of voormalige magistraat deser stad gemaakt of nog te maken. Artikel 13. Generalijk zal de koster goede toezicht houden op alle de goederen, bijbels, boeken, banken, stoelen, etc., tot de kerk behorende, en aldaar in bevonden wordende, gelijk op tafels of servet goed, kannen en schotels bij ಬt gebruik van ಬt heilig Avondmaal van welke twee nauwkeurige inventarissen zullen worden gemaakt, waar van ene door hem ondertekent onder den fungerende kerkmeester zal blijven gedeponeert en de koster voor ಬt gemis verantwoordelijk zijn. Ook zal hij zo dra hij iets ontwaar wordt waar door de kerk enig nadeel zoude komen te lijden, het zij van defecten aan de kerk als anders, daar van onverwijld aan den fungerende kerkmeester moeten kennis geven en voorts in alles ಫt beste voor de finantiele belangens voor de kerk behartigen en ಬt kwaadste weren en met een woord alles doen en laten wat een goed en getrouw koster schuldig is te doen of te laten. [38v] Artikel 14. Ingevalle ಬt eniger tijd door hoger geconstituerde magten wederom mogt worden gedecreteerd, dat voor ಬt aangaan van den openbaren godsdienst de klokken zullen worden geluid, zal hij gehouden zijn zulks te doen zonder op enige meerdere bezoldiging dan bij deze instructien is bepaald, aansprake te kunnen maken. Artikel 15. De koster zal voor dit alles jaarlijks ter bezoldiging genieten als volgt, in te gaan ten regaarde van den tegenwoordigen koster twintig october 1803. Tot ಬt vuer in den kerkenkamer ten tijde der kerkenraads vergaderingen, cathegesatien, vergaderingen van de heren hoofd-almoeseniers en classes, alles zo ordinair als extraordinair, mids gaders voor ಬt vuer in de stoven bij artikel 10 vermeld de quantiteit van dertig ton turf, door de kerkmeester hem te leveren. Idem van de diaconie een vim takkebossen. 37
Voords voor sjaarlijks tractement van gecommitteerdens tot de finantiele belangens tot de hervormde godsdienst alhier ene somma van . . . . . f 47 =,,= Van de fungerende kerkmeester . . . . . . . f 50 =,,= Van de kameraar voor ಬt luiden van de poortklok . . . . f 17 =,,= Van de fungerende kerkmeester tot suppletie van ಬt tractement voor ಬt luiden der poortklok . . . . . . . . . . f 15 =,,= Van den fungerende potmeester voor ಬt bedienen van heren hoofd-almoeseniers midsgaders voor ಬt voorgaan bij de collectens van paaschen, in juli en van kerstmis te zamen . . . . . . . . .
f 7 =,,=
[39r] Van de diaconie voor sjaarlijks tractement . . . . . Van dezelve voor t voorgaan bij de gewone veertien daagsche collecten met de bus . . . . . . . . . .
f 15 =,,= f 5 =,,= f156=,,=
En van de classis . . . . . . . . . Artikel 16. De koster zal de kaars enden, voor zo verre die voor de kerk niet meer gebruikt worden voor zich profiteren, doch volstrekt zich gene gehele kaarsen mogen toeigenen. Artikel 17. Eindelijk reserveren gecommitteerdens tot de finantile belangens van de hervormde godsdienst alhier kerkmeesters in der tijd aan zich de interpretatie, verranderinge, vermeerdering of verminderingen deser instructien, indien namaals zulks bij hun mogt nodig geoordeelt worden. Aldus deze instructien gearresteerd bij ons ondergetekende gecommitteerdens tot de finantile belangens van den hervormden godsdienst te Wijk bij Duurstede, kerkmeesteren in der tijd, den 1 februarij 1804 (was getekent) Nicolaas van Bern, D. Bonebakker en L. van Schaik. Hier op scheide de vergadering met dankzegging. [39v] [in de marge] praesentes omnes Extraordinaire vergadering den 16 april 1804 Artikel 1. Na dat de vergadering door dominee praeses met den gebede was geopent, verzogt dominee praeses dat de vergadering ene commissie wilde benoemen en dezelve auctoriseren om voor de diaconie de helft van ಬt gelegateerde door wijlen de heer Vos van Avezaath uit handen van den executeur te ontfangen. Artikel 2. En wierdt tot deze commissie benoemd en geauctoriseerd de beide predikanten, de oudste ouderling en oudste diacon. Artikel 3. Ook stelde dominee praeses voor, om uit hoofde van den treurigen toestand der diaconie kas voortaan de andere helft van ಬt gelegateerde door wijlen de heer Vos van Avezaath voor de noodlijdende alhier te gebruiken, om bij wijze van donkercedul daar van te bedeelen en zodoende de diaconie kas te hulp te komen en in dezen communicatief met den regerende diacon te handelen. 38
Artikel 4. Hier op wierdt door de vergadering besloten, om overeenkomstig dit voorstel van dominee praeses in dezen te handelen en dan dit werk aan beide predikanten op te dragen. Hierop scheide men met dankzegging aan God. [40r] [in de marge] Absent broeder De Casembroot Ordinaire vergadering 4 mai 1804 De vergadering wierdt door dominee praeses met gebeden geopend. Artikel 1. [inhoud doorgestreept] 2. Op verzoek van juffrouw Ruëtte te Herewijnen om meerder weekgeld is aan haar edele 4 stuivers per week meer toegestaan. 3. Kerkelijke attestatie verzogten mejuffrouw ….., de heer Smit ex uxore, Maartje Verwoerdt, ’t welk, mids dat zulks more solito van den predikstoel wierde afgekondigd, is geaccordeerd. Hierop scheidde de vergadering met dankzegging aan God in liefde. [40v] [in de marge] collegio pleno Extraordinaire vergadering 10 mai 1804 Artikel 1. [inhoud is doorgestreept] Artikel 2. Deze vergadering belegd zijnde tot het verkiezen van ouderlingen en diakenen, wierden in plaatse van den overledenen broeder Curtius benoemd de broeder Du Bois, in plaatse van de afgaande broederen ouderlingen De Ruiter, Van Bern en Du Bois de broederen Bonebakker, Kloot en De l’Orme, broeder D. Kloot om nog één jaar als oudste diaken te continueeren, en in plaatse van den afgaanden diaken broeder Wurster broeder C. Boechschoten, dien door den custos ten genoegen van deze vergadering lieten berigten, dat zij den hun opgedragene posten zouden aanvaarden. Artikel 3. Ds. Raland communiceerde dat aan zijn eerwaarde was ter hand gesteld eene som van f 100-,,- voor de diaconie dezer gemeente om daarvan in den winter de nodige bedeeling te doen, waarover zich de vergadering, met dankzegging aan de geever derzelver verblijdde. Men scheidde God dankende. [41r] [in de marge] presentes omnes excepto ds. Doesburgh en broeder Casembroot Ordinaire vergadering junij 7 1804 Artikel 1. Na dat de vergadering door dominee praeses met den gebede was geopent, wierden de actens der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeert. Artikel 2. [inhoud doorgestreept] Artikel 1. Broeder Kloot bragt ter tafel twe rekeningen, een van juffrouw Van Dam, groot 65=12=10, en een van Zijpregt, groot 26=2=,,, welke in orde bevonden zijnde, wierdt broeder Kloot geauthoriseert om dezelve te betalen. Artikel 4. Ad classem wierden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder Bonebakker secundus broeder Kloot. Artikel 5. De weduwe Van Brussel verzogt door ds. Raland vermeerdering van bedeeling. Wierdt besloten haar s wekelijks in plaats van 10 stuivers 1 gulden te geven. Artikel 4. Tot het aanstaande huisbezoek voor de bediening des Avondmaals wierden gecommitteerd in de nieuwe stad ds. Doesburgh geadsisteerd door broeder Kloot 39
secundus Casembroot en in de oude stad ds. Raland geadsisteerd door broeder Bonebakker secundus broeder De l’Orme. Artikel 5. Vrouw Hasendonk verzogt jak en rok, het welk in advies wierdt gehouden tot de winter. Hier op scheide men God dankende. [41v] [in de marge] absentes ds. Doesburgh, broeder Casembroot, Sam, R. Kloot, D. Kloot Ordinaire vergadering julij 6, 1804 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. [inhoud doorgestreept] Artikel 3. [inhoud doorgestreept] Artikel 4. Wierdt de bepaling betrekkelijk de boete op het niet compareren in deze vergadering gerenoveert, te vinden in de acten van den 19 mai 1803 artikel 5. Artikel 5. [inhoud doorgestreept] Hierop scheide men in vrede met dankzegging aan God. [42r] [in de marge] absenten broederen Casembroot, Du Bois, Sam, Bonebakker, D. Kloot Extraordinaire vergadering julij 30, 1804 Na dat de vergadering met gebede was geopent Artikel 1. Stonden binnen de heren Rochair en Dekker, predikanten te Bunnik en Hagestein, welke na toebede van s hemels zegen over den vergadering onderzoek deden, als daar toe gecommitteerd door de eerwaarde classis van Rhenen en Wijk, na den toestand deser gemeente, en alles in orde bevindende namen dezelve onder wederkerige zegenbede afscheid van de vergadering. Men betaalde aan dezelve voor de noodlijdende kerken 4 gulden en voor wagenvragt 2 gulden. Hierop scheide de vergadering met dankzegging aan God. [in de marge] absentes broederen Casembroot, Sam, D. Kloot en Boeschoten Ordinaire vergadering augustus 3, 1804 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Sara Schijf verzogt vermeerdering van bedeeling, het geen tot de volgende vergadering in advies wierdt gehouden, terwijl broeder diaken Kloot verzogt wierd in die tusschen tijd16 zo het volstrekt nodig was de bedeeling te vermeerderen. Artikel 3. Besloot de vergadering om broeder diaken Kloot aan te zeggen vermids17 de weduwe W. van Ingen en de weduwe Spee getrouwd zijnde provisioneel niet meer te bedeelen. Artikel 4. Ad classem in deze maand te Rhenen wierden gecommitteerd beide predikanten en broeder Kloot secundus broeder De l’Orme. Hier op scheide men dankend. [42v] [in de marge] absenten ds. Doesburgh en broeder Casembroot Ordinaire vergadering donderdag september 6, 1804 Artikel 1. Na den gebede wierden de actens der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 16 17
Hier lijkt een aantal woorden te ontbreken in de zin. Lezing van dit woord is onzeker.
40
Artikel 2. Broeder diacon Kloot gaf de vergadering ene missive over van de regenten van ’t Huissittenhuis te Leiden met ene rekening van f 59=,,=,, voor gedane bedeeling aan Maagje Scherpenzeel, zijnde t restant der rekening van de jare 1801, terwijl de missive daaromtrent voor notificatie wierd aangenomen. Artikel 3. Verzogt broeder Kloot om de jonge van B. Veldkamp van enige noodzakelijke kleding te verzorgen, hetgeen de vergadering aan gemelde broeder overlaat, als ook om de weduwe Van Vulpen op haar verzoek enen linnen strooi zak te bezorgen. Artikel 4. Herinnerde broeder De l’Orme de vergadering dat broeder Boeschoten volgens kerkenorde de formulieren van enigheid nog moeste ondertekenen, terwijl zulks stante deze vergadering niet konde geschieden, dewijl het boek ter ondertekening in dezen niet bij de hand was. Artikel 5. Tot ’t aanstaande huisbezoek voor de bediening des Avondmaals wierden gecommitteerd in de nieuwe stad ds. Raland geadsisteerd door broeder De l’Orme secundus Du Bois; in de oude stad ds. Doesburgh geadsisteerd door broeder Casembroot secundus Sam. Hierop scheide men in vrede met dankzegging aan God. [43r] [in de marge] absentes broederen De Casembroot en Sam Ordinaire vergadering vrijdag 5 october 1804 Artikel 1. Na ’t gebed wierden de acten der voorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 2. De predikanten berichtten dat hun in de huisbezoeking niets berispelijks voorgekomen was. Hierop scheide men God dankende. [in de marge] absentes broederen De Casembroot, Sam, De l’Orme Extraordinaire 26 october 1804 Artikel 1. Nadat de vergadering met gebeden geopend was, wierden met opene deuren gehoord en gesloten de rekeningen van broeder Bonebakker als kerk en potmeester, de eerste van Victoris 1802 tot Victoris 1803, de laatste van Kersmis 1802 tot Kersmis 1803. Van de kerk was d’ontfangst . . . f 1045-18- 8 d’uitgaaf . . . . 970- 7-14 zoodat meer ontfangen den uitgegeven is . f 75-10-10 Voor de pot was de ontfangst . . . f 218- 9- 2 uitgaaf . . . . . . 248- 8-10 dus mer uitgtaaf dan ontfangst . . . f 29-19- 8 Welke overschietende en te kortkomende penningen in de volgende rekeningen als ontfangst en uitgaaf zullen worden ingebragt. Artikel 2. De heer Bonebakker deedt verder rekening als administrateur van het fonds ter instand-houding van den hervormde godsdienst alhier van 1 mai 1800 tot dito 1803. De ontfangst was . . . . . f 5154-4-,, d’uitgaaf . . . . . . 5421-4-4 dus meer uitgegeven dan ontfangen . . f 267-4-4 Welke penningen in de eerstkomende rekening van gebenificeerde goederen als uitgaaf zullen worden ingebragt. [43v] Artikel 3. Ook deedt broeder D. Kloot rekening als diaken over het jaar d’ontfangst was . . . . . f 1368-16- 2 d’uitgaaf . . . . . . 1225-19-10 41
zoodat meer ontfangen dan uitgegeven was . f 142-16- 8 welke overschietende penningen in den volgende rekening als ontfangst zullen worden ingebragt. Hierop is de vergadering met dankzegging aan God gescheiden. [in de marge] absent Casembroot Ordinaire vergadering donderdag 1 november 1804 Artikel 1. Na ’t gebed wierdt gelezen een brief van de heer18 Vos Loo van Avezathen met verzoek om vermeerdering van onderstand voor Mijntje Rall, welke brief aan het collegie van hoofd-almoeseniers gerenvoieerd wierdt. 2. Ad classem 13 november hier te houden wierden gecommitteerd de beide predikanten en de ouderling D l’Orme secundus De Casembroot. Hierop scheidde men God dankende. [in de marge] absenten Van Doesburgh, Casembroot, Du Bois Ordinaire vergadering donderdag 6 december 1804 De vergadering wierdt met gebeden geopend. Er was niets te verhandelen. Men scheidde met dankzegging aan God. [44r] [in de marge] absenten Van Doesburgh, De Casembroot, Kloot Ordinaire vergadering donderdag januari 3, 1805 Na het gebed wierden de acten der voorige vergaderingen geresumeerd. Vervolgens overhandigde ds. Raland aan den fungeerenden diaken broeder Kloot de door den heere Curtius aan de hervormde diaconie dezer stad gelegateerde obligatie groot f 1000-,- ten lasten van de Bataafsche Republiek, rentende 3 procent. Zie de handelingen dezer vergadering maart 1-1804. Men scheidde God dankende. [in de marge] absent De Casembroot Ordinaire vergadering donderdag 7 februari 1805 Artikel 1. Na het gebed wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Ds. Raland stelde de vergadering voor, of dezelve niet met hem noodzakelijk oordeelde om mejuffrouw gesepareerde huisvrouw van den heere C. Verhel wegens haar onchristelijk gedrag nomine synedrii ernstig en liefderijk tot verbetering aantespooren, met bijvoeging van de onaangenaame noodzakelijkheid waarin deze vergadering (indien zij in haar onchristelijk gedrag voordging) tot het gebruiken van stengere maatregelen zou gebragt worden. Alle leden zich hiermede conformeerende, wierden in de commissie daartoe benoemd de beide predikanten en de broeder ouderling Bonebakker. Hierop is de vergadering met dankzegging aan God gescheiden. [in de marge] absent De Casembroot Ordinaire vergadering 7 maart 1805 Artikel 1. Na het gebed wierden de acten der vorige vergadering geresumeeerd en geapprobeerd. 2. Ds Raland rapporteerde mede uit naam zijnder medegecommitteerden ds. Van Doesburgh en den broeder ouderling Bonebakker, dat zij eerwaarden hun door deze vergadering opgedragene comissie (zie acte 7 februari 1805) volbragt en alle pogingen 18
Lezing van dit woord is onzeker.
42
aangewend hadden om juffrouw Verhel tot oprecht berouw over haar kwaad en verbetering voor Gods genade aantespooren, hoopende en biddende zijlieden dat deze pogingen gezegende uitwerkingen mogten hebben, opdat de vergadering buiten noodzake bleeve om onaangenaame en strenge middelen te gebruiken en de verafgedwaalde zondaresse te recht gebragt en voor den Heere Jezus gewonnen wierde. [44v] Artikel 3. Ad classem wierden gecommitteeerd de beide predikanten en den broeder ouderling De Casembroot secundus Sam. Waarop de vergadering met dankzegging tot God verscheiden is. [in de marge] absent De Casembroot Ordinaire vergadering donderdag 4 april 1805 1. Na het gebed wierden de acta der voorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 2. Tot de huisbezoeking wierden benoemd in de oude stad ds. Raland, ouderling Casembroot secundus Sam; in de nieuwe stad ds. Van Doesburgh, ouderling Du Bois secundus Bonebakker. 3. Wierdt gelezen een brief van den kerkenraad van Doorn, waarin verzogt wierdt om aan Jan Lodder voor rekening van de diaconie van Doorn pro re nata eenige onderstand ’s wekelijks toe te voegen, belovende daarin de kerkenraad van Doorn de medicijnen voor Jan Lodder te betaalen. 4. Wierdt aan ’t kind van Jan Lodder geduurende deszelfs ziekte 6 stuivers per week toegelegd. Hierop scheidde men met dankzegging aan God. [in de marge] absent De Casembroot Ordinaire vergadering donderdag 2 mai 1805 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, wierden de acta der voorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 2. Ds. Raland communiceerde ontfangen te hebben van den heer Van der Werf te Utrecht de interessen van het liefde fonds, gevestigt door den heer Vosch van Avezaat, zijnde f 150-,,- voor de diaconie armen en f 150-,,- voor de noodlijdenden. Met betrekking tot de laatste helfte persisteerde de vergadering bij derzelven genomen besluit te vinden in actis april 1804 art. 3, 4. Hierop is de vergadering met dankzegging aan God gescheiden. [45r] [in de marge] absent broeder Casembroot Ordinaire vergadering donderdag mei 23 1805 Artikel 1. Na ’t gebed wierd de acte der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Deze vergadering belegd zijnde tot ’t verkiesen van ouderlingen en diaken wierden in plaats van de afgaande broederen ouderlingen Casembroot, Du Bois en Sam verkoren de broederen De Ruiter, Van Bern en Van Brussel, en in plaats van de afgaande broeder diaken Kloot de broeder Van Brummelen, welke dan hiervan verwittigt ten genoegen van de vergadering door den custos lieten weten dat zij deze posten aannamen. Hierop scheide men met dankzegging aan God. [in de marge] absenten ds. Doesburgh, broederen Casembroot en Bonebakker 43
Extraordinaire vergadering donderdag mei 30 1805 Artikel 1. Na den gebede verwittigde dominee praeses dat deze vergadering belegd was om op verzoek van den hoofdschout Casembroot te handelen over de bezorging van Christiaan Hendrik Odinot, welke in ene zeer armoedige toestand verkeerde. Artikel 2. Waarop de vergadering besloot deze zaak van gemelde Christiaan Hendrik Odinot te renvoijeren tot het collegie van de heren hoofdalmoeseniers. Hier op scheide men met dankzegging aan God. [45v] [in de marge] absenten broederen De l’Orme en Van Bern Ordinaire vergadering junij 6 1805 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Gaf broeder Kloot afgaande diacon ene rekening over van juffrouw Van Dam voor geleverde goederen aan den armen, groot 94 gulden 8 stuivers 4 penningen, welke in orde bevonden zijnde, wierd broeder Kloot geauthoriseerd om dezelve te betalen. Artikel 3. Verzogt de weduwe J. Lodder enige onderstand, waarop de vergadering besloot haar voor 6 weken 6 stuivers per week toe te leggen. Artikel 4. Wierd de wet betrekkelijk de boeten op ’t niet compareren gerenoveert. Artikel 5. Ad classem in deze maand junij te Rhenen wierden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder De Ruiter secundus broeder Van Bern. Artikel 6. Tot ’t aanstaande huisbezoek gecommitteerd in de nieuwe stad ds. Raland met de broeder De Ruiter gesubstitueerd Van Brussel; in de oude stad ds. Doesburgh met broeder Van Bern gesubstitueerd Bonebakker. Hierop scheide men met dankzegging. [46r] [in de marge] absent broederen Bonebakker, De l’Orme, Van Bern, Van Brussel Ordinaire vergadering julij 4 1805 Artikel 1. Na dat de vergadering met den gebede geopent en de acte der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd was Artikel 2. stonden binnen de heren Van Lil en Dekker, welke na toebede van s hemels zegen over deze vergadering onderzoek deden na den toestand deser gemeente en alles in orde bevindende verlieten zij onder wederkerige zegenbede de vergadering. Men betaalde aan gemelde heren voor de noodlijdende 4 gulden en voor wagenvragt 2 gulden. Hier op scheide men met dankzegging. [in de marge] absenten broederen Van Brussel, Boeschoten en Van Brummelen Ordinaire vergadering september 5 1805 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Wierd gelezen ene missive van diaconen van Rotterdam inhoudende een weigerend antwoord op ene missive van onsen broeder diacon geschreven om bedeling voor Susanna van Engelen. Wierd besloten nogmaals aan gemelde diaconie te schrijven en ingeval van weigering zich dan daaromtrent bij ’t gemeentebestuur van Wijk te addresseren. Artikel 3. Gelezen een brief van de bestuurders van den groten of dorps armen van de Nieuwe Tonge, met verzoek om ene liefde gifte voor der selver armen; aangenomen voor notificatie. 44
Artikel 3. Op verzoek van ds. Raland wierdt voor de vergadering ontboden de weduwe Van Rhenen, ten einde haar wierd aangezegd van voortaan te zorgen dat ‘t kind bij haar besteed, zonder verzuim ter school kwam. Artikel 4. Wierden met opene deuren gehoord en gesloten de [46v] rekeningen van den heer Van Bern als kerk en potmeester, de eerste van Victoris 1803 tot Victoris 1804, de laatste van Kersmis 1803 tot Kersmis 1804. Van de kerk was de uitgaaf . . . . . f 971,,=4 de ontfangst . . . . . . . . f 870=4=,, zodat de uitgaaf meer was dan de ontfangst . . . f 100=16=4 Van de pot was de ontfangst . . . . . f 580=,,=,, de uitgave . . . . . . . . f 243=4=2 dus de ontfangst meer dan de uitgave . . . . f 336=15=14 Welke te kortkomende en overschietende penningen in de volgende rekeningen als uitgave en ontfangst zullen worden ingebragt. Artikel 5. Tot ’t aanstaande huisbezoek gecommitteerd in de nieuwe stad ds. Doesburgh met de broeder Bonebakker gesubstituteerd door broeder De l’Orme; in de oude stad ds. Raland met broeder Van Brussel gesubstitueerd door broeder Kloot. Hier op scheide men dankend. [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering october 4 1805 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Gelezen ene missive van de diaconie der Nederlands gereformeerde gemeente der stad Rotterdam inhoudende verzoek om Susanna van Engelen [47r] voor rekening van gemelde diaconie s wekelijks te bedeelen met 20 stuivers ingaande met september 26 1805 en eindigende ultimo april 1806, welke missive aangenomen is voor notificatie. Artikel 3. Gelezen ene missive van de weduwe Ruette met verzoek om enige klederen te mogen hebben, welke zaak aan broeder diacon is gedemandeerd. Hier op scheide men dankend. [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering november 7 1805 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Tot t aanstaand classis wierden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder ouderling Van Brussel, secundus broeder Bonebakker. Hier op scheide men dankend. [in de marge] absent ds. Van Doesburgh Ordinaire vergadering december 5 1805 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd.
45
Artikel 2. Wierd besloten dat voortaan de predikanten gene doopceduls zouden overgeven voor dat zij van het geld voor den armen daar toe staande als ook van het verschot voor zegel enz. zeker waren. Artikel 3. Op voorstel van ds. Raland besloot de vergadering [47v] dat wanneer vreemden, waarvan bruidegom of bruid alhier niet woonachtig was, alhier zich wilden laten trouwen, dat zij dan alvorens voor den armen zullen moeten geven drie gulden. Artikel 4. De weduwe Lodder verzogt om vermeerdering van hare wekelijkse bedeeling, hetgeen aan broeder diacon wierd overgelaten. Hier op scheide men dankend. [in de marge] absenten broederen De Ruiter en Van Brussel Extraordinaire vergadering december 16 1805 Artikel 1. Na dat de vergadering met den gebede was geopent, verwittigde ds. Doesburgh de vergadering, dat hij deselve had laten beleggen op verzoek van den heer J.M.J. Anzong om in zijn naam dit volgend voorstel te doen, dat, daar de heer Anzong niet in de mogelijkheid was om aan het gemeente bestuur deser stad ene acte van indemniteit over te leveren, hij aan deze vergadering verzogt om op grond van ene borgtocht van den heer Casembroot en ds. Van Doesburgh (welke zich verbonden om ingeval van onverhoopte armoede voor zijn persoon te zullen zorgen) van deze vergadering ene verklaring te mogen hebben om te dienen voor ’t gemeente bestuur, dat de kerkenraad der hervormde gemeente, waar toe gemelde heer behoorde, betrekkelijk de onverhoopte armoede was te vrede gesteld om dus, wat haar betrof, wel mogt lijden, dat aan dezen heer alhier inwoning vergunt wierd. [48r] Artikel 2. In welk voorstel de vergadering eenparig genoegen nam en besloot om aan gemelde heer Anzong extract deses te geven om te dienen voor ’t gemeente bestuur. Hier op scheide men dankend. [in de marge] absent broeder De Ruiter Ordinaire vergadering januari 10 1806 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Op voorstel van broeder Bonebakker wierd de resolutie hernieuwd om den docter die over de armen practiseerde, aan te zeggen om aan niemand medicijnen te geven dan aan de zulken die een permissie briefje in dezen van den predikant en diacon ondertekend zoude vertonen. Artikel 3. Gaf broeder Boeschoten een brief over van de grootarmeesters van Honsholredijk inhoudende verzoek om onderstand voor Maria van Scherpenseel, dochter van de weduwe Johannes van Scherpenzeel, waarop de vergadering besloot alvorens men hier in voorzag, zich te informeren of gemelde Maria van Scherpenzeel ene acte van alimentatie had van wegen dese stad en gemeente. Hierop scheide men dankend. [48v] [in de marge] absent broeder Bonebakker 46
Ordinaire vergadering februari 6 1806 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Gaf broeder diacon Boeschoten een brief over aan de vergadering van de groot armeesters van Honsholredijk (ten geleide van copie van ene acte van alimentatie van wegen deze gemeente voor Maria van Scherpenzeel, thands daar wonachtig) nogmaals verzoekende om gemelde Maria van Scherpenzeel te bedeelen, waarop de vergadering besloot om deze zaak aan broeder diacon Boeschoten over te laten om zo veel de kas toeliet haar enige onderstand te bezorgen. Hierop scheide men in vrede met dankzegging aan God. [ in de marge] absent ds. Doesburgh en broeder Van Brussel Ordinaire vergadering maart 6 1806 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Exhibeerde broeder Bonebakker als executeur van den testamente van wijlen den weledelen gestrengen heer IJsbrand Bruin, oud burgemeester deser stad, extract authentiek uit derselver testament [49r] luidende als hierna breder geinsereerd. Extract. Heden den 30 julij agtien hondert één, des middags ten twaalf uur, compareerde voor mij Leendert van Schaik, openbaar notaris ’s hoofs van Utrecht, binnen Wijk bij Duurstede residerende, in het bijzijn der nabenoemde getuigen: de weledele gestenge heer IJsbrand Bruin, oud burgemeester deser stad, zijnde aan mij notaris bekend, zijn verstand en uitsprake volkomen magtig en gebruikende en tot testeren bekwaam, te kennen gevende voornemens te zijn bij forme van uiterste wille over zijne na te latene goederen te disponeren, dien volgens alvorens herroepende alle testamenten, codicillen en andere acten kragt van uiterste wil hebbende, als door hem heer comparant voor dato deses mogte te zijn gepasseerd en wel speciaal enz. En dan van nieuws disponerende in kragte van octroije den 5 april 1765 van den hove van Utrecht geobtineert, zo verklaarde hij comparant eerstelijk te legateren en te bespreken aan enz. En legaterende de heer comparant wijders aan de hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede een obligatie of nationale schuldbrief ten lasten van deze republiek, groot in capitaal één duizend gulden, welke obligatie de heer comparant begeerdt, dat, zo wanneer dezelve in zijn boedel niet voor handen mogte zijn, voor rekening van den boedel zal moeten worden aangekogt en aan de gecommitteerdens van voorschrevene gemeente worden overgegeven, ten einde de intressen op dezelve obligatie jaarlijks te verschijnen bij hun gecommitteerdens te kunnen worden ontfangen om tot instandhouding van den hervormde te Wijk bij Duurstede voornoemd tot betaling [49v] van predikants tractement te worden geemployeert, doch indien de betaling van tractementen voor leeraaren en hoogleeraaren van den hervormden godsdienst (zo als de heer comparant hartelijk wenscht) van wegens den lande of wel buiten last van de gemeentes blijft voortduuren en alzulks geen fonds tot instandhouding van den hervormde godsdienst met betrekking tot de vinding der bezoldiging van predikanten binnen Wijk bij Duurstede, zal nodig zijn, verklaarde de heer comparant in dit geval de genoemde obligatie van één duizend gulden te legateren aan de gereformeerde diaconie armen binnen Wijk bij Duurstede, onder expres beding, dat dezelve obligatie nimmer zal worden verkogt of verälieneert maar alleen de jaarlijkse intressen ten behoeve van de diaconie 47
armen voornoemd moeten komen, waarvan in de door den oudsten diacon in der tijd jaarlijks te doene rekening expresselijk zal moeten worden gementioneerd met bijvoeging telken jaare van deze uitdrukkelijke woorden: deeze obligatie mag ingevolge uitdrukkelijke wil van den testateur nimmer worden verkogt of veraliëneert, maar moet ten euwigen dage aan deze diaconie verblijven. Dan indien ’t zoude mogen gebeuren dat ter eniger tijd het onderhoud der diaconie armen binnen Wijk bij Duurstede niet meer op den tegenwoordigen voet plaats zoude hebben en alzulks de administratie der diaconie fondsen niet meer door diaconen van wegens de hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede zoude geschieden, het zij dat ’t onderhoud der armen binnen Wijk bij Duurstede nationaal of op een andere voet hoe ook genaamd zoude plaats hebben, verklaardt de heer comparant expresselijk te begeren dat de genoemde obligatie zal moeten worden overhandigt aan desselfs neef den heer [50r] Abraham Johannes Severijn, wonende te Amsterdam ten einde de intresse op dezelve jaarlijks te verschijnen door denselven heer Abraham Johannes Severijn uit te reiken aan behoeftige personen van den hervormden godsdienst te Wijk bij Duurstede ter volkomen discretie van genoemde heer Abraham Johannes Severijn, of te van zodanig ander persoon als bij vervolg hem in de administratie deser intresse zal opvolgen, wordende aan meergemelde heer Abraham Johannes Severijn ten aanzien van derselver administratie gegeven speciaal de magt van assumtie, substitutie en surrogatie, aan welke te assumeren, te substitueren of te surrogeren persoon of persoonen gelijke magt zal kunnen en mogen gegeven worden en successivelijk ten euwigen dagen toe. Nog legateerde de heer comparant, enz. alle het welk de heer comparant door mij notaris duidelijk voorgelezen zijnde, heeft verklaard te zijn desselfs uiterste wil met begeerte, dat deze zal stand grijpen en effect sorteren als testament, codicil, of te zo als anders best en naar rechten zal kunnen en mogen bestaan, willende, enz. Verzoekende vervolgens hier van deze acte en instrument in forma, het welk is gepasseerd binnen Wijk bij Duurstede voornoemd ten huize van den heer comparant in tegenwoordigheid van den weleerwaardige heer Emanuel Raland, bedienaar des godlijken woords alhier en Cornelis de Koff als getuigen hiertoe verzogt (was getekent) IJsbrand Bruin, E. Raland, Cornelis de Koff en L. van Schaik. (onderstond) Accordeert (voor zo ver het geextrahibeerde aangaat) met de origineele getekende berustende ten prothocolle van mij binnen Wijk bij Duurstede residerende (was getekent) L. van Schaik, notaris [50v] Artikel 3. Al t welk door de vergadering voor bijzonder welgevallig wierdt gehouden, gelijk dan ook broeder Bonebakker in zijn qualiteit als executeur van voorschreven testament tegen behoorlijke quitantie aan de vergadering overgaf de voornoemde nationale schuldbrief met derselver coupons staande deze obligatie in blanco rentende drie per cent no. 240311 folio 4807 recto 4487, terwijl de vergadering broeder Bonebakker voor zijne genomene moeite in dezen hartelijk dank betuigde en de gedachtenis van den overledene als enen weldoener der armen zegende. Artikel 4. Berichte ds. Raland deze vergadering, dat hij t huis van deze diaconie armen, staande in de Muntstraat, onder approbatie van deze vergadering verkogt had voor de zom van vijf en veertig guldens aan Huibert van Dam en in welke verkoop de vergadering volkomen genoegen nam en ds. Raland na bekomene approbatie in dezen van t gemeente bestuer, aucthoriseerde tot het doen van transport. 48
Hier op scheide men dankend. [51r] [in de marge] Absent broeder De Ruiter en broeder Van Brussel Ordinaire vergadering april 6, 1806 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Deedt broeder diacon D. Kloot zijne rekening van wegen zijne administratie van deze diaconie van Pinxteren 1804 tot Pinxteren 1805 zijnde ontfangst f 1535 = 16 = 8 en de uitgaaf f 1291 = 2 = ,, het welk tegen elkander gebalanceert bleek, dat hij meer ontfangen dan uitgegeven had f 244 = 14 = 8 welke 244 - 14 - 8 hij zittens den vergadering aan zijnen opvolger den broeder Boeschoten heeft overgeteld om in desselfs te doene rekening in ontfangst verantwoord te worden. Waarop gemelde broeder Kloot door de vergadering voor zijne genomene moeite en liefdezorg voor de armen vriendelijk wierdt bedankt en ter beloning alles goeds toegewenscht van Jesus Christus. Artikel 3. Tot ಬt aanstaande huisbezoek wierden gecommitteerd in de nieuwe stad ds. Raland, gesubstitueerd door broeder De LಬOrme, secundus Van Bern, in de oude stad ds. Doesburgh, gesubstitueerd door broeder Kloot, secundus De Ruiter. Hier op scheide men dankend.
[51v] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering mei 1, 1806 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd en daar niemand der broederen iets had voor te stellen scheide men dankend. [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering mei 15 1806 Artikel 1. Na den gebede ging men over tot ಬt verkiesen van ouderlingen en diaconen in plaats van den afgaande broederen ouderlingen Bonebakker, Kloot en De LಬOrme, wierden verkoren broederen Du Bois, Sam en Wurster en in plaats van den afgaande diacon Boeschoten, broeder D. Kloot welke broeders zich deze keusen lieten welgevallen. Hier op scheide men dankend.
49
[in de marge] absentes ds. Doesburgh, broederen Van Brussel, Du Bois en Van Brummelen Ordinaire vergadering junij 5, 1806 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Ad classem wierden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder Du Bois, secundus Sam. Hier op scheide men dankend. [52r] [in de marge] Praesent ds. Van Doesburgh en broeder Wurster Extraordinaire vergadering julij 1, 1806 Artikel 1. Na den gebede stonden binnen de heren Pluigers en Van Raalte, predikanten te Driebergen en Renswoude, welke na zegenbede onderzoek deden na den toestand deser gemeente, als daar toe gecommitteerd door de eerwaarde classis van Rhenen en Wijk en alles in orde bevonden hebbende, namen dezelve onder wederkerige zegenbede afscheid van de vergadering. Men betaalde aan dezelve voor de noodlijdende kerken 4 gulden en voor wagenvragt 3 gulden. Hierop scheide de vergadering.
[in de marge] Collegio pleno Ordinaire vergadering 7 augustus 1806 Na den gebede wierden ad classem (zullende gehouden worden 26 augustus te Rhenen) benoemd behalven de predikanten de broederen ouderling Sam gesubstitueert W¾rster, waarna de vergadering met dankzegging aan God gescheiden is.
[in de marge] absentes ds. Raland en broeder Van Brummelen Ordinaire vergadering 4 september 1806. De vergadering wierd met het gebed geopend. Artikel 1. Op een ingeleverden brief van den kerkenraad van Naaldwijk met verzoek om Maria Scherpenzeel bij voordduuring te mogen alimenteeren voor onze rekening wierd geresolveerd, om de alimentatie op deze voet als voorleden jaar te accordeeren. Waarna de vergadering met dankzegging gescheiden is.
[in de marge] absent D. Kloot 50
Ordinaire vergadering 4 october 1806 Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd en wierdt aan Christina Grossenbach, woonende met ontlastbrief van hier te Nijkerk op de Veluw weekelijks toegelegd voor huishuur 6 stuivers. Hierop is de vergadering met dankzegging aan God gescheiden.
[52v] [in de marge] pleno collegio Ordinaire vergadering november 6, 1806 Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd, geapprobeerd en daar niets te verhandelen was, scheidde men dankende.
Extraordinaire vergadering 20 november 1806 Artikel 1. Na den gebede communiceerde ds. Raland der vergadering, dat zijn eerwaarde eenen brief ontfangen had van den kerkenraad van Nijkerk op de Veluw met verzoek, om eenigen onderstand voor de vrouw van Jan Buitenhuis, met acte van hier aldaar woonende. Artikel 2. Hierop is geresolveerd, om aan denzelven bij provisie jaarlijks toeteleggen f 15 - , - ,, ingaande den 26 dezer. Na den gebede scheidde men dankende.
[in de marge] pleno collegio Ordinaire vergadering 4 december 1806 De acten der vorige vergaderingen na het gebed geresumeerd en geapprobeerd zijnde, scheidde men, daar er niets te verhandelen was, met dankzegging aan God. In januari nihil actum.
[in de marge] absent Van Bern Ordinaire vergadering 5 februari 1806. Na het gebed en de resumtie der vorige acte wierd aan mejuffrouw E. van Ossenberg het verzoek, om kerkelijke attestatie van hier naar Utrecht geaccordeerd, mids dat zulks more solito der gemeente van den predik-stoel werde bekend gemaakt. Hierop scheide men na God gedankt te hebben. 51
[53r] [in de marge] Absentes ds. Raland, Van Brussel, De Ruiter Ordinaire vergadering 5 maart Na het gebed wierd de acte der vorige vergadering geresumeerd, geapprobeerd en tot bijwoning der classicale vergadering alhier 11 dezer te houden, benoemd behalven de predikanten den broeder ouderling Van Bern, waarna men scheide na dankzegging aan God.
Extraordinaire vergadering 16 maart 1807 [ongeveer 15 regels blanco]
Ordinaire vergadering 2 april Na het gebed en resumtie der vorige acte verzogt ds. Van Doesburgh aan deze vergadering, dat dezelve hem mogt libereren of dedomageren ten aanzien der belasting welke op de haard-steden gelegd was, beginnende met dit19 jaar. Welk verzoek gegrond was op zijne beroeping door den doenmaals fungerenden kerkenraad, bij welke aan hem benevens zijn tractement ook eene vrije huizing, thands door hem bewoond, verzekerd was. De vergadering besloot eene commissie aan den raad der gemeente dezer stad aftevaardigen, om aan dezen om restitutie van het haardstedegeld van het huis, door ds. Van Doesburgh bewoond, (zijnde hetzelve een stadshuis, waarvan in vorige tijden nooit schoorsteengeld van de predikanten gevorderd was) te verzoeken tot welke commissie door den praeses benoemd wierden de broeders ouderlingen Sam en W¾rster, om den1e maandag in mei zich met bovengemeld verzoek bij bovengenoemde raad der gemeente te addresseren. Hierop scheidde de vergadering met dankzegging aan God.
[53v] Ordinaire vergadering 7 mei 1807 Na ಬt gebed wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 4. De broederen gecommitteerden naar den raad der gemeente, zie voorgaande acte, rapporteerden, dat voornoemde raad der gemeente oordeelde, dat de zaak betrekkelijk de stads-pastorie (zie vorige acte) niet van derzelver departement zij. 19
Lezing van dit woord is onzeker.
52
5. Ds. Van Doesburgh vernieuwde zijn verzoek in de vorige vergadering gedaan en is besloten deze zaak bij provisie te laten in statu quo. 6. In plaats van de afgaande broederen ouderlingen De Ruiter, Van Bern en Van Brussel wierden benoemd de broederen Bonebakker, R. Kloot en De LಬOrme, in plaats van den afgaanden diaken broeder Van Brummelen, de broeder Beurtman, welke broederen deze keus zich lieten welgevallen. De vergadering was daarover verblijd en men scheidde met dankzegging aan God. Extraordinaire vergadering 20 meij 1807 Na den gebede wierdt op voorstel van ds. Raland eene commissie benoemd, om den hoogwelgeboren heer Van Lijnden als landdrost van dit departement geluk te wenschen en zijn hoogwelgeborene de belangen van deze gemeente aantebevelen. De beide predikanten en de broeder ouderling De LಬOrme namen deze commissie op zich, waarna men God dankende scheidde. [in de marge] absent ds. Raland Ordinaire vergadering 11 junij. Na het gebed wierden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en geapprobeerd. 3. Ds. Van Doesburgh rapporteerde uit naam der commissie, in de vorige vergadering gedespicieerd, om den hoogwelgeboren heer Van Lijnden als landdrost te feliciteren etc., dat de commissie daaraan op den 23 mei had voldaan, dat dezelve door den heere landdrost zeer vriendelijk was onthaald, hebbende zijn hoogwelgeborene zijn genoegen over deze bezending betoond en teffens betuigd, dat het zijne excellentie altijd zeer aangenaam zijn zoude, iets ter bevordering der belangen van deze gemeente te kunnen bijdragen.
[54r] 4. Ad classem den 16 junij te Rhenen zullende gehouden worden, wierden benoemd de beide predikanten en den broeder ouderling Bonebakker, 2e Kloot. Hierop scheidde de vergadering met dankzegging aan God.
Ordinaire vergadering 3 julij 1807 Na het gebed wierden de acta der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd en daar er niets te verhandelen was scheidde men, na God gedankt te hebben.
Extraordinaire vergadering 21 julij 1807 Stonden binnen op hun verzoek ds. Taaij en ds. Raland als gecommitteerden van de eerwaarde classis van Rhenen en Wijk, om onderzoek te doen na den toestand van deze gemeente en alles in orde bevindende vertrokken zij more solito. 53
[in de marge] absent ds. Raland Ordinaire vergadering augustus 6, 1807 Artikel 1. Na den gebede wierden de acte der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Tot de bijwoning der aanstaande classicale vergadering van 25 augustus te Rhenen wierden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder ouderling Bonebakker, gesubstitueerd door de broeder ouderling Kloot. Hierop scheide men dankend.
[in de marge] Absent ds. Doesburgh en de broederen Sam, De LಬOrme Ordinaire vergadering september 3, 1807 Artikel 1. Na den gebeden wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artkel 2. Gaf ds. Raland aan de vergadering kennis, dat hij bij zich had gehad de weduwe Van den Berg van Amerongen, verzoekende dat deze
[54v] diaconie mogt zorgen voor de twe kinders van J. H. Pluigers, welke tot dus ver uit hoofde van de afwezigheid van den vader ten haren huize door haar en de familie verzorgt waren. Waarop de vergadering besloot deze zaak zo lang in advies tot te houden, tot er antwoord zoude zijn gekomen op ene brief door ds. Raland geschreven aan den notaris Kleinenberg in Leiden, welke penningen van deze kinderen onder zich heeft, profluerende uit ene zekere erfenis, deze kinderen competerende. Artikel 3. Stondt binnen Jannigje Lamore, aan de vergadering om onderstand verzoekende, waarop de vergadering besloot haar s wekelijks te bedeelen met 10 stuivers. Artikel 4. Stondt binnen Jan Hasekamp met verzoek, dat de vergadering voor zijne moeder Aart Rooiwinkel mogt zorgen, welke zaak broederen diaconen wierd gedemandeerd, om in dezen pro re nata te handelen. Artikel 5. Kerkelijke attestatien verzogten H. Timmer van Asch, Cornelia Elisabeth van Elst en Cornelia de Bode, welk verzoek de vergadering accordeerde more solito. Hier op scheide men dankend. [55r] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering, october 2, 1807 54
Artikel 1. Nadat de acte der vorige vergadering was geresumeerd en geapprobeerd, berigte ds. Raland, dat hij onder approbatie van den kerkenraad de twe kinders van J.H. Pluigers besteed had bij de weduwe Van den Berg te Rhenen voor 2 gulden per week, waar in de vergadering eenparig genoegen nam. Artikel 2. De weduwe Harmannes van Dam verzogt uit hoofde van hare behoeftige omstandigheid s wekelijks bedeeld te worden, welke zaak uitgesteld wierd tot aanstaande vergadering van de hoofdalmoeseniers. Artikel 3. Deedt broeder C. Boeschoten rekening als diacon van Pinxteren 1805-1806. De ontfangst was 1764 = 3 = ,, en de uitgaaf 1476 = 2 = 4 dus meer ontfangen f 296 = 19 = 12, welke overchietende penningen benevens de papieren en effecten der diaconie zittens vergadering aan broeder Van Brummelen als zijn opvolger zijn bezorgd. Artikel 4. De commissie tot het nazien van de rekeningen van de heer Verhel rapporteerde, dat ze de rekeningen in orde bevonden hadden en gaven aan de vergadering dit praeadvies, om te zien, of men de rekening die bedroeg f 204, = niet met 140 a 150 gulden zoude kunnen betalen, welk praeadvies in een besluit van de vergadering veranderde en ds. Raland verzogt wierd, om hier over men heer A. de Cole als executeur in den boedel te spreken? Hier op scheide men dankend. [55v] [in de marge] Praesent ds. Raland, broederen W¾rster, Bonebakker, R. Kloot en Beurtman Extraordinaire vergadering october 8, 1807 Artikel 1. Na den gebede bragt ds. Raland een brief ter tafel van den eerwaarde kerkenraad van Houten, waar in dezelve verzogt om alimentatie van Willem van Oort, aldaar met ene acte van hier wonagtig, waaromtrent de vergadering besloot, om gemelde Wilem van Oort s wekelijks met 12 stuivers te bedeelen, ingaande met 10 october en den kerkenraad van Houten te verzoeken, om deze penningen voor te schieten. Artikel 2. Ook gaf ds. Raland een brief over van de deputaten van het synode van Utrecht, handelende over het zingen van de gezangen. De vergadering besloot, om dezelve slegts voor notificatie aan te nemen en niet aan de gemeente voor te lezen. Artikel 3. Deed ds. Raland rapport aangaande de commissie, hem door deze vergadering volgens vorige acte artikel 4 opgedragen en berigte dat de heer De Cole als executeur met toestemming van de erfgenamen zich zoude te vrede stellen met de betaling van 150 gulden in plaats van 204,- ter voldoening van de rekening van wijlen den heer Verhel, mids de betaling plaats had gedurende deze lopende maand. Waarop de vergadering ds. Raland verzogt om met de broederen diaconen daarover te spreken, of ಬt mogelijk was, om deze penningen bij elkander te krijgen en zo ja, om dan de rekening op bovengemelde wijs te voldoen. Hierop scheide men dankend.
[56r] [in de marge] Absentes ds. Doesburgh, broederen Sam, Wurster, Bonebakker en D. Kloot Ordinaire vergadering november 5, 1807. 55
Artikel 1. Na den gebede berigte ds. Raland de vergadering, dat t niet mogelijk was, om de rekening van den heer Verhel uit de diaconie kas te betalen, waarop de vergadering ds. Raland committeerde, om deze penningen tegen behoorlijke intrest te negotiren. Artikel 2. Tot de aanstaande classis wierden gecommittteerd de beide predikanten en broeder De LಬOrme, secundus Sam. Artikel. Kerkelijke attestatie verzogt Aaltje Zonnenberg, welk verzoek more solito door de vergadering wierd geaccordeerd. Hierop scheide men dankend.
[in de marge] Absent broeder Wurster Ordinaire vergadering december 3, 1807 Artikel 1. Na den gebede berigte broeder diacon Kloot, dat hij van mejufrouw M. van Dam op een wissel van twaalf20 maanden tegen 5 per cent ontfangen had 150 gulden en daarmede voldaan de rekening van de heer Verhel. Artikel 2. Johannes van Leeuwen verzogt kerkelijke attestatie naar Schoonhoven, welke hem more solito wierd geaccordeerd.
[56v] Artikel 3. Gaf broeder diacon Kloot een brief over van de weduwe Ruette met verzoek van enige klederen, welke wierd aangenomen voor notificatie. Artikel 4. Stondt binnen J. Scherpenzeel, verzoekende om enige onderstand, waarop broeder diacon Kloot verzogt wierd, om met de roomsche pastor te spreken, of ook de roomsche diaconie zijne vrouw wilde bedeelen, om hem dan na evenredigheid daar van ook te geven. Hierop scheide men dankend.
[in de marge] Absent broederen Sam en D. Kloot Ordinaire vergadering januari 8, 1808 De acten der vorige vergadering na den gebede geresumeerd en geapprobeerd zijnde, scheide men, daar er niets te verhandelen was, met dankzegging aan Gode.
[in de marge] Praesent ds. Raland, ds. Doesburgh, broederen R. Kloot en D. Kloot Extraordinaire vergadering januari 26, 1808 20
Lezing van dit woord is onzeker.
56
Artikel 1. Deedt de heer N. van Bern more solito rekening en betrekking als kerk- en potmeester over den jare 1806. Als kerkmeester bleek dat de ontfangst was f 673 = 18 = 12 en de uitgaaf f 1238 = 18 = 6 dus meer uitgegeven als ontfangen 565 = 12 = 2 welke te kortkomende penningen den rendant door deszelfs opvolger
[57r] den heer D. Bonebakker zullen worden ter hand gesteld. Als potmeester was de ontfangst f 974 = 4 = 6 , de uitgaaf f 485 = 9 = 12 dus meer ontfangen f 488 - 14 - 10 welke overschietende penningen in de volgende rekening van den heer Bonebakker zullen worden gebragt in ontfangst. Waarmede deze rekeningen gehoord, gerekent en gesloten zijn.
[in de marge] Absent ds. Raland, broeder Beurtman Ordinaire vergadering februari 4, 1808 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Wierd op haar verzoek aan de vrouw van H. de Klijn te Thiel enige weken onderstand toegelegd. Hierop scheide men dankend.
[in de marge] Absent ds. Raland, broeder Sam Ordinaire vergadering maart 3, 1808 1. Na het gebed werden de acten der vorige vegadering geresumeerd en geapprobeerd. 2. Aan Hendrikje van Amerongen werd kerkelijke attestatie naar Leersum geaccordeerd, mids dat zulks more solito werde gepubliceerd. Hierop scheidde men dankende.
[57v] [in de marge] absent broeder Beurtman Ordinaire vergadering 8 april, 1808 Artikel 1. De acten der vorige vergadering na het gebed geresumeerd en geapprobeerd zijnde, berigtte ds. Raland, dat zijneerwaarde in gevolge auctorisatie van deze vergadering het armen-huisje, staande in de Volderstraat had verkocht voor f 150 -,, 57
welke penningen door zijneerwaarde aan den administrerende diacon broeder Kloot waren ter hand gesteld en door dezen broeder waren gebruikt ter aflossing van een even zoo groot capitaal aan mejuffrouw M. van Dam ten behoeve onzer diaconie. 2. Aan mejuffrouw Hermina Petronella de Gorter werd ene kerkelijke attestatie naar Amsterdam geaccordeerd, mids dat dit more solito zoude aan de gemeente bekend gemaakt worden. 3. Aan Gerritje Leponder werd op haar verzoek toegezegd f 2 - : - welke haar door broeder Kloot zouden worden ter hand gesteld. Men scheidde met dankzegging aan God.
[in de marge] Absent ds. Raland, broederen Bonebakker, Beurtman Ordinaire vergadering 5 mei. Er was niets te verhandelen.
[in de marge] absent broeder De L ಫOrme. Ordinaire vergadering 25 mei Na het gebed ging men over tot het verkiezen van nieuwe leden voor den kerkenraad en werden in plaats van den overledenen broeder ouderling Du Bois en de afgaande broederen Sam en W¾rster door de vergadering verkoren de broederen De Ruiter, Van Bern en Van Brussel en in plaats van den afgaanden diaken broeder D. Kloot, den broeder C.F. Boeschoten. De verkorenen broederen lieten zich deze keuze welgevallen. De vergadering was daarover verblijd. Men scheidde met dankzegging aan God. [58r] [in de marge] Absent ds. Doesburgh en broeder Wurster. Ordinaire vergadering junij 1, 1808 Artikel 1. Na den gebede wierden de vorige vergaderingen geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Ad classem wierden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder De Ruiter, gesubstitueerd door den broeder B. van Bern. Artikel 3. Gaf broeder diacon Kloot aan de vergadering te kennen, dat hij uit handen van den heer Van Bern ontfangen had de zom van 5 gulden, welke gelden profluerden uit zekere boeten door W. van Vogelpoel betaald, waarop ds. Raland en de broeder diacon Kloot door de vergadering geauthoriseerd wierden, om daar van behoorlijke quitantie te geven. Artikel 4. Stond binnen de weduwe Krauwel met verzoek, om gedurende dezen zomer bedeeld te worden, zoo als zij gepasseerde winter was bedeeld, welke verzoek door de vergadering in advies gehouden wierd. Hierop scheide men met dankzegging aan God. 58
[58v] [in de marge] Absent ds. Doesburgh Ordinaire vergadering julij 7, 1808 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Stond wederom binnen de weduwe Krauwel en verzocht, om even als in de voorleden winter bedeeld te mogen worden, waarop de vergadering besloot om haar bij provisie met 6 stuivers per week te bedeelen. Artikel 3. Gaf broeder diakon Kloot eene rekening over van geleverde goederen door broeder Beurtman aan deze diakonie, bedragende f 38 = 2 = 4 welke rekening, in orde bevonden zijnde, aan den broeder diakon werd te rug gegeven met last om dezelve te betalen. Hierop scheide men dankend [in de marge] Absent ds. Raland, broederen Kloot, Van Brussel en Boeschoten Ordinaire vergadering augustus 4, 1808 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten de vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Gaf broeder diakon Beurtman een brief over van de diakonie van Nijkerk, inhoudende verzoek om betaling van 2 jaren voorschot voor de weduwe J. Buitenhuis waarop broeder diakon verzocht wierd aan dat verzoek te voldoen. [59r] Artikel 3. Leverde de afgegane broeder Kloot twee rekeningen in van juffrouw M. van Dam voor geleverde goederen aan de diakonie armen, de eene groot f 49 - 13 - 12,, de andere groot f 29 - 5 - ,, en wierd gemelde broeder geauthoriseerd om dezelve te betalen. Hier op scheide men dankend. [in de marge] Praesent ds. Raland, ds. Doesburgh, broederen Bonebakker, Kloot, De Ruijter, Van Brussel, Beurtman en Boeschoten Extraordinaire vergadering den 29 augustus 1808 Artikel 1. Na den gebede berigtte ds. Raland, dat hij deze vergadering had laten beleggen op verzoek van het geregt ten teinde deze vergadering mogt zorgen voor de alimentatie van Christiaan Odinot, thans door het geregt in bewaring gesteld en buiten staat om door arbeid aan de kost te komen. Artikel 2. Waarop de vergadering heeft besloten, om broederen diakonen te verzoeken van gemelden Odinot te besteden en van de noodige klederen te voorzien. Hierop scheide men dankend. [59v] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering October 6, 1808 59
Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Verwittigde ds. Raland de vergadering, dat hij van den heere hoofdschout dezer stad aanzegging had ontfangen, om van wegen deze diakonie voor de begravenis te zorgen van Pieter Rijnier Scheepens met verzekering van restitutie van gedane verschotten in dezen op grond van eene acte van alimentatie van de diakonie van Raamsdonk ten behoeve van den overledene. Welke zaak dan aan broederen diakonen wierd gedemandeerd met verzoek om tevens onderzoek te doen aangaande de nalatenschap van den overledenene. Artikel 3. Berigtten de broederen diakonen, dat zij Christiaan Odinot hadden besteed bij Van Bekkum voor eene gulden en tien stuiver per week, om onder voorwaarde van s winters eenige turf te zullen hebben. Artikel 4. Gaf ds. Doesburgh aan de vergadering over een decreet van zijne majesteit den koning van Holland. [60r] Artikel 5. Verzocht de vrouw van Manes de Klein, thans te Thiel woonachtig, dat door deze diakonie voor het begraven van haar kind de noodige gelden mogten betaald worden, dewijl zij zelve daar toe niet in staat was. Waaromtrent de vergadering besloot om aan de diakonie van Thiel te schrijven of deze de goedheid wilde hebben om de noodige gelden voor de begravenis van het kind voor te schieten, dat wij als dan haar deze penningen, zoo dra wij maar wete hadden hoe veel dezelve bedragen, met dank zouden restitueren. Hier op scheide de vergadering dankend. [in de marge] absent ds. Doesburgh, broeder De Ruijter en broeder Bonebakker Ordinaire vergadering november 3 1808 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Ad classem wierden gecommitteerd de beide predikanten en broeder De ಫl Orme gesubstitueerd door broeder Van Brussel. Hier op scheide men dankend. [60v] [in de marge] broeder Van Bern Ordinaire vergadering 1 december 1808 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Gaf broeder diakon de rekening over van M. Kroone voor metselwerk en leverantie ter zomme van f 44=18=,, welke op last van de vergadering werd gefiateerd. Hier op scheide men dankend. [in de marge] absentes broederen De Ruijter, Van Bern, Van Brussel, Bonebakker, Kloot en Beurtman Ordinaire vergadering januari 6 1809 60
Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Wierd aan Gerritje Laponder gedurende de winter maanden eene weekelijksche bedeeling toegelegd van 6 stuiver. Artikel 3. Verzocht de vrouw van Jan Visee eenigen onderstand, welke zaak aan broeder diakonen werd gedemandeerd. Hier op scheide men dankend. [61r] [in de marge] absent broederen Van Brussel en Boeschoten Februari 2 1809 ordinaire vergadering Artikel 1. Na den gebede werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Besloot de vergadering om aan Wilhelmina Odinot, huisvrouw van Aart van Akooi21 gedurende deze maand eene weekelijksche bedeeling te geven van ééne gulden. Artikel 3. Communiceerde ds. Raland dat de afgeganen broeder diacon Van Brummelen voornemens was rekening te doen van zijne administratie, terwijl daar op de broederen Bonebakker, Van Bern en De ಫl Orme door de vergadering gecommitteerd werden om de rekening van ontvangst en uitgaaf te revideren. Hier op scheide men dankend. [in de marge] Praesent ds. Doesburgh, ds. Raland en de broederen Bonebakker, Van Bern Extraordinaire vergadering februari 7 1809 Overeenkomstig het oogmerk van deze bijenkomst deed de afgegane broeder diakon Van Brummelen van zijne administratie van Pinksteren 1806 tot Pinksteren 1807 en bleek dat zijne ontvangst was 1541=15=2 en de uitgaaf 1314=18=14= terwijl de overschietende penningen ten bedrage van 226=16=4 benevens effecten en papieren der diakonie zittens de vergadering aan zijn opvolger D. Kloot zijn bezorgd en broeder Van Brummelen voor zijne administratie vriendelijk bedankt. Hierop scheide de vergadering. [61v] [in de marge] absent broeder Van Brussel Ordinaire vergadering maart 2 1809 Artikel 1. Na den gebede wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Gaf ds. Raland een brief over van de heeren A.L. van Harpen, gebroeders de Lange en Pluim en Backer te Amsterdam, zich als correspondenten en gemagtigden aanbiedende met betrekking tot het groot-boek van publieke schuld, welke brief voor notificatie is aangenomen.
21
Moet zijn Aart [Rijksz] van Kooi.
61
Artikel 3. Verwittigde ds. Raland de vergadering dat de afgegane broeder diakon Kloot voornemens was rekening te doen van zijne administratie, terwijl daarop besloten werd om zulks aanstaande dingsdag te doen, met benoeming van eene commissie ter resivie, bestaande uit ds. Doesburgh en de broederen Bonebakker, Van Bern en De lಬOrme. Artikel 4. Ad classem werden gecommitteerd de beide predikanten en de broeder Bonebakker gesubstitueerd door broeder De lಬOrme. Artikel 5. Tot het doen van huisbezoek in de nieuwe stad ds. Doesburgh met broeder Kloot gesubstitueerd door broeder De Ruijter en in de oude stad ds. Raland met broeder De lಬOrme gesubstitueerd door broeder Van Bern. Hier op scheide men dankend. [62r] [in de marge] Praesent ds. Doesburgh, ds. Raland en broederen Bonebakker, De lಬOrme en Beurtman Extraordinaire vergadering maart 7 1809 Overeenkomstig het oogmerk dezer vergadering deed de afgegane broeder diakon D. Kloot rekening van zijne administratire van Pinksteren 1807 tot Pinksteren 1808 en bleek dat de geheele ontvangst was 1905=5=2 en de geheele uitgaaf 1812=8=12, terwijl de overschietende penningen ten bedrage van f 92=16=4 benevens de effecten en papieren der diakonie zittens vergadering aan zijnen opvolger J. Beurtman zijn overhandigd en broeder diakon Kloot voor zijne administratie vriendelijk bedankt. Hier op is de vergadering gescheiden.
[in de marge] Praesent: ds. Raland, broederen Bonebakker, De lಬOrme, Van Bern Exrtraordinaire vergadering maart 27 1809 Overeenkomstig het oogmerk van deze vergadering deed de heer D. Bonebakker als kerken potmeester zijne rekening van ontvangst en uitgaaf over de jare 1807, terwijl bleek dat hij als kerkmeester had ontvangen f 1506=8=4 en uitgegeven f 1574=8=2 en als potmeester ontvangen f 973=6=12 en uitgegeven f 1041=17=6, welke te kortkomende pennigen in beide betrekking den heere rendant door deszelfs opvolger den heere N. van Bern zijn voldaan, als zullende deze dezelve in zijn te doene rekening in de uitgave brengen. Waarop men [met] vriendelijke dankbetuiging aan den heere Bonebakker voor zijne genomene moeite in liefde scheide. [62v] [in de marge] absent ds. Doesburgh, broederen Van Brussel en Beurtman Ordinaire vergadering mei 4 1809 Artikel 1. De acte der vorige vergadering werden geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Werd besloten om het decreet nopens de tractementen van predikanten en andere kerkelijke bedienden door den koning genomen over te geven aan de heeren kerkmeesteren dezer gemeente. Hier op scheide men dankend. 62
[in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering mei 11 1809 Artikel 1. Na den gebede werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. Artikel 2. Hier op ging men over tot het verkiesen van nieuwe leden voor den kerkenraad. In plaats van broederen Bonebakker, R. Kloot en D lಬOrme als ouderlingen werden verkozen broederen Sam, Wurster en D. Kloot. En in plaats van broeder diakon Beurtman de broeder Van Brummelen. En daar deze broederen zich de keus lieten welgevallen, scheide men dankend. [63r] [in de marge] absenten ds. Raland, broederen De Ruiter, Van Brussel, Kloot, Boeschoten, Van Brummelen Ordinaire vergadering donderdag 6 julij 1809 1. De vergadering door den gebede geopend en de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd zijnde, communiceerde ds. Van Doesburgh een missive van ds. Buschman van Oss, verzoekende dat deze vergadering den onderstand aan Jannigje van Leersum wat mogt vermeerderen. 2. De vergadering nam deze missive voor notificatie aan en besloot bij eene volgende gelegenheid over het verzoek daarin vervat te handelen, waarop men met dankzegging aan God scheidde. Extraordinaire vergadering 11 julij 1809 Stonden op hun verzoek binnen ds. Roghair en ds. Coolhaas als gecommitteerden van de eerwaarde classis van Rhenen en Wijk, om naar den toestand van deze gemeente onderzoek te doen, welke alles in orde bevonden hebbende met zegenbeden vertrokken zijn. [in de marge] absenten broederen Wurster, Kloot, Van Brumelen, diaken Boeschoten Ordinaire vergadering 1 november 1809 Artikel 1. De broeder diakon J. Beurtman rekening doende van zijne administratie van Pinxteren 1808 tot Pinxteren 1809 bleek, dat de geheelen ontvangst was f 1358-1-6, de uitgave f 1325:11-. Deze broeder werd voor zijne goede administratie vriendelijk bedankt, terwijl de overschietende f 32:10:6 met de effecten en papieren der diaconie aan den broeder diaken Boeschoten ter hand gesteld zijn. 2. De vergadering besloot aan Jannigje van Leersum van nu af 10 stuivers in plaats van 6 stuivers in de week toeteleggen en verzocht den scriba daarvan aan ds. Buschman te Oss kennis te geven. 3. Ad classem werden gecomitteerd de beide predikanten benevens den broeder ouderling D. Kloot secundus De Ruiter. Men scheidde God dankende.
63
[63v] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 7 december 1809 Artikel 1. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 2. Broeder diaken Boegschoten gaf de vergadering kennis, dat hij nog geene restitutie ontvangen had van de uit de diakonie kas voorgeschoten penningen ter begraving van P. Reinier Schepens van Raamsdonk, waartoe de diakonen door den heer hoofd officier waren verzocht, als mede dat reeds voor lang de nalatenschap van voornoemde P.A. Schepens door den deurwaarder van den hoofdofficier verkocht is. De vergadering verzocht de beide predikanten om met den heer hoofdofficier over deze zaak te spreken en op restitutie der uitgeschoten penningen aandringen. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [in de marge] absent broeder Kloot Ordinaire vergadering 11 januari 1810 Artikel 1. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. De beide predikanten werden gecommitteerd om aan het gemeente bestuur dezer stad te verzoeken, of hetzelve pogingen zou gelieven aan te wenden om aan de diakenen te bezorgen het revenu van eene erfenis, den kinderen van J.H. Pluigers, die thans uit de diakonie kas onderhouden worden, competeerende, welke erfenis berust in handen van den executeur testamentair, de heer Klijnenberg, notaris te Leijden, en ter verkrijging van welker revenuen de kerkeraads reeds eenige pogingen dan zonder vrucht heeft aangewend. 3. Ds. Raland bragt ter tafel eenen brief van den heer De Perponcher, assessor te Utrecht, aan deze vergadering, behelzende kennisgeving, dat in zijne handen gesteld was een request van de roomsgezinden te Wijk, waarin deze op grond van de meerderheid van zielen de groote kerk reclameeerden, met eenige vragen, waarop zijne edele binnen 8 dagen des kerkeraads antwoord verzocht. 4. De beide predikanten werden gecommitteerd om deze vragen te beantwoorden en daaromtrend de noodige illucidatien bij de heeren kerkmeesters in te winnen. Men scheidde God dankende. [64r] Extraordinaire vergadering 15 januari 1810 Artrikel 1. Na het gebed berigtte ds. Raland aan de vergadering, dat hij met zijnen collega, overeenkomstig art. 4 der voorige vergadering, zich bij de heeren kerkmeesters vervoegd hadden en dat deze hun gezegd hadden, dat zij van oordeel waren, dat de brief van den heer De Perponcher ದzie de voorige vergadering art. 3 ದmoest gesteld worden in handen van de commissie ter behartiging der finantile belangen der hervormde gemeente alhier. 2. Ds. Raland werd verzocht voornoemde brief aan gemelde commissie te overhandigen, met vriendelijk verzoek aan dezelve om op den zelven deze vergadering hare gedachten
64
mede te deelen. Men scheidde God dankende. Extraordinaire vergadering 16 januari 1810 Artikel 1. Ds. Raland rapporteerde na het gebed aan de vergadering, dat bovengemelde gecommitteerden oordeelden, dat de zaak ದzie de 2 vorige vergaderingen ದgaaf in hunne handen moest gesteld worden, terwijl zij dan daarop het noodige berigt aan den heer De Perponcher zouden overzenden. 2. De vergadering besloot daartoe, maar kan niet goedvinden om, gelijk door ««n lid geproponeerd werd, aan den heer De Perponcher daar van kennis te geven. Men scheidde God dankende. [in de marge] absent broederen De Ruijter, Van Bern, Van Brussel en Kloot Ordinaire vergadering 12 april 1810 1. Nadat de vergadering met den gebede was geopend, werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en geapprobeerd. 2. Tot het aanstaande huisbezoek werden gecommitteerd in de nieuwe stad ds. Doesburgh met den broeder ouderling Van Bern en in de oude stad ds. Raland met den broeder ouderling W¾rster. Hier op scheidde men met dankzeggging. [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering Na den gebede ging men over tot het verkiesen van nieuwe leden voor den kerkeraad en werden in plaats van de afgaande broederen De Ruijter, Van Bern en Van Brussel verkooren broederen Bonebakker, De lಬOrme en Engelbert, en in plaats van de afgaande diakon Boeschoten de broeder Beurtman. En daar de broederen zich deze keuse lieten welgevallen, scheide men dankend. [64v] [in de marge] Praesent ds. Raland en broeder Van Bern Extraordinaire vergadering junij 1 1810 Overeenkomstig het oogmerk van deze vergadering deed de heer D. Bonebakker rekening als kerk- en potmeester terwijl bleek dat hij als kerkmeester van Victoris 1808 tot Victoris221809 had ontvangen f 692=7=2 en uitgegeven f 640=18=2 en als potmeester ontvangen van Kerstmis 1808 tot Kerstmis 1809 f 714=6= uitgegeven f 704=16=14, welke overschietende penningen door den rendant aan zijne opvolger de heere N. van Bern zijn overhandigd om in zijne te doene rekening in ontvangst te worden verantwoord. Hier op scheide men in vrede.
22
Victoris is 10 oktober
65
[in de marge] praesent ds. Van Doesburgh en ds. Raland en broederen Wurster, Bonebakker, De lಬOrme, en Engelbert Ordinaire vergadering julij 5 1810 Na dat de vergadering met den gebede was geopend, werd eenparig besloten, dat de bepaling omtrent de boete op het niet compareren ದzie resolutie van 19 maij 1803 ದ zoude voortduren. Hier op scheide men dankend. [in de marge] praesent ds. Van Doesburgh, ds. Raland, broederen Wurster, Van Brummelen en Beurtman Extraordinaire vergadering augustus 27 1810 1. Na dat de vergadering door ds. Raland met den gebede was geopend, gaf ds. Raland aan de vergadering te kennen, dat hij eene missive van den heere W.A. Ockerse had ontvangen met verzoek om zijne acte van demissie als herder en leeraar dezer gemeente en thans beroepen te Limmen in Noordholland onder de classis van Haarlem. [65r] Artikel 2. Waarop besloten werd gemelden heere Ockerse eene verklaring te geven van wegen deze vergadering op grond van de aan zijn edele in 1797 door den toenmaligen kerkenraad gegeven demissie als erkennende zijn edele ontslagen van de toen plaats gehad hebbende betrekking als jongsten herder en leeraar dezer gemeente. Hierop scheide men dankende. [de rest van de pagina in leeg] [65v] Extraordinaire vergadering 22 november 1810 Deze vergadering door ds. Van Doesburgh met het gebed geopend zijnde proponeerde dezelve Artikel 1. om in plaats van den overledenen Reinier Kloot tot het oppassen en bezorgen der rouwmantels van deze diakonie de vergadering een ander persoon aantestellen. De vergadering dit noodzakelijk oordeelende stelde daartoe op voorwaarde als van ouds (zie de handelingen dezer vergadering 27 mei 1802 art. 4) aan Hendrik van Waveren, die dit met dankzegging aangenomen heeft. Artikel 2. Verder besloot de vergadering om gedurende de ongesteldheid van ds. Raland de predikbeurt ಬs zondags avonds op te schorten. Hierop scheidde men met dankzegging aan God. [in de marge] absentes ds. Raland (ziek), broeder Engelbert Ordinaire vergadering 6 december 1810 Deze vergadering door gebeden geopend zijnde, werden de handelingen der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd.
66
Artikel 1. De administreerende diaken Van Brummelen communiceerde aan de vergadering, dat het met de diakonie kas thans slegt gesteld was, dat zijne voorschotten reeds zooveel waren, dat hij meende te kunnen voorzien, dat het provenu der inkomsten tegen zijne uitgaven niet zoude kunnen opweegen en dat het hem niet convenieerde verdere voorschotten van belang te doen, verzoekende dat de vergadering in dezen op de best mogelijke wijze mogt voorzien. Artikel 2. De vergadering dit gehoord hebbende, vond goed aan den afgeganen diaken Boeschoten te verzoeken om heden over 8 dagen grosso modo het slot zijner te doene rekening [66r] optegeven en aan broeder Van Brummelen om op dien tijd aan de vergadering eenen zoo naauwkeurig mogelijken staat van zijne gedane uitgaven en ontvangsten medetedeelen, waaruit zou kunnen blijken in hoever er bijzondere voorziening in de behoeften der armenkas noodig zij en waarnaar zich dan de vergadering zou kunnen gedragen. Ook werd bij deze gelegenheid besloten, dat voortaan de administrerende diaken elke drie maanden dergelijken staat van ontvangst en uitgaven zal inleveren. Artikel 3. Werd besloten om aan den hertog van Plaisance, algemeenen stedehouder des franschen keizers, bij request te verzoeken, dat de heer Klijnenberg, voogd van de kinderen van J.H. Pluigers, die nog tot last van onze diakonie zijn, moge geauthoriseerd worden om van de onder hem berustende erfenis van gemelde kinderen, dezelve te alimenteeren en zoo onze diakonie, welke bovendien zoozeer bezwaard is, van dezen last te ontheffen. Wordende ds. Van Doesburgh verzocht om zich vooraf aan den heer Klijnenberg, notaris te Leijden om copie van het testament, waardoor deze kinderen bevoordeeld zijn, te adresseeren. 4. Ook werd ds. Van Doesburgh verzocht om namens deze vergadering aan den kerkeraad der hervormde gemeente te Raamsdonk te verzoeken om restitutie van f 13=2=,,. voorgeschoten ter begraving van Pieter Reinier Schepens 7 october 1808, hebbende deze man eene acte van guarantie van die van Raamsdonk hier ingeleverd. 5. Eindelijk werden diakenen verzocht en ge¦uthoriseerd om met de diakenen der roomsche gemeente alhier (indien deze zulks verkozen) zich daar naar zulks behoort te adresseeren met verzoek, dat voortaan aan de armen van beide gemeenten moge worden geaccordeerd twee duiten van elken gulden die bij publieke verkopingen van roerende of onroerende goederen bedongen wordt en dat zulks bij decreet den verkoperen en koperen moge worden geinjungeerd. Men scheidde God gedankt hebbende. [66v] Extraordinaire vergadering 13 december 1810 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, communiceerde ds. Van Doesburgh dat er aan de rekening van den afgeganen diaken Boeschoten eenige guldens zouden te kort komen. 2. Ook gaf de administrerende diaken te kennen dat hij tot hiertoe uitgegeven had f 568-19 67
en ontvangen zoodat hij reeds voorgeschoten had
415-1 153-18
3. De vergadering dit een en ander gehoord hebbende, besloot om f 130- voor de diakonie te negotieren en verzocht daartoe ds. Doesburgh. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [in de marge] absent ds. Raland (ziek), broeder Van Brummelen Ordinaire vergadering 17 januari 1811 De vergadering met het gebed geopend zijnde, werden de acten der twee vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh berigtte, dat aan hem waren ter hand gesteld f 600- met een jaar verlopen interessen ¢f 30-, welke deze diakonie van de weduwe Bekkering geerfd had. Dat hij daarvan f 130-,, aan den administrerenden diaken gegeven en de overige f 500-,, tegen 6 percent uitgezet had. De vergadering approbeerde dit en auctoriseerde hem om in derzelven naam aan de executeuren van ಬt testament van jufvrouw Bekkering eene behoorlijke quitantie uittereiken. [67r] 2. Voorts las ds. Van Doesburgh aan de vergadering voor eene missive van den hoogweledelgeboren heer J.H. van Lynden, landdrost van ಬt departement Utrecht, waarin zijn hoogweledelgeboren berigtende, dat uit hoofde der vereeniging van dit departement met dat van Amstelland zijne werkzaamheden als landdrost cesseerden, dankzegt voor de blijken van achting en vriendschap, welke zijn hoogweledelgeboren in die betrekking van deze vergadering genoten heeft, zich in de voortduring van haar vriendschappelijk aandenken aanbeveelt met verzekering, dat zij op die van zijn hoogwelgeboren kan rekenen, daar deze zich altijd zal verblijden te mogen loonen, dat het deze vergadering en gemeente welgaat en voorts gepaste zegeningen over deze vergadering en gemeente toebiddende. De vergadering dit met veel gevoel gehoord hebbende, verzocht den scriba hiervan in de notulen melding te maken. Waarna men met dankzegging aan God gescheiden is. [in de marge] absent Engelbert Ordinaire vergadering 7 februari 1811 1.Na den gebede berigtte de administrerende diaken, dat G. van Oirschot hem voor eenigen tijd gezegd hebbende, dat Pieter Gerets (een jongen die door de diakonie onderhouden wordt) die eenigen tijd bij hem gewoond had, van hem mocht verhuizen, wijl hij niet dan met nadeel dezen jongen voor kost en klederen in zijnen dienst kon houden, hij, diaken, dezen jongen voor kost en kleding gedurende den tijd van ««n jaar had besteld bij J. Vlastuin, dat G. van Oirschot, nadat hem dit was bekend gemaakt, had gezegd, dat hij den jongen nu wilde houden voor f 40- in ಬt jaar, vragende hij, diaken, hoe de vergadering wilde dat hij zich in dezen zou gedragen.
68
2. De vergadering oordeelde, dat het billijk ware, dat bovengenoemde jongen bij J. Vlastuijn ging woonen, liet daarom door den koster aan G. van Oirschot aanzeggen, dat hij hem moest laten verhuizen, wijl zijn voorstel om hem langer te houden, te laat kwam. [67v] 3. Jakob Scherpenzeel in deze vergadedring om eenigen onderstand verzoekende, werd de administrerende diaken verzocht hem gedurende enige weken 6 stuivers per week toete leggen. Hierop scheidde men God dankende. [in de marge] absent broeder Van Brummelen Ordinaire vergadering 7 maart 1811 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1.Daar er nog geen antwoord van den heer Klijnenberg (zie de vergadering van 6 december 1810 art. 3) ingekomen is, werd ds. Van Doesburgh verzocht nog eens aan zijn edele te schrijven. 2. Tot het bijwoonen der classicale vergadering, welke den 19 en dezer alhier staat gehouden te worden, werden benoemd ds. Van Doesburgh en de broeder ouderling Wurster secundus Bonebakker. [68r] [in de marge] absent broeder Van Brummelen Ordinaire vergadering 4 april 1811 1.De vergadering met het gebed geopend zijnde, werd tot het doen der huis bezoeking met ds. Van Doesburgh benoemd de broeder ouderling Bonebakker secundus De lಬOrme. 2. Ook werd besloten dat gedurende de ongesteldheid van ds. Raland de predikbeurten in de week zouden stilstaan, als mede dat er op den tweede Pasch-dag maar eens zal gepredikt worden. Hierop scheidde men God dankende. [in de marge] absent Engelbert, Van Brummelen Ordinaire vergadering 2 mei 1811 1. Na het gebed werden de handelingen der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. Ds. Van Doesburgh herinnerde de vergadering dat het noodig ware, dat er van wegen het voor deze gemeente zoo treffende overlijden van zijnen waardigen ambtgenoot ds. E. Raland (op den 15 april) eene advertentie in De Boekzaal geplaatst wierde, waarop de vergadering goedvond zijn eerwaarde daartoe te verzoeken, ಬt welk zijn eerwaarde gaarne op zich nam. 3. Ook werd de resolutie art. 2 der vorige vergadering betrekkelijk gemaakt op de weekbeurten gedurende den tijd dat er voor de weduwe van ds. Raland gepredikt wordt.
69
4. Aan Elisabet Constantia Sara Alida van Liesvelt, Janny van Liesvelt en Joanna Cateriana van Liesvelt zijn more solito kerkelijke attestatien toegestaan. Men scheidde God gedankt hebbende. [68v] [in de marge] absent Van Brummelen Ordinaire vergadering den 23 mei 1811 De acten der vorige vergadering na het gebed geresumeerd en gearresteerd zijnde, werden Artikel 1. in plaats van den afgaanden broeder ouderling Wurster en de twee overledene broeders Sam en Kloot, tot ouderlingen verkoren de broederen Van Bern, De Casembroot en Roelans, en in plaats van den afgaanden diaken de broeder Van Brummelen de broeder Boeschoten, aan welke broederen zittens vergadering deze benoeming door den koster is bekend gemaakt en welke door denzelven der vergadering hebben doen boodschappen, dat zij bereid waren deze posten te aanvaarden, hetgeen de vergadering met genoegen vernam. 2. Werd besloten dat zoolang er in de week niet wordt gepredikt (art. 9 der vorige sessie) de kerkeraads vergaderingen ಬs zondags na de middag predikatie zullen gehouden worden. 3. Broeder Boegschoten doende zijne rekening als diaken over het jaar 1809 tot 1810 Pinxteren bleek, dat de ontvangst was . . . . f 1386-9-12 en de uitgave . . . . . . . . 1391-3-2 zoodat meer was uitgegeven dan ontfangen . . . . f 4-13-6 welke in de volgende rekening als uitgave zullen worden ingebragt. Voorts werd deze rekening goedgekeurd en gesloten en de broeder Boegschoten voor zijne getrouwe administratie bedankt en de vergadering scheidde, na God gedankt te hebben. [69r] [in de marge] absent Engelbert, Roelans Ordinaire vergadering 9 junij 1811 Artikel 1. Na het gebed werd de resolutie (zie mei 19 1808) omtrent de boeten op het niet compareren in de vergadering vernieuwd. 2. Tot de bijwoning der classicale vergadering, welke den 18 dezer te Rhenen zal gehouden worden, werden gecommitteerd ds. Van Doesburgh met den broeder ouderling Van Bern, gesubstitueerd De Casembrood, welke zelfde leden ook benoemd werden tot het doen der huisbezoeking in de nieuwe stad. 3. De diaken Beurtman communiceerde aan de vergadering, dat de diakonie kas in eenen slegten toestand was, verzoekende dat de vergadering mogt bedacht zijn op middelen tot ondersteuning van dezelve, wijl hij zonder dat niet in staat was om de gewoone wekelijksche bedeelingen te doen. Waarop de vergadering besloot om aan de gemeente eene inteekening ter voorziening in de behoeften der armen te proponeeren. Hierop scheidde men God dankende. Extraordinaire vergadering 27 junij 1811 70
Overeenkomstig het oogmerk van deze vergadering deed de heer N. van Bern zijne rekening als kerk en potmeester. Als kerkmeester van Victoris 1809 tot Victoris 1810 en als potmeerster van Kersmis 1809 tot Kersmis 1810. Uit de eerste rekening bleek, dat er ontvangen was . . . f 1275-7-2 en uitgegeven . . . . . . . . 1308-7-6 dus meer uitgegeven dan ontvangen . . . . . f 33-1-4 Uit de tweede rekening bleek dat uitgegeven was . . . f 549-7-10 en ontvangen . . . . . . . . 480-15-4 dus meer uitgegeven dan ontvangen . . . . . f 68-12-6 welke te kortkomende penningen aan den heer rendant door deszelfs opvolger den heer Bonebakker voldaan en door dezen in deszelfs te doene rekening als uitgave zullen ingebragt worden. Waarop men na dankbetuiging aan den heer Van Bern voor zijne genome moeite in liefde scheidde. [69v] [in de marge] absent Engelbert, Beurtman ziek Ordinaire vergadering 7 julij 1811 1.Na het gebed werden de handelingen der twee vorige sessien geresumeerd en gearresteerd. 2. Overeenkomstig het gearresteerde in de vergadering van 9 junij art. 3 werden ds. Van Doesburgh en broeder ouderling De Casembroot gecommitteerd om bij wijze van inschrijving eene collecte voor de diaconie dezer gemeente te doen. 3. Ds. Van Doesburgh rapporteerde, dat hij van ds. Buschman van Oss ontvangen had eene rekening van voorschot door de diaconie van Oss voor die van Wijk ten behoeve van Jannetje van Leersum van 8 mei 1809 tot 1 november dito a 6 stuivers per week f 7-10 van 1 november 1809 tot 1 mei 1811 a 10 stuivers per week 39-,, f 46-10welke door hem aan den afgeganen diaken Van Brummelen was ter hand gesteld. 4. Op een verzoek van de weduwe Van de Water door ds. Van Doesburgh aan deze vergadering gedaan, om den chirurgijn Sambeek bij haren zoon Dirk, die aan een accident aan zijne knie laboreerde, te mogen halen en teffens eenigen onderstand voor hem te mogen genieten, werd aangaande het eerste ds. Van Doesburgh verzocht om door den heer Sambeek gemelden Dirk van der Water te doen examineren en voorts in dezen naar bevind van zaken te handelen, terwijl de vergadering aangaande het laatste, uit hoofde van den bekrompen staat der kasse voorals nog difficulteerde. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. Den 9 julij 1811 Is door de weleerwaarde heeren Taay en Coolhaas, als daartoe door de classis van Rhenen en Wijk gecommitteerd, de gewoone jaarlijksche kerkvisitatie gedaan. Deze heeren hier alles in orde bevonden hebbende, vertrokken na den ontvangst van f 5 voor noodlijdende kerken de personen en voor wagenvracht onder toebidding van Gods zegen. [70r] [in de marge] Absent Engelbert, Roelans, Beurtman ziek 71
Ordinaire vergadering augustus 4, 1811 1. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. Ds. Van Doesburgh rapporteerde, dat hij met den heer De Casembroot aan de hun door deze vergadering opgedragene commissie (zie artikel 2 julij 7) voldaan en zij bij die gelegenheid ten behoeve der diaconie eene inschrijving ten bedrage van f 207 - 14 hadden tot stand gebragt, waarvan zij de lijst aan den diaken ter invordering overhandigden. 3. Tot de bijwoning der classicale vergadering te Rhenen, den 27en te houden, zijn benoemd ds. Van Doesburgh en de ouderling De Casembroot, gesubstitueerd Roelans. Waarna men met dankzeging aan God scheidde.
[in de marge] absent Engelbert Ordinaire vergadering 8 september 1811 1. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. De diaken Beurtman communiceerde, dat hij f 207 - 14 - zie artikel 2 der vorige vergadering, had ingezameld, leggende bij deze gelegenheid conform artikel 2 der vergadering gehouden 6 december 1810 over eenen staat van uitgaaf en ontfangst (de bovengemelde f 207 - 14 daaronder begrepen) waaruit bleek, dat hij van 3 junij tot 31 augustus had ontvangen f 377 - 3 en uitgegeven f 237 - 12, hebbende dus nu nog in kasse f 139 - 11 3. Werd besloten, om aan den heer D.N. van der Ward, lidmaat der hervormde kerk, een getuigschrift te geven, dat hij gedurende zijn verblijf in deze gemeente, zoveel ons bekend is, zich stichtelijk heeft gedragen.
[70v] 4. Tot de huisbezoeking in de oude stad werden benevens ds. Van Doesburgh gecommitteerd de ouderling De Casembroot, gesubstitueerd Roelans. 5. Werd gelezen een brief van de eerwaarde classis van Rhenen en Wijk aan deze vergadering, behelzende eene vriendelijke herinnering tot het nemen van zulke maatregelen als deze vergadering het geschikst oordeelen zou tot voorschot van het gedurende den loop van dit jaar achterstallige predikants tractement en voorts tot zoolang als daaromtrent van ಬs landswege nadere bepalingen zullen gemaakt zijn. Men besloot deze zaak in commissie te stellen waartoe benoemd werden de broederen ouderlingen Bonebakker, Van Bern en De Casembroot. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [in de marge] absent Engelbert, De Casembroot Ordinaire vergadering october 6, 1811 Artikel 1. Na het gebed werden de handelingen der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 72
Artikel 2. Broeder Bonebakker rapporteerde namens de commissie (artikel 5 der vorige vergadering), dat de commissie van oordeel zou zijn, om ter betaling der achterstallige predikants tractementen bij wijze van voorschot eene som van f 800, - te negotiren en vooraf te beproeven of de gemeente zich bij inschrijving wilde verbinden, om deze som, indien de tractementen over 1811 niet of niet ten volle betaald wierden, geheel of gedeeltelijk elk voor zooveel of pro rato van ಬt geen hij heeft ingeteekend, aan den geldschieter te restitueren. De vergadering approbeerde met dankzegging aan de heeren gecommitteerden dit voorstel, veranderde hetzelve in een besluit en verzocht deze heeren vriendelijk hetzelve in uitvoering te brengen, ಬt geen deze geredelijk op zich namen. Hierna scheidde men na dankzegging aan God.
[71r] Extraordinaire vergadering 27 october 1811 Artikel 1. In deze vergadering, belegd op verzoek van de gecommitteerden (zie artikel 2 der vorige vergadering) rapporteerde uit naam dezer gecommittteerden de heer Bonebakker, dat zij conform artikel 2 der vorige vergadering eene vrijwillige inschrijving in deze gemeente ter somme van f [blanco] hadden tot stand gebragt en dat mejuffrouw M. van Dam daarop eene som van f 500 wilde voorschieten tegen 21/2 per cent in de eerste zes maanden en voorts tegen 10 stuivers per cent in elke maand tot aan de aflossing van het kapitaal, mids dat daarvoor een behoorlijk handschrift, door de leden dezer vergadering onderteekend, aan haar werd overgegeven. Artikel 2. De vergadering bedankte de heeren gecommitteerden voor hunne moeite in deze zaak, toonde zich eenparig gereed tot het passeren van zulk eene schuldbekentenis en deed dit nog vµµr het scheiden derzelve, hetgeen na dankzegging aan God geschiedde, zoo als ook deze vergadering met het gebed geopend was. [in de marge] Absent Engelbert Ordinaire vergadering 3 november 1811. Na het gebed werden de handelingen der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh berigtte dat om kerkelijke attestatien verzocht hadden Willemina Elisabet de Boer, Cornelia Bol, Klaas van Doorn, Arend van de Peppel en Jan Hofenk, welke more solito geaccordeerd werden. 2. Tot de bijwoning der classicale vergadering, den 12 dezer alhier te houden, werden benoemd ds. Van Doesburgh en de broeder ouderling Roelans, secundus Bonebakker, waarna men met dankzegging aan God scheidde.
[71v] [in de marge] Absent Engelbert Ordinaire vergadering 1 december 1811 73
Artikel 1. Na het gebed wierden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. Uit eenen door den broeder diaken Beurtman ter tafel gebragten staat der diaconie kasse (conform de resolutie dezer vergadering 6 december 1810), bleek, dat van 3 junij tot 1 december 1811 was ontvangen . . . f 591 - 4 en uitgegeven . . f 559 - 12 dus nog in kasse . . . . . f 31 - 12 - ,, 3. Ds. Van Doesburgh herinnerde de vergadering, dat met het einde dezes jaars de liefde beurten voor de weduwe van ds. E. Raland ophielden en dat het uit dien hoofde noodig ware, dat er voor de waarneming van de vacante leeraarsplaats zoodanige schikkingen gemaakt wierden, als ಬt meest met de tegenwoordige omstandigheden overeen kwamen. De vergadering, dit instemmende, committeerde de broederen ouderlingen Bonebakker, Van Bern en De Casembroot, ten einde deze zaak te overwegen en de vergadering daaromtrent te preadviseren. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [in de marge] Absent De LಬOrme, Engelbert Ordinaire vergadering 5 januari 1812. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. Artikel 1. De gecommitteerden (zie artikel 3 der vorige vergadering) rapporteerden, dat het hun, na rijpe deliberatie, uit hoofde der tegenswoordige omstandigheden toescheen, dat er geene pogingen tot het beroepen van eenen tweeden predikant voor als nog moesten aangewend worden, maar dat men
[72r] het leeraar en herderwerk aan ds. Van Doesburgh alleen moest opdragen, onder deze bepaling, dat zijneerwaarde behalven de voorbereidingspredikatien des vrijdags avonds vµµr elke bediening van het heilig Avondmaal geene andere predikbeurten dan gewoonlijk op de dorpen worden waargenomen, zou behoeven te vervullen. Voorts begrepen zij, dat naar mate van de hierdoor verminderde werkzaamheden van ds. Van Doesburgh ook zijn traktement behoorde gevenredigd te zijn, terwijl zij echter van oordeel waren, om met de bepaling daarvan te wachten, tot zoolang men meerdere zekerheid zou hebben, welke traktementen zijne majesteit de keizer aan de predikanten hier te lande zou toeleggen en dat men uit dien hoofde ds. Van Doesburgh behoorde te verzoeken, om tot zoolang bij provisie en in afwachting der te makene schikkingen den dienst als herder en leeraar in deze gemeente te vervullen. 2. De vergadering, met dankzegging aan heeren gecommitteerden, zich met dit preadvies vereenigd en hetzelve in een besluit veranderd hebbende, werd hetzelve als zoodanig aan ds. Van Doesburgh voorgesteld, die daarop repliceerde, dat, hoe gaarne hij gewild had, dat men aangaande het traktement reeds bepaling zou hebben gemaakt, hij op den voet als in het besluit der vergadering vervat, gaarne den geheelen dienst bij provisie wilde waarnemen in afwachting van de nadere schikkingen omtrent het daarvoor te genieten traktement en in vertrouwen, dat hetzelve zoodanig zou zijn, dat hij daarin genoegen zou kunnen nemen, maar dat hij omtrent de weekbeurten zijne vrijheid hield. 74
3. De vergadering erkende deze welwillendheid van ds. Van Doesburgh, wenschte zijneerwaarde op zijn opgenomen taak Gods zegen en verzocht de heeren gecommitteerden, om in deze belangrijke zaak te willen blijven werkzaam zijn, de vergadering te willen
[72v] blijven dienen met hunne praeadvisen en zulke maatregelen te beramen als zij tot bevordering van het belang van deze gemeente en derzelver leeraar zouden noodig oordeelen, hetwelk deze heeren gaarne op zich namen. 4. Het verzoek van de huisvrouw van Willem Jakobs om alimentatie werd in advis gehouden tot zoolang aan de vergadering zal gebeleken zijn, dat Willem Jakobs, die als vader van zijn huisgezin verpligt is voor hetzelve te zorgen, van de roomsche gemeente onderstand geniet. Hierna scheidde men met dankzegging aan God. [in de marge] Absent Engelbert, Casembroot Ordinaire vergadering 2 februari 1812. Na het gebed werden de handeingen der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Werd gelezen een brief van kerkmeester en predikant der hervormde gemeente van Sluis met verzoek om eene liefde gift tot opbouwing van het aldaar afgebrande kerkgebouw, welke brief voor alsnog in advis gehouden werd. 2. Aan Paulina Leponder, met acte van indemniteit van hier te Soelmond woonende, werd op haar verzoek toegelegd 10 stuivers per week. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [73r] [in de marge] absent Engelbert, De Casembroot Ordinaire vergadering 1 maart 1812. Na het gebed zijn de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Aan W. Lodder, P. Pouw en D. van der Merkestein zijn kerkelijke attestatien geaccordeerd. 2. Broeder Beurtman berigtte, dat hij met goedkeuring van ds. Van Doesburgh Pieter Gerits weder voor een jaar verhuurd had bij J. Vlastuin voor kost en kleederen. 3. Naar de classis den 17en dezer alhier te houden werd nevens ds. Van Doesburgh gecommitteerd de heer Roelans, secundus Bonebakker en tot de huisbezoeking ds. Van Doesburgh, de heer Bonebakker, secundus De L ಫOrme. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [in de marge] Absent Engelbert, Beurtman Ordinaire vergadering 5 april [18]12. Er was niets te behandelen. Ordinaire vergadering 2 mei [18]12. 75
De vergadering geopend zijnde, deed de laatste afgegane diaken Van Brummelen zijne rekening van Pinxter 1810 tot Pinxter 1811, waaruit bleek, dat hij had ontvangen f 1168 : 12 : 12 en uitgegeven 1260 : 12 : 4 zoodat meer was uitgegeven dan ontfangen 91 : 19 : 8 welke in de volgende rekening als uitgave zullen worden ingebragt, waarna deze rekening goedgekeurd, gesloten en broeder Van Brummelen voor zijne moeite bedankt wierd. Aan Tomas van Bork werd more solito kerkelijke attestatie verleend. [73v] [in de marge] Absent Engelbert, Roelans, Beurtman Ordinaire vergadering 7 mei 1812 Artikel 1. De acten der vorige vergadering na het gebed geresumeerd en gearresteerd zijnde werden 2. in plaats van de afgaande broederen ouderlingen Bonebakker, De LಬOrme en Engelbert tot ouderlingen dezer gemeente verkoren de broeders J. Wurster, M. Kroon en T.H. van Brummelen en in plaats van den afgaanden diaken broeder Beurtman de broeder Vlastuin, aan welke broederen dit zittens vergadering door den koster is bekend gemaakt en welke tot genoegen den vergadering hebben doen boodschappen, dat zij bereid waren deze posten te aanvaarden. Waarna de vergadering met gebeden gesloten en in liefde gescheiden is. [in de marge] Absent Van Brummelen Ordinaire vergadering 7 junij [18]12 Artikel 1. Na het gebed werd de resolutie mei 19, 1803 omtrent de boeten voor absentie vernieuwd. Artikel 2. Ds. Van Doesbeurgh communiceerende, dat er door deze gemeente ter goedmaking van classicale en synodale onkosten over het jaar 1811 moest betaald worden f 8 : 10 :, werd besloten den heer Bonebakker als administrateur van de gebenificeerde goederen daartoe te verzoeken. 3. Tot het bijwonen der classicale vergadering den 16 dezer te Rhenen te houden en tot het doen der gewone huisbezoeking werd behalven den predikant gecommitteerd de broeder ouderling Wurster, secundus Kroon. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [74r] Extraordinaire vergadering 14 julij 1812 Stonden na behoorlijke opening dezer vergadering op hun verzoek binnen ds. Roghair en ds. Van Lil als gecommitteerden der eerwaarde classis van Rhenen en Wijk tot het doen der jaarlijksche kerkvisitatie. Deze heeren, hier alles in de beste orde gevonden hebbende, vertrokken onder toebidding van ಬs Heeren zegen en de vergadering scheidde met dankzeggingen. 76
[in de marge] absent Roelans, Wurster, Van Brummelen Ordinaire vergadering 2 augustus 1812 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd en tot bijwoning der classicale vergadering in deze maand te Rhenen te houden benevens den predikant benoemd de broeder ouderling Wurster. Men dankte God en scheidde. [in de marge] absent De Casembroot, Vlastuin Ordinaire vergadering 6 september 1812 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. De administreerende diaken legde eenen staat der diaconie kas over zedert Pinxter laatstleden zijnde 15 weken, uit welken bleek, dat hij in dien tijd had uitgegeven f 254 en onvangen f 162, hebbende dus meer uitgegeven dan ontvangen f 92. Dit gehoord en niets anders te verrigten hebbende is de vergadering met dankzegging aan God gescheiden. [in de marge] absent Casembroot, Roelans, Wurster, Van Brummelen Ordinaire vergadering 4 october 1812 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. En gebleken zijnde, dat er niets te verhandelen was, werd de vergadering met dankzegging aan God gesloten. [74v] [in de marge] absent Casembroot, Roelans, Van Brummelen Ordinaire vergadering november 1, 1812 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en tot het bijwonen der classicale vergadering, den 16 dezer alhier te houden, benoemd benevens den predikant den ouderling Van Bern, waarna men met dankzegging aan God scheidde. [in de marge] absent Casembroot, Roelans, Van Brummelen Ordinaire vergadering 6 december 1812 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. De administrerende diaken gaf zijnen driemaandelijkschen staat der diakonie kas over, waaruit bleek, dat er tot hiertoe was ontvangen f 380 : 15 : 8 en uitgegeven f 477 : 7 : - zoo dat er meer was uitgegeven dan ontvangen f 96 : 11 : 8. Men besloot om in eene volgende vergadering over eene noodige voorziening in dit tekort komende te handelen en scheidde na dankzegging aan God. [in de marge] absent Casembroot, Roelans 77
Ordinaire vergadering 3 januarie 1813 Na het gebed werden de acten der voirge vergadering geresumeerd en gearresteerd. Voorts werd overeenkomstig het besluit der vorige vergadering ds. Van Doesburgh verzocht, om met den administrerende diaken ter ondersteuning der armen kasse eenige liefde giften van de leden dezer gemeente te verzoeken, waarna men met dankzegging aan God scheidde. [75r] [in de marge] absent De Casembroot, Roelans, Van Brummelen Ordinaire vergadering 7 maart 1813 Na het gebed en de resumtie der vorige acten berigtte ds. Van Doesburgh, dat hij overeenkomstig het besluit der laatste vergadering als liefde giften der gemeente met den administrerenden diaken had opgehaald eene somme van f [blanco] van welke de broeder diaken geautoriseerd is het noodige gebruik te maken. Ook werd deze broeder geautoriseerd het huisje van de weduwe H. van Dam ten behoeve onzer armen te verkoopen, vermids die weduwe nu geheel door ons bedeeld wordt. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [in de marge] absent De Casembroot, Van Brummelen Ordinaire vergadering 4 april 1813. Na het gebed en de resumtie der vorige acten 1. Communiceerde de administreerende diaken eenen brief van den heer maire dezer gemeente, behelzende een decreet van den heer prefect van het departement van de Zuiderzee aangaande de genezing der kwaal, bekend onder den naam van het hoofdzeer onder de classe der behoeftigen, met aanvrage, of en welke middelen onze diaconie zou kunnen bijdragen tot voorschreven einde. 2. Hierover gedelibereerd zijnde is besloten aan den heer maire te antwoorden, dat er onder de behoeftigen van onze gemeente thans geen met die kwaal besmet zijn en dat de staat onzer diaconie kas volstrekt geene extra-ordinaire uitgaven permitteert, als zijnde niet in staat, om de ordinaire te bestrijken. 3. Tot het doen der gewone huisbezoeking in de oude stad werd nevens den predikant gecommitteerd de ouderling Van Brummelen. Men scheidde God dankende. [in de marge] absent Casembroot, Roelans Ordinaire vergadering 2 mei 1813. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd en vermits er thans niets te verhandelen was, scheidde men na God gedankt te hebben.
[75v] [in de marge] collegio pleno 78
Ordinaire vergadering 27 mai 1813 Na het gebed en de resumtie van de acten der vorige vergadering werden in plaats van de afgaande broeders ouderlingen Van Bern, De Casembroot en Roelans tot ouderlingen dezer gemeente verkoren de broeders Bonebakker, Noordbeek en Beurtman en in plaats van den afgaanden diaken Boeschoten de broeder G. van Wijk. Deze benoeming door den koster geboodschapt zijnde hebben de benoemde broeders verklaard bereid te zijn, om deze posten te aanvaarden, waarna de vergadering met dankzegging aan God gescheiden is. Ordinaire vergadering 27 junij 1813. Na de opening van deze vergadering door het gebed 1. werd tot de gewone huisbezoeking in de nieuwe stad benevens ds. Van Doesburgh benoemd de heer Bonebakker, secundus Noordbeek. 2. De resolutie mei 19, 1803 nopens de boeten wegens absentie werd vernieuwd. 3. Aan mejufvrouw Anna Bruijn, weduwe ds. Casius en mejufvrouw Marie Amilia Casius en aan Evert Taat werden kerkelijke attestatien geaccordeerd, mids dat dit vooraf van den predikstoel aan de gemeente wierde bekend gemaakt. 4. Op eenen ter tafel gebragten brief van de weleerwaarde heeren Van Lil, Van den Bijllaardt en Quartfoot en dezen door de classis gecommitteerd, houdende verzoek aan deze vergadering om iemand uit haar midden te committeeren ter bijwooning eener bijeenkomst van onderscheidene gecommitteerden uit de onderscheidene gemeenten dezer classis, om met
[76r] dezelven middelen te beramen, ten einde ieder op elke plaats naar vermogen en pligt het zijne toebrenge voor de behoeften van de bedienaren van den godsdienst, is besloten aan dat verzoek ie voldoen en zijn daartoe benoemd ds. Van Doesburgh en de broeder ouderling Noordbeek. 5. Op ingekomene klagten van den afgeganen en thans fungerenden diaken, dat zekere Jan Aarts, woonende in een armen-huisje aan de Wal, zedert langen tijd achterlijk geweest was in het betalen der verschuldigde huur en dat het te vrezen ware, dat hij verder daarin nalatig blijven en de diakonie daardoor grote schade lijden zoude, zijn beide diakenen geautoriserd, om, zoo zij meenden, dat dit met eenig succes kon geschieden, gemelden Jan Aarts door middelen regtens tot betaling van zijn achterstal te noodzaken en anders hem te doen delogeren. Waarna men met dankzegging aan God in liefde scheidde. Extraordinaire vergadering 27 juij 1813 Stonden op hun verzoek binnen de heeren kerken visitatoren der eerwaarde classis van Rhenen en Wijk, de welken na behoorlijk onderzoek alles in order bevonden hebbende met toebidding van Gods zegen weder vertrokken, waarna de vergadering more solito gescheiden is. Ordinaire vergadering 5 september 1813
79
Na het gebed en de resumtie der vorige acten werden tot het doen der gewone huisbezoeking in de oude stad benoemd benevens den predikant de broeders Noordbeek en Beurtman, waarna men met dankzegging scheidde. [in de marge] absent Wurster, Van Brummelen, Van Wijk Ordinaire vergadering october 10, 1813 Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd aan Jan van de Water, tot dat de wintercedel zal zijn gemaakt, toegelegd 12 stuivers per week. Tot het bijwonen der classicale vergadering in de volgende maand alhier te houden werd behalven den predikant gecommitteerd de broeder ouderling Beurtman. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [76v] Extraordinaire vergadering 19 october 1813 Deze vergadering more solito geopend zijnde, deed de heer Van Bern in dezelve zijne rekening als kerk- en potmeester over het jaar 1812. Zijneerwaarde had als kerkmeester ontvangen . . . . f 1299 : 4 :12 uitgegeven . . . . 1051 : 17 : 8 en dus meer ontvangen . . . . . . . 247 : 7 : 4 Als potmeester was door den eerwaarde ontvangen . . . f 608 : 19 : 12 uitgegeven . . . 499 : 2 : 12 en dus meer ontvangen . . . . . . . f 109 : 17 : ಧ Welke overschietende penningen door den rendant aan deszelfs opvolger, den heer D. Bonebakker, zijn ter hand gesteld, die dezelven als ontvangst in zijne rekening zal verantwoorden. De vergadering bedankte den heer Van Bern voor zijne goede administratie en men scheidde met dankzegging aan God. [in de marge] absent broeder Bonebakker Ordinaire vergadering 6 februarie 1814 De vergadering met het gebed geopend en de handelingen der vorige geresumeerd en gearresteerd zijnde, leverde de administrerende diaken broeder Vlastuin een staat van zijne kas in, waaruit bleek, dat hij meer uitgegeven dan ontvangen had f 105 - . Voorts werd gecommuniceerd, dat J. van Ingen, alhier geboren en te Koten woonachtig, om alimentatie verzocht had. De vergadering, begrijpende, dat men ten aanzien van zulke armen, die hier geboren en elders woonachtig zijn, zich aan de Fransche wetten dien aangaande behoort te houden, zoo lang dezelve niet door anderen vervangen zijn, heeft besloten, om gemelde J. van Ingen uit hoofde dier wetten naar de diaconie van Koten te renvoijeren en de executie daarvan aan den praeses opgedragen. Waarna men in liefde met dankzegging aan God gescheiden is. [77r] Ordinaire vergadering 6 maart 1814 80
Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh berigtte, dat zich om alimentatie bij hem vervoegd had zekere Hendrika Krouwel, welke nevens haren man en kinderen zich zedert eenigen tijd met de woon hier nedergezet had. De vergadering deze zaak overwegende en uit een der presente leden vernemende, dat aan dit huisgezin slechts bij provisie en wel onder guarantie van Koten door den toenmaligen heer maire inwooning was toegestaan, besloot om de verzoekster naar harer en harer kinderen geboorteplaats Kothen te renvoijeren en verzocht inmiddels den broeder ouderling Bonebakker, om over deze zaak met den burgemeester dezer stad te spreken. 2. Voorts produceerde ds. Van Doesburgh de voor deze gemeente van den heer commissaris generaal van binnenlandse zaken ontvangen tabellen ter invulling van het achterstallige predikants-tractement, ten geleide van een brief van voornoemde heer commissaris dienende hoofdzakelijk, om de gemeenten tot voldoening van dat achterstal op te wekken. De vergadering verzocht aan den predikant en ouderling Noordbeek om deze tabelle naar behoren in te vullen en zoo noodig daarbij eenen brief ter nadere opheldering namens deze vergadering bij te voegen. 3. Tot het bijwoonen der classicale vergadering alhier 15 dezer en tot het doen van huisbezoek werd nevens den predikant benoemd broeder Wurster. Waarna men in liefde met dankzegging aan God gescheiden is.
[77v] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 3 april 1814 Deze vergadering door het gebed geopend zijnde, informeerde ds. Van Doesburgh aan dezelve, dat hij een wenk ontvangen had, dat het goed zoude zijn, dat deze vergadering een request presenteerde met verzoek, om vrijheid tot het doen van een beroep ter vervulling der vacature, veroorzaakt door het overlijden van ds. Raland, of bij ontstentenis van dien, om vermeerdering van tractement voor den tegenwoordigen leeraar, overeenkomstig diens vermeerderde werkaamheden. De vergadering, de noodzakelijkheid daarvan beseffende, werden ter uitvoering dezer zaak benevens den predikant verzocht de broeders Bonebakker en Noordbeek, welke laatste door den mond van den predikant rapporteerde, dat zij hunne commissie (zie de vorige vergadering) hadden volbragt en daarvan een voor deze gemeente gunstig gevolg hoopten. Ook rapporteerde de broeder Bonebakker, dat hij met den burgemeester dezer stad over de zaak van Hendrika Krouwel etc. (zie vorige vergadering) had gesproken, hebbende van zijnedele ten antwoord bekomen, dat hij die zaak zou werkstellig maken en eerstdaags dat huisgezin renvoijeren, waar het behoorde. Vervolgens communiceerde de diaken Vlastuijn, dat de burgemeester hem gezegd had, dat er tot dat einde reeds eenige vruchteloze pogingen waren aangewend en hem in last gegeven had, om aan deze vergadering te verzoeken, dat dezelve zich daarover aan den heer commissaris van het arrondissement Amersfoort zou adresseren. De vergadering nam dit voor notificatie aan en scheidde na dankzegging aan God. [78r] [in de marge] collegio pleno 81
Ordinaire vergadering 8 mei 1814. Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd 1. De gecommitteerden tot het presenteren van een request om handopening etc. (zie de vorige vergadering) rapporteerden, dat zij aan dezen last voldaan en ten gevolge daarvan door den heer commissaris voor de kerkelijke zaken hadden ontvangen eene dispositie van zijne excellentie den heer secretaris van staat voor de binnenlandse zaken van 22 april no. 36 van den navolgenden inhoud De secretaris van staat voor de binnenlandse zaken. Gehoord het rapport en de voordragt van den commissie voor de kerkelijke zaken op het den 14 dezer aan denzelven gerenvoijeerd request van den kerkeraad der hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede, houdende verzoek om handopening, etc., gelet op het advis van de gecommitteerden der classis van Rhenen etc. en in aanmerking genomen, dat de hervormde gemeente te Wijk niet meer dan omtrent 750 zielen bevat en dat er geen reden zijn waarom op dezelve niet zou worden toegepast het bepaalde bij zijner koninklijke hoogheids besluit van 8 dezer no. 15 Verklaart de tweede predikants-plaats in de hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede voor vernietigd en dat tevens het tractement van den overblijvende predikant, te rekenen van den 1en dezer loopende maand april, zal worden verhoogd met eene jaarlijksche somme van f 435 en dus gebragt op f 1000 - zullende deze vermeerdering immers provisioneel geheel van den lande worden betaald en wijders dit punt nader in overweging worden genomen, wanneer de zaak der kapittelen zal zijn beslist. ಫ S Gravenhage 22 april 1814 de secretaris van staat voornoemd, (getekend) Roll
[78v] 2. ook gaf de predikant kennis, dat de burgemeester dezer stad zich per request aan den heer commissaris generaal van dit departement had geadresseerd over de zaak van Hendrika Krouwel (zie vorige vergadering) 3. Aan Gerrit Schouten, Magteltje Moen en Anna Suurman werden more solito kerkelijke attestatien toegestaan. Hierna scheidde men God dankende.
[in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 19 mei 1814 Na het gebed en de resumtie der vorige acten werden in plaats van de afgaande broeders ouderlingen Wurster, Kroon en Van Brummelen tot ouderlingen benoemd de broeders Van Bern, De LಬOrme, Roelans en in plaats van de afgaanden diaken Vlastuin de broeder D. van Wamel. De vergadering hiervan aan de benoemde broeders hebbende doen kennis geven door den koster, ontving van allen het antwoord, dat zij dezelve aannamen. Voorts werd de predikant met de broeders ouderlingen Bonebakker en Noordbeek gecommitteerd, om namens deze vergadering hunne opwachting te maken bij den hoogwelgeboren heer Van Tuijl, gouverneur van deze provincie. 82
De diaken Van Wijk proponeerde, om eene boete te bepalen op de absentie van de leden des kerkeraads bij de openbare godsdienstoefeningen, ಬt welk in advis gehouden is. Ne de resumtie van deze acte scheidde men met dankzegging aan God. [79r] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 12 junij 1814 Na het gebed rapporteerde ds. Van Doesburgh namens de commissie ter complimenteering van den heer gouverneur dezer provincie, dat de commissie daaraan voldaan had en door den heer gouverneur allervriendelijkst ontvangen was. Tot bijwooning der classicale vergadering 21 dezer te Rhenen en het doen der gewone huisbezoeking werden nevens den predikant benoemd de broeder ouderling Van Bern, secundus De L ಫOrme. Hierop scheidde men na dankzegging aan God.
Extraordinaire vergadering den 5 julij 1814 Stonden op hun verzoek binnen ds. Koolhaas en ds. De Gaay Fortman als gecommitteerden der eerwaarde classis tot het doen der jaarlijksche kerken - visitatie. Deze heeren, hier alles in orde bevonden hebbende zijn met toebidding van Gods zegen vertrokken waarna de vergadering more solito gescheiden is.
Ordinaire vergadering 14 augustus 1814. Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. Tot het bijwonen der classicale vergadering dಬ 23e dezer te Rhenen werd benevens den predikant benoemd de broeder ouderling De Lಬ Orme, secundus Roelans. 2. Een voorgelezen brief van de weduwe Ruette te Herewijnen, houdende verzoek om alimentatie werd in advis gehouden, tot de met de organisatie van het provintiaal bestuur verwacht wordende reglementen op de alimentatien zullen bekend zijn. 3. Is besloten om aan den afgeganen diaken te vragen, of hij van de loterij, die in het gepasseerde jaar alhier heeft plaats gehad, de voor den armen bedongen penningen voor het aandeel van onze armen heeft ontvangen, insgelijks, of hem door den bankhouder Heijmans ook het overschot van gelden van verkochte panden, ಫ t welk door de eigenaars niet terug gehaald is, ter hand is gesteld. De predikant nam dit op zich als ook om daarvan in de volgende vergadering rapport te doen. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [79v] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 11 september 1814 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 83
1. Ds. Van Doesburgh bragt ter tafel eene door den heer burgemeester dezer stad aan deze vergadering geadresseerde missive van den heer commissaris van dit kwartier, houdende kennisgeving van een besluit van zijne koninklijke hoogheid van 17 augustus, waarbij bepaald is, dat provisioneel ieder plaatselijk of armbestuur der gemeente alwaar zich een behoeftige bevindt, zal gehouden zijn naar gelang van den staat hunner fondsen, in de behoeften van den zoodanigen te voorzien, zonder over de al of niet verpligting hiervan in eenig onderzoek te mogen treden etc., welke missive voor notificatie is aangenomen. 2. Voorts rapporteerde de predikant conform artikel 3 der vorige vergadering, dat de afgegane diaken van de loterij in het vorige jaar had ontvangen f 5 en dat men werkzaam was, om den jood tot het betalen van het resterende aan te zetten, als mede, dat onze diakenen van den bank-houder Heymans nog niets hadden ontvangen van penningen in artikel 3 der vorige vergadering vermeld. Aangaande het eerste punt keurde de vergadering het geen door den afgeganen broeder diaken gedaan was en nog zou worden, goed en betrekkelijk het laatste werd de thans fungerende diaken verzocht, om in vereeniging met den diaken der roomsche gemeente den bankhouder voornoemd over deze zaak te spreken en daarvan in de volgende vergadering rapport uit te brengen. 3. Op een voorstel des aangaande werd ds. Van Doesburgh verzocht de effecten onzer diakonie, f 2000 ¢ 3 per cent en f 550 ¢ 23/4 per cent ter conversie aan den heer Blijdestein te Utrecht te zenden. 4. Aan de weduwe Van Maurik werd huishuur uit de armenkas geaccordeerd, terwijl de heer Noordbeek werd verzocht namens deze vergadering bij het tribunal te Amersfoort te insteren, dat aan den boer, voor wiens zoon de zoon van gemelde weduwe als rempla©ant is uitgetrokken, mogt worden geinjungeerd, de betaling [80r] der interessen van het capitaal waarvoor de zoon van gemelde weduwe zich heeft gengageerd, ten einde onze diaconie van de alimentatie dezer weduwe te ontheffen. 5. Tot de aanstaande huisbezoeking werd benevens den predikant benoemd de broeder ouderling De lಬOrme secundus Roelans. Hierna scheidde men met dankzegging aan God. [in de marge] absent diaken Van Wijk Ordinaire vergadering 16 october 1814 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1.Op verzoek desaangaande werd aan de jongste dochter van de weduwe Van Mourik een nieuw hembd toegezegd en beloofd, dat wanneer ze zich in haren dienst wel gedraagt en de kas het permitteert, haar in het vervolg nog een jak of rok te geven. 2. Ter complimentering van onzen geerbiedigden souverein, die morgen te Utrecht audientie verleent, werden door de vergadering benevens den predikant benoemd en verzocht de broeders ouderlingen Noordbeek en De LಬOrme. Hierna scheidde men met dankzegging aan God. 84
Extraordinaire vergadering 18 october 1814 Na de opening der vergadering deed de heer D. Bonebakker zijne rekening als kerk en potmeester over het jaar 1813. Zijn eerwaarde had als kerkmeester ontvangen . . . f 833:15: 6 uitgegeven . . . . . . . . . 621:12: 2 dus meer ontvangen . . . . . . . f 212: 3: 4 Als potmeester was door den eerwaarde ontvangen uitgegeven . . . . . . meer ontvangen . . . . .
. . .
. . .
. . .
f 484: 1:12 200: 8: ,, f 283:13:12
welke overschietende penningen door den eerwaarde aan deszelfs opvolger, den heer Van Bern, ter hand gesteld, door dezen in deszelfs rekening als ontvangst zullen verantwoord worden. De vergadering bedankte den heer Bonebakker voor zijnde goede administratie, waarna men scheidde. [80v] [in de marge] absent Noordbeek, Roelans Ordinaire vergadering 6 november 1814 1. Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresuneerd en gearresteerd. 2. De commissie ter complimentering van den souverein rapporteerde, dat zij op den 17e passato aan de intentie dezer vergadering hadde voldaan, ಬt welk door Zijne Koninklijke Hoogheid met veel minzaamheid en goedheid beantwoord was. 3. Tot bijwoning der classicale vergadering den 8 en dezer alhier te houden is benevens den predikant benoemd de ouderling Roelans gesubstitueerd Bonebakker. Extraordinaire vergadering 10 november 1814 De afgegane diaken C. van Boeschoten deed in deze vergadering rekening van zijne administratie van Pinxter 1812 tot Pinxter 1813, waaruit bleek, dat hij in dat jaar had ontvangen f 1040-1- en uitgegeven f 1014-7-10 en dus meer ontvangen dan uitgegeven f 25:13:6, welke overschietende penningen aan zijnen opvolger J. Vlastuin zijn ter hand gesteld om door hem als ontvangst verantwoord te worden. Deze rekening gehoord en goedgekeurd zijnde, werd broeder Boeschoten voor zijne goede directie bedankt en de vergadering scheidde in liefde. [81r] [in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 4 december 1814 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh communiceerde aan de vergadering een bij zijneerwaarde ontvangen extract uit het testament van wijlen vrouwe Anna Gellina van Taak, rakende het legaat van een duizend gulden contant, door haaredele bij voornoemd testament op den 31 januari 1812 gepasseerd, aan de diakonie der hervormde gemeente alhier besproken. De vergadering vernam dit met blijdschap en verzocht den heer Noordbeek als zijnde bekend met de heeren executeuren van voornoemd testament om over den tijd der 85
uitbetaling van voornoemde f 1000,- met dezelven te correspondeeren, ಬt welk zijneerwaarde gaarne op zich genomen heeft. 2. Verder communicerde ds. Van Doesburgh dat zijneerwaarde ontvangen had een besluit van den secretaris van staat voor de binnenlandse zaken in dato 18 november 1814, behelzende dat ~van den achterstand der predikanten-tractementen in deze gemeente over 1811, 12, 13 meest gevonden worden bij wijze van quotivatie van alle personen tot deze gemeente behorende, door het gemeente bestuur met overleg van den kerkeraad op gemeente commissie, zijnde de zaak aangaande het dan nog resterende in advies gehouden, vermids deze gemeente onvermogend scheen tot aanzuivering van het zelve. De vergadering vond goed deze zaak aan de gemeente commissie te refereeren. 3. De verzoeken van Bet Veldkamp en vrouw Lamor«om alimentatie werden in advies gehouden en ten aanzien der laatste de diaken geautoriseerd om pro re nata te handelen. 4. Aan den heer C. van Klemmen, deszelfs huisvrouw en twee dochters, en aan Jakoba Dronkers werden kerkelijke attestatien verleend. Hierop scheidde men na dankzegging aan God. [81v] [in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 8 januari 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. Aan vrouw Van Beusekom werd op haar verzoek om gedurende de bedeeling van brood ಬs wekelijks een brood te mogen ontvangen, beloofd dat aan den potmeester te zullen voordragen. Aan Dirk van Bekkum werden hembden voor zijne kinderen geaccordeerd, waarna de vergadering met dankzegging aan God scheidde. Extraordinaire vergadering 13 januari 1815 De afgegane diaken Vlastuin deed in deze vergadering rekening van zijne administratie van Pinxter 1813 tot Pinxter 1814, waaruit bleek dat hij in dat jaar ontvangen had f 880-106 en uitgegeven f 769-10-8, zijnde dus meer ontvangen dan uitgegeven f 110-19-14, welke overschietende penningen aan zijn opvolger G. van Wijk zittende deze vergadering zijn overhandigd om door dezen als ontvangst te worden verantwoord. Deze rekening gehoord goedgekeurd en gesloten zijnde, werd broeder Vlastuin voor zijne goede directie bedankt en de vergadering scheidde in liefde. [82r] [in de marge] absent Roelans, Beurtman, Van Wijk, Noordbeek ziek Ordinaire vergadering 5 maart 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. Artikel 1. Tot het aanstaande huisbezoek en het bijwonen der classicale vergadering in deze maand is benevens den predikant benoemd de broeder ouderling Bonebakker gesubstitueerd Noordbeek.
86
2. De broeder diaken rapporteerde, dat het geld van verstane panden in de bank van leening (zie vergadering 11 september 1814) ontvangen was ter somme van f [niet ingevuld] insgelijks van het kantoor van de tollen te Arnhem voor ಬt aandeel van onze diakonie de somme van f [niet ingevuld]. 3. Ook werd in deze vergadering goedgekeurd hetgeen in de extraordinaire vergadering 13 januari den broeder diaken tot het koopen van eenige kleeding etc. voor de weduwe A. van Maurik op derzelver verzoek was opgedragen, mids zij dit beloofde te restitueren, zoodra zij het geld voor haren als remplaВВent uitgetrokken maar overleden zoon zou ontvangen hebben. Hierop scheidde men met dankzegging aan God.
Extraordinaire vergadering maart 12 1815 Artikel 1. Na het gebed communiceerde ds. Van Doesburgh der vergadering den inhoud van eenen bij den heer Noordbeek ontvangen brief van heeren executeuren van het testament van wijlen mevrouw Van Vloten, behelzende dat gemelde heeren gereed waren ter uitbetaling van het door voornoemde vrouwe aan onze diaconie besproken legaat ¢f 1000-, mids men de autorisatie van onzen vonst tot het ontvangen van deze som kon produceren. Daarbij voegende dat zijn eerwaarde tot bekoming van die autorisatie dadelijk een request aan den vonst had doen presenteeren en dezelve had verkregen, proponeerende verder om eenಬ der broederen tot het ontvangen van voornoemd legaat te verzoeken en autoriseeren. [82v] Artikel 2. Op den voordragt in artikel 2 vervat besloot de vergadering den heer ouderling J.H. Noordbeek te verzoeken en autoriseeren om namens deze vergadering van de heeren executeuren des testaments van vrouwe Anna Gelina van Taak, weduwe Dirk Wernard van Vloten, te ontvangen het legaat van f 1000- door genoemde vrouwe bij hare testamentaire dispositie van den 30 januari 1812 aan de diaconie armen onzer gemeente gemaakt, en gemelde heeren daarvoor namens deze vergadering te quitteeren, met verzoek aan ds. Van Doesburgh om aan den heer Noordbeek extract van dit artikel ter hand te stellen om te dienen ten bewijze van zijne bevoegdheid in dezen. Artikel 3. Verder besloot de vergadering den heer Noordbeek te verzoeken om voor gemelde somma zooveel effecten van integrale en uitgestelde schuld op de Vereenigde Nederlanden ¢2procent aan te koopen als dezelve zou toelaten voor onze diaconie. Hierop scheidde men na dankzegging aan God. [in de marge] absent Roelans, Bonebakker, Beurtman, Van Wijk ziek Ordinaire vergadering 2 april1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. De heer Noordbeek rapporteerde, dat hij ingevolge verzoek van deze vergadering (zie artikel 2 der vorige bijeenkomst) de f 1000 van de heeren executeuren des testaments van mevrouw Van Vloten ontvangen en daarvoor ten behoeve van onze diakonie had 87
aangekocht f 2000- rentgevende schuld ¢2procent en f 5000- uitgestelde, de eersten ¢ 39
f 790 2 maanden 19 dagen interest f 5000 uitgesteld ¢41/8
10:19 206: 5 1007: 4 enregistrement en briefporten 1:12 Zijneerwaarde gaf aan de vergadering de bewijzen van inschrijving over en werd door de vergadering voor zijne bewezen dienst in dezen vriendelijk bedankt en de administrerende diaken geautoriseerd om den heer Noordbeek de zijne per saldo competerende somme van 8:10 ter hand te stellen. [83r] Artikel 2. Sisteerde zich voor deze vergadering Jannigje van Leersum met verzoek om alimentatie hetwelk bij provisie in advies gehouden is. Hierna scheidde men met dankzegging aan God. [in de marge] absent Roelans, Beurtman Ordinaire vergadering 4 mei 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. Artikel 1. In plaats van de afgaande broederen ouderlingen Bonebakker, Noordbeek en Beurtman werden tot ouderlingen benoemd Wurster, Van Brummelen en Boeschoten, en in plaats van den afgaanden diaken Van Wijk J. Vlastuijn. Deze broederen door den koster zittende de vergadering verwittigd, hebben door denzelven der vergadering laten zegggen, dat zij de hun opgedragen posten aannamen. 2. Ds. Van Doesburgh stelde voor een aan zijneerwaarde gedaan verzoek door een lid van den kerkeraad van Soelmond om eenigen onderstand voor eene dochter van Karel Leponder, aldaar wonende en hier geboren. De vergadering begreep niet verpligt te zijn aan dit verzoek te voldoen uit hoofde van het besluit van onzen koning van 17 augustus 1814, in de acten van 11 september 1814 geboekt, en verzocht den predikant daarvan aan die van Soelmond kennis te geven. 3. De broeder ouderling De lಬOrme stelde voor om eene zoo hij meende bestaande besluit van den kerkeraad dezer gemeente behelzende ಫdat niemand tot ouderling mogt verkoren worden, ಬt en zij hij twee malen als administrerend diaken gefungeerd hadಬ, te altereren in dier voege, ಫdat wanneer een lid van deze gemeente den ouderdom van 50 jaren en daarboven bereikt had en voorts die hoedanigheden bezat die in eenಬ waardigen ouderling vereischt worden, dezelve, schoon hij alhier niet als diaken gefungeerd had, als ouderling zou kunnen beroepen wordenಬ. Men oordeelde om voor men hierop zou besluiten te onderzoeken of er zoodanige wet bestaat en verzocht den predikant om ten dien einde de acten van vorige vergaderingen na te zien. 4. Aan Aletta Kredana Kroon werd more solito kerkelijke attestatie toegestaan. Hierop scheidde men met dankzegging aan God. 88
[83v] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 7 mei 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. Artikel 1. Ds. Van Doesburgh rapporteerde, dat hij ter voldoening aan het geresolveerde artikel 3 der vorige vergadering, de acten van 1750 tot heden had nagezien, dat hij daarin het in artikel 3 der vorige vergadering veronderstelde kerkeraadsbesluit niet had kunnen vinden, maar in de acten van 28 mei 1778 een dergelijk voorstel en besluit als in voornoemd 3 artikel en in die van 30 mei 1778 een rapport gevonden had, waaruit bleek, dat de gecommitteerden in dien tijd insgelijks vruchteloos naar dergelijke wet gezocht hadden. Artikel 2. De vergadering het om meer dan eene reden daarvoor houdende, dat er zoodanige wet bestaan had en de nuttigheid daarvan beseffende, besloot bij deze gelegenheid ಫom voortaan niemand tot ouderling dezer gemeente te verkiezen ಬt en zij dezelve alhier twee malen als diaken gefungeerd had, met uitzondering echter van zoodanige leden dezer gemeente, die leden zijn van de stedelijke regeering of die in eene andere stad reeds als ouderlingen gediend hebben, als ook van zoodanigen die, schoon in dat geval niet zijnde, den ouderdom van 50 jaren bereikt hebben, mids voor het overige die vereischten bezittende die in een waardigen ouderling gevorderd worden.ಬ Artikel 3. De diaken Van Wijk de dringende behoeften van de weduwe Antonia van Mourik te kennen gevende, werd geautoriseerd aan dezelve naar gelang der omstandigheden eenigen onderstand van kleeding als anderszins te doen, mids daarvan als ook van alles wat zedert de vergadering van 11 september 1814 aan die vrouw was toegedeeld, nauwkeurige en bijzondere aanteekening te houden, ten einde onze diakonie daarvoor zou kunnen worden schadeloos gesteld uit de gelden die zij te goed heeft voor haren als remplacent uitgetrokken maar overleden zoon, zie vergadering 11 september 1814 artikel 4 en 5 maart 1815 artikel 3. Men scheidde more solito. [84r] [in de marge] collegio pleno Extraordinaire vergadering 21 mei 1815 Artikel 1. Na de opening der vergadering gaf de predikant te kennen, dat hij de broeders had verzocht bij een te komen om ten aanzien van de pretentie van de weduwe Van Maurik contra Cornelis Lubbertse van Wolfswinkel te Renswoude, voor wien haar zoon als Вant was uitgetrokken, en waarover reeds in de vergadering 11 september 1814 remplaВ gehandeld was, zoodanig besluit te nemen als ಬt meest zou kunnen dienen om die weduwe de haar competerende gelden te doen geworden en zoo onze diakonie van de alimentatie dezer vrouw te ontheffen. 2. Zijn eerwaarde berichtte dat door de weduwe Anthonia van Maurik en hare drie kinderen, Arie, Grada en Dirkje van Maurik, op den 16en dezer was gepasseerd eene notarile procuratie op dezen kerkeraad, waarbij zijedelen aan denzelven de magt geven om in haren naam en van haren wegen als erfgenamen ab intestato van wijlen Cornelis 89
van Maurik, het zij in der minne of door middelen van regten, van Cornelis Lubbertse van Wolfswinkel te Renswoude te vorderen betaling eener somme van twee duizend gulden, zijnde het restant ಬt welk haarlieder zoon en broeder Cornelis van Maurik nog competeert als plaatsvervanger van gemelden C.L. van Wolfswinkel, die somme met de interessen ¢ 5 procent te ontvangen, daarvoor quittantie te teekenen des noods borg te stellen etc. etc. Zijneerwaarde proponeerde om de magt in voormelde procuratie vervat over te dragen aan den weledelen heer J.H. Noordbeek, notaris alhier, die als lid dezer vergadering in het voorleden en in dit jaar reeds eenige vriendelijke pogingen in deze zaak had aangewend en midsdien met dezelve geheel bekend was. De vergadering veranderde dit voorstel in een besluit, verzocht dat daarvan aan den heer Noordbeek copie zou worden ter hand gesteld, waardoor zijnweleerwaarde zijne qualiteit zou kunnen prouveren en dat men zijnweleerwaarde zou verzoeken om deze zaak ernstig te pousseren, opdat onze diakonie van den last der alimentatie van het gezin van gemelde weduwe Van Maurik ontheven worden en deze uit haar eigene middelen een ruimer bestaan vinden zoude dan onze diakonie in staat is haar te geven. Men scheidde in liefde. [84v] [in de marge] absent De lಬOrme, Roelans, Wurster Ordinaire vergadering 18 junij 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. Tot het bijwonen der classicale vergadering dern 20 dezer te Rhenen te houden als mede tot het huisbezoek werd benevens den predikant benoemd de broeder ouderling Wurster gesubstitueerd Van Brummelen. Hierop scheidde men God dankende. [in de marge] absent Roelans. Van Brummelen Ordinaire vergadering 9 julij 1815 Na het gebed werden de handelingen der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh las aan de vergadering voor een extract uit het testament van den heer W. de Ruijter en vrouwe Barbara Fam«HFKWHOLHGHQ van 27 october 1807, waaruit bleek dat aan de diakonie onzer gemeente gelegateerd was eene obligatie of nationale schuldbrief ten laste dezer (voormalige) republiek, groot in capitaal ««n duizend gulden rentende ¢3 procent. De vergadering nam dit met blijdschap voor communicatie aan en verzocht ds. Van Doesburgh om µf de waarde van voornoemde obligatie hoe danigen niet meer bestaan µf eene andere in derzelver plaats te ontvangen en daarvoor namens deze vergadering te quittereeren. 2. De diaken Van Wamel werd op zijn bericht aangaande den elendige toestand van Joosje Overdam geautoriseerd in hare behoeften zooveel mogelijk te voorzien. [85r] 90
3. Aan Daniel de Koff en deszelfs huisvrouw Trijntje van Wijk werden kerkelijke attestatie naar Doorn, aan Hendrik Vorster naar Schoonhoven en aan Neeltje de Koff naar Zeist toegestaan, mids zulks more solito van den predikstoel wierde afgekondigd. Hierop scheidde men na God gedankt te hebben.
Extraordinaire vergadering 11 julij 1815 Stonden op hun verzoek binnen ds. Quartfort en ds.Van den Bijllaardt als gecommitteerden der eerwaarde classis tot het doen der jaarlijksche kerkenvisitatie. Deze heeren hier alles in orde bevonden hebbende, zijn met toebidding van Gods zegen vertrokken, waarna de vergadering gescheiden is. [in de marge] absent Roelans, Van Brummelen, Boeschoten, Vlastuin Ordinaire vergadering 6 augustus 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh communiceerde van wegen de executeuren van het testament van den heer De Ruijter ontvangen te hebben een berekening van de waarde van eene nationale schuldbrief ¢3 procent groot f 1000-,,-, welke de tegenwoordige werkelijke schuld berekend zijnde op 36 procenten en de uitgestelde op 3 procent zou waardig zijn f 163-9- en welke f 163-9 ter voldoening van het legaat zie vergadering 9 julij aan zijneerwaarde voor behoorlijke quitantie waren aangeboden. Op de vraag of de vergadering in dat aanbod genoegen nam, is eenparig besloten den heeren executeuren te berichten, dat daar ingevolge den letter van het testament uit den boedel van wijlen den heer De Ruijter moet overgegeven worden eene obligatie of, zoo die niet voorhanden mogt zijn, dezelve voor rekening van den boedel moet aangekocht en alzoo aan onze diaconie als een onvervreemdbaar legaat moet overgereikt worden, de vergadering zwarigheid maakt om contanten te accepteren en diensvolgens verzoekt dat aan de intentie der testateurs moge worden voldaan. 2. Broeder diaken berichtte dat Joosje Overdam den 10 julij overleden zij. [85v] 3. Eene lijst van vragen betrekkelijk het getal onzer armen, de wijze van derzelven bedeeling etc. door den heer burgemeester op last van den heer gouverneur aan den diaken ter hand gesteld, werd zittende de vergadering beantwoord. 4. Broeder diaken werd geautoriseerd om het armen huisje aan de Wal, dusverre door Clasien Veldkamp en haren zoon met deszelfs gezin gratis bewoond, aan Dirk Veldkamp te verhuren, vermids zijne moeder Clasien het zelve verlaten had. 5. Tot bijwoning der classicale vergadering in deze maand te Rhenen te houden werd benevens den predikant benoemd de broeder ouderling Van Brummelen gesubstitueerd Van Boeschoten. Men scheidde met dankzegging aan God.
91
[in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 10 september 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh berichtende dat de heer De Casembroot voornemens zij de f 500die zijnhoogweledelgeboren van onze diakonie op interest heeft, in de maand december te restitueren, werd besloten daarvoor certificaten van kerkelijke schuld ten laste van ons rijk te koopen en zijneerwaarde daartoe verzocht. 2. Tot het aansrtaande huisbezoek werd benevens den predikant gecommitteerd de broeder ouderling Van Brummelen gesubstitueerd Van Boeschoten. Men scheidde met dankzegging aan God. [86r] [in de marge] absent Roelans, Van Brummelen, Van Boeschoten Ordinaire vergadering 8 october 1815 Na het gebed zijn de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Op voorstel van broeder ouderling De lಬOrme is geresolveerd om ingeval door het gemeente bestuur dezer stad een chirurgijn mogt beroepen worden, uit onze diakonie kas tot deszelfs tractement jaarlijks f 10-,,-,, te geven onder beding van vrije bediening onzer armen zoo als van ouds gebruikelijk. 2. Aan den heer Melsbach en deszelfs huisvrouw werden kerkelijke attestatie naar Utrecht en aan Christiaan van Buiten naar Oost-Indin geaccordeerd. 3. Aan Maria Versteegh werd op haar verzoek wekelijks 6 stuivers en aan Jan van de Water f 1-,,- behalven de huishuur toegelegd, benevens een hembd. 4. Is geresolveerd zich bij missive aan den heer burgemeester dezer stad te addresseren met verzoek om aan Otto Schakel geene inwoning te accorderen, vermids het te voorzien zij, dat hij zich dadelijk om alimentatie aan onze diakonie wenden zal. Men scheidde met dankzegging aan God. [86v] Extraordinaire vergadering 18 october 1815 In deze met opene deuren gehouden vergadering deed de heer N. van Bern rekening als kerk en potmeester over het jaar 1814. Zijneerwaarde had als kerkmeester ontvangen f 910- 8-,, uitgegeven 456-18- 2 dus meer ontvangen 453- 9-14 Als potmeester
ontvangen uitgegeven dus meer ontvangven
f 525-13-10 262- 4-10 f 263- 9-,,
welke overschietende penningen door den heer rendant aan deszelfs opvolger den heer D. Bonebakker ter hand gesteld door dezen in deszelfs rekening als ontvangst zullen verantwoord worden. De heer Van Bern werd voor zijne goede administratie bedankt en men scheidde in liefde. 92
[in de marge] absent Roelans, Van Brummelen Ordinaire vergadering 5 november 1815 Na het gebed zijn de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. Tot het bijwonen der classis alhier 7e dezer te houden werd benevens den predikant benoemd de broeder ouderling Van Boeschoten secundus Van Bern. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. [87r] [in de marge] Roelans, Van Brummelen, Van Boeschoten, Wurster, Vlastuin Ordinaire vergadering 3 december 1815 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1.Aan den hoogwelgeboren heer L. de Casembroot, deszelfs echtgenoote en zoon J.L. de Casembroot werden kerkelijke attestatien geaccordeerd. 2. Ds. Van Doesburgh rapporteerde dat zijneerwaarde van den heer De Casembroot had ontvangen f 500- en een jaar renten en daarvoor had aangekocht f 1100 certificaten ad 41 procent en f 100 ad 41procent (zie vergadering 10 september 1815) alsmede dat zijneerwaarde door den heer Bonebakker, executeur van het testament van wijlen den heer De Ruijter, was geinformeerd, dat de heer Van Son, voor het legaat aan onze diaconie besproken, offereerde een certificaat merkelijke schuld ad 2procent ¢f 400-,,, waarin de vergadering tot voorkoming van difficulteiten genoegen nam. 3. R. Odinot verzocht om vermeerdering van weekgeld, Mie Versteeg om huishuur, J. Swarts om eenig weekgeld. Is geresolveerd bij het maken der wintercedul hierop te letten. Men scheidde God dankende. [87v] [in de marge] absent Van Boeschoten Ordinaire vergadering 7 januari 1816 1.Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. Op verzoek van Jakobus Heij en weduwe Van Brussel werd besloten, dat het verzuim van het opteekenen van hunne zonen in het doopboek (Jan Heij in ಬt jaar 1792 en Arnoldus van Brussel in ಬt jaar 1794) door den predikant zal hersteld worden, nadat vooraf aan zijneerwaarde uit geloofwaardige getuigen zooveel mogelijk den precisen tijd der geboorte van deze jongelingen zal gebleken zijn. Hierop scheidde men me dankzegging aan God. [in de marge] absent Roelans, Van Brummelen Ordinaire vergadering 11 februari 1816 Na het gebed en de resumtie der vorige acten 1. communiceerde ds. Van Doesburgh, dat hij conform artikel 2 der vorige vergadering op gedane verklaring van R. Odinot en Jan Zwarts in het doopboek in de maand october 1792 had ingeschreven Jan, zoon van Jacobus Heij en Paulina Polvers en in de maand 93
december 1794 Arnoldus, zoon van Hendrik van Brussel en Adriana de Bruin, op verklaring van Jacobus Heij, Elisabet Heij en Agniet van Brussel. 2. Alsmede dat zijneerwaarde uit handen van den heer Bonebakker, executeur van ಬt testament van wijlen den heer en vrouwe De Ruijter, ontvangen had een certificaat f 400 2procent met de coupons, waarvan de eerste verschijnt 1 e julij 1816 en daarvoor quitantien had afgegeven. [88r] 3. Voorts vroeg zijneerwaarde uit naam van dr. Eberhardt of deze vergadering zijneerwaarde voortaan voor het bedienen der bedeelden verkoos visiten gelden te betalen of hem voor de visites een jaarlijksch tractement toe te leggen. De vergadering besloot tot het laatste en verzocht den predikant daarover nader met dr. Eberhard te handelen en daarvan in de volgende vergadering rapport te doen. 4. Aan Dien van Straten, huisvrouw van G. Hendriks werd tot 15 april aanstaande wekelijks toegelegd 5 stuivers voor huishuur. Hierna scheidde men God dankende. [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 4 maart 1816 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh communiceerde den ontvangst van het algemeen reglement op het kerkelijke bestuur der hervormde kerk in het koningrijk der Nederlanden, gearresteerd bij koninklijk besluit van 7 januarij 1816 no 1. Dit werd voor notificatie aangenomen, zullende het reglement ter lezing aan de leden dezer vergadering rondgezonden worden. 2. Tot het bijwonen der classicale vergadering 19 dezer alhier werd nevens de predikant benoemd de ouderling Van Bern secundus De lಬOrme. 3. Op voorstel van den diaken Van Wamel werd goedgevonden om een der openstaande huisjes aan de Wal te verhuren aan Nehemie Davids, in te gaan met 1e april aanstaande. 4. Aan J. Scherpenzeel werd op verzoek van zijnen wegen geaccordeerd 30 stuivers ter betaling van door ziekte veroorzaakte achterstallige huishuur. Men scheidde God dankende. [88v] [in de marge] collegio pleno Extraordinaire vergadering 10 maart 1816 Na het gebed 1.communiceerde dominee praeses een aan deze vergadering geaddresseerd besluit van den heer commissaris generaal provisioneel belast met de zaken der hervormde kerk van 2 maart 1816 no 1, behelzende eene uitnoodiging aan de hervormde gemeenten der classikale hoofdplaatsen om aan de respective classicale besturen, die verpligt zijn aldaar hunne vergaderingen te houden, localen daartoe te verzorgen, voorzooverre zulks door de bedoelde besturen mogt worden verlangd. 94
Daar deze zaak eigenlijk aan kerkmeester behoorde, heeft de heer Van Bern op zich genomen om hierover in qualitate als kerkmeester met zijne collegen te spreken, niet twijfelende of deze zouden even als zijneerwaarde genegen zijn om aan deze uitnoodiging te voldoen. 2. Reijer Odinot als aalmoezenier in het gasthuis dezer gemeente opgenomen zijnde, bedankte de vergadering voor de van tijd tot tijd genotene ondersteuning, met betuiging dat hij bereid was om zijn huisje in de Muntstraat aan de diakonie dezer gemeente te cederen om daardoor zooveel in hem was te vergoeden hetgeen hij van dezelve genoten had. De vergadering in aanmerking nemende de behoeftige omstandigheden van Arie Kloot, die zedert eenigen tijd bij R. Odinot heeft ingewoond, beslooten aan R. Odinot de vrijheid te laten om zijn huis aan Arie Kloot te cederen. 3. De diaken rapporteerde, dat jufvrouw Vinjole tot hiertoe bij Hendrik van Vugt besteed, was overleden en dat hij haar lijfstoebehoren etc. onder zijne bewaring had genomen. Werd besloten den diaken te autoriseeren tot verkoop van hetgeen niet geschikt is om aan arme lieden uittedeelen en de andere stukkeen tot dat einde te gebruiken. Men scheidde God dankende. [89r] Extraordinaire vergadering 16 maart 1816 De diaken G. van Wijk deed in deze vergadering rekening van zijnen administratie van Pinxteren 1814 tot Pinxteren 1815, waaruit bleek, dat hij in dat jaar ontvangen had f 943-22 en uitgegeven f 768-15, zijnde dus meer ontvangen dan uitgegeven f 174-7-2, welke overschietende penningen aan zijnen opvolger D. van Wamel zittende dezen vergadering zijn overhandigd om door dezen als ontvangst te worden verantwoord. Deze rekening gehoord, gesloten en goedgekeurd zijnde, werd de broeder Van Wijk voor zijne goede administratie bedankt en de vergadering scheidde in liefde.
[in de marge] absent De lಬOrme, Van Brummelen Ordinaire vergadering 7 april 1816 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. Ds. Van Doesburgh berichtte, dat door heeren burgemeesteren dezer stad aan hem toegezonden 5 vragen aangaande het getal der door onze diakonie min of meerder bedeeld wordende personen, en dat dezelve door zijneerwaarde met hulp van den administrerenden diaken beantwoord waren. Zijnde op de eerste vraag ಫHoeveel kinderen beneden de 10 jaren bedeeld worden?ಬgeantwoord
30
op de tweede ಫHoeveel jongens van 10 tot 13 jarenಬ . e
.
.
5
.
13
op de 3 ಫHoeveel meisjes van 10 tot 18ಬ
.
.
.
op de 4eಫHoeveel mannen boven de 18ಬ.
.
.
.
7
op de 5eಫHoeveel vrouwen boven de 18ಬ. De vergadering keurde dit goed.
.
.
.
25
2. Aan mevrouwe Marquise de la Valette, aan den heer Houfft van Oijen, en aan den heer Mom werden kerkelijke attestatien geaccordeerd. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. 95
[89v] [in de marge] absent Roelans, Van Brummelen Ordinaire vergadering 5 mei 1816 1.Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumerd en gearresteerd. 2. De administreerende diaken communiceerde, dat hij genoodzaakt was geweest om de weduwe Antoni van Maurik, die door hare kinderen verlaten was, te besteden, ಬt geen hij gedaan had bij Jan Kok voor f 1-10 ಬs weeks. De vergadering approbeerde dit. 3. De vrouw van J. Lamor«binnenstand gevraagd hebbende, verzocht om eenige kledingstukken voor haren man. De diaken werd geauthoriseerd zich naar den toestand der zaak te informeeren en daarin te voorzien. 4. Aan Herman Gerrit Jacobus van Doesburgh werd kerkelijke attetatie naar Utrecht geaccordeerd, insgelijks aan Hendrika van Oorschot. Na dankzegging aan God scheidde de vergadering. Extraordinaire vergadering 18 mei 1816 Deed in deze vergadering rekening als kerk en potmeester over het jaar 1815 de heer D. Bonebakker. Als kerkmeester bedroeg de ontvangst . . . f 1147-15de uitgave . . . 929- 9-10 dus meer ontvangen . . . f 228- 5- 6 als potmeesrter bedroeg de ontvangst de uitgave dus meer ontvangen
. . .
. . .
. . .
f f
788-14-10 411-13- 6 377- 1- 4
welke overschietende penningen aan des rendants opvolger den heer N. van Bern ter hand gesteld door dezen in deszelfs rekening als ontvangst zullen verantwoord worden. De heer Bonebakker werd voor zijne goede administratie bedankt. [90r] [in de marge] absent W¾rster Ordinaire vergadering 23 mai 1816 1. Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 2. Voorts tot het gewone werk van dezen dag, de benoeming van nieuwe leden voor deze vergadering zullende overgaan, zeide de praeses, dat, daar het zoo moeijelijk was, om in deze gemeente drie geschikte voorwerpen tot den post van ouderling te vinden, die daartoe inclineerden, hij aan de vergadering proponeerde, om het getal der ouderlingen van 6 op 4 te verminderen. Zijneerwaarde begreep, dat dit met voeg kon geschieden, wijl er thans maar een predikant in deze gemeente was en wijl er in de gemeente van Rhenen, welke uit ruim 2100 zielen bestaat en door twee predikanten bediend wordt, maar 4 ouderlingen zijn.
96
3. Dit voorstel in omvraag gebragt zijnde, stemde de ouderling Van Bern vµµr hetzelve met bijvoeging, dat in geval van vacature van eenಬ predikant de laatst afgegane ouderlingen zullen mede stemmen, waarmede zich de praeses dadelijk vereenigde. De ouderling De lಬOrme stemde tegen het voorstel, zeggende, dat, schoon hij niet protesteerde, hij evenwel verzocht, dat zou worden aangeteekend, dat hij ervµµr was, om het getal van zes ouderlingen te houden, zoolang daartoe nog eenige stof was, noemende als beroepbaar den heer L. van Schaik, G. van Vulpen, M. Kroon en A. de Coole, waartegen de praeses eenige algemeene aanmerkingen maakte. De ouderling Roelans stemde insgelijks tegen, zeggende, dat het hem aangenamer zou zijn, dat het getal van zes ouderlingen bleve. De ouderlingen Van Brummelen, Boeschoten en de twee diakenen vereenigden zich met het geproponeerde door den praeses en den ouderling Van Bern, zoodat hetzelve in een besluit veranderd wierd. 4. De praeses stelde daarop voor dat er dan nu dit jaar ««n ouderling zou benoemd worden en dat er van de 3 afgaande in ಬt volgende jaar een gedurende ««n jaar zou continueren. Alle de leden conformeerden zich hiermede, behalve de ouderlingen De LಬOrme en Roelans, die zich buiten advies hielden, zeggende, dat zij de verrichting zouden aanzien.
[90v] 5. Tot de benoeming overgaande werd met algemeene stemmen der zes voornoemde leden benoemd tot ouderling de heer Noordbeek, tot diaken G. van Wijk. Hierop scheide men na God gedankt te hebben.
Vergadering 27 mei 1816 De vergadering met het gebed geopend zijnde, werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en bij deze gelegenheid op voorstel van de broeders De LಬOrme en Roelans het besluit der vorige vergadering artikel 3 in zooverre veranderd, dat voor als nog het getal van 6 ouderlingen zou blijven en dat men, de stof daartoe niet gevoegelijk kunnende gevonden worden, een of meer der aftredende broeders zou verzoeken, om te continueeren. Des overeenkomstig werd bij den heer Noordbeek, die nu ook door de heeren De LಬOrme en Roelans benoemd werd, gekozen tot ouderling J. Beurtman en de oudste der 3 afgaande ouderlingen de heer Van Bern verzocht te continueren. Alle deze leden, als ook de verkoren diaken G. van Wijk deze benoeming aangenomen hebbende, scheidde men met dankzegging aan God.
16 junij 1816 De vergadering met het gebed geopend zijnde, deelde de praeses eene van doctor Eberhard ontvangene rekening van aan de armen onzer gemeente geleverde medicijnen van den 20 april 1807 tot 6 november 1815 ten bedrage van f 148 : 7 : 8. De vergadering, 97
van de billijkheid dier rekening overtuigd, autoriseerde den diaken D. van Wamel, om dezelve te betalen. Voorts werd tot het aanstaande huisbezoek benevens den predikant benoemd de ouderling Wurster. Men scheidde na God gedankt te hebben. [91r] Ordinaire vergadering 7 julij 1816 De vergadering met het gebed geopend zijnde, communiceerde dominee praeses eene bij hem ontvangene tabelle, aanwijzende, hoedanig en aan welke collegien en gekwalificeerde personen tot het departement voor de zaken der hervormde kerken behorende, etc., vrijdom van port voor brieven en pakketten in derzelver kwaliteit wordt verleend. De vergadering nam dit voor notificatie aan. Voorts werd aan Neeltje de Heus kerkelijke attestatie verleend, etc. waarna men met dankzegging aan God scheidde. Extraordinaire vergadering 31 augustus 1816 In deze vergadering deed D. van Wamel rekening als administrerend diaken van Pinxter 1815 tot Pinxter 1816. De gehele ontvang zijner rekening bedroeg f 1698 - 7 - 14. De uitgaaf f 1497 - 16 - 8, zoo dat bleek meer ontvangen dan uitgegeven te zijn f 200 - 11- 6 welke overschietende penningen zittende deze vergadering aan den tegenwoordigen diaken Vlastuin werden uitgereikt, om in zijne rekening als ontvang te worden verantwoord. Broeder Van Wamel werd voor zijne goede administratie bedankt, de rekening gesloten en de vergadering scheidde in liefde.
[in de marge] absent Noordbeek, Boeschoten, Vlastuin, Van Wijk Ordinaire vergadering 8 september 1816 Na het gebed werden de acten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 1. De praeses communiceerde den ontvangst van vier synodale reglementen, als een op de examina, een op het godsdienstig onderwijs, een op de kerkvisitatie en een op de classikale kosten, welke zijneerwaarde ter lezing aan de leden dezer vergadering had rond gezonden, en den ontvangst van een brief van het synode aan de gemeenten, waarbij dezelve worden opgewekt, om de huwelijken kerkelijk te doen solemniseren. Zijneerwaarde werd verzocht, om dezen brief aan de gemeente van den predikstoel voor te lezen.
[91v] 2. Aan Cecilia de Groot werd op haar verzoek eene kerkelijke attestatie geaccordeerd, mids dat zulks van den predikstoel vooraf worde bekend gemaakt. 3. Tot het huis-bezoek in deze maand werd benevens den predikant gecommitteerd de ouderling Noordbeek, secundus Beurtman.
98
4. Censura morum werd gehouden en daar geen der broederen iets op het gedrag van zijn medebroeders had aantemerken, scheidde de vergadering in liefde, na vooraf ook hiervoor God gedankt te hebben.
[in de marge] Absent Van Brummelen, Beurtman ziek, Van Wijk Ordinaire vergadering 13 october 1816. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd 1. De praeses communiceerde eene aanschrijving van het classicale bestuur van 25 september laatstleden, behelzende opwekkingen aan de kerkenraden tot getrouwe volbrenging van alle op dezelve rustende pligten. Kennisgeving van een synodaal besluit, dat er overal dubbelen moeten gehouden worden van de doop-, trouw- en lidmaten registers, etc., waartoe door deze vergadering de koster dezer gemeente gelast werd. Voorts kennisgeving, dat het reglement op het godsdienstonderwijs met 1e januari 1817 zal worden ingevoerd en dat van hetzelve artikel 4 hoofdstuk 2 en artikel 42, 43 aan de gemeente zal worden voorgelezen, waartoe de predikant verzocht werd. [92r] Artikel 2. Nog las de praeses voor eene aanschrijven van het classicale bestuur van 12 october behelzende eenige vragen betrekkelijk de administratie der kerke-, pastoriecustorie- en andere gemeente fondsen. De predikant werd verzocht de antwoorden daarop op te maken, na daarover alvoorens met de heeren administrateurs der fondsen in deze gemeente te hebben geconfereerd en daarvan rapport te doen in de volgende vergadering. Artikel 3. Ook las de praeses voor het ingekomen synodaal reglement op de vacatures, de beroepingen en het ontslag der predikanten, met kennis geving tevens, dat op grond van dat reglement tot consulent voor deze gemeente door het classicaal bestuur is aangesteld de predikant van Cothen, secundus van Werkhoven. 4. Een ingekomen brief van ds. Schregardus, secretaris van het bijbelgenootschap, afdeeling Amersfoort, met verzoek, dat die van Wijk zich bij die afdeeling vervoegen mogen. Dit werd voor notificatie aangenomen. 5. Werd besloten, dat door onzen diaken aan het huisgezin van J. Scherpenzeel zooveel zal worden uitgereikt, als aan hetzelve van wegen de roomsche diaconie gegeven wordt. Men scheidde na God gedankt te hebben. [92v] [in de marge] Absent Van Brummelen, Beurtman ziek Ordinaire vergadering 10 november 1816. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Dominee praeses las eenಬbrief voor ter beantwoording van den van het classikale bestuur ingekomen brief, zie artikel 2 der vorige vergadering. De vergadering keurde dit antwoord goed. 2. Op verzoek van den praeses werd de heer Noordbeek geauthoriseerd, om namens de vergadering de attestatie voor het kindergeld van dominee praeses over dit jaar te onderteekenen. 99
3. Ook werd goedgevonden, dat door den diaken aan Dien van Straten zooveel zal worden gegeven, als haar man van de roomsche diakonie ontvangt. Men scheidde na God gedankt te hebben.
[93r] Ordinaire vergadering 1 december 1816. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. De heer Noordbeek rapporteerde, dat hij overeenkomstig de hem opgedragene commissie, zie de vergadering van 21 mei 1815, met Cornelis Lubbertse van Wolfswinkel was overeengekomen, dat deze voor de nog verschuldigde f 2000 - aan Cornelis van Maurik of deszelfs erven zal passeren eene obligatie van f 2000 -..-.. ten behoeve voorschrevene, rentende 5 per cent jaarlijks voor den tijd van 4 jaren, zullende gezegde Van Wolfswinkel op den 1en januarij aanstaande ««n jaar interest en daarenboven nog f 25 -.. voor onkosten moeten betalen en ten einde der 4 jaren over de wijze der aflossing van dit capitaal gehandeld worden, alsmede, dat in gemelde obligatie de diaconie dezer gemeente zich verbinden zal als borg voor de te betalen interessen, indien Cornelis van Maurik, wiens dood meer dan waarschijnlijk is, binnen den bepaalden tijd opkomen en de door Wolfswinkel betaalde interessen vorderen mogt en dat daarenboven op sterken aandrang van Van Wolfswinkel ds. Van Doesburgh zich ter meerdere securiteit als borg voor die interessen verbinden zou. De vergadering keurde deze overeenkomst goed, bedankte den heer Noordbeek voor zijne genomene moeite en ds. Van Doesburgh, die zich voor de diaconie als borg gesteld had met verzekering, dat, zoo onverhoopt de renten ter eeniger tijd door Van Maurik mogten kunnen en dadelijk gevorderd worden, de diaconie dezer gemeente zijn eerwaarde van alle schade in dezen zou vrijwaren en ontheffen. Voorts werden de heer Noordbeek en ds. Van Doesburgh geautoriseerd en verzocht, om bovengemelde obligatie namens deze vergadering te doen passeren en te passeren zoo als zulks zal behooren.
[93v]
2. Ook werd besloten, dat uit de diaconie rekeningen zou worden opgemaakt, wat er van tijd tot tijd (zie vergadering 7 mei artikel 3) aan de weduwe Van Maurik en hare kinderen uit de diaconie-kas betaald is, ten einde dit na aftrek van de gemaakte kosten van de interessen, met 1e januarij betaalbaar, zooveel dezelve daartoe toereikende zijn en van de volgende renten te kunnen innen. 3. Aan Catharina Verbeek werd more solito kerkelijke attestatie verleend. 4. Aan de dochter van Jaapje Scherpeseel werd provisioneel 4 stuivers per week geaccordeerd. Voorts scheidde men na God gedankt te hebben in liefde.
[94r] [in de marge] collegio pleno 100
Ordinaire vergadering 5 januarij 1817. De vergadering met het gebed geopend zijnde, werden de vorige acten geresumeerd en gearresteerd Artikel 1. De praeses communiceerde den ontvangst van een synodaal reglement op de uitoefening van kerkelijk opzigt en tucht, etc. 2. Aan Aaltje van Beusekom werd nog 6 weken huishuur ¢6 stuivers per week toegelegd. 3. Otto Schakel, binnenstand verkregen hebbende, verzocht om eenigen onderstand uit de diaconie-kas. Inmiddels communiceerde de praeses een besluit van de gedeputeerde staten van Utrecht van 8 november 1816 no 31, door den heer griffier van gemelde staten aan heeren burgemeesteren van Wijk bij Duurstede toegezonden en door den heer burgemeester De Georgy aan hem, praeses, bezorgd, behelzende, ಯdat de te voren afgegevene acten van indemniteit door die besturen, door welke dezelve in de tijd afgegeven zijn, moeten gestand gedaan worden en dat dus O. Schakel om alimentatie naar de regeering van Wijk bij Duurstede zich moet vervoegen, zullende burgemeesteren van die stad gehouden zijn aan hem, suppliant, onderhoud te verlenen, indien dezelve van eene acte van indemniteit, aldaar afgegeven, voorzien is.ರ 4. Schoon de vergadering begreep, dat zij uit hoofde van gemelde aanschrijving van heeren gedeputeerde staten (vermids dezelve aan heeren burgemeesteren gericht was) niet directelijk verpligt was , om aan O. Schakel onderstand te verleenen, heeft zij echter provisioneel daartoe besloten, mits dat O. Schakel aan deze vergadering eene van hier afgegevene acte van indemniteit zou vertonen. [94v] Artikel 5. De inhoud van artikel 4 aan O. Schakel door den praeses medegedeeld zijnde, produceerde O. Schakel een certificaat van den heer L. van Schaik, secretaris dezer stad, behelzende, dat aan O. Schakel in het jaar 1805 eene acte van indemniteit zij afgegeven. Artikel 6. De vergadering bij het besluit in artikel 4 persisterende, heeft aan O. Schakel een wekelijkschen onderstand van 12 stuivers geaccordeerd tot aan het einde der maand maart aanstaande onder verpligting, dat hij vµµr of in de vergadering van dezen kerkeraad op den eersten zondag in februarij zal vertoonen zijne acte van indemniteit of eene copie van dezelve. Na God gedankt te hebben scheidde men in liefde, J. van Doesburgh
[in de marge] absent Boeschoten, Van Wijk Ordinaire vergadering 2 maart 1817. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 1. Tot het huisbezoek in het laatst dezer maand werd benevens den predikant benoemd broeder Beurtman, secundus Wurster. 2. Voorts werd goedgevonden om op zondag 23 dezer te vergaderen tot het onderzoek naar de zeden der leden (censura morum) conform artikel 25 van het synodaal reglement op de kerkvisitatie en dat voortaan na de voorbereidingspreek te doen. Voorts scheide men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh, verbi divini minister. 101
[95r] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 23 maart 1817 1. Deze vergadering, in gevolge artikel 25 no. 2 van het reglement op de kerkvisitatie belegd tot het onderzoek naar de zeden der leden dezer gemeente (censura morum) door den predikant met het gebed geopend zijnde, bleek het Gode zij dank na gedane hoofdelijke rondvrage, dat niemand der broederen iets van dien aard tegen een of ander lid der gemeente had aantemerken, waarom dezen het gebruik des heiligen Avondmaals behoorde verboden te worden. 2. Op een ingekomen brief van den kerkeraad in de Avezathen van 17 maart laatstleden, om aan Mijntje Ral, aldaar met eene acte van indemniteit van hier woonachtig, eenigen onderstand uit onze armen kas te doen, is besloten den kerkeraad in de Avezathen te verzoeken, om aan M. Ral voor onze rekening wekelijks 12 stuivers te geven, beginnende met 18 maart. 3. Op een bij den heer burgemeester ontvangenಬen door zijnedele achtbare in deze vergadering ter tafel gebragten brief van den kerkeraad van Rijswijk met verzoek om alimentatie voor Carel Leponder, aldaar met acte van indemniteit van hier woonachtig, is de diaken Vlastuin geautoriseerd, om na vooraf visie van die acte verzocht te hebben, in deze zaak pro re nata te handelen. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh, verbi divini minister.
[95v] [in de marge] absent Beurtman Ordinaire vergadering 4 mei 1817 1. De vergadering met het gebed geopend en de vorige acten geresumeerd en gearresteerd zijnde, las de praeses eenಬbrief voor van de gecommitteerden tot de kerkvisitatie in de classis van Wijk, behelzende kennisgeving 1e dat de kerkvisitatie alhier zal plaats hebben 12 junij ಫs middags 12 uren 2e dat deze gemeente voor de classicale kosten over 1817 is gequotiseerd op f 20, welke door de kerkvisitatoren moeten ontvangen worden. Het eerste punt werd voor notificatie aangenomen en het tweede gerenvoijeerd aan kerkmeesteren. 2. Aan Dirkje de Groot werd kerkelijke attestatie naar Utrecht geaccordeerd, mids zulks van den predikstoel bekend gemaakt worde. 3. Dominee praeses en de diaken Vlastuin werden geauthoriseerd, om het huisje van Johannes Versteeg op de voegelijkste wijze te verkoopen aan Thomas van Dam, die op hetzelve voor geleverde steenen, etc. en dagloonen eenige pretensien heeft. 4. Dominee praeses herinnerde de vergadering aan het bepaalde bij artikel 11 van het algemeen reglement voor het bestuur der hervormde kerk in het koningrijk der Nederlanden, ಯdat alle stemming tot het formeren van nominatie ter vervulling van posten in het kerkelijk bestuur of tot verkiezing van leden in hetzelve, steeds bij beslotene biljetten 102
geschiedt en verzocht dien ten gevolge de vergadering om zich tot het verkiezen van nieuwe leden voor dezen kerkeraad op den daartoe gewonen dag, zijnde in dit jaar 15 mei op deze wijze te bekwamen. Waarop de vergadering na dankzegging aan God scheidde. J. van Doesburgh, verbi divini minister. [96r] Ordinaire vergadering 15 mei 1817 De vergadering met het gebed geopend en de acten der vorige vergadering gearresteerd zijnde, ging men over tot het gewone werk op dezen dag, de beroeping van kerkenraadsleden in plaats van de aftredende, ಬt welk conform het door den praeses in de vorige vergadering herinnerde artikel 4 bij beslotene billetten geschiedde. Bij de opening der billetten bleek, dat in plaats van de afgaande broeders ouderlingen Wurster, Van Brummelen en Boeschoten met eenparige stemmen verkozen waren de broeders Bonebakker, De LಬOrme en Roelans en in plaats van den afgaanden diaken Vlastuin de broeder Dirk van Wamel. Alle dewelke die benoeming hebben aangenomen, waarna men scheidde, God gedankt hebbende. J. van Doesburgh, verbi divini minister.
Ordinaire vergadering 1 junij 1817. Na het gebed en resumtie der vorige acten werd besloten, om aan Jannigje van Leersum, welke zich deswegen bij den predikant had vervoegd (zoo zij daaromtrent nadere aanvrage mogt doen) provisioneel 12 stuivers per week toeteleggen. Voorts werd broeder Beurtman benevens de predikant gecommitteerd tot het aanstaande huisbezoek. Deze acten werden geresumeerd en men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh, verbi divini minister.
[in de marge] collegio pleno Vergadering 12 junij 1817 De vergadering met het gebed geopend zijnde werd in dezelve door twee daartoe verzochte leden binnengeleid ds. Taay, predikant te Rhenen, door het classicale bestuur van Wijk benevens onzen predikant gecommitteerd tot het doen der kerkvisitatie. Zijn eerwaarde eenಬhartelijken zegen over deze vergadering uitgeboezemd hebbende, deed ingevolge het reglement op de kerkvisitatie nauwkeurig onderzoek omtrent alle daarin voorkomende punten. Zijn eerwaarde bevond alles naar wensch, betuigde daarover zijne blijdschap, sprak eenಬ treffenden zegen over de leden dezer vergadering en over deze gemeente uit, welke door onzen predikant werd beantwoord en werd door twee leden buiten de vergadering geleid. Waarna de praeses dezer vergadering dezelve met het gebed sloot. J. van Doesburgh, verbi divini minister. 103
[96v] Op den 22en junij is door den kerkeraad, daartoe bijeengekomen, bepaald, dat ad classem, den 25 dezer alhier moetende gehouden worden, zal worden gecommitteerd, zoo als geschiedde bij deze, de broeder ouderling Bonebakker, secundus De LಬOrme.
Extraordinaire vergadering 28 junij 1817. In deze vergadering deed met opene deuren (zoo als zondag te voren aan de gemeente was bekend gemaakt) de heer Van Bern zijne rekeningen als kerk en potmeester van 1815-1816. Als kerkmeester had zijn eerwaarde ontvangen f 824 - 15 uitgegeven 684 - 16 - 12 dus over 139 - 18 - 4 Als potmeester had zijneerwaarde ontvangen f 850 - 12 uitgegeven 530 - 3 - 12 dus over 320 - 8 - 4 Welke overschietende penningen aan des rendants opvolger den heer Bonebakker ter hand gesteld, door dezen als ontvangst zullen verantwoord worden. De heer Van Bern werd voor zijne goede administratie bedankt. J. van Doesburgh.
Vergadering 4 julij 11817 Na het gebed is onderzoek gedaan naar de zeden der leden dezer gemeente en, Gode zij dank, niets berispelijks voorgekomen. Aan Sara Catharina van Schaik werd kerkelijke attestatie toegestaan. Men scheidde dankend. J. van Doesburgh.
[97r] [in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 6 julij 1817 Na het gebed werden de acten der drie vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd en dewijl er niets te verhandelen was, scheidde men met dankzegging aan God. J. van Doesburgh
[in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 3 augustus 1817 De vergadering met het gebed geopend zijnde, bleek het dat er niets te verhandelen was, men scheidde. J. van Doesburgh. 104
[in de marge] Absent Roelans, Beurtman Ordinaire vergadering 7 september 1817. Na het gebed 1. berigtte de praeses, dat bij zijneerwaarde ontvangen waren eenige vragen namens heeren burgemeesteren dezer stad, behelzende 1e hoe groot het getal onzer bedeelden zij - 128 2e hoevelen hunner meer dan voor de helft in hunne behoeften voorzien? - 61 3e hoevelen minder dan voor de helft -30 4e hoevelen in het geheel niet - 37 dat deze vragen door zijneerwaarde met behulp der broederen diakenen beantwoord zijn, zoo als achter elke derzelve hierboven staat uitgedrukt. 2. De praeses gaf kennis van bij hem ingekomen verzoeken om alimentatie namens Alida van Maurik, met acte van indemniteit van hier te Culenburg woonende, en Jannigje van Leersum, alhier woonachtig. Beide deze zaken zijn aan het onderzoek en de provisionele voorziening der diakenen overgelaten. 3. Ook communiceerde de praeses den ontvangst van eenige synodale besluiten, te weten 1. rakende het gebruik van catechiseerboeken 2. rakende de verkiezing van ouderlingen 3. rakende de toelating van leden van andere protestantse genootschappen tot het Avondmaal 4. de viering van het derde eeuwfeest der hervorming welke besluiten vergezeld waren van eene aanschrijving van het classicaal bestuur van Wijk aan dezen kerkeraad, behelzende 1. om zich in ಬt algemeen overeenkomstig die besluiten te gedragen en bij de keuze van ouderlingen in ಫt bijzonder te letten op artikel 85 van ಬt algemeen reglement, 2. om te zorgen, dat de uitschrijving van het eeuwfeest der hervorming 8 dagen te voren van den predikstoel afgelezen worde, etc. [97v]
4. de praeses bragt ook ter tafel eenige door het synode vastgestelde formulieren van kerkelijke handelingen, te weten 1. Beroeps-brief 2. Acte van qualificatie tot de waarneming van den geheelen heiligen dienst. 3. Acte van dimissie van den kerkeraad voor eenಬberoepenen predikant 4. dito van de classis 5. dito van den kerkeraad voor eenಬemeritus 6. dito van de classis voor dito 7. Acte van lidmaatschap der classis 8. Getuigschrift van zedelijk gedrag eenes beroepenen predikants deze van het classicaal bestuur van Wijk ontvangen stukken waren vergezeld met eene dispositie van den heer commissaris generaal voor de kerkelijke zaken, behelzende, dat bovengenoemde stukken bij de kerkenraden moeten blijven bewaard ten einde zich
105
daarvan in de gevallen bij hun voorkomende als bepaald voorschrift te bedienen, ಬt welk is aangenomen voor notificatie. 5. Tot het aanstaande huisbezoek is benevens den predikant benoemd de ouderling De Lಬ Orme, secundus Roelans. 6. Op het verzoek van de weduwe J. Swarts om onderstand tot betaling van bij haar in huur gebruikt wordende aardappel-land is besloten dit aan diakenen te demanderen. Men scheidde na dankzegging aan God. J. van Doesburgh
[98r] [in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 5 october 1817 De vergadering met het gebed geopend en de verhadelingen der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd zijnde, bragt de praeses ter tafel eenige synodale bepalingen en aanmaningen betrekkelijk de stichtelijke viering van den openbaren godsdienst en de bediening van den heiligen doop en het heilig Avondmaal van 11 julij laatstleden. Men vond goed dezelve ter lecture aan de leden rond tezenden. Voorts scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 9 november 1817. Nihil actum.
[in de marge] absent Beurtman Ordinaire vergadering 7 december 1817. Na het gebed 1. Werden aan Hendrik Harmsen en Elisabet de Heus kerkelijke attestatien geaccordeerd, more solito. 2. Aan den diaken werd opgedragen, om voor Jan van de Water en MieVersteeg eenige dekking te koopen en aan Bet Veldkamp bij provisie tot dat de cedel zal gemaakt zijn, eenige onderstand te doen. J. van Doesburgh.
[in de marge] absent Noordbeek: ziek, Van Bern, Roelans Ordinaire vergadering januarij 4 1818 Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd censura morum gehouden en daar niemand der broederen iets berispelijks had in te brengen en er voorts niets te verhandelen was, scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh
[98v] 106
[in de marge] Absent Van Bern, Roelans Ordinaire vergadering 1 februarij 1818 1. Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd op een voorstel des aangaande besloten, om alle de armenhuisjes van dezen gemeente te verkoopen, vermids de reparatien en verpondingen voor dezelve jaarlijks zooveel beloopen, dat men daarvoor andere huren kan. Tot deze verkoop zal de noodige autorisatie bij heeren gedeputeerde staten dezer provincie gevraagd worden. 2. De diaken Vlastuin berigtte bij monde van den praeses, dat hij eindelijk de rekeningen ontvangen had, door welker niet inkomen hij dusverre verhinderd was zijne diakonie rekening van 1816-1817 te doen en verzocht, dat daartoe eene tijd mogt bepaald worden. De broeders Bonebakker en De LಬOrme werden verzocht die rekening te revideren en de predikant, om aanstaande zondag van den predikstoel den dag aan de gemeente bekend te maken. 3. Vrouw Lamor«verzoekende om eenige dekking en kleeding voor haren zoon, werden diakens verzocht daarin te voorzien naar bevind van zaken. 4. De vrouw van C. Woudenberg verzoekende om eene woning, werd haar het besluit artikel 1 gecommuniceerd en de diaken geautoriseerd om tot 1e mei hare wekelijksche bedeeling met 2 stuivers te verhoogen. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh
[99r] Extraordinaire vergadering 14 februarij 1818 De afgetreden diaken J. Vlastuin, rekening doende van zijne administratie van Pinxter 1816 tot Pinxter 1817, bleek de ontvangst te zijn geweest f 1169 : 14 : 14 en de uitgave f 888 - 0 - 8 zoodat meer ontvangen dan uitgegeven was f 281 - 14 - 6, welke penningen door den rendant aan deszelfs opvolger Van Wijk zijn ter hand gesteld. J. van Doesburgh.
[in de marge] absent Beurtman, Roelans ziek, Van Wijk Ordinaire vergadering 1 maart 1818 Na het gebed en de resumtie van de acten der vorige vergaderingen scheidde men, wijl er niets te verhandelen was, met dankzegging aan God. J. van Doesburgh.
Ordinaire vergadering april 3, 1818 Na het gebed werd censura morum gehouden en niemand der broederen had Gode zij dank iets berispelijks in tebrengen. Voorts werd bepaald, dat, wijl er niets te verhandelen was, de gewone vergadering op aanstaanden zondag niet zou plaats hebben en dat voortaan de vergadering waarin censura morum gehouden wordt, altijd zou vervangen de gewone vergadering, welke in die maand moest plaats hebben, welke dan daardoor vervalt. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh. 107
Ordinaire vergadering 30 april 1818 Na het gebed en de resumtie der vorige acte ging men over tot het benoemen van ouderlingen en diakenen in plaats van de aftredende broeders Van Bern, Noordbeek, Beurtman en Van Wijk en zijn tot derzelver plaatsvervangers benoemd de broeders L. van Schaik, J. Wurster, D. van Driel als ouderlingen en J. Vlastuin als diaken, welke deze benoemingen hebben aangenomen.
[99v] 2. Op eenಬvoorgelezenಬ brief van den kerkeraad van Zeist met verzoek om alimentatie voor Alida van Veenendaal, weduwe J. Hoeflaken, met acte van indemniteit van hier te Zeist woonachtig, is besloten aan dezelve 6 stuivers per week toe te leggen. 3. Voorts werd besloten eene commissie aan te stellen tot onderzoek bij welk collegie de bedeeling der armen in deze gemeente behoort en op welken voet dezelve voortaan behoort te geschieden, waartoe benoemd zijn de ouderlingen Bonebakker, De LಬOrme en Roelands. 4. Een ingekomen brief van het classikaal bestuur van Wijk, kennis gevende, dat het quotum der classikale kosten voor deze gemeente over dit jaar door zijne excellentie den commissaris generaal bepaald is op f 20 - met verzoek om die penningen te bezorgen aan den scriba van dat bestuur, werd zoo als in het vorige jaar gerenvoijeerd aan de commissie tot de finantile belangen dezer gemeente. Deze acten geresumeerd en gearresteerd zijnde, scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
Ordinaire vergadering 1 junij 1818. De vergadering werd met gebeden geopend. 1. De heer D. Bonebakker deed zijne rekening als kerkmeester van Victoris 1816 tot Victoris 1817, insgelijks als potmeester van Kersmis 1816 tot Kersmis 1817. Als kerkmeester had zijneerwaarde ontvangen f 1050 - 8 - 6 uitgegeven 1027 - 8 - 12 dus meerder ontvangen dan uitgegeven 22 - 19 -10 Als potmeester was door zijneerwaarde ontvangen f 796 - 3 - ,, uitgegeven 800 - 12 - 8 dus meer uitgegeven dan ontvangen f 4 - 15 - 8 Ook deed zijneerwaarde rekening als geadministreerd hebbende het fonds der spijsuitdeelingen in den winter van 1816-1817 en van 1817-1818, bij welker eerste meer was ontvangen dan uitgegeven f 16 - 13 - 8 [100r] Zijnde deze penningen als ontvangst verantwoord in de tweede rekening, waarvan het batig saldo bedraagt f 18:8:2. Deze rekeningen gehoord en gesloten zijnde, werd de heer Bonebakker voor zijne goede administratie bedankt.
108
2. Dominee praeses communiceerde dat de kerkvisitatie in dit jaar alhier zal plaats hebben 30 junij voormiddag te10 uren en dat bij die gelegenheid weder als van ouds zal gecollecteerd worden voor noodlijdende kerken en personen. 3. Tot het bijwonen der classikale vergadering 24 dezer is benoemd de ouderling L. van Schaik secundus J. Wurster. Ook werd deze broeder benoemd tot het adsisteren van den predikant in het doen der aanstaande huis-bezoeking. De vergadering scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh Vergadering 30 junij 1818 De vergadering met het gebed geopend zijnde werden in dezelve door twee daartoe verzochte leden binnen geleid ds. Van Dolder en ds. Kersten, door het classikaal bestuur van Wijk gecommitteerd tot het doen der kerkvisitatie. Na zegenbeden over deze vergadering deden hun eerwaarden onderzoek in gevolge het reglement op de kerkvisitatie, terwijl zij na de beantwoording der onderscheiden vragen hun genoegen betuigden over de gunstige berigten ten aanzien van deze gemeente ontvangen, met zegenbeden die door onzen predikant beantwoord werden, afscheid namen en door twee leden buiten geleid werden. Hierop sloot de praeses deze vergadering met het gebed en men scheidde in liefde. J. van Doesburgh [100v] [in de marge] absent Bonebakker, Roelans, Van Wamel, Vlastuin Ordinaire vergadering 3 julij 1818 Artikel 1. Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd censura morum gehouden en niemand der broederen had Gode zij dank iets berispelijks in te brengen. Artikel 2.Dominee praeses communiceerde der vergadering een ontvangen berigt van heeren executeuren van het testament van wijlen mejufvrouw M. van Dam, dat door voormelde jufvrouw aan de diakonie dezer gemeente is gelegateerd f 250-. Dit werd voor notificatie aangenomen en besloten om aan zijne majesteit te verzoeken autorisatie tot den ontvangst van die penningen. Artikel 3. Aan Johan van Waalwijk werd kerkelijke attestatie naar Amerongen verleend, mids zulks vooraf van den predikstoel worde bekend gemaakt. Artikel 4. De praeses las voor eene aanschrijving van het classikaal bestuur van Wijk behelzende dat van de bevestiging van candidaten des heiligen dienstes aan het provinciaal kerkbestuur moet kennis gegeven worden, dat de consulenten die kennisgeving aan den scriba van het classikaal bestuur moeten inzenden, kunnende het provinciaal bestuur geene andere berigten dan die der scriba’s voor legaal erkennen. Dit werd voor notificatie aangenomen waarna men met dankzegging aan God scheidde. J. van Doesburgh [101r] [in de marge] absent Roelands Ordinaire vergadering 2 augustus 1818 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. Artikel 1. Op voorstel van den broeder ouderling Bonebakker werd geresolveerd om voortaan geene bedeelingen uit de diakonie kas te doen, aan ouders die weigeren hunne kinderen te laten vaccineren. De broeders diakenen hebben op zich genomen dit aan de bedeelden te communiceren. Artikel 2. Op voorstel van den broeder ouderling Van Schaik is eene commissie benoemd tot het beramen van eenige middelen, dienstig ter bevordering van evangelische kennis en deugd in deze gemeente, in het bijzonder ter bevordering van een betamelijk gebruik 109
maken van zoodanige middelen als tot bovengenoemd einde in deze gemeente worden in het werk gesteld, namelijk de broeders Bonebakker , De l’Orme en Van Schaik. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] absent Roelands Ordinaire vergadering 6 september 1818 Na het gebed en de resumtie der vorige acten deelde de predikant mede 1. Een synodaal besluit van 7 julij laatstleden rakende de wijze van correspondentie tusschen de onderscheiden kerkelijke besturen. 2. Kennisgeving door den directeur generaal voor de zaken der hervormde kerk 5 augustus laatstleden van een koninklijk besluit 27 julij laatstleden behelzende ampliatie op artikel 4 en 16 van het synodaal reglement op de examina. 3. Eene aanschrijving van het classikaal bestuur van Wijk 4 september van drie synodale besluiten als 1o dat de censuur over de diakenen ook aan de classikale moderatoren behoort. 2o dat er in alle kerkenraden eenen portefeuille moet aangelegd worden tot bewaring van kerkelijke stukken. 3o dat de collecte voor noodlijdende kerken en personen in de kerkvisitatie op de gewone wijze zal blijven geschieden. 4. Een besluit van gedeputeerde staten dezer provincie 7 maart 1817 betrekkelijk het gestand doen van te voren uitgegeven acten van indemniteit. Waarna men met dankzegging aan God scheidde. J.van Doesburgh [101v] [in de marge] absent Bonebakker, Roelans, Van Schaik Ordinaire vergadering 9 october 1818 Artikel 1. Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd censura morum gehouden en niemand der broederen had Gode zij dank! iets berispelijks in te brengen. Artikel 2. Op verzoek van dominee praeses werd goedgevonden, dat de oudste broeder ouderling de attestatie van het kindergeld van den praeses over dit jaar namens deze vergadering zal teekenen. Artikel 3. Jannigje van Leersum vermeerdering van onderstand verzoekende, werden diakenen verzocht daarin te handelen naar bevind van zaken. Voorts scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] absent Roelans, Van Schaik, Wurster Ordinaire vergadering 8 november 1818 Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en vermids er niets te verhandelen was, sloot de praeses de vergadering more solito. [in de marge] absent Roelans, Van Schaik Ordinaire vergadering 6 december 1818 Na het gebed 1. communiceerde de praeses den ontvangst van een koninglijk besluit van 2 november laatstleden behelzende, dat de kosten welke bij gelegenheid van “vacaturen mogten gemaakt worden, tot het afzenden van commissien om predikanten te hooren etc. niet zullen gebragt worden ten laste der kerk of diakonie fondsen etc.” 2. De praeses las een’ brief voor van den diaken boekhouder te Culemburg met verzoek, dat aan Willemijntje Brouwer, vrouw van Gerrit Grootveld, met acte van indemniteit van hier te Culemburg woonende, eenigen onderstand mogt worden verleend, waarop 110
besloten is om voormelde boekhouder te verzoeken om voor rekening van onze diakonie aan haar wekelijks tot 1e mei aanstaande te geven 6 stuivers. [102r] Artikel 3. Aan Willem Marsman werd kerkelijke attestatie van hier naar Sneek geaccordeerd, mids dit vooraf van den predikstoel worde bekend gemaakt. Artikel 4. De afgetreden diaken G. van Wijk, door zijnen opvolger aan de vergadering hebbende doen berigten, dat hij gereed was tot het doen zijner rekening van 1817-1918, werden de broeders Bonebakker en De l’Orme verzocht die rekening te revideren, en de predikant om na den afloop daarvan van den predikstoel bekend te maken op welke dag de rekening zal gedaan worden. Hierop scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh Extraordinaire vergadering 14 december 1818 De kerkenraad vergaderd tot het aanhooren en sluiten der diakonie rekening van Pinxter 1817 tot Pinxter 1818, heeft gezien dat in dat jaar door den broeder diaken G. van Wijk was ontvangen . . f 1252-12-8 en uitgegeven . . 999-11-2 dus meer ontvangen dan uitgegeven f 253- 1-6 Met dankzegging aan den broeder diaken voor zijne goede administratie, is die rekening goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh [in de marge] absent Roelans, Van Driel, Van Wamel Ordinaire vergadering 3 januari 1819 Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd 1. censura morum gehouden en niets berispelijks voort gebragt. 2. besloten, dat om de bedeelden te verpligten om van de openbare godsdienstoefeningen gebruik te maken, hun zal worden gezegd, dat zij, om de wekelijksche bedeeling te kunnen genieten, ten minsten des zondags na den middag moeten in de kerk geweest zijn en dat zij ten bewijze daarvan voor het begin der godsdienstoefening in de kerkenkamer een loodje moeten halen om dat aan de diaken te vertoonen. Men scheidde na God gedankt te hebben. J.van Doesburgh [102v] [in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 7 februari 1819 Na het gebed en de resumtie der vorige acten communiceerde de praeses een bij hem van heeren gedeputeerde staten deze provincie ontvangen besluit van 22 december laatstleden no 7, waarbij Zijne Majesteit de bestuurderen der diakonie armen alhier geauthoriseerd heeft tot het aanvaarden van het legaat aan de armen dezer gemeente, gemaakt door Maria van Dam bij testamente op den 13e januarij 1817 voor den notaris Leendert van Schaik te Wijk gepasseerd. De vergadering dit voor notificatie aannemende, besloot om in de volgende vergadering over de belegging van dat legaat te handelen. En daar er voorts niets te verhandelen was, scheidde de vergadering nadat dezeve met het gebed gesloten was. J. van Doesburgh [in de marge] absent Van Schaik Ordinaire vergadering 7 maart 1819 Na het gebed en de resumtie der vorige akten 1- werd aan Anna Badeng kerkelijke attestatie naar Geldermalsen geaccordeerd. 2- Men besloot op voorstel van den diakenen om na 1o mei aanstaande de armenhuisjes 111
niet meer te verhuren, maar door gealimenteerden te laten bewonen. 3- Een kennisgeving van een besluit van den heer directeur generaal voor de zaken der hervormde kerk van 10 februarij laatstleden door het classikale bestuur van Wijk, waarbij het classikale quotum dezer gemeente over dit jaar bepaald is op f 20-,, voor notificatie aangenomen, zal aan heeren gecommitteerden tot de financiele belangen dezer gemeente gecommuniceerd worden. 4- Tot het aanstaande huisbezoek werd benevens den predikant gecommitteerd de heer Bonebakker secundus De l’Orme. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [103r] [in de marge] absent Roelans Ordinaire vergadering 2 april 1819 Artikel 1. Na het gebed en de resumtie der voorgaande akte werd censura morum gehouden en niets berispelijks voorgebragt. 2. De praeses communiceerde den ontvangst eener confidentiele aanschrijving aan deze vergadering van 27 maart door het provinciale kerkbestuur van Utrecht, behelzende eenige vragen aangaande den staat der kerkelijke gebouwen in deze gemeente, en eene in het ruwe berekende opgave van het montant der subsidie, welke men daartoe van den lande zou willen verzoeken. Vermids er in die aanschrijving op spoedig antwoord wierd aangedrongen, had de praeses den zelven gesteld in handen van heeren gecommitteerden tot de finantiele belangen dezer gemeente, met verzoek om hunne consideratien en advisen daarover aan deze vergadering te willen mede deelen, ten gevolge van welk verzoek bij den praeses de beantwoording der vragen in gemelde aanschrijving door heeren gecommitteerden voornoemd was ingekomen en welke, na derzelver voorlezing, door de vergadering als derzelver antwoord werd overgenomen, zullende de praeses voor de expeditie daarvan zorgen. N.B. De aanschrijving van het provinciaal bestuur met het concept antwoord is in de portefeuille van den kerkeraad sub no 36. 3. Aan Maria Verboog, weduwe Fritschi, en haar zoon Adam Wouter Fritschi werden kerkelijke attestatien toegestaan. 4. Werd besloten dat, vermids de uitdeeling der soep ophoudt, allen die daarvan genoten hebben, voortaan hunne loodjes bij het uitgaan uit de kerk aan den koster zullen ter hand stellen, die daarvan register zal houden. 5. Ook werd geresolveerd om van den predikstoel aan de gemeente bekend te maken, dat ouders voornemens hunne kindderen te laten doopen, daarvan ’s daags te voren zelven aan den predikant behooren kennis te geven. 6. Truij van Driel aan diakenen om onderstand verzocht hebbende, werd dit aan diakenen overgelaten. 7. Jan Aarts, een der bewoners van de armenhuisjes – zie artikel 2 der vorige vergadering – verzocht om continuatie van huur. De vergadering hierover nader gedelibereerd hebbende, besloot bij hare vorige resolutie te persisteren en scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [103v] [in de marge] absent Van Schaik, Van Wamel Ordinaire vergadering 2 mei 1819 Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd besloten - om de noodige reclame te doen ten einde de huisjes der diakonie, die nu alleen door bedeelden bewoond worden, te doen ontheffen van de directe belastingen. - aan Driek Hoevelaken op de gewoone wijze eene kerkelijke attestatie te geven 112
- De predikant berigtende, dat er alle hoop was, dat de kinderen van wijlen, Gerrigje van Maurik door eene erfenis zouden in staat gesteld worden om de door deze diakonie aan hare moeder gedane voorschotten te restitueren, werd deze verzocht om van dit geld gevoegd bij het legaat van jufvrouw Van Dam met overleg van den diaken zooveel effecten te koopen als de staat der kas zal toelaten. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 20 mei 1819 Na het gebed en de resumtie der vorige akten werden in plaats van de aftredende broeders ouderlingen Bonebakker, De l’Orme en Roelans benoemd de broeders Noordbeek, Beurtman en Van Wijk, en in plaats van den afgaande broeder diaken Van Wamel de broeder J. Wurster Janszoon, welke deze benoemingen hebben aangenomen. En daar er niets meer te verhandelen was, scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] absent Van Schaik, Beurtman Ordinaire vergadering 6 junij 1819 1. Na het gebed berigtte de praeses dat de kerkvisitatie op den 22en dezer maad alhier zal geschieden ’s avonds ten 7 uren. 2. Tot het aanstaande huisbezoek en het bijwonen der classikale vergadering in deze maand werd benoemd de broeder ouderling Noordbeek secundus Beurtman. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [104r] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 22 junij 1819 De vergadering met het gebed geopend zijnde, verscheen in dezelve eene commissie uit het classikaal bestuur van Wijk tot het doen der kerkvisitatie, welke na alles in deze gemeente in orde bevonden te hebben met zegenwenschen vertrok, wordende daarna deze vergadering met dankzegging aan God gesloten. J. van Doesburgh [in de marge] absent Vlastuin Ordinaire vergadering 2 julij 1819 - Na het gebed en de resumtie der vorige acten werd censura morum gehouden en niets berispelijks voorgebragt. - De ouderling Van Schaik proponeerde om voortaan censura morum te houden vóór de huisbezoeking, waarop eenparig besloten is om deze zaak te laten op den thans gebruikelijken voet. - De predikant gaf kennis, dat door deze diakonie benevens het legaat van mejufvrouw Van Dam ad f 250- - zie de vergadering 7 februari laaatstleden – ook ontvangen was 220-, zijnde restitutie van verschotten aan wijle de weduwe Antonie van Maurik gedaan zie 2 mei laatstleden. Dat ingevolge besluit dezer vergadering 2 mei laatstleden daarvoor was aangekocht een 2½ percents schuldbrief op ons land ad f 1000 capitaal, waarvoor met de daarop verlopen renten en andere onkosten is betaald f 447-9-, zullende de overschietende f 22-11 door den diaken als ontvangst verantwoord worden. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 1 augustus 1819 113
Na het gebed en de resumtie der vorige akten werd aan Anna Elizabet Francina Kroon lidmaatsattestatie more solito geaccordeerd en vermits er voorts niets te verhandelen was, scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] absent Noordbeek, Van Wijk Ordinaire vergadering 5 september 1819 Na het gebed en de resumtie der vorige akten 1. werden tot het doen der huisbezoeking met predikant benoemd de broeder ouderling Beurtman secundus Van Wijk. 2. De broeder ouderling Van Schaik bragt voor, dat hoezeer hij zich ook overtuigd hield, dat de formulieren bij de bediening van den doop, het Avondmaal en andere gelegenheden bij de hervormde kerk in Nederland sedert meer [104v] dan twee eeuwen in gebruik, voor verbetering gewijzigd naar de tegenwoordige tijdsbehoefte vatbaar zijn, en het hem zeer wenschelijk voor kwam, dat daaraan, als de omstandigheden zulks zouden kunnen gedoogen, door mannen, wier kunde, goede trouw en godvrucht buiten bedenking is, onder opzien tot den vader der lichten de hand geslagen wierd, hij nogtans zich niet konde vereenigen met het gevoelen van anders groote mannen, die meenden dat die formulieren, waarin zoovele schoone trekken van waarlijk evangelische godvrucht gevonden worden en welke in de Nederlandse kerk eeuwen lang met nut en stigting niet zonder zegen zijn gebruikt, alleen maar waren daargesteld om de kunde der leeraars te hulp te komen, terwijl hij veel eer geloofde en meende voor dit zijn geloof zeer goede gronden te hebben, dat de formulieren waren opgesteld en in gebruik gebragt om daardoor de eenheid in de kerk te behouden en dat deze, zoolang de onderteekening van de zoogenaamde formulieren van eenheid nog kracht behoudt, onveranderd behoorden in gebruik te blijven en dat alzoo aan de wenken, welke hij meende, dat door de synode aan de predikanten gegeven waren om van dezelve zoodanig veranderd gebruik te maken als hunne wijsheid geschikt zal oordeelen, geen al te ruimschoots gebruik behoorde gemaakt te worden. Dat hij daarom de vrijheid nam den kerkeraad te verzoeken dit punt in serieuse overweging te nemen en het daarhenen te helpen dirigeren, dat deze formulieren, zoolang dezelve op hooger gezach door geene betere ontvangen en in alle de gemeenten van ons vaderland gelijkelijk ingevoerd zijn, onveranderd in gebruik blijven. Dat hij bij deze gelegenheid ook niet voorbij konden23 den wensch te uiten, dat de vraag bij de kerkvisitatie gedaan wordende: of de predikanten “geroepen zijnde zieken bezoeken?” eenigszins worde veranderd en op deze of soortgeijke wijze worde gesteld: “bezoekt de predikant zieken als hij daarvan kennis bekomen heeft?” Zeggende gemelde ouderling Van Schaik verder zich voorbedachtelijk te onthouden om deze punten in bijzonderheden te ontwikkelen of meer uitgebreide gronden tot staving zijner denkbeelden aan te voeren, daar hij zeer ongaarne de [105r] raadplegingen en het meer verlicht oordeel van de onderscheidene kerkbesturen en hoogere kerkvergaderingen zou willen vooruitloopen. De presente leden vereenigden zich met dit voorstel en besloten, dat hetzelve zou worden opgezonden aan het classikaal bestuur van Wijk, ten einde hetzelve daar van zoodanig gebruik zou kunnen maken als het zou noodig oordeelen ten meesten nutte der kerk. De predikant echter verklaarde zich met dat voorstel niet te kunnen vereenigen, zeggende 23
Lezing van dit woord is onzeker.
114
dat, daar de overige leden er op insteerden om het zelve aan het classikaal bestuur van Wijk op te zenden, hij zich voorbehield om zijne aanmerkingen op het zelve daarbij te voegen, welke zijn de volgende I Wat het eerste punt des voorstels betreft 1o dat, al had hij voor de stelling, dat onze liturgie formulieren opgesteld zijn ter gebruike van leeraars die nog niet behoorlijk geoefend waren in alle de deelen van den dienst en dus om deze eenigzins op den weg te helpen, evenals bijvoorbeeld de ziekentroost etc., geen ander bewijs dan dat zulks voorkomt in eene aanschrijving van de synode onzer kerk van 11 julij 1817, welke bestaan heeft uit mannen wier kunde en braafheid hem genoegzame waarborg is dat zij in die hooge betrekking niet onbezonnen zouden te werk gaan, hij dan in die aanschrijving liever zou willen berusten dan door propositiën strijdig met dezelve deze hooge of andere mindere vergaderingen lastig te vallen. 2o dat er echter naar zijn oordeel een te groot onderscheid was tusschen de liturgie formulieren, dat hij met den proposant zou kunnen instemmen dat de eersten onveranderd behoorden gebruikt te blijven zoolang de laatsten nog kracht behouden, de laatsten toch heeten daarom formulieren van éénheid en worden daarom door de predikanten vóór de aanvaarding hunner bediening onderteekend, omdat in die formulieren de leer des Bijbels vervat is en zij dezelve als leeraars in onze kerk eenparig zouden prediken. De anderen hebben daarmede niets gemeen, worden den predikanten ook niet ter teekening voorgelegd en kunnen dus niet gezegd worden onveranderd te moeten worden gebruikt zoolang de formulieren van éénheid kracht behouden. Van hier ook, dat blijkens de handelingen der nationale synode van Dordrecht het ter tafel gebragte voorstel om den remonstranten te vragen wat zij op den inhoud onzer liturgie hadden aan te merken, dadelijk van de hand gewezen werd als zijnde de liturgie van geen verbindend gezach in de leer maar slechts tot den uitwendigen dienst betrekkelijk. [105v] Van hier dat vóór en na reeds eenige liturgieformulieren zijn in onbruik geraakt en dat men in de anderen al sedert lang onderscheidene bekortingen, bijvoegselen en veranderingen behoudens derzelver geest gebruikt heeft. Dit geschiedde zeker omdat men die formulieren, hoeveel goeds zij dan ook mogen bevatten, minder geschikt oordeelde voor den tegenwoordigen tijd. En waarom zou men dan toch nu terugkeeren tot dat minder gepaste en het beter voegende laten varen? Zou men zoodoende niet onverstandig, niet ontrouw met de gemeenten handelen? Zegt men ‘dat de synode nieuwe en meer naar de behoefte van dezen tijd ingerigte formulieren opstelle.” De synode die deze zaak in overweging genomen heeft, heeft mijn’s inziens wijselijk geoordeeld, dat deze maatregel ongepast en ontijdig zou zijn, vermids de predikanten in onze tijd zulke voorschriften niet meer behoeven en daardoor dus de geest noodeloos aan banden zou gelegd worden. Vreest men dat zonder vaste liturgieformulieren de leer onzer kerk gevaar zoude loopen? Men zou dan even zoowel kunnen zeggen, dat, zoolang er geen vaste leerredenen bepaald waren, die de leeraren onveranderd moesten voordragen, de leer der kerk gevaar zou loopen. En wie zou zoo iets vorderen? De predikanten verbinden zich, dat zij de leer, welke overeenkomstig Gods heilig woord in de formulieren van eenheid is vervat, aannemen, gelooven en zullen leeren en handhaven. Elk eerlijk predikant houdt daarin zijn woord en verandert dus de liturgieformuieren niet zoodanig, dat daarin iets strijdigs voorkomt, met de op Gods woord gegronde leer van onze kerk, evenmin als hij in zijne leerredenen iets voordraagt, dat daarmede niet overeenkomt. En kan dus ten aanzien van predikanten die hun woord houden, hoedanig zij ook de literugieformulieren veranderen, geen gevaar voor de leer der kerke door die veranderingen geboren worden. Wilde deze of gene predikant strijdig handelen met zijn gegeven woord, hij zou zulks zeker minder in 115
de verandering der liturgieformulieren dan wel in zijne leerredenen en andere onderwijzingen laten blijken. En in welk dezer gevallen hij dit ook deed, hij zou strafbaar zijn voor zijnen competenten regter en door dezen zeker gestraft worden. [106r] II Wat aangaat het tweede punt des voorstels om de vraag die bij de kerkvisitatie betrekkelijk het bezoeken van zieken door de predikanten gedaan wordt, te veranderen, daaromtrent zeide de predikant dat wel bezien en ter goede trouw het woord geroepen zijn, hetwelk in het reglement op de kerkvisitatie voor komt en dat van kennis bekomen, hetwelk de proposant in de plaats wilde hebben, op het zelfde zullen neerkomen, vermids hij niet kan gelooven, dat de heer Van Schaik door dat kennis bekomen het bloot gerucht maar wel eene echte kennis bekoming bedoeld zal hebben, tusschen welke en het geroepen zijn in het geval in questie wel geen onderscheid zal plaats hebben dan alleen bij kwaaddenkenden, kwaadwilligen en kwaadzoekenden, die het in een of ander den predikant zouden willen bang maken of hem eene poets spelen. dat de synode het karakter der predikanten willende handhaven, ongegronde klagten op zulken die uit kwaadwilligheid voortspruiten willende voorkomen en den menschen die zulks niet weten, willende te verstaan geven, dat de predikant niet om zijnen maar om der zieken wil deze bezoekt en dus de belangstelling der menschen in den dienst des leeraars bij zieken willende opwekken, teregt van geroepen worden spreekt. dat het voorts uit het tweede gedeelte dier vraag duidelijk blijkt, dat de synode wil, dat predikanten eenmaal geroepen zijnde en dus behoorlijk kennis bekomen hebbende, volharden in de behandeling der zieken overeenkomstig de aard hunner bediening, waartoe gewis elk regtgeaard leeraar genegen zal zijn. Om deze en andere redenen zeide de predikant zich niet te kunnen vereenigen met het besluit der vergadering, betuigende tevens dat de uitdrukkelijke verklaring van den heer Van Schaik, dat deze in zijn voorstel geenszins op hem gedoeld had, hem had weêrhouden om deze zaak ernstiger te behandelen, nemende hij op zich op dit stuk aan het classikaal bestuur van Wijk ter beoordeeling te doen geworden. Hierop scheidde de vergadering nadat dezelve vooraf met het gebed gesloten was. J. van Doesburgh [106v] [in de marge] absent Wurster ouderling, Van Wijk Ordinaire vergadering 24 september 1819 Artikel 1. Na het gebed ging men over tot de censura morum en er werd Gode zij dank! niets tegen een der leden dezer gemeente ingebragt. 2. Aan Jan van Baren werd more solito kerkelijke attestatie naar Rijswijk geaccordeerd. 3. De heer Van Bern zijne rekeningen doende als kerkmeester van Victoris 1817 tot Victoris 1818 en als potmeester van Kersmis 1817 tot Kersmis 1818 bleek, dat hij in zijne eerste kwaliteit had ontvangen f 1225:1:10, uitgegeven f 1038:4:10 en dus meer ontvangen dan uitgegeven f 186:17. En in zijne tweede kwaliteit bedroeg de ontvangst f 500:18:12, de uitgave f 566:9:8, zijnde dus meer uitgegeven dan ontvangen f 65:10:12. Ook verantwoordde de heer D. Bonebakker zijne administratie van het fonds der spijsuitdeeling in den winter van 1818 op 1819, waaruit bleek, dat zijn eerwaarde had ontvangen f 176:2:2, uitgegeven f 165:17:10 en dus meer ontvangen f 10:4:8. Alle deze rekeningen werden gehoord, goedgekeurd en gesloten en beide de heeren namens de vergadering voor hunne goede administratie bedankt. Na dankzegging aan God scheidde men. J. van Doesburgh 116
Op den 25e october heeft de diaken Dirk van Wamel rekening en verantwoording gedaan van zijne administratie van Pinxter 1818 tot Pinxter 1819. Uit deze rekening, welke te voren door predikant en diakenen behoorlijk was gerevideeerd, bleek dat de ontvangst in dat jaar was geweest . . . . f 1196:15:6 en de uitgave . . . . . . . 1116:,,:,, zoodat meer ontvangen was dan uitgegeven . . . f 80:15:6 De vergadering zulks met genoegen vernemende, heeft deze rekening goedgekeurd en gesloten en den broeder diaken voor zijne goede administratie bedankt, zijnde het overschot zijner ontvangst aan zijn’ opvolger J. Vlastuin ter hand gesteld, die hetzelve als ontvangst zal verantwoorden. Bij deze gelegenheid werden aan Catarina Schoechart, Adriana Vise, Jannigje den Hartog more solito kerkelijke attestatie geaccordeerd. [107r] [in de marge] absent Wurster, Van Driel, Beurtman ziek Ordinaire vergadering 6 november 1819 Artikel 1. Na het gebed werden de handelingen der vergaderingen van 5 september, 24 september en 25 october laatstleden geresumeerd. De twee laatsten werden gearresteerd, maar betrekkelijk artikel 2 der vergadering van 5 september verklaarden de broeders ouderlingen Noordbeek en Van Wijk, die toen absent geweest waren, dat zij zich conformeerden met de aanteekening van den predikant. Dit deden insgelijks de diakenen Vlastuin en Wurster, zeggende dat zij bij nader indenken en na de voorlezing der aanmerkingen van den predikant anders over deze zaak dachten. De resolutie om dit stuk aan het classikale bestuur optezenden werd dus buiten effect gesteld. Artikel 2. De predikant bragt ter tafel een van het classikaal bestuur ontvangen koninklijk besluit van 14 october laatstleden no 69, behelzende bepaling hoe te handelen met stukken van kerkelijke vergaderingen die in regten geproduceerd of ter executie van de formalieit der registratie voorzien moeten worden. Dit besluit werd aangenomen voor notificatie en zal in de portefeuille onder no 37 gedeponeerd worden. Ook gaf de predikant kennis van eene bij het classikaal bestuur ontvangen aanschrijving van den staatsraad directeur generaal voor de zaken der hervormde kerk, behelzende uitnoodiging aan de gemeenten om ten blijke van hare achting en genegenheid voor hare predikanten deel te nemen in de door zijne majesteit geoctroijeerde maatschappij ter waarborging van lijftogten onder directie van de heeren Drieling cum suis. Een exemplaar van de bepalingen dier maatschappij werd door den predikant aan de leden der vergadering ter lezing aangeboden. Artikel 3. Aan Maria Verweij werd more solito kerkelijke attestatie naar het Waal toegestaan. Artikel 4. De predikant proponeerde, dat, vermids de inrigting der zoogenaamde zondagscholen (dienende om zulken die in hunne jeugd het onderwijs in het lezen en dus ook het godsdienstig onderwijs verwaarloosd hebben, in staat te stellen tot het lezen van den Bijbel en het met nut ontvangen van godsdienst onderwijs) op de proef bleek eene heilzame inrigting te zijn, van wegen deze vergadering pogingen zouden worden aangewend tot het oprigten van zoodanige school in deze stad. Dit voorstel werd met goedkeuring aangenomen en de ouderlingen Noordbeek en Van Schaik gecommitteerd om met den predikant daaromtrent een plan aan de vergadering aan te bieden. [107v] Artikel 5. Broeder ouderling Van Schaik stelde voor om, vermids het hier voor heen plaatsgehad hebbend gebruik dat de leden des kerkeraads de formulieren van eenigheid onderteekenden, in ongebruik geraakt was, aan het classikaal bestuur van wege deze vergadering te vragen, of zoodanige onderteekening noodig zij? 117
De vergadering heeft zich daarmede niet vereenigd, eensdeels omdat zij geene redenen vond om iets dat hier in 20 jaren niet geschied is en dat nooit in alle provinciën van ons vaderland algemeen geweest is, weêr in te voeren zonder uitdrukkelijke aanschrijving van wegen de algemene synode, te minder omdat zij van de leden dezer vergadering vertrouwt dat zij als eerlijke lieden aan hunne belijdenis getrouw zijn, en anderdeels omdat in het reglement op de kerkvisitatie daarnaar niet gevraagd wordt, hetgeen men in een reglement, hetwelk met zooveel nauwkeurigheid opgesteld is, billijk zou mogen verwachten, indien de synode dit noodig geoordeeld had. De broeder Van Schaik avanceerde hierop, dat hij zich dan aan het provinciaal bestuur zou adresseren. Hierop scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 5 december 1819 Artikel 1. Na het gebed werden de acten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. Dominee praeses bragt namens de commissie betrekkelijk de oprigting eener zondags school, zie artikel 4 der vorige vergadering, het volgende rapport bij wijze van praeadvies uit. 1. dat deze school zal gehouden worden ’s zondags avonds van 6 tot 7½ uur, provisioneel in de kerkenkamer. 2. dat, daar het hoofddoel van deze inrigting is om menschen die in hunne jeugd het onderwijs in het lezen verwaaarloosd hebben en die niet in staat zijn om den Bijbel te lezen en onvatbaar voor het godsdienstig onderwijs, althans onbekwaam om zich daarop voor te bereiden, door onderwijs in het lezen tot dit een en ander lust in te boezemen en te bekwamen en er dus iemand daartoe bevoegd en geschikt vereischt wordt, Johannes Schat onderwijzer van den [niet ingevuld] rang daartoe op eene hem convenable voorwaarde te verzoeken. [108r] 3. dat tot deze school zullen toegelaten worden alle getrouwde mannen en vrouwen die in bovengenoemd geval verkeeren, en van de ongehuwden zoodanigen die den ouderdom van 20 jaren bereikt hebben, terwijl de geälimenteerden, op strafffe van verstek, zich in dezelve zullen moeten begeven. 4. dat vier leden dezer vergadering, of zoo deze dit niet mogten verkiezen, andere daartoe geschikte mannen behooren verzocht te worden om zich met het opper-toezicht in deze school te belasten, in dezer voege dat elk hunner op zijne beurt de schooloefening bijwone, met deze bepaling dat alleen hij wiens beurt het is, op dien avond de school zal mogen bezoeken. 5. dat aan die heeren behoort te worden verzocht om van 7 tot half 8 uur een gedeelte uit den Bijbel voor te lezen of door den onderwijzer te doen voorlezen, en daarover zoodanige aanmerkingen te maken of vragen te doen, als zij, ter bevordering van het regt verstaan des gelezen gedeelte en tot aankweeking van godsdienstgevoel noodig oordeelen, of dat aan hen behoort te worden vrijgelaten om dit laatste ook aan den onderwijzer over te laten. 6. dat insgelijks ook behoort te worden vastgesteld, dat elke schooloefening met een gebed (liefst naar een bepaald voorschrift) door den opziener behoort geopend en gesloten te worden. De vergadering bedankte de commissie voor dit uitrgebragte advies, veeenigde zich in alles met hetzelve, veranderde het in een besluit, benoemde tot opzieners der zondagsschool den predikant en den ouderling Van Schaik en verzocht deze om, vermids 118
geene der andere leden der vergadering genegen waren om deze post op zich te nemen, om daartoe namens de vergadering te verzoeken de heeren D. Bonebakker en G. de l’Orme als ook om J.G. Schot tot het waarnemen van den post als onderwijzer in de zondagsschool namens de vergadering te verzoeken. [108v] Artikel 3. De broeder ouderling Van Schaik communiceerde, dat de heer G. de l’Orme gaarne van zijn post als voorlezer en voorzanger in deze gemeente zou ontslagen zijn en dat het hem aangenaam zou wezen, dat daartoe wierde aangesteld zijn neef Johannes Gerardus Schot. De vergadering hierover delibererende, heeft goedgevonden de heer De l’Orme eervol van zijnen post te ontslaan, zoo als dezelve ontslagen wordt bij deze, met erkentenis van zijn in dien post tot nuttige stichting dezer gemeente verrigte werk en van zijne liefde zorg gedurende dien tijd dat hij hetzelve niet in persoon heeft verrigt, onder toebidding van een genadig loon op hetzelve. Voorts heeft de vergadering, van broeder Van Schaik vernomen hebbende, dat heeren gecommitteerden tot de financiele belangen dezer gemeente niet ongenegen zijn tot het verzorgen van het noodige vuur, licht, etc. voor de zondagsschool als mede om aan J.G. Schot, zoo deze door de vergadering tot voorlezer en voorzanger wierde aangesteld, daarvoor toeteleggen een jaarlijksch traktement van zes en twintig gulden, overtuigd van de bekwaamheid, braafheid en ijver van gemelde J.G. Schot, eenparig besloten denzelven aantestellen zoo als dezelve aangesteld wordt bij dezen tot voorlezer en voorzanger in deze gemeente bij gelegenheid van alle openbare godsdienstoefeningen op een jaarlijksch inkomen van f 26-,,, integaan met 1o januari 1820. En zal hiervan worden kennis gegeven aan de broederen De l’Orme en Schot, ieder voor zooveel hun aangaat, zonder resumtie. Artikel 4. De predikant las voor een kennisgeving van eenige synodale besluiten, bij hem van het classikaal bestuur ontvangen, met aanschrijving om uiterlijk in de maand februari aanstaande aan het classikaal bestuur in te zenden een nauwkeurig verslag van hetgeen in deze gemeente ter voldoening aan de synodale aanschrijving van 11 julij 1817 al of niet is gedaan, welke kennisgeving in de portefeuille onder no 38 zal worden gedeponeerd. Wordende voorts de predikant verzocht om het gevraagde rapport intijds op te maken. [109r] Artikel 5. De predikant gaf kennis van eene van den heer burgemeester bij hem ontvangen tabel aangaande den staat onzer diakonie, met verzoek om dezelve in te vullen, hetwelk aan den predikant en de diakenen werd opgedragen. Artikel 6. Op verzoek van den predikant werden de broeders ouderlingen Van Schaik en Noordbeek geautoriseerd om namens deze vergadering het attest voor het kindergeld over dit jaar te onderteekenen. Artikel 7. Dirk van Bekkun om onderstand verzoekende werden diakenen verzocht daarin naar bevind van zaken te handelen. Waarnaar de vergadering met dankzegging aan God gesloten is. J. van Doesburgh [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 2 januari 1820 Na het gebed en de resumtie der vorige akten werd censura morum gehouden en Gode zij dank niets berispelijks gevonden. Voorts scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh 119
[in de marge] absent broeder Van Wijk Ordinaire vergadering 6 februari 1820 De vergadering met het gebed geopend etc. de notulen der vorige vergadering geresumeerd zijnde, is dezelve, daar er niets te verhandelen was, met dankzegging aan God gescheiden. J. van Doesburgh [in de marge] absent Van Schaik, Van Wijk, ziek Beurtman Ordinaire vergadering 31 maart 1820 1. Na het gebed werd censura morum gehouden en Gode zij dank niets berispelijks ingebragt. 2. Het door den predikant gestelde berigt ter voldoening aan de aanschrijving van het classikaal besuur, zie acta 5 december 1819, artikel 4, werd goedgekeurd. 3. De predikant bragt ter tafel een bij hem ontvangen extract uit het testament van wijlen mejufvrouw M.E.H. Cloot in dato 19 november 1819, waarbij door die jufvrouw aan onze diaconie is gelegateerd een huisje met het daarbij behoorende land, in de Donkersteeg no 353, op den last van eene jaarlijksche uitkering ad f 3- aan de kerk der hervomden alhier. Dit werd voor notificatie aangenomen en besloten om de koninglijke goedkeuring tot acceptatie van dat legaat te vragen, waartoe de predikant werd verzocht. Hierna scheidde men met dankzegging aan God. J. van Doesburgh [109v] [in de marge] absent J. Wurster diaken Ordinaire vergadering 11 mei 1820 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten werden in plaats van de afgaande broeders ouderlingen Van Schaik, Wurster en Van Driel verkoren de broeders Bonebakker, De l’Orme en C. Boeschoten en in plaats van den aftredende diaken J. Vlastuin diaken Van Wamel, hetwelk aan de verkoren broeders more solito door den koster werd berigt. 2. Intusschen werd op voorstel van broeder Van Schaik eene commissie benoemd om propositien te hooren van eene commissie uit de roomsche gemeente alhier, dat het maken van eene schikking betrekkelijk de rouwmantels onzer diakonie, en daarvan rapport te doen aan den kerkeraad, wordende daartoe benevens den predikant benoemd broeder ouderling Noordbeek en de diaken Wurster. 3. De koster bragt berigt, dat de broeders Bonebakker, De l’Orme en Van Wamel voor de benoeming hadden bedankt, maar dat broeder Boeschoten dezelve had aangenomen. Men vond goed de vergadering te continueren tot vrijdag avond 8 uren. 4. Vrijdag avond 8 uren werd gedelibereerd om de in de vorige sessie beroepen broeders nog eens te beroepen, doch daar een der leden verzekerde, dat dit betrekkelijk de broeders Bonebakker en De l’Orme te vergeefs zou zijn, had zulks alleen plaats omtrent broeder Van Wamel, die nu liet zeggen, dat hij de beroeping als diaken aannam. Voorts werden tot ouderlingen beroepen de broeders Roelans en Van Markestein, die daarvoor lieten bedanken, wordende de vergadering gecontinueerd tot zaturdag avond 8½ uren. [in de marge] absent Vlastuin 5. Zaturdag avond 8½ uren. Men beriep andermaal tot ouderling broeder G. van Markestein, die dit nu aannam. Ook werd verkoren de aftredende diaken J. Vlastuin tot ouderling, die dit accepteerde. Waarna de vergadering met het gebed gesloten werd. J. van Doesburgh [110r] [in de marge] absent Noordbeek ziek, Wurster ziek 120
Ordinaire vergadering 4 junij Artikel 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, werd de bepaling op de boeten voor absentie, zie vergadering mei 1803 artikel 5, gerenoveerd. 2. Tot het doen van het huisbezoek en het bijwonen der classikale vergadering in deze maand werd benevens den predikant gecommitteerd de broeder ouderling Boeschoten, secundus Vlastuin. 3. Is besloten om bij de kerkvisitatie aanstaanden woensdag even als in het vorige jaar voor noodlijdende kerken uit de diakonie kas te geven f 3. 4. Het afgeven der kerkelijke attestatie aan J.P. Assénaar Haarlem werd goedgekeurd. 5. Aanzoeken van J. van de Water en Hendrik Donkervoort werden aan den diaken gedemandeerd met onderling overleg, om aan den laatsten geen geld, maar brood te geven. Waarna de vergadering met dankzegging aan God scheidde. J. van Doesburgh
Extraordinaire vergadering 24 junij 1820 De heer Bonebakker, in deze vergadering zijne rekening als kerkmeester doende van Victoris 1818 tot 1819 en als potmeester van Kersmis 1818 tot 1819, bleek, dat hij in zijne eerste kwaliteit had ontvangen f 1535 : 2 : 6 , uitgegeven f 967 : 7 en dus meer ontvangen dan uitgegeven f 567 : 15 : 6 en in zijne tweede kwaliteit bedroeg de ontvangst f 475 : 14 : 12 en de uitgaaf f 719 : 4 : 8 zoo dat meer uitgegeven dan ontvangen was f 243 : 9 : 12. Ook verantwoordde de heer Bonebakker zijne administratie van het fonds der spijs uitdeeling in den winter van 1819 op 1820, waaruit bleek, dat zijneerwaarde had ontvangen f 180 : 5 : 8 en uitgegeven f 154 : 2 : 4 en dus meer ontvangen f 26 : 3 : 4. Alle deze rekeningen werden gehoord, goedgekeurd en gesloten en de heer Bonebakker voor zijn goede administratie bedankt. Waarna de vergadering scheidde. J. van Doesburgh.
[110v] [in de marge] Absent Boeschoten, Markestein Ordinaire vergadering augustus 6, 1820. Na de opening der vergadering en de resumtie der vorige acten 1. communiceerde de predikant de bij hem ontvangene autorisatie van zijne majesteit tot het ontvangen van het legaat door mejuffrouw Kloot aan deze diakonie gemaakt, zie vergadering 31 maart artikel 3. 2. Ook las zijn eerwaarde voor eene aanschrijving der synode van 15 julij laatstleden no 38 waarbij bepaald wordt, dat voortaan op 24 augustus eene korte en doelmatige godsdienstoefening zal gehouden worden, om God te danken en te bidden voor de verlenging van het leven van onzen koning met uitnoodiging om daarvan aan de regering kennis te geven en deze tot bijwoning van die godsdienstoefening te verzoeken. Het uur tot die godsdienstoefening werd bepaald op voormiddag van elf tot twaalf en de predikant verzocht, om namens de vergadering de kennisgeving en uitnoodiging aan de regering te doen. 121
3. Aan J.J. Kroon en A. van de Geest, echtelieden, werden kerkelijke attestatien more solito geaccordeerd. Voorts scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[in de marge] Absent Van Wijk. Ordinaire vergadering 3 september 1820. De vergadering met het gebed geopend zijnde werden de handelingen der vorige vergadering geresumeerd. Artikel 1. Dominee praeses communiceerde een bij hem ontvangen brief van den diaken van Zeijst met verzoek, om eenige meerdere toelage voor Aaltje Venendaal, weduwe van Jan Hoevelaken. Dominee praeses is verzocht nader onderzoek te doen naar de behoefte dier vrouw en indien zijneerwaarde mogt begrijpen, dat zulks noodig ware, dan in plaats van 6 stuivers per week in de wintermaanden, zoo als zij nu van ons geniet, 6 stuivers het geheele jaar door te accorderen. Artikel 2. Werd besloten, om vermids het huisje in de Donkersteeg, zie vorige vergadering, zoo bouwvallig is, dat het bijna geheel zou moeten vernieuwd worden, hetzelve op het desaangaande voorgebragte door broeder Van Wamel in erfpacht te geven aan den heer A. de Coole met het daarbij behoorende land voor f 30 jaarlijks (blijvende alle de lasten voor rekening van den heer De Coole), integaan met 1e mei 1823, terwijl tevens de heer De Coole op zich neemt, om 10 mei 1823 aan de diakonie te geven f 72 - welke voor de drie jaren aan den tegenwoordigen huurder worden kwijtgescholden, mids hij zelf voor de reparatien gedurende dien tijd zorge, zullende het dan aan den
[111r] heer De Coole vrijstaan het huis aftebreken. Artikel 3. Ook communiceerde zijneerwaarde eene bij hem ontvangen missive van het provinciaal kerkbestuur van Gelderland, behelzende een verslag van den treurigen toestand, waarin zich eenige hervormde gemeenten in het Rijk van Nijmegen en het Ambt van Maas en Waal bevinden ten opzichte van derzelver financiele belangen, met verzoek, dat de predikant pogingen mogte aanwenden tot het verkrijgen van eenige liefde giften voor die gemeenten. Men vond goed om, nadat dit der gemeente van den predikstoel zal bekend gemaakt zijn, eenige giften bij dezelve te vragen, waartoe de predikant en de heer Noordbeek verzocht zijn. Artikel 4. Tot de aanstaande huisbezoeking werd benevens de predikant gecommitteerd de broeder ouderling Vlastuin, secundus Markestein. Artikel 5. De predikant rapporteerde namens de commissie, zie vergadering 11 mei artikel 2, dat zijneerwaarde van den heer Van Schaik vernomen had, dat de voorwaarden op welke die van de roomsche gemeente zouden willen deel nemen aan de rouw mantels dezer diakonie, zijn, dat de mantels gewaardeerd zijnde, de roomsche gemeente eene obligatie, bedragende de helft van die waarde tegen eene billijke interest aan onze diakonie zou afgeven en dat voorts het provenu van de mantels zou komen ten behoeve van beide de gemeenten. De meerderheid der vergadering begreep, dat zoodanige overeenkomst voor onze diakonie niet voordelig zou zijn, waarop werd besloten, om de mantels voor als nog alleen voor onze diakonie te houden. Artikel 6. Aan Anna Cornelia de Heus werd kerkelijke attestatie more solito geaccordeerd. Men scheidde na dankzegging aan God. J. van Doesburgh. 122
[111v] [in de marge] Absent Boeschoten, Van Wamel Ordinaire vergadering 29 september 1820 2. Na het gebed en de resumtie werd censura morum gehouden en niets berispelijks voorgebragt. 3. Dominee praeses deelde twee bij hem ontvangen synodale besluiten mede, het eene van 20 julij laatstleden, behelzende eenige nadere bepalingen omtrent het consulentschap en het andere van dito eenige provisionele bepalingen voor de kosten van kerkelijke procedures, welke beiden voor notificatie zijn aangenomen en in de portefeuille onder no. 42.43. zullen gedeponeerd worden. 4. De afgetreden diaken J. Vlastuin, gereed zijnde om zijne rekening van Pinxter 1819 tot Pinxter 1820 te doen, zal de predikant met den administerenden diaken dezelve revideren en na den afloop daarvan de tijd, wanneer die rekening zal geschieden, van den predikstoel bekend gemaakt worden. Hierop scheidde men, na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh. Op den 25en october heeft de afgegane diaken J. Vlastuin zijne rekening gedaan van Pinxter 1819-1820. Uit deze rekening, welke te voren behoorlijk was gerevideerd, bleek, dat de ontvangst was . . . . . . f 1629 : 19 : 2 en de uitgave . . . . . . . 1531 : 1 : zoodat meer ontvangen was . . . . . f 98 : 18 : De vergadering deze rekening gehoord hebbende heeft dezelve goedgekeurd en gesloten, den broeder diaken voor zijne goede administratie bedankende. Het saldo is aan den administrerende diaken J. Würster jr. ter hand gesteld, die hetzelve als ontvangst zal verantwoorden. J. van Doesburgh.
[112r] [in de marge] Absent Beurtman, Boeschoten, Vlastuin. Ordinaire vergadering 5 november 1820 Artikel 1. Na het gebed werden de akten der vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 2. Aan Zwerus van Driel, met een akte van indemniteit voor zich, zijne vrouw en twee kinderen te Nijkerk wonende, werd op dringend aanzoek des aangaande geaccordeerd eene wekelijksche bedeeling à10 stuivers van den eersten dezer maand tot den 1e mei aanstaande. Voorts scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 3 december 1820 123
Na het gebed en de resumtie der vorige akten blijkende, dat er niets te verhandelen was, is de vergadering na God gedankt te hebben, gescheiden. J. van Doesburgh.
[in de marge] absent Van Wijk Ordinaire vergadering 5 januarij 1821. Na het gebed werd censura morum gehouden. Er werd niets berispelijks voorgebragt. En daar er voorts niets te verhandelen was, scheidde de vergadering na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 4 februarij 1821 Na het gebed en de resumtie der vorige akten rapporteerde de diaken, dat zekere Sarus van Ree, inboorling dezer stad in een’armoedigen en ziekelijken toestand zich sedert eenigen tijd hier bevindende door hem op aanzegging van den president burgemeester was besteed. De vergadering bedankte den diaken voor zijne zorg en verzocht, dat hij mogt informeren, hoe lang gemelde Van Ree met zijn gezin te Maasbommel gewoond had, van oordeel zijnde, dat, indien hij daar 4 jaar achter een volgende had gewoond, hij dan door die van Maasbommel moest verzorgd worden. De diaken, dit op zich nemende, scheidde men, daar er niets te verhandelen was, na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[112v] [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 4 maart 1821 Artikel 1. De vergadering met het gebed geopend en de notulen der vorige vergadering geresumeerd zijnde, rapporteerde de diaken 4. dat Sarus van Ree slechts 21/2 jaar te Maasbommel gewoond had 5. dat zijne wonden zoover genezen waren, dat hij weder in staat zou zijn, om te werken, indien hij wilde 2. De vergadering besloot daarop aan gemelden Van Ree te doen weten, dat hij niet langer geheel ten laste der diakonie kon blijven, maar voor zijn eigen bestaan moest zorgen, dat hem echter gedurende deze maand, of zooveel langer of korter als diakenen dat naar zijne omstandigheden zullen noodig oordeelen, 8 stuivers per week zal toegelegd worden. 3. De diaken op zich nemende, om dit besluit te executeren en voorts niet meer te verhandelen zijnde, scheidde men, na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[in de marge] absent Van Wijk, Vlastuin, Markestein 124
Ordinaire vergadering 8 april 1821 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten werd censura morum gehouden en Gode zij dank niets berispelijks ingebragt. 2. Tot het doen der huisbezoeking werd benevens den predikant gecommitteerd de broeder Markestein, secundus Noordbeek. 3. De diaken produceerde een bij hem ontvangen brief van den boekhouder der diakonie van Nijkerk, behelzende berigt, dat Zwerus van Driel aldaar met acte van hier wonende, in armoedigen toestand verkeert, hetwelk vermeerderd wordt door ongemak aan zijne beenen en verzoek, dat zijne toelage van hier mogt vermeerderd en vrijheid gegeven worden tot het laten genezen zijner beenen. Is besloten het weekgeld van Zwerus van Driel met 2 stuivers te verhoogen en tot genezing zijner beenen f 4 à5 toetestaan. Hierop is de vergadering met dankzegging aan God geeindigd. J. van Doesburgh.
[113r] [in de marge] absent Van Wijk. Odinaire vergadering 6 mei 1821 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten berigtte de predikant, dat hij op verzoek van burgemeesters dezer stad, om aan het huisgezin van Sarus van Ree provisioneel huisvesting te bezorgen, met den diaken dat gezin in het achterhuisje van Dirk van Bekkum had gelogeerd, proponerende, om namens deze vergadering aan den kerkeraad van Maasbommel (de geboorteplaats van de vrouw en twee kinderen) eene bijeenkomst met eene commissie dezer vergadering voortestellen, ten einde zoodanige schikkingen te treffen als de billijkheid vordert. De vergadering keurde het verrigtte goed, vereenigde zich met het voorstel en verzocht den predikant, om in dezen geheel namens de vergadering te handelen. 2. De diaken rapporteerde, dat Casper Visé, bewoner van het armenhuisje bij den zaagmolen, uit hoofde van ziekte zes weken uitstel tot het betalen der huur verzocht had. De vergadering, het advies van den diaken hierop gehoord hebbende, heeft hem geautoriseerd, om aan C. Viséuitstel te verleenen tot 15 junij. 3. Aan Maria de Weerdt werd more solito kerkelijke attestatie naar Amsterdam geaccordeerd. 4. De weduwe Stikkert, binnenstand verzocht hebbende, gaf hare armoedige omstandigheden te kennen, met verzoek om adsistentie. De vergadering, overtuigd van de behoefte dezer vrouw , heeft haar eene bedeeling van 8 stuivers per week toegestaan en op haar verzoek besloten, om zoo mogelijk ter genezing van haar hand middelen te beproeven, haar renvoijerende naar den heer Helmke. Hierna scheidde men na dankzegging aan God. J. van Doesburgh.
[in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 31 mei 1821 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten ging men tot het gewone werk van dezendag over, het beroepen van nieuwe leden voor deze vergadering. 125
2. In plaats van de aftredende broederen ouderlingen Noordbeek, Beurtman en Van Wijk werden gekozen de broederen J. Wurster, J.Fr. C. Roelans, D. van Driel en in plaats van den aftredenden diaken J. Wurster junior, J. W. Helmcke. 3. Deze benoeming more solito door den koster ter kennis van de benoemde broederen gebragt zijnde, ontving de vergadering berigt, dat de broeder Würster senior dezelve had aangenomen, dat de broederen Roelans en Van Driel daarvoor bedankten en dat de broeder Helmcke dezelve in overweging zou nemen.
[113v]
4. Hierop werd besloten, om de vergadering te continueren tot vrijdag avond 6 uren en inmiddels eene commissie benoemd, om de broederen die bedankt hebben te trachten over te halen tot het accepteren der benoemingen. 5. Vrijdag avond 6 uren. De predikant rapporteerde namens de commissie, in de vorige vergadering benoemd, dat alle aangewende pogingen bij de broederen Roelans en Van Driel vruchteloos waren afgeloopen. Men ging daarom over tot benoeming van twee andere ouderlingen, welke zich bepaalde bij de broederen Fr. van den Helm en G. van Dijk, welke dezelve hebben aangenomen. De predikant berigtte ook, dat de broeder Helmcke de benoeming had geaccepteerd. De vergadering zich over de eindelijke reussite harer pogingen verblijdende, is met dankzegging aan God gesloten. J. van Doesburgh.
Gewone vergadering 20 junij 1821 1. Na de opening der vergadering door het gebed proponeerde de predikant, om uit hoofde van zijne bezigheden met de kervisitatie in deze week en van de algemene classis in de volgende week de bediening des heiligen Avondmaals uittestellen tot 2en zondag in julij, hetwelk algemeen werd goedgevonden. 2. Tot het bijwonen der classis 27 dezer alhier wierd benoemd de broeder ouderling Wurster, secundus Van der Helm en tot het doen der huisbezoeking dezelfde broeders. 3. Kwamen binnen gecommitteerden van het classikale bestuur van Wijk tot het doen der kerkvisitatie, welke, na alles in behoorlijke orde gevonden te hebben, met zegenwenschen over deze vergadering en gemeente zijn vertrokken. 4. De predikant sloot de vergadering met het gebed en men scheidde in liefde. J. van Doesburgh
[114r] [in de marge] absent Boeschoten, Vlastuin, Van den Helm, Van Wamel Gewoone vergadering 6 julij 1821 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten werd censura morum gehouden en Gode zij dank! niets berispeli jks ingebragt. 2. Werd besloten, om aan diakenen van Seijst te schrijven, dat wegens den toestand onzer kas aan vrouw Hoevelaken van 10 julij tot aan de maand november geene 126
bedeeling kan geschieden, en dat van mei 1820 tot 10 julij 1821 6 stuivers zal gegeven worden, confer september 3, 1820. 3. De heer De L’Orme deed rekening als kerkmeester van Victoris 1819 tot Victoris 1820. De ontvangst dier rekening bedroeg . . . . f 1441 : 11 : 6 de uitgave . . . . . . . . . . . . 1130 : 17 : 4 zoo dat meer ontvangen dan uitgegeven was . . . . f 310 : 14 : 2 Als potmeester rekening doende van Kersmis 1819 tot Kersmis 1820 bleek, dat de ontvangst bedroeg f 480 : 10 : 12 en de uitgave f 712 : 14 : 8 zoodat meer uitgegeven dan ontvangen was f 232 : 3 : 12, zullende het saldo dezer rekening als uitgave en dat der kerkerekening als ontvang door zijn’opvolger verantwoord worden. Ook deed de heer Bonebakker rekening van het fonds der spijs uitdeeling, door hem geadministreerd in den winter van 1820 op 1821. De ontvangst dezer rekening bedroeg . . . . f 169 : 12 : 4 de uitgave . . . . 133 : 11 : ,, zoodat in kas bleef . 36 : 1 : 4 welke in de volgende rekening als ontvangst zullen worden ingebragt. Beide heeren werden voor hunne goede administratie bedankt en alzoo hunne rekeningen gesloten. Hierop scheidde de vergadering met dankzegging aan God. J. van Doesburgh
[in de marge] absent Van den Helm, Van Dijk, Helmke In de gewone vergadering van 5 augustus was niets te verhandelen. J. van Doesburgh.
[114v] [in de marge] absent Van den Helm, Van Dijk Ordinaire vergadering 2 september 1821 1. Na het gebed werd de commissie tot de huisbezoeking aangesteld, bestaande uit den predikant en den broeder ouderling Van den Helm, secundus Van Dijk. 2. Voorts werd besloten, om voortaan niet op Hemelvaartdag, zoo als tot hiertoe alhier plagt te geschieden, maar op den 2e zondag vóór Hemelvaartdag te vergaderen tot het aanstellen van nieuwe kerkeraadsleden en om aan de benoemde leden in plaats van door den koster door eene commissie kennis te geven, welke van de bekomene antwoorden op den volgenden zondag rapport doet, zullende de broederen op dien volgenden zondag ordinair vergaderen zonder convocatie. Hierop scheidde men met dankzegging aan God. J. van Doesburgh.
[in de marge] absent omnes uno excepto Ordinaire vergadering 28 september 1821 Vermids niemand der broederen présent was behalve de ouderling Markestein is er niets verhandeld. J. van Doesburgh. 127
[in de marge] Absent Markestein, Van Dijk Ordinaire vergadering 11 november 1821 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten berigtte de predikant namens den afgetreden diaken J. Wurster, dat deze zijne rekening gereed had en wenschte te doen. 2. Men besloot, dat deze rekening door den predikant en diaken zal worden gerevideerd en na voorfagegane kennisgeving van den predikstoel aan de gemeente, zal worden gehoord en gesloten op den 21en dezer. 3. De predikant berigtte den ontvangst eener verklaring van den predikant van Maasbommel namens den kerkeraad aldaar, waarbij dezelve belooft voor Sarus van Rhee huishuur te zullen betalen ad 10 stuivers per week tot 1o mei 1822. Hierop scheidde men, na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[115r] Extraordinaire vergadering 21 november 1821 De afgetreden diaken J. Wurster in deze vergadering rekening doende van zijn ontvangsten en uitgaven in zijne qualiteit van Pinxter 1820 tot Pinxter 1821 bleek, dat door hem ontvangen was . . . . . . f 1045 : 5 , 2 en uitgegeven . . . . . . . 891 : 1 , 2 zoodat het batig saldo dezer rekening was . . . f 154 : 5 welke penningen door hem aan den diaken D. van Wamel zijn toegeteld, om door dezen als ontvangst verantwoord te worden. Met dankzegging aan broeder Wurster voor zijne gedane diensten en goede administratie werd zijne rekening goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh. Op den 2o december waren alle leden ter vergadering tegenwoordig, maar er was niets te verhandelen.
[in de marge] Absent Vlastuin, Van den Helm, Van Wamel, Helmcke Ordinaire vergadering 11 januarij 1822 Na het gebed werd censura morum gehouden. Er werd niets berispelijks ingebragt en vermids er niets te verhandelen was, scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[in de marge] Absent Van Dijk Ordinaire vergadering 3 februarij 1822 128
1. Na het gebed en de resumtie der vorige acten las de predikant een bij hem ontvangen brief van den kerkeraad van Maasbommel voor met verzoek, om eenigen onderstand voor S. van Ree en een zijner kinderen, welke voor notificatie is aangenomen. 2. Voorts gaf de broeder ouderling Van den Helm zijn genoegen te kennen over het besluit, op den 2 september laatstleden aangaande de verandering van den tijd tot benoeming van kerkeraads-leden door deze vergadering genomen, proponerende voorts, dat uit hoofde van de moeijelijkheid om geschikte personen tot bekleding van den post van ouderling te krijgen het getal der ouderlingen van zes op vier te verminderen. De meerderheid inclineerde niet voor deze propositie. Na dankzegging aan God scheidde men. J. van Doesburgh.
[115v] [in de marge] Absent Vlastuin, Van Dijk Ordinaire vergadering 3 maart 1822 Na het gebed werden de notulen der vorige vergadering geresumeerd. De broeder ouderling Van den Helm herhaalde zijne propositie in de vorige vergadering gedaan, daarbij meer ontwikkelende en nader aandringende de daartoe geallegeerde redenen, dat namelijk door het aannemen zijner propositie eene betere evenredigheid zou plaats hebben tusschen het getal der zielen in deze gemeente en dat van de ouderlingen en dat daardoor de jaarlijksche moeijelijkheden bij de verkiezing van ouderlingen zou worden voorgekomen, welke onvermijdelijk is, zoo lang het getal van zes ouderlingen blijft bepaald, vermids in eene gemeente als deze, uit maar ruim 600 zielen bestaande, op den duur geene geschikte en daarvoor inclinerende leden zullen kunnen gevonden worden. Drie der présente broeders waren vóór en drie tegen dit voorstel. De predikant vond in dit geval niet goed zijne stem, waardoor de zaak beslist zou zijn, uit te brengen, zoodat de zaak bleef in statu quo. Men scheidde hierop na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh
[in de marge] Absent Wurster, Boeschoten, Markestein, Van den Helm, Van Dijk Ordinaire vergadering 5 april 1822 Er was niets bijzonders te verhandelen. De predikant rapporteerde, dat hij met genoegen huisbezoek gedaan had en er werd niets ingebragt, waarom deze of gene van het Avondmaal zou behooren geweerd te worden. Men scheidde daarom dankbaar aan God. J. van Doesburgh.
[116r] [in de marge] absent Wurster, Van Dijk Ordinaire vergadering 5 mei 1822 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten herinnerde de praeses, dat overeenkomstig het besluit van 2 september laatstleden heden de benoeming van nieuwe 129
leden voor deze vergadering moest geschieden, verzoekende, dat de broeders ten dien einde hunne stembilletten mogten overgeven. Dit geschied zijnde bleek bij de opening der billetten, dat in plaats van de afgaande ouderlingen de broeders Boeschoten, Vlastuin en Markestein waren benoemd de broeders Noordbeek, Beurtman en Van Wijk en in plaats van den afgaanden diaken Dirk van Wamel J. Wurster, junior. Met algemeen goedvinden werden er twee commissien benoemd, om ingevolge besluit van 2 september laatstleden de benoemde broeders van hunne benoeming namens de vergadering kennis te geven en hen te verzoeken, om dezelve aantenemen. De praeses met den oudsten ouderling Boeschoten werden gecommitteerd, om dit te doen bij de broeders Noordbeek en Wurster en de ouderlingen Vlastuin en Van den Helm bij de broeders Beurtman en Van Wijk als mede, om van hun wedervaren overeenkomstig meergemeld besluit van 2 september aanstaande zondag en dat wel na den voormiddag godsdienst te rapporteren. 2. Voorts maakte de praeses bekend, dat de kerkvisitatie alhier zal plaats hebben op den 29e dezer, voormiddag te 9 uren. 3. Aan Jan van de Water werd toegelegd een paar schoenen en een hembd. De diaken werd verzocht daarvoor te zorgen. Men scheidde met dankzegging aan God. J. van Doesburgh.
De kerkeraad op den 12en dezer vergaderd zijnde, om ingevolge besluit van 2 september laatstleden te hooren het rapport van de gecommitteerden die aan de vóór 8 dagen benoemde nieuwe leden van derzelver benoeming hadden kennis gegeven, verblijdde zich te hooren, dat allen de benoeming hadden aangenomen, bedankte de gecommitteerde leden voor hun volbragt werk, terwijl de praeses de afgaande leden bedankte voor derzelver getrouwe diensten, etc., waarna men met dankzegging aan God scheidde. J. van Doesburgh.
[116v] Ordinaire vergadering 29 mei 1822 1. Na de opening der vergadering door het gebed communiceerde de predikant, dat Zwerus van Driel die vóór eenige jaren van hier naar Nijkerk getrokken was, met zijn gezin was teruggekomen met oogmerk, om hier te blijven wonen en dat gemelde Van Driel hem een’ brief van den diaken van Nijkerk had overhandigd, behelzende het verzoek, om voor de kinderen van Van Driel ’s wekelijks 6 stuivers te geven voor rekening van de diakonie van Nijkerk tot aan de maand october, kunnende men zich, wanneer dat noodig mogt zijn, als dan nader adresseren. 2. Wijl niemand der broederen iets had voortestellen, resolveerde men, om de vergadering van heden voor die welke aanstaande zondag zou moeten gehouden worden, te doen subintreren, waarom dan ook nu tot het doen der aanstaande huisbezoeking met den predikant en tot het bijwonen der classikale vergadering op den laatste woensdag in junij benoemd werden de broeders ouderlingen Noordbeek, secundus Beurtman. 3. Voorts werd het reeds meermalen besprokene, om zich ten koste der diakonie met geene huis huren der bedeelden te bemoeijen, veel minder daarvoor opzettelijk huizen te huren, in een besluit veranderd. 4. Ook werd de resolutie van mei 19 1803 nopens de boeten der absentie vernieuwd. 130
5. Stonden binnen gecommitteerden uit het classikaal bestuur tot het doen der kerkvisitatie, welke, na alles in behoorlijke orde te hebben gevonden, met zegenbeden vertrokken, wordende daarna de vergadering met dankzegging aan God gesloten. J. van Doesburgh
[117r]
[in de marge] Absent Wurster, Van den Helm, Van Dijk, Beurtman, Van Wijk, Helcke, Wurster Ordinaire vergadering 5 julij 1822 De presente leden verblijdden zich, dat er niets berispelijks betrekkelijk de leden dezer gemeente was voorgekomen en dat de huisbezoeking tot genoegen verrigt was. Er was voorts niets te verhandelen. J. van Doesburgh.
Extraordinaire vergadering 22 julij De heer D. Bonebakker zijne rekening als kerkmeester van Victoris 1820 tot dito 1821 en als potmeester van Kersmis 1820 tot dito 1821 doende, bleek het, dat zijn eerwaarde in zijne eerste kwaliteit had ontvangen f 897 : 1 : 4, uitgegeven f 690 : 7 : 14 en dus meer ontvangen dan uitgegeven f 206 : 13 : 6. In zijne tweede kwaliteit bedroeg de ontvangst f 482 : - : 12, de uitgave f 675 : 4 - , zoo dat meer uitgegeven dan ontvangen was f 193 : 3 : 4. Ook verantwoordde de heer Bonebakker zijne administratie van het fonds der spijs uitdeeling in den winter van 1821 tot 1822, waaruit bleek, dat zijn eerwaarde had ontvangen f 167 : 18 : 8 en uitgegeven f 89 - : - 12 en dus meer ontvangen dan uitgegeven f 78 : 17 : 12. Alle deze rekeningen werden onder dankzegging aan den heer Bonebakker gehoord, goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh.
[Absent Van Dijk, Van Wijk, Helmcke Ordinaire vergadering 1 september 1822 1. Na het gebed en de resumtie der vorige notulen werd tot het doen der huisbezoeking benevens den predikant benoemd de’ouderling Beurtman, secundus Van Wijk. 2. De predikant gaf namens den afgetreden broeder D. van Wamel te kennen, dat deze gereed was, om zijne diakonie rekening te doen. Werd bepaald, dat dit aanstaanden zaturdag 7 dezer namiddag ten 2 uren zou geschieden. Daar het uit de overgelegde rekening, die door den predikant en den heer Noordbeek nader zal gerevideerd worden, bleek, dat er een batig saldo van ruim f 282: was, is er besloten, dat f 200 daarvan zullen op interesse gezet worden in de spaarbank te Tiel, waartoe de predikant verzocht is, die dit op zich genomen heeft.
[117v] 131
3. De predikant gaf aan de vergadering te kennen, dat hij op den 26en der vorige maand eene onaangename ontmoeting had gehad ten huize van Maas Heij, waarvan hij meende niet te mogen zwijgen in deze vergadering, omdat het hem was overgekomen, daar hij directelijk in zijne functie bezig was en er zeker bij geruchte wel iets van ter oore der broederen zoude gekomen zijn. Het gevoel kwam kortelijk hierop neder, dat de predikant op den 26en augustus, vernomen hebbende, dat de zoon van M. Heij ziek was, zich dadelijk derwaards begeven heeft, dat hij de vrouw van Heij op den trap ontmoetende, zijn voornemen, om haren zoon te bezoeken aan haar had te kennen gegeven, dat deze vrouw hem zeer onheusch bejegend had, het welk door eene nog onheuschere bejegening van den man, onder het uitbraken van vloeken gevolgd was, zoodat de predikant zeer ontroerd, zonder zijn doel (het bezoeken van de zieken) te bereiken was henengegaan. De predikant wilde om redenen dit niet als eene klagt, maar slechts als eene mededeling hebben aangemerkt, vooral, omdat hij besloten had, om den zieken zoon van Heij niet te bezoeken, zonder daartoe opzettelijk verzocht te zijn, waaromtrent hij gaarne het oordeel der vergadering wilde weten. De vergadering, dit met gevoel gehoord hebbende, besloot, om voor als nog te berusten in het verzoek van den predikant, om deze zaak te laten in state en af te wachten, hoe M. Heij en zijne vrouw zich verder zouden gedragen, terwijl zij eenparig goed vond, dat de predikant in het gezin van M. Heij geene zieken zou bezoeken, zonder daartoe expresselijk verzocht te zijn. Voorts wenschte zij, dat de predikant van dergelijke onaangenaamheden mogt bevrijd blijven. 4. Aan de weduwe J. Lamoréwerd op haar verzoek een verhooging der wekelijksche bedeeling van 4 stuivers toegestaan, gedurende de zomer bedeeling. Men scheidde met dankzegging aan God. J. van Doesburgh.
[118r] Extraordinaire vergadering 7 september 1822 De afgetreden diaken D. van Wamel, rekening doende van zijne administratie van Pinkster 1821 tot Pinkster 1822, bleek, dat door hem ontvangen was f 1006 : 3 : 6 en uitgegeven f 723 : 10 : 8 en dus meer ontvangen dan uitgegeven f 282 : 12 : 14, welke penningen aan zijnen opvolger den broeder Helmcke zijn toegeteld, om door dezen als ontvangst verantwoord te worden. Met dankzegging aan broeder Van Wamel voor zijne goede administratie werd deze rekening goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh.
[in de marge] absent Van den Helm, Van Dijk, Van Wijk, Helmcke, Wurster. Ordinaire vergadering 11 october 1822 Na het gebed en de resumtie der vorige akten 1. berigtte de predikant, dat hij conform artikel 2 der vergadering van 2 september f 200 had belegd in de spaarbank te Tiel op den 30e september laatsleden, hetwelk voor notificatie werd aangenomen. 2. Ook deed zijn eerwaarde rapport van een’brief der diakonen van Nijkerk 26 september, waarin verzocht wordt, om voor rekening van die diakonie aan de kinderen van Zwerus van Driel wekelijks te geven 10 stuivers, beginnende met 1e november 1822 en 132
eindigende met ulimo februarij 1823. De vergadering bedankte voor dit berigt en vond goed aan de diakonie van Nijkerk te verzoeken om eenige kledij voor die kinderen. 3. De gecommitteerden tot de huisbezoeking deden rapport van den goeden uitslag derzelve. Men hield voorts censura morum en er kwam niets berispelijks voor, waarna men met dankzegging aan God scheidde. J. van Doesburgh.
[118v] [in de marge] absent Van Wijk, Van Dijk Ordinaire vergadering 3 november 1822 1. Na het gebed en de resumtie der vorige notulen rapporteerde de diaken, dat O. Schakel om onderstand van de diakonie verzocht had. Broeder diaken is daarop verzocht, om aan Schakel te zeggen, dat zoo hij dergelijke verzoeken had, hij zich dan in persoon aan de vergadering moest wenden. 2. De predikant communiceerde, dat twee leden van den kerkeraad van Neder Langbroek hem hadden medegedeeld hun voornemen, om aan deze vergadering te doen toekomen eene schriftelijke verklaring van den kerkeraad van Nederlangbroek, dat dezelve op zich neemt, onze diakonie te libereren van onderstand aan zekere Jannigje Hoeflaken en het kind waarvan dezelve verlost is binnen deze stad, zijnde zij thans voor rekening van Langbroek besteed bij hare zuster alhier woonachtig. De vergadering dit voor notificatie aannemend, scheidde men God dankende. J. van Doesburgh. Op den 17en november heeft de predikant gecommuniceerd den ontvangst van een brief van heeren burgemeesteren dezer stad, behelzende verzoek van opgave van het getal der bedeelden dezer gemeente en de wijze der bedeeling. De predikant werd verzocht dit met den diaken te regelen en dien brief namens den kerkenraad te beantwoorden.
Op den 1 december deelde de predikant een’ingekomen brief mede van de kerkeraad van Maasbommel met verzoek om onderstand voor het huisgezin van S. van Rhee. Men besloot, om het kind van gemelde Van Rhee, dat hier geboren is, wekelijks 5 stuivers toeteleggen van heden af tot ultimo maart aanstaande, wordende de predikant verzocht den kerkeraad van Maasbommel te verzoeken, om dat voor ons bij voorschot te geven.
Op den 15 berigtte de predikant den ontvangst der verklaring van den kerkeraad van Nederlangbroek (zie vergadering november 3 ) welke in de portefeuille gelegd is no. 52.
[119r] [in de marge] Absent Van den Helm, Van Dijk, Noordbeek, Helmcke Ordinaire vergadering 10 januarij 1823. Na het gebed en de resumtie der vorige akten 1. berigtte de predikant, dat hij ingevolge het bepaalde op den 17en november laatstleden met overleg van den diaken, den brief van heeren burgemeesteren aangaande het getal 133
der armen en de wijze van bedeeling, etc. (welke brief is gedeponeerd in de portefeuille sub no 53) in dezer voege heeft beantwoord dat de inkomsten der diakonie armen zijn 1e. wegens dotatien . . . f 75 2e. wegens collecten . . . 546 3e. dat er geene uitgaven voor administratie bestaan 4e. dat de uitgaven aan lasten, etc. bedragen f 108 5e. dat het getal der bedeelden beloopt ruim 100, waaronder 18 ouden, 50 kinderen, 8 gebrekkigen, zijnde de overigen van middelbare jaren. 6e. dat, wat de hoeveelheid der bedeeling aan ieder betreft, wij ons niet in staat vonden, om aan het verlangen van heeren burgemeesteren te voldoen. Dat wij in de behoeften dezer armen voorzien naar gelang van onze kas en zoveel mogelijk overeenkomstig die behoeften. Dat het ons voor kwam, schoon wij dat niet durfden bepalen, dat 20 huisgezinnen voorzien in meer dan de helft, één in de helft en 6 in minder dan de helft hunner behoeften. De vergadering bedankte den praeses voor zijne genomene moeite en vereenigde zich met zijn preadvies, om een’in den loop dezer week van heeren burgemeesteren ontvangen brief over hetzelfde onderwerp, maar meer uitvoerig en waarin tevens van pot armen gesproken wordt ter kennis te brengen van hoofdaalmoezenieren met verzoek, om denzelven te beantwoorden. 2. Men hield censura morum en bevond Gode zij dank niets waarom deze of gene van het Avondmaal zou behooren geweerd te worden. De vergadering werd met het gebed gesloten. J. van Doesburgh.
[119v] Op den 23en maart berigtte de predikant den ontvangst van een’ brief van het classikale bestuur van Wijk, behelzende een ten verzoeke van de te Utrecht bestaande commissie ter bevordering van de theologische studien gedaan verzoek, dat door den kerkeraad aan de gemeente gelegenheid moge worden gegeven, om door eenige bijdragen, het zij jaarlijks, het zij in ééns, het aanvankelijk met succes werkend fonds te helpen stevigen (de brief gelegd in de portefeuile no 54). De presente leden (Van den Helm, Noordbeek, Wurster, Beurtman, Helmcke, Wurster) hierover delibererende, hebben goed gevonden op advies van den predikant, dat deze den inhoud van bovengemelde brief met noodige aandrang aan de gemeente van den predikstoel zal bekend maken, met bijvoeging, dat er ten zijnen huize eene lijst ligt voor degenen die voor eene jaarlijksche bijdragen willen inschrijven en tevens gelegentheid om een gift te doen.
[in de marge] Absent Van den Helm, Van Dijk, Van Wijk, Wurster, diaken Ordinaire vergadering 4 april 1823 1. Na de opening der vergadering werden de vorige akten van 10 januarij en 23 maart geresumeerd. 2. Men hield censura morum, maar er werd niets tegen eenig lid der gemeente ingebragt. 3. Vermids de huur van het huisje en land in de Donkersteeg met ultimo dezer maand eindigt, is de predikant met den diaken verzocht en geautoriseerd, om namens deze vergadering met den heer’De Coole te sluiten het contract van erfpacht conform het geresolveerde in de vergadering van 3 september 1820 artikel 3. 134
4. De diaken Helmke communiceerde voornemens te zijn, om in deze maand naar elders te gaan wonen en daardoor buiten staat te zijn, om in persoon zijne rekening als administrerend diaken over dit jaar te doen, verzocht, dat de vergadering mogt genoegen nemen, dat dit in zijne plaast geschieden zou door C.V. Boeschoten, die ook na zijn vertrek de nog loopende zaken zou waarnemen. De vergadering nam daarin genoegen, bedankende den heer Helmke voor zijne bewezen diensten. Men scheidde met dankzegging aan God. J. van Doesburgh. [120r] Op den 20en april bragt de predikant ter kennisse der broederen eene bij zijn eerwaarde ontvangen missive van het provinciaal kerkbestuur van Utrecht van 18 dezer behelzende aanschrijving aan den kerkeraad alhier (ten fine van een verzoek van den heer gouverneur dezer provincie, gevolgd op aan zijne excellentie medegedeelde consideratien etc. nopens een request van kerkmeesters dezer gemeente aan zijne majesteit om subsidie van den lande) om gezamenlijk met kerkmeesteren dezer gemeente te doen opmaken door twee of meer zaakkundigen eene begrooting der kosten, benoodigd tot het repareren der kerk en pastorie en wel bepaaldelijk voor ieder gebouw afzonderlijk. Op deze aanschrijving gedeponeerd in de portefeuille n o 55 is besloten den predikant te verzoeken om deze zaak met heeren kerkmeesters te arrangeren en de gevraagde begrooting namens deze vergadering aan het provinciaal kerkbestuur op de zenden met aanbeveling van deze zaak, hetwelk de predikant op zich genomen heeft. Ordinaire vergadering april 27 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, rapporteerde de predikant, dat hij ingevolgde het besluit van 20 dezer met heeren kerkmeesters had verzocht G. de Ridder en C.R. Kroon om de noodige reparatien aan de kerk en pastorie optenemen, dat de reparatien voor de kerk zijn geschat op f 1329 en die van de pastorie op f 842, welke begrooting aan het provinciaal kerkbestuur is opgezonden met aanbeveling van de belangen der gemeente. 2. De predikant bragt ter vergadering een van het classikaal bestuur ontvangen koninglijke besluit, arresterende het reglement op de administratie der kerkelijke fondsen in deze provincie, welk besluit met het daarbij gevoegd reglement in de portefeuille no 56 zal worden gedeponeerd, nadat het door de leden zal zijn gelezen. Broeder Wurster nam het mede om het rond te zenden. 3. Voorts ging men over tot de benoeming van nieuwe kerkeraadsleden in plaats van de aftredende ouderlingen Wurster, Van der Helm en Van Dijk en in plaats van den aftredende diaken Helmcke. Bij de opening der billetten bleek, dat benoemd waren tot ouderlingen de broederen Van Boeschoten, Vlastuin en Markestein en tot diaken de broeder W. van Groeneveld. De predikant en de ouderlingen Beurtman en Van den Helm werden verzocht om den nieuw benoemden dit te communiceren en van den uitslag aanstaande zondag na de voormiddag godsdienstoefening der vergadering te rapporteren. Met dankzegging aan God werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh
[120v] 135
Op den 11en junij heeft de heer G. de lಬOrme zijne rekening als kerkmeester van Victoris 1821 tot Victoris 1822 en als potmeester van Kersmis 1821 tot Kersmis 1822 gedaan, waarbij bleek dat zijn eerwaarde in zijne eerste kwaliteit had ontvangen f 800:12- en uitgegeven f 463:10, dus meer ontvangen f 337:2. In zijne tweede kwaliteit was de ontvangst f 475:14:12, de uitgaven f 629:17:8, zoodat meer uitgegeven den ontvangen was f 154:2:12. Ook verantwoordde de heer D. Bonebakker zijne administratie van het fonds der spijsuitdeeling in den winter van 1822 tot 1823, waaruit bleek, dat zijneerwaarde had ontvangen f 194:6:4 en uitgegeven f 130:9:2 en alzoo meer ontvangen dan uitgegeven f 63:17:2. Alle deze rekeningen werden goedgekeurd en gesloten. Quod testor. J. van Doesburgh, predikant Vergadering 2 julij 1823 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, berigtte de predikant, dat hij met genoegen de gewone huisbezoeking had gedaan. Voorts werd censura morum gehouden, maar niets berispelijks ingebragt. 2. Werd goedgevonden om kerkelijk attestatie te geven aan J.W. Helmcke en Clara Roeters, aan Johannes van der Vliet en Geertruit Roos, aan E.A. van Zeijst en J.W.Koops. 3. Stonden binnen gecommitteerden van het classikale bestuur, ds. Clarisse en ds. De Wijs, tot het doen der gewone kerkvisitatie, welke alles in behoorlijke orde bevonden hebbende onder zegenbeden vertrokken. Waarna de vergadering met dankzegging aan God is gesloten. J. van Doesburgh, verbi divini minister [121r] [in de marge] absent Noordbeek ziek, Van Wijk, Vlastuin Ordinaire vergadering 7 september 1823 1. Na de opening der vergadering door het gebed rapporteerde de administrerende diaken het overlijden der weduwe van Hermanus van Ek, nalatende 5 kinderen en een onecht kind der oudste dochter, welke allen behoeftig zijn en de een meer en de andere minder onderstand behoeven. Voorts berigtte hij, dat hij het jongste kind, oud 5 jaren, onder approbatie dezer vergadering had besteed bij heer Tap voor 18 stuivers per week, het welk goedgekeurd werd. Dat hij het volgende, oud 7 jaren, zou kunnen besteden bij de weduwe Van Brussel voor stuivers 18 per week, hetwelk insgelijks werd geapprobeerd. Dat het daarop volgende, oud ruim 11 jaren, door Jan de Bruin op den hoogen dijk bij provisie was genomen voor de kost, waarover men zich verblijdde. Dat de dochter voor haar en haar kind een wekelijksche ondersteuning van 6 stuivers verzocht, welke is toegestaan en dat men hoopte dat er zich voor den oudsten zoon, ruim 16 jaren oud, een dienst zou opdoen. De diaken werd voor zijne moeite en zorge bedankt en alle de leden der vergadering waren gereed om zoo veel in hen was, de belangen dezer ongelukkige weezen te behartigen. 2. Aan Cornelis van Oyen en zijne huisvrouw Johanna van Ek in Frederiksoord werden kerkelijke attestatien toegestaan. 136
3. Tot de aanstaande huisbezoeking werd nevens den predikant benoemd broeder Beurtman. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh, verbi divini minister [121v] [in de marge] absent Van Wijk, Noordbeek ziek Ordinaire vergadering 3 october 1823 1. Na het gebed werden de handelingen der vorige vergadering geresumeerd. 2. Gecommitteerden tot de huisbezoeking berigtten, dat zij dezelve met genoegen verrigt hadden, waarop censura morum gehouden werd, waarbij niets berispelijks voorkwam. 3. Op een voorstel van den diaken om aan Gijs van der Hoeven, die zijn been gebroken heeft, onderstand uit de diakonie kas te geven, behalve hetgeen de geneezing van zijn been kost, werd de diaken geautoriseerd daarin naar gelang der omstandigheden te handelen. 4. De diaken werd geautoriseerd om de binnenmuur van het armenhuijsje door J. van de Water bewoond, te doen repareren. 5. De predikant las voor eenಬ bij hem ontvangen brief van heeren burgemeesteren dezer stad, behelzende kennisgeving van een koninglijk besluit van 7 september 1814 n o 6, behelzende dat alle gealimenteerden en die onderstand uit armen fondsen genieten, hunne kinderen die nog niet de kinderziekte gehad hebben, moeten doen vaccineren. Men meende dat alle kinderen van zoodanigen, die tot deze gemeente behooren, gevaccineerd zijn, en diakenen namen gaarne op zich om daarop verder te blijven letten. Bovengemelde brief zal in de portefeuille gedeponeerd worden onder n o 57. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [122r] Op den 9en november communiceerde de predikant den ontvangst 1e van een nieuw synodaal reglement op de kerkvisitatie, hetwelk in de portefeuille zal gelegd worden onder no 58. 2e van een antwoord op een door hem geschreven brief aan het armenbestuur van Nijkerk, behelzende dat gemeld bestuur de medicinale kosten voor de kinderen van Zwerus van Driel zal betalen. Dat het voor dezelve gedurende november en december 1823 en januari en februari 1824 per week zal geven 10 stuivers en daarenboven voor kleeding f 8-:-: Men vond goed dat de rekening van den afgetreden diaken zou geschieden in de week na den 23e dezer. De predikant werd verzocht die rekening na te zien en den dag op welken dezelve zal gedaan worden, op den 23e dezer, aan de gemeente bekende te maken. Op den 24e november heeft de ouderling C. van Boeschoten namens den afgetreden diaken Helmcke, die van hier naar Zaandam vertrokken is, rekening gedaan van ontvangst en uitgave voor de diakonie van Pinkster 1822 tot Pinkster 1823. De ontvangst bedroeg f 1155:2:14, de uitgave f 1045:9:14, zoodat meer ontvangen dan uitgegeven is f 109:13, welke in de volgende rekening als ontvangst moeten verantwoord worden. [in de marge] absent Noordbeek, Beurtman ziek 137
Ordinaire vergadering 9 januari 1824 Na het gebed en de resumtie der vorige aantekeningen werd censura morum gehouden en niets tegen eenig lid der gemeente ingebragt. Voorts heeft de vergadering, lettende op artikel 36 van het reglement op de administratie der kerkelijke fondsen in deze provincie, besloten om aan heeren kerkvoogden in deze gemeente te verzoeken om een afschrift van den inventaris der kerkelijke goederen en inkomsten dezer gemeente en daartoe den predikant verzocht en geautoriseerd. J. van Doesburgh [122v] [in de marge] Noordbeek ziek Ordinaire vergadering 7 maart 1824 1. Na de opening der vergadering en resumtie berigtte de predikant, dat hij overeenkomstig resolutie van 4 april 1823 met den diaken Wurster een kontrakt van erfpacht van het land in de Donkersteeg met den heer A. de Coole en zonen had gepasseerd, welks dubbeld in de portefeuille onder n o 59 is gedeponeerd, alles op den voet zoo als in de vergadering 3 september 1820 artikel 2 is bepaald, zijnde door den heer De Coole de f 72- waarvan in dat artikel gemeld wordt, betaald en het huis door zijneerwaarde gesloopt. 2. De vergadering keurde goed, dat door den predikant aan die van Maasbommel was toegestaan om aan S. van Ree gedurende 8 weken 5 stuivers per week te bedeelen. 3. Werd goedgevonden om aan de weduwe J. Lamor« 6 stuivers per week te geven ter te gemoetkoming in het onderhoud van de 2 kinderen van hare overledene dochter, te beginnen wanneer de uitdeeling der soep ophoudt. Men scheidde more solitu. J. van Doesburgh [in de marge] absent Van Wijk, Beurtman, Groeneveld, Noordbeek ziek Ordinaire vergadering 9 april 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten berigtte de predikant, dat hij met broeder Boeschoten huisbezoek had gedaan in de nieuwe stad, waarop censura morum werd gehouden, bij welke niets berispelijks voorkwam. 2. De predikant las voor een ingekomen brief van het classikaal bestuur van 17 maart, behelzende aanschrijving om, daar er in dit jaar geene persoonlijke kerkvisitatie zal geschieden, de vragen, voorkomende in het reglement op de kerkvisitatie artikel 12, schriftelijk te beantwoorden. Daarna werden die vragen voorgelezen en door de tegenwoodige leden met ruimte voldoende beantwoord en geteekend, zullende dezelve aan de absenten worden voorgesteld. 3. De vrouw van Hendrik Donkervoort om eenigen onderstand verzoekende werd haar 4 stuivers per week toegelegd. Men scheidde God dankende. J. van Doesburgh [123r] Op den 4e mei heeft de heer D. Bonebakker zijne rekening gedaan als potmeester van Kersmis 1822 tot Kersmis 1823. De uitgave bedroeg f 591: 8 138
en de ontvangst . . uitgegeven dan ontvangen
. .
. .
. .
. 515:14:12 zoodat meer f 75:13: 4
Ook verantwoordde zijn eerwaarde de administratie van het fonds der spijsuitdeeling in den winter van 1823-1824 zijnde ontvangen
.
.
.
.
.
uitgegeven
.
.
.
.
.
meer ontvangen den uitgegeven .
.
.
f 166:17: 2 116:15: 4 en dus 50: 1:14
Beide welke rekeningen zijn goedgekeurd en gesloten. [in de marge] absent Van Wijk, Vlastuin Ordinaire vergadering 16 mei 1824 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, werden de akten der vorige vergadering geresumeerd en gearresteerd. 2. Overgaande tot de benoeming van nieuwe kerkeraads-leden werden in plaats van de aftredende ouderlingen Noordbeek, Beurtman en Van Wijk benoemd de broederen J. Wurster senior, R. van den Helm en G. van Dijk, en in plaats van den afgaande diaken Johannes Wurster junior. De predikant en de broederen ouderlingen Van Boeschoten en Beurtman namen op zich om dit aan de nieuw benoemde broederen te communiceren en van den uitslag aanstaande zondag na den voormiddag godsdienst rapport te doen. 3. De predikant deelde der vergadering mede een reglement van uitkoop voor leden der gemeente die weigeren den post van kerkvoogd, notabele, ouderling of diaken te aanvaarden of denzelve tusschentijds willekeurig verlaten, goedgekeurd door zijne excellentie den staatsraad directeur generaal voor de zaken der hervormde kerk 24 april 1824, welk reglement in de portefeuille zal worden bewaard onder n o 60. Men scheidde na dankzegging aan God. J. van Doesburgh [in de marge] absent Wurster, Van den Helm, Markestein, Groeneveld, De Heus Ordinaire vergadering 2 julij 1824 Na het gebed en de resumtie der vorige akten berigtte de predikant, dat hij met broeder Wurster huisbezoek had gedaan in de oude stad. Hierna werd censura morum gehouden, bij welke niets berispelijks voorkwam. Daar er voorts niets te verhandelen was, scheidde men. J.van Doesburgh [123v] [in de marge] absent De Heus Ordinaire vergadering 12 september 1824 1. Na het gebed en de resumtie der vorige akten deelde de predikant den ontvangst mede 1o van een synodaal besluit van 15 julij 1824, dat, ofschoon in het reglement op de kerkvisitatie sommige voorschriften, die uit kracht van vroegere algemeene kerkelijke wetten zijn aangenomen, niet voorkomen, dezelve echter moeten gerekend worden hunne kracht te behouden. Portefeuille No 61. 139
2o eene opwekking der synode aan de predikanten om zooveel in hun is te zorgen, dat kinderen van protestanten die met roomschen huwen, niet in de roomsche kerk ingelijfd worden. No 62. 3o kennisgeving door den directeur generaal van een koninklijk besluit van 20 julij 1824 dat, wanneer de 18en junij op zaturdag of maandag invalt, de godsdienstige viering van den gedenkdag van 18 junij des zondags zal plaats hebben. N o 63. 2. Tot het doen der huisbezoeking in de nieuwe stad in de aanstaande maand werd nevens den predikant gecommitteerd de broeder ouderling Vlastuin. 3. De predikant communiceerde, dat kerkvoogden ter verwarming der kerkenkamer bij gelegenheid der catechisatie etc. eene kagchel zouden bezorgen, proponeerde dat in plaats van jaarlijks een vim hout uit het diakoniefonds te koopen voor vuur in de kerkenkamer dit geld te besteden tot het koopen van gruis voor de kagchel, en is desovereenkomstig besloten. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh October 1. De predikant deed rapport van de gedane huisbezoeking. Bij de censura morum kwam niets berispelijks voor. J. van Doesburgh [124r] October 10. De predikant communiceerde eenen bij hem ontvangen brief van O. Schakel, zijnen nood te kennen gevende en om onderstand verzoekende. Men vondt goed om uit hoofde van het zedeloos en verkwistend karakter van O. Schakel naar zijne omstandigheden nauwkeurig onderzoek te doen. Broeder Vlastuin werd daarmede bijzonder gechargeerd. October 24. De predikant deelde een door den heer burgemeester in zijne handen gestelde adres van O. Schakel aan den heer gouverneur dezer provincie mede, waarin deze zich beklaagt over den kerkeraad als ook voorziende in zijnen nood (gedateerd 15 october). Men heeft besloten daarop te berigten, dat op den15 e dezer het besluit van 10 dezer aan O. Schakel is gecommuniceerd, dat den kerkeraad nog geene genoegzame informatie heeft kunnen inwinnen en dus aan O. Schakel geen ander antwoord zou kunnen geven dan dat dezelve, wanneer zijn nood gebleken is, zal trachten hem, indien het diakoniefonds dat permitteert, op de Ommerschans gelegenheid tot arbeid en onderhoud te verschaffen, daar de ondervinding geleerd heeft, dat hij een slecht huishouder is en dat geld in zijne handen hem ligtelijk tot buitensporigheden verleidt. De predikant werd daartoe verzocht als ook om bij de subcommissie van weldadigheid hier ter stede zich te informeren, of er gelegenheid zou zijn O. Schakel op de Ommerschans te plaatsen en op welke voorwaarden. [in de marge] absent Van den Helm Ordinaire vergadering 7 november 1824 1. De vergadering met het gebed geopend en de notulen van 1, 10 , 24 october gearresteerd zijnde, communiceerde de predikant, dat hij op het door den heer burgemeester in zijne handen gestelde request van O. Schakel had berigt ingevolge het geresolveerde 24 october en dat hij van den sekretaris der subcommissie van weldadigheid alhier had vernomen, dat O. Schakel eerst dan naar de Ommerschans kan worden getransporteerd, wanneer hij zich aan bedelarij schuldig maakt. 140
2. Werd gelezen een brief van den heer burgemeester van 1 o dezer, behelzende aanschrijving naar aanleiding van eene van den heer gouverneur dezer provincie ontvangen missive van 27 october laatstleden om onverwijld in het onderhoud van O. Schakel te voorzien etc., welke brief werd aangenomen voor notificatie. 3. De vergadering delibererende over het verzoek van O. Schakel om onderstand, lettende op het berigt van eenಬ der leden, dat O. Schakel thans in behoeftigen staat verkeert, overwegende de vele behoeften aan onderstand in deze gemeente, heeft besloten aan hem wekelijks tot ultimo april toe te leggen 8 stuivers, welke door het overlijden der weduwe Stikker 1o dezer vaceren. De diaken is verzocht dit op de eerste aanvrage van Schakel aan hem te zeggen en daarbij te voegen eene opwekking tot arbeidzaamheid, vermids het geld der diakonie niet voor luijaards en verkwisters bestemd is. Na dankzegging aan God scheidde de vergadering. minister
J. van Doesburgh, verbi divini
[124v] 28 november 1824. De predikant gaf kennis, dat door heeren burgemeester en wethouders dezer stad in handen van den kerkeraad gesteld was, om daarop te dienen van berigt, een adres van O. Schakel aan den heer gouverneur der provincie. Dit adres voorgelezen zijnde, bleek daaruit, dat O. Schakel niet te vreden met de aan hem toegelegde bedeeling van 8 stuivers per week door deze vergadering, aan den gouverneur verzoekt, dat deze zich zijner aantrekken en zorgen moge, dat hij althans f 1per week ontvange. Als ook dat hij zeer onvergenoegd was over de wijze waarop hij door den predikant was behandeld en dat de diaken Groeneveld aan hem zou gezegd hebben dat de reden waarom hij niet ruimer bedeeld werd, was dat hij den predikant beledigd en zich aan den gouverneur geadresseerd had. Nadat de predikant en de diaken verzocht hadden om op de beleediging hun door Schakel aangedaan, bijzonder den diaken door het leugenachtig verdraaijen van deszelfs woorden, niet te reflecteren als zijnde Schakel in dezen beneden alle kritiek en bij heeren burgemeester en wethouders genoeg bekend als tot dergelijke dingen in staat, werd besloten om aan hunne edelachtbaren te berichten dat de kerkeraad na ingewonnen informatie aangaande den toestand van O. Schakel heeft besloten hem tot 1o mei 1825 uit de diakonie kas te doen uitreiken 8 stuivers per week; dat, schoon O. Schakel wegens zijn gedrag en vooral wegens zijn misbruik van in vroeger jaren uit de diakoniekas genoten ondersteuning, niet verdient geholpen te worden, echter uit aanmerking van zijnen behoeftigen toestand de aan hem toegestane bedeeling niet op minder dan 8 stuiver bepaald is en dat die bepaling niet hooger is gesteld eensdeels omdat het fonds dit niet toelaat en ten anderen omdat meerder bedeeling, al kon men ze geven, aan Schakel in het zoeken van werk hinderlijk en tot misbruik bevorderlijk zijn zou; als ook, dat de kerkeraad overtuigd, dat op dit laatste te letten een van zijne dure pligten is, al wilde men dat in dit geval eens voorbijzien, niet in staat zou zijn om aan Schakel zonder andere waarlijk armen en inzonderheid talrijke huisgezinnen te benadeelen, meer te geven, terwijl men dat doende zich niet zou kunnen verantwoorden aan de gemeente, aan welke men rekenschap schuldig is. 141
[125r] [in de marge] absent Groeneveld, De Heus Vergadering 31 december 1824 1. De vergadering met het gebed geopend en de aanteekeningen van 7 en 28 november geresumeerd zijnde, las de predikant voor eene missive van de heeren burgemeester en wethouders dezer stad van 13 dezer, ten gevolge van eene aanschrijving van den heer gouverneur dezer provincie aan hunedelachtbare ter rescriptie van eene missive van hunedelachtbaren van 30 november laatstleden ten geleide van het berigt van deze vergadering in de zaak van O. Schakel (zie de aanteekeningen 28 november laatstleden), welke missive behelsde, dat de heer gouverneur zegt, dat 8 stuivers in de week geen middel van bestaan is voor iemand die onzeker is van andere middelen te zullen vinden; dat, zoo het diakoniefonds geene ruimere bedeeling toelaat, het dan noodzakelijk zou wezen naar maatregelen ter vermeerdering van hetzelve omtezien en aanschrijving aan den kerkeraad om in den hoogen nood van O. Schakel te voorzien en op speciale verantwoordelijkheid te zorgen, dat O. Schakel niet van gebrek omkome. Deze missive is aangenomen voor notificatie. 2. Voorts communiceerde de predikant eene missive van heeren kerkvoogden dezer gemeente 17 dezer, behelzende 1o verzoek om het reglement van uitkoop voor diegenen die weigeren eene kerkelijke bediening aan te nemen, van den predikstoel aan de gemeente bekend te maken (dit reglement is in de portefeuille sub no 60). 2o Kennisgeving dat de heer D. Bonebakker door heeren notabelen is ingekozen als kerkvoogd, met verzoek om dit aan de gemeente bekend te maken. 3o Kennisgeving dat de heer G. de Ridder dit jaar als notabele aftreedt, met verzoek om eene nominatie van twee, ter vervulling dier vakature, optezenden aan het collegie van toezigt op de kerkelijke administratien. 3. Aan de twee eerste punten zal de predikant aanstaanden zondag voldoen. Per voldoening aan het derde punt, conform artikel 17 van het reglement op de administratie der kerkelijke fondsen, werd bij besloten billetten eene nominatie geformeerd, bij welker opening bleek, [125v] dat benoemd waren de heeren Godert de Ridder en Herman Coninck Westenberg, welke nominatie aan het provinciaal collegie van toezigt zal worden opgezonden om daaruit eene keus te doen. Na dankzegging aan God scheidde men. J. van Doesburgh. predikant Vergadering 20 maart 1825 1. De vergadering more solito geopend zijnde, verzocht de predikant, dat tot het afnemen der belijdenis van 33 catechisanten, die bij name genoemd werden, op donderdag 24 dezer, ouderlingen mogten worden benoemd ter beoordeeling van de bekwaamheden der leerlingen. De broederen J. Wurster en J. Vlastuin werden benoemd. 2. Voorts werden tot het doen der huisbezoeking in de oude stad benevens den predikant benoemd de ouderling J. Vlastuin. Hierop scheidde men more solito. J. van Doesburgh, predikant. 142
[in de marge] absent J. Wurster, ouderling, W. Groeneveld, J. de Heus, diaken Ordinaire vergadering 25 maart 1825 1. De vergadering more solito geopende zijnde, berigtten de predikant en ouderling, dat zij met genoegen de huisbezoeking gedaan hadden. Ook liep de censura morum zonder bezwaren af. 2. De predikant bragt ter tafel een koninklijk besluit 11 februari 1825, waarbij wordt bepaald, dat de godsdienstviering van den 18en junij in de steden altijd op dienzelfden dag zal plaats hebben en dat het in gemeenten ten plattelande wordt vrijgelaten om, wanneer die dag niet op zondag invalt, de viering daarvan op den volgenden zondag te verplaatsen. De vergadering oordeelde dit laatste in deze gemeente voegelijk of op zaturdag 18 een dankuur en op zondag 19 dank- en biddag te houden. Men scheidde more solito. J. van Doesburgh, predikant [126r] Ordinaire vergadering 1 mei 1825 1. De vergadering met het gebed geopend en de acten der vorige vergadering geresumeerd zijnde, ging men over tot de benoeming van nieuwe kerkeraadsleden in plaats der aftredende ouderlingen Van Boeschoten, Vlastuin en Van Markestein, en van den aftredenden diaken Groeneveld. Bij opening der stembilletten bleek, dat tot ouderlingen waren benoemd de broederen Noordbeek, J. Beurtman en D. van Driel, en tot diaken de broeder R. van Ingen. De predikant zal daarvan kennis geven aan broeder Noordbeek, broeder Van den Helm en Vlastuin aan broeder Beurtman en Van Driel en broeder Van Boeschoten en Wurster aan broeder R. van Ingen, zullende van hun wedervaren aanstaanden zondag rapport doen. 2. Daar er in dit jaar geene persoonlijke kerkvisitatie gescheidt, werden de vragen voorkomende in artikel 12 no 1, 2, 3 van het regelment op de kerkvisiatie ten genoege der vergadering schriftelijk beantwoord om aan het classikaal bestuur te worden opgezonden. 3. De praeses las voor een brief van O. Schakel, zijne aanhoudende behoeftigheid te kennen gevende en verzoekende dat hij mogt worden besteed bij een boer om koeijen te houden, waartoe, zoo hij meende, gelegenheid zou zijn voor f 30- in het jaar. Men besloot om aan hoofdaalmoezenieren eene toelage uit het fonds van de potarmen te verzoeken van f 10- en indien men daarin slaagde, het verzoek van Schakel te accorderen. De predikant zal daarover met hoofdaalmoezenieren spreken en daarvan aanstaande zondag rapport doen. 4. De praeses communiceerde een bij hem gedaan aanzoek van wegen den heer Godschalk Heijman om de diakonie huisjes aan de Wal aan hem te verkoopen of om eene ruiling met hem aantegaan met een huisje in de Peper-straat. Broeder Van Boeschoten en Groeneveld werden gecommitteerd om genoemde huisjes te bezigtigen en aanstaanden zondag der vergadering in deze zaak te praeadviseren, hetwelk zij op zich namen. De praeses sloot de vergadering met het gebed en men scheidde in liefde. J. van Doesburgh, predikant 143
[126v] Extraordinaire vergadering 2 mei 1825 De heer De lಬOrme deed in deze vergadering zijne rekening als potmeester van Kersmis 1823 tot 1824. De uitgaven bedroegen
.
.
.
.
.
de ontvangsten
.
.
.
.
.
meer ontvangen is dan uitgegeven
.
.
.
.
f 468,28 485,74 zoodat f 17,48
Ook verantwoordde de heer D. Bonebakker zijne administratie van het fonds der spijsuitdeeling in den winter van 1824 op 1825. Zijneerwaarde had ontvangen
.
.
.
.
f 183,63
uitgegeven
.
.
.
.
135,22
.
.
.
f 48,41
dus meer ontvangen dan uitgegeven
Beide deze rekeningen zijn goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh, predikant Vergadering 8 mei 1825 1. De gecommitteerden in de vergadering 1 mei artikel 1 berigtten, dat de broederen Noordbeek, Beurtman en Van Ingen de benoemingen tot ouderlingen en diaken hadden aangenomen, maar dat broeder Van Driel daarvoor had bedankt. 2. De predikant las eenಬ bij hem ontvangen brief van broeder Van Driel voor, te kennen gevende dat de reden waarom hij voor den post van ouderling bedankte, was omdat de formulieren van eenigheid in den kerkeraad alhier niet worden geteekend, niet twijfelende of de kerkeraad zou deze reden voor voldoende houden. 3. De vergadering deze zaak overwegende, lettende op artikel 66, 67 van het reglement op de administratie der kerkelijken fondsen etc. begreep, dat, vermids de door broeder Van Driel opgegeven reden van verschooning niet voorkomt in artikel 66 voornoemd, men in dezelve niet kon berusten en deze zaak dus naar artikel 67 behoort te worden gebragt voor het provinciaal collegie van toezigt etc. [127r] Doch men vond goed om eer men hiertoe overging de beroeping nogmaals aan den broeder Van Driel in overweging te geven, hem daartoe namens deze vergadering eenಬ brief te schrijven met verzoek om daarop vµµr 12 dezer schriftelijk antwoord in te zenden aan den kerkeraad, opdat, in geval van onverhoopte persistentie bij de weigering, de zaak in forma zou kunnen dienen, waar zulks behoort, met bijvoeging dat de kerkeraad gaarne broeder Van Driel bij nadere overweging zou zien toegetreden, hopende dat de broederlijke opwekking daartoe niet vruchteloos zijn zou, alsmede dat het der vergadering voorkomt, dat het bezwaar van broeder Van Driel den redelijk nadenkenden en gemoedelijken christen niet kan vrijpleiten van zijne verpligting om de gemeente des Heeren te dienen, waar men er wettig toe geroepen wordt, te minder, wijl, blijkens synodale uitspraak van het jaar 1820, hieromtrent bij de tegenwoordige orde van zaken geene verpligtende bepalingen bestaan. 144
De predikant werd verzocht om zonder nadere resumtie eenಬ brief in dien geest namens de vergadering aan broeder Van Driel te doen geworden. 4. De predikant rapporteerde (zie artikel 3 der vorige vergadering 1 mei), dat hoofdaalmoezenieren genegen waren om ter besteding van O. Schakel jaarlijks f 10,- uit het fonds van den pot te geven, waarop broeder Van Boeschoten en de diaken verzocht werden om het akkoord met den door Schakel aangewezen huisman te Leersum aantegaan. 5. De commissie aangaande de armen huisjes (artikel 4 der vergadering 1 mei) zal in de volgende vergadering, te houden aanstaanden donderdag 12 dezer, na de goedsdienstoefening rapport doen. 12 mei Voortzetting der vergadering van 8 mei 1. De predikant communiceerde eenಬ bij hem ontvangen brief van broeder D. van Driel aan den kerkeraad geadresseerd in dato 11 mei, behelzende ಯdat hij bij de opgegeven reden bij nadere overweging moet blijven, en daar die in zijn geval niet voldoende zal geacht worden, laten het echter (zegt hij) zijne bijzondere omstandigheden niet toelaten den post van ouderling aan te nemen, vertrouwende dat men hem in dezen wel zal willen excuseren.ರ [127v] Artikel 2. De vergadering zich overtuigd houdende, dat nadere pogingen om broeder Van Driel te bewegen even vruchteloos zouden zijn als vorige ook door den predikant in het bijzonder aangewend, overwgende dat er geene termen bestaan om broeder Van Driel te excuseren en dat dit niet zou kunnen geschieden zonder eene deur te openen voor allerlei willekeurigheden, heeft besloten om van deze zaak kennis te geven aan het provinciaal collegie van toezigt, met verzoek dat hetzelve daarover uitspraak do, opdat zoo de bestaande wet worde gehandhaafd, hetgeen vooral in deze gemeente en in dit geval van het uiterste belang is. Voorts is besloten om ook Van Driel mede aftekondigen als benoemd, opdat der gemeente, welke deze zaak reeds bij geruchte bekend is, kennelijk worde, dat dezelve ordelijk worde behandeld. De predikant werd verzocht om zonder resumtie van een en ander kennis te geven aan het provinciaal collegie van toezigt. J. van Doesburgh, verbi divini minister [in de marge] 5 junij De predikant deed namens de commissie 1 mei artikel 4 rapport, dat zij het huisje van den heer Heijmans had bezien, maar hetzelve te klein had bevonden. Men besloot dus den heer Heijmans te communiceren, dat men niet tot ruiling kon overgaan, ಬt en zij hij een huis aanbood dat zoo veel woningen heeft als dat van de diakonie en in eenಬ goeden staat is. De predikant nam dit op zich. [in de marge] 19 junij
145
De predikant berigtte, dat bij hem op den 17en dezer ontvangen was eene aanschijving van het Provinciaal Collegie van Toezigt op de kerkelijke administratie van 6 junij, behelzende het besluit van dat collegie, dat er geene termen zijn om in de weigering van diaken Van Driel om den post als ouderling te accepteren te berusten en dat mitsdien zijn verzoek om gexcuseerd te worden, wordt gewezen van de hand, dat kerkvoogden alhier zijn gelast om zich te gedragen naar artikel 68 van het reglement op de kerkelijke administratie, bij geval van verdere weigering van broeder Van Driel om de hem opgedragen bediening te aanvaarden. Men besloot den tijd bij voornoemd artikel 68 bepaald aftewachten en zoo Van Driel in dien tijd den post niet aanvaardde, overtegaan tot het benoemen van eenಬ anderen ouderling. [128r] [in de marge] absent Wurster, Beurtman, Van den Helm, Noordbeek en Van Ingen ziek Ordinaire vergadering 1 julij 1825 Nihil actum om het gering getal presente leden. [in de marge] absent Wurster, Noordbeek, De Heus Ordinaire vergadering 1 augustus 1. Na het gebed en de resumtie van het genotuleerde van den 19 junij laatstleden proponeerde de predikant om tot het beroepen van eenಬ ouderling in plaats van D. van Driel over te gaan. De vergadering hierover delibererende, begreep dat, vermids de tijd nu zoover verloopen was en het ook uit hoofde van de weinige stof moeijelijk zou zijn om eenen geschikten ouderling te vinden, het om alle moeijelijkheden voor te komen beter ware om broeder Van Markestein te verzoeken om dit jaar te continueren als ouderling. Dit werd besloten en broeder Markestein liet zich daartoe bewegen. 2. De predikant bragt ter tafel eene aanschrijving van de synode van 19 julij laatstleden, dat jaarlijks in de maand maart of april eene collekte in eene openbare godsdienst oefening zal geschieden voor noodlijdende kerken en personen. Aangenomen voor notificatie en de aanschrijving gedeponeerd in de portefeuille sub n o 68. 3. De predikant klagende dat door de kinderen der bedeelden zoo weinig gebruik gemaakt wierd van de catechisatien, niet tegenstaande hij de ouders gedurig opwekte om te zorgen dat hunne kinderen zouden komen, is besloten dat, indien kinderen van gealimenteerden die kunnen komen zonder voldoende redenen dat verzuimen, de ouders daarvoor tಬelken reis eene week bedeeling zullen moeten missen. De diaken zal dit aan de bedeelden zeggen. Na het gebed scheidde de vergadering. J. van Doesburgh, predikant In augustus was er niets te verhandelen. 11 september Tot het huisbezoek werd benevens de predikant benoemd de broeder Beurtman secundus broeder Markesteijn. [128v] 146
[in de marge] absent Noordbeek ziek, De Heus Ordinaire vergadering 30 september 1825 Na het gebed deed de predikant rapport dat hij met broeder Markesteijn met genoegen huisbezoeking had gedaan. Men hield censura morum, maar er waren geen aanmerkingen. Daar er voorts niets te behandelen was, scheidde men met dankzegging aan God. J. Van Doesburgh [in de marge] november 13 De predikant berigtte, dat op zijne aanvrage aan de weduwe Brunis Verbeek door den kerkeraad van Leersum was tgoegelegd 6 stuivers per week van 1o november tot 1o mei. De diaken werd verzocht dit aan haar uittereiken. Ook berigtte zijn eerwaarde den ontvangst van een nieuw synodaal reglement op kerkelijke tugt, hetwelk in de portefeuille zal gelegd worden onder no 69. [in de marge] november 20 De predikant berigtte den ontvangst van een koninglijk besluit van 27 october laatstleden no 103, aangaaande de aanvaarding van donatien voor den armen gelegd in de portefeuille no 70. Vergadering 27 november 1825 Door den predikant na de gewone opening der vergadering aan dezelve gecommuniceerd zijnde, dat hij van heeren notabelen dezer gemeente berigt had ontvangen, dat de heer G. de Ridder dit jaar als lid van dat collegie moet aftreden, met verzoek om eene nominatie te maken ter vervulling van die vacature. Zoo heeft de vergadering, lettende op artikel 17 van het reglement op de administratie der kerkelijke fondsen in deze provincie, gemaakt de onderstaande nominatie van de heeren Godard de Ridder en Herman Coninck Westenberg, welke aan het college voornoemd zal worden toegezonden. De vergadering werd more solito gesloten. J. van Doesburgh [129r] [in de marge] absent Noordbeek, Wurster, Van den Helm, De Heus Ordinaire vergadering 6 januarij 1826 De vergadering geopend zijnde, werden de vorige notulen geresumeerd en gearresteerd. Bij de censura morum aangemerkt wordende, dat er een gerucht ging, dat zekere Hendrik van Bern onbehoorlijke verkering had gehouden met een meisje van de roomsche gemeente,werd de predikant geautoriseerd en verzocht hem daarover te onderhouden, naar bevind van zaken te besturen en te verzoeken en des noods aan te zeggen namens den kerkeraad, dat hij zich deze keer (ter voorkoming van ergernis in de gemeente) van het Avondmaal zou onthouden. Daar er voorts niet berispelijks voorkwam en er niets meer te behandelen was, scheidde men na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh [in de marge] collegio pleno Ordinaire vergadering 26 februari 1826 147
De vergadering door het gebed geopend zijnde, communiceerde de predikant den ontvangst van twee brieven, eene van het classikaal bestuur van Wijk januari laatstleden, behelzende aanbeveling van het doel der Waldensen, wier afgevaardige predikant ds. C. Appia in ons land is ter inzameling van liefdegiften tot het oprichten van een hospitaal voor weezen, zieken en armen, en eenen van de predikanten van Amersfoort van 11 februari, behelzende verzoek van Leusden bij Amersfoort tot het bouwen van eene kerk en pastorie, hebbende deze gemeente de toezegging van den koning van eenಬ door het land bezoldigden predikant ingeval zij zelve voor kerk en pastorie zorgen. De vergadering genegen om zooveel in haar is tot bovengemelde einden mede te werken, vond goed eene inteekenings-lijst in twee colommen in de gemeente rond te zenden, verzocht den predikant en den ouderling Noordbeek om die te vervaardigen en den predikant om daarvan vooraf de gemeente met den noodigen aandrang kennis te geven tegen aanstaande zondag, hetwelk is geaccepteerd. Daar voorts niemand iets had voortestellen, is de vergadering met het gebed gesloten. J. van Doesburgh [129v] 19 maart 1824 De vergadering more solito geopend zijnde, stelde de predikant 18, zoo bejaarde als jonge, lieden voor om als leden der gemeente aangenomen te worden. De vergadering vereenigde zich daarmede en benoemde den broeder ouderling Wurster om op den 23 en dezer des namiddags, en den broeder ouderling Noordbeek om op dien dag des voormiddags bij het doen der belijdenis te adsisteren. Ook werd goedgevonden dat Geertruida van Boeschoten, die in het vorige jaar belijdenis gedaan heeft, op den 27 en dezer met de anderen als lidmaat der gemeente zou bevestigd worden. Tot het doen der huisbezoeking met den predikant werd benoemd broeder Wurster secundus Van den Helm. Na resumtie werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh [in de marge] absent Beurtman, De Heus, Van Ingen 18 april 1826 De vergadering door het gebed geopend zijnde, verschenen in dezelve ds. Hermsen en Van Doesburgh, predikanten te Bunnik en Neerlangbroek, gecommitteerd door het classikaal bestuur tot het doen der kerken visitatie, die na gedaan onderzoek alles in orde bevonden hebbende onder zegenbeden zijn vertrokken. Men bepaalde om aanstaande zondag na de middag godsdienstoefening te vergaderen tot benoeming van nieuwe kerkeraads-leden. De praeses sloot de vergadering met het gebed. J. van Doesburgh 23 april 1826 Artikel 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, is men overgegaan tot het benoemen van nieuwe kerkeraadsleden in plaats van de aftredende ouderlingen Wurster, Van den Helm en Van Dijk, en van den aftredende diaken De Heus, waartoe deze vergadering expresselijk was belegd. 148
[130r] Artikel 2. De vergadering lettende op artikel 4 van het synodaal reglement op de zamenstelling en werkzaamheid der kerkeraden, zeggende ಯdat in de bepaling van het getal der ouderlingen en diakenen zooveel mogelijk zal moeten gelet worden op de grootheid der gemeenten, den aard der combinatien en het getal der predikantenರ In aanmerking nemende, dat in deze gemeente voorheen twee predikanten waren, dat te Rhenen, waar twee predikanten zijn, maar vier ouderlingen zijn, dat in geene gemeente in deze classis meer dan vier ouderlingen zijn, zelfs niet te Veenendaal, waar de gemeente uit ruim 3000 zielen bestaat, dat onze gemeente slechts 675 zielen telt, dat de ondervinding jaarlijks leert, hoe moeijelijk het is, om drie leden tot ouderling te noemen die bij de geschiktheid ook de genegenheid daartoe bezitten, terwijl het volhouden aan het oud gebruik, om zes ouderlingen te hebben nu en dan aanleiding heeft gegeven tot onaangenaamheden, - heeft besloten, om het getal der ouderlingen in deze gemeente te brengen op vier in plaats van zes en dus nu in plaats van drie maar twee ouderlingen te benoemen. Artikel 3. Overgegaan zijnde tot die benoeming, bleek bij de opening der biljetten, dat gekozen waren de broeders C. van Boeschoten en J. Vlastuin tot ouderlingen en de broeder P. van Selm tot diaken. De predikant werd verzocht, om daarvan aan de benoemde ouderlingen, en de heer Van den Helm, om daarvan aan den benoemden diaken kennis te geven. Men scheidde na God gedankt te hebben en vooraf de notulen te hebben geresumeerd. J. van Doesburgh, predikant.
30 april werd berigt, dat de hierboven gemelde broeders hunnen benoemingen tot ouderlingen en diaken hebben geaccepteerd.
[130v] Extraordinaire vergadering 6 mei 1826 De heer D. Bonebakker zijne rekening doende als potmeester van Kersmis 1824 tot 1825 bleek de ontvangst te zijn . . . . . . f 515 , 67 en de uitgave . . . . . . . 373 , 42 dus meer ontvangen dan uitgegeven . . . . f 142 , 25 Ook verantwoordde zijneerwaarde zijne administratie van het fonds der spijs-uitdeeling in den winter van 1825 op 1826. De ontvangst bedroeg . . . . . . f 152 , 73 de uitgave . . . . . . . . 122 , 7 dus meer ontvangen . . . . . . f 30 , 66 Beide deze rekeningen zijn goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh.
[in de marge] Absent Beurtman Ordinaire vergadering 2 julij 1826 149
De vergadering met het gebed geopend zijnde, word de broeder ouderling Noordbeek benoemd, om met den predikant huisbezoeking te doen. Voorts werd censura morum gehouden, waarbij niets bijzonders voorkwam. Eindelijk deelde de predikant een bij hem van den heer burgemeester ontvangen provinciaal reglement ter bevordering der vaccinatie bij gealimenteerden mede (gedeponeerd in de portefeuille no 72), waarvan de uitvoering werd opgedragen aan de diakenen, wordende de predikant verzocht tot het behoorlijk formeren der gevraagde lijsten zijn hulp te verleenen, hetgeen deze gaarne op zich nam. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh.
[131r] [in de marge] Augustus 13. De predikant berigtte, dat hij met den diaken onderzoek gedaan hebbende, of er nog kinderen van bedeelden waren, die nog niet waren gevaccineerd, daarbij gebleken was, dat van Hanzelnius Spee ««n meisje, oud 51/2 maand Dirk Veldkamp ««n meisje, oud 3 maanden Gijs Versteeg, ««n jongje, oud 11/2 jaar nog niet gevaccineerd waren, zijnde dit met het laatste kind reeds twee maal vergeefs beproefd en dat van een en ander aan den heer burgemeester kennis gegeven zal worden.
[in de marge] september 10 De predikant aanzoek ontvangen hebbende om een zekere Cornelie van Koten, die vµµr ruim 2 jaren van hier naar Zuilen vertrokken is, eene lidmaatsattestatie te geven, vroeg hieromtrent de meening der vergadering. Op advies van den predikant is besloten haar een extract uit het lidmatenregister te bezorgen met bijgevoegden brief aan den kerkeraad van Zuilen, dat zij gedurende haar verblijf alhier zich onberispelijk heeft gedragen.
[in de marge] absent Beurtman, Vlastuin September 17. 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, communiceerde de predikant, dat hij van het classikale bestuur ontvangen had een door het provinciaal bestuur ontworpen reglement voor de kerkeraden in deze provincie, ten einde daarover het oordeel dezer vergadering te vernemen. 2. Het reglement werd door den predikant voorgelezen en door de vergadering goedgekeurd. 3. De administrerende diaken berigtte het overlijden der vrouw van Gijsbert Versteeg, nalatende 8 kinderen, zeggende, dat hij het kind waarvan de moeder vµµr eenige dagen verlost was, had besteed bij Maria Versteeg voor 18 stuivers per week en dat hij vooral uit 150
hoofde van den bekrompen staat der diakoniekas zeer verlegen was aangaande de verpleging der andere kinderen, waarvan het oudste 13 jaren was. De vergadering
[131v] het moeijelijke dezer omstandigheid beseffende, heeft na ernstige overweging besloten, om den diaken te verzoeken, om te beproeven, of hij door eene wekelijksche toelage van 20 ¢ 25 stuivers het huishouden zou kunnen gaande houden en zoo veel in hem was te beproeven, om de oudste kinderen voor de kost te verhuren. 4. Tot het doen der huisbezoeking werd benevens den predikant benoemd broeder Van Boeschoten, secundus Vlastuin. Men scheidde na God gedankt te hebben. J. van Doesburgh. Op den 21en october heeft de diaken J. de Heus zijne rekening gedaan vn Pinxter 1825 tot Pinxter 1826. De ontvangst was f 870,11,8 de uitgave f 926,5,4 zoo dat meer uitgegeven dan ontvangen is f 55-13,12 welke in de volgende rekening als ontvangst zullen geleden worden. J. van Doesburgh.
Extra vergadering 22 october 1826 Deze vergadering belegd tot het formeren van eene nominatie van notabelen in plaats van het aftredend lid den heer L. van Schaik, is bij de opening der biljetten gebleken, dat benoemd waren de heeren L. van Schaik en H. Coninck Westenberg. Waarvan aan het collegie van toezigt op de administratie der kerkelijke fondsen kennis zal gegeven worden. J. van Doesburgh.
[132r] December 3. Door predikant en ouderlingen bepaald, dat de bediening des Avondmaals zal plaats hebben op zondag 31 december.
December 24. Censura morum gehouden en niets berispelijks voorgekomen. Februarij 25. De predikant deelt mede den ontvangst van eenಬ brief van heeren burgemeester en wethouders naar aanleiding van eene circulaire van den heer gouverneur dezer provincie, behelzende aanschrijving aan de armbesturen, om zoo lang er nog geene bepalingen gemaakt zijn omtrent de intrekking der oude koperen munten, dezelve niet weder in omloop te brengen, zullende er bij de agenten der Algemene Nederlandsche Maatschappij steeds nieuwe koperen munten ter verwisseling in gereedheid zijn. Deze brief werd aangenomen voor communicatie en de administrerende diaken verzocht, om bij den Ontvanger der directe belastingen te informeren of aldaar de verwisseling der oude koperen munten kan plaats hebben.
151
Maart 25 Op voorstel van den predikant is bepaald, dat de bediening des heiligen Avondmaals op den 15en april zal plaats hebben. De predikant stelde 9 zijner leerlingen voor, om als leden der gemeente aangenomen te worden, waarmede de vergadering zich vereenigde.
April 8. Op berigt van den predikant, dat door den diaken van Beusichem aanzoek is gedaan om geneeskundigen onderstand voor Willemiena Odinot, welke met acte van hier aldaar woont, is besloten, dat de administrerende diaken daaromtrent nader onderzoeken en in alle geval daartoe niet meer dan f 6 accorderen zal. Tot de huisbezoeking is benoemd broeder Vlastuin, secundus Boeschoten.
[in de marge] absent Vlastuin, Van Ingen, Van Zelm Vergadering 13 april 1827 Na de opening der vergadering en de resumtie der bovenstaande aanteekeningen werd censura morum gehouden en niets ingebragt. De predikant deed bij deze gelegenheid rapport der gedane huisbezoeking. Ook gaf zijneerwaarde kennis van den ontvangst eener missive van het classikaal bestuur, om schriftelijk antwoord op de vragen in artikel 12 van het reglement op de kerkvisitatien. Is besloten om dat antwoord aanstaanden zondag na de godsdienstoefening gereed te maken en te teekenen. De vergadering scheidde na dankzegging aan God. J. van Doesburgh.
[132v] Gewone vergadering 6 mei 1827 Artikel 1. De vergadering met het gebed geopend en de notulen der vorige vergadering geresumeerd zijnde, ging men over, om in plaats van de aftredende kerkeraads leden de broederen ouderlingen Noordbeek en Beurtman en den broeder diaken R. van Ingen, andere leden te verkiezen. 2. Bij de opening der biljetten bleek, dat verkozen waren tot ouderlingen de broeders J. Wurster junior en G. de Ridder en tot diaken de broeder W. Groeneveld. 3. De predikant en de ouderling Noordbeek werden verzocht daarvan aan de verkozen broeders kennis te geven en van den uitslag aanstaanden zondag rapport te doen. De vergadering werd met gebed gesloten. J. van Doesburgh.
13 mei. De commissie artikel 3 der vorige vergadering berigtte, dat de benoemde broeders artikel 2 hunnen benoemingen hadden geaccpeteerd.
Buitengewone vergadering 14 mei. De heer G. de LಬOrme deed rekening als potmeester van Kersmis 1825 tot Kersmis 1826. De ontvangst dier rekening bedroeg . . . . f 634, 29 De uitgave . . . . . . . . 408, Dus meer ontvangen . . . . . . f 226, 29 152
De heer D. Bonebakker, verantwoordde zijne administratie van het fonds der soep uitdeeling van 1826 op 1827. De ontvangst daarvan was . . . . . . f 135, 38 De uitgave . . . . . . . . 115, 88 Dus meer ontvangen . . . . . . f 19, 50 Beide die rekeningen werden gesloten. J. van Doesburgh.
[133r] [in de marge] absent De Ridder, Van Zelm Gewone vergadering 5 julij 1827 1. De vergadering geopend zijnde werden de notulen der twee vorige vergaderingen geresumeerd en gearresteerd. 2. Men hield wegens het op handen zijnde Avondmaal des Heeren censura morum, doch er kwam Gode zij dank niets berispelijks voor. 3. Daar niemand iets voor te dragen had, werd de vergadering met dankzegging aan God gesloten. J. van Doesburgh, verbi divini minister
[in de marge] absent Boeschoten, De Ridder, Van Zalm Gewone vergadering 12 augustus 1827 Na de opening der vergadering en resumtie der vorige notulen communiceerde de predikant den ontvangst van twee brieven van burgemeester en wethouders dezer stad. De een van 8 augustus, inhoudende hoofdzakelijk de bepaling der godsdienstige viering van ಬs konings verjaardag jaarlijks op den 24 augustus ಬs voormiddags van 10 tot 11 uren met verzoek, om te mogen worden geinformeerd, of deze tijdsbepaling ook door deze vergadering voegzaam geoordeeld wordt. De vergadering kon zich hiermede zeer wel vereeningen en verzocht den predikant daarvan heren burgemeester en wethouders te informeren en aanstaande zondag dat aan de gemeente bekend te maken. De andere van 10 augustus houdende verzoek ter beantwoording der gewone jaarlijkse vragen rakende de inkomsten der armenfondsen en uitgaven. De predikant zal dezelve more solito beantwoorden. Niemand iets voortedragen hebbende, werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh.
16 september. De predikant berigtte, dat de weduwe van den onlangs overleden Johannes van Gent hem had verzocht, om met eene wekelijksche bedeeling van 10 stuivers ter betaling van hare huishuur te worden begunstigd. Dit werd toegestaan en de diaken verzocht de uitreiking van 10 stuivers per week aan die weduwe te doen.
153
10 october. De weduwe Van Gent zich nader aangemeld hebbende om onderstand, is de diaken verzocht, om haar behalven de 10 stuivers voor huishuur, nog wekelijks 6 stuivers uittereiken.
[133v] Gewone vergadering 11 november Na de opening der vergadering en de resumtie der vorige notulen rapporteerde de predikant, dat bij hem was ingekomen berigt van kerkvoogden en notabelen dezer gemeente, dat dit jaar van de notabelen aftreedt de heer L. de Coole. Tot vervulling dier vacature zijn door de vergadering genomineerd de heeren L. de Coole en N. Coninck Westenberg, waarvan aan het provinciaal collegie van toezigt kennis zal gegeven worden. Voorts niets te verhandelen zijnde, werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh.
25 november. De predikant berigtte den ontvangst en las voor een brief van den kerkeraad der Lutherse gemeente van Sappemeer van 12 dezer, verzoekende eene liefdegift tot herstelling der kerk aldaar. Men besloot om eenige informatie aangaande die gemeente intewinnen.
9 december. De predikant berigtte den ontvangst van eenಬ brief van burgemeester en wethouders alhier, behelzende 1. het besluit van den gouverneur dezer provincie van 2 november laatstleden no 1 rakende de weering van het hoofdzeer, etc. 2. Verzoek om nominative opgave der door ons bedeelden, daarmede behebt. Besloten, dat diakenen daarnaar zullen onderzoeken. Voorts werd goedgevonden, dat op de 1en kersdag aanstaande alhier het heilig Avondmaal zal gevierd en zondag 23 dezer de voorbereiding gepredikt worden.
[in de marge] absent Groeneveld 23 december. Censura morum gehouden, niets berispelijks voorgekomen. J. van Doesburgh.
[134r] Gewone vergadering 6 januarij 1828. 1. Na de opening der vergadering en de resumtie der vorige notulen bragt de predikant ter tafel eenಬ bij hem ontvangen brief van heeren burgemeester en wethouders dezer stad van 31 december laatstleden ten geleide van een koninglijk besluit van 17 augustus laatstleden betrekkelijk de opzending van armen kinderen, vondelingen, etc. naar de coloniale stichtingen van weldadigheid, houdende uitnoodiging, om daarop voor 12 dezer te berigten. 154
2. Na zijne overweging is besloten daarop te antwoorden, 1e dat het diakonie armenbestuur verlangt, dat de in deze gemeente plaats hebbende openbare collecten mogen blijven stand houden op den gebruikelijken voet. 2e dat sedert 1823 door ons geheel verzorgd zijn twee kinderen van wijlen Hermanus van Ek en Jannigje IJsvogel, genaamd Hermanus, oud 11 jaren, en Frans, oud 9 jaren, welke in de termen zouden vallen van opgezonden te worden, 3e dat deze kinderen zijn besteed bij de weduwe H. van Brussel voor f 46 jaarlijks, 4e dat het geene besparing voor ons fonds zou zijn, indien deze kinderen opgezonden wierden, hetgeen blijkens artikel 2 ಬs konings besluit een der bedoelingen van hetzelve is, 5e dat het jongste kind ongemakken heeft die steeds moederlijke verzorging vereischen, welke het kind bij gemelde weduwe geniet, 6e dat om deze bijzondere redenen het bestuur verzoekt ontheven te worden van de verpligting, om deze kinderen op te zenden, betuigende daartoe in voorkomende gevallen met in achtneming van artikel 2 bereid te zijn. 3. Voornoemd besluit wordt in de portefeuille gelegd no 76. De vergadering is na resumtie gesloten. J. van Doesburgh.
Gewone vergadering 4 april 1828. Na de opening der vergadering en resumtie werd censura morum gehouden en daar er niets voorkwam en er voorts niets te verhandelen was, scheidde de vergadering met dankzegging. J. van Doesburgh.
[134v] Gewone vergadering 4 mei 1828 1. De vergadering more solito geopend en de vorige notulen geresumeerd zijnde, communiceerde de predikant eene aanschrijving van het classikaal bestuur, verzoekende om schriftelijk antwoord op de vragen voorkomende in artikel 12 van het reglement op de kerkvisitatie. Na de herinnering dier vragen is een gunstig antwoord opgemaakt en door al de leden onderteekend. 2. Voorts overgaande om in plaats van de aftredende kerkenraads-leden, de ouderlingen C. Boeschoten en J. Vlastuin en den diaken P. van Selm andere leden te benoemen, bleek het bij de opening der stembriefjes, dat benoemd waren tot ouderlingen de broeders Noordbeek en G. van Dijk, tot diaken Nic. van Doorn, aan wie daarvan door den predikant en den ouderling Boeschoten zal worden kennis gegeven. Men scheidde God dankende. J. van Doesburgh.
11 mei. De predikant rapporteerde, dat de in de vorige vergadering benoemde broeders hunne benoeming hadden aangenomen.
Vergadering 14 mei De heer De LಬOrme deed rekening voor wijlen den heer Bonebakker als potmeester van Kersmis 1826 tot Kersmis 1827. De ontvangst bedroeg . . . . . f 728, 16 de uitgave . . . . . . . 473, 49 155
zoodat meerder ontvangen van uitgegeven was Goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh.
.
f 254, 67
[135r] Ordinaire vergadering 2 junij 1828. Na de opening der vergadering en de resumtie der akten van 14 mei laatstleden deelde de predikant eenಬ bij hem ontvangenಬ brief van heeren burgemeester en wethouders alhier van 29 mei laatstleden mede, behelzende op grond van een bij hen ontvangen besluit van heeren gedeputeerde staten van 10 mei laatstleden een verzoek, om nadere nominative staten in te zenden der bij ons gealimenteerd wordende kinderen, bedoeld bij ಬs konings besluit van 17 augustus 1825 no 125 en verder te kennen gevende, dat de bezwaren daarop door ons ingediend (zie de akte van 6 januarij 1828) vervallen, vermids wij na verloop van 16 jaren contributie even zooveel kinderen als waarvoor wij gecontribueerd hebben, kosteloos ter verpleging in de colonie kunnen stellen en dat, zoo onze administratie hierdoor mogt worden bezwaard, heeren gedeputeerde staten niet zullen worden belet ons daarin te gemoet te komen. Werd besloten deze missive te leggen in de portefeuille sub no 77 nadat vooraf door den predikant namens deze vergadering ander maal eenಬ nominativen staat als in de akten van 6 januarij laatstleden aan heeren burgemeester en wethouders zal zijn opgezonden met inhaesie van het verzoek, om van de verpligting ter opzending van die kinderen, vooral van het jongste, verschoond te blijven. 2. Voorts gaf de predikant kennis van eenಬ ingekomen dispositie van den heer directeur generaal voor de zaken der hervormde kerk, om den biddag in de steden op 18 junij te vieren (portefeuille no 78). Desovereenkomstig zal hier worden gehandeld. De vergadering werd na resumtie gesloten. J. van Doesburgh.
Ordinaire vergadering 4 julij 1828 De vergadering geopend zijnde deed de predikant rapport van de gedane huisbezoeking. Bij de censura morum kwam niets berispelijks voor. J. van Doesburgh.
[135v] [in de marge] absent Noordbeek, De Ridder Gewone vergadering 3 october 1828 De vergadering geopend zijnde deed de predikant rapport der gedane huisbezoeking, ಬt welk even min als de censura morum, die daarna gehouden werd, aanleiding gaf, om een der leden het Avondmaal te ontzeggen. Voorts werd besloten, om de weduwe Van de Water te doen aanzeggen, dat, indien zij niet verkoos haar wekelijkse bedeeling des zondags in de kerkenkamer te halen, ze daarvan zou verstoken zijn. J. van Doesburgh.
156
Gewone vergadering 2 november 1828 De vergadering geopend en de akten der vorige vergadering geresumeerd zijnde, werden ter vervulling der vacature in het collegie van notabelen, welke zou ontstaan door de aftreding van den heer Noordbeek, benoemd de heeren J.H. Noordbeek en Johan Wurster senior, waarvan aan ಬt collegie van toezigt kennis gegeven zal worden. Op voorstel van den administrerenden diaken werd besloten, dat hij aan C. van Dam zou aanzeggen, dat hij geen gebruik meer mogt maken van het armen schuurtje. Waarna men scheidde. J. van Doesburgh.
[136r] Vergadering 29 november 1828 1. De vergadering geopend zijnde, deden de afgetreden diakenen Roelof van Ingen en P. van Selm rekening en verantwoording van hunne administratie. De eerste R. van Ingen van Pinkster 1826 - 1827. De reden, dat deze rekening niet in het voorgaande jaar gedaan is, is geheel buiten den diaken, maar alleen daarin gelegen, dat de gelden uit de tolbus van Arnhem over 1825, 1826 niet op zijnಬ tijd hebben kunnen ontvangen worden. Daartoe werd van tijd tot tijd hope gegeven, maar dat is eerst finaal geschied in den loop dezer maand, hebbende de kerkeraad goedgevonden daarnaar te wachten. De uitgave dezer rekening bedroeg . . . . . f 1034, 87 de ontvangst . . . . . . . . 1018, 6 zoo dat meerder uitgegeven is . . . . . . f 16, 81 welke f 16, 81 in de volgende rekening als uitgave zullen geleden worden. Bij het doen der rekening van broeder Van Selm van Pinkster 1827 - 1828 bleek, dat de ontvangst bedroeg . . . . . . . f 883, 45 de uitgave . . . . . . . . . 718, 62 zoo dat meer ontvangen was . . . . . . f 164, 83 welke f 164, 83 in de volgende rekening als ontvangst zullen verantwoord worden. De beide rekeningen werden met dankzegging aan de broederen diakenen goedgekeurd en gesloten. 2. De predikant berigtte der vergadering, dat hij in antwoord op zijn onderzoek aangaande de collekte in de bus van den tol, die met 1827 van Arnhem naar de Vaart verlegd is, berigt heeft ontvangen van den controleur, dat bij de vernietiging van het oude tolstelsel de fondsen voor de armbesturen geheel hebben opgehouden, dat die van de Vaart zich daarover aan den minister hebben geadresseerd, maar van de hand gewezen zijn, zoo dat dit artikel in onze diakonie rekening voortaan is vervallen, zoo als reeds uit die van broeder Van Selm gebleken is. 3. Voorts berigtte de predikant, dat de weduwe J. van Herpen, zullende huwen met Barend van Dam, bedankt heeft voor verdere alimentatie en het door haar bewoonde armenhuisje zal verlaten, waarop besloten is hetzelve te verhuren.
[136v]
157
4. De weduwe Hendrik Donkervoort, om nog eenige onderstand verzocht hebbende, is besloten, dat de diaken haar tot dat de cedel gemaakt wordt, eenige toelage van 4 ¢ 5 stuivers per week zal geven. 5. Is goedgevonden, om vrouw Akooi te Beusichem op de cedel te plaatsen met 6 stuivers per week tot goedmaking der rekening voor hare genezing. 6. Voorts is bepaald, dat van de overschietende gelden der rekening van broeder Van Selm, die aan zijnen opvolger zijn ter hand gesteld, in de spaarbank te Tiel belegd worden honderd en vijftig gulden. Waarna de vergadering gescheiden is. J. van Doesburgh.
Vergadering 25 december 1828 Werd censura morum gehouden, waarbij niets voorkwam en voorts niets te verhandelen zijnde, scheidde men met dankzegging. J. van Doesburgh.
Vergadering 5 april 1829 Bij het onderzoek aangaande den zedelijken stand der gemeente werd niets berispelijks voorgebragt. De vergadering verheugde zich daarover en daar er verder niets te verhandelen was, scheidde men met dankzegging. J. van Doesburgh.
[137r] Vergadering 17 mei 1829 De vergadering door het gebed geopend zijnde, ging men over tot het verkiezen van nieuwe leden voor den kerkeraad, in plaats van de aftredende broederen ouderlingen J. Wurster en G de Ridder en den diaken W. Groeneveld. Bij de opening der stembriefjes bleek, dat benoemd waren tot ouderlingen de broeders J. Vlastuin en J. Beurtman en tot diaken de broeder R. van Ingen. De predikant en de ouderling Noordbeek namen op zich, om daarvan aan de benoemden kennis te geven en van den uitslag aanstaande zondag rapport te doen. Na resumtie en gebed werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh.
Vergadering 22 mei. De heer De L ಫOrme deed rekening in qualiteit als potmeester van Kersmis 1827 tot Kersmis 1828. De ontvangst bedroeg . . . . . . f 758,335 De uitgave bedroeg . . . . . . 487,245 zoodat meer is ontvangen dan uitgegeven . . . f 271,09 welke f 271, 09 in de volgende rekening als ontvangst zullen verantwoord worden. Goedgekeurd en gesloten, J. van Doesburgh.
158
24 mei. De predikant berigtte, dat de nieuw benoemde leden des kerkenraads de benoemingen hebben aangenomen.
19 mei. In eene daartoe belegde en door ಬt gebed geopende vergadering is alhier door eene commissie van het classikaal bestuur kerkvisitatie gehouden en alles in order bevonden, waarna men met dankzegging aan God gescheiden is. J. van Doesburgh.
[137v] Gewone vergadering 3 julij 1829 De vergadering met het gebed geopend zijnde, berigtte de predikant, dat hij met genoegen het gewone huisbezoek had gedaan. Voorts werd er censura morum gehouden en vermits er niets berispelijks voorkwam, scheidde men met dankzegging aan God en met gebeden om zegen over het aanstaande Avondmaal des Heeren. J. van Doesburgh, verbi divini minister
Vergadering 23 augustus 1829 Na het gebed berigtte de predikant den ontvangst van eenಬ brief van heeren burgemeester en wethouders alhier, houdende 1e kennisgeving, dat bij hun edele achtbaren ontvangen was een brief van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 14 dezer, kennisgevende, dat zekere Johanna Catarina Kluit, huisvrouw van P. Lamor«, op den 4 junij laatstleden van eene dochter is verlost en dat zij, deze bij eene particuliere vrouw besteed hebbende, zich sedert van Amsterdam heeft verwijderd en dien ten gevolge dat kind, vermits de vrouw geene betaling van ಬt kostgeld ontving, bij de administratie der stads bestedelingen is moeten opgenomen worden en 2e last, om vermids P. Lamor« tot den gereformeerden en J.C. Kluit tot den roomschen godsdienst behoort, gemeenschappelijk met het roomsche armbestuur (ingevolge de wet van 28 november 1818 en zijne majesteits besluit van 17 januarij 1822) voor de alimentatie van dit kind te zorgen en de kosten voor de provisionele verpleging aan die van Amsterdam ad 20 cents daags te vergoeden. 2. De vergadering, deze zaak overwegende, heeft P. Lamor« vµµr zich doen komen, denzelven
]138r] met den inhoud van voorgemelden brief bekend gemaakt en van hem vernomen, dat zijne voorschreven huisvrouw hem sedert 3 jaren heeft verlaten, dat hij gedurende dien tijd geene gemeenschap met haar heeft gehad, het voornoemde kind houdt voor een kind in overspel geteeld, waarvan hij zeide bewijzen te hebben, op grond van welke hij tot echtscheiding procedeert en voorts, dat, indien gemeld kind het zijne was, hij niet zou verlangen, dat hetzelve door het armenbestuur onderhouden wierde, als zelve daartoe in staat zijnde. 159
3. De vergadering heeft daarop besloten, om heeren burgemeester en wethouders te antwoorden, dat het armbestuur zich excuseert van hun edele achtbaren last, omdat 1. indien het bedoelde kind is een kind van P. Lamor« of deze als vader van het zelve moet geconsidereerd worden, er dan door geen armbestuur voor deszelfs alimentatie behoeft gezorgd te worden, vermids P. Lamor« volgens zijne eigene getuigenis zelve daartoe in staat is en als vader (naar ons oordeel) daartoe verpligt. 2. indien het kind in overspel is geteeld, waarvan P. Lamor« bewijs meent in handen te hebben, op grond waarvan hij zegt tot echtscheiding te procederen en er door eenig armenbestuur voor de alimentatie des kinds moet gezorgd worden, althans het diakonie-armen bestuur der hervormde gemeente alhier daartoe niet verpligt geacht kan worden, omdat J.C. Kluit tot de roomsche kerk behoort. 4. De administrerende diaken werd op zijn verslag aangaande den staat der armenhuisjes Aan de Wal geautoriseerd, om dezelve te doen repareren. Na resumtie scheidde de vergadering. J. van Doesburgh, verbi divini minister.
[138v] [in de marge] absent Vlastuin Ordinaire vergadering 27 september 1829 Na het gebed en de resumtie der vorige akten ging men over tot het houden van censura morum, waarbij niets berispelijks voorkwam. Voorts werd tot het doen van huisbezoeking in de nieuwe stad benevens den predikant benoemd de ouderling Beurtman. Na het gebed scheidde de vergadering. J. van Doesburg, predikant.
[in de marge] absent Vlastuin, Beurtman Ordinaire vergadering 24 october 1829 Na de opening der vergadering deed de afgetreden diaken W. Groeneveld zijne rekening van Pinkster 1828 tot Pinkster 1829. Daarbij bleek dat door hem was ontvangen . . . . . f 991,78 en uitgegeven . . . . . . . . . 798,62 zoodat meer ontvangen was dan uitgegeven . . . . . f 193,16 welke f 193,16 in de rekening van des rendants opvolger als ontvangst zullen verantwoord worden. Deze rekening alzoo goedgekeurd en gesloten zijnde, besloot de vergadering, om van de overschietende f 193,16 in de spaarbank te Tiel te beleggen f 150. Waarna de vergadering werd gesloten. J. van Doesburgh
[139r] Ordinaire vergadering 1 november 1829.
160
1. Na de opening der vegadering en de resumtie der vorige akten, bragt de predikant ter tafel een door den heer burgemeester dezer stad in handen van het hervormd armbestuur gestelde request van O. Schakel aan den heer gouverneur dezer provincie, zich beklagende over te weinige bedeeling en verzoekende, dat de gouverneur het armbestuur moge gelasten, om hem meerder bedeeling toe te leggen, om daarop te dienen van berigt. 2. Is besloten te berigten, dat O. Schakel wegens zijn moreel gedrag sorteert onder die lieden, die onder strenger toezigt behooren te staan, dat hij 12 stuivers per week geniet, dat men hem 14 zal geven, maar dat hem niet meer kan gegeven worden zonder anderen te benadeelen, die meer aanspraak op onderstand hebben dan hij, daar het bestuur van het aan deszelfs toebetrouwde fonds der gemeente den eenen niet ruim mag bedeelen tot nadeel van den anderen en daar van hetzelve niet kan gevorderd worden, om bedeelingen te doen, die het vermogen van het fonds te boven gaan. De predikant zal dit berigt zonder nadere resumtie opzenden zoo als het concept daarvan door hem aan de vergadering is voorgedragen. Niets meer te verhandelen zijnde, werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh, predikant.
Vergadering 29 november 1829. In plaats van het aftredend lid der notabelen, den heer G. de Ridder, is in deze vergadering eene nominatie van 2 gemaakt, namelijk C. van Boeschoten en G. de Ridder, welke aan het collegie van toezigt zal gezonden worden. J. van Doesburgh.
[139v] 1830, 10 januarij De predikant gaf kennis, dat bij hem ontvangen waren van het stedelijk bestuur de gewone jaarlijksche aanvragen aangaande de inkomsten en bedeelingen van het diakonie armen bestuur en is zijneerwaarde verzocht daarop more solito te antwoorden. Ook communiceerde zijneerwaarde den ontvangst van een besluit van heeren burgemeester en wethouders, behelzende, dat er in deze stad eene armenschool zal worden opgerigt, waarin aan kinderen van behoeftigen des avonds van 5 tot 7 uren gratis onderwijs zal worden gegeven, dat er eene commissie zal benoemd worden ter beoordeeling, wie bevoegd zijn hunne kinderen ter school te zenden, bestaande uit den tijdelijken burgemeester, ««n lid van het hervormd en ««n van het roomsch armbestuur, dat de kosten daartoe zullen gevonden worden uit eene subsidie uit de provincie ¢ f 120, een dito van de stad f 110 en van het fonds der hervormde armen f 37 en van dat der roomschen f 74 jaarlijks. De vergadering verblijdde zich daarover en verzocht en committeerde den predikant, om daaromtrent in den voornoemden geest zoodanige schikkingen en overeenkomsten met het plaatselijk bestuur te maken, als het belang der zaak zal mede brengen. J. van Doesburgh, verbi divini minister. Op den 15en januarij is met heeren burgemeester en wethouders en het roomsche armbestuur eene overeenkomst betrekkelijk het armenschool, op den voet hierboven gemeld, namens ons armbestuur geteekend door den predikant, den ouderling Beurtman en den administrerende diaken W. van Doorn. J. van Doesburgh, verbi divini minister. 161
[140r] [in de marge] absent Vlastuin Vergadering 12 maart 1830 1. Na de opening der vergadering berigtte de predikant, dat hij van het classikaal bestuur ontvangen had een bij koninklijk besluit van 30 december 1829 goedgekeurd Huishoudelijk Reglement op de Zamenstelling en Werkzaamheden der Kerkeraden in de provincie Utrecht. 2. Hetzelve door den predikant geheel voorgelezen zijnde, werd algemeen goedgevonden. 1o om provisioneel het getal der ouderlingen in deze gemeente op vier te laten, alzoo men altijd bij vacature de bevoegdheid behoudt om daaromtrent overeenkomstig het bovenstaande reglement nader te bepalen. 2o dat de benoeming van nieuwe kerkeraadsleden voortaan zal plaats hebben op den 1 en zondag of maandag in december naar verkiezing van den praeses en de bevestiging op den laatsten zondag in december als ook dat de afgetreden diaken bij de godsdienstoefening op 31 december zal fungeren. 3o dat de thans in dienst zijnde leden, die met Pinkster aanstaande zouden hebben moeten aftreden, hunne bedieningen zullen blijven waarnemen tot ultimo december dezes jaars. 4o dat de thans fungerende administrerende diaken zijne nu loopende rekening zal doen van Pinkster 1829 tot Pinkster 1830 in de maand augustus aanstaande en die van 1o julij 1830 tot ultimo december in de maand april 1831. 3. Voorts is besloten om de vier gewone bij het Reglement bepaalde vergaderingen te houden op den zondag waarop de eerste afkondiging van het Avondmaal geschiedt of op zaturdag daarvµµr of op maandag daarop volgende, naar verkiezing van den praeses, op eene boete voor iederen afwezenden van 3 stuivers als ook dat de kerkeraad zal vergaderen bij het sluiten der diakonie-rekeningen, insgelijks op eene boete van 3 stuivers bij absentie. [140v] 4. Eindelijk is goedgevonden dat predikant en ouderlingen zich elken zondag na de voormiddag godsdienst in de kerkekamer vervoegen om te vernemen, of er bij diakenen of andere leden ook iets is voorgekomen, dat spoedige afdoening vereischt of waarover buitengewone vergadering zou moeten belegd worden, als mede dat de boete voor absentie ook zal betaald worden voor buitengewone vergaderingen. Na de resumtie gesloten. J. van Doesburgh, predikant J.H.Noordbeek 14 maart. Op berigt van den diaken, dat een der kinderen van Hermanus van Ek, die bij de weduwe Van Brussel besteed zijn, overleden is, is besloten om haar voor het nog levende van heden af te betalen tegen f 23 in het jaar. Gewone vergadering 21maart 1830 De praeses de vergadering geopende hebbende 1. wordt censura morum gehouden en kwam er Gode zij dank niets berispelijks voor. 162
2. De ouderling Vlastuin werd benoemd om in de volgende week met den predikant huisbezoek te doen. 3. De ouderling Noodbeek werd benoemd tot het bijwonen van het doen der belijdenis van 8 daartoe door den predikant aan deze vergadering voorgestelde catechisanten. 4. De predikant eene aanschrijving van het classikaal bestuur mede deelende, dat de kerkevisitatie in dit jaar schriftelijk moest geschieden, werd eene verklaring geteekend, dat artikelen 12-14 van het reglement hier bevestigend kan beantwoord worden. Na de resumtie sloot de praeses de vergadering. J. van Doesburgh, predikant J.H. Noordbeek, ouderling [141r] Gewone vergadering 27 junij 1830 De praeses de vergadering geopend hebbende 1. werden de notelen van 12, 14 en 21 maart geresumeerd en goedgekeurd. 2. Tot de huisbezoeking in de nieuwe stad werd benevens den predikant gecommitteerd de ouderling Beurtman. 3. Bij het doen der censura morum had geene der broederen iets tegen den anderen in te brengen. Ten aanzien van de leden der gemeente werd ingebragt, dat Johanna de Wit, die, vµµr dat zij lidmaat was, van een onecht kind bevallen zijnde en op beloofde en betoonde beterschap ruim een jaar daarna tot lidmaat aangenomen is, vµµr eenigen tijd weder van een onecht kind verlost is, en dat Gerrigje van Putten, van een onecht kind bevallen, met zekeren Dirk van Ek (die geen lidmaat is) blijft zamenwonen. De vergadering zich daarover bedroevende en zoo veel in haar is verdere ergernis der gemeente willende voorkomen, heeft besloten aan die beiden met vermaning tot berouw en levensverbetering, de bijwoning van het Avondmaal des Heeren gedurende ««n jaar te ontzeggen, in de hope dat zij door Gods genade blijken van ware boetvaardigheid en verbetering zullen geven en als zoodanig in den schoot der gemeente weder zullen kunnen opgenomen worden. De predikant nam op zich dit besluit aan de genoemde personen bekend te maken. 4. De predikant berigtte, dat aan zekeren P. van der Zande met akte van indemniteit van de gemeente van Rumpt alhier wonende, in behoefte en ziekte is gegeven f 7-, dat daarvan aan den kerkeraad van Rumpt door hem namens deze vergadering is kennis gegeven met verzoek om restitutie dier f 7 en onderstand voor P. van der Zande in zijne behoefte, [141v] dat na herhaalde vruchtelooze aanvragen deswegens aan gemelde kerkeraad eindeijk een brief van denzelven is ingekomen, waarin de restitutie der f 7 geweigerd en aan P. van der Zande wekelijks 30 centen toegelegt wordt, dat vermids den ziekelijken en hoogst behoeftigen toestand van P. van der Zande een wekelijkse bedeeling van 30 centen hem niets kan baten, dat hij, predikant, daarom den burgemeester dezer stad verzocht had om P. van de Zande naar Rumpt te doen vervoeren, hetgeen de burgemeester heeft goedgevonden, mits de diakonij de transportkosten betale, hebbende zijn edelachtbare gister reeds aan den burgemeester van Deil, waaronder Rumpt behoort, geschreven, dat 163
dit op donderdag 1 julij zal geschieden. De vergadering bedankte den predikant voor zijn berigt en genomene moeite in dezen en verzocht den diaken te zorgen, dat er aanstaande donderdag een rijtuig zou gereed zijn tot vervoer van P. van der Zande. Voorts vond de vergadering goed om ten aanzien der terugvordering der bovengemelde f 7- in eene volgende bijeenkomst nadere maatregelen te nemen en verzocht den predikant om daarover vooraf nog eens aan den kerkeraad van Rumpt te schrijven. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. J. van Doesburgh, predikant, J.H. Noordbeek [in de marge] absent Noordbeek, Vlastuin, Beurtman, Van Doorn, Van Ingen Vergadering 3 julij 1830 Diaken Muller deed zijne rekening als potmeester van Kersmis 1828 tot Kersmis 1829. De geheele ontvangst bedroeg . . . . f 771,275 de geheel uitgave . . . . . . 503,495 zoodat meer ontvangen is . . . . . f 267,78 welke in de volgende rekening als ontvangst zullen worden verantwoord. Goedgekeurd en gesloten J. van Doesburgh, predikant J.H. Noordbeek [142r] Vergadering 12 september 1830 Ingevolge het geresolveerde in de vergadering van 12 maart dezes jaars artikel 2 n o 4, heeft de administrerende diaken N, van Doorn zijne rekening van Pinkster 1829 tot Pinkster 1830 aan de vergadering ter revisie voorgelegd. Uit dezelve bleek, dat de ontvangst was geweest . . . f 970,71 en de uitgave over dat jaar . . 857,54 zoodat in kasse bleef . . . f 113,17 zijnde als uitgave in deze rekening gebragt f 100, om met de maand october in de spaarbank te leggen, hetgeen de vergadering geapprobeerd heeft. Deze rekening is met dankzegging aan den diaken voor zijne goede directie goedgekeurd en tevens besloten, dat de openbare sluiting van dezelve zal geschieden tegelijk met de volgende over de maanden julij tot december dezes jaars, hetwelk volgens voornoemd besluit der vergadering van 12 maart moet plaats hebben in april 1831. Na resumtie werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh [in de marge] absent Vlastuin Vergadering 19 september 1830 Na de opening der vergadering werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot het doen der huisbezoeking in de oude stad werd benoemd de ouderling Vlastuin secundus Noordbeek. Na resumtie ook der akten van 27 junij, 3 julij en 12 september werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh J.H. Noordbeek [142v] [in de marge] absent Beurtman 164
Gewone vergadering december 1830 1. De vergadering geopend zijnde, is dezelve, lettende op het bepaalde door de vergadering 12 maart 1830 artikel 2, 2o, overgegaan tot het benoemen van nieuwe kerkeraadsleden en zijn in plaats van de aftredende ouderlingen Noordbeek en Van Dijk, welke laatste in den loop dezes jaars is overleden, benoemd de broeders Johannes Wurster en C. van Boeschoten, en in plaats van den aftredende diaken N. van Doorn broeder T. van Zelm. 2. Voorts zijn in plaats van het aftredend lid der notabelen L. van Schaik genomineerd C. van Boeschoten en L. van Schaik, waarvan aan het collegie van toezigt kennis zal gegeven worden. 3. Daar ಬs Heeren Avondmaal op zondag 26 dezer alhier zal gevierd worden, werd bij deze gelegenheid censura morum gehouden en er kwam niets berispelijks voor. Na ಬt gebed scheidde de vergadering. J. van Doesburgh, predikant J.H. Noordbeek, ouderling [143r] [in de marge] absent Beurtman, Wurster, Van Selm Gewone vergadering 7 maart 1831 De vergadering met het gebed geopend zijnde en de resumtie der handelingen in het vorige kwartaal geschied zijnde 1. las de predikant ingevolge artikel 15 no 13 van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden de 3e afdeling van dat reglement voor. 2. Voorts las zijneerwwaarde voor eene aanschrijving van het classikaal bestuur van Wijk van 10 februari laartstleden, behelzende verzoek om schriftelijk antwoord op de vragen voorkomende in artikel 12, 13 van ಬt reglement op de kerkvisitatie, vermits er dit jaar gene persoonlijke kerkvisitatie geschiedt, als ook om te berigten of de predikant zoowel ಬs zomers als ಬs winters katechizeert en of de doop-, lidmaten- en trouwregisters met derzelver dubbelen, het aktenboek en de portefeuille in orde zijn. De vergadering hierop lettende, verblijdde zich dat op alle die vragen gunstig kon geantwoord worden. De predikant stelde dat antwoord op, ಬt welk door al de leden onderteekend werd. 3. De predikant voornemens zijnde eenige van zijne leerlingen tot leden der gemeente aantenemen, las derzelver namen voor met verzoek om, indien ten opzigte van eenಬof ander bij de leden eenige bedenking mogt bestaan, dezelve mede te delen. Er werd besloten dat de voorgestelden ten getalen van [blanco plek] zouden aangenomen worden en dat de broeder ouderling Vlastuin bij het doen der belijdenis zou adsisteren. 4. Daar de viering van ಬs Heeren Avondmaal op den 3e april zal plaats hebben, werd er censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. 5. Tot het doen der huisbezoeking met den predikant in de nieuwe stad werd benoemd de broeder ouderling Boeschoten. Na resumtie sloot de praeses more solito de vergadering. J. van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten
165
[143v] [in de marge] absent Van Zelm Vergadering 16 mei 1831 1. Na de opening der vergadering deed de afgetreden diaken N. van Doorn rekening van junij tot ultimo december 1830. De gehele ontvangst dezer rekening bedroeg f 569,82, de uitgave f 440,79, zoodat meer ontvangen den uitgegeven was f 129:3, welke in de volgende rekening zullen verantwoord worden. Deze rekening werd goedgekeurd en met de vorige gedaan 12 september 1830 gesloten en de diaken voor zijne goede directie bedankt. 2. In deze vergadering stonden binnen Adrianus Lamor«en Pieter Lamor«, zoonen der onlangs overleden weduwe J. Lamor«. Deze passeerden eene onderhandsche volmagt, waarbij zij het armenbestuur magtigden om in hunnen naam te verkoopen het huis in de Oeverstraat no 232, hun uit nalatenschap hunner ouders aangekomen, en de gelden daarvan komende in te houden in mindering van hetgeen door het armenbestuur tot onderstand aan hunne ouders verleend was. 3. Ingevolge de magt door de procuratie van Adrianus en Pieter Lamor«van heden, aan het armenbestuur dezer gemeente verleend om een of meer personeen in het geheel of in een gedeelte dier volmagt te substitueren, heeft het bestuur den ouderling C. van Boeschoten en den diaken R. van Ingen gecommitteerd tot het verrigten der werkzaamheden uit deze volmagt voortvloeijende, ಬt welk door deze is geaccepteerd. 4. Voorts stond binnen Jan Grosschenbach, die aan huishuur sedert junij laatstleden schuldig was f 32, zich beklagende, dat hij dezelve niet dadelijk kan betalen, met verzoek dat de huur mogt verminderd worden van 70 op 50 cent per week en beloovende om voortaan f 1 ಬs wekelijks te betalen tot dat zijne schuld zou vereffend zijn. Uit hoofde van den ziekenlijken toesand van J. Grosschenbach nam de vergadering daarmede genoegen. Na resumtie der notulen werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh, predikant J. Beurtman [144r] Vergadering 21 junij 1831 De heer G. de lಬOrme zijne rekening doende als potmeester van Kersmis 1829 tot Kersmis 1830 bleek, dat de ontvangst dier rekening bedroeg f 774,54 en de uitgave f 486,42, zoodat meer ontvangen was dan uitgegeven f 288,12, welke in de volgende rekening zullen verantwoord worden. Goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh, predikant J. Beurtman Vergadering 26 junij 1831 De vergadering met het gebed geopend zijnde, werden de handelingen van ಬt vorige kwartaal geresumeerd. 1. Werd censura morum gehouden, maar er kwam Gode dank niets berispelijks voor.
166
2. Tot het huisbezoek in de oude stad werd nevens den predikant benoemd de ouderling Beurtman. Met dankzegging aan God sloot de praeses de vergadering. J. van Doesburgh C. van Boeschoten Vergadering 18 september 1831 Na de opening der vergadering werden de akten van het vorige kwartaal geresumeerd. Bij de censura morum kwam niets berispelijks voor. Tot het huisbezoek in de nieuwe stad werd benoemd de ouderling Vlastuin. De vergadering werd met dankzegging aan God gesloten. J. van Doesburgh C. van Boeschoten [144v] [in de marge] 9 october De ouderling C. van Boeschoten en de diaken R. van Ingen rapporteerden, dat zij overeenkomstig hunne autorisatie daartoe (zie vergadering 16 mei laatstleden artikel 3) onder approbatie van den kerkeraad het huisje van de weduwe Lamor« hadden verkocht aan Pieter Lamer«voor f 200, te betalen in 8 jaren en dus jaarlijks met f 25, waarvan ಬt eerste jaar zal verschijnen op 1o mei 1832. Voorts dat R. van Ingen zich als borg daarvoor stelt en dat P. Lamer«en R. van Ingen zijn overeengekomen om tot dekking van den laatsten het koopcontrackt ten zijnಬname te stellen, tot zoolang als de kooppenningen door P. Lamore zullen zijn betaald. Alle leden des kerkeraads daarmede genoegen nemende, zal een koopcontrakt in dien geest voor den notaris Van Marienhoff gepasseerd, door hen allen except R. van Ingen geteekend worden. J. van Doesburgh [in de marge] 29 november In plaats van het aftredend lid der notabelen L. de Coole zijn benoemd C. van Boeschoten [en] J. Wurster senior, waarvan aan ಬt collegie van toezigt kennis zal gegeven worden. J. van Doesburgh C. van Boeschoten [145r] Gewone vergadering 11 december 1831 De vergadering met het gebed geopend zijnde, ging men tot voldoening aan het oogmerk derzelve, na de resumtie der akten van ಬt laatste kwartaal, over tot het benoemen van nieuwe kerkeraadsleden in plaats van de aftredende ouderlingen J. Vlastuin en J. Beurtman en van den aftredende diaken R. van Ingen. Bij de opening der stembriefjes bleek, dat tot ouderlingen waren verkoren de broeders J.H. Noordbeek en G. de Ridder en tot diaken de broeder Herman van Markestein. De predikant en de ouderling Van Boeschoten werden verzocht om daarvan aan de benoemde broeders kennis tegeven. Voorts overgaande tot het houden van censura morum, vermids het heilig Avondmaal den 25e dezer zal gevierd worden, kwam er Gode zij dank niets berispelijks voor. De predikant de aftredende broeders voor hunne getrouwe diensten en liefderijk verkeer bedankt en Gods zegen toegewenscht hebbende, werd na resumtie der notulen, de 167
vergadering met het gebed gesloten. J. van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten [in de marge] 18 december De predikant en ouderling Van Boeschoten berigtten dat de op den 11 e dezer verkoren leden des kerkeraads hunne benoemingen hadden aangenomen. J. van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten [145v] Vergadering 18 maart 1832 1. De vergadering geopend zijnde, las de predikant na resumtie der handelingen van ಬt vorige kwartaal de 3e afdeeling van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden voor. 2. De predikant stelde 15 van zijne leerlingen voor om tot leden der gemeente aangenomen te worden, waartoe eenparig werd besloten. 3. Ook werd vastgesteld, dat, wanneer de predikant op verzoek van leden der gemeente de kerkelijke inzegening van een huwelijk in een bijzonder huis buiten de kerk geliefde te doen, de verzoekers eene gift extra van f 10 aan de armen zouden behooren te geven, behalve de collecte door den diaken. 4. De diaken Van Selm werd verzocht om namens den kerkeraad aan de weduwe Van Brussel te zeggen, dat voor Frans van Ek niet langer dan tot 1 o mei het gewone jaargeld (zie 14 maart 1830) zal betaald worden. J. van Doesburgh C. van Boeschoten [in de marge] absent Noordbeek Vergadering 25 maart 1832 De vergadering met gebeden geopend zijnde, werd na de resumtie der vorige akten censura morum gehouden en niets berispelijks ingebragt. De ouderling Van Boeschoten werd gecommitteerd tot het adsisteren bij het doen der belijdenis. De ouderling Wurster tot de huisbezoeking in de oude stad. Op het gerapporteerde van broeder Van Selm, zie artikel 4 der vorige vergadering, is besloten aan de weduwe Van Brussel voortaan jaarlijks als toelage van kostgeld voor F. van Ek te geven f 14. Broeder Van Selm zal haar dat voorstellen en daarvan berigt doen. Na dankzegging scheidde de vergadering. J. van Doesburgh Noordbeek [146r] [in de marge] april 1 De diaken Van Selm berigt dat de weduwe Van Brussel het voorstel nopens Frans van Ek heeft aangenomen (zie vorige vergadering) ingaande de 1 e mei aanstaande. [in de marge] absent De Ridder, Van Selm Vergadering 13 april 1832 168
De vergadering met gebeden geopend zijnde, verscheen in dezelve de commissie van ಬt classikaal bestuur tot het doen der kerkvisitatie. Deze alles in orde bevonden hebbende, werd de vergadering met dankzegging aan God gesloten. Noordbeek J. van Doesburgh, predikant [in de marge] abent Wurster, Boeschoten, De Ridder Vergadering 20 april 1832 1. Na de opening der vergadering deed de afgetreden diaken R. van Ingen rekening van zijne administratie van 1 januari tot ultimo december 1831. Daarbij bleek dat de ontvangst bedroeg . . . . . . . f 928,38 en de uitgave . . . . . . . 783,39 zoodat meer ontvangen is dan uitgegeven . . . f 144,99 welke in de volgede rekening als ontvangst zullen verantwoord worden. 2. Op voorstel van den predikant werd de diaken Van Selm geautoriseerd om van de overschietende gelden f 125 voor ««n jaar uittezetten. 3. Op berigt van den diaken, dat J.W. Lamor«zijn ontslag als tambour heeft gekregen, omdat hij te klein is, en dat hij nu om onderstand gevraagd heeft, als nog te jong zijnde om genoeg tot zijn bestaan te verdienen, is besloten, dat de diaken naar bevind van zaken in dezen zal handelen en dat men zal trachten hem een of ander ambagt te doen leeren. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Noorbeek J. van Doesburgh
[in de marge] 13 mei De diaken Van Selm rapporteerde, dat hij overeenkomstig ಬt besluit der vorige vergadering J.W. Lamore had besteed bij den klompenmaker G. Branger te Amerongen voor een jaar voor f 24. Men nam daarin genoegen, mits er zooveel mogelijk gezorgd wierd om den jongen te doen onderwijzen in lezen, schrijven enzovoorts, ಬt welk de diaken op zich nam. Noordbeek J. van Doesburgh [146v] [in de marge] 1 junij De heer J.A. Muller deed rekening en verantwoording van zijne administratie als potmeester van 1 januari tot ultimo december 1831. De ontvangst bedroeg . . . . . f 789,405 de uitgave . . . . . . . 439,27 Er schoot dus over . . . . . . f 350,135 welke f 350,135 aan des rendants opvolger den heer G. de l'Orme zijn ter hand gesteld, die dezelve in zijne rekening als ontvanger zal verantwoorden. De rekening werd goedgekeurd en gesloten. J. van Doesburgh, predikant Noordbeek Vergadering 24 junij 1832 Na de opening der vergadering en de resumtie van de akten des vorigen kwartaals werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. 169
Tot het doen der huisbezoeking in de nieuwe stad met de predikant werd benoemd de ouderling Noordbeek secundus Boeschoten. Waarna de praeses de vergadering sloot. Noordbeek J. van Doesburgh, predikant allen tegenwoordig Gecombineerde vergadering van den kerkeraad en de hoofdaalmoezenieren dezer gemeente 13 september 1832 1. De vergadering door den praeses geopend zijnde, werden overeenkomstig derzelver doel ter vervulling der vacatures van potmeesteren, veroorzaakt door het overlijden van de heeren Van Schaik en De lಬOrme, tot potmeester benoemd de heeren C. van Boeschoten en D. van Driel. [147r] 2. Voorts werd in deze vergadering gearresteerd het onderstaande Reglement voor Hoofdaalmoezenieren der hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede. Artikel 1. Hoofaalmoezenieren der hervormde gemeente alhier zijn de tijdelijke predikant, die als predikant fungeert, de tijdelijke diakenen en drie potmeesteren. 2. De vacatures der potmeesteren worden vervuld door benoemingen, te doen door eene gecombineerde vergadering van den kerkeraad en de hoofdaalmoezenieren 3. De werkzaamheden der hoofdaalmoezenieren zijn 1. het omgaan met de schaal voor de armen in de maanden april, julij en december van ieder jaar, ಬt welk ಬs zondags te voren van den predikstoel wordt bekend gemaakt. 2. het maken der zomer- en wintercedullen voor den administrerenden diaken in de maanden april of mei en in de maand december, als ook het maken der wintercedullen voor den administerenden potmeester in de maand december van elk jaar. De cedullen voor den potmeester bestaan a. in de bepalingen van zekere toelagen gedurende 22 weken aan behoeftigen der hervormde gemeente, welke hun niet in geld maar in eetwaren worden verstrekt. b. in bepalingen van brood-uitdeeling aan behoeftigen der hervormde gemeente gedurende 13 weken. c. in bepalingen van kleedingstukken, welker vervaardiging door den administrerenden potmeester en diaken bezorgd wordt en welker uitdeeling geschiedt in eene daartoe belegde vergadering van hoofdaalmoezenieren. De cedullen voor den diaken bestaan in bepalingen van wekelijksche uitdeelingen van geld aan behoeftigen. [147v] 4. De bijzondere werkzaamheden der potmeesters zijn behalve het bezorgen der bedeelingen naar de cedullen voor de potmeesters, in artikel 3 vermeld, de administratie en inzameling der fondsen van de zoogenaamde pot. Deze werkzaamheden worden onder de drie potmeesters aldus verdeeld, dat ieder van hen gedurende ««n jaar van 1o januari tot ultimo december als administrerend potmeester fungeeert en wel in dezer voege, dat in dit jaar 1832 als administrateur zal fungeren de heer J.A. Muller, subintrerende voor den overledenen heer De lಬOrme, die in dit jaar administrerend 170
potmeester was, in het jaar 1833 de heer J.A. Muller, in het jaar 1834 de heer C. van Boeschoten, in het jaar 1835 de heer D. van Driel en zoo vervolgende. 5. Jaarlijks in de maand mei doet de administrerende potmeester des vorigen jaars openlijk rekeing van zijne administratie in eene daartoe belegde kerkeraads vergadering, nadat vooraf zijne rekening zal zijn gerevideerd in eene vergadering van hoofdaalmoezenieren. 6. Ook zal de administratie van het gesticht van A. van Leeuwen in de Stroostraat, ten behoeve van weduwen der hervormde gemeente, geschieden door potmeesteren, in dier voege dat de aftredende administrerende potmeester optreedt als administrateur van dat gesticht. De rekening daarvan zal geschieden op tijd en wijze als in artikel 5 bepaald is. Openkomende plaatsen in dat gesticht woden met gemeen overleg van hoofdaalmoezenieren vervuld. [148r] 7. De effecten en verdere papieren van de pot, waarvan een inventaris zal gemaakt worden, zullen, nadat zij van de erven van den heer De lಬOrme zijn overgenomen, onder bewaring blijven van den heer Muller, oudsten potmeester, en van tijd tot tijd met den inventaris vergeleken worden. 8. De vergaderingen van hoofdaalmoezenieren, niet alleen de gewone tot verrigting van ಬt geen in vorenstaande artikelen ten hunnen opzigte bepaald is, maar ook de buitengewone, worden door den president op de tot hiertoe gebruikelijke wijze belegd. Die in de vergadering niet tegenwoordig is, nadat dezelve door den president geopend is verklaard, verbeurt drie stuivers ten voordeele van het diakoniefonds. Dit reglement is alzoo na resumtie gearresteerd en daarbij bepaald, dat hetzelve in het aktenboek van hoofdaalmoezenieren zal worden ge±nsereerd. Waarna deze vergadering is gesloten. J. van Doesburgh, predikant Noordbeek Vergadering 30 september 1832 De vergadering more solito met gebeden geopend zijnde, werden de akten van het vorige kwartaal geresumeerd. Er werd censura morum gehouden, doch er kwam Gode zij dank niet berisperlijks voor. Tot de huisbezoeking in de oude stad zal de predikant geadsisteerd worden door broeder ouderling De Ridder secundus Noordbeek. De praeses sloot de vergadering. Noordbeek J. van Doesburgh, predikant [148v] Vergadering 10 november 1832 De vergadering door den praeses geopende zijnde, ging men tot voldoening aan het oogmerk derzelve over tot benoeming van nieuwe kerkeraads leden in plaats van de aftredende ouderlingen Wurster en Van Boeschoten, en van den diaken Van Selm. Bij de opneming der stemmen bleken verkoren te zijn tot ouderlingen de broederen J.J. de Heus en E. van t Koort en tot diaken W. Groeneveld. De ouderlingen Van Boeschoten en de diaken Van Selm werden verzocht om dit den benoemde broederen te verwittigen. Waarna de praeses de vergadering sloot en dezelve scheidde. Noordbeek J. van Doesburgh, predikant 171
[in de marge] 16 december In plaats van het aftredend lid der notabelen den heer J.H. Noordbeek zijn benoemd J.H. Noordbeek en H. Conink Westenberg. In plaats van de vacatures van plaats vervangers zijn benoemd 1e nominatie loco C. van Boeschoten: J. Vlastuin - J.J. de Heus; 2e nominatie loco Van den Helm opgetreden als notabele, J. Wurster senior en H. van Markestein, waarvan aan ಫt collegie van toezigt kennis zal worden gegeven. De gecommitteerden in de vorige vergadering berigtten dat de benoemde nieuwe kerkeraadsleden de benoeming hebben aangenomen. Noordbeek J. van Doesburgh, predikant [149r] Vergadering 6 januari 1833 De vergadering door den praeses geopend zijnde, las deze na resumtie der akten van het vorige kwartaal de derde afdeeling van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden voor. Er werd censura morum gehouden, doch ten deze niets voorgebragt, waarna de vergadering met dankzegging aan God scheidde. Noordbeek J. van Doesburgh, predikant
[in de marge] 24 maart] De predikant droeg vier zijner leerlingen voor om door hem tot leden der gemeente te worden aangenomen, waarmede de kerkeraad genoegen nam, wordende de ouderling Noordbeek benoemd om daarbij te adsisteren. Noordbeek J. van Doesburgh, predikant [in de marge] absent De Heus Vergadering 31 maart 1833 De vergadering door den praeses geopend en het verhandelde in het vorige kwartaal geresumeerd zijnde, werd censura morum gehouden, maar er kwam niets berispelijks voor. Tot de huisbezoeking in de nieuwe stad werd benevens den predikant benoemd de ouderling Van ಬt Voort secundus De Heus. De predikant bragt ter tafel eene tabel met vragen voor de kerkvisitatie, ontvangen van het classikaal bestuur. Al die vragen voorgelezen zijnde, werd met dankzeggging aan God besloten dezelve met ja te beantwoorden, waarna de tabel werd onderteekend. J. van Doesburgh, predikant Noordbeek, ouderling [149v] [in de marge] absent Noordbeek, De Ridder, De Heus, Groeneveld Vergadering 1 junij 1833 Na de opening der vergadering deed de afgetreden diaken T. van Selm rekening van zijne administratie over 1832. De ontvangst dier rekening was . . . . . f 989,405 172
de uitgave bedroeg . . . . . . . 681,155 zoodat meerder ontvangen was . . . . . f 308,25 welk saldo door des rendants opvolger H. van Markestein als ontvangst zal verantwoord worden. In diezelfde vergadering deed de heer A. Muller rekening van ontvangst en uitgave als potmeester over het jaar 1832 in plaats van den heer De lಬOrme, overleden. De ontvangst dier rekening had moeten bedragen . . f 851,415 dan vermits de renten der stad over dat jaar ad f 359,26 nog niet waren ingenomen en er nog van Klaas van Doorn te ontvangen was . . . 6 dus te zamen nog te ontvangen . . . . . 365,55 zoo bedroeg de eigenlijke ontvangst . . . . f 485,865 De uitgave was . . . . . . . 489,425 zoodat er een nadeling slot is van . . . . f 3,56 welke als uitgave in de volgende rekening zullen verantwoord worden. Beide deze rekeningen goedgekeurd zijnde, scheidde de vergadering. J. van Doesburgh, predikant Noordbeek, ouderling
[150r] 9 junij. Op voorstelling van den diaken Van Markesteijn is besloten, dat van het bij hem in kas zijnde batig saldo der rekening van den afgetreden diaken Van Selm zal aangekocht worden f 300 werkelijke Nederlandse schuld ¢5 per cent, ಬt welk de predikant op zich nam.
Vergadering 30 junij 1833 Na de opening der vergadering werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot het doen der huisbezoeking in de oude stad werd nevens den predikant benoemd de ouderling Van ಬt Voort, secundus Noordbeek. De predikant berigtte, dat hij voor de diakonie had gekocht f 300 ¢5 per cent Nederlandse werkelijke schuld voor f 87 /8 franco %. De diaken Van Markestein berigtte, dat door hem J.W. Lamor«besteed was bij den
7
schoenmaker H. van Oirschot voor 3 jaren tegen f 24 in ಬt jaar, beginnende 24 junij dezes jaars. Oirschot zal hem het schoenmaken leeren, hem huisvesting en kost geven en tot geen ander werk gebruiken, Ook zal hij hem naar de armenschool en de katechisatie zenden en het vierde jaar hem voor niets houden. De vergadering approbeerde dit. Na resumtie dezer akte en die van het vorige kwartaal sloot de praeses de vergadering met het gebed. J. van Doesburgh, predikant, Noordbeek, ouderling.
[150v] Vergadering 4 augustus 1833.
173
Na de opening der vergadering berigtte de predikant, dat hij Adriaan van Elsacker, fungerend voorlezer en voorzanger in deze gemeente en Elizabet van der Lee, van wier onzedelijk en ergelijk gedrag bij gelegenheid van de kermis de meeste leden kennis droegen, bij zich ontboden en over hun wangedrag ernstig onderhouden had, met dat gevolg, dat zij beiden berouw betuigd en verbetering beloofd hadden. Met droefheid over den val dezer jonge leden verheugde zich de vergadering over derzelver betuiging en belofte in hope, dat die opregt mogten zijn en zij beiden door Gods genade zich voortaan als ware leden der gemeente van onzen heer Jezus Christus mogten gedragen. Vermits echter hunnen zedelooze onkuische bedrijven in ಬt openbaar gepleegd waren en tot ergernis der gemeente strekten, zoo heeft de vergadering besloten aan Van Elsacker aan te zeggen, dat hij gedurende de maanden augustus en september den post van voorlezer en voorzanger niet zal mogen waarnemen en aan hem en Elizabet van der Lee beiden, dat zij zich van de viering des Avondmaals in october zullen moeten onthouden, als mede, dat zij beiden van nu af onder bijzonder toezigt van den kerkeraad gesteld zijn en dat het van hun gedrag zal afhangen of de voornelde censure al dan niet zal opgeheven worden. De predikant werd verzocht en nam op zich dit besluit aan beiden mede te deelen. Waarna de vergadering, de notelen geresumeerd zijnde, met aanbeveling der ongelukkigen aan Gods ontferming, scheidde. J. van Doesburgh, predikant, Noordbeek, ouderling.
[151r] Vergadering 1 september 1833 Na de opening der vergadering gaf de predikant te kennen, dat hij van wegen Adriaan van Elsacker, zie de vorige vergadering, aanzoek had gehad, om bij den kerkeraad voor hem vrijheid te vragen tot het weder opvatten van de functie van voorlezer in deze gemeente. De vergadering, zich overtuigd houdende van het opregt berouw van Van Elsacker over zijnen misstap, alsmede van zijn geheel onberispelijk gedrag na dien tijd, heeft besloten de censure van Van Elsacker in zoover op te heffen, dat hij heden over 8 dagen den post als voorlezer zal mogen waarnemen. Na resumtie scheidde men. J. van Doesburgh, Noordbeek, ouderling
Vergadering 15 september 1833 De praeses maakte na de opening der vergadering den broederen bekend, dat hij dezelve had laten beleggen ter zake van gemeengaan, verkeer en zamenwoning van Catharina Bontan, lid dezer gemeente, met eenen jood, zoon van Nehemia Davids alhier, tegen het genoegen en tot droefheid harer ouders. Catharina Bontan, door den predikant ontboden, binnen staande, heeft, na dat de predikant haar hare roekeloosheid en het gevaar waaraan zij bloot stond nadrukkelijk onder het oog had gebragt en haar opgewekt had, om met bede om vergeving tot hare ouders weer te keeren en van haren dwaalweg aftegaan etc. met tranen van berouw en belijdenis van hare verkeerdheid den predikant bedankt voor zijne vermaning en beloofd zich daarna te gedragen. Waarna de vergadering gesloten en gescheiden is. J. van Doesburgh.
[151v] 174
Vergadering 22 september 1833. De vergadering geopend en de akten van het vorige kwartaal geresumeerd zijnde, werd censura morum gehouden. Daarbij kwam niets voor dan het gedrag van Catharina Bontan, zie 15 september. Gemelde C. Bontan heeft niet alleen door haar voortdurend verkeer met en verblijf bij den jood, maar ook door hare bijwoning van den openbare godsdienst der joden in den afgeloopen week getoond, dat haar betoond berouw en beloofde beterschap niet opregt is. De vergadering heeft daarom en vermits het genoegzaam bleek, dat zij in een zwangeren staat was, besloten, om haar gedurende ««n jaar de bijwoning der Avondmaalsviering te ontzeggen, met voorbehoud, om indien zij in dien tijd zich aan grooter misgrijp mogt schuldig maken, hare straf te verzwaren. Zij zal tegen aanstaanden zondag in de vergadering geciteerd worden, om haar dat aan te zeggen. Tot de huisbezoeking in de nieuwe stad zal de predikant, dit verkiezende, geadsisteerd worden door den ouderling De Ridder. Stond op zijn verzoek binnen zekere Willem Frederik van Ingen, zoon van Peter van Ingen en Elizabeth Heij, beide gealimenteerden in ಬt gasthuis alhier. Deze W.F. van Ingen voor eenige jaren buiten weten zijner ouders zich in militairen dienst begeven hebbende en sinds 9 jaren om criminele misdaden in het tuchthuis te Leeuwarden gezeten hebbende, is lam aan zijn regter been, ontslagen van de tuchthuisstraf, in zijne geboorteplaats alhier aangekomen en heeft aan deze vergadering huisvesting en onderhoud uit de diakonie kas verzocht, zeggende onbekwaam te zijn tot arbeid, om zich het noodige te verzorgen.
[152r] De vergadering, oordeelende, dat hij slechts 29 jaren zijnde niet te oud was, om het kleermaken te leeren, heeft hem aangezegd, om in deze week naar eene gelegenheid daartoe om te zien en zich genegen betoond, om door eenigen onderstand hem behulpzaam te zijn, om zich in staat te stellen tot het verdienen van zijn brood. De administrerende diaken zal in deze week voor zijn onderhoud zorgen en de vergadering aanstaande zondag van W.F. van Ingen nader berigt, etc. verwachten. Na resumtie der notulen sloot de praeses deze vergadering. J. van Doesburgh.
13 october. De administrerende diaken berigtte, dat hij onder approbatie van den kerkeraad met den kleermaker Theodorus Rul alhier een contrakt had aangegaan, waarbij deze zich verbindt, om aan W. F. van Ingen in twee jaren het kleermaken te leeren, mits daarvoor en voor kost en inwoning genietende f 1,50 ಬs weeks, onder verbindtenis tevens, om hem het derde jaar voor niets te houden. Alle leden des kerkeraads keurden dit goed en de diaken werd geautoriseerd tot het passeren van een schriftelijk contrakt in voege voorschreven. J. van Doesburgh.
27 october. In plaats van het aftredend lid der notabelen den heer G. de Ridder zijn benoemd G. de Ridder en H. van Markestein, waarvan aan het collegie van toezicht kennis zal gegeven worden. J. van Doesburgh.
175
[152v] Vergadering 8 december 1833 De praeses de vergadering met gebed geopend hebbende, werden de akten van het verloopen kwartaal geresumeerd. Voorts overgaande tot het benoemen van nieuwe kerkeraadsleden in plaats van de aftredende ouderlingen Noordbeek en De Ridder en den diaken H. van Markestein, bleek bij de opening der biljetten, dat benoemd waren tot ouderlingen J. Wurster, senior en J. Beurtman, tot diaken R. van Ingen. De predikant nam op zich dit ter kennis der benoemden te brengen. Bij de censura morum, waaromtrent niets berispelijks voorkwam, was het aangenaam te vernemen, dat de gecensureerden, zie akte 4 augustus laatstleden, zich onbersipelijk gedroegen, waarop zij werden gerehabiliteerd. Daarna sloot de praeses de vergadering. J. van Doesburgh.
15 december. De predikant berigtte, dat de benoemde kerkeraadsleden die benoemingen hadden geaccepteerd.
[153r] [in de marge] absent Groenevelt Vergadering 15 maart 1834. Na de opening der vergadering deed de afgetreden diaken H. van Markestein rekening zijner administratie van 1 januarij tot ultimo december 1833. De ontvangst was . . . . . . . f 1249,181/2 de uitgaaf . . . . . . . . 867, 27 zoodat meer ontvangen was . . . . . f 381, 911/2 1 welke f 381, 91 /2 door den diaken Groeneveld als ontvangst zullen verantwoord worden. De predikant berigtte, dat hij van Evert Oirschot had ontvangen f 100 tot eene gift voor onze diakonie. Men besloot, om voor de diakonie te koopen f 400 werkelijke schuld ¢5 percent ಬt welk de predikant op zich nam. Ook werd zijn eerwaarde verzocht, om met 1 mei uit de spaarbank te Tiel alle gelden dezer diaconie te ligten, behalve f 200 daarin gelegd 30 september 1822 en f 150 daarin gelegd 1 januarij 1829 en voor die gelden te koopen f 400 werkelijke schuld. Werd censura morum gehouden, niets voorgekomen. Huisbezoek oude stad ouderling J. Wurster. De predikant droeg 12 zijner leerlingen voor, om te worden aangenomen, waarmede de vergadering genoegen nam. De ouderling Wurster zal daarbij tegenwoordig zijn. De notulen geresumeerd zijnde werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh, predikant.
[153v] Vergadering 30 maart 1834. 176
De praeses de vergadering geopend hebbende, werden de vragen uit het reglement der kerkvisitatie voorgelezen, alle met ja beantwoord en de tabelle daarvan, van ಬt classikaal bestuur ontvangen, ondertekend. De praeses las de derde afdeeling van het huishoudelijk reglement voor de kerkeraden voor, hetgeen in de vorige vergadering was geommitteerd. Voorts sprak men over het repareren van de diakonie-woningen aan de Wal. Na eenige discussien hierover zeiden de predikant en de ouderlingen De Heus en Van ಬt Voort van oordeel te zijn, dat men dit jaar alleen den walmuur zou opmetselen en het verder noodige metselwerk aan de woningen zou doen. De adiminstrerende diaken begreep, dat de buitendeuren en ramen geheel moesten vernieuwd worden. De predikant en voornoemde ouderlingen merkten daarop aan, dat dit naar hun inzien niet noodig was, dat eenige kleine reparatien daaraan voldoende zouden wezen en zoo al de geheele vernieuwing mogt noodig zijn, hetwelk uit een nader onderzoek van deze vergadering zou behooren te blijken, meenden zij, dat men om de groote kosten daarmede behoorde te wachten tot in het volgende jaar. De diaken hierop replicerende, dat hij dat werk reeds aanbesteed had en dat de timmerman reeds een gedeelte daarvan op zijn winkel gereed had gemaakt, bragt de predikant hem onder het oog, dat hij de grenzen zijner bediening te buiten gegaan was, daar hij in zaken
[154r] van zooveel belang als de onderhavige vooraf met den kerkeraad had moeten raadplegen (zie het huishoudelijk reglement afdeling 5 artikel 34). De predikant deze zaak in rondvraag brengende, werd met meerderheid van ««ne persoon besloten, om, daar de zaak reeds zover gevorderd was, er voor ditmaal in te berusten, dat echter zooveel mogelijk de zuinigheid behoorde in acht genomen te worden. De predikant zeide dit te zullen aanzien in de hope, dat diakenen in ಬt vervolg overeenkomstig de wet meer communicatief met den kerkeraad zullen handelen. reserverende zich deze aantekening in de akte ter zijner verantwoording en ter waarschuwing tot voorkoming van dergelijke misbruiken in het vervolg. De vergadering werd met gebeden gesloten. J. van Doesburgh, predikant.
]in de marge] absent Wurster, De Heus, Groeneveld Vergadering 6 mei 1834 In deze vergadering deed de potmeester J.A. Muller rekening zijner administratie van 1e januarij tot ultimo december 1833, waarbij bleek ontvangen te zijn . f 485, 74 en uitgegeven . . . . . . . . 424, 301/2 dus meer ontvangen dan uitgegeven . . . . . f 61, 431/2 welke door den rendants opvolger J. van Boeschoten als ontvangst zullen verantwoord worden. Als niet ontvangen werd bij deze rekening opgegeven 1e de renten van de stad over 1833 . . . . f 359, 25 e . . . .. . 6, 30 2 van Klaas van Doorn 1833 177
Ook deed in deze vergadering de potmeester D. van Driel rekening van ontvangst en uitgave als geadministreerd hebbende de huisjes in de Stroostraat gesticht door A. van Leeuwen van 1 januarij tot december 1833 De ontvangst bedroeg . . . . . . f 17, 20 de uitgave . . . . . . . . 49, 981/2 zoodat meer uitgegeven was . . . . . f 32, 781/2 welke penningen door den potmeester C. van Boeschoten zijn betaald en in zijne rekening als uitgaaf zullen geleden worden. J. van Doesburgh.
[154v] 11 mei. De predikant berigte, dat hij ontvangen had eenಬ brief van heeren kerkvoogden dezer gemeente, behelzende kennisgeving aan den kerkeraad, dat zij tot koster onzer kerk in plaats van wijlen H. van Waveren hebben aangesteld Gijsbertus van Waveren, dat zij alvorens zijne instructie bepaaldelijk vast te stellen, wenschen te weten, of de kerkeraad genegen is de f 15 die de vorige koster uit de diakoniekas als tractement en f 5 die hij voor het omgaan met de 14 daagsche bus jaarlijks genoten heeft ook aan dezen koster toeteleggen. Daartoe is besloten en de predikant is verzocht daarvan namens den kerkeraad aan kerkvoogden kennis te geven. J. van Doesburgh.
[in de marge] absent Beurtman Vergadering 22 junij 1834 De vergadering met gebed geopend zijnde werden de akten van 30 maart, 6 en 11 mei geresumeerd. Voorts werd censura morum gehouden, doch er kwam niets voor. De ouderling Beurtman werd benoemd om met den predikant, zoo deze dat mogt noodig oordeelen, huisbezoek te doen in de nieuwe stad. Daar er niets meer te verhandelen was, werd de vergadering met gebed gesloten. J. van Doesburgh, predikant.
[155r] [in de marge] absent Wurster, Van ಬt Voort, Beurtman Vergadering 21 september 1834. De vergadering met gebed geopend werden de akten der vorige geresumeerd. Bij de censura morum kwam niets voor. De ouderling De Heus zal den predikant, daartoe verzocht wordende, assisteren bij het huisbezoek in de oude stad. De predikant las voor eenಬ brief der synode van 15 julij laatstleden. Verheugd, dat de inhoud noch op den predikant, noch op de gemeente toepasselijk was, werd dezelve voor notificatie aangenomen. De vergadering werd met gebed gesloten. J. van Doesburgh, predikant. 178
19 october. De Predikant berigt ontvangen te hebben drie gratis exemplaren van de beknopte beoefeningsleer van Kist ter lezing voor minvermogenden in de gemeente. De kerkeraad neemt op zich de lezing daarvan aan te prijzen en de predikant, om lijst te houden van de afgave.
9 november. Ter vervulling der vacatures zijn benoemd als notabelen J.J. de Heus, J. W¾rster senior en als plaatsvervanger J. Beurtman, H. van Markestein.
Vergadering 14 december 1834 Na de opening der vergadering en de resumtie der vorige akten ging men over tot benoeming van nieuwe kerkeraadsleden in plaats van de aftredende broederen J.J. de Heus en E. van ಬt Voort, ouderlingen en W. van Groeneveld, diaken. Tot ouderlingen werden benoemd C. van Boeschoten en Krijn Krouwel, tot diaken H. van Markestijn. Bij de censura morum kwam niets voor. J. van Doesburgh, predikant.
[155v] [in de marge] collegio pleno Vergadering 25 januarij 1835 De predikant berigtte na de opening der vergadering eenಬbrief te hebben ontvangen van burgemeester en wethouders alhier, behelzende, dat hun edele achtbaren na eenige correspondentie met het rooms katholiek armbestuur alhier en met den heer gouverneur dezer provincie over de alimentatie van Rijn Gersen, roomsgezinde uitwonende huisvrouw van Gerrit Versteeg, eindelijk door den heer gouverneur waren geinformeerd, dat het gevoelen van heeren gedeputeerde staten is, dat het hervormde armbestuur verpligt is Rijn Gersen te alimenteren, vermits haar man door hetzelve bedeelt wordt en naar de wet van 28 november 1818 het domicilie van onderstand van den man dat der vrouw is. De vergadering zich om meer dan eene reden daarmede niet kunnende vereenigen, besloot daarvan per missive aan burgemeester kennis te geven. De predikant nam op zich die missive te vervaardigen en die heden over 8 dagen aan het oordeel der vergadering te onderwerpen. De praeses las de 3e afdeling van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden voor. Daarna werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh, predikant.
[in de marge] collegio pleno Vergadering 1 februarij 1835 Na de opening der vergadering las de predikant het antwoord op den brief aan burgemeester en wethouders (zie de vorige vergadering) voor, zijnde hoofdzakelijk van volgenden inhoud 179
[156r] dat de kerkeraad zich niet kan vereenigen met het gevoelen van gedeputeerde staten. Dat G. Versteeg niet uit ons armenfonds bedeeld wordt en wij dus zijne vrouw, al was zij gereformeerd, niet zouden verpligt zijn te alimenteren, wijl zij zonder wettige ontbinding des huwelijks van hem uitwoont. Dat wij wel erkennen, dat naar de wet van 28 november 1818 Wijk de plaats is waar Rijn Gersen moet gealimenteerd worden, maar dat wij in die bepaling van ಬt domicilie waar niet kunnen lezen, dat Rijn Gersen, rooms zijnde, uit de kas der gereformeerden moet onderhouden worden, omdat haar man gereformeerd is. Dat wij dit niet met billijkheid kunnen overeenbrengen, omdat door zoodanige ongelijke huwelijken de aard en instellingen van liefdadige fondsen zouden kunnen veranderd worden, geheel strijdig met de bepalingen van derzelver stichters en eigenaren. Dat dit ook ten allen tijde anders begrepen en het tot dusverre hier ook gebruikelijk is, dat huisgezinnen van onderscheiden godsdienstbelijdenis uit de onderscheiden fondsen naar evenredigheid van derzelver getal bedeeld worden. Dat wij meenen ons aan ontrouw schuldig te maken en onverantwoordelijk te stellen voor onze gemeente, indien wij haar eigendom ಬt welk zij bepaaldelijk voor hare geloofsgenooten bestemde en waarover zij ons ten behoeve van deze de beheering aanvertrouwde, aan anderen en wel aan roomsen besteedden, dat wij dat zonder haren last niet mogen doen en dus moeten difficulteren omtrent het gevoelen van gedeputeerde staten. De vergadering, zich hiermede vereenigd hebbende, werd dezelve gesloten. J. van Doesburgh, predikant.
[156v] [in de marge] collegio pleno Vergadering 8 maart 1835 Na de opening der vergadering berigtte de predikant, dat door de weduwe J. Vlastuin aan onze diakonie toegezegd was twee mudden weit. De vergadering vernam dat met blijdschap en verzocht den predikant de weduwe daarvoor te bedanken, besluitende, om daarvan brood te doen bakken. Ook berigtte zijneerwaarde den ontvangst eener missive van heeren burgemeester en wethouders dezer stad van 7 dezer, behelzende ten gevolge eener aanvrage van den heer gouverneur dezer provincie van 2 dezer verzoek om te berigten, of en zoo ja, welke bepaalde beschikkingen tusschen de hervormde en roomsche armenbesturen alhier bestaan ten aan zien van bedeeling van huisgezinnen welker leden gedeeltelijk tot de hervormde en gedeeltelijk tot de roomsche gemeente behooren. Is besloten hierop te antwoorden, dat van ouds tot hiertoe gebruikelijk is, om, wanneer in een huisgezin van gereformeerden en roomschen behoefte bestaat, welke tot het gansche gezin betrekking heeft, als van voeding en huisvesting, daarin door beide armenkassen te voorzien, maar dat in geval van persoonlijke behoefte als van kleeding en in ziekte door elke gemeente voor hare leden gezorgd wordt, dat hieromtrent geene bepaalde overeenkomsten zijn vastgesteld, maar dat men bij billijke aanvragen nooit heeft nagelaten dien maatregel die in den aard der zaak gegrond en door gewoonte als tot wel geworden is, op te volgen. J. van Doesburgh, predikant. 180
[157r] [in de marge] absent Wurster, Beurtman Vergadering 16 maart 1835 Na de opening der vergadering deed de afgetreden diaken W. van Groeneveld rekening zijner administratie van 1e januarij tot ultimo december 1834. De ontvangst bedroeg . . . . . . . f 1866, 271/2 de uitgave . . . . . . . . . 1504, 271/2 zoo dat meer was ontvangen dan uitgegeven . . . . f 362 Men besloot, dat broeder Groeneveld deze overschietende penningen aan den predikant zou ter hand stellen, om daarvoor effecten te koopen. Na resumtie scheidde de vergadering. J. van Doesburgh, predikant.
Vergadering 29 maart 1835 Na de opening der vergadering en de resumtie der vorige akten dezes jaars werd censura morum gehouden, waarbij niets voorkwam. De predikant droeg 15 zijner leerlingen voor, om 3 april aangenomen te worden. De vergadering vereenigde zich daarmede. Broeder Van Boeschoten werd benoemd, om daar bij tegenwoordig te zijn als ook, om den predikant (indien deze dat verkiest) te adsisteren bij het doen der huisbezoeking in de nieuwe stad. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. J. van Doesburgh, predikant.
[156v] Vergadering 15 junij 1835 In deze vergadering deed de potmeester C. van Boeschoten zijne rekening van 1e januarij tot ultimo december 1834. De ontvangst bedroeg . . . . . . f 565, 67 de uitgave . . . . . . . . 447, 66 1/2 zoodat meer ontvangen was . . . . . f 118, 00 1/2 welke door des rendants opvolger D. van Driel ontvangen is en in zijne rekening zal verantwoord worden. Als niet ontvangen werd bij deze rekening opgegeven de renten van de stad over het jaar 1834, f 359,25 Ook deed in deze vergadering de potmeester Muller rekening van ontvang en uitgave als geadministreerd hebbende de huisjes in de Stroostraat van 1 januarij tot ultimo 1834. De ontvangst bedroeg . . . . . . f 39, 60 de uitgaaf . . . . . . . . 7, 76 dus meer ontvangen . . . . . . f 31, 84 welke door des rendants opvolger C. van Boeschoten ontvangen en in diens rekening zullen verantwoord worden. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh.
181
Vergadering 28 junij 35 Na de opening der vergadering werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks. Broeder Wurster zal den predikant, indien deze dat verkiest, adsisteren bij de huisbezoeking in de oude stad. Na resumtie sloot de praeses more solito. Van Doesburgh.
[158r] [in de marge] absent Beurtman Vergadering 20 september 1835 De vergadering met gebed geopend zijnde, werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam dan hetgeen door den predikant bij elke gepaste gelegenheid berispt wordt. Bij het doen der huisbezoeking (nieuwe stad) zal broeder C. van Boeschoten den predikant indien deze dat begeert, adsisteren. Na resumtie sloot de praeses de vergadering more solito, Van Doesburgh.
Vergadering 15 november 1835 De vergadering geopend zijnde, gaf de predikant kennis van een van kerkvoogden ontvangen berigt, dat dit jaar als notabele moet aftreden C. van Boeschoten. Dien ten gevolge werden ter vervulling dier vacature benoemd C. van Boeschoten, H. Conink Westenberg, welke nominatie aan het provinciaal collegie van toezigt zal worden opgezonden. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh.
Vergadering 6 december 1835 Na de opening der vergadering en de resumtie der vorige akten werden in plaats van de aftredende kerekraads-leden de broederen J. Wurster, senior, J. Beurtman, ouderlingen en R. van Ingen, diaken, tot ouderlingen benoemd de broederen G. de Ridder en J.J. de Heus en tot diaken W. Vis«. De predikant nam op zich daarvan aan de beroepenen kennis te geven. Gesloten. Van Doesburgh.
Vergadering 13 december 35 De predikant berigtte, dat de benoemde kerkeraadsleden de benoeming hadden aangenomen. Werd bepaald, dat op 26 dezer het Avondmaal zal gevierd worden. Bij de censura morum kwam niets voor. Van Doesburgh.
[158v] Vergadering 20 maart 1836 182
De vergadering met het gebed geopend zijnde, werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. 1. Bij het doen der huisbezoeking in de oude stad zal, zoo de predikant dat begeert, adsisteren broeder J. de Heus, die ook namens deze vergadering zal tegenwoordig zijn bij de aanneming van 7 ledematen, door den predikant voorgedragen. 2. Het huishoudelijk reglement op de kerkeraden afdeling 3 voorgelezen zijnde, werd besloten, dat voortaan alle renten en pachten door den predikant zullen worden ontvangen en dat de diaken, voor zijne administratie meer geld behoevende dan de collekten opbrengen, zich daarom bij den predikant zal vervoegen. Na resumtie en gebed werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh, predikant.
[in de marge] absent De Ridder, De Heus Vergadering 23 maart. De afgetreden diaken R. van Ingen deed rekening zijner administratie van 1e januarij tot ultimo december 1835. De ontvangst dezer rekening was . . . . . f 1407,99 de uitgave . . . . . . . . . 1255,911/2 dus meer ontvangen dan uitgegeven . . . . . f 152,071/2 welke gelden bij den predikant zullen blijven tot daarover zal worden gedisponeerd. De diaken Van Markestijn stelde aan de vergadering voor, om voor de diakonie te koopen een stukje hoveniers land gelegen tusschen de Hoogstraat en den Zandweg, toebehoorende aan den heer Dk van Oijen Czn te Rijswijk, groot 20 Nederlandse roeden 50 ellen, jaarlijks opbrengende f 20, ಬt welk de heer Van Oijen aan hem had aangeboden voor f 400. Hierover gedelibereerd zijnde is besloten hetzelve te koopen, waartoe broeder Van Markestijn werd geauthoriseerd, doch voor niet meer dan f 350. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh.
[159r] Vergadering 1 mei 1836 1. Na de opening der vergadering werden de akten der vergaderingen des vorigen kwartaals geresumeerd en gearresteerd. 2. De administrerende diaken H. van Markestijn berigtte, dat hij ingevolge besluit dezes kerkeraads van 23 maart laatstleden van den heer Dk van Oijen c.z.c.f. onder nadere approbatie dezer vergadering voor de diakonie had gekocht een stuk bouw- of hoveniersland, groot 20 roeden 50 ellen, gelegen tusschen de Hoogstraat en den Zandweg, belend aan de eene zijde Johannes Wurster en aan de andere zijde den heer F. N. van Bern sectie C nummer 28 voor de somme van f 340, onder beding, dat de kosten op de verkooping vallende en de lasten over dit jaar 1836 zullen zijn voor rekening der diakonie. De vergadering approbeerde dezen koop en magtigde den diaken H. van Markestijn, om namens den kerkeraad dezer gemeente daarvan een behoorlijk koop contrakt te doen opmaken door den heer notaris H.J. van Marinhoff hetzelve te passeren en teekenen. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh.
183
Vergadering 30 mei 1836. De potmeester D. van Driel deed rekening van zijne administratie van 1 januarij tot ultimo december 1835. De ontvangst bedroeg . . . . . f 974,94 de uitgave . . . . . . . 484.91 zoodat meer ontvangen was . . . . f 490,03 welke door rendants opvolger J.A. Muller zijn ontvangen en in diens rekening zullen verantwoord worden. Ook deed de potmeester J. van Boeschoten rekening als geadministreerd hebbende de huisjes in de Stroostraat van 1 januarij tot ultimo december 1835. De ontvang bedroeg . . . . f 51,94 de uitgave . . . . . . 154,19 zoo dat meer was uitgegeven . . . f 102,25 welke door den potmeester Van Driel aan den rendant zijn ter hand ge[steld] en in zijne hierboven genoemde rekening zijn verantwoord. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh.
[159v] Vergadering 26 junij 1836 Nadat de praeses de vergadering met gebeden had geopend, werden de akten van dit kwartaal geresumeerd. Er werd more solito censura morum gehouden, waarbij niets voorkwam. Werd goedgevonden, dat de ouderling De Heus den predikant, zoo deze dat begeert, zal adsisteren bij het doen der huisbezoeking in de nieuwe stad. De diaken Van Markestein berigt, dat het koopcontrakt (zie vergadering 1 mei) was gepasseerd. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh.
Vergadering 18 september 1836 De vergadering met het gebed geopende zijnde, werden de vorige akten geresumeerd. Bij de gewone censura morum kwam niets voor. De ouderling De Ridder zal den predikant, zoo deze dat verkiest, adsisteren bij de huisbezoeking in de oude stad. De diaken Van Markestijn werd geautoriseerd, om aan Van Soest tot november toe te restitueren 1 stuiver per week voor de personele belasting als inwoner in een der armenwoningen aan de Wal, maar niet langer. Ook werd hij verzocht het dak van die woningen te laten overdekken en aanstrijken. Na resumtie sloot de praeses met gebed. Van Doesburgh.
Vergadering 1 october 1836 Na de opening der vergadering communiceerde de praeses eene bij hem ontvangen missive van heeren burgemeester en wethouders dezer stad van 29 september laatstleden ten gevolge eener bij hun edele achtbaren ontvangen missive van heeren burgemeester en wethouders van Utrecht, houdende kennisgeving, dat het collegie van diakenen der hervormde gemeente te Utrecht gemeend heeft aan zekere Alida van Ingen, verlaten 184
[160r] huisvrouw van Josef Platen, welke, naar de opgave door haar gedaan, binnen deze gemeente haar onderstands domicilie zou hebben, uit hoofde van haar behoeftigheid aanvankelijk toe te leggen voor den tijd van twee maanden f 8, alsmede verzoek om zoo spoedig mogelijk te willen berigten, of er aan onze zijde tot uitreiking van gedachten onderstand ook eenige zwarigheid bestaat. Hierover gedelibereerd zijnde, is besloten aan burgemeester en wethouders te antwoorden, dat de vergadering, overwegende dat A. van Ingen geen lidmaat is der hervormde kerk, lettende op den aard der instelling van de diakonie in de christelijke gemeente en op het daarmede overeenkomstige besluit van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden van 1 april 1660 artikel 21 (zie groot planboek pagina 2605) houdende dat de goederen der diakonie blijven tot aalmoezen der armen die ledematen zijn der kerk, lettende op artikel 9 der wet van 28 november 1818 en op zijne majesteits decisien van 13 september 1831 no 78 provinciaal staatsblad 1832 no 50, waaruit blijkt, dat de verpligting tot alimentatie wordt aangegeven als gelegen in het onloochenbaar blijken van lidmaatschap en dat volgens het bij de toepassing der wet steeds gevolgde beginsel lidmaten der hervormde gemeente moeten bedeeld worden door de diakonie der gemeente en dat diakenen alzoo bij wettige gevolgtrekking kunnen tot beginsel aannemen om niet dan ledematen te bedeelen, van oordeel is niet verpligt te zijn aan A. van Ingen onderstand te verlenen. Dat het er echter verre van af is, dat wij ons aan deze behoeftige vrouw geheel zouden willen onttrekken, dat wij zonder te beslissen of zij eene verlatenಬof weggeloopen vrouw is, en of ook de vader verpligt is voor zijne kinderen te zorgen, ಬt geen hij kan en zoo men verneemt, wil hopen, dat de man door den regter ter plaatse waar hij zich bevindt, tot zijneಬpligt zal worden gebragt (waartoe, zoo wij ons vleijen, ook wel wetten en maatregelen zullen bestaan), opdat alzoo armenfondsen niet noodeloos bezwaard worden. Dat wij intusschen door menschelijkheid en door den drang der omstandigheden bewogen, hebben [160v] goedgevonden om aan A. van Ingen wekelijks toe te staan 50 cent, immers zoo lang ons niet blijke, dat zij daar buiten kan of dat haar onderstands-domicilie elders is, waaromtrent wij nog niet genoeg verzekerd zijn. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh Vergadering 20 november 1836 Na de opening der vergadering en resumtie der vorige akten, las de predikant eenಬbij hem van burgemeester en wethouders alhier ontvangen copie missive van diakenen van Utrecht aan burgemeester etc. aldaar, behelzende dat door hun toedoen J. Platen gedurende eene maand vreedzaam met zijne vrouw leeft, verzoekende, dat wij dat gezin gedurende de wintermaanden met eenಬgulden in plaats van 50 cent bedeelen mogen. Is besloten aan dat verzoek voor 4 maanden te voldoen, in hope dat alsdan de bedeeling zal ophouden, overtuigd dat Platen als hij wil in staat is voor zijn gezin het noodige te verdienen. In plaats van den heer Noordbeek, overleden notabele, zijn benoemd om als zoodanig 185
aan het collegie van toezigt te worden voorgedragen J. Wurster senior en H. van Markestijn, en voor eenಬplaatsvervanger E.H. van Ittersum, C.E. van Strijen. Verder niets te verhandelen zijnde, sloot de praeses na resumtie de vergadering. Van Doesburgh [in de marge] absent De Ridder Vergadering 11 december 1836 De vergadering met gebed geopend zijnde, werd censura morum gehouden, waarbij niets voorkwam. Overgaande tot verkiezing van nieuwe kerkeraadsleden, bleek bij de opening der biljetten, dat in plaats van de aftredende ouderlingen C. van Boeschoten en K. Krouwel benoemd waren J. Wurster senior een C.E. van Strijen, en in plaats van den aftredende diaken H. van Markestijn R. van Ingen. Na resumtie sloot de praeses de vergadering met gebed. Van Doesburgh [in de marge] 18 december De praeses berigtte dat de bovenstaande benoemingen aangenomen zijn. [161r] [in de merge] absent Wurster, De Ridder, De Heus Vergadering 11 maart 1837 1. De vergadering met het gebed geopend zijnde, deed de afgetreden diaken H. van Markestijn rekening over 1836, waarbij bleek dat in dat jaar was ontvangen f 1241,69 uitgegeven 990,45 zoodat meer ontvangen is dan uitgegeven f 251,45 welke somma door des rendants opvolger in diens rekening zullen worden verantwoord. Broeder Van Markestijn werd voor zijne goede administratie bedankt en verliet de vergadering. 2. Daarop ging men over tot de censura morum, waartoe ook deze vergadering belegd was. Hierbij kwam Gode dank! niets berispelijk voor. Gerrigje van Putten werd op haar verzoek ontheven van de censure (zie 27 junij 1830), vermits de vergadering zich van haar onberispelijk gedrag overtuigd had. 3. Negen door den predikant voorgedragen katechizanten werden tot het doen der belijdenis toegelaten, waarbij de ouderling De Heus zal tegenwoordig zijn, die insgelijks den predikant, zoo deze dat begeert, zal adsisteren bij het doen der huisbezoeking nieuwe stad. 4. Afdeling 3 van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden werd voorgelezen, insgelijks de besluiten dezer vergadering van 12 maart 1830 artikel 3 en 20 maart 1836 artikel 2. 5. De predikant las de tabel der kerkvisitatie, welke in dit jaar schriftelijk geschiedt, voor, waarbij alle vragen met ja konden beantwoord worden. Na resumtie sloot de praeses de vergadering met gebed. Van Doesburgh C. van Boeschoten [in de marge] absent Wurster ziek, De Ridder, De Heus, Visee, Van Ingen Vergadering 22 april 1837 186
De potmeester J.A. Muller (die voor deze zijne betrekking heeft afgestaan) deed rekening van 1 januarij tot ultimo december 1836, waarbij bleek dat meer ontvangen was dan uitgegeven f 275,651/2, welke door den potmeester C. van Boeschoten zijn ontvangen en zullen verantwoord worden. Ook deed de potmeester D. van Driel rekening van zijne administratie der huisjes in de Stroostraat over 1836, waarbij bleek meer uitgegeven dan ontvangen te zijn f 24,25, welke door den potmeester C. van Boeschoten zijn ter hand gesteld en in zijne rekening over 1837 zullen worden gebragt als uitgave. Na resumtie werd de vergadering gesloten. J. van Doesburgh C. van Boeschoten [161v] 23 april. De predikant berigtte den ontvangst eener rekening van de diakonie van Utrecht, waaruit bleek dat door dezelve, overeenkomstigeons besluit van 20 november 1836, aan het gezin van Josef Platen voor onze rekening was gegeven van 5 october tot en met 28 november 1836 ¢50 cent per week
f 4,50
van 5 december 1836 ದ28 maart 1837 ¢f 1 per week 17 aan geneeskundige hulp . . . . . . 5,55 zamen f 27,05 dat deze gelden door hem waren betaald uit de bij hem voorhanden zijnde gelden der diakonie . . . . . . . . f 18,55 en uit van den potmeester ontvangen gelden, volgens resolutie van hoofdaalmoezenieren van 25 november 1836 ¢50 cent per week gedurende 4 wintermaanden 8,50 f 27,05 De predikant werd voor deze zorg bedankt, terwijl tevens werd goedgevonden om aan het verzoek der diakenen van Utrecht te voldoen, dat dezelve voor onze diakonie aan bovengemeld gezin zullen uitreiken 50 cent per week, beginnende met 4 april dezes jaars tot zoolang de behoefte van dat gezin zulks zal vorderen. Van Doesburgh C. van Boeschoten Vergadering 21 mei 1837 Na de opening der vergadering las de praeses eenಬbij hem ontvangen brief van heeren burgemeester en wethouders dezer stad aan het armenbestuur onzer gemeente van 20 dezer voor, behelzende kennisgeving, dat Maria Geertruida Broedelet den 9 maart laatstleden in de Ommerschans is opgenomen, van Leijden derwaarts gezonden en ten laste onzer stad gebragt, dat aan hun edelachtbaren geene reclames daartegen hebbende, ons verzoeken om zoo wij reclames daartegen mogten hebben, dezelve optegeven, wijl hun edelachtbaren verpligt zullen zijn de onderhouds kosten etc. voor G.M. Broedelet van ons terug te vorderen. De vergadering hierover gedelibereerd hebbende, [162r] heeft besloten aan heeren burgemeester en wethouders te antwoorden, dat ons nooit is gebleken, dat gemelde G.M. Broedelet is lidmaat der Nederlands hervormde gemeente en dat wij ons uit dien hoofde op grond der wet van 28 november 1818 artikel 9 en zijne majesteits decisien 13 september 1831 en 3 julij 1832 niet verpligt rekenen haar te bedeelen. Daarenboven dat schoon het blijke dat zij lidmaat is, wij ons toch ook verpligt 187
achten hare onderhoudskosten etc. te Ommerschans, zoo als die zullen opgemaakt worden, uit ons fonds te betalen, dat wij deswegens ons niet zouden kunnen verantwoorden aan onze gemeente, dat, zoo wij haar meer uitreikten dan wij naar den staat van ons fonds aan menschen die geijk zij althans gedeeltelijk in hunne behoeften kunnen voorzien, gewoon zijn te geven, namelijk 50 a 60 cent per week, wij ons zouden kunnen genoodzaakt zien de bedeelingen van arme inwoners onzer gemeente te verminderen ten behoeve van G.M. Broedelet, waardoor wij zouden vreezen ons aan onregtvaardigheid schuldig te maken. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh C. van Boeschoten Vergadering 18 junij 1837 Na de opening der vergadering werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Voorts werd bepaald, dat bij de huisbezoeking in de oude stad de broeder ouderling Van Strijen den predikant zal adsisteren, zoo deze dat zal verlangen, waarna de praeses de vergadering heeft gesloten. Van Doesburgh C. van Boeschoten [162v] Vergadering 17 september 1837 De vergadering met het gebed geopend zijnde, werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. De predikant berigtte, dat Catharina Bontan (zie 15 en 22 september 1833) met een jood, Abraham van Aalten, gehuwd, vµµr ruim 14 dagen bevallen van een zoon, hem had verzocht om dat kind heden namiddag te doopen, wenschende hij daarover het gevoelen der vergadering te vernemen. Men begreep, dat, vermits de moeder lidmaat onzer gemeente is en zich wel gedraagt en onze openbare godsdienstoefeningen bijwoont, haar dit niet/ook kon geweigerd worden. Bij het huisbezoek nieuwe stad zal broeder De Heus den predikant, zoo deze dat verlangt, adsisteren. De predikant berigtte van den minister van Eerdienst ontvangen te hebben kopij der wet van 1 maart 1815, betrekkelijk de viering van den dag des Heeren, gedeponeerd in de portefeuille onder no 105. Na resumtie sloot de praeses met gebed. Van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten
29 october. De praeses herinnerde dat vµµr 15 november voor het aftredende lid in het collegie der notabelen, den heer G. de Ridder, eene nominatie aan het collegie van toezigt moest worden opgezonden. Ten gevolge daarvan zijn benoemd de heeren G. de Ridder en A. Roelans. Van Doesburgh 17 december. Na de opening der vergadering waarin allen present waren behalve de broeder Wurster wegens ziekte, werden in plaats van de aftredende ouderlingen G. de Ridder en J.J. de Heus benoemd C. van Boeschoten en Krijn Krouwel; in plaats van den aftredende diaken W. Visee C.J.R. Kroon, die dat hebben aangenomen. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh C. van Boeschoten 188
[163r] Vergadering 11 maart 1838 De predikant communiceerde eene bij hem ontvangene missive van heeren burgemeester en wethouders dezer stad van 22 februari laatstleden ten geleide van eene bij hun ontvangen aanschrijving van heeren gedeputeerde staten dezer provincie van 3 februari laatstleden, houdende in antwoord op onze missive van 22 mei 1837 (zie vergadering 21 mei 1837), dat heeren burgemeester en wethouders de volkomen bevoegdheid hebben om de kosten gevallen op het transport van G.M. Broedelet (lidmaat onzer gemeente) van Leiden naar Ommerschans en hare verpleging aldaar, van het hervormd armenbestuur alhier terug te vorderen. In vertrouwen dat wij daaraan zullen voldoen, zullen hunedelachtbaren ons, wanneer zij het bedrag dier kosten etc. weten, ons daarvan kennis geven. De vergadering heeft besloten deze zaak in advies te houden. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten [in de marge] absent Wurster ziek Vergadering 1 april 1838 De vergadering met het gebed geopend zijnde, werd censura morum gehouden, waarbij niets voorkwam. Tot de huisbezoeking in de oude stad werd benevens den predikant benoemd broeder Van Boeschoten. De praeses las voor de derde afdeling van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden en het bepaalde in de vergadering van 12 maart 1830 artikel 3 en 20 maart 1836 artikel 2. Na resumtie sloot de praeses de vergadering met gebed. Van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten [163v] Vergadering 21 april 1838 De vergadering geopend zijnde, deed de afgetreden diaken W. Visee zijne rekening van 1 januari tot ultimo december 1837 waarbij bleek dat de ontvangst bedroeg . . . . f 1415,18 en de uitgaaf . . . . . . 726,01 zoo dat er een batig saldo was van . . f 689,17 het welk in de volgende rekening als ontvangst zal verantwoord worden. Deze rekening werd goedgekeurd en gesloten, met dankzegging aan broeder Visee voor zijne goede administratie. Voorts deden de potmeesters C. van Boeschoten en D. van Driel rekening van hunne administratie van 1 januari tot ultimo december 1837. De eerste van het fonds der pot, waarvan de ontvangst was . . . . f 780,73 en de uitgave . . . . . . 686,14 zoo dat er een batig saldo was van . . . f 94,59 De laatste, van het gesticht van A. van Leeuwen, had ontvangen . f 31,85 uitgegeven . . . . . . . . . 11,33 dus voordeelig saldo . . . . . . . f 20,52 welke saldoಬs in de volgende rekeningen als ontvangst zullen verantwoord worden. Ook 189
deze rekeningen werden met dankzegging voor de goede administratie goedgekeurd en gesloten. De predikant las voor eene bij hem dien dag ontvangen missive van heeren burgemeester en wethouders dezer stad, behelzende kennisgeving, dat zekere Francina Maria Kroon, alhier geboren, sedert april 1829 een zwervend leven geleid hebbende thans in armoedige omstandigheden verkeerende, buiten staat iets te verdienen, te Zutphen is, waar haar volgens berigt van heeren burgemeester en wethouders aldaar f 1,50 per week is toegelegd, hetwelk daar Wijk haar onderstands domicilie is. Burgemeester en wethouders geven daarbij te kennen, dat, vermids gemelde F.M. Kroon geene belijdenis des geloofs heeft afgelegd, gemelde toelage door de stad Wijk zal betaald worden, tot zoolang zij belijdenis zal gedaan hebben. Welke missive voor notificatie is aangenomen. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh C.E. van Strijen [164r] Vergadering 22 mei 1838 Deze vergadering belegd ter gelegenheid der persoonlijke kerkvisitatie, verschenen in dezelve ds. Diesel en ds. Van den Brandhof, als daartoe door het classikaal bestuur gecommitteerd. Na gedaan onderzoek gebleken zijnde, dat de zaken hier in behoorlijke orde waren en niemand uit de gemeente verschenen zijnde en geen der leden iets voor te stellen hebbende, vertrokken de heeren visitatoren met zegenbeden en werd de vergadering met dankzegging gesloten. Van Doesburgh C.E. van Strijen Vergadering 17 junij 1838 Na de opening der vergadering werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot het doen der huisbezoeking nieuwe stad werd benoemd broeder Van Strijen, die den predikant zoo deze dat verkiest, daarbij zal adsisteren. Jan van Ingen te Cothen zich bij den diaken R. van Ingen vervoegd hebbende met verzoek dat hij door de diakonie mogt worden besteed, heeft de vergadering, overtuigd van ಬs mans onvermogen om door handen arbeid wat te verdienen, daartoe besloten en den diaken verzocht naar een kosthuis voor hem uittezien en daarvan aanstaande zondag rapport te doen om daarop nader te besluiten. Van Doesburgh, predikant C.E. van Strijen Vergadering 15 julij 1838 Na de opening der vergadering bragt de diaken R. van Ingen, na vooraf berigt te hebben dat hij voor Jan van Ingen een kosthuis gevonden had bij Arie van Maurik alhier voor f 1,50 per week, waarin genoegen werd genomen, ter tafel een bij hem ontvangen aanzoek van den heer burgemeester dezer stad om restitutie van betaalde verpleging, vervanging en transportkosten van de in de Ommeschans opgenomene [164v] bedelaresse Geertruida Maria Broedelet (zie 11 maart laatstleden) ter somme van f 67,53over 1837. De vergadering hierover nader gedelibereerd hebbende, heeft 190
besloten daarop te antwoorden met referte aan derzelver antwoord op de missive van burgemeester en wethouders van 20 mei 1837 dat wij altijd gemeend hebben en nog in de meening verkeeren, dat niemand buiten ons, wie ook, de beschikking heeft over de alimentatie der armen dezer gemeente ten koste van hare fondsen, waarover de administratie aan ons alleen is toevertrouwd en aanbevolen, overeenkomstig de naar Gods woord in de gemeente bestaande verordeningen. dat wij nooit geconsenteerd hebben en nog niet consenteren in de verpleging van G.M. Broedelet aan de Ommeschans ten koste van onze diakonie. dat, zoo G.M. Broedelet hier ware, zij hoogstens 60 cent per week zou kunnen trekken, wijl zij goed in staat is het overige tot haar onderhoud noodig te verdienen en dat wij, ten einde ons te kunnen verantwoorden aan wie wij verantwoording schuldig zijn, voor als nog tot het onderhoud voor G.M. Broedelet niet meer kunnen toestaan dan 60 cent per week, welke bij deze, daar het gebleken is dat zij lidmaat is der hervormde kerk, aan haar worden toegestaan. Na resumtie gesloten. Van Doesburgh, predikant C.E. van Strijen [165r] Vergadering 9 september 1838 Na de opening der vergadering zeide de praeses, dat hij dezelve had bij een geroepen ter zake van eene bij hem ontvangene missive van heeren burgemeester en wethouders alhier in dato 3 dezer, behelzende mededeeling van een besluit van heeren gedeputeerde staten dezer provincie van 25 augustus laatstleden, waarbij burgeester en wethouders gemagtigd worden om de door hun edelachtbaren betaalde verplegingskosten etc. ten behoeve van G.M. Broedelet in de Ommeschans over 1837 desnoods door middelen regtens van ons terug te vorderen en van de executoir verklaring van dat besluit door den heer gouverneur dezer provincie. Burgemeester en wethouders geven, alvorens tot de executie daarvan over te gaan, daarvan aan ons armenbestuur kennis en verleenen aan hetzelve nog 8 dagen om de voornoemde kosten ad f 67,53te voldoen. De vergadering dit met leedwezen vernemende, daar zij zich gevleid had dat deze zaak door ons aanbod van f 60 cent per week in der minne zou hebben kunnen worden getermineerd, heeft na rijpe deliberatin geene reden kunnen vinden waarom zij van haar sustenu, dat de beschikking over ons armenfonds uitsluitend aan ons staat, zou afgaan. En daar zij door voornoemd besluit van gedeputeerde staten en deszelfs executoir verklaring door den gouverneur zich den weg gesloten ziet om door regtsmiddelen dat sustenu te handhaven, heeft zij, om zooveel haar mogelijk is zich te verantwoorden, besloten de aan te wenden regtsmiddelen, althans de regterlijke beteekenis van het besluit van gedeputeerde staten door burgemeester en wethouders, af te wachten om daarna voor die overmagt te zwigten, waarvan aan hunne edelachtbaren zal worden kennis gegeven door den volgende brief. Wijk bij Duurstede 10 september 1838 Het diakonie armenbestuur der hervormde gemeente alhier heeft wªl ontvangen het besluit van hunne edelachtbare heeren gedeputeerde staten dezer provincie van 25 augustus laaatstleden, rakende de verplegingskosten etc. van G.M. Broedelet over 1837 in de kolonie der maatschappij voor weldadigheid, voor welks vriendschappelijke schoon offciele mededeeling wij uedelachtbaren onze erkentelijkheid betuigen. Om meer dan ««ne reeden doet het ons leed, dat deze onaangename zaak plaats heeft en in het 191
bijzondere omdat zij uedelachtbaren zooveel verdrietelijk werk veroorzaakt. Wij hebben echter in dezen, overeenkomstig onze, zoo wij meenen, op goede gronden rustende overtuiging niet anders kunnen handelen dan wij dusvoren gedaan hebben en nog doen. [165v] Wij zijn nog in de meening, dat de beschikking over de fondsen door christelijke liefde der gemeente tot ondersteuning van hare behoeftige broeders en zusters bijeengebragt, alleen aan ons staat, aan wie de gemeente derzelver beheer, naar de voorschriften des Evangelie in het formulier onzer aanstelling vervat, heeft opgedragen en toevertrouwd, en wij dragen de overtuiging in ons binnenste, dat wij, gelijk altijd, zoo ook nu, naar dezelve hebben trachten te handelen. Uit geene der van uedelachtbaren ontvangen stukken is ons gebleken, dat wij dwaalden, waarom wij den door ons ingeslagen weg niet hebben mogen verlaten. Wij hadden ons gevleid, dat door het aanbod in onzen vorigen vervat, deze zaak in der minne zou hebben kunnen worden getermineerd of zoo niet, dat derzelve dan aan eene regterlijke uitspraak zou hebben kunnen worden overgelaten. In het eerste hebben wij ons vergist en tot het laatste achten wij ons den weg afgesneden, daar het voornoemde besluit van heeren gedeputeerden ons voorkomt van dien aard te zijn, dat wij ons op grond van zijne majesteits besluit van 25 april 1835 no 85 vruchteloos bij hunedelachtbaren zouden vervoegen om magtiging tot het kosteloos voeren van zoodanige regtsgedingen als de loop dezer zaak zou m¬brengen. Het komt ons voor, dat wij door hierin te berusten niet genoeg zouden verantwoord zijn voor onze gemeente. Waarom wij, hoe ongaarne ook, niet anders hebben kunnen besluiten dan af te wachten wat uedelachtbaren in deze verder zullen meenen te moeten doen, opdat het aan tijdgenoot en nakomeling kunne blijken, dat wij, bij onverhoopte regterlijke vervolging dezer zaak van uwe zijde, na vruchtelooze pogingen van onzen kant, hebben moeten zwigten voor eene magt hooger dan die waarover wij konden beschikken. Wij willen echter niet gehouden zijn hierdoor ons meermalen geuit gevoelen aangaande ons uitsluitend regt van beschikking over het diakonie armenfonds onzer gemeente te hebben opgegeven. Wij protesteren daartegen uitdrukkelijk en reserveren ons de faculteit om, wanneer wij daartoe in staat zijn, de regten en belangen onzer gemeente ten dezen te handhaven, zoo als wij noodig en raadzaam zullen oordeelen. Na resumtie dezes werd de diaken geautoriseerd om eene ingekomen rekening van den schoenmaker Hendriks van Neerlangbroek ten laste van Jan van Ingen te betalen en aan Bet Veldkamp een hembd te geven. Van Doesburgh, predikant C.E. van Strijen [166r] Vergadering 23 september 1838 De vergadering geopend zijnde, werd na de resumtie der akten van het vorige kwartaal censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot het huisbezoek in de oude stad werd benevens den predikant benoemd de ouderling Wurster. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh,predikant C.E. van Strijen [in de marge] 11 november De praeses deed mededeeling van eene van kerkvoogden ontvangene missive, houdende 192
kennisgeving, dat dit jaar als notabele moet aftreden J.J. de Heus en ಬt geen bij de benoeming van notabelen naar aanschrijving van het collegie van toezigt moet worden in acht genomen, welke missive in de portefeuille wordt gelegd sub n o 107. Overgaande tot de benoeming van een tweetal in plaats van den aftredenden notabele werden benoemd J.J. de Heus en C.E. van Strijen, waarvan aan kerkvoogden ingevolge bovenvermelde missive zal kennis worden gegeven. Van Doesburgh, predikant C.E. van Strijen Vergadering 9 december 1838 De vergadering geopend zijnde, ging men na resumtie der vorige akten over tot het benoemen van nieuwe kerkeraadsleden, in plaats van de aftredende broederen Johannes Wurster en C.E. van Strijen, ouderlingen, en R. van Ingen, diaken. Tot ouderlingen werden benoemd de broederen G. de Ridder en J.J. de Heus, tot diaken W. Visee. Censura morum werd gehouden, waarbij niets voorkwam. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh, predikant C.E. van Strijen [166v] [in de marge] absent Krouwel, ouderling, ziek Vergadering 17 maart 1839 De vergadering met gebed geopend zijnde, werden de vorige akten geresumeerd. Daar op 31 dezer het heilig Avondmaal alhier staat gevierd te worden, werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Bij het huisbezoek nieuwe stad zal, zoo de predikant dat begeert, de ouderling De Heus adsisteren. De derde afdeeling van het huishoudelijk reglement op de kerkenraden werd voorgelezen. Na resumtie der notulen werd de vergadering met het gebed gesloten. Van Doesburgh, predikant [in de marge] absent Van Boeschoten, ouderling, ziek Vergadering 14 april 1939 De praeses bragt ter tafel eene bij hem ontvangen resolutie van heeren gedeputeerde staten dezer provincie van 16 maart no 29, waarbij op denzelfden grond als vroeger (9 september 1838) aan ons armbestuur de verpligting wordt opgelegd tot teruggave aan het stedelijk bestuur van f 67,53voor transport en verplegingskosten van G.M. Broedelet in de Ommerschans over 1837, en eene daarbij zijnde missive van gedeputeerde staten van 9 april 39 no 6, waarbij wij nogmaals in het minnelijke worden aangemaand om daaraan te voldoen. De vergadering deze zaak nogmaals rijpelijk overwogen hebbende, heeft geene redenen kunnen vinden om van haar gevoelen en besluit (zie vergadering 9 september laatstleden) af te gaan, maar veeleer om tot handhaving van het regt der gemeente over de beschikking van haar eigen armenfonds, waarover zij meentr dat buiten de gemeente niemand beschikken mag, daarbij te persisteren en heeft dientengevolge besloten voormelde missive van gedeputeerde staten aldus te beantwoorden. Wijk bij Duurstede 17 april 1839 193
Ter beantwoording van uedelachtbare missive van 9 april 1839 no 6, geleidende uedelachtbaren resolutie van 16 maart no 29, achten wij het onnoodig onze vroeger ter dezer zake met het stedelijke bestuur gevoerde correspondentie, welke aan uedelachtbaren bekend is, te herhalen. Maar wij voelen ons verpligt en gedrongen uedelachtbaren te betuigen, dat wij niet kunnen afgaan van ons daarin duidelijk uitgedrukt gevoelen aangaande het uitsluitend regt onzer gemeente over de beschikking van haar eigen door christelijke liefde daargesteld armenfonds. Ons in dezen gehouden gedrag [167r] is geene weigering, zoo als uedelachtbaren het gelieven aan te merken, maar voldoen aan hetgeen wij als onzen pligt beschouwen. Wij meenen daarvan niet te mogen afgaan zonder van dwaling overtuigd te zijn of er toe genoodzaakt te worden door omstandigheden, boven welke wij ons niet kunnen verheffen, opdat wij ons bij hen aan wie wij verantwwording schulig zijn van pligtverzuim kunnen vrijspreken. het zij verre dat wij ons aan G.M. Broedelet zouden willen onttrekken. Wij willen haar overeenkomstige den aard van ons fonds ondersteunen, maar wij kunnen zonder tegen pligt en geweten te handelen de bepalingen niet te buiten gaan,die ons bij onze aanstelling als eenige bestuurders van dat fonds naar Gods woord zijn aangewezen en naar welks wij verklaard hebben ons te zullen gedragen. Ware G.M. Broedelet hier, wij zouden haar, als zeer goed in staat olm althans grootendeels haren kost te verdienen, hoogstens 60 cent per week toeleggen zoolang wij dat noodig oordelden Ook hebben wij om onaangenaamheden voor te komen te kennen gegeven, zooveel tot haar tegenwoordig onderhoud te willen bijdragen. Zoo lang zij hier was, heeft zij ons nooit om onderstand gevraagd, wel wetende, dat wij in plaats van hare luiheid te voeden haar tot werken zouden aangespoord en gedrongen hebben. Zij heeft zich verwijderd, daarna zich aan de overtreding van eene burgerlijke wet schuldig gemaakt. Daarvoor wordt zij gestraft. Wij kunnen niet anders dan dat billijken. Maar wij kunnen niet inzien hoe wij daarvoor eenigzins aansprakelijk zouden zijn, daar de handhaving van burgerlijke wetten of het waken tegen derzelver overtreding in geenen deele onder de attributen onzer betrekking behoort. Even min kunnen wij bevatten op welke gronden de burgerlijke misdaad van ««nen armen regtens kan worden verhaald op de andere armen der godsdienstige gemeente waaronder hij behoort. Dit echter schijnt in de onderhavige zaak het geval te zijn, daar het kerkelijke armenfonds onzer gemeente en alzoo al hare armen zouden moeten deelen in het dragen eener burgerlijke straf van ««nen aan wiens misdaad zij geen deel hebben. [167v] Het is om deze en andere redenen, edelgrootachtbare heeren! dat wij moeten blijven difficulteren om aan uedelgeachtbaren aanschrijving te voldoen, terwijl wij in afwachting van uedelgrootachtbare maatregelen ons gedragende aan onze correspondentie met het stedelijk bestuur alhier, in ಬt bijzonder aan onzen laatsten van 11 september 1838, en protesterende tegen alles wat maar den minsten schijn van weigerachtigheid of wederspannigheid zou kunnen hebben, de eer hebben, met de hoogste achting te zijn uedelgrootachtbare onderdanige en gehoorzame dienaren. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. J. van Doesburgh C. van Boeschoten
194
[in de marge] absent De Heus, De Ridder, ouderlingen, W. Visee, diaken Vergadering 29 april 1839 De vergadering geopend zijnde, deden rekening over het jaar 1838 1o R. van Ingen als diaken De ontvangst dier rekening bedroeg f 1854,51 De uitgave . . . . . 710,76 Batig slot . . f 1143,75 2o C. van Boeschoten als potmeester De ontvangst dier rekening was . f 593,65 De uitgave . . . . . 453,47 Batig slot . . f 140,18 3o D. van Driel van de fundatie van A. van Leeuwen De ontvangst dier rekening was . f 51,77 De uitgave . . . . . 46,36 Batig slot . . f 5,41 Alle deze rekeningen gehoord zijnde, werden goedgekeurd en gesloten. Voorts werd besloten dat de praeses uit het saldo der diakonie rekening zou koopen een certificaat ¢f 1000. R. van Ingen zeide dat hij met 1o mei zou restitueren f 125, welke hij in 1832 van de diakonie ad 5p% ter leen had ontvangen, hetwelk geaccepteerd werd. Van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten [168r] [in de marge] 5 mei De praeses las de vragen voorkomende in de tabel voor de kerkvisitatie voor, welke alle met ja beantwoord en door alle leden des kerkeraads geteekend zijn. Ook droeg hij 16 zijner katechisanten voor om tot ledematen aangenomen te worden, tegen welke de vergadering niets had in te brengen. Bij het doen der belijdenis 18 dezer zal adsisteren de ouderling J.J. de Heus secundus C. van Boeschoten. Van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten [in de marge] 19 mei De predikant gaf kennis, dat bij hem aanzoek was gedaan om lidmaats-attestatie voor zekere Grietje Verbeek, in 1837 met attestatie van Leersum hier gekomen en voor ruim jaar van hier vertrokken. De predikant herinnerde den broederen (ಫt geen aan eenigen niet onbekend was), dat in den laatsten tijd van haar verblijf alhier gebleken was, dat zij in de twee diensten die zij hier gehad had, zich gansch niet onberispelijk had gedragen; dat daaromtrent toen in ಬt openbaar voor het vredegeregt alhier dingen zijn voorgekomen die dat bewijzen en die vrij bekend zijn; dat zij door de toegevendheid van den heer bij wien zij gewoond had, daarvoor wel niet gestraft maar haar misdrijf daardoor niet uitgewischt is; dat, vermits zij toen spoedig van hier vertrokken is, wij over haar volgend gedrag niet kunnen oordelen en dat het hem daarom bedenkelijk voorkwam haar eene gewone attestatie te geven. De broederen dit ook zoo begrijpende, is besloten haar zoodanige attestatie te weigeren, doch, zoo zij dat verkiest, haar een extract van lidmaatschap te geven. Van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten
195
[in de marge] 9 junij H. Grossenbach onderstand verzoekende is de diaken geautoriseerd hem wegens zijn zwakken en ziekelijke toestand te besteden. Van Doesburgh, predikant [in de marge] 16junij De diaken berigtte, dat hij H. Grossenbach had besteed bij D. den Hartog voor f 1,50 per week, ಬt welk werd goedgekeurd. Van Doesburgh C. van Boeschoten [168v] Vergadering 23 junij 1839 Na de opening der vergadering en resumtie der vorige akten ging men over tot het houden van censura morum, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot het doen der huisbezoeking in de oude stad zal broeder Boeschoten den predikant, indien deze dat begeert, adsisteren. De diaken berigtte dat hij Bet Veldkamp onder approbatie der vergadering besteed had bij Dirk Veldkamp voor f 1,50 per week, hetwelk werd goedgekeurd. Een brief van J. Waalwijk aan den kerkeraad over het transport van het huis van wijlen J. Lamor«, bij den predikant ontvangen, werd door de vergadering niet waardig gekeurd om beantwoord te worden. Na resumtie en dankzegging werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten [in de marge] absent Krijn Krouwel Vergadering 28 julij 1839 De vergadering geopend zijnde, gaf de praeses te kennen, dat hij dezelve had doen beleggen ter zake van een verzoek van Albert Bontan om onderstand en van eenen ingekomen brief van burgemeester en wethouders alhier, rakende G.M. Broedelet. Albert Bontan binnenstaande, vroeg om eene wekelijksche toelage ter betaling van huishuur. De vergadering overwegende dat er thans werk genoeg te krijgen is en dat Bontan geen kleine kinderen ten zijnen laste heeft, oordeelde het ongepast hem toelage te geven, maar in aanmerking nemende dat zijne vrouw eenigen tijd ziek en sukkelend is, is besloten hem gedurende 8 weken 6 stuivers per week te geven. De brief van burgemeester en wethouders van 25 dezer [169r] strekte ten geleide van een koninklijk besluit 24 junij laatstleden n o 28, houdende bepaling, dat het hervormd armbestuur alhier zal worden aangeschreven om binnen den tijd van 6 weken zich te gedragen overeenkomstig de resolutie van gedeputeerde staten 16 maart laatstleden no 29 of om ingeval hetzelve vermeenen mogt met de uitspraak van dit collegie te zijn bezwaard, zich daartegen bij een gemotiveerd adres bij zijne majesteit te voorzien etc. Dit besluit woordelijk voorgelezen zijnde, heeft de praeses aan ieder lid afzonderlijk gevraagd naar zijn gevoelen in dezen, waarbij gebleken is, dat allen en een ieder er voor was om zich bij een gemotiveerd adres bij zijne majesteit in dezen te voorzien, waarna 196
dan ook met eenparige stemmen besloten is om het navolgende adres aan zijne majesteit op te zenden. Sire! Het diakonie armenbestuur der hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede heeft eerst op den 26 julij laatstleden ontvangen eene missive van heeren burgemeester en wethouders dier stad, geleidende een besluit van uwe majesteit van 24 junij laatstleden n o 28, waarbij uwe majesteit heeft bepaald, dat voornoemd armbestuur zal worden aangeschreven om zich binnen den tijd van zes weken, overeenkomstig de resolutie van gedeputeerde staten van Utrecht van 16 maart laatstleden no 29, te gedragen, bij welke resolutie aan voornoemd armbestuur de verpligting is opgelegd tot teruggave aan het stedelijk bestuur der transport-, vervangings- en verplegingskosten verstrekt ten behoeve van G.M. Broedelet ter zake harer verplaatsing in de kolonin der Maatschappij van Weldadigheid, of om, ingeval hetzelve armbestuur vermeenen mogt met de uitspraak van dat collegie te zijn bezwaard, zich daartegen bij een gemotiveerd adres bij uwe majesteit te voorzien. In vol vertrouwen op uwer majesteits regtvaardigheid en billijkheid maken wij volgaarne zoo spoedig mogelijk gebruik van de voorzienigheid om bij uwer majesteits bovengemeld besluit vergund en gaan met allen eerbied de redenen openleggen waarom wij hebben gedifficulteerd en blijven difficulteren in de restitutie der kosten ter zake verplaatsing en verpleging van G.M. Broedelet in de kolonie der maatschappij van weldadigheid. Wij achten het onbetwistbaar Sire! dat ons diakonie fonds het volstrekte eigendom onzer gemeente is, door wier christelijke liefde het is zamengebragt ter verzorging harer arme broeder en zusters. Tevens houden wij het daarvoor, dat op ons, door de gemeente wettiglijk geroepen en aangesteld tot administrateuren van zulk fonds, de onlosmakelijke verpligting rust om hetzelve bepaaldelijk [169v] te besteden overeenkomstig de bestemming daaraan door de gemeente gegeven en naar de in onze kerk volgens Gods woord bestaande verordeningen op deze heilige zaak. Wij zouden alzoo meenen geheel strijdig met den ons opgelegden last en onze dure verpligting te handelen, wanneer wij consenteerden in uitgaven buiten ons weten of goedvinden ten laste der diakonie geschied, allermeest in zoodanige, waartoe noch eenige bepaling van onze lastgever (de christelijk hervormde gemeente alhier) noch eenige zedelijke verpligting ons verbindt. In het geval Sire! waarmede wij ons thans bezwaard vinden, hebben wij ook, wegens bijzondere omstandigheden welke daarbij in aanmerking komen, geenszins kunnen besluiten om in de aan ons gedane vordering te bewilligen. De persoon toch voor welke de bewuste uitgave geschiedt, behoorde alhier onder diegenen die zich aan luije ledigheid en slordige verwaarlozing hunner belangen overgeven en zeer goed in staat zijn om in hunne behoeften te voorzien. Het is niet voor de zulken dat onze gemeente hare liefdegaven uitreikt, en de armbestuurders, die den uitdrukkelijken last hebben om met voorzigtigheid en alleen waar het noodig is bijstand te bieden, mogen zekerlijk niet aan de zoodanigen de gaven der christelijke weldadigheid toedeelen. Daarenboven, zoolang G.M. Broedelet hier was, heeft zij ons nooit om onderstand gevraagd, zeker uit overtuiging dat wij om hare luiheid te voeden haar tot werken aangespoord en gedrongen zouden hebben. Zij, geheel buiten ons weten van hier vertrokken, schijnt zich aan openbare bedeling te hebben overgegeven. Voor de overtreding der wijze en in aard en strekking weldadige wet tegen dezelve of voor een ander burgerlijk misdrijf is zij gestraft met overbrenging in de kolonie der maatschappij van weldadigheid. Wij gelooven gaarne hoogstbillijk en regtvaardig, maar hoe het diakonie armenbestuur daarvoor maar eenigzins 197
aansprakelijk zou kunnen zijn, betuigen wij niet te kunnen inzien, eensdeels omdat hetzelve nooit om onderstand aangevraagd zijnde en dien dus ook nooit geweigerd hebbende, zelfs niet zijdelings, kan geoordeeld worden aanleiding tot de bedelarij van G.M. Broedelet gegeven te hebben
[170r] en anderdeels, omdat de handhaving van burgerlijke wetten of het waken tegen derzelver overtreding in geenen deele tot de attributen van het armbestuur behoort, noch in deszelfs magt staat, vooral niet, wanneer de schuldigen met der woon niet meer onder ons gevestigd zijn. Ook komt het ons bedenkelijk voor, dat de burgerlijke misdaad van ««nಬ armen zou verhaald worden op de andere armen eener godsdienstige gemeente, waartoe de zoodanige behoort, hetgeen nogtans in gevallen als het onderhavige zou plaats hebben. Het zij verre Sire! dat deze onze bezwaren uit eigenzinnigheid, uit zucht tot tegenspraak of onwilligheid zouden voortkomen. Wij betuigen opregtelijk daarvan den grootsten afkeer te hebben. Het is alleen gevoel van pligt en zorg voor het belang onzer gemeente en der maatschappij, waardoor wij geleid worden en waardoor wij ons in gemoede overtuigd houden, niet anders te kunnen handelen dan wij tot hiertoe deden. In de veronderstelling echter, dat G.M. Broedelet van het tijdstip af, dat zij als bedelaresse gevat werd, niet in staat was, om zelve geheel in hare behoeften te voorzien, wilden wij ons ook geheel aan haar onttrekken. Maar wij meenen ons ook te kunnen verantwoorden aan onze gemeente, indien wij aan haar meer besteden dan wij gewoon zijn toe te staan aan zulken, die niet meer dan zij in staat zijn door eigen arbeid zich het noodige te verschaffen. Wij hebben d££rom - als ook omdat wij het hoog belang beseffen van eene goede verstandhouding tusschen de gemeentebesturen en kerkelijke armbesturen en van derzelver zamenwerking tot heil der armen - herhaaldelijk aangeboden, om tot onderhoud van G.M. Broedelet wekelijks bij te dragen 60 centen, hetgeen voor haar de bedeeling zou zijn, indien zij zich onder ons bevond. Wij verklaren ons alsnog daartoe bereid. Wij menen Sire! hiermede het bewijs gegeven te hebben van onze bereidvaardigheid, om ook aan uwer majesteits weldadige bedoelingen te beantwoorden. En het is op dezen grond en om verder aabgevoerde redenen, dat wij met vrijmoedigheid en in vol vertrouwen eerbiediglijk van uwe majesteit verzoeken, om de resolutie van heeren gedeputeerde staten van Utrecht zµµte wijzigen, dat onze
[170v] diakonie moet geacht worden aan hare, met den aard harer instelling overeenkomstige verpligting te hebben voldaan door de voorgeslagen toelage en dat, wat men aan G.M. Broedelet verder buiten den kring van onze bemoeijing mogt willen toekennen, op andere wijze worde gevonden. Uwe majesteit en hoogstdeselfver weldadige regering aan Godes almagtige bescherming en genadigen zegen en ons aan uwer majesteits vaderlijken gunst aanbevelende, zijn wij met den diepsten eerbied, Sire! Uwer majesteits onderdanige en getrouwe dienaren, (verzonden Wijk bij Duurstede 1 augustus 1839) 198
Het diakonie armenbestuur der hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede, namens hetzelve, J. van Doesburgh, predikant. Na resumtie heeft de praeses de vergadering gesloten. J. van Doesburgh, predikant, C. van Boeschoten
11 augustus. Stonden binnen Gijsbert van Eck, verzoekende om onderstand, vermits zijne vrouw bedlegerig was en hij nu niets kon verdienen met bijvoeging, dat zijne vrouw, roomsch zijnde, van hare gemeente insgelijks toelage verkreeg. Na deliberatie is de diaken geauthoriseerd hem 60 centen per week te geven. En weduwe J. van de Water, verzoekende om vermeerdering van wekelijkse bedeeling uit hoofde van ziekte harer dochter. Dit overwogen zijnde, is besloten, dat de diaken haar gedurende de ziekte harer dochter en niet langer zal geven 50 centen per week. Van Doesburgh, predikant, C. van Boeschoten.
[171r] 18 augustus. De predikant berigt den ontvangst eener missive van heeren burgemeester en wethouders alhier ten geleide eener missive van den heer burgemeester van Amerongen aan hun edele achtbaren, behelzende, dat, vermids Jannigje van Beek alhier woonachtig, welke op grond eener akte van indemniteit door Amerongen bedeeld wordt, gedurende haar verblijf alhier gehuwd is, die akte is vervallen en haar onderstands domicilie is dat van haren overleden man, blijkens koninglijk besluit, mede gedeeld in ಬt provinciaal staatsblad van 1832 n. 46, waarom de gemeente van Amerongen zich ongehouden acht haar verder te bedeelen. De predikant is verzocht deze zaak te onderzoeken en gemelde missive naar bevind te beantwoorden. Voorts is zijneerwaarde verzocht, om voor vrouw Van Beusichem te Nederlangbroek en voor Zw. van Driel te Nijkerk onderstand te vragen, opdat onze diakonie daarvan ontheven worde. J. van Doesburgh, predikant C. van Boeschoten
Vergadering 22 september 1839 Na de opening der vergadering werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. 7. Bij het huisbezoek, te doen in de nieuwe stad, zal zooveel noodig de ouderling De Heus adsisteren. 5. de predikant berigtte, dat op zijn eerste schrijven aangaande Jannigje van Beek antwoord van den burgemeester van Amerongen was ingekomen, behelzende, dat zijn edele achtbare van oordeel was, dat de akte van indemniteit voor J. van Beek geheel hare kracht verloren had door haar huwelijk met J. Hazenkamp, omdat zij tijdens de uitvaardiging der wet van 28 november 1818 niet door Amerongen betaald was. Dat hij daarop 2 september had geantwoord, dat het gezin van Bruinis van Beek van 1805 successivelijk uit ons fonds was ondersteund, dat Jannigje van Beek in ಬt begin van 1818, met J. Hazenkamp gehuwd, dadelijk in een onzer armenhuisjes is gaan wonen en dat van 1822-29 het gezin van J. Hazenkamp op de lijst onzer bedeelden voorkomt, dat 199
wij niet kunnen bepalen, wanneer, maar wel willen gelooven, dat, zoo als de burgemeester schrijft, Jannigje van Beek niet vµµr 1826 door Amerongen bedeeld is, dat de reden
[171v] daarvan niet is, dat zij vroeger niet behoeftig was, maar dat zij vroeger niet wist, dat zij te Amerongen onderstand vragen mogt, dat ook wij dat niet wisten, dat de akte van indemniteit ons eerst is ter hand gesteld kort vµµrdat J. van Beek te Amerongen om onderstand gevraagd heeft, dat wij, zoo wij die akte vroeger gehad hadden, ook vroeger daarvan gebruik gemaakt en het gezin van Bruinis van Beek niet zoovele jaren alleen uit ons fonds zouden bedeeld hebben, dat wij meenen, dat iets, hetgeen wij uit onkunde hebben nagelaten, ons niet ter goeder trouw als schuld kan worden aangerekend, dat wij ons vleijen, dat de gemeente van Amerongen na deze ophelderingen het er voor zal willen houden, dat Amerongen het onderstands domicilie van Jannigje van Beek is, te meer wanneer men bedenkt, dat Amerongen reeds zoovele jaren voordeel van onze onkunde heeft genoten. (op dezen brief was tot heden geen antwoord ingekomen.) De vergadering beval deze zaak verder aan de zorg van den predikant en daar er niets meer te verhandelen was, scheidde zij na resumtie met dankzegging. Van Doesburgh, predikant, C. van Boeschoten.
[in de marge] absent De Ridder, ouderling Vergadering 15 december 1839 De vergadering met het gebed geopend zijnde, gaf de praeses kennis, dat door het armbestuur van Nijkerk aan Zw. van Driel was toegestaan f 60 in het jaar, dat die van Amerongen persisteerden bij hun gevoelen, dat zij, vermids de weduwe J. Hazekamp tijdens de uitvaardiging der wet van 28 november 1818 niet door Amerongen gealimenteerd was, zij het domicilie van haren man moest volgen en dat van Nederlangbroek berigt was ingekomen, dat de man van vroeger vrouw Van Beuzekom wel d££r woont, maar met akte van indemniteit van Cothen, zoodat beider onderstands domicilie Cothen is - aangenomen voor notificatie.
[172r] - Daar het Avondmaal des Heeren alhier op den 29en dezer staat gehouden te worden, werd er censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. - In plaats van de aftredende kerkeraadsleden C. van Boeschoten en Krijn Krauwel, ouderlingen en C.J.R. Kroon, diaken, zijn benoemd tot ouderlingen J. Wurster, senior en N. van Markesteijn en tot diaken J.H. Gutz - Was ingekomen een brief van diakenen der hervormde gemeente van Utrecht, verzoekende, dat aan Jozef Platen gedurende de wintermaanden f 1 per week moge worden toegelegd, hetwelk is geaccordeerd voor het eerste kwartaal van 1840. Na resumtie werd de vergadering met dankzegging aan God gesloten. Van Doesburgh, predikant, C. van Boeschoten. 200
[in de marge] absent Krouwel Vergadering 18 december 1839 De praeses de vergadering geopend hebbende, zeide, dat broeder Wurster uit hoofde van hoogen ouderdom en daarbij gekomen ongesteldheid vreesde het ouderlingschap te aanvaarden en dus verzocht daarvan ontslagen te worden. De vergadering kon, hoe ongaarne ook, wegens de menigvuldige diensten van dezen broeder niet anders dan daarin berusten. Overgaande tot eene nieuwe verkiezing werd benoemd R. van Ingen senior. Dadelijk werd daarvan door den koster aan hem kennis gegeven, die terug kwam met de boodschap, dat broeder Van Ingen zich die benoeming liet welgevallen, hetgeen de broeders Van Markestijn en Gutz aan den praeses ook verklaard hadden. Tot vervulling der aanstaande vacature van notabele door de aftreding van C. van Boeschoten werden benoemd C. van Boeschoten en K. Krouwel, welke aan het collegie van toezicht zullen worden voorgedragen. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh, predikant, C. van Boeschoten
december 31. De praeses berigt den aankoop van een certificaat Nederlandse Werkelijke Schuld groot f 500 ¢5 % voor de diakonie.
[172v] [in de marge] absent De Heus, R. van Ingen, ouderlingen 9 februarij 1840. De predikant las voor eene bij hem ontvangen missive van burgemeester en wethouders dezer stad 5 dezer, behelzende kennisgeving, dat de door ons aan zijne majesteit ingediende reclame ter zake der verplegingskosten van G. M. Broedelet in de kolonie van weldadigheid van 2 augustus 1839 (zie vergadering 28 juli 1839) door zijne majesteit is gewezen van de hand en de burgemeester is gemagtigd de voorgeschoten gelden ad f 172,531/2 bij executie des noods van onze diakonie te innen over 1837 vervangingskosten . . . . f 15 transport kosten . . . . . . 9,671/2 onderhoudskosten 298 dagen . . . . 42,86 67,531/2 over 1838 365 verblijfdagen . . . . 52,50 over 1839 op rekening betaald . . . . 52,50 f 172,531/2 Bij de gewone hoofdelijke rondvrage, wat in dezen te doen, waren ouderlingen en diakenen van gevoelen, om het door de stad betaalde ad f 172,531/2 te restitueren, waartoe dan ook is besloten. De predikant verklaarde zich hiermede niet te kunnen vereenigen, meenende, dat buiten de gemeente niemand regt had, om over hare eigendommen te beschikken, ook de koning niet. Hij zou dus de executie willen afwachten en dan zien, welke maatregelen verder zouden genomen kunnen worden tot handhaving der belangen van ons armenfonds, daarbij voegende, dat hij, schoon berustende in het besluit der vergadering, zich in gemoede verpligt vond dit ter zijner verantwoording in de akten te insereren. Van Doesburgh, praeses, H. van Markestijn. 201
[in de marge] absent Van Ingen, ouderling, ziek, W. Visee, diaken Vergadering 22 maart 1840 De vergadering more solito geopend zijnde, werden de vorige akten geresumeerd. Daar het heilig Avondmaal 5 april staat gevierd te worden, werd er censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Bij het huisbezoek, te doen in de oude stad zal zooveel noodig de ouderling H. van Markestijn adsisteren.
[173r] De predikant droeg negen zijner leerlingen voor, om als lidmaten te worden aangenomen, waartegen niets werd ingebragt. De ouderling H. van Markestijn zal daarbij tegenwoordig zijn. De praeses las de 3e afdeeling van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden voor. Eene van het classikale bestuur ingekomen tabel voor de kerkvisitatie werd op alle vragen bevestigend beantwoord en geteekend. Waarna de vergadering met dankgebed werd gesloten. Van Doesburgh, H. van Markestijn.
[in de marge] absent De Ridder, De Heus, Van Ingen, ziek, ouderlingen Vergadering 30 maart 1840 De vergadering geopend zijnde deed de afgetreden diaken C.J.R. Kroon rekening zijner administratie van 1 januarij tot ultimo december 1839. De ontvangst dezer rekening bedraagt . . . . . f 2485, 42 De uitgave . . . . . . . . . 2594, 81 zoodat meer uitgegeven is . . . . . . . f 9, 39 welk te kort ad f 9,39 in de rekening van des rendants opvolger als uitgaaf zal verantwoord worden. Alzoo werd deze rekening goedgekeurd en gesloten. Voorts werd besloten, dat de sleutel van de mantelkast voortaan zou berusten onder den administrerenden diaken en dit aan den koster aangezegd, als ook, dat voor al de mantels die afgegeven worden, moet betaald worden en niet meer, zoo als ook wel eens heeft plaats gehad bij buiten lieden, slechts voor zoo veel mantels als men bij het terugbrengen derzelve zegt, dat er gebruikt zijn. Bij het bezigtigen der mantels blijkende, dat ««n sleutel defect en ««n verloren was, werd de diaken verzocht dat te herstellen, als ook, om het bovendek der kast, dat voor een groot gedeelte open was, te doen digt maken. Na resumtie der notulen werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh, praeses, H. van Markestijn.
[173v] Vergadering 25 april 1860 De vergadering geopend zijnde deden rekening 202
1. C. van Boeschoten als potmeester voor 1839. De ontvangst dier rekening bedroeg . . f 642,13 De uitgave . . . . . 491,31 dus meer ontvangen . . . . f 150,82 2. D. van Driel van de fundatie van A. van Leeuwen de ontvangst was . . . . f 42,26 de uitgave . . . . . 9,421/2 batig . . . . . 32,831/2 welke overschietende penningen in de volgende rekening als ontvangst zullen verantwoord worden. Beide deze rekeningen zijn goedgekeurd en gesloten. Van Doesburgh, predikant, H. van Markestijn
[in de marge] absent De Ridder, Van Ingen, ouderlingen; Visee, Gutz, diakenen, ziek Vergadering 14 mei 1840 De predikant de vergadering geopend hebbende, zegt, dat hij dezelve heeft laten beleggen ter zake der huisvesting van Jan van den Berg, ten verzoeke van den diaken. Deze geeft te kennen, dat J. van den Berg ruim 8 dagen om schulden uit zijne woning gezet met vrouw en kinderen zonder huisvesting zijnde, zegt, dat hij die niet kan bekomen. Dat hij zich bij den diaken vervoegd heeft, welke, om in den eersten nood te voorzien, hem in een herbergje heeft gebragt, waar hij dagelijks 10 stuivers moet betalen, dat hij gehoopt had eene woning voor hem te krijgen, maar tevergeefs, dat hij die huisvesting in de herberg niet langer op zich durvende nemen, vroeg wat te doen? Na rijpe overweging is besloten, dat aan Van den Berg zal gezegd worden door den diaken, dat hij tot 17 dezer op onze rekening in de herberg kan blijven en hem van 18 dezer 10 stuivers in de week voor huishuur zal toegelegd worden. Voorts heeft men besproken, vreezende, dat Van den Berg, die alle vertrouwen verloren heeft, geene vaste woning zal krijgen, ook niet onder onze waarborg, of het niet best zou zijn van den burgemeester een hoekje grond aan den Wijkerweg te vragen en daarop een huisje tot berging van Van den Berg te bouwen. Men vond dat goed en de predikant nam op zich daar over met den burgemeester te spreken en in vertrouwen, dat deze dat zou toestaan, de zaak met den diaken te applaneren en daarvan aan de vergadering rapport te doen.
[174r] [in de marge] absent De Ridder, Van Ingen, ouderlingen; Visee, Gutz, diakenen, ziek Vergadering 23 mei 1840 De vergadering geopend en de akten der vorige vergadering geresumeerd zijnde
rapporteerde de predikant, dat hij conform het besluit der vorige vergadering van den burgemeester verzocht en verkregen had een hoekje grond aan den Wijkerweg, groot 55 voet, om daarop een huisje voor onze diakonie te bouwen en dat met toestemming van den burgemeester gister aan de huizen onzer gemeente eene collecte tot adsistentie van ons diakoniefonds ten dien einde geschied was, welke had opgebragt f 22,20. 203
Men maakte eene begroting op van de kosten tot bouwing van dat huisje, welke f 150 ¢f 160 beliep. In aanmerking nemende de geringe opbrengst der collecte huiverde men daartoe over te gaan. Doch overwegende, dat Van den Berg volstrekt geene woning kon krijgen, heeft men er toe besloten onder die mids, dat Van den Berg zich verbindt, om er eene matige huur in te verwonen. Dat zal hem morgen na de middag godsdienst in de kerkenkamer worden afgevraagd en zoo hij daartoe genegen is, zal men aanstaande maandag namiddag om 3 uren overgaan tot onderhandsche aanbesteding van voormeld huisje naar een tevoren opgemaakt bestek, aan de metselaars onzer gemeente. Na resumtie scheidde de vergadering.
Vergadering 28 mei. Na de opening berigtte de predikant, dat Van den Berg had aangenomen 40 cent per week huur te betalen en dat men de aanbesteding beproefd, maar niet minder dan f 200 had kunnen tot stand brengen, waarom men er niet toe was overgegaan. Men besloot, om nogmaals te beproeven, of men het voor f 170 kon gedaan krijgen en het anders in daghuren te doen, waartoe de diaken met den ouderling Van Markestijn en de predikant verzocht werden. Na resumtie scheidde men. J. van Doesburgh, H. van Markestijn.
31 mei. De predikant berigtte, dat door de commissie der vorige vergadering het bouwen van het huisje aan den Wijkerweg was aanbesteed aan Hendrik van Amerongen voor f 160 met alle daartoe behoorende bouwstoffen, waarmede genoegen werd genomen.
[174v] [in de marge] absent Van Ingen, Gutz, ziek Vergadering 7 junij 1840 Na de opening en resumtie der notulen van 31 mei berigtte broeder Van Markestijn, dat er met het bouwen van het huisje aan den Wijkerweg reeds begin gemaakt was en hij meende, dat het in deze week zou voltooid worden. Broeder De Ridder nam op zich, om het timmerwerk daartoe te bezigtigen en de andere broederen, om beurtelings over het werk opzigt te houden. Voorts werd de predikant met broederen Markestijn en Visee gecommitteerd, om met J. van den Berg een onderhandsch huurcontract a 40 stuivers per week op te maken. Van Doesburgh, predikant H. van Markestijn. [in de marge] Absent Van Ingen, Gutz, ziek 204
Vergadering 21 junij 1840 De vergadering more solito geopend en de vorige akten na 22 maart geresumeerd zijnde, rapporteerde de commissie, in de vorige vergadering benoemd, dat zij met J. van den Berg aan onderhandsch huurcontract gemaakt had, dat het huisje behalve vloer en zolder voltooid was en dat Van den Berg het gister reeds betrokken had. Voorts ging men over tot censura morum, waarbij voorkwam, dat Marant zich van tijd tot tijd aan dronkenschap schuldig maakt tot ergernis der gemeente. De predikant is verzocht hem daarover namens deze vergadering te onderhouden en hem aan te manen, om zich deze reis van het Avondmaal te onthouden met bijvoeging, dat, wanneer hij zich niet beterde, hij nader gecensureerd zou worden. Tot de huisbezoeking in de nieuwe stad werd bij den predikant benoemd de ouderling De Heus, om den predikant, zoo deze dat verkoos, te ondersteunen. Na resumtie der notulen werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh, predikant H. van Markestijn.
[175r] 5 julij. De predikant berigtte, dat de commissie tot het bouwen van het huisje (zie de twee vorige vergaderingen) hetzelve bij nadere opneming in orde had bevonden en werd gemagtigd voor de betaling voor de betaling te zorgen.
Vergadering 20 september. De vergadering met het gebed geopend en het geboekte na 21 junij laatsleden geresumeerd zijnde, ging men over tot de censura morum. Daarbij kwam voor, dat zekere Cornelis van der Linde, knecht bij Willem Hendriks, zich aan ergerlijk gedrag had schuldig gemaakt. Dit algemeen bekend zijnde, werd besloten hem aan te zeggen, dat hij zich van de viering des heiligen Avondmaals tot nadere aanzegging zou hebben te onthouden en hem tot verbetering ernstig op te wekken. De predikant nam op zich, om dat bij de huisbezoeking te doen. Daar Marant (zie vergadering 21 junij laatstleden) zich aan geen ergerlijk gedrag na het laatste Avondmaal had schuldig gemaakt, werd besloten, om hem met ernstige opwekking tot een christelijke wandel te vergunnen, om aan de viering des heiligen Avondmaals deel te nemen, waartoe de predikant verzocht werd. Tot de huisbezoeking in de oude stad werd benevens den predikant benoemd de ouderling H. van Markestijn. Op berigt van den diaken, dat J. van den Berg nalatig was in de betaling der huishuur, werd de diaken gemagtigd hem daarover geregtelijk te vervolgen. De vrouw van den gewezen schipper C. Smit in de vergadering verschenen, zeide, dat zij van Cornelis van Dam, metselaar, een huisje kon huren voor 55 centen per week, mits borg stellende, waartoe zij de diakonie verzocht. Na overweging van dat verzoek is de diaken gemagtigd deze borgstelling te accepteren tot 1e mei aanstaande en is dit aan de vrouw gezegd met bijvoeging, dat dit geschiedde in vertrouwen, dat zij aan hare belofte, om de huur te betalen, zou voldoen, zullende bij nalatigheid de borgstelling ingetrokken worden. Na resumtie der notulen werd de vergadering more solito gesloten. J. van Doesburgh, predikant, H. van Markestijn.
[175v] 205
6 december 1840. Tot vervulling der aanstaande vacature van notabele in plaats van den dit jaar aftredenden J. Wurster senior werden benoemd J. Wurster senior, H. van Markestijn. Van Doesburgh, H. van Markestijn
Vergadering 13 december 1840 Na de opening der vergadering en resumtie der vorige akten werd censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Voorts werden in plaats van de aftredende ouderlingen G. de Ridder en J.J. de Heus en van den aftredenden diaken W. Visee benoemd tot ouderlingen C. van Boeschoten en Krijn Krouwel, tot diaken C.J.R. Kroon. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh, H. van Markestijn.
Vergadering 21 maart 1841. Na de opening der vergadering droeg de predikant der vergadering 9 zijner leerlingen voor, om aanstaande donderdag tot belijdenis des geloofs toegelaten te worden, waartegen niets werd ingebragt. Bij het houden der censura morum kwam niets bersipelijks voor. Tot het doen der huisbezoeking in de nieuwe stad werd de ouderling Van Ingen benoemd, om den predikant, indien deze het noodig oordeelt, te adsisteren. Ook zal deze bij het doen der belijdenis tegenwoordig zijn. Aan Albert Bontan, die om ongesteldheid een half jaar huishuur verzocht, is 1/4 jaar toegestaan. De derde afdeling van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden werd voorgelezen. Na resumtie sloot de praeses de vergadering. Van Doesburgh, predikant, H. van Markestijn.
[176r] Vergadering 26 april 1841 De vergadering geopend zijnde, deden rekening 1. De diaken W. Visee van 1 januarij - 31 december 1840 De ontvangst bedroeg . . . . f 1248,10 De uitgave . . . . . 1074,60 dus meer ontvangen . . . . f 173,50 2. C. van Boeschoten als potmeester van 1 januarij - 31 december 1840 De ontvangst bedroeg . . . . f 652,215 De uitgave . . . . . 446,70 dus meer ontvangen . . . . f 205,505 3. D. van Driel als administrerende de fundatie van A. van Leeuwen over 1840 De ontvangst was . . . . f 67,635 De uitgave . . . . . 35,32 dus meer ontvangen . . . . f 32,315 De saldoಬs dezer goedgekeurde rekeningen zullen in de rekeningen van 1841 verantwoord worden. Met dankzegging aan de rendanten werd de vergadering gesloten. 206
Van Doesburgh, praeses, H. van Markestijn.
9 mei. De predikant berigtte, dat op 5 dezer bij hem ontvangen was eene missive van heeren burgemeester en wethouders dezer stad van 29 april laatstleden, kennisgevende, dat bij koninglijk besluit van 10 maart 1840 no 70 hierbij met andere overgelegd en in de portefeuille gedeponeerd sub no 111, is beslist, dat in plaatsen waar geen algemeen armenfonds bestaat, de diakonin verpligt zijn tot onderstand van behoeftigen, schoon zij door belijdenis geen leden van haar genootschap zijn. Dat in dat geval zich bevindt zekere Francina Maria Kroon, alhier domicilie van onderstand hebbende, dat deze sedert 1838 te Zutphen is gealimenteerd en daarvoor door onze stad tot ultimo december 1840 is gerestitueerd f 242,57, dat de stad dat zal blijven doen tot ultimo junij dezes jaars zonder iets op ons te verhalen, maar dat zij na dien tijd voor onze rekening komt, etc. De leden des kerkeraads, allen tegenwoordig, hebben besloten ter voorkoming van onaangenaamheden hierin te berusten. Ook berigtte de predikant, dat de heer Smits te Utrecht had afgelegd de acceptatie van f 150 aan de diakonie schuldig. De predikant werd verzocht daarvoor te koopen een certificaat Nederlandse Werkelijke Schuld 5 p% ¢f 200 en het ontbreekende te suppleren uit het batig slado der diakonie rekening van 1840. De vergadering werd met gebed gesloten. Van Doesburgh, predikant, H. van Markestijn.
[176v] Vergadering 26 mei 1841. De vergadering met gebed geopend zijnde, verschenen in dezelve ds. H.A. van der Ven en ds. Boonacker, gecommitteerden van het classikaal bestuur tot het doen der kerkvisitatie. Na gedaan onderzoek bleek het, dat de zaken hier in goede orde waren, waarna de heeren met zegenbeden vertrokken en de vergadering met het gebed is gesloten. Van Doesburgh, predikant, H. van Markestijn.
Vergadering 27 junij 1841 De vergadering na/vµµr resumtie der vorige akten geopend zijnde, ging men over tot de censura morum, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot de huisbezoeking in de oude stad werd benoemd de broeder ouderling Van Boeschoten. Geertje Schut van hier naar Tiel vertrokken terstond na hare bevalling van een onecht kind, nu een jaar geleden, verzocht per brief om eene kerkelijke attestatie. De vergadering, in aanmerking nemende haar spoedig vertrek van hier, waardoor men niet in de gelegenheid is geweest haar gedrag gade te slaan, heeft aan dat verzoek niet kunnen voldoen, maar besloten haar, des verkiezende, een bewijs van lidmaatschap te geven, met aanbeveling van haar aan het toezigt van den kerkeraad van Tiel. Na resumtie werd de vergadering met gebed gesloten. Van Doesburgh, predikant.
207
Vergadering van den kerkeraad en hoofdaalmoesenieren der hervomde gemeente alhier, 15 augustus 1841 Na de opening der vergadering gaf de praeses te kennen, dat hij, daar het bij ons bekend was, dat de obligatien dezer stad ten behoeve der armenpot onzer gemeente niet aanwezig waren, waarop echter sedert langer dan veertig jaren (het verblijf van hem, predikant alhier) ter goeder trouw en uit overtuiging van de deugdelijkheid der schuld de renten door de stad jaarlijks betaald waren, vµµr eenigen tijd bij gelegenheid der oproeping van houders van obligatien der stad, om dezelve over te leggen, ten einde geconverteerd te worden in obligatien rentende 5 per cent en daarna bij uitloting te worden afgelost met voorkennis van den kerkeraad en hoofdaalmoesenieren, uitmakende het armenbestuur onzer gemeente, aan heeren burgemeester en wethouders dezer stad, namens
[177r] dat het armbestuur bij rekwest verzocht heeft, dat het armbestuur van die verpligting mogt worden verschoond, als daartoe uit hoofde van het gemis dezer schuldbrieven (waarvan niemand de oorzaak weet) niet in staat zijnde. Dat daarop is ingekomen antwoord van heeren burgemeester en wethouders, dat zij aan dat verzoek zonder autorisatie van zijne majesteit den koning niet konden voldoen, van welke te verkrijgen het armbestuur zich aan zijne majesteit zelve zoude behooren te vervoegen, dat hij ten gevolge daarvan namens dit bestuur zich tot den koning heeft gewend met verzoek, om voorschreven autorisatie aan het bestuur dezer stad te verleenen, dat dit rekwest blijkens eene missive van heeren burgemeester en wethouders van den elfden dezer door zijne excellentie den minister van binnenlandsche zaken aan heeren gedeputeerde staten dezer provincie is gerenvoijeerd, dat heeren gedeputeerde staten bij kennis geving daarvan aan hunne edel achtbare verscheidene vragen hebben voorgesteld, waarvan hun edelgrootachtbare de beantwoording verzoeken, alvoorens aan zijne excellentie te rapporteren, dat een dier vragen is: ಯwelke waarborgen door het armbestuur zouden kunnen worden verstrekt bij de toelating tot de onderwerpelijke conversieರ? De praeses verzoekende het gevoelen der vergadering daaromtrent te mogen vernemen, verzocht dezelve zijn eerwaarde met dankzegging voor zijne in deze zaak reeds aangewende pogingen zijn praeadvis in dezen te mogen hooren. De praeses daaraan voldoende, stelde voor, om aan heeren burgemeester en wethouders te antwoorden, dat het armbestuur onzer gemeente bereid is, de ten name van het zelve in het grootboek de nationale gevestigde schulden ingeschrevene capitalen a f 5600 ten fine voornoemd tot waarborg te stellen en voorts zich te verbinden, om op zoodanig eene wijze, als noodig geoordeeld zal worden, de capitalen der geconverteerde stads schuld, welke van tijd tot tijd bij uitloting ten behoeve van ons armenfonds zouden kunnen worden afgelost, telkens op het grootboek te doen inschrijven, om almede tot waarborg voornoemd te strekken. Dit voorstel met eenparige stemmen aangenomen zijnde, werd de praeses verzocht conform hetzelve aan heeren burgemeester en wethouders te antwoorden. Na resumtie werd deze vergadering more solito gesloten. Van Doesburgh, predikant.
208
[177v] Vergadering 19 september 1841 De vergadering more solito geopend zijnde, werd, vermits de viering van het heilig Avondmaal 3 october censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot de huisbezoeking nieuwe stad werd benoemd de ouderling H. van Markenstijn, die den predikant, zoo deze dat verkiest, zal adsisteren. Na resumtie werd de vergadering gesloten. Van Doesburgh, predikant.
Vergadering 5 december 1841 De vergadering met gebed geopend zijnde, ging men over tot de benoeming van nieuwe kerkeraadsleden, waartoe deze vergadering belegd was. In plaats van de aftredende ouderlingen H. van Markestijn en R. van Ingen werden benoemd G. de Ridder en J.J. de heus en in plaats van den aftredenden diaken J.H. Gutz, W. Visee. Werd censura morum gehouden waarbij niets berispelijks voorkwam. Op ingekomen kennisgeving van den president kerkvoogd, dat de heer G. de Ridder met 1 januarij 1842 moet aftreden als notabele, werden benoemd de heeren G. de Ridder en C. C. Hermsen, om aan het collegie van toezigt etc. ter electie teworden voorgedragen. De predikant bragt ter tafel drie synodale aanschrijvingen, een van 12 julij laatstleden over lidmaats attestatien, een van 16 julij laatstleden over de overgangen tot en uit de roomsche kerk en een van 18 october over de wijze waarop de fondsen der diakonie bewaard worden. Gedeponeerd in de portefeuille, no 113, 114, 115. Na resumtie sloot de praeses met gebed. Vn Doesburgh, predikant.
[178r] 1842, 9 januarij. Alle kerkeraads leden present zijnde, communiceerde de predikant eene missive van heeren burgemeester en wethouders van 5 dezer, houdende, dat zijne majesteit bij besluit van 15 december laatstleden, beschikkende op ons request aan H.D. ingediend, heeft bepaald, dat ons armbestuur wordt toegelaten tot de conversie der oude gevestigde kapitalen in de Nederlandsche schuld, zonder overlegging der oude bewijsstukken en dat de regeling dezer zaak verder aan hun edelachtbaren wordt overgelaten. Hun edelachtbaren verlangen van ons tot waarborg gedurende 30 jaren 1. het leggen van een verband op de f 5000 inschrijving op het grootboek der nationale schuld ad 21/2 % ten name van ons armbestuur. 2. het geven eener toestemming bij de akte van verband, dat voor hun edelachtbaren de schuldbekentenissen ten laste der stad, welke door uitloting losbaar mogten worden, mede in het voormelde grootboek zullen worden ingeschreven, tot dat het gezamelijk bedrag van dat verband eene geldswaarde zal opleveren van f 6300. 3. Dit verband moet bij eene notarile acte worden gelegd. Met eenparige stemmen van al de leden is dit goed gekeurd en de predikant verzocht en geautoriseeerd, om namens ons armbestuur alles te doen, wat tot regeling van deze zaak verder te doen is en speciaal, om de acte van verband (zie boven, 2, 3) te passeren. Voorts is bepaald, dat de predikant de f 3400 certificaten werkschuld ¢21/2 % zal doen inschrijven in het grootboek ten name van het armbestuur onzer gemeente en deze ook 209
zal verbinden tot bovengenoemd einde bij de notarile acte, zie 3 hierboven. Van Doesburgh, predikant.
[in de marge] Absent G. de Ridder, ouderling Vergadering 20 maart 1842. De vergadering met het gebed geopend zijnde, werd na resumtie der vorige akten censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Tot het huisbezoek in de oude stad werd benoemd de ouderling J.J. de Heus, om den predikant, zoo die dat noodig oordeelde te adsisteren. Ook zal deze bij het doen der belijdenis van 16 door den predikant voorgedragen leerlingen tegenwoordig zijn.
[178v] Eene van het classikaal bestuur ingekomen tabel wegens de schriftelijke kerkvisitatie over dit jaar werd op alle vragen met ja beantwoord en geteekend. De predikant las de 3e afdeeling van het huishoudelijk reglement op de kerkeraden voor. De aanschrijving der synodale commissie van 16 october 1841 wegens overgangen uit en tot de roomsche kerk overwogen zijnde, waren daarvan aan geenen der leden voorvallen bekend. Ieder nam op zich, om daaromtrent te waken. Na resumtie werd de vergadering met het gebed gesloten. Van Doesburgh, predikant.
Vergadering gehouden den 7 april 1842, waarin al de broeders tegenwoordig waren. i1. De weleerwaarde heer ds. D.A. van der Made, predikant te Nederlangbroek geeft den broederen te kennen, dat hij door het klassikaal bestuur is aangesteld tot consulent dezer thans herderlooze gemeente, waarom hij zich heeft verpligt gevonden deze vergadering te doen beleggen tot regeling der zaken wegens het overlijden van onzen geliefden leereaar Jacobus van Doesburgh. i2. Wordt eene commissie benoemd, om ten huize van den overledenen over te nemen al de stukken betrekkelijk kerk- en armen zaken, welke onder de berusting van zijn eerwaarde plegen gehouden te worden. De consulent, de ouderling Boeschoten en de diaken [niet ingevuld] werden daarmede bepast en alles in de beste orde bevonden hebbende, leggen zij dezelve in onze vergadering over en wordt eenparig besloten de boeken in de kas der consistorie nederteleggen, terwijl broeder Boeschoten op zich neemt, om tot zoo lang als er eene ijzeren kist zal zijn aangekocht
[179r] stukken van geldwaarde, eigendomsbewijzen enz. tegen recu in bewaring te nemen. i3. Wordt gesproken over het houden van catechezatien en wordt bepaald, dat om de veertien twee zullen gehouden, eene voor kinderen beneden de 15 jaren en eene voor boven de 15 jaren. 210
i4. De consulent wordt verzocht namens den kerkeraad de annonce van het overlijden onzer veel geliefden leeraars in de boekzaal te doen plaatsen en kandidaten te berigten geene pogingen aantewenden tot verkrijging eener predikbeurt. i5. Na verdere zamenspreking van huishoudelijken aard en na opwekking om thans met dubbele zorg en getrouwheid werkzaam te zijn, is de vergadering met dankzegging gescheiden, gelijk zij ook met gebed was geopend. Quod testor, D. A. van de Made.
In de boekzaal voor mei 1842 is het volgende geplaatst. ಫWijk bij Duurstede den 10 april 1842. Den 29 maart werd deze gemeente in diepen rouw gedompeld door het plotseling afsterven van haren veel geliefden en hooggeachten leeraar Jacobus van Doesburgh. Zijn eerwaarde verkondigde ons op het Paaschfeest jongstleden als de opstanding en het leven, zegende eenige nieuwe leden in de gemeenschap der kerk in, hield met ons voorbereiding, om den volgenden zondag met ons den dood des heeren te verkondigen in het Avondmaal, was het grootste gedeelte van den 29 bezig met het herderlijk bezoeken der gemeente, maar namiddags door eene beroerte aangetast, welke binnen weinige uren een eind maakte aan zijn werkzaam en nuttig leven. Deze treurmare verspreidde zich als in eenen oogenblik door onze gansche gemeente. De droefheid was en is algemeen. Trouwens wij verliezen in
[179v] hem onzen leeraar niet alleen, maar ook onzen vaderlijken leidsman op den weg des eeuwigen levens, het klassikaal bestuur haren ijverigen scriba, welken post hij gedurende 26 jaren met alle getrouwheid en goedkeuring vervulde. Zijn eerwaarde was geboren te Tiel de 30 augustus 1776, aanvaarde de evangeliebediening te Heerewaarde en St. Andries op den 6 augustus 1797 en kwam van daar op den 23 mei 1802 tot ons over, zoodat zijn eerwaarde het evangelie der zaligheid bijna veertig jaren onder ons heeft mogen verkondigen en in zijnen wandel ons tot voorbeeld strekken. De gemeente, zijne weduwe Hendrina Gerardina van den Berg, met welke hij bijna 43 jaren door den huwelijksband vereenigd was, zijne kinderen en aangehuwde kinderen, wij allen treuren wegens zijn verscheiden, maar in zijnen en onzen God gesterkt staren wij hem (hoewel met betraande oogen) na in de blijde hoop en het vast vertrouwen den waardigen leeraar, vriend, man en vader eenmaal te zullen wedervinden in de gewesten der onsterfelijkheid, indien wij het woord door hem tot ons gesproken bewaren en wandelen gelijk hij in Christus Jezus gewandeld heeft. Daartoe werden wij den 3 dezer ernstig opgewekt door ds. J. Diesel, predikant te Rhenen, die de Avondmaalsbediening vrijwillig op zich had genomen en heden meer opzettelijk door den consulent dezer gemeente, ds. D.A. van der Made, predikant te Nederlangbroek, welke naar aanleiding van Prediker 89 vers 49 sprak over de onvermijdelijkheid des doods en de noodzakelijkheid eener tijdige voorbereiding. De gedachtenis aan onzen ontslapenen zal wel altijd in deze gemeente in zegening blijven. Door den ring van Wijk zal het annus gratiae worden waargenomen, terwijl heeren kandidaten verzocht worden geene aanzoeken te doen ter verkrijging eener predikbeurt, naardien bij de voorziening in de thans ontstane vacature geene kandidaten in 211
aanmerking zullen genomen worden. Dit strekke tevens tot antwoord op de dienaangaande reeds ontvangene brieven.
[180r] Aantekening mei 1842 Door den kerkeraad dezer gemeente is aan zijne majesteit den koning een request opgezonden om de stad Wijk thans weder als eene standplaats voor twee predikanten goedgunstelijk te willen aanwijzen. Afschrift van hetzelve zal in de portefeuille worden gedeponeerd. Vergadering gehouden den 9 junij 42 nevens den consulent al de broeders tegenwoordig. Na de opening der vergadering deden rekening 1. De diaken H. Gutz van 1 januarij ದ 31 december 1841 de ontvangst bedroeg . f [niet ingevuld] de uitgaaf . . . dus meer ontvangen . f 2. C. van Boeschoten als potmeester over 1841 de ontvangst bedroeg . f de uitgaaf . . . dus meer ontvangen . f 3. D. van Driel als administrerende de fundatie van A. van Leeuwen over 1841 de ontvangst was . . f de uitgaaf . . . . . . f De saldoಬs dezer goedgekeurde rekeningen zullen in de volgende verantwoord worden. Met dankzegging aan de rendanten werd de vergadering gesloten. D.A. van der Made, consulent [180v] Vergadering gehouden den 18 augustus 42 met den consulent al de broeders tegenwoordig. c1. De vergadering is met gebed geopend. c2. De weduwe van onzen overleden leeraar J.van Doesburgh, bij wijze van uitkooping afstand gedaan hebbende van het annus gratiae, te rekenen van 1 october aanstaande, waarvoor aan haar uit vrijwillige bijdragen van eenige gemeente leden is uitbetaald een zom van vijf honderd gulden, zoo is de kerkeraad heden, na verkregene handopening bijeen gekomen om in de thans bestaande vacature te voorzien door het beroepen van eenen predikant, waartoe op het twaalftal geplaatst werden J. Broedelet, predikant te . Mijdrecht P.Ch. Ribbeek . . Leusden J.P. Hasembroek . . Heilo H.M. Berns . . . Renswoude J. van der Ven . . Odijk H.Ph. Calkoen . . Schalkwijk D.A. van der Made . . Nederlangbroek D.G. Escher . . . Abbekerk 212
… Helledoorn … Hallo .
. .
. .
Hilversum Nederhemert
D.M. Par« . . . Bredevoort S.Ch. Klinkhamer . . Wijngaarden waaruit het volgend zestal is gemaakt als J. Broedelet H.Ph. Calkoen J.P. Hasembroek … Hallo D.A. van der Made J. van der Ven [181r] waaruit wederom dit drietal is geformeerd Broedelet Hasembroek Calkoen en werd goedgevonden om op den aanstaanden zondag uit hetzelve een beroep te doen, waarna de vergadering met dankzegging werd gesloten. D.A. van der Made, consulent Vergadering gehouden den 21 augustus 1842 met den consulent, al de broeders aanwezig. i 1. De vergadering is met gebed geopend. i 2. Het doel dezer vergadering zijnde om uit het geformeerd drietal predikanten ««nen te verkiezen ter vervulling der vacature, en daartoe overgegaan zijnde, bleek bij de opening der stembriefjes, dat alle stemmen waren voor den weleerwaarde zeergeleerde heer Jan Broedelet, predikant te Mijdrecht. i 3. De beroepingsbrief door den consulent opgemaakt en door allen behoorlijk geteekend, zal Deo volente morgen door de broeders De Ridder en De Heus persoonlijk aan den beroepenen worden overhandigd. i 4. Na nog eenige zamenspreking van huishoudelijken aard is de vergadering met dankzegging gesloten. D.A. van der Made, consulent [181v] [blanco] [182r] Nadat de kerkelijke en koninklijke approbatin waren ingekomen, werd ds. J. Broedelet alhier den 4 december 1842 bevestigd, bij afstand van den consulent, door deszelfs vriend S.H. Koorders, predikant te Maarssen, met eene leerrede over 2 Corinthirs 4 vers 1. De bevestigde deed des namiddags zijne intrede, sprekende over Romeinen 1 vers 11 en 12. 213
[in de marge] alle broeders tegenwoordig behalve broeder De Heus, door ongesteldheid afwezig 1843 Kerkeraadsvergadering den 2 januarij Artikel 1. De vergadering wordt met het gebed geopend. Artikel 2. Stonden binnen eenige armen om onderstand verzoekende, waarop naar bevind van zaken werd geconcludeerd. Artikel 3. Werd gehandeld over de verdeeling der waarneming van de armenpraktijk door de twee doctoren. Om gerezen moeijelijkheden wordt deze zaak thans niet getermineerd, doch de predikant verzocht over een en ander nog eens persoonlijk te gaan spreken. Artikel 4. Wordt overgegaan tot het nazien der effecten en het afknippen der verschenen coupons. Dit werd in orde bevonden. Artikel 5. Wordt besloten de effecten en andere papieren van waarde der diakonie voortaan te bewaren in eene ijzeren kist, staande in de consistorie, van welke de predikant, de oudste ouderling en de oudste diaken elk een sleutel zullen in bezit hebben. Hierna werd de vergadering gesloten door J. Broedelet, predikant. [182v] [in de marge] alle broeders tegenwoordig behalve broeder Krouwel Kerkeraadsvergadering den 27 januarij Artikel 1. De vergadering wordt met het gebed geopend. Artikel 2. Wordt overgegaan tot het overbrengen der diaconiekist, welke in eene kast in de kerkekamer wordt nedergezet en bevestigd. Artikel 3. Wordt bepaald dat wat de armenpraktijk der doctoren betreft, dr. Muller daarvan twee derden, dr. Lapidoth een derde zal waarnemen. Artikel 4. Nadat er nog over eenige armenbedeeeling gesproken was, werd de vergadering dankend gesloten. Quod testor J. Broedelet, predikant. [in de marge] alle broeders tegenwoordig Kerkeraadsvergadering 24 maart 1843 Artikel 1. De vergadering wordt biddend geopend, waarna de notulen der vorige worden geresumeerd en goedgekeurd. Artikel 2. Wordt gedelibereerd over aangevraagde huishuur voor Van Maurik. Besloten hem 60 cent per week toe te leggen. Artikel 3. Op de ontvangene tabel betreffende de kerkvisitatie worden alle vragen met Ja! beantwoord. Artikel 4. Wordt door den predikant berigt, dat zich bij hem vervoegd hebben de huisvrouw als mede de kinderen [183r]
214
van den jood Nehemia van Aalten, met verzoek om na ontvangen onderwijs in onze gemeente te worden opgenomen. De eenparige stem der broederen was vµµr de opneming. Wordt dus besloten hen tot het onderwijs in de catechisatie toe te laten. Artikel 5. Niemand der broederen iets meer hebbende voor te stellen, werd de vergadering dankend gesloten door J. Broedelet, predikant. Vergadering 5 mei 1843 Deden rekening C.J.R. Kroon als diaken van 1e januarij tot ultimo december 1842. Ontvangst f 1646,53 Uitgaaf 1262,81 Batig saldo f 383,72 C. van Boeschoten als potmeester Ontvangst f 729,46 Uitgaaf 465,465 Batig saldo f 263,995 D. van Driel als administrateur der fundatie van mr. Aart van Leeuwen Ontvangst f 35,525 Uitgaaf 19,495 Batig saldo f 16,03 De saldoಬs der beide laatste rekeningen worden aan de armbestuurders ter hand gesteld, benevens al de stukken tot beide genoemde administratin betrekking hebben, wordende C. van Boeschoten en D.van Driel bij deze van alle verantwoordelijkheid ontslagen. Quod testor J. Broedelet, predikant [183v] [in de marge] alle broeders tegenwoordig behalve broeder Van Boeschoten Vergadering den 11 october 1843 Artikel 1. De vergadering met gebed geopend zijnde, worden er eenige kennisgevingen van wege de Synode ontvangen, door den praeses voorgelezen. Artikel 2. Wordt berigt dat van wege het stedelijk bestuur aan het armbestuur gemeld is de opname van Johannes Egler in het ziekenbuis te Utrecht. Artikel 3. Wordt gelezen eene missive van Wilhelmina van Dijk, welke daarin kennis geeft, dat zij zich van ons genootschap afscheidt etc.etc., hetwelk voor notificatie wordt aangenomen. Artikel 4. Wordt censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam, waarop de vergadering dankend werd gesloten. J. Broedelet, predikant [184r] [in de marge] alle broederen tegenwoordig behalve broeder De Heus ongesteld. Vergadering 27 november 1843 Artikel 1. De vergadering met ಬt gebed geopend zijnde, stond binnen G. K¾bler, geroepen om ondervraagd te worden, of hij zijn huisje, waarin hij de weduwe Egler levenslang moet 215
laten wonen, tevens aan een ander huisgezin had verhuurd. Deze zaak werd zoo geschikt, dat hij beloofde dit niet zonder voorkennis des kerkeraads te zullen doen. Artikel 2. Werd in omvraag gebragt een voorstel van den praeses om voortaan niet meer aan de huizen der armen rond te gaan om de hun noodige kleederen op te schrijven, maar hen te doen komen voor den kerkeraad met hunne verzoeken op een tijd die te voren van den predikstoel zal worden bekend gemaakt. Artikel 3. Tot bovengemeld doel wordt een dag bepaald als wanneer te gelijk eene keuze zal gedaan worden van nieuwe kerkeraadsleden. Niemand meer iets hebbende voor te stellen, werd de vergadering dankend gesloten door J. Broedelet, predikant. [184v] [in de marge] alle broeders present Vergadering den 5 december 1843 Artikel 1. De vergadering met gebed geopend zijnde, werd er overgegaan tot eene stemming voor twee voor te dragen personen in plaats van den aftredenden notabele C. van Boeschoten. De stemming was van dien uitslag, dat voorgedragen werden E.J.W. Hekmeijer en C.C. Hermsen. Artikel 2. Wordt door den predikant een voorstel gedaan om jaarlijks in plaats van twee slechts ««n ouderling te doen aftreden. Dit met algemeene stemmen aangenomen zijnde en de predikant voorstellende dat de beide broeders die aftreden moesten, zouden loten, verzocht broeder Van Boeschoten of het hem vrijstond vrijwillig zijn post neder te leggen, hetwelk werd aangenomen. Artikel 3. Werd overgegaan tot het benoemen van eenen ouderling in plaats van broeder Boeschoten en eenen diaken in plaats van broeder Krouwel. Werden benoemd tot ouderling H. van Markestijn, diaken W.F. Stramrood, welke beiden zich deze benoemingen hebben laten welgevallen. [185r] Artikel 4. Daarop stonden binnen de armen met hunne verzoeken om kleederen. Hunne verzoeken worden gehoord, daarop geconcludeerd en de kleedingcedel vervaardigd. Niemand iets meer hebbende voor te stellen, werd de vergadering dankend gesloten. J. Broedelet, predikant Vergadering 19 januarij 1844 Nadat de vergadering met het gebed was geopend geworden, werd er censura morum gehouden en eenige leden der gemeente aangewezen met welken de broeders verzochten, dat de predikant eens over hun gedrag zoudete gaan spreken. Op de gewone wijze werd de vergadering gesloten. J. Broedelet, predikant [in de marge] alle broeders present Vergadering den 20 maart 1844 216
Artikel 1. De vergadering met ಬt gebed geopend zijnde, wordt in omvraag gebragt, of er, ter afwending van de buiten gewone belasting, welke dreigt, ook voor rekening der diaconie, aan de vrijwillige inschrijving tegen 3 procent zal worden deelgenooten. Wordt met algemeene stemmen besloten daaraan voor de som van f 70-- deel te nemen. Artikel 2. De praeses geeft kennis van eene door hem ontvangene verordening op ಬt onderwijs voornamelijk der schoolkinderen, die in de portefeuille wordt gedeponeerd. Dankend werd de vergadering gesloten. J. Broedelet, predikant [185v] Vergadering 10 mei 1844 Heden deed in tegenwoordigheid van al de broeders de afgetreden diaken C.J.R. Kroon rekening over den jare 1843. De ontvangst bedroeg f 3478,97 De uitgaaf ಯ 3298,345 Batig slot f 180,62 De rekening werd goedgekeurd en geteekend en de rendant voor zijne administratie bedankt. Quod testor J. Broedelet, predikant Vergadering den 22 mei 1844 Na het openen der vergadering verschenen ds. Diesel van Rhenen en ds. Berns van Renswoude als gecommitteerden tot het doen der kerkvisitatie. Daar de zaken hier in orde bevonden werden, scheidden zij met zegenbede. Quod testor J. Broedelet, predikant [186r] Vergadering den 2 october 1844 Daar aanstaanden zondag heilig Avondmaal zal worden gehouden, kwam men te zamen tot het houden van censura morum. Na wisseling van eenige redenen wordt de vergadering die met het gebed geopend, dankzeggend besloten. Quod testor J. Broedelet Vergadering 23 november De vergadering met het gebed geopend zijnde, wordt overgegaan tot het maken van een tweetal in plaats van den aftredende notabele H. van Markestijn. Daarop worden geplaatst H.van Markestijn, K.Krouwel. Daarop werd tot ouderling in plaats van den aftredende K.Krouwel benoemd J. Lockhorst en in plaats van den aftredende diaken W. Visse C.J.R. Kroon, welke beiden zich deze benoeming hebben laten welgevallen. De vergadering wordt dankend gesloten. J. Broedelet, predikant. [186v] [in de marge] absent broeder De Ridder, De Heus Vergadering 30 januarij 1845 217
De vergadering met het gebed geopend zijnde, worden de vragen voor de schriftelijke kerkvisitatie gedaan en allen toestemmend beantwoord. Wordt kennis gegeven van een synodaal besluit nopens de hulppredikers, hetwelk in de portefeuille wordt gedeponeerd. Na de behandeling van nog eenige armenzaken wordt de vergadering dankend gesloten. Quod testor J. Broedelet, predikant [in de marge] alle broeders present Vergadering den 4 februarij 1845 De vergadering wordt met ಬt gebed geopend. Wordt bepaald, dat er boeten zullen worden betaald door die leden die niet in de vergadering des kerkeraads verschijnen of te laat komen. Voor het eerste 25 cent, voor elk kwartier na klokslag tien cent, voor de kas des kerkeraads. Wettige verhindering geven verschooning. [3 regels doorgehaald] Zonder schriftelijke kennis geving der verhindering wordt de boete van wegblijven verbeurd. Wordt besloten dat elke maand eene kerkeraads vergadering zal worden gehouden. Nadat er nog over eenige armenzaken was gesproken, wordt de vergadering dankend gescheiden. Quod testor J. Broedelet, predikant
[187r] Vergadering den 27 maart 1845 De vergadering wordt met ಬt gebed geopend. De predikant geeft kennis dat hij voornemens is den 28 nieuwe leden der gemeente aan te nemen, welker namen hij den broeders voorleest ter beoordeling. Niemand had eenige aanmerking. Nadat er censura morum tegen ಬt aanstaande Avondmaal gehouden was, werd de vergadering dankend gesloten. Quod testor J.Broedelet, predikant Vergadering den 5 mei 1845 De vergadering wordt met ಬt gebed geopend. De diaken doet rekening van de soepuitdeeling over den afgeloopen winter. Er blijkt dat er een saldo is van f 69,35, welke in de gewone diaconie-rekening zal worden opgenomen. Er wordt nog over eenige bedeelingen gesproken, waarop dankend wordt gesloten. J. Broedelet, predikant Vergadering den 30 mei 1845 De vergadering wordt met gebed geopend. De afgetreden diaken W. Visee doet rekening over het afgelopen jaar, welke wordt goedgekeurd en gesloten. Daarop wordt de zomercedel gemaakt. 218
Niemand meer iets hebbende voor te stellen, wordt de vergadering dankend gesloten. Quod testor J. Broedelet, predikant [187v] Vergadering 24 september 1845 De vergadering wordt met ಬt gebed geopend. Wordt gehandeld over maatregelen ter voorziening in de buitengewone behoeften der armen gedurende den aanstaanden winter door het misgewas der aardappelen veroorzaakt. De vergadering wordt dankend gesloten. Quod testor J. Broedelet, predikant Vergadering 22 october 1845 De vergadering wordt biddend geopend. Wordt kennis gegeven van het ontvangen van de aanvrage om een nominatieven staat van de armen en behoeftigen der gemeente, gedaan door de commissie hier ter stede aangesteld om in den buitengewone nood van den aanstaanden winter te voorzien. Wordt besloten dat de predikant met de diakenen zich daarmee zal belasten. Wordt over eenige armenzaken gehandeld en dankend gesloten. Quod testor J. Broedelet [188r] Vergadering 6 november 1845 De vergadering met ಬt gebed geopend zijnde, stonden binnen eenige armen. Op meer verzoeken wordt geconcludeerd. Wordt voorgelezen de opgemaakte lijst bestemd voor de commissie van algemeene onderstand gedurende deze winter. Wordt overgegaan tot het formeeren van nominatin voor een notabele in plaats van den aftredenden G. de Ridder. Daarop worden geplaatst: J. Grivel en G. de Ridder en voor een plaatsvervangend notabele in plaats van H. van Markesteijn: G.J. Schott, J. Wurster. De vergadering is dankend gescheiden. Quod testor J. Broedelet, predikant [188v] Vergadering 2 december 1845 De vergadering wordt biddend geopend. Wordt besloten om ter voorzienng in den dringenden nood nog eenmaal meer per week soep uit te deelen. Daar er door het aanstaande vertrek van den tegenwoordigen predikant eene vacature ontstaan zal, wordt er besloten om het classikaaal bestuur te verzoeken, of het den tegenwoordigen kerkeraad, waarvan twee leden met het nieuwe jaar moeten aftreden, zal vrijstaan in deszelfs geheel te blijven. Wordt tevens bepaald handopening tot het doen van een beroep aan te vragen, met verzoek van dispensatie, ten einde nog te beroepen tijdens het verblijf van den tegenwoordigen predikant alhier. Niemand iets meer hebbende voor te stellen, wordt de vergadering dankend gesloten. Quod testor J. Broedelet, predikant 219
[189r] [in de marge] alle leden tegenwoordig Buitengewone vergadering den 7 janaurij 1846 i 1. De vergadering werd met gebed geopend. i 2. Na verkregene dispensatie ging men, wettiglijk te zaam gekomen, over tot het beroepen van eenಬ anderen leeraar in de plaats van ds. J. Broedelet, predikant alhier. De volgende nominatin werden geformeerd. Twaalftal ds. W. Opzoomer, predikant te Wadenoijen ds. J.J. Doedes, Th.Dr., predikant te Hall ds. V.F.J. Boonacker, predikant te Leersum ds. R.P. Verbeek, predikant te Doorn ds. A. Stramrood, predikant te Slooten ds. J.P. Kerkhof, predikant te Werkendam ds. E. Cats Wor, predikant te Mijdrecht ds. W. Kluever, predikant te Cothen ds. H. de Vries, predikant te Hei en Boekop ds. J.B. Nijhoff, predikant te Spaarndam ds. M. van Staveren Th.Dr., predikant te Kedichem ds. G. BargerJansz., predikant te Nichtevecht waaruit dit zestal verkozen werd ds. Opzoomer te Wadenoijen ds. Doedes te Hall ds. Kluever te Cothen ds. Stramrood te Slooten ds. De Vries te Hei en Boekop ds. Wor te Mijdrecht En hieruit weder dit drietal ds. Opzoomer ds. Doedes ds. Wor En bij de laatste opening der stembriefjes bleek, dat hieruit met meerderheid van stemmen de keuze was op den weleerwaarde heer W. Opzoomer, predikant te Wadenoijen, aan wien de beroepbrief Deo Volente op morgen zal worden toegezonden. [189v] i 3. De vergadering werd met dankzegging gesloten. Quod testor W. Kluever, consulent Vergadering den 16 januarij 1846 De vergadering wordt biddend geopend. Wordt censura morum gehouden tegen het aanstaande Avondmaal, waarbij besloten wordt aan een lid der gemeente de tafel des Heeren te ontzeggen. 220
Daar niemand iets meer had voor te stellen, werd de vergadering dankend gesloten. Quod testor J. Broedelet, predikant [in de marge] broeder G. de Ridder uithoofde van werkzaamheden niet tegenwoordig Buitengewone kerke-raads vergadering op heden den 6 februari 1846 De vergadering wordt biddend geopend. Onze van Wadenoijen beroepen leeraar, ds. W. Opzoomer, heeft den 17 den januarij laatstleden deze beroeping aangenomen onder inwachting der vereischte approbatin. De drie voorstellen van den beroepenen op drie achtereenvolgende zondagen zijn onverhinderd geschied en geeindigd. Weshalve de beroepsbrief door den consulent geteekend en verzeld van het getuigschrift van het klassikaal bestuur van Tiel, betrekkelijk leer en wandel van den beroepenen, heden verzonden is aan het klassikaal bestuur van Wijk bij Duurstede.
[190r] ter bekoming der vereischte goedkeuringen. Nog worden er eenige afspraken gemaakt, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Kluever, consulent.
Vergadering 17 februarij 1846. De vergadering wordt biddend geopend. Nadat er over eenige armen zaken was gehandeld, worden de vragen voor de schriftelijke kerkvisitatie gedaan en toestemmend beantwoord, waarop het stuk daartoe betrekkelijk wordt geteekend. Hierop wordt de vergadering dankend gesloten. Quod testor, J. Broedelet, predikant.
Vergadering 27 februarij 1846. De vergadering wordt biddend geopend. De diaken W.F. Stramrood doet rekening over het afgelopen jaar. Het batig saldo ten bedrage van f 429.42 wordt den diaken C.J.R. Kroon ter hand gesteld, om in zijne rekening te worden opgenomen. Niemand iets meer hebbende voor te stellen, sloot de praeses dankend de vergadering. Quod testor, J. Broedelet, predikant.
[190v] [in de marge] Alle leden tegenwoordig Kerkeraads-vergadering 25maart 1846. De vergadering door den predikant geopend zijnde kwamen H. Vermeer, predikant te Houten, als gecommitteerde van het classicale bestuur van Wijk en W. Kluever, predikant te Cothen, als consulent binnen ten einde ds. J. Broedelet, beroepen naar de gemeente van Gouda, te ontslaan van zijne betrekkingen op deze klasse en op deze gemeente. Dit 221
naar orde geschied zijnde, werden de kerkelijke boeken en papieren in de kerke-raads kas gesloten, waaronder ook de portefeuille van de ingekomen stukken. Voorts werd aan den consulent voornoemd eenen sleutel overgereikt van de diaconie-kist, wordende met drie onderscheidene sleutels gesloten. De herderlijke zorg voor deze gemeente aan den consulent opgedragen, werden er nog eenige afspraken gemaakt tusschen den consulent en den kerke-raad, waarna de vergadering met dankzegging gesloten is. Quod testor, W. Kluever, consulent.
[in de marge] Alle leden tegenwoordig, uitgezonderd B. Stramrood, door werkzaamheden afwezig Buitengewone kerke-raads vergadering op heden den 30 april 1846. i1. De vergadering more solito met gebed geopend zijnde, werd het navolgende behandeld. i2. De notulen der voorgaande vergadering werden voorgelezen en geresumeerd.
[191r] i3. Ds. Opzoomer, mede zitting in de vergadering genomen hebbende, legde de vereischte akten van den kerke-raad van Wadenoijen en van het klassikaal bestuur van Tiel aan onze vergadering over. i4. Daarop werden de kerkelijke boeken en papieren tot deze gemeente behoordende, door den kerke-raad aan ds. Opzoomer overgedragen. i5. Door ds. Cluever werdt vervolgens het voorzitterschap der vergadering aan ds. Opzoomer opgedragen. i6. Verder niets te behandelen zijnde wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, G. de Ridder, ouderling, W. Opzoomer, predikant. Den 3en mei 1846 werd bij afstand van den consulent in zijn bediening bevestigd ds. W. Opzoomer, van Wadenoijen tot ons overgekomen, door ds. H.G.J. van Doesburgh, predikant te Rotterdam. De bevestiger had tot tekst Johannes 4, 3 6, terwijl onze nieuwe leeraar zijne intrede hield met eene leerrede over Collossenzen: 1: 28.
[191v] Kerkeraadsvergadering gehouden 11 junij 1846 Alle leden tegenwoordig, behalve de ouderling Lokhorst, uit hoofde van werkzaamheden afwezig. De armdiaken brengt voor de zaak van de weduwe Van Leersum die woonachtig in eene armenwoning gedurende geruimen tijd in de betaling der huur nalatig is gebleven. Er wordt besloten haar zondag voor den kerkeraad te doen verschijnen ten einde haar aan te zeggen, dat de kerkeraad tot hare tegemoetkoming genegen is, om hare huishuur van 65 centen ಬs wekelijks te verminderen op 30 centen. Mogt zij echter onvermogend zijn zelfs deze geringe huishuur optebrengen, de kerkeraad zou dan in het belang van het 222
armenfonds genoodzaakt zijn haar eene mindere woning aan te wijzen en hare tegenwoordige op de voordeeligtse wijze te verhuren. Niets meer ter behandeling zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. de Ridder, ouderling
Kerkeraadsvergadering gehouden 3 julij 1846. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de ouderling Lokhorst. Er wordt censura morum gehouden tegen het aanstaande Avondmaal, waarbij niets berispelijks voorkwam. Vervolgens ging men over tot het opmaken van de zomercedel der bedeelden en wordt er besloten om in de eerstvolgende vergadering een lijst optemaken van de bezittingen der diaconie alsmede van de uitgaven die er verstrekt worden aan kost en huishuur.
[192r]
En verder niets te behandelen zijnde, ging de vergadering dankzeggende uiteen, gelijk zij biddende was zaamgekomen. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. de Ridder, ouderling
Kerkeraadsvergadering, gehouden 10 augustus 1846. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeders De Ridder en Stramrood zonder kennisgeving. De lijst der gewone wekelijksche uitgaven van het diakonie bestuur dezer gemeente wordt opgemaakt en in het daarvoor bestemde boek geinsereerd. Het opmaken van den inventaris der bezittingen wordt uitgesteld tot eene volgende bijeenkomst. Voorts bragt de diaken Kroon ter tafel een verzoek van Pr. Lammor«om eene hypotheek, in zijn huis gevestigd voor rekening van de diakonie, te willen overnemen. Dit verzoek overwogen zijnde, wordt hetzelve met algemene stemmen gewezen van de hand. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij biddende was zaamgekomen. Quod testor, G. de Ridder, ouderling, W. Opzoomer, predikant.
Kerkeraadsvergadering gehouden 30 september 1846. Alle leden waren tegenwoordig. De vergadering wordt met gebed ge¸pend. Voorts worden de notulen voorgelezen en goedgekeurd. Een verzoek van een lid der gemeente met name van J. van Zoest, om eenig geldelijk voorschot tot het huren eener woning wordt
[192v]
223
aangehouden, tot er door den diaken zal onderzocht zijn, of die persoon ook op eene andere wijze door den kerkeraad zou te helpen zijn. Wordt eene missive voorgelezen van het stedelijk bestuur, inhoudende kennisgeving van Culemborg, dat aan geene behoeftigen buiten de stad geneeskundige hulp kan worden verleend, dat alzoo aan de weduwe van Gerrit Kok dezelve niet langer voor rekening van haar als onderstands domicilie mag worden verstrekt, zullende zij bij verdere behoefte aan geneeskundige hulp zich te Culemborg moeten vervoegen. Nog doet de diaken W. F. Stramrood rekening over den winter van 1845 - 1846 van de soepuitdeeling door hem geschied. Zijne ontvangst bedraagt f 568.125 en zijn uitgaaf f 432.905, blijvende er dus een batig saldo van f 135.225. Het opmaken van een inventaris der bezittingen blijft uitgesteld tot eene volgende vergadering. Niets meer te verrigten zijnde, wordt er met dankzegging gesloten. Quod testor, G. de Ridder, ouderling, W. Opzoomer, predikant. Kerkeraadsvergadering, gehouden den 12en november 1846. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen en goedgekeurd. Stonden binnen diegenen, die voor dezen winter in de uitdeeling van kleding en soep wenschen te deelen en werd de lijst der belanghebbenden in dezen opgemaakt. Door J. van Zanten en W. van Woudenberg aanvrage
[193r] gedaan zijnde, om voor hen de huishuur te betalen, zoo werdt dit door den kerkenraad gewezen van de hand, maar hen gedurende den tijd dat zij geen werk zullen hebben een wekelijksche bedeeling toegelegd van 30 centen. Is ingekomen eenಬbrief, inhoudende verzoek, om de toelage van jufvrouw Broedelet van f 1,25 te brengen op f 1,50. Er wordt besloten, om alleen dan aan dit verzoek te voldoen, indien er alhier geene geschiktere gelegenheid tot hare plaatsing mogt gevonden worden. Men gaat over tot het maken van een dubbeltal voor notabele in plaats van den aftredenden J.J. de Heus. Daarop worden geplaatst J.J. de Heus en J. Wurster. Verder niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. de Ridder, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 7 mei 1846. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige vergadering werden gelezen, goedgekeurd em onderteekend. Met wederzijdsch goedvinden der broeders G. de Ridder en J.J. de Heus wordt er bepaald, dat de eerstgenoemde als ouderling zal 224
aftreden. In plaats van hem en van den aftredenden diaken W. F. Stramrood worden met algemeene stemmen verkozen
[193v] tot ouderling C.C. Hermsen en tot diaken W. Visee die zich beiden deze keuze laten welgevallen. Er wordt besloten, om broeder C.J.R. Kroon als vasten boekhouder der armenzaken aantestellen onder jaarlijksche toelage van f 20 als tegemoetkoming ter te maken onkosten. De vergadering in aanmerking nemende, dat velen der bedeelden zich aan de godsdienstoefeningen zonder reden onttrekken, wenscht overeenkomstig hare verpligting dit verzuim tegentegaan. Dien ten gevolge wordt er bepaald, dat er door den diaken aan de kerk kaartjes zullen worden afgegeven, op welker vertooning alleen de bedeeling zal worden uitgereikt. Den diaken wordt ten ernstigste aanbevolen dit besluit zoveel mogelijk te handhaven. De lijst der kledingstukken wordt nagegaan en aan alle billijke aanvragen, zoo veel dit kan, voldaan. Voorts wordt de winter cedel voorgelezen en met eenige wijziging vastgesteld. Eindelijk nog wordt een voorstel van P. Lammore om door eenig voorschot op zijn huis in zijnen tegenwoordigen nood te voorzien gewezen van de hand. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was.. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Lokhorst, ouderling.
[194r] Kerkeraads-vergadering, gehouden 22 december 1846. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders G. de Ridder, H. van Markesteijn en J.J. de Heus, die echter later binnen treedt. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Er wordt censura morum gehouden tegen het aanstaande Avondmaal, waarbij zich niets berispelijks voordeed. Voorts worden aan de belangstellenden de kleederen uitgereikt, terwijl na het bespreken van eenige noodige zaken aangaande de bedeeling de vergadering gesloten wordt met dankzegging gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus.
Op den eersten januarij 1847 zijn de nieuw benoemde leden des kerkeraads op de gebruikelijke wijze in hunne bediening ingezegend. 225
Kerkeraads-vergadering gehouden 16en februarij 1847. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Het lidmaten-, doop- en trouw-boek wordt gecollationneerd met het dubbelboek en in orde bevonden zijnde behoorlijk afgeteekend.
[194v] Voorts wordt aan den koster aangezegd, dat van nu voortaan de kast waarin de mantels bewaard worden, zal moeten gesloten gehouden worden en de sleutel behoort te berusten onder den administrerenden diaken, zullende daarenboven de huur der mantels niet meer door den koster mogen ingevorderd worden, maar de invordering mede door bovengenoemden diaken geschieden. Niets meer te bespreken zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus.
Kerkeraads-vergadering gehouden 12 maart 1847. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de ouderling Lokhorst met kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De voorzitter geeft der vergadering kennis eene missive van de synodale commissie te hebben ontvangen, inhoudende een verzoek, om acht dagen vµµr het houden der jaarlijksche collecte ten behoeve van noodlijdende kerken en personen van den predikstoel aan de gemeente eenಬbrief medetedeelen, waardoor de synode de belangstelling in dat zoo weldadig fonds hoopt optewekken en zich vleit ruimere bijdragen tot desselfs instandhouding te zullen ontvangen. Er wordt besloten aan dit zoo billijk verzoek der synodale commissie gevolg te geven. De predikant deelt aan de vergadering de namen mede dergenen, die tot leden der gemeente wenschen te worden aangenomen. Niemand iets op hun zedelijk gedrag aantemerken
[195r] hebbende, wordt er tot hunne aanneming op de 25en dezer besloten, indien zij alsdan van hunne godsdienstige kennis de noodige bewijzen zullen hebben geleverd. Bij de aanstaande huisbezoeking op den 30en en 31en dezer zullen de broeders De Heus en Hermsen den predikant adsisteren. 226
Nog wordt er over eenige armenzaken gehandeld, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn
Kerkeraads-vergadering gehouden 15 april 1847. Alle leden tegenwoordig, behalve de ouderling De Heus om ziekte afwezig. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De diaken Kroon doet rekening over het jaar 1846. De geheele ontvangst is f 2586.935 en de geheele uitgaaf f 2776.545, zoo dat er een te kort bestaat van f 189.615, hetwelk als eerste post van uitgaaf in de volgende rekening zal worden ingebragt. Aan de vergadering wordt eene missive medegedeeld, inhoudende kennisgeving, dat op 20 mei aanstaande persoonlijke kerkvisitatie zal gehouden worden door ds. Diesel en ds. Boonacker, predikanten te Rhenen en Leersum, met verzoek dit op den vorigen zondag van den predikstoel aan de gemeente bekend te maken. Verder niets te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus
[195v] Kerkeraads-vergadering gehouden 20en met 1847. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Hermsen. De notulen der vorige vergadering werden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Voorts traden heeren kerkvisitatoren, zijnde ds. Diesel en ds. Boonbacker, binnen, die na het doen der gebruikelijke vragen en alle zaken in goede orde bevonden hebbende, met zegenbeden afscheid namen. Niets verder te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus Kerkeraads-vergadering gehouden 22en junij 1847. De vergadering wordt met gebed ge¸pend. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Markestijn. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerende diaken legt rekening af van de gedane soepuitdeeling in den afgeloopen winter. De ontvangst bleek te zijn f 634.065 en de uitgaaf f 654.975 zoodat er een te kort bestond van f 20.915, welk te kort in de armenrekening over dit jaar als post van uitgaaf zal worden ingebragt. 227
Voorts ging men over tot het maken van de zomercedel, die intusschen eerst volgens besluit der vergadering met den helft der volgende maand zal in werking gebragt worden. Niets meer te behandelen zijnde, ging men na gebruikelijke dankzegging uiteen. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus
[196r] Kerkeraads-vergadering, gehouden 24en augustus 1847. De vergadering wordt op de gebruikelijke wijze met gebed ge¸pend. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De predikant leest voor een programma van een opterigten bestedingshuis te Montfoort. De grondslagen, waarop deze instelling rusten zal, komen der vergadering zoo doelmatig voor en de prijs, waartegen de diaconie hare bedeelden hier zal kunnen besteden, zoo matig gesteld, dat er besloten wordt, om met bestuurderen van genoemd huis te handelen over de opneming dier personen, die geheel uit onze armenkas onderhouden worden. Er wordt gehandeld over het verzoek van de weduwe J. van Versendaal, geboren Putters en van hare dochter Maria Cornelia van Versendaal, behelzende aanvrage, om lidmaatsattestatie, de eerste naar Rhenen, de laatste naar Amerongen. Daar echter beiden hare godsdienstige pligten alhier schromelijk hebben verwaarloosd en geene zeer gunstige geruchten van zich hebben achtergelaten, maakt de predikant zwarigheid haar verzoek intewilligen en besluit men aan haar slechts een bewijs van lidmaatschap onzer gemeente aftegeven. Voorts deelt de predikant een missive mede van heeren kerkvoogden, inhoudende mededeeling, dat in plaats van wijlen Gijsbert van Waveren tot koster onzer kerk is benoemd Willem Frederik van Waveren. Deze binnengeroepen zijnde, wordt door de voorzitter namens den kerkeraad met zijne benoeming geluk gewenscht. Als tractement wordt hem f 15 toegelegd, terwijl voor het omgaan met de 14 daagsche bus en het voorgaan van de schaal f 8 gesteld wordt. Met goedvinden van den koster wordt echter bepaald, dat deze f 8 door de weduwe des vorigen kosters
[196v] zullen genoten worden, zoolang namelijk de werkzaamheden aan dit inkomen verbonden door hare zonen naar behoren zullen worden waargenomen. Nog worden eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering dankend wordt gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 october 1847. 228
De vergadering wordt met gebed ge¸pend. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna leest de voorzitter een brief voor van broeder Hermsen, inhoudende kennisgeving, dat zijneerwaarde verhinderd wordt aan de vergadering deel te nemen. Voorts verscheen voor den kerkeraad de persoon Van Bekkum, bij wien Mijntje Eggelaar besteed is. Hem wordt verwittigd, dat de vergadering niet ongenegen is, om genoemde Mijntje Eggelaar ten zijnen huize te laten, indien hij haar voor de som van f 90 benevens des winters turf wilde houden. Mogt hij in deze voorwaarde niet kunnen bewilligen, dan zou de kerkeraad genoodzaakt zijn haar in het belang van het armenfonds mede naar het bestedingshuis te Montfoort optezenden. Ook aan B. Odinot, die later binnenstond, alsmede aan vrouw Knoop, die in de vergadering verscheen voor Evertje Appeldoorn, werd kennis gegeven, dat zij eerlang naar genoemd bestedingshuis zullen worden opgezonden. Gelijke mededeeling werd besloten per missive aan jufvrouw Broedelet te doen geworden. Voorts las de predikant voor eene missive van Algemene Armvoogden van Noordwolde de dato 22 september no 250, behelzende aanvrage om bedeeling voor Cornelis van Oijen, alhier onderstands domicilie hebbende, terwijl restitutie wordt
[197r] gevraagd van hetgeen reeds door genoemde armvoogden aan gemeld huisgezin mogt zijn versterkt. De vergadering besluit om tot geene bepaling van bedeeling overtegaan, voor er zal zijn berigt ingewonnen, hoedanig de toestand van dat gezin is en welke deszelfs wekelijksche verdiensten zijn, terwijl daarbij nog bepaald wordt, dat de gevraagde restitutie zal plaats hebben, indien de uitgereikte bedeeling niet langer dan gedurende veertien dagen zal zijn verstrekt. Er wordt eindelijk nog censura morum gehouden, waarbij niets berispelijks voorkwam. Niets meer te behandelen zijnde sloot de predikant de vergadering met dankzegging. Quod testor, W. Opzoomer, J.J. de Heus
Kerkeraads-vergadering gehouden 25 november 1847. De vergadering wordt met gebed geopend. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Hermsen zonder kennisgeving. De notulen van de vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Voorts wordt er overgegaan tot de keuze van een dubbeltal voor notabele in plaats van den heer Hermsen, die als kerkvoogd is afgetreden. Bij stemming met beslotene briefjes wordt er op dit dubbeltal gebragt J. Wurster, J.A. Gerth van Wijk, welk dubbeltal aan heeren kerkvoogden zal worden ingezonden. Daarna stond J. van Soest binnen, verzoekende eenigen onderstand. De vergadering legt hem ಬs wekelijks 50 centen toe, tot dat hij wederom door arbeid in eigen behoeften zal kunnen voorzien. 229
[197v] Verder niets te behandelen zijnde, sluit de predikant de vergadering met dankzegging. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn
Kerkeraads-vergadering gehouden 10 december 1847. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder De Heus met kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Er wordt voorgelezen eene missive van het klassikaal bestuur van Wijk, kennis gevende, dat er eene uitgave zal plaats hebben van alle kerkelijke verordeningen, die sedert den jaar 1843 plaats hebben gehad en aanvrage doende, of de kerkeraad of bijzondere personen der gemeente ook genegen zouden zijn zich een exemplaar aan te schaffen. De vergadering besluit, om, zoo de kosten niet te hoog zijn, zich nevens dit exemplaar ook het handboek van Van der Tuuk aan te kopen, ten einde bij voorkomende moeijleijke omstandigheden eene geschikte handleiding te bezitten. De benoeming van eenen ouderling en diaken aan de orde zijnde, wordt zulks uitgesteld tot op eene volgende vergadering, die bepaald wordt op den 16en dezer. Daarna stonden binnen de behoeftigen, die voor soep en kleding wenschten in aanmerking te komen en deden hunne aanvragen. In hoeverre aan die aanvragen zal kunnen worden voldaan, zal nader door den kerkeraad worden onderzocht. Nog eenige zaken van huishoudelijken aard afgehandeld zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn
[198r] Kerkeraads-vergadering gehouden 16 december 1847. Alle leden ware tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst werde voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Men gaat over tot de verkiezing van eenen nieuwen ouderling en diaken. In plaats van den met 1e januarij aanstaande aftredenden ouderling Jacobus Johannes de Heus wordt met algemene stemmen verkozen Gerardus Johannes Schot. En daar Cornelis Jan Roelant Kroon als boekhouder der diakenen volgens het huishoudelijk reglement op de zamenstelling van werkzaamheden der kerkeraden 1e afdeling artikel 9 no 2 zitting blijft houden, wordt tot derden diaken mede met algemene stemmen verkoren Hermanus Matthijs van Vulpen. Aan beide deze broederen wordt de koster gelast van deze hunne benoeming kennis te geven. Vervolgens werd de lijst der aangevraagde kledingstukken na[ge]gaan en datgene toegelegd, wat der vergadering nuttig en goed voorkwam. 230
Daarna stond de vrouw van Arie Vermeulen binnen, aanvrage doende, om gedurende den winter wederom eenige bedeeling te mogen ontvangen. Haar wordt kennis gegeven, dat zij op de winterlijst voor eene bedeeling van 50 centen per week zal worden opgenomen, waarvoor zij haren dank betuigt. De broodlijst nog nagegaan zijnde en nog eenige zaken van huishoudelijken aard besproken zijnde, wordt eindelijk de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus.
[198v] Kerkeraads-vergadering gehouden 30 december 1847. Alle leden tegenwoordig behalve broeders Markestijn en Lokhorst met kennisgeving. De notulen der vorige zamenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De klederen in gereedheid zijnde, worden aan de behoeftigen uitgereikt en hun op het harte gedrukt, om daarvan een nuttig en goed gebruik te maken. Nog eenige armenzaken besproken zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Hermsen. Op den 1en januarij 1848 zijn de nieuwe benoemde leden des kerkeraads op de gebruikelijke wijze in hunne bediening bevestigd.
Kerkeraads-vergadering gehouden 20 januarij 1848. Alle leden waren tegenwoordig. Na de gebruikelijke opening met gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna stond binnen Abraham van Embden, aanvrage doende, om voor zich en zijn gezin eenigen onderstand te mogen ontvangen. Er wordt besloten hem 75 centen provisioneel ಬs weekelijks toeteleggen en inmiddels naar de plaats van zijn domicilie onderzoek te doen. Voorts las de voorzitter aan de vergadering voor het huishoudelijk reglement op de zamen-
[199r]
stelling en werkzaamheden der kerkeraden, opdat ieder der leden zijne verpligting mogt kennen en zich daarvan kwijten. Ten aanzien van de geneeskundige dienst der armen wordt besloten zulks op den vorigen voet te laten, wordende echter de predikant uitgenodigd heeren doctoren 231
op het harte te drukken, zoveel mogelijk toetezien, opdat de rekeningen niet te zeer worden opgevoerd. Men gaat vervolgens over, om te spreken over de armen-administratie en overeenkomstig het voorstel van den predikant wordt er vastgesteld, dat de diakenen geene vrijheid zullen hebben, om bedeelingen uittereiken, die niet door den kerkeraad zijn goedgekeurd en vastgesteld, zullende echter in dringende omstandigheden diakenen de vrijheid bezitten, om in overeenstemming met den voorzitter naar bevind van zaken te handelen mits van hunne handeling aan de vergadering zoo spoedig mogelijk kennis gevende. Niets meer te behandelen zijnde, wordt deze zamenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn.
[199v] Kerkeraads-vergadering gehouden 9 maart 1848. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Wordt besloten, om aanteschaffen ten behoeve van de kerkeraad de Kerkelijke wetten voor de hervormden in het koningrijk der Nederlanden door C. Hooijer, predikant te Zaltbommel. Voorts stonden binnen vrouw Van Emmerik en de weduwe Kosterman wier verzoek om verhooging van bedeeling, wordt gewezen van de hand. Nog wordt de zomerceel opgemaakt, de tijd der onbepaalde bedeelingen vastgesteld, alsmede eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering met dankzegging werd gesloten gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn.
Kerkeraads-vergadering gehouden 7 april 1848. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst zonder kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Wordt besloten aan Geertruida Beth, met lidmaatsattestatie der remonstrantse gemeente ingekomen, om voor den kerkeraad gewigtige redenen slechts bewijs van lidmaatschap uittereiken en niet volgens haar verzoek een volledige attestatie. Voorts worden de vragen der schriftelijke kerkvisitatie gedaan en toestemmend be¦ntwoord, waarop de tabel daarop betrekkelijk door alle de aanwezige leden behoorlijk wordt geteekend. [200r] Ten aanzien van de beide dochters van W. van den Akker, die door den dood der ouders ten laste van het diaconie bestuur komen, zal men zoveel mogelijk hare stoffelijke en 232
geestelijke belangen zoeken te behartigen, zonder evenwel te drukkenden last aan het armenfonds opteleggen. Nog worden er eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant H. van Markestijn Kerkeraads-vergadering gehouden 14 julij 1848. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst, die echter later binnentreedt. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Men gaat over tot het afhooren der rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1847, waaruit blijkt, dat de ontvangst is f 2415.17 en de uitgaaf f 3110.51, zoodat er een te kort aanwezig is van f 695.34. Er wordt besloten dit te kort zoomogelijk te dekken door de meer gegoede leden der gemeente eene lijst van inschrijving aantebieden en hen van den predikstoel dringend te doen uitnoodigen op genoemde lijst voor milde bijdragen te willen teekenen. Voorts bestaat bij den kerkeraad het ernstig voornemen, hoe dringend ook de nood van velen mogen zijn, om geene uitgaven meer te doen, die de inkomsten van het bestaande fonds te boven gaan en is men van oordeel, dat de meeste bezuiniging zal kunnen gevonden worden door afschaffing van klompen uitdeeling en aanzienlijke vermindering van het geven van kleedingstukken. Aan [200v] de behoeftigen zal van dezen maatregel kennis gegeven worden, opdat zij door spaarzaamheid en overleg in eigene behoeften kunnen voorzien. Voor den kerkeraad verscheen vervolgens C. van Oyen, verzoekende om meerderen onderstand voor zich en zijn huisgezin. Er wordt besloten zijne bedeeling met 25 centen te verhoogen. Nog stond binnen A. van Embden, te kennen gevende van naar Utrecht te willen vertrekken, indiend de kerkeraad hem met f 5 in dit zijn voornemen behulpzaam wilde zijn. Nadat vrouw Willigenburg, verhuurster van het huisje waarin genoemde Van Embden verblijf houdt, ontboden en gehoord was en zij zich bereid verklaard had, indien hij slechts hare woning verliet, de gevraagde vijf guldens wel te willen verstrekken, werd het gedaan verzoek door den kerkeraad ingewilligd. Ten aanzien van de kinderen van Van Emmerik besluit de vergadering om hen provisioneel door eene der buurvrouwen tegen billijke vergoeding den kost te doen geven en, terwijl de predikant verzocht wordt de niet onbemiddelden familie te Utrecht voor die kinderen om eenige ondersteuning te verzoeken, is men er tevens ernstig op bedacht om hen, waar zich eene geschikte gelegenheid aanbiedt, te besteden en zoo mogelijk niet slechts voor hunne lichamelijke ontwikkeling zorg te dragen, maar ook toetezien op hunne zedelijke vorming. Voorts wordt nog het een en ander van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn [201r]
233
Kerkeraads-vergadering gehouden 3 augustus 1848 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst, zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Vervolgens deed de administrerende diaken rekening van ontvangst en uitgaaf van de soepuitdeeling over 1847-1848. De ontvangst bedroeg . . f 407.44 De uitgaaf
.
.
.
.
335.66
Batig slot . . . f 71.77 welk batig slot in de armenrekening over 1848 als post van ontvangst zal worden ingebragt. Uit hoofde van den nadeeligen staat der diakonie kas gaf de administrerende diaken kennis, dat hij voor zich afstand deed van de f 20 hem bij kerkeraads besluit van 7 december 1846 als honorarium toegelegd voor de menigvuldige werkzaamheden aan zijne betrekking verbonden. Vereerd door het vertrouwen der vergadering rekende hij zich daardoor genoegzaam beloond. De kerkeraad vernam dit loffelijke besluit van broeder Kroon met het meeste genoegen en bidt hem voor zijnen belangloozen ijver den zegen des Allerhoogste van ganscher harte toe. De staat der uitgaven over de zeven laatst verloopene maanden nagegaan zijnde, bleek het der vergadering, dat de inachtneming der meest mogelijke spaarzaamheid dringende behoefte was. De som voor geneeskundige dienst vooral tot eene hoogte geklommen zijnde geenszins gevenredigd aan onze beperkte inkomsten, zoo wordt er besloten alleen aan de bedeelden van nu voortaan van wege het diakonie bestuur geneeskundige hulp ter verleenen. Voorts zal er met heeren doctoren gesproken worden om voor den armen den prijs der visiten van 30 [201v] op 20 centen te willen stellen. Nog wordt bepaald de bedeeling a 40 centen aan C. Smit wekkelijks verstrekt althans gedurende eenigen tijd te doen ophouden. Verder niets van eenig aanbelang meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter de vergadering met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen Kerkeraads-vergadering gehouden 31 augustus 1848 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerende diaken doet rekening van uitgaaf over de verloopene maand, welke rekening wordt goedgekeurd. Aan vrouw Van Oijen, die met het huisgezin van Van Emmerik is belast, wordt daarvoor toegelegd eene wekelijkschen bedeeling van f 2 en 6 pond brood. Door G. Boeschoten eenigen onderstand aangevraagd zijnde ten behoeve van zijne schoonzuster Hendrika van den Akker gedurende de twee maanden dat zij buiten dienst zijn zal, zoo wordt er bsloten om, aangezien genoemde Boeschoten geenszins buiten staat is om zijn schoonzuster zelf te ondersteunen en daartoe het naast geroepen is, dit verzoek te wijzen van de hand. De administrerende diaken wordt geautoriseerd om tegen den winter 10.000 turven 234
optedoen, terwijl voorts niets meer te behandelen zijnde, de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen [ 202r] Kerkeraads-vergadering 20 october 1848 Alle leden tegenwoordig behalve broeder Markestijn uithoofde van afwezigheid uit de stad. De administrerende diaken doet rekening van uitgaaf over de maand september, welke rekening wordt goedgekeurd. Voorts werden eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna Gert Versteeg binnenstond. Uithoofde van onzedelijk gedrag wordt hem door den voorzitter namens de vergadering aangezegd, dat hij gedurende veertien dagen nog op geene ondersteuning heeft te rekenen. Daarna wordt deze bijeenkomst met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Lokhorst Kerkeraads-vergadering gehouden 9 november 1848 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Kroon met kennisgeving. De notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend zijnde, werd de rekening van uitgaaf over october vervolgens nagegaan en in orde bevonden. Een voorstel van vrouw Willigenburg om eene schuld van f 10, ten haren behoeve gemaakt, voor de helft door de diakonie kas te doen dragen, wordt eenpariglijk gewezen van de hand. Voorts niets bijzonders ter behandeling zich [202v] voordoende, sloot de voorzitter de vergadering met dankzegging, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn Kerkeraads-vergadering gehouden 5 december 1848 Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed leest de voorzitter de notulen der vorige bijeenkomst, welke worden goedgekeurd en onderteekend. Vervolgens gaat men over tot de verkiezing van eenen nieuwen ouderling en diaken in plaats van de met 1 janaurij aanstaande aftredende broederen H. van Markestijn en W. Visee. Voor ouderling valt de keuze op Jean Grivel en voor diaken op H. Boeschoten, beiden met algemeene stemmen. De predikant wordt verzocht aan de nieuw benoemden daarvan kennis te willen geven. Nog doet de administrerende diaken rekening van de afgeloopen maand en worden eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna men overgaat tot het behandeling van het Gerevideerd Algemeen Reglement voor het Bestuur der Hervormde Kerk in het Koningrijk der Nederlanden. Ofschoon men hulde doet aan den geest van vooruitgang daarin heerschende, en men zich over het algemeen met hetzelve wel kan vereenigen, acht nogthans de kerkeraad eenige wijzigingen wenschelijk en doelmatig, welke wijzigingen door den voozitter aan het klassikaal bestuur van Wijk voor 10 januarij eerstkomend zullen worden ingezonden. De vergadering met dankzegging gesloten zijnde, ging men uiteen. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott. 235
[203r] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 januarij 1849 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Hermsen en Lokhorst zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend zijnde, wenscht de voorzitter de broeders Grivel en Boeschoten geluk met hunne zitting-neming in de vergadering, hun tevens op het harte drukkende om in vereeniging met de overige leden de belangen der gemeente van onzen Heer Jezus Christus aan deze plaats zooveel mogelijk te helpen voorstaan en behartigen. Er wordt besloten aan de behoeftigen eene uitdeeling van hemden te doen plaats grijpen, worden de diakenen verzocht die uitdeeling zoo spoedig mogelijk te bewerkstelligen. Voorts wordt de winterbedeeling geregeld alsmede de brood-, soep- en turflijst opgemaakt, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott. Kerkeraads-vergadering gehouden 8 maart 1849 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Vulpen, zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna doet de administrerende diaken rekening over de twee laatstverloopene maanden, welke rekening wordt aangenomen. De predikant leest voor eene aanvrage van A. van Emden om betaling zijner achterstallige huur, welke aanvage onbeanwoord zal worden ter zijde gelegd. Voorts stond vrouw Van Zanten binnen, verzoekende van den kerkeraad om kleedingstukken, ten einde bij de aanstaande aanneming zich behoorlijk te kunnen voordoen. Men maakt zwarigheid om aan [203v] haar verzoek uit de diakonie kas te voldoen, maar de leden besluiten eenpariglijk om gezamenlijk uit hunne middelen genoemden vrouw Van Zanten te gemoet te komen. Niemand iets meer voortestellen hebbende, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Lokhorst Kerkeraads-vergadering gehouden 15 mei 1849 Alle leden waren tegenwoordig. Nadat er met gebed ge¸pend was, werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen goedgekeurd en onderteekend. Er wordt rekening gedaan door den diaken boekhouder over 1848, waaruit blijkt, dat de ontvangst is f 3058.41 en de uitgaaf f 3315.15, zoodat er nog een nadelig slot overblijft van f 256,73, welk slot in de volgende rekening als eerste post van uitgaaf zal worden ingebragt. Twee certificaten ad f 200 der stedelijke schuld no 198, 215 uitgeloot zijnde, zal daarvoor inschrijving op het groot boek genomen worden. Er wordt besloten om alleen dezoodanigen te bedeelen, die van nu voortaan door getrouwe bijwoning der godsdienstoefening zich zulks waardig zullen betoonen, terwijl de predikant verzocht wordt van den predikstoel daarvan aan de belanghebbenden kennis te geven. 236
Nog eenige armenzaken behandeld zijnde, wordt daarna de vergadering dankend gesloten. Quod testor W, Opzoomer, predikant, Hermsen [204r] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 junij 1849 Alle leden waren tegenwoodig behalve broeder Schott, die echter later binnentreedt. Deze bijeenkomst met gebed geopend zijnde, worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Er wordt rekening gedaan van de soepuitdeeling in den afgeloopen winter. De ontvangst blijkt te zijn f 357.98 en de uitgaaf f 179.78, zoodat er een batig saldo bestaat van f 178,20, welk saldo als post van ontvangst in de rekening van 1849 zal worden ingebragt. Voorts werd de staat van uitgaaf voor de drie laaatstverloopene maanden opgenomen en goedgekeurd. Terwijl eindelijk na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen Kerkeraads-vergadering gehouden 8 augustus 1849 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst zonder kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De staat der uitgaven over de maanden junij en julij wordt opgenomen en accoord bevonden. Er wordt besloten aan J. Lammore aantezeggen, dat na vier weken de huishuur niet langer voor hem betaald zal worden en hij zich van eene andere woning zal hebben te voorzien. Eveneens wenscht men H. Knelissen te doen delogeren en in het achterhuis bij M. Versteegh te plaatsen. [204v] Nog wordt op voorstel van den diaken Boeschoten het besluit opgevat om den aak bij de weduwe Den Hartog in gebruik en in eigendom aan het hervormd armbestuur toebehoorende, haar niet langer aftestaan dan tegen eene bepaalde wekelijksche huur. Na het bespreken van nog eenige armenzaken, waaromtrent geen besluit wordt genomen, sluit de voorzitter de vergadering met dankzegging gelijk hij haar met gebed ge¸pend had. Quod testor W. Opzoomder, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden 1 november 1849. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Hermsen en Van Vulpen zonder kennisgeving. De predikant opent de vergadering met gebed en leest daarop voor de notulen, die worden goedgekeurd en onderteekend. Wordt mededeeling gedaan van twee ingekomene missives, die in het archief zullen worden gedeponeerd. Daarna geschiedt de rekening over de maanden augustus, september en october, welke rekening wordt in orde bevonden. Vervolgens wordt vastgesteld, dat gedurende den wintertijd de maandelijksche vergadering zal gehouden worden den eersten vrijdag van elke maand des avonds ten zeven ure en dat alle zaken die zondags werden afgedaan, waar zij uitstel kunnen lijden, tot deze bijeenkomst zullen worden verwezen. Ook wordt op voorstel van den diaken Boeschoten besloten om de wekelijksche telling der zondags collecte afteschaffen, maar de ingezamelde gelden 237
[205r] in eene welgesloten kist in de kerkekamer kast te deponeren en op de maandelijkse vergadering die telling te doen plaats grijpen. Voorts wordt bepaald, dat aan Van Bekkum de nog achterstallige huur van J. Lammore zal worden voldaan, zoo ook aan Gutz en Scheerders, indien het blijken zal dat bij die beiden voor de huur namens den kerkeraad is goedgesproken. Nog worden eenige huishoudelijke zaken, de voeding en kleding betreffende, behandeld, waarna de vergadering met dankzegging door den voorzittter gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden den 7en december 1849 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst zonder kennisgeving. Men gaat over tot het kiezen van nieuwe kerkeraadsleden. In plaats van den met 1 o januarij 1850 aftredenden ouderling J. Lokhorst wordt gekozen K. Krouwel en in plaats van den aftredende diaken H.M. van Vulpen bepaalt zich de keuze op W. van Markestijn. Voorts wordt een dubbeltal opgemaakt voor den aftredenden notabele G. de Ridder, waarop gebragt worden de heeren G. de Ridder, J. Grivel. Voor den kerkeraad verschenen C. van Oordt en de weduwe J. Krouwel, beiden om onderstand vragende, terwijl de eerste nog voor eenigen tijd wordt afgewezen, wordt aan de laatste eene wekelijksche bedeeling van 50 centen toegelegd. Nog leest de voorzitter een brief voor van [205v] K. Jacobs om verhooging van bedeeling verzoekende, welk verzoek wordt gewezen van de hand. Ten aanzien van het kind van wijlen de weduwe Kosterman wordt besloten geen onderstand meer uittereiken, voor het onder opzigt van den wettigen voogd A. Vermeulen zal gesteld zijn. Door den administrerende diaken geschiedt rekening over de maand november, welke rekening wordt goedgekeurd. Wordt besloten de aanbesteding van het katoen voor de hemden aan Van Waveren te gunnen, alsmede om voortaan ook de leverantie der doodkisten bij aanneming te doen plaats grijpen. Na het tellen van de maandelijksche collecten en het geven van autorisatie tot den aankoop voor de soepuitdeeling, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen N.B. De benoemde diaken W. van Markestijn voor de hem opgedragene betrekking bedankt hebbende, heeft zich de keuze van den kerkeraad bepaald op J. Groeneveld, wordende het aan den predikant verzocht om, indien ook deze welligt mogt bedanken, alsdan broeder W. Visee uittenoodigen zich andermaal met het diakenschap te willen belasten. J. Groeneveld, ofschoon niet ongenegen zijnde de op hem uitgebragte keuze zich te laten welgevallen, meent evenwel uithoofde van zijne ondergeschikte betrekking ten huize van zijnen oom, niet in staat te zijn dien post te kunnen waarnemen en wenscht even daarom voor ditmaal verschoond te mogen blijven. De predikant, overtuigd [206r] van de billijkheid van dit verzoek, heeft zich daarop naar broeder W. Visee begeven en overeenkomstig zijnen last aan hem namens den kerkeraad het diakenschap opgedragen. Met vriendelijke bereidwilligheid heeft deze zich in het belang der zaak wederom laten 238
vinden, zoodat alzoo in plaats van H.M. van Vulpen als diaken met 1o januarij aanstaande zal optreden W. Visee. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen Kerkeraads-vergadering gehouden 4 janaurij 1850 Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend zijnde, wenscht de voorzitter de nieuw benoemde leden, die voor de eerste maal tegenwoordig zijn, met hunne betrekking geluk en leest vervolgens de 3e afdeling voor van het hhuishoudelijk reglemet op de zamenstelling en werkzaamheden der kerkeraden enz. Wordt voorgelezen eene missive van heeren kerkvoogden der Purmerendsche gemeente, aanzoek doende tot bijdrage voor de herbouwing eener nieuwe kerk. Dit verzoek wordt gewezen van de hand op grond dat voornoemde gemeente geenszins onder de noodlijdende gerekend kan worden. De administrerende diaken doet voorts rekening over de maand december, welke rekening wordt goedgekeurd. Men besluit de soepuitdeeling in de volgende week te zullen aanvangen en maakt vervolgens de soep en brood-lijst alsmede de winterce¬l der geldelijke bedeeling op. De doop-, lidmaten- en trouw boeken worden behoorlijk gecollationeerd. Voorts nog eenige zaken van huishoudelijken [206v] aard besproken zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden 1 februarij 1850 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Hermsen zonder kennisgeving. Na dat deze bijeenkomst met gebed ge¸pend was, werden de notulen der vorige vergadering voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De diaken boekhouder deed zijne rekening van uitgaaf over de vorige maand, welke rekening wordt goedgekeurd. Verder niets te verhandelen zijnde, scheidde de vergadering met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden 8 maart 1850 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Hermsen en Boeschoten. De notulen der vorige zamenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De gewone maandelijksche rekening van uitgaaf wordt vervolgens afgehoord en aangenomen. Nog worden eenige [207r] eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering met dankzegging wordt gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden 12 april 1850 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Hermsen, Kroon en Boeschoten, waarvan de beide laatsten met kennisgeving. Later echter treden de beide eersten nog 239
binnen. Nadat de predikant de vergadering met gebed ge¸pend had, werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De rekening van uitgaaf over de vorige maand wordt afgehoord en goedgekeurd, terwijl vervolgens de zomerceel wordt vastgesteld. Een adres der diaconie van de hervormde gemeente te Utrecht aan Zijne Majesteit de Koning, behelzende verzoek om de zelfstandigheid en onafhankelijkheid der diaconie te willen verzekeren, wordt voorgelezen en besloten, dat de predikant in de eerstvolgende vergadering een adres van adhesie zal indienen. Door Everdina van Hattem wordt lidmaatsattestatie aangevraagd naar Maurik. Wegens haar ligtzinnig gedrag maakt de predikant zwarigheid aan hare begeerte te voldoen en wordt er bepaald, dat zij aan het opzicht des kerkeraads te Maurik ernstig zal worden aanbevolen. Niets van eenig aanbelang verder te behandelen zijnde, wordt de vergadering [207v] met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden den 3en mei 1850 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Hermsen en Kroon, beiden met kennisgeving. Nadat de voorzitter met gebed ge¸pend had, werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Het adres van adhesie door den predikant opgesteld overeenkomstig het beslotene in de laatst gehoudene vergadering wordt medegedeeld en met algemeene stemmen aangenomen. Voorts geschiedt er rekening der uitgaven over de vorige maand, welke rekening wordt goedgekeurd. Nog besluit men om voor de twee uitgelotene aandelen in de stedelijke schuld een werkelijke schuld ad 2 percent aan te koopen. Niets verder te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott [208r] Kerkeraads-vergadering gehouden 16 mei 1850. Alle leden waren tegenwoordig. De vergadering met gebed ge¸pend zijnde, werden de notulen der vorige zamenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Voorts traden de broederen Van de Ven en Vermeer, predikanten te Driebergen en Houten, binnen tot het houden van persoonlijke kervisitatie. Alles door hen in orde bevonden zijnde, vertrokken heeren gecommitteerden met heilwensch en zegenbede. Niets verder te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen Kerkeraads-vergadering gehouden 7 junij 1850. Alle leden waren tegenwoordig. De vergadering wordt met gebed ge¸pend, waarna de notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna gaat de diaken boekhouder over tot het doen der rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1849. De ontvangst bedroeg f 2841.39 en de uitgaaf f 2664.38, zoodat er een batig slot gehouden wordt van f 177.01, ಬt 240
welk in de volgende rekening als eerste post van ontvangst zal worden ingebragt. De voorzitter brengt aan den diaken boekhouder den dank toe zoowel namens zich en de vergadering als namens de gemeente voor den belangloozen ijver in zijne betrekking betoond en blijft hem verder [208v] de aan hem toevertrouwde armen-administratie ten ernstigste aanbevelen. Nog geschiedt er rekening van uitgaaf over de laatst verloopene maand, welke rekening afgehoord zijnde wordt goedgekeurd. Na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken wordt voorts de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen Kekrekraads-vergadering gehouden 5 julij 1850. Alle leden waren tegenwoordig. Nadat de voorzitter met gebed geopend had, werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna werd er rekening gehouden van de soepuitdeeling in den afgelopen winter, de ontvangst bleek te zijn f 261.50 en de uitgaaf f 160.98, zoodat er een batig slot blijft van f 100.50, ಬt welk als post van buitengewone ontvangst in de armenrekening over 1850 zal worden gebragt. Nog werd de rekening afgehoord en goedgekeurd over de uitgaaf der vorige maand, terwijl na het bespreken van eenige zaken van huishoudelijken aard de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen [209r] Kerkeraads-vergadering gehouden 16 augustus 1850 Alle leden waren tegenwoodig. De notulen der vorige zamenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De rekening van uitgaaf, die over den loop der vorige maand door den administrerende diaken is geschiedt, wordt aangenomen. Voorts had de aanbesteding plaats der nieuwe rouwmantels, waartoe waren opgeroepen Visee, La Chambre en Van Ingen. De briefjes van inschrijving ge¸pend zijnde, bleek het dat Visee bereid was elke mantel te leveren tegen f 11.-, La Chambre tegen f 11.99 en Van Ingen tegen f 12.25, zoodat aan Visee als minste inschrijver de leverantie van 12 rouwmantels wordt gegund. Er wrodt nog eene lijst opgemaakt van de bezittingen der gereformeerde diakonie armen der hervormde gemeente alhier. Na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken wordt daarna de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen Kerkeraads-vergadering gehouden 20 september 1850 Alle leden waren tegenworodig behalve broeder Boeschoten met kennisgeving. Nadat de notulen waren voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, deed de administrerende diaken rekening van uitgaaf over de jongstverloopene maand. Voorts werden nog eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering met dankzegging werd gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel 241
[209v] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 october 1850 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Hermsen en Schott zonder en broeder Boeschoten met kennisgeving. De notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend zijnde, deed de administrerende diaken wederom rekening der uitgaaf over de verloopene maand. Voorts werden nog eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel Kerkeraads-vergadering gehouden 1 november 1850 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Boeschoten zonder kennisgeving. De notulen worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, waarna de administrerende diaken rekening deed der uitgaven over de vorige maand. Daarna niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Hermsen Kerkeraads-vergadering gehouden 6 december 1850 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Schott, die echter later binnen treedt. Nadat de voorzitter op de gebruikelijke wijze met gebed ge¸pend heeft, worden de
[210r] notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerend diaken doet rekening van uitgaaf over de vorige maand, welke rekening goedgekeurd zijnde, men overgaat tot de verkiezing van eenಬ nieuwen ouderling en diaken. In de plaats van den met 1o januarij aanstaande aftredenden ouderling Cornelis Carel Hermsen wordt met algemene stemmen verkozen Jacobus Johannes de Heus, terwijl Cornelis Jan Roeland Kroon als administrerend diaken volgens artikel 9 no 2 van het huishoudelijk reglement op de zamenstelling en werkzaamheden der kerkeraden mede met algemene stemmen wederom wordt ingekozen. Voorts stond binnen A. Stuart, verzoekende voor zich en zijn gezin onderstand, aangezien genoemde persoon echter te Amersfoort te huis behoort, wordt hij met zijne aanvrage naar die plaats verwezen. Nog geschiedt aanvrage om bedeeling ten behoeve van Th. Smit, waaromtrent de kerkeraad besluit haar tot ultimo maart wekelijks te ondersteunen met 50 centen. Nog wordt opgemaakt de winterceel alsmede de soep- en broodlijst. Een staat van bezittingen, door broeder Hermsen naauwkeurig opgemaakt, wordt geteekend in de ijzeren kist gedeponeerd, terwijl er ««n gelijk exemplaar bij den predikant en bij den administrerende diaken in bewaring blijven zal. Nadat eindelijk nog eenige huishoudelijke zaken behandeld waren, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
[210v] Kerkeraads-vergadering gehouden 3 januari 1851. 242
Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Boeschoten wegens ziekte. De notulen worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De voorzitter wenscht den benoemden ouderling en diaken met hunne zitting in de vergadering geluk en beveelt hun de belangen die aan hunne zorgen zijn toevertrouwd met den meesten ernst aan. Een brief van de algemene synode wordt voorgelezen, waarbij het weekblad, getiteld Godsdienstig Weekblad en Kerkelijke Courant wordt aangenomen als het eenig officieel orgaan der kerk, terwijl bij missive van het klassikaal bestuur van Wijk voor deze klassis tot correspondent wordt aangewezen ds. J. Diesel, predikant te Rhenen. Voorts doet de administrerende diaken rekening en verantwoording der uitgaaf over de vorige maand, welke rekening wordt goedgekeurd. Er worden eindelijk nog eenige huishoudelijke zaken besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
Kerkeraads-vergadering gehouden 7 februarij 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Boeschoten wegens ongesteldheid. De notulen der vorige zamenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna werd er rekening gedaan van uitgaaf over de verloopene maand januarij. Verder niets te verhandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. J. Schott.
[211r] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 maart 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Grivel en Visee, beiden wegens ongesteldheid en met kennisgeving. De voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze met gebed en leest voorts de notulen voor, die goedgekeurd en onderteekend worden. Daarna wordt medegedeeld eene missive van burgemeester en wethouders dezer stad, inhoudende kennis geving, dat bij artikel 4 der wet van 14 januarij 1815 (Staatsblad no 4) verboden is, dat besturen van instellingen van weldadigheid zich bevinden in het bezit van certificaten Nederlandse Nationale Schuld, terwijl tevens overeenkomstig het verlangen van den minister van binnenlandse zaken van zoodanige besturen, die in het bezit van certificaten mogten zijn, gevorderd wordt deze onmiddelijk in inschrijvingen op het Grootboek te verwisselen. Er wordt besloten aan die bepaling der wet te voldoen en daarvan voor den 20en dezer aan het stedelijk bestuur kennis te geven. Vervolgens deed de administrerende diaken de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf, welke werd goedgekeurd. Er wordt voorts besloten, dat alle de leden des kerkeraads over de armen der gemeente een soort van patronaat uitoefenen en niet alleen de ligchamelijke, maar vooral ook de geestelijke belangen dier aan gepaste leiding zozeer behoefte hebbende personen zullen behartigen. Ieder lid belast zich tot dat einde met een gelijk getal huisgezinnen, die door het lot worden aangewezen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
243
[211v] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 maart 1851 Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Krouwel met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De tabel der christelijke kerkvisitatie wordt opgemaakt en door alle de leden des kerkeraads geteekend. Daarna doet de administrerende diaken rekening van uitgaaf over de verloopene maand, welke rekening wordt goedgekeurd. Er wordt besloten, dat de bewoners der vier woningen, staande binnen deze stad in de Stroostraat en behoorende tot de fundatie van mr. Aart van Leeuwen van nu voortaan de huur van vijf cents per week zullen betalen en hun dit op den eerstvolgende zondag door den predikant zal worden aangezegd. Nog eenige zaken van huishoudelijken aard besproken zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
Kerkeraads-vergadering gehouden 1 mei 1851. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst geresumeerd zijnde, doet de administrerende diaken rekening van uitgaaf over de maand april, welke rekening wordt goedgekerud. De bewoners in bovenstaande notulen voornoemd aangezegd zijnde, dat zij de daar vermelde huur wekelijks zullen hebben te betalen, hebben zich daartoe bereid verklaard. Wordt besloten tot de uitdeeling van eenige kleederen en dekking, waarna de vergadering met dankzegging wordt gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
[212r] Kerkeraads-vergadering gehouden 5 junij 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder De Heus zonder schriftelijke kennisgeving. Na het gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Wordt rekening gedaan van uitgaaf over de laatst verloopene maand. Voorts worden eenige zaken van huishoudelijken aard besproken, waarna de vergadering met dankzeging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
Kerkeraads-vergadering gehouden 10 juij 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Boeschoten met kennisgeving, die echter later binnentreedt. De gewone maandelijksche rekening van ontvang en uitgaaf afgehoord zijnde, doet de diaken boekhouder rekening van ontvangst en uitgaaf over anno 1850. De ontvangst was f 2984.53 en de uitgaaf f 1960.89, zoodat er een batig saldo bestond van f 1023.64 ಬt welk in de volgende rekening als eerste post van ontvangst zal worden ingebragt. Nog geschiedt er rekening der soepuitdeeling over 1850/51, waarvan de ontvangst was f 275.24 en de uitgaaf f 246.061/2, zoodat ook hier een batig saldo aanwezig is van f 29.18ಬt welk in de volgende rekening als tweede post van ontvangst zal worden ingebragt. De diaken boekhouder bij monde van den predikant den dank der vergadering ontvangen hebbende, wordt voorts deze bijeenkomst met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. 244
Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
[212v] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 augustus 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Boeschoten met kennisgeving. De notulen worden na het gebed voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna geschiedt de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf. Voorts stond J. van den Berg binnen, verzoekende den kerkeraad een deel der huur van zijn aardappelen-land te willen betalen, welk verzoek nogthans wordt gewezen van de hand. Aan broeder Visee wordt op verzoek van broeder Schott met meerderheid van stemmen de leverantie gegund van 6 nieuwe rouwmantels volgens het laatste model. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. J. Schotte.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 september 1851. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerende diaken doet de gewone maandelijksche rekening, terwijl vervolgens na het bespreken van eenige zaken van huishoudelijken aard de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. J. Schott.
[213r] Kerkeraads-vergadering gehouden 10 october 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeders Grivel en Boeschoten, beiden met kennisgeving. De notulen werden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerende diaken doet de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf. Voorts stond vrouw Tripler binnen, verzoekende om eenigen onderstand. Uit aanmerking van den hoogen leeftijd van haar man wordt haar verzoek ingewilligd en haar eene wekelijksche bedeeling van 60 centen toegelegd. Nog kwam Ern. van de Water voor, verzoekende om eene toelage tot aankoop van eenige winter-aardappelen. Men besloot haar tot dat einde een som van f 3.75 te geven onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat zij nu ook gedurende dezen winter hare gewone geldelijke bedeeling zal missen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quos testor, W. Opzoomer, predikant, G. J. Schott.
Kerkeraads-vergadering gehouden 6 november 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeders Krouwel zonder kennisgeving en Boeschoten, die later echter binnentreedt. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Vervolgens doet de administrerende diaken rekening van uitgaaf over de jongstverloopene maand, waarna deze zamenkomst met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. J. Schott.
[213v] 245
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 december 1851. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Visee zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerende diaken doet rekening van uitgaaf over de vorige maand, welke rekening wordt aangenomen. In plaats van den met 1e januarij eerstkomende aftredenden ouderling G.J. Schott wordt met eenparige stemmen gekozen H. van Markestijn en voor den eveneens aftredenden diaken H. van Boeschoten valt met gelijke eenparigheid de keuze op N. van Ingen. Voorts geschiedt er eene keuze voor notabele in plaats van wijlen J. Wurster en verwerft de heer J. Grivel 6 stemmen en de heer C.J.R. Kroon vijf stemmen, welke alzoo beiden op het dubbeltal geplaatst aan het provinciaal collegie van toezigt zullen worden opgezonden. Nog worden eenige armenzaken behandeld, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 8 januarij 1852. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen der vorige zamenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De nieuw benoemde leden worden door den voorzitter gelukgewenscht, waarop voorlezing geschiedt van de 3e afdeling van het reglement
[214r] op de zamenstelling van werkzaamheden des kerkeraads enz. Er stonden eenige armen binnen van welke aan Gijs Bontan wordt toegestaan een buis en 3 ld brood meer per week en aan T. de Bruin gedurende den winter een toelage van 50 centen per week. Wordt voorgelezen een missive van heeren burgemeester en wethouders dezer stad, inhoudende kennisgeving, dat het gemeente bestuur van Ede zich onverpligt erkent, om de gemaakte onkosten van verpleging en begrafenis ten behoeve van Geurt Gaasbeek, lidmaat der hervormde gemeente en armlastig te Veenendaal burgerlijk onder Ede ressorterende, te voldoen, verwijzende ons met deze pretensie naar het diakonie bestuur te Veenendaal. De kerkeraad besluit alsnu de declaratie ad f 34.291/2 aan voornoemd diakonie bestuur intezenden en draagt zulks aan de voorzitter op. Nog wordt gelezen eene missive van heeren burgemeester en wethouders, verzoekende voldoening eener declaratie groot f 21.90 ten behoeven van Maria Broedelet die bij vonnis van de arrondissements-regtbank dd. 17 december 1850 wegens bedelarij tot gevangenis straf is veroordeeld, om daarna naar de Ommerschans te worden overgebragt. De voorzitter stelt voor, om genoemde declaratie terugtezenden met kennisgeving, dat de kerkeraad de gemaakte onkosten ten behoeve van gezegde Maria Broedelet geenszins denkt te voldoen en zich verwondert over deze aanvraag, aangezien reeds een persoon, de roomsch-catholieke godsdienst belijdende, voor rekening dezer stad in de bedelaarskolonie wordt onderhouden. Dien overeenkomstig wordt besloten. Nog geschiedt de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[214v] 246
Kerkeraads-vergadering gehouden 6 februarij 1852. Alle leden waren tegenwoordig. Nadat er met gebed geopend was, werden de notulen der vorige zamenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Mededeeling geschiedt er van twee ingekomene missives, welke sub no 1 en 2 zijn opgenomen onder het archief. Voorts wordt de rekening van uitgaaf over de verloopene maand opgenomen. Nog eenige zaken van huishoudelijken aard besproken zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 maart 1852. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna geschiedt de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf. Nog worden eenige bedeelingen toegestaan of verminderd, waarna de zamenkomst met dankzegging gesloten wordt gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 2 april 1852. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder De Heus met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerende diaken doet vervolgens rekening van uitgaaf over de verloopene maand. Eenige wekelijksche bedeelingen worden, uithoofde nu de winter voorbij is, ingetrokken, terwijl voorts de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[215r] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 mei 1852. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De tabel voor de schriftelijke kerkvisitatie wordt opgemaakt en zal door de predikant aan het classikaal bestuur worden ingezonden. Het nieuwe reglement voor de hervormde kerk in het koningrijk der Nederlanden wordt aan de leden des kerkeraads ter lezing uitgereikt. Door het klassikaal bestuur is eene missive ingezonden tot aanbeveling van het houden eener collecte in de gemeente ten behoeve van den opbouw eener protestantsche kerk te Turijn. Wordt besloten die collecte te doen plaats grijpen op dien tijd dien de predikant daartoe het meest geschikt zal oordeelen. Voorts geschiedt de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf over de afgeloopene maand, welke wordt goedgekeurd. Na het bespreken van eenige huisselijke belangen en het bepalen, dat de rekening voor 1851 op den volgende vrijdag in eene buitengewone vergadering zal worden opgenomen, sluit de voorzitter met dankzegging. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 14 mei 1852. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Van Markestijn met kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna geschiedt de rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1851. De ontvangst bleek te zijn f 2038.98 cent en de uitgaaf f 1757.57 zoodat er een batig saldo bestaat van f 281.84 waarvan eene inschrijving op het Grootboek Nederlandse Nationale Schuld ad f 300 zal worden aangekocht. Nog stonden 247
binnen H. Knelissen, wiens verzoek om zijne bedeeling ad 50 centen per week terug te mogen ontvangen althans gedurende den zomertijd wordt gewezen van de hand en vrouw Knoop, aan wie uit hoofde
[215v] van hoogen ouderdom eene wekelijksche toelage van 50 centen wordt gegeven. Voorts ging de vergadering met dankzegging uiteen, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 junij 1852. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De afgehoorde rekening over 1851 in het boek ingeschreven zijnde, wordt door den geheelen kerkeraad onderteekend en de administrerende diaken door den voorzitter bedankt voor zijn rigtig beheer. Ook de gewone rekening der jongstverloopen maand wordt goedgekeurd. Vervolgens deelde de predikant mede eene bij hem door tusschenkomst van heeren burgemeester en wethouders alhier ontvangene missive van diakenen der hervormde gemeente te Amersfoort, behelzende eene aanvrage tot autorisatie, om aan Catharina Jacoba van Coevenhoven, verlatene huisvrouw van Hendrik Reighard, horlogiemaker, voor rekening van het diakonie bestuur alhier een wekelijksche bedeeling van twee gulden te mogen uitreiken. De kerkeraad meent die aanvrage te moeten weigeren op grond, dat genoemde Reighard en huisvrouw door de verwaarloozing hunner uiterlijke godsdienstige pligten zich onwaardig hebben betoond uit het diakoniefonds christelijke handreiking te ontvangen en de predikant wordt verzocht hiervan aan heeren burgemeester en wethouders kennis te geven. Voorts stond binnen de huisvrouw van J. van Soest, verzoekende om eenigen onderstand gedurende de ongesteldheid van haren man. Er wordt besloten aan dat huisgezin, zoolang de ziekte van den man aanhoudt, wekelijks ««n gulden uitte-
[216r] tereiken. Als afgevaardigde naar de classis wordt als naar gewoonte de oudste ouderling, zijnde broeder J. Grivel, benoemd. zullende zijn mandaat tot dat einde door den kerkeraad behoorlijk worden opgemaakt. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraadsvergadering gehouen 2 julij 1852. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Visee met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Is ingekomen door tusschenkomst van heeren burgemeester en wethouders dezer stad eene missive van het stedelijk bestuur van Amersfoort, inhoudende kennisgeving, dat Catharina Jacoba van Coevenhove, verlatene huisvrouw van Hendrik Reighard naar hier is overgebragt en verzoekende restitutie van f 6 bedeeling en van f 3.90 transport kosten. Het eerste wordt voor notificatie aangenomen, terwijl het laatste wordt geweigerd uithoofde daartoe geene autorisatie is verleend. Nog wordt voorgelezen eene missive van het klassikaal bestuur van Wijk, verzoekende 248
namens het provinciaal kerkbestuur van Utrecht opgave, of de onderwijzerswoning alhier vroeger kosterswoning is geweest en alzoo als eigendom der hervormden is aantemerken. De predikant wordt verzocht daarop te willen rapporteren, dat het uit geene bescheiden is gebleken, dat de onderwijzerswoning anders dan als eigendom der burgerlijke gemeente zou zijn te beschouwen. Voorts stond binnen de weduwe E. van Amerongen, verzoekende om onderstand, welk verzoek de kerkeraad vooral in dit jaarsaisoen meent te moeten wijzen van de hand. De rekening van uitgaaf over de jongstverloopene maand nog geschied zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[216v] Kerkeraads-vergadering gehouden 6 augustus 1852. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Krouwel met kennisgeving. De notulen werden na het gebed voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna geschiedde de rekening der soepuitdeeling over 1852. De ontvangst bleek te zijn f 240.99 en de uitgaaf f 187.93, zoodat er een batig saldo bestaat van f 53.06, welke som op de restant lijst van dit jaar zal worden verrekend. Na het doen der gewone maandelijksche rekening van uitgaaf wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 3 september 1852. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder De Heus met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De gewone maandelijksche rekening van uitgaaf geschiedt door den administrerenden diaken. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraadsvergadering gehouden 8 october 1852. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Markestijn uithoofde van ziekte. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Voorts geschiedt mededeeling van hier ingekomen stukken van het klassikaal bestuur, waaronder een reglement op de kerkeraden in de gemeenten der Nederlands hervormde kerk en een op de vacaturen van hare vervulling, waarop
[217r] voor 15 november aanstaande de consideratien des kerkeraads bij voornoemd bestuur worden verzocht. Er wordt besloten hierop te berigten, dat de kerkeraad zich met den inhoud dier reglementen gaarne kan vereenigen. Daarna stond binnen Hazendonck, verzoekende uithoofde van zijnen hoogen leeftijd om eenigen onderstand. Dit verzoek wordt door den kerkeraad ge¦ccordeerd en hem eene wekelijksche bedeeling van 75 centen toegelegd. Nog kwam voor de vergadering Ernestina van de Water, verzoekende om een voorschot op de bedeeling, die zij ಬs winters gewoonlijk genoot, tot aankoop van aardappelen. De kerkeraad wijst dit verzoek van de hand, op grond van andere uitgaven, die dit jaar zullen 249
plaats hebben, het diakonie fonds niet zal toelaten haar voor het tegenwoordige geldelijke bedeeling te doen geworden. Eindelijk deed de administrerende diaken de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 november 1852. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Van Ingen zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De voorzitter doet mededeeling van het toegezonden algemeen reglement op de diakonie-administratie bij de Nederlands hervormde kerk, benevens geleidende missive van de algemene synode. Stond binnen Gijs Versteegh, verzoekende om eenige verschooning, welke hem uithoofde van den ongunstigen staat der kas wordt geweigerd. Nog geschiedde de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf, waarna de zamenkomst met dankzegging wordt gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[217v] Kerkeraads-vergadering gehouden 3 december 1852. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Aanvrage werd er gedaan voor Hazendonk om verhooging van bedeeling uithoofde van ziekte. De kerkeraad stond gedurende zijne ongesteldheid hem boven de gegevene toelage nog een wekelijksche vermeerdering van vijftig cents toe. Daarna greep de verkiezing plaats van nieuwe kerkeraadsleden. In plaats van de broeders Jean Grivel, ouderling, en Wouter Visee, diaken, die met 1o januarij aanstaande moeten aftreden, zijn verkozen met eenparige stemmen: Gerardus Johannes Schott tot ouderling en tot diaken Antonius Sarus Cornelius Mariannus van Waveren, aan wie de predikant verzocht wordt van hunne benoeming kennis te willen geven. Nog geschiedde er verkiezing van eenಬ notabele voor Herman van Markestijn, die volgens missive van heeren kerkvoogden de dato 12 november laatstleden met den 1e januarij 1853 moet aftreden. Met zeven van de acht stemmen werd genoemde Van Markestijn als primus op het dubbeltal gebragt, terwijl na herhaalde stemming met vier stemmen als secundus daaraan wordt toegevoegd C.J.R. Kroon. Door den voorzitter zal dit dubbeltal aan het provinciaal collegie van toezicht in de provincie Utrecht worden opgezonden. Nog deed de administrerende diaken rekening van uitgaaf over de jongstverloopene maand, terwijl na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel, ouderling.
[218r] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 januarij 1853. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder De Heus zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend. De voorzitter wenscht de nieuwbenoemde leden die op den 1e januarij laatstleden bevestigd waren met hun zittingnemen geluk en drukt hun de belangen die nu aan hunne zorgen zullen zijn toevertrouwd, ernstig op het harte. Daarna wordt het algemeen reglement op de diaconie administratie, dat met 1 januarij 1853 in 250
werking is getreden, alsmede eenige ingekomene stukken voorgelezen. Stond binnen Mie Versteegh, aanvrage doende, om eenige kleedingstukken, welke haar worden toegestaan. Nog wordt aan Van Soest geduurende den wintertijd een bedeeling van 50 cents en aan Van Dijk van 25 cents toegelegd. Voorts wordt de maandelijksche rekening van uitgaaf gedaan, de brood- en soeplijst opgemaakt en eenige huishoudelijke zaken besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 februarij 1853. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen werden na het gebed voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Is ingekomen een berigt van ds. Francken van Utrecht, inhoudende mededeeling, dat door een weldadig godsdienstvriend, die verlangt nog in leven zijnde onbekend te blijven, aan de diaconie van Wijk bij Duurstede ten geschenke wordt gegeven een certificaat van f 500 ad 21/2 per cent Nieuwe Nederlandse Schuld met de coupons van 1 januarij 1849 af en vervolgens. Met blijdschap wordt het berigt door de vergadering aangehoord en aan broeder Craauwel de kwitantie afgegeven, ten einde gemelde som bij ds. Francken in ontvang te nemen. Voorts wordt besloten, om nu nog eene uitdeeling van hemden te doen plaats grijpen, die anders wegens den nadeeligen staat
[218v] der kas achterwege zou hebben moeten blijven. Nog wordt voorgelezen eene missive van het plaatselijk bestuur van Beusichem, waarbij teruggezonden wordt de declaratie van bedeeling over 1852 ten behoeve van H. van Arum en men de diakonie van Wijk verwijst na die van Beusichem. Op deze missive zal na behoorlijk onderzoek door den predikant ge¦ntwoord worden. Binnen stond Gijs Versteegh, verzoekende eenige kleedingstukken, welke hem uithoofde van hoogen leeftijd worden toegezegd. Voorts geschiedde rekening van uitgaaf over de afgeloopene maand, terwijl eindelijk na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 maart 1853. Alle leden waren tegenwoordig, behalve ds. Opzoomer met kennisgeving en broeder Van Ingen uithoofde van ongesteldheid. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De gewone maandelijksche rekening van uitgaaf werd door den administrerende diaken gedaan en in orde bevonden. Voorts stonden binnen C. Hazendonk met verzoek om brood, hetwelk hem met 6 pond per week gedurende eenigen tijd wordt geaccordeerd en vrouw Zwart, aanvraag doende, om een kieltje voor haar oudste kind, hetgeen haar wordt toegezegd met de ernstige vermaning, om door een christelijk gedrag zich de welwillendheid van den kerkeraad waardig te betoonen. Nog wordt besloten aan de vrouw van D. van Zanten een onderbroek te geven, aan W. Woudenberg voor eenigen tijd eene weeklijksche bedeeling van 50 centen toetestaan en om Francina van den Akker tot dat zij in het kraambed zal hebben gelegen bij D. van Zanten
[219r] 251
te besteden voor de som van f 1.50 per week. Niets meer te behandelen zijnde ging de vergadering uiteen. Quod testor, K. Krouwel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 8 april 1853. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De maandelijksche rekening van uitgaaf had plaats, zoo ook vervolgens de groote rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1852. De zuivere ontvangst bedroeg f 2091.15 en de uitgaaf was f 2112,181/2, zoodat er een nadeelig slot bestond van f 21,031/2. De voorzitter bedankt den administrerende diaken voor de behartiging der belangen die aan zijne zorgen waren toevertrouwd en beveelt hem een zuinig en rigtig beheer met den meesten ernst aan. De lijst der geldelijke bedeelingen wordt merkelijk verminderd en aan Wichers op zijn verzoek een klein geldelijk voorschot gedaan tot het najaar, terwijl vervolgens na de gebruikelijke dankzegging de vergadering gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel.
Kerkeraadsvergadering gehouden 5 mei 1853. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder De Heus uithoofde van ongesteldheid met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Voorts geschiedde de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf, terwijl vervolgens na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel.
[219v] Kerkeraads-vergadering gehouden 11 mei 1853. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder De Heus zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De kerkvisitatie, dit jaar persoonlijk zullende plaats hebben, treden tot het houden daarvan als afgevaardigden van het klassikaal bestuur binnen ds. De Leu, predikant te Werkhoven, en ds. Ruijs, predikant te Rhenen. Al de vragen voldoende beantwoord en de boeken in behoorlijke orde bevonden zijnde, vertrekken zij met zegenbede. De vergadering ging vervolgens met dankzegging uiteen. Quod testor,W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 1 julij 1853. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna geschiedt de rekening van uitgaaf over de maanden mei en junij welke wordt goedgekeurd en aangenomen. Nog had plaats de rekening der soepuitdeeling van 1852/53. De ontvangst was f 222.91 en de uitgaaf f 236.81 zoodat er een nadelig saldo bestaat van f 13.90 welke post op de rekening der diaconie van dit loopende jaar als uitgaaf zal worden ingebragt. Daarna werd de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zijn met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.J. de Heus.
252
[220r] Kerkeraads-vergadering gehouden 5 augustus 1853. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Krouwel, Schott en Van Markestijn zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Vervolgens geschiedt de gewone maandelijksche rekening van uittgaaf, waarop de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, C.J.R Kroon Kerkeraads-vergadering gehouden 2 september 1853. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder De Heus met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De maandelijksche rekening van uitgaaf heeft als naar gewoonte plaats. Op aanvrage van De Ronde om uithoofde van de duurte der levensbehoeften eenige meerdere toelage bij het kostgeld voor zijne moeder en tante te ontvangen, wordt de bedeeling met 50 centen verhoogd. Niets meer te behandelen zijnde, wordt deze bijeenkomst met dankzegging afgesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 7 october 1853. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Markestijn, die echter later binnentreedt. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Er geschiedt voorlezing van eenige ingekomene sijnodale aanschrijvingen. De gewone maandelijksche [220v] rekening van uitgaaf geschiedt en wordt aangenomen. Daarna stond binnen Wichers, verzoekende ontslagen te worden van de terugbetaling van het geldelijke voorschot aan hem verstrekt (zie notulen van 8 april laatstleden). De kerkeraad den slechten aardappelen bouw in aanmerking nemende, heeft dit zijn verzoek ge¦ccordeerd. Voorts werden nog eenige huishoudelijke zaken besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 4 november 1853. Alle leden waren tegenwoodig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De gewone maandelijksche rekening van uitgaaf wordt afgehoord en aangenomen. Een brief van heeren burgemeester en wethouders is ingekomen, inhoudende verzoek om A. Cromjongh te Gorinchem woonachtig, gelijk vroeger zoo ook nu gedurende den winter te accorderen de helft der kosten waar hij aldaar in de uitdeeling van warme spijs voor zes portien is opgenomen. De kerkeraad zich houdende aan de nieuw ingevoerde diakonale wet, besluit dit verzoek te wijzen van de hand. Stond binnen de vrouw van H. Spee, uithoofde de ongesteldheid van haren man eenige bedeeling aanvragende. Die aanvrage wordt ingewilligd en haar, zoolang de ziekte zal aanhouden, wekelijks toegelegd ««ne gulden. Nog wordt aan Adriana van Weel, huisvrouw van G. Oostrum, eene wekelijksche bedeeling gegeven van 35 cents, tot dat de soepuitdeeling zal aanvangen. Voorts sluit de voorzitter, na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken, de vergadering met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, K. Krouwel 253
[221r] Kerkeraads-vergadering gehouden 2 december 1853. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Markestijn, die echter later binnentreedt. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De administrerende diaken doet de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf. Eenige behoeftigen stonden binnen, wier aanvragen gedeeltelijk worden ingewilligd, gedeeltelijk worden gewezen van de hand. Voorts ging men over tot de verkiezing van een nieuwen ouderling en diaken. In plaats van den met 1o januari aanstaande aftredenden ouderling K. Kouwel wordt met algemene stemmen gekozen J. Lokhorst, terwijl C.J.R. Kroon overeenkomstig Artikel 9 n o 2 van het huishoudelijke reglement op de zamenstelling en werkzaamheden der kerkeraden met 7 stemmen wordt herkozen en 1 stem zich vestigde op F. Bonte. Na de bepaling dat de soepuitdeeling aanstaande maandag 5 december zal aanvangen, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, N. van Ingen, diaken Kerkeraads-vergadering gehouden den 6en januarij 1854. Afwezig waren broeders De Heus, Van Markestijn, Schott en Lokhorst. De twee eersten met kennisgeving. De notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend zijnde, geschiedde de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf. Daarna werd de broodlijst opgemaakt en aan eenige armen eenige wekelijksche bedeeling toegelegd, waarna de vergadering met dankzegging werd gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, C.J.R. Kroon, diaken [221v] Kerkeraads-vergadering gehouden 3 februarij 1854. Alle leden waren tegenwoordig behalve de broeders Opzoomer, Van Ingen en Van Waveren, met kennisgeving. Na het voorlezen en goedkeuren der notulen, stond binnen Antonie Smits, doende het voorstel om de scheidings-muur tusschen zijn huis en de diakonieschuur, die in bouwvalligen toestand verkeert, voor zijne rekening te doen afbreken en hernieuwen, onder beding dat hem als vergoeding daarvoor een streepje gronds van gezegde schuur zal worden afgestaan, wordt besloten dit voorstel aan te houden en nader te onderzoeken in hoeverre hetzelve billijk kan gerekend worden. Er zijn ingekomen: eene circulaire der sijnodale commissie, inhoudende opwekking dat de Goede Vrijdag naar waarde als eene der belangrijkste christelijke feestdagen moge gevierd worden; alsmede eene missive van ds. Francken, predikant te Utrecht, berigt gevende, dat het certificaat ad f 500 a 2 procent vroeger ontvangen van eenಬ weldadigen godsdienstvriend, die nog in leven zijnde ongekend wenscht te blijven (zie notulen van 4 febrauri 1853), is geweest van den onlangs overledenen heer baron Van Lijnden van Lunenburg; eindelijk nog een schrijven van heeren commissarissen van het harmoniegezelschap, mededeelende, dat ter beschikking van de diakonie is gesteld de opbrengst van een te geven concert ad f 45- onder uitdrukkelijk beding, dat die som zal worden aangewend tot het doen eener buitengewoone uitdeeling van brood zoowel aan bedeelden als onbedeelden. Stonden binnen eenige armen wier verzoek of werd ingewilligd of in beraad wordt 254
genomen. Eindelijk nog had de maandelijksche rekening van uitgaaf plaats, die wordt aangenomen en goedgekeurd. Quod testor H. van Markestijn [222r] Kerkeraads-vergadering gehouden 3 maart 1854. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder De Heus met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De rekening van uitgaaf over de vorige maand wordt afgehoord en aangenomen en op den post van geldelijke bedeeling reeds voorlopig eenige bezuiniging ingevoerd. Nog wordt de lijst der schriftelijke kerkvisitatie opgemaakt en geteekend. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn Kerkeraads-vergadering gehouden 7 april 1854. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Schott zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend. De predikant stelt voor om even als den vorigen jare den Goeden Vrijdag geheel als een feestdag te vieren en wel zoo, dat in het morgenuur de voorbereiding voor het heilig Avondmaal zal plaats hebben, terwijl in het avonduur bij brood en wijn den dood des Heeren zou verkondigd worden. Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aangenomen en zal daarvan op zondag aanstaande aan de gemeente van den predikstoel kennis gegeven worden. Voorts wordt de rekening van uitgaaf over de vorige maand afgehoord. Daarop had de rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1853 plaats. De uitgaaf bedroeg f 1875.765 en de ontvangst f 2214.45, zoo dat er een batig slot was van f 338.68 5. In de volgende vergadering zal deze rekening gesloten en onderteekend worden, na door den predikant in het boek te zijn overgebragt. Nog worden eenige huishoudelijke zaken besproken, [222v] waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn Kerkeraads-vergadering gehouden 5 mei 1854. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders De Heus en Van Ingen met kennisgeving. De bijeenkomst met gebed ge¸pend zijnde, worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Daarna had de sluiting der rekening over 1853 plaats en zegt de predikant den administrerende diaken dank voor de zorg waarmede hij de hem toevertrouwde belangen heeft behartigd, wordende hem die belangen verder met allen ernst aanbevolen. Nog geschiedde de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn. Kerkeraads-vergadering gehouden 2 junij 1854. Alle leden waren tegenwoodig behalve broeders Van Ingen en Van Waveren met kennisgeving. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De gewone maandelijksche rekening van uitgaaf wordt afgehoord en aangenomen. Voorts werd na het bespreken van eenige 255
huishoudelijke zaken de bijeenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, De Heus [223r] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 julij 1854. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Schott, die echter later binnentreedt, en broeder Lokhorst zonder kennisgeving. De bijeenkomst met gebed geopend zijnde, worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De rekening van uitgaaf over de vorige maand werd voorgelezen, goedgekeurd en aangenomen. Zoo ook de soeprekening over de winter van 1853/54. De ontvangst bedroeg f 491.90 en de uitgaaf f 559.99, zoodat er een nadelig slot bestond van f 68.09, welk nadeelig slot als post van uitgaaf in de rekening der diakonie over dit loopende jaar zal worden ingebragt. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. de Heus Kerkeraads-vergadering gehouden 4 augustus 1854. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Markestijn met kennisgeving, terwijl de broeders Schott en Lokhorst zonder kennisgeving afwezig waren. De voorzitter met gebed ge¸pend hebbende, leest de notulen voor, welke worden goedgekeurd en onderteekend. Er geschiedt rekening van uitgaaf over de afgeloopene maand. De staat van uitgaaf blijkt van dien aard te zijn, dat aan den kerkeraad de meest mogelijke zuinigheid in het geven van bedeeling ten ernstigste is aanbevolen. Wordt besloten Jacomijn Versteeg tegen f 1.50 per week te besteden bij de weduwe Den Hartog, en aan de weduwe Spee toeteleggen eene wekelijksche bijdage van f 1. Voorts sloot de voorzitter deze zamenkomst met dankzegging. Quod testor W. Opzommer, predikant, N. van Ingen [223v] Kerkeraads-vergadering gehouden 8 september 1854 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder De Heus zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Er geschiedt rekening van de gewone maandelijksche uitgaaf, welke wordt in orde bevonden. Broeder Markestijn doet het voorstel om des zondags geene zaken meer in behandeling te nemen dan alleen dezulken die spoed vereischen, en de anderen te verschuiven tot de gewone maandelijksche vergadering, welk voorstel wordt aangenomen. Voorts ging men uiteen, nadat de voorzitter met dankzegging gesloten had. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 6 october 1854 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder De Heus en Van Waveren met kennisgeving en broeder Van Markestijn zonder kennisgeving, die echter later binnentreedt. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De diaken boekhouder doet rekening van uitgaaf over de jongstverloopen maand, welke wordt aangenomen. De voorzitter deelde een sijnodale aanschrijving mede 256
de dato 28 augustus laatstleden, geregistreerd sub no 178, inhoudende aanbeveling den toga met baret en bef als een voor de predikanten deftig, gepast en gemakkelijk ambtsgewaad. Stonden binnen Gijs Versteegh, wiens bedeeling met 25 centen wordt verhoogd, Teunis van Dijk, die eene wekelijksche toelage van f 1- ontvangt, en vrouw Van Zanten aan wie voor de verzorging van het kind van Kosterman f 1.25 per week wordt geaccordeerd. Nog wordt besloten her fornuis voor de soepkokerij over te brengen van onder het stadhuis naar de armenschuur en worden broeders Markestijn en Kroon uitgenoodigd [224r] dit werk aan den metselaar P. Lammore op te dragen en daarover behoorlijk toevoorzigt te houden. Niets meer te behandelen zijnde, sloot de voorzitter de vergadering op de gebruikelijke wijze met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden 10 november 1854 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders De Heus en Van Markestijn, beiden met kennisgeving. Na het gebed werden de notulen der vorige zamenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Verschillende ingekomen stukken werden bij monde van den voorzitter der vergadering medegedeeld en in het archief gedeponeerd. De gewone maandelijksche rekening wordt gedaan en in orde bevonden. Daarna greep plaats de verkiezing van eenಬ notabele in plaats van broeder De Heus, die moest aftreden. Met eenparige stemmen werd op het dubbeltal gebragt J.J. de Heus, terwijl voorts L.J. van der Koog daarop werd geplaatst met 2 stemmen. Nog verkregen ieder ««ne stem Van der Stadt, Lokhorst, Visee en H. van Boeschoten. Nog moest er gekozen worden een plaatsvervanger notabele. Op het dubbeltal werden gebragt Van der Stadt met 4 stemmen en Van der Koog met drie stemmen, terwijl nog stemmen verkregen Lokhorst 2, H. van Boeschoten 1, Visee 1 en Krouwel 1. Ten aanzien der bedeelingen werden verhoogd die van Tripler met 30 cents, van De Ronde met 25 cents, van vrouw Van Ooijen met 50 centen en T. de Bruin met 25 cents. Omtrent den uitgang uit [224v] het huis van den heer Van Strijen, staande op de Markt naast het stadhuis, wordt besloten, dat door genoemde heer de verschuldigde 37 kop tarwe of de volle waarde van dien zal moeten worden betaald, zullende anders zijnedele daartoe langs den weg des regts worden genoodzaakt. Niets meer te behandelen zijnde, scheidde de vergadering met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden 1 december 1854. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De gewone maandelijksche rekening van uitgaaf werd opgenomen en in orde bevonden. Daarna ging men over tot de keuze van ouderling en diaken. In plaats van den met 1o januarij aanstaande aftredenden ouderling Jacobus Johannes de Heus wordt verkozen Jean Grivel, en in plaats van den terzelfder tijd 257
aftredenden diaken Nicolaas van Ingen valt de keuze op Gozewinus Adrianus de LಬOrme, zijnde deze beide benoemingen met eenparige stemmen geschiedt. Stondt binnen vrouw Zwarz om bedeeling vragende, wordende haar verzoek gewezen van de hand uithoofde zij door haar roekeloos gedrag zulks zich geheel onwaardig betoont. Aan de weduwe Jansen daarentegen wordt eene wekelijksche toelage gegeven van 50 cents, zoo ook aan G. Verkerk 50 cents. Aan diakenen wordt opgedragen voor den inkoop van katoen en het maken der hemden te willen zorg dragen [225r] ten einde na nieuwe jaar de uitdeeling spoedig kan plaats grijpen. Ten aanzien van de armenschuur wordt besloten, dat Odinot, bij wien deze tot nu toe in huur geweest is, dien geheel zal hebben te ontruimen en niets dat in gezegde schuur bevestigd is, zal vermogen weg te breken. Bij monde van den administrerende diaken Kroon zal hem zulks worden aangezegd. Nog wordt bepaald, dat aan de armen-woning, in gebruik bij Gijs Versteeg, eenige kleine reparatien zullen worden aangebragt, waarna de vergadering met dankzegging uit een ging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn Buitengewone vergadering gehouden 19 december 1854 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Waveren zonder kennisgeving. De voorzitter deelt aan den kerkeraad mede, dat deze bijeenkomst wordt gehouden naar aanleiding van een ingekomen adres van een aanzienlijk getal leden der gemeente de dato 15 december laatstleden, inhoudende verzoek om aan den heer dr. J.A. Muller de geneeskundige behandeling der diakonie-armen te ontnemen ªn uithoofde van zijne handelingen, die in den laatsten tijd de duidelijkste bewijzen hebben opgeleverd van zijne anti-protestantsche rigting ªn uithoofde het voor hun gevoel stuitend is, dat een roomsche apotheker langer, door hem te gebruiken, mede zou deelen in de voordeelen die het leveren der geneesmiddelen opleveren. Al de leden des kerkeraads brengen bij het bespreken van dit adres hunne stem uit om aan het verzoek daarin vervat [225v] gehoor te verleenen en dr. Muller van dit oogenblik te beschouwen als te hebben opgehouden armen-doctor te zijn der hervormde gemeente alhier. Alleen broeder Van Ingen verklaarde dr. Muller te willen behouden als doctor voor onze diakonie, maar aan den heer Verbeek als apotheker de levering der geneesmiddelen te willen hebben onttrokken. Met groote meerderheid wordt alzoo besloten, dat de administrerende diaken op dr. Muller geene briefjes tot behandeling onzer zieken meer zal afgeven en indien zijnedele daarvan welligt bij hem verhaal mogt zoeken, hij hem tot bekoming van nadere inlichtingen zal verwijzen naar den predikant. Broeder Kroon deelt der vergadering mede, dat de heer Van Strijen bereid is de uitgang uit zijn huis op de Markt te betalen, doch dat de uitgang altijd is geweeest 1 oud schepel weit, zijnde zulks te hoog overgebragt op 37 kop tarwe nieuwe maat en kunnende dus moeijelijk van hem f 5 daarvoor gevorderd worden, maar naar zijne mening niet meer dan f 3-, zijnde zulks ook altijd vroeger betaald. De kerkeraad het gegronde dies aanmerking inziende, geeft aan den administrerende diaken in last de zaak met den heer Van Strijen 258
te schikken en zich alzoo met f 3 ಬs jaars te vrede te stellen. Nog worden eenige armenzaken besproken, waarna de vergadering met dankzegging scheidde, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn [226r] Kerkeraads-vergadering gehouden 5 januarij 1855 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Waveren met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen der vorige gewone en buitengewone vergadering gelezen, goedgekeurd en onderteekend. De voorzitter wenscht de zitting genomen hebbende leden in hun midden geluk en dringt hun de belangen der gemeente aan deze plaats ten ernstigste op het harte. Er geschiedt voorlezing eener aanschrijving der sijnodale commissie de dato 2 december laatstleden, waarbij ten sterkste wordt aanbevolen om een exemplaar van het kerk weekblad voor het archief aan te schaffen en den kerkeraden vrijheid wordt gegeven om aan het collegie van kerkvoogden aanvrage te doen, ten einde de kosten op de aanschaffing van genoemd blad vallende, te brengen ten laste van het kerkefonds der gemeente. Daar het weekblad echter reeds voor rekening van het diakoniefonds gelezen wordt, besluit men om aan heeren kerkvoogden voor te stellen om voor de helft in de kosten te deelen en daarvoor de vrijheid te erlangen om meergemeld blad met den kerkeraad te lezen. De rekening van uitgaaf over de vorige maand werd gehouden en aangenomen. Daarna verwijderden zich de voorzitter benevens de beide oudste ouderlingen en den administrerenden diaken om bij de soep-uitdeeling in het nieuw ingerigte locaal in de armenschuur tegenwoordig te zijn. Na afloop daarvan keerden zij terug en betuigde de voorzitter zijne tevredenheid aan den administrerende diaken [226v] voor de doelmatige wijze waarop onder zijn bestuur alles in het soep-huis was ingerigt. Voorts stonden binnen de weduwe Van Amerongen, aan wie 30 centen provisioneel wekelijks worden toegelegd, alsmede vrouw Van Doorn en Van Aalten, waarvan de eerste vergunning ontvangt om in de uitdeeling van brood, de laatste om die der soep te mogen deelen. Nog wordt de broodlijst opgemaakt, de limaten-, doop- en trouwboeken met hunne dubbelboeken vergeleken, en in orde bevonden zijnde geteekend, en eindelijk voorlezing gedaan van i 2 en 3 van de 5e afdeling van het reglement op de zamenstelling en werkzaamheden der kerkeraden enz. Wordende de vergadering daarna met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn Kerkeraads-vergadering gehouden 2 februari 1855. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Stonden achtereenvolgens binnen: Arie Vermeulen om broek en buis, welk verzoek uithoofde er geene uitdeeling van bovenkleederen kan plaats grijpen, wordt afgewezen; H. Knelissen 259
verzoekende verhoging van bedeeling en bovenkleederen. Wat het eerste aangaat, wordt zijne wekelijksche toelage gebragt van 25 op 50 centen, doch ten aanzien van het andere gedeelte zijners aanvraag wordt ook hij even als de vorige afgewezen; Van den Berg, wien provisioneel, tot dat het werk wederom aanvangt, 25 cents per week wordt toegekend, even eens aan Hazendonk 50 cents; [227r] de vrouw van A. van Eck, wier bedeeling van 3 pond brood wordt gebragt op 4 pond; vrouw Zwarz, die van den kerkeraad vergunning vraagt om hare woning met die naast haar te mogen verwisselen en wel omdat daar grooter stuk grond bij is. Die woning echter bestemd zijnde voor de weduwe Craauwel wordt die aanvrage gewezen van de hand; vrouw Van Doorn, aan wie ook hemden voor haar en de haren worden toegezegd, en eindelijk J. van Soest in wiens aanzoek om huishuur en van klompen voor de kinderen niet kan worden getreden. Voorts wordt in overweging genomen om bij de bestaande scherpe koude alle dagen soep uit te deelen. Daar echter de inschrijving de daarop vallende kosten moeijelijk zal kunnen bestrijden, wordt er besloten om op maandag eene buitengewone collecte met de school aan de huizen der gegoede leden der gmeente te houden, terwijl de voorzitter op zich neemt op aanstaande zondag die collecte ten ernstigste aan te bevelen. Daarop werd de gewone maandelijksche rekening van uitgaaf gelezen en aangenomen, terwijl eindelijk na het bespreken van eenige arme zaken de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, J. Grivel Kerkeraads-vergadedring gehouden 2 maart 1855 Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Markestijn met kennisgeving. Na het gebed werden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook werd afgehoord en aangenomen de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Daarna werden geteekend de lijsten van het predikants-tractement en gewone [227v] en gewone emolumenten, opgemaakt volgens sijnodale aanschrijving van 25 augustus 1854 en waarvan een afschrift bij den kerkeraad zal blijven berusten en ««n bij het klassikaal bestuur van Wijk zal worden gedeponeerd. Voorts werden de consideratien tegen het door de sijnode voorloopig ge¦rresteerde algemeen reglement voor de diakonien der hervormde kerk, in schrift gebragt zijnde, door den kerkeraard geteekend om aan het klassikaal bestuur voornoemd mede te worden ingezonden. Werd gelezen eene missive van burgemeester en wethouderen dezer stad van 16 februari laatstleden no 42, inhoudende verzoek om nevensgaande tabellen betrekkelijk het armwezen ingevuld vµµr den 15en maart aanstaande terug te mogen ontvangen. Aan dit verzoek zal worden voldaan. Eindelijk geschiede nog voor den diaken boekhouder C.J.R. Kroon rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1854. De ontvangst bleek te zijn f 2100,68 en de uitgaaf f 2346,925, zoodat er een nadelig slot bestond van f 246,24 5, dat door de nog in kas zijnde gelden, blijkens de restant-lijst des vorigen jaars, zal worden gedekt. De rekening door den predikant in her daar voor bestaande boek ingeschreven zijnde, zal in de volgende 260
maandvergadering finaal geteekend worden. Quod testor W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott Kerkeraads-vergadering gehouden 13 april 1855. Alle leden waren tegenwoordig behalve broederen Schott en Grivel, die echter later binnentreden, en broeder Lokhorst zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De ingeschreven rekening van ontvangst en uitgaaf over 1854 werd mede geteekend en den diaken-boekhouder dank gezegd voor zijne gehoudene administratie. [228r] Ook vergewiste de kerkeraad zich, dat alle stukken van eigendom nog in de kist aanwezig waren, door die een voor een te vergelijken met den inventaris der bezittingen. Nog werd de rekening van uitgaaf der vorige maand gedaan en aangenomen, terwijl «n uithoofde van de beperkte fondsen «n uithoofde van het betere saisoen op de lijst van wekelijksche bedeelingen eene aanmerkelijke vermindering wordt daargesteld. De voorzitter las eene missive voor van het gemeente bestuur van Beusichem de dato 7 april laatstleden no 243, waarbij het terugzendt de declaratie van onderstand, geschied ten behoeve van H. van Arum en zijne vrouw, en de voldoening van het aan die personen verstrekte weigert. Wordt besloten dat de voorzitter aan voornoemd gemeentebestuur zal schrijven en trachten hen tot voldoening te bewegen. Zoo ook zal er aan het diakoniebestuur van Neerlangbroek geschreven worden over de huishuur van Jan van den Berg, thans voor rekening dier gemeente komende. Nog stonden binnen vrouw Knelissen, aan wie gedurende de ongesteldheid van haren man eene verhoogde toelage van 6 pond brood in de week wordt toegestaan, alsmede G. Veltkamp, verzoekende om, daar zij in Utrecht eene dienst kan krijgen, door den kerkeraad gekleed te worden. De kerkeraad berigt haar bij monde van den voorzitter, dat haar verzoek geheel wordt afgewezen en zij op geene de minste ondersteuning van de gemeente te rekenen heeft, zoolang zij zulk een onzedelijk leven gelieft te leiden, terwijl hij haar ernstig opwekt op haren weg terug te keeren en een meer christelijken wandel aantevangen. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn [228v] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 mei 1855 Alle leden waren tegenworodig behalve broeder Schott, die later binnentreedt, en broeder Van Waveren met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Stonden binnen de weduwe Van Dijk en Mie Versteeg, beiden verzoekende om de bedeeling, zoo als zij gedurende den winter was, te mogen behouden. Na deliberatie en discussie wordt aan de eerste eene wekelijksche toelage van 75 cents en aan de tweede van f 1- toegelegd. Nog werd de bedeeling van G. Verkerk op 25 cents verminderd en die van 6 pond brood aan H. Knelissen ingetrokken. Niets meer te behandedlen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn, ouderling
261
Kerkeraads-vergadering gehouden 1 junij 1855. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Grivel en De lಬOrme, beiden met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Stond binnen weduwe Van Driel, verzoekende om bij het aanstaande huwelijk van haren zoon, die tot heden voor haar had gezorgd, eenige bedeeling te mogen ontvangen. Wordt besloten om haar eene wekelijksche bedeeling van 50 cents toe te staan van af het oogenblik dat genoemde zoon in den echt zal treden. Ten aanzien van de twee kinderen van Van Emmerik wordt bepaald, dat zij in het gesticht te Montfoort zullen worden besteed. Nog deed de administrerende diaken rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Lokhorst [229r] Kerkeraads-vergadering gehouden 6 julij 1855 Alle leden waren tegenwoordig behalve de broederen Van Markestijn, Grivel en Van Waveren met kennisgeving. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de maandelijksche rekening van uitgaaf. De voorzitter deed mededeeling van drie ingekomen missiven, als eene van den Nederlangbroeksche kerkeraad zich ongeneigd verklarende om aan dien van Wijk restitutie te geven van de aan Jan van den Berg verstrekte huishuur of daarin van ಫt vervolg te treden. Voorts eene van het gemeente-bestuur van Beusichem, weigerende terugbetaling van de voorschotten gedaan ten behoeve van H. van Arum, en eindelijk eene van burgemeester en wethouderen alhier, verzoekende bij vernieuwing terugbetaling ad f 46,40 voor verpleging verleend aan W. Eijsvogel in het binnen gasthuis te Amsterdam. De beide eerste mededeelingen worden voor notificatie aangenomen, terwijl op de laatste besloten wordt aan heeren burgemeester en wethouderen alhier te berigten, dat de kerkeraad zich houdende aan het vigerend diakonie reglement geene anderen bedeelt dan die onder het kerkelijk recht dezer gemeente woonachtig zijn ern mitsdien bij vernieuwing moet weigeren tot restitutie der aan W. Eijsvogel verstrekten onderstand. De aanvrage van E. Woudenberg tot verhooging van hare bedeeling met 10 centen wordt gewezen van de hand, terwijl besloten wordt om E. Verkerk door geldelijke ondersteuning in staat te stellen om zijne ligchamelijke genezing bij vernieuwing te beproeven. Nog eenige armenzaken besproken zijnde, sloot de voorzitter met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, A.C.C. van Waveren [229v] Kerkeraads-vergadering gehouden 3 augustus 1855 Alle leden waren tegenwoordig behalve de broederen Schott, Lokhorst en Grivel, de twee eersten zonder, de laatste met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend. De gewone maandelijksche rekening van uitgaaf wordt opgenomen en accoord bevonden. Aan Bet Woudenberg wordt voorts op haar vernieuwd verzoek om hare bedeeling met 10 cents te zien verhoogd, die verhooging ingewilligd. De aanvrage van de weduwe Rideman om bedeeling wordt aangehouden tot de volgende vergadering. Wordt voorgesteld om het kind van Kosterman even als die van Van Emmerik naar Montfoort te zenden, waartoe met meerderheid van stemmen besloten wordt. Nog wordt op voorstel van broeder Markestijn eene commissie benoemd om de 262
armenwoningen op te nemen tot het doen der onvermijdelijke reparatien. Quod testor W. Opzoomer, predikant, A.C.C.van Waveren Kerkeraads-vergadering gehouden 7 september 1855. Alle leden waren tegenwoordig behalve de broederen Van Markestijn en De lಬOrme met kennisgeving, en Schott zonder kennisgeving, die echter later binnentreedt. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de maandelijksche rekening van uitgaaf. Voorts geschiedde de rekening der soep-uitdeeling over 1855. De ontvangst bleek te zijn f 467,775 en de uitgaaf f 371, 895, zoodat er een batig saldo bestond van f 95,88, hetgeen als post van ontvangst in de rekening van 1855 zal worden verrekend. De reparatien aan de armenwoningen worden naar de aanwijzing der benoemde commissie goedgekeurd en het opzigt daarvan opgedragen aan broederen Markestijn en Kroon. Nog wordt bepaald, dat de weduwe Hartog een huur van 50 cents per week zal verwonen, [230r] terwijl aan de weduwe Rideman provisioneel gedurende den tijd van twee maanden eene bedeeling van 50 cents per week wordt toegelegd. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads vergadering gehouden 2 november 1855. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Schott zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook wordt aangenomen de rekening van uitgaaf over de maanden september en october. Voorlezing geschiedde van verschillende ingekomen stukken, waar onder eenಬbrief van heeren kerkvoogden dezer gemeente tot verkiezing van eenಬnotabele in plaats van den heer J. Grivel die met ultimo december aanstaande moet aftreden. Overgegaan tot de stemming werden op het dubbeltal geplaatst J. Grivel met 6 stemmen en C.J. R. Kroon met 3 stemmen, terwijl nog de heer Van de Stadt twee stemmen verkreeg en Van Markestijn, Lokhorst en Van Waveren ieder ««ne stem. Nog werd vriendbroederlijk besproken de verkiezing van eenen ouderling en diaken, welke verkiezing in de eerstvolgende vergadering van december zal moeten plaats hebben. Stond voorts binnen vrouw De Bruin, verzoekende om even als in het vorige jaar hare bedeeling gedurende dit saisoen te zien gebragt op 50 cents, alsmede om een baaije rok, welk tweeledig verzoek haar goedgunstig wordt ingewilligd. Niets meer te behandelen zijnde, scheidde de vergadering met dankzegging. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, H. van Markestijn, ouderling.
[230v] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 december 1855. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeders Lokhorst en Schott, die echter later binnentreedt. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook wordt aangenomen de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Wordt voorgelezen eene oproeping van het collegie van het gemeene land des Wijkschen geregts tot het houden eener vergadering ter behandeling van een voorstel tot het 263
bezanden van eenige wegen in genoemd geregt gelegen op den 20en december aanstaande des middags ten 12 ure op het stadhuis te Wijk bij Duurstede. Tot het bijwonen dezer vergadering wordt besloten den administrerenden diaken Kroon te magtigen, die daartoe door den praeses namens den kerkeraad eene volmagt zal worden uitgereikt. Overgaande tot de benoeming van eenಬnieuwen ouderling en diaken tegen 1e januarij aanstaande in plaats van de aftredende broeders H. van Markestijn en A.S.C.M. van Waveren, zoo wordt verkozen tot ouderling A. Hoogeveen met 4 stemmen, terwijl H. van Amerongen twee en W. Visee ««ne stem verkreeg, terwijl met algemeene stemmen tot diaken werd benoemd E. van Amerongen. Uithoofde van den vroeg ingevallen winter wordt er bepaald, dat de soepuitdeeling met den 17en dezer maand zal aanvangen, zijnde alzoo 14 dagen vroeger dan gewoonljk. Nog wordt aan de weduwe Kosterman eene wekelijksche bedeeling van 50 cents toegelegd, terwijl de aanvrage om verhoogde bedeeling voor de weduwe T. van Dijk wordt gewezen van de hand. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[231r] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 januarij 1856. Alle leden waren tegenwoordig behalve de broeders Schott en Grivel, die echter later binnen treden. Na het gebed wenscht de voorzitter den nieuwbenoemden ouderling en diaken die 1e januarij waren bevestigd in de vergadering welkom en noodigt hen uit, om mede te werken tot bevordering van den bloei der gemeente aan deze plaats. Voorts worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook leest de voorzitter voor van het algemeen reglement enz. de eerste afdeeling der bijzondere bepalingen betrekking hebbende op de kerkeraden, alsmede de 3e afdeeling van het huishoudelijk reglement enz. handelende over de werkzaamheden des kerkeraads. De administrerende diaken doet vervolgens rekening van uitgaaf over de afgeloopene maand. Was ingekomen eene sijnodale mededeling behelzende wijziging van artikel 12 van het algemeen reglement, welke voor notificatie wordt aangenomen. Nog was er een schriftelijk verzoek van P. Lammor«, om eenigen wekelijksche onderstand alsmede eenige kleeding, welk verzoek wordt gewezen van de hand. Er stonden daarna eenige personen binnen, wier aanvrage gedeeltelijk wordt toegestaan of geweigerd. Wordt besloten, om zoolang de koude minder streng is en er weder eenige werkzaamheden uitkomen, de soepuitdeeling drie maal per week te doen plaats grijpen. Insgelijks om aan de armen even als in andere winters hemden uit te reiken. Al verder wordt de broodlijst opgemaakt en de doop-, lidmaten- en trouwboeken met hunne dubbelboeken gecollationeerd en geteekend, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[231v] Kerkeraads-vergadering gehouden 31 januarij 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Schott, die later binnenkomt en broeder Lokhorst zonder kennisgeving. De notulen van de vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de verloopene maand. Naar aaneiding van eene ingekomene missive van heeren kerkvoogden de dato 25 januarij laatstleden gaat men over, om behalve voor den notabele 264
J. Grivel, voor wien reeds in de november vergadering een dubbeltal was opgemaakt, ook voor den heer H. van Markestijn, die mede als notabele zal moeten aftreden, een dubbeltal te formeren. Bij de stemming voor een primus verkreeg H. van Markestijn 5 stemmen en C.J.R. Kroon en J. Grivel ieder 1 stem en bij de stemming voor een secundus vereenigde zich op C.J.R. Kroon 4 stemmen, op J. Grivel 2 stemmen en op G.A. de lಬ Orme 1 stem. De kerkeraad besloot, ofschoon C.J. R. Kroon nu op de beide nominatien tot notabele op het tweetal was gebragt, de zaak te laten zoo als de stemming zulks had aangewezen. De voorzitter zal de vereischte opgave voor heeren kerkvoogden in behoorlijke orde brengen en verzenden. Voorts werd voorgelezen het concept reglement voor kerkelijk opzigt en tucht ten einde te vernemen, of somwijlen ook de leden daarop eenige consideratien wenschten in de midden te brengen. Allen echter konden zich met den inhoud van dit reglement geheel vereenigen. Stonden binnen vrouw Bontan, om een paar klompen voor haren man, ಬt welk wordt geaccordeerd, de weduwe Crouwel om eenige verhooging van bedeeling, wie wekelijks nog drie pond brood wordt toegelegd en vrouw Van Aalten om klompen voor haren man en kind en om hemden, met uitzondering van de klompen voor het kind wordt ook aan haar verzoek voldaan. Nog werd de lijst der hemden nagezien, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd gelijk zij met gebed geopend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[232r] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 maart 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Schott, die later binnentreedt en broeder Van Amerongen met kennisgeving. De notulen worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over februarij. Stond binnen de weduwe Broekhuizen, verzoekende om bij de vrije woning, die zij reeds geniet, eenigen onderstand te mogen ontvangen. Eene wekelijksche bedeeling van 50 cents wordt haar toegestaan. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 april 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Schott, die later binnentreedt, en broeder Lokhorst zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over maart. Voorts geschiede nog door den diaken-boekhouder C.J.R. Kroon rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1855. De ontvangst bleek te zijn f 2005.64 en de uitgaaf f 1844.495 zoodat er een batig slot bestond van f 161.145. In de volgende vergadering zal deze rekening gesloten en onderteekend worden, na door den predikant in het boek te zijn ingeschreven. Nog stonden binnen Ern. van de Water aan wie wegens de ziekte harer dochter eene wekelijksche bedeeling van 50 cents wordt toegelegd en E. Woudenberg die gedurende deze maand met eene wekelijksche bedeeling van drie pond brood wordt begiftigd. Daarop werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
265
[232v] Kerkeraads-vergadering gehouden 9 mei 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Schott, Hoogeveen en De lಬOrme, de beide eersten zonder kennisgeving, de laatste met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand april. Nog werd de rekening van ontvangst en uitgaaf over het jaar 1855 gesloten en geteekend en den diaken boekhouder dank gezegd voor zijn rigtig beheer. Na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken werd voorts de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 21 mei 1856. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Persoonlijke kerkvisitatie moeten[de] geschieden, trad daarop binnen ds. W. Kluwer, predikant te Cothen, door het klassikaal bestuur van Wijk gecommitteerd tot het houden dier verrigting. Al de vragen werden voldoende be¦ntwoord en de boeken en papieren des kerkeraads in de beste orde bevonden. De gecommitteerde des klassikalen bestuurs gaf daarover zijne blijdschp te kennen en scheidde voorts met de hartelijkste zegenwenschen. Na zijn vertrek sloot de predikant de vergadering met dankzegging. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, [onleesbare handtekening].
[233r] Kerkeraads-vergadering gehouden 6 junij 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Grivel en De lಬOrme met kennisgeving en broeder Schott zonder kennisgeving, die echter later binnen treedt. De notulen worden na het gebed voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de jongstverloopen maand. De lijst van de geldelijke bedeeling wordt nagegaan en gedurende den zomertijd merkelijk verminderd. De administrerenden diaken legt over twee bewijzen van gedane afschrijving in het Grootboek der nationale schuld, het ««n ad f 400 en het ander ad f 200 21/2 percent afgeschreven op rekening van de Gereformeerde Diaconie Armen te Wijk bij Duurstede, zijnde deze kapitalen aangekocht voor de twee aandeelen elk ad f 200, die zijn uitgeloot van de stads schuld. Op voorstel van den voorzitter wordt met algemeene stemmen aangenomen, dat geene redenen van afwezigheid uit de vergadering meer voor geldig beschouwd zullen worden als alleen ongesteldheid. Een lid die alzoo afwezig is zonder schriftelijke kennisgeving van ziekte betaalt 25 cents boete. Voorts wordt nog broeder Schott als oudste ouderling ter vergadering der klassis van Wijk afgevaardigd, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Hoogeveen.
[233v] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 julij 1856. 266
Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Schott, Lokhorst, Grivel en Van Amerongen. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand junij. Aan T. de Bruin wordt uithoofde voortdurende ziekte zijner vrouw de bedeeling ad 50 cents teruggegeven, terwijl het verzoek van de weduwe Van Driel tot terugbekoming van de geheele bedeeling wordt gewezen van de hand. De predikant doet verslag, dat hij met Van Boeschoten over de huur van een stukje armenland gesproken heeft en zijnedele genegen is om dit, zoo de kerkeraad zulks bepaald verlangt, met ultimo december dezes jaars aftestaan, maar toch gaarne zou wenschen, waar hij dien grond verbeterd heeft, al was het dan ook tegen hoogeren huurprijs te mogen behouden. Wordt besloten overeenkomstig dat billijk verzoek aan Van Boeschoten het bewuste stukje lands tegen een jaarlijksche huur van f 32 nog vier jaren lang, en dus van 1e januarij 1857 - ultimo 1860 aan te bieden. Voorts niets meer te behandelen zijnde, werd deze zamenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, C.J.R. Kroon, diaken
Kerkeraads-vergadering gehouden 1 augustus 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Hoogeveen. Na het gebed werden de notulen gelezen, goedgekeurd en geteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf der vorige maand. Stond binnen vrouw Tripler, verzoekende om hare bedeeling wederom op 50 cents te brengen. Uithoofde van den gevorderden leeftijd van haren man wordt dit verzoek ge¦ccordeerd. Nog eenige huishoudelijke zaken besproken zijnde, werd de zamenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G. J. Schott.
[234r] Kerkeraads-vergadering gehouden 5 september 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Schott, die later binnen treedt en broeder Lokhorst zonder kennisgeving en De lಬOrme met kenisgeving van ongesteldheid. Na het gebed worden de notulen als mede de rekening van uitgaaf over de verloopene maand voorgelezen, goedgekeurd en geteekend. Was ingekomen een missive van den voorlezer J. Agterberg, inhoudende kennisgeving van zijne benoeming tot hoofdonderwijzer te Oudelande, waarom hij met ultimo september aanstaande voor zijne betrekking als voorlezer dezer gemeente bedankt. Naar aanleiding van eene sollicitatie van A.S.C.M van Waveren, om hem met de eerlang te vaceren betrekking van voorlezer te begunstigen, gaat men al dadelijk tot de benoeming van den sollicitant over en wordt hij aangesteld onder voorwaarde hij de dienst zal waarnemen in het zwart behoorlijk gekleed en een witte das om. Aan heeren kerkvoogden zal van deze aanstelling kennis worden gegeven met vriendelijke uinoodiging om het traktement van den voorlezer eenigzins te verhoogen. Nog wordt besloten, dat in het vervolg de briefjes ter convocatie van den kerkeraad ook zullen behelzen de punten die ter vergadering behandeld zullen worden. Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 3 october 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Schott zonder kennisgeving en Hoogeveen en Van Amerongen met kennisgeving. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over september. Nog geschiedde door 267
den diaken-boekhouder de rekening der soepuitdeeling over 1855/56. De ontvangst bedroeg f 415.50 en de uitgaaf f 377.40, zijnde er alzoo een batig saldo van f 33.10. Nog eenige huishoudelijke zaken besproken zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[234v] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 november 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Hoogeveen met kennisgeving van ziekte. Na het gebed werden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand october. Stond binnen vrouw Dijkman verzoekende om eenigen onderstand, welk verzoek provisioneel wordt aangehouden. Nog kwamen voor de weduwen Van Zanten en Spee, aanvrage doende, om hare winterbedeeling weder terug te mogen ontvangen. Deze aanvraag wordt ingewilligd en tevens besloten, om ook aan de andere weduwen de winterbedeeling van nu af aan terug te geven. Eindelijk nog werd aan Van Doorn gedurende den wintertijd eene bedeeling van 30 cents per week toegelegd. Er werd gelezen eene missive van heeren kerkvoogden, inhoudende verzoek, om voor 28 november eerstkomende eene nominatie te willen inzenden voor K. Krouwel, die met 1e januarij 1857 als notabele moet aftreden en tevens eene nominatie als plaatsvervanger notabele voor den heer L.J. Toulon van der Koog naar Deventer vertrokken. Ingevolge dit verzoek overgaande tot de keuze van eenಬnotabele, werd op het dubbeltal gebragt als 1e kandidaat K. Krouwel met 6 stemmen en als 2e kandidaat C.J. R. Kroon met 5 stemmen. Nog verkregen voor 1e kandidaat Kroon 1 stem en voor 2e kandidat Krouwel en J. Lokhorst ieder 1 stem. Voor plaatsvervanger notabele werden op het dubbeltal gebragt als 1e kandidaat C.J.R. Kroon met 3 stemmen en als 2e kandidaat Lokhorst bij eene tweede stemming met 4 stemmen. Tot 1e kandidaat ontvingen Lokhorst 2 stemmen en Hoogeveen en De lಬOrme ieder 1 stem en bij de 1e stemming hadden voor 2e kandidaat De lಬOrme en Lokhorst ieder 2 stemmen en Van Strijen, Van Amerongen en Van der Stadt ieder 1 stem. Bij eene tweede stemming tusschen Lokhorst en De lಬOrme hadden Lokhorst 4 stemmen en De lಬOrme 3 stemmen. Niets meer te behandelen zijnde werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, G.J. Schott.
[235r] Kerkeraads-vergadering gehouden 5 december 1856. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Schott, die echter later binnen treedt. Na het gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand november. Vervolgens stond binnen de weduwe Hazekamp verzoekende om eenigen onderstand. Er wordt besloten haar toe te staan, om in de uitdeeling van soep en brood gedurende den winter te mogen deelen. Omtrent de weduwe Rideman, die mede aanzoek had gedaan om bedeeling gedurende de wintermaanden was men van gevoelen dit verzoek voor als nog niet in te willigen. 268
De voorzitter deelt mede een schrijven van het bestuur van Nederlandsche Mettraij inhoudende vergunning, om den wees G. Kosterman naar die inrigting te kunnen opzenden en wordt er bepaald, dat in het begin der volgende week de administrerend diaken Kroon hem derwaarts zal geleiden. Nog ging men over tot de verkiezinging van eenಬnieuwen ouderling en diaken. In plaats van den met 1e januarij aanstaande aftredenden ouderling G.J. Schott wordt met algemeene stemmen verkozen J.A. Gerth van Wijk, terwijl ten aanzien van den administrerend diaken C.R. A. Kroon, die moest aftreden, mede met algemeene stemmen wordt bepaald, om hem overeenkomstig artikel 9, 2o van het huishoudelijk reglement op de zamenstelling en werkzaamheden der kerkeraden te doen continueren. Na het bespeken van eenige huishoudelijke zaken wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[235v]
Kerkeraads-vergadering gehouden 6 januarij 1857. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Lokhorst en De lಬOrme, beiden zonder kennisgeving. Na het gebed wenscht de voorzitter den broeder ouderling Gerth van Wijk, voor het eerst in ons midden aanwezig, met zijn zitting nemen geluk en bidt hem de ondersteuning van Gods goeden geest toe, ten einde de pligten eens opzieners getrouw te kunnen volbrengen. Voorts worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand december. Men gaat vervolgens over tot het opmaken van de broodlijst, terwijl er mede wordt bepaald, om even als ten vorigen jare een uitdeeling van hemden te doen. Even als in deze eerste vergadering des jaars de derde afdeling van het huishoudelijk reglement op de zamenkomst en werkzaamheden der kerkeraden was voorgelezen, zoo worden ook nu de doop-, lidmaten- en trouwboeken met hunne dubbelboeken voor collatum geteekend en overtuigt zich de vergadering, dat alle bewijzen van eigendom der diakonie behoorlijk in de kist aanwezig zijn. Is ingekomen eene aanschrijving der sijnodale commissie de dato 20 november laatstleden, inhoudende uitnoodiging tot het houden eener telling der gemeente in de maand januarij, waarvan mededeeling geschiedt. De voorzitter stelt voor, om de gelden der collecte niet meer eens in de maand, maar elke keer na afloop der godsdienstoefening te tellen, hetgeen met algemeene stemmen wordt aangenomen. Na het bespreken van nog enige huishoudelijke zaken wordt deze bijeenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, [handtekening onleesbaar, mogelijk ಫHoogeveenಬ]
[236r] Kerkeraads-vergadering gehouden 6 januarij 1857. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. 269
Daarna brengt de voorzitter in omvraag, of men tot de keuze van eenಬnieuwen diaken in plaats van den afgestorvenen broeder De lಬOrme al dadelijk zal overgaan, dan of men daarmede zal wachten tot de gewone verkiezingen in de maand december plaats grijpen. Tot het eerste wordt er besloten en al dadelijk tot stemming met geslotene briefjes overgaande, bepaalt zich de keuze met eenparige stemmen op Jan Hendrik Deerns, aan wien van zijne benoeming door den predikant kennis zal worden gegeven. Nog stelt de voorzitter voor, om bij kerkeraadsbesluit te willen bepalen, dat in ಬt vervolg de bediening des heiligen doops in de gemeente alleen des zondags in de namiddag godsdienstoefening zal plaats hebben, ten zij dat gewigtige en dringende redenen het noodig mogten maken, om daarvan af te wijken. De vergadering, zich met dat voorstel vereenigende, wordt het tot een besluit gemaakt en zal daarvan op den aanstaanden zondag van den predikstoel aan de gemeente worden kennis gegeven. Er geschiedt mededeeling eener aanschrijving der sijnodale commissie tot aanprijzing der collecte voor noodlijdende kerken, enz., terwijl voorts na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 10 maart 1857. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de jongstverloopen maand. De voorzitter heet broeder Deerns, voor de eerste maal in de vergadering tegenwoordig, welkom en leest voor de 3e afdeeling van het huishoudelijk reglement, enz.
[236v] Is ingekomen eene toespraak van de sijnodale commissie aan de kerkeraden van de gemeenten der Nederlands hervormde kerk benevens een plan tot daarstelling van een hulpfonds ten behoeve der evangeliebediening in de gemeenten en een woord tot aanbeveling aan de gemeenteleden. Van een en ander geschiedt voorlezing en wordt er tevens bepaald aan wie de inschrijvingsbilletten zullen worden toegezonden en dat zij na 8 dagen wederom zullen worden teruggehaald. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 15 april 1857. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de jongstverloopen maand. Er geschiedt door den voorzitter mededeeling, dat de inschrijvingsbilletten voor het hulpfonds ten behoeve der evangeliebediening in de gemeenten zijn rondgezonden en dat bij het terughalen is gebleken, dat slechts voor eene som van f 500 is ingeschreven. Daarna bragt hij in omvrage, of er nog pogingen zullen worden aangewend, om in de gemeente door inteekening bij««n te brengen een som van f 100 of meer, die nu aan de sijnode ter leen gegeven, later bij uitloting in de diakoniekas als eigendom zou terugkeeren. Hij deed dit voorstel naar aanleiding van een gesprek, gehouden met een der leden der vergadering, alsmede van zoodanige pogingen aangewend in de gemeenten 270
van Brummen en Opperdoes en medegedeeld in de kerkelijke courant van 4 april laatstleden. Allen op ««n na waren van gevoelen, dat zoodanige poging in deze gemeente weinig kans van wel slagen zou opleveren en even daarom werd er besloten daaraan geen gevolg te geven. Voorts geschiedde door den diaken-boekhouder C. J. R. Kroon rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1856. De ontvangst bleek te zijn f 2013.525 en de uitgaaf f 1712.43, zoodat er een batig slot bestond van f 301.095 wordende er bepaald, dat met het-
[237r] geen volgens de restant-lijst nog in kas was er een effect ad f 600 21/2 percent zal worden aangekocht. In de volgende vergadering zal deze rekening gesloten en geteekend worden, na door den predikant in het boek te zijn ingeschreven. Nog werden de tabellen der schriftelijke kerkvisitatie opgemaakt en geteekend, terwijl voorts aan H. van Arum eene bedeeling van 40 cents toegelegd zijnde, alsmede eenige kleeding en dekking voor hem en zijne vrouw, de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling. Kerkeraads-vergadering gehouden den 6en mei 1857. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Van Amerongen zonder kennisgeving. De notulen worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf der jongstverloopen maand. Voorts werd de rekening van ontvangst en uitgaaf van 1856 door den predikant in het boek ingeschreven, door de leden des kerkeraads geteekend, terwijl de administrerend diaken door den voorzitter werd dank gezegd voor zijne rigtige en belangelooze administratie en de armenzaken verder aan hem en zijne medediakenen met den meesten aandrang werden aanbevolen. De lijst der zomerbedeeling werd nu opgemaakt en vastgesteld. Stond binnen Elisabeth Woudenberg, verzoekende wekelijks eene toelage van brood en wordt haar door de vergadering 3 pond geaccordeerd. Aan Johanna van Ooijen wordt gedurende hare ongesteldheid een gulden per week toegelegd en wordt ten slotte nog tot de reparatie van den aak, in huur bij de zonen van de weduwe Den Hartog, besloten. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, [handtekening onleesbaar, mogelijk ಫHoogeveenಬ]
[237v] Kerkeraads-vergdering gehouden 1 julij 1857. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Grivel zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden mei en junij. Waren ingekomen 5 reglementen voor de Nederlands hervormde kerk, welke aan de leden des kerkeraads voor 14 dagen ter lectuur zullen worden rondgezonden. Na het bespreken van nog eenige huishoudelijke zaken werd voorts de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, [handtekening onleesbaar, mogelijk ಫHoogeveenಬ]] 271
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 augustus 1857. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeders Lokhorst en Deerns. Nadat deze zamenkomst op de gebruikelijke wijze met gebed ge¸pend was, werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Niets verder te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 9 september 1857. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Was ingekomen een present exemplaar van het verslag van den staat en de werkzaamheden van het Nederlandsch Zendings Genootschap naar aanleiding waarvan de voorzitter de leden des kerekraads ernstig opwekt tot onbekrompene deelneming aan en tot aanbeveling van eene zoo zoo heerlijke, den christen zoozeer
[238r] waardige zaak in den wijderen of meer beperkten kring, waarin zij verkeeren. Nog stond binnen de weduwe J. van Zanten, die ernstig bestraft wordt over hare zondige en ligtzinnige levenswijze en terwijl haar wordt aangezegd, dat hare bedeeling ad f 1 haar uitdienhoofde voor zes weken zal worden onthouden, wordt zij tevens bij monde van den voorzitter liefderijk vermaand zich die straf ten nutte te maken en door een oppassend christelijk gedrag zich waardig te betoonen, dat de kerkeraad haar de ontnomen bedeeling met volkomen vrijmoedigheid kan terug geven. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, [handtekening onleesbaar, mogelijk ಫHoogeveenಬ]
Kerkeraads-vergadering gehouden 7 october 1857. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Grivel, die echter later binnen treedt en broeder Kroon. Met gebed ge¸pend zijnde, worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopene maand. Stond binnen A. Braakman, verzoekende voor zijnen oudsten zoon den doctor te mogen hebben, hetgeen hem wordt ge¦ccordeerd. Ook vervoegde weduwe J. van Zanten zich voor den kerkeraad en werd haar aangezegd, dat de haar onthoudene bedeeling haar zou worden hergeven in vertrouwen, dat zij met berouw vervuld door eenಬchristelijken wandel zich in ಬt vervolg mogt onderscheiden. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, [handtekening onleesbaar, mogelijk ಫHoogeveenಬ]
[238v] Kerkeraads-vergadering gehouden 6 november 1857. 272
Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Deerns en Van Amerongen zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen der vorige zamenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopene maand. Ingekomen was een koninglijk besluit van 15 augustus laatstleden nr. 89 omtrent den uitkoop, waarbij de bepalingen dienaangaande, voor zooveel ouderlingen en diakenen betreft, buiten werking worden gesteld. Nog was ingekomen eene missive van heeren kerkvoogden alhier, verzoekende de noodige nominatie te willen doen voor eenಬnotabele in plaats van den heer J.J. de Heus, die met ultimo december aanstaande moet aftreden. In voldoening aan dit verzoek werd als 1e kandidaat gesteld de heer J.A. Gerth van Wijk met 3 stemmen, terwijl de heeren Grivel, Van Asch van Wijk en Hoogeveen ieder 1 stem verkregen en tot 2e kandidaat de heer C.J.R. Kroon, die bij eene tweede stemming 4 stemmen ontving, tegen den heer Hoogeveen, op wien zich 2 stemmen vereenigden, hebbende bij de 1e stemming de heeren Van Asch van Wijk, Hoogeveen en Kroon ieder 2 stemmen verkregen. Voorts stond binnen vrouw Van Doorn, verzoekende bij de ongesteldheid van haren man eenige verhooging van bedeeling, wordende haar dien ten gevolge eene wekelijksche vermeerdering harer bedeeling ad 30 cents toegestaan. Na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[239r] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 december 1857. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Er geschiedde voorlezing van eenಬbrief van heeren kerkvoogden over den persoon van D. O. van Markestijn, tegen wien door den kerkeraad wegens onzedelijk gedrag klagten waren ingebragt en het verzoek was gerigt, om hem niet langer tot het bespelen van het orgel bij de openbare godsdienstoefeningen toe te laten, tot zoolang hij de blijken van opregte verbetering zal gegeven hebben en zich zal gedragen gelijk het den lidmaat van Jezus Christus betaamt, welke brief na eenige inlichtingen van den voorzitter door de vergadering voor notificatie is aangenomen. Nog deelde de voorzitter eene missive mede van heeren burgemeester en wethouders dezer stad, inhoudende kennisgeving, dat vanaf 1o januarij 1858 aan de armen kinderen de gelegenheid zal geschonken worden, om des daags op de burgerschool onderwijs te genieten tegen eene jaarlijksche bijdrage van f 50 van wege het diakoniefonds. Naar aanleiding van dit schrijven wordt er besloten, dat van den predikstoel de ouders, die voor hunne kinderen van dat kosteloos onderwijs wenschen gebruik te maken, zullen worden opgeroepen, om zich na de voormiddag-godsdienstoefening des zondags in de kerkekamer bij den kerkeraad aan te melden. Daarna ging men over tot de keuze van nieuwe kerkeraadsleden en werd in plaats van den aftredenden ouderling J. Lokhorst met algemene stemmen gekozen F. van Dijk, terwijl de tusschentijds voor den overleden broeder De lಬOrme ingevallen diaken J.H. Deerns overeenkomstig artikel 11 van het reglement op de kerkeraden met 7 stemmen werd herkozen. Aan den benoemden ouderling F. van Dijk zal van zijne benoeming kennis worden gegeven, terwijl broeder Deerns, ter vergadering tegenwoordig, zich die keuze liet wel gevallen. 273
Voorts stond de weduwe Krouwel binnen, aan wie op haar verzoek wekelijks 3 pond brood meer provisioneel wordt toegelegd.
[239v] Nog wordt de winterbedeeling ingevoerd, de hemden lijst nagegaan en de zaak der soepuitdeeling besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 6 januarij 1858. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Hoogeveen en Kroon. De vergadering met gebed ge¸pend zijnde, heette de voorzitter den broeder ouderling Frans van Dijk, voor het eerst zitting genomen hebbende, in ons midden welkom en sprak zijne overtuiging uit, dat hij met ons in eenen geest aan het heil dezer gemeente zou pogen werkzaam te zijn. Daarna werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Er waren ingekomen de navolgende missiven: als eene van burgemeester en wethouderen, inhoudende berigt, dat de voorgedragen kinderen van 1e januarij op den burgerschool kosteloos zullen worden toegelaten. Voorts eene van den algemeenen thesaurier der Vereeniging Nederlandsch Mettraij, zijnde een kort verslag omtrent de vorderingen en het gedrag van G. Kosterman, kweekeling bij genoemde inrigting, en eindelijk eene van het klassikaal bestuur van Wijk, dienende, om onderzoek te doen, of onze diakonie ook plaatselijke ondersteuning ontvangt. Werd vervolgens nagegaan de rekening der soepuitdeeling over 1856/57 en bleek daaruit, dat de ontvangst was geweest f 352,,70 en de uitgaaf f 294,,91, zoodat er bestond een batig slot van f 57,,79, welk saldo in de rekening der diakonie over 1857 als post van ontvangst zal worden ingebragt. Aan vrouw Rideman wordt gedurende de ziekte van hare dochter eene wekelijksche bedeeling van f 1 toegekend. Voorts wordt de broodlijst opgemaakt en het doop-, lidmaten-
[240r] en trouw boek met hunne dubbelboeken vergeleken voor collatum geteekend. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 12 februari 1858. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Hoogeveen uithoofde van ziekte met kennisgeving en broeder Kroon, zonder kennisgeving. De notulen werden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken werd voorts de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling
274
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 maart 1858. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopene maand. Wordt thans in overweging genomen, of men het huisje, bewoond geweest door de weduwe Van Leersum, in huur zal afstaan aan A. Visee dan of men tusschen hem en H. Donkervoort, die ook om dat huisje aanzoek gedaan heeft, eene loting zal doen plaats grijpen, wie huurder zijn zal? In omvraag gebragt, werd met 6 tegen 2 stemmen besloten om aan Visee, die gerekend werd daaraan de meeste behoefte te hebben, dat huisje te gunnen en wordt den administrerenden diaken opgedragen om die huur aan te gaan tegen f 1 per week bij behoorlijk geregeld contract en onder schriftelijke borgstelling van F.A. Bonte alhier. Nog wordt bepaald, dat de daarnevensliggende armenwoningen in huur zullen worden verhoogd, [240v] zoodat de weduwe Den Hartog een huur van 75 cents en J24. van Soest een huur van f 1 zal verwoonen. Broeders diakenen worden verzocht aan bovengenoemde huurders daarvan kennis te geven en hen te berigten, dat die verhooging met 1 e mei aanstaande zal aanvangen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden den 16 april 1858. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Vervolgens geschiedde de rekening door den diaken-boekhouder over 1857. De ontvangst bleek te zijn f 2056,05 en de uitgaaf f 1957,105, zoodat er een batig saldo bestond van f 98,94 5. De rekening zal in de volgende vergadering, na door den praeses in het boek te zijn ingeschreven, door den kerkeraad worden geteekend en de diaken boekhouder voor zijne gehoudene administratie behoorlijk worden gedechargeerd. Er wordt besloten aan vrouw Kosterman ter verpleging bij haren zoon eene wekelijksche bedeeling van f 1 toe te leggen, terwijl aan de weduwe Krouwel, die binnen stond, eene bedeeling van 6 pond brood per week boven hare geldelijke bedeeling wordt ge¦ccoordeerd. Nog wordt aan den predikant opgedragen om aan den heer Van Frankenhuijsen, directeur van het verplegingsgesticht te Montfoort, aan te schrijven, dat hij zaturdag aanstaand, zijnde 24 april, den oudsten van de gebroeders Van Emmerik naar hier zal opzenden, aangezien wij gelegenheid hebben dien jongen voor het tegenwoordige te plaatsen, terwijl voorts zijnedele wordt uitgenoodigd van den jongsten Van Emmerik aan den kerkeraad eenig verslag in te zenden. [241r] Niets bijzonders meer te behandelen zijnde, sluit de praeses met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling
24
Lezing van deze letter is onzeker.
275
Kerkeraads-vergadering gehouden 2 junij 1858. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeders Van Dijk en Deerns zonder kennisgeving. Deze bijeenkomst op de gebruikelijke wijze met gebed ge¸pend zijnde, worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De rekening van ontvangst en uitgaaf over 1857, door den predikant in het boek ingeschreven, werd door de leden des kerkeraads geteekend, terwijl de diaken boekhouder, behoorlijk gedechargeerd, bij monde van den praeses werd dank gezegd voor zijne gehouden administratie, en de belangen der diakonie hem verder met aandrang werden aanbevolen. Nog werd de rekening van uitgaaf over de twee jongstverloopen maanden goedgekeurd en onderteekend. Naar aanleiding der beperkte inkomsten waarover de diakonie te beschikken heeft, worden eenige wekelijksche bedeelingen gedurende de zomermaanden ´f verminderd ´f geheel ingehouden. Op voorstel van den broeder ouderling Gerth van Wijk zal den koster worden gelast te willen zorg dragen, dat bij gelegenheid van de doopsbediening de ouderlingenbank worde vrij gehouden en de vaders, des verkiezende, plaats nemen in het nevens de ouderlingenbank gelegen bankje. Nog zal den koster worden aangezegd het leedwezen der vergadering, dat hij niet behoorlijk heeft gezorgd voor het bekend maken, waar zulks gebruikelijk is, dat er voormiddags geene godsdienstoefening zou gehouden worden, tijdens de predicant op den 9en mei om familie-aangelegenheden zich te Rotterdam bevond en zal hem in deze voor ಬt vervolg meerder zorg worden aanbevolen. De voorzitter stelt voor om tot bevordering van de geregelde [241v] en nauwkeurige inschrijving van de namen van ouders en kinderen in het doopboek de bediening des doops niet te doen plaats grijpen dan op vertoon van een bewijs afgegeven bij den burgerlijken stand, waarop de namen van ouders en kinderen vermeld staan. Dit aangenomen zijnde, zal daarvan aan de gemeente van den predikstoel kennis worden gegeven en de briefjes tot bedoeld einde bij Stramrood voor rekening der diakonie worden gedrukt en bij den burgerlijken stand gedeponeerd. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 4 augustus 1858 Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden junij en julij. Stond voorts binnen Stuart, die tot de betaling zijner wekelijksche huur ernstig wordt aangemaand. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderling
276
Kerkeraads-vergadering gehouden 10 september 1858. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Hoogeveen, die echter later binnen treedt, en broeders Grivel en Van Dijk, uithoofde van ziekte. Na het gebed worden de notulen gelezen, [242r] goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de verloopen maand. Is ingekomen een verslag van de werkzaamheden van het zendeling-genootschap, dat ter lezing zal worden rondgezonden. Niets meer te behandelen zijnde, scheidde de vergadering met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderlin Kerkeraads-vergadering gehouden 5 november 1858. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Kroon, die echter later binnen treedt. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Ingekomen waren de navolgende stukken: 1e. eene missive van broeder Hoogeveen, waarin hij wegens vertrek naar elders voor zijne betrekking als ouderling bedankt, welke missive voor notificatie wordt aangenomen; 2e een schrijven van het collegie van kerkvoogden alhier, verzoekende vµµr 25 november twee dubbeltallen te willen inzenden voor de notabelen J. Grivel en H. van Markestijn, die met 1e januari aanstaande aftreden. Tot de keuze van deze beide dubbeltallen zal nog in deze vergadering worden overgegaan; 3e een missive van ಬt klassikaal bestuur van Wijk betrekkelijk de kosterijgoederen, waarop zal worden ge¦ntwoord, dat deze in de gemeente te dezer plaatse niet aanwezig zijn en de toegezondene aanschrijving op ons alzoo niet van toepassing is; 4e een aanschrijving van de sijnode, waarbij berigt wordt, dat met 1 e januari aanstaande de scribaಬs weder correspondenten van de kerkelijke courant worden en de kerkeraden worden uitgenoodigd hunne kerkelijke berigten in het begin der week franko aan den scriba van het klassikaal bestuur te doen toekomen, hetgeen voor notificatie wordt aangenomen; 5e het voorlopig door de sijnode aangenomen reglement op het hulppredikerschap, waarop, voor zooveel het punten betreft die regtstreeks tot de kerkeraden betrekking hebben, de consideratien der klassikale vergaderingen worden gevraagd, hetgeen mede voor kennisgeving wordt aangenomen; 6e eene aanprijzing tot het inteekenen op de kerkelijke courant door de kerkeraden, zullende daaraan met 1 e januari aanstaande door inteekening worden voldaan; 7 e een opwekking tot behartiging van het godsdienstig [242v] onderwijs bij de verandering in de wetgeving op het lager schoolwezen. Wordt in dezen besloten de jaarlijksche bijdrage ad f 50 voor de armenschool in te trekken en daarvan bij missive aan het gemeentebestuur kennis te geven, zullende die som met 1 e januari aanstaande worden aangewend tot het geven van zoodanig godsdienstig onderwijs als met den geest van de opwekking der sijnode meest overeenstemt. In de volgende vergadering zal eerst definitief worden bepaald, hoedanig dat onderwijs zal worden ingerigt en tevens aan wien de leiding daarvan zal worden opgedragen. Stonden binnen vrouw Tripler, verzoekende wederom eene wekelijksche bedeeling ad 50 cents te mogen genieten, welk verzoek wordt ge¦ccordeerd, en vrouw Van Doorn, die 277
eenigen onderstand wenscht, aan welken wensch de vergadering meent niet te mogen voldoen. De rekening van uitgaaf over de twee verloopen maanden wordt afgehoord, goedgekeurd en onderteekend, waarna de winterbedeeling wordt vastgesteld en eenige posten van bedeeling nader worden besproken en aangehouden. Nog geschiedde de rekening der soepuitdeeling over den winter van 1857/58. De ontvangst bleek te zijn f 368,60 en de uitgaaf f 295, 83 5, zijnde er dus een batig saldo ad f 72,765, welke saldo in de rekening van ontvangst der diaconie over 1858 zal worden ver¦ntwoord. Overgaande tot de keuze van notabelen, werd op het dubbeltal voor den heer J. Grivel gebragt als eerste kandidaat J. Grivel met 6 stemmen en als tweede kandidaat C.J.R. Kroon bij eene tweede stemming met 4 stemmen. Op het dubbeltal voor den heer H. van Markestijn was de keuze voor 1e kandidaat op H. van Markestijn met 7 stemmen en voor 2e kandidaat op den heer C. Fock met 5 stemmen. Beiden deze dubbeltallen zullen aan heeren kerkvoogden worden ingezonden. Voorts wordt besloten, dat met 1e januari aanstaande de leden des kerkeraads de godsdienstoefeningen verzuimende, voor elk verzuim 25 cents boete zullen betalen, ten zij dat zij voor hunne afwezigheid voldoende redenen kunnen opgeven, welke redenen ter beoordeeling staan van de overige leden des kerkeraads. Nog wordt op voorstel van den predikant aangenomen, dat [243r] van nu voortaan de zondag voormiddag godsdienstoefeningen van 1 e november tot ultimo april ten 10 ure zullen aanvangen, zullende hiervan aan de gemeente van den predikstoel worden kennis gegeven. Na het bespreken van nog eenige huishoudelijke zaken wordt nu de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 3 december 1858. Alle leden waren tegenwoordig behalve de broeders Kroon en Deerns, de laatste met kennisgeving van ongesteldheid. Na het gebed worden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Thans overgaande tot benoeming van eenಬ ouderling en diaken in de plaats van de met januarij aanstaande moetende aftreden leden J. Grivel en E. van Amerongen, wordt met algemeene stemmen tot ouderling gekozen Adriaan van de Stadt en tot diaken Gerrit Boeschoten, waarvan aan de benoemden door den predikant zal worden kennis gegeven. Nog was er eene plaats van ouderling open gevallen door het vertrek van broeder A. Hoogeveen, die nog een jaar zitting zou hebben gehad. Met het oog op artikel 11 en 12 van het reglement op de kerkeraden wordt de aftredende ouderling J. Grivel door de gezamenlijke leden des kerkeraads uitgenoodigd zich de benoeming voor den nog overigen diensttijd van het uitgevallen lid te laten welgevallen, waartoe deze zich met broederlijke welwillendheid bereid verklaart. Aan de orde zijnde de regeling van het godsdienstig onderwijs, waaanstaandearover reeds in de vorige vergadering was gehandeld, wordt thans definitief bepaald: dat met 1o januari aanstaande eene zondagschool zal worden geöpend; dat die school zal gehouden worden in de kerkekamer, ten ware dat een te talrijk 278
bezoek de aanvrage van het gebruik der burgerschool mogt noodzakelijk maken; dat die school zal gehouden worden gedurende het geheele jaar van des avonds 5-7 ure; dat op die school zullen worden toegelaten alle belangstellenden van af den ouderdom van 10 jaren; dat op die school onderwijs zal worden gegeven in het bijbellezen, waaraan 3 kwartier uur zal zijn toegewijd en de overige tijd zal worden besteed tot het verhalen van bijbelsche geschiedenis van oude en nieuwe testament, gepaard met toepasselijke [243v] zedekundige aanmerkignen, zullende de school ge¸pend en gesloten worden met het zingen van een doelmatig psalm- of gezangvers en zal ook eveneens tusschen het bijbellezen en het verhalen der bijbelse geschiedenis godsdienstig gezang plaats grijpen; dat door den onderwijzer tot leidraad bij het geschiedkundig onderrigt zal worden gebruikt: Het onderwijs in de bijbelse geschiedenissen voor eenigzins gevorderden door J. Prins, predikant te Amsterdam; dat gedurende den schooltijd altijd een ouderling of diaken, ieder op zijne beurt, zal aanwezig zijn, zullende hij die op zijne beurt niet verschijnt of niet een ander in zijne plaats doet komen, voor dit verzuim eene boete betalen van 25 cents, blijvende het den predikant voorbehouden bij het te geven onderwijs ten allen tijde aanwezig te mogen zijn. Als nu overgaande tot de benoeming van een onderwijzer dier school, wordt daarvoor met eenparige stemmen aangewezen A.S.C.M. van Waveren op een jaarlijksch traktement van f 50. Aan den benoemden zal van deze aanstelling door den predikant kennis worden gegeven en hem eene schriftelijke instructie worden uitgereikt. Niets meer te behandelen zijnde, wordt met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 5 januari 1859 Alle leden waren tegenwoordig. Deze bijeenkomst op de gebruikelijke wijze met gebed ge¸pend zijnde, heet de voorzitter de nieuwe leden des kerkeraads welkom en uit hij den wensch, dat zij met de overige leden in eenen geest de belangen der gemeente van Christus aan deze plaats, zooveel in hun vermogen is, zullen helpen bevorderen. Daarna worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. In deze eerste vergadering des jaars worden voorts de 3 e en 4e afdeeling van het reglement op de kerkeraden voorgelezen. De broodlijst wordt opgemaakt en de uitdeeling van hemden even als ten vorigen jare bepaald. Op voorstel van den predikant wordt met algemeene stemmen besloten, dat voortaan geene huisgezinnen meer bedeeld zullen worden, wanneer de hoofden des gezins, geene lidmaten zijnde, althans gedurende den wintertijd de catechesatien niet [244r] getrouw bijwonen. Op eene missive van kerkevoogdebn alhier, waarbij zij den wensch uitspreken om meerdere uitbreiding aan het godsdienstige onderwijs te geven dan alleen door de oprigting eener zondagschool, zal ge¦ntwoord worden, dat het den kerkeraad aangenaam 279
wezen zal van kerkvoogden te mogen vernemen welke uitbreiding zij zouden wenschen en wat zij tot het doen daarvan zouden willen bijdragen. Stond binnen de weduwe Van Zanten, verzoekende nu hare winterbedeeling terug te mogen ontvangen. Dit verzoek wordt ingewilligd, doch haar daarbij ernstig op het harte gedrukt om zich voortaan door een christelijken wandel te onderscheiden, opdat de kerkeraad geene nieuwe klagten mogen ter oore komen. Nog werden de doop-, lidmaten- en trouw-boeken met hunne dubbelboeken vergeleken en voor collatum geteekend, terwijl daarna deze vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 4 februarij 1859. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend, zo ook de rekening van uitgaaf over de maand januarij. Was ingekomen de collectebrief voor het fonds voor noodlijdende kerken en personen, welke voor notificatie wordt aangenomen. Wordt besloten die collecte, even als andere jaren, door middel van eenಬ derden omgang in de kerk te doen plaats grijpen, zullende echter aan die notabelen die alsdan niet ter kerke geweest mogten zijn, door eene schaalcollecte aan hunne woning nog gelegenheid worden verleend om ten behoeve van dit fonds iets van hunnen overvloed te kunnen bijdragen. Van dit besluit zal de predikant bij de aanbeveling der collecte op den vorigen zondag aan de gemeente kennis geven. De voorzitter deelt aan de vergadering mede, dat nog altijd Jan van den Berg nalatig is om de blijkens contract verschuldigde wekelijksche huur ad 40 cents aan de diaconie te voldoen. Hij stelt dus voor om genoemden Jan van [244v] den Berg voor den kerkeraad te doen komen en hem aan te zeggen, dat, zoo hij van dit oogenblik af zijne verschuldigde huur niet betaalt, alsdan de kerkeraad met mei aanstaande de door hem in huur aangenomen woning publiek zal doen verkoopen. Na langdurige discussien wordt dien overeenkomstig besloten. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter deze bijeenkomst met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling. Kerkeraads-vergadering gehouden 4 maart 1859. Alle leden waren tegenwoordig behalve de broeders Van Dijk en Deerns zonder kennisgeving. De notulen werden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Ten aanzien van het huisje, bewoond door Jan van den Berg, wordt besloten om tot den verkoop over te gaan, na alvorens het door genoemde Van den Berg te hebben doen ontruimen. Op voorstel van den predikant wordt besloten om het huisje der diakonie in de Muntstraat te doen verwen. Na het bespreken van nog eenige te verrigten reparatien aan den aak, bij Den Hartog in huur, en van eenige kleeding voor Van Emmerik, bij P. Verkerk inwonende, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed geopend was. Quotd testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk [245r] 280
Kerkeraads-vergadering gehouden 8e april 1859. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Grivel en Deerns zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. De predikant deelt mede, dat hij de diakenen van Nederlangbroek bij zich gehad heeft, die voor de huur van het huisje aan den Wijkerweg, bewoond door Jan van den Berg, tegen een wekelijksche betaling ad 40 centen hebben goed gesproken van af 1 e mei aanstaande. Verder werd door den administrerende diaken C.J.R. Kroon rekening gedaan over den jare1858 en bleek de ontvangst te zijn f 2108,795 en de uitgaaf f 1906,305, zoodat er een batig saldo bestond van f 202,49. De rekening afgehoord en in orde bevonden zijnde, zal door den predikant in het boek worden ingeschreven, terwijl inmiddels de administrerende diaken wordt dankgezegd voor zijne administratie en de belangen van het diakoniefonds hem verder op het hart worden gedrukt. Nog deelde de administrerende diaken mede, dat broeder Krouwel achter zijn huis een schuur heeft gebouwd op de gemeenschappelijke heining van hem en de diakonie zonder daartoe eenige toestemming te hebben gevraagd of voor eenige waterloosing te hebben gezorgd. Er wordt in deze besloten, dat hem zal worden aangezegd, dat, zoo hij zijne schuur niet weder wil opbreken, hij zich schriftelijk zal hebben te verbinden: 1 e om voor eene behoorlijke waterloosing op zijn eigen erf te zorgen; 2 e om die heining, zoolang die schuur er op rusten zal, alleen te onderhouden en 3 e om die heining steeds als gemeenschappelijk eigendom te erkennen, zoodat de diakonie met hem daarop ten allen tijde gelijke regten zal bezitten. Niets meer te behandlen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderling [245v] Kerkeraads-vergadering gehouden 4 mei 1859. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Boeschoten zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de maandelijksche rekening van uitgaaf. Even eens werd de jaarlijksche rekening van ontvangst en uitgaaf door den geheelen kerkeraad geteekend en de diaken boekhouder voor zijne administratie gedechargeerd. Ten aanzien van het batig daldo der diaconie wordt er bepaald, dat daarvoor, voor zoover zulks niet tot onderhoud der armen reeds25 vereischt wordt, ter gelegener tijd inschrijving op het grootboek Nederlandsche Werkelijke Schuld zal worden aangekocht. Voorts wordt de lijst der zomerbedeeling opgemaakt en vastgesteld. Ten aanzien van de noodige reparatien aan de armenwoningen wordt er besloten, dat deze alleen aan protestantsche werklieden zullen worden aanbesteed. Nierts meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden op 19 mei 1859. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van de Stadt, die echter later binnen treedt. Nadat de praeses met gebed ge¸pend en de notulen geresumeerd waren, treedt de gecommitteerde van het klassikaal bestuur van Wijk, ds. H.P. Calkoen, predikant te Schalkwijk, binnen tot het houden der 25
Lezing van dit woord is onzeker.
281
persoonlijke kerkvisitatie. Met ds. Opzoomer tot het houden dezer handeling afgevaardigd, wordt in de gemeente waar deze laatste predikant is, dit werk, volgens artikel 8 van het reglement op de kerkvisitatie, alleen door ds. Calkoen verrigt en rangschikt ds. Opzoomer zich onder den kerkeraad en draagt volgens artikel 11 van genoemd reglement het praesidium aan den mede gecommitteerden Calkoen over. De vragen, die naar kerkelijk voorschrift behooren te worden voorgesteld, op voldoende wijze be¦ntwoord zijnde en de zaken in de beste orde bevonden zijnde, scheidde de gecommitteerde [246r] met zegen bede over de gemeente aan deze plaats en over hare opzieneren. Zijn eerwaarde daarop vertrokken zijnde, sloot de predikant deze vergadering met dankzegging. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 8 julij 1859. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Dijk zonder kennisgeving en broeder Kroon met kennisgeving van ongesteldheid. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de beide vorige maanden. De toelage aan P. Verkerk voor kostgeld ten behoeve van J. van Emmerik wordt bepaald op 75 cents per week, onder voorwaarde [dat] de kerkeraad hem nog gedurende 2 jaren aan zijne leiding zal toevertrouwen, zullende de wekelijksche tegemoetkoming voor het 2e jaar slechts 50 cents per week zijn. Voor J. van Doorn en G. Verkerk wordt de bedeeling op eene weekelijksche toelage van 50 cents gebragt. De praeses stelt voor om de boete, bepaald op het niet bijwonen der godsdienstoefeningen voor de leden des kerkeraads, af te schaffen en het aan ieders geweten over te laten in deze zijne verpligting overeenkomstig de voor het aangezicht van God en de gemeente eenmaal afgelegde belofte te kennen en te betrachten. Met algemeene stemmen werd dit voorstel aangenomen. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomder, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderling [246v] Kerkeraads-vergadering gehouden 5 augustus 1859. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van de Stadt met kennisgeving en de broeders Grivel en Deerns zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Niets meer te behandelen zijnde, werd deze bijeenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 9 september 1859. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Deerns, zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Van wege het hoofdbestuur van het zendeling-genootschap is ingekomen een verslag van den staat en de werkzaamheden van genoemd genootschap, welk verslag aan de leden 282
des kerkeraads, voor zooverre zij daarmede nog niet bekend zijn, zal worden rondgezonden. Ten aanzien van de weduwe Van Zanten, die door haar onzedelijk gedrag zich onwaardig heeft gemaakt uit de diakoniefondsen te worden bedeeld, wordt er besloten haar aan het gemeente-bestuur ter verpleging aan te bevelen, wordende inmiddels de predikant gemagtigd naar bevind van zaken voor de ongelukkige, hulpbehoevende kinderen eenige bedeeling uit te reiken. Nog worden eenige kerkelijke zaken broederlijk besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten is, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling [247r] Kerkeraads-vergadering gehouden 3 november 1859. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de beide laatste maanden. De voorzitter doet mededeeling van ingekomen stukken, als: 1 e van eene missive van heeren kerkvoogden, inhoudende kennisgeving, dat de heer K. Krouwel met ultimo december aanstaande als notabele moet aftreden en tevens het verzoek om vµµr 25 november eerstkomend de nominatie van een dubbeltal voor het kollegie van toezigt aan hen in te zenden. 2e van eene missive der sijnode aan de kerkeraden tot het houden eener buitengewone collecte ten behoeve van het fonds voor noodlijdende kerken enz. over 1859 en 3e van een intekenlijst op een geschrift getiteld : Nieuwe geestelijke bloemhof enz. De winterbedeeling wordt voorts geregeld en ten aanzien van de weduwe J. van Zanten bepaald, dat, indien de te nemen informatien aangaande haar zedelijk gedrag in den laatsten tijd niet ongunstig uitvallen, haar hare bedeeling zal worden teruggegeven, na dat zij vooraf op den eerstvolgenden zondag in de vergadering van den kerkeraad, na afloop der voormiddag godsdienstoefening, door den predikant ernstig zal zijn opgewekt tot het houden van een onbesproken christelijken wandel. De diaken-boekhouder doet rekening van de soep-uitdeeling over 1858/59, waaruit blijkt, dat de ontvangst was geweest f 3158,50 en de uitgaaf f 2125,17, zoodat er een batig saldo bestond van f 96,33, hetgeen als post van ontvangst in de diakonie-rekening over dit jaar zal worden ingebragt. Daarna ging men over tot de keuze van een dubbeltal voor notabele naar aanleiding van bovenvermelde ingekomen missive van heeren kerkvoogden. Voor 1 e kandidaat verkregen de heer G.J. Jacobsen 7 stemmen en C.J.R. Kroon 1 stem, en voor 2e kandidaat C.J.R. Kroon 5 stemmen en B.G. van Heijst, J. van Dijk en Jacobsen elk 1 stem. Het dubbeltal van de heeren [247v] G.J. Jacobsen als 1e kandidaat en C.J.R. Kroon als 2e kandidaat zal aan heeren kerkvoogden worden ingezonden. Stond binnen vrouw Van Aalten, verzoekende voor haar ziek kind den doctor, hetgeen haar wordt ge¦ccordeerd met dien verstande, dat haar man later de kosten der geneeskundige hulp µf geheel µf gedeeltelijk aan den kerkeraad zal vergoeden. Vele zaken de godsdienstige belangen der gemeente betreffende, worden eindelijk nog besproken, waarna de voorzitter een hartelijk woord van afscheid rigt tot den broeder 283
ouderling A. van de Stadt, die eerlang naar elders zal vertrekken. Op de gebruikelijke wijze wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 16 december 1859. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de laatste voorgaande zes weken. Er geschiedt mededeeling van eene missive van de sijnode, inhoudende het voorloopig aangenomen gerevideerd artikel 23 van het algemeen reglement, waarop de consideratien der provinciale kerkbesturen en van de klassikale vergadering worden gevraagd. Overgaande tot de verkiezing van nieuwe kerkeraadsleden, werd de ouderling J. Grivel, die met 1e januari aanstaande moest aftreden volgens artikel 11 van het reglement op de kerkeraden, weder herkozen. Bepaalde zich voorts de keuze op Gerhard Joan Jacobsen en zulks in plaats van den naar elders vertrokken ouderling Adriaan van de Stadt, terwijl eindelijk volgens evengenoemd artikel mede herkozen werd de aftredende diaken Cornelis Jan Roeland Kroon. De eerste der benoemden ontving zes stemmen, terwijl een blanco briefje was ingeleverd, de beide laatsten werden met 7 stemmen en dus eenparig verkozen. Nog stond binnen Jan Lubbers, verzoekende wegens rhumatisme in de lendenen en daaruit voortvloeijende ongeschiktheid tot arbeid eenigen onderstand. Een attest van den geneesheer de waarheid zijner verklaring bevestigende, besluit de vergadering hem provisioneel eene wekelijksche [248r]
bedeeling van 60 cents toeteleggen en hem voorts tot herstel een verwarmende roodbaaijen borstrok en onderbroek te doen uitreiken. Na een welwillend woord door den heer ouderling Gerth van Wijk met het oog op de laatste vergadering dezes jaars tot den voorzitter gerigt en door dezen op gepaste wijze be¦ntwoord, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 11 januari 1860. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Jacobsen, die wegens ongesteldheid niet volgens artikel 10 van het reglement op de kerkeraden op den zondag volgende op de laatste afkondiging mede is bevestigd. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Overeenkomstig artikel 13 van evengenoemd reglement geschiedt voorlezing van de derde en vierde afdeeling van dit reglement. Stond binnen vrouw Hazekamp, verzoekende voor hare moeder een laken en een paar klompen, hetgeen wordt toegestaan. Voorts werd aan G. Zwartz tijdens zijne ongesteldheid eene wekelijksche bedeeling van f 1 toegelegd. Nog werd de broodlijst opgemaakt en de doop-, lidmaten- en trouw-boeken met hunne dubbelboeken gecollationeerd en geteekend, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, HJ.A. Gerth van Wijk, ouderling
284
[248v] Kerkeraads-vergadering gehouden 3 februarij 1860. Alle leden waren tegenwoordig. De voorzitter op gebruikelijke wijze deze bijeenkomst met gebed geopend hebbende, heet den broeder ouderling Jacobsen, die op den voorgaanden zondag in de voormiddaggodsdienstoefening in zijne kerkelijke bediening was bevestigd, welkom in ons midden en terwijl hij hem met zijne spoedige herstelling geluk wenscht, uit hij tevens den wensch, dat hij met ons in broederlijken zin de belangen der hervormde gemeente aan deze plaats zal helpen bevorderen. Daarna worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekenng van uitgaaf over de vorige maand. Een ingekomen stuk van het hoofdbestuur des Nederlandsche Bijbelgenootschap tot kostelooze uitreiking van den Bijbel bij plaatsgrijpende huwelijken wordt voorgelezen en voor notificatie aangenomen. Aan het verzoek tot invulling van de armen-staten no 10, 12 en 2, uitgedrukt in eene geleidende missive van burgemeester en wethouders alhier van 1 februarij laatstleden, berigt de voorzitter, dat onmiddelijk is gevolg gegeven. De eigendomsbewijzen der diakonie worden vervolgens met den ligger vergeleken en door de vergadering in orde bevonden. Alsnu vraagt en verkrijgt broeder Gerth van Wijk het woord en deelt hij aan de vergadering mede, dat de naai- en brei-school alhier, opgerigt door de afdeeling van het Nut van ಬt Algemeen, niet uit de gelden der afdeeling zal kunnen worden in stand gehouden. Doordrongen van het groote nut dier school voor de meisjes uit den minderen stand zou hij het grootelijks betreuren, indien zij moest worden gesloten. Hij vraagt derhalve of er geene termen zouden aanwezig zijn om haar, al was het dan ook onder eene meer kerkelijke rigting, voor deze gemeente te bewaren en voor een deel mede uit de diakonie kas te subsidieren? De voorzitter daarop het woord nemende, ondersteunt het voorstel van broeder Gerth van Wijk, prae¦dviseert om bijaldien er een verzoek van het bestuur der afdeeling van het Nut van ಬt Algemeen in den geest van het gedane voorstel mogt inkomen, dat verzoek in te willigen en stelt voor om daarop in de maart-vergadering een besluit te nemen. Dien overeenkomstig wordt besloten. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderling [249r] Kerkeraads-vergadering gehouden 1 maart 1860. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeders Boeschoten en Kroon zonder kennisgeving. De rekening van uitgaaf over de vorige maand alsmede de notulen der vorige bijeenkomst worden na het gebed voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Er geschiedt mededeeling van de ingekomen collecte brief voor noodlijdende kerken en personen, van een voorlopig aangenomen artikel in het reglement op het hulppredikerschap en van een circulaire, uitgegaan van de commissie voor de zaken der protestantsche naai- en breischool, met begeleidende missive dier commissie, inhoudende beleefd verzoek om die school met eene jaarlijksche subsidie uit de diakoniekas te willen begunstigen. Terwijl de beide eerstgenoemde ingekomen stukken voor notificatie worden aangenomen, brengt de voorzitter ten aanzien van het verzoek der commissie voor de protestantsche naai- en breischool in omvraag of men aan die school subsidie uit de diakonie-kas zal 285
verlenen, al of niet? Deze vraag wordt door al de aanwezige leden, broeder Grivel eeniglijk uitgezonderd, toestemmend be¦ntwoord. Verder stelt de voorzitter voor om die subsidie te bepalen op eene jaarlijksche bijdrage van f 25 tot wederopzeggens toe en wel onder die voorwaarde, dat de kinderen onzer diakonie-armen op die school kosteloos zullen worden toegelaten. Dit voorstel wordt met meerderheid van stemmen aangenomen tegen de stem van broeders Grivel en Deerns, die de te geven subsidie hooger zouden wenschen te zien bepaald. Van het genomen besluit der vergadering zal aan de commissie, waarvan het verzoek was uitgegaan, kennis worden gegeven. Nog wordt de hemden-lijst opgemaakt en vastgesteld, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J.A. Gerth van Wijk, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 13 april 1860. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de laatst-verloopen maand. Er geschiedt voorlezing van twee ingekomen missiven, de 1ste van het klassikaal bestuur van Wijk, inhoudende de goedkeuring van het ingezonden huishoudelijk reglement voor den kerkeraad en de 2e van de commissie uit het departement der Maatschappij tot Nut van ಬt Algemeen [249v] en belast met het opsporen van middelen tot instandhouding der protestantsche naai- en breischool alhier, waarbij de kerkeraad wordt uitgenoodigd voor genoemde school ««nಬ commissaris te benoemen. Terwijl de 1e missive voor notitifcatie wordt aangenomen, wordt er naar aanleiding van de 2e besloten aan de daarin vervatte uitnoodiging te voldoen. Dien ten gevolge wordt tot commissaris benoemd ds. W. Opzoomer, die zich die keuze laat welgevallen. Verder werd door den administrerende diaken C.J.R. Kroon rekening gedaan over den jare 1859 en bleek de ontvangst te zijn f 2160,79 5 en de uitgaaf f 1946,42, zoodat er een batig saldo bestond van f 214,375. De rekening afgehoord en in orde bevonden zijnde, zal door den predikant in het boek worden ingeschreven. Stond binnen vrouw Zwarz, verzoekende, bij de voortdurende ongesteldheid van haren man, hare bedeeling eenigzins te zien verhoogd. Er wordt besloten om voorlopig, immers zoo lang haar man door ziekte tot werken ongeschikt is, de bedeeling te brengen op f 2 per week. Nog wordt aan eenige armen een kleine ondersteuning in kleeding toegestaan. Eindelijk werden de tabellen der schriftelijke kerkvisitatie opgemaakt en geteekend, waarna de vergadering met dankzegging gesloen werd, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, prediaknt, J.A. Gerth van Wijk, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 3 mei 1860. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Boeschoten met kennisgeving. Na het gebed werden de notulen der vorige zamenkomst voorgelezen, goedgekeurd en geteekend. Het zelfde geschiedde ook met de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand, alsmede met de rekening van ongtvangst en uitgaaf over den jare 1859, welke laatste rekening, nu door den predikant in het daarvoor bestemde boek ingeschreven, door den 286
[250r] ganschen kerkeraad werd onderteekend, terwijl de diaken boekhouder behoorlijk voor zijne gehoudene administratie werd dank gezegd en de belangen der diaconie hem verder met den meesten aandrang werden aanbevolen. De lijst der zomerbedeeling werd voorts opgemaakt en vastgesteld. Daarna werd een voorstel in overweging genomen, om de zondagschool gedurende den zomertijd eenige weken te doen stil staan. Na discussie wordt er besloten, dat van 1e junij af tot ultimo augustus er geene zondagschool zal worden gehouden, waarvan door den predikant aan den onderwijzer zal worden kennis gegeven. Na het bespreken van nog eenige zaken zoowel tot de stoffelijke belangen als tot het geestelijk leven der gemeente betrekking hebbende, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Gerth van Wijk, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 julij 1860. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Van Dijk zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de beide laatstverloopene maanden. Door den predikant geschiedt overeenkomstig artikel 14 nr. 10 van het reglement op de kerkeraden verslag van het verhandelde op de in de vorige maand gehouden klassikale vergadering. Deze mededeeling geeft aanleiding tot het bespreken van de naar onze meening zoo treurige rigting der moderne theologie. Bij al de afwijkingen van den menschelijken geest op het gebied des christendoms gevoelen de leden des kerkeraads zich echter bemoedigd door de troostvolle gedachte, dat de Heer der gemeente leeft en waken zal naar zijne belofte, dat de poorten der hel haar niet zullen overweldigen. Met dankzegging voor onze evangelische voorregten en met de ernstige bede, dat de kerkeraad die voorregten steeds hoog moge waarderen, wordt de vergadering gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Gerth van Wijk, ouderling.
[250v] Kerkeraads-vergadering gehouden 7 september 1860. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Jacobsen en Deerns zonder kennisgeving. De notulen werden gelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de twee laatstverloopene maanden. Stond binnen de weduwe Van Aalten, verzoekende met den dood van haren man eenige verhooging van bedeeling. Uithoofde van haren hoogen leeftijd wordt besloten hare bedeeling te bepalen op f 1,25 per week, terwijl voorts de bedeeling van de weduwe G. Zwarts gebragt wordt op f 1 per week gedurende den zomer en op f 1,50 per week in den wintertijd. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergdering met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. A. Gerth van Wijk, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 7 november 1860. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders ouderlingen Jacobsen en Grivel, de eerste met, de laatste zonder kennisgeving. 287
Na het gebed worden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de twee laatstverloopene maanden. Er geschiedt voorlezing van de navolgende ingekomen stukken: 1e eene missive van heeren kerkvoogden, behelzende mededeeling, dat de heer J.A. Gerth van Wijk met 1 januarij aanstaande aftreedt en tevens verzoek om vµµr 25 november aanstaande het vereischte dubbeltal in te zenden. 2e eene aanschrijving van het klassikaal bestuur van Wijk aanvragende opgave, of de diakonie overeenkomstig de voorschriften van het diakonie reglement in normalen of abnormalen toestand verkeert. 3e een sijnodale aanschrijving, om voor het fonds tot verbetering van de schraalste predikants traktementen in de gemeente zoo mogelijk bijdrage te verwerven en zoo kerkvoogden reeds subsidie geven, hen, indien het kan, tot verhoogde belangstelling te bewegen. 4e het vastgestelde reglement op het hulppredikerschap. Overgaande tot de benoeming van een dubbeltal voor notabelen, verkrijgt de heer J.A. Gerth van Wijk als 1e kandidaat bij eene eerste stemming alle stemmen, terwijl tot 2e kandidaat bij het lot tegen
[251r] den heer J.H. Deerns wordt aangewezen C.J.R. Kroon, nadat 2 vrije en eene gedwongen stemming vruchteloos hadden plaats gehad. Op het sub no 2 gememoreerde zal geantwoord worden, dat de diaconie alhier in normalen toestand verkeert. Overeenkomstig den wensch der sijnode sub no 3 vermeld, zal de kerkeraad door eene inteekenlijst te doen rondgaan in de gemeente bijdrage voor genoemd fonds pogen te verwerven en ook aan heeren kerkvoogden eene aanschrijving doen toekomen tot verhoogde deelneming. No 4, het reglement op het hulppredikerschap, wordt voor notificatie aangenomen. Aan het huisgezin van Lubbers wordt eene verhoogde bedeeling van f 2.50 en van Van Doorn van f 1.50 per week togelegd en zulks zoolang den winter duurt en hunne omstandigheden even ongunstig blijven. Nog worden eenige zaken, de belangen der gemeente betreffende, broederlijk besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J.H. Gerth van Wijk, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 december 1860. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand november. Daarna werd de rekening over de soepuitdeeling van 1859/60 afgehoord en bleek de ontvangst te zijn f 328.80 en de uitgaaf f 206.21 zoo dat er een batig slado bestond van f 122.59. Voorts ging men over tot verkiezing van nieuwe kerkeraadsleden en werd in plaats van den heer J.A. Gerth van Wijk tot ouderling verkozen jonkheer mr. L.H. van Asch van Wijck en in plaats van den heer J.H. Deerns tot diaken de heer H.M. van Voorthuijsen, beiden met algemene stemmen. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling
288
[251v] Kerkeraads-vergadering gehouden 8 januarij 1861. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Van Dijk met kennisgeving. De voorzitter heet de nieuwe leden, voor het eerst in de vergadering aanwezig, welkom en drukt den wensch uit, dat zij mede zullen bijdragen om den broederlijken zin te bevorderen en de belangen der gemeente van Christus aan deze plaats naar hunne beste kennis en wetenschap te behartigen. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Voorts geschiedt voorlezing van de 3e en 4e afdeeling van het reglement op de kerkeraden, alsmede van het huishoudelijk reglement. Nog werd de broodce¬l opgemaakt en vastgesteld en het doop-, lidmaten- en trouwboek met de dubbelboeken naauwkeurig vergeleken en voor collatum geteekend. Daarna bragt de voorzitter in de vergadering het verzoek van een hoogbejaard persoon, die op schriftelijke belijdenis vergunning vroeg, om te mogen worden aangenomen, waartegen geene gewigtige bezwaren door de broeders ouderlingen in de midden gebragt wordende, alzoo wordt toegestaan. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 februarij 1861. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Van Dijk, Grivel en Kroon. Na het gebed worden de notulen der vorige zamenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Er geschiedt voorlezing van een antwoord van heeren kerkvoogden alhier op de gedane aanvrage, om de bijdrage tot ondersteuning van het fonds ter verbetering van de schraalste predikants traktementen te willen verhoogen, welk antwoord voor notificatie wordt aangenomen. Nog zijn ingekomen eenige stukken van de algemeene sijnode, welke
[252r] aan de leden ter visie zullen worden gezonden. Stond binnen vrouw Schmidt, verzoekende om eenige ondersteuning. Uithoofde van den hoogen leeftijd van haar en haren man wordt haar tot mei aanstaande eene wekelijksche bedeeling van 60 cents toegelegd. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 5 maart 1861. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Grivel met kennisgeving en broeder Boeschoten zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten met het einde dezer maand de huurbetaling van A. Stuart te doen ophouden. Omtrent de kleeding van J. Emmerik, die mede tot lidmaat zal worden aangenomen, worden eenige nadere bepalingen gemaakt. Voorts worden de tabellen der kerkvisitatie ter tafel gebragt en wordt het antwoord bij elk der vragen door den voorzitter gelezen, behoorlijk 289
bijgeschreven en ging men daarna over tot onderteekening der aldus ingevulde tabellen door al de leden der vergadering. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering op gebruikelijke wijze met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 9 april 1861. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Van Dijk en Boeschoten, beiden zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Voorts deelt de administrerend diaken den leden des kerkeraads mede, dat
[252v] de verhuurder van het huisje, bewoond door A. Stuart, borg voor de huurpenningen zal blijven, als Stuart in gebreke mogt blijven aan zijne verpligting te voldoen. Na langdurige discussien wordt besloten aan den verhuurder aan te zeggen, dat de kerkeraad zich ontslagen acht, om, nadat hij de goedspreking der huur behoorlijk had doen opzeggen, nog langer zich voor Stuart te verbinden, terwijl men altijd nog, indien onverhoopt de verhuurder zich met die bepaling niet mogt te vrede stellen, tot nadere propositien zou kunnen komen. Verder geschiedde door den administrerend diaken rekening van ontvangst en uitgaaf over het vorige jaar. De ontvangst bedroeg f 2094.76 en de uitgaaf f 1845.72 zoodat er een batig saldo bleek te zijn van f 249.04. Nadat de rekening door den predikant in het boek is ingeschreven, zal hij door de vergadering afgesloten en geteekend worden. Niets meer te behandelen zijnde, wordt deze bijeenkomst met dankzegging gesloten gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 7 mei 1861. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Hetzelfde geschiedde ook met de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand, alsmede met de rekening van ontvangst en uitgaaf over den jare 1860, welke laatste rekening, nu door den predikant in het daarvoor bestemde boek ingeschreven, door den geheelen kerkeraad werd onderteekend, terwijl de diaken-boekhouder voor zijne gehoudene administratie werd dank gezegd en de belangen der diakonie hem verder met den meesten aandrang op het harte werden gedrukt. Nog werd de lijst der zomerbedeeling opgemaakt en vastgesteld, waarna de vergadering met dankzegging werd gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
[253r] Kerkeraads-vergadering gehouden 5 julij 1861. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Van Dijk, Jacobsen, Van Asch van Wijck, die echter later binnentreedt, en Boeschoten. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de beide laatste maanden. 290
Was ingekomen eene akte in duplo, opgemaakt ter zake van het legaat gemaakt aan de hervormde diakonie te Wijk bij Duurstede door wijlen jonkvrouwe Van Lijnden van Lunenburg met geleidende missive van den heer notaris Van Schermbeek, welke akte na lectuur geteekend wordt en waarvan er ««n aan heeren executeuren zal terug gezonden worden en de ander onder berusting des kerkeraads in de kist zal worden gedeponeerd. Naar aanleiding van artikel 14, 10o van het reglement op de kerkeraden in verband met artikel 38 van het algemeen reglement deed de voorzitter verslag van hetgeen er op de klassikale vergadering van 26 junij laatstleden is verhandeld. Na het bepalen der bedeeling van De Reuver op 50 cents wekelijks en het opdragen van eenige reparatien aan de armenhuisjes aan de zorg der diakenen, alsmede na het vaststellen der voorwaarden waarop de weduwe Van Soest in ««n onzer woningen zal kunnen verbijven, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 6 september 1861. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de twee laatst verloopen maanden. Er wordt besloten, om reeds nu met de bezorging der armenhemden een aanvang te maken. Voorts wordt bepaald, dat nog een laatste poging zal worden aangewend, om de weduwe Van Soest tot betaling der wekelijksche huishuur te bewegen, zullende zij bij het mislukken dier poging tot het ontruimen dier woning bij deurwaarders exploit worden aangemaand. De aanvrage om geneeskundige hulp door de vrouw van Joh. Versteeg wordt voor als nog gewezen van de hand.
[253v] Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 8 november 1861. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden den notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de twee jongstverloopen maanden. De voorzitter deelt mede, dat ingekomen zijn de navolgende stukken. Vanwege de sijnode een voorloopig aangenomen reglement op de verkiezing van kerkeraadsleden, voorloopig aangenomen veranderingen en uitbreiding van het reglement op de vakaturen, voorlopig aangenomen veranderingen in het reglement van kerkelijk opzigt en tucht, eene missive omtrent getrouwe naleving van het reglement op de diakonien en eene omtrent het gebruik van den catechismus en der evangelische gezangen, welke allen te zamen met eenಬbrief van bestuurders van het Nederlandsch Zendings Genootschap aan de leden des kerkeraads voor 4 dagen ter lectuur zullen worden verzonden. Nog was ingekomen eene sijnodale circulaire tot onderzoek, wat door de kerkeraden is geschied in ಬt belang van het godsdienst-onderwijs der hervormde schooljeugd?, waarop door den voorzitter een antwoord wordt voorgelezen, dat door den kerkeraad wordt goedgekeurd en onderteekend. 291
Werd voorts gelezen eene ingekomen missive van het kollegie van kerkvoogden alhier, kennis gevende, dat de heeren Van Markestijn en Grivel met ultimo december als notabelen aftreden en verzoekende om voor den 15en dezer maand de vereischte dubbeltallen te wilen inzenden. Dien ten gevolge gaat men tot de stemming over in de 1e plaats voor den heer Van Markestijn en ontving deze als 1e kandidaat 6 stemmen, terwijl 2 stemmen zich op den heer Van Asch van Wijck vereenigden. Voorts werd na eene tweede stemming, waarbij de heeren Van Asch van Wijck en Kroon ieder 4 stemmen verkregen, door het lot de heer Van Asch van Wijck als 2e kandidaat aangewezen. Als nu eene keuze voor den heer J. Grivel moetende geschieden, worden bij eene eerste stemming op het dubbeltal gebragt de heer Grivel als 1e kandidaat en de heer Kroon als 2e kandidaat, ieder met 6 stemmen. De diaken boekhouder doet rekening van de soepuitdeeling over 1860/61, waaruit blijkt, dat de ontvangst is geweest f 315.- en de uitgaaf f 254.375, zoodat er een batig saldo bestaat van f 60.625.
[254r] welk saldo in de diakonierekening van 1861 als post van ontvangst zal worden ingebragt. De voorzitter stelt voor, om bij den druk der tijden en het mislukken van den aardappeloogst de soepuitdeeling met december aanstaande aan te vangen en tevens de uitdeeling dagelijks, uitgenomen den zondag, te doen plaats grijpen en mitsdien de gegoede gemeente-leden van den predikstoel te doen opwekken tot verhooging hunner jaarlijksche bijdrage op de inteekenlijst, waarmede broeders diakenen in den loop dezer week zullen omgaan, waartoe hij een door hem opgesteld woord voorleest. Met eenparige stemmen vereenigen zich de leden met dit voorstel en met het geconcipieerde woord van opwekking. De hemdenlijst werd nagegaan en vastgesteld. Daarna stond binnen Arie Vermeulen, verzoekende eenigen onderstand gedurende den winter, hetgeen met eenparigheid door den raad wordt afgewezen. Na eenige broederlijke zamenspreking werd nu de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling. Kerkeraads-vergadering gehouden den 6en december 1861. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over november laatstleden. Op de inteekenlijst der te houden soepuitdeeling bleek te zijn ingeschreven de voor deze gemeente niet onbelangrijke som van f 129.75 cents. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten aan de gemeente van het bedrag der ingeteekende som kennis te geven en haar van den predikstoel dank te zeggen voor haar betoond christelijk medelijden. De soep- en broodlijsten werden opgemaakt en vastgesteld en eenige behoeftigen, die binnen stonden, gehoord en hare verzoeken om bedeeling al of niet ingewilligd. Daarna had de verkiezing van nieuwe kerkeraads-leden plaats en werden J.Lokhorst tot ouderling en E.A. van Amerongen met algemene stemmen gekozen, zulks in plaats van den aftredenden ouderling F. van Dijk en den diaken G. Boeschoten. Met dankzegging werd voorts de vergadering gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
[254v] 292
Kerkeraads-vergadering gehouden 10 januarij 1862. Na het gebed wenscht de voorzitter den nieuw benoemden ouderling en diaken J. Lokhorst en E. A. van Amerongen, die op den vorigen zondag bevestigd waren in hunne bediening en thans zitting hadden genomen, ter vergadering welkom en wenscht hun toe, dat zij de belangen der gemeente op waardige wijze mogen zoeken te behartigen. Daarna werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand december. Overeenkomstig artikel 13 van het reglement op de kerkeraden wordt de 3e en 4e afdeling van dat reglement voorgelezen, zoo ook het huishoudelijk reglement. Stond binnen de weduwe Van Bern, aan wie gedurende den tijd dat zij het gebruik van hare hand, die door eenಬval gekneusd is, mist, eene bedeeling van f 1.50 per week wordt toegelegd, terwijl daarentegen vrouw Van Harpen, die verzoekt om onder de wekelijks met brood bedeelden te worden opgenomen, wordt afgewezen. Voorts werd de legger met de in de kist voor handen zijnde papieren, effecten en verdere bezittingen vergeleken en werden de zaken in behoorlijke orde bevonden. Ook werden de doop-, lidmaten- en trouwboeken met hunne dubbelboeken geconfronteerd en voor collatum geteekend. Nog werden eenige zaken broederlijk besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 7 februarij 1862. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de diaken Kroon zonder kennisgeving. De notulen worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Naar aanleiding van de erfpachtsbrief van een stukje gronds op den hoek van de Flier- en Nieuwstraat, toebehoorende aan onze hervormde diakonie en thans
[255r] in erfpacht bij J. Dijkman alhier, blijkt het, dat genoemde Dijkman in verzuim is, om aan zijne verpligting bij dien brief uitgedrukt te voldoen en wordt er besloten, dat hem door den predikant zal worden aangezegd, dat, zoo hij in deze aan de gestelde voorwaarden niet voldoet, zijn regt van erfpacht zal komen te vervallen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 maart 1862. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgelopen maand. Naar aanleiding van het niet ontvangen door den administrerend diaken der f 100, die door heeren regenten van het Ewoud en Elisabeth Gasthuis waren geschonken ter ondersteuning der hervormde armen gedurende dezen winter en disponibel gesteld tegen 1e februarij doet de ouderling Van Asch van Wijck het voorstel, of het niet in het belang van het diakoniefonds wenschelijk ware, om gelden, die niet direct ter uitdeeling benoodigd waren, in de alhier bestaande spaarbank te leggen. Men besluit dit voorstel aan te houden en in de volgende vergadering bij het doen der rekening te behandelen. 293
Eveneens worden tot de volgende vergadering aangehouden: 1e. een voorstel van commissarissen bij monde van den president ingebragt, om aan de protestantse naai- en breischool toe te leggen eene subsidie dubbel zoo hoog als nu wordt verleend en wel omdat al de armen kinderen der gemeente kosteloos die school bezoeken en er voor die school zelve dringende behoefte aan meerdere ondersteuning bestaat. 2e. een voorstel van den predikant, om bij vernieuwing bij den raad een adres in te dienen, inhoudende verzoek tot afschaffing der kermis of anders tot afschaffing van het kermishouden op den zaterdag, opdat alzoo de daarop volgende dag des Heeren niet schromelijk worde ontheiligd. 3e. de uitgifte van een erfpacht van het stukje gronds gelegen op den hoek van de Nieuwstraat en de Flierstraat. Nog verzocht de predikant vergunning, om bij het Nederlandsch Bijbel Genootschap eenige bijbels voor rekening van het diakoniefonds te
[255v] mogen bestellen, ten einde die bij gelegenheid van de kerkelijke inzegening des huwelijks kosteloos aan de echtelingen uit te reiken, indien zij namelijk zich zulks door een kuisch en eerbaar leven hebben waardig gemaakt. Met eenparige stemmen wordt dit verzoek ingewilligd. Niets meer te behandelen zijnde werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 4 april 1862. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Van Voorthuijsen uithoofde van ziekte met kennisgeving. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Stond binnen de weduwe Van Aalten, verzoekende om uithoofde van hare hooge jaren haar zoo mogelijk te besteden, of anders hare toelage te verhoogen. De voorzitter deelt haar mede, dat de kerkeraad niet ongenegen is haar te besteden en het haar aldus vergund wordt, om naar een geschikt gezin, bereid haar als bestedeling op te nemen, omtezien en van haar onderzoek zondag daaropvolgende den kerkeraad kennis te geven. Als nu had de rekening plaats van ontvangst en uitgaaf over het afgelopen jaar 1861 en bleek, dat de ontvangst bedroeg de som van f 2126.12 en de uitgaaf f 1842.43 zijnde er alzoo een batig saldo van f 283.69. Dit in de saldo kas overgebragt, bevatte die kas eene som van f 934.69, waarvan besloten wordt onmiddelijk eene inschrijving ad f 600 3% aan te koopen, wordende tevens bepaald, dat, wanneer in de loop des jaars overtollige gelden in de diakonie-kas aanwezig zijn, deze alsdan door den administrerenden diaken op de spaarbank te dezer stede gezet zullen worden. Nadat de rekening door al de aanwezige kerkeraadsleden geteekend en de adminstrerende diaken gedechargeerd was, bedankte de predikant hem voor de zorg en den tijd, door hem aan de diakoniezaken gewijd, en wenscht hem daarvoor de goedkeuring van zijn geweten, maar vooral de goedkeuring van den hoogen God, die alles weet en ziet, van harte toe. Naar aanleiding van het batig saldo der rekening neemt alsnu de voorzitter de vrijheid om opnieuw te verzoeken, dat de kerkeraad besluiten mogt eene verdubbelde toelage voor dit jaar aan de protestantsche naai- en breischool alhier
294
[256r] toe te leggen, welke zaak in de vorige vergadering was aangehouden. Met algemene stemmen wordt dit verzoek ingewilligd en mitsdien de administrerende diaken gemagtigd aan den heer Gerth van Wijk als penningmeester dier school de som van f 50 uit te keeren. Om het vergevorderde uur wordt er besloten wat er nog verder te overwegen is in eene buitengewone vergadering na Paschen te behandelen, terwijl inmiddels de tegenwoordige zamenkomst met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 23 april 1862. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Amerongen zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, even als later ook de rekening van uitgaaf over de maand april. De ligger wordt nagegaan en vergeleken met de voor handen zijnde bewijzen van eigendom. Alle papieren worden in orde bevonden en daar, waar verschillende uitgangen uit huizen worden betaald, die van eigenaar veranderd zijn, zal van die verandering op den ligger behoorlijk aanteekening worden gehouden. De lijst der zomerbedeeling wordt voorts opgemaakt en vastgesteld. Daarna komt in behandeling het voorstel van den predikant in de vergadering van maart gedaan, betreffende de kermis te dezer stede. De broeders Jacobsen, Grivel en Van Voorthuijsen wenschten, dat alleen een verzoek van den kerkeraad aan den raad zou uitgaan, om te verkrijgen, dat de kermis met vrijdag eindigde en alzoo door het kermishouden van den zaterdag- op den zondagnacht de dag des Heeren niet ontheiligd worde. Voor het geheele voorstel vereenigden zich met den predikant de broeders Van Asch van Wijck, Lokhorst en Kroon, zoodat dit voorstel, met meerderheid van stemmen aangenomen zijnde, een concept-advies in dien geest door den predikant in gereedheid zal worden gebragt. Kwam ter tafel de door de douariªre Van Ittersum ter eene zijde en den predikant als gevolmagtigde des kerkeraads ter andere zijde geteekende akte van verkoop van een stukje gronds gelegen op den hoek van de Nieuwstraat en Flierstraat. Naar aanleiding daarvan wordt na langdurige dicussie door de vergadering bepaald, dat aan F. Dijkman zal worden voorgesteld dit stukje in vereeniging met het daaraan grenzende en reeds aan de diakonie toebehoorende stukje gronds in zijn geheel in erfpacht
[256v] te nemen en wel tegen den prijs van f 12 ಬs jaars en voor den tijd van twintig jaren met de verpligting voor hem, om daar ««n of meer woningen op te bouwen, welke woning of woningen na verloop van de twintig jaren de kerkeraad bevoegd zal zijn tegen behoorlijke taxatie over te nemen, terwijl geene overdragt µf door den genoemden Dijkman zelven, µf bij zijn overlijden zal mogen geschieden dan met volkomen goedkeuring van den kerkeraad. Werd besloten, om in zake van de niet betaling door den heer Van Strijen van den uitgang uit zijn huis op de Markt en aan den dijk gedurende de twee laatstverloopen jaren, genoemden heer in regten te vervolgen en tot het voeren van dit regtsgeding 295
overeenkomstig artikel 23 van het reglement op de diakonien de toestemming van het klassikaal bestuur aan te vragen. Betrekkelijk een uitgang uit een huis aan den Wal, toebehoorende aan H. van Amerongen en door dezen eigendunkelijk aan W. de Bruin overgedragen, is de kerkeraad van gevoelen, dat die overdragt niet kan of mag plaats hebben dan met toestemming des kerkeraads en onder waarborg eener daarvan gemaakte wettige akte. De ouderling Jacobsen wordt verzocht en belast zich er mede, om H. van Amerongen daarover te onderhouden. Nog maakte de predikant aan den kerkeraad bekend, dat hij bij de laatste huisbezoeking door W. de Bruin in de Volderstraat op zulk eene brutale wijze was bejegend, dat hij niet voornemens was bij dien persoon in ಬt vervolg weer huisbezoeking te doen, ten zij hij vooraf van eene meer zachtmoedige christelijke stemming de blijken had gegeven. Dit voor notificatie door de vergadering aangenomen zijnde, werd zij daarop op de gebruikelijke wijze met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 1 mei 1862. Alle leden waren tegenwoordig. De bijeenkomst met gebed ge¸pend zijnde, wer[den] de notulen der vorige vergadering voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Er geschiedde persoonlijke kerkvisitatie. Deze werd gehouden door ds. Th. J. Montijn, predikant te Doorn, daar ds. Opzoomer, predikant alhier, door het klassikaal bestuur van Wijk met hem gecommitteerd tot het doen der persoonlijke kerkvisitatie in den ring van Wijk volgens artikel 9 van het reglement op de kerkvisitatie zijne plaats onder de leden des kerkeraads had ingenomen. Alle de voorgeschrevene vragen werden be-
[257r] vredigend beantwoord, waarin de gecommitteerde voornoemd zich verheugde en waarop hij met zegenbede over de leden des kerkeraads en inzonderheid over de gemeente waarover zij gesteld zijn, scheidde. Daarop werd de vergadering op gebruikelijke wijze met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 12 junij 1862. Afwezig waren de broeders ouderlingen Grivel en Lokhorst en broeders diakenen Kroon en Van Voorthuijsen. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de laatstverloopen weken. Broeder Jacobsen bragt ter tafel eenen door hem op verzoek der vergadering geconcipieerden erfpachtsbrief van het stukje grond op de hoek van de Nieuw- en Flierstraat, welk concept wordt goedgekeurd, terwijl aan genoemden broeder door den praeses dank wordt gezegd voor de genomene moeite. Nog wordt als naar gewoonte de oudste ouderling afgevaardigd ter bijwoning der klassikale vergadering, terwijl voorts deze zamenkomst met dankzegging gesloten wordt. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
296
Kerkeraads-vergadering gehouden 9 julij 1862. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Grivel, Kroon en Van Amerongen. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand. Naar aanleiding van artikel 14, 10e van het reglement op de kerkeraden in verband met artikel 38 van het algemeen reglement deed de voorzitter verslag van hetgeen op de klassikale vergadering van 25 junij laatstleden belangrijks is verhandeld. Na het bespreken van eenige huishoudelijke zaken werd de vergadering daarop met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
[257v] Kerkeraads-vergadering gehouden 26 augustus 1862. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Kroon en Van Amerongen zonder kennisgeving. Na het gebed worden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden julij en augustus. Betrekkelijk het stukje gronds, dat aan Maria Gerarda Dijkman in erfpacht zal worden afgestaan, besluit men eenige ellen gronds, gezamenlijk uitmakende p.m. 91/2 el en tot het bouwen der verlangde woningen door de erfpachtster hoogstwenschelijk van het gemeentebestuur tegen f 2 per el over te nemen. Nog deelt de ouderling Jacobsen aan den kerkeraad mede, dat bij de opmeting van den grond gebleken is, dat een gedeelte gelegen achter de naast bij staande woningjes van den heer Van Strijen door hare bewoners in gebruik is genomen. Overwegende, wat in deze te doen, wordt er besloten deze zaak aan te houden en, kan ಬt met gewenscht gevolg geschieden, het eigendomsregt op het bewuste stukje grond van de diakonie der gemeente te handhaven. De taxatie van den aak der diakonie, bij de weduwe Den Hartog in gebruik, plaats gegrepen hebbende, wordt er besloten genoemde weduwe aanstaanden zondag voor den kerkeraad te doen komen en haar aan te zeggen, dat zij bij aanzuivering der achterstallige huur den aak tegen de gewaardeerde som kan overnemen. Omtrent de woningen, door wijlen Van Leeuwen gelegateerd, wordt er besloten deze uitsluitend voor weduwen te doen verstrekken en alzoo te doen beantwoorden aan de bestemming die de erflater had bedoeld. Dien ten gevolge wordt er bepaald, om de weduwe G. Zwarz aan te zeggen, dat, zoo zij haar plan om weder in het huwelijk te treden ten uitvoer brengt, zij hare woning als behoorende tot Van Leeuwens fundatie zal hebben te verlaten. Staande de vergadering wordt zij door den koster opontboden en verschenen zijnde haar het besluit van den kerkeraad bij monde van den voorzitter medegedeeld. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, Jacobsen, ouderling.
[258r] Kerkeraads-vergadering gehouden 24 october 1862. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Lokhorst en Kroon zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over september en october. Ingekomen waren van wege de sijnode 1o. het aangenomen reglement op het godsdienstonderwijs, dat ter visie aan de leden zal worden rondgezonden, 2o. uitbreiding 297
van artikel 18 van het reglement op de diakonie, 3o. brief tot aanprijzing eener buitengewone collecte voor het fonds voor noodlijdende kerken en personen en 4o. voorloopig aangenomen veranderingen in de reglementen. De rekening der soepuitdeeling over den afgeloopen winter werd voorgelezen, waaruit bleek, dat de ontvangst was f 541.66, uitgaaf f 441.055 en er alzoo een batig slot aanwezig was van f 100.605, hetwelk als post van ontvangst in de diakonie-rekening van 1862 zal worden gebragt. Stond binnen vrouw Hazekamp, verzoekende voor hare moeder eenige wekelijksche ondersteuning. Er wordt besloten haar gedurende den wintertijd 30 cents per week toe te leggen. Voorts werd de lijst der winterbedeeling opgemaakt, aan te vangen met de maand november. Broeders diakenen worden uitgenodigd, om, geadsisteerd door den metselaar G. Boeschoten, den staat der diakonie-woningen op te nemen en daarover aan den kerkeraad spoedig verslag uit te brengen. Nog werden eenige zaken broederlijk besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling. Zondag voormiddag den 16en november 1862 stond na de godsdienstoefening binnen Donkervoort, verzoekende met zijn gezin tegen wekelijksche huur in het door hem bewoonde huisje te mogen blijven tot tijd en wijle een andere woning door hem zal gehuurd kunnen worden. De voorzitter adviseert, om dat verzoek intewilligen, althans voor den wintertijd, daar hij het bedenkelijk acht een talrijk huisgezin in dit barre jaargetijde op de straat te zetten. Tegen dit advies echter wordt met zes stemmen tegen die van den voorzitter goedgevonden tot dadelijke uitzetting van Donkervoort over te gaan, terwijl de voorzitter verklaart protest in de notulen van zijne zijde tegen het genomen besluit te zullen aanteekenen. Aan Donkervoort wordt inmiddels medegedeeld, dat hij zal hebben te verhuizen, zoo hij niet geregtelijk uit zijne tegenwoordige aan de diaconie toebehorende woning
[258v] wil worden verwijderd. Nog werd voorgelezen eenಬbrief van heeren kerkvoogden alhier, kennisgevende, dat de heer Jacobsen met ultimo december als notabele moet aftreden en verzoekende voor 1e december aanstaande op gewone wijze het vereischte dubbeltal in te zenden. In gevolge dit schrijven gaat men over tot het maken van een dubbeltal en wordt daarop gebragt als 1e kandidaat de heer H.G.J. Jacobsen met 7 stemmen bij eene eerste stemming en tot 2e kandidaat jonkheer mr. Carel Cypriaan Gerard de Pesters bij eene tweede stemming met 4 stemmen, terwijl jonkheer mr. Lodewijk Hendrik van Asch van Wijck 2 stemmen en H.J. van Marienhoff 1 stem verkreeg. Bij de 1e stemming hadden mr. De Pesters, mr. Van Asch van Wijck ieder 2 stemmen en Lokhorst, Kroon en Van Marinhoff elk 1e stem. Heer Jacobsen was om verkoudheid niet ter kerke en dus bij de behandeling van het bovengenoemde niet aanwezig. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling. 298
Kerkeraads-vergadering gehouden 12 december 1862. Alle leden waren tegenwoordig, behalve de broeders Jacobson, Lokhorst en Kroon, de eerste alleen met kennisgeving uithoofde van ongesteldheid afwezig. De notulen der laatste bijeenkomst, alsmede die van het verhandelde na afloop der op zondag 16 november laatstleden gehouden godsdienstoefening worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De rekening van uitgaaf reeds de bedeeling voor den winter, bepaald om met november aan te vangen, met 19 october aangevangen hebbende, wordt door den kerkeraad niet goedgekeurd. Broeders diakenen brengen verslag uit ten aanzien van de benoodigde reparatien aan de armenhuisjes. Na opneming der kosten worden zij gemagtigd die reparatien aan de tot onze gemeente behoorende werkbazen uit te besteden. Daarna werden de soep- brood- en turflijsten opgemaakt en werd voorts besproken de aankoop van een varken en van gort en erwten voor de soepuitdeeling. Vrouw Van Rimmerden stond voorts binnen, verzoekende om eenige onderstand gedurende den wintertijd, welk verzoek echter door de vergadering wordt afgewezen. Als nu ging men over tot de verkiezing van nieuwe kerkeraads-leden voor hen die met 1863 moeten aftreden. In plaats van broeder Jacobsen werd met algemeene stemmen tot ouderling gekozen Frans Adolf Bonte en
[259r] voor broeder Kroon viel de keuze even eens met algemeene stemmen op Johannes Gerardus Andriessen. Aan de beide benoemden zal door den voorzitter van hunne verkiezing kennis worden gegeven. Na het bespreken van nog eenige meer of minder belangrijke de gemeente betreffende aangelegenheden wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 9 januarij 1863. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed en het voorlezen en goedkeuren der notulen der vorige bijeenkomst heet de praeses de broeders Bonte en Andriessen, voor het eerst in de vergadering aanwezig, van harte welkom en noodigt hen uit, om de belangen der gemeente van Christus aan deze plaats met den kerkeraad door raad en voorlichting te helpen bevorderen. Door broeder Bonte wordt daarop op gepaste wijze ge¦ntwoord. Daarna wordt de 3e en 4e afdeeling van het reglement op de kerkeraden, alsmede het huishoudelijk reglement voorgelezen. Naar aanleiding van de in het laatstgenoemde reglement voorkomende bepaling van boete voor degenen die afwezig blijven bij de kerkeraads-vergaderingen, wenscht de buiten-ouderling Lokhorst ten zijnen aanzien daarin eenige wijziging te zien gebragt. Na afwijzing van een voorstel van den praeses en van broeder Van Asch van Wijck wordt dat van broeder Bonte aangenomen, dat namelijk de vergadering zal hebben te beslissen, of de afwezigheid van den buiten-ouderling al of niet door het slechte weder gewettigd wordt en of hij alzoo al of niet de bepaalde boete ad 25 cents zal hebben te betalen. De rekening van uitgaaf over de maanden november en december had plaats en werd door de leden goedgekeurd. Dat de winterbedeeling vroeger was aangevangen dan door de vergadering bepaald was, had de administrerende diaken Kroon verklaard, dat was geschied door dien hij in de meening had verkeerd, dat zulks de bedoeling van den kerkeraad geweest was. De administrerend diaken gaf kennis, dat door diakenen in 299
vereeniging met den metselaar G. Boeschoten opneming had plaats gehad van de benoodigde reparatien aan de armen-woningen en door genoemden metselaar een bestek van aanbesteding was opgemaakt, hetgeen hij ter goedkeuring aan de vergadering aanbood. Na echter de bedenkingen en zwarigheden, door broeder Bonte daar tegen ingebragt, te hebben gehoord
[259v] wordt dit bestek verworpen en bepaald de reparatien die geen uitstel kunnen lijden door broeder diakenen te doen bewerkstelligen en de overigen nader in de maart vergadering te bespreken. Nog bragten broeders diakenen de belangen van eenige armen ter tafel, waarop µf goedkeurend µf afwijzend wordt beschikt. Voorts werden doop-, trouw- en lidmatenboeken met hunne dubbelboeken vergeleken en voor collatum geteekend, waarna de praeses de vergadering met dankzegging sloot. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 6 maart 1863. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Van Asch van Wijck. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden januarij en februarij. Wordt besloten om de reparatien aan de diakonie-woningen bij daggeld in orde te doen brengen en zulks aan de zorg en het opzigt van broeders diakenen over te laten. Aan het besluit der vergadering om Donkervoort en gezin, woonachtig in eene der Godskameren in de Stroostraat, te doen delogeren, zal gevolg gegeven worden en wordt de administrerende diaken ten dien einde gemagtigd, om aanvrage te doen tot gratis procederen. Op voorstel van den voorzitter wordt bepaald, om aan Antonie van Bern gedurende zijn ongesteldheid eene wekelijksche bedeeling uit te reiken en wordt die bedeeling door de vergadering gesteld op f 2,,. Eveneens gaat men over op schriftelijke aanvrage van de weduwe Broekhuizen, om hare bedeeling te brengen van 75 cents op f 1.25 wekelijks. Niets meer te behandelen zijnde, wordt deze bijeenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor, W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling.
Kerkeraads-vergadering gehouden 10 april 1863. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed worden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. Zoo ook de rekening van uitgaaf voor de maand maart. Ingekomen waren eenige veranderingen in verschillende kerkelijke reglementen [260r] die met 1o maart laatstleden waren ingevoerd, alsmede eenಬbrief van het bestuur van Nederlandsche Mettraij omtrent den toestand, de vorderingen en het gedrag van G. Kosterman, welke ingekomen stukken voor notificatie worden aangenomen. De staten der schriftelijke kerkvisitatie, door den predikant opgemaakt, werden behoorlijk nagegaan en voorts door alle leden geteekend. Stond binnen vrouw Van den Heuvel, verzoekende ondersteuning voor haar gezin gedurende de ongesteldheid van haren man. Wordt besloten haar provisioneel f 3 per 300
week toeteleggen. Als nu kwam ter sprake een aanzoek van de weduwe Broekhuizen, inhoudende, dat het den kerkeraad mogt behagen haar bij hare dochter te besteden. Na rijpe deliberatien wordt met meerderheid van stemmen haar verzoek gewezen van de hand. Voorts trad binnen de afgetreden administrerende diaken Kroon tot het doen der rekening over het afgeloopen jaar. Die rekening afgehoord en met de overgelegde bescheiden vergeleken zijnde, bleek de ontvangst te zijn f 2053,675 en de uitgaaf f 1774,995, zoodat er een batig saldo in kas was van f 278,68. Deze som in de saldo kas overgebragt, bevatte die kas eene som van f 839,025, waarvan in overleg met den administrerende diaken wordt bepaald, dat al dadelijk zal worden aangekocht een inschrijving ad f 400 3%. De administrerende diaken, na namens de vergadering bij monde van den voorzitter een woord van dankzegging te hebben ontvangen voor zijne rigtige administratie, verliet daarop deze zamenkomst. Nog werden de papieren in de kist voorhanden met den inventaris vergeleken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 1 mei 1863. Alle leden waren tegenwoordig behalve de ouderling Bonte. De notulen der vorige vergadering werden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maand april. De lijst der zomerbedeeling werd voorts opgemaakt en besloten, uithoofde van ziekelijke omstandigheden, de weduwe Broekhuizen te besteden ad f 1,75 per week bij hare dochter, die voor den kerkeraad ontboden, belooft hare moeder zorgvuldig te zullen verplegen. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling [260v] Kerkeraads-vergadering gehouden den 3en julij 1863. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Van Amerongen zonder kennisgeving. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden mei en junij. De administrerende diaken deed rekening van de gehouden soepuitdeeling in den afgeloopen winter. De ontvangst bleek te zijn f 310 en de uitgaaf f 240,835, zoodat er een batig saldo bestond van f 69,165, ಬt welk als post van ontvangst in de diaconie rekening over 1863 zal worden verantwoord. Stond binnen Geertrui Kosterman, verzoekende bij de weduwe Van Arum te mogen inwonen, aangezien zij niet langer kan verblijven bij de menschen bij wie zij nu inwoont en niet weet, hoe onder dak te komen. De kerkeraad niet ongenegen om haar verzoek in te willigen, besluit echter vooraf hierop de weduwe Van Arum te hooren. Op voorstel van broeder Van Asch van Wijck wordt er besloten om gevolg te geven aan het vonnis tegen Donkervoort, en hem en zijn gezin geregtelijk uit ««n der diaconie-woningen te doen zetten. De predikant echter verklaarde in de notulen tegen dit besluit der meerderheid van zijne zijde protest te zullen aanteekenen. Eveneens wenschte broeder Bonte aanteekening, dat ook hij zich met dat besluit niet vereenigd had. Ten aanzien van de weduwen De Hartog en Van Soest doet de administrerende diaken rapport, dat zij steeds in de betaling van hare huur ten achteren blijven. Gedurende de ongesteldheid van den zoon der eerste wordt besloten ten aanzien van haar provisioneel consideratie te gebruiken, doch ten overstaan van de tweede, die tot de rooms-katholieke gemeente behoort, wordt bepaald om haar de huur op te zeggen en, 301
zoo zij niet goedschiks vertrekt, haar geregtelijk daartoe te noodzaken. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzooer, predikant, J. Grivel ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden den 18en september 1863. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst zonder kennisgeving. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden julij en augustus. Zaken van huishoudelijken aard, als den aankoop der hemden, de aanbesteding van de turf, de zorg voor het hout bij het soepkooken [261r] enz. worden besproken en geregeld. Op de vraag van broeder Van Asch van Wijck of reeds het vonnis tegen Donkervoort is ten uitvoer gelegd? antwoordt de voorzitter, dat Donkervoort het diakonie-huisje door hem bewoond, heeft verlaten en het nu, teruggebragt tot de bestemming door den erflater aangewezen, door de weduwe Van Zanten en hare kinderen is betrokken. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 6 november 1863. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden september en october. Waren ingekomen eenige stukken van de algemeene sijnode, welke door den voorzitter ter lectuur aan de leden zullen worden rondgezonden, zoo ook een present exemplaar van het verslag van het Nederlandsch Zendeling Genootschap. De lijst der winterbedeeling alsmede die der hemden werd opgemaakt en vastgesteld. Ingekomen zijnde eene missive van heeren kerkvoogden de dato 2 november, inhoudende berigt, dat de heer J.A. Gerth van Wijk volgens den rooster met ultimo december moet aftreden en verzoekende het vereischte dubbeltal voor het collegie van toezigt vµµr 15 november eerstkomend te willen inzenden, ging men over tot het maken van gezegd dubbeltal. Tot 1e kandidaat werd bij eenen 3e stemming met 5 stemmen gekozen jonkheer mr. L.H. van Asch van Wijck tegen over J.A. Gerth van Wijk, die twee stemmen op zich vereenigde en er ««n blanco briefje was gegeven. Bij de 1 e stemming hadden Asch van Wijck 3, De Pesters en Gerth van Wijk 2 en Van Marienhoff 1 stem en bij de 2e stemming Van Asch van Wijck 4, Gerth van Wijk 2 en De Pesters en Van Marienhoff 1 stem. Tot 2e kandidaat werd mede bij eene 3e stemming aangewezen jonkheer mr. C.C.G. de Pesters met 5 stemmen tegen over Gerth van Wijk met 3 stemmen. Bij de 1e stemming hadden Gerth van Wijk 4 en De Pesters en Van Marienhoff elk 2 stemmen en bij de 2e stemming De Pesters 4, Gerth van Wijk 3 en Marienhoff 1 stem. Aan C. Schmidt wordt gedurende den wintertijd eene bedeeling van 60 cents toegelegd, terwijl het verzoek voor eene kleine tegemoetkoming aan J. Kroon ten behoeve van G. Kosterman wordt gewezen van de hand. [261v] 302
Nog werden eenige zaken de belangen der gemeente rakende broederlijk besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, J. Grivel, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 18 december 1863. Alle leden waren tegenwoordig. De notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de zes jongstverloopen weken. Is ingekomen eene missive van den scriba van ಬt klassikaal bestuur van Wijk, kennisgevende wie tot consulent en secundair consulent dezer gemeente zijn aangesteld. Naar aanleiding der sijnodale aanschrijving de dato 1 augustus laatstleden n o 119 wordt er bepaald, dat zij met een woord van aanbeveling des kerkenraads nevens eene lijst van inteekening aan de meer gegoede leden der gemeente zal worden rondgezonden. Daarna ging men over tot de keuze van nieuwe kerkeraadsleden. In plaats van den ouderling J. Grivel werd verkozen jonkheer mr. C.C.G. de Pesters en voor den diaken H.M. van Voorthuijsen bepaalde zich de keuze op J.M. le Mahieu. Beide verkiezingen hadden met algemeene stemmen plaats. Nog werd de brood-, turf- en soeplijst opgemaakt en ten aanzien van de laatste besloten, dat ook de werklieden op de wolkammerij tot het verkrijgen van soep zullen worden toegelaten. Na het bespreken van eenige armenzaken werd daarop de vergadering met dankzegging gesloten, gelijk zij met gebed ge¸pend was. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Van Asch van Wijck, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 6 januari 1864. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed verwelkomt de voorzitter de nieuwe leden, die thans zitting hebben genomen. Als nu werden de notulen voorgelezen goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de twee laatste weken van december. Voorts stonden eenige armen binnen, wier aanvrage om bedeeling grootendeels wordt ge¦ccordeerd. Nog [262r] werd de 3e en 4e afdeeling van het reglement op de kerkeraden en het huishoudelijk reglement voorgelezen, alsmede de doop-, lidmaten- en trouwboeken met de dubbelboeken gecollationeerd en geteekend, waarna de vergadering met dankzegging werd gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Van Asch van Wijck, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 5 februari 1864. Alle leden waren tegenwoordig, behalve broeder Lokhorst. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst gelezen, goedgekeurd en onderteekend. Een adres aan de algemene sijnode, ingezonden door den kerkeraad van Harderwijk, wordt voor notificatie aangenomen. De rekening van uitgaaf over de afgeloopen maand bleef achterwege, uithoofde zij om voldoende redenen nog niet door den administrerende diaken was kunnen worden opgemaakt. Eene aanvrage van den aftredende diaken om op de rekening van uitgaaf te mogen brengen eene post tot belooning van W. van Waveren voor diensten hem in zijne betrekking bewezen, wordt afgewezen met 4 tegen 3 stemmen en wel op grond dat het diakonaal reglement tot zulke uitgaven geene vrijheid verleent en daardoor ook een beginsel zou worden aangenomen, dat later tot de schromelijkste misbruiken zou kunnen leiden. Voorts werden eenige aanvragen ten behoeve van armen overwogen «n gedeeltelijke 303
toegestaan, gedeeltelijk afgewezen. Nog werden de belangen der zondagsschool en die der openbare godsdienstoefeningen besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, Van Asch van Wijck, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 2 maart 1864. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Le Mahieu. Ook was in deze bijeenkomst opgekomen de afgetreden broeder diaken Van Voorthuijsen tot het doen zijner rekening van ontvangst en uitgaaf over 1863. Na het gebed werd al dadelijk tot het [262v] afhooren dier rekening overgegaan en bleek het, dat de ontvangst was f 2018,48 5 en de uitgaaf f 2192,90, zoodat er een nadeelig saldo bestond van f 174,42. Deze rekening zal door den voorzitter in het rekeningen-boek worden ingeschreven en vervolgens door de leden als bewijs hunner goedkeuring worden geteekend. Nadat de voorzitter den heer Van Voorthuijsen voor zijne rigtige administratie had dankgezegd en door zijnedele daarop op gepaste wijze was gerepliceerd, verliet hij de vergadering. Als nu werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden januarij en februarij. De aanbevelingsbrief der sijnode voor de te houden collecte ten behoeve van het fonds voor noodlijdende kerken enz. ingekomen zijnde, wordt bepaald, dat die collecte weder als vroeger in de kerk gehouden zal worden. Aan Waalwijk wordt op zijn verzoek om eenigen onderstand eene wekelijksche bedeeling van 50 cents toegelegd en zal hem een hemd en een bedlaken worden uitgereikt. Voorts werd de ligger met de in de kist voorhanden zijnde stukken vergeleken en conform bevonden. Na het bespreken van eenige zaken van huishoudelijken aard werd nu de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, C.C.G. de Pesters, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 6 april 1864. Alle leden waren tegenwoodig behalve de broeders Van Amerongen en Le Mahieu. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend. De rekeing van uitgaaf over maart werd afgehoord en wordt, tot na het ontvangen van eenige inlichtingen van den administrerende diaken, ter goedkeuring aangehouden. Ingekomen waren eenige aangenomen wijzigingen in verschillende kerkelijke reglementen. De tabellen voor de schriftelijke kerkvisitatie, door den voorzitter in gereedheid gebragt, worden voorgelezen en geteekend. Er wordt besloten om G. van Emmerik voor dit jaar nog bij Bleijenberg in de kost te laten voor de verminderde som ad f 40,-. Aan De Reuver, die binnen stondt en verzocht zijne wekelijksche ondersteuning te willen verhoogen uithoofde van zijne door aamborstigheid ongeschikten toestand tot den arbeid, wordt ge¦ccordeerd hem zijne winterbedeeling te laten behouden en daarbij 3 pond brood wekelijks toe te leggen. [263r] Nog werd de zomerlijst der bedeeling opgemaakt en vastgesteld, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, L.H. van Asch van Wijck, ouderling
304
Kerkeraads-vergadering gehouden 2 junij 1864. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Bonte. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de drie laatst verloopen maanden. De rekening over het afgelopen jaar door den voorzitter in het daarvoor bestaande boek ingeschreven zijnde, wordt door de aanwezige leden geteekend. Aan G. Verkerk wordt tijdens zijne ongesteldheid eene som van f 2 per week toegelegd. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de bijeenkomst met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, L.H. van Asch van Wijck, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 5 augustus 1864. Alle leden waren tegenwoordig behalve de broeders Lokhorst, De Pesters en Le Mahieu. Na het gebed werden de notulen gelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden junij en julij. Nog eenige armenzaken besproken zijnde, werd voorts de vergadering met dankzegging gesloten. Quod testor W. Opzoomer, predikant, L.H. van Asch van Wijck, ouderling Kerkeraads-vergadering gehouden 4 november 1864. Alle leden waren tegenwoordig. Na het gebed werden de notulen voorgelezen, goedgekeurd en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de maanden augustus, september en october. Waren ingekomen: een present exemplaar van het jaarverslag van het Nederlandsch Zendeling Genootschap over 1864, hetgeen aan de broeders ter lectuur zal worden rondgezonden, alsmede eene missive van heeren kerkvoogden [263v] kennisgevende, dat de heeren Grivel en H. van Markestijn met ultimo december aanstaande moeten aftreden en verzoekende vµµr 25 november aanstaande twee dubbeltallen te willen inzenden, ten einde in de ontstaande vakaturen zal kunnen worden voorzien. Tot het opmaken dier dubbeltallen overgaande, wordt voor de vakature, ontstaande door het aftreden van den heer Grivel, als eerste kandidaat bij eene 1 e stemming gesteld jonkheer mr. L.H. van Asch van Wijck, die 5 stemmen kreeg, terwijl de heeren H.J. van Marinhoff en H. van Markestijn elk ««ne stem hadden en er ««n briefje van onwaarde was ingeleverd. Als tweede kandidaat viel de keuze bij eene 2e stemming op den heer H. van Markestijn. Op zijnedele waren 5 stemmen en op den heer Van Marinhoff 2 en op den heer F.A. Bonte 1 stem uitrgebragt. Bij de eerste stemming hadden Markestijn 4, Van Marinhoff 2 en Bonte en Van Heijst elk 1 stem. Voor de vakature van den heer H. van Markestijn werd met de 1 e stemming tot 1e kandidaat aangenomen H. van Markestijn met 5 stemmen en vereenigden de heer Van Marinhoff 2 en Bonte 1 stem op zich, terwijl tot 2e kandidaat werd gesteld bij overstemming met den heer Van Marinhoff, die 2 stemmen kreeg, de heer F.A. Bonte met 6 stemmen. De eerste stemming was als volgt: Van Marinhoff 4, Bonte 3 en Van Asch van Wijck 1 stem, de tweede stemming: Bonte 4 en Van Marienhoff 4 stemmen. De uitslag dezer stemming zal tijdig op de gebruikelijke wijze aan heeren kerkvoogden worden medegedeeld. De lijst der winterbedeeling werd vastgesteld en stonden voorts binnen vrouw Vermeulen 305
en D. van Zanten de eerste eenigen onderstand verzoekende en de laatste verhooging van bedeeling vragende. Wordt besloten de eerste eene wekelijksche toelage van 50 cents en de tweede eene vermeerdering van onderstand van 25 cents per week te verleenen en zulks tot dat de soep- en brood-bedeeling zal aanvangen. Nog werden eenige zaken de belangen der gemeente betreffende broederlijk besproken, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, L.H. van Asch van Wijck, ouderling [264r] Kerkeraads-vergadering gehouden 2 december 1864. Alle leden waren tegenwoordig behalve broeder Lokhorst. Na het gebed werden de notulen der vorige bijeenkomst voorgelezen en onderteekend, zoo ook de rekening van uitgaaf over de vorige maand. Daarna ging men over tot de verkiezing van nieuwe kerkeraads-leden. In plaats van den met 1o januari aanstaande aftredenden ouderling jonkheer mr. L.H. van Asch van Wijck werd met algemene stemmen gekozen G.J. Schott en in plaats van den gelijktijdig aftredende diaken E.A. van Amerongen werd eveneens met eenparige stemmen gekozen G. Boeschoten. Voorts deed de administrerende diaken rekening der soepuitdeeling over 1863/64. De ontvangst bleek te zijn f 302,25 en de uitgaaf f 277,06, zoodat er een batig slot bestond van f 25,19, ಬt geen in de diakonie-rekening over 1864 als post van ontvang zal worden ingebragt. Nog werden de brood- en turflijsten opgemaakt, waarna de vergadering met dankzegging gesloten werd. Quod testor W. Opzoomer, predikant, F.A. Bonte, ouderling
306