NT00064_120_121
Nadere Toegang op inv. nrs 120-121 uit het archief van de Dorpsgerechten, 1515-1813 (64)
H.J. Postema Juni 2013
Inleiding
In dit document zijn regesten van de volgende archiefstukken betreffende Amerongen opgenomen uit het archief van de dorpsgerechten (arch.nr 64) in het Regionaal Historisch Centrum Zuidoost-Utrecht (RHC ZOU) in Wijk bij Duurstede: 120-121
Rol van lijfstraffelijke en boetstraffelijke zaken, 1662-1794.
2
Regesten
14-1-1662
De pander van het Hof van Utrecht heeft zekere persoon won Elst ten huize van Huijbert Thonissen gesaijseert ter zake van zekere manslag die hij zou hebben begaan in de Brabantsche steech binnen de heerlijkheid Amerongen [120]
16-1-1662
Jan Quint als substituit-schout contra Dirck Jansz Vereem, gevangene. Dirck heeft 5 jaar geleden van een rijdende wagen op den Amerongse dijk gestolen een bedde, die hij thuis op de hoij-mijt heeft gebracht. Hij is ontsnapt uit het raadhuis. Eis: publycqh geschavotteert, strengelijck gegeesselt, gebrant merckt ende eeuwichlijck uijt den Lande van Utrecht gebannen. Dirk is geboren te Eck in de Betuwe en zit nu in de toren van de kerk. [120]
2-1-1663
Johan Quint als substituut-drossaard contra Gerrit van Haegh, gedetineerde. Gerrit is primus 1661 ten huize van Hermen Andriesz herbergier opde Duijnen gekomen. Daar heeft hij ruzie gemaakt met de aanwezige mensen en hen met een mes aangevallen. Hij is buiten de deur gezet, maar schopte tegen de deur. Vervolgens probeerde hij het raam open te doen om naar binnen te gaan. Toen dat niet lukte, sloeg hij de glazen in. Toen begon hij opnieuw te vechten. Gerrit woonde in de Nederbetuwe. [120]
28-1-1663
Jan Quint substituut drost contra de gebroeders Johannes en Arien vander Marck. Dit is een voortzetting van een eerdere rechtzaak. Jan eist schriftelijk bewijs. Johannes en Arien zeggen dat het verdrinken van de meid een puur en onnozel en casueel ongeluk is geweest, waarin zij geen enkele schuld hebben. Zij worden vrijgelaten onder voorwaarde dat ze ten allen tijde na oproep terug zullen komen. [120]
3-2-1663
De dienstmaagd van Johannes en Arien van der Marck, Gerrigje Elberts, is op 30-12-1662 op een slede over het ijs voort geschoven en is in seker kille onder den kerspel van Ingen verdronken. [120]
4-5-1663
Open rechtdag. Laurens Bosch, drost, contra Reijer Jansen en Wouter Jansen. [120]
4-5-1663
Bosch, drost contra Reijer Jansz en Daem Jansz. [120]
4-5-1663
Idem contra Anthonis Cornelisz Visscher, herbergier. [120]
3
5-5-1663
Open rechtdag. Bosch drost contra Seger Cornelisz van Vianen en Jan Verweij. [120]
5-5-1663
Idem contra Reijer Jansz en Wouter Jansz. [120]
5-5-1663
Idem contra Daem Jansz en Reijer Jansz. Zij hebben geworsteld. [120]
6-5-1663
Bosch drost contra Wouter Janszn [120]
6-5-1663
Idem contra Wouter Jansz en Reijer Jansz [120]
1-6-1663
Drost contra Seger Gijsbertsz en Jan Verweij. [120]
15-2-1664
Drost contra Jan Huijbertsz Toll en Jan Verweij. [120]
18-2-1664
Drost contra Henric van Meurs gedetineerde. Henric bekent schuld. Hij heeft ook 5 konijnen geschoten op last van zijn heer Huijbert Vonck van Lienden. Hij krijgt boete van 30 gl en 20 gl. [120]
14-3-1664
Drost contra Jan Verweij. Jan verklaart dat Jan Huijbertsz Toll sonder eenigh de minste moeijten off redenen aen het Toll geseten te hebben. Toen heeft Jan Toll hem verschillende sneden in zijn gezicht gegeven. Er is ook sprake van Huijbert Jansz Toll. [120]
28-3-1664
Drost contra Huijbert Toll. Hij belooft volgende rechtdag te antwoorden. [120]
2-5-1664
Huijbert Toll contra drost van Amerongen. Hij ontkent dat hij zijn mes getrokken heeft of Jan Verweij geagresseerd heeft noch gesneden heeft. [120]
12-9-1664
Peter van Cleeff drossaard contra Jan Jansz metselaar en Henrick Wijnen. Peter zegt dat zij op 7-8-1664 opde steenoven van jonker Wttenbogaert eerst met een vuijst ende daerna met een stock hadden geslagen. Eis: boete 100 gl. [120]
12-9-1664
Idem contra Frans van Dam en Geurt Hendricksz van Bijler. Zij hebben op 7-8-1664 voor de deur van Gerrit Fransz de Ridder na zonsondergang gevochten. Eis: boete 100 gl. [120]
13-9-1664
Peter van Cleeff drossaard contra Hermen Mod en Hendrick Dirksen vanden Ham. Zij hebben op 7-8-1664 in de laege waijde malcanderen met bloote messen geaggresseert. Eis: boete 100 gl. [120]
13-9-1664
Drost contra de huisvrouw van Gijsbert Bouwen en Neeltje Mod. Zij hebben op 22-8-1664 gevochten. Eis: boete 25 gl. [120]
13-9-1664
Drost contra Oth Claesz smid en Peter Cornelisz. Zij hebben in 8-1664 gevochten. Eis: boete 25 gl. [120] 4
13-9-1664
Drost contra Cornelis Woutersz de Kruijff. Hij heeft op 25-8-1664 de wed van Arien Woutersz geslagen. [120]
26-9-1664
Drost contra Jan Jansz Volckeringh en Hendrik Wijnen. Jan zegt dat hij door Hendrik is aangevallen. [120]
26-9-1664
Drost contra Frans van Dam en Geurt Hendricksz van Bijler. Frans ontkent gevochten te hebben. [120]
24-10-1664 Drost contra Jan Jansz Volckering en Hendrick Wijnen. [120] 24-10-1664 Drost contra Hermen Mod en Hendrik Dircksen van den Ham. [120] 19-12-1664 Drost contra Geurt Hendricksen van Bijler en Frans van Dam. [120] 20-2-1665
Drost contra Aelbert Willemsen en Gijsbert Beerntsen. Peter eist 300 gl boete omdat zij op 8-1-1665 hebben gevochten en elkaar na zonsondergang gebloetreijst hebben. [120]
6-3-1665
Drost contra Gijsbert Beerntsen en Aelbert Willemsen. Hij blijft bij zijn eis. [120]
25-9-1665
Drost contra Teunis Jeurifaasen. Hij eist 6 gl omdat Teunis op 2 augustus, zijnde een biddag, heeft gemend. [120]
25-9-1665
Drost contra Arien Jansen den goeden. Hij eist 6 gl omdat Arien op 307-1665 heeft gemend. [120]
28-9-1665
Drost contra Teunis Jeurifaasen. Komt weer niet opdagen, evenmin als Arien Jansen den Goeden. [120]
6-11-1665
Drost contra Arien Jansen den Goeden. Komt weer niet opdagen. [120]
6-11-1665
Drost contra Wijn Joosten. De bode seijt dat het affgemaeckt is dus in state. [120]
4-12-1665
Drost contra Johan Toll. In state [120]
8-1-1666
Drost contra Jan Gerritsen van Beckum. Hij heeft op 19-12-1665 voor het Clooster met zijn roer op de ronde aangevallen en geaggresseerd. Eis: boete 100 gl. [120]
8-1-1666
Idem contra idem. Hij heeft op 19-12-1665 na zonsondergang met een soldaat voor de deur van Velpen gevochten en die soldaat eerst met een roer gestoken en gebloetreijst. Boete: 300 gl. [120]
22-1-1666
Idem contra Jan Gerritsen van Beckum. Jan levert antwoord in. [120]
22-1-1666
Idem contra Borgard van Beckum. Idem. [120]
5
5-2-1666
Drost contra Cornelis Verweij en Hendrick Willemsz Decker. Zij hebben op 12-10-1665 gevochten in het huis van Aelbert Verweij. Eis: boete 25 gl. [120]
26-3-1666
Drost contra Jan Gerritsz van Beckum. Drossaard levert repliek. [120]
26-3-1666
Idem conta Burcherd van Beckum. Idem. [120]
18-4-1666
Drost contra Arien Jansen den Goeden. Arien heeft gestolen. Hij moet aan den lijve worden gestraft. [120]
24-9-1666
Drost contra Arien Jansen den Goeden en Gijsbert Jansz Bouwen. Eis: boete 100 gl . Gijsbert accepteert de keureed door Arie gedaan. Zaak wordt voortgezet 8-10-1666 en 5-11-1666. Gijsbert heeft de keureed van Arien geaccepteerd. Arie krijgt boete van 100 gl. [120]
7-12-1666
Adriaan Jansz den Goede contra Peter van Cleeff. Arien levert antwoord. [120]
4-3-1667
Peter van Cleeff contra Adriaen Jansz. Levert repliek. [120]
20-4-1668
Idem contra Claes Willemsz smit en Willem Willemsz. Peter eist boete van 125 gl. Willem zegt dat hij niet met Claes heeft gevochten, maer dat dier tijt geschiede, was tot defensie van sijn huijs, en dat hij het mes dat Claes had uijtgetrocken hem in sijn handt brack. Claes komt niet opdagen. [120]
20-4-1668
Johan Quint sr. contra Claes Willemsz smit en Peter Cornelisz. Hij eist boete van 100 gl. Peter levert attestatie van daer toe geen schult te hebben. [120]
13-7-1668
Open rechtdag. Geen partijen. [120]
26-10-1668 Peter van Cleeff contra Joost Teunisz Roelen en Jan Hendricksz zoon van Hendrick Jansz won aan de Ginkel. Zij hebben met vuisten gevochten. Eis: boete 25 gl. Joost Teunis Roelen ontkent dat hij Jan Henricksz geraeckt off geslagen heeft. Maesje wegen haer soon Jan Henricksz versoeckt dach te antwoorden ten naesten. [120] 26-10-1668 Peter van Cleeff contra Hendrick Hendricksz Brus en Elis Cornelisz. Zij hebben elkaar met een stok geslagen en gekwetst. Eis: boete 150 gl. Henrick Henricksz neffens sijn moeder Stijntge verklaren met een eed dat Elis met een stok Hendrick een gat in zijn hoofd heeft geslagen zonder dat Hendrick geslagen heeft. Elis komt niet opdagen. [120] 26-10-1668 Idem contra Cornelis Bosch schaapherder van Joost Berendsz en Jan Woutersz zoon van Wouter Jansz. Zij hebben gevochten en daarna met een stok elkaar geslagen en gekwetst. Eis: boete 150 gl. [120] 6
9-11-1668
Drost contra Elis Cornelisz. Default gegeven. [120]
9-11-1668
Idem contra Cornelis Bosch en Jan Woutersz. Jan Woutersz comparerende seijde dat hij op het Lant van sijn mester gebruijckt sijnde met de schaep, dat hem Cornelis Bosch had na gegaen ende eerst heeft geslagen. Op 23-11-1668 dient Jan Woutersz attestatie in judicio. Cornelis komt niet opdagen. [120]
21-6-1669
Peter van Cleeff contra Jacob Jordensz Vos en zijn huisvrouw, met Claes Willemsz smit. In mei 1669 hebben zij ten huize van Jacob Jordensz Vos gevochten, dat aen wedersijde bloet gestort is. Eis: boete 150 gl. Jacob zegt dat Claes geweld heeft gebruikt en zijn vrouw heeft geslagen en gestoten dat sij bloeijde. Claes heeft ook voor het huis Jacob uitgescholden voor schelm. [120]
4-10-1669
Drost contra Cornelis Bosch schaapherder van Joost Berendsz en Jan Woutersz zoon van Wouter Jansz. Zij krijgen elk 5 gl boete. [120]
4-10-1669
Drost contra Frans van Dam en Dirck Jansz Vuijck. Voortgezet 5-101669. [120]
29-10-1669 Drost contra Evert van der Mast en Gijs Arien Gijsen, gearresteerden. Hij tot Decretement vanden arreste opde gearresteerdens persoonen ende peerden, ter tijt Borch gestelt ende Domicilium geëligeert sij etc. Op 29-10-1669 hebben zij elkaar zodanig met degen, pistolen etc geaggresseerd ende hant gemeen sijn geweest dat sij den anderen hebben gebloetreijst. Eis: boete 150 gl. [120] 29-10-1669 Idem contra Gijs Arien Gijsen en Jan Decker. Idem. [120] 5-11-1669
Idem contra Evert van der Mast en Gijs Arien Gijssen. Zij zijn in mora gebleven van te antwoorden. [120]
5-11-1669
Idem contra Gijs Arien Gijssen en Jan Decker. Idem. [120]
8-11-1669
Gijsbert Ariensz van Sweserijn contra Peter van Cleeff. Hij zegt dat Evert van der Mast en Jan Decker hem op 29-10-1669 te gelijck hebben aengeranst ende aengevochten. Hij zegt dat beide zaken samen behandeld moeten worden. [120]
15-11-1669 Peter van Cleeff contra Evert van der Mast en Gijs Arien Gijsen. Zij zijn in mora blijven van te antwoorden. Contra Jan Decker idem. [120] 31-1-1670
Peter van Cleeff contra Cornelis Ariensz Metgen ende Jan Ariensz. Op maandag 29-11 des avonts ontrent negen uren ten huijsen van Arien Cornelisen smit met vuijsten, stoel, ende mes den anderen hebben geaggresseert. [120]
7
31-1-1670
Peter van Cleeff contra Metgen Ariensz. Zij heeft op 29-11 ten huize van Arien Cornelisz smit Peter Dircksz geslagen. Eis: boete van 50 gl. [120]
14-2-1670
Peter van Cleeff contra Teunis Jansz zoon van Jan Teunisz Duijtsen, won. aan de Koornweertse Kaei. Hij heeft op zondagavond 30-1 in de coornweert onder Amerongen patrijzen geschoten. Eis: boete van 60 gl. boven zijn roer ofte 15 gl daer voor. Jan Teunisz als vader van Teunisz Jansz intervenierende voor zijn zoon concludeert tot niet ontvankelijk. Peter zegt dat dit tevergeefs is omdat Willem Willemsz van Buren onder ede verklaard heeft te zien dat Teunis patrijzen heeft geschoten. Teunis wordt veroordeeld. [120]
14-2-1670
Cornelis Ariensz contra Peter van Cleeff. Hij ontkent te hebben geslagen. [120]
14-2-1670
Claes Willemsz smit wordt veroordeeld in een boete van 50-10. [120]
21-2-1670
Jan Teunisz intervenierende voor zijn zoon Teunis Jansz verzoekt om arbitrage door commissarissen. [120]
28-3-1670
Gijs Arien Gijsen contra Evert van der Mast en Jan Decker. In state voor den tijt van een maent [120]
19-5-1670
Peter van Cleeff contra Roelof Reijersz. Eis: straf wegens moetwil en baldadigheden, conform ordinantie jegens lantlopers en straet schenders. [120]
30-5-1670
Idem contra Roelof Reijersen. Peter verzoekt 2e default vanwege noncomparitie van Roelof. [120]
15-6-1670
Het kind van Hendrick Dircksz van der Ham x Lijsbeth Jansz is verdronken in een tobbe water staende voor de deur. Dit is een puer onnosel ongeluck. [120]
27-6-1670
Peter van Cleeff contra Willem Willemsz op den duijnen en Dirck Janszn van Uijen. Hij eist boete van 150 gl ter oorzake dat zij op 6-61670 ten huize van wed van de Visser in de Oude regarde met een stock stoel ende andersints sodanich hantgemeen sijn geweest dat sij den anderen hebben gebloetreijst. Willem heeft eerst gevochten en krijgt de boete. [120]
27-6-1670
Idem contra Roelof Reijersz. Derde citatie. [120]
5-9-1670
Drost contra Willem Jansz won. tot Ravenswaaij. Willem is door Stoffel Claesz als geauthoriseerde van de heren van Amerongen om den kermis off merckt toll ten behoeve van sijn Ed (te voren gehoort hebbende aenden huijse van Natewisch) te vorderen en ontvangen 8
gelijck van outs is gedaen, den selven Stoffel met onnutte woorden bejegenende en vorder met een vuijst int aensicht heeft geslagen dat bloeijde, en vorder sijn mes uijt treckende om denselven Stoffel daer mede aen te vechten. Boete 100 gl. Willem zegt dat hij op straat door Stoffel Claesz is gemaand om kermistol te betalen, zonder dat hij Stoffel kende (of dat te voren (als met sijn Wagen quam) gemaent was). Hij was wat beschonken door zijn vrienden. Hij wil graag accorderen. Dat mag hij binnen 24 uur doen. [120] 9-1-1671
Drost contra Dirck Jansz van Uijen. Iedereen is publiek verboden de chijrurgie ende Barbieren off scheren in dese Hoge Heerlijckheijt te exerceeren en te doen (exempt den aengenomen Chijrurgus ende Barbier) op pene ende boeten van 25-0-0. Dirck oefent dit beroep toch uit. Dirck zegt het niet om het geld te hebben gedaan en belooft het niet meer te zullen doen. Op 17-4-1671 doet hij een ducaat in de armenbus op t Raethuijs. [120]
10-2-1671
Jan Petersz heeft leedwezen betoond als ook het versoeck ende ootmoedige supplicatie van sijnen vader hebben den geapprehendeerde gecondemneert noch xxiiij uren inde gijselkamer op water en broot te blijven. [120]
17-4-1671
Peter van Cleeff contra Dirck Jansz van Uijen. Hij oefent nog dagelijks het beroep van chirurgijn uit. [120]
17-4-1671
Idem contra Steijnis Hendricksz. Hij eist boete van 300 gl wegens mestrekken. De vrouw van Stijnis verzoekt commissie ten wiens overstaen met den officier mach accorderen. Stijnis heeft op woensdagnacht 12-4-1671 ten huize van Peter Pluijm met een snoeimes Peter verwond. [120]
17-4-1671
Idem contra Gerrit Volwens. Hij is op 14-2-1670 door de gerechtsbode alhier geinterdiceerd sijn chirurgie binnen Amerongen ofte desselfs resort te exerceren. Er is maar één barbier, Abraham van Son. [120]
1-5-1671
Peter van Cleeff contra Dirck Jansz van Uijen. Uitstel. [120]
19-6-1671
Peter van Cleeff contra Jacobus Beermans en Jan Gerritsz van Beckum. Hij eist boete van 50 gl. Jacobus zegt dat Jan hem eerst heeft gestoten en geslagen. Hij levert een notariële attestatie. Elsie, de huijsvrouw van Jan Beckum compareerde seijde dat Beerman haer man Jan van Beckum eerst had geslagen off gestoten. Het gerecht condemneert de gedaagden bij provisie ider inde helft van 25 gl tot Boeten cum expensis mits behoudende d’een sijn actie tegens d’ander. [120]
9
2-9-1671
Gezien de informatien genomen bij de drost tegen Aertje Willems corporele geapprehendeerde, condemneert het gerecht haar tot driemaal 24 uren te water ende te broot te sitten, mitsgaders inde kosten ende missen van Justitie tot taxatie van den selven Gerechte. [120]
17-10-1674 Johan Quint substituut-drost contra Hendrick Petersz geboren te Boxmeer, gevangene. De gevangene bekent ten huijse vanden predicant alhier opden 3. deser uijt een mant met linnen gestolen te hebben een hembt en eenichander kleijn linnen; ende dat hij met die livereij kleeren van seecker mevrouw Rosse tot Antwerpen is sonder consent wech gegaen, behalven dat v[er]scheijde Leugens heeft gaen liegen, onder andere dat hij de France gedient soude hebben en uijt de Stad Grave gaen Lopen te sijn. Eis: publiek gegeseld en verbannen uit Utrecht. Hij wordt veroordeeld tot de kosten van het proces en verbannen uit Amerongen en den lande van Utrecht voor 6 jaar. Hendrick is kleermaker. De predikant is ds. Keppel. Hij is een zoon van Peter de Grijts en Maria Davits, die nog te Boxmeer wonen. Hij is een jaar geleden uit huis gegaan. Eerst heeft hij 19-20 weken te Belerick bij Venlo gewerkt bij mr. Marten Stroes, kleermaker en daarna in Antwerpen bij de wed van de heer Rofse en bij mr Willem in de Coperstraet. Hij zou in november te Delft gaan werken bij dhr Muilwijk. Hij heeft 5 jaar Latijn gestudeerd te Boxmeer. [120] 14-6-1675
Joachim Vervoorn drost contra Jean Lefort Belgarde en Cornelis Verweij. Zij hebben gevochten. Eis: boete van 100 gl. Gedaagden verzoeken uitstel. [120]
14-6-1675
Idem contra Matthijs de Beijer en Cornelius Verweij. Zij hebben gevochten. Eis: 100 gl. Uitstel. [120]
28-6-1675
Vervoorn contra Wijn Joosten. Er komt arbitragecommissie van Johan Quint en Johan van Kesteren. [120]
28-6-1675
Idem contra Hendrick Willemsz, Aert Gerritsz en Jorden Jacobsz. Zij hebben gevochten. Eis: boete van 25 gl. [120]
26-7-1675
Rond 18.30 uur heeft Johan Quint als oudste schepen in absentie van de drost, met Gerrit Stevensz, Jan van Kesteren en Aert Geurtsz schepenen, beschouwt het kind van Cornelia Merlijns weduwe, het welcke was overreden vande peerden ende wagen van Huijch Jansz, ende bevonden, dat hetselve kint aen’t hooft was vande peerden getreden ofte vande raden der wagen overreden, dat het hooft van malkanderen was gekneust en daer aen kort doot gebleven, en nae genomen Jnformatie vande Buerluijden en andere die het verklaerden gesien te hebben, dat het selve kint op’t aenkomen vande lopende 10
Peerden en Wagen, daervoor, en tegen in was gelopen, js tselve voor een ongeval v[er]staen ‘twelck buijten schult anden voorsz Huijch Jansz was toegekomen. [120] 18-10-1675 Joachim Vervoorn contra Jean Lefort Belgarde en Jacob Haes. Zij hebben gevochten. Eis: boete 150 gl. Jean wordt veroordeeld in de boete. [120] 18-10-1675 Idem contra Cornelis vander Sluijs Pander shoofs van Utrecht, en Stoffel Claesz van Aelst. Zij hebben gevochten. Eis: boete 50 gl. [120] 16-6-1676
Drost contra Georgius Bos en Johannes Tilburgh, gearresteerden. Zij hebben gevochten. Eis: boete 150 gl. [120]
16-6-1676
Drost contra Georgius Bos gearresteerde. Hij heeft zijn mes getrokken en agressie gepleegd ten huize van Jan Teunisz van Noort inde Veertigh Garden. Zijn advocaat vraagt uijt wat krachte den drost hem seer affronteuselijk heeft geapprechendeert ende in detentie geset met twee dienders vande Justitie. Hij is overgebracht van de detentie ten huize van Jan Teunisz van Oort omdat hij haer dickwijls dreijchde te aggresseren. Peter Matthijsz is gerechtsbode. [120]
18-6-1676
Jan Joosten en Arris Hendricksz komen voor het gerecht en constitueren zich borg voor Georgius Bosch tbv de drost Vervoorn [120]
26-6-1676
Joachim Vervoorn, drost, contra Georgius Bosch en Johannes Tilborgh gearresteerden om te antwoorden op het verzoek van provisie. Ook Abraham van Son wordt geciteerd. Hij verklaart ten huize van de requirant gehoord te hebben dat Johannes Tilburgh seijde, dat Georgius Bosch hem Tilburgh opde Borst had gestaen, en dat sijl[ieden] daer over malkanderen in’t haijr hebben gegrepen. [120]
31-7-1676
Drost contra Georgius Bosch. Voortgezet 23-10-1676. Idem 25-9-1676. [120]
15-10-1677 Vervoorn contra Jean Lefort Belgarde en zijn knecht Cors Woutersz. Op 8-10-1677 hebben zij op de Scheur onder Rhenen met malkanderen sijn vechtende geweest, met stockslaen en mestrecken en gequitsten oversulx v[er]vallen waren in een Boete van 150 gl. [120] 4-2-1678
Vervoorn contra Jan … de knecht van de burgemeester van den Honert, en Frank Gerritsz Wildeman. Eis: boete van 300 gl ter oorsake van een exces den 23-1-1678 inde nacht geschiet volgens ‘t 4e art. vande ordinantie. Franck is seer swaerlijck gequest. Zolang hij in levensgevaar is, wordt Jan gevangen gehouden. Franck verklaart dat sijne bekomene wonden hups beginnen te beteren. [120]
11
4-2-1678
Vervoorn contra Elbert Jacobsz, knecht van de majoor Jan Quint, en Frank Gerritsz Wildeman. Dit gaat over hetzelfde exces. Ook Elbert wordt gevangen gehouden zolang Frank nog in levensgevaar verkeert. [120]
11-2-1678
Vervoorn contra Elbert Jacobsz, knecht van de majoor Quint. Elbert zegt dat Jan Jansz, knecht van de luijtenant met Franck Gerritsz Wildeman hadde gevochten. [120]
25-2-1678
Vervoorn contra Elbert Jacobsz. Partijen zijn nog niet geaccordeerd. Elbert wordt veroordeeld in boete van 10 ducatons sijnde 31-10-0. [120]
11-3-1678
Vervoorn contra Elbert Jacobsz. Hij diende en leverde declaratie van Costen v[er]sochte Taxatie. [120]
22-3-1678
Roelof Reijertsz, voerman van Amerongen verscheijde reijsen en noch lest op voorleden vrijdagh in gebreecke is gebleven, sijn beurte van ’t Utrecht te rijden, waer over v[er]scheijde klachten sijn ingekomen. Boete 3-3-0. [120]
25-3-1678
Vervoorn contra Jan de knecht van de burgemeester van den Honert. Jan komt niet opdagen voor de tweede keer. [120]
26-8-1678
Vervoorn contra Lijsbet van Dam, huisvrouw van Wouter Jansz Orber. Zij moet criminelijk en ander ten exempel worden gestraft. Zij moet gevangen worden gehouden. Zij weet niet iets tot nadeel vant Gerecht gesproken te hebben, en soose door dommen ijver iets gesproken mochte hebben, dat haer selve leet is. Later belijdt zij dit toch te hebben gesproken, maer verklaert deselve met geen quade intentie tot nadeel van’t Gerecht te hebben geseijt. Zij wordt veroordeeld tot de costen en misen van justitie tot Taxatie van desen Gerechte. [120]
21-1-1679
Drost contra Jean Lefort Belgarde als man en voogd van sijn huijsvrouw Anna Beijer, en Abraham van Son. Zij hebben gevochten. Eis: 100 gl. Voortgezet 3-2-1679, 3-5-1680, 17-5-1680, 5-7-1680, 14-2-1681, 28-21681, 9-5-1681, 27-6-1681, 5-12-1681, 19-12-1681, 16-1-1682, 13-21682. Inclusief een memorie jn der saecke van[den] hr Bellegarde ende Joachim Vervoorn Drossaert. [120]
2-6-1679
Vervoorn contra Jan Gerritsz de Ridder. Hij eist 31-10 ter sake van een vechtboete bij hem voor sijn swager Jorden Jacobsz Vos geaccordeert ende belooft te betalen, onder affslagh van seven ducatons daer op betaelt. [120]
2-6-1679
Idem contra Jacobus Jacobsz Vos en Peter Petersz. Op 18 mei hebben zij gevochten. Jacobus heeft met den bols kan den knecht van Arien Jansz de goede op de kop gesmeten dat hij bloet liet. Eis: boete 150 gl. 12
Daar dit te Eck en Wiel is gebeurd, zegt advocaat Bercheijck dat Amerongen dit niet kan behandelen. [120] 16-6-1679
Vervoorn contra Jacob Jacobsz Vos. Hij concludeerde tot rejectie vande geproponeerde excepten van tibi non competit actio adversus ne, van praeventie ende solutie cum expensis. [120]
30-6-1679
Vervoorn contra Jean Lefort Belgarde soo hij geroepen is. Hij versochte uijting opde notule ende proceduren vanden 21-1-1679. [120]
6-10-1679
’t Gerecht disponerende bij provisie in der sake tusschen Joachim Vervoorn Drossart etc eijser ende Jean lefort Belgarde en Abraham van Son soo sij geroepen sijn gedaagdens ontseijt den eijser de versochte provisie in voegen gedaen. [120]
29-3-1680
Vervoorn en Jean Lefort Belgarde. Vervoorn wil dat Jean criminelijk off civiel zal worden gecondemneerd. [120]
5-4-1680
Jean Lefort de Belgarde contra Joachim Jacob Vervoorn, drost. [120]
19-4-1680
Idem contra idem. En ook op 3-5-1680 en 17-5-1680. [120]
6-6-1680
Vervoorn contra Hendrick Jansz Wijnen. Hij heeft zich bezig gehouden met baardscheren te Amerongen. Niemand mag dit doen exempt den aengenomen Chijrurgijn ende Barbier Abraham van Son. Toch heeft hij dit op zondag 21-6-1679 gedaan. [120]
5-7-1680
Vervoorn contra Bernt Schetter. Eis: boete van 100 gl. Waarom? [120]
5-7-1680
Idem contra Abraham van Son. Gedaagde persisteert voor dupliek. [120]
27-9-1680
Vervoorn contra Johan Lefort Belgarde nopens het voorgevallene op 93-1680. [120]
27-9-1680
Vervoorn contra Bernt Schetter. Sandick leverde sijne stucken jn judicio ende versochte uijttinge. [120]
27-9-1680
Vervoorn contra Bastiaen Gerritsz ende Willem Jansz schoenmaker. Zij hebben gevochten. Boete 100 gl. Willem zegt dat hij kan bewijzen onschuldig te zijn. Bastiaan komt niet opdagen. [120]
27-9-1680
Idem contra Frans Gerritsz en Jorden Jacobsz Vos. Ook zij hebben gevochten. Jorden ontkent schuldig te zijn. [120]
28-9-1680
Vervoorn contra Berent Schetter. Gerecht veroordeelt hem in boete van 100 gl. [120]
13
11-10-1680 Vervoorn contra Frans Gerritsz en Jorden Jacobsz Vos. Frans komt niet opdagen. Uitstel. [120] 11-10-1680 Idem contra Jacob Jacobs Vos. Hij concludeerde als nocht tot rejectie vanden geproponeerde exceptien van tibi non competit acio adversus me van preventie ende solutie. [120] 11-10-1680 Idem contra Bastiaan Gerritsz en Willem Jansz Schoenmaker. Bastiaan zegt onschuldig te zijn. Hij wordt in de stukken ook Bastiaan Bastiaansz genoemd. [120] 8-10-1680
Adriaan van Wijck als procureur van Jean Lefort de Belgarde x Anna Beijer. Hij zegt dat het gerecht Anna Beijer heeft geciteerd hoewel zij geen zaak heeft met het gerecht. [120]
25-10-1680 Vervoorn contra Lefort Belgarde. Het verhaal gaat weer verder. Ook op 8-11-1680 en 22-11-1680 en 14-2-1681 en 28-2-1681 en 9-5-1681 en 27-6-1681 en 5-12-1681 en 19-12-1681 en 30-1-1682 en 13-2-1682 en 13-3-1682 en 27-3-1682 en 1-5-1682 en 15-5-1682 en 12-6-1682 en 26-6-1682 en 11-9-1682. [120] 6-12-1680
Vervoorn contra Jacob Jacobsz Vos. Hij concludeerde als noch tot rejectie vande geproponeerde exceptien van tibi non competit actio adversus me van preventie ende solutie cum expensis. ’t Gerecht committeert Abraham van Son schepen, om sigh te jnformeren off de ge-eijschte Boeten, die den ged: mochte v[er]schuldicht wesen in Gelderlant heeft affgemaeckt, ende daer over is gearresteert naer behoren, bij den schout van Maurik. [120]
28-2-1681
Abraham van Son medeschepen en gecommitteerde totde Jnformatie nopende seeckere Vechtboete van Jacobus Jacobsz Vos rapporteert dat hem den schout van Maurik hadde vertoont seecker contract tusschen den Grave van Cuijlenborgh en d’Amptman van Nederbetuwe, over de jurisdictie van Eck en Wiel ende speciael over arresten en boetens etc. Bij welck contract blijckt dat de Vechtboeten alwaer bloet gelaten wort, behoort aenden Amptman off desselfs schout, maer geen bloet gelaten werdende comt aenden Hoogh gemelden Grave off desselfs richter tot Eck. [120]
30-5-1681
Joachim Vervoorn contra Jacob Jacobsz Vos. Op 28-2-1681 is al rapport gedaan. Sandick verzoekt dus uijtinge. ’t Gerecht alvorens in desen te disponeren ordonneren parthijen te accorderen ist doenlijck voorde ordinaris commissarissen. [120]
13-9-1681
Vervoorn contra Abraham van Son. Hij eist boete van 3 gl ter sake de ged: op Sondagh geweest sijnde den 11 septemb[er] 1681 als Barbier
14
gescheert heeft eenen Robbert Willemsz contrarie den placcate gerenoveert den 3e Junij 1674. [120] 13-9-1681
Idem contra Robbert Willemsz smit. Boete 3 gl omdat hij zich op zondag 11-9-1681 heeft laten scheren. [120]
26-9-1681
Vervoorn contra Peter Petersz wever, nomine uxoris. Eis: Boete 25 gl volgens de ampliatie vande ordinantie van 21-8-1644. Gedaagde ontkent. [120]
21-11-1681 Vervoorn contra Hendrick Sijbrantsz won. Amerongen en Jacobus Jacobsz Vos. Zij hebben gevochten. Eis: boete 300 gl. Jacobus Jacobsz Vos zegt dat zijn officiers hem daer over hadden gestraft. Als het gerecht hem wil straffen moeten ze naar Arnhem om dit na te vragen of hier bij zijn kolonel. Hendrick Sijbrantsz zegt beschonken te zijn geweest. Hij weet niet meer dat hij heeft gevochten. Vervoorn seponeert zijn eis op Jacobus maar wil condemnatie van Hendrick. [120] 5-12-1681
Vervoorn contra Cornelis Fransz en Peter Petersz Wever nomine uxoris. Eis: boete van 25 gl. Cornelis Fransz zegt dat Aeltje, de vrou van Peter Petersz hem heeft geslagen en bijt haijr getrocken. Peter ontkent dit. [120]
5-12-1681
Vervoorn contra Hendrick Sijbranden, won. Amerongen en Jacobus Jacobsz Vos. Jacobus heeft geen bewijs geleverd van zijn veroordeling voor de krijgsraad. Voortgezet op 19-12-1681. Jacob verzoekt dan 14 dagen uitstel. [120]
16-1-1682
Vervoorn contra Jacob Vos en Hendrick Sijbrantsz. Hendrick verzoekt niet ontvankelijk verklaard te worden. Jacob toont een attest van de cornet van de compagnie vanden Heer van Zuilesteijn, dd. 24-12-1681. [120]
30-1-1682
Jacobus Jacobsz Vos contra Joachim Jacob Vervoorn. Jacobus is al gestraft door zijn officieren. Het gerecht seponeert de zaak en Vervoorn gaat in beroep bij het Hof van Utrecht. [120]
26-2-1682
Vervoorn contra Bastiaan Bastiaansz. Hij versochte default van gijselinghe. [120]
26-2-1682
Nicolaes van Velpen eerste borgem[eester] ende representerende t Drost ampt deser hoge heerl[ijckheijt] Amerongen nomine officij contra Wijn Joosten en Thonis Jansz Duijtschen. Hij eist boete van 150 gl wegens vechten. [120]
15
26-6-1682
Vervoorn contra Cornelis Teunisz, won. Nedereng. Eis: boete 4 gl ter saecke sijnen hond niet en is met een knuppel gebungelt geweest ende daer over opde 12 Julij 1681 beboet door de jager, volgens de ordonnantie etc: [120]
26-6-1682
Vervoorn contra Jan Hendricksz als getrout hebbende de wed. van Tijs Ariesz op Waijesteijn. Hij seijde dat den ged: hondt opden 20 Julij 1681 ongeknuppelt is bevonden ende daer over door Herbert de jager beboet concl[udeer]t tot betal[inge] van .. volgens d’ordonnantie. [120]
26-6-1682
Idem contra Gerrit Jansz timmerman. Op 9-2-1682 is zijn hond ongeknuppelt bevonden ende daer over door Herbert de Jager beboet. [120]
26-6-1682
Idem contra Harman Roelofsz. Idem 14-2-1682. [120]
26-6-1682
Idem contra Roelof Reijersz. Idem 14-2 en 24-5. [120]
26-6-1682
Idem contra Arien de smit. Idem op 25-2 en 11-6. [120]
26-6-1682
Idem contra Evert de Ridder. Hij wil veroordeling van Evert vanwege sijn begane exces. [120]
26-6-1682
Idem contra Frans Gerritsz en Bastiaan Bastiaansz. Hij eist boete van 100 gl wegens vechten. [120]
11-9-1682
Idem contra Hendrick Sijbrantsz. Zie 16-1-1682. ’t Gerecht alsoo int accord kleijn v[er]schil is geweest, condemneert den ged: in vijff gul[den] binnen acht dagen te betalen. [120]
11-9-1682
Idem contra Bastiaan Bastiaansz. Zie 12 juni. Hij moet z.s.m. antwoorden. [120]
3-10-1682
Bastiaan Bastiaansz contra Vervoorn. Hij ontkent gevochten te hebben met zijn stiefvader. Vervoordeeld tot boete van 25 gl. [120]
3-10-1682
Vervoorn contra Abraham van Son en Matthijs Feijten. [120]
3-10-1682
Vervoorn contra Jean lefort Belgarde nomine uxoris en Abraham van Son. Zie 11-9. Wordt vervolgd 12-3-1683, 26-3-1683, 30-4-1683, 11-91683, 19-11-1683 [120]
16-10-1682 Vervoorn contra Abraham van Son en Matthijs Feijten. Zie 11-9. Wordt 30-10-1682 vervolgd en 13-11-1682 en 27-11-1682 en 11-12-1682 en 30-1-1683 en 12-2-1682 en 26-2-1682, 30-4-1683, 11-9-1683, 19-111683, 14-4-1684. [120] 5-11-1683
Johan Wilbrenninck drossard van Amerongen contra Peter Petersz Hoeserman en Jan Gerritsz de Leeuw. Op 29-7-1683 hebben zij op 16
zondagnacht eerst op de kamer ten huijse van Jantjen Harmans van Bemmel herbergierster alhier tot Amerongen en voorts ten twede mael opde straet achter de kerck sijn vechtende geweest, met mes trecken, stoten, en bijten datter bloet is gelaten. Eis: boete 600 gl. [120] 5-11-1683
Idem contra Jacobus Jacobsz Vos en Bastiaan Bastiaansz. Op biddagavond 6-6-1683 hebben zij op straat met messen gevochten. Eis: boete 200 gl. [120]
6-11-1683
Cornelis van Broeckhuijsen constitueert zich borg voor Bastiaan Bastiaansz. [120]
19-11-1683 Wilbrenninck contra Peter Petersz Hoeseman en Jan Gerritsz de Leeuw. Jan zegt dat er maar één gevecht is geweest en de Peter Petersz eerste aenvechter is geweest. Vervolgd 10-12-1683 en 7-11684. [120] 19-11-1683 Idem contra Jacobus Jacobsz Vos en Bastiaan Bastiaansz. Bastiaan levert attestatie dat Jacobus aanvechter is geweest. Vervolgd 10-121683 en 7-1-1684 en 28-1-1684, 10-3-1684, 24-11-1684, 26-1-1685, 92-1685, 23-2-1685, 9-3-1685, 11-5-1685, 12-5-1685 [120] 9-6-1684
Wilbrenninck contra Aelbert Gijsbertsz. Op 2-6-1684 is zijn hond ongebungelt en sonder knuppel bevonden. Hij is door de gerechtsbode en Herbert de jager beboet met 4 gl. [120]
9-6-1684
Idem contra Cors Woutersz. Uts. Beboet 20-4-1684. [120]
9-6-1684
Idem contra Thonis Huijbertsz uts beboet 20-4-1684. [120]
29-9-1684
Wilbrenninck contra Helena Jacobs Bremaet huijsvrouw van Crijn van Tuijl. Zij moet criminelijk worden gestraft. Zij heeft op 20-8 des morgens ontrent de Clock seven off acht uren ten huijse van Wijn Joosten haer seer qualijck gehouden over een pretense belastinge die door desen Ed: Gerechte aen de man van haer gedetineerde in regard van’t gemael was gedaen, dat sij oock gedetineerde heeft geconfesseert geseijt te hebben dat dienaengaende qualijck met haer wiert gehandelt, ende gevloeckt dat den Blixem off donder daer door sloegh, dat gemelten Gerechte voorts bij informatie is gebleecken dat de gedetineerde haer ten voorsz dage seer heeft beklaecht dat haer man inden Jmpost opt gemael was beswaert ten respecte van Aert Gerritsz off Evert de Wael, ende seer qualijck vandie van desen Ed: Gerechte gesproocken. Zij krijgt 2 dagen water en brood en betaling van de kosten van het proces. [120]
17
21-9-1685
Wilbrenninck contra mr. Dirck van Orduijnen chirurgijn, en Gerrit Gerritsz Haen. Zij hebben op 1-9-1685 ten huize van Jan van Os herbergier alhier gevochten. Zie ook 9-10-1685 en 25-10-1686. [120]
21-9-1685
Idem contra Aert Gerritsz de Leeuw en Jan de Bisschop. Hun beesten zijn op 16-8 geschut. [120]
21-9-1685
Idem contra Bart Gijsbertsz driftscheper. Zijn schapen zijn op 30-6 door Harmen Roelofsz geschut. [120]
21-9-1685
Idem contra Jan Gerritsz de Leeuw. Ook over schutten van beesten. [120]
21-9-1685
Idem contra Evert de Wael en Crijn van Tuijll als man en voogd van Helena Jacobsz Bremaet sijn huijsvrouw. Zij hebben op 12-8 gevochten. Zie ook 9-10-1685. [120]
14-6-1686
Wilbrenninck contra Jan Gijsbertsz. Op 8-6 is zijn hond ongebungeld int velt bevonden. Hij is daarover beboet tot 4 gl. Jan zegt dat het zijn hond niet was maar van Gijsbertje Huijgen. De hond is hem nagelopen omdat hij op die hofstede woont. Hij krijgt toch de boete. [120]
28-6-1686
Wilbrenninck contra Gerrit Jansen de Kruijff. Zijn hond is ongebungeld bevonden. Boete 4 gl. Hij zegt dat hij daarover al voor het gerecht van Leersum is beboet. Hij krijgt boete toch. [120]
28-6-1686
Wilbrenninck contra Gerrigje wed Arris Hendricksz. Haar hond was ongebungeld. Zij is beboet. [120]
28-2-1687
Wilbrenninck contra Gerrit Roelofsz zoon van Roelof Reijersz x Aegje Gerrits. Den h[ee]re Eij[se]r Concl[udeert] ten fine den ged[aagde] in persoon ter saecke van[den] Doodtslagh op den 8 deses maents feb 1687 aenden voorn: sijne moeder met het schieten van een pistool gedaen criminel[ijck] aen[den] lijve ofte andersints arbitral[ijck] na merite sal worden gestraft indien hij te becomen ende in cas van uijtblijven sijn leven langh gedurende sal worden gebannen uijt dese hooge heerlijckheijt sonder oijt daer weder in te comen op poene van swaerder straf ende dat hij daer beneffens sal worden gecondemneert in de costen ende misen van Justitie ofte anders. Wordt vervolgd op 14-31687, 4-7-1687 [120]
1-4-1687
Is Jan Gertsz Spijcker van Breukelen vluchtende over een manslagh aldaer begaen tot Amerongen comen logeren aen het huijs van Jan den Os Herbergier alhier. Hij is de volgende dag gearresteerd. Op zondag 3-4 is de drossaard naar Utrecht gereden om te vernemen naar deze zaak. Hij schrijft het Hof een brief om het dossier naar Amerongen te sturen. Jan Gertsz spijcker is geboren te Breukelen en heeft op 21-318
1687 Cornelis Arrisz Bos, gewesene herbergier inde Croon tot Breukelen soodanich met een mes gequest dat den selven voorts op den volgende dagh deser werelt is overleden. Op maandag 4 april wordt Jan verhoord te Amerongen. Hij is 36-37 jaar oud. Hij heeft geen familie meer behalve een oom Bastiaan Reijersz, schoenmaker te Breukelen. Hij is zelf ook schoenmaker. Hij is regelmatig dronken en vecht vaak. Er worden ook diverse getuigen gehoord: Cornelis van Woudenberg, chirurgijn te Breukelen, 33 jaar, Jan Gerritsz van Soest, 38 jaar, Griet Jans 46 jaar. Jan wordt opnieuw verhoord. Hij wordt veroordeeld om op het schavot met den swaerde te worden geëxecuteerd. De heer van Amerongen approbeert deze veroordeling. Op 11 april is hem de dood aangezegd. Op dinsdagochtend arriveert de scherprechter. De chirurgijn heeft het haar van Jan gekort. Hij wordt hierna gedood. Cornelis van Woudenberg verzoekt hierna om het lichaam te mogen begraven. Dat wordt toegestaan. [120] 16-4-1687
Drost moet op het spoedichst met een coetswagen ende twee landt drosten dienaers na Amsterdam gaan om het gerecht daar te verzoeken onsen inwoonder Samuel Levi aldaer in gevanckenisse sittende onsen Drossart voornt gelieven over te geven onder een behoorlijck acte van non praejudicie. [120]
19-9-1687
Johan Wilbrenninck contra Claes Gerritsz. Hij seijde dat den ged[aagde] op sondagh ontrent den avont sijnde geweest den 21-8-1687 te Overberg ten huize van Pons Jacobsz heeft gevochten, o.a. tegen eenen veensman het mes getrocken. Eis: boete 100 gl. Ende alsoo den ged[aagde] is een lopende persoon, en niet ge-erft of genoeghsaem gegoet, v[er]socht alvorens cautie pro judicato. Claes wil een commissie ten fine van accoort. Dat krijgt hij. Met stukken over Cornelis Willemsz, knecht van de wed. Ot? Gijsbertsz. en Willem Lambertsz dienstknecht van Dirck Cornelisz. en Jan Cornelisz knecht van Tijs Jansz. [120]
28-11-1687 Wilbrenninck contra Roelof Reijersz voerman, Robbert Ketel smit, nevens sijn vrou Annighje. Eis: boete van 150 gl ter sake sij drie ged[aagdens] soo binnen als buijten thuijs van Henrick Sijberden op maendagh ontrent den avont geweest sijnde den 21 novemb 1687 te samen tot verscheijde reijsen den een voor ende den anderen naer ende door malkanderen sijn hantgemeen geweest. Zij zijn in het gezicht gekwetst en hebben gebloed. Zij hebben elkaar eerst heftig uitgescholden. De scheldwoorden staan genoteerd. [120] 12-12-1687 Drossaard contra Aelbert Barten Quint x Gerrichje Aelbertsz, Marta van der Son en Henrickje Jans gewesene dienstmaeght van den selven Aelbert Barten. Eis: boete van 300 gl. Zij hebben ten huise van de
19
mede-gedaagde staende tot Elst op sondagh savonts 18-9-1687 een uur na zonsondergang gevochten. Hendrickje bloedde dapper. [120] 16-1-1688
Drossaard contra Aeltje de wed van Peter de Wever en Lijsbeth Jacobsz. Eis: boete van 25 gl ter saecke sij ged[aagdens] ten huijs van Corns Lijster op dinsdag 21-12-1687 hebben gevochten en gebloetreijst. Aeltje zegt dat Lijsbeth Jacobsz haer soon Peter heeft opgehouden ende met den selven bij naght gelopen [120]
16-1-1688
Idem contra Aelbert Barten als voogd van zijn huisvrou Gerrighje… en haer doghter Marta mitsgrs Henrickje Jans. Repliek. Gedaagde verzoekt copijen. [120]
15-2-1688
Idem contra Roelof Reijersz en Jorden Vos voermannen. Zij hebben gevochten te Utrecht in de herberg op zaterdag. Eis: boete 25 gl. [120]
23-4-1688
Drossaard contra Steven Gerritsz de Leeuw en Ewid Aelbertsz Quint. Eis: boete 300 gl wegens vechten op dinsdagavond 17-4-1688 ten huijse van Claes van Dam weert inden Roode Leeuw alhier. Steven heeft Ewid met glas int gezicht gestoten. 17-5-1688 derde citatie. [120]
14-7-1688
Drossaard contra Cornelis Huijberden en Jan van Overvest. Eis: boete van 100 gl ter sake op woensdagavond ten huijsen off voor de deur van Claes van Dam op 11-7-1688 met messen soodanich handt gemeen geweest sijn dat de tweede ged[aagde] gebloetreijst is geworden. [120]
14-7-1688
Idem contra Peter Petersz Wever en Jan van Overvest. Ook zij hebben gevochten. [120]
30-7-1688
Idem contra Cornelis Huijberden en Jan van Overvest. Jan is vorige keer niet verschenen. Zij krijgen elk boete van 50 gl. En in de zaak van Peter Petersz Wever en Jan van Overvest idem. [120]
27-8-1688
Drossaard contra Jan Cornelisz Damen. Eis: doodstraf met het zwaard ter sake van den manslagh bij hem opden 18 julij deses jaers 1688 aen Rijck Dircksz van der Klinck begaen. Hij is nog voortvluchtig. Voortgezet 10-9-1688 en 25-9-1688. [120]
22-10-1688 Drossaard contra Jan Cornelisz Damen. Op 18-7-1688 heeft hij ten huijsen vanden veerman ende den herbergier aent Wielsche Veer met Rijck en anderen gedronken. Daarbij waren ook Jan Gerritsz de Leeuw en Wouter den Orber. Onderweg naar huis hebben Jan en Rijck gevochten. Even later heeft Jan Rijck van achteren een mes onder de linkerschouder gestoken. Na een paar dagen is Rijck hieraan overleden. Jan wordt veroordeeld tot levenslange verbanning en dood door het zwaard, als hij gevonden wordt. [120]
20
28-1-1689
Wilbrenninck contra Bart Gijsbertsz driftscheper van de schepen van Velpen. Op 4-1-1689 ’s nachts heeft Bart achter het huis van Herbert Hendrixe jager vande heer van Amerongen strikken gezet voor konijnen. [120]
22-4-1689
Wilbrenninck contra Peel Cornelisz, Hendrick en Maria van Wijckersloot. Op woensdag 10-4-1689 ’s morgens tussen 6 en 7 hebben Peel Cornelisz en Maria en Hendrick van Wijckersloot op de hofstede van de wed van Tijmen van Wijckersloot ruzie gehad. Hendrick is aan het hoofd gekwetst. [120]
16-5-1689
Peel Cornelisz, won. Amerongen, contra Wilbrenninck. Hij leverde in scriptis. Heel verhaal. [120]
8-5-1689
Wilbrenninck contra Jacob van Ginkel gearresteerde en Peter Petersz. Eis: boete 150 gl omdat zij gisteren ten huize van Claes van Dam herbergier inden roode Leeuw hant gemeen zijn geweest. [120]
8-5-1689
Idem contra Bart … gewesen Coetsier op Zuijlesteijn. Hij heeft gisteren schepen Peter van Nellestijn in t doen van een arrest op den persoon van Jacob van Ginckel (ten tijde den Bode absent was) niet alleen seer injurieusel te bejegenen, nemaer boven dien den selven schepen, die in sijn publicque bedieninge was, met een glas bier in toornige gemoede over het lijf off rock te gieten. [120]
24-6-1689
Wilbrenninck contra Peel Cornelisz, Henrick en Maria van Wijckersloot. Voortgezet op 8-7-1689. [120]
30-9-1689
Wilbrenninck contra Cornelis Lijster en Grietje Henricksz. Op vrijdag 127-1689 als oock op sondagh den 28 dito hebben zij gevochten ten huize van Cornelis Lijster. Voortgezet op 11-11-1689. [120]
11-11-1689 Drossaard contra Dirck van Orduijnen en Willem Jansz schoenmaker. Voortgezet op 25-11-1689 en 9-12-1689. [120] 20-1-1690
Drost contra Cornelis Lijster en Joost Hendricksz, knecht van de graaf van Waldeck. Zij hebben gevochten op 12-1-1690 ten huize van Cornelis. Zie ook 21-1-1690 en 3-2-1690, 3-3-1690. Zij worden veroordeeld tot boete van 50 gl. [120]
20-1-1690
Drost contra Steven Gerritsz en Teunis Gerritsz de Haen. Zij hebben op donderdag 26-12-1689 ten huize van Claes van Dam tweemaal gevochten. Zie ook 21-1-1690 en 3-2-1690, 3-3-1690. [120]
3-2-1690
Jacob Tijmansz contra Wilbrenninck. Zie ook 31-3-1690. Dan is ook Gijsbert Aelbertsz gedaagde. Zij hebben op 26-12-1689 gevochten aenden Dijck ontrent de Kickvorsch. [120] 21
31-3-1690
Wilbrenninck contra Jacob Tijmansz en Aelbert Gijsbertsz x Hilligje Reijers. Wegens vechten tussen Jacob en Hilligje op 26-12-1689 aenden Dijck ontrent de Kickvorsch. Jacob heeft haar en haar oude vader geaggresseerd. Voortgezet op 5-5-1690 en 19-5-1690 en 2-61690 en 14-7-1690 en 28-7-1690 en 13-10-1690 en 10-11-1690 en 2411-1690 en 26-1-1691, 23-2-1691, 9-3-1691, 23-3-1691. [120 (heel veel stukken!)]
28-7-1690
Wilbrenninck contra Huijgh Jansz en Pieter Cornelisz Bosch. Op 17-61690 hebben zij in de stal van het huis Amerongen gevochten. Peter was dronken en heeft een glas gesmeten naar Huig. [120]
26-1-1691
Wilbrenninck contra Hendrick Wijnen x Fijgje Reijers mitsgaders Wouter den Orber als vader en momber van Jannigje Wouters. Zij hebben op 25-11-1690 gevochten ten huize van Hendrick Wijnen. Zaak wordt voortgezet op 9-2-1691, 9-3-1691, 23-3-1691, 6-4-1691, 20-4-1691, 185-1691. [120 (veel stukken!)]
23-2-1691
Wilbrenninck contra Wouter den Orber. Idem op 9-3-1691, 23-3-1691, 6-4-1691, 18-5-1691, 15-6-1691 (nu met verklaring van Aletta van Orduijnen). [120]
9-3-1691
Wilbrenninck contra Wouter Jansz Orber als vader en voogd van zijn dochter Jannigje Wouters. Idem 29-6-1691, 13-7-1691, 27-7-1691, 510-1691, 2-11-1691[120]
25-5-1691
Alsoo Anna Pietersz, doghter van Peter en Maeijtje Jansz za, out ontrent 38 jaren, geboortigh van[den] Briel. Zij heeft ten huize van Johannes Willemsz onder Ginkel gestolen twee sacken en een vuijl laken. Zij wordt verbannen uit Amerongen. [120]
13-7-1691
Gerecht veroordeelt Jacob Tijmansz voor het voorsz delict in de kosten van het proces. [120]
4-4-1692
Gerecht veroordeelt Wouter den Orber qq en Henrick Wijnen qq niet. Wilbrenninck gaat in beroep bij het Hof van Utrecht. [120]
10-4-1692
Wilbrenninck contra Maria Catharina en Petronella van Wijckersloot, won in den Nieuwen Engh onder Amerongen. Zij hebben transgressie gepleegd. [120]
30-5-1692
Wilbrenninck contra Roelof Reijersz. Op 27-5-1692 is zijn hond ongebungeld bevonden. Hij is daarover door Herbert de jager beboet. [120]
27-6-1692
Wilbrenninck contra Gijsbert de Cock, won. Amerongense Dijk. Hij komt niet opdagen. [120] 22
12-9-1692
Wilbrenninck contra Jean fort de Belgarde en Hendrick Jansz Wijnen. Zij hebben gevochten en worden veroordeeld. Hendrick gaat in beroep bij Hof van Utrecht. [120]
12-9-1692
Idem contra Arien Meertensz. Eis: boete 30 gl boven de verbeurte van sijn roer. Hij liep in het veld met zijn roer. Hij is gesnapt door Hendrick van Westbroeck. Hij beweert niet te hebben willen schieten. [120]
12-9-1692
Gisteren is door de dienaars van Frederick van den Honert in hechtenis genomen seeckeren William Ros (geboortigh uijt Schotlandt soo hij seijde) om redenen, dat hij jegens den placaten vanden Landen in desen Dorpe stoutel[ijck] gingh bedelen. Hij wordt verbannen uit Amerongen. [120]
6-11-1693
Wilbrenninck contra Dirck van Orduijnen en Jacob Grevinck. Idem 2011-1693. [120]
16-7-1694
Adriaen Hardenberg drossaard contra Arien Bogert gevangen alhier. Een paar jaar geleden is Arien ook in Amerongen geweest. Hij heeft hier gebedeld. Dat is hij blijven doen. Hij is in de 80 jaren oud. Eis: strenge geseling en levenslange verbanning uit Amerongen, Ginkel en Elst en den landen van Utrecht. Het gerecht houdt dese saeck in staet tot overmorgen vroegh ten 9 uren. [120]
19-7-1694
Alsoo Arien Bogart, oud in de 80 Jaren ende geboortich van Brussel bekend heeft dat hij 10-12 jaar heeft gebedeld, wordt hij veroordeeld tot levenslange verbanning uit Amerongen en den lande van Utrecht. [120]
8-10-1694
Adriaen Hardenbergh contra mr. Dirck van Orduijnen chirurgijn en Jan de Leeuw. Eis: boete 50 gl. Idem 22-10-1694 en 19-11-1694. [120]
8-10-1694
Idem contra Steven de Leeuw en Roelof Reijersz. Zij hebben gevochten. Roelof heeft zich ernstig misdragen. Idem 22-10-1694. Roelof wordt veroordeeld tot de geeijste boete van 50 gl. [120]
3-12-1694
Hardenbergh contra Evert de Keijser. Idem 17-12-1694. [120]
3-12-1694
Idem contra Teunis de Ridder. Idem 17-12-1694 [120]
3-12-1694
Omdat het gerecht is gebleken dat in het gevecht tussen Dirck van Orduijnen en Jan de Leeuw dat de Leeuw contentement heeft gedaan aan de officier en gemelten Orduijnen insterende tot afdoeninge. Orduijnen wordt vrijgesproken en De Leeuw veroordeeld. [120]
3-12-1694
Compareerde Georgius Bosch als procureur van Evert de Keijser en Thonis de Ridder. Voortgezet op 14-1-1695, 28-1-1695, 11-2-1695. Het gerecht disponeert op 15-4-1695. Zij worden vrijgesproken. Zie ook 294-1695, 3-5-1695, 17-6-1695, 1-7-1695, 24-7-1695 bladzijden vol. [120] 23
3-5-1695
Hardenbergh contra Gerrit de Cruijff, Cornelis van Meerwijck en Peter Arissen van Lambalgen. Zij hebben op 16-3-1695 ’s avonds tussen 20.00 en 20.30 uur op de Amerongse Dijk met messen gevochten. Peter is over zijn hand gesneden en heeft gebloed. Zie ook 17-6-1695 (Jacobus Willemsz van Buren hoort ook hier bij) bladzijden vol, 1-71695. [120]
29-7-1695
Hardenberg contra Frans Hendricksz gewesene dienstknecht van Johannes van Ommeren geaufugeerde. Johannes heeft nog huurpenningen van Frans in bezit. Frans moet worden verbannen uit Amerongen uijt saake van[den] moetwil, ongehoorsaemheijt ende nalatigheijt in de Huijsinge van sijnen voorn: mr begaen. Verder moet hij een boete ontvangen van 30 gl. Idem 9-9-1695. [120]
28-8-1695
Hardenberg contra Cornelis Jansz van Meerten. Hij seijde dat Rutger Adams soon van Adam Willemsz van Rhijnberch op woensdag 21-81695 van het hooij van den gedaagde hadde gehaalt een ijserde remkettingh welke den gedaagde (opt afvragen van Merrighje Teunisz huijsvrouw van Meerten Woutersz) niet ontkend hadde van den voorn: Adam Willemsz of des selfs soon ontvreemt te hebben. Verder heeft Cornelis aan Merrigje bekend dat hij van Rutger een gespan touwen van twee paarden heeft gestolen. Alsmede dat hij gedaagde op den 22e August: deses voors. Jaars 1695 bekend heeft aen Annighje Egberts huijsvrouw van Sander Claessen dat het de Zeelen en repen neffens nogh een toorshout van Rutger Adams waren. [120]
9-9-1695
Idem contra Crijn van Tuijl en Dirck vanden Brenck n.u. Eis: boete 25 gl. Crijn zegt dat zijn vrouw geen agressie heeft gepleegd. Idem 7-101695. [120]
9-9-1695
Hardenberg contra Berent Petersz van Berneveld. Hij heeft op 21-71695 met Wijn Joosten gevochten. Wijn is inmiddels overleden. Eis: boete 75 gl. [120]
9-9-1695
Hardenberg contra Helmert Hendricksz, Hendrick Turen en Cornelis van Eijckeveld. Idem 23-9-1695. Zij komen weer niet opdagen. Idem 710-1695, 21-10-1695, 10-2-1696. 9-3-1696 doet het gerecht uitspraak. Helmert krijgt boete van 225 gl, Hendrik en Cornelis ieder 300 gl. Idem 27-4-1696. [120]
16-12-1695 Hardenberg, drost, contra Hendrick de Kemp. Hendrick wil niet zweren. [120] 13-1-1696
Hardenberg contra Hendrick Wijckersloot en Hendrick de Kemp. Idem 10-2-1696. [120]
24
28-7-1696
Zekere Gerrit Jansz oud in de 40 jaren, geboren te Gorinchem, en een zekere vrouw Aeltje Anthonis, huisvrouw van Pieter Florissen, geb. Hamburg, hebben gebedeld te Amerongen. Zij krijgen 3 dagen water en brood en worden verbannen uit Amerongen en de provincie Utrecht. Op verzoek van de heer van Amerongen worden zij naar Utrecht gebracht om daar te worden geconfronteerd met een vrouw in het stadsspinhuis. Daar vertelt Metje Peters dat zij Aaltje in Barneveld heeft zien bedelen. [120]
17-8-1696
Hardenberg contra Jan Barwee en Johan van Amerongen, procureur te Rhenen. Zij hebben gisteravond gevochten. [120]
18-1-1697
Hardenberg contra Jacobus Willemsz en Aert Woutersz. Zij hebben gevochten. [120]
18-1-1697
Idem contra Willem Lijster en Cornelis Jansz. Zij hebben op zondagnacht 14-6-1696 gevochten. Idem 1-2-1697. [120]
15-2-1697
Hardenberg contra Jacob Tijmensz voor zichzelf en zijn vrouw en voor soo verre het nooth sij mede ad judicium adducerende Annigje Cornelis. Zij hebben gevochten. [120]
19-4-1697
Jacob Tijmensz en zijn huisvrouw contra Annigje Cornelis. [120]
3-5-1697
Hardenberg contra Jacobus van Os en Petronella Wijckersloot. Zij hebben op 18-3-1697 gevochten met een bloot mes. [120]
22-5-1697
Jan de Ridder, schepen van Amerongen, stelt zich borg voor Gerrit Keijser in de zaak van Hardenberg en Jan Evertsz, won. Remmerden, nopens seecker swart merrij-peert van ses Jaren alhier tot Amerongen staende dat een van Jans schapen heeft dood gereden. [120]
24-5-1697
Hardenberg contra Gerrit Joosten alias Keijser en Jan Evertsz. Zij hebben op 22-5-1697 gevochten. [120]
27-9-1697
Hardenberg contra Steven de Leeuw en Fijtje Reijers wed Hendrick Wijnen. [120]
11-10-1697 Idem contra Crijn van Tuijl voor sijn selven en als vader en voogd over sijne 2 minderjarige kinderen Orcelina en Teunis Crijnen van Tuijl, mitsg Rijckje Everts dienstmeijt van Dirk van Brenk. [120] 16-10-1697 Idem contra Huijgh van Wijck, won. Ingen, mitsgaders Peter Dircksz, won. Amerongen. Zij hebben vandaag ten huize van Claas van Dam, herbergier alhier, gevochten. Idem 18-10-1697. [120] 25-10-1697 Hardenberg contra Fijtje Reijers wed Hendrick Wijnen. Uitspraak 6-121697. [120] 25
8-11-1697
Drost contra Jan de Leeuw en Gijsbert van Welhuijsen. Zij hebben gevochten. Uitspraak 6-12-1697. [120]
8-11-1697
Drost contra Elsje Corssen en Jan Bouwen Gijsbertsz. Zij hebben gevochten. [120]
22-11-1697 Peter Cupers Ratelaer compareert voor het gerecht seggende dat hem voorl sondagh des nagts ontrent 12 en 1 uijre te gemoet sijn gecomen ontren den coestal van Robbert de Smit 4 personen, waer van hem 2 bekent sijn, te weten Hen: de Kemp en Johannes Picard knegt van Thomas van Dulken. Zij hebben hem bedreigd. [120] 16-12-1697 Hardenberg contra Peter den Os geinsinueerde te recoleren sijne gegeven attestatie van dato den 23-11-1697. Idem Lijsbet Wijnen sijne Huijsvrouw. En Gijsbert Reijersz en Hendrick Otten. [120] 20-12-1697 Idem contra Hendrick de Kemp, Jacob Langius en Johannes Picard. Zij hebben gevochten. Idem 17-1-1698, 31-1-1698, 28-2-1698. Uitspraak 28-3-1698. Zie ook 11-4-1698. [120] 20-12-1697 Jan de Leeuw schepen van Amerongen contra Hardenberg. Idem 31-11698. [120] 16-5-1698
Hardenberg contra Joost Barten crimineel gevangen. Joost heeft zich in 1688 begeven in de oorlog. Hij heeft als voetknecht gediend in de compagnie van kapitein Karwe onder het regiment van dhr kolonel Uijttenhoven, heer van Amelisweert. Daar heeft hij 5 jaar gediend. Toen gedeserteerd en gezworven. Hij heeft nu een spijpwagentje en bedelt. Hij heeft bovendien gedurende sijnen egten staet of leven van Marrigje Jans met anderen gehoereerd en overspel begaan. Eis: verbanning voor 10 jaar uit Amerongen en de provincie Utrecht. Gerecht neemt dit over. [120]
1-8-1698
Hardenberg contra Jan Claessen smit en Johannes van Bronckhorst. Zij hebben gevochten ten huize van Jan op 21-4-1698. [120]
1-8-1698
Idem contra Wessel Bolderman en Fijtje Reijers wed Hendrick Wijnen. Zij hebben gevochten. [120]
6-2-1699
Hardenberg contra Marcus Levi gevangen. Levi woont te Amsterdam. Daar heeft hij kennis gemaakt met Jan Gabriels, won. tot Inspick inden Langestraet. Van hem heeft hij 2 koperen, vergulden kettingen gekocht en 2 koperen pinkringen. Hij is over Utrecht en Wijk gereisd en kwam woensdag 25-1-1699 te Amerongen. Daar heeft hij zijn kettingen en ringen aan Jan Gabriels (mede gevangen) overgeleverd. Zij willen ze verkopen. Ze zijn vervolgens naar Rhenen gegaan in de Grebbe. De verkoop lukte daar niet. Daarop gingen ze naar Wageningen en 26
Veenendaal. Daar hebben ze een ketting in de lombert verpand. Marcus is 27 jaar en geboren te Amsterdam. Hij krijgt driemaal 24 uur water en brood en wordt verbannen uit Amerongen. Jan Gabrielsz, won. Groot Waspik in de Langstraet. Hij is 29 jaar en geb. Amsterdam. Marcus is een jood. Jan krijgt zelfde straf. [120] 11-5-1699
Vrouwe van Amerongen contra Steven de Leeuw backer. [120]
23-5-1699
Hardenberg contra Roelof Reijersz en zijn zoon Roelof Roelofsz, oud 17 jaren. Hij heeft zijn twee paarden bij dag en nacht een lange tijd laten weiden langs de wegen. Wie hem daarop aansprak werd bedreigd. Roelof jr. wordt vrijgesproken en zijn vader krijgt tweemaal 24 uur water en brood. [120]
17-7-1699
Het gerecht is geweest bij de wed. Hendrick Wijnen omme te doen afpeijlinge van hare wijnen ende bieren. De vorige dag is er bij haar ingebroken en een half vat bier gestolen. [120]
17-7-1699
Aeltje Corssen klaagt bij het gerecht over Jannigje Wouters huisvrouw van Bart van Donselaar over geweld aan haar gepleegd. Drossaard zal nader informeren. [120]
26-7-1699
Hardenberg contra Arien Coenraetsz en Maria Gerrits. Idem 27-7-1699. [120]
7-8-1699
Hardenberg contra Jannigje Wouters den Orber huisvrouw van Bart Aertsz. Zij heeft geweld gepleegd aan Aeltje Corssen te Elst. Eis: correctie aen den lijve. Zie ook 11-9-1699, 25-9-1699, 20-11-1699, 412-1699, 18-12-1699, 26-2-1700. Uitspraak 22-7-1700. Zie ook 19-81700, 13-12-1700 [120]
7-8-1699
Idem contra Hendrick Jansz gevangen alhier. Hij is 18 jaar oud en geboren te Nijkerk op de Veluwe. Hij heeft enkele weken geleden op huize Amerongen gewerkt. Samen met Hendrick genaamd den Engelsman en eene Jurrien is hij ’s nachts tweemaal uit gegaan en van de inwoners van Amerongen hun palen en erritten geplukt en wortels om die te koken. Hij krijgt 24 uur water en brood. [120]
6-11-1699
Teunis Jansz Tol, won. Amerongen, constitueert zich borg voor Jannigje Wouters Orber t.b.v. Adriaan Hardenberg. [120]
15-4-1700
Hardenberg contra Aelbert van der Clift mitsgaders Teunis Jansz van Rotterdam. Zij hebben op 2-4-1700 ten huize van Claas van Dam, herbergier in de Roode Leeuw, gevochten. [120]
13-5-1700
Hardenberg contra Teunis Jansz van Rotterdam. [120]
27
10-6-1700
Hardenberg contra Cornelis Vreem en Jan Jansz. Zij hebben gevochten op 21-5-1700 [120]
10-6-1700
Idem contra Dirck Bol n.u. en voor Lijsbet … won. bij dhr Belgarde. Zij hebben gevochten 26-5-1700. [120]
6-9-1701
Drossaard contra Jan Dircksz, Jan Jansz en Johannes Rudolf. Zij hebben gebedeld. Jan Dircksz is 30 jaar, geb. in het graafschap Zutphen, Jan Jansz, 20 jaar, geb. Tiel en Johannes Rudolph, 15-16 jaren oud. Jan Dircksz moet 12 dagen in de toren gevangen zitten op water en brood. Jan Jansz 10 en Johannes Rudolf 6 dagen. Verder worden zij verbannen uit Amerongen en de provincie Utrecht. [120]
19-9-1701
Hardenberg contra Peter Jansz Bruren, won. Amsterdam, en Hendrick van Wijckersloot, residerende tot Culemborg. Zij hebben in de straten van Amerongen op 4-9-1701 gevochten. Uitspraak 6-11-1702. Peter krijgt boete van 100 gl. Zie ook 10-12-1703 [120]
19-9-1701
Idem contra Gerrit Woutersz, mitsgaders Gijsbert Gijsbertsz dienstknecht van Arrisje Corssen op Emmikhuizen. Zij hebben gevochten. [120]
12-12-1701 Hardenberg contra Dirck Willemszn van Buren en Huijbert Arrissen. Zij hebben gevochten. [120] 30-10-1702 Hardenberg contra Cornelis Lijster en Gabriel Lijster zijn zoon. Zij hebben geweld gebruikt tegen de executeur van haer Ed. Mog. en tegen Hardenberg op 16-10-1702. Zie ook 6-11-1702. Grietje Gabriels is de vrouw van Cornelis Lijster. Zie ook 4-12-1702. Gabriel wordt verbannen. [120] 21-5-1703
Hardenberg contra Jan de Leeuw en Pieter Ketelaar. Zij hebben op 7-51703 ten huize van Claes van Dam gevochten. [120]
12-11-1703 Drossaard contra Dirk Arissen en Dirk Willemsz van Buren. Zij hebben op woensdag 31-10-1703 op de weg naar WbD gevochten. Zie ook 2611-1703, 10-12-1703, 21-1-1704, 4-2-1704, 18-2-1704. [120] 20-7-1705
Hardenberg contra Willem van Garderen x Bartha van Scherpenzeel om te responderen op seekere artikelen van jnterrogatorien. [120]
8-9-1705
Idem contra Jan Hendricksz, gewoond hebbende tot Leersum, en Jacob Hendricksz van Essen, voerman in Veenendaal, gearresteerden. Op 62-1705 hebben zij ten huize van Claes van Dam gevochten. [120]
31-3-1706
Idem contra Cornelis Aartsz en Teunisz Jansz van Breukelen. Op 29-31706 hebben zij ten huize van Jan van Os gevochten. [120]
28
26-4-1707
Hardenberg contra Cornelis Laurentsz vanden Haven gevangene. Hij is 53 jaar, geb. Bodegraven. Zes jaren geleden is hij een half jaar soldaat geweest in de compagnie van de majoor van het regiment van Visheusen? Hij heeft sindsdien gebedeld. [120]
3-10-1707
Hardenberg contra Steven de Leeuw en Godert Aertsz de Leeuw. Zij hebben op 6-9-1707 gevochten. [120]
18-6-1708
Hardenberg contra Wouter Aartsz en Gerrit Cornelisz Blanckesteijn. [120]
18-6-1708
Hardenberg contra Cornelis Lijster. [120]
16-7-1708
Hardenberg contra Lijsbet Gerrits. Eis: verbannen met haar kinderen voor 12 jaar. Wordt uitgevoerd. [120]
30-7-1708
Hardenberg contra Jean fort de Belgarde. Hij verbeurt 25 gouden nederlandse rijders voor iedere keer dat Lijsbet Gerrits bij hem logeert. Zie ook 24-9-1708. [120]
22-10-1708 Hardenberg contra Gijsbert Petersz Woudenberg. [120] 7-10-1709
Hardenberg contra Gerrit Woutersz, won. Dwarsweg. Hij heeft transgressie gepleegd. [120]
7-10-1709
Hardenberg contra Gerrit van Osch. [120]
13-1-1710
Hardenberg contra Arien Petersz, Gerrit Willemsz en Gerrit Jansz Wildeman. Zij hebben op 29-12-1709 met de kaart gespeeld. [120]
6-10-1710
Hardenberg contra Cornelis Petersz van de Weert en Gerrit Wildeman. Zie ook 17-11-1710, 15-12-1710, 12-1-1711, 26-1-1711, 9-2-1711, 134-1711, 11-5-1711, 29-6-1711. 21-9-1711 neemt Hardenberg dispositie in de feiten. [120]
12-1-1711
Hardenberg contra Claas Gerritsz, won. Ginkel, en Gerrit van Os, won. Amerongen. Zij hebben gevochten. [120]
6-10-1710
Hardenberg contra Cornelis Petersz van de Weert en Gerrit Wildeman. Zie ook 17-11-1710, 15-12-1710, 12-1-1711, 26-1-1711, 9-2-1711, 134-1711, 11-5-1711, 29-6-1711. 21-9-1711 neemt Hardenberg dispositie in de feiten. [121]
21-9-1711
Hardenberg contra Cornelis van Leeuwen en Cornelis van Tuijl. Op zondag 6-9-1711 des nachts ontrent een a twee uren hebben zij met elkaar gevochten. [121]
21-9-1711
Hardenberg contra Jan van Wolfswinkel. Eis: boete 300 gl. Jan komt niet opdagen. Voortgezet 7-3-1712. Opnieuw is Jan er niet. [121] 29
20-6-1712
Hardenberg contra Gijsbertje Hendricks gewezen diensmaagd van Jacob Tijmansz. Zij komt niet opdagen. Zaak voortgezet op 4-7-1712. Idem. 18-7-1712 idem. 1-8-1712 idem. Op 28-9-1712 doet het gerecht deze zaak over aan het Hof van Utrecht. Zie ook brief van 29-12-1712. Gijsbertje heeft op 26-3-1712 ten huijse van wed Ernst Thomassen exces gepleegd en haar kind verlaten. Zij wordt voor 6 jaren uit Amerongen verbannen. [121]
1-8-1712
Hardenberg contra Steven de Leeuw voor zijn zelven en Willem van Garderen n.u. Zij hebben gevochten. [121]
16-10-1713 Hardenberg contra Willem Lijster en Thomas Vrooman. Zij hebben gevochten. [121] 15-9-1714
Hardenberg contra Jan Willemsz en Cornelis Petersz. Wordt verwezen naar Hof van Utrecht. [121]
15-10-1714 Hardenberg contra Cornelis van Leeuwen. Hij is op 21-9-1711 veroordeeld wegen vechten met Cornelis van Tuijl. Hij heeft zijn boete nog niet betaald. Zie ook het verzoek van zijn procureur op 20-9-1717. [121] 29-11-1714 Hardenberg contra Hendrick Evertsz dienstknecht van Cornelis Jansz, Cobus Jansz zoon van Jan Arissen, beide won. onder Doorn, en Gerrit de Ridder, won. Amerongen. Zij hebben gevochten. [121] 29-11-1714 Hardenberg contra Hendrick Roelofsen van Amerongen en Reijndert Berentsz voor sijn selven en als in huwelijk hebbende Cornelia Stoffelsen, en als vader en voogd van Maechje Reijnderts. [121] 14-1-1715
Hardenberg contra Jan Willemsz, Cornelis Petersz en Roelof Dircksz. [121]
23-3-1715
Hardenberg contra Gerrit Roelofsen. Over zijn begaane delict, aan den lijve (andere ten exempel) soo danigh sal werden gestraft, als desen Ed gerechte naar Exergitie van de saeke sullen oordeelen te behooren. Gerrit komt niet opdagen. Op 20-4-1716 idem. 4-5-1716 idem, 18-51716 idem. [121]
12-4-1717
Hardenberg contra Peter van Stuijvenberg en Willem Lijster. Zij hebben gevochten. [121]
4-10-1717
Hardenberg contra Peter de Ridder en Jan Vermeulen. Zij hebben gevochten. Voortgezet op 18-10-1717, 1-11-1717. [121]
18-9-1719
Hardenberg contra Cornelis Woutersz van Jngen en Gerrit Jacobsz van Groeningen. Op 3-9-1719 laat inden avont hebben zij gevochten. Zie ook 2-10-1719. [121] 30
6-11-1719
Hardenberg contra Wouter Meertensen en Jan, alias Jan Speckkoek. [121]
15-1-1720
Hardenberg contra Jan van Ommeren, won. Darthuizen, en Gijsbert Brantsen, won. alhier. Zij hebben ten huize van Dirck Jansz van Driel gevochten. [121]
20-3-1721
Hardenberg contra Louis Raet en Hendrick van Scherpenzeel. Zij hebben gevochten. [121]
24-3-1721
Hardenberg contra Louis Raet/Roest. Op 13-3-1721 heeft hij de deurwaarder lastig gevallen over de boete die hij had gekregen. [121]
17-11-1721 Hardenberg contra Arien van Buren en Cornelis Jansen. Zij hebben gevochten op 29-10-1721 des avonts ontrent 6 a 7 uren. Voortgezet op 1-12-1721. [121] 26-7-1723
Hardenberg contra Matthijs Paul gevangen der voorsz hooge heerlijckheijt. Matthijs is ongeveer 40 jaar oud en geboren in Duitsland onder het gebied van de graaf van Vijfkercken ontrent het clooster genaamt de Heijlige Drievuldigheijt in Boschuen? Dat hij gevangen agt jaren out sijnde door sijne ouders was bestelt aan het ambagt van cleermaeken Dat hij daar aan geweest was twee jaren, Dat hij daar van afgegaan was en sigh sedert die tijt begelen heeft gehat tot beedelen en aghter lant te loopen, sonder oijt te te hebben gesogt om door dat ambagt sijn cost te gewinnen. Heel verhaal! Hij wordt verbannen uit Amerongen en provincie Utrecht. [121]
18-2-1724
Hardenberg contra Wouter Jansen van den Crommenrijn, inwoner van Veenendaal, gearresteerde. Hij is op 15-2-1725 gearresteerd ter oorsaeke van een begane vechtboete in dese Hooge Heerlijckheijt. [121]
3-4-1724
Hardenberg contra Arien Gerritsz Wildeman, won. Elst, en Jan Willemsen, won. Amerongen. Zij hebben op 1-3-1724 des avonts ten agt uren, en alsulcx bij nagt, off een uer naar der sonnen ondergangh gevochten. [121]
22-5-1724
Hardenberg contra Jan Tijmansen. Ter oorsaacke van de manslagh die hij gedaagde in persoon op den 23 april 1723 heeft aan den persoon van Jan van Bauenbos en aldaar met den swaerde gestraft sal worden dat er de Doodt na volgt en dan daar en boven nogh gecondemneert in een boete van taghtigh gulden mitsgaders inde costen en misen van Justitie. Jan komt niet opdagen. Voortgezet op 3-7-1724. Idem, 17-71724, [121]
31
31-7-1724
Hardenberg contra Hendrick van Scherpenzeel mitsgaders Dirck Bol als man en voogd van Lijsbeth de Niette. Zij hebben gevochten. [121]
2-7-1725
Hardenberg contra Christoffel Matth: Geriner. Hij heeft medicijnen verkocht en zich voor gedaan als chirurgijn, zonder toestemming hiervoor. [121]
6-8-1725
Hardenberg contra Lijsbet de Niette huisvrouw van Dirck Boll. Zij komt niet opdagen. Zaak voortgezet op 20-8-1725. Zij is inmiddels gedetineerd. Op 24-8-1725 komt Dirck Boll in het gerecht, geassisteerd met zijn zoon Jan Boll. Zij verzoeken uit liefde tot Lijsbet en vanwege de schande voor de familie om een arbitragecommissie. Hij moet 130 gl betalen. Dan komt Lijsbet weer vrij. Gerardus de Vrient en Peter Cornelissen van de Weert stellen zich als borg. [121]
21-10-1726 Johannes de Ruijt eerste borgemr der hooge, en vrije heerlijkheijd amerongen en in qualitijt v[er]mids de vacatuure van het selve drossaart ampt het selve waarnemende, contra Willem Lijster en Huijbert Quint. [121] 21-10-1726 Idem contra Willem Lijster en Jan Willemsen. [121] 6-1-1728
Nicolaas Spranger drossaard contra David le Cene. [121]
6-1-1728
Spranger contra Willem Cornelis Brinkererff en Arien de Lang. [121]
6-1-1728
Spranger contra Andries Pietersen Bosch. [121]
9-2-1728
Spranger contra David le Ceene. Voortgezet op 19-4-1728. David woont in Amsterdam. Zie ook 3-5-1728. [121]
9-2-1728
Spranger contra Hendrick Scheffer en David le Cene als voogd over Jan Henrik Pijl. Voortgezet op 23-2-1728. [121]
19-2-1728
Spranger contra Cornelis de Jong en Evert Schemper. Zij hebben gevochten. [121]
3-10-1729
Spranger contra Arien Wildeman en Wulphert Jansen. Voortgezet 1710-1729. [121]
13-2-1730
Spranger contra Hendrick Roelofsen en Hanna Seliakete. Zij hebben gevochten. [121]
26-6-1730
Spranger contra Peter Jansen en Gerrit Cornelisse alias Gerrit de Poep. Voortgezet op 19-7-1730 en 7-8-1730. [121]
26-6-1730
Spranger contra Johanna Dirkse van Driel en Lijsbet Jacobusse van Buure. Voortgezet op 10-7-1730. Zij hebben gevochten. Johanna is dochter van Jan Dirkse van Driel. Zie ook 18-9-1730. [121] 32
7-5-1731
Spranger contra Gijsbert Lagerweij en Arien Pacauw. ’t Geregt v[er]leent default en een andere Citatie in persoon bij Edicte. [121]
19-12-1732 Gerrit Franken Wildeman is op woensdag 10-12-1732 ’s naar noens 2 a 3 uuren sijn dienstmaagt of huijshouster Henderijn van den broek soude hebben geslagen met een tang een gat in haar hooft, dat gem[elde] Henderijn van den broek sedert die tijt dat deselve soude geslagen sijn van tijt tot tijt sieker soude sijn geworden en op dingsdag den 16e decemb 1732 is gestorven, ende v[er]mits den heere Nicolaas Spranger Drossaard Jegenwoordig absent is en op deese dag alhier v[er]wagt wort of het niet oorbaar soude weesen dewijl presimtief is dat gem[elde] henderijn van den broek aan die wont aan haar hooft gestorven is, bij provisie door den Geregtsbode aan Gerrit Franken Wildeman of aan degeene alwaar ten huijse het voorsz dode lighaam is berustende of aan desselfs vrienden te late interdiceren en v[er]bieden dat het dode lichaam so het al gekist is de kist niet sal mogen toespijkeren nog het dode lighaam niet sullen mogen vervoeren of ter aarde te bestellen als tot nader ordre van den geregte waar op het geregt heeft geresolveert de interdictie en v[er]bodt als voore gemelt voorgebtagt door den geregtsbode te late doen. Diezelfde middag om 2 uur heeft Nicolaas Spranger met Johannes de Ruijt, Peter van Bellesteijn, Hendrick van Wessel en brant van Barneveld nevens den heere Vink medicine doctor te Utregt en Louis Begero Dorps Chrirurgijn alhier sig vervoegt ten huijs van Gerrit Franken Wildeman. Het lichaam van Hendrijn wordt geëxamineerd. Als zij maar direct naar de dokter was gegaan, had ze prima kunnen genezen. De erfgenamen geven het lichaam van hun nicht over aan het gerecht. Zij willen niet opdraaien voor de kosten. Hendrijn is op dinsdag 23-12-1732 begraven. [121] 2-1-1733
Bij de slag van Gerrit Franken Wildeman aan Hendrijn van den Broek is ook aanwezig geweest eenen Jan schaapherder van Cornelis Versteeg, won. Leersum. Er wordt een brief gestuurd naar het gerecht Leersum om Jan te dagvaarden. Gerrit Wildeman is voortvluchtig. [121]
3-4-1733
Vertoont Engel van der Horst een request van Gerrit Wildeman. Hij krijgt als antwoord: Den drossard gesien de Req[ueste] en annexe mitsgaders de informatien daar op genomen ende gelet op de omstandigheden mitsgaders dat de wonde niet lethaal bevonden is soude van advis sijn dat de suppliant in submissie soude konnen ontfangen worden, mij niet te min nopende de nullite mitsgaders kosten en mise van Justitie refererende tot kennisse van den geregte. [121]
28-9-1733
Johannes de Ruijt als burgemeester wegens vacature in drostampt contra Willem Lijster. Hij sijde dat den ged[aagde] op den 21 e octob 1726 over seker gevegt met Huijbert Quijnt bij desen Ed: geregte 33
provisonelijk was gecondemneert in een boete van twe hondert gulden cum expensis. Hij heeft die boete nog niet betaald. [121] 26-10-1733 Spranger contra Johan van Deventer en Hendrik van ommeren, zoon van Dirk van ommeren. [121] 26-10-1733 Spranger contra Gerrit Santbrink. [121] 23-1-1736
Spranger contra Cornelis de Waal als curator ad litem over Dirk Budding neffens denselven, mitsgaders Henrik van Broekhuijsen. Zij hebben gevochten. [121]
6-2-1736
Spranger contra Peter Vise als vader en voogt over Cors Vise met en benevens denselven ende Abram van Brinkererf als aangestelde curator ad litem over Hermanus Oom neffens den selven. Zij hebben gevochten. [121]
16-4-1736
Spranger contra Cors Vise. [121]
30-4-1736
Spranger contra Claas van Hattum en Aart Aartse ruijter in het regiment van den Heere Boncourt. Zij hebben gevochten. Voortgezet op 18-61736. [121]
14-5-1736
Spranger contra Aart Aartse ruiter in het regiment van dhr Boncourt. [121]
18-6-1736
Spranger contra Joost Reijersen en Evert Hendriksen als man en voogd over Hendrikje Reijersen. Zij hebben gevochten. [121]
24-1-1737
Spranger contra Hannes van Beekhoff en Simon Vreem. Hannes komt niet opdagen. [121]
24-1-1737
Brief van Aart Gosense. Hij heeft uit onkunde op den berg plaggen gestoken. Hij weet niet beter of het is een gemenen berg door dien veele menschen daarvan plaggen haale en hare schape hoeden. [121]
1-4-1737
Spranger contra Claas Vuijk als vader en voogd over Hermen Vuijk, en Frans Hermsen. Zij hebben gevochten. [121]
15-4-1737
Peter van Lienden als zwager van Aart Gosense over de misdaad van houthakken op de berg competerende mevrouw de gravinne van Athlone. [121]
29-4-1737
Spranger contra Gijsbert Bastiaansen de Jong. Zie ook zijn request van 13-5-1737. Hij is op 1-4-1737 met zijn neef Arien voor het gerecht ontboden en aldaar gekomen sijnde, geweijgert hadde boven te komen, of Cornelis Vereem die als schepen aldaar mede sat, moeste vertrekken scheldende den selven voor een schelm en verklikker mitsgaders het selve tot meermalen repeterende en daar en boven op 34
dat praetext andre menschen mede aan settende om aldaar niet te compareren. Hij heeft het gerecht niet willen vilipenderen of benadelen. Hij was hoog beschonken. Het gerecht doet uitspraak op 4-5-1737. [121] 29-4-1737
Spranger contra Aart Dirksen won Overlangbroek. Aart komt niet opdagen. 13-5-1737 voortgezet. Idem 27-5-1737. Gerecht doet uitspraak op 22-7-1737. Hij heeft op 24-3-1737 in het elsen bos van mevr Athlone exces gepleegd. Hij wordt levenslang verbannen uit Amerongen. [121]
29-4-1737
Spranger contra Hannes van Beekhof. Hannes komt niet opdagen. 135-1737 voortgezet. 27-5-1737 idem. [121]
22-7-1737
Spranger contra Arien van Kolfschoten, won. Leersum. Arien komt niet opdagen. [121]
24-2-1738
Spranger contra Wijn Aalberden en Brand Cornelissen. Zij hebben gevochten. Voortgezet 14-4-1738. [121]
13-11-1739 Spranger contra Wilhelmus Bakhuijs gearresteerde en gedetineerde. Hij heeft zes grote en een kleijn kinderdeken van buijten gebragt en alhier geveijlt. [121] 30-10-1741 Spranger contra Hendrik van Scherpenzeel en Arien Wildeman. Zij hebben gevochten. Voortgezet op 13-11-1741. [121] 2-11-1741
Spranger contra Pieter Jansen. Ook hij heeft geprobeerd dekens te verkopen. [121]
22-1-1742
Request van Gijsbert Roelofsen voor zijn minderjarige zoon Gerrit Gijsbertsen, althans gevangen alhier, dat sedert eenige tijt herwaart Hendrik den dekker eenigen in haat tegens den sppnt en sijne familie heeft opgevat, voornamentlijk, somen vertrouwt veroorsaakt ter sake des suppnts swager hadde ingehuurt eene hofstede, die hij gaarne hadden willen in huuren hebben en competerende den Heere Grave van Rochfort, dat gem Hendrik den Dekker daar over en andere opgevatte en gesogte redenen een euvelmoet opgevath en over al en bij alle gelegentheijd den sppnt en sijne familie alle hoon en wederwaardigheden heeft soeken aan te doen selfs sig niet ontsien heeft met eene veragtelijke toenaam te benaemen en nate geven: Het welke soverre is gegaan dat wanneer hij den sppnt ofte een van sijne familie aansprak met sodanige toenaam deselve ontmoetede: waar op gebeurt is dat op dingsdag avond geweest sijnde den 16 e Janrij deses Jaars 1742 des sppnts voorgem: minderjarige soon opden Eng ontrent de steeg van Wajesteijn ontmoet is den meergem: Hendrik Dekker aan wien hij goeden avond heeft toegewenst, dog dat den voorn: Hendrik 35
Dekker die vriendschap met gelijke vriendelijke woorden niet heeft beantwoort maar deselve als van outs en uijt dien voorgaanden wrok, met dien hatelijken en onlijdelijken toenaam heeft aangesproken: Dat des suppnts voorn: soon siende dat gem: Hendrik den Dekker voorsien en gewapent was met twe a drie grote houte pollepels en vresende dat daar mede soude geaggresseert en overvallen worden, daar omme sig ook in staat … Gerrit trok daarop zijn mes en zij raakten in gevecht. Hendrik Dekker is Hendrik Jansen van Ginkel. Hij is de buurman van Gijsbert. [121] 26-2-1742
Gijsbert Woutersen als vader en voogd van zijn minderjarige zoon Stoffel Gijsbertsen verklaart dat Stoffel op vrijdag 16-2-1742 des avonts de clokke ontrent vijf uuren eenigsins beschonken sijnde gekoomen is op den Hof ontrent het raathuijs (..) alwaar hij ter voorsz tijt ontmoet heeft Teunis Claassen mede alhier te Amerongen woonagtig… Zij hebben gevochten. Al vechtende zijn zij door het zgn Jordens steegje gekomen op de achterweg ontrent de huijsinge van Roelof van de Weert. Teunis ontsnapt in dat huis en Stoffel slaat de ramen in. [121]
1-3-1751
Spranger contra Jan Cornelissen Morre en de wed van Frank Dirkse. Zijn advocaat wil als getuige spreken Hendrik Brus zoon van Willem Brus. [121]
20-12-1751 Jan Cornelisse Morren contra Spranger. Voortgezet op 10-1-1752. [121] 27-9-1762
Spranger contra Cornelis van Hattum. Ter sake van den manslag bij hem op den 28 Aug: 1762 alhier begaan aan Jan Gerritsz Bos sal worden geexecuteert met den sweerde dat er den doot na volgt andere ten exemple. Voortgezet op 11-10-1762, 25-10-1762, 8-11-1762. [121]
22-11-1762 Spranger contra Johannes Dik. Voortgezet op 7-12-1762, 20-12-1762, 10-1-1763. [121] 19-2-1765
Heeft den Heere Drossaard des Tombe in den Gerechte voorgebragt dat Hermen van Domselaar Arien van Woudenberg hadde gevonden in het met Eijken heijsters beplante sant gat in het santfoort en aldaar eijke heijsters heeft afgehakt. Arien wordt door de deurwaarder opgehaald. Hij heeft dit gedaan door koude en armoede. [121]
3-6-1765
Drossaard Jacob des Tombe geeft reactie op zaak van Arien van Woudenberg. Hermen van Domselaar is bosbewaarder van huize Amerongen. Hij heeft op zondag 26-5-1765 onder den Godsdienst, op het goed van huize Amerongen een bos rijshout gesneden om daarmede heide voor hem te binden. Eis: 14 dagen brood en water. Hij wordt veroordeeld tot 8 dagen. [121]
36
18-2-1766
Gerecht doet uitspraak in de zaak tegen Cornelis van Hattum ter zake van de manslag op 28-8-1762 begaan aan Jan Gerritsz Bosch. Hij wordt veroordeeld in boete van 80 gl en levenslang verbannen uit Amerongen. [121]
5-10-1769
Jacob des Tombe contra Hermen Fuijk en Gerrit Ketel. Voortgezet op 26-10-1769 en 18-11-1769. [121]
16-7-1770
Jacob des Tombe contra Jan Kleinveld. [121]
2-10-1770
In het gerecht ingebracht dat seekere persoonen, sijnde twee Broeders woonende in Veenendaal genaamt Arie en Willem Bunt, veele baldadigheden, op Maandag den 1e Octob ten huijse van Gerrit Keetel hebben gepleegd door hunne Messen te trekken, na den anderen te steeken en verder hand gemeen te raken onder bedreiginge van elkander om ’t leeven te brengen, onder weegen met hun Messen veele Baldadigheden te doen, dien selven avond ten huijse van G: van de Weerd, met Lambt Keetel hand gemeen, en de Messen tegen malkanderen getrokken en na den anderen gesneeden, sijnde dien selven avond alle vlijt aangewend om deselve te aprehenderen dog door hun is ontkomen, en vermits gem[elde] Arie en Willem Bunt, ten huise van Jan Vizee een pak met sajet hadde staan is geresolveerd, sulks te doen arresteren, en provisioneel op den Raadhuyse te doen bewaren. [121]
13-7-1772
Jacob des Tombe contra Dirk Janse en Jan Brus. Zij hebben gevochten. [121]
7-10-1772
Door de drossaard wordt ingebracht dat Stoffel Vaarekamp geconfesseerd heeft een knegt van G. de Ridder te hebben geslagen. [121]
23-8-1773
Door de drossaard ingebracht dat Bart Bos heeft bekend eenen Pieter van den Berg met een Mes door sijn kleederen is gesneeden. Item weegens een vuistslag tusschen Reijer Joosten gedaan aan Hendrik Hermsen. [121]
27-2-1775
Door de drossaard ingebracht dat door Tijs Janse is aangegeven dat Bart van Veenendaal (beide knegts van Otto de Ridder) hem Tijs Jansz soude hebbe geslagen. [121]
6-3-1775
Evert Post, drossaard, contra Bart van Veenendaal en Tijs Peterse. In maart 1775 hebben zij in de schuur van Otto de Ridder gevochten. [121]
37
6-3-1775
Evert Post contra Aalbert Wijnen en Arris Jansen. Op 20-2-1775 hebben zij ten huize van wed Willem Evertsen aan de Groep gevochten. [121]
6-3-1775
Evert Post contra Evert Hendrikse. Blijft in state. [121]
24-9-1777
Drossaard Evert Post brengt in dat Antonie van den Berg en Teunis Machielsz van de Pest op maandag 22-9-1777 voor sonnen ondergang met den anderen in euvelen moede hebben gevogten. [121]
28-12-1778 Drossaard Post brengt in dat op zaterdag 26-12-1778 ’s avonts na sonnenondergang aan den Dwersweg, ten huise van Dirk Gijsbertsz in euvelen moede een gevegt, met messen is voorgevallen, tusschen Hendrik Cornelisse van Ginkel, won. Woudenberg, en Cornelis Jansz, knecht van Arris van Ginkel, won. Amerongen aan de Groep (sijnde den laatsten gequest in sijn hand). [121] 4-9-1780
Alsoo Jans van Woudenberg, huisvrouw van Everd Nonnenmaker, geb. en won. alhier, buiten pijn en banden van ijser vrijwillig heeft bekend en beleeden … dat gem Jans van Woudenberg zig in overspel heeft te buiten gegaan, in soo verre dat dezelve beswangert geworden zijnde, vervolgens heeft gebaard en ter weereld gebragt een overspeelig kind, na hare verklaringe soo aan de vroedvrouw als aan deese Ed: Agtb Gerechte, aan haar verwekt bij den Persoon van Arie van Schullenburg jongman. Eis: boete van 100 gl. en op water en brood gedurende 14 dagen. Gerecht condemneert conform eis. [121]
18-9-1780
Evert Post contra Cornelis Bosch en Gerrit Visee. Op woensdag 7-91780 hebben zij ten huize van Tijmen van Ree gevochten. [121]
16-12-1782 Evert Post contra Hendrik Willemse. Op maandag 9-12-1782 heeft hij ten huize van Otto de Ridder gevochten. [121] 11-11-1784 De drossaard geeft te kennen dat ondanks ernstige waarschuwingen op 26-9-1784 waar bij op het sterkste verboden is alle de soo in swang gaande buijtensporigheden met bedrijginge van exemplaar straffe tegen de overtreders, en nogtans sedert dien tijd veel ongeregeldheden door samenrottende jongelingen sonder ophouden zijn gepleegd, tot versmading en veragtinge vande Justitie soo als dan weder op laatstleden zondag des avonds ontrend halv Negen Uren een eclatant en strafweerdig geval is gebeurd waar van hij Heer Drossaard is geinformeerd geworden en deswegens klagten zijn gedaan door de Perzoonen van de wed de Vries, en Jan van Schaik, alhier woonachtig, versoekende, mits dien hij Hr Drossaard dat het gereest voorn: Jan van Schaik en sijn soon Fredk van Schaik (alzo de laatste van het geval ook bewustheid heeft) voor sig te ontbieden ten einde zij in perzoon voor het 38
Gereest verslag van het voorgevallene soude doen. Zij verklaren dat op die avond de wed de Vries uit het huis van de wed Gerrit van Garderen komende is gerancontreerd ontrend het Raadhuijs door eenige baldadige jonge lieden welke haar met de vuijlste bordeeltaal toespraken waar door zij zeer ontsteld te rug ging naar het huijs van de wed Gerret van Gerderen en op haar roepen door haare dogter bij voorn wed inwoonende, met de lamp in de hand is ingelaaten. Die lamp is door iemand uitgeblazen. De dochter riep de hulp in van Jan de Vries. Die kwam met zijn zoon. Op de stoep vonden zij Jacob van Dijk liggen die ijsselijk vloekte. Ook Peter van Soest, zoon van Hendrik van Soest, trotseerde Jan op een brutaale wijse onder grousame vloeken. [121] 12-11-1784 Jacob van Dijk is na citatie verschenen. Peter van Soest is niet verschenen. Beiden worden veroordeeld tot 8 dagen water en brood. Ook Jan van Soest, Pieter Ketel, Tijmen den Bisschop en Jan Jacobse van Veenendaal waren aanwezig. Tegen hen ontbreekt bewijs. Op 1611-1784 besluit het gerecht dat deze veroordeling zoveel indruk heeft gemaakt dat zij van de straf worden ontslagen. [121] 14-12-1784 Evert Post contra Hendrik Versteeg en zijn dienstmeid Klaasje van Wakeren. [121] 23-12-1784 Evert Post contra Willem van Groeneveld gewoond hebbende als bouwknecht bij Hendrik Versteeg, en Eijmert Barendse als schaapherder bij dezelfde Hendrik Versteeg. Willem verschijnt niet. Voortgezet op 31-12-1784. [121] 5-7-1786
Op woensdag 14 juni is van de bleek van Thomas de Leeuw enig linnen gestolen. Hij verdenkt hier Antonie van Mourik van die onder Zuilenstein woont. Verder moet Aaltje Jansen, Hendrik Ederveen en Aart Blankesteijn getuigen. Ook zij wonen onder Zuilenstein. Het gerecht van Leersum wordt verzocht hen te mogen horen. Het gerecht verhoort ook Dirkje van den Broek, huisvrouw van Thomas de Leeuw. Op 7-7 wordt de gevangene Antonie van Mourik verhoord. Hij heeft tegen zijn huisvrouw Gerrigje van den Berg gesproken over deze zaak. [121]
24-7-1787
De drossaard heeft gehoord dat Jan Both Jansz, oud 22 jaren, heeft verklaard dat op zaterdag 14-7-1787 heeft gelegen met sijn schuit aan de Heul in Schalkwijk, benevens de schuit van Antonie Bennik, dat hij van zijn schuit is gegaan en met zijn knecht Klaas van Jaarsveld naar de Vaart, latende het opsigt over sijn schuit aan Jan Prekie, knecht van Antonie Bennik. De volgende dag, zondagavond, kwam hij om 10 uur weer terug. Het slot van het luik was open gebroken en alles overhoop gehaald. Er is gestolen. Jan Prekie zegt dat hij heeft gestolen. Jan zit momenteel gevangen in het raadhuis van Amerongen. Jan is 17 jaar 39
oud, geboren te Jutfaas. Hij wordt levenslang verbannen uit Amerongen. [121] 11-1-1790
De drossaard maakt bekend dat gisteravond door eenige Militaire inde Herberg de Posthoorn en vervolgens op de gemeene Weg eenige brutaliteiten en baldadigheden waren gepleegd. Eene Lodewijk Breuker, dragonder onder de Hollandse gardes in garnizoen in ’s Hage is op heterdaad betrapt en in hechtenis genomen. De anderen zijn gevlucht. Hij krijgt 24 uren water en brood. [121]
11-7-1791
Op zondag 19 juni is door zekere Jood (die zoo zijn WelEd gestr vermeend genaamd te zijn David Abraham) aan het huis van Johannes van Ree staande aan den Lekkendijk gestolen was eenige linnen of gemaakte hemden. [121]
23-5-1792
Door Engel van Woudenberg boswachter van de graaf van Athlone is opgebracht een persoon op de daad gevonden met het snijden van teenen, genaamd Willem van Woudenberg oud omtrent 50 jaren, geb. Leersum, dog zederd een geruijme tijd woonachtig in Overlangbroek. Hij wordt gevangen genomen en krijgt 3 dagen water en brood. [121]
27-9-1792
Sedert enige tijd is er in het dorp een vreemd vrouwspersoon die zig door verregaande en publicque ontucht zoo schandelijk gedroeg dat zij door de gerechtbode in opdracht van de drossaard is aangezegd dat zij het dorp moet verlaten. De diakenen hebben gisteren laten weten dat deze vrouw opnieuw in een van de diakoniehuizen zit. Zij komt voor het gerecht en zegt dat ze heet Anna Geertruijd Enklaar, geboren Amsterdam, oud 44 jaar, van ambacht naaister. Zij krijgt 3 dagen water en brood. [121]
5-11-1793
Zekere George Bergnar, oud 29 jaren, geb. Warnsreuth bij Bareuth is op 1-11 van den smit Peter van Brinkererff vertrokken en is nu met november bij den smit Cornelis Noest woonachtig. Jacob mede knegt bij gem Brinkererff heeft aan de drost aangegeven dat op 1-11 uit het huis van zijn meester was vermist een zaaij de maste hemdrok waer aan een reij zilveren knoopen. George heeft deze meegenomen en te Amersfoort verkocht. Hij wordt levenslang verbannen uit Amerongen. [121]
7-1-1794
Johanna Catherina van Dorsten, gearresteerde ter gijselinge alhier voor eht gerecht gehoord bekende oud te zijn 43 jaren geb Amsterdam, huisvrouw van Machiel Lanooij, soldaat onder het regiment van Wartensleben in garnisoen te Breda. Dat zekere verklaring waer meede zij alhier rond gelopen heeft valsch is, en geschreeve zoude zijn door een Manspersoon die haer ontmoed was tusschen Zutphen en Breda. Zaak voortgezet op 21-1-1794. Zij heeft gebedeld en zich uitgegeven 40
voor een weduwe wiens man in de afgelopen veldtocht voor Menen was gesneuveld op 13-9-1793. Haar man bevindt zich in garnizoen te Breda. Zij wordt gegeseld. [121]
41