NQZC CUTTING EDGE Extase De extase, dat is het wat wij zoeken in de theaterzalen. Hoe middelmatig een voorstelling ook mag zijn geweest, dat ene moment dat onze haartjes allemaal rechtop deed staan, maakt het allemaal goed. Maar dan hadden we le nouveau Traub nog niet gezien. N.Q.Z.C. is één lange extase, één magistrale trip in de geniale droomwereld van Wayn Traub. Die droomwereld situeert zich in de ruimte. In het begin van de voorstelling toch. Een volledig gestoorde astronaut dwaalt rond tussen de planeten, wanhopig op zoek naar zijn vrouw. Komt hij dan eindelijk in haar buurt, verliest hij alle contact met de buitenwereld en stort hij de dieperik ik. Een mooie metafoor voor wat zich afspeelt in het hoofd van een gedumpte professor die stevig op het rooster wordt gelegd door een dominante psychologe, zijn geweten. Dat verhaal gaat dan weer terug op een archetypisch middeleeuws sprookje waarin een hoofse monnik zich opoffert voor zijn muze. Opoffering voor de liefde, daar draait het hier allemaal om. N.Q.Z.C. - de sf-variant van inquisitie - bevraagt op drie verschillende niveaus (verleden, heden en toekomst) de liefde en hoe groot het offer daarvoor mag zijn. Door een vernuftig klank- en lichtspel weet Traub de drie parallelle verhaallijnen aan elkaar te rijgen zodat ze versmelten tot één perfect geheel. Toch bleek het geen overbodige luxe om vooraf de tekst op de folder goed door te nemen, want echt makkelijk was het stuk niet. Dat bleek uit het slechts magere applaus achteraf. Totaal onterecht. De vier Franse acteurs die Wayn had opgetrommeld (Simonne Moesen, Ludmilla Klejniak, Didier De Neck en Jean-Benoît Ugeux), zetten stuk voor stuk prachtprestaties neer, al had Traub de knapste rol wel voor zich opgeëist. De stilistisch perfecte enscenering zette die acteerprestaties extra in de verf en tilde ze naar een wel heel hoog niveau. Traub is een absolute freak als het op vormgeving aankomt. Drie jaar heeft hij gewerkt aan dit stuk en de première mocht nergens anders doorgaan dan in het prestigieuze Théâtre de la Ville in Parijs. Alles moest en zou dan ook perfect zijn. Elke vierkante millimeter beweging in de uitgekiende choreografie was vakkundig vastgelegd. Het lichtspel, van de ritmische knijplichtjes van de astronaut tot de oplichtende vakken en gifgroene lasers, versmolt feilloos met het theaterspel. De muziek, van weemoedige strijkers en stevige blazers tot een stevige aanzet van techno, maakte de puzzel compleet. Ons verdict hoeft dan ook niet te verrassen. Tien op tien voor N.Q.Z.C., van begin tot eind één heerlijke waas van extase. En nee, we hadden niet de foute pillen geslikt. Graag hadden wij de geniale theatermaker betrapt op een schoonheidsfoutje iedereen is menselijk - maar dat was hier alweer niet het geval. Een absolute topper!
17/11/2007 - Cédric Raskin Cutting Edge 1
NQZC GAZET VAN ANTWERPEN "Ik ambieer de grote scène" Antwerpen moet er nog even op wachten, maar Parijs kreeg woensdagavond al de première van N.Q.Z.C. (lees: inquisitie) te zien, de nieuwe voorstelling van Wayn Traub. De zitjes van het Théâtre de la Ville waren zo goed als ingenomen, een echt overtuigd applaus kwam er niet. N.Q.Z.C is de grote zaalproductie die gebaseerd is op Arkiologi, de reeks voorstellingen die Wayn Traub begin dit jaar in een kleine zaal in de Antwerpse Leopoldstraat liet zien. Die avonden waren studies op een vooraf uitgedacht scenario, en onderzochten de wereld van het onderbewuste en bovenaardse, gebaseerd op mythische verhalen en figuren. In N.Q.Z.C. creëert Wayn Traub met dezelfde acteurs - Simonne Moesen, Ludmilla Klejniak, Didier De Neck en JeanBenoit Ugeux - opnieuw een mysterieuze wereld, ergens tussen soap en mythe, middeleeuwse fabel en science-fiction. Hoeft niet complex te zijn, maar dat is het hier wel, en misschien daarom dat Wayn Traub enkele dagen voor de première zelf aanstuurde op een gesprek. N.Q.Z.C kan wel wat uitleg gebruiken. "Ik heb veel geleerd uit Arkiologi, maar ik ben met nieuwe teksten begonnen", stak Traub toen van wal. "Het concept van personages die in de diepte gaan, is gebleven, maar er is iets bijgekomen. Was Arkiologi fragmentarisch, dan denk ik dat ik nu meer een verhaal vertel." Dat verhaal beslaat drie werelden. Er is de ruimte, waarin een astronaut als een moderne Orpheus op zoek gaat naar zijn geliefde, er is de wetenschap en er is het onderbewuste. Hoofdrolspelers - ze worstelen allemaal met gevoelens van eenzaamheid en gemis - zijn de astronaut, een psychologe, een meisje dat dansen als therapie ziet en een professor. Hun werelden moeten als puzzelstukjes in elkaar vallen, maar heel vaak doen ze dat niet. Als toeschouwer blijf je met een verward en leeg gevoel achter. Rode draad Voor Wayn Traub is gemis een belangrijke rode draad. "Hoe omgaan met gemis? Hoe gemis misschien zelfs als opoffering zien?" Hij zegt het alsof hij over zichzelf spreekt. Dat is ook zo, zegt hij. "Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat mijn theater persoonlijk is. Met elke voorstelling heb ik iets verwerkt. Maria-Dolores was een liefdesverklaring, Jean-Baptiste een afscheid. Met deze voorstelling zet ik een punt achter die relatie." Traub vindt het belangrijk om vanuit die eigen gevoelens te werk te gaan. "Hoe eerlijker je bent met jezelf, hoe universeler de dingen worden die je maakt. Je moet het wel vertalen naar een poëtische voorstelling natuurlijk. Ik maak theater uit noodzaak. Vandaar dat ik me ook helemaal smijt. "N.Q.Z.C. speelt in het Frans, met Nederlandse boventiteling. Voor Traub de gewoonste zaak van de wereld, omdat hij al zijn teksten in het Frans schrijft. "Mijn denkwereld is Frans. Ik heb pas Nederlands geleerd op mijn twaalfde." Ook in première gaan in Parijs is hij ondertussen gewoon. N.Q.Z.C. is een coproductie met het Parijse Théâtre de la Ville, een huis dat hem ondertussen kent en erg 2
NQZC apprecieert. "Ik ambieer de grote scène. Je moet voor zoveel mogelijk mensen willen spelen als theatermaker. En als je stukken in het Frans maakt, zou het stom zijn om daar niet mee over de grens te trekken." Traub mag dan zelf vinden dat in N.Q.Z.C. veel meer een verhaal wordt verteld, wij bleven vaak in het duister tasten. Ook letterlijk. De scène blijft vaak donker, met alleen de handen van de spelers - met in de handpalmen een spot - die de actie belichten. De effecten zijn knap, visueel is de voorstelling bij momenten zeer mooi en ook muzikaal is ze sterk. Maar als geheel mist het effect. Alsof de voorstelling op alle paarden tegelijk wil wedden, met klank en licht, zware filosofische vraagstukken en daartussen zelfs (en dat is nieuw) humor, en daarmee zijn eigen doel voorbijschiet. De inquisitie, die lichtte Traub ons vooraf nog even toe. "Met letterlijke inquisitie heeft het niets te maken, het gaat om geloven in wat je doet, voor dilemma's staan en keuzes maken." Kon Wayn zelf niet kiezen? Eefje RAMPART N.Q.Z.C. staat van 14 t.e.m. 17 november en van 28 t.e.m. 30 mei 2008 in de Bourlaschouwburg. Info: 03-224.88.44, www.toneelhuis.be. In de reeks 'Toneelhuismakers inviteren' nodigt Wayn Traub op 15 november Jos en Jeanne Brabants, Gabriël Rios en Eric De Volder uit in de Bourlaschouwburg. Toegang gratis. 10/11/2007 - Eefje Rampart Gazet van Antwerpen
3
NQZC DE MORGEN 'Wie iets maakt over de wereld, komt bij liefde uit' In N.Q.Z.C. gaat het telkens om verwarde mannen met één lichtende ster: de vrouw van hun dromen, die op een piëdestal wordt gezet.Wayn Traubs theaterstuk 'N.Q.Z.C.' is ook een persoonlijke verwerking PARIJS l Offeren of geofferd worden? Wayn Traub ondervraagt in N.Q.Z.C. mens en dier, met een harpspelende astronaut en een monnik geknield voor zijn witte maagd. De Toneelhuisproductie is de eindversie voor de zaal van Wayn Traubs onderzoeksreeks Arkiologi. Ze ging vorige week in wereldpremière in Parijs en doet nu de Antwerpse Bourla aan. Wayn Traub is thuis in Parijs. Hij studeerde ooit een jaar aan de Sorbonne en schreef toen zijn Manifest voor het dierlijke theater. In Théâtre de la Ville werd zijn grotezaaldebuut Maria-Dolores zeer slecht onthaald, terwijl opvolger Jean-Baptiste een staande ovatie kreeg. Nu, voor N.Q.Z.C., zat het applaus ergens tussenin. Zelf is Traub niet zo bezig met het publiek, zegt hij de volgende dag in Café Mistral. "Het gaat me vooral om wat ik zelf vind: zijn we geslaagd in wat we beoogden? Voor deze voorstelling was mijn doel: alles goed verteld krijgen op scène. Vroeger zag je het verhaal op het filmdoek, maar dat ging steeds meer functioneren als een afleidingsmanoeuvre voor wat ik theatraal niet verteld kreeg. Daarom ben ik nu erg blij met hoe we de puzzel samen gekregen hebben. Dat is (met Paul Pourveur, WH) een heel werk geweest." Waar Traub zijn vorige montages van mythes en eigentijdse verhaallijnen steeds in de ruimte en over diverse acteurs uitsplitste, vloeit alles in N.Q.Z.C. inderdaad ineen op hetzelfde lege speelvlak: een grote ruit met daarin een vierkant. Op dat alchemistische rooster springen drie lagen voortdurend haasje-over. In het nu wordt een prof ondervraagd door zijn vrouwelijke geweten. Samen keren ze dertig jaar terug, toen deze Didier zakte voor een psychologische test als astronaut en tegelijk zijn geliefde, danslerares Marianne, kwijtspeelde. De derde laag is een middeleeuwse moraliteit over een monnik die zijn muze ziet verstenen door de duivel. Telkens gaat het om verwarde mannen met één lichtende ster: de vrouw van hun dromen. Ze wordt zoals steeds bij Traub op een piëdestal gezet en in die positie bevraagd. "Liefde, is ze vluchtig als ochtenddauw of duurzaam als graniet?" Het krijgt op elke laag de vorm van een inquisitie (meteen het woord achter N.Q.Z.C), een moreel spervuur van vragen over dezelfde verscheurende keuze: je eigen hoge weg volgen of ingaan op het appel van de ander? Wie offer je op? "Dat vraagstuk heeft veel te maken met wat Rik Torfs kwam vertellen in Arkiologi", verklaart Wayn Traub. "Voor hem wordt het grootste probleem voor de toekomst de keuze van de rijken om hun bezit te delen met de armen. Die vraag zit in vele dingen des levens, en zeker in de liefde." Het antwoord dat het slotbeeld biedt, is ontluisterend. Nadat de jonge Didier (Jean-Benoît Ugeux) eerder het verschil tussen mens en dier uit de doeken heeft gedaan als een verschil in zorg voor de zwakken, gaat de oudere Didier (Didier De Neck) met zijn vette laarzen bovenop zijn Marianne (Ludmilla Klejniak) staan. De mens als dier, dus? "Het is een ritueel beeld: offeren om door te kunnen gaan. Onze menselijke liefdesethiek voor de zwakken heeft ervoor gezorgd dat wij nu 4
NQZC met zoveel mensen deze aardbol delen dat we onszelf aan het vernietigen zijn. De enige mogelijkheid is andere planeten zoeken", aldus Traub. "Ik geloof wel in de mens, maar we zijn het dierlijke erg gaan onderdrukken. In mijn ritueel theater probeer ik dat evenwicht te herstellen." Al geeft hij toe dat het hele vraagstuk van N.Q.Z.C ook een erg persoonlijke verwerking is. "Dat slotbeeld is voor mij een spiritueel beeld van hoe ik met Marie Lecomte (actrice van Maria-Dolores en Jean-Baptiste, WH) de vrouw van mijn leven verloren heb, en daar nu boven ga staan. Daarnaast heb ik op een bepaald moment besloten om mijn moeder niet meer te zien. Dat is een belangrijke keuze, waar ik nog altijd mee zit. In die zin ben ik meer een singer-songwriter dan een regisseur." N.Q.Z.C is van Wayn Traubs 'dierlijke' voorstellingen in elk geval de menselijkste. Hoewel zijn eigen openingsdans als 'beatman' dezelfde gemillimeterde precisie tussen licht en muziek toont als vanouds, krijgen zijn acteurs daarna meer ruimte tussen de vele blacks en de gestileerde gestes van de middeleeuwse liefdesfabel. Ugeux geeft les als stond hij ontspannen voor de klas, en het meeste licht komt als in Arkiologi van handlampjes. Die relativering doet de getrouwe ernst van dit werk erg deugd. Tegelijk dreigt de fragmentatie van licht, vertelling en muziek (van strijkers tot blazers tot lichte techno) de voorstelling extra uit te lengen. Traubs beeldenstilistiek blijft ondanks de passage van fluorescerende harpen, romantische bellenblazerij en oplichtende globes toch niet gedifferentieerd genoeg om op elk moment de dynamiek erin te houden. N.Q.Z.C wil een holistische droom zijn over verleden en toekomst en de innerlijke strijd van de mens. Het stuk heeft daar inhoudelijk meer dan ooit het materiaal voor, maar lijkt op scène soms meer een reeks donkere postkaarten uit een wassenbeeldenmuseum. Hakkelen is ook een reactie op de liefde.
14/11/2007 - Wouter Hillaert De Morgen
5
NQZC DE STANDAARD
PARIJS - Het Parijse publiek reageerde zuinig op de lang voorbereide productie van Wayn Traub. Op je 35ste met alle denkbare steun in première mogen gaan in het walhalla van Parijs: het had slechter kunnen uitdraaien voor Wayn Traub. Bovendien waren alle duizend zitjes van Théâtre de la Ville gevuld voor NQZC (spreek uit: 'inquisitie'), de nieuwe productie van Traub. Vorig seizoen trok Traub zich met zijn getrouwen drie maanden terug in een van de repetitiezalen van Het Toneelhuis. Arkiologi was ontginningswerk. Het collectief verdiepte zich in de materie en haalde bergen materiaal boven. Voor de leden van het gezelschap zullen de verbanden in het nieuwe stuk duidelijk zijn, maar ze vergeten dat niet iedereen mee in de mijnschacht is afgedaald. NQZC is een visueel aantrekkelijke voorstelling. De beelden en poses kunnen zo uit de iconografie van een schilderij komen. De voorstelling speelt goeddeels in het donker, zodat juist gemikte lichtbundels de plooien in de monnikspijen sensueel accentueren. Hier lijkt een oude meester aan het werk. Of Peter Greenaway. Met lichtbollen in de handen werpen de acteurs subtiele lichtvlekken. Laserstralen en volgspots, zelfs ongegeneerd knalrood, doen de rest. Vormelijk is Traub een kei. Hij beheerst zijn technieken en weet het podium naar zijn ontwerp in te richten. Inhoudelijk is NQZC een erg omvattend project. Het linkt hoofse liefdeslyriek aan sf-verhalen. Verleden en toekomst hangen met een lange streng aan elkaar. We zitten op een tijdlijn, maar iemand heeft vergeten er dejaartallen op te zetten. Alles vloeit in elkaar over in één punt. Waar Orpheus zijn Eurydice nog in een grot achternaging, dweilt een kierewiete astronaut nu de planeten af. De sporen van verderf zijn al van bij het begin gezaaid. Uitgerekend in de hoofse periode, met zijn hooggestemde liefdesidealen en zijn galanterieën. Een jonkman zet zijn vrouw op een piëdestal. Zijn eerbetoon wordt haar ondergang: ze verkilt en versteent tot een standbeeld. Een probleem van NQZC is hoe de voorstelling de smalle relatiethematiek kan overstijgen om bredere thema's aan te snijden. Daartoe haakt ze zich aan meerdere karretjes vast. Liefde wordt gelinkt aan ethiek. Hoofse galanterie aan sf-zoektochten. Altijd suggereert Traub een holistisch perspectief: een lichtende aardbol en planeten. Om dan toch weer voor de microkosmos te gaan. Een ander probleem is dat het een conglomeraat van kleine minivoorstellingen lijkt. Een astronaut probeert te slagen voor zijn tests. Het kwaad, in rode pij, reconstrueert de stappen in een relatiebreuk. Een professor doceert. Een meisje danst. Ofwel heeft het collectief bepaalde iconen uit Arkiologi, zoals 'de onderzoeker' of 'de monnik', niet durven loslaten. Ofwel zijn de wetenswaardigheden te onverwerkt naast elkaar blijven staan. De esthetische uitwerking en de talrijke insteken ten spijt, blijft NQZS incommunicado. De voorstelling slaagt er niet in de sleutels aan te reiken om te laten zien wat ze in zich heeft.
6
NQZC Wayn Traub/Toneelhuis met 'NQZC'. Gezien op 7/10 in Parijs. Van 14 tot 17/11 (20 uur) in de Bourla. In mei volgt nog een speelreeks. Inlichtingen 03-224.88.44. www.toneelhuis.be Geert Sels 10/11/2007 - Geert Sels De Standaard
7