RIS166291e_11-SEPT-2009
Nota van Beantwoording zienswijzen (eindversie) ontwerp Bestemmingsplan Binckhorst (Nieuw Binkhorst-Zuid) INGEKOMEN ZIENSWIJZEN A. Zienswijzen overlegpartners Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Reg.nr. Ra 311/2009 Ra 321/2009 Ra 329/2009 Ra 350/2009 Ra 357/2009 Ra 376/2009 Ra 383/2009 Ra 391/2009
Naam en adres Rijkswaterstaat, drs. ing. J.F. Koldewee, Postbus 556, 3000 AN, Rotterdam Hoogheemraadschap, dr. ir. M.J.C. Schwartz, Postbus 3061, 2601 DB, Delft VROM, dr. J. Blenkers, Postbus 29036, 3001 GA, Rotterdam Gemeente Rijswijk, E. Bontenbal, Postbus 5305, 2280 HH, Rijswijk Gedeputeerde Staten in de provincie Zuid-Holland, mw. mr. ir. A.C. de Waaij, Postbus 90602, 2509 LP, Den Haag Stadsgewest Haaglanden, drs. A.P.H.M. Lammers, Postbus 66, 2501 CB, Den Haag Gemeente Delft, Wijk- en Stadszaken, F. Kiesow-Botyanovska Postbus 340, 2600 AH Delft Gemeente Leidschendam-Voorburg, D. Rietbergen & M. le Cointre, Postbus 905, 2270 AX, Voorburg
B. Zienswijzen overigen Nr. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Reg.nr. Ra 278/2009 Ra 279/2009 Ra 284/2009 Ra 285/2009 Ra 286/2009 Ra 292/2009 Ra 293/2009 Ra 294/2009 Ra 295/2009 Ra 296/2009 Ra 304/2009 Ra 305/2009 Ra 306/2009 Ra 307/2009 Ra 308/2009 Ra 309/2009 Ra 315/2009
Naam en adres B.V. Bouwbedrijf Breumelhof, Wegastraat 71-73, 2516 AN, Den Haag Kozel Bouw bv, ing. M.A. Kozel, Postbus 684, 2270 AR, Voorburg Haagse Fijnhouthandel BV, A. de Bruijn, Binckhorstlaan 275, 2516 BB, Den Haag Contentus B.V., J.H. Achterberg, Ebbehout 31, 2719 MA, Zoetermeer Betonmortelbedrijven Cementbouw BV, ing. A. Stuvel, Postbus 414, 2100 AK, Heemstede Kamer van Koophandel Den Haag, A. Verberne, Postbus 29718, 2502 LS, Den Haag M.A.J. Smitsloo, Jaagpad 3, 2343 BS, Oestgeest Smesto bv, F. J. Hompe, Komeetweg 3, 2516 AV, Den Haag Bouwlas bv, F.J. Hompe, Komeetweg 3, 2516 AV, Den Haag KPN Real Estate Services, F. van den Born, Postbus 30000, 2500 GA, Den Haag ProRail b.v., ing. H.R. Broekroelofs, Postbus 2625, 3000 CP, Den Haag AutoRent Köhler BV, Binckhorstlaan 342, 2516 BL, Den Haag Houthoff Buruma N.V., mr. J.C. Ellerman, Postbus 75505, 1070 AM, Amsterdam Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij B.V., ir W.H. Merckel, Postbus 1564, 3430 BN, Nieuwegein A. Burg, Jupiterkade 29, 2516 BS, Den Haag Bewonerskring Park Leeuwenbergh, R. de Groot, Populierenlaan 2, 2267 BE Leidschendam Van Diepen van der Kroef advocaten, mr. R.G. Snouckaert van Schauburg, Postbus 9, 2501 CA, Den Haag
26.
Ra 316/2009
27.
Ra 317/2009
Van Diepen van der Kroef advocaten, mr. R.G. Snouckaert van Schauburg, Postbus 9, 2501 CA, Den Haag Van Diepen van der Kroef advocaten, mr. R.G. Snouckaert van Schauburg, Postbus 9, 2501 CA, Den Haag, namens de heer A. Broos, Binckhorstlaan 264, 2615 BJ Den Haag en mede namens • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De heer / mevrouw C.L. Smit, Vestaweg 1, 2516 BV Den Haag De heer / mevrouw W. Stoffels, Vestaweg 5, 2516 BV Den Haag De heer / mevrouw Van Sante, Vestaweg 13, 2516 BV Den Haag De heer / mevrouw K. Khan, Vestaweg 17, 2516 BV Den Haag Mevrouw S. v.d. Oever, Vestaweg 19, 2516 BV Den Haag Mevrouw C.V. Rog, Vestaweg 25, 2516 BV Den Haag De heer / mevrouw H.J. Roelofs, Vestaweg 27, 2516 BV Den Haag De heer / mevrouw R. Bangura, Vestaweg 39, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw J.N. van Dijk, Vestaweg 43, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw C.C. Korub, Vestaweg 47, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw R.G. Jung, Vestaweg 49, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw P.O. Djan, Vestaweg 51, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw A. Slingerland, Vestaweg 53, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw J.C. Sawyer, Vestaweg 55, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw M. Hemati Pilbazati, Vestaweg 63, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw R. Keus, Vestaweg 67, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw S. Barbosa, Vestaweg 71, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw H. Sommer, Vestaweg 73, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw V. Floran, Vestaweg 81, 2516 BW Den Haag De heer Van ’t Zand en mevrouw M. de Beer, Vestaweg 83, 2516 BW Den Haag De heer / mevrouw J. Persoon, Vestaweg 91, 2516 BX Den Haag De heer / mevrouw L. Zuur, Vestaweg 97, 2516 BX Den Haag De heer / mevrouw C. Carela, Vestaweg 105, 2516 BX Den Haag De heer / mevrouw M. Houweling, Vestaweg 107, 2516 BX Den Haag De heer / mevrouw Paradissandwich, Binckhorstlaan 192, 2516 BH Den Haag Bewoner(s) Binckhorstlaan 194, Binckhorstlaan 194, 2516 BH Den Haag De heer / mevrouw Bouyardane, Binckhorstlaan 204, 2516 BH Den Haag Mevrouw W. Stoffels, Binckhorstlaan 208, 2516 BH Den Haag De heer M. Bouyazmaren, Binckhorstlaan 212, 2516 BH Den Haag De heer / mevrouw M.R.C. Everitz, Binckhorstlaan 216, 2516 BH Den Haag Bewoner(s) Binckhorstlaan 218, Binckhorstlaan 218, 2516 BH Den Haag De heer / mevrouw S.O. Rodrigues, Binckhorstlaan 224, 2516 BH Den Haag
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
28.
Ra 318/2009
29.
Ra 319/2009
30.
Ra 320/2009
31.
Ra 322/2009
32. 33. 34.
Ra 323/2009 Ra 324/2009 Ra 325/2009
35. 36. 37.
Ra 326/2009 Ra 327/2009 Ra 328/2009
38. 39.
Ra 330/2009 Ra 331/2009
De heer / mevrouw H. Eckhardt, Binckhorstlaan 226, 2516 BH Den Haag De heer / mevrouw J.J. Holters, Binckhorstlaan 236, 2516 BH Den Haag De heer / mevrouw C. Rosaria, Binckhorstlaan 244, 2516 BJ Den Haag De heer / mevrouw C. van Zomeren, Binckhorstlaan 252, 2516 BJ Den Haag De heer / mevrouw T.T.O. Olumuyiwa, Binckhorstlaan 256, 2516 BJ Den Haag De heer / mevrouw A.C.W. Castillion, Binckhorstlaan 258, 2516 BJ Den Haag De heer / mevrouw D. v.d. Stoep, Binckhorstlaan 260, 2516 BJ Den Haag Mevrouw E. v.d. Bosch, Binckhorstlaan 272, 2516 BJ Den Haag Bewoner(s) Binckhorstlaan 274, Binckhorstlaan 274, 2516 BJ Den Haag De heer / mevrouw O. van Kalderkerken, Binckhorstlaan 280, 2516 BJ Den Haag De heer / mevrouw N. Andierch, Binckhorstlaan 282, 2516 BJ Den Haag De heer / mevrouw Lurdes Oliveira, Binckhorstlaan 292, 2516 BK Den Haag De heer / mevrouw E. Felix, Binckhorstlaan 294, 2516 BK Den Haag Mevrouw M. Brusse, Binckhorstlaan 298, 2516 BK Den Haag De heer / mevrouw H. Senturk, Binckhorstlaan 300, 2516 BK Den Haag De heer / mevrouw H. Barten, Binckhorstlaan 302, 2516 BK Den Haag De heer / mevrouw D.M. Piris, Binckhorstlaan 304, 2516 BK Den Haag Mevrouw F.H. Hohajane, Binckhorstlaan 306, 2516 BK Den Haag De heer / mevrouw H. Belhai, Binckhorstlaan 310, 2516 BK Den Haag
Van Diepen van der Kroef advocaten, mr. R.G. Snouckaert van Schauburg, Postbus 9, 2501 CA, Den Haag Van Diepen van der Kroef advocaten, mr. R.G. Snouckaert van Schauburg, Postbus 9, 2501 CA, Den Haag Van Cromvoirt Adviseurs BV, R.L.C. van Cromvoirt, Koninginnelaan 2, 2281 HD, Rijswijk NS Reizigers B.V., afdeling Bedrijfs- en Productontwikkeling, Hoofdgebouw IV kamer 17.k.33, t.a.v. de heer J.N. Paulissen, Postbus 2025, 3500 HA, Utrecht VVAB, C.J.P. Herweijer, Het Regelink 4, 7232 HG, Warnsveld Verffabriek H. de Vos & Zn. b.v., H. de Vos, Saturnusstraat 15-17, 2516 AD, Den Haag Zagerij Schaverij Timmerfabriek Driessen, R.J.W. Driessen, Orionstraat 12, 2516 AS, Den Haag Autohaag Zeeuw B.V., M. van den Boogaard, Postbus 16087, 2500 BB, Den Haag Crince Bedrijfs Advisering, M. Crince, Postbus 4767, 4803 ET, Breda AutoBinck Vastgoed Nederland B.V., R.B.P. Lauret, Postbus 148, 2501 CC, Den Haag Bedrijvenvereniging BLF, C.J.P. Herweijer, Postbus 16955, 2500 BZ, Den Haag ASN Autoschade Service Van Vreden-Binckhorst, A.P.M. van Vreden,
40. 41.
Ra 332/2009 Ra 333/2009
42.
Ra 334/2009
43.
Ra 335/2009
44.
Ra 336/2009
45.
Ra 337/2009
46.
Ra 338/2009
47.
Ra 339/2009
48.
Ra 340/2009
49.
Ra 341/2009
50. 51. 52. 53.
Ra 342/2009 Ra 344/2009 Ra 345/2009 Ra 346/2009
54. 55. 56. 57. 58. 59.
Ra 347/2009 Ra 348/2009 Ra 349/2009 Ra 351/2009 Ra 352/2009 Ra 353/2009
60. 61. 62. 63. 64.
Ra 354/2009 Ra 355/2009 Ra 356/2009 Ra 358/2009 Ra 359/2009
Binckhorstlaan 50, 2516 BE, Den Haag Schipperus Advocatuur, mr. C.J. Schipperus, Postbus 423, 6600 AK, Wijchen Lex Polderman Fijnhoutbewerking, L. Polderman, Wognumstraat 126D, 2547 TS, Den Haag Geelkerken & Linskens Advocaten N.V., C.M.E. Verhaegh, Postbus 2020, 2301 CA, Den Haag Geelkerken & Linskens Advocaten N.V., C.M.E. Verhaegh, Postbus 2020, 2301 CA, Den Haag Geelkerken & Linskens Advocaten N.V., C.M.E. Verhaegh, Postbus 2020, 2301 CA, Den Haag Geelkerken & Linskens Advocaten N.V., C.M.E. Verhaegh, Postbus 2020, 2301 CA, Den Haag BAM Wegen bv Regio West, A. Verheijden, Postbus 16125, 2500 BC, Den Haag Multi-Merk dealer DE RESIDENTIE BV, M. Schook, Zonweg 57, 2516 AK, Den Haag Multi-Merk dealer DE RESIDENTIE BV, M. Schook, Zonweg 57, 2516 AK, Den Haag Gijs Heutink Advocaten, I. Havenkate, Keizersgracht 477, 1017 DL, Amsterdam Streefkerk Advocaten, R.M. Köhne, Postbus 716, 2270 AS, Voorburg E19 architecten, C. Keus, Anna Paulownastraat 76, 2518 BJ, Den Haag B. Kerkhof & zn b.v., J.P. Kerkhof, Binckhorstlaan 100, 2516 BE, Den Haag Ekelmans & Meijer Advocaten, mr. J. Geelhoed, Postbus 93455, 2509 AL, Den Haag Franken advocaten, J.C.G. Franken, Postbus 23336, 3001 KH, Rotterdam Franken advocaten, J.C.G. Franken, Postbus 23336, 3001 KH, Rotterdam Profile Tyrecenter, E.F. Blok, Castorstraat 4, 2516 AM, Den Haag Maison Kelder BV, L.A. Jonker, Junostraat 8, 2516 BR, Den Haag Roeivereniging De Laak, A. Sukkel, Binckhorstlaan 285, 2516 BC, Den Haag Vereniging Park Hoornwijck, E.W.S. Neven, Park Hoornwijck 36, 2289 CZ, Den Haag ARAG Rechtsbijstand, mr. W. Kattouw, Postbus 230, 3830 AE, Leusden Simmons & Simmons notarissen, J. Tjallingii, Postbus 190, 3000 AD, Rotterdam De Vos Verf, P. De Vos, Saturnusstraat 15-17, 2516 AD, Den Haag Andriesse Legal, O. L. Andriesse, Thorbeckelaan 2, 1412 BP, Naarden Ekelmans & Meijer Advocaten, mr. J. Geelhoed, Postbus 93455, 2509 AL, Den Haag
65.
Ra 360/2009
66. 67. 68. 69.
Ra 361/2009 Ra 362/2009 Ra 363/2009 Ra 364/2009
70.
Ra 365/2009
71. 72. 73. 74.
Ra 366/2009 Ra 367/2009 Ra 368/2009 Ra 369/2009
75.
Ra 370/2009
76.
Ra 370/2009
77. 78. 79.
Ra 372/2009 Ra 373/2009 Ra 374/2009
80.
Ra 375/2009
81. 82.
Ra 377/2009 Ra 378/2009
83. 84.
Ra 379/2009 Ra 380/2009
85.
Ra 381/2009
86.
Ra 382/2009
87. 88.
Ra 384/2009 Ra 390/2009
Ekelmans & Meijer Advocaten, mr. J. Geelhoed, Postbus 93455, 2509 AL, Den Haag L. Tamminga, Oude Singel 342, 2312 RK, Leiden VVABB, C.J.P. Herweijer, Het Regelink 4, 7232 HG, Warnsveld W. Marijnissen, Batjanstraat 21, 2585 VS, Den Haag Udink & De Jong advocaten en belastingadviseurs B.V., J. Dunki Jacobs, Postbus 85551, 2508 CG, Den Haag Dome Vastgoed Wassenaar B.V., P.M. Verkuyl, Postbus 55, 2260 AB, Leidschendam GIVA Den Haag, P.M. Verkuyl, Postbus 248, 2270 AE, Voorburg Louwman Den Haag B.V., P.M. Verkuyl, Binckhorstlaan 215, 2516 BB, Den Haag Louwman Retail B.V., P.M. Verkuyl, Mercuriusweg 16-20, 2516 AW, Den Haag Visser Silfhout Advocaten, mr. J.A. Visser, Laan van Barcelona 820, 3317 DD, Dordrecht Gijs Heutink Advocaten, G. Marmelstein, Keizersgracht 477, 1017 DL, Amsterdam Gijs Heutink Advocaten, I. Haverkate, Keizersgracht 477, 1017 DL, Amsterdam Stibbe N.V., mr. A. ten Veen, Postbus 75640, 1070 AP, Amsterdam Stibbe N.V., mr. A. Collignon, Postbus 75640, 1070 AP, Amsterdam Ten Hoopen Jonker Fresco Advocaten, mr. J. Bontenbal, Postbus 50, 2270 AB, Voorburg Ten Hoopen Jonker Fresco Advocaten, mr. J. Bontenbal, Postbus 50, 2270 AB, Voorburg M.W.J. Frima, Park Hoornwijck 26, 2289 CZ, Rijswijk Watersportvereniging De Vlietstreek, drs. G. Langer, Koningin Wilhelminalaan 545, 2274 BE, Voorburg Vereniging Houdt Vlietrand Groen, M. Velù, Eemwijkstraat 8, 2271 RE, Voorburg Van Cromvoirt Adviseurs BV, R.L.C. van Cromvoirt, Koninginnelaan 2, 2281 HD, Rijswijk Van Cromvoirt Adviseurs BV, R.L.C. van Cromvoirt, Koninginnelaan 2, 2281 HD, Rijswijk CMS Derks Star Busmann, mr. F.M.G.M. Leyendeckers, Postbus 85250, 3508 AG, Utrecht Hydro Perslucht Techniek BV, B. Overgauw, Jupiterkade 22, 2516 BS, Den Haag Van Cromvoirt Adviseurs BV, R.L.C. van Cromvoirt, Koninginnelaan 2, 2281 HD, Rijswijk
Omnummertabel zienswijzen plan MER & Bestemmingsplan Binckhorst PM-nummer Inspreker PM052009 De Residentie Dealer PM062009 Dome Vastgoed Wassenaar BV PM082009 VVABB PM092009 GIVA Den Haag PM102009 Louwman Retail BV PM112009 Louwman Den Haag BV PM132009 Gemeente Leidschendam-Voorburg PM142009 Kamer van Koophandel PM172009 KPN PM182009 PM252009 PM262009 PM282009 PM422009 PM432009 PM482009 PM492009 PM072009 PM242009
Geelkerken en Linskens 38208009 Advocaten HJF Jachtwerf de Haas Vereniging Houdt Vlietrand Groen Stibbe_inzake Hoeksche Waard Stibbe_inzake Van Vliet Schipperus advocatuur Streefkerk advocaten Rotterdamse financieringsmaatschappij Stichting Meyvliet
Ra nummer Ra 339 Ra 365 Ra 323 & Ra 362 Ra 366 Ra 367 Ra 368 Ra 391 Ra 292 Ra 296 Ra 334, Ra 335, Ra 336 & Ra 337 Ra 374 & Ra 375 Ra 374 & Ra 375 Ra 379 Ra 372 Ra 373 Ra 332 Ra 342 -
1
2
Strekking van de zienswijzes
Nummers zienswijzes
Bestemmingsplan is te globaal (met uitwerkingsplicht) en algemeen: onvoldoende mogelijk een goede inschatting te maken en geen zorgvuldige en afgewogen beslissing over toekomstige situatie: m.n. voor stadsgebonden bedrijvigheid en stadsgebonden werkgelegenheid
Ra 278, Ra 294, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 324, Ra 326, Ra 330, Ra 332, Ra 340, Ra 341, Ra 356, Ra 357 , Ra 358, Ra 359, Ra 360, Ra 361, Ra 362, Ra 369, Ra 374, Ra 375, PM082009, PM252009, PM482009.
Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is geen eindplan maar een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsplichten. Voordat het plan wordt uitgewerkt wordt er een verplaatsingsplan gemaakt. De verplaatsing vindt dan ook niet eerder plaats dan nadat belanghebbenden zich hebben kunnen uitspreken in het kader van de vaststelling van een uitwerkingsplan. Tot die tijd kan de bedrijfsvoering van gevestigde bedrijven op dezelfde manier doorgaan (overgangsrecht) en vindt overleg met betrokken bedrijven plaats om rekening te houden met gerechtvaardige belangen van de aanwezige bedrijven. Uitgangspunt hierbij is dat in beginsel op basis van de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging de vestiging van bedrijven mogelijk wordt gemaakt die zonder problemen met wonen en andere gevoelige functies kunnen worden gemengd. Uitwerkingen bestemmingsplan afhankelijk van nog onzekere ontwikkelingen: bijv. het vinden van een alternatieve locatie voor milieuhinderlijke en watergebonden bedrijven (zeer complex en kostbaar) en de ontsluiting middels het Trekvliettracé. Uitwerkingsplan zal nog jaren op zich laten wachten (zie ook beantwoording van vraag 30). Reactie: Convenant Bedrijven Binckhorst (3 juni 2008) In het convenant is afgesproken dat de gemeente zich er maximaal voor zal inspannen dat stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven worden herplaatst op Nieuw Binckhorst, mits deze bedrijven bedrijfseconomisch levensvatbaar zijn en passen binnen de in het masterplan gestelde kaders. In het convenant is voorts afgesproken dat van de toe te voegen 65.000 m2 bedrijfsruimte minimaal 20.000 m2 als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren. De gemeente zal zittende, bedrijfseconomisch levensvatbare, bedrijven die niet in Nieuw Binckhorst gevestigd kunnen worden, vervangende locaties elders onder de aandacht brengen. Voor de overige bedrijven garandeert de gemeente in dat kader 12 hectare in bedrijventerrein Harnaschpolder.
Ra 292, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 324, Ra 332, Ra 342, Ra 354, PM142009, PM252009, PM482009, PM492009, PM072009, PM242009 en feitelijk allen
Functies naar alternatieve locaties Specifieker wordt onderscheidt gemaakt in autodemontagebedrijven watergebonden productie- en verwerkingsbedrijven en de autobranche. De provincie Zuid-Holland is een aanwijzingsprocedure gestart om de hervestiging van autodemontagebedrijven mogelijk te maken op het bedrijventerrein Heron op het grondgebied van Pijnacker-Nootdorp. Met de keuze voor Heron wordt uitvoering gegeven aan provinciaal en regionaal beleid. Momenteel voert Den Haag gesprekken met Pijnacker-Nootdorp met als doel overeenstemming te bereiken. Gestreefd wordt naar overeenstemming eind 2009. Hiermee wordt een bereikbare locatie vastgelegd die op korte termijn beschikbaar is. Bij behandeling van het RSP in het algemeen bestuur Haaglanden is over het uitplaatsen van watergebonden bedrijven een amendement aangenomen. Hierin wordt het dagelijks bestuur verzocht om op korte termijn een onderzoek te verrichten naar de vestigingsmogelijkheden van watergebonden bedrijvigheid in de zone langs de Vliet, tussen Leidschendam Noord en Delft. Op basis hiervan is een tweetal studies uitgevoerd naar mogelijke locaties. Na een eerste verkenning heeft een nader onderzocht zich gericht op een tweetal locaties. Het is de verwachting dat het dagelijks bestuur van Haaglanden begin september 2009 zal besluiten een vervolgonderzoek te verrichten en dat er een plan van aanpak/businesscase nader wordt uitgewerkt. Het vervolgtraject zal samen met de betrokken gemeenten Leidschendam Voorburg, Rijswijk en het Stadsgewest Haaglanden worden opgepakt. Op basis van de planning is het haalbaar de watergebonden bedrijven binnen de looptijd van het bestemmingsplan uit te plaatsen. Voor de autobranche zijn meerdere scenario’s mogelijk. Gezien het forse en overwegend extensief huidig ruimtegebruik is in zijn algemeenheid verplaatsing naar buiten de Binckhorst gelegen locaties voor de hand liggend. In een eerder stadium heeft de branche aangegeven dat bedrijventerrein Harnaschpolder maar voor een deel van hun activiteiten in aanmerking zou kunnen komen. Nadat de branche vervolgens twee zoeklocaties voor een geclusterd concept nabij de A4 en A13 heeft afgewezen oriënteert men zich op geclusterde relocatie op de Binckhorst. Mits in overeenstemming met de in het bestemmingsplan opgenomen criteria is in theorie voor een deel van de huidige bedrijven relocatie op de Binckhorst mogelijk. Kosten voor verplaatsing In het exploitatieplan behorende bij het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is hierover het volgende geregeld: De kosten van verplaatsing van de watergebonden bedrijven vallen onder de uitplaatsingskosten (Bro art. 6.2.3 a,b,c) van het exploitatieplan.
Globaal bestemmingsplan i.r.t uitwerkingsplannen Voorafgaande aan de uitwerking van de uitwerkingsplannen zullen de betreffende milieubelastende bedrijven (welke niet te mengen zijn met wonen en overige gevoelige functies) en watergebonden bedrijvigheid worden uitgeplaatst. Dit is noodzakelijk aangezien bij de uitwerking van de plannen rekening moet worden gehouden met de dan nog aanwezige milieubelastende bedrijven die van invloed zijn op de beoogde ontwikkeling. Ontsluiting middels het Trekvliettracé (Datum trekvliet tracé) Uitgangspunt is momenteel dat in 2017 de eerste auto’s gebruik maken van het Trekvliettracé. De verdere voorbereiding van de realisatie van het Trekvliettracé vindt plaats in een paralleltraject waarvoor door het Rijk inmiddels een bijdrage van maximaal € 225 miljoen is toegezegd. Deze komt voort uit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), waarin het Trekvliettracé is opgenomen. Voor het Trekvliettracé wordt een zelfstandige bestemmingsplanprocedure doorlopen welke inmiddels binnen de gemeente is opgestart. Een aanvullende MER maakt hier onderdeel van uit . 3
4
De in het plan genoemde 20.000 m² bedrijfsruimte is veel te klein voor de nieuwe ontwikkeling van huidge bedrijven, betere inventarisatie nodig. Reactie: Het Convenant Bedrijven Binckhorst van 3 juni 2008 bevat een afspraak om in heel Binckhorst 130.000 m² bedrijfsruimte te handhaven en hieraan 65.000 m² toe te voegen. Hiervan zal minimaal 20.000 m² als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren. De ruimtebehoefte voor deze categorie bedrijven is gebaseerd op de raming uit de Verplaatsingsstrategie Binckhorst van mei 2007. Hoewel het nieuwe bestemmingsplan voor Binckhorst Zuid een veel beperkter oppervlak betreft en Binckhorst Noord voorlopig niet wordt getransformeerd is besloten dat toch 20.000 m² in dit deel van de Binckhorst moet worden gereserveerd. Geen enkele duidelijkheid en grote onzekerheid voor de toekomst voor veel huidige bedrijven in Binckhorst; bedrijven kunnen geen plannen maken over locatie en noodzakelijke uitbreidingen gemeente geeft geen duidelijkheid over andere passende percelen/bedrijfsruimte binnen de “nieuwe Binckhorst”. Reactie: Als voldoende duidelijkheid bestaat over de planning en fasering van uitwerkingsplannen,vindt er een
Ra 278, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 324 Ra 356
Ra 278, Ra 294, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 325, Ra 327, Ra 330, Ra 332, Ra 337, Ra 340, Ra 347, Ra 348, Ra 349, Ra 359, Ra 360, Ra 384, PM482009
inventarisatie plaats van alle betrokken partijen en zullen zij worden opgenomen in een verplaatsingsplan. Op basis van deze verplaatsingsstrategie kunnen bedrijven een plek in Nieuw Binckhorst krijgen. Dit vindt plaats voorafgaande aan de uitwerking van de uitwerkingsplannen. De bestaande milieucontouren ten aanzien van lucht, geluid en andere hinder rond bestaande bedrijven zijn hierbij een belangrijk uitgangspunt. Tot het moment dat een bedrijf ten behoeve van de realisatie van het betreffende uitwerkingsplan de locatie zal verlaten is voortzetting van het huidig gebruik onder het overgangsrecht veilig gesteld. (Zie eveneens beantwoording onder 1). 5
6
Traditionele noodzakelijke bedrijvenfunctie van de Binckhorst en werkgelegenheid moet gerespecteerd worden. (gebondenheid aan de Binckhorst). Reactie: Functiemenging (met wonen en andere gevoelige functies) is alleen mogelijk voor bedrijven vallend onder categorie A, B en C van de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging. Bovendien is 20.000 m2 bvo bestemd voor bedrijven vallend onder categorie C (of 3.1 en 3.2) die niet kunnen worden gemengd. Voor extra informatie wordt verwezen naar paragraaf 6.4.2, blz. 90 van de toelichting. De transformatie van de Binckhorst van bedrijventerrein naar gemengd woon- en werkgebied heeft gevolgen voor de huidige vooral traditionele bedrijvigheid. De gemeente heeft met het georganiseerd bedrijfsleven in het Convenant Bedrijven Binckhorst afspraken gemaakt over de wijze waarop gedurende de transformatie met de bestaande bedrijven op de Binckhorst wordt omgegaan, waarbij waar van toepassing – beschikbaarheid van geschikte bedrijfsruimte in de stad respectievelijk de regio een belangrijke plaats inneemt. Twijfels over economische uitvoerbaarheid (woningen in combinatie met bedrijvigheid en infrastructurele werken) Het programma voor Nieuw Binckhorst (o.a. wonen en werken) is zeer gevarieerd. Het doel is het creëren van een multifunctioneel stadsgebied, waarbij sprake is van functiemening op het niveau van deelplannen, complexen en gebouwen. Het programma van Nieuw Binckhorst is nodig om de mogelijkheden van dit gebied te benutten. De ontwikkeling van Nieuw Binckhorst biedt daarmee uitstekende mogelijkheden om de – deels internationale – ambities van Den Haag, de regio en de Randstad te helpen realiseren. Daarbij komt dat het plan een globaal eindbeeld geeft van de hoofdstructuur en het programma. Dit plan, het bijbehorende programma en de financieel economische uitvoerbaarheid worden uitgewerkt in de deelplannen. Ten aanzien van de combinatie van woningen met de infrastructurele werken wordt opgemerkt dat het
Ra 278, Ra 339, PM052009
Ra 278, Ra 325, Ra 330 Ra 347, Ra 348, Ra 349, Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009, PM072009
niet-woonprogramma zich leent om op diverse plaatsen als geluidsscherm te dienen voor het geluid afkomstig van het autoverkeer op de hoofdroutes en van het spoor.
7
8
Ten aanzien van de combinatie van woningen met bedrijven wordt opgemerkt dat bij de vestiging van bedrijfsactiviteiten en de menging van functies voldoende afstand in acht moet worden genomen tussen de milieubelastende activiteiten en gevoelige functies. In het Convenant Bedrijven is overeengekomen dat als leidraad bij milieuzonering en bij de daaraan gerelateerde mogelijkheden voor bedrijven, bijlage 4 van de VNG-uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’ van 16 april 2007 wordt toegepast. Hierbij is de kanttekening geplaatst dat de werkelijke hinder en ‘inpakbaarheid’ van bedrijven moet uitwijzen welke bedrijven toelaatbaar zijn. Zie beantwoording onder vraag 11 Er wordt inhoudelijk onvoldoende ingegaan op en verwezen naar het onlangs gesloten convenant tussen de gemeente, VNO-NCW, MKB en KvK. In dit convenant zijn duidelijke afspraken gemaakt over de belangen van de bedrijven in de Binckhorst, deze worden met het ontwerp al met voeten getreden. Reactie: Het op 15 juli 2008 ondertekende convenant is waar van toepassing verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Zo is de in het convenant afgesproken leidraad voor de milieuzonering verwerkt in de bestemmingsregels. Ook is de in het convenant opgenomen 20.000 m2 monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren verwerkt. De toelichting in het ontwerpbestemmingsplan bevat een resumé van het Convenant Bedrijven Binckhorst. (zie tevens beantwoording onder 2) Bedrijf bestaat al lange tijd met stadsgebonden functie Reactie: Het ontwerpbestemmingsplan definieert een stadsgebonden bedrijf (conform het Convenant Bedrijven Binckhorst) als: ‘Bedrijfsruimtegebruikers die klantcontact hebben of door verandering in de bedrijfsvoering klantcontact krijgen in de vestiging in Binckhorst zelf en/of wier afnemers goeddeels zijn gevestigd op het grondgebied van de gemeente Den Haag. In het convenant is afgesproken dat de gemeente zich er maximaal voor zal inspannen dat stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven worden herplaatst op Nieuw Binckhorst, mits deze bedrijven bedrijfseconomisch levensvatbaar zijn en passen binnen de in het masterplan gestelde kaders. In het convenant is voorts afgesproken dat van de toe te voegen 65.000 m2 bedrijfsruimte minimaal 20.000 m2 als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen
Ra 278, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 330, Ra
Ra 278, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 324, Ra 325, Ra 332, Ra 339, Ra 348, Ra 354, Ra 355, Ra 364, Ra 365, PM052009, PM062009, PM482009
9
functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren. De gemeente zal zittende, bedrijfseconomisch levensvatbare, bedrijven die niet in Nieuw Binckhorst gevestigd kunnen worden, vervangende locaties elders onder de aandacht brengen. Voor bedrijven met een regionale functie garandeert de gemeente in dat kader 12 hectare in bedrijventerrein Harnaschpolder. Gemeente moet vooraf aanwijsbare, beschikbare en passende vervangende locatie in het vooruitzicht stellen (zekerheid voor toekomstige plannen/concreet zicht) (zolang er geen sprake is van een serieuze verplaatsingslocatie, kan er geen sprake zijn van wegbestemming)
Ra 278, Ra 286, Ra 337, Ra 338, Ra 347, Ra 348, Ra 372, ra 373 Ra 381, PM422009, PM432009
Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is geen eindplan, maar een bestemmingsplan met voornamelijk uit te werken bestemmingen. Alvorens het bestemmingsplan wordt uitgewerkt zal er een verplaatsingsplan worden gemaakt. (zie ook beantwoording onder 2 en 4). , Bij gelegenheid van een uitwerkingsplan wordt een verplaatsingsplan gemaakt. De verplaatsing vindt dan ook niet eerder plaats dan nadat belanghebbenden zich hebben kunnen uitspreken in het kader van de vaststelling van een uitwerkingsplan. De huidige bedrijven kunnen op grond van het overgangsrecht (planregel artikel 25) het huidig gebruik voortzetten tot aan het moment van feitelijke ver-of uitplaatsing. Dit moment zal pas zijn nadat het uitwerkingsplan in werking is getreden. 10
11
“in staat van inrichting” is onvoldoende ruimte voor vervangende bedrijfshuisvesting (van bijv. 1000m2) opgenomen Reactie: De staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging is (conform het Convenant Bedrijven Binckhorst) gebaseerd op bijlage 4 van de VNG-uitgave ‘Bedrijven en Milieuzonering’. Deze staat is met name bedoeld voor functiegemengde gebieden zoals Binckhorst Zuid overwegend zal worden. Volgens de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging vallen aannemersbedrijven die groter zijn dan 1.000 m² niet binnen de categorieën A, B en C van bijlage 2. Relevant voor reclamant is het feit dat zijn bedrijf volgens bijlage 3 in de categorieën 3.1 of 3.2 valt, wat betekent dat een dergelijk bedrijf alleen inpasbaar is in de 20.000 m² solitaire bedrijfsruimte. Hierbij zijn verder alleen enkele restricties opgenomen ten aanzien van onder meer de stadsgebondenheid, parkeren en intensief ruimtegebruik. Indien hierin geen mogelijkheden zijn dan zal uitplaatsing plaatsvinden buiten het plangebied. Bedrijf ondersteunt een nieuwe Binckhorst maar het ontwerp is ondeugdelijk qua inhoud en financiële dekking Reactie:
Ra 278
Ra 278, Ra 357, Ra 358, PM242009
12
15
16
Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. In aanvulling op de al door de gemeente getroffen voorzieningen, wordt het plan financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. Zie eerdere beantwoording onder 1, 3 tot en met 11. Ernstige belemmering in bedrijfsvoering Reactie: De gemeente heeft met het georganiseerd bedrijfsleven in het Convenant Bedrijven Binckhorst afspraken gemaakt over de wijze waarop gedurende de transformatie met de bestaande bedrijven op de Binckhorst wordt omgegaan. Verplaatsing bedrijf is onaanvaardbaar vanwege grote afhankelijkheid (80%) van afhalende klanten uit Den Haag + positie t.o.v. stadskern en bereikbaarheid voor leveranciers. Reactie: Het ontwerpbestemmingsplan definieert een stadsgebonden bedrijf (conform het Convenant Bedrijven Binckhorst) als: ‘Bedrijfsruimtegebruikers die klantcontact hebben of door verandering in de bedrijfsvoering klantcontact krijgen in de vestiging in Binckhorst zelf en/of wier afnemers goeddeels zijn gevestigd op het grondgebied van de gemeente Den Haag. In het convenant is afgesproken dat de gemeente zich er maximaal voor zal inspannen dat stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven worden herplaatst op Nieuw Binckhorst, mits deze bedrijven bedrijfseconomisch levensvatbaar zijn en passen binnen de in het masterplan gestelde kaders. In het convenant is voorts afgesproken dat van de toe te voegen 65.000 m2 bedrijfsruimte minimaal 20.000 m2 als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren. De gemeente zal zittende, bedrijfseconomisch levensvatbare, bedrijven die niet in Nieuw Binckhorst gevestigd kunnen worden, vervangende locaties elders onder de aandacht brengen Rapportage van 2RC kan niet beschouwd worden als een serieuze poging om voor de “milieuhinderlijke bedrijvigheid” binnen afzienbare termijn te komen tot een alternatieve bedrijfslocatie: alternatieve locatie moet op zijn minst in ontwerp zijn vervat. Reactie: Indien we naar het tijdspad kijken, dienen binnen de gestelde uitvoeringstermijn van het
Ra 279, Ra 320, Ra 327, Ra 364, ra 365, ra 366, ra 367 , Ra 368, PM062009, PM092009, PM102009, PM112009, PM072009 Ra 284, Ra 285, Ra 381
Ra 286
17
bestemmingsplan de watergebonden bedrijven een ‘nieuwe’ locatie te krijgen. Om dit te verifiëren zijn planningen gemaakt van de best scorende locaties. In de planningen is rekening gehouden met langlopende. De conclusie is dat de planningen voldoen aan de gestelde tijdstermijn. Focus op gezamenlijk één terrein voor alle milieuhinderlijke bedrijven: is NMA daar content mee?
Ra 286
Reactie: De gemeente Den Haag kan niet oordelen over het standpunt namens NMA. De reactie is op dit punt dan ook niet aan de gemeente gericht. 18
19
20
Verkeersafwikkeling: realisatie van verkeersaantrekkende/ genererende ontwikkelingen zal parallel moeten lopen met het gereedkomen van het Trekvliettracé. Reactie: Het uitgangspunt is dat de eerste auto’s in 2017 over het Trekvliettracé rijden. Vóór die tijd wordt de Verlengde Regulusweg aangelegd zodat het verkeer, dat in de huidige situatie via de Maanweg en Binckhorstlaan rijdt, te allen tijde voldoende geaccommodeerd wordt. Verzoek locatie voor 20.000m2 monofunctionele bedrijfsruimte aan te wijzen om bedrijven tegemoet te komen , bijvoorbeeld locatie rond Caballero fabriek(CabFab). Reactie: Zie beantwoording onder 2. Milieuzonering is onjuist en in strijd met gemaakte afspraken uit het convenant Binckhorst en met de VNG uitgave Bedrijven en Milieuzonering: Herzie artikel 12.2. lid e/f (slechts in convenant neergelegde criteria opnemen). Niet duidelijk wat bedoeld wordt met de op pag. 90 genoemde ontheffingsmogelijkheid voor autogerelateerde bedrijvigheid. Reactie: In de planregels onder 12.2 lid e/f is 20.000 m2 bruto vloer oppervlakte aangewezen voor bedrijven uit de categorieën C in de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging als opgenomen in bijlage 2 en bedrijven 3.1 tot en met 3.2 in de staat van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in bijlage 3. Bovendien is onder f sub 1 opgenomen dat het bedrijf aantoont dat het stadsgebonden is. De gemeente is van oordeel dat op deze wijze goed gevolg is gegeven aan het convenant. Bovendien beoogt het ontwerpbestemmingsplan -in afwijking van het convenant- binnen de 20.000 m2 monofunctionele bedrijfsruimte vestiging mogelijk te maken van stadsgebonden bedrijven die door hun aard (bijv. postcodesturing klanten) voor huisvesting aangewezen zijn op de omgeving van de Binckhorst, doch hier v.w.b. milieuzonering anders niet voor in aanmerking zouden komen. Deze
Ra 292, PM142009
Ra 292, Ra 364, PM142009
Ra 292, PM142009
toevoeging wijkt inderdaad af van het convenant, doch is nadrukkelijk bedoeld om in de geest van het convenant zoveel mogelijk bedrijven in staat te stellen op de Binckhorst verplaats te worden. Reclamant merkt terecht op dat de toevoeging op de op pagina 90 genoemde ontheffingsmogelijkheid voor autogerelateerde bedrijvigheid niets toevoegt. De criteria zijn immers verwoord in de planregels 12.2 lid e/f en onder artikel 22 lid c en d. Staat van wijzigingen De zinsnede op pag. 90 “een tweede uitzondering bestaat voor…..daartoe ontheffing verlenen” zal worden verwijderd. 21
22
65.000 m2 nieuwe bedrijfsruimte is een harde afspraak; in het programma op pag. 24 staat een globaal idee van de invullingsmogelijkheden, dit is vaag , ook bezwaar tegen de in artikel 23a lid 1 opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Reactie: Het bestemmingsplan biedt ruime mogelijkheden voor bestaande en nieuwe bedrijven om zich in het plangebied te vestigen. De feitelijke behoefte aan bedrijfsruimte voor bestaande bedrijven zal pas duidelijk worden tijdens de uitwerking van de deelgebieden. Per bedrijf zal dan bekend moeten worden of en op welke wijze bedrijven met een (her)vestigingswens in de Binckhorst terug kunnen komen. Het ontwerpbestemmingsplan beoogt mogelijk te maken dat 66.000 m2 nieuwbouw bedrijfsruimte kan worden toegevoegd. Overigens is door reclamant aangehaalde artikel geen vrijbrief voor een grote toename van kantoren aangezien hierover harde afspraken zijn gemaakt in het stadsgewest Haaglanden. In bestemmingsomschrijving (artikel 12) t.a.v. Gemengde Doeleinden – Uit te werken bestemming”wordt de functie t.b.v. (het huidige) medische gebruik niet benoemd terwijl het vigerende bestemmingsplan positief bestemt . Verzoek deze op te nemen alsmede een mogelijke diversiteit aan bestemmingsmogelijkheden zoals “kantoren”, “woningen”, “horeca” etc. Reactie: Volgens artikel 1 begrippen worden medische voorzieningen gerekend tot maatschappelijke voorzieningen (1.62). Het kasteel De Binckhorst en het bijbehorende koetshuis hebben de bestemming GD-U (gemengd uit te werken) waarop planregel 12 Gemengde Doeleinden – Uit te werken bestemming van toepassing is. Hierbinnen vallen woningen, kantoren, horeca, dienstverlening, culturele- maatschappelijke (waaronder de huidige medische voorzieningen) en welzijnsvoorzieningen.
Ra 292, PM142009
Ra 293
23
Op de exploitatiekaart is het Koetshuis i.t.t. de plankaart niet opgenomen. Verzoek dit positief te bestemmen, koetshuis vormt onlosmakelijk deel van het Kasteel en haar omgeving
Ra 293
Reactie: De exploitatiekaart behoort dezelfde kaart te zijn als de plankaart bij het bestemmingsplan, waar het kasteel met koetshuis als te handhaven is bedacht. De exploitatiekaart zal overeenkomstig worden aangepast. Staat van wijzigingen: Het koetshuis wordt toegevoegd aan de exploitatieplankaart 24
Bouwhoogte koetshuis volgens plankaart 6 meter, de gestempelde bouwvergunningtekening geeft echter 7,155 aan. Verzoek dit aan te passen
Ra 293
Reactie: Reclamant stelt terecht dat de bouwhoogte onjuist is weergegeven. De bouwhoogte zal op dit punt worden aangepast. Staat van wijzigingen: De plankaart wordt ten aangezien van de bouwhoogte voor het koetshuis aangepast toto 7.50 meter. 25
Verzoek plankaart en voorschriften aan te passen zoals “de zichtlijnen van en naar het Kasteel gewaarborgd worden, alsmede de inbedding van het Kasteel met fruitboomgaard, slotgracht en toegangspoort in een groene omgeving” Reactie: Het kasteel is als monument vastgelegd. De inbedding is veilig gesteld door de omliggende tuin een groenbestemming te geven en de slotgracht de bestemming water. Hierdoor zijn andere functies op deze locatie niet mogelijk. In het plan is de groenbestemming doorgezet tot aan de Binckhorstlaan waardoor de zichtbaarheid van het kasteel niet door bebouwing teniet kan worden gedaan. Het kasteel maakt onderdeel uit van de uit te werken zone a. Deze uitwerking van het plan ligt te zijner tijd voor een ieder ter inzage, waarbij belanghebbenden een zienswijze kenbaar kunnen maken. Zolang de uitwerking van de uit te werken zone niet heeft plaats gevonden mogen er geen bouwwerken worden gebouwd. Omdat niet duidelijk is hoe het pand van de Luchtmachtstaf hierin wordt opgenomen is de zichtas naar de Haagse Trekvliet niet in het bestemmingsplan opgenomen. Het bestemmingsplan doet geen uitspraken over sloop van panden.
Ra 293
26
Verzoek te informeren over ontwikkelingen betreffende ‘één mogelijke nieuwe bijzondere bebouwing, die de positie van het Kasteel zou versterken (brief van 8 juni 2008)
Ra 293
Reactie: Zie beantwoording onder 25 27
In het ontwerp wordt bedrijf wegbestemd. De nieuwe bestemming is “Groen-uit te werken bestemming. Lichte industriële bedrijvigheid wordt van artikel 15 uitgesloten. Shoppingmall en groenvoorziening kunnen prima naast bedrijvigheid Smesto plaatsvinden.
Ra 294, Ra 295
Reactie: De op de plankaart aangewezen gronden voor “Groen – Uit te werken bestemming zijn aangewezen ter ontwikkeling van een stadspark van circa 11 ha. Hierin zijn geen bedrijfsactiviteiten voorzien. De bedrijfsactiviteiten van Smesto zullen op grond van bijlage 2 staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging worden beoordeeld en worden betrokken in het op te stellen verplaatsingsplan. Indien het bedrijf voldoet aan de criteria voor de categorieën A, B, C bij functiemenging dan is het mogelijk dat het bedrijf kan worden ingepast in een uitwerkingsgebied binnen het plangebied Binckhorst en in een omgeving met gevoelige bestemmingen. Indien het bedrijf niet voldoet aan de criteria voor de categorieën A,B, C bij functiemenging zal voorafgaande aan de uitwerking en op grond van een verplaatsingsplan beoordeeld worden of het mogelijk is te verplaatsen naar het gereserveerde 20.000 m2 monofunctioneel bedrijventerrein binnen het plangebied en anders naar een oplossing buiten het plangebied.
28
29
Resumerend In de bestemming ‘Groen – Uit te werken’ is geen ruimte voor bedrijven. In de bestemming ‘Gemengd – Uit te werken’ is dat wel het geval mits de bedrijven passen in de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging (bijlage 2), danwel v.w.b. de 20.000 m2 monofunctionele ruimte conform art 12.2. e en f, categorie C bedrijven of 3.1 en 3.2 bedrijven of hiermee gelijk te stellen op grond van de staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 3). De toekomstige winkelvoorzieningen in Binckhorst Zuid zullen nog uitgewerkt moeten worden in de betreffende uitwerkingsplannen. Bedrijf kan prima naast woningen geplaatst worden, woningen hebben producten van Smesto nodig. Het bedrijf is goed inpasbaar en gewenst in nieuw bestemmingsplan. Zie beantwoording onder 27 Bedrijf is sterk plaatsgebonden (zowel qua afzet en personeel)
Ra 294, Ra 295
Ra 294, Ra 295, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 324
Reactie: Het ontwerpbestemmingsplan definieert een stadsgebonden bedrijf (conform het Convenant Bedrijven Binckhorst) als: ‘Bedrijfsruimtegebruikers die klantcontact hebben of door verandering in de bedrijfsvoering klantcontact krijgen in de vestiging in Binckhorst zelf en/of wier afnemers goeddeels zijn gevestigd op het grondgebied van de gemeente Den Haag. In het convenant is afgesproken dat de gemeente zich er maximaal voor zal inspannen dat stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven worden herplaatst op Nieuw Binckhorst, mits deze bedrijven bedrijfseconomisch levensvatbaar zijn en passen binnen de in het masterplan gestelde kaders. In het convenant is voorts afgesproken dat van de toe te voegen 65.000 m2 bedrijfsruimte minimaal 20.000 m2 als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren. De gemeente zal zittende, bedrijfseconomisch levensvatbare, bedrijven die niet in Nieuw Binckhorst gevestigd kunnen worden, vervangende locaties elders onder de aandacht brengen. Voor de overige bedrijven garandeert de gemeente in dat kader 12 hectare in bedrijventerrein Harnaschpolder. 30
Gemeente stelt dat zittende, bedrijfseconomisch levensvatbare bedrijven die niet in Nieuw Binckhorst gevestigd kunnen worden moeten verplaatsen naar de Harnaschpolder in Delft, is te ver weg en capaciteit voldoende? Reactie: Het bestemmingsplan onderscheidt in de verplaatsingsstrategie verschillende categorieën te verplaatsen bedrijvigheid. Voor de verplaatsing van autodemontagebedrijven, watergebonden productie- en verwerkingsbedrijven en de autobranche worden specifieke oplossingen aangedragen. De overige uit te plaatsen bedrijven kunnen naar andere traditionele bedrijventerreinen verplaatst worden. Daarbij is vooral relevant wat hun behoefte aan terreinoppervlak is. Het huidige ruimtegebruik van deze bedrijven bedraagt ruim 12 hectare. Bedrijvigheid die niet past in Nieuw Binckhorst wordt uitgeplaatst, tenzij dat onhaalbaar blijkt te zijn. Er zijn verschillende categorieën te verplaatsen bedrijven te onderscheiden. De categorie ‘Overige uit te plaatsen bedrijven’ kan naar andere traditionele bedrijventerreinen verplaatst worden. Voor bedrijven met een regionale functie garandeert de gemeente 12 hectare op het bedrijventerrein Harnaschpolder in Midden Delfland. Gegeven het huidig ruimtegebruik van deze categorie op de Binckhorst is 12 hectare voldoende vervangend areaal.
Ra 294 , Ra 295
31
Onduidelijkheid over aanduidingen op plankaart, gegevens komen niet voor op legenda (grens van bestemmingsplan)
Ra 294, Ra 295
Reactie:
De plangrens wordt aangeduid met een zwart bolletje met doorgetrokken zwarte streep. Een Wro wijzigingszone is – in tegenstelling tot hetgeen reclamant aangeeft – niet weergegeven door een wit open bolletje met doorgebroken zwarte streep, maar weergegeven, conform de digitale standaarden (SVBP2008) in rode diagonale lijnen. Ten zuiden van de Komeetweg ligt een wijzigingsgebied op de legenda aangeduid als Wro-zone – wijzigingsgebied 3 32
33
De Komeetweg 1 tot en met 17 zijn monumentale panden. Op de plankaart is de bestemming monument/cultuurhistorisch waardevol pand slechts op 1 pand ingetekend. Reactie: Op de plankaart worden monument/cultuurhistorisch waardevolle panden aangegeven. Voor Nieuw Binckhorst Zuid is alleen het kasteel een monument en derhalve op de plankaart aangegeven. Een aantal andere panden die een zekere cultuurhistorische waarde hebben en een bijdrage kunnen leveren aan de herontwikkeling van de Binckhorst is op de plankaart aangegeven. De hallen Komeetweg/Orionstraat, die een zekere mate van cultuur- en architectuurhistorische waarde hebben, zijn in het toekomstige park gelegen. In de uitwerking moet in eerste instantie gezocht worden naar mogelijkheden om een deel van de panden te behouden. De nieuwe functie van de hallen zal wel op het park afgestemd moeten zijn, de huidige functies zijn niet in te passen. Zorgen over bereikbaarheid panden en over mogelijkheid tot parkeergelegenheid (deze zijn niet toereikend); de wijze van ontsluiting van het gebied zal zowel door het verlengde Regulustracé als door het autoluw maken van de Maanweg grote gevolgen hebben voor de autobereikbaarheid van het gebied Reactie: De wegenstructuur voor Nieuw Binckhorst Zuid moet nog nader worden uitgewerkt, het bestemmingsplan geeft de kaders weer waarbinnen deze hoofdwegenstructuur de komende 10 jaar ontwikkeld kan worden. Nieuw Binckhorst Zuid wordt op 2 manieren op het hoofdwegennet aangesloten: verkeer van en naar de richting Utrecht en Amsterdam kan via de Verlengde Regulusweg rijden (A12) en het verkeer van en naar Rotterdam krijgt met de komst van het Trekvliettracé een verbinding met het hoofdwegennet (A13). Den Haag krijgt met de komst van het Trekvliettracé een verbinding met het hoofdwegennet (A13 richting Rotterdam. Het uitgangspunt is dat de eerste auto’s in 2017 over het Trekvliettracé rijden. Vóór die tijd wordt de Verlengde Regulusweg aangelegd zodat het verkeer, dat in de huidige situatie via de Maanweg en Binckhorstlaan rijdt, te allen tijde voldoende geaccommodeerd wordt. Naar verwachting wordt de doorstroming op de kruising Maanweg – Regulusweg wat beter, omdat er in de nieuwe situatie slechts
Ra 294, Ra 295
Ra 296, Ra 323, Ra 340, Ra 341, PM082009, PM172009, PM072009
1 hoofdrichting is (die richting Verlengde Regulusweg en vice versa) waardoor de verkeerslichten beter te regelen zijn. De Verlengde Regulusweg kan naar verwachting dus een deel van de verkeersaantrekkende werking van ruimtelijke ontwikkelingen opvangen.
34
De benodigde hoeveelheid parkeerruimte is afhankelijk van de functie die ontwikkeld wordt en de aanwezigheid van openbaar vervoer een gebied: bij hoogwaardig openbaar vervoer is er een alternatief voor de auto aanwezig en is het noodzakelijke autogebruik wat lager dan in gebieden waarin dit openbaar vervoer niet aanwezig is. Deze afhankelijkheid is verwerkt in de parkeernormen: (landelijke) kerncijfers die gehanteerd worden om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. In het bestemmingsplan zijn de Haagse parkeernormen opgenomen en bij ruimtelijke ontwikkelingen worden deze normen toegepast om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. Met de parkeernormen is voldoende parkeerruimte beoogd voor de ruimtelijke ontwikkeling, de parkeerplaatsen dienen op eigen terrein te worden aangelegd. Dat kan in ondergrondse parkeervoorzieningen, wellicht in een centrale parkeergarage in het gebied, maar ook in de vorm van parkeerruimte op straat. Op pag. 13 van het plan staat de opmerking dat na de eerste planperiode de ontsluiting wordt heroverwogen. Dit duidt erop dat er nu van een duidelijke planvorming sprake is.
Ra 296, PM172009
Reactie: Het bestemmingsplan bestrijkt een periode van 10 jaar en over deze periode kan een degelijke verkeersprognose worden gemaakt. Voor de periode na 2020 is het echter moeilijker om te voorspellen hoe het verkeer zich zal ontwikkelen: stagneert de groei van de automobiliteit eindelijk, omdat de Nederlandse infrastructuur zijn maximale capaciteit bereikt heeft of houdt de toename van de hoeveelheid autobewegingen na 2020 nog aan ? Zodoende biedt dit bestemmingsplan enige ruimte om dergelijke onverwachte ontwikkelingen op te kunnen vangen.
35
De wegenstructuur voor Nieuw Binckhorst Zuid moet nog nader worden uitgewerkt, maar over de hoofdstructuur bestaan al wel concrete ideeën die in het Masterplan Nieuw Binckhorst zijn opgenomen. Het bestemmingsplan geeft de kaders weer waarbinnen deze hoofdwegenstructuur de komende 10 jaar ontwikkeld kan worden. Nieuw Binckhorst wordt op 2 manieren op het hoofdwegennet aangesloten: verkeer van en naar de richting Utrecht en Amsterdam kan via de Verlengde Regulusweg rijden (A12) en het verkeer van en naar Rotterdam krijgt met de komst van het Trekvliettracé een verbinding met het hoofdwegennet (A13). De Binckhorstlaan vormt de centrale as door het gebied, de Maanweg krijgt een minder belangrijke verkeersfunctie dan in de huidige situatie. Regulustracé leidt ertoe dat er op zeer korte afstand een verkeersstroom met veel hogere intensiteit zal ontstaan (leidt tot verslechtering van de luchtkwaliteit, toename verkeerslawaai, overlast etc.) Reactie:
Ra 296, PM172009
36
Door aanleg van het Regulustracé (Verlengde Regulusweg) ontstaat inderdaad een toename van de verkeersstroom. De gemeente is aan wettelijke normen gebonden bij een lokale verslechtering van de luchtkwaliteit en/of de toename van het verkeerslawaai. Bovendien zorgt de aanleg van het Regulustracé (Verlengde Regulusweg) voor een betere spreiding van het verkeer, waardoor de overlast op de overige wegen in het gebied afneemt. Bezwaar tegen een mogelijk toestaan van hogere grenswaarden van geluid en luchtkwaliteit (grenswaarde van stikstofdioxide en fijnstof is reeds bereikt). Er is geen rekening gehouden met bestaande (automobiel)bedrijven. Reactie: De grenswaarden van geluid en luchtkwaliteit zijn wettelijk vastgesteld en worden ook hier in acht genomen. Ten aanzien van concentraties stikstofdioxide en fijnstof, wordt geconcludeerd dat binnen de grenswaarden gebleven kan worden. Het project Nieuw Binckhorst Zuid is als “in betekende mate” (IBM)-project opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht (NSL). Opname in het NSL houdt in dat het project niet meer afzonderlijk hoeft te worden getoetst aan de luchtkwaliteitseisen ten aanzien van het bestemmingsplan.
Ra 296, Ra 340, Ra 362, Ra 363, Ra 364, Ra 365, ra 366, Ra 367, Ra 368, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009 PM172009
Ten aanzien van de geluidbelasting is geconcludeerd dat voor de deelgebieden Zuid en Park de geluidbelasting onder de maximale ontheffingswaarde blijft. Overigens is daarbij geconcludeerd dat de geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde overschrijdt. Het bevoegd gezag stelt hogere grenswaarden vast. Voorwaarde hierbij is dat bron- en overdrachtsmaatregelen worden toegepast om de geluidsbelasting ter plaatse van de woningen te reduceren. In deelgebied Noord zijn op termijn aanvullende maatregelen nodig. Hier wordt verder onderzoek naar gedaan in het kader van het bestemmingsplan dat betrekking heeft op dat gebied. Er zijn dus inderdaad ontheffingen nodig, maar de geluidsbelasting valt overal binnen de maximale ontheffingswaarde. 37
Kadastrale kavels 1821 en 1822, die onderdeel uitmaken van het gehele kantorencomplex, zijn niet of gedeeltelijk niet als kantoorlocatie bestempeld. Bestemmingsgrens had moeten worden getrokken langs het kavel 1355 Reactie: Op de bestemmingsplankaart zijn de huidige kantoren rond het Maanplein en de Regulusweg rechtstreeks als kantorenlocatie bestemd. In het masterplan is een hoogwaardig ingerichte openbare ruimte op de kop van de haven gedacht.
Ra 296, PM172009
38
39
Hierdoor is onder andere een verbinding tussen de twee havenarmen mogelijk. Daarnaast draagt de kade bij aan de belevingswaarde van het gebied. Om een goed ontwerp te kunnen maken is de grens niet op de kadastrale scheiding met KPN gelegd, maar op de te handhaven kantoorpanden. Hierdoor is het mogelijk in de uitwerking een gedegen keuze te maken. In de uit te werken zone is een ruim kantorenprogramma opgenomen om eventuele kantooruitbreiding in deze hoek van de Binckhorst te verwezenlijken. Bij de uitwerking wordt hier verder op in gegaan. Het aangrenzende gebied met de bestemming Gemengd – Uit te werken bestemming maakt een toevoeging van 27.500 m² kantoorruimte mogelijk in gebied sgd-d dat grenst aan genoemde kantorenlocatie. Er is veel verduidelijkt n.a.v. reactie op voorontwerp en plan MER maar toch nog reacties. Dit is geen vraag, die worden hieronder beantwoord. Aldus is van deze algemene opmerking kennis genomen. Het Stadsgewest Haaglanden moet ook om advies gevraagd worden bij de procedure omtrent de vaststelling van de uitwerkingsplannen.
Ra 376
Ra 376
Reactie: Bij de beantwoording van de eerder ingebrachte BRO reactie is reeds aangegeven dat de gemeente Den Haag het punt onderschrijft dat regionale afstemming op verschillende beleidsterreinen noodzakelijk is. In de uitwerkingsregels zal een passage worden opgenomen dat advies van het Stadsgewest Haaglanden wordt ingewonnen voordat het ontwerp uitwerking ter inzage wordt gelegd. Bij de ter visielegging van het ontwerp was de beantwoording van de BRO reactie niet verwerkt in het ontwerp en wordt nu alsnog opgenomen in de planregels. Zie tevens beantwoording onder 51.
40
41
Staat van wijzigingen: In de uitwerkingsregels wordt een lid toegevoegd waarin voorafgaande aan de uitwerking advies zal worden ingewonnen bij het stadsgewest Haaglanden. Aandacht wordt gevraagd voor watergebonden bedrijvigheid en bedrijventerreinen Haaglanden ondersteunt in haar zienswijze het proces om in regionaal verband te komen tot een keuze voor definitieve locatie, die vervolgens nader wordt uitgewerkt. Zie evt. beantwoording onder 2 Kantorenprogramma past binnen de afspraken van de regionale kantorenstrategie tot 2015. Wel is verduidelijking van het programma in de regels, waarin tevens bestaande kantoren zijn opgenomen, noodzakelijk om verwarring te voorkomen
Ra 376, PM242009
Ra 376
42
Reactie: De regels in het bestemmingsplan zijn uitsluitend bedoeld als juridische en daarmee bindende uitwerking van de bedoelingen van het plan zoals beschreven in de toelichting. Enkele van de bestaande kantoren zijn uit oogpunt van kostenbesparing voorlopig als te handhaven in de grondexploitatie opgenomen. Dit neemt niet weg dat wanneer deze kantoren toch verdwijnen, het betreffende metrage weer elders in de Binckhorst kan worden teruggebouwd. Gedetailleerde informatie over (tijdelijk) te handhaven kantoren en de relatie met het nieuwbouwprogramma zal geleverd worden ten behoeve van het reguliere kantorenoverleg van Haaglanden. Binckhorst is geen locatie voor leisurevoorzieningen. Voor leisurevoorzieningen in de uitwerkingsplannen worden opgenomen, dient er eerst regionale overeenstemming te zijn vanuit het leisurebeleid.
Ra 376
Reactie: De gemeente ziet kansen voor de stad op deze locatie voor deze functies. Een deel van het door u genoemde programma zal een lokaal karakter hebben en is daarmee een gemeentelijke aangelegenheid. Een deel van het programma zal een bovenlokaal karakter kunnen hebben op basis van de definitie van het huidige leisurebeleid van het Stadsgewest Haaglanden. In voorkomende gevallen zal de gemeente Den Haag voor de betreffende projecten de afgesproken procedure in acht nemen. Het Stadsgewest Haaglanden is in 2008 bovendien al gestart het leisurebeleid te herzien, waarbij het huidige ruimtelijk toetsingskader als restrictief wordt beschouwd en derhalve ter discussie wordt gesteld. De gemeente Den Haag ziet geen reden om het programma op dit onderdeel voor de Binckhorst op dit moment aan te passen of het te herziene leisurebeleid van het Stadsgewest af te wachten. 43
Binckhorst is in de Structuurvisie Detailhandel van Haaglanden niet opgenomen als locatie voor perifere detailhandel. De Regionale Structuurvisie Detailhandel zal hierop moeten worden aangepast. Voor het bestemmingsplan is een detailhandelsonderzoek uitgevoerd dat niet bekend is bij het stadsgewest Haaglanden en niet voorgelegd aan de Werkgroep detailhandel en Leisure van het Stadsgewest haaglanden. Graag spoedige bespreking van het onderzoek en advies Reactie: De perifere detailhandel die in de Binckhorst mogelijk wordt gemaakt is om continuering van de sinds jaar en dag aanwezige perifere detailhandel na transformatie terug te kunnen laten keren in het gebied. Het Bureau WPM heeft in maart 2009 een ‘Visie op duurzame en vernieuwende retailontwikkeling’ voor Nieuw Binckhorst afgerond.
Ra 376
44
45
46
Het rapport zal na het zomerreces zo spoedig mogelijk aan de Werkgroep Detailhandel en Leisure worden voorgelegd. Noodzakelijke infrastructuur moet verwezenlijkt worden alvorens de ruimtelijke ontwikkelingen te starten gelet op de huidige verkeersproblematiek rondom de Maanweg en de aansluiting op de A12/A13, plannen van infrastructuur op elkaar afstemmen. Reactie: Het uitgangspunt is dat de eerste auto’s in 2017 over het Trekvliettracé rijden. Vóór die tijd wordt de Verlengde Regulusweg aangelegd zodat het verkeer, dat in de huidige situatie via de Maanweg en Binckhorstlaan rijdt, te allen tijde voldoende geaccommodeerd wordt. Naar verwachting wordt de doorstroming op de kruising Maanweg – Regulusweg wat beter, omdat er in de nieuwe situatie slechts 1 hoofdrichting is (die richting Verlengde Regulusweg en vice versa) waardoor de verkeerslichten beter te regelen zijn. De Verlengde Regulusweg kan naar verwachting dus reeds een deel van de verkeersaantrekkende werking van ruimtelijke ontwikkelingen opvangen. De Maanweg wordt autoluw waardoor de ruimtelijke ontwikkelingen in dit deel van Nieuw Binckhorst Zuid (lage verkeersaantrekkende en –producerende werking) kan plaatsvinden. Wanneer het Trekvliettracé dan opengesteld wordt heeft Nieuw Binckhorst een 2e aansluiting op het hoofdwegennet en kan de verkeersaantrekkende werking van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, die vanaf dat moment in gebruik worden genomen of nog gaan starten, worden opgevangen. Het Rotterdamse verkeer rijdt dan niet meer via de Verlengde Regulusweg, het autoverkeer wordt meer gespreid door het gebied. Mercuriusweg doorkruist het gewenste park, zal het dan zijn hoogwaardige uitstraling behouden en kan het park voldoende ruimte bieden aan de gewenste functies? (gelet op de hoge kosten is dit een risico voor de grondexploitatie) Reactie: Voor het tracé van de verlengde Mercuriusweg is op de plankaart de huidige Mercuriusweg doorgetrokken tot het spoor. Na vertrek van de autodemontagebedrijven is het mogelijk een verbinding te maken met de Regulusweg, waardoor aanleg Trekvliettrace mogelijk is. In het bestemmingplan is daarnaast een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen om het park en de Mercuriusweg zodanig te situeren dat de doorsnijding van het park tot het minimum wordt beperkt en een goede aansluiting tussen het park en de bebouwing in Nieuw Binckhorst Noord mogelijk is. In de uitwerking voor deze vlek is dat een van de uitgangspunten. Ontsluiting van het gebied moet goed geregeld worden, sterkere koppeling met station Voorburg is gewenst door verlengen of opschuiven van station richting Binckhorst. Nog geen besluiten t.a.v. financiering en aanleg genomen Reactie:
Ra 376, Ra 391, PM132009
Ra 376, Ra 391, PM132009, PM242009
Ra 376,
48
De wegenstructuur voor Nieuw Binckhorst Zuid moet nog nader worden uitgewerkt, maar over de hoofdstructuur bestaan al wel concrete ideeën die in het Masterplan Nieuw Binckhorst zijn opgenomen. Het bestemmingsplan geeft de kaders weer waarbinnen deze hoofdwegenstructuur de komende 10 jaar ontwikkeld kan worden. Nieuw Binckhorst wordt op 2 manieren op het hoofdwegennet aangesloten en krijgt in de vorm van de Verlengde Regulusweg een nieuwe belangrijke verbinding tussen de A12 en de Neherkade. Voor de bereikbaarheid van de openbaar vervoerhaltes en treinstations worden kwalitatief goede loop- en fietsroutes aangelegd, de bereikbaarheid van NS station Voorburg moet gemakkelijker worden gemaakt en daarbij zijn het opschuiven en het verlengen van de perrons zijn daarbij opties. In het Exploitatieplan ontbreken kosten voor de gewenste OV-voorzieningen (Randstadrail moet waarschijnlijk boven maaiveld worden aangelegd). Graag dit terugzien in exploitatieplan.
Ra 376, 391, PM132009, PM242009
Reactie: De kosten van OV- voorzieningen en het Trekvliettracé kunnen niet worden verhaald op het exploitatieplan Nieuw Binckhorst maar via de reguliere OV-investeringsstromen. 49
Risico voor uitvoerbaarheid plan dat €57 miljoen uit de opbrengsten van het noordelijk deel zal moeten komen omdat het onduidelijk is wanneer de ontwikkeling van het noordelijk deel daadwerkelijk start.
Ra 376, Ra 391, PM132009
Reactie: De opgenomen kosten voor het park en hoofdinfrastructuur zijn kosten voor geheel Binckhorst, dus ook voor het in de toekomst vast te stellen bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Noord. Op basis van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit is aan Zuid en Noord ieder 50% van deze kosten toegerekend omdat het bouwprogramma in beide gebieden ongeveer gelijk is. Ramingen voor geheel Binckhorst laten zien dat het noordelijke deel deze kosten ook daadwerkelijk kan dragen. Er is dan ook geen sprake van een groot risico voor de uitvoerbaarheid (van de geplande ontwikkelingen in Zuid). 50
Het tekort in het plan is aanzienlijk. Het is niet zeker uit het Exploitatieplan of het Rijk bereid is het gehele tekort met subsidies te willen dekken. Graag toelichten hoe het tekort kan worden afgedekt bij een minder grote bijdrage van het Rijk. Is het niet beter om met het noordelijk deel van het plan te beginnen – gelet op rente-inkomsten. Reactie: Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. In aanvulling op de al door de gemeente getroffen voorzieningen, wordt het plan financieel economisch uitvoerbaar geacht
Ra 376, Ra 342, Ra 351, Ra 391, PM132009, PM492009
indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. Zie eerdere beantwoording onder 1, 3 tot en met 11. 51
Stadsgewest Haaglanden in een vroeg stadium betrekken bij de plannen voorkomt problemen in de procedure.
Ra 376
Zie beantwoording onder 39 52
53
De capaciteit van emplacement Binckhorst wordt vergroot. Dit heeft o.m. een extra geluidsbelasting tot gevolg door het toenemend treinverkeer. In de bijlage akoestisch onderzoek is geen enkele rekening gehouden met het doorgaand treinverkeer, graag dit punt verwerken in een verdere fase van het plan. Reactie: In het akoestisch spoorboekje zijn gegevens te vinden van het doorgaande treinverkeer dat volgens de dienstregeling in de toekomst zal rijden. De normen uit de Wet geluidhinder zijn hierop van toepassing. In het akoestisch onderzoek behorende tot het bestemmingsplan is rekening gehouden met doorgaand treinverkeer. Bedrijf is reeds lang gevestigd op locatie en economisch onlosmakelijk met Binckhorst verbonden Reactie: Het ontwerpbestemmingsplan definieert een stadsgebonden bedrijf (conform het Convenant Bedrijven Binckhorst) als: ‘Bedrijfsruimtegebruikers die klantcontact hebben of door verandering in de bedrijfsvoering klantcontact krijgen in de vestiging in Binckhorst zelf en/of wier afnemers goeddeels zijn gevestigd op het grondgebied van de gemeente Den Haag. In het convenant is afgesproken dat de gemeente zich er maximaal voor zal inspannen dat stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven worden herplaatst op Nieuw Binckhorst, mits deze bedrijven bedrijfseconomisch levensvatbaar zijn en passen binnen de in het masterplan gestelde kaders. In het convenant is voorts afgesproken dat van de toe te voegen 65.000 m2 bedrijfsruimte minimaal 20.000 m2 als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren. De gemeente zal zittende, bedrijfseconomisch levensvatbare, bedrijven die niet in Nieuw Binckhorst gevestigd kunnen worden, vervangende locaties
Ra 304
Ra 305, Ra 326, Ra 328, Ra 374 Ra 375, Ra 390, PM252009
54
elders onder de aandacht brengen. Voor bedrijven met een regionale functie garandeert de gemeente in dat kader 12 hectare in bedrijventerrein Harnaschpolder. Het ontwerpbestemmingsplan biedt totaal geen inzicht in de wijze waarop de gemeente de Binckhorst wil transformeren. De bestemming “Gemengd-Uit te werken” is zeer breed en uit het plan kan niet afgeleid worden hoe het gebied ingericht gaat worden. Reactie: Voorafgaande aan de uitwerking van het bestemmingsplan geldt een algemeen bouwverbod waarbij is bepaald dat geen bouwwerken mogen worden gebouwd. Voor de ruimtelijke hoofdstructuur en de verschillende deelgebieden wordt een uitwerking gemaakt. Dit vormt de stedenbouwkundige vertaling van het programma uit het bestemmingsplan. Hierin wordt een afweging gemaakt tussen de verschillende functies, bouwmassa’s, bouwhoogtes, integratie van functies ed. Voor de verschillende hoofdwegen worden in die uitwerking dwars- en lengteprofielen opgesteld, waarbij de verkeersfunctie en de ruimtelijke kwaliteit worden gewaarborgd.
55
Het is twijfelachtig of de voorwaarden die opgesomd staan in artikel 12.2 onder f en waaronder bestaande bedrijven in Nieuw Binckhorst kunnen blijven opgenomen mogen worden in een bestemmingsplan (ruimtelijke relevantie ontbreekt) Reactie: Art. 12.2 f bevat de condities waaronder een bedrijf in aanmerking kan komen voor de 20.000 m2 monofunctionele bedrijfsruimte. Indien een bedrijf hiervoor niet kwalificeert omdat het v.w.b. milieuhinder te ‘licht’ is, dan zal het bedrijf op basis van art 12.2 c en d in aanmerking kunnen komen voor functiegemengde huisvesting. Art 12.2 f bevat bepalingen die relevant zijn voor het maken van hiervoor vermeld onderscheid. Zie daarnaast beantwoording onder 1, 9 en 285. De voorwaarden zijn ruimtelijk relevant aangezien sprake is van intensief ruimte gebruik.
56
Niet blijkt op welk moment en hoe aangetoond moet worden dat aan deze voorwaarden wordt voldaan Reactie: Voor de begeleiding van bedrijfsverplaatsingen is een verplaatsingsmanager aangesteld. Huisvestingswensen en de mogelijkheid om het bedrijf geïntegreerd met woningen elders in de Binckhorst terug te laten komen kunnen met de verplaatsingsmanager worden besproken. Zie verder beantwoording onder 55
57
Voorwaarden 3 en 4 lijken tegenstrijdig (ruimte extensieve bedrijven, hoogbouw hiervoor ongeschikt
Ra 305, Ra 320, Ra 328, Ra 334, Ra 335 , Ra 336, Ra 337 , Ra 341, Ra 348, Ra 351, Ra 355, Ra 380, Ra 381, Ra 390, PM182009
Ra 305, Ra 320, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335, Ra 336 , Ra 337, Ra 340, Ra 349, Ra 362, ra 364, ra 365, Ra 380, Ra 381, Ra 390, PM062009, PM082009, PM172009
Ra 305, Ra 320, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337 , Ra 340, Ra 349, Ra 362, Ra 364, ra 366, Ra 367 , ra 368, Ra 380, Ra 381, Ra 390, PM082009, PM092009, PM102009 Ra 305, Ra 320, Ra 323, Ra
uitleg hoogbouw/laagbouw) Reactie: artikel 12.2 onder f betreft voorwaarden die worden gesteld aan de stadsgebonden bedrijvigheid die niet direct te combineren is met wonen. Hiervoor is in het convenant met het bedrijfsleven 20.000 m2 solitaire bedrijfsruimte overeengekomen. Gezien intensieve bebouwing die in Nieuw Binckhorst gerealiseerd wordt, zijn ook aan de solitaire bedrijfsruimte eisen gesteld. Voor heel de Binckhorst wordt uitgegaan van gebouwde parkeervoorzieningen voor bewoners en werknemers. Alleen voor de bezoekers wordt parkeerruimte op de openbare straat aangelegd. Om te voorkomen dat op de locatie die voor de solitaire bedrijfsruimte wordt aangewezen te extensieve bebouwing ontstaat en daardoor minder bedrijven in de Binckhorst gehuisvest kunnen worden, is opgenomen dat het parkeren de bedrijfsfunctie op de begane grond niet mag verdringen. Daarnaast is opgenomen dat een deel van de bedrijfsruimte, die niet specifiek grondgebonden is, op verdiepingen moet worden gerealiseerd of dat er naar gestapelde bedrijfsbebouwing gezocht moet worden. Hiervoor is een percentage van het bruto vloeroppervlak dat niet op de begane grond mag worden gerealiseerd, opgenomen.
326, Ra 328, Ra 334, Ra 335 , Ra 336, Ra 340, Ra 349, Ra 362 , Ra 364, ra 365, Ra 366, Ra 367 , Ra 368, Ra 380, Ra 381, Ra 390, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009, PM072009
Zie beantwoording onder 20 en 285. 58
59
Gemeentebestuur moet reeds nu in overleg treden met de bedrijven in Binckhorst om in samenspraak met de bedrijven tot een herinrichtingsplan te komen i.v.m. onzekerheid over vestiging (gaat investeren en terugverdienen) Reactie: De gemeente heeft met het georganiseerd bedrijfsleven in het Convenant Bedrijven Binckhorst afspraken gemaakt over de wijze waarop gedurende de transformatie met de bestaande bedrijven op de Binckhorst wordt omgegaan. Als voldoende duidelijkheid bestaat over de planning en fasering van uitwerkingsplannen,vindt er een inventarisatie plaats van alle betrokken partijen en zullen zij worden opgenomen in een verplaatsingsplan. Op basis van deze verplaatsingsstrategie kunnen bedrijven een plek in Nieuw Binckhorst krijgen. De bestaande milieucontouren ten aanzien van lucht, geluid en andere hinder rond bestaande bedrijven zijn hierbij een belangrijk uitgangspunt. Inzicht in planning van transformatie Binckhorst ontbreekt, Raad kan gezien het grote belang van belanghebbenden bij inzage in de uitvoeringsplanning niet overgaan tot vaststelling van het bestemmingsplan nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen op de planning kenbaar te maken (schading van procesrechten)
Ra 305, Ra 320, Ra 326, Ra 328, Ra 334 , Ra 335, Ra 336 , Ra 337, Ra 349, Ra 351, Ra 380, Ra 381, Ra 390, PM182009
Ra 305, Ra 320, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335 , Ra 336 , Ra 337, Ra 349 , Ra 351, Ra 362, Ra
380, Ra 381, Ra 390, PM082009, PM182009, Reactie: In de oorspronkelijke fasering die ten grondslag lag aan de financiële doorrekening van het door de PM072009, PM242009 Raad vastgestelde Masterplan werd uitgegaan van een integrale ontwikkeling van het plangebied in relatief grote stromen. Daarbij stond het aanwezige eigendom minder centraal, omdat uitgegaan werd dat door een actief grondbeleid in principe het gehele te ontwikkelen plangebied zou kunnen worden verworven. Naast een nieuwe ontwikkelstrategie (paragraaf 8) is er – mede met het oog op de afspraken die gemaakt zijn in het convenant met de zittende bedrijven - een aangepaste fasering opgesteld. Deze fasering heeft de navolgende uitgangspunten: ‐ Aansluiten bij de startmotorfunctie die de aanleg van het Trekvliettracé voor de Binckhorst zal hebben, d.w.z. in de eerste fase doen wat noodzakelijk is voor het Trekvliettracé (aanleg Verlengde Regulusweg) en ruimtelijk aansluiten op de realisatie van het Trekvliettracé; ‐ aansluiten bij het inmiddels verworven eigendom van gemeente en Gebiedsonderneming i.o.; ‐ niet alles zelf willen doen, maar uitnutten van de posities van stakeholders door het stimuleren van strategische zelfrealisatie; ‐ entameren van projecten die essentieel bijdragen aan de ambities van Nieuw Binckhorst; ‐ rekening houden in de volgorde van de ontwikkeling met het nu nog beperkt beschikbaar zijn van dekkingsmiddelen Gelet op de nog op te stellen uitwerkingsplannen en de eventueel te voeren juridische procedures, wordt de vroegste start van de bouw voorzien vanaf medio 2012. Zie tevens bijgesloten faseringskaartje Nieuw Binckhorst Zuid:
60
Kennisname is ook nodig van het Integraal Ontwikkelingsprogramma (IOP) , idem dito argument als onder 59. Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is een globaal plan met uitwerkingsplichten. Op grond van de Wro dienen de uitwerkingen en functies binnen de planperiode van 10 jaar worden
Ra 305, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335 , Ra 336, Ra 337, Ra 340, Ra 342, Ra 349, Ra 351, Ra 362, ra 364, ra 365, Ra 366, Ra 367, ra 368, Ra 380, Ra
61
gerealiseerd. Bij de ter visie legging van het bestemmingsplan zijn de daarbij vereiste (planologische) onderzoeken openbaar gemaakt. De rapporten die zijn opgevraagd en waarin mogelijk in de toelichting over is gesproken hebben (nog) geen formele status en of zijn niet definitief. Er wordt in de toelichting naar verwezen om aan te geven dat er momenteel op die aspecten nog onderzoek plaats vindt. Definitieve rapporten die voor de nadere uitwerking van belang zijn zullen dan ook bij de verdere uitwerking beschikbaar worden gesteld.
381, Ra 390, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009, PM492009
Raad kan niet vasthouden aan huidige tekst van artikel 25 van de voorschriften (overgangsrecht). Beroep om hardheidsclausule ex artikel 25.2. onder e ook open te stellen voor rechtspersonen en zo mogelijk de onderbrekingsperiode te verlenen tot minimaal drie jaren.
Ra 305, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335 , Ra 336, Ra 337, Ra 340, Ra 349, Ra 362 , ra 364, Ra 365, Ra 366, Ra 367 , Ra 368, Ra 380, Ra 381, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009, PM072009
Reactie: De uitleg die reclamant geeft aan het overgangsrecht zoals genoemd onder artikel 25 van de voorschriften is niet geheel juist. In het overgangsrecht is een leegstandsperiode van één jaar genoemd voor strijdig gebruik ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid. Indien dit strijdige gebruik langer dan één jaar is onderbroken kan na afloop van het strijdige gebruik niet opnieuw een gebruiksactiviteit plaatsvinden in strijd is met het bestemmingsplan. Normaliter eindigt het overgangsrecht indien het strijdige gebruik ophoudt te bestaan. Gelet op de ontwikkeling in de Binckhorst is gekozen voor een ruimere tijd namelijk één jaar. Voor het gewenste (niet strijdige) gebruik gelden de daarvoor bedoelde planregels. In een gemengd uit te werken gebied geldt planregel artikel 12 waarbij onder andere het gebruik van bedrijven in de categorieën A, B en C zoals genoemd in bijlage twee staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging wordt toegestaan. 62
Artikel 12.5. van het bestemmingsplan is een juridisch gebrek in strijd met artikel 3:6 tweede lid Wro, variant hierop is onjuist omdat het primaat van de gemeenteraad als planwetgever aangetast wordt. Bestemmingsplan kan niet vastgesteld worden zolang artikel 12.5 en artikel 23 in de voorschriften zijn opgenomen. Reactie: De aangehaalde wijzigingsbevoegdheid heeft betrekking op de uitwerkingsregels en beoogt als zodanig geen andere dan de voorgestelde ruimtelijke ontwikkeling maar een wijziging van de inhoudelijke invulling van de diverse uitwerkingsgebieden en programmeringen. In plaats van wijzigingsbevoegdheid is bij planregel artikel 12.5 sprake van een ontheffing van de uitwerkingsregels. Het kopje wijzigingsbevoegdheid zal overeenkomstig worden veranderd in ontheffing van de uitwerkingsregels. Het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangepast.
Ra 305, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335, Ra 336 , Ra 337 , Ra 340, Ra 349 , Ra 351 , Ra 362, Ra 364, ra 365, Ra 366, Ra 367 , Ra 368, Ra 380, Ra 381, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009
Staat van wijzigingen: Het kopje artikel 12.5 Wijzigingsbevoegdheid wordt veranderd in ontheffing van de uitwerkingsregels. Artikel 12.3 zal overeenkomstig aan artikel 12.5 worden gevoegd. 63
64
Bereikbaarheid Binckhorst is punt van zorg vanwege wachten op aanleg Trekvliettracé en het waarschijnlijk afsluiten van de Binckhorstlaan. Het is nog niet zeker of de plankaart ingetekende “Verlengde Regulusweg”een hoofdverkeersweg wordt. Een hoofdverkeersweg is noodzakelijk Reactie: Het uitgangspunt is dat de eerste auto’s in 2017 over het Trekvliettracé rijden. Vóór die tijd wordt de Verlengde Regulusweg aangelegd zodat het verkeer, dat in de huidige situatie via de Maanweg en Binckhorstlaan rijdt, te allen tijde voldoende geaccommodeerd wordt. Naar verwachting wordt de doorstroming op de kruising Maanweg – Regulusweg wat beter, omdat er in de nieuwe situatie slechts 1 hoofdrichting is (die richting Verlengde Regulusweg en vice versa) waardoor de verkeerslichten beter te regelen zijn. De Verlengde Regulusweg kan naar verwachting dus reeds een deel van de verkeersaantrekkende werking van ruimtelijke ontwikkelingen opvangen. De Maanweg wordt autoluw waardoor de ruimtelijke ontwikkelingen in dit deel van Nieuw Binckhorst Zuid (lage verkeersaantrekkende en –producerende werking) kan plaatsvinden. Wanneer het Trekvliettracé dan opengesteld wordt heeft Nieuw Binckhorst een 2e aansluiting op het hoofdwegennet en kan de verkeersaantrekkende werking van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, die vanaf dat moment in gebruik worden genomen of nog gaan starten, worden opgevangen. Het Rotterdamse verkeer rijdt dan niet meer via de Verlengde Regulusweg, het autoverkeer wordt meer gespreid door het gebied. Onduidelijk waarom op de kaart bij het exploitatieplan een aantal gebouwen als “spaarelement” wordt ingetekend , terwijl deze niet zijn ingetekend op de plankaart (die juridisch bindend is) Reactie: In het exploitatieplan is een aantal panden opgenomen waarvan te verwachten is dat die door hun grootte, functie of recente realisatie niet de komende planperiode gesloopt worden. In het bestemmingsplan zijn deze panden niet gedetailleerd opgenomen, maar is het vloeroppervlak en de functie in de totalen van de uit te werkenbestemming opgenomen. Hierdoor zijn deze panden niet wegbestemd. Pas bij de uitwerking van de bestemming wordt een definitieve afweging gemaakt. Gedetailleerd opnemen van deze panden zou dit onmogelijk maken.
65
Er is geen sluitende exploitatiebegroting , tekort van ca. een derde van te maken kosten (€ 200.000.000.00). Subsidieverlening is nog onzeker. Economische uitvoerbaarheid is ook niet zeker vanwege terugtrekken van één van de ontwikkelaars (beter om voorgestane deelontwikkelingen per
Ra 305, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337, Ra 345, Ra 349, Ra 262, Ra 364, ra 365, ra 366, ra 367, ra 368, Ra 380, Ra 381, PM062009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009
Ra 305, Ra 320, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337 , Ra 340, Ra 349, Ra 351, Ra 362, ra 364, Ra 365, Ra 366, Ra 367 , ra 368, Ra 380, Ra 381, Ra 390 Ra 372, ra 373, PM062009 PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009, PM422009, PM432009, PM072009 Ra 305, Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 320, Ra 323, Ra 324, Ra 326, Ra 328, Ra
ontwikkeling uit te werken) Reactie: Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. In aanvulling op de al door de gemeente getroffen voorzieningen, wordt het plan financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. Zie eerdere beantwoording onder 1, 3 tot en met 11 en 50. 66
De op pag. 91 beschreven ontheffingsbevoegdheid moet voor vaststelling van het plan op een juridisch bindende wijze (dus niet slechts in de toelichting) vastgelegd worden. Reactie: Reclamant merkt terecht op dat dit onderdeel van het beleid niet is doorvertaald naar de planregels. De ontheffingsbevoegdheid op het bouwverbod zal alsnog worden opgenomen.
67
Staat van wijzigingen: De ontheffing van het bouwverbod (artikel 12, lid 4) wordt in de regels opgenomen: In afwijking van het bepaalde in artikel 12.4 kan ontheffing worden verleend van het bepaalde (bouwverbod) t.a.v. bouwplannen, welke betrekking hebben op de verbouw van bouwwerken, die aanwezig dan wel in uitvoering waren op het moment van het ter visie leggen van het ontwerp bestemmingsplan, mits voldaan wordt aan de daartoe in het plan opgenomen uitwerkingsregels (als bedoeld in artikel 12 gemengd – uit te werken) en de oppervlakte van de ter plaatse aanwezige c.q. eerder vergunde bebouwing niet wordt vergroot. Verzoek aan raad om niet tot vaststelling over te gaan totdat er meer zekerheid kan worden geboden aan bedrijven en ondernemers van de Binckhorst Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is geen eindplan, maar een bestemmingsplan met voornamelijk uit te werken bestemmingen. Bij gelegenheid van een uitwerkingsplan wordt een verplaatsingsplan gemaakt. De verplaatsing vindt dan ook niet eerder plaats dan nadat belanghebbenden zich hebben kunnen uitspreken in het kader van de vaststelling van een uitwerkingsplan. Tot die tijd kan de bedrijfsvoering van gevestigde bedrijven op dezelfde manier doorgaan en vindt intensief overleg met deze bedrijven
329, Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337 , Ra 340, Ra 341, Ra 342, Ra 347 , Ra 348, Ra 349, Ra 350, Ra 351, Ra 359, Ra 360, Ra 362, Ra 363, ra 364, Ra 366, ra 367 , ra 368, Ra 369 , Ra 370, Ra 375, Ra 380, Ra 381, Ra 390, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009, PM492009 Ra 305, Ra 323, Ra 326, Ra 328, Ra 342, Ra 381, PM082009, PM492009, PM072009
Ra 305, Ra 326, Ra 328, Ra 381, Ra 380, Ra 381, Ra 390
plaats om zo met hun gerechtvaardigde belangen rekening te kunnen houden. Zie tevens beantwoording onder 1. 68
69
Perceel wordt in ontwerp bestemmingsplan bestemd als “Groen- uit te werken bestemming” huidige gebruik past niet binnen het plan (bruto vloeroppervlakte van horeca oppervlakte mag niet meer bedragen dan 500m2 , bedrijf verzoek een oppervlakte van minimaal 800m2 en meent dat bedrijf positief bestemd moet worden)
Ra 306
Reactie: Hoewel een park op deze plek geen traditioneel park zal worden, zijn, gezien de grootte van het park, de overige functies beperkt. De aanvullende functies zullen dan ook meer in de omliggende bebouwing worden ondergebracht. De 800 m2 horeca die nu aanwezig is maakt onderdeel uit van een groter pand. Dit past niet in de opzet van het park en kan een goede verkeersafwikkeling op deze knoop beperken. Het pand is daarom niet positief bestemd. Binnen de bestemming Groen-uit te werken dient een stadspark gerealiseerd te worden. Om dat park te kunnen realiseren zullen de huidige bedrijven en voorzieningen die momenteel op de gronden gevestigd zijn moeten worden verplaatst naar een locatie elders op de Binckhorst of buiten de Binckhorst. Het horecabedrijf van reclamant zal daarom niet positief bestemd worden op de huidige locatie. Elders op de Binckhorst (binnen de bestemming Gemengd-uit te werken) is echter wel meer ruimte voor horeca. De bestemming Groen-uit te werken bestemming dient nog nader uitgewerkt te worden in een uitwerkingsplan alvorens de gronden ontwikkeld kunnen worden. Bij gelegenheid van een uitwerkingsplan wordt een verplaatsingsplan gemaakt. De verplaatsing vindt dan ook niet eerder plaats dan nadat belanghebbenden zich hebben kunnen uitspreken in het kader van de vaststelling van een uitwerkingsplan. Tot die tijd kan de bedrijfsvoering van gevestigde bedrijven op dezelfde manier doorgaan en vindt intensief overleg met deze bedrijven plaats om zo met hun gerechtvaardigde belangen rekening te kunnen houden. Zie eveneens beantwoording onder 27. Gebied is aangewezen als “wro-zone-vrijstellingsgebied 2). Verzoek wijzigingsbevoegdheid van Ra 306 artikel 24 onder e zodanig aan te passen dat bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid rekening wordt gehouden met het bestaande horecabedrijf en de gronden waarop het bedrijf zich bevindt buiten de wijzigingsbevoegdheid wordt gelaten Reactie: Voor de verkeersafwikkeling in de Binckhorst is door de komst van het Trekvliettracé de kruising Binckhorstlaan/Mercuriusweg van groot belang.
70
Om hier het verkeer af te kunnen wikkelen is meer ruimte nodig dan het 64 meter brede tracé dat in het plan is opgenomen. Omdat nog geen beslissing is genomen of dit met extra opstelvakken of een rotonde wordt opgelost is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Zoals aangegeven onder punt 68 dient binnen de bestemming Groen-uit te werken bestemming een stadspark gerealiseerd te worden. Om dat park te kunnen realiseren, zullen de huidige bedrijven en voorzieningen die momenteel op de gronden gevestigd zijn, moeten worden verplaatst naar een locatie elders op de Binckhorst of buiten de Binckhorst. Omdat ervan uit wordt gegaan dat vrijwel alle bedrijven en voorzieningen binnen de bestemming Groen-uit te werken bestemming verplaatst zullen worden, is er bij de bestemminglegging geen rekening gehouden met bestaande bedrijven. Onduidelijk waarom wijzigingsbevoegdheid onder 69. is opgenomen in de ontwerp planregels
Ra 306
Reactie: De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om het mogelijk te maken op de betreffende locatie een rotonde te realiseren als bij de nadere uitwerking blijkt dat de aanleg van (een vorm van) een rotonde een betere verkeersafwikkeling tot gevolg heeft. 71
In het ontwerp-bestemmingsplan zijn tussen de gemeente en Immorand, Ballast Nedam gemaakt afspraken niet meegenomen. Herontwikkeling conform in akte van 27 april 1998 overeengekomen functies wordt door ontwerp onmogelijk gemaakt of beperkt. Er ontstaat rechtsonzekerheid over tijdstip beschikbaar komen van planologisch kader alsmede over de bestemming.
Ra 307
Reactie: Op 6 maart 2008 heeft de gemeenteraad het masterplan Nieuw Binckhorst vastgesteld. Een nieuw bestemmingsplan is noodzakelijk om de daarin geschetste transformatie tot een gemengd stedelijk gebied mogelijk te maken. Omdat de inrichting van het plangebied nog niet tot in detail is uitgewerkt, heeft het onderhavige bestemmingsplan een overwegend globaal karakter gekregen. Gekozen is voor een plan dat grotendeels nog nader uitgewerkt dient te worden ingevolge art 3.6 Wro.(zie eveneens beantwoording onder 72, 79 en 82). De veranderde inzichten ten aanzien van de herontwikkeling van de Binckhorst kunnen inderdaad gevolgen hebben voor de door reclamant beoogde nieuwbouw zoals zakelijk overeengekomen in de uitgifteakte van 1998. De gemeente zal bij het vervaardigen van het uitwerkingsplan voor dit gebied overleggen met reclamant en trachten de belangen daarbij zoveel mogelijk parallel te laten lopen. 72
In akte is saneringsverplichting opgelegd aan Immorand waarover tussen gemeente en Immorand schriftelijk nadere afspraken zijn gemaakt. Reactie:
Ra 307
Het door reclamant kunnen voldoen aan de in 1998 overeengekomen saneringsverplichting heeft inderdaad een relatie met de onder vraag 71 genoemde situatie. De gemeente is met reclamant in overleg over het opnieuw maken van nadere afspraken over het tijdstip van tenuitvoerlegging van de saneringsverplichting. Dit houdt direct verband met de planning van het onder de beantwoording van vraag 71 vermelde uitwerkingsplan voor dit gebied. 73
Op grond is vorig jaar een voorkeursrecht gevestigd waarmee beschikkingsvrijheid a.g.v. erfpachtuitgifte teniet wordt gedaan. Inmiddels is de vestiging van het voorkeursrecht ingetrokken.
Ra 307
Reactie: De vestiging van het voorkeursrecht is ingetrokken, omdat er uiterlijk half januari een bestemmingsplan vastgesteld had moeten zijn om het voorkeursrecht te kunnen bestendigen. Aangezien het vorige bestemmingsplan voor heel de Binckhorst is ingetrokken, was het niet mogelijk het voorkeursrecht te bestendigen en is het ingetrokken. Indien onderhavig bestemmingsplan wordt vastgesteld bestaat er opnieuw de mogelijkheid om voorkeursrecht te vestigen op de gronden gelegen binnen het plangebied. 74
75
76
Gemeente pleegt wanprestatie/handelt onrechtmatig (eerst contract overeenkomen en vervolgens een bestemmingsplan vaststellen dat dit onmogelijk maakt). Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is een globaal plan met uitwerkingsplichten zoals “gemengd uit te werken” bestemmingen. Reclamant heeft in de zienswijze niet de gemaakte contractuele afspraken gevoegd maar het volgende kan worden opgemerkt. Gemaakte contractuele afspraken tussen reclamant en gemeente moeten door beide partijen worden nageleefd. Voor zover de uitwerkingsgebieden geen navolging kunnen geven aan de inhoud van de contractuele afspraken zal dit op een andere (planologische) wijze moeten worden vorm gegeven. In masterplan “Nieuw Binckhorst beslisnotitie haalbaarheidsstudie”van juli 2007 is het perceel niet betrokken bij de programmering van de voor het gebied toegestane herontwikkeling. Reactie: In het beslisdocument zijn weliswaar deelzones aangegeven op de kaarten, het programma dat daarin is vastgelegd geldt voor de totale Binckhorst. De onderhavige kavel is daarin meegenomen. Dit programma is uitgangspunt geweest voor het bestemmingsplan. Het met de gemeente overeengekomen programma maakt onderdeel uit van de bestemming Gemengd – uit te werken bestemming, zone d”. Plankaart is onduidelijk: welke gebieden worden bestemd als “specifieke vorm van gemengd zone d en groen”? Plankaart aanpassen zodat de verschillende bestemmingen voor de gronden in het
Ra 307
Ra 307
Ra 307
plangebied hieruit duidelijk blijken
77
Reactie: De plankaart is opgezet conform de eisen van de nieuwe Wro en conform de digitale landelijke standaard SVBP 2008 om bestemmingsplannen te zijner tijd digitaal te lezen. Deze systematiek is wettelijk voorgeschreven. Nadeel hiervan is dat de gedrukte versie op een aantal punten iets moeilijker te lezen is omdat niet de specifieke onderdelen “oplichten”. Voor de groenzone tussen de Maanweg en de Zonweg geldt dat dit deels in de bestemming “Gemengd - uit te werken bestemming” zone c en deels in zone d ligt. De omkadering met haaientanden geeft de groenzone aan. De lijn met haaientanden aan beide zijde van de lijn geeft de scheiding tussen de twee zones aan. Niet duidelijk uit plankaart wat zones a,b,c en d aangeven en of de grenzen tussen de zones globaal of exact de locatie aanduiden. Toereikende onderbouwing ontbreekt
Ra 307
Reactie: De zones zijn afgestemd op het masterplan en geven de gebieden weer waarbij in de uitwerking een eigen karakter aan bebouwing zal komen. Hierop is het programma afgestemd, waardoor er een evenwichtige verdeling tussen de verschillende functies over het gebied ontstaat.
78
Naast een aantal functies, dat niet specifiek aan zones zijn toebedeeld, is er voor wonen, kantoren en bedrijven een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. In het masterplan is een aanzet gegeven hoe de verschillende functies over het plangebied verdeeld dienen te worden. In de uitwerking wordt dit verder stedebouwkundig uitgewerkt. Ook hierbij geldt dat ten aanzien van de analoge verbeelding de eisen worden gebruikt ten aanzien van de standaard SVBP 2008 en zijn de zones weergegeven via functie aanduidingen die zijn vermeld op de legenda. In de regels wordt verwezen naar deze aanduidingen en duidelijk aangegeven wat ze aanduiden. Per zone is in de uitwerkingsregels aangegeven welke functies er zijn toegestaan en wat per deelgebied het maximaal aantal woningen/maximale aantal m2 BVO bedrijven, kantoren, voorzieningen, etc. is. Ontwerp voorziet in een veelheid van bestemmingen zonder dat precies duidelijk is wat vanuit stedebouwkundig/planologisch oogpunt als het meest gewenst wordt gezien. Beoogde bestemming en doeleinden zijn onduidelijk, bestemmingsplan voldoet niet aan eisen uit Wro en het rechtszekerheidsbeginsel. Reactie: Het bestemmingsplan bestaat uit grotendeels uit te werken bestemmingen. Bij nadere uitwerking daarvan zal duidelijk worden welke functies waar gevestigd worden en zal bekeken worden welke
Ra 307, Ra 347, Ra 355
79
inrichting stedenbouwkundig/planologisch het meest gewenst is. In de uitwerkingsregels in onderhavig bestemmingsplan zijn de stedenbouwkundige/planologische randvoorwaarden opgenomen waarmee bij de uitwerking rekening gehouden dient te worden. Perceel niet bestemmen als “uit te werken bestemming “, perceel moet conform gemaakte afspraken rechtstreeks in de vorm van een eindbestemming worden bestemd als “kantoor- en bedrijfsruimten”zoals opgenomen in akte.
Ra 307
Op 6 maart 2008 heeft de gemeenteraad het masterplan Nieuw Binckhorst vastgesteld. Een nieuw bestemmingsplan is noodzakelijk om de daarin geschetste transformatie tot een gemengd stedelijk gebied mogelijk te maken. Omdat de inrichting van het plangebied nog niet tot in detail is uitgewerkt, heeft het onderhavige bestemmingsplan een overwegend globaal karakter gekregen. Gekozen is voor een plan dat grotendeels nog nader uitgewerkt dient te worden. Zie tevens beantwoording onder vraag 71 en 74. 80
Bestemmingsplan is niet uitvoerbaar binnen reguliere wettelijke planperiode van 10 jaar (crisistijd, afzet- en productiesnelheden liggen lager en gemiddeld uitgiftetempo van 400 woningen per jaar lijkt niet aannemelijk)
Ra 307, Ra 324
Reactie: Zie beantwoording onder vraag 59. 81
Bestemmingsplan is onvolledig en onjuist exploitatieplan. Het exploitatieplan biedt geen realistische vertaling en onderbouwing voor het bestemmingsplan: Ambitieus programma met hoge dichtheid, uitgangspunten parkeren en bereikbaarheid komen niet overeen met praktijk , planning niet realistisch , kostenstijgingspercentages en opbrengstenstijgingspercentages zijn niet onderbouwd , globaal karakter exploitatieplan Reactie: Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. In aanvulling op de al door de gemeente getroffen voorzieningen, wordt het plan financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. Zie eerdere beantwoording onder 1, 3 tot en met 11.
Ra 307
De wegenstructuur voor Nieuw Binckhorst Zuid moet nog nader worden uitgewerkt, het bestemmingsplan geeft de kaders weer waarbinnen deze hoofdwegenstructuur de komende 10 jaar ontwikkeld kan worden. Nieuw Binckhorst Zuid wordt op 2 manieren op het hoofdwegennet aangesloten: verkeer van en naar de richting Utrecht en Amsterdam kan via de Verlengde Regulusweg rijden (A12) en het verkeer van en naar Rotterdam krijgt met de komst van het Trekvliettracé een verbinding met het hoofdwegennet (A13). Met deze nieuwe hoofdwegenstructuur in de Binckhorst wordt de bereikbaarheid van de Binckhorst en de Centrale Zone van Den Haag verbeterd. Het uitgangspunt is dat de eerste auto’s in 2017 over het Trekvliettracé rijden. Vóór die tijd wordt de Verlengde Regulusweg aangelegd zodat het verkeer, dat in de huidige situatie via de Maanweg en Binckhorstlaan rijdt, te allen tijde voldoende geaccommodeerd wordt. Naar verwachting wordt de doorstroming op de kruising Maanweg – Regulusweg wat beter, omdat er in de nieuwe situatie slechts 1 hoofdrichting is (die richting Verlengde Regulusweg en vice versa) waardoor de verkeerslichten beter te regelen zijn. De Verlengde Regulusweg kan naar verwachting dus een deel van de verkeersaantrekkende werking van ruimtelijke ontwikkelingen opvangen.
82
De benodigde hoeveelheid parkeerruimte is afhankelijk van de functie die ontwikkeld wordt en de aanwezigheid van openbaar vervoer een gebied: bij hoogwaardig openbaar vervoer is er een alternatief voor de auto aanwezig en is het noodzakelijke autogebruik wat lager dan in gebieden waarin dit openbaar vervoer niet aanwezig is. Deze afhankelijkheid is verwerkt in de parkeernormen: (landelijke) kerncijfers die gehanteerd worden om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. In het bestemmingsplan zijn de Haagse parkeernormen opgenomen en bij ruimtelijke ontwikkelingen worden deze normen toegepast om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. Met de parkeernormen is voldoende parkeerruimte beoogd voor de ruimtelijke ontwikkeling, de parkeerplaatsen dienen op eigen terrein te worden aangelegd. Dat kan in ondergrondse parkeervoorzieningen, wellicht in een centrale parkeergarage in het gebied, maar ook in de vorm van parkeerruimte op straat. In beslisnotitie wordt Immorand/ Ballast Nedam niet genoemd als een van de deelnemende partijen aan de pps, voor de herontwikkeling van het plangebied , niet gehouden om aan exploitatiebijdrage te voldoen. Reactie: Deze zienswijze betreft volledig het exploitatieplan. Immorand kan voor het in 1998 gekochte ontwikkelvolume geacht worden (toen) het equivalent van een exploitatiebijdrage te hebben voldaan aan de gemeente. Voor een eventueel groter c.q. ander volume echter nog niet. Eventuele afspraken ten aanzien van lopende of bestaande contracten kunnen hierin worden meegenomen, in de uitwerking aan de orde komen of separaat via een apart bestemmingsplan of projectbesluit worden vastgelegd. Daarbij is de gemeente dus vrij en gerechtigd op grond van de Wro, ondanks bestaande of lopende
Ra 307
contracten, zijn stad optimaal in te richten, door het vaststellen van bestemmingsplannen. De hieruit voortvloeiende kosten vormen onderdeel van het exploitatieplan. Elke eigenaar c.q. zelfrealisator krijgt dus met het exploitatieplan te maken. Dit is onafhankelijk van het feit dat de Gemeente een actief uitvoeringsbeleid voert in samenwerking met eventuele ontwikkelaars. Dit laatste staat los van het exploitatieplan. 83
Het is onrechtmatig een exploitatieplan of gedeelten in te brengen die betrekking hebben op grond van Immorand/Ballast Nedam in een PPS zonder rekening te houden met het ontwikkelingsrecht van Immorand/Balast Nedam
Ra 307
Reactie: Zie beantwoording onder vraag 82. Ten aanzien van het exploitatieplan wordt verwezen naar beantwoording onder vraag 11. 84
85
Parkeernorm : norm “overig gebied” is voldoende om hoeveelheid parkeerplaatsen te realiseren: waarom bijdrage aan parkeerfonds en bereikbaarheidsfonds. Reactie: Er zijn altijd ontwikkelaars die meer of minder parkeerplaatsen aan willen leggen dan volgens de parkeernormering geëist wordt. Als ze minder plekken willen aanleggen kunnen zij deze als het ware afkopen door geld te storten in het parkeerfonds en dan legt de gemeente van dat bedrag parkeerplaatsen aan. Ontwikkelaars die meer parkeerplaatsen aan willen leggen kunnen een bijdrage storten in het bereikbaarheidsfonds en dan zorgt de gemeente er voor dat die ontwikkeling beter bereikbaar is: niet in de vorm van meer parkeerplaatsen, want dat genereert meer autoverkeer, maar in de vorm van aanvullend openbaar vervoer of beter fiets- en voetgangersvoorzieningen. Ontevredenheid hoe met woonbootbewoners wordt omgegaan
Ra 307
Ra 308
Reactie: Er is op 6 november 2008 tijdens een bijeenkomst met de woonbootbewoners door wethouder Peter Smit toegezegd om in het najaar van 2009 uitsluitsel te geven over de toekomst van de woonboten aan de Jupiterkade. De aanwezige woonboten aan de Jupiterkade worden als woonbestemming positief bestemd in de planregels.
86
Staat van wijzigingen: In planregel artikel 10 water wordt een regel toegevoegd waardoor de reeds aanwezige woonbestemmingen aan het water (woonboten) positief worden bestemd. Onrust die ontstaat door onduidelijkheid
Ra 308
Reactie: Het oude bestemmingsplan Binckhorst 2008 is ingetrokken, omdat duidelijk werd uit jurisprudentie dat het niet mogelijk is om een bestemmingsplan voor een periode voor langer dan 10 jaar vast te stellen. Dat is gecommuniceerd aan alle mensen die een zienswijze hadden ingediend tegen het oude ontwerp-bestemmingsplan dat voor heel de Binckhorst in 2008 ter inzage heeft gelegen. Daarbij is direct (per brief) aangegeven dat het plangebied verkleind zou worden en dat enkele maanden later een nieuw bestemmingsplan ter inzage zou worden gelegd. 87
Wijziging plaatsing van blauw gebied naar rood gebied, woonboten niet genoemd
Ra 308
89
Reactie: Het bestemmingsplan spreekt zich niet uit over de ligplaatsen van woon- en bedrijfsboten. Momenteel worden de boten toegestaan door verlening van een vergunning op basis van de Verordening op de binnenwateren, waarbij is aangenomen dat woon- en bedrijfsboten niet zonder meer strijdig zijn met de geldende bestemming Water. Zie daarnaast beantwoording onder 85. Verwijzing naar bijgevoegd op 22/9/2008 ingediende zienswijze
Ra 308
90
91
Reactie: Zie beantwoording onder punt 87. Geen inhoudelijke reactie op in 2008 ingediende zienswijze (verzoek om gemotiveerde weerlegging, ism algemene beginselen van behoorlijk bestuur) Reactie: Het ontwerp-bestemmingsplan voor heel de Binckhorst dat in 2008 ter visie heeft gelegen is ingetrokken. Vervolgens is een nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht voor Binckhorst Zuid en Park. Voor dit bestemmingsplan is een nieuwe procedure opgestart met opnieuw de mogelijkheid zienswijzen in te dienen. Wel zijn de zienswijzen op het vorige bestemmingsplan meegewogen bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan en dit heeft waar mogelijk geleid tot aanpassingen of verbeteringen van het bestemmingsplan en de onderliggende stukken. Rapporten Haskoning over verkenning 19 lokaties en rapport met uitwerking resterende alternatieven zijn niet beschikbaar gesteld ondanks beroep op WOB, beroep rapporten vrij te geven Reactie: Op basis van het verzoek Wet openbaarheid van bestuur is het verplaatsingsonderzoek (bijlage van de MER) en de rapporten van Haskoning en 2RC (met uitzondering van bijlage 5 en 8 vrijgegeven).
Ra 309, Ra 362, PM082009, PM072009, e.v.a
Ra 309, Ra 353, PM242009
92
In het bestemmingsplan wordt Trekvliettracé genegeerd, dat kan toch niet?
Ra 309, PM242009
Reactie: Het Trekvlietracé wordt niet genegeerd in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan maakt de aanleg ervan mogelijk middels de uit te werken bestemming Hoofdverkeersweg en de mogelijkheid tot het aanleggen van een tunnel ten behoeve van het Trekvliettracé binnen de bestemming Gemengd-uit te werken. Ook in de onderzoeken die in het kader van het bestemmingsplan zijn uitgevoerd is rekening gehouden met de aanleg van het Trekvliettracé.
93
In het bestemmingsplan en de bijbehorende MER is rekening gehouden met het Trekvliettracé. Uit deze MER blijkt dat het Trekvliettracé een belangrijke functie heeft voor Binckhorst. De ontwikkeling van het Trekvliettracé kent een eigen procesplanning met een eigen bestemmingsplanprocedure die voortborduurt op dit bestemmingsplan. Het in een later stadium invulling geven aan dit deel van het bestemmingsplan is wettelijk mogelijk. Ontwerp Trekvliettracé betekent einde van Basal Betoncentrale, pas V2 variant toe ipv Noordelijke boortunnel.
Ra 309
Reactie: Om de Binckhorst en de Centrale Zone van Den Haag bereikbaar te maken is een extra verbinding met het hoofdwegennet nodig in de richting van Rotterdam. Voor deze nieuwe verbinding zijn diverse tracévarianten onderzocht, waarbij het probleemoplossend vermogen op het gebied van bereikbaarheid en leefbaarheid het uitgangspunt is geweest. De verbinding moet bovendien bijdragen aan het wegwerken van de files op de A4. Na de variantenstudie zijn de alternatieven met het grootste probleemoplossend vermogen nog bekeken op effecten op natuurlijk milieu en ruimtelijke ordening, er is een maatschappelijke kostenbaten-analyse uitgevoerd en de overlast tijdens de aanleg van het tracé is beoordeeld. Dit heeft geleid tot het Voorkeursalternatief voor het Trekvliettracé: de Noordelijke Boortunnel. Deze variant is ook afgestemd met de omliggende gemeenten en de gemeenteraden van deze gemeenten hebben ingestemd met dit voorkeurstracé. Welke variant voor het Trekvliettracé uiteindelijk gekozen wordt, wordt bepaald in de bestemmingsplanprocedure die voor het Trekvliettracé wordt doorlopen en inmiddels is opgestart. Een aanvullende MER maakt hier onderdeel van uit. Deze procedure kent de gebruikelijke mogelijkheden voor bezwaar en beroep. 95
Er wordt in belangrijke mate voorbijgegaan aan de nadelige effecten van de verplaatsing van de hinderlijke bedrijven in de Binckhorst naar elders Reactie: De nadelige effecten zoals deze volgen uit de bestaande rapportage van 2RC zijn gedeeld met de
Ra 309, Ra 379, PM282009
96
commissie voor de m.e.r. alsmede het verplaatsingsonderzoek (bijlage van de MER) en zijn daarmee ook openbaar Geen basis voor goedkeuring plan zolang er geen concrete en aanvaardbare oplossing is voor de milieuhinderlijke bedrijven die worden meegewogen in de MER , voorstel effecten van verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven verwerken in PLAN MER en rekening te houden met het feit dat Provincie Zuid-Holland niet instemt met de vestiging van een betonmortelcentrale in de Vlietzone
Ra 309
Zienswijze nr. 96, ra 309 bestaat uit de volgende drie onderdelen:
a.
b.
c.
98
Geen basis voor goedkeuring plan zolang er geen concrete en aanvaardbare oplossing is voor de milieuhinderlijke bedrijven. Reactie: Zie beantwoording bij nummer 2 Houd er rekening mee dat Provincie Zuid-Holland niet instemt met de vestiging van een betonmortelcentrale in de Vlietzone. Reactie: Het standpunt van de Provincie is via een zienswijze (Ra 357) bekend gemaakt. Voorstel om de effecten van verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven te verwerken in de planMER. Reactie: In de aanvullende notitie “Milieueffecten bedrijfsverplaatsingen t.b.v. Nieuw Binckhorst – Notitie hoofdlijnen ter aanvulling plan-MER (MD-MK20092117, augustus 2009) is ingegaan op de milieu-effecten van uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijvigheid. Deze notitie is opgesteld naar aanleiding van de inspraakreacties en het advies van de Commissie voor de m.e.r.
Verwijzing naar zienswijze exploitatieplan Reactie: Hier wordt verwezen naar zienswijze uit Ra 353 van vereniging Park Hoornwijck. Vooraf dient gesteld te worden dat het exploitatieplan een gevolg is van de nieuwe Wro waar de grondexploitatiewet onderdeel vanuit maakt. Hierin dienen de kosten en opbrengsten op marktconform wijze te worden geraamd. Hierin zijn dus ook de kosten van bodemsanering en verplaatsing van activiteiten meegenomen. De wet gaat uit van het profijt beginsel, waarbij alleen de kosten en opbrengsten meegenomen kunnen worden, die aan de ontwikkeling in Binckhorst Zuid toe te rekenen zijn. Het exploitatieplan is globaal opgezet en is bedoeld om inzicht te geven in de kosten en opbrengsten die een dergelijke transformatie als de Binckhorst met zich meeneemt.
Ra 309 , Ra 342, PM492009
Eventuele zelfrealisatoren (cq eigenaren) krijgen hierdoor globaal inzicht in de kosten en opbrengsten, welke aan hun kavel toegerekend kunnen worden. Dit tot een maximum van de opbrengst potentie van de toekomstige ontwikkeling of te wel de macro aftopping. Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. In aanvulling op de al door de gemeente getroffen voorzieningen, wordt het plan financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. Zie eerdere beantwoording onder 1, 3 tot en met 11. 99
Externe veiligheidsrisico’s van vervoer gevaarlijke stoffen over rijksweg A12 Reactie: In het kader van de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen definieert het Rijk momenteel een ‘Basisnet’ voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in combinatie met routering. Het Basisnet beoogt daarbij de spanning tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, ruimtelijke ontwikkelingen en veiligheid te verminderen door het vaststellen van gebruiksruimtes voor het vervoer en veiligheidszones voor de ruimtelijke ordening. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie voor en na het Basisnet. Huidige problemen zullen van rijkswege worden opgelost of geaccepteerd. Na de vaststelling van het Basisnet ligt de verantwoordingsplicht voor overschrijdingen van de oriënterende waarde van het GR bij de gemeenten. In het kader van het Basisnet Weg is het vervoer van gevaarlijke stoffen op de Nederlandse snelwegen onderzocht. In het rapport Voorstel Basisnet weg - Eindrapportage van 11 maart 2008, zijn de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek besproken. In het rapport wordt een kwetsbaar object vrije zone (KOV-zone) gedefinieerd. Dit is een zone langs de snelweg waarbinnen geen nieuwe kwetsbare objecten zijn toegestaan. Deze zone wordt begrensd door een PR 10-6 contour gebaseerd op tellingen van het huidige vervoer gevaarlijke stoffen, een groeiscenario en een onzekerheidsfactor: de maximale PR 10-6, oftewel PRmax. Bij dit onderzoek heeft men rekening gehouden met bekende toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Voor het traject van de A12, tussen Den Haag en Zoetermeer, geldt volgens het hierboven genoemde onderzoek géén KOV-zone. De PR 10-6 contour komt niet van het asfalt af.
Ra 311, Ra 329
Strekking van de zienswijzes 100 Verzoek op grond van Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen risicoberekeningen uit te voeren Reactie: Zie beantwoording onder vraag 101 101 Advies rekening te houden met toekomstig Basisnet Weg Vervoer Gevaarlijke Stoffen
Nummers zienswijzes Ra 311
Ra 311
Reactie: Na de vaststelling van het Basisnet Weg zal hiermee rekening gehouden worden. Zoals onder de beantwoording van vraag 99 al is aangegeven, is er geen PR-contour (KOV-zone) waarbinnen geen (beperkt) kwetsbare bestemmingen zijn toegestaan. Nieuwe ontwikkelingen kunnen een toename van het groepsrisico tot gevolg hebben. Bij de uitwerking van de plannen zal aandacht worden besteed aan de mogelijkheden voor zelfredzaamheid. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan voor Binckhorst Noord zal een onderzoek naar het groepsrisico plaatsvinden. 102 Verplichting risicoberekeningen met RBMII uit te voeren van het PR en GR in het kader van het bestemmingsplan.
Ra 311
Reactie: In het Bro overleg met Vrom-inspectie (Rijkswaterstaat) is de noodzaak onderkent om berekeningen uit te voeren die noodzakelijk zijn om inzicht te krijgen in het plaatsgebonden- en het groepsriscio inclusief de verantwoording bij de overschrijding van de oriënterende waarde op grond van de Circulaire Risico normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Dit wordt nu met een zienswijze van Vrom-Inspectie (Ra 329) nogmaals onder de aandacht gebracht. Inzicht in het plaatsgebonden risico is aanwezig (zie hierboven). Bovendien heeft het Stadsgewest Haaglanden in 2008 aan adviesbureau AVIV B.V. opdracht gegeven voor een risicobeoordeling van de route gevaarlijk stoffen in de regio alsmede de Utrechtsebaan ten behoeve van Geoweb (een grafische applicatie waarop de EV risico’s in beeld worden gebracht). Ook hieruit blijkt dat de PR 10-6 contour niet buiten de weg ligt. 103 Bij uitwerkingsplannen meenemen indien de bruto vloeroppervlakten van kantoren en bedrijvigheid en/of de woningdichtheid in de uitwerkingsplannen groter is/zijn geworden ten opzicht van het bestemmingsplan Reactie: Op 6 maart 2008 heeft de gemeenteraad het masterplan Nieuw Binckhorst vastgesteld. Dit is een
Ra 311
belangrijke grondlegger voor het bestemmingsplan. Daarbij is in het nieuwe bestemmingsplan het noodzakelijk om de daarin geschetste transformatie tot een gemengd stedelijk gebied mogelijk te maken. Omdat de inrichting van het plangebied nog niet tot in detail is uitgewerkt, heeft het onderhavige bestemmingsplan een overwegend globaal karakter gekregen. Gekozen is voor een plan dat grotendeels nog nader uitgewerkt dient te worden. Uitwerkingsplannen dienen te voldoen aan de uitgangspunten genoemd in de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan. Het is daarom niet mogelijk een uitwerkingsplan op te stellen met een hogere woningdichtheid of meer BVO kantoor- of bedrijfsoppervlakte dan het bestemmingsplan toestaat. 104 Aangeven met welke maatregelen de verkeersknelpunten op Rijksweg A12 en het Trekvliettracé voorkomen kunnen worden, aangeven van de haalbaarheid van de maatregelen en dit verwerken in het plan Reactie: De onderzoeken en de maatregelen die daaruit voortkomen zijn gedaan in het kader van het MER. Voor de beantwoording van deze vraag wordt verwezen naar het MER-rapport. In het plan-MER is in paragraaf 7.2 een aantal maatregelen geformuleerd op het gebied van mobiliteit en er is aangegeven welke in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Deze maatregelen zijn niet gespecificeerd naar Rijksweg A12 en het Trekvliet. Het Trekvliettracé is een project dat separaat aan dit proces verder vorm krijgt. Er wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de samenhang tussen de projecten. Momenteel zijn de voorbereidende werkzaamheden voor de bestemmingsplanprocedure, inclusief aanvullingen op het reeds opgestelde MER, opgestart. 105 In ontwerp staat dat Trekvliettracé een ongelijkvloerse aansluiting heeft op knooppunt Ypenburg. Dit is niet in overeenstemming met gemaakte afspraken tussen Stadsgewest Haaglanden, gemeente en Ministerie van V&W. Verzoek dit aan te passen in het plan.
Ra 311
Ra 311
Reactie: Met het Rijk is afgesproken dat uitgangspunt voor (de aansluiting van) het Trekvliettracé op het hoofdwegennet het knooppunt Ypenburg is, in zijn huidige vorm. Een inhoudelijke afweging voor een eventuele aanpassing van het knooppunt valt onder de scope van de MIRT-verkenning Haaglanden. Dit betekent dat er binnen het project Trekvliettracé vooralsnog niet meer nieuwe aantakkingen op het knooppunt worden gecreëerd. Dit sluit een ongelijkvloerse aansluiting op bestaande aantakkingen niet uit. 106 Gevaar voor continuïteit (overlast agv wegafsluitingen, bouwwerkzaamheden) vanwege werkzaamheden Binckhorstlaan en Trekvliettunnel. Reactie: In het Convenant Bedrijven Binckhorst is o.a. afgesproken dat de gemeente zich gedurende de
Ra 331, Ra 360
planuitvoering, in het kader van de leefbaarheid, maximaal zal inspannen om eventueel daaraan gerelateerde overlast door slechtere bereikbaarheid van de zittende bedrijven te beperken. Vóór de aanleg van het Trekvliettracé wordt de Verlengde Regulusweg aangelegd zodat het verkeer, dat in de huidige situatie via de Maanweg en Binckhorstlaan rijdt, een volwaardig alternatief heeft en de Binckhorst bereikbaar blijft. 108 Het ontwerp bestemmingsplan en ontwerp MER leunen zwaar op aanname dat parkeren in het gebied kan worden ontmoedigd door maatregelen zoals aanleg Randstad en NS station, ontsluiting, bereikbaarheid, infrastructuur, verkeer en parkeren komen onvoldoende tot uiting in de ontwerpdocumenten (eea is niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening).
Ra 332, PM482009
Reactie: De wegenstructuur voor Nieuw Binckhorst Zuid moet nog nader worden uitgewerkt, het bestemmingsplan geeft de kaders weer waarbinnen deze hoofdwegenstructuur de komende 10 jaar ontwikkeld kan worden. De benodigde hoeveelheid parkeerruimte is afhankelijk van de functie die ontwikkeld wordt en de aanwezigheid van openbaar vervoer een gebied: bij hoogwaardig openbaar vervoer is er een alternatief voor de auto aanwezig en is het noodzakelijke autogebruik wat lager dan in gebieden waarin dit openbaar vervoer niet aanwezig is. Deze afhankelijkheid is verwerkt in de parkeernormen: (landelijke) kerncijfers die gehanteerd worden om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. In het bestemmingsplan zijn de Haagse parkeernormen opgenomen en bij ruimtelijke ontwikkelingen worden deze normen toegepast om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. Met de parkeernormen is voldoende parkeerruimte beoogd voor de ruimtelijke ontwikkeling, de parkeerplaatsen dienen op eigen terrein te worden aangelegd. Dat kan in ondergrondse parkeervoorzieningen, wellicht in een centrale parkeergarage in het gebied, maar ook in de vorm van parkeerruimte op straat. 109 Opmerkingen zienswijzen in augustus 2008 zijn onvoldoende verwerkt (daarom deze zienswijze gelijk aan vorige) Reactie: De zienswijzen die in het kader van de ter inzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan voor heel de Binckhorst zijn ingediend, zijn meegewogen bij het opstellen van onderhavig bestemmingsplan. Waar mogelijk zijn opmerkingen verwerkt. Dat geldt echter niet voor alle opmerkingen. Ten aanzien van opmerkingen die nu opnieuw terugkomen in de zienswijzen zal worden aangegeven of deze worden verwerkt en zoniet wat de afweging is geweest.
Ra 332, Ra 342, PM482009, PM492009, PM072009
110 Recessie en bekende of onverwachte gevolgen hebben geen plek gekregen in ontwerp bestemmingsplan (maakt het zelfs onzekerder)
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 332, Ra 375, PM482009
Reactie: Het bestemmingsplan betreft een globaal plan met overwegend uit te werken bestemmingen. Het plan biedt daardoor veel flexibiliteit in de uitwerking en maakt het mogelijk daarbij in te spelen op toekomstige ontwikkelingen. Het is immers nooit precies te voorspellen hoe de markt zich zal ontwikkelen en zeker niet bij een grootschalig transformatieproces als Binckhorst. 111 Met het bestemmingsplan is visie op visie gestapeld (daadwerkelijke visie of planvorming voor het uitplaatsingvraagstuk houdt geen gelijke tred met visie of planvorming voor een nieuwe bedrijfslocatie voor de te verplaatsen bedrijven) Reactie: Momenteel is nog geen volledige duidelijkheid omtrent de verplaatsing/uitplaatsing van bedrijven. Met het uitwerken van het globale bestemmingsplan zal daar steeds meer duidelijkheid over ontstaan, aangezien elk uitwerkingsplan voorzien wordt van een verplaatsingsplan ten behoeve van de bedrijven die zich binnen het uitwerkingsplangebied bevinden. 112 Er heeft geen gefundeerd onderzoek plaatsgevonden waaruit blijkt dat het voor Binckhorst Zuid bedachte bouwprogramma afgestemd is op de vraag van de markt Reactie: De noodzaak om in de Binckhorst een groot aantal woningen te realiseren is onderbouwd in diverse nota’s zoals de Haagse Woonvisie 2020. Deze keuze is ook verder onderbouwd in de Structuurvisie Den Haag 2020. Ook vanuit rijk en provincie wordt gewezen op de noodzaak om binnenstedelijk te verdichten in plaats van nieuwe bouwlocaties buiten de steden te ontwikkelen. Noch in de definitieve Notitie regionale bedrijventerreinenstrategie, noch in het nieuwe RSP wordt gesproken over aantallen ha die in de Binckhorst overeind moeten blijven. Er zijn alleen afspraken over de totale voorraad bedrijventerrein gemaakt per gemeente die voor 2020 beschikbaar moet zijn. Hier wordt aan voldaan. Voor de Binckhorst is besloten dat 47.500 m² bedrijven gehandhaafd zal blijven en dat toevoeging van 66.000 m² mogelijk wordt gemaakt. Verder wordt in het convenant dat de gemeente Den Haag heeft opgesteld met het bedrijfsleven vastgelegd dat minimaal 20.000 m² van deze toevoeging als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren met woningen of andere gevoelige functies. Het bouwprogramma voor de Binckhorst is in lijn met de verwachtingen en ambities van Den Haag.
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
De Haagse Woonvisie 2020 spreekt van een nieuwbouwopgave van 30.000 extra woningen. De woonambitie is verder aangescherpt in de Structuurvisie Den Haag 2020 (2005) met de doelstelling om ruimte te bieden aan doorgroei van de stad naar 515.000 inwoners in 2020. Voor het woonbeleid zal het ook vanwege de nog iets afnemende woningbezetting (er wonen gemiddeld steeds minder personen in één woning) noodzakelijk zijn meer centrumstedelijk te gaan bouwen. Dit betekent een aanzienlijk groter bouwprogramma en een duidelijke keuze voor met name centrumstedelijke milieus. 113 Reeds in 2002 hebben o.a. bedrijvenvereniging Binckorst Laakhaven Fruitweg en de KvK aangegeven dat men de toen als “model B”aangeduide variant met wonen en werken in de Binckhorst niet als reëel beschouwde omdat “model A“ een basis voor overleg bood.
Ra 332, PM482009
Reactie: Aan het Masterplan Nieuw Binckhorst is een langdurig traject voorafgegaan. Veel betrokkenen en (andere) experts zijn daarbij geconsulteerd. Mede op basis van de uitgangspunten van de structuurvisie Den Haag 2020, Wereldstad aan zee, heeft de gemeenteraad in 2008 het masterplan vastgesteld, dat transformatie tot een gemengd stedelijk gebied behelst. Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is op dat masterplan gebaseerd. 114 Het genoemde model A is niet ten grondslag gesteld aan het ontwerp en met de gestelde voorwaarden door ondernemers is niets gedaan, motivering schiet tekort Reactie: Van belang voor het ontwerp bestemmingsplan is het convenant dat op 15 juli 2008 is ondertekend door gemeente en marktpartijen waaronder de Bedrijvenvereniging Binckorst Laakhaven Fruitweg en de Kamer van Koophandel. 115 Het in 2008 getekende convenant tussen o.a. Bedrijvenvereniging Binckhorst Laakhaven Fruitweg en de gemeente Den Haag biedt watergebonden bedrijven in de zware milieucategorieën geen enkele meerwaarde. Convenant is een wassen neus
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
Reactie: In het Convenant Bedrijven Binckhorst zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop gedurende de transformatie van het gebied met de bestaande bedrijven op de Binckhorst wordt omgegaan. Dit convenant ziet ook op de watergebonden bedrijven in de zware milieucategoriën. 116 Op tal van cruciale onderdelen is de opmerking PM opgenomen (pag 101 en pag 110) De genoemde PM-posten hebben betrekking op het onderzoek dat plaats vindt naar een nieuwe
Ra 332, Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009, PM482009
locatie ten behoeve van de watergebonden bedrijven op de Binckhorst. Dat onderzoek was ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan nog niet afgerond en daarom was het nog niet mogelijk de betreffende opmerkingen van het Stadsgewest Haaglanden en van de gemeente Delft op dat punt te beantwoorden. Antwoorden op PM posten uit hoofdstuk 8 van het bestemmingsplan m.b.t. de watergebonden bedrijven: Reactie op vooroverleg Leidschendam-Voorburg – punt H, pag. 101 Bij behandeling van het RSP in het algemeen bestuur Haaglanden is over het uitplaatsen van watergebonden bedrijven een amendement aangenomen. Hierin wordt het dagelijks bestuur verzocht om op korte termijn een onderzoek te verrichten naar de vestigingsmogelijkheden van watergebonden bedrijvigheid in de zone langs de Vliet, tussen Leidschendam Noord en Delft. Op basis hiervan zijn twee studies uitgevoerd naar mogelijke locaties. Na een eerste verkenning heeft een nader onderzoek zich gericht op een beperkt aantal locaties, hetgeen heeft geresulteerd in mogelijke locaties. Het is de verwachting dat het dagelijks bestuur van Haaglanden begin september 2009 zal besluiten een vervolgonderzoek te verrichten en dat er een plan van aanpak/businesscase nader wordt uitgewerkt. Het vervolgtraject zal samen met de betrokken gemeenten Leidschendam Voorburg, Rijswijk en het Stadsgewest Haaglanden worden opgepakt. Op basis van de planning is het haalbaar de watergebonden bedrijven binnen de looptijd van het bestemmingsplan uit te plaatsen. Staat van Wijzigingen: Openstaande p.m. posten Bro reacties zullen worden aangevuld. 117 Wegbestemmen bedrijvigheid + globaal bestemmingsplan is in strijd met rechtszekerheidsbeginsel: - niet aannemelijk dat beoogde bestemming binnen planperiode wordt verwezenlijkt - onvoldoende inzicht in hoofdlijnen van toekomstige ontwikkeling Reactie: De ontwikkeling van Binckhorst-Zuid zal binnen de planperiode van tien jaar gestalte krijgen. Daarna zal gestart worden met de ontwikkeling van Binckhorst-noord.De hoofdlijnen van de toekomstige ontwikkeling zijn duidelijk vastgelegd in de uitwerkingsregels van de bestemmingen Gemengd-uit te werken en Groen-uit te werken. Daarmee zijn de planologische en stedenbouwkundige randvoorwaarden vastgelegd die de basis vormen bij de verdere uitwerking van het plan. Zie tevens beantwoording onder vraag 59.
Ra 332, PM482009
118 Geen zicht op fasering uitwerking (ruimtelijk gemotiveerd of vanuit bedrijfsecnomische motieven?)
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 332, PM482009
Reactie: Zie beantwoording onder vraag 59 119 Is samenwerkingsovereenkomst wel in overeenstemming met Europese aanbestedingswetgeving (Auroux/Roanne jurisprudentie)?
Ra 332, PM482009
Reactie: Op dit moment is geen sprake van een samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en marktpartijen. In dit verband heeft de vraag dan geen betrekking op het voorliggende bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid. In de gesprekken die de gemeente Den Haag met marktpartijen voert zal bij het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst naar de juridische haalbaarheid hiervan worden gekeken in het licht van de door reclamant gestelde Europese aanbestedingswetgeving. 120 Samenwerkingsovereenkomst is haalbaar mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Dat is nog niet het geval want er is nog geen verplaatsingsplan.
Ra 332, PM482009
Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is een globaal plan met uitwerkingsplichten. Voorafgaande aan de uitwerking zal een verplaatsingsplan worden opgesteld. Zie tevens beantwoording onder vraag 1 121 In bestemmingsplan is ook geen uitwerkingstermijn opgenomen, gelet op aanleg Trekvliettracé en uitvoering verplaatsingsoperatie ligt de uitwerking van het globale bestemmingsplan binnen de planperiode niet voor de hand. Reactie: Uitgangspunt is dat in 2017 de eerste auto’s over het Trekvliettracé rijden. Voor de realisatie van het Trekvliettracé moeten onder meer gronden worden verworven, wat mogelijk leidt tot verplaatsingsoperaties. Hiermee wordt bij de voorbereiding van de realisatie van het Trekvliettracé rekening gehouden. Zie tevens beantwoording onder vraag 59. 122 Waarom is er geen structuurvisie gemaakt? (is geëigende document om doorkijkjes te maken voor een groter gebied)
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
Reactie: Dit is wel overwogen bij het intrekken van het ontwerp-bestemmingsplan ten behoeve van heel de Binckhorst. Daar is echter niet voor gekozen, aangezien de eerste ontwikkelingen zijn voorzien in 2012 en het niet mogelijk is op basis van een structuurvisie bouwvergunningen te verlenen. Er is daarom voor gekozen opnieuw een (globaal) bestemmingsplan in procedure te brengen, maar dan ten behoeve van de ontwikkelingen die de komende 10 jaar zijn voorzien. Overigens is het bestemmingsplan gebaseerd op het masterplan Binckhorst waarin al de algemene stedenbouwkundige en planologische uitgangspunten voor de verdere ontwikkeling van heel de Binckhorst zijn vastgelegd 123 Belangen worden geschonden door onzekerheid of globale bestemmingsplan binnen de planperiode wordt verwezenlijkt dan wel of er binnen de planperiode wel enig rechtsgeldig uitwerkingsplan zal kunnen worden vastgesteld Reactie: Zie beantwoording onder 1. Uitgangspunt is dat heel het plangebied binnen de planperiode van 10 jaar zal worden uitgewerkt. 124 Geen bekendheid over financiële uitvoerbaarheid plan
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
Reactie: Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. In aanvulling op de al door de gemeente getroffen voorzieningen, wordt het plan financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. Zie eerdere beantwoording onder 1, 3 tot en met 11. 125 Geen inzicht inzake de economische uitvoerbaarheid van het plan conform artikel 3.1.6. Bro lid 1 sub f Bro Reactie: Het globale bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting zal na vaststelling in deelplannen worden uitgewerkt en uitgevoerd. Per uitwerkingsplan zal de financiële haalbaarheid nader worden aangetoond. Dit is afhankelijk van optimalisaties en te verkrijgen subsidies en eventueel in te zetten gemeentelijke middelen.
Ra 332, PM482009
Bij het vaststellen van de uitwerkingsplannen zal ook een actualisatie plaatsvinden van het totale exploitatieplan, dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Wanneer dit financiële consequenties heeft bijvoorbeeld door optimalisaties, zal opnieuw inspraak plaatsvinden en zienswijze mogelijk maken Zie tevens beantwoording onder 125 126 Risico’s tot indienen planschadeclaims /verzoek tot financiële compensatie (door wegbestemmen onderneming) en bereikbaarheid Reactie: Zoals al eerder aangegeven in deze beantwoording kunnen bedrijven die worden wegbestemd hun bedrijfsvoering voortzetten, zolang er nog geen uitwerkingsplan is opgesteld ten behoeve van de gronden waarop het bedrijf is gevestigd. Samen met een uitwerkingsplan, zal een verplaatsingsplan worden opgesteld en in het kader daarvan vindt overleg met betrokken bedrijven plaats om rekening te houden met gerechtvaardige belangen van de aanwezige bedrijven. Het uitwerkingsplan zelf is zelfstandig planschadeplichtig. Er bestaat echter mogelijk wel aanleiding tot planschade op grond van het overgangsrecht vooruitlopend op de uitwerking en ten opzichte van het oude vigerende bestemmingsplan in hun uitbreidingsmogelijkheden worden beperkt. 127 Grondexploitatieberekening (hfst 7) geeft er geen blijk van dat gerekend is met de kosten van uitplaatsing/onteigening. De gemeente dient duidelijk inzicht te verschaffen. Reactie: Het exploitatieplan is een gevolg van de nieuwe Wro waar de grondexploitatiewet onderdeel vanuit maakt. Hierin dienen de kosten en opbrengsten op marktconforme wijze te worden geraamd. Hierin zijn dus ook de kosten (o.a. schadeloosstelling op grond van de Onteigeningswet) meegenomen. 129 Onzeker subsidietraject (er is ttv terinzagelegging ontwerp bestemmingsplan nog geen concrete toezegging gedaan of subsidies worden verstrekt en of deze voldoen aan criteria voor staatssteun en aanbesteding). Reactie: Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. In aanvulling op de al door de gemeente getroffen voorzieningen, wordt het plan financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. Zie eerdere beantwoording onder 1, 3 tot en met 11.
Ra 332, Ra 342, Ra 345, Ra 347, Ra 360 Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009, PM482009, PM492009
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009, PM072009, PM242009
130 Een van de twee partners in de herontwikkeling (BPF Bouwinvest) heeft zich teruggetrokken en breekt contract daarmee open. Reactie: Voor de beantwoording wordt verwezen naar vraag 65 131 Is bestemmingsplan wel economisch uitvoerbaar?
Ra 332, Ra 355, Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009, PM482009
Ra 332, PM482009
Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. Het plan wordt financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdrages vanuit de Rijksoverheid. De gemeente is ervan overtuigd dat hierover met het Rijk afspraken te maken zijn, omdat de ontwikkeling perfect past binnen het beleid op zowel regionaal als nationaal niveau. De ontwikkeling zal stapsgewijs ter hand worden genomen. Pas op het moment van operationeel verklaren van deelplannen worden financiële verplichtingen aangegaan. Pas op dat moment zal het tekort voor dat deelplan afgedekt moeten worden. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen. 132 Gemeente heeft niets gedaan met naast elkaar conflicterende functies, is in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Reactie: In het globale bestemmingsplan wordt ervan uitgegaan dat alle milieuhinderlijke bedrijven verdwijnen. Omdat sprake is van overwegend uit te werken bestemmingen en er bovendien een bouwverbod geldt totdat de gronden daadwerkelijk zijn uitgewerkt, biedt het bestemmingsplan geen directe bouwtitel en bestaat er dus geen direct gevaar dat conflicterende functies naast elkaar zullen bestaan. Bij het opstellen van een uitwerkingsplan dient immers rekening te worden gehouden met bestaande functies, voor zover deze niet zijn uitgeplaatst, in de omgeving en de bijbehorende milieucontouren. 133 DBN keert zich tegen wegbestemmen/onder overgangsrecht brengen van de onderneming . Bedrijfsactiviteiten worden niet binnen 10 jaar beëindigd en dienen vanuit oogpunt rechtszekerheid positief te worden bestemd Reactie: Het bestemmingsplan gaat ervan uit dat alle milieuhinderlijke bedrijven binnen de planperiode zullen worden uitgeplaatst. Zie verder beantwoording onder 1.
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
134 DNB keert zich tegen binnen de hindercirkel van de bedrijvigheid enige vorm van woningbouw te realiseren
Ra 332, PM482009
Reactie: Zolang het bedrijf nog gevestigd is op de Binckhorst, zullen er geen woningen of andere gevoelige functies gerealiseerd worden binnen de hindercircel van het bedrijf. Woningbouw zal pas plaats vinden op het moment dat het bedrijf daadwerkelijk is uitgeplaatst. Bij het opstellen van een uitwerkingsplan in combinatie met een verplaatsingsplan voor de betreffende locatie zal daar rekening mee gehouden worden. 135 In globale plan is niets opgenomen over toekomstige ontsluiting van de diverse zones
Ra 332, PM482009
Reactie: De wegenstructuur voor Nieuw Binckhorst Zuid moet nog nader worden uitgewerkt, het bestemmingsplan geeft de kaders weer waarbinnen de hoofdwegenstructuur de komende 10 jaar ontwikkeld kan worden. Over de hoofdstructuur bestaan al wel concrete ideeën die in het Masterplan Nieuw Binckhorst zijn opgenomen. In een aantal bestemmingen is de aanleg van wegen met een minder belangrijke verkeersfunctie mogelijk zodat er voldoende mogelijkheden blijven bestaan om de verschillende zones te ontsluiten en aan te sluiten op de hoofdwegenstructuur. 136 Parkeernorm is ten onrechte afhankelijk gesteld van een toekomstige onzekere gebeurtenis Reactie: De benodigde hoeveelheid parkeerruimte is afhankelijk van de functie die ontwikkeld wordt en de aanwezigheid van openbaar vervoer een gebied: bij hoogwaardig openbaar vervoer is er een alternatief voor de auto aanwezig en is het noodzakelijke autogebruik wat lager dan in gebieden waarin dit openbaar vervoer niet aanwezig is. Deze afhankelijkheid is enerzijds verwerkt in de parkeernormen ((landelijke) kerncijfers die gehanteerd worden om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen, in het bestemmingsplan zijn de Haagse parkeernormen opgenomen en bij ruimtelijke ontwikkelingen worden deze normen toegepast om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen). Anderzijds wordt het van kracht zijn van parkeernormen waarin de aanwezigheid van openbaar vervoer verwerkt is afhankelijk gesteld van de daadwerkelijke aanwezigheid van dit vervoer. Zouden we dat niet doen dan creëren we naar verwachting voor de toekomst te veel parkeerruimte als we de ruime norm nu toepassen of we creëren een tekort aan parkeerruimte bij het begin van de ontwikkeling. Het college kan via een procedure de in de bijlagen opgenomen parkeernormen tussentijds wijzigen, maar kan dit nu alleen doen wanneer er openbaar vervoer aanwezig is.
Ra 332, PM482009
137 Is de realisatie van het Trekvliettracé wel in het bestemmingsplan voorzien. Reactie: Zie beantwoording onder 59 en 92 138 Verbodsbepaling bij exploitatieplan om “bepaalde werken”of werkzaamheden uit te voeren is volstrekt onduidelijk en belemmert bedrijfsvoering.
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
Reactie: In overeenstemming met artikel 6.12 lid 6 Wro is in dit exploitatieplan een verbod opgenomen om werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren totdat voor de betreffende gronden een uitwerkingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b in werking is getreden. Onder bepaalde werken worden dan ook niet activiteiten i.r.t. reguliere bedrijfvoering bedoeld. 139 Wat wordt verstaan onder verplaatsingskosten pag. 13 van het exploitatieplan Reactie: Onder verplaatsingskosten wordt verstaan alle kosten die gepaard gaan met de verplaatsing naar een nieuwe locatie, conform art. 40b tot en met 40f van de Onteigeningswet 140 Genoemde opleveringsdata woningen per eind 2019 is onmogelijk gelet op hindercirkels van aanwezige bedrijvigheid Reactie: Voor wat betreft de fasering wordt verwezen naar nr. 59. Ten aanzien van hindercircels naar 1 en 179. 141 Sinds vorige ontwerp zijn geen vorderingen gemaakt met binnenhalen van subsidies. Nog steeds een tekort op de exploitatie van € 200.000.000
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
Ra 332, PM482009
Reactie: Zie antwoord op vraag 65, over subsidietraject. 142 Verzoek bestemmingsplan en overige documenten /ontwerpbesluiten niet vast te stellen wegens strijdigheid met de Wro, Bro, Wet Geluidhinder, strijdigheid met algemene beginselen van behoorlijk bestuur Reactie: Gelet op voorgaande beantwoordingen (w.o. RA332) is de gemeente van oordeel dat het plan niet in strijd is met de Wro, Bro, Wet Geluidhinder en met de algemene beginselen van behoorlijk
Ra 232, Ra 341, Ra 355
bestuur. 145 Voor perceel is opgenomen bestemming “Gemengd-uit te werken”, vermoeden dat bij realisering bestemming vestiging niet behouden blijft rechtsonzekerheid. Reactie: Zie beantwoording onder 1. 147 Onder de bestemmingsomschrijvingen in artikel 12.1 wordt de bestemming “detailhandel in volumineuze goederen” niet genoemd. Verzoek bestemming toe te voegen aan artikel 12.1 Reactie: In lid 12.1 wordt onder e wel de functie perifere detailhandelsvestigingen toegestaan. Dat zijn winkelformules die door de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlakte nodig hebben voor de uitstalling. Dit is dus over het algemeen detailhandel in volumineuze goederen. In de begripsbepaling van perifere detailhandel wordt een uitzondering gemaakt voor detailhandel in auto’s, boten en caravans. In de uitwerkingsregels ( lid 12.2) wordt verder onder x op grond van bijlage 2 staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging de realisatie van autoshowrooms langs de Binckhorstlaan mogelijke gemaakt. 148 Inbrengwaarde van de benodigde gronden is hoger dan de uitgiftewaarde van die gronden Reactie: Dit is een terechte constatering, dat het totaal aan inbrengwaarde hoger ligt dan het totaal aan uitgifte opbrengsten. Echter dit is een gemiddelde en geldt niet voor iedere kavel. Op de plek waar het park wordt ontwikkeld ligt de inbrengwaarde zeker hoger dan de uitgifte opbrengsten. 149 Pag 91 ontheffing bouwverbod voor bouwplannen van bestaande bedrijven die (nog) niet zijn uitgeplaatst lijkt ruim maar staat slechts bij toelichting op artikel 12 van de voorschriften. Alleen bedrijven binnen de bestemming “Gemengd-uit te werken” kunnen hiervan gebruik maken, niet de bedrijven “Groen-uit te werken” Reactie: zie reactie onder vraag 66. De ontheffing van het bouwverbod zal in de regels opgenomen worden, zowel binnen de bestemming Gemengd-uit te werken, als binnen de bestemming Groen-uit te werken. 150 Ontheffingsmogelijkheid is niet in de voorschriften teruggekomen Reactie: zie reactie onder vraag 66.
Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337, PM182009
Ra 328, Ra 334, Ra 336, Ra 337, Ra 340, Ra 362, Ra 364, ra 365,convenantRa 365, Ra 366, Ra 367, Ra 368, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009
Ra 323, Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337 , Ra 340, Ra 362, PM082009, PM182009, PM072009
Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337 , Ra 340, Ra 349, Ra 362, Ra 364, Ra 365, Ra 366, Ra 367, Ra 368, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009, PM072009
Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337 , Ra 340, Ra 349 , Ra 362, Ra 364 , ra 365, ra 366,
151 Nu vaststellen van het plan zal leiden tot achteruitgang van het gebied . Beter is voorgestane deelontwikkelingen per ontwikkeling uit te werken
ra 367, Ra 368, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM182009 Ra 334, Ra 335, Ra 336, Ra 337, PM182009
Reactie: Omdat gekozen is voor een globaal bestemmingsplan met uit te werken bestemmingen, zal het gebied wel degelijk per ontwikkeling uitgewerkt worden. Onderhavig globale bestemmingsplan geeft de randvoorwaarden waarmee rekening gehouden moet worden bij uitwerking. 152 Bezwaar tegen wegbestemming en verzoek continuering activiteiten
Ra 337
Reactie: Zie beantwoording onder 1 153 Voldoende financiële middelen moeten beschikbaar zijn voor aanleg van infrastructuur, verplaatsings-, uitplaatsings- en herinvesteringskosten Reactie: Vooraf dient gesteld te worden dat het exploitatieplan een gevolg is van de nieuwe Wro waar de grondexploitatiewet onderdeel vanuit maakt. Hierin dienen de kosten en opbrengsten op marktconforme wijze te worden geraamd. Hierin zijn dus ook de kosten voor aanleg van infrastructuur, verplaatsing, uitplaatsings- en herinvesteringskosten meegenomen. De wet gaat uit van het profijt beginsel, waarbij alleen de kosten en opbrengsten meegenomen kunnen worden, die aan de ontwikkeling in Binckhorst Zuid toe te rekenen zijn. Het exploitatieplan is globaal opgezet en is bedoeld om inzicht te geven in de kosten en opbrengsten die een dergelijke transformatie als de Binckhorst met zich meeneemt 155 Internationale functie van het garagebedrijf maakt het noodzakelijk om in de Binckhorst gevestigd te blijven. Reactie: Het ontwerpbestemmingsplan definieert een stadsgebonden bedrijf (conform het Convenant Bedrijven Binckhorst) als :‘Bedrijfsruimtegebruikers die klantcontact hebben of door veranderingen in de bedrijfsvoering klantcontact krijgen in de vestiging in Binckhorst zelf en/of wier afnemers goeddeels zijn gevestigd op het grondgebied van de gemeente Den Haag. In het convenant is afgesproken dat de gemeente zich er maximaal voor zal inspannen dat stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven worden herplaats op Nieuw Binckhorst, mits deze
Ra 337
Ra 339, PM052009
bedrijven bedrijfseconomisch levensvatbaar zijn en passen binnen de in het masterplan gestelde kaders. In het convenant is voorts afgesproken dat van de toe te voegen 65.000 m² bedrijfsruimte minimaal 20.000 m² als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en / of kantoren. 156 Verdwijnen Mobiliteitscentrum brengt schade toe aan bedrijven rondom en in de Binckhorst
Ra 339, PM052009, PM072009
Reactie: Het is niet zo dat het betreffende bedrijf per definitie moet verdwijnen uit de Binckhorst. Volgens het convenant met het bedrijfsleven zal de gemeente zich maximaal inspannen dat stadsgebonden bedrijven worden herplaatst op Nieuw Binckhorst. Voor zover het om autodealers met een showroomfunctie gaat geeft artikel 12.2 onder x aan dat de realisatie van autoshowrooms uitsluitend is toegestaan op de begane grond langs de Binckhorstlaan. Autoshowrooms zijn op grond van het gebruik 12.1 mogelijk aangezien zij valt onder de definitie van bedrijven met verwijzing naar bijlage 2 staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging onder sbi-code 50. Staat van wijzigingen: In de bouwregels onder 12.4 onder lid x wordt de tekst gewijzigd in “autoshowrooms uitsluitend zijn toegestaan aan de Binckhorstlaan” 157 Verzoek mogelijkheid te onderzoeken en te creëren om continuïteit van de huidige automobielbedrijven in het nieuwe bestemmingsplan Binckhorst te waarborgen
Ra 323, Ra 339, PM052009
Reactie: Binnen de bestemming Gemengd-uit te werken staat onder artikel 12.2 lid x van de uitwerkingsregels dat langs de Binckhorstlaan autoshowrooms zijn toegestaan. Op grond van bijlage 2 staat van bedrijfsactiveiten bij functiemenging vallen reparatiebedrijven binnen een functie gemengd gebied i.t.t. pure schade herstel- en autodemontage bedrijven. Het bestemmingsplan biedt de automobielbedrijven dus wel degelijk de mogelijkheid zich te vestigen op een nieuwe locatie op de Binckhorst. Enkele reparatie- en alle sloopbedrijven zullen worden uitgeplaatst naar andere bedrijventerreinen in de regio, omdat dergelijke bedrijven qua milieucategorie niet passen in een gemengd woon-werkgebied.
Strekking van de zienswijzes
Nummers zienswijzes
159
Niet blijkt waarom de knip is gemaakt tussen een noordelijk en een zuidelijk gedeelte , er wordt geen verklaring gegeven voor de aanpassing van de omvang van het gebied (knip is ook onjuist) Reactie: Het bestemmingsplan is geknipt omdat bij vaststelling van een bestemmingsplan aangetoond moet worden dat de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt ook binnen de planperiode van 10 jaar gerealiseerd kunnen worden. In onderhavig bestemmingsplan zijn die ontwikkelingen meegenomen, die in de komende 10 jaar ontwikkeld gaan worden.
160
161
Er is niets gedaan met de zienswijzen die eerder zijn ingediend Reactie: Zie beantwoording onder 90 en 109 Idee van Automall/Car Avenue is wel bekend maar komt niet terug in ontwerp gedaan, verzoek dit in te passen in bestemmingsplan. Tevens bestaande automobielbedrijven op de huidige locatie planologisch in te passen. Reactie: Zie reactie onder 156 en 157. Het is niet mogelijk alle automobielbedrijven op de huidige locatie in te passen. Een deel van de automobielbedrijven bevindt zich binnen de bestemming Groen-uit te werken. Binnen de bestemming Groen-uit te werken dient een stadspark gerealiseerd te worden. Om dat park te kunnen realiseren zullen de huidige bedrijven en voorzieningen die momenteel op de gronden gevestigd zijn moeten worden verplaatst naar een locatie elders op de Binckhorst of buiten de Binckhorst.
162
Dit neemt niet weg dat langs de Binckhorstlaan een dergelijk concept kan worden gerealiseerd mits op hogere bouwlagen ook woningen worden toegevoegd. Indiening van drie zienswijzen is niet confom één-loketgedachte
163
Reactie: Het bestemmingsplan, de plan-MER en de ontheffing hogere grenswaarden zijn drie verschillende producten, opgesteld door verschillende diensten binnen de gemeente en elk met een eigen procedure, die op hetzelfde moment in procedure worden gebracht. Per product is(wettelijk) bepaald waar zienswijzen ingediend moeten worden en is de afhandeling ervan al dan niet gedelegeerd. Uiteraard vindt de beantwoording van de zienswijzen in goed overleg tussen de verschillende diensten plaats. Gemeente heeft geen goede belangenafweging gemaakt
Ra 340, Ra 342, Ra 362, Ra 364, Ra 366, Ra 367, Ra 368, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM492009, PM072009
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 340 e.v.a Ra 323, Ra 340, Ra 362, ra 364, ra 365, Ra 366, ra 367 , Ra 368, PM062009, PM092009, PM102009, PM112009, PM072009
Ra 323, Ra 340, Ra 362, ra 364, ra 365, ra 366, ra 367 , ra 368, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009, PM112009, PM072009
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 323, Ra 340, PM082009,
164
165
Reactie: Het masterplan Nieuw Binckhorst is een uitwerking van de Haagse Structuurvisie. Daarin staat opgenomen dat Nieuw Binckhorst een gemengd leef- en werkgebied wordt dat op het bestaande centrum aansluit. De strategische ligging vormt ook aanleiding om zeer ruimte-extensieve en milieuhinderlijke bedrijven uit te plaatsen. Daar staat tegenover dat ingezet wordt op nieuwe hoogwaardige werkgelegenheid, maar ook op stadsgebonden bedrijven. Binckhorst moet een ondernemend gebied worden met een mix van woningen en bedrijven, omdat het bedrijven en organisaties zijn die hun gezamenlijke activiteit en ondernemerschap een bijdrage leveren aan de economie van stad, regio en land.
e.v.a
Kosten sanering bodemverontreiniging dienen niet door huidige bedrijven te worden gedragen
Ra 340, Ra 262, ra 364, Ra 365. ra 366, Ra 367 , Ra 368, Ra 374, Ra 375, PM062009, PM092009, PM102009, PM112009, PM252009
Reactie: De wet gaat er vanuit dat de vervuiler betaalt. Dit heeft invloed op een marktconforme inbrengwaarde van een kavel. Mocht wettelijk niet aangetoond kunnen worden dat de vervuiling door de eigenaar is ontstaan dan maakt dit onderdeel uit van de kosten van het exploitatieplan. Parkeerrestrictie gaat ten koste van huidige klandizie handelaren (parkeerfaciliteiten zijn onvoldoende) Reactie: Parkeerrestrictie heeft vooral effect op het aantal parkeerplaatsen voor de medewerkers, die zullen zich met andere vervoerwijzen naar het werk gaan verplaatsen, bijvoorbeeld met het hoogwaardig openbaar vervoer of per fiets. Voor de parkeerruimte voor bezoekers worden de gebruikelijke bezoekersparkeernormen toegepast die voor de betreffende functies van toepassing zijn.
166
Doorwerking MER is onvoldoende verzekerd in voorliggend plan
Ra 330, Ra 340, Ra 342 , Ra 262, ra 364, ra 365, ra 366, Ra 367 , Ra 368, PM062009, PM092009, PM102009, PM112009, PM492009
Ra 323, Ra340, PM082009
Reactie: In het Plan-Mer is een variant opgenomen Maximaal met Maatregelen. Deze variant is waar mogelijk vertaald in het bestemmingsplan. Dit geldt voor bijvoorbeeld voor bepalingen ten aanzien van geluidafschermende bebouwing (zie regels) als voor geluidarm asfalt (exploitatieplan). 167
Geluidsbelasting a.g.v. weg- en railverkeer valt negatief uit In het akoestisch onderzoek behorende tot het bestemmingsplan zijn bron- en overdrachtsmaatregelen voorgeschreven om de geluidsbelasting ten gevolge van weg- en
Ra 340, Ra 362, Ra 363, Ra 364, Ra 365, Ra 366, ra 367 , ra 368, PM062009, PM082009, PM102009,
169
170
170
railverkeerslawaai te beperken. De voorgeschreven bron- en overdrachtsmaatregelen hebben een positief effect op de geluidsbelasting.
PM112009
Perceel is ten onrecht niet positief bestemd als “kantoor”. Het besluit om het perceel van Maanweg af te scheiden van de rest van het Maanpleincomplex is in strijd met een goede ruimtelijke ordening en met het rechtszekerheidsbeginsel
Ra 341, Ra 371
Reactie: Het perceel is opgenomen binnen de bestemming Gemengd-uit te werken. Binnen die bestemming is de functie kantoor toegestaan. De gronden zijn momenteel in gebruik als parkeerterrein. Dat gebruik kan worden gecontinueerd nadat het nieuwe bestemmingsplan in werking is getreden. Er zal dan immers slechts een bouwstop gelden en geen gebruikstop. Parkeerterrein heeft niet de bestemming kantoren gekregen ondanks dat het wordt gebruikt ten behoeve kantoor KPN , immers dan wordt het parkeerterrein openbaar gesteld waardoor niet zeker is of werknemers KPN kunnen blijven parkeren Reactie: Zie beantwoording onder 169. Al zou het bestemmingsplan het parkeerterrein wel een eindbestemming geven, dan nog wordt niet vastgelegd dat parkeerterrein slechts ten behoeve van KPN gebruikt mag worden. Het is onredelijk om Maanweg in de exploitatiekosten te laten meedelen
Ra 341
Ra 341
Reactie: Maanweg maakt integraal onderdeel uit van de planvorming en wordt heringericht ten behoeve het bestemmingsverkeer van Binckhorst Zuid. Herinrichting van de Maanweg maakt dus onderdeel uit van de kosten van het exploitatieplan. 171
Toename verkeersdruk door bouw woningen en bedrijven Reactie: De ruimtelijke ontwikkeling van Nieuw Binckhorst heeft inderdaad een verkeersaantrekkende werking. In de PlanMER Nieuw Binckhorst is onderzocht wat de milieueffecten van deze ontwikkelingen zijn. Deze worden o.a. gebaseerd op verkeersprognoses. In deze verkeersprognoses is het Trekvliettracé uiteraard meegenomen, het bestemmingsplan maakt de aanleg van het Trekvliettracé immers via uitwerkingsregels mogelijk. Omdat de ontwikkeling van het Trekvliettracé een project is dat parallel loopt aan de ontwikkeling van Binckhorst, wordt voor dit tracé een
Ra 323, Ra 342, PM082009, PM492009
172
173
176
separate procedure gevolgd. Effecten die binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid vallen worden meegenomen Bestemmingsplan en Exploitatieplan zijn in strijd met beginsel van detournement de pouvoir (alles wordt bevroren) Reactie: Het beginsel ‘detournement de pouvoir’ houdt in dat de overheid haar machtsmiddel niet mag inzetten voor dingen waarvoor die niet bedoeld is. Het is absoluut niet zo dat alles wordt bevroren in het gebied zolang er nog geen uitwerkingsplannen in werking zijn getreden. Bedrijven die niet passen binnen de uitwerkingsregels, vallen onder het overgangsrecht en kunnen op basis daarvan het gebruik voortzetten, totdat sprake zal zijn van een uitwerkingsplan voor de betreffende gronden met daaraan gekoppeld een verplaatsingsplan ten behoeve van deze bedrijven. Bedrijven die wel passen binnen het nieuwe bestemmingsplan, kunnen eveneens het gebruik voortzetten aangezien slechts sprake is van een bouwstop en niet van een gebruikstop. In de regels wordt bovendien een ontheffing opgenomen van de bouwstop, zodat bedrijven die niet al op korte termijn uitgeplaatst of verplaatst gaan worden de mogelijkheid hebben tot enige uitbreiding(geen uitbreiding van nieuwe vierkante meters) van het bedrijf indien de bedrijfsvoering dat noodzakelijk maakt. Plan gaat veel te ver in delegeren van bevoegdheden aan B&W t.a.v. verlenen van vrijstellingen, wijzigingen en uitwerking van het plan. Reactie: Op grond van het dualisme is de gemeenteraad het bevoegde gezag en is kaderstellend. Het college van B&W voert het beleid uit van de gemeenteraad. In navolging op dit principe heeft de gemeenteraad besloten dat het verlenen van binnenplanse vrijstellingen, uitwerkingsverplichtingen en wijzigingsbevoegdheden een (uitvoerende) bevoegdheid is van B&W. Het delegeringsbesluit is een algemeen besluit dat van toepassing is op alle bestemmingsplannen die op Haags grondgebied worden vastgesteld. Verzoek meer expliciet de mogelijkheid van “sportvoorziening”of “recreatieve voorziening” te vermelden langs de Trekvliet zowel op het land als op het water, bij voorkeur bestemming “roeivereniging” Reactie: De gemeente onderschrijft de behoefte aan watersportverenigingen waaronder de roeivereniging in Nieuw Binckhorst. Omdat het bestemmingsplan nog een globaal karakter heeft kan pas bij de uitwerkingen nader worden bepaald of de roeivereniging op de huidige plaats gevestigd kan blijven of dat een alternatieve locatie binnen de Binckhorst noodzakelijk is. De gemeente zal hierover t.z.t.
Ra 342, PM492009
Ra 342, PM492009
Ra 352
177
178
in contact treden met de vereniging. In de Beslisnotitie Haalbaarheidsstudie juni 2007 is opgenomen dat de bestaande roeivereniging in de Binckhorst gevestigd kan blijven en in het Convenant Bedrijven Binckhorst wordt nogmaals verwezen naar het programma ten aanzien van sport- en wijkvoorzieningen van het masterplan. In het bestemmingsplan wordt een onderscheid gemaakt tussen de roeivereniging en andere watersportvoorzieningen, zoals de watersport/jachthaven. De roeivereniging wordt gezien als onderdeel van de sportvoorzieningen in de Binckhorst. De nieuwe WRO kent de bestemming roeivereniging niet. De jachtwerf wordt gezien als bedrijfsbestemming. In het bestemmingsplan is daarom onderscheid gemaakt tussen sportvoorzieningen en bedrijven in de bestemming “Gemengduit te werken”en extensieve dagrecreatie en jachthaven in de bestemming “Water”. In het bestemmingsplan is voor Binckhorst Zuid 7.000 m² sportvoorzieningen opgenomen. Er is daarbij bewust gekozen voor een globale bestemming om later tot een goede afweging tussen de eisen van de verschillende sportvoorzieningen te komen. Een gedetailleerde opname van de verschillende onderdelen van de roeivereniging is gezien de looptijd van het bestemmingsplan te veel een belemmering. Bij de uitwerking van (een deel van) de bestemming “Gemengd - uit te werken bestemming” wordt een afweging gemaakt van de verschillende functies om zo te komen tot een stedenbouwkundig plan dat de ambitie van het bestemmingsplan waar maakt. Hierin wordt de kade als drager van de openbare ruimte meegenomen. Gezien het openbare karakter van de kade en de beperkte bebouwingsmogelijkheden, zal de nieuwbouw voor de roeivereniging of geïntegreerd moeten worden met andere bebouwing in de bestemming “gemengd uit te werken”, waar dubbel ruimtegebruik mogelijk is, of (deels) op het water. Er zal in overleg met de roeivereniging worden gezocht naar een alternatieve locatie in de Binckhorst, waarbij eventueel een tijdelijke locatie wordt meegenomen. De gemeente is voornemens te starten in het gebied rond de Fokkerschool, globaal begrensd door Binckhorstlaan 135 t/m 285 – Uranusstraat – Trekvliet. Eigenaren en gebruikers/huurders in dit gebied zullen conform de bepalingen vastgelegd in het Convenant Bedrijven Binckhorst, zo spoedig mogelijk na vaststelling van het bestemmingsplan in de Raad worden benaderd. Een eerste fase park is voorzien rondom het haventje Trekvliet. In bestemmingsplan rekening houden met: - minimaal benodigde oppervlakte voor gebouw en buitenruimte - vrije toegang tot geschikt en veilig vaarwater - goede aansluiting op de openbare weg voor transport boten Plan van eisen bijgevoegd voor nadere uitwerking locatie eisen Reactie: zie beantwoording onder 176 Roeivereniging past in de gewenste uitstraling van de Binckhorst, graag meewerken aan plannen
Ra 352
Ra 352
met een toast op de volgende 100 jaar
179
180
181
Reactie: zie beantwoording onder 176 Bestemming valt niet bestemmingsplangrenzen, bedrijfsbelangen betrekken bij vaststelling bestemmingsplan Reactie: Met betrekking tot de voorgestelde bestemmingsplangrenzen kan het volgende worden opgemerkt. Allereerst is het bestemmingsplan ten opzichte van het bestemmingsplan wat eind vorig jaar in procedure was gebracht geknipt omdat bij vaststelling van het bestemmingsplan moet worden aangetoond dat de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maken ook binnen de planperiode van 10 jaar gerealiseerd kunnen worden. De gronden die niet in dit ontwerp worden betrokken vallen onder het vigerende bestemmingsplan bedrijventerrein 1990. Er bestaat overigens geen direct gevaar voor conflicterende functies aangezien een bouwverbod geldt zolang het bestemmingsplan niet is uitgewerkt. Bovendien zal bij de uitwerking van het plan rekening worden gehouden met bestaande functies, voor zover deze al niet zijn uitgeplaatst, in de omgeving en met bijbehorende milieucontouren (zie beantwoording onder 1) Het is niet onwaarschijnlijk dat bij de realisatie van de Binckhorst Noord nog een gedeelte van het park ontwikkeld wordt “Groen-uit te werken bestemming” De kans is groot dat het bedrijf in het park zal liggen en bestemming dus niet past Reactie: Opgemerkt zij dat alleen ontwikkelingen die binnen 10 jaar kunnen worden gerealiseerd in een bestemmingsplan kunnen worden vervat. Het masterplan Binckhorst kent een langere looptijd circa 20 jaar en daar is inderdaad sprake van een park welke in de toekomst nog voor een gedeelte in Noord kan worden uitgebreid. Voor de ontwikkelingen die betrekking hebben op Nieuw Binckhorst Zuid wordt voor de systematiek en wijze van bestemminglegging verwezen naar de beantwoording onder 1 en 179. Op het moment dat een bestemmingsplan voor Noord in procedure kan worden gebracht zal op zelfde wijze worden omgesprongen met de belangen van belanghebbenden in het plangebied. Zijn de veiligheidscontouren ingevolge het Besluit externe Veiligheid wel in acht genomen? Reactie: Er wordt vanuit gegaan dat met Besluit externe veiligheid gedoeld wordt op het besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Het BEVI geldt voor risicovolle inrichtingen. Het uitgangspunt van het plan-MER is dat alle risicovolle inrichtingen uit het gebied verdwijnen. Er is derhalve geen sprake van veiligheidscontouren ingevolge het BEVI.
Ra 345
Ra 345, Ra 347, Ra 348
Ra 345
182
185
Verzoek voorziening voor de mogelijk te leiden schade wegens de planuitvoering op te nemen Reactie: Het voorliggende bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is zoals eerder gesteld geen eindplan maar zal nader worden uitgewerkt (zie eveneens beantwoording onder 1). Pas na de uitwerking van de deelplannen kunnen bouwtitels worden afgegeven en kan feitelijk met de werkzaamheden worden begonnen. Eerder is aangegeven hoe met belangen van bedrijven in het gebied rekening wordt gehouden. Voor zover er al schade kan ontstaat is het nu in ieder geval in het geheel niet aan de orde. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de Wro na uitwerking van de plannen de mogelijkheid geeft om een verzoek in te dienen tot planschade. Mogelijke schade voorvloeiende uit feitelijke bouwactiviteiten kunnen op de betreffende aannemer worden verhaald. De meeste aannemers hebben een CAR polis afgesloten, een soort WA verzekering tijdens (bouw)werkzaamheden Bedrijf heeft – gelet op de aard van de bedrijfsvoering /milieuhinder – behoefte aan een behoorlijk perceel, vrijstaand van woningen
Ra 345
Ra 347 , Ra 348
Reactie: De bestemming drukkerij en reprografisch bedrijf passen in de filosofie van een Nieuw Binckhorst. In de verdere uitwerking wordt per bedrijf bekeken of ze in de nieuwe bestemming passen, waarbij in eerste instantie wordt uitgegaan van menging met andere functie waaronder wonen. Hiervoor is in het bestemmingsplan, naast 47.500 m2 te handhaven bedrijfsruimte, nog 66.000 m2 uitbreiding mogelijk gemaakt. Verder wordt in het convenant dat de gemeente Den Haag heeft opgesteld met het bedrijfsleven vastgelegd dat minimaal 20.000 m² van deze toevoeging als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren met woningen of andere gevoelige functies. Voor de uitwerking wordt door de gebiedsonderneming Binckhorst contact opgenomen met de bedrijven om de mogelijkheden te bekijken. Met een van de twee bedrijven wordt op dit moment al bekeken hoe zijn bedrijfsvoering in de nieuwe plannen ingepast kan worden.
186
In geval van hervestiging van een bedrijf op de Binckhorst zal altijd eerst de mogelijkheid worden onderzocht of het betreffende bedrijf geïntegreerd met woningen kan terugkomen. Pas als dat niet haalbaar blijkt te zijn en het bedrijf kan worden aangemerkt als een stadsgebonden bedrijf dat valt onder categorie C in de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging als opgenomen in bijlage 2 en 3.1 tot en met 3.2 uit bijlage 3. Ongewis of plandeel kan worden uitgevoerd overeenkomstig de visie zoals neergelegd in masterplan, MER en ontwerp bestemmingsplan, rechtszekerheidsbeginsel.
Ra 347
187
188
189
190
191
Reactie: Gelet op eerdere beantwoordingen (Ra 347 e.a.) is de gemeente van oordeel dat het plan niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en op grond van het ontwikkelde Masterplan, MER en Ontwerp bestemmingsplan kan worden vastgesteld. De met het bedrijfsleven gemaakte en in het Convenant Bedrijven Binckhorst vastgelegde afspraken zijn niet geconcretiseerd en verfijnd. Reactie: In deze zienswijze wordt gesteld dat het convenant is opgesteld met het oog op een vorig bestemmingsplan met een langere looptijd en een groter grondgebied. Op essentiële onderdelen zou het daarom niet meer adequaat zijn. De indiener van de zienswijze maakt niet duidelijk waarom het convenant niet meer adequaat zou zijn. In de praktijk betekent een kleiner plangebied ook dat minder bedrijven verplaatst hoeven te worden Bovendien is besloten om de 20.000 m² solitaire bedrijfsruimte in z’n geheel in het kleinere nieuwe bestemmingsplangebied op te nemen. “stadsgebonden bedrijven “zoals omschreven in het convenant kunnen alleen dan -op een andere plek - op de Binckhorst verblijven, indien en voor zover zij kan voldoen aan de randvoorwaarden die gesteld zijn in artikel 12.2 van het ontwerp bestemmingsplan. Vallen deze bedrijven daar niet onder en moeten zij plek op de Binckhorst opgeven Reactie: Zie beantwoording onder 10, 15, 19, 20, 29, 55 Onder welke SBI-code valt de bedrijfsvoering van Ando beheer? Reactie: Reclamant verzoekt op grond van een globale bedrijfsbeschrijving een inpassing in de SBI-code. Op grond van globaal overlegde gegevens kan alleen worden opgemerkt dat in bijlage 2 van het bestemmingsplan, in de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging, uitgeverijen en drukkerijen benoemd worden onder SBI – code 22 e.v. Bedrijf valt niet zonder meer onder te brengen in één van de categorieën van bijlage 2 (staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging) omdat daar het uitgangspunt is dat een combinatie met woningen mogelijk is (en dat geldt niet voor Ando) Reactie: Zie beantwoording onder 188 en 189 Uitbreidingsmogelijkheden zijn niet zeker ivm ontwerp bestemmingsplan
Ra 347, Ra 348, Ra 365, PM062009
Ra 347, Ra 348
Ra 347
Ra 347
Ra 348
192
Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is een globaal plan met uitwerkingsplichten. Voorafgaande aan de uitwerking geldt een bouwverbod waarbij wordt voorkomen dat eventueel niet passende planologische ontwikkelingen de beoogde ontwikkeling frustreren. Overigens wordt in het plan een ontheffing opgenomen voor het bouwverbod (zie hiervoor beantwoording onder de 66 en 172). Met de belangen van belanghebbenden in het plangebied wordt rekening gehouden ( zie beantwoording onder 1). Bedrijf past niet bij het type bedrijven dat nu reeds in de Harnaschpolder gevestigd is (vuilverwerking en waterzuivering)
Ra 348
Reactie: Het bedrijventerrein Harnaschpolder valt in de categorie werkterrein met een deel modern bedrijventerrein en delen die hoogwaardig ingevuld kunnen worden. Zie beantwoording onder 29. 193
Behoefte aan gedetailleerde faseringsregeling van bestemmingsplan
Ra 347. Ra 348
Reactie: Verwezen wordt naar de beantwoording van vraag 59. 194
195
Niet wordt onderbouwd dat de herontwikkeling van het plangebied niet kan geschieden zonder acceptabele situering, inpassing en (technische) vormgeving van watergebonden en milieuhinderlijke bedrijven binnen de grenzen van het plangebied
Ra 350, PM242009
Reactie: Het bestemmingsplan gaat uit van een ambitie zoals is vastgelegd in het Masterplan Binckhorst, d.d. maart 2008 en het RSP Haaglanden, d.d. april 2008. De ambitie houdt grofweg in dat het gebied een gemengd stedelijk karakter krijgt met een grote dichtheid. Hierin passen geen milieuhinderlijke en ruimte extensieve bedrijven. Zie daarnaast beantwoording onder 2 Het is onbegrijpelijk dat optie van alternatieve locatie niet wordt uitgewerkt: “bedrijven goed Ra 350, PM242009 inpakken waardoor uitstraling toeneemt en overlast afneemt”(dan blijft Binckhorst de beste oplossing (milieuplanologisch als financieel economisch gezien) Reactie: Het bestemmingsplan gaat uit van een ambitie zoals is vastgelegd in het Masterplan Binckhorst, d.d. maart 2008 en het RSP Haaglanden, d.d. april 2008. De ambitie houdt grofweg in dat het gebied
een gemengd stedelijk karakter krijgt met een grote dichtheid. Hierin passen geen milieuhinderlijke en ruimte extensieve bedrijven. Met de goedkering van het Masterplan is deze optie expliciet afgewezen. 196
197
198
199
200
Waarom geen plaats binnen gemeente voor bedrijven die werkgelegenheid biedt aan laagstbetaalden? Reactie: Het bestemmingsplan maakt een forse toename van de werkgelegenheid mogelijk. Dit zal ongetwijfeld leiden tot zowel werk voor hoger betaald als voor lager betaald personeel, aangezien elk bedrijf voor een deel afhankelijk zal zijn van lager geschoold personeel voor het verrichten van onderhoud en diensten. Bezwaren tegen onderzoek naar watergebonden bedrijvigheid (amendement op RSP) vanwege het totstandkomingsproces alsmede inhoudelijke argumenten en afwegingen Reactie: Met de ambtenaren van de betrokken gemeentes en in samenwerking met het Stadsgewest Haaglanden zijn de rapporten door een tweetal onafhankelijke adviesbureaus opgesteld. Geen sprake van samenwerking met gemeente Rijswijk met een “open oog voor mogelijke alternatieven “ Reactie: Voorafgaand aan het definitief maken van het 2RC rapport is dit met de gemeente Rijswijk besproken Het wegbestemmen van bedrijven met een mogelijke milieu- en /of externe veiligheidscontour is erg voorbarig aangezien onvoldoende is aangetoond dat binnen de planperiode van 10 jaar de desbetreffende bedrijvigheid uitgeplaatst zal zijn
Ra 350
Ra 350
Ra 350
Ra 350
Reactie: Uitgangspunt bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is uitplaatsing van die onderdelen van bedrijvigheid en of externe veiligheid die de beoogde ontwikkeling frustreren. Het globaal exploitatieplan is opgesteld op grond van dit uitgangspunt. Bij de uitwerking wordt gewerkt volgens de eerder beschreven systematiek (zie beantwoording onder 1, 134 en 172). Bedrijvigheid zoals onder nr 199 moet worden opgenomen in ontwerp bestemmingsplan Ra 350 Reactie: Zie beantwoording onder 199
201
202
203
Het in het ontwerp bestemmingsplan opgenomen voorgenomen programma aan cultuurvoorzieningen past niet binnen de kaders van het leisurebeleid zoals vastgesteld in het Stadsgewest Haaglanden. Evaluatie stadsgewestelijk beleid rechtvaardigt niet opname leisureprogramma, is voorbarig. Graag aanpassing hiervan Reactie: De gemeente ziet kansen voor de stad op deze locatie voor deze functies. Een deel van het genoemde programma zal een lokaal karakter hebben en is daarmee een gemeentelijke aangelegenheid. Een deel van het programma zal een bovenlokaal karakter kunnen hebben op basis van de definitie van het huidige leisurebeleid van het Stadsgewest Haaglanden. In voorkomende gevallen zal de gemeente Den Haag voor de betreffende projecten de afgesproken procedure in acht nemen. Het Stadsgewest Haaglanden is in 2008 bovendien al gestart het leisurebeleid te herzien, waarbij het huidige ruimtelijke toetsingskader als restrictief wordt beschouwd en daarom ter discussie wordt gesteld. De gemeente Den Haag ziet geen reden om het programma op dit onderdeel voor de Binckhorst op dit moment aan te passen of het te herziene leisurebeleid van het Stadsgewest af te wachten. Verbazing over totale toename programma culturele voorzieningen, mist elke vorm van onderbouwing vwb concrete invulling, wenselijkheid en noodzaak Reactie: Den Haag kiest ervoor om de Binckhorst te ontwikkelen tot een gebied met internationale allure. Hierbij horen voorzieningen op het gebied van kunst en cultuur. De exacte omvang van dergelijke voorzieningen is van te voren moeilijk in te schatten, zeker voor de termijn van de geldigheidsduur van een bestemmingsplan. De afgelopen jaren is Den Haag op zoek geweest naar locaties voor grootschalige voorzieningen als een nieuw congrescentrum en het Automobielmuseum. De Binckhorst als bedrijventerrein bood daarvoor geen mogelijkheden waardoor voor andere locaties is gekozen. In een getransformeerde Binckhorst hadden dergelijke voorzieningen heel goed ingepast kunnen worden. Door alleen conclusies van een distributieplanologisch onderzoek tbv bepaling gewenste hoeveelheid winkelvoorzieningen in Nieuw Binckhorst op te nemen in ontwerp is het niet mogelijk deze naar waarde te schatten zonder inzicht te hebben in volledig rapport en uitgangspunten gestelde onderzoeksvragen Reactie: De samenvatting van de uitkomsten van het Distributie Planologische Onderzoek biedt een verantwoording van het beoogde metrage winkelvoorzieningen in de Binckhorst. Het rapport zal zo spoedig mogelijk na het zomerreces worden besproken in de werkgroep detailhanden en leisure van
Ra 350
Ra 350
Ra 350
het Stadsgewest Haaglanden.
204
205
Volgens het onderzoek hoort Nieuw Binckhorst ten minste een compleet aanbod aan wijkwinkelvoorzieningen te krijgen. Het inwonertal dat in de eindsituatie (2030) circa 16.000 mensen bedraagt, betekent voldoende draagvlak voor een compleet convenience-center. WPM adviseert verder om in te zetten op een compact en geconcentreerd wijkwinkelgebied in NieuwBinckhorst, met een compleet doch niet te ambitieus programma. In vergelijking tot nieuwe convenience-centers in Vinex-wijken als Kloosterveen, Nesselande of Schuytgraaf (alle tussen de 10.000 en 11.000 m² bvo detailhandel) zal het programma voor Nieuw Binckhorst iets kleiner moeten zijn. Indicatief wordt een programma van maximaal 8.000 m² winkelvloeroppervlak (bvo) voorgesteld, waarvan de helft uit supermarkten bestaat en de rest uit kleinschalige voorzieningen op het gebied van food, non-food, horeca, en dienstverlening. Bij voorkeur twee ruim opgezette supermarkten vormen de ankers. De winkels moeten in vorm en functie aansluiten bij het dynamische karakter van Nieuw Binckhorst door in te spelen op verschillende doelgroepen; naast bewoners zijn dit ook de werkers en recreanten in het gebied. Geen traditioneel wijkwinkelcentrum, maar meer ruimte voor nieuwe retailvormen, veel horeca en gemaksretail. Het onderzoek leidt verder tot de conclusie dat er geen negatieve effecten zijn voor omliggende winkelgebieden maar dat grote winkelcentra in Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Laak (MegaStores) zullen profiteren van de koopkracht van de nieuwe bewoners van de Binckhorst. Toename van de hoeveelheid vierkante meter detailhandelvoorziening is niet verankerd in regionaal gemaakte afspraken. Op dit aspect wordt in het ontwerp niet ingegaan. Reactie: In de toelichting zal de procedure met betrekking tot het DPO worden opgenomen. Het rapport zal zo spoedig mogelijk na het zomerreces worden besproken in de werkgroep detailhanden en leisure van het Stadsgewest Haaglanden. Beschikbare wegcapaciteit van het hoofdwegennet inclusief op- en afritcapaciteit als ook de capaciteit van het Trekvliettracéis onvoldoende toereikend voor adequate verkeersafwikkeling. Reactie: De gemeente Den Haag heeft momenteel het nieuwe Haagse verkeersbeleid in ontwikkeling. Het Trekvliettracé en de hoofdwegenstructuur van de Binckhorst maken deel uit van een groter geheel, te weten het Haagse wegennetwerk dat op haar beurt weer deel uitmaakt van de wegenstructuur van de regio Haaglanden en de Randstad. Het Haagse verkeersbeleid is gericht op een toekomstvast netwerk waarbij de (auto)verkeerstromen die Den Haag dagelijks binnenkomen en weer verlaten kunnen worden afgewikkeld op de daarvoor beschikbare wegen.
Ra 350
Ra 350
206
Verkeersprognoses laten zien dat het verkeer adequaat kan worden afgewikkeld en met de PlanMER is aangetoond dat dit binnen de wettelijke kaders voor diverse milieueisen kan. Ra 350 Strijdigheden tussen uitgangspunten exploitatieplan Nieuw Binckhorst-Zuid en planregels ontwerp bestemmingsplan: - exploitatieplan gaat uit van 4.327 woningen, planregels van maximaal 4.255 woningen - aanduiding WRO-zone- wijzigingsgebied zoals aangegeven op exploitatiekaart komt niet overeen met de aanduiding op plankaart Reactie: Zowel het exploitatieplan als de planregels in het bestemmingsplan gaat uit van 4.327 woningen. Deze zijn in de planregels onder te verdelen naar de volgende artikelen: Gemengd-uit te werken 4255 woningen Groen-uit te werken 72 woningen Exploitatiekaart is dezelfde als plankaart bij het bestemmingsplan; WRO-zone – wijzigingsgebied is ook op exploitatieplankaart van toepassing.
207
Staat van wijzigingen: De kaart bij het exploitatieplan wordt aangepast conform de laatste versie van de plankaart. Moment start bouw 1/7/10 is onrealistisch gezien de nog te volgen procedures ihk van ontwerpbestemmingsplan en uitwerkingsplannen, berekende tekort van € 199.000.000 valt dan nog negatiever uit.
Ra 350
Reactie: Bij een eerstvolgende geactualiseerde exploitatieplan zal de dan geldende planning cq fasering worden opgenomen en verwerkt. Echter vertraging hoeft per saldo niet te leiden tot een groter dan wel kleiner tekort op NCW 1-1-2009. 208
Het is niet mogelijk kosten ten behoeve van het te realiseren park en de hoofdinfrastructuur (bovenwijkse voorzieningen) ten laste te brengen van de ontwikkelingen in Binckhorst-noord wegens ontbreken planologische basis/zekerheid en aangezien dit gebied buiten de exploitatiegrens valt. Derhalve in exploitatie Binckhorst Zuid rekening houden met 100% i.p.v. 50% van de kosten. Reactie: De opgenomen kosten voor het park en hoofdinfrastructuur zijn kosten voor geheel Binckhorst, dus ook voor het in de toekomst vast te stellen bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Noord. Op basis van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit is aan Zuid en Noord ieder 50% van deze kosten
Ra 350
209
210
toegerekend omdat het bouwprogramma in beide gebieden ongeveer gelijk is. Ramingen voor geheel Binckhorst laten zien dat het noordelijke deel deze kosten ook daadwerkelijk kan dragen. De grondexploitatiewet verplicht voor de direct aan deze twee gebieden toerekenbare kosten geen verwijzingen naar een planologisch kader. Plan van eisen Roeivereniging nadere toelichting geven Reactie: zie beantwoording onder 176 Verzoek dubbel ruimtegebruik toe te voegen aan de ontheffingsopties in de openbare ruimte in de zone langs de Trekvliek, bestemming roeivereniging is dan verenigbaar met andere functies
Ra 352
Ra 352
Reactie: Uitgangspunt binnen de bestemming Gemengd-uit te werken is dubbel ruimtegebruik. De Binckhorst moet een gemengd woon-werkgebied worden, waar wonen gemengd wordt met bedrijven, kantoren en voorzieningen (waaronder sportvoorzieningen). Bij de uitwerking van (een deel van) de bestemming “Gemengd - uit te werken bestemming” wordt een afweging gemaakt tussen de verschillende functies om zo te komen tot een stedenbouwkundig plan dat de ambitie van het bestemmingsplan waar maakt. Hierin wordt de kade als drager van de openbare ruimte meegenomen. Gezien het openbare karakter van de kade en de beperkte bebouwingsmogelijkheden, zal de nieuwbouw voor de roeivereniging of geïntegreerd moeten worden met andere bebouwing in de bestemming “gemengd uit te werken”, waar dubbel ruimtegebruik mogelijk is, of (deels) op het water. Staat van wijzigingen: Bebouwing tbv roeivereniging mogelijk maken binnen bestemming Water zie ook beantwoording onder 176 Strekking van de zienswijzes 211 Verzoek om bij de uitwerking van het definitieve bestemmingsplan bij de aanwijzing van natuurvriendelijke oevers rekening te houden met de (toekomstige) locatie van de roeivereniging Reactie: In de Beslisnotitie Haalbaarheidsstudie juni 2007 is opgenomen dat de bestaande roeivereniging in de Binckhorst gevestigd kan blijven en in het Convenant Bedrijven Binckhorst wordt nogmaals verwezen naar het programma ten aanzien van sport- en wijkvoorzieningen van het masterplan. Uiteraard zal bij een verdere uitwerking van bestemmingsplan Binckhorst ook rekening gehouden worden met de (toekomstige) locatie van de roeivereniging.
Nummers zienswijzes Ra 352
Reactie: zie ook beantwoording onder 176 214 In bestemmingsplan parkeernorm voor sportverenigingen opnemen Reactie: De gemeente Den Haag is momenteel bezig de Kadernota Parkeren te actualiseren. De parkeernormering is een van de onderwerpen die verder uitgewerkt moeten worden. Uw suggestie om een norm voor sportvereniging op te nemen wordt bij de uitwerking van deze normen in overweging genomen. Bij de ruimtelijke ontwikkeling van diverse functies in één gebied wordt een parkeerbalans toegepast: voor elke functie wordt eerst de afzonderlijke parkeerbehoefte bepaald en op basis van aanwezigheidspercentages en bezettingsgraden afgezet tegen het tijdstip van de dag kan de mate van dubbelgebruik bepaald worden waaruit uiteindelijk het aantal benodigde parkeerplaatsen per gebied kan worden bepaald. Het dubbelgebruik van parkeerruimte van kantoren in de avonduren zal zeker in overweging genomen worden. 215 In definitieve plan duidelijk onderscheid maken tussen de roeivereniging en de overige watersport zoals de jachthaven
Ra 352
Ra 352
Reactie: In het bestemmingsplan wordt wel onderscheid gemaakt tussen de roeivereniging en andere watersportvoorzieningen, zoals de watersport/jachthaven. De roeivereniging wordt gezien als onderdeel van de sportvoorzieningen in de Binckhorst. De nieuwe Wro kent de bestemming roeivereniging niet. De jachtwerf wordt gezien als bedrijfsbestemming. In het bestemmingsplan is daarom onderscheid gemaakt tussen sportvoorzieningen en bedrijven in de bestemming “Gemengduit te werken”en extensieve dagrecreatie en jachthaven in de bestemming “Water”. In het bestemmingsplan is voor Binckhorst Zuid 7.000 m² sportvoorzieningen opgenomen. Er is daarbij bewust gekozen voor een globale bestemming om later tot een goede afweging tussen de eisen van de verschillende sportvoorzieningen te komen. Een gedetailleerde opname van de verschillende onderdelen van de roeivereniging is gezien de aard van het bestemmingsplan ( een globaal, nader uit te werken bestemmingsplan) nog niet mogelijk. Bij het nader uitwerken van het gebied in uitwerkingsplannen zal dit verder gespecificeerd worden. zie ook beantwoording onder 176 216 In definitieve bestemmingsplan in de paragraaf over sport- en recreatiebeleid graag een verwijzing opnemen naar de watersportverenigingen op de Binckhorst. Reactie: Zie beantwoording onder vraag 176
Ra 352
Staat van wijzigingen In de toelichting wordt de volgende passage opgenomen:“in de huidige situatie zijn diverse watersportverenigingen in de Binckhorst gevestigd. Dergelijke voorzieningen passen bijzonder goed bij het beoogde karakter van Nieuw Binckhorst. Er kan worden geprofiteerd van zowel het water en de groenzone langs de Haagse Trekvliet, als van de Binckhorsthaven. zie ook beantwoording onder 176. 217 Hoe wordt gedurende de (her) inrichting omgegaan met de continuïteit van de watersport waaronder roeisport en verenigingsactiviteiten (tijdelijke huisvesting, vergraven van waterwegen etc.) Reactie: Zoals al eerder is aangegeven ten aanzien van zienswijzen van bedrijven zal elk uitwerkingsplan vergezeld worden door een verplaatsingsplan. Indien sprake zal zijn van verplaatsing van de roeivereniging zal de roeivereniging in een vroegtijdig stadium hierin bij betrokken worden zodat rekening kan worden gehouden met de belangen van de roeivereniging. Er zal in overleg met de roeivereniging worden gezocht naar een alternatieve locatie op de Binckhorst, waarbij eventueel een tijdelijke locatie wordt meegenomen. De gemeente is voornemens te starten in het gebied rond de Fokkerschool, globaal begrensd door Binckhorstlaan 135 t/m 285 – Uranusstraat – Trekvliet. Eigenaren en gebruikers/huurders in dit gebied zullen conform de bepalingen vastgelegd in het Convenant Bedrijven Binckhorst, zo spoedig mogelijk na vaststelling van het bestemmingsplan in de Raad worden benaderd. Een eerste fase park is voorzien rondom het haventje Trekvliet. 218 Valt in exploitatieplan onder kosten voor tijdelijke maatregelen voor verplaatsing ook de kosten voor tijdelijke huisvesting en verplaatsing van de roeivereniging? Graag duidelijkheid over bijdrage van de gemeente in deze kosten
Ra 352
Ra 352
Reactie: Ja, alle kosten noodzakelijk zijn en die verband houden met de voorgestane ontwikkeling maken onderdeel uit van het exploitatieplan. De huidige inzichten gaan uit van verplaatsing van de roeivereniging en zijn dus ook tegen marktconforme ramingen opgenomen in het exploitatieplan. 219 Nergens blijkt uit dat de inspraak serieus wordt behandeld, waarom geen inhoudelijke reactie?
Ra 353
Reactie: Zie beantwoording onder 90. 220 Waar is het groen gebleven? “Groen-uit te werken bestemming”laat veel ruimte voor bebouwing
Ra 353
Reactie: In de regels is in artikel 13 (Groen-uit te werken bestemming) in de uitwerkingsregels (lid 13.2) onder a opgenomen dat het aantal hectare groenvoorzieningen en water minimaal 10 moet bedragen. Het bestemmingsvlak heeft een oppervlakte van 12 hectare, wat betekent dat er nog maar maximaal 2 hectare overblijft voor bebouwing, passen binnen de bestemming Groen (bv. sportvoorzieningen, horeca, culturele voorzieningen). 221 In het bestemmingsplan is het Trekvliettracé genegeerd, waarom? Reactie: Zie beantwoording onder 92. 224 Geen concrete oplossing voor verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven
Ra 353
Ra 353, Ra 359, Ra 360, Ra 364, PM242009
Reactie: De oplossing van de verplaatsing van de milieuhinderlijke bedrijven is een regionaal onderwerp. Den Haag werkt in Haaglanden verband mee om te komen een gezamenlijke keuze uit een aantal concrete opties. Voor de niet watergebonden bedrijven is er ruimte gereserveerd op het bedrijventerrein Heron en Harnaschpolder. Voor de watergebonden bedrijven wordt in Haaglanden verband en met de betrokken gemeenten een keuze gemaakt voor een optimale locatie. 227 Plaatsing van betoncentrales in de Binckhorst te onderzoeken, met optimalisatie van ruimtegebruik door stapeling van bedrijfsfuncties Reactie: In de Masterplan fase is onderzoek naar de haalbaarheid gedaan. Daarbij is gekeken naar de mogelijkheden om te stapelen (gedeeltelijk ondergronds te bouwen). Op basis hiervan heeft de gemeenteraad geconcludeerd dat dit niet haalbaar is uit het oogpunt van financiën, ambitie en bedrijfseconomische uitvoerbaarheid. Met de goedkering van het Masterplan is deze optie expliciet afgewezen. Deze genoemde conclusies zijn in het RSP overgenomen. 228 Voor goedkeuring bestemmingsplan eerst een oplossing vinden voor asfaltcentrale Reactie: Bij vaststelling van het bestemmingsplan zal er nog geen definitief besluit genomen zijn ten aanzien van de uitplaatsing van de watergebonden bedrijven. Zoals al is aangegeven onder 1 zullen bij uitwerking van de verschillende gebieden in uitwerkingsplannen verplaatsingsplannen opgesteld worden. Bij uitwerking van het gebied binnen de invloedssfeer van de asfalt- en betoncentrales zal
Ra 353
Ra 353, PM242009
een verplaatsingsplan ten behoeve van deze bedrijven opgesteld moeten worden, waaruit blijkt dat de bedrijven uitgeplaatst zijn op het moment dat de ontwikkelingen uitgevoerd gaan worden. Zolang immers nog geen duidelijkheid is omtrent de uitplaatsing van deze bedrijven, kunnen er binnen de invloedssfeer van de bedrijven geen ontwikkelingen plaats vinden. Het in de regels opgenomen bouwverbod voorkomt dat er ontwikkelingen plaats vinden voordat de bedrijven daadwerkelijk uitgeplaatst zijn. Zie beantwoording onder vraag 224 229 Alternatieve locatie voor firma Meeuwissen en Reparco vinden en anders in Binckhorst nieuwe ruimte reserveren Reactie: Zie beantwoordingen onder 1 en 8. Pas bij het opstellen van een uitwerkingsplan met verplaatsingsplan zal duidelijk worden waar een bedrijf geherhuisvest wordt. In het kader van het globale bestemmingsplan is het nog niet mogelijk daar meer duidelijkheid over te scheppen 230 Conclusies studie 2005 inzake betonmortel en asfaltcentrales correct weergeven en ontwerp bestemmingsplan hierop in te richten
Ra 353
Ra 353
Reactie: Vermoedelijk wordt gedoeld op een in 2005 door het Stadsgewest Haaglanden, ter voorbereiding op het Regionaal Structuurplan 2020, verricht onderzoek naar betonmortel- en asfaltcentrales. Nadien is dit RSP op 16 april 2008 door het Algemeen Bestuur van het Stadsgewest vastgesteld. In het RSP is opgenomen dat de uitplaatsing van de watergebonden bedrijvigheid uit de Binckhorst naar een nader te onderzoeken zoeklocatie de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van de Binckhorst mogelijk maakt als onderdeel van het centrale metropolitane gebied van Haaglanden. Het RSP ondersteunt met dit beleid de uitgangspunten van het Masterplan Nieuw Binckhorst. 249 De molenbiotoop in relatie tot de Laakmolen aan de westzijde van de Laakhaven
Ra 357
Reactie: De gemeente Den Haag heeft in december 2008 aan het bureau Cultuur van de provincie ZuidHolland verzocht om de situatie van de Laakmolen en de randvoorwaarden voor ontwikkelingen in de omgeving te beschrijven. Hierop is nog geen reactie ontvangen. Er is een aantal jaren geleden een discussie geweest over de molenbiotoop van deze molen. Deze blijkt niet meer aanwezig te zijn. 250 De keurzone en de nog aan te leggen waterberging
Ra 357
Reactie: In overleg met het Hoogheemraadschap heeft de bestaande waterkering (kernzone) op de plankaart de dubbelbestemming Waterstaat-waterkering gekregen. In de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarmee de waterkering verlegd kan worden. In de algemene regels (artikel 20) is onder i opgenomen dat in het gedeelte van het plangebied dat binnen het poldergebied Veen- en Binckhorstpolder is gelegen minimaal 4500 m2 oppervlaktewater gerealiseerd moet worden. Daarmee wordt voldaan aan de waterbergingsopgave. 251 In het ontwerp bestemmingsplan is ten onrechte aan bedrijf geen positieve bestemming toegekend, positief bestemmen want het past naadloos binnen het gebied Reactie: Er zijn inderdaad bedrijven die qua functie passen binnen onderhavig bestemmingsplan. Het is echter nog maar de vraag of die bedrijven op de huidige locatie kunnen blijven zitten. Ook binnen de Binckhorst zullen veel verplaatsingen plaats vinden en uitgangspunt daarbij is zoveel mogelijk menging van functies, wat wil zeggen dat veelal sprake zal zijn van bedrijven, kantoren en voorzieningen op de onderste verdieping(en) van een pand met woonbebouwing daarboven. In de huidige situatie is geen sprake van functiemenging en is het veelal ook niet mogelijk om binnen de huidige bebouwing functiemenging toe te passen. Zie verder beantwoording onder 8. 252 Het pand is ten onrechte niet betrokken bij het bouwvlak dat rust op de aanpalende en vastgebouwde Caballero fabriek
Ra 358
Ra 358
Reactie: De Caballerofabriek bestond uit meerdere panden. Van deze panden is het meest interessante deel gedetailleerd bestemd. Ten behoeve van de Caballero fabriek is een bouwvlak opgenomen, omdat het door de afdeling monumentenzorg van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling is aangewezen als één van de panden op de Binckhorst die een zekere cultuurhistorische waarde bezitten en representatief zijn voor de ontwikkeling van het gebied. Uitgangspunt bij de verdere ontwikkeling van de Binckhorst is dat deze panden behouden blijven. Ze zijn echter wel opgenomen binnen de Gemengduit te werken bestemming, zodat de functie van deze panden nog wel kan wijzigen. 254 Gemeente heeft ten onrechte het alternatieve plan van architectenbureau E19 onvoldoende onderzocht en ook niet gemotiveerd waarom voor het ter inzage gelegde plan is gekozen boven het alternatieve plan Reactie:
Ra 359, Ra 360, Ra 363
Zie beantwoording onder 467 255 Bedrijf heeft aanzienlijk geïnvesteerd in kwaliteits- en milieukwalitetseisen en dient daarom gehandhaafd te blijven
Ra 360
Reactie: Zie beantwoording onder 1 en 8 256 Het gemengde karakter van woningen en bedrijven in het plangebied zal enorme consequenties hebben voor het parkeren in de directe omgeving. Niet wordt aangegeven waar parkeerplaatsen zullen worden gerealiseerd. Bedrijf zal overlast ondervinden.
Ra 360
Reactie: De benodigde hoeveelheid parkeerruimte is afhankelijk van de functie die ontwikkeld wordt en de aanwezigheid van openbaar vervoer in een gebied: bij hoogwaardig openbaar vervoer is er een alternatief voor de auto aanwezig en is het noodzakelijke autogebruik wat lager dan in gebieden waarin dit openbaar vervoer niet aanwezig is. Deze afhankelijkheid is verwerkt in de parkeernormen: (landelijke) kerncijfers die gehanteerd worden om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. In het bestemmingsplan zijn de Haagse parkeernormen opgenomen en bij ruimtelijke ontwikkelingen worden deze normen toegepast om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. Met de parkeernormen is voldoende parkeerruimte beoogd voor de ruimtelijke ontwikkeling, de parkeerplaatsen dienen op eigen terrein te worden aangelegd. Dat kan in ondergrondse parkeervoorzieningen, wellicht in een centrale parkeergarage in het gebied, maar ook in de vorm van parkeerruimte op straat. Met het wijzigen van de hoofdwegenstructuur zal ook de inrichting van een aantal wegen anders worden dan in de huidige situatie waardoor ook de parkeersituatie verandert. Per deelgebied wordt een zogenaamde parkeerbalans gemaakt om te zorgen dat er voldoende parkeerruimte wordt geboden voor zowel de zittende als de nieuwe bedrijven en woningen. In een latere fase worden plannen verder uitgewerkt en wordt ook de aanleg van parkeerruimte verder uitgewerkt. 257 Problemen met herhuisvesting bedrijf aangezien productie in drukkerij mogelijk gepaard gaat met trillingen waar woonhuizen gevoelig voor zijn. Reactie: Zie beantwoording onder 1, 2 en 8. 258 Op basis van het Convenant bedrijfsleven en de gemeente Den Haag ten behoeve van transitie Binckhorst”dient er rekening te worden gehouden met de bestaande bedrijven op de Binckhorst. Dit gebeurt op geen enkele wijze, er wordt zelfs een uitsterfconstructie gecreëerd.
Ra 361
Ra 362, Ra 364, ra 365, ra 366, ra 367, Ra 368, PM062009, PM082009, PM092009, PM102009,
260
Reactie: Er is geen sprake van een uitsterfconstructie. Op grond van de Wro is het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid ontwikkeld. Dit bestemmingsplan is een globaal plan met uitwerking. Voor de werkwijze ten aanzien van de aanwezigheid en verplaatsing van zittende bedrijven in het plangebied wordt verwezen naar beantwoordingen onder 1 en 8. Een gebied met veel familiebedrijven, stoere bedrijfsarchitectuur, anarchistisch rauwe rafelen sociaal gegroeide diversiteit zal afsterven, gemeente moet dit juist als uitgangspunt nemen voor transformatie gebied
PM112009 , PM072009
Ra 363
261
Reactie: De ontwikkeling van de Binckhorst in de afgelopen jaren, waarbij de grote en sterke bedrijven naar de rand van de stad trokken maakte het mogelijk dat er een ander soort bedrijventerrein kon ontstaan waar nog weinig geïnvesteerd werd. Deze bedrijfsvoering is veelal extensief. Hoe fraai sommigen deze situatie ook vinden, voor een herontwikkeling vormt het een belemmering waardoor de Binckhorst nooit uit zal groeien tot een woon/werkgebied zoals in de structuurvisie is besloten Gebied met grote sociale netwerken en samenwerking
Ra 363
262
Reactie: Transformatie van de Binckhorst naar een gemengd woon-werkgebied betekent dat wordt ingezet op een grote mate van functiemenging. In de uitwerking wordt zo veel mogelijk met specifieke eisen van wonen, bedrijven of voorzieningen rekening gehouden om zo tot een hoogwaardig stedenbouwkundig plan te komen dat voldoet aan het ambitieniveau zoals dat is vastgelegd in het masterplan. Voor de bedrijven wordt een aantal panden gehandhaafd en maakt het bestemmingsplan een uitbreiding voor stadsgebonden MKB mogelijk. Juist door de combinatie van deze bedrijven met woningbouw wordt het sociale netwerk versterkt. Voor de bedrijven die wel stadsgebonden zijn, maar te veel overlast geven is opgenomen dat er 20.000 m² solitaire bedrijfsruimte op de Binckhorst gerealiseerd kan worden. Van samenspraak tussen betrokkenen en gemeente is geen sprake
Ra 363
Reactie: De zienswijzen die in het kader van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan voor heel de Binckhorst zijn ingediend, zijn meegewogen bij het opstellen van onderhavige bestemmingsplan. Waar mogelijk zijn opmerkingen verwerkt. Dat geldt echter niet voor alle opmerkingen. Ten aanzien van opmerkingen die nu opnieuw terugkomen in de zienswijzen zal worden aangegeven of deze worden verwerkt en zoniet wat de afweging daarbij is geweest.
263
264
Afgelopen maanden heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met de Bro partners en op 25 juni 2009 is een informatiedag voor alle belangstellenden in het plangebied georganiseerd. Onduidelijkheid in het plan, gesproken wordt als geheel en dan weer van Zuid, politieke beslissingen gaan door en betrokkenen blijven in onzekerheid. Reactie: Het voorliggende ontwerpbestemmingsplan is Nieuw Binckhorst Zuid. Ten opzichte van het voorgaande plan is dit bestemmingsplan geknipt, omdat bij vaststelling van een bestemmingsplan aangetoond moet worden dat de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maken ook binnen de planperiode van 10 jaar gerealiseerd c.q. verwezenlijkt moeten worden. In het ontwerp bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid zijn die ontwikkelingen meegenomen, die in de komende jaren ontwikkeld gaan worden. Het ontwerpbestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid zal begin oktober 2009 aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden. Kan en mag de directeur van Nieuw Binckhorst ook directeur zijn van een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein waar veel bedrijven uit de Binckhorst naar toe worden gesluisd.
Ra 363
Ra 363
265
Reactie: Reclamant doelt op het feit dat dhr. van der Harst zowel directeur is van de gebiedsonderneming Nieuw Binckhorst als van de Harnaschpolder. Er is geen reden waarom de directeur van Nieuw Binckhorst niet de directeur kan zijn van de Harnaschpolder. Is afdeling Monumentenzorg wel onafhankelijk van DSO
Ra 363
266
Reactie: De afdeling Monumentenzorg adviseert B&W en is in zijn advies onafhankelijk. De beslissing van B&W bepaalt de koers voor de verdere ontwikkeling van de Binckhorst. Waarom krijgen bedrijven het bestemmingsplan + plan mer niet toegestuurd?
Ra 363
Reactie: Allereerst dient voorop te worden gesteld dat alle grondeigenaren en overige belanghebbenden en zakelijke gerechtigden (alsmede degenen die op het oude plan Binckhorst 2008 een zienswijze hebben ingebracht) per brief over het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid voorafgaande aan de ter visie legging zijn geïnformeerd. De gemeente heeft daarmee aan haar verplichting ten aanzien van de wettelijke kennisgeving voldaan. Bovendien was naast de fysieke ter visielegging alle informatie kosteloos in te zien en te downloaden op de gemeentelijke website. Op grond van de Wro is zes weken gelegenheid gegeven tot het indienen van een zienswijze. Uit het oogpunt van milieu en de hieruit voortvloeiende kosten is het niet doenlijk en reëel om iedereen vooraf die mogelijk in het plan geïnteresseerd zou kunnen zijn daarvan een exemplaar inclusief planMER toe
267
268
269
te zenden. Gemeente zet zelf in werking dat door vertrek van groeiende bedrijven en kapitaal krachtige bedrijven naar de rand van de stad het investeringsklimaat verslechterd Reactie: Al jaren ziet men de grote bedrijven door groei of betere ontsluiting naar de rand van de stad vertrekken. Dit is echter geen specifiek probleem dat alleen in de Binckhorst of Den Haag speelt, maar is een landelijk gegeven. De gemeente wil dit keren door deels in te zetten op verplaatsing van ruimte-extensieve bedrijven naar o.a. de Harnaschpolder, maar anderzijds ook door in te zetten op behoud van 60.000 m² goede bedrijfsbebouwing in Binckhorst Zuid en nieuwbouw van 65.000 m² bedrijfruimte. Deze nieuwbouw zal vooral geïntegreerd worden met de andere functies, en dan vooral met het wonen. Daarnaast is 20.000 m² monofunctionele bedrijfsruimte voor de bedrijven in de iets hogere hindercategorie mogelijk. Hierdoor kan het stadsgebonden MKB in de Binckhorst gehandhaafd blijven. Uitgangspunten zijn misleidend en demagogisch Reactie: Reclamant doelt op de begrippen “stoer, ondernemend en duurzaam” zoals deze als ambitie voor de Nieuw Binckhorst Zuid zijn verwoord. Stoer wordt niet alleen bepaald door het handhaven van de bebouwing of bedrijven. Stoer slaat op de uitstraling van het gebied in de toekomst. Dit wordt bepaald door de te handhaven bebouwing, maar ook door de functiemenging en architectuur. Door het beeld van de haven en de kade langs de Haagse Trekvliet. Door het materiaalgebruik voor de inrichting van de openbare ruimte. Ondernemend zijn niet alleen de huidige ondernemers, maar zeker de ondernemers die het aandurven zich straks in Nieuw Binckhorst te vestigen. Zie het aantal ondernemers dat nu al de sprong gemaakt heeft of dit overwegen. Duurzaam is iets voor de lange termijn. Het gaat daarbij niet alleen om sloop van de panden, maar om een afweging van alle aspecten. Daarom wordt er ingezet op een menging van functies en is veel nieuwe bedrijfsruimte gepland. Stadsgebonden MKB in de stad en grotere verkeersaantrekkende bedrijven er buiten. Zie ook de MER. Dat men hier vurig over spreekt kan niet als ophitsend worden gezien, dat men hierin gelooft niet als leugenachtig. Slechte voorstudie van het karakter en het unieke van het huidige gebied voor Den Haag “Heb oog voor het geheim van de gewone man op de Binckhorst”, tante Sjaan, mevrouw Stoffels e.d.. Negeren van de kracht en diversiteit van de huidige bedrijven. Reactie:
Ra 363
Ra 363
Ra 363
270
Een Binckhorst wordt niet alleen ontwikkeld als een hippe wijk voor jonge en snelle mensen in het pak, maar voor de Hagenaar die anders wil wonen. In de eindsituatie zal 30% van het aantal woningen bestaan uit sociale woningbouw en 70% uit midden en dure woningbouw. Voor Binckhorst Zuid betekent het 1.316 woningen in de sociale sector. Binckhorst is laatste authentieke industrie- en bedrijventerrein van Den Haag
Ra 363
271
Reactie: De Binckhorst heeft zich in eerste instantie in de 20 en 30er jaren rondom het terrein van de gasfabriek ontwikkeld. Hiervan is nog een deel gehandhaafd en als monument aangewezen. Na de tweede wereldoorlog ontwikkelde de Binckhorst zich verder. Doordat dit zeer geleidelijk ging is het aantal karakteristieke 50-er jaren bedrijfspanden beperkt gebleven. In de uitwerking wordt juist naar een balans gezocht tussen de elementen die het karakter van het gebied bepalen en de nieuwe functies. Het belang voor een ziel wordt dan ook onderschreven. Niet voor niets wordt er gesproken over een stoer Nieuw Binckhorst. Het behouden van de huidige werknemers in de huidige panden is echter niet mogelijk omdat dit de verdere ontwikkeling onmogelijk maakt. Hervestiging op een andere plek in de Binckhorst zal voor een deel van de bedrijven mogelijk zijn. Kijk goed naar behoefte aan nieuwe kantoren voordat bedrijven worden opgeofferd
Ra 363
272
Reactie: In het bestemmingsplan is onderscheid gemaakt in de kantorenlocaties rondom het Maanplein en de SDU enerzijds en de kantoren in de bestemming “Gemengd – uit te werken”. De kantoren rondom het Maanplein en de SDU zijn gedetailleerd bestemd. In de rest van Binckhorst zuid is 130.000 m² aan kantoren opgenomen. Op dit moment is in dit gebied echter al 123.000 m² kantoorruimte aanwezig. In het bestemmingsplan wordt dan ook voornamelijk gesproken over te handhaven bebouwing of vervanging. Er is niet geleerd van fouten uit het verleden
Ra 363
Reactie: Reclamant doelt op het feit dat het goed is dat de stad in ontwikkeling is en nieuwe hoogwaardige architectuur kent maar het hierbij gehanteerde tempo ligt te hoog. Dit is ook de reden dat het bestemmingsplan Binckhorst zoals deze in 2008 was ontwikkeld is geknipt naar ontwikkelingen die alleen in de komende 10 jaar zullen worden gerealiseerd t.w. Nieuw Binckhorst Zuid. (zie beantwoording onder 263). Iedere stad is in ontwikkeling. Alleen zal de ontwikkeling van de Binckhorst zich onderscheiden van de herontwikkeling van andere gebieden waarbij alleen op woningbouw is ingezet. Zo wordt in het plan voortgeborduurd op de bestaande structuur en waar nodig wordt deze nog versterkt. De
273
Binckhorstlaan blijft als boulevard nog steeds de drager van het gebied, de haven blijft gehandhaafd, maar dan voor iedereen goed toegankelijk, de Haagse Trekvliet wordt met zijn nieuwe kade een aantrekkelijke wandelroute voor alle Hagenaars. Daarnaast is er een afweging gemaakt welke oude panden vanuit historisch perspectief interessant zijn en ook iets kunnen betekenen voor de ontwikkeling van de Binckhorst en zal de begraafplaats gehandhaafd blijven. In de uitwerking komen al deze aspecten bijeen en zullen van de Binckhorst een gebied maken dat zich onderscheid van alle andere gebieden die in het verleden zijn herontwikkeld. Het tempo zal echter wel hoog liggen. Om deze herstructurering mogelijk te maken kan men de eerste bewoners niet te lang in een gebied laten wonen waarbij geen uitzicht is op de totale herstructurering Wat is hoge en wat is lage cultuur zoals omschreven in het plan?
Ra 363
274
Reactie: In het bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen het gevarieerde aanbod aan culturele instellingen die vooral in het centrum van Den Haag en Scheveningen zijn gevestigd, high-culture, en de minder zichtbare maar voor het kunstklimaat niet minder belangrijke ateliers en broed- en werkplaatsen, low-culture. Nieuw Binckhorst moet aan beide vormen ruimte bieden omdat ze een ziel geven aan het gebied en zo bijdragen aan een stoer, ondernemend en duurzaam Binckhorst. Gemeente gaat voor de vorm en niet voor de inhoud
Ra 363
275
Reactie: Reclamant onderbouwt de reactie in de ingebrachte zienswijze verder niet. Dat de gemeente alleen voor de vorm zou gaan en niet voor de inhoud is een onjuiste constatering. De gemeente kan alleen op grond van de Wro en Bro een bestemmingsplan ontwikkelen en laten vaststellen. Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is op deze wijze tot standgekomen waarvoor bovendien voorafgaande aan de ter visie legging een planMER is opgesteld. Nader onderzoek heeft bovendien plaatsgevonden op thema’s lucht en geluid welke in de toelichting maar ook in de planregels van het bestemmingsplan zijn verwerkt. Economische groei niet altijd goed, waarom wil Den Haag meer inwoners
Ra 363
Reactie: Het aantal bewoners in Den Haag is de afgelopen jaren teruggelopen en bracht Den Haag economisch in een minder gunstige situatie. Er was verlies aan koopkracht en bedrijven trokken weg. Om de leegloop van de stad te keren is een structuurvisie opgesteld om aan te geven hoe dit gekeerd kan worden door de stad intensiever te gebruiken. De noodzaak om in de Binckhorst een groot aantal woningen te realiseren is onderbouwd in diverse nota’s zoals de Haagse Woonvisie 2020. Deze keuze is ook verder onderbouwd in de Structuurvisie Den Haag 2020. Ook vanuit rijk en provincie wordt gewezen op de noodzaak om binnenstedelijk te
276
277
verdichten in plaats van nieuwe bouwlocaties buiten de steden te ontwikkelen. Pand valt onder bescherming van monumentenzorg
Ra 364
Reactie: De rijks en gemeentelijke monumenten hebben door het opnemen van de bestaande bouwvlakken en bouwhoogtes op de plankaart een zekere bescherming gekregen in het bestemmingsplan. De panden aan de Orionstraat zijn geen monumenten en derhalve niet als monument in het bestemmingsplan opgenomen. Dat het culturele erfgoed meer is dan de monumenten die nu zijn opgenomen wordt onderschreven. Door de gemeente is een selectie gemaakt van gebouwde objecten met een zekere cultuurhistorische waarde. Uit deze lijst is een selectie gemaakt van panden die niet alleen een hoge cultuurhistorische waarde hebben, maar ook bijdragen aan de ontwikkeling van de Binckhorst. De hallen maken onderdeel uit van deze lijst. De hallen zijn gelegen in het toekomstige park. In het ontwerp van het park moet gezocht worden naar mogelijkheden om een deel van de hallen te behouden en een passende functie te geven. Het is onbegrijpelijk dat er een park moet komen. Het is te groot, de grenzen zijn willekeurig en het gaan ten koste van de bedrijven
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 330
Reactie: Het plangebied bestaat voornamelijk uit bebouwd gebied en er is relatief weinig groen. Relatief, omdat bij een omvang van 8.500 woningen feitelijk een veel groter oppervlak aan groenvoorzieningen gewenst is. Naast het park zelf zullen ook op meerdere plaatsen kleinschalige groenvoorzieningen moeten worden gerealiseerd. Bestaande groenelementen zoals rond het kasteel De Binckhorst zijn dan ook zeer welkom. De begraafplaats kan – hoe groen ook – niet worden beschouwd als openbaar groen zoals parken en plantsoenen ten behoeve van wandelen, recreëren, honden uitlaten enz. De grote schaal van het park is ook gewenst om publieke attracties mogelijk te maken. In het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 is het te ontwikkelen stadspark in de Binckhorst overigens ook opgenomen als onderdeel van de groen blauwe schakel Gantel-Erasmusweg-LaakBinckhorst-Schenkstrook. 278
De precieze berekeningen van gevels, bouwvlakken en bouwhoogten zijn nog niet bekend. Voor de precieze berekeningen van de geluidbelasting op de gevels van voorgenomen geluidgevoelige objecten is het plan te globaal van karakter. Reactie: De systematiek van de Wet geluidhinder verzet zich niet tegen een bestemmingsplan met een uitwerkingsplicht. Omdat er sprake is van een globaal bestemmingsplan is in het hogere waarden
Ra 329
279
280
281
besluit de voorwaarde opgenomen dat bij de definitieve uitwerking van het bestemmingsplan, doch voor de verlening van de bouwvergunningen akoestisch moet worden aangetoond dat de hogere waarden besluit en de ontheffingscriteria uit het Haags ontheffingen beleid in acht worden genomen. Op deze wijze is ook de nauwkeurigheid voor de geluidwerendheid van de gevels van de te realiseren geluidgevoelige objecten gewaarborgd. Voorkomen moet worden dat geluidsgevoelige functies in de praktijk een hogere geluidsbelasting zullen krijgen dan de hogere waarde die is verleend. (Het is onvoldoende in het bestemmingsplan geborgd dat er geluidsschermen langs het spoor en de A12 worden geplaatst voordat met de bouw van woningen wordt begonnen.) Reactie: Het akoestisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst-Zuid is zo opgezet dat in ieder geval de hoogst mogelijke geluidsbelastingen op de te realiseren woningen zijn berekend. Verder moet bij de definitieve uitwerking van het bestemmingsplan, doch voor de verlening van de bouwvergunningen, akoestisch worden aangetoond dat het hogere waarden besluit en de ontheffingscriteria uit het Haags ontheffingen beleid in acht worden genomen. Er zijn nog geen berekeningen uitgevoerd die inzicht geven in het plaatsgebonden- en groepsrisico van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A12 en delen binnen het plangebied Reactie: Inzicht in het plaatsgebonden risico is beschikbaar (zie onder 99 en 102). Voor het groepsrisico m.b.t. de route gevaarlijke stoffen zullen kwantitatieve berekeningen gemaakt worden conform de circulaire externe veiligheid. Zie beantwoording onder vragen 101, 102. 103 De bestaande hogedrukaardgasleiding en het bestaande LPG station inclusief risicocontouren moeten nog niet worden wegbestemd, maar op de plankaart en in de planvoorschriften worden opgenomen. Niet gegarandeerd kan worden dat deze op het moment van vaststellen van het bestemmingsplan daadwerkelijk zijn verwijderd. Reactie: De aardgasleiding zal middels een dubbelbestemming op de plankaart worden opgenomen. In de uitwerkingsregels zal worden toegevoegd dat gebieden die binnen de zone van de aardgasleiding liggen, pas uitgewerkt mogen worden als deze aardgasleiding verlegd is. In de regels zal verder een wijzigingsbevoegdheid opgenomen worden waarmee de leiding weer van de plankaart verwijderd kan worden, zodra daadwerkelijk sprake zal zijn van het inkorten ervan. Het bestaande LPG-station is wegbestemd, maar ook hiervoor geldt het gestelde bij de beantwoording van vraag 1. Zolang het bedrijf nog niet weg is, valt het onder het overgangsrecht en kan het huidige gebruik worden voortgezet. Zolang het bedrijf nog aanwezig is, zal bij
Ra 329
Ra 329
Ra 329
uitwerking van gebieden in de omgeving ervan rekening gehouden moeten worden met de risicocontouren van het bedrijf.
282
283
Staat van Wijzigingen Opnemen van de aardgasleiding op de plankaart met een dubbelbestemming en een wijzigingsbevoegdheid voor het verwijderen van de leiding De SBI-code voor verf, lak en vernisfabrieken (243) is niet opgenomen in bijlage 2 van de regels behorende bij het ontwerp bestemmingsplan. Voortzetting van het bedrijf in dit gebied “specifieke vorm van gemend-d” is dan niet mogelijk. Dit moet gewijzigd worden of hiervoor moet ontheffing worden verleend. Er is een milieuvergunning en er zijn reeds in diverse milieumaatregelen geïnvesteerd. Reactie: Bijlage 2 betreft een lijst van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging. Gezien de potentiële milieuhinder van verf, lak en vernisfabrieken is deze categorie niet in deze lijst opgenomen. Deze bedrijfsactiviteit is opgenomen in bijlage 3 – Staat van bedrijfsactiviteiten, en valt in categorie 4.2. Het bedrijf kan op grond van deze constatering niet worden gemengd met gevoelige functies zoals wonen. Zie verdere beantwoording onder vraag 8 en 9. Ongemotiveerd en in strijd met het gelijkheidsbeginsel zijn de gebouwen in het huidige ontwerpbestemmingsplan niet meer opgenomen in de lijst van gebouwen die een zekere cultuurhistorische waarde bezitten. Reactie: Door Monumentenzorg is in maart 2008 een cultuurhistorische verkenning gemaakt van de Binckhorst, waarin dit pand is omschreven als: Verffabriek met bijbehorende kantoren uit 1956 is ontworpen voor de verffabriek H. Vos en zonen. Het in metselwerk en beton opgetrokken complex bezit de kenmerkende details van de traditionele wederopbouwarchitectuur, zoals die in de jaren vijftig veel werd toegepast. Bij de beoordeling is een cultuurhistorische waardering gegeven op de volgende criteria: • Architectonische verschijningsvorm • Gaafheid en zeldzaamheidswaarde • Historische betekenis • Stedenbouwkundige positie Het pand is beoordeeld als pand met enige cultuurhistorische waarde, de laagste categorie, en daardoor niet gedetailleerd in het plan opgenomen. Door het opnemen van bouwvlakken op de plankaart worden de panden planologisch beschermd.
Ra 324
Ra 324
284
285
De gemeente handelt met dit bestemmingsplan in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Omdat er een milieuvergunning is verleend (die was aangevraagd vanwege de door Den Haag verlangde aanpassing van de inrichtring) is het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de aanvragen mogen worden voortgezet. Reactie: Zie beantwoording onder 1 De voorwaarde dat 50% van de bruto-vloeroppervlakte van een bedrijf zich niet op de beganegrondlaag mag bevinden (artikel 12.2 sub f) is niet reëel.
Ra 324
Ra 324, PM072009
Reactie: In de uitwerking worden locaties aangegeven voor 20.000 m2 stadsgebonden bedrijven in hogere milieucategorie. Hierbij wordt uitgegaan van zo intensief mogelijke bebouwing, passend bij het beeld van Nieuw Binckhorst. Per bedrijf wordt daarbij bekeken welke bedrijfsonderdelen grondgebonden zijn en wat op verdiepingen kan worden ondergebracht. Veelal is dit het kantoor, kleedruimte, kantine, soms ook productieruimte en dergelijke. Om echt intensief te bouwen zal daarnaast een aantal bedrijven gestapeld moeten worden. Een tweede maaiveld, industrieel complex of andere vormen van stapeling zijn mogelijk. Het in het bestemmingsplan genoemd criterium “50% van het totale bruto vloeroppervlak niet op begane grond” is inderdaad niet haalbaar omdat het aan een bedrijf gekoppeld is en niet aan een complex bedrijven. In het plan wordt bedrijf dan ook vervangen door bedrijf(sverzamelgebouw).
286
Staat van wijzigingen: Planregel artikel 12.2 lid f sub 4 wordt het woord ‘bedrijf’ vervangen door ‘bedrijfsverzamelgebouw’. De voorwaarde dat parkeren niet mag plaatsvinden op de begane grond is eveneens onredelijk beperkend Reactie: Volgens het Convenant Bedrijven Binckhorst zal van de toe te voegen bedrijfsruimte minimaal 20.000 m² als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden en ambachtelijk bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren met woningen of andere gevoelige functies. Voor een zeer efficiënt grondgebruik is het noodzakelijk om parkeeroplossingen te realiseren die geen beslag leggen op de begane grond. Denkbaar zijn ondergrondse parkeren of parkeren op
Ra 324
287
288
290
291
292
daken. Onbegrijpelijk dat werkgelegenheid van minder geschoolden werknemers die gespecialiseerd en schaars beschikbaar handwerk uitvoeren moet wijken voor woonplezier van hoog mobiele, internationaal georiënteerde, spirituele, postmoderne “super” mensen. Reactie: De Verplaatsingsstrategie geeft aan dat bedrijvigheid die niet past in Nieuw Binckhorst wordt uitgeplaatst naar terreinen in de omgeving. Opheffing van de bestaande werkgelegenheid wordt dus niet beoogd en de werkgelegenheid voor minder geschoolden zal daarom elders in het gebied of buiten de Binckhorst terugkomen. Veel nieuwe bedrijvigheid zal ongetwijfeld veel banen voor hoger geschoolde werkers opleveren, maar in de spin-off zal dit ook tot een toename van werkgelegenheid voor lager geschoolden leiden in verband met de behoefte aan onderhoudspersoneel en dergelijke. Gronden moeten nog schoner zijn voor gebruik voor woningbouw dan voor bedrijven. Deze hogere kosten mogen niet voor de huidige bedrijven zijn. Reactie: De wet gaat er vanuit dat de vervuiler betaalt. Dit heeft invloed op een marktconforme van een kavel. Mocht wettelijk niet aangetoond kunnen worden dat de vervuiling door de eigenaar is ontstaan dan maakt dit onderdeel uit van de kosten van het exploitatieplan. Uitgangspunt dat de nu aanwezige bedrijven die veel geluid produceren grotendeels uit het gebied worden verplaatst is niet reëel. Waarom dan wel hogere grenswaarden voor geluid? Akoestisch onderzoek heeft aangetoond dat de voorkeursgrenswaarden uit artikel 82 Wet geluidhinder bij een groot aantal woningen wordt overschreden, ondanks het feit dat grote lawaaimakers worden ‘wegbestemd’. Deze geluidsbelasting is het gevolg van weg- en railverkeer en niet van bedrijven die veel geluid produceren. Ten behoeve van deze woningen worden de hogere waarden vastgesteld. Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogen geen beperking opleveren voor de exploitatie van de treindienst en het opstelterrein Reactie: In de nabijheid van het rangeerterrein worden geen geluidgevoelige bestemmingen gebouwd. Langs het doorgaande spoor komt een geluidsscherm. De exploitatie van de treindienst en het opstelterrein zal dus niet worden beperkt. Er is geen concrete studie verricht naar de mogelijkheid om station Voorburg te gaan “omklappen”. Reactie:
Ra 324
Ra 323, PM082009
Ra 323, PM082009
Ra 322
Ra 322
Het omklappen van het station is een algemene bewoording geworden voor de verbeterde relatie tussen station Voorburg en de Binckhorst. Hiernaar is inderdaad nog geen gedetailleerde studie verricht. In de uitwerking zal een gedegen afweging plaatsvinden van de verschillende belangen. 293
294
Er is nog geen gedetailleerde uitwerking van de waterbergingsopgave dat in het polderdeel van het park wordt georganiseerd. Reactie: Het voldoen aan de in het plan gestelde waterberging is een van de uitgangspunten voor de verdere uitwerking van de uit te werken bestemmingen. Voor deze uitwerking zijn in het bestemmingsplan ( procedure)regels opgenomen (zie ook beantwoording onder 250). Voor bouwvergunning kan worden verleend dient de uitwerking vastgesteld te zijn. Om de waterbergingsopgave in de boezem te realiseren wordt de mogelijkheid genoemd om de waterkeringen te verleggen. Als het boezemgebied wordt vergroot dan wordt een waterbergingsopgave voor de boezem gecreëerd die vergelijkbaar is met de waterbergingsopgave uit het toegevoegde deel. Dit verdient de voorkeur.
295
Reactie: Zie beantwoording onder 250 De definitie van stadsgebonden bedrijven (artikel 1.85 exploitatieplan) is te beperkt
296
Reactie: Reclamanten spreken over artikel 1.85 exploitatieplan, dit moet zijn artikel 1.85 van het bestemmingsplan. De definitie uit artikel 1.85 van het bestemmingsplan luidt “Bedrijfsruimtegebruikers die klantcontact hebben of door verandering in de bedrijfsvoering klantcontact krijgen in de vestiging in Binckhorst zelf en/of wier afnemers goeddeels zijn gevestigd op het grondgebied van de gemeente Den Haag.” Deze definitie is conform de definitie van stadsgebonden bedrijven uit het Convenant Bedrijven Binckhorst. Dit Convenant is zowel ondertekend door de gemeente Den Haag, als ook het georganiseerde bedrijfsleven, waardoor ook overeenstemming is bereikt over de definitie. De gemeente ziet niet in waarom de definitie te beperkt zou zijn. Wanneer reclamant erop doelt dat zijn/haar onderneming niet binnen de definitie past, wordt verwezen naar de beantwoording onder 1 en nr. 8. De criteria van artikel 12 exploitatieplan zijn veel te beperkt Reactie: Reclamanten geven aan dat de criteria genoemd in artikel 12 van het exploitatieplan te beperkt zijn.
Ra 321
Ra 321
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 375, PM252009
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ze bedoelen waarschijnlijk artikel 12 van het bestemmingsplan. Dat is een uit te werken bestemming (Gemengd-uit te werken bestemming), waar in de uitwerkingsregels de randvoorwaarden worden genoemd, waar bij uitwerking aan voldaan moet worden. De gemeente ziet niet in waarom deze uitwerkingsregels te beperkt zijn. Ze bieden juist nog veel flexibiliteit voor de toekomst. Waarschijnlijk doelt reclamant op het feit dat voor bedrijven met een milieucategorie 3 en hoger geen ruimte meer zal zijn op de Binckhorst (afgezien van de 20.000 m2 monofunctionele bedrijfsruimte, waar, onder voorwaarden, wel categorie 3 wordt toegestaan). Om de Binckhorst te kunnen transformeren naar een gemengd woon-werkgebied is het echter noodzakelijk dat het grootste deel van de bedrijven met een milieucategorie 3 of hoger verplaatst wordt. Voor de volledigheid wordt eveneens verwezen naar de beantwoording onder 1 en 8. 297
298
Het is onaanvaardbaar dat de plaats waar stadsgebonden bedrijven zich in de Nieuwe Binckhorst kunnen vestigen afhankelijk is van een door de gebiedsonderneming uit te werken Integraal Ontwikkelingsplan (IOP) dat onduidelijk is in juridische status en inhoud. Reactie: Het I.O.P. is een raamwerkplan waarin de hoofdstructuur en een aantal elementen wordt uitgewerkt, passend binnen de kaders van het bestemmingsplan en plan-MER. Het document zal de basis vormen voor de verdere uitwerking van het gebied in uitwerkingsplannen. Het plan zal geen juridische status krijgen. Het is een stedenbouwkundig plan waarin de hoofdstructuur van het gebied nader wordt uitgewerkt, rekening houdend met de randvoorwaarden die in de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan zijn vastgelegd. Dit plan wordt opgesteld heeft betrekking op het gehele plangebied van Binckhorst, om te voorkomen dat straks ad hoc op verschillende plaatsen uitwerkingsplannen worden opgesteld en er geen sprake meer is van samenhang tussen de verschillende uitwerkingsgebieden. Voor de uitwerking zijn in artikel 24 procedureregels opgenomen over de ter inzage legging en het indienen van zienswijzen. Hierdoor is een afweging van de verschillende belangen veilig gesteld. De onderverdeling in milieucategorieën is veel te beperkend
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: Zie beantwoording bij vraag 2 en 5. Daarnaast is een ontheffingsbepaling opgenomen in het bestemmingsplan voor bedrijven die in een hogere milieucategorie zijn ingedeeld maar die naar hun aard en omvang vergelijkbaar zijn met een bedrijf in categorie 3.1 of 3.2 (planregel artikel 22 lid d. 299
Er is onvoldoende parkeergelegenheid voor zittende bedrijven
Ra 315, Ra 318, Ra 319
300
301
Reactie: De benodigde hoeveelheid parkeerruimte is afhankelijk van de functie die ontwikkeld wordt en de aanwezigheid van openbaar vervoer een gebied: bij hoogwaardig openbaar vervoer is er een alternatief voor de auto aanwezig en is het noodzakelijke autogebruik wat lager dan in gebieden waarin dit openbaar vervoer niet aanwezig is. Deze afhankelijkheid is verwerkt in de parkeernormen: (landelijke) kerncijfers die gehanteerd worden om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. In het bestemmingsplan zijn de Haagse parkeernormen opgenomen en bij ruimtelijke ontwikkelingen worden deze normen toegepast om de behoefte aan parkeerruimte te bepalen. Met de parkeernormen is voldoende parkeerruimte beoogd voor de ruimtelijke ontwikkeling, de parkeerplaatsen dienen op eigen terrein te worden aangelegd. Dat kan in ondergrondse parkeervoorzieningen, wellicht in een centrale parkeergarage in het gebied, maar ook in de vorm van parkeerruimte op straat. Met het wijzigen van de hoofdwegenstructuur zal ook de inrichting van een aantal wegen anders worden dan in de huidige situatie waardoor ook de parkeersituatie verandert. Per deelgebied wordt een zogenaamde parkeerbalans gemaakt om te zorgen dat er voldoende parkeerruimte wordt geboden voor zowel de zittende als de nieuwe bedrijven en woningen. In een latere fase worden plannen verder uitgewerkt en wordt ook de aanleg van parkeerruimte verder uitgewerkt. De onderlinge bedrijven zorgen voor een goede wisselwerking (bijvoorbeeld een autoglasherstelbedrijf en een schadebedrijf), die voor extra klandizie zorgt. Dat gaat verloren als de bedrijven geografisch uit elkaar worden gehaald. Reactie: De transformatie van de Binckhorst van bedrijventerrein naar gemengd woon- en werkgebied heeft gevolgen voor de huidige vooral traditionele bedrijvigheid. De gemeente heeft met het georganiseerde bedrijfsleven in het Convenant Bedrijven Binckhorst afspraken gemaakt over de wijze waarop gedurende de transformatie met de bestaande bedrijven op de Binckhorst wordt omgegaan, waarbij - waar van toepassing – beschikbaarheid van geschikte bedrijfsruimte in de stad respectievelijk de regio een belangrijke plaats inneemt. De onderlinge relaties tussen allerlei bedrijven uit de autobranche is ons bekend. Voor de autobranche zijn twee scenario's denkbaar. Het eerste is dat slechts een deel in Nieuw Binckhorst blijft, in overeenstemming met de eerdergenoemde criteria. De autobranche kan dan bijdragen aan het eigen profiel van Nieuw Binckhorst. Het alternatief is de hele autobranche naar buiten de Binckhorst te verplaatsen. Hiervoor wordt vooral gezocht naar mogelijkheden op bedrijventerreinen langs de A4, de A12 en de A13. De recessie in combinatie met uitplaatsing zal voor veel bedrijven de financiële doodsteek betekenen
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ra 315, Ra 318, Ra 319
302
Reactie: Op dit moment is niet in te schatten hoe lang de huidige recessie zal aanhouden en op welke wijze deze gevolgen zal hebben voor uit te plaatsen bedrijven Onbegrijpelijk dat als de Binckhorst onderdeel moet worden van het centrum met een hoogstedelijk karakter waarom het zwaar vervuilde terrein om de gasfabriek dan niet wordt gesaneerd. Omdat het financieel anders helemaal niet meer te dekken valt?
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: De gasfabriek ligt niet binnen de plangrenzen van onderhavig plangebied en dus kan in het kader van onderhavig bestemmingsplan geen sprake zijn van sanering van de betreffende gronden. Zie tevens beantwoording onder vraag 263. 303
Onbegrijpelijk dat bedrijven weg moeten vanwege de nieuwe uitstraling terwijl mogelijk de spoorrails wel blijven liggen
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: Hoewel Binckhorst Noord geen onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan, is in Beslisnotitie Haalbaarheidsstudie Nieuw Binckhorst een beeld neergelegd voor de hele Binckhorst. Hierop is te zien dat er voor de ontwikkeling van Binckhorst Noord wordt uitgegaan van intensieve bebouwing. Mochten de opstelsporen niet te verplaatsen zijn, dan dient onderzocht te worden hoe dit overbouwd kan worden. Vergelijk de ontwikkeling van Almere Centrum. 304
305
In het plan wordt niet ingegaan hoe de gemeente bewerkstelligt dat planschade ten gevolgde van de planuitvoering voor de zittende bedrijven zal worden voorkomen
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 375, PM252009
Reactie: De gemeente gaat ervan uit dat in goed overleg met alle bedrijven een regeling zal worden getroffen met betrekking tot verplaatsing of uitplaatsing. Voor bestaande bedrijven, die nog niet zijn uitgeplaatst en die passen binnen het profiel van Nieuw Binckhorst mogen burgemeester en wethouders een beperkte ontheffing verlenen van het verbod om te bouwen voordat de desbetreffende gronden zijn uitgewerkt. Zie de toelichting van het bestemmingsplan hoofdstuk 6 juridische aspecten, paragraaf 6.4.3 op blz. 91 Door het opnemen van een binnenplanse ontheffingsbevoegdheid, waarmee ondanks het bouwverbod toch nog uitbreidingen mogelijk zijn, tracht de gemeente de bedrijven zo min mogelijk te beperken in hun bedrijfsvoering totdat sprake zal zijn van verplaatsing of uitplaatsing. Zie tevens beantwoording onder vraag 149. Nog geen duidelijkheid over de mogelijke uitplaatsingslocaties Heron en Harnaschpolder
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: Ten aanzien van het bedrijventerrein Heron in Pijnacker-Nootdorp kan gemeld worden dat er momenteel gesprekken plaatsvinden tussen de gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp over aankoop/reservering van grond. De verwachting is dat in de tweede helft van 2009 overeenstemming wordt bereikt. Nadat overeenstemming is bereikt wordt deze locatie vastgelegd in een bestemmingsplan en is op korte termijn beschikbaar. Ten aanzien van Harnaschpolder is in het Convenant Bedrijven Binckhorst aangegeven dat de gemeente Den Haag 12 ha. garandeert voor bedrijven met een regionale functie. Het planologischjuridisch kader van de Harnaschpolder zal gereed zijn waardoor vestiging van bedrijven kan plaatsvinden 306
Er moet meer bedrijfsruimte komen dan de gestelde 125.000 m², waarvan 66.000 m² nieuw is. Ook is het niet duidelijk waar deze zal worden gevestigd en welk deel daarvan gehandhaafd blijft en welk deel er aan wordt toegevoegd.
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: Hierbij wordt verwezen naar de beantwoording van de zienswijzen nummers 1 en 8. 307
308
309
De bedrijfsruimte zal worden aangeboden aan “nieuwe stadsgebonden, ambachtelijke bedrijven”, terwijl onbegrijpelijk wellicht bestaande stadgebonden, ambachtelijke bedrijven daarvoor moeten wijken. Reactie: Hierbij wordt verwezen naar de beantwoording van de zienswijzen nummers 1 en 8. Op pagina 26, onder 3.3.4 wordt gezegd dat “onder voorwaarden” bestaande bedrijven kunnen blijven. Nergens wordt benoemd wat deze voorwaarden zijn Reactie: In de uitwerkingsregels van de bestemming Gemengd-uit te werken bestemming (artikel 12, lid 12.2) staan onder c, d, e en f de voorwaarden genoemd waaraan bedrijven moeten voldoen om ingepast te kunnen worden op de Binckhorst. Er zal echter pas bij uitwerking duidelijk worden welke bedrijven kunnen blijven en waar op de Binckhorst deze bedrijven een nieuwe plek kunnen krijgen. Zie verder ook de beantwoording onder 1. De 20.000 m² die minimaal als monofunctionele bedrijfsruimte moet worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ra 315, Ra 318, Ra 319
woningen of andere gevoelige functies is niet nader uitgewerkt. Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is geen eindplan, maar een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsplichten. In het Integraal Ontwikkelingsplan en in de uitwerkingsplannen wordt dit verder uitgewerkt. Uitgangspunt is dat op basis van de staat van bedrijfsactivititeiten bij functiemenging de vestiging van bedrijven mogelijk wordt gemaakt die zonder problemen met wonen en andere gevoelige functies kunnen worden gemengd. Een exacte locatie kan in dit bestemmingsplan nog niet worden aangegeven. Vastleggen van een locatie voor deze bedrijven zou namelijk betekenen dat de wet voorkeursrecht gemeenten hier niet van toepassing zou zijn omdat de functie van bedrijventerrein hier niet wijzigt. Dit beperkt de uitplaatsingsmogelijkheden van bedrijven en biedt tegelijkertijd ook bedrijven van buiten de Binckhorst de mogelijkheid om zich hier te vestigen, wat de herplaatsing van bedrijven uit de Binckhorst weer zou kunnen frustreren. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan zullen een of meerdere locaties voor monofunctionele bedrijfsruimte moeten worden vastgelegd. 310
311
De lijst van bedrijven en activiteiten die onder omstandigheden kunnen terugkomen (blz 91) dient met meer bedrijfsactiviteiten te worden uitgebreid Reactie: Het betreft hier een lijst van bedrijven die gemengd kunnen worden met gevoelige bestemmingen zoals wonen. Dit betekent dat deze lijst bedrijven limitatief is omdat deze bedrijven in hoge hindercategorieën uitsluit. Om deze reden is ook een lijst opgesteld van bedrijven die hier buiten vallen en voor zover behorend tot de milieucategorieën 3.1of 3.2 daarom – onder voorwaarden – kunnen terugkeren op een locatie waar geen functiemenging aan de orde is. Functiemenging (met wonen en andere geluidsgevoelige functies) is alleen mogelijk voor bedrijven vallend onder categorie A, B en C van de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging. Voor de daarvoor gehanteerde criteria wordt verwezen naar blz 90 en 91 van de toelichting van het bestemmingsplan. Bovendien is 20.000 m2 bvo bestemd als mono functionele bedrijfsterrein ten behoeve van die stadsgebonden bedrijvigheid die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en of kantoren. Zie tevens de beantwoording onder de vragen 1, 5, 8 en 10. In de planregels artikel 22 wordt onder c een algemene ontheffingsregel opgenomen waarin burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen voor die bedrijven die naar hun aard en omvang gelijk kunnen worden gesteld met bedrijfsactiviteiten op de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging, bijlage 2 van het bestemmingsplan. De uitwerkingsplannen als bedoeld in 6.4.3 zijn nog niet bekend
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ra 315, Ra 318, Ra 319
312
313
314
315
Reactie: Zolang het bestemmingsplan niet is uitgewerkt, is er inderdaad nog geen volledige duidelijkheid over de toekomst van bedrijven die nu op de Binckhorst gevestigd zijn. Wel wordt aangegeven welke categorieën bedrijven eventueel op de Binckhorst terug kunnen komen en voor welke categorieën een nieuwe locatie gevonden zal moeten worden. Zie voor hoe met de bedrijven wordt omgegaan na vaststelling, de beantwoording onder 1. Volgens deskundigen zal de markt voor commercieel vastgoed de komende jaren uit balans blijven. Daar had rekening mee moeten worden gehouden voor de economische uitvoerbaarheid van het plan. Reactie: Het exploitatieplan is een gevolg is van de nieuwe Wro waar de grondexploitatiewet onderdeel vanuit maakt. Hierin dienen de kosten en opbrengsten op marktconforme wijze te worden geraamd. Het exploitatieplan is globaal opgezet en is bedoeld om inzicht te geven in de kosten en opbrengsten die een dergelijke transformatie als de Binckhorst met zich meeneemt. Bij het vaststellen van de uitwerkingsplannen zal ook een actualisatie plaatsvinden van het totale exploitatieplan, dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Wanneer dit financiële consequenties heeft bijvoorbeeld door optimalisaties, zal opnieuw inspraak plaatsvinden en zienswijze mogelijk maken. Er is sprake van een onvoldragen bestemmingsplan dat in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel Reactie: Reclamanten doelen met deze opmerking op het feit dat geen rekening is gehouden met veranderende economische tijden en met de zienswijzen op het ontwerp-bestemmingsplan voor heel de Binckhorst dat in 2008 ter inzage heeft gelegen (en vervolgens is ingetrokken) Zie hiervoor beantwoordingen onder 90, 109 en 110 Dit bestemmingsplan is een kostbaar prestige object , mogelijk sprake van kennelijke vooringenomenheid Reactie: Reclamanten concluderen dat sprake is van een kostbaar prestige object, omdat de gemeente de zienswijzen op het ontwerp-bestemmingplan voor heel de Binckhorst dat in 2008 ter inzage heeft gelegen niet serieus heeft genomen en kennelijk geen belang hecht aan voldoende draagvlak bij huidige bewoners en bedrijven. De gemeente heeft die betreffende zienswijzen echter wel serieus genomen.Zie hiervoor de beantwoordingen onder 90 en 109. Dit bestemmingsplan is te globaal van karakter en in strijd met het motiveringsbeginsel Reactie:
Ra 315, Ra 318, Ra 319, Ra 374, Ra 375, PM252009
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Ra 315, Ra 318, Ra 319
316
Zie beantwoordingen onder 1 en 78. Het aangedragen alternatieve plan houdt wel rekening met de belangen voor bedrijven en met mogelijke toekomstige economische ontwikkelingen
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: De keuze om een groot deel van de Binckhorst een bedrijfsbestemming te geven is meer in het belang van de bestaande bedrijven, maar heeft tot gevolg dat de ambities die Den Haag heeft neergelegd in de Structuurvisie 2020 en in de Beslisnotitie Haalbaarheidstudie Nieuw Binckhorst (Masterplan) niet kunnen worden gerealiseerd. De beoogde kwaliteit voor de resterende woonmilieus met een hoge dichtheid zal niet kunnen worden gerealiseerd in een gebied waar bedrijven zeer dominant aanwezig zijn, geen hoogwaardig park meer terugkomt en ook geen volwaardig voorzieningenapparaat mogelijk is. Dit laatst hangt samen met het te geringe draagvlak voor bijvoorbeeld een volledig wijkcentrum. Een en ander betekent ook dat rekening gehouden moet worden met beperktere opbrengsten van woningbouw en commerciële voorzieningen. Dit zal – afgezet tegen de besparing als gevolg van het handhaven van meer bedrijfsbebouwing – vermoedelijk niet leiden tot een beperking van de kosten van het plan. Zie verder beantwoording onder 467. 317
De haalbaarheidsstudie voor het oorspronkelijke bestemmingsplan (Binckhorst Noord en Zuid) ging uit van twee financieel gelijkwaardige fases. Niet duidelijk is welke haalbaarheidsstudie vooraf is gegaan aan dit bestemmingsplan voor een beperkter grondgebied. Ook dit is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: De haalbaarheidsstudie voor het oorspronkelijke plan (totaal Binckhorst) ging niet uit van 2 financieel gelijkwaardige fases. Voor Zuid is een uitlichting uit de haalbaarheidsstudie voor het geheel gehaald en deze is niet gelijkwaardig aan Noord. 318
Onaanvaardbaar dat de gemeente de uitwerking van het uiterst beperkte ontwerpbestemmingsplan voor een belangrijk deel overlaat aan de gebiedsonderneming Reactie: De gemeente maakt zelf ook onderdeel uit van de gebiedsonderneming en is dus in belangrijke mate betrokken bij de verdere ontwikkeling van de Binckhorst. Bovendien is sprake van een globaal uit te werken bestemmingsplan. Die uitwerkingsplannen zullen door de gemeente worden opgesteld .en vastgesteld. Verplaatsing vindt dan ook niet eerder plaats dan dat belanghebbenden zich hebben
Ra 315, Ra 318, Ra 319
319
kunnen uitspreken over een uitwerkingsplan. De gemeente miskent dat de gemeenteraad een verlengingsbesluit kan nemen waarmee de werking van zijn bestemmingsplan andermaal tien jaar wordt verlengd, indien de in het bestemmingsplan aangewezen bestemmingen en regels nog steeds in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijke ordening
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: Het klopt dat er een verlengingsbesluit genomen kan worden. Dit zal veelal van toepassing zijn op conserverende bestemmingsplannen. Dit neemt echter niet weg dat ten behoeve van ontwikkelingen die een bestemmingsplan mogelijk maakt, aangetoond moet kunnen worden dat die binnen de planperiode van 10 jaar te realiseren zijn. De gemeente heeft op dit punt uitgebreid juridisch advies ingewonnen en daaruit is gebleken dat een bestemmingsplan met een ontwikkeltijd van meer dan 10 jaar bij toetsing door de Raad van State vrijwel zeker vernietigd zal worden. 321
Park is vermoedelijk ook noodzakelijk om de totale luchtvervuiling (veroorzaakt door toename van autoverkeer door kantoren en woningen) te compenseren, terwijl veel bedrijven gesitueerd zijn waar het beoogde park moet komen. Dit is een onjuiste belangenafweging Reactie: De Beslisnotitie Haalbaarheidsstudie Nieuw Binckhorst, vastgesteld maart 2008, geldt als kader voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling. Hierin is voor de Binckhorst een zonering bestaande uit drie zones opgenomen: o Binckhorst Noord: een hoogstedelijke zone, direct gekoppeld aan het Haagse centrum, Nieuw Laakhaven en Den Haag Hollands Spoor; o Park: een levendig stadspark in het hart van de Binckhorst, dwars op de hoofdinfrastructuur; o Binckhorst Zuid: stedelijk gebied waar water een kwaliteitsbepalend element is. Het park is een onderdeel van de totale openbare ruimte. De grootte van dit park is afgestemd op de nieuwe functies in het gebied waarbij het grote aantal woningen dat hier gerealiseerd gaat worden doorslaggevend is. Als hart van de Binckhorst is gezocht naar een locatie die voor alle gebruikers leidt tot acceptabele afstanden. Door de vorm van het park vormt het tevens een goede overgang van het stedelijke gebied naar het hoogstedelijke deel van de Binckhorst. Het park ligt in het verlengde van de ecologische verbinding Laakzone en vormt zo de verbinding in de groen blauwe schakel Gantal-Erasmusweg-Laak-Binckhorst-Schenkstrook. In het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 is deze zone als belangrijke ecologische verbinding opgenomen.
Ra 315, Ra 318, Ra 319, PM242009
322
Bestaande bedrijven kunnen onder voorwaarden in Nieuw Binckhorst blijven, maar milieuhinderlijke en zeer ruimte-extensieve bedrijven worden uitgeplaatst. Bij de te handhaven bedrijven wordt uitgegaan van menging van de bedrijven met wonen. Cruciaal voor het slagen van de transformatie is een goed georganiseerde verplaatsingsoperatie. In de bestemming “Gemengd – uit te werken” is planologische ruimte opgenomen om deze transformatie waar te maken. Onder 5.4.2 (1) wordt aangegeven dat de aanwezige grond wordt gesaneerd. Tijdens de voorlichtingsavond is gebleken dat dit niet klopt. De vraag is in hoeverre bijvoorbeeld dit is meegenomen in de berekening met betrekking tot milieuaspecten
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: In het plan-MER is aangegeven (paragraaf 5.7.2. en paragraaf 6.7.2) dat grond gesaneerd wordt op plaatsen waar noodzakelijk uit wettelijke verplichting. Dit is meegenomen in de effectbeoordeling . 333
Zijn de beide MER ontwerpen (waarbij wordt uitgegaan van weinig parkeerplaatsen) representatief voor de uiteindelijke situatie?
Ra 315, Ra 318, Ra 319
Reactie: Voor de plannen voor de Binckhorst geldt als uitgangspunt dat het gebied wordt ontsloten door hoogwaardig openbaar vervoer (wellicht via een nieuwe lijn van Randstadrail). Onder deze conditie wordt een parkeerbeleid gehanteerd dat overeenkomst met dat van de binnenstad van Den Haag (restrictief) of van de directe omgeving van de binnenstad. In alle alternatieven zullen er weinig, althans duidelijk minder parkeerplaatsen dan nu worden toegestaan. 334
Geen plaats voor de huidige beneden modale bewoners in het bestemmingsplan geeft blijk van onvoldoende belangenafweging en gebrekkige motivering (was wel uitgangspunt in Beslisnotitie Haalbaarheidsstudie).
Ra 317
Reactie: Volgens paragraaf 4.3.3 van de toelichting, zal in de eindsituatie, in overeenstemming met gemeentelijk beleid, 30% van de totale woningvoorraad in de Binckhorst in de sociale sector worden gerealiseerd. De overige 70% van de woningen wordt gebouwd in het midden- en duurdere segment, zowel huur als koop. 335
Sociale samenhang is niet onderzocht terwijl dit wel de basis vormde in de Beslisnotitie Haalbaarheidsstudie. De huidige sociale samenhang mag niet zomaar worden verbroken
Ra 317
Reactie: De sociale samenhang waarover in de toelichting wordt gesproken, betreft de mate waarin in het gebied gewoond wordt en de mate waarin er voorzieningen zijn die sociale samenhang bevorderen, zoals parken en voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport en cultuur. Nieuw Binckhorst ontwikkelt zich van een werkgebied naar een woon-, werk- en recreatiegebied. De sociale samenhang wordt hierdoor groter. Er worden diverse voorzieningen gerealiseerd die de sociale samenhang bevorderen: wijk- en stedelijke voorzieningen voor onderwijs, sport, cultuur, welzijn en zorg. Het park met publieke attracties en diverse gebruiksmogelijkheden (sport, spel en cultuur en kunst) moet een groot bindend element worden voor Nieuw Binckhorst en de wijken eromheen. 336
337
Realiseren van meer woongelegenheid heeft hoge prioriteit. Vreemd dat er dan zo weinig aandacht is voor de reeds bestaande woningbouw
Ra 317
Reactie: Het wonen vormt momenteel een zeer ondergeschikte functie in de Binckhorst. De geplande omvangrijke nieuwbouw biedt, mede dankzij de eis dat 30% in de sociale sector moet worden gerealiseerd, ruime mogelijkheden voor de huidige bewoners om in het gebied gehuisvest te blijven. Reeds bestaande woningbouw aan de Binckhorstlaan is niet inbestemd zullen klaarblijkelijk worden gesloopt. Onbegrijpelijk omdat de woningen middels kleine ingrepen prima gehandhaafd kunnen worden waardoor het bestemmingsplan financieel sneller rond kan komen. Reactie Sloop heeft mede te maken met verbreden van de Binckhorstlaan ten behoeve van het Trekvliettracé met bijbehorende ventwegen en zal ten koste gaan van de bestaande woningbouw. Er zijn diverse redenen om op termijn ook ter plaatse van de woningen aan de Binckhorstlaan over te gaan tot herstructurering. In de eerste plaats zal de functie van de Binckhorstlaan door de aanleg van het Trekvliettracé gaan wijzigen. De huidige wetgeving stelt hoge eisen aan woningbouw langs drukke doorgaande wegen op het gebied van lucht en geluid. Nieuwe woningen zullen dan ook alleen op hoger gelegen verdiepingen langs de Binckhorstlaan kunnen terugkomen. In de tweede plaats biedt de bestaande bebouwing nauwelijks een afschermende werking voor lucht en geluid voor achterliggende gebieden. In de derde plaats zullen de bestaande, technisch verouderde woningen, minder goed passen in de uitstraling van de Binckhorstlaan als boulevard en zijn er ideeën over het aanbrengen van een verbinding tussen de begraafplaats en het kasteel De Binckhorst.
338
Huidige bewoners verdienen duidelijkheid over wat er met hun woningen gaat gebeuren en indien
Ra 317
de gemeente voornemens is deze te amoveren, wat de gemeente met betrekking tot herplaatsing van plan is Reactie: Voor de bewoners die momenteel op de Binckhorst wonen geldt in feite hetzelfde als voor de bedrijven. De huidige woningen zullen waarschijnlijk plaats maken voor nieuwbouw. Binnen onderhavig plangebied zullen echter ruim 4000 woningen teruggebouwd gaan worden. In het kader van het opstellen van uitwerkingsplannen zal uiteraard ook rekening gehouden worden met de belangen van de huidige bewoners. 339
Van samenspraak tussen bewoners en gemeente is geen sprake
Ra 317
340
Reactie: Zie beantwoording onder 262. Uit het bestemmingsplan blijkt dat kasteel De Binckhorst ook in de toekomst zal worden omsloten door massale bebouwing. Het kasteel dient zorgvuldiger ingepast te worden gelet op de historische waarde
Ra 316
341
Reactie: Het kasteel wordt op dit moment aan alle zijden omgeven door massieve bebouwing. De bebouwing langs de Binckhorstlaan is ondertussen door de Gebiedsonderneming verworven. Door de bestemming groen door te trekken tot de Binckhorstlaan geeft de gemeente aan dat zij grote waarde hecht aan de zichtbaarheid en geen bebouwing voorstaat die dit weer teniet doet. De bebouwing aan de andere zijden van het kasteel is niet gedetailleerd bestemd. In de uitwerking wordt een plan gemaakt dat, afhankelijk van de mogelijke verwerving, recht doet aan de waarde van het kasteel. Verzoek om op te nemen dat kasteel De Binckhorst zal worden gesitueerd in het toekomstige stadspark. Dit alternatieve plan heeft verschillende voordelen Reactie: Het alternatieve plan gaat uit van clustering van milieubelastende bedrijven. Enerzijds een cluster autobedrijven, van autoshowrooms tot autodemontagebedrijven, anderzijds een tweetal clusters in bestaande bedrijfspanden rondom de Orionstraat en Melkwegstraat. De overige te herstructureren gebieden zijn geschikt voor bijna 5.000 woningen. Het park is hierbij verschoven richting de begraafplaats en vormt een buffer tussen de woningbouw en de bedrijven in de milieucategorie 3 en 4.
Ra 316
342
343
344
Er kunnen kanttekeningen geplaatst worden bij de scheiding tussen de bedrijfs- en woonbestemming. In het verleden is bij de stadsvernieuwing een dergelijke fout gemaakt waardoor de ziel uit deze gebieden is verdwenen. De Binckhorst is strategisch gelegen tegen het Haagse centrum aan. De ontwikkeling van Nieuw Binckhorst biedt daarmee uitstekende mogelijkheden om de ambities van Den Haag te realiseren. De ambities voor Nieuw Binckhorst zijn hoog. Het wordt een woon-, werk- en leefgebied met een stoere uitstraling, een ondernemend karakter, mondiale allure, stedelijke kwaliteit. Deze kwaliteit ontbreekt in het alternatieve plan; er is te veel uitgegaan van de zittende ondernemers zonder een echte keuze te willen maken. Het park vormt geen echte overgang tussen de verschillende woongebieden, waardoor verschuiving geen optie is. Juist het op een goede manier combineren van het kasteel en de overige functies kan een aantrekkelijk gebied opleveren en zo een meerwaarde zijn voor het kasteel. Voor perceel Binckhorstlaan 176 is een wijizgingsbevoegdheid opgenomen op basis waarvan bestemming gronden kan worden gewijzigd naar “Verkeer – Uit te werken bestemming”. Na inwerkingtreding nieuwe bestemmingsplan is bouwmarkt in strijd daarmee Reactie: In dit verband wordt verwezen naar de eerdere uitleg en werkwijze zoals beschreven in de beantwoordingen bij de vragen 1, 4, 8 en 304 Verzoek bestemming “bouwmarkt”op de genoemde percelen te leggen met wijzigingsbevoegdheid “Groen – al dan niet uit te werken” Reactie: Met verwijzing naar de beantwoording onder 342 kan worden vastgesteld dat de voorgestelde werkwijze, het consoliderend bestemmen waarbij de ontwikkeling via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk wordt gemaakt, niet het juiste planologische instrument is om de ontwikkeling Nieuw Binckhorst Zuid te faciliteren. Een uitwerkingsplicht daarentegen wel aangezien zij verplichtend is en binnen de looptijd van tien jaar zal moeten worden uitgewerkt waarbij de bestemminglegging zal moeten worden verwezenlijkt. Verzoek onderzoeken te doen toekomen Reactie: Reclamant verwijst voor geraadpleegde informatiebronnen naar een website van een bureau welke bij de tot standkoming van de planMER was ingehuurd. Alle relevante informatie ten aanzien van het bestemmingsplan, exploitatieplan, planMER en akoestisch onderzoek was te downloaden op de gemeentelijke website onder www.denhaag.nl/bestemmingsplannen. Zie eveneens beantwoording onder vraag 91
Ra 369
Ra 369
Ra 369
345
346
347
348
Bij het vaststellen van het bestemmingsplan houdt de raad rekening met de uitgangspunten van het ruimtelijk beleid zoals die zijn vastgelegd in structuurvisies Reactie: Voorafgaande aan het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is het masterplan Binckhorst ontwikkeld waarbij tevens rekening is gehouden met de uitgangspunten van de structuurvisie regio Haaglanden en de structuurvisie Den Haag 2020 wereld stad aan zee. Zie tevens beantwoording zienswijze stadsgewest Haaglanden. Het bestaande legale gebruik van het kantoorgebouw moet vanwege de rechtszekerheid en overeenkomstig de bestaande legale situatie ongewijzigd positief worden bestemd in het nieuwe bestemmingsplan, zie uitspraak ABRS 16 februari 2005 nr. 200405601/1 Reactie: Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is een doorvertaling van de voorgestelde transformatie opgave van de Binckhorst waarbinnen de voorgestelde ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. (er is dus geen sprake van een conserverend of consoliderend bestemmingplan). Hiervoor is het globale plan met uitwerking Nieuw Binckhorst Zuid in procedure gebracht. Ten aanzien van de specifieke situatie van reclamant wordt verwezen naar de beantwoordingen van de vragen 1, 4, 8 en 304. Deugdelijke motivering tav planologische wijziging ontbreekt Reactie: Het kantoor aan de Binckhorstlaan 131 valt binnen de bestemming Groen – Uit te werken bestemming.Het beoogde stadspark vormt een belangrijke drager voor Nieuw Binckhorst. Het wordt een brede groene zone van 16 hectaren in het hart van Nieuw Binckhorst, centraal gelegen tussen de bebouwde gebieden van Noord en Zuid. Het park ligt in het verlengde van de ecologische verbinding Laakzone. In het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 is het te ontwikkelen stadspark opgenomen als onderdeel van de groen blauwe schakel Gantel-Erasmusweg-LaakBinckhorst-Schenkstrook. Zie tevens beantwoording onder 163 Positieve bestemming kantoor past binnen regionale en gemeentelijke beleid. Raad dient perceel Binckhorstlaan 131 bestemming “kantoor”te geven. Reactie: De belangrijkste functies die in het park volgens artikel 13 worden mogelijk gemaakt, zijn culturele en sportvoorzieningen. Deze voorzieningen worden van belang geacht om het park in grootstedelijke aantrekkingskracht te geven. Kantoren dragen vooralsnog niet bij aan het beoogde karakter van het gebied.
Ra 369
Ra 370, Ra 371
Ra 370
Ra 370
Mocht bij de uitwerking van het park als stedelijk park van de 21ste eeuw blijken dat andere functies dan kantoren onontbeerlijk noodzakelijk zijn voor het functioneren, dan is omzetting naar een kantoorfunctie mogelijk onder voorwaarde dat dit niet strijdig is met het Regionale Structuurplan Haaglanden en de regionale kantorenprogramma. Zie beantwoording onder 251 349
350
Uitwerkingsmogelijkheid is in strijd met artikel 3.1.4. van het BRO “bestemmingsplan moet voldoende inzicht geven in toekomstige ontwikkeling van het gebied”. Tevens is dit in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en met een goede ruimtelijke ordening Reactie: De inzichten in de beoogde ontwikkelingen zoals gesteld in aangehaalde artikel 3.1.4 van de Bro zijn opgenomen in de toelichting en in de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan. In de uitwerkingsregels (o.a. planregel artikel 12) is voor de diverse gemengd uit te werken gebieden absoluut bepaald hoeveel vierkante meters voor bijv. woningen, kantoorruimte, bedrijfsruimte, detailhandel, horeca etc. mag worden uitgewerkt. Deze kaders zijn voldoende concreet en geven voldoende inzicht in de beoogde ontwikkeling. Op grond van deze kaders worden vervolgens uitwerkingsplannen ontwikkeld waarbinnen de door reclamant gewenste functie invullingen alsdan op perceelsniveau worden bepaald. Artikel 23 van het ontwerp tast rechtszekerheid nog meer aan (afwijken van de metrages, verschuiving bestemmingsvlakken. Wijzigingsbevoegdheid is onvoldoende objectief begrenst
Ra 370, Ra 371, Ra 375, PM252009
Ra 370
Reactie: Zie beantwoording onder 62 351
352
Er is geen luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd (NSL is nog niet in werking getreden, daarom was onderzoek ook nodig), in strijd met de Wet op de Luchtkwaliteit Reactie: In het kader van de MER is luchtonderzoek gedaan. Dit om de binnen het MER beschreven alternatieven volwaardig te kunnen vergelijken. Daarnaast is het bestemmingsplan Binckhorst Nieuw Zuid opgenomen in het nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), conform de Wet Luchtkwaliteit. In NSL is geen rekening gehouden met toename van 3.500 woningen (8.500 ipv 5.000), zoals vermeld in toelichting op het plan evenals overige voorzieningen (NSL gaat uit van 20.000m2 terwijl plan aangeeft 60.000 m2 Reactie:
Ra 370, Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009
Ra 370
Er heeft recent een correctie plaatsgevonden, waardoor de aantallen in het NSL wel overeenstemmen met de aantallen van het BP. 353
Exploitatieplan is gelijk aan bp globaal van opzet
Ra 370
354
Reactie: Zie beantwoording onder 11. Bij nadere uitwerking van het bestemmingsplan zal ook het exploitatieplan verder gedetailleerd worden uitgewerkt Uitgiftecategorieën als bedoeld in artikel 6.18 WRO zijn niet duidelijk
Ra 370
355
Reactie: Zie beantwoording onder 11 Verwijzing naar bijgevoegd op 25/9/2008 ingediende zienswijze
Ra 384
356
357
358
Reactie: zie beantwoording onder 85 en 87 Verwijzing naar eerder aangeboden planstukken van 15-09-2008 met kenmerk 381407 en van 1603-2009 met kenmerk 381497 Reactie: De eerdere zienswijzen van Delft hebben (net als deze zienswijze) met name betrekking op de uitplaatsing van de watergebonden bedrijven. Zij geven aan in het kader van het vooroverleg nog geen antwoord te hebben gekregen op de opmerkingen die hier in de samenvatting onder de punten 357 t/m 361 zijn samengevat De Delftse locatie is geen geschikt alternatief voor het cluster milieuhinderlijke of watergebonden bedrijven die thans nog in de Binckhorst gevestigd zijn. Reactie: Van deze opmerking is kennis genomen . Maatwerk is te verkiezen boven bebundelde uitplaatsing van bedrijven
Ra 383
Ra 383
Ra 383
Reactie: Zie beantwoording onder de nummers 1 en 2. 359
De resultaten van de locatiestudie en van hieraan gerelateerd vervolgonderzoek is niet in het PlanMER voor het projectgebied Binckhorst meegenomen
Ra 383
Reactie: Als bijlage bij het Plan-Mer is opgenomen de notitie verplaatsing milieuhinderlijke en watergebonden bedrijven uit Binckhorst. Omdat nog niet bekend naar welke locatie de watergebonden bedrijven eventueel kunnen worden verplaatst bevat deze notitie vooral kwalitatieve informatie. Op verzoek van de commissie voor de m.e.r. is deze informatie nog aangevuld met een globale beschrijving van milieuaspecten. In een later stadium, bijvoorbeeld bij het opstellen van een bestemmingsplan voor de nieuwe locatie zal meer gedetailleerde, kwantitatieve gegevens over de milieueffecten moeten worden gegeven. 360
De resultaten van de locatiestudie zijn niet aan een effectbeoordeling onderworpen
Ra 383
Reactie: Als bijlage bij het Plan-Mer is opgenomen de notitie verplaatsing milieuhinderlijke en watergebonden bedrijven uit Binckhorst. Omdat nog niet bekend naar welke locatie de watergebonden bedrijven eventueel kunnen worden verplaatst bevat deze notitie vooral kwalitatieve informatie. Op verzoek van de commissie voor de m.e.r. is deze informatie nog aangevuld met een globale beschrijving van milieuaspecten. In een later stadium, bijvoorbeeld bij het opstellen van een bestemmingsplan voor de nieuwe locatie zal meer gedetailleerde, kwantitatieve gegevens over de milieueffecten moeten worden gegeven. 361
Financiële uitvoerbaarheid vraagt aandacht Reactie: Het bestemmingsplan Binckhorst Zuid betreft een globaal bestemmingsplan. Het plan wordt financieel economisch uitvoerbaar geacht indien gaandeweg zekerheid ontstaat over aanzienlijke bijdrages vanuit de Rijksoverheid. De gemeente is ervan overtuigd dat hierover met het Rijk afspraken te maken zijn, omdat de ontwikkeling perfect past binnen het beleid op zowel regionaal als nationaal niveau. De ontwikkeling zal stapsgewijs ter hand worden genomen. Pas op het moment van operationeel verklaren van deelplannen worden financiële verplichtingen aangegaan. Pas op dat moment zal het tekort voor dat deelplan afgedekt moeten worden. De gemeente heeft voor de ontwikkeling Binckhorst diverse voorzieningen/reserves getroffen. De getroffen voorzieningen zijn voldoende om de eerste fase (periode 2010-2015) van de ontwikkeling op te pakken. Daarnaast zijn er optimalisatiemogelijkheden die ingezet zullen worden om het tekort aanzienlijk terug te dringen.
Ra 383
362 a
De uitwerkingsregels (artikel 14.2 onder a, m, n, o, q en u) die op “Gemengd-2-Uit te werken bestemming” van toepassing zijn, geven een “wie het eerst komt, die het eerst maalt” regeling. Hierdoor moet overhaast een bouwplan worden ingediend om de gewenste invulling überhaupt nog mogelijk te laten zijn
Ra 382
Reactie: De stelling van reclamant is niet juist. De globale bestemming Gemengd-uit te werken is opgedeeld in vier gebieden die via een aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd a t/m d’ op de plankaart zijn aangeduid. Er geldt in eerste aanleg een bouwverbod voor zover de gebieden nog niet zijn uitgewerkt. In de planregels is aangegeven hoeveel woningen, kantoorruimte en bedrijfsruimte er maximaal per gebied is toegestaan. Dit om te voorkomen dat woningen, kantoorruimte of bedrijven zich zullen concentreren in één gebied, terwijl het juist de bedoeling is dat de verschillende functies zoveel mogelijk verspreid over het gebied voor zullen komen en dat er zoveel mogelijk sprake zal zijn van menging van functies binnen de vier deelgebieden. 362 b
363
Niet uitgesloten kan worden dat de al verleende bouwvergunning in strijd zal zijn met de uitwerkingsregels. Dit is in strijd met goede ruimtelijke ordening als bedoeld in 3.1 Wro en daarmee met het zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:2 Awb) en het motiveringsbeginsel (artikel 3:46 Awb) Reactie: Niet is duidelijk waarom de reeds verleende bouwvergunning aan reclamant ten behoeve van 15.000 m2 kantoren en 5000 m2 bedrijven met een maximale bouwhoogte van 60 meter in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. Door de (onherroepelijke) bouwvergunning is immers een bouwtitel verkregen. Indien na de bouwvergunningverlening een nieuw bestemmingsplan in procedure wordt gebracht doet dit niets af aan het reeds verkregen bouwrecht. Juridisch gezien wordt het verkregen bouwrecht aangemerkt als zijnde de bestaande situatie en niet het moment dat feitelijk met de bouwwerkzaamheden wordt begonnen of wanneer het bouwwerk is gerealiseerd. Op het moment dat de gronden worden uitgewerkt zal bij de uitwerking wel rekening moeten worden gehouden met anticipaties dwz mogelijk reeds verleende bouwinitiatieven gerekend vanaf het moment van de ter visie legging van dit plan. Verzoek om een maatbestemming voor Binckhorstlaan 309 op te nemen Reactie: Reclamant verzoekt een maatbestemming op te nemen, rekening houdend met de reeds verleende vergunning. Voor een onherroepelijke bouwvergunning is een nieuw bestemmingsplan niet ter zake doende immers belanghebbende heeft reeds een bouwrecht verkregen. Echter reclamant geeft vervolgens aan in gesprek te zijn met de gemeente over een wijziging van het bouwplan teneinde
Ra 382
Ra 382
woningbouw mogelijk te maken en de hoogte te veranderen van 60 naar 70 meter. Indien de gemeente een maatbestemming op zou nemen voor het perceel van reclamant, zal het niet meer mogelijk zijn het bouwplan te wijzigen, aangezien in dat geval zeker sprake zal zijn van strijd met het bestemmingsplan. Aangezien nog geen bestuurlijke instemming is gegeven op het gewijzigde initiatief van reclamant is het tevens niet mogelijk ten behoeve van dit nieuwe initiatief een maatbestemming op te nemen. 364
365
Bijlage 1, 2 en 3 zijn op de website niet bij de planregels gevoegd Reactie: Bijlage 1, 2 en 3 van de regels zijn in tegenstelling tot wat reclamant zegt wel degelijk via de website van de gemeente Den Haag beschikbaar gesteld. Zie tevens beantwoording onder vraag 344 Een vervangende locatie op zijn minst met een aansluiting met de overige watergebonden bedrijven moeten worden gemaakt
Ra 382
Ra 381
Reactie: Het is de wens om de watergebonden bedrijven gezamenlijk op een nieuwe locatie onder te brengen. 366
Kerkgenootschap is onlosmakelijk met de Binckhorst verbonden Reactie: Kerkgenootschappen worden volgens artikel 1.62 gerekend tot de maatschappelijke voorzieningen. Deze voorzieningen worden in Nieuw Binckhorst Zuid in zeer ruime mate mogelijk gemaakt. Volgens artikel 12 Gemengd – Uit te werken bestemming kan 21.500 m² voor maatschappelijke doeleinden worden benut. De functie ‘kerkgenootschap’ past zondermeer binnen de uitwerkingsregels behorend bij de bestemming Gemengd-uit te werken bestemming. Het is geen bedrijf, dus in tegenstelling tot wat reclamant aangeeft, zijn de voorwaarden genoemd onder de punten d, e en f van de uitwerkingsregels (lid 12.2) niet van toepassing. Een kerkgenootschap is een maatschappelijke functie en binnen de bestemming Gemengd-uit te werken bestemming is ruimte voor 21.500 m2 aan maatschappelijke voorzieningen. Bij uitwerking zal bekeken moeten worden of binnen die 21.500 m2 ruimte is voor het kerkgenootschap en waar binnen het plangebied die ruimte beschikbaar zal zijn. Uiteraard zal de gemeente hierover tijdig in gesprek treden met het kerkgenootschap en kunnen de activiteiten worden voortgezet zolang de gronden waarop het kerkgenootschap is gevestigd nog niet zijn uitgewerkt.
Ra 380
367
Verbazing dat het in 2008 in procedure gebrachte (ontwerp)bestemmingsplan moest worden gestopt. Het ziet er niet naar uit dat het huidige plan de doorlooptijd van 10 jaar zal halen
Ra 379, PM282009
Reactie:zie beantwoording onder 80 368
Het Masterplan wordt in stukjes geknipt waardoor er een start kan worden gemaakt in Nieuw Binckhorst Zuid zonder dat er een Nieuw Binckhorst Noord in procedure wordt gebracht. Onduidelijk wat er gebeurd met het Nieuw Binckhorst Park gedeelte
Ra 379, PM282009
Reactie: Basis voor onderhavig bestemmingsplan is het masterplan Binckhorst. Dit zal eveneens de basis vormen voor het nog op te stellen bestemmingsplan ten behoeve van Binckhorst Noord. De uitgangspunten die in het masterplan zijn opgenomen mbt het park, zullen (net als in onderhavig bestemmingsplan) in het bestemmingsplan tbv Binckhorst noord worden vertaald in planregels. 369
Het nu in de inspraak zijnde (ontwerp)bestemmingsplan wordt niet nader uitgewerkt. Aangezien dat weer gaat gebeuren in speciale uitwerkingsplannen voor weer een kleiner deel is bij het uitwerken van het ene deel niet bekend wat er in het andere deel ontwikkeld gaat worden. Dit is in strijd met het rechtszekerheidbeginsel en dient niet de democratie.
Ra 379, PM282009
Reactie: De stelling van reclamant is niet juist. Het globaal bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid bepaalt de kaders waarbinnen de deelplannen moeten worden uitgewerkt. Dit geeft rechtzekerheid aangezien de kaders bepalend zijn voor de nadere uitwerking. Bovendien wordt momenteel gewerkt aan een integraal ontwikkelingsplan voor heel de Binckhorst. Dit (stedenbouwkundige) plan is een nadere invulling van de Binckhorst en vormt de basis voor de verdere uitwerking ervan in uitwerkingsplannen. 370
371
De uitkomsten van studies die te maken hebben met de uitplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven moeten worden meegenomen. Deze rapporten (het (ontwerp)bestemmingsplan, de Plan-MER Nieuw Binckhorst, het exploitatieplan Nieuw Binckhorst Zuid en beschikking hogere grenswaarde(n) Wet geluidhinder) zijn niet beschikbaar gesteld en zouden alsnog ter visie moeten worden aangeboden. Reactie: Zie beantwoording onder 91 Onduidelijkheid over bouwhoogte langs de Maanweg. Er wordt onvoldoende rekening gehouden
Ra 379, PM282009
Ra 379, PM282009
met de bestaande stedelijke omgeving (inclusief omliggende gemeenten). Maximale bouwhoogte is onvoldoende onderbouwd. In het verleden is voor de ontwikkeling van KPN aan het Maanplein een hoogte vastgesteld van 20 meter met op de koppen aan de Maanweg 24 meter. Meer richting de Saturnusstraat loopt dit op tot 39 á 42 meter. Door de breedte van de Maanweg en de ecologische zone is deze hoogte acceptabel als overgang naar de bebouwing aan de Overburgkade in Voorburg. In het bestemmingsplan is voor de nieuwbouw aan de Maanweg uitgegaan van een hoogte van 20 meter met accenten tot maximaal 30 meter. In principe is deze maat in overeenstemming met de eerdere ontwikkeling. In de uitwerking zal gedetailleerd worden ingegaan op de opbouw van dit blok en zullen eventuele hoogte-accenten verder worden uitgewerkt.
372
Reactie: Bij de verdere uitwerking van het globale bestemmingsplan in uitwerkingsplannen zullen de maximale bouwhoogtes per gebied worden vastgelegd. Uiteraard zal daarbij rekening worden gehouden met de bestaande omgeving en zal de afweging mbt de keuzes die in het kader van het uitwerkingsplan worden gedaan in de toelichting ervan onderbouwd worden. De ambitie om de Maanweg verkeersluw te maken moet worden overlegd met de gemeente Voorburg. Dit met name voor gevreesd sluipverkeer in Voorburg West en met het oog op de positie van station Voorburg. Vóór de aanleg van het Trekvliettracé wordt de Verlengde Regulusweg aangelegd zodat het verkeer, dat in de huidige situatie via de Maanweg en Binckhorstlaan rijdt, een volwaardig alternatief heeft en de Binckhorst bereikbaar blijft. Naar verwachting wordt de doorstroming op de kruising Maanweg – Regulusweg wat beter, omdat er in de nieuwe situatie slechts 1 hoofdrichting is (die richting Verlengde Regulusweg en vice versa) waardoor de verkeerslichten beter te regelen zijn. De Verlengde Regulusweg kan naar verwachting dus reeds een deel van de verkeersaantrekkende werking van ruimtelijke ontwikkelingen opvangen. De Maanweg wordt autoluw waardoor de ruimtelijke ontwikkelingen in dit deel van Nieuw Binckhorst Zuid (lage verkeersaantrekkende en –producerende werking) kan plaatsvinden. Wanneer het Trekvliettracé dan opengesteld wordt heeft Nieuw Binckhorst een 2e aansluiting op het hoofdwegennet en kan de verkeersaantrekkende werking van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, die vanaf dat moment in gebruik worden genomen of nog gaan starten, worden opgevangen. Het Rotterdamse verkeer rijdt dan niet meer via de Verlengde Regulusweg, het autoverkeer wordt meer gespreid door het gebied. Het versterken van de verblijfsfunctie van de Maanweg kan goed gecombineerd worden met het versterken van de relatie tussen de Binckhorst en NS station Voorburg. Loop- en fietsroutes naar dit station worden verbeterd.
Ra 379, Ra 391, PM282009, PM132009
373
Oproep om te bezien welke creatieve milieus vanuit de tijdelijke periode van transformatie kunnen worden meegenomen in de definitieve situatie
Ra 379, PM282009
Reactie: Hiermee zijn wij het volledig eens. Er worden momenteel al diverse tijdelijke initiatieven ontplooit zoals in Binck 36. Tijdelijke voorzieningen die passen binnen de regels van het bestemmingsplan kunnen ook in de toekomst in Binckhorst gevestigd worden. 374
Naargeestigheid als op straatniveau slechts kantoren of winkels met dichte rolluiken de voetganger moet beschermen tegen een gevoel van onveiligheid. Pleidooi voor een levendig straatbeeld
Ra 379, PM282009
Reactie: De ambities voor Nieuw Binckhorst zijn hoog. Het wordt een woon-, werk- en leefgebied met een stoere uitstraling, een ondernemend karakter, mondiale allure, stedelijke kwaliteit. Vér doorgevoerde functiemenging staat centraal zodat Nieuw Binckhorst levendig en aantrekkelijk wordt: woningen, werkplekken en voorzieningen wisselen elkaar af. De openbare ruimte krijgt een hoge kwaliteit. Juist door die menging van wonen, kantoren en voorzieningen zal er veel meer levendigheid ontstaan dan in woonwijken of kantorenlocaties. Alleen de onderste twee lagen langs de Binckhorstlaan zal uit niet-woonfuncties bestaan omdat hier de woonkwaliteit onvoldoende is. Door de andere functies en inrichting zal deze laan zich kunnen meten met de boulevards in andere grote steden. Voor de rest van het gebied zal de begane grond bestaan uit een verrassende afwisseling van verschillende functies, waaronder wonen. Hierdoor wordt juist een grote levendigheid verkregen. 375
377
Er is onvoldoende ruimte tussen de landgoederen en woonwijken in de Vlietzone om daar milieuhinderlijke bedrijven te vestigen. Reactie: Op dit moment is nog geen keuze gemaakt voor een definitieve locatie Alternatieven worden aangedragen waardoor er niet een nieuwe haven/bedrijventerrein van 100 miljoen hoeft te worden aangelegd Reactie: Voorafgaand aan de goedkeuring van het Masterplan zijn diverse onderzoeken naar alternatieven gedaan, zonder positief resultaat. Gezien de ambitie van het Masterplan, waarin geen ruimte is
Ra 379, PM282009
Ra 379, PM282009
378
voor ruimte intensieve milieuhinderlijke bedrijven, is gekozen voor het uitplaatsen van deze bedrijven. De quickscan van ondergronds bouwen is onjuist geïnterpreteerd
Ra 379, PM282009
Reactie: De quickscan is in de gemeenteraad behandeld tijdens de vaststelling van het masterplan. Deze besluitvorming is daarmee uitgangspunt geworden voor de uitwerkingsfase. 379
De asfaltcentrale hoeft niet in Den Haag gevestigd te zijn.
Ra 379, PM282009
Reactie: De asfaltcentrale is regio gebonden. Binnen de regio is onderzocht wat mogelijke locaties kunnen zijn voor het onderbrengen van milieuhinderlijke bedrijven. Uit het onderzoek volgen maar een tweetal haalbare locaties. 380
381
382
De gemeente laat de kans liggen om containerisatie van het huisvuil te betrekken in de ontwikkeling van de Nieuwe Binckhorst Reactie: De contenerisatie van afval is geen onderwerp voor het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid. Firma Meeuwissen en Reparco liggen aan het water, maar dat wilt niet zeggen dat zij watergebonden zijn Reactie: Zonder in te gaan op de twee specifieke bedrijven waarnaar reclamant verwijst, kan worden gesteld dat er meerdere watergebonden bedrijven op de Binckhorst zijn gevestigd. Het ruimtebeslag van deze bedrijven in combinatie met de bijbehorende milieucontouren maakt een alternatieve locatie voor de watergebonden bedrijven noodzakelijk. De conclusie van de studie uitgevoerd in 2005 dat het vanwege het kostenaspect niet logisch is om de milieuhinderlijke bedrijven uit de Binckhorst weg te halen vanwege de hoge kosten, moet correct te worden weergegeven en meegenomen in het ontwerp
Ra 379, PM282009
Ra 379, PM282009
Ra 379, PM282009
Reactie: de toenmalige studie van Haaglanden had als uitgangspunt om te komen tot regionaal beleid. Deze stonden los van de ontwikkelingsplannen voor de Binckhorst. 383
Jachthaven wordt genoemd in 3.2.5 Vaarwegen, maar niet in 2.2.2 bebouwingsbeeld
Ra 378
Reactie: De bouwwerken behorende bij de jachthaven kunnen niet worden aangemerkt als bepalend voor het bebouwingsbeeld, de stedenbouw en architectuur van de Binckhorst zoals beschreven in paragraaf 2.2.2.Daarentegen is in paragraaf 2.2.7 Voorzieningen, beschreven dat de Binckhorsthaven functioneert als jachthaven 384
385
De eigen eerdere zienswijze is niet aan de orde gekomen onder 8.2 Behandeling ingekomen reacties Reactie: In het kader van artikel 3.1.1 Bro dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rij die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Hoofdstuk 8.2 van de toelichting heeft betrekking op het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro dat in het kader van onderhavig plan heeft plaats gevonden met de bedoelde instanties. De zienswijzen die in het kader van het ontwerpbestemmingsplan voor heel de Binckhorst dat in 2008 ter inzage heeft gelegen zijn ingediend, kunnen in het kader van onderhavige procedure niet meegenomen worden. De procedure mbt het ontwerp- bestemmingsplan voor heel de Binckhorst is immers stop gezet en het plan is ingetrokken. Ten behoeve van onderhavig bestemmingsplan is een nieuwe procedure opgestart in het kader waarvan opnieuw zienswijzen ingediend kunnen worden. Onder 3. Planbeschrijving verdient de hoogte van de vermelde brug aandacht in relatie tot de doorgang van de scheepsvaart. Dit speelt ook elders in het plan.
Ra 378
Ra 378
In het plan is voor de haven een extra verbinding tussen de twee havenarmen en een brug voorgesteld. De positie van de brug maakt de ontsluiting van de jachthaven niet onmogelijk. Bij de verdere uitwerking wordt ook het gebruik van de haven meegenomen en bekeken of deze brug een bepaalde vrije doorvaarhoogte moeten hebben of beweegbaar moet zijn om optimaal van het water gebruik te kunnen maken. Alhoewel de beroepsscheepvaart ook uit Laakhaven verdwenen is, moeten ook de andere bruggen in de Haagse Trekvliet een doorgang voor grotere schepen hebben. In Laakhaven zijn aanlegplaatsen voor de groter pleziervaart gerealiseerd en komt een historische haven en verder moeten grotere woonschepen kunnen passeren voor de schouw. In de uitwerking wordt ook hier verder vorm aan gegeven. 386
Onder 3.2 Ontsluiting verdient de bereikbaarheid van de (verenigings)havens en jachtwerf aandacht. Ook tijdens de aanleg van het tracé.
Ra 378
387
388
389
Reactie: Voor het Trekvliettracé zijn diverse tracévarianten onderzocht, de verschillende alternatieven met het grootste probleemoplossend vermogen zijn bekeken op effecten op natuurlijk milieu en ruimtelijke ordening, maatschappelijke kosten en baten en de overlast tijdens de aanleg van het tracé is beoordeeld. Dit heeft geleid tot het huidige voorkeursalternatief. Deze variant is ook afgestemd met de omliggende gemeenten en de gemeenteraden van deze gemeenten hebben ingestemd met dit voorkeurstracé. De overlast tijdens de aanleg zal tot een minimum beperkt worden, uitgangspunt is dat functies in het gebied bereikbaar blijven. Onder 3.2.5 Vaarwegen wordt niet vermeld dat de brughoogte van bruggen naar het centrum al snel 2,4 meter of minder is Zie beantwoording 385 Het is een gemis dat onder 3.3 Programma niet valt op te maken dat er plaats is voor de functie water(sport)recreatie Reactie: Subparagraaf 3.3.10 gaat in op sportvoorzieningen. Hierin wordt expliciet vermeld dat watersportverenigingen bijzonder goed passen bij het beoogde karakter van Nieuw Binckhorst. Onduidelijk is of de genoemde haven onder 3.3.10 Sportvoorzieningen dezelfde is als de huidige verenigingshaven
Ra 378
Ra 378
Ra 378
Reactie: In het bestemmingsplan wordt zoveel mogelijk vermeden om namen van bedrijven en voorzieningen te noemen. Relevant is het programma waarin is aangegeven welke functies in Nieuw Binckhorst een plaats kunnen krijgen. 390
Watersport en watertoerisme is nauwelijks ontwikkeld in Den Haag. Er wordt gehoopt dat B & W gebruikt maakt van haar onder 6.4 Bestemmingsregels genoemde artikel 10 Water waarin de mogelijkheid wordt genoemd om ontheffing te verlenen voor de bouw van jachthavens, steigers en voorzieningen voor aanlegplaatsen Reactie: Artikel 6 heeft betrekking op de ecologische zone van de Broeksloot. Ter bescherming van de natuurwaarden zijn diverse werken, geen bouwwerken zijnde, niet mogelijk zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders.
Ra 378
391
In de parkeernormen is geen jachthaven in het overzicht. Aandacht gevraagd voor de hoge parkeerdruk aan de Maanweg en omgeving.
Ra 378
Reactie: De gemeente Den Haag is momenteel bezig de Kadernota Parkeren te actualiseren. De parkeernormering is een van de onderwerpen die verder uitgewerkt moeten worden. Een specifieke norm voor jachthaven kan bij de uitwerking van deze normen in overweging genomen worden. Bij de ruimtelijke ontwikkeling van diverse functies in één gebied wordt een parkeerbalans toegepast: voor elke functie wordt eerst de afzonderlijke parkeerbehoefte bepaald en op basis van aanwezigheidspercentages en bezettingsgraden afgezet tegen het tijdstip van de dag kan de mate van dubbelgebruik bepaald worden waaruit uiteindelijk het aantal benodigde parkeerplaatsen per gebied kan worden bepaald. Het dubbelgebruik van parkeerruimte van kantoren in de avonduren zal zeker in overweging genomen worden. 392
Verzoek om de zienswijze van Vereniging Park Hoornwijck (Ra 353) als herhaald en ingelast te beschouwen, en (ook) geschreven door ondergetekende
Ra 377
Reactie: Reclamant verwijst naar de tekst van zienswijze Ra 353. Voor beantwoording van de daarin voorkomende punten wordt verwezen naar de beantwoordingen waar het betreffende raadsadres wordt genoemd. 393
Met dit bestemmingsplan wordt maximale vrijheid genomen in de uitwerking van het plan. In strijd met het rechtszekerheidbeginsel en die onzekerheid heeft gevolgen voor de waarde van onroerend goed. Reactie: Reclamant zelf woont niet op of nabij de Binckhorst en heeft daarom niet te vrezen voor een waardedaling van zijn onroerend goed ten gevolge van de ontwikkelingen die op de Binckhorst plaats gaan vinden. Reclamant spreekt vervolgens over toekomstige bewoners op de Binckhorst, die wellicht te maken krijgen met een waardedaling van hun onroerend goed omdat uit het globale bestemmingsplan niet goed blijkt wat er in de directe omgeving zal verrijzen. Het bestemmingsplan ten behoeve van de Binckhorst zal echter voor er ontwikkeld kan worden nader uitgewerkt moeten worden in uitwerkingsplannen. In deze uitwerkingsplannen wordt meer gedetailleerd aangegeven welke functies zijn voorzien en wat de maximale bouwhoogtes zullen zijn. Een toekomstige eigenaar van een appartement op de Binckhorst zal dus op basis van het uitwerkingsplan waarin zijn woning is opgenomen een goed beeld krijgen van de te realiseren bebouwing in de omgeving van zijn
Ra 377
woning. 394
Een daadkrachtige invulling van de gemeentelijke ambities om klimaatneutraal te worden ontbreekt
Ra 377
Reactie: Het bestemmingsplan is op hoofdlijnen opgesteld, het plan-MER volgt het niveau van het bestemmingsplan. Dit geldt dus ook voor de energievisie als onderdeel van het plan-MER. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan en het plan-MER wordt de energievisie verder uitgewerkt, daarbij wordt invulling gegeven aan de Haagse ambities ten aanzien van klimaat. 395
Jachtwerf De Haas is de enige commerciële jachtwerf in de gemeente en omgeving met een uitgebreide reparatiewerkplaats en stallingmogelijkheid.
Ra 374, Ra 375, PM252009
Reactie: De jachtwerf wordt beschouwd als een bedrijf dat op dezelfde manier behandelt zal worden als andere bedrijven die nu in de Binckhorst gevestigd zijn. Dat betekent dat het bedrijf dient te voldoen aan de voorwaarden voor bedrijfsvestiging zoals opgenomen in artikel 12.2 van de regels van het bestemmingsplan. 396
De toezegging uit het convenant dat er voldoende ruimte dient over te blijven voor bedrijvigheid wordt niet ingelost. Onduidelijk waar de inpasbare bedrijven zich zouden kunnen vestigen
Ra 375, PM252009
Reactie: Het bestemmingsplan sluit aan bij de afspraken die zijn gemaakt in het Convenant Bedrijven Binckhorst. Voor verdere beantwoording wordt verwezen naar de zienswijzen met de nummers 1, 3, 7 en 8. 397
Het is onmogelijk om te schrijven in mei 2009 dat in het derde kwartaal van het voorgaande jaar de brochure zal verschijnen met daarin de “spelregels” uit voornoemd convenant. Reactie: In het Convenant Bedrijven Binckhorst van 15 juli 2008 is deze afspraak opgenomen. Naar aanleiding van het nadien intrekken van het ontwerpbestemmingsplan Binckhorst kon niet tijdig voldaan worden aan afspraak om voor fase A duidelijkheid te verschaffen over de planning van de planning van de uitwerkingsplannen. In overleg is vervolgens besloten om de spelregels tegelijk met die planning te laten verschijnen.
Ra 375, PM252009
398
399
Alleen voor bedrijven met een regionale functie wordt 12 hectare in bedrijventerrein Harnaschpolder gegarandeerd Reactie: Bedrijven die thans op de Binckhorst gevestigd zijn en die naar Harnaschpolder willen/kunnen verhuizen komen hiervoor in aanmerking. De huidige Binckhorst behoort ook tot de regio. Omdat de periode tussen de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan en het nader uitwerken van een deelplan 10 jaar kan duren, kan ook de bouwstop 10 jaar duren. Dit is bedrijfseconomisch onaanvaardbaar en zal grote gevolgen hebben voor de Binckhorst
Ra 375, PM252009
Ra 374, Ra 375, PM252009
Reactie: Zie beantwoording onder 1 en 172 400
De gemeente maakt misbruik van het instrument van een globaal bestemmingsplan door de hele Binckhorst 10 jaar te bevriezen, een bouwstop van 10 jaar in te kunnen voeren en de voorkeursrechten voor 10 jaar te kunnen bestendigen.
Ra 374, Ra 375, PM252009
Reactie: zie beantwoording onder 172 401
402
Het ontwerp inzake creatieve economie moet worden aangepast aan de verslechterde bedrijfseconomische omstandigheden. Onaanvaardbaar dat gevestigde rendabele bedrijven moeten wijken terwijl het de vraag is of deze creatieve economie zich rendabel kan ontwikkelen Reactie: Enkele panden in de Binckhorst worden geschikt gemaakt voor zogenaamde ‘creatieve’ bedrijven. Het gaat hier om de voormalige Caballerofabriek, de Fokkerschool en het voormalige PTT-pand Binck 36. In alle gevallen gaat het om panden die hun functie reeds lang verloren hebben en nu werkgelegenheid bieden aan nieuwe bedrijven. Er is dan ook geen sprake van dat gevestigde bedrijven voor deze nieuwe bedrijven moeten wijken. In het ontwerp-bestemmingsplan wordt teruggevallen op de nota “Bedrijventerreinstrategie Den Haag 2005-2020”. Sinds 2005 zijn de economische omstandigheden danig verslechterd. Onduidelijk hoe daarmee rekening is gehouden Reactie: De Nota Bedrijventerreinenstrategie heeft als uitgangspunt dat er voldoende hectaren bedrijventerrein zijn die ook in de toekomst bestaande werkgelegenheid op peil kunnen houden. De behoefte aan bedrijfsruimte en bedrijfsterreinen wordt regelmatig gemonitoord. Bedrijventerreinplanning is een zaak van lange termijn. De ontwikkeling van terreinen in de
Ra 374, Ra 375, PM252009
Ra 374, Ra 375, PM252009
Randstad duurt doorgaans meer dan 15 jaar. Tussentijdse recessies vormen daarom geen reden om de programmering bij de stellen. 403
404
Het ontwerp-bestemmingsplan omvat geen kader voor een uitwerkingsplan, van kwalitatieve criteria is geheel geen sprake. Dit is in strijd met artikel 3.6 Wet Ruimtelijke Ordening juncto 3.1.4 Besluit Ruimtelijke Ordening, c.q. het rechtszekerheidbeginsel Reactie: zie beantwoording onder 349 Onduidelijk of een jachtwerf onder enige categorie van bedrijvigheid valt
Ra 375, PM252009
Ra 375, PM252009
Reactie: Jachtwerf wordt gezien als bedrijf waarbij wordt verwezen naar de beantwoordingen onder vraag 1, 2 en 8. 405
406
In tegenstelling tot de beleidsnotitie worden niet 7000, maar 8500 woningen gebouwd. Dit mag niet ten koste gaan van benodigde ruimte voor bedrijfshuisvesting Reactie: Het masterplan Nieuw Binckhorst bevatte een eerste globale raming van het woningprogramma. Onderzoeken die daarna zijn gedaan door onder meer het bureau Urhahn Urban Design hebben geleid tot de conclusie dat een hogere dichtheid aan woningen kan worden gerealiseerd, die niet ten koste gaan van de rest van het programma. Reparatiemogelijkheid van pleziervaartuigen dient ingepast te worden
Ra 374, Ra 375, PM252009
Ra 374, Ra 375, PM252009
Reactie: zie beantwoording onder 404 407
Een duidelijke beleidslijn omtrent milieu ontbreekt (geënt op de nota “Tien voor milieu”)
Ra 375, PM252009
Reactie: Bij de opstelling van het bestemmingsplan en het plan-MER is rekening gehouden met verschillende beleidsdocumenten omtrent, milieu, waaronder het gebiedsgerichte milieubeleid van de gemeente Den Haag. Het gebiedsgericht milieubeleid is toetsingskader voor het MER. In de duurzaamheidparagraaf van het bestemmingsplan verantwoordt de gemeente op welke wijze zij de gestelde ambities wil halen. 408
Het niet nader geduide ambitieniveau is naar “basis” bijgesteld betreffende externe veiligheid, bodem en lucht. Er dient een concrete uitwerking te zijn opgenomen met vermelding van gevolgen
Ra 375, PM252009
en afbreukrisico’s van de voornoemde bijstellingen. Reactie: In de duurzaamheidparagraaf van het bestemmingsplan is aangegeven waarom voor enkele aspecten het ambitieniveau is bijgesteld. Het ambitieniveau ‘basis’ betreft de wettelijke voorgeschreven normen. De wet waarborgt voldoende bescherming tegen milieuhinder, het volgen van het ambitieniveau basis brengt geen nadere risico’s met zich mee. 409
De gemeente miskent dat Den Haag ook plaats moet bieden aan ruimte-extensieve bedrijven en dat de buurgemeenten daarmee niet kunnen worden opgezadeld
Ra 374, Ra 375, PM252009
Reactie: De aanwezigheid van ruimte-extensieve, milieuhinderlijke bedrijven op een binnenstedelijk bedrijventerrein is niet wenselijk. De meeste binnenstedelijke bedrijventerreinen zijn al gesaneerd of geherstructureerd en langs de randen van de gemeente is gezocht naar nieuwe locaties om bedrijven te vestigen. Deze locaties volgen uit de structuurvisie van Haaglanden, waarin ook de transformatie van de Binckhorst is opgenomen. 411
412
Ook het ontwerp-exploitatieplan heeft een globaal karakter en is niet bruikbaar voor het analyseren van financiële risico’s Reactie: Zie antwoord onder 415 Zonder onderbouwing wordt uitgegaan van een schadeloosstelling ex artikel 40 Onteigeningswet van € 418.748.000
Ra 374, PM252009
Ra 374, PM252009
413
Reactie: Zie antwoord onder 415 Onbegrijpelijk dat de gemeente een globaal ontwerpexploitatieplan opstelt dat slechts een wankele basis kan bieden voor een financieringsanalyse ten behoeve van de haalbaarheid van een ontwerpbestemmingsplan
Ra 374, PM252009
414
Reactie: Zie antwoord onder 415 Niet realistische bedragen begroot voor de post gronduitgifte (€ 363.435.000) en voor de post toerekening aan toekomstige bebouwing Nieuw Binckhorst Noord ter zake van het park (€51.077.000). Zeker in de huidige economische malaise. Commerciële partners zullen dit risico bij
Ra 374, PM252009
de gemeente neerleggen. Hier staat of valt de hele begroting mee. Reactie: Het exploitatieplan is een gevolg is van de nieuwe Wro waar de grondexploitatiewet onderdeel vanuit maakt. Hierin dienen op marktconforme wijze te worden geraamd. Het exploitatieplan is globaal opgezet en is bedoeld om inzicht te geven in de kosten en opbrengsten die een dergelijke transformatie als de Binckhorst met zich meeneemt. Bij het vaststellen van uitwerkingsplannen zal ook een actualisatie plaatsvinden van het totale exploitatieplan, dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Wanneer dit financiële consequenties heeft bijvoorbeeld door optimalisaties, zal opnieuw inspraak plaatsvinden en zienswijze mogelijk maken. De opgenomen kosten voor het park zijn kosten voor geheel Binckhorst, dus ook voor het in de toekomst vast te stellen bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Noord. Op basis van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit is aan Zuid en Noord ieder 50% van deze kosten toegerekend omdat het bouwprogramma in beide gebieden ongeveer gelijk is. Ramingen voor geheel Binckhorst laten zien dat het noordelijke deel deze kosten ook daadwerkelijk kan dragen. De grondexploitatiewet verplicht voor de direct aan deze twee gebieden toerekenbare kosten geen verwijzingen naar een planologisch kader. 415
416
Miskend wordt dat de verwerving van de benodigde gronden en opstallen hogere kosten kunnen meebrengen dan is begroot. Reactie ( eveneens voor de vragen 411, 412, 413): Vooraf dient gesteld te worden dat het exploitatieplan een gevolg is van de nieuwe Wro waar de grondexploitatiewet onderdeel vanuit maakt. Hierin dienen de kosten en opbrengsten op marktconforme wijze te worden geraamd. Hierin zijn dus ook de kosten voor aanleg van infrastructuur, verplaatsing, uitplaatsings- en herinvesteringskosten meegenomen. De wet gaat uit van het profijt beginsel, waarbij alleen de kosten en opbrengsten meegenomen kunnen worden, die aan de ontwikkeling in Binckhorst Zuid toe te rekenen zijn. Het exploitatieplan is globaal opgezet en is bedoeld om inzicht te geven in de kosten en opbrengsten die een dergelijke transformatie als de Binckhorst met zich meeneemt. In het ontwerp-exploitatieplan wordt op geen enkele wijze onderbouwd uitgegaan van kostenverhaal Reactie: Hoofdstuk 5.8.1 van het ontwerp- exploitatieplan beschrijft de wijze van toerekening. Wat de toepassing van het exploitatieplan betreft worden de kosten omgeslagen naar rato van de opbrengstpotentie van iedere in te brengen individuele kavel m.a.w. ook op kavelniveau is sprake
Ra 374, PM252009
Ra 374, PM252009
417
418
419
420
van macroaftopping. Voor ieder euro opbrengstpotentie wordt een maximale exploitatiebijdrage van één euro afgerekend onder aftrek van de inbrengwaarde en eventuele ander grondkosten door zelfwerkzaamheid, uiterlijk bij afgifte van een bouwvergunning. In het ontwerp-exploitatieplan wordt op basis van prijspeil 1 jan 2009 uitgegaan van een tekort van € 226.165.000. Tevens meldt de gemeente een tekort op basis van contante waarde per 1 jan. 2009 van € 199.020.000. Hoe wordt dit verschil verklaard? Brengt economische haalbaarheid verder in twijfel
Ra 374, Ra 375, PM252009
Reactie: Het tekort van € 226.165.000 is een bedrag op prijspeil 1 januari 2009 en het tekort van € 199.020.000 is een bedrag op netto contante waarde (NCW) 1 januari 2009. Het is hetzelfde tekort echter het tekort op netto contante waarde (NCW) berekent de kosten en opbrengsten, die geraamd zijn op prijspeil 1 januari 2009, met inflatie en rente terug naar 1 januari 2009 en is afhankelijk van de gekozen fasering. Ra 374, PM252009 Het is onzeker of het Trekvliettracé er echt komt (financiering) Reactie: Voor de financiering van het Trekvliettracé geldt dat inmiddels alle benodigde toezeggingen zijn gedaan, zowel door het Rijk (€ 225 miljoen), als door stadsgewest Haaglanden en de gemeente Den Haag (beiden € 112,5 miljoen). Het betreft harde toezeggingen waaraan financiële reserveringen ten grondslag liggen. Na reactie op vorige voorontwerp is veel verduidelijkt in het ontwerp-bestemmingsplan en planMER, maar nog niet overal is antwoord op gegeven Reactie: Er is getracht voor het ontwerp ter inzage werd gelegd zo veel mogelijk punten uit de binnen gekomen vooroverlegreacties te beantwoorden. In het kader van de beantwoording van de ingekomen zienswijzen, zullen ook de nog openstaande punten in de beantwoording van de vooroverlegreacties beantwoord worden. In de vertaling naar het ontwerpbestemmingsplan zien wij de koppeling tussen de twee stedelijke gebieden met daartussen de Utrechtsebaan onvoldoende terug. Reactie: In het masterplan is ingezet op en goede verankering van de Binckhorst in zijn omgeving. Hiervoor is een groot aantal verbindingen voorgesteld. Met Voorburg wordt ingezet op een knoop rondom het station en ter hoogte van het park een verkeersverbinding en een goede relatie tussen het nieuwe park en het groen in Voorburg. In het bestemmingsplan is dit mogelijk gemaakt door bij de
Ra 391, PM132009
Ra 391, PM132009
421
bestemming Railverkeer (artikel 7 Verkeer) tunnels, overkluizingen en groenvoorzieningen op te nemen. In de uitwerking wordt hier verder op ingegaan. Ook het verkennen van ondertunneling/overkapping van de Utrechtsebaan moet aansluiten bij de afgesproken kaders (RSP) en verwerkt worden in het ontwerp-bestemmingsplan
Ra 391, PM132009
Reactie: Tussen de Utrechtsebaan en de Binckhorst ligt het spoor. Dit is in het bestemmingsplan opgenomen. Binnen deze bestemming zijn alle mogelijkheden voor een goede relatie tussen de Binckhorst en Voorburg opgenomen (zie beantwoording onder 420). Ook aansluiting bij eventuele ondertunneling/overkapping van de Utrechtsebaan is mogelijk gemaakt. De Utrechtsebaan ligt niet in het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid. Deze ontwikkeling wordt niet binnen de planperiode van 10 jaar voorzien en is daarom niet meegenomen in het bestemmingsplan en exploitatieplan. In de uitwerking van verbetering van de relatie met Voorburg in de uitwerking van het plan zal dit met Voorburg worden opgepakt. 422
De optie om op langere termijn de aansluiting Voorburg ter hoogte van de Maanweg deels te vervangen door een nieuwe aansluiting op de A12 in het verlengde van het Mercuriustracé was niet bestuurlijk afgesproken. Trekvliettracé draagt het meest bij aan het oplossen van de ontsluitingsproblemen.
Ra 391, PM132009
Het nieuwe Haagse verkeersbeleid, de Haagse Nota Mobiliteit (HNM) gaat er van uit dat het Trekvliettracé samen met een aantal andere wegen (o.a. de Utrechtsebaan) een goede oplossing is voor de ontsluiting van de stad de komende 10-20 jaar. Vanwege de onverwachte ontwikkelingen van de automobiliteit van de afgelopen 10 jaar houden we ook voor de komende 10-20 jaar rekening met een groei die we op dit moment niet voorzien. Om de mogelijkheden daarvoor nog open te houden wordt er nu een soort voorbehoud genomen t.a.v. het Mercuriustracé in het verlengde van de Mercuriusweg: er wordt een ruimtereservering gedaan die een eventuele toekomstig noodzakelijke ontwikkeling niet onmogelijk maakt. Binnen de 10 jaar worden wel de verlengde regulusweg en het Trekvliettracé voorzien. T.b.v. het Mercuriustracé wordt nu alleen een ruimtereservering opgenomen. Aanleg van het Mercuriustracé is niet voorzien binnen 10 jaar. Mogelijk wel daarna.. 423
Twijfel of in 2020 de A4 Delft-Schiedam, de Rijlandroute en de tunnels aan de Neherkade allemaal gereed zijn.
Ra 391, PM132009
Reactie: Vooralsnog is dat de planning en zodoende moeten we daar bij onze planvorming rekening mee houden. 425
426
427
428
Ontwerp-bestemmingsplan geeft de toekomstige positie station Voorburg aan. Gemeente Leidschendam-Voorburg houdt vast aan de afgesproken kaders (RSP). Over financiering of wijze aanleg is nog geen besluit genomen. Dit vormt een risico voor de realiseerbaarheid van het gebied binnen de ontwikkelperiode van het bestemmingsplan. Reactie: zie beantwoording onder 292 Voor het noordelijk deel wordt uitgegaan van 1 parkeerplaats per 10 arbeidsplaatsen, voor het zuidelijk deel 1 per 5 (variant: parkeerrestrictie). Hoeveel parkeerplaatsen worden bij de andere varianten gehanteerd? Verzoek om te reken met CROW normen Reactie: Bij de overige alternatieven wordt uitgegaan van 1 parkeerplaats per 2 werkzame personen. De gemeente Den Haag hanteert voor alle te realiseren functies parkeernormen die ontleend zijn aan landelijke kerncijfers van het CROW. De gemeente ontwikkeld momenteel een nieuw parkeerkader waarin de parkeernormen onderwerp van studie zijn. Bij een wijziging van de parkeernormen worden zo veel mogelijk de meest recente kerncijfers van het CROW gehanteerd, de normen worden daar waar nodig afgestemd op de Haagse situatie. Er wordt uitgegaan van een nieuwe openbaar vervoer verbinding (lijn 1) die op straatniveau de historische site “Forum Hadriani” doorkruist. Deze verbinding staat niet op de regionale lijnennota van Stadsgewest Haaglanden opgenomen. Deze lijn is onmogelijk vanuit nationaal oudheidkundig oogpunt. Reactie: Het tracé voor de Randstadrail-lijn ligt nog niet vast en zal zo veel mogelijk de bestaande verkeersinfrastructuur volgen. Daar waar het tracé niet de bestaande infrastructuur volgt en ruimtelijke elementen gekruist moeten worden vindt een afweging plaats over het behoud van deze ruimtelijke elementen. Dat verandert niets aan het voornemen om lijn 1 op te waarderen naar randstadkwaliteit en om deze via de Binckhorst te laten rijden. Zodoende blijft lijn 1 met randstadkwaliteit in het plan staan Voor de uitwerking van het bestemmingsplan zal duidelijk moeten zijn dat er een geschikte vervangende locatie beschikbaar is voor uitgeplaatste watergebonden bedrijvigheid. Onderzoek daar naar is nog volop bezig
Ra 391, PM132009
Ra 391, PM132009
Ra 391, PM132009, PM242009
Ra 391, PM132009
Reactie: Bij behandeling van het RSP in het algemeen bestuur Haaglanden is over het uitplaatsen van watergebonden bedrijven een amendement aangenomen. Hierin wordt het dagelijks bestuur verzocht om op korte termijn een onderzoek te verrichten naar de vestigingsmogelijkheden van watergebonden bedrijvigheid in de zone langs de Vliet, tussen Leidschendam Noord en Delft. Op basis hiervan is een tweetal studies uitgevoerd naar mogelijke locaties. Na een eerste verkenning heeft een nader onderzocht zich gericht op een tweetal locaties. Het is de verwachting dat het dagelijks bestuur van Haaglanden begin september 2009 zal besluiten een vervolgonderzoek te verrichten en dat er een plan van aanpak/businesscase nader wordt uitgewerkt. Het vervolgtraject zal samen met de betrokken gemeenten Leidschendam Voorburg, Rijswijk en het Stadsgewest Haaglanden worden opgepakt. Op basis van de planning is het haalbaar de watergebonden bedrijven binnen de looptijd van het bestemmingsplan uit te plaatsen. 429
Bij de opsomming van het programma is Perifere Detailhandel (met retailconcepten) opgenomen. De Binckhorst is in de Structuurvisie detailhandel van Haaglanden niet opgenomen als locatie voor perifere detailhandel. Voor een extra (vierde) locatie is geen ruimte.
Ra 391, PM132009
Reactie: Het programma in het bestemmingsplan maakt 12.500 m² perifere detailhandel mogelijk. Dit is gedaan om de bestaande perifere detailhandelsvoorzieningen in de Binckhorst de mogelijkheid te bieden om in het gebied gevestigd te blijven. Deze uitleg zal aan de toelichting van het bestemmingsplan worden toegevoegd:
430
431
Staat van wijzigingen: In de toelichting wordt hierover een passage opgenomen Voor het bestemmingsplan is een detailhandelonderzoek uitgevoerd. Deze is voor ons onbekend. Reactie: Het Bureau WPM heeft in maart 2009 een ‘Visie op duurzame en vernieuwende retailontwikkeling’ voor Nieuw Binckhorst afgerond. Het rapport zal na het zomerreces zo spoedig mogelijk aan de Werkgroep Detailhandel en Leisure worden voorgelegd. In de Veen- en Binckhorstpolder is een waterbergingstekort van 14.000 m³. Een deel van deze wateropgave moet een plek krijgen in het te realiseren Binckhorstpark Reactie: Paragraaf 5.7.3 Waterkwantiteit is opgenomen dat de resterende waterbergingsopgave in de oostelijke zijde van het park binnen de Veen- en Binckhorstpolder zal worden gerealiseerd.
Ra 391, PM132009
Ra 391, PM132009
432
In het bestemmingsplan moet nadrukkelijker worden ingegaan voor verbetering van de waterkwaliteit in de Utrechtsebaanzone
Ra 391, PM132009
Reactie: De toelichting van het bestemmingsplan biedt zeer ruim aandacht aan de waterkwaliteit. Daarbij wordt expliciet gemeld dat de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Den Haag gezamenlijk verder gaan werken aan een groene zone met veel water in de zone langs de spoorlijn Den Haag-Leiden. De toelichting zal nog worden uitgebreid met de mededeling dat ook de waterverbindingen tussen Leidschendam-Voorburg en Den Haag hierbij aan de orde zullen komen:
433
Staat van wijzigingen In de toelichting wordt een mededeling opgenomen over waterverbindingen tussen LeidschendamVoorburg en Den Haag. Op pagina 26 van het rapport Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is vermeld dat de geluidsbelasting langs de Maanweg (incl. woningen in Voorburg) in de toekomstige situatie (2020) met maximaal 1 dB toeneemt ten opzichte van de situatie in 2010. In de tabel met de betreffende rekenresultaten is echter een afname te lezen.
Ra 391, PM132009
Reactie: De conclusie uit het geluidsrapport behorende tot het bestemmingsplan blijft onveranderd. Namelijk dat er geen sprake is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder voor de herinrichting van de Maanweg. 434
In deze tabel is “Overbergweg” vermeld waar “Overburgkade” wordt bedoeld
Ra 391, PM132009
Reactie: Deze opmerking heeft betrekking op een tabel die onderdeel uitmaakt van het akoestisch onderzoek. Dat rapport zal aangepast worden 435
436
Knip van Binckhorst-Zuid + park en Binckhorst noord: college had kunnen en moeten beslissen dat eerder ingediende zienswijzen zullen worden meegenomen als ware een ingediende zienswijze op het nieuwe plan Reactie: Zie beantwoording onder 90. Er is onzorgvuldig omgegaan met de informatieprocedure 26 mei 2009 is niet ruim voldoende voor de nieuwe terinzagelegging informeren van 29 mei 2009
Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009
437
438
439
440
Reactie: Het is gebruikelijk dat de kennisgeving wordt gepubliceerd en verspreid in de week waarin de terinzagelegging plaats vindt. Deze kennisgeving wordt opgesteld nadat Burgemeester en wethouders hebben besloten het plan vrij te geven voor de terinzagelegging. Er zit gebruikelijkiets meer dan een week tussen het besluit van B&W en de eerste dag van de terinzagelegging. Het is uiteraard niet mogelijk de kennisgeving te verzenden voordat B&W heeft besloten het plan vrij te geven. Alle indieners van een zienswijze op het ontwerp-bestemmingsplan voor heel de Binckhorst dat in 2008 ter inzage heeft gelegen hebben een schriftelijke kennisgeving ontvangen van de terinzagelegging van onderhavig bestemmingsplan. Er zal inspraak moeten worden verleend om ook zienswijzen te kunnen indienen op de nu nog niet uitgewerkte onderdelen Reactie: Reclamant doelt op een aantal PM-posten die zijn opgenomen in hoofdstuk 8, waarin de vooroverlegreacties zijn opgenomen. Het is helaas nog niet mogelijk geweest alle vooroverlegreacties te beantwoorden voordat het ontwerp ter inzage werd gelegd. In het kader van de beantwoording van de zienswijzen zullen ook de nog ontbrekende antwoorden op de vooroverlegreacties worden ingevuld. Vele onderliggende stukken en documenten die in het ontwerp worden aangehaald en op grond waarvan het ontwerp tot stand is gekomen hebben niet ter inzage gelegen wat wel had moeten gebeuren Reactie: Zie beantwoording onder 91 Een groot deel van de in het bestemmingsplan aangehaalde stukken hebben niet ter inzage gelegen zoals het op pag. 100 genoemde DPO (Distributie Planologisch Onderzoek). Reactie: Zie reactie onder 91. Ook het DPO waar in de toelichting naar wordt verwezen heeft nog geen formele status. Uitkomsten overleg met betrokken gemeenten, waterschappen, provincie en rijk moeten op grond van artikel 3.1.6. Bro in het ontwerp worden opgenomen Reactie: De uitkomsten van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro zijn opgenomen in hoofdstuk 8(‘Gevoerd
Ra 372, ra 372, PM422009
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
441
442
overleg en inspraak’) van de toelichting. Met ingekomen reacties van overlegpartners is niet serieus omgegaan , bijvoorbeeld met de reactie van de gemeente Leidschendam-Voorburg (realiseren nieuwe verbindingen en infrastructuur) Reactie: Van belang is dat eerst de hoofdinfrastructuur zal worden gerealiseerd en daarna wordt gestart met de ontwikkelingen van de Binckhorst. Zie daarnaast beantwoording onder 421 en 422. Hoe en waar wordt de watergebonden bedrijvigheid uit het plangebied uitgeplaatst?
Ra 372 , ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Naar aanleiding van de vraag en de mogelijkheden van de watergebonden bedrijven wordt hiervoor een planning opgesteld. 443
444
445
Niet nader wordt toegelicht dat zienswijzen die in augustus 2008 zijn binnengekomen zijn meegenomen in het ontwerp Reactie: De zienswijzen die in het kader van het ontwerp-bestemmingsplan voor heel de Binckhorst, dat in 2008 ter inzage heeft gelegen, zijn ingediend, zijn allemaal doorgenomen. Bij het opstellen van onderhavig plan is getracht zoveel mogelijk punten mee te nemen. Uiteraard is het niet mogelijk geweest aan alle opmerkingen tegemoet te komen. Zo is nog steeds sprake van een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsplicht en biedt het bestemmingsplan dus nog steeds geen volledige duidelijkheid aan bedrijven. In het kader van het opstellen van onderhavig plan is onder andere nog een kritisch gekeken naar de onderzoeken op het gebied van milieu en naar het exploitatieplan. In het ontwerp wordt niet genoemd een vast te stellen verordening ex artikel 4.1. WRO (conform website Provincie Zuid-Holland), vaststelling bestemmingsplan met inachtneming van de provinciale verordening Reactie: Op het moment van de ter visie legging en ook bij de vaststelling van het ontwerp bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is de provinciale verordening nog niet van kracht. Volgens dezelfde website van de Provincie Zuid-Holland wordt als inwerkingsdatum juni 2010 aangehouden. Op dit moment geldt het interim beleid van de Provincie Zuid Holland dwz het bestaande streekplan inclusief regels ruimte voor ruimte. De Provincie ZH heeft als Bro partnersvia een zienswijze eveneens gereageerd op het ontwerp en heeft aangegeven een beoordeling te hebben uitgevoerd op grond van het provinciale interimbeleid. In het kader van externe veiligheid is geen QRA opgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A12/Utrechtsebaan (zie pag. 113)
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Voor het groepsrisico m.b.t. de route gevaarlijke stoffen zullen kwantitatieve berekeningen gemaakt worden conform de circulaire externe veiligheid. Zie beantwoording onder vragen 101, 102. 103. 446
447
448
Ontwerp is niet beoordeeld door de Hulpverleningsregio Reactie: De Hulpverleningsregio Haaglanden is betrokken geweest bij de planvorming. Op grond daarvan heeft de Hulverleningsregio het niet nodig geacht om via een zienswijze te reageren op het ontwerp. Niet wordt aangegeven op welk wijze het verkorten van aardgastransportleidingen wordt gewaarborgd, welke eisen aan moeten worden voldaan, hoe ermee wordt omgegaan en dat er advies wordt ingewonnen bij het RIVM/de Gasunie. Reactie: Zie beantwoording onder 281 Weinig tot geen onderzoek naar natuurwaarden
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, , Ra 373, PM422009, PM432009
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Er is voor de Plan-Mer een globale opname gemaakt van de aanwezige natuurwaarden (quick scan). Naar het oordeel van de Commissie voor de m.e.r. is er voldoende informatie gegeven voor deze fase van planvorming.. In de volgende fase, bij het opstellen van een uitwerkingsplan zal meer gedetailleerde informatie over de natuurwaarden moeten worden gegeven. Dit zal plaats vinden door middel van een nieuwe MER-rapportage. 449
Geluidszones wegen en spoor zijn niet op plankaart aangegeven(wat zijn de ligging en afmeting van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen?)
Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Bij dit globale bestemmingsplan is het niet nodig dat de geluidcontouren worden opgenomen. Wel in de volgende fase van uitwerkingsplannen. In het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid zijn regels opgenomen voor geluidsschermen en afschermende bebouwing langs belangrijke wegen. 450
Wat is het advies van het waterschap over water paragraaf 5.7 ontwerp Reactie Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft in een zienswijze aangegeven in te kunnen stemmen
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
452
453
454
met het bestemmingsplan, omdat aan alle aspecten die van belang zijn voor een goede waterhuishouding invulling is gegeven. Zonweg 13 “cultuurhistorische waarde”: “het pand is gedetailleerd opgenomen”, wat wordt daarmee bedoeld?
Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Zie beantwoording onder 454 Montagehal is niet van cultuurhistorische waarde en kan niet gehandhaafd blijven in de nieuwe ontwikkeling
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Zie beantwoording onder 454 Plan tot herontwikkeling van montagehal , in bestemming : gemengd-uit te werken bestemming”kan Ra 372, PM422009, PM432009 hieraan niet worden voorbijgegaan Reactie: Door Monumentenzorg is in maart 2008 een cultuurhistorische verkenning gemaakt van de Binckhorst, waarin dit pand is omschreven als: Montagehal van 5.000 m2, ontworpen door de architect C.J.Ph. Reinerie voor Escher’s Constructie-werkplaatsen en machinefabriek NV. Opvallend zijn de zeven “facetvormige”lichtstraten die de ronding van de overkapping volgen. Bij de beoordeling is een cultuurhistorische waardering gegeven op de volgende criteria: • Architectonische verschijningsvorm • Gaafheid en zeldzaamheidswaarde • Historische betekenis • Stedenbouwkundige positie Het pand is beoordeeld als pand met hoge cultuurhistorische waarde, de middelste categorie, en daardoor gedetailleerd in het plan opgenomen. In het bestemmingsplan is voor het cultuurhistorisch waardevolle deel van het complex een bouwvlak opgenomen met daarin de hoogte van de bestaande bebouwing. Hierdoor is de vorm en hoogte voor eventuele nieuwbouw vastgelegd, waardoor het interessanter is om bestaande pand te handhaven. Hierdoor wordt een zekere mate van bescherming van het historisch erfgoed bewerkstelligd.. Dit wijkt af van de bouwmogelijkheden in de bestemming “Gemengd – uit te werken”. In de nadere uitwerking van het gebied wordt met dit pand rekening gehouden om het zo goed mogelijk tot zijn
455
recht te laten komen. Ontwerp voldoet niet aan Regeling standaarden ruimtelijke ordening ex artikel 1.2..6 Bro per 1 juli 2009 in werking getreden
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Vanaf 1 januari 2010 moeten alle nieuwe ruimtelijke plannen digitaal gemaakt, gebruikt en beschikbaar gesteld worden. In de periode tot 1 januari 2010 kunnen overheden hier al mee aan de slag, maar is het nog niet verplicht. Het is al wel verplicht om een nieuw plan elektronisch beschikbaar te stellen, bijvoorbeeld via een pdf. De eisen voor plannen vanaf 1 januari 2010 staan in de zogenaamde RO standaarden. Deze specificeren hoe ruimtelijke plannen gedigitaliseerd, verbeeld en beschikbaar gesteld moeten worden.
456
Het kabinet heeft besloten dat de invoering in fases verloopt. Sinds 1 juli 2008 moet een plan digitaal beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in pdf-formaat, maar bij verschillen tussen het digitale en het papieren plan, geldt het papieren plan. Vanaf 1 januari 2010 is het precies andersom. Bovendien moeten deze plannen voldoen aan de RO standaarden. In artikel 24 procedureregels wijzigingen en/of uitzonderingen is niet aangegeven dat afdeling 3.4. Awb van toepassing is
Ra 372, ra 373, PM422009
Reactie: Op grond van artikel 3.6 Wro lid 5 is op de voorbereiding van een uitwerking of wijziging afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Artikel 24 procedure regels zal bij lid 2 op dit punt worden aangevuld
457
Staat van wijzigingen In artikel 24 zal bij lid 2 worden toegevoegd dat voorbereiding plaats vind op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) Exploitatieplan kan niet met een dergelijk tekort worden vastgesteld.
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
Reactie: Zie beantwoording onder vraag 11 458
Is tekort niet hoger, “inbrengwaarde is globaal geschat”, exploitatieplan is niet reëel Reactie: In het exploitatieplan worden de kosten en opbrengsten hoewel globaal op marktconforme wijze geraamd. Bij het vaststellen van de uitwerkingsplannen zal ook een actualisatie plaatsvinden van
Ra 372, Ra 373, PM422009, PM432009
459
462
463
het totale exploitatieplan, dat jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld, ook daar waar de markt veranderd. Wanneer dit financiële consequenties heeft bijvoorbeeld door optimalisaties, zal opnieuw inspraak plaatsvinden en het indienen van een zienswijze mogelijk zijn. Zie tevens beantwoording onder 11 Samenvatting is tekst ontwerp opgenomen waardoor in exploitatieplan zelf “voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar het bij dit bestemmingsplan behorende exploitatieplan” Reactie: Dit klopt. Samenvatting van het exploitatieplan is opgenomen als hoofdstuk 7 van het ontwerp bestemmingsplan. Hier wordt verder verwezen naar meer gedetailleerdere informatie in het ontwerp exploitatieplan. Er wordt gewezen op een bijgevoegde brief aan de gemeenteraad van 23 januari 2006. Daarnaast op de verslagen van verschillende ambtelijke en bestuurlijke overleggen Reactie: Van deze informatie heeft de gemeente kennis genomen. Door het overnemen van het Haaglanden rapport “Beton- en asfaltcentrales. Je kunt er niet omheen” heeft het College de stellige indruk gewekt dat met onze belangen in belangrijke mate rekening zou worden gehouden
Ra 372, ra 373, PM422009, PM432009
Ra 338
Ra 338
Reactie: Aan het Masterplan Nieuw Binckhorst is een langdurig traject voorafgegaan. Veel betrokkenen en (andere) experts zijn daarbij geconsulteerd. Mede op basis van de uitgangspunten van de structuurvisie Den haag 2020, Wereldstad aan zee, heeft de gemeente in 2008 het masterplan vastgesteld, dat transformatie tot een gemengd stedelijk gebied behelst. Het bestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid is op dat masterplan gebaseerd. Zie beantwoording onder 1, 4, 9. 464
Bezwaar tegen wegbestemming. Continueren van bedrijfsactiviteiten zonder belendende woningbouw moet mogelijk worden Reactie: Zie beantwoording onder 1, 4 en 9 De verplaatsingsstrategie voor de Binckhorst geeft aan dat voor watergebonden bedrijven een aparte locatie buiten de Binckhorst gevonden moet worden. Deze uitplaatsingen zijn essentieel om
Ra 338
de transformatie van de Binckhorst mogelijk te maken. Continuering van de bedrijfsactiviteiten is dan ook geen optie. 465
466
467
Als er een vervangende water- en regiogebonden vestigingsplaats beschikbaar komt dan moeten financiering en benodigde vergunningen vooraf geregeld zijn. Reactie: Dit is een juiste constatering Bedrijf is water- en regiogebonden. Zit al sinds mensenheugenis in de Binckhorst Reactie: In het convenant is afgesproken dat de gemeente zich er maximaal voor zal inspannen dat stadsgebonden en ambachtelijke bedrijven worden herplaatst op Nieuw Binckhorst, mits deze bedrijven bedrijfseconomisch levensvatbaar zijn en passen binnen de in het masterplan gestelde kaders. Het ontwerpbestemmingsplan definieert een stadsgebonden bedrijf (conform het Convenant Bedrijven Binckhorst) als: ‘Bedrijfsruimtegebruikers die klantcontact hebben of door verandering in de bedrijfsvoering klantcontact krijgen in de vestiging in Binckhorst zelf en/of wier afnemers goeddeels zijn gevestigd op het grondgebied van de gemeente Den Haag. In het convenant is voorts afgesproken dat van de toe te voegen 65.000 m2 bedrijfsruimte minimaal 20.000 m2 als monofunctionele bedrijfsruimte met een beperkt aantal lagen zal moeten worden ontwikkeld ten behoeve van stadsgebonden bedrijven die niet of nauwelijks kunnen functioneren in combinatie met wonen en/of kantoren. De gemeente zal zittende, bedrijfseconomisch levensvatbare, bedrijven die niet in Nieuw Binckhorst gevestigd kunnen worden, vervangende locaties elders onder de aandacht brengen. Voor bedrijven met een regionale functie garandeert de gemeente in dat kader 12 hectare in bedrijventerrein Harnaschpolder. Reclamant dient het boekwerk “Haagse Binckhorst” in als zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan Nieuw Binckhorst Zuid. Zie aparte beantwoording
Ra 338
Ra 338
ra 344 en ra 359, 360 en 363