NoordNieuws Magazine van VNO-NCW Noord Jaargang 10 nummer 5 2005
Overheidsopdrachten: veel irritatie bij ondernemers
• IPR: snelle investeerders beter af • In 2006 weer innovatievouchers verkrijgbaar • VNO-NCW Noord: schaf bouwleges af • Zuiderzeelijn-debat moet gaan over noodzaak ontsluiting randstad
Mijn wil is wet Dácht u. Anderen hebben ook rechten en schrikken er bepaald niet voor terug u daarop te wijzen. Ook de meest oplettende ondernemer kan te maken krijgen met juridische procedures. U komt in aanvaring met particulieren, andere ondernemers, of de overheid. Contracten worden niet nageleefd. Er is onenigheid over de eigendomsrechten van onroerende zaken (wat is van wie?). De belastingdienst, een crediteur of aandeelhouder wil u persoonlijk aansprakelijk stellen. Veel ‘van kwaad tot erger’ kan worden voorkomen door risico’s goed af te dekken. Plas & Bossinade maakt uw juridische positie inzichtelijk. Als u toch in een conflict verwikkeld raakt, onderzoeken we of een minnelijke oplossing mogelijk is. Dit is vaak aantrekkelijker dan langdurig procederen. Blijkt een rechtszaak onafwendbaar, dan procedeert een van onze gespecialiseerde advocaten voor u op het scherp van de snede. Financiële deskundigen van onze afdeling bedrijfsadvisering zijn stand-by voor het geval er een ingewikkelde schadeberekening moet worden gemaakt. Mits u dat wilt, natuurlijk.
advocaten notarissen belastingkundigen bedrijfsadviseurs
D E K R A C H T VA N V E E L Z I J D I G H E I D
postbus 1100 9701 BC Groningen tel. 050 521 43 33 www.plasbossinade.nl
Inhoud 4 Overheidsopdrachten: veel irritatie bij ondernemers VNO-NCW Noord start met meldpunt aanbestedingen
8 Subsidies in bedrijf
4
8
Papierwerk lastige hindernis
10 Noordelijk talent zoekt uitdaging om de hoek RuG en bedrijfsleven ontmoeten elkaar
15 Twee briljantjes in Drenthe 16 In 2006 weer innovatievouchers beschikbaar
10
15
Budget 2005 tweede fase vrijwel direct uitgeput
18 Lobby VNO-NCW tegen hoge energieprijzen 19 Wadden Sea Forum: To be continued! VNO-NCW en waddenvereniging pleiten voor voortzetting Waddenzeeforum
21 Emmtec Services: een successtory uit Emmen
19
21
22 Criminaliteit gaat uw deur voorbij 25 IPR: succesvolle aanjager van noordelijke bedrijvigheid Voor snelle investeerders is er nog steeds ruimte
27 Fijnstof biedt kansen voor Noord-Nederland?
22
30 Is er één Europees sociaal model?
32
32 Het Noord Nederlands Orkest: een echt kunstbedrijf 34 Werkatelier Zuidelijke Ringweg Groningen gestart VNO-NCW Noord brengt expertise bij elkaar
34 VNO-NCW Noord ondersteunt Noordelijk Arbeidsmarktplatform Actieve invulling arbeidsmarktbeleid is bij uitstek noordelijke aangelegenheid
35
35
35 Onderzoek lastenontwikkeling Friesland onthutsend VNO-NCW Noord: schaf bouwleges af
35 Nederland mist verbinding met Noordoost Europa Zuiderzeelijn-debat moet gaan over noodzaak ontsluiting randstad
37 Harlingen Steengoed
37
38 Ondernemers en de levensloopregeling
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
3
Vaste Rubrieken 6 13 13 14 26 31 39
Bedrijfsberichten Personalia Column Actualiteiten kort VNO-NCW Noord in actie Nieuwe leden Agenda
Overheidsopdrachten: veel VNO-NCW Noord start met ‘Bergen papier, absurde eisen, een janboel’; het zijn maar een paar kwalificaties die te registreren zijn uit de monden van ondernemers als het gaat om het verwerven van overheidsopdrachten. Overheidsinstanties stellen onredelijke selectie-eisen aan bedrijven die in aanmerking willen komen voor overheidsopdrachten. Door die eisen – en door enorm veel papieren rompslomp – hebben veel bedrijven de overheid als opdrachtgever vrijwel afgeschreven. Een en ander blijkt uit een recent onderzoek gedaan in opdracht van VNO-NCW. Een oproep om het in Noord-Nederland anders te gaan doen. Wetten van de jungle Ondernemers hebben een broertje dood aan overheden die misbruik maken van hun inkoopmacht. De grootste ergernissen zijn de veelal absurde eisen naar financiele soliditeit en eisen van bekwaamheid en ervaring. Meer dan eens een handicap voor nieuwkomers en mkb bedrijven. Ook de veelvoud aan aanbestedingsreglementen, die telkens opnieuw doorgeworsteld moeten worden, scoort hoog op de irritatieladder. Bergen papier en eindeloze formaliteiten en verplichtingen zijn ronduit een plaag. Het wemelt van uiteenlopende selectie-eisen, die bovendien vaak niet in verhouding staat tot de omvang van een opdracht. Wat node wordt gemist is een dwingend uniform aanbestedingskader. Ondernemers trekken slechts bij hoge uitzondering aan de bel, omdat het de order niet dichterbij brengt. Men heeft angst voor represailles en wil de goede relatie niet bederven.
Overheidsgedrag Er is een groot gebrek aan kennis en professionaliteit bij uitvoerenden in de overheidsketen, zo wordt algemeen waargenomen. Er worden eisen gesteld bij overheidsopdrachten, waarvan men de reikwijdte niet kan overzien. De overheid kiest voor zekerheid en veiligheid. Liever een paar eisen meer, dan een kritische
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
4
blik van wat echt nodig is. Transparantie ontbreekt. Er is een neiging alles tot in de kleinste details te regelen en dicht te timmeren. De bouw-enquête en de nasleep ervan heeft deze neiging eerder versterkt dan afgezwakt. Nederland is doorgeschoten. De kritiek blijft niet beperkt tot grotere projecten. Ook bij kleinere overheidsprojecten lopen procedures en eisen tussen gegadigde bedrijven en lagere overheden zeer uiteen. Voorkomen moet worden dat teveel bedrijven bezig zijn met teveel offertewerk. Voor de meeste projecten zijn in principe veel bedrijven gekwalificeerd. Stel billijke minimum eisen als overheid en zorg tijdig voor een vorm van trechtering. En leg duidelijk uit op welke criteria bedrijven worden beoordeeld, resp. uit de boot zijn gevallen. In plaats van deskundigen op het terrein van aanbestedingsrecht te mobiliseren, zouden overheden een beroep moeten doen op professionele inkopers: mensen die het bedrijfsleven niet met onzinnige risico’s en verplichtingen opzadelen. Stel als overheid redelijke eisen.
Concrete voorbeelden De bestaande praktijk gaat gepaard met hoge maatschappelijke kosten. Hierdoor wordt veel belastinggeld verspild. De overheid heeft jaarlijks € 50 miljard euro te verspijkeren bij het bedrijfsleven. Het
is geen overdreven veronderstelling dat een aanzienlijk bedrag over de balk verdwijnt door bureaucratisch inkoopbeleid van overheden. Geld dat de belastingbetaler opbrengt. Voorbeeld 1. Bij het aanleggen van een c.v. in een schoolgebouw is de eis dat je eerder een c.v. hebt aangelegd in een schoolgebouw niet redelijk. Immers een schoolgebouw is niet wezenlijk anders dan willekeurig welk ander gebouw. Hier houdt de redelijkheid op en begint het misbruik van selectieeisen. In dezelfde categorie een voorbeeld over de bouw van een brandweerkazerne. Alleen die bedrijven kwamen in beeld die konden aantonen in de afgelopen jaren minimaal drie brandweerkazernes, politiebureaus of ambulanceposten van een bepaalde omvang te hebben gebouwd. Voor gekwalificeerde nieuwkomers in de markt een onmogelijke eis. Voorbeeld 2. Bij de aanleg van de Wâldwei (verbinding Drachten – Leeuwarden) ging een mateloos ingewikkelde procedure vooraf die de verdubbeling jaren vertraagde. Ofschoon het technisch deel van de aanbesteding per saldo heel klein is, moest elk minuscuul detail waterdicht juridisch worden geregeld. De techniek raakte hier vol-
irritatie bij ondernemers me ldp u n t a a n b e s t e d i n g en komen ondergeschikt aan de ‘juristerij’. Internationale adviseurs met torenhoge uurtarieven moesten van elders worden ingevlogen. Liefst € 6 miljoen euro werd verrekend nog voordat er 1 meter asfalt kon worden aangelegd. Erg hoge transactiekosten die niet verdedigbaar zijn. Voorbeeld 3 Voor de aanleg van aquaduct Woudsend in Friesland waren de eisen zodanig opgeschroefd dat geen enkele Nederlandse bouwer in beeld kwam om te voldoen aan de door de provincie gestelde geschiktheidscriteria. Een voorlopig dieptepunt. De provincie heeft moeten besluiten tot heraanbesteding van het werk.
Wat zijn de spelregels? Voor de manier waarop overheidsinstanties moeten handelen als ze een bouwopdracht geven, een produkt kopen of een dienst afnemen geldt een wirwar van regels. Gaat het om een bouwwerk van meer dan 5.923.624 euro, dan gelden Europese richtlijnen waaraan ambtenaren die een opdracht te vergeven hebben, zich moeten houden. Voor diensten en leveringen ligt deze grens op 154.014 euro voor de centrale overheid en op 236.945 euro voor alle andere overheidsinstanties. De meeste overheidsinstanties houden zich niet aan deze regels. Daarbij mogen overheden stevige eisen stellen aan bedrijven die meedingen naar opdrachten zolang deze eisen maar ‘proportioneel’ zijn, met ander woorden: in verhouding tot de opdracht waar het om gaat. Maar ook hier is diversiteit troef. Voor alle opdrachten die niet onder Europese regels vallen geldt: vrijheid blijheid. En juist op dit speelveld hebben de meeste aanbestedingen plaats. Overheden behoren in elk geval de algemene principes van objectiviteit, transparantie en non-discriminatie na te leven. En niemand op voorhand uit te sluiten.
Oproep VNO-NCW Noord • VNO-NCW Noord dringt aan te wer-
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
5
ken met een functioneel programma van eisen in plaats van een uitgewerkt bestek. Wanneer de gunning plaatsheeft op basis van de meest economische aanbieding in plaats van de laagste prijs, worden bouwbedrijven uitgedaagd innovatieve alternatieven aan te dragen. Een vastgetimmerd bestek smoort innovatie. Het stimuleren van innovatie zou naast transparantie en gelijkheid van kansen een integraal onderdeel moeten zijn van elke overheidsaanbesteding. • De administratieve lasten van overheidsaanbestedingen kunnen flink worden verminderd. Overheidsdiensten stellen bij iedere aanbesteding andere eisen aan geïnteresseerde marktpartijen om hun geschiktheid te bepalen. Het harmoniseren van selectie-eisen en het digitaliseren van het aanbestedingsproces levert het bedrijfsleven en de overheid een forse besparing op, vindt VNO-NCW Noord. De wildgroei aan selectiecriteria is niet te verklaren uit de diversiteit in aanbestede opdrachten. Overheden hanteren veel verschillende definities voor selectiecriteria en vragen op vele verschillende manieren om bewijsstukken en achtergrondinformatie. • VNO-NCW / VNO-NCW Noord bepleit een dwingend uniform aanbestedingskader, teneinde de ondoorzichtige lappendeken aan regelgeving definitief te vervangen. Uitgangspunten voor een dergelijke regeling zouden transparantie, proportionaliteit, uniformiteit en stan-
daardisatie moeten zijn. Met proportionaliteit wordt bedoeld dat de omvang en aard van de gestelde eisen in verhouding staan tot de uitgezette opdracht. • Verder is een concreet (nationaal) toezicht op de aanbestedingspraktijk gewenst. Een verantwoord aanbestedingsregime vooronderstelt een effectief en voldoende duidelijk stelsel van regels omtrent handhaving en rechtsbescherming. Concreet toezicht leidt tot een verhoogd besef en een scherpere noodzaak de regels goed uit te gaan voeren. Er dient helder te worden vastgelegd dat opdrachten boven een bepaald bedrag altijd openbaar moeten worden aanbesteed, dat duidelijk wordt omschreven welke selectiecriteria overheden mogen hanteren en dat overheden moeten worden verplicht om van tevoren duidelijk te omschrijven op welke manier de selectie zal plaatsvinden. Bedrijven die buiten de boot vallen, hebben er recht op precies te horen waarom ze niet zijn geselecteerd. Louter volstaan met ‘u hoort niet bij de geselecteerden’ is dus fout. Het Ministerie van Economische Zaken wordt via VNO-NCW gevraagd haar verantwoordelijkheid te nemen en de handschoen op te pakken. Hans Haerkens
[email protected]
Meldpunt VNO-NCW Noord heeft een meldpunt gecreërd voor goede en slechte aanbestedingen. U kunt uw voorbeelden en ervaringen richten aan:
[email protected] Langs deze weg wil de vereniging binnen Noord-Nederland de discussie over een goed aanbestedingsbeleid blijven voeren en voeden. Recente publiciteit over dit onderwerp in de regio heeft ertoe bijgedragen dat wethouders rechtstreeks contact opnemen met opdrachtnemers, en vragen worden gesteld in gemeenteraden. De praktijk leert dat veel overheidsbestuurders zich niet bewust zijn van bestaande praktijken. Kom daarom met uw eigen praktijkvoorbeelden. Uw ervaringen zullen door ons anoniem worden gebruikt.
Bedrijfsnieuws stand van zaken
Econtis heeft voor Emmen gekozen als nieuwe locatie voor een proteïnefabriek. Het bedrijf produceert grondstoffen voor onder meer de snoepindustrie.Met de realisatie zijn in eerste instantie 42 directe arbeidsplaatsen gemoeid en circa 100 indirecte arbeidsplaatsen onder meer in onderhoud, engineering, en transport en logistiek. Het project, waarmee een investeringsbedrag van ruim 9 miljoen euro is gemoeid, wordt geïnitieerd door een groep private investeerders afkomstig uit Duitsland en Oostenrijk. VKF III (een 100% dochterfonds van de N.V. NOM) stelt risicodragend kapitaal beschikbaar aan Color Wings te Emmen. Color Wings is een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in de productie en ontwikkeling van digitale textielprinters. Color Wings heeft een machine ontwikkeld, waarmee het mogelijk is om direct vanaf de computer via een printer op textiel te drukken. VKF III stelt tevens risicodragend kapitaal beschikbaar aan Trilobes B.V. uit Joure. Het bedrijf ontwikkelt en levert transporten opslagsystemen (port-ship-port) voor de markt van vruchtensappen. De nieuwe moutfabriek in de Eemshaven is in bedrijf. De fabriek zou eigenlijk in april van dit jaar al operationeel moeten zijn, maar de bouw liep aanzienlijke vertraging op. Die vertraging werd veroorzaakt door een tekort aan staal. Het staal bleek door de grote wereldwijde vraag moeilijk leverbaar. Daarnaast zorgde de matige zomer voor een tegenvallende gerstoogst, waardoor de moutproductie pas laat op gang kwam. Variass Electronics BV in Veendam is uitgeroepen tot de op één na beste toeleverancier van Nederland. Het Veendammer bedrijf hoort daarmee tot de top van toeleveranciers in ons land. Uit het juryrapport bleek dat Variass nipt tweede was achter Schaeffler Nederland uit Barneveld. De bedrijven zijn beoordeeld op kwaliteit, logistiek, technologie en kosten. Bij Variass werken in totaal ruim 100 mensen. De Groningse bedrijven Vertis en Magentis, beide onderdeel van Vertis Holding, worden overgenomen door Ordina Nederland. De fusie moet nog dit jaar plaatsvinden. De keuze van Vertis om samen te gaan met Ordina is ingegeven door Vertis’ ambitie om haar positie van full-service ICTdienstverlener en de grootste Oracle-specialist in Nederland verder uit te bouwen. Voor Magentis levert het samengaan een zodanige schaalgrootte op dat het mogelijk wordt het volledige SAP-portfolio aan klanten te leveren. Bij Vertis
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
6
Holding werken 385 medewerkers. Vertis is opgericht in 1990 en heeft vestigingen in Groningen, Enschede, Leidschendam, Veendam en Wageningen. De datacentra van Vertis bevinden zich in Veendam. De N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatsch appij voor Noord-Nederland, stelt risicodragend kapitaal beschikbaar aan CampusLan B.V. uit Leeuwarden. Het bedrijf ontwikkelt en vermarkt software voor resource management binnen het onderwijs. Met het risicodragend kapitaal gaat CampusLan BV de software verder ontwikkelen en internationaal vermarkten. De IJslandse rederij Eimskip krijgt een belang in het Harlinger koel- en vrieshuis Daalimpex. Eimskip telt dertig container- en koelschepen en is onderdeel van Avion Group. Dit transportconcern bezit ook enkele vliegmaatschappijen en krijgt begin volgend jaar een beursnotering in IJsland. Daalimpex heeft 150 werknemers. Het bedrijf CrystalQ, gevestigd in een voormalig Philipsgebouw in Stadskanaal, heeft de Rising Star-award van Deloitte in de wacht gesleept. De award wordt jaarlijks toegekend aan snel groeiende technologiebedrijven die nog geen vijf jaar bestaan. Glaverbel sluit haar glasfabriek in Emmeloord en hevelt de productie over naar Oosterwolde. De 50 mensen daar krijgen er 30 collega’s bij. Na afwezigheid van 3 jaar is ‘s werelds grootste onafhankelijke franchise zakenreisorganisatie weer vertegenwoordigd in het noorden. Uniglobe Top Business Travel in Groningen en Uniglobe Tailor Made Travel in Zuidwolde (Dr.) zijn vol enthousiasme van start gegaan. Uniglobe bestaat sinds 1979 en is reeds in 28 landen met meer dan 750 vestigingen vertegenwoordigd. Zuivelonderneming Friesland Foods en groen regionaal opleidings-instituut AOC Friesland hebben een nieuw werken leerprogramma gelanceerd. Doel van het programma is jongeren te interesseren voor een loopbaan bij Friesland Foods. Het programma start met ingang van het schooljaar 2006-2007 en bestaat uit een gecombineerd werk- en leertraject onder het motto “werken en leren in 1”. De deelnemers aan het leer- en werktraject gaan gedurende twee tot vier jaar als aankomend foodoperator twee of drie dagen per week werken bij Friesland Foods en twee dagen per week
leren bij AOC Friesland. Ze volgen daar de opleiding MBOvoeding, niveau 3 of 4. Potentiële deelnemers aan het werken leertraject zijn jongeren die een VMBO-opleiding hebben voltooid of minimaal drie jaar HAVO achter de rug hebben. Voor het werk dat de deelnemers tijdens dit programma bij Friesland Foods verrichten wordt loon betaald. De studiefinanciering komt niet in gevaar. Deelnemers die “werken en leren in 1” succesvol afsluiten kunnen rekenen op een vaste baan bij Friesland Foods. Sinds 1 augustus 2005 is een nieuw bedrijf gestart, genaamd EmconsA. Het bedrijf bemiddelt in het in het speelveld van breedbanddiensten, adviseert het mkb bij vraagstukken rond inzet van ICT en begeleidt implementaties en veranderingsprocessen in het kader van het daadwerkelijk vernieuwen c.q. verbeteren van de inzet van ICT. EmconsA BV heeft Fastfiber BV op dit moment als belangrijke opdrachtgever. De Dijkstra-groep heeft een nieuw bedrijfspand in Friesland geopend. Het nieuwe onderkomen is gelegen aan de Drachtsterweg te Leeuwarden. De locatie biedt voldoende ruimte om drie bedrijven van de groep; Koninklijke Sjouke Dijkstra, MUG Ingenieursbureau en Bouw&Civiel Personeelsdiensten te centraliseren. De Dijkstra-groep richt zich op activiteiten in de civiele-, milieu- en bouwsector. Alle bedrijven die onder de groep vallen werken zelfstandig, maar kunnen gezamenlijk projecten van idee tot sloop verzorgen. Naast de nieuwe locatie in Leeuwarden heeft de groep ook nog vestigingen in Groningen, Aduard en Zwolle. Met ingang van het nieuwe studiejaar stelt de Hanzehogeschool Groningen onder de naam Hanzepool een aantal werkervaringsplekken beschikbaar binnen haar organisatie. Hoger opgeleide werkzoekenden (minimaal een half jaar werkeloos) kunnen op die manier hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt vergroten. Ze worden tijdens het project intensief begeleid door het stafbureau P&O en HanzeConnect, de zakelijke dienstverlener van de Hanzehogeschool Groningen. De werkzaamheden zijn additioneel en duren niet langer dan zes maanden.
Ingenieursbureau Oranjewoud uit Heerenveen heeft een opdracht voor het in kaart brengen van landbouwgrond en natuurgrond in de wacht gesleept. Met het project is een bedrag gemoeid van 1,5 tot 2 miljoen euro. Het project heeft in ieder geval een looptijd van twee jaar. Daarna kan er eventueel een verlenging plaatsvinden van maximaal twee jaar gevolgd door een nieuwe openbare Europese aanbesteding. De registratie gaat in januari 2006 van start. In Dierenpark Emmen is een nieuwe vrouwelijke Kodiakbeer aangekomen. De 22 jaar oude Gretta zal binnenkort het grote buitenverblijf delen met Mato en Ursus, de twee mannelijke Kodiakberen in Emmen. Gretta is afkomstig uit de dierentuin van Riga in Letland. Omdat het berenverblijf daar sterk verouderd is, achtte het Letse park het voor het welzijn van de beer van belang haar naar ander dierenpark te verhuizen. Schutrups Schoenen in Exloo heeft ‘De Voorloper 2005’, de innovatieprijs voor Drenthe, gewonnen. De prijsuitreiking vond plaats in congrescentrum de Giraf in Emmen. Het is de eerste keer in het bestaan van De Voorloper, dat de prijs bij een ondernemer uit de detailhandel terecht komt. Schutrups Schoenen werd gekozen uit zeven kandidaten.
ALS
INCASSEREN
MOEILIJK
W O R D T. N L
Voor het tweede jaar in successie sponsort De Friesland Zorgverzekeraar in Leeuwarden het Noordelijk Film Festival. Het filmfestival vindt dit jaar plaats van 9 tot en met 13 november in Stadsschouwburg De Harmonie en het Filmhuis in Leeuwarden en trekt jaarlijks duizenden bezoekers. Op 10 oktober 2005 heeft HLB-Nannen Accountants & Belastingadviseurs een nieuw pand betrokken aan de Waanderweg in Emmen. Het UWV in Groningen is verhuisd naar het Hunzehuys aan de stationsweg in Groningen.
Postbus 139, 9400 AC Assen Oude Hoofdvaartsweg 1 T [0592] 390 390 F [0592] 390 385
[email protected] www.pranger.nl V E S T I G I N G E N
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
7
I N
A S S E N
E N
M E P P E L
Subsidies Pap ierwerk Subsidies zijn geen doel op zich. Subsidies kunnen een belangrijke meerwaarde hebben bij het behalen van bedrijfsdoelstellingen. Projecten zullen hierdoor sneller, innovatiever, meer risicovol en omvangrijker kunnen worden uitgevoerd. Subsidies geven zodoende financieel en inhoudelijk een extra impuls aan bedrijfsinvesteringen. In de praktijk schrikt de enorme administratieve rompslomp
E
lke ondernemer probeert een zo goed mogelijk beroep te doen op middelen die beschikbaar zijn voor specifieke investeringen. Subsidies maken het doorgaans makkelijker om bepaalde investeringen te doen. Ofschoon subsidies geen doel op zich zijn, voelt menig ondernemer zich een dief van de eigen portemonnee, indien hij/zij onnodig geld laat liggen. Er zijn erg veel verschillende regelingen binnen het omvangrijke subsidiewoud. Zo is ook het aantal subsidieverstrekkende instanties aanzienlijk. Veel ondernemers denken daar niet altijd aan of te laat. Met name in Noord-Nederland worden onder verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland de nodige middelen beschikbaar gesteld ten gunste van het noordelijke bedrijfsleven. Velen zijn bekend met de IPR, NIOF, INS en KITS regeling (zie ook www. snnonline.nl). Maar ook nationale en Europese regelingen kunnen een bedrijfsplan net dat laatste steuntje in de rug bieden. Tijdig erbij zijn, soms met hulp van een deskundige derde kan een stevige geld-
menig ondernemer af. Een beroep op een externe deskundige kan soelaas bieden.
Koffie in Sociëteit Clubhuis Paterswoldsemeer
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
8
stroom veilig stellen. Een project starten vanwege subsidie is de foute benadering. Beter is om subsidies voor projecten te zoeken die in het investeringsprogramma passen. Het vereist enig talent om de juiste subsidie te vinden. Er zijn zoveel subsidies, dat als je niet uitkijkt veel tijd verloren gaat met het selecteren en voorbereiden van het papierwerk.
Externe expertise gericht inzetten Meer dan eens haken ondernemers af. Kan een expert van buiten soelaas bieden? Vooraf is het van belang te verifiëren of de kosten van de externe deskundigheid opwegen tegen de te verwachten baten. Een snelle subsidiescan en een verhelderend gesprek vooraf kunnen hiervoor een betrouwbare indicatie zijn. In zijn algemeenheid maken de kosten van de ingehuurde expertise geen deel uit van de te verwerven subsidie. Het aanvragen van subsidie is niet razend ingewikkeld maar wel tijdrovend. Het invullen van dit soort papieren is geen dagelijkse kost voor de gemiddelde ondernemer. Het is bovendien van belang de ins
in bedrijf la stige h i n d e r n i s Samen met HB Inventure organiseerde VNO-NCW Noord op 19 oktober in ‘Societeit Clubhuis Paterswoldsemeer’ de bijeenkomst ‘subsidies in bedrijf’. Centraal stond de vraag hoe de successcore van een subsidieverzoek aanmerkelijk op te vijzelen tegen de achtergrond van een viertal specifieke aandachtsgebieden: internationaal ondernemen, duurzaamheid, onderwijs en arbeidsmarkt, innovatie en technologie.
Subsidie voor R&D Nadenken over subsidiemogelijkheden
Ron Nuwenhof van HB Inventure aan het woord
en outs van een bepaalde regeling goed te doorgronden. Voor het hoog eindigen binnen een uitgeschreven tender is het van belang te weten welke criteria (zwaarder) meewegen. Dit veronderstelt kennis van zaken.
De WBSO is een succesvol instrument voor het stimuleren van innovatie gebleken. Iedere onderneming waar werkzaamheden worden verricht die resulteren in nieuwe fysieke producten, processen of programmatuur, kan een WBSO-aanvraag indienen. Het voordeel voor ondernemers bestaat uit een tegemoetkoming in de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O), door middel van een vermindering op de afdracht loonbelastingen. De loonkosten moeten direct betrekking hebben op de ontwikkeling van een nieuw product of procesonderdeel, dat in technische zin nieuw is voor de aanvrager zelf. Laagdrempeligheid van de regeling en eenvoudige administratieve verplichtingen verklaren de populariteit van de WBSO. Dit komt echter niet overeen met de resultaten van uitgevoerde belastingdienstcontroles. Bij naar schatting 80% van de bezoeken zijn onvolkomenheden in de administratie vastgesteld, met gedeeltelijke terugbetaling en een eventuele boete als gevolg. Het verdient aanbeveling extra zorgvuldig
HB Inventure is een adviesbureau met vier vestigingen in Nederland (Hoofddorp, Deventer, Heerenveen en Rosmalen). Een bureau gespecialiseerd in subsidieverwerving, innovatieadvies en projectmanagement. De dienstverlening richt zich op het raakvlak tussen de overheid en het bedrijfsleven. Met 35 adviseurs behoort HB Inventure tot de grotere subsidieadviesbureaus van Nederland. Veel van haar adviseurs beschikken over een specifieke achtergrond - van HRM tot complexe technische vraagstukken zoals bijvoorbeeld werktuigbouwkunde, industrieel ontwerpers, computertechniek, milieu- en chemische technologie - . Het stelt hen in staat te communiceren met allerlei sleutelfunctionarissen van uiteenlopende bedrijven. Zie ook www.hbinventure.nl
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
9
te zijn bij het opzetten van de uren- en projectadministratie. Of bij het toetsen van uw administratiesysteem aan de huidige beoordelingssystematiek van de belastingdienst. Een deskundige derde kan hier veel leed voorkomen.
De internationale markt Voor veel Nederlandse ondernemers is Nederland al snel te klein. Een eerste (of nieuw) initiatief in het buitenland is dan een voor de hand liggende nieuwe stap. Hiervoor bestaan diverse interessante subsidieprogramma’s. Het is niet eenvoudig in een vroeg stadium de subsidiemogelijkheden te herkennen en optimaal te benutten. De gezamenlijke internationale subsidieregelingen zijn met regelmaat onderhevig aan veranderingen. Een subsidieadviseur kan hier op snelle en efficiënte wijze de aanknopingspunten van een project met de actuele subsidieregelingen vaststellen.
Regionale subsidiemogelijkheden Juist Noord-Nederland kent vele regionale subsidieregelingen gericht op verschillende thema’s. Een voorbeeld hiervan is de Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit (NIOF). De NIOF kent een aantal aandachtsgebieden: zo kunt u als ondernemer op basis van deze regeling maximaal 50% subsidie krijgen voor het laten uitvoeren van een ontwikkelingsproject, het laten opstellen van een marketingplan, het laten uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek of het laten uitvoeren van een partnersearch. Ook zijn er subsidiemogelijkheden indien u een medewerker in dienst neemt die zich richt op (acquisitie van) buitenlandse klanten. De loonkosten van deze medewerker zijn gedurende twee jaar subsidiabel. De subsidie bedraagt 45% van de goedgekeurde kosten tot maximaal 63.000 euro. Hans Haerkens
[email protected]
Noordelijk talent zoekt RuG en bedri jfsleven Het noordelijk bedrijfsleven biedt prima kansen voor universitaire studenten om hun carrière in de regio te starten. De Rijksuniversiteit Groningen en het noordelijk bedrijfsleven zullen beslist meer in elkaar moeten investeren om de daad bij het woord te voegen. Het mes snijdt aan twee kanten. De gezamenlijke bijeenkomst ‘RuG&Bedrijfsleven; kennis maken, kennis delen’ was een eerste serieuze stap in de goede richting.
“
De boodschap voor het noordelijk bedrijfsleven is helder: het is een snel veranderende wereld en alleen de slimsten overleven. Niets doen is geen alternatief. Het noordelijke bedrijfsleven heeft excellente mensen nodig om te blijven innoveren. Voor talentvolle studenten lonken echter de grote bedrijven in de Randstad. Behoud van dit talent is essentieel voor de economische ontwikkeling in Noord-Nederland. De onbekendheid van het noordelijke bedrijfsleven bij deze studenten –en vice versa- moet worden doorbroken. Het talent moet de uitdaging om de hoek vinden, en dat kan ook!”, aldus VNO-NCW Noord voorzitter Louwe Dijkema tijdens de bijeenkomst.
Voldoende carrièremogelijkheden VNO-NCW Noord is van mening dat er in Noord-Nederland voldoende bedrijven zijn die uitgelezen carrièremogelijkheden kunnen bieden aan talentvolle afgestudeerden. Juist bij een middelgrote onderneming krijgen dergelijke talenten een kans om zich breed te ontwikkelen en snel carrière te maken. Ook biedt de regio een dynamisch, cultureel en financieel aantrekkelijk leefklimaat voor deze groep. Een positieve ontwikkeling is de groeiende groep van studenten die met het starten van een eigen bedrijf kiezen voor het
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
10
ondernemerschap. We moeten af van het idee dat we in Nederland alleen opleiden voor het werknemerschap.
Gonzend van activiteit In totaal waren er zo’n 250 bezoekers op dit evenement in Het Kasteel in Groningen afgekomen. Veel ondernemers en nog meer talent! Het centrale thema was ‘ken-
nis maken, kennis delen’. In verschillende ruimten vonden parallel niet-alledaagse activiteiten plaats waarbij de dialoog en elkaar ontmoeten centraal stond. Op verrassende, ludieke en eigentijdse wijze kon men kennismaken met de Rijksuniversiteit Groningen, haar schier onbegrensde kennis en haar studenten. En zij met de ondernemers! Het Kasteel krioelde met mensen en
Meester-gezelpaar bij Jansen & Heuning winnaar Talentproject 2005 Tijdens de bijeenkomst in het kasteel zijn meester Ing. Jur Lommerts en gezel Wouter van der Goot uitgeroepen tot beste meester-gezelpaar van de tweede lichting deelnemers aan het Talentproject. Van der Goot (student Bedrijfskunde) heeft in het kader van het Talentproject een onderzoeksopdracht uitgevoerd bij Jansen & Heuning Bulk Handling Systems onder begeleiding van de heer Lommerts (directeur). Dit bedrijf ontwerpt, produceert en monteert transportinstallaties voor los gestorte producten (zand, zout, kunstmest, graan e.d.). De organisatie heeft het idee ontwikkeld om in nieuwe producten te investeren die een meerwaarde hebben ten opzichte van de bestaande producten op de markt. Jansen & Heuning heeft de hulp ingeroepen van Wouter van der Goot om zijn bedrijfskundige kennis toe te passen op de praktijk van de bulkhandlingsystemen en te kijken naar een strategische heroriëntatie. Andere paren in deze lichting van het Talentproject waren: • Meester dr. Bert de Brock (Hanzehogeschool, lectoraat Business Intelligence) en gezel Niek Huizenga (student CommunicatiesystemeHanzehogeschool), • Meester drs. Erik van Dijk (Europrovyl) en gezel Pieter Piersma (student Bedrijfskunde, RuG) • Meesters Helmer Horlings MSc, MTD en Ir. Onno Florisson (Gasunie Research) en gezel Susan Schwarte (student Bedrijfskunde, RuG) • Meester dr. Hanno Holties (ASTRON) en student Mark Bokhorst (student Mens en informatica, Hogeschool Drenthe)
uitdaging om de hoek on tmo e t e n e l k a a r algehele cijfer een dikke 7,5 is. Dit gold ook voor de organisatie en de lokatie. De diverse deelactiviteiten kregen (op een na) ook een dikke voldoende. De deelnemers gaven aan dat zij interessante contacten hebben opgedaan en van de respondenten gaf driekwart aan volgend jaar zeker weer te komen!
Intensievere samenwerking VNO-NCW Noord zal aantoonbaar in dit nieuwe verenigingsjaar de aan-sluiting met de noordelijke kennisinstellingen intensiveren. Een en ander sluit naadloos aan op het Akkoord van Haren: de intentieverklaring ‘Kansen voor Kennis’ die VNO-NCW Noord, de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen op 12 juli hebben ondertekend. Genoemde partijen zetten zich gezamenlijk in om de economie van Noord Nederland te versterken door de aanwezige kennis en talenten meer en Geert Sanders (Rijksuniversiteit Groningen) legt het programma uit
gonsde van activiteit! Van brainstormsessie tot collegebanken. Van student-ondernemers tot speeddating. Van debatten tot carrièreadvies. Van interactieve-TV tot zeepkist-presentaties. Het kon allemaal op deze happening! Van ivoren toren tot alle luiken open. Er werd actief gediscussieerd over de samenwerking tussen RuG en het bedrijfsleven en er werden afspraken gemaakt tussen studenten en ondernemers. VNO-NCW Noord en de Rijksuniversiteit Groningen (Loopbaanadviescentrum en Transfer Liaison Groep) hebben kosten nog moeite gespaard om deze bijzondere bijeenkomst samen te organiseren. Een en ander werd mede mogelijk gemaakt door de drie noordelijke Kamers van Koophandel en de Provincie Groningen.
Positief De bijeenkomst werd door de deelnemers als zeer positief ervaren. Uit onderzoek (van bureau Firestarters) bleek dat het
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
11
Onderdeel
Activiteit
Respondenten
Totaalscore
Cijfer
1.
RUG & Regio
18 (22.5%)
141
7.83
2.
Speeddating
21 (26.25%)
144.5
6.88
3.
Zeepkist
11 (13.75%)
58.5
5.32
4.
Vergroot je kansen op een baan
18 (22.5%)
129
7.62
5.
Spreekuur uitleg onderzoek en subsidies
6 (7.5%)
46
7.67
6.
Zaal ondernemerschap
15 (18.75%)
103
6.87
7.
Collegezaal
14 (17.5%)
104
7.43
8.
Stage en banenmarkt
49 (61.25%)
329
6.71
9.
Stands studievereniging
23 (28.75%)
146
6.35
10.
Netwerkbar
46 (57.5%)
320
6.97
11.
Uitreiking Talentproject
11 (13.75%)
84.5
7.68
RAAK/SIA Het innoverend vermogen van het Nederlandse bedrijfsleven heeft een impuls nodig om concurrerend te kunnen blijven. Het toegang hebben tot kennis en er op het juiste moment over kunnen beschikken is daarbij essentieel. MKB Nederland, de HBO-Raad, TNO, het Telematica Instituut, Syntens en VNO-NCW hebben zich in de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) verenigd met als doel de kennisinfrastructuur rond het mkb structureel te verbeteren. Eén van de ambities van de Stichting Innovatie Alliantie is het aantal mkb bedrijven dat een bestendige relatie met kennisinstellingen onderhoudt in vier jaar tijd te laten groeien van 10.000 duizend ondernemingen tot 20.000 ondernemingen. Het Ministerie van OCW heeft SIA tot en met 2006 voor de uitvoering van RAAK 6 miljoen euro subsidie verleend om de kennisuitwisseling tussen hogescholen en het midden- en kleinbedrijf in regionale innovatieprogramma’s te verbeteren en de kennisbrugfunctie van het hoger beroepsonderwijs te versterken. Winnaars van het Talentproject, Wouter van der Goot (bedrijfskunde) en Jur Lommerts (Jansen & Heuning Bulk Handling Systems)
RAAK beoogt het volgende: • De kennisuitwisseling tussen hogescholen en het midden- en kleinbedrijf te verbeteren en de kennisbrugfunctie van het hoger beroepsonderwijs te versterken. • De regionale netwerkvorming op het gebied van kennisuitwisseling tussen hogescholen en het midden- en kleinbedrijf te stimuleren. • De beleidsrelevante informatie en “best practices” ten aanzien nieuwe en bestaande samenwerkingsvormen en activiteiten op het gebied van kennisuitwisseling tussen hogescholen met midden- en kleinbedrijf te genereren en te verspreiden. De nadruk in de aanpak van RAAK ligt op het laten ontstaan van kennisnetwerken in de regio en daarbinnen het op gang krijgen van concrete samenwerkingsprojecten tussen mkb-ondernemers en kennisinstellingen. De kennis moet gaat stromen, dat levert meerwaarde voor alle deelnemers.
Speeddaten tussen studenten en ondernemers
in Friesland een grote kennis-happening worden georganiseerd met de noordelijke Hogescholen. Bij de Christelijke Hogeschool Nederland in Leeuwarden zullen de projecten die de noordelijke Hogescholen in het kader van RAAK/SIA hebben opgestart en samen met het lokale bedrijfsleven gaan uitvoeren voor een breed publiek worden gepresenteerd.
Nog niet aangekondigd Op 27 januari 2006 zal VNO-NCW Noord samen met de internationale Studentenvereniging AIESEC en de Gasunie een middag organiseren over het thema: ‘Internationalisering; Noord-Nederland en de toekomst’. Hier staan de kansen voor het noordelijke bedrijfsleven door middel van internationalisering centraal en wordt Sollicitatietraining voor studenten
beter te benutten. Het is de bedoeling dat ook met de andere noordelijke hbo-kennisinstellingen de contacten verder worden opgepakt en verbreed. Het is belangrijk elkaar aan te spreken aan de hand van een concrete agenda. Op 22 november zal
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
12
uitgelegd welke kennis (van studenten of afgestudeerden) er in het Noorden voorhanden is om ondernemers hierin te steunen en te stimuleren. Op 31 maart wordt op het Noorderpoorcollege een interactieve techniekdag georganiseerd waarbij ondernemers kennis kunnen maken met de laatste ontwikkelingen, de diverse technische studierichtingen en niet in de laatste plaats, met de studenten van het Noorderpoortcollege. Op 20 april 2006 zal een vervolgbijeenkomst plaatsvinden met de noordelijk lectoren. Lectoren vormen de voorhoede van ondernemend Nederland binnen de hogescholen. Peter Buurman
[email protected]
Personalia
Column
Oogzorgspecialist Ophtec Holding heeft prof. dr. P.S.H. Leeflang benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Naast Prof. Leeflang is dhr. I.P.R. van der Weij lid van de Raad van Commissarissen. De huidige voorzitter drs. D. Huisman heeft na vijf jaar afscheid genomen en is opgevolgd door dhr. J.C.G. Bos.
Kenniscampus Leeuwarden: met bedrijven succesformule!
De heer E.J. Gouma is per 22 augustus 2005 in dienst getreden als Regiodirecteur van Geveke Bouw locatie Heerenveen. Per 1 september is de heer W. van der Land begonnen als directeur van Staalbouw Nagelhout BV in Bakhuizen. Hij volgt in deze functie de heer J.M. Nagelhout op, die tot eind 2005 betrokken blijft als commercieel directeur. De heer H. Redmeijer is aangetreden als nieuwe directeur van Advisor BV in Winschoten. De vorige directeur de heer D. Abee zal zich richten op spinn-off bedrijven van Advisor: Emkabee bv en KennisPartner BV. Abee blijft directeur van de Advisor Groep waaronder deze nieuwe bedrijven vallen. De heer John Zeller is aangesteld als adjunct-directeur van Carrosseriebouw Compaan in Assen. Zeller is afkomstig van trailerbouwer Netam in Leek. De heer Karel Verlinden is directeur van Compaan. Regiodirecteur Bas Koman heeft recentelijk zijn 25-jarig dienstverband gevierd bij Visser & Smit Bouw in Groningen. Nederhoud Staalbouw in Heerenveen is overgedragen aan de DHBGroep. De heer R. Vochteloo zal tot eind 2006 bij het bedrijf betrokken blijven als technisch directeur. De algemene leiding komt in handen van de heer J. Korpel. Directeur Jan Hulsegge van woningcorporatie Wooncom in Emmen gaat op 1 januari met vervroegd pensioen. Hij wordt opgevolgd door H. van der Meer en A. Selten, die nu reeds deel uitmaken van de directie. Van der Meer wordt directievoorzitter. Hulsegge is meer dan veertig jaar werkzaam geweest in de volkshuisvesting, onder meer als directeur van de vroegere woningcorporatie ECW. Daarnaast maakt hij deel uit van de Noordelijke Regieraad Bouw. Na een dienstverband van ruim 33 jaren heeft de heer B. Buining per 1 november afscheid genomen als secretaris-directeur van de Streekraad Oost-Groningen. Per 17 oktober 2005 is de heer drs. H. Oosterman geïnstalleerd als nieuwe burgemeester van Ooststellingwerf. Hij is in de plaats gekomen van de heer mr. J.H. Lesterhuis. Alexander Rinnooy Kan wordt de nieuwe voorzitter van de SociaalEconomische Raad (SER). Hij volgt Herman Wijffels op, die vanaf 1999 voorzitter is van het adviesorgaan. Kan was van 1991 tot 1996 voorzitter van ondernemersorganisatie VNO en van haar opvolger VNO-NCW. Vanaf 1996 maakte hij deel uit van de raad van bestuur van de ING Groep. Sinds 1 oktober heeft Christien Smit zich gevestigd als zelfstandig adviseur, coach en trainer onder de naam CS-Act. Voorheen was Christien werkzaam als senior adviseur bij Think too Organisatieadviseurs te Groningen. Haar activiteiten richten zich vooral op de interne organisatie en zij adviseert bedrijven met vraagstukken op het gebied van personeel, communicatie en cultuur. CS-Act is gevestigd in Zuidlaren.
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
13
Het op een hoger peil brengen van de kenniseconomie en de profilering van Leeuwarden als hogeschoolstad is de leidraad voor het ruimtelijke programma. Naast de ruimtebehoefte van de hogescholen speelt de synergiewerking tussen hogescholen en het bedrijfsleven een belangrijke rol hierbij. Van de zijde van de gemeente Leeuwarden, provincie en kennisinstellingen wordt aangedrongen op participatie van het Friese bedrijfsleven. Dit is ook noodzakelijk voor het welslagen. VNO-NCW Friesland dringt bij de betrokken partijen aan op snelheid, focus en daadkracht. De kenniscampus moet meer zijn dan een paar fraaie nieuwe gebouwen. Wat dragen de kennisinstellingen bij aan het bedrijfsleven? Wat vragen de kennisinstellingen van het bedrijfsleven? In het HBO-rapport ‘Aan de slag met innovatie’ heeft VNO-NCW reeds geconstateerd dat er veel kennis wordt ontwikkeld, maar dat we er te weinig munt uit slaan. Het rapport bepleit om meer gebruik te maken van de know how van hogescholen, vooral als het gaat om het ondersteunen van mkb-bedrijven bij hun ontwikkeling. In het rapport worden twee pijlers voor ondersteuning uitgewerkt. De eerste is ondersteuning via het onderwijs. Stages, afstudeeropdrachten, stagebegeleiding, moeten uiteraard blijven passen bij de onderwijsdoelen. Maar ze kunnen ook ingezet worden om bedrijven bij hun ontwikkeling en innovatie te ondersteunen. De tweede is via vormen van dienstverlening door de hogeschool. Door toegepast onderzoek in de sfeer van ontwerp en ontwikkeling kunnen hogescholen bedrijven helpen om praktische problemen op te lossen. Hogescholen zullen het aspect van kenniscirculatie mee moeten nemen in hun strategisch beleid. Zij zullen deze taak ook regionaal moeten verankeren met partners in de regio. Zo ontstaat de broodnodige wisselwerking met het bedrijfsleven. Het is nú het moment om bedrijven actief te betrekken bij de verdere uitwerking van deze verankering. Uiteindelijk bepaalt de markt het succes van de Kenniscampus. Hierover mag geen misverstand bestaan. VNO-NCW Friesland is van mening dat op korte termijn de zo gewenste versnelling van kenniscirculatie tussen kennisaanbieders en kennisvragers serieus van de grond moet worden getild. Dit mag geen papieren tijger worden. Rik Siebers Voorzitter VNO-NCW Friesland
Actualiteiten
kort
Subsidie voor Groningse industrieterrein Westpoort De gemeente Groningen krijgt vanuit Den Haag en Brussel 15 miljoen euro subsidie voor het nieuwe industrieterrein Westpoort, langs de A7 tussen Hoogkerk en Leek. Als de gemeenteraad van Groningen akkoord gaat met het definitieve plan, wordt in november begonnen met het bouwrijp maken van de veengrond. Vanwege de ligging en de nabijheid van de stad Groningen, hoopt de gemeente zowel nationale als internationale bedrijven aan te trekken. Westpoort krijgt een eigen aansluiting op de A7, die moet begin 2009 gereed zijn.
Miljoen euro voor Bio Medisch Onderzoek in Groningen Het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) heeft een subsidie toegekend van ruim een miljoen euro voor specialistisch eiwitonderzoek in Groningen. Het project betreft het inrichten van een centrum voor onderzoek bij de RuG ten behoeve van specialistisch onderzoek naar de eigenschappen van eiwitten, alsmede het ontwikkelen van een onderzoeksmethode van eiwitten in samenwerking met Koninklijke Friesland Foods N.V.
Drentse ondernemers zetten zich in voor zorgtoerisme Uit een onderzoek naar zorgtoerisme in Drenthe blijkt dat er een grote vraag is naar aangepaste zorg in combinatie met recreatie. De afgelopen vier maanden heeft de Kamer van Koophandel Drenthe hier onderzoek naar gedaan in samenwerking met Toeristisch Recreatief Drenthe (TRD). Omdat het om een brede sector gaat, is ervoor gekozen het accent op reumapatiënten te leggen. In Nederland lijden ruim 1,6 miljoen mensen aan die ziekte. Naar aanleiding van het onderzoek passen Drentse recreatieondernemers in samenwerking met zorgverzekeraars hun voorzieningen aan. Verschillende bungalowparken in Drenthe hebben inmiddels een aantal van hun vakantieverblijven aangepast. De aanpassingen bestaan uit onder andere speciale sanitaire voorzieningen en hoog / laagbedden. Patiëntenverenigingen hebben positief op de ontwikkelingen gereageerd.
Op 28 maart 2006 organiseert VNO-NCW Noord een grote Zorgconferentie in het Martiniziekenhuis. Hier worden naast bedrijfspresentaties de onderzoeksgegevens gepresenteerd van “de noordelijke zorgecononomie als exportproduct; zorg als strategisch speerpunt voor noordelijke bedrijvigheid”.
Oproep: Schrijf je in voor de Koning Willem I Prijs De competitie voor de Koning Willem I Prijs is officieel van start gegaan. Ondernemingen kunnen zich via www.kw1prijs. nl inschrijven om langs de meetlat van de nationale onderne-
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
14
mingsprijs te worden gelegd. Nieuw voor de prijs van 2006 is dat de jury kandidaten beoordeelt op de criteria durf, daadkracht, doorzettingsvermogen en innovatie. Daarnaast is er in de selectieprocedure een grotere rol weggelegd voor de regionale selectiecommissies. Op 23 juni 2006 zal Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje, sinds 2002 erevoorzitter van de Koning Willem I Stichting, de winnaar bekend maken en de prijs uitreiken. De Koning Willem I Prijs wordt toegekend door de Koning Willem I Stichting, onder voorzitterschap van Nout Wellink van De Nederlandsche Bank en met actieve steun van het Ministerie van Economische Zaken. De stichting en de prijs zijn in 1958 op initiatief van De Nederlandsche Bank in het leven geroepen door een aantal aan het bedrijfsleven verbonden organisaties met als doel de nationale economie van nieuwe impulsen te voorzien en het aanzien van het Nederlandse bedrijfsleven te vergroten. De prijs is in het verleden gewonnen door ondernemingen als Heineken, Akzo, Ahold, Randstad, Mammoet en Oad. In het bestuur van de Koning Willem I Stichting zijn vertegenwoordigd: De Nederlandsche Bank, het Ministerie van Economische Zaken, VNO-NCW, MKB-Nederland, NIVE Nederlandse Vereniging voor Managers, De Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel, Instituut Nederlandse Kwaliteit, Kamers van Koophandel, Koninklijk Instituut van Ingenieurs, TNO en ABN Amro.
Top Talent RuG Te Huur Innoveren wordt vaak gelijkgesteld met Research & Development (R&D). Maar hoe kun je nu veilig en snel inspelen op de noodzaak van R&D als je niet direct duur R&D personeel wilt of kunt aannemen? Het antwoord is: huur een onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen. Voor 1 jaar of meer. Naar gelang uw onderzoeksbehoefte en de aard van het onderzoek dat u wilt laten uitvoeren. Dat is zeker heel duur, roept u nu. Dat valt mee, er is subsidie beschikbaar uit het Kompas voor het Noorden. U krijgt een full-time senior onderzoeker voor de helft van het geld. En wat misschien nog belangrijker is: het onderzoek wordt uitgevoerd in het lab of de werkplaatsen van de RUG, met geavanceerde apparatuur en methoden. Bel de Transfer & Liaison Groep van de RUG: 050-3637874, of mail:
[email protected] voor meer informatie.
Website voor bedrijfsleven Hoogezand-Sappemeer gelanceerd Er is een nieuwe portal voor het bedrijfsleven in HoogezandSappemeer in gebruik gesteld: www.bedrijvigHS.nl. Op de website zijn alle bedrijventerreinen, winkelcentra en organisaties verzameld. Verder zijn er voor ondernemers relevante berichten op terug te vinden. De website moet een impuls geven aan de samenwerking tussen bedrijven om zich nadrukkelijker als ondernemende gemeente te presenteren. De website dient hoofdzakelijk als ‘poort’ naar de verschillende deelnemers van het in Hoogezand-Sappemeer gevestigde bedrijfsleven.
Twee briljantjes in Drenthe Het Drentse bedrijfsleven kent een grote pluriformiteit. Zo is er in Buinen een bedrijf dat al jaren aan de top staat met zijn hoogwaardige HR-technologie: Nefit. Een aantal jaren geleden heeft men zijn productiefilosofie veranderd: het productieproces is sterk gestroomlijnd en men maakt meer gebruik van partners.
H
et ogenschijnlijk rustige dorpje Buinen, fraai gelegen in het Drentse land. Een enkele auto en vrachtwagen rijden voorbij. Aan de rand van het dorp staan een paar moderne fabriekshallen. Alles straalt functionaliteit uit. Pas na de entree van het complex wordt duidelijk dat hier een hypermoderne fabriek staat die de meest geavanceerde HR-ketels van de wereld maakt.
Twee briljantjes
Siebe Kamer (Royal Goedewaagen)
De reden dat Nefit nog steeds in Nederland kan produceren is omdat zij haar productieproces tot in de puntjes hebben verfijnd, en nog steeds bezig zijn dit verder te verfijnen. Met name Japanse productiemethoden en productietechnieken uit de automobielindustrie worden ingezet. Het begint met het bepalen van de klantvraag en op basis daarvan bepalen van de productiehoeveelheden. Het hele productieproces draait om het begrip Just In Time (JIT). Dat betekent ook lage voorraden en dus leveranciers die snel kunnen leveren. Royal Goedewaagen is dus zo’n leverancier die in de loop van de jaren mee geëvolueerd is met Nefit. Er is dus echt sprake van een partnership.
Hoog rendement Bijna iedereen heeft in zijn huis wel een HR-ketel staan, maar weinigen staan er bij stil welke technologie en productietechniek hier aan te pas komt. Tijdens het bedrijfsbezoek van de leden van VNONCW Drenthe vertelde Gezienus Hoving, vestigingsdirecteur gedreven hoe Nefit al jaren tot de top in haar branche behoort. Maar ook binnen het Bosch-concern (waartoe Nefit sinds 2004 behoort) worden zowel de technologie als de productietechniek van Nefit als benchmark gebruikt. Voortdurend innoveren is daarbij een van de sleutelbegrippen. Bij Nefit wordt dit met het Japanse begrip Kaizen aangeduid. Een ander kenmerk is je te concentreren op dat wat je goed kan en uitbesteden wat anderen beter kunnen. Nefit in Buinen maakt daarbij onder andere gebruik van partners in de regio.
Van Delfts Blauw naar ketels Royal Goedewaagen uit Nieuw-Buinen, is
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
15
Gezienus Hoving (Nefit)
Productielijn
een van die partners. Een vreemde combinatie van feiten: de grootste fabrikant in Nederland van Delfts blauw aardewerk die nota bene gevestigd is in Nieuw-Buinen en daarbij ook nog eens toeleverancier/partner is van een HR-ketel fabrikant. Siebe Kamer, directeur van Royal Goedewaagen, legde tijdens het bezoek uit hoe deze feiten toch zeer goed te verklaren zijn. De basistechnieken van het printen van aardewerk worden ingezet bij het drukwerk van zowel de ketels als de mantels daarvan.
Succesvolle samenwerking Alle partners van Nefit kunnen leren van deze productiemethoden. Sterker nog, Nefit dringt er op aan dat deze partners op dezelfde wijze gaan denken en produceren. Hierdoor wordt de totale keten sterker en het bevordert de concurrentiekracht van iedereen binnen de keten. Jan-Willem Lobeek
[email protected]
In 2006 weer innovatie Budget 2 0 0 5 twee de fase Een innovatievoucher is €�7.500 waard. Met de innovatievoucher kan een mkb-ondernemer kennis verkrijgen en onderzoeksvragen uitzetten bij kennisaanbieders zoals hogescholen, universiteiten, academische ziekenhuizen en onderzoeksinstellingen. In 2006 komen er 3000 vouchers beschikbaar. VNO-NCW bepleit dat de 3000 vouchers in één keer worden vrijgegeven zodat er niet geloot hoeft te worden onder de snelle indieners. De voucher heeft zijn succes, in 2004 en 2005 reeds bewezen.
D
e innovatievoucher is een in 2004 geïntroduceerd beleidsinstrument om mkb-ondernemers meer in contact te brengen met kennisinstellingen zoals universiteiten, hogescholen en TNO. De ondernemer koopt, alleen of met andere ondernemers onderzoekscapaciteit in bij een kennisaanbieder. Deze levert na afronding van het onderzoek de voucher in bij SenterNovem en krijgt ervoor uitbetaald. De ervaringen bij de recente uitgifte maken duidelijk dat het instrument van innovatievouchers door ondernemers zeer gretig wordt benut. Ook noordelijke ondernemers benutten hun kansen. Het succes zit ‘m in de laagdrempeligheid van de regeling en de zeer praktische insteek. Innovatievouchers helpen mkb-bedrijven de relatie met publieke kennisinstellingen te verstevigen.
Wie het eerst komt, het eerst maalt Met ingang van 17 oktober 2005 konden mkb’ers bij SenterNovem een innovatievoucher aanvragen. In deze pilot waren 450 innovatievouchers beschikbaar voor individuele mkb-ondernemers en 150 innovatievouchers voor projecten van mkb-ondernemers in een samenwerkingsverband. Het aantal op 17 oktober ingediende aanvragen voor een individuele voucher overtrof fors het aantal beschikbare vouchers. Dit gold ook voor
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
16
de ingediende aanvragen voor vouchers in een samenwerkingsverband. Op de eerste dag kwamen ruim 1400 aanvragen voor individuele innovatievouchers binnen. Dat betekende dat het budget voor individuele vouchers vrijwel onmiddellijk uitgeput is vanaf het moment van openstelling ervan. De centrale conclusie is dat de innova-
sen deze twee werelden blijft achter bij wat maatschappelijk wenselijk is. Belemmerende factoren liggen zowel aan de kant van het bedrijfsleven (de vraagkant) als aan de kant van de kennisinstellingen (de aanbodkant).
Hardnekkige belemmeringen
• bedrijfsleven Aan de kant van het bedrijfsleven wordt een gemankeerd opnamevermogen van de kennis aanwezig bij kennisinstellingen algemeen als het belangrijkste knelpunt gezien. De capaciteit om kennis van buiten het bedrijf te absorberen en uiteindelijk te commercialiseren kan worden gecreeerd door eigen onderzoeksinspanningen (R&D) en connecties met de wetenschappelijke wereld. Een tweede barrière vormen kapitaalmarktproblemen (bijvoorbeeld in de vorm van een tekort aan durfkapitaal). Deze problemen verhinderen bedrijven om in onderzoek en ontwikkeling te investeren. Een derde knelpunt aan de bedrijvenkant kan bestaan doordat informatieproblemen tussen eigenaren en managers van bedrijven gebrekkige prikkels geven voor managers om te innoveren of nieuwe technologieën te adopteren.
Bevordering van de kennisdiffusie tussen (publieke) kennisinstellingen en het bedrijfsleven vormt een belangrijke doelstelling van het huidige Nederlandse innovatiebeleid. Echter de wisselwerking tus-
• publieke kennisinstellingen Knelpunten aan de kant van publieke kennisinstellingen, zoals de universiteiten, vloeien voort uit het feit dat de doelstel-
VNO-NCW Noord spoort ondernemers aan meer gebruik te maken van innovatievouchers tievoucher mkb-ers aanzet tot veel extra opdrachten aan kennisinstellingen. Van elke tien beschikbaar gestelde innovatievouchers worden er acht gebruikt voor opdrachten die zonder voucher niet verleend zouden zijn, wordt er één gebruikt voor een opdracht die zonder voucher ook verleend zou zijn, en wordt één voucher niet gebruikt. Zo blijkt uit onderzoek van het CPB.
vouchers beschikbaar v rijwe l d i r e c t u i t g e p u t Regeling op hoofdlijnen De procedure omtrent de innovatievoucher is als volgt. Een ondernemer vraagt een innovatievoucher aan bij SenterNovem .Toekenning van de innovatievoucher geschiedt in principe op basis van ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’, met dien verstande dat indien de honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe leidt dat het totale aantal beschikbare vouchers wordt overschreden er een loting door een notaris plaatsvindt onder de aanvragers van die dag. Indien de mkb-er een voucher toegekend heeft gekregen, formuleert deze vervolgens een kennisvraag en geeft een opdracht aan een publieke kennisinstelling naar keuze om deze vraag te beantwoorden. Tegelijkertijd levert de mkb-er de innovatievoucher in bij die kennisinstelling, welk de voucher declareert na afronding van de opdracht tot een maximum van 7500 euro per opdracht.
lingen van dit soort instellingen anders zijn dan in het bedrijfsleven. Concreet kunnen drie barrières aan de kant van kennisinstellingen worden aangeduid. Een eerste knelpunt is de bepaling van de onderzoeksagenda van wetenschappers. Kennisinstellingen worden niet zozeer geprikkeld
Innovatievouchers dragen bij aan een inniger relatie met (noordelijke) kennisinstellingen om hun onderzoeksagenda’s af te stemmen op de vraag vanuit het bedrijfsleven, maar worden veel meer geprikkeld om (fundamenteel) onderzoek te doen dat aansluit bij de eigen interesse (‘curiosity driven’) of een grotere kans op wetenschappelijke
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
17
publicaties oplevert. Een tweede knelpunt is gelegen in de prikkel tot openheid voor academici. Wetenschappers worden vaak beloond voor de hoeveelheid en kwaliteit van publicaties, terwijl het vaak in het belang van bedrijven is onderzoeksresultaten juist geheim te houden en te beschermen tegenover de concurrentie. Een derde oorzaak is het ontbreken van een ondernemerscultuur binnen publieke kennisinstellingen. Dit komt tot uitdrukking in een
Kennisinstelling
gebrekkige commercialisatie van wetenschappelijke onderzoeksresultaten.
Innovatiebrief De Innovatiebrief In actie voor Innovatie (Ministerie van Economische Zaken, 2003) zegt hierover het volgende: “Het mkb maakt lang niet genoeg gebruik van kennis die anderen op de plank hebben liggen, terwijl bestaande kennis juist een belangrijke rol kan spelen bij het ontwik-
Aantal uitgevoerde onderzoeken % uitgevoerde onderzoeken
TNO Industrie en Techniek Wageningen Universiteit Universiteit Eindhoven Technische Universiteit Delft HAS Den Bosch Hogeschool Drenthe TNO Kwaliteit van Leven Universiteit Twente Rijksuniversiteit Groningen Telematica Instituut Radboud Universiteit Nijmegen Hanzehogeschool Groningen Hogeschool Rotterdam Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Delft Hydraulics Universiteit Maastricht Universiteit Utrecht Vrije Universiteit Hogeschool INHOLLAND - Alkmaar Hogeschool Zeeland Hogeschool Zuyd Fontys Hogescholen Van Hall Instituut Energieonderzoek Centrum Nederland GeoDelft Maritiem Research Instituut Nederland Ned. Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek TNO - Algemeen TNO - MEP
17 12 8 7 5 5 5 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
18,5% 13,0% 8,7% 7,6% 5,4% 5,4% 5,4% 3,3% 3,3% 3,3% 2,2% 2,2% 2,2% 2,2% 2,2% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1%
Totaal
92
100%
kelen van nieuwe producten, processen of diensten.”, en: “De kennisuitwisseling tussen mkb-ondernemingen en kennisinstituten verloopt in Nederland niet optimaal.” Verschillende redenen worden hiervoor aangevoerd (zie Innovatieplatform, 2004; Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid, 2005): • De verschillen in tijdhorizon (relatief lange onderzoekstrajecten bij kennisinstellingen ten opzichte van de door bedrijven gewenste resultaten op korte termijn) en cultuur tussen mkb en kennisinstellingen; • Gebrekkige toegankelijkheid van de publieke kennisinfrastructuur: kennisinstellingen staan niet altijd open voor kennisvragen van mkb-bedrijven en/of zijn niet ingericht op die kennisvragen;
• Informatieproblemen: mkb-bedrijven weten niet altijd waar ze met welke kennisvraag naar toe kunnen; • mkb-ers zijn niet altijd in staat een “koopkrachtige” of voor kennisinstellingen interessante onderzoeksvraag te formuleren.
Innovatievouchers prima antwoord op ingebouwde belemmeringen kenniscirculatie Teneinde de kennisoverdracht tussen mkb-bedrijven en publieke kennisinstellingen te bevorderen heeft het Innovatieplatform in 2004 voorgesteld om zoge-
noemde innovatievouchers te introduceren. Deze innovatievoucher fungeert als een tegoedbon waarmee mkb-bedrijven bij een (semi)publieke kennisaanbieder naar keuze (technologische) kennis kunnen inkopen en voor toepassing gerichte onderzoeksvragen kunnen gebruiken. In september 2004 zijn de innovatievouchers geïntroduceerd door het Ministerie van Economische Zaken in de vorm van een pilot met 100 innovatievouchers. Voor het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van onderzoeksrapporten van SenterNovem en het CPB. Hans Haerkens
[email protected]
Lobby VNO-NCW/VNO-NCW Noord tegen hoge energieprijzen De sterk stijgende energieprijzen hebben grote gevolgen voor energie-intensieve bedrijven in Noord-Groningen. Voor de Nederlandse industrie zijn de energieprijzen ten opzichte van de omringende landen met meer dan 50 procent gestegen. Dit maakt concurrentie vrijwel onmogelijk waardoor in het noorden van de provincie Groningen en met name in Delfzijl 2000 directe arbeidsplaatsen verloren dreigen te gaan. Met steun van VNO-NCW/VNONCW Noord wordt hard gewerkt aan een oplossing.
I
n september werd bekend gemaakt dat de hoge gasprijs al heeft geleid tot het sluiten van een fabriek van Methanor in Delftzijl. Al eerder schrapte Aluminiumfabrikant Aldel zestig van de 510 arbeidsplaatsen vanwege de gasprijs. De gezamenlijke ondernemingsraden van de bedrijven in het Eemsmondgebied in Noord-Groningen houden maandag 7 november een grote manifestatie tegen de hoge energieprijzen in Nederland. Tijdens de manifestatie zullen enkele sprekers de ernst van de situatie benadrukken en met de toehoorders de mogelijkheden voor
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
18
acties in Den Haag bespreken. De oplossing van de problemen van de energie-intensieve industrie is mogelijk een stap dichterbij gekomen. Met steun van VNO-NCW-voorzitter Wientjes en minister Brinkhorst van Economische Zaken hebben negen grote elektriciteitsgebruikers een consortium opgericht om samen via langjarige leveringscontracten elektriciteit in te kopen tegen een prijs die goed kan concurreren met goedkope buitenlandse stroom. Als het slaagt in zijn missie, kunnen de energie-intensieve bedrijven waarschijnlijk voor Nederland
behouden blijven. Voor de industrie is elektriciteit in Nederland veel duurder dan in het buitenland. Bovendien heeft ons elektriciteitsnetwerk te weinig capaciteit om voldoende goedkope stroom te kunnen importeren. Daardoor verslechtert de concurrentiepositie van de bedrijven zo snel dat het zeer de vraag is of ze voor Nederland behouden kunnen blijven. De bedoeling van het consortium is het sluiten van langjarige contracten (bijvoorbeeld tien of twintig jaar) met één of meer elektriciteitsproducenten. In ruil voor een bescheiden opslag op de kostprijs, krijgen de stroomproducenten dan de zekerheid dat ze jarenlang gegarandeerd aan de industrie kunnen leveren. Door deze gegarandeerde inkomsten, wordt het voor elektriciteitsproducenten ook eenvoudiger om te investeren in uitbreiding van het productiepark. De komende maanden moet het plan door het consortium in overleg met één of meer producenten worden uitgewerkt. Voor de industrie én voor de Nederlandse economie is een succesvolle afronding van het grootste belang.
Wadden Sea Forum: To be continued! VNO-NCW en Waddenvereniging pleiten voor voortzetting Waddenzeeforum WADDEN SEA FORUM: TO BE CONTINUED! At the tenth Trilateral Governmental Conference regarding the Wadden Sea, due to be held on the island of Schiermonnikoog on November 2nd and 3rd, the governments of Denmark, Germany and the Netherlands will decide to continue the so-called Wadden Sea Forum (WSF). This Forum has originally been established by the ninth Conference, four years ago in Esbjerg, Denmark. It has been requested to formulate thoughts on the sustainable development of the Wadden Sea Region, based on discussions within and between the countries, interest-groups and economic sectors. The results, contained in the report ‘Breaking the Ice’, will be presented to the Schiermonnikoog Conference by the Chairman of the WSF, the Dutch Queen’s Commissioner mr. Ed Nijpels. Even though they normally sometimes find themselves on opposing sides of an argument, both the Waddenvereniging, the Dutch society for the protection of the Wadden Sea, and VNO-NCW, a major Dutch Employers Association, have very much appreciated the opportunity provided by the Forum to discuss and often agree on the most desirable direction of development in the Region. The Forum has shown that it is possible to achieve consensus between stake-holders of very different backgrounds. This does not mean, of course, that there are no more differences. On the contrary, many obstacles will have to be overcome in the translation from the recommendations of the Forum into concrete action. Nevertheless, we are convinced that a platform such as the Wadden Sea Forum is essential for further shaping the future, protecting the environment and strengthening the economic and social fabric of the Wadden Sea Region.
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
19
Op 2 en 3 november wordt op Schiermonnikoog de tiende trilaterale Regeringsconferentie over de Waddenzee georganiseerd onder voorzitterschap van minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De conferentie vindt elke vier jaar plaats met de ministers van Natuur van Nederland, Duitsland en Denemarken. Onderwerpen die tijdens deze conferentie aan de orde komen zijn onder andere het voorstel tot nominatie van de Waddenzee als Werelderfgoed, het Waddenzeeforum en scheepsveiligheid. Natuurlijke tegenpolen VNO-NCW en de Waddenvereniging geven een eensluidend statement af: Het Waddenzeeforum moet worden voortgezet! Therefore we welcome the decision to keep on co-operating with and to facilitate the work of the Forum, congratulate the three governments for having had the courage to take this bold step forward and pledge our willingness to continue to work together to find sustainable soluti-
ons for the Wadden Sea Region. In this way we are confident that a sustainable economic development in the Waddenregion will remain possible. Waddenvereniging
VNO-NCW Noord
����������������������������� ����������������
��������� ������� ����� ��������� ���������� ���� ������������� ��� ����� ���� �����
���������� ����� ��� ������ ���������� ��� ���� ����������� ��������������������������
������������������������������������������������������������������������������
������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������
��������������������������������������������������������������������������������������
��������������������������������������������������������������������������������
������� ������ ���������� ������ ���� ������� ��� ����� ���� ���� ����� ��������� ���� ��������� ����� ��������� ��� ��������������� ���������� ���� ������ ���������� ���� ������������������������������������������������������������������������
���� ������ �������������� ��� ��� ������������ ����� ��� ����� ������� ������ ������
���������� ����� ������������ ������� �������� �������� ���� ��������������� ������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������
����������������������� ���������������� ����������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������
Emmtec Services: een successtory uit Emmen Emmtec Services, gevestigd op het EMMTEC Industry & Business Park in de gemeente Emmen, is een full service dienstverlener. Niet alleen werkt Emmtec voor de ondernemingen die op dit bedrijvenpark zijn gevestigd, maar ook voor bedrijven van buiten.
terrein en aan ondernemingen in de directe omgeving. Variërend van het onderhoud van wegen en terreinen, verhuur huisvesting, beveiliging tot catering, recycling, statistiek en kwaliteitszorg. Directeur Rolf van der Mark: ‘Alle productiebedrijven die op het Emmtec-terrein zijn gevestigd nemen onze services en utilities af. Wij bieden zeer concurrerende prijsstellingen voor al onze diensten. Zo leveren wij bijvoorbeeld energie door middel van twee eigen warmtekrachtcentrales, ons waterbedrijf pompt zelf grondwater op en eveneens beschikken we over een eigen afvalwaterzuiveringsinstallatie. Bedrijven hebben de vrijheid elders in te kopen; dus geen gedwongen winkelnering. Dat houdt ons scherp’.
Het bedrijf heeft tijdig de bakens verzet en is daarmee mede verantwoordelijk voor het huidige succes van de op het bedrijvenpark gevestigde bedrijven.
H
et EMMTEC Industry & Business Park ligt in het centrum van het grootste industriepark van NoordNederland: het Bargermeer, zo’n 650 hectare groot. Op het Emmtec-terrein domineert naast Emmtec Services (vijfhonderd medewerkers) een cluster van chemische en kunststofindustrieën: Diolen Industrial Fibers, DSM Engineering Plastics, Teijin Twaron, Colbond en Wellman Pet Resins Europa.
Alle service binnen handbereik Emmtec Services levert een scala aan infrastructurele en facilitaire diensten parkmanagement in optima forma dus - en utilities aan de bedrijven op het Emmtec-
VNO-NCW NoordNieuws november 2005 2005
21
Synergie Van der Mark benadrukt dat op het EMMTEC Industry & Business Park de synergetische effecten groot zijn waar alle betrokken bedrijven van profiteren. Het geheel is duidelijk meer dan de som der delen. ‘Als Emmtec Services stellen we de klant centraal. We stellen ons niet alleen actief maar ook pro-actief op. Wij zullen alles doen wat in ons vermogen ligt om
het onze opdrachtgevers naar de zin te maken. Zo verzorgen wij ook de contacten naar de lokale en provinciale overheden en we vervullen een intermediaire rol voor het verkrijgen van de benodigde (milieu)voorzieningen en voor het aanboren van subsidiebronnen.’ Vanwege de alerte serviceverlening, de aanwezige goede faciliteiten en infrastructuur werden zo ook de initiatiefnemers van Sunoil Biodiesel en Econtis over de streep getrokken om zich op dit bedrijvenpark te vestigen.
Engineering ook ‘buiten de poort’ Emmtec engineering is breed en veelzijdig samengesteld en gericht op de industrie
en utiliteitsbouw. Van der Mark: ‘Onze engineers zijn multidisciplinair inzetbaar, zowel voor deelprojecten als voor turnkey opdrachten.’ Hij geeft enkele actuele concrete voorbeelden. ‘In Duitsland wordt door onze engineers gewerkt aan de bouw van een warmtekrachtcentrale en voor Siemens voeren we de directie ten behoeve van de bouw van de nieuwe monochloorazijnzuurfabriek (MCA) voor Akzo Nobel op het Chemiepark in Delfzijl’. Van der Mark verwacht dat het aantal engineeringopdrachten in de Groninger Eemsmond in de toekomst zal doorgroeien en hij spreekt dan ook over een ‘Vestiging Noord’ van Emmtec Services op het Chemiepark. Het laboratorium, met zestig medewerkers, op het EMMTEC Industry & Business Park richt zich eveneens expliciet op nieuwe externe opdrachtgevers, op productiebedrijven buiten de poort.
Volcontinu voor de klant De organisatie van Emmtec Services is sowieso toegesneden op productieactiviteiten die volcontinu plaatsvinden. ‘De bedrijven op ons park kunnen zich hele-
maal op hun productie richten, wij als Emmtec Services doen de rest. Dat is onze toegevoegde waarde en deze formule werkt. Als integrale dienstverlener hebben we er alle belang bij dat het met onze klanten goed gaat. Gaat het met hen goed, dan gaat het met ons ook goed. Het mes snijdt altijd aan twee kanten.’ Jan Willem Lobeek
[email protected]
Criminaliteit gaat Bijna 1 op de 2 ondernemers is de afgelopen 2 jaar slachtoffer geworden van criminaliteit, maar u niet. Veel ondernemers hebben last van criminaliteit van eigen medewerkers, maar uw mensen doen zoiets niet. Cybercriminaliteit is sterk in opkomst, maar u hebt daar geen last van.
N
et zoals elke automobilist denkt zonder ongelukken zijn bestemming te halen, zo denken de meeste ondernemers dat zij geen slachtoffer zullen worden van criminaliteit. Dit is een heel erg menselijke reactie. Toch is het goed stil te staan bij de mogelijkheden om criminaliteit te voorkomen, daarmee valt veel winst te halen.
Seminar “Preventie verdient beter” Op 5 oktober jl. organiseerde VNO-NCW Noord het seminar “Preventie verdient beter”. Hieraan namen onder leiding van Wink Blomsma (voorzitter RPC Fryslan) ondernemers, gemeentes, provincies, RPC’s, politie, verzekeraars, beveiligingsbedrijven en diverse maatschappelijke organisaties deel. Centraal stond de vraag hoe het ‘Actieplan Veilig Ondernemen’ voor ondernemers concreet te maken. Dit actieplan is in 2004 door alle genoemde partijen opgesteld, met als doelstellingen een vermindering van de criminaliteit in 2006 met 10% en in 2008 met 20%. In dit Actieplan staan 16 concrete projecten benoemd. Bij de lokale en regionale uitwerking van de plannen ligt een sleutelrol voor het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC). Een samenwerkingsverband waarin ondernemers, overheid, politie en justitie op regionaal niveau zijn verenigd. In het
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
22
noorden zijn er drie, voor elke provincie één. VNO-NCW Noord is in elk van deze platforms vertegenwoordigd.
Miljarden euro’s De maatschappelijke schade van criminaliteit bedraagt vele miljarden euro’s. Een groot deel daarvan komt ten laste van de ondernemers. Toch blijkt keer op keer dat ondernemers preventie niet hoog op de agenda hebben staan. Men heeft andere prioriteiten. Gezien de enorme bedragen die met criminaliteit gepaard gaan is dat wonderlijk. Immers, als de kans op criminaliteit als gevolg van goede preventie afneemt, zullen de directe (niet verhaalbare schade) en indirecte kosten (bijv. verzekeringspremies) dalen.
Weinig middelen, veel resultaat De sleutel naar goede preventie ligt in de organisatorische maatregelen. Zoals Joop Siepel, projectleider RPC Groningen (www.rpcgroningen.nl) aangaf zijn deze maatregelen niet duur maar wel effectief: 17% van de middelen resulteert in 82% van het effect. Vragen die bij organisatorische maatregelen aan de orde komen zijn: Wie mag wanneer waar komen? Wie heeft welke sleutels? Wat doen we als het alarm afgaat? Wordt er een gedragscode gehanteerd?
Door op dergelijke vragen sluitende antwoorden te formuleren kan veel resultaat geboekt kan worden, zonder dat het veel kost. Ook verzekeraars kunnen hierin een rol spelen. Zij hebben nog geen uniform beleid als het gaat om beveiligingseisen. Men ziet nog steeds dat er verzekeraars zijn die focussen op bouwkundige en elektronische maatregelen terwijl deze duur en weinig effectief zijn. Ondernemers zijn voortdurend bezig om het rendement van hun bedrijf te verbeteren. Als de preventieve maatregelen simpel, goedkoop en effectief zijn, waarom verzuimt men dan alert te reageren? Hiervoor zijn een aantal redenen aan te dragen. Het is een misverstand dat preventieve maatregelen duur zijn. Ondernemers denken dat preventieve maatregelen criminaliteit nauwelijks beïnvloeden. Derhalve calculeert men de kosten hiervan als ondernemersrisico in. Sommige ondernemers hebben al veel inspanningen geleverd en zijn teleurgesteld in het resultaat. De volgende dag stond de crimineel namelijk weer op de stoep.
Preventie wordt niet beloond? Tijdens de forumdiscussie was de conclusie dat goede inspanningen en bijbehorende resultaten op het vlak van preventie niet worden beloond. Dit geldt over de hele
uw deur voorbij breedte. Een ondernemer ontvangt niet automatisch een lagere verzekeringspremie als men aan het Keurmerk Veilig Ondernemen voldoet. Voor de overheid is het lastig de criminaliteit die wordt voorkomen zichtbaar te maken naar haar burgers. Zo is er in de afgesloten prestatiecontracten tussen de politie en de minister van Binnenlandse Zaken geen beloning is opgenomen voor ‘goede preventie’. Maar, zoals al eerder gesteld, bij goede preventie is er voor de ondernemers wel degelijk een beloning in de vorm van lagere kosten te behalen. De niet verhaalbare schade daalt en men kan natuurlijk altijd met de verzekeraar om tafel om premieverlaging te bedingen.
Joop Siepel, projectleider RPC Groningen
Uitgestoken hand Tussen ondernemers onderling maar ook tussen de verschillende betrokken partijen kan beter worden samengewerkt. Daarom is het goed dat alle betrokken partijen (ondernemers, overheid, politie, justitie) in het RPC verenigd zijn. Vanuit het RPC worden concrete initiatieven genomen op het vlak van preventie. In de praktijk blijkt dat de betrokkenheid van de individuele partijen beperkt is. Het werkt onvoldoende door in de netwerken van de diverse organisaties. Men zoekt elkaar blijkbaar onvoldoende op. Dick de Boer, Districtschef Politie Drachten verbaasde zich erover dat nog nooit een ondernemer bij hem aan de bel had getrokken. De politie begrijpt dat ondernemers in bepaalde situaties terughoudend zijn in aangifte doen, maar men heeft de informatie wèl nodig om adequaat te kunnen optreden. Ook kunnen ondernemers de weg naar de RPC’s nog niet vinden. RPC’s zouden daarom nadrukkelijker aanwezig moeten zijn: initiatieven moeten met meer gewicht worden omgezet in acties voor ondernemers, overheid, politie en justitie. En omgekeerd, als de RPC’s een uitgestoken hand bieden wordt deze niet aangepakt. Het RPC Groningen is sinds een jaar bezig om bedrijven welke slachtoffer zijn geworden van een bedrijfsinbraak een gratis onafhankelijk preventieadvies aan te bieden. Slechts 9% van de ondernemers geeft vervolgens aan prijs te stellen op een dergelijk advies. Gevraagd naar de reden van het niet ingaan op dit aanbod, geeft 30 % van de ondernemers aan één of twee bedrijfsinbraken als een te accepteren bedrijfsrisico te beschouwen.
Parkmanagement
Dick de Boer, Districtschef Politie Drachten
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
23
Ondernemers onderling, met name als men op hetzelfde bedrijventerrein gevestigd is, kunnen door middel van goede samenwerking niet alleen de kans op criminaliteit verlagen maar ook de totale kosten in de hand houden. Parkmanagement is het sleutelwoord. Een probleem hierbij vormen de “free riders”, ondernemers die niet willen
meebetalen maar ondertussen wel meeprofiteren van de genomen maatregelen. Als dit probleem wordt overwonnen kan het zeer succesvol zijn. Vaak begint het met gezamenlijke beveiliging maar kan ook voor andere gezamenlijke diensten (bijvoorbeeld afvalverwijdering) worden ingezet In het Noorden lopen inmiddels een flink aantal geslaagde parkmanagement projecten. Hierbij betreft het altijd maatwerk, een chemiepark stelt andere eisen dan een bedrijventerrein met uitsluitend mkb-bedrijven.
Preventie verdient beter Hoewel criminaliteit er altijd is geweest en er altijd zal zijn, wil dat niet zeggen dat er geen inspanningen hoeven te worden gepleegd om het te verminderen. De afgelopen jaren is er een flinke druk geweest vanuit de samenleving (zie ook de nationale actie van VNO-NCW) op politie en justitie om de repressie op te voeren. Dit heeft geresulteerd in een vernieuwde aanpak van politie en justitie waardoor de echte lastpakken sneller en langer achter de tralies worden gezet. Dit werpt aantoonbaar zijn vruchten af. De bal ligt nu weer aan de voet van de ondernemers. Dan wordt de kans groter dat men kan zeggen: criminaliteit gaat uw deur voorbij… Jan-Willem Lobeek
[email protected]
De vertegenwoordigers vanuit VNONCW Noord in de noordelijke RPC’s zijn: RPC Fryslan – Wink Blomsma (Fortis ASR) RPC Groningen – Tom Fikkert (Acodeq Kunststoffen Industrie) RPC Drenthe – Hans Haerkens (VNO-NCW Noord) Veiligheid is een speerpunt van VNONCW Noord. Portefeuillehouder is JanWillem Lobeek. Voor suggesties, vragen of andere reacties kunt u bij hem terecht:
[email protected]
Schijn bedriegt.... Maar hoeveel is er echt
Maar hoeveel is er echt
Meppel / Emmen / Drachten / Groningen
Tel: 0522-23 89 38 Fax: 0522-26 04 93
Meppel: Blankenstein 148 Emmen: Wilhelminastraat 90-92a Drachten: Omloop 58 Groningen: Leonard Springerlaan 9
E-mail:
[email protected] Website: www.kroes.ggn.nl GGN heeft vestigingen in heel Nederland.
Ondernemers opgelet !! Hoe vaak komt het niet voor... een uitbundige stemming over die nieuwe klant, die grote opdracht of dat mooie contract. Maar is de werkelijkheid ook zo mooi? Aan het grote pand, die mooie auto of de chique inrichting kunt u niet aflezen of na levering, ook uw factuur betaald wordt. Neem daarin zo min mogelijk risico's en toets uw debiteurenbeheer aan de kennis van Kroes & Partners Gerechtsdeurwaarders en Incasso. Kroes & Partners neemt deel aan het landelijke GGN netwerk, is totaalaanbieder op het gebied van creditmanagement en garandeert u zo de meeste kans dat uw vorderingen ook binnen komen. Meer weten? Maak een vrijblijvende afspraak met één van onze adviseurs.
IPR: succesvolle aanjager van noordelijke bedrijvigheid Voor snelle investeerders is er nog steeds ruimte! IPR maakt deel uit van het Kompasprogramma dat eindigt per 1 januari 2007. Het is aannemelijk dat de decentrale IPR ruim voor het einde van het jaar 2006 zal sluiten. Het is de vraag of de investeringspremieregeling in 2007 zal terugkeren. Snelle beslissers zijn in het voordeel. Geen onzekerheid over het bestaan van de regeling en een maximaal gebruik van de tot dit moment ter beschikking staande middelen.
D
e ‘Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2000’ – hierna te noemen IPR – is bedoeld om de noordelijke economie en werkgelegenheid te versterken. Deze premie geldt voor investeringen in bedrijfsgebouwen en bedrijfsuitrusting. Er bestaan twee soorten investeringspremieregelingen: de landelijke IPR voor projecten van meer dan 4,5 miljoen euro en de regionale IPR voor projecten lager dan dit bedrag. De landelijke IPR wordt uitgevoerd door het Ministerie van Economische Zaken, de regionale IPR door het Samenwerkingsverband NoordNederland. Alleen stuwende ondernemingen behoren tot de doelgroep. Dit zijn ondernemingen, waarvan de omzet voor 50% of meer afkomstig is van buiten Noord-Nederland.
Wanneer geldt de IPR? De IPR is van toepassing op investeringen in bedrijfsgebouwen en bedrijfsuitrusting, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen
• •
komen in aanmerking. Een vestigingsproject houdt in: het stichten van een nieuwe onderneming (al dan niet binnen een groep van ondernemingen) of het verplaatsen van een onderneming van buiten Noord-Nederland naar een kernzone. De premie voor uitbreidingsprojecten van bestaande ondernemingen geldt voor het hele IPR-gebied. Een uitbreidingsproject moet leiden tot toename van het aantal arbeidsplaatsen met minimaal 30% (met een minimum van drie) óf tot vergroting van de capaciteit met minimaal 40% (hierbij worden ook eisen gesteld aan de toename van het aantal arbeidsplaatsen). Zie www.snnonline.nl voor meer informatie.
Belangrijke noties:
Europese landen wordt achter de schermen gewerkt aan een aangepast voorstel. In elk geval is duidelijk dat wanneer er een nieuwe IPR komt deze minder omvattend zal zijn naar gebieden, categorieën en modaliteiten en ongetwijfeld pas met ruime vertraging in werking treden. Op basis van rigide Brusselse regelgeving is niet het moment van aanvragen door ondernemers, maar het moment van subsidieverlening door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland bepalend voor een succesvol beroep op IPR. Het mag duidelijk zijn, dat aanvragen van ondernemers die pas kort voor eind december 2006 binnenkomen het risico lopen niet meer in behandeling te worden genomen. Een langere periode zonder IPR eind 2006 en begin 2007 is iets wat onontkoombaar is, ongeacht de besluitvorming van de Europese Commissie. Kortom: vanaf ergens in het najaar van 2006 tot ergens in de loop van 2007 zal er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geen IPR in werking zijn. Bedrijven die in die periode verplichtingen aangaan voor investeringsprojecten zullen het in principe dus zonder premie moeten stellen. Hans Haerkens
[email protected]
De perspectieven voor het herleven van een nieuwe “IPR-achtige” regeling in 2007 zijn nog onvoldoende duidelijk. Nederland zelf is beslist geen voorstander. Derhalve heeft Noord-Nederland alle belang bij
langere periode zonder IPR e i n d 2 0 0 6 e n b e g i n 2 0 0 7 i s o n v e r m i j d e l i j k als IPR regeling na 2006 ter u g k e e r t , d a n i n ‘ a f g e s l a n k t e ’ v o r m
vestigingsprojecten en uitbreidingsprojecten. Alleen vestigingsprojecten in de zogenaamde kernzones van Noord-Nederland
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
25
een andere uitkomst van de afwegingen die door de Europese Commissie worden gemaakt op basis van de standpunten van de andere leden. Onder druk van andere
In deze rubriek houden we u op de hoogte van de activiteiten van VNO-NCW Noord in de regio
V N O - N C W N o o r d in a c t ie Nieuws uit Friesland
Nieuws uit Groningen
Verbetering in vaarverbindingen gewenst
Costa Due zorgt voor duurzaamheid in Eemsmond
Recent heeft de provincie Fryslan aangegeven het Van Harinxmakanaal tussen Franeker en Leeuwarden niet op te waarderen naar een klasse V vaarweg omdat dit economisch niet haalbaar is. Daarmee vervalt de ruimtelijke reservering en sluit dit ook een opwaardering in de toekomst uit. VNO-NCW Friesland is van mening dat een goede vaarverbinding tussen Amsterdam en de Friese havenstad Harlingen en de Westergozone van groot belang is voor de toekomstige bedrijvigheid in dit deel van Friesland. Als de opwaardering van het Van Harinxmakanaal niet doorgaat moet worden ingezet op een verbetering van de vaargeul De Boontjes en van het sluizencomplex ter hoogte van Kornwerderzand. VNO-NCW Friesland heeft daarom gepleit voor een spoedige aanpassing van deze knelpunten om de economische ontwikkeling in de regio Harlingen – Westergozone te faciliteren. Inmiddels heeft men daarvoor gehoor gevonden bij de provincie Fryslan. Naast VNO-NCW Friesland zal ook de provincie zich voor deze verbeteringen hard gaan maken bij de minister van Verkeer en Waterstaat.
Costa Due staat voor Concrete Stappen naar een Duurzame Eemsmond en is een project in het kader van Energy Valley. In samenwerking met verschillende organisaties, bedrijven en overheden wordt onderzocht welke vormen van energie uit biomassa kansen hebben om zich te ontplooien in het noordoost Groninger industrie en havengebied. Het project gaat uit van de uitstekende omstandigheden in de Eemsdelta om bio-energievoorziening op industriële schaal van de grond te krijgen. Costa Due stimuleert nieuwe economische bedrijvigheid in de regio en draagt tegelijkertijd bij aan vermindering van het klimaatprobleem. Costa Due wordt uitgevoerd door de provincie Groningen in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam, de Rijksuniversiteit Groningen en het bureau Energy+id. VNO-NCW Groningen omarmt de filosofie en het gedachtegoed van Costa Due.
Nieuw Fries Museum Stimulans voor het noorden VNO-NCW Friesland bepleit een snelle uitvoering van het Masterplan Nieuw Zaailand. Nieuwbouw van het Fries Museum is nodig, omdat het diverse en rijke culturele erfgoed van Friesland tot dit moment een passend forum node mist. Een ruimte die grotere tentoonstellingen kan veiligstellen. Tegelijkertijd een omgeving die jong en creatief talent weet vast te houden en van buiten weet aan te trekken. Appelleren aan een (inter)nationaal publiek met spannende tentoonstellingen legt een steviger economisch fundament onder de structuur van de hoofdstad. Een revival van Leeuwarden is hard nodig om de concurrentie met omliggende regio’s niet op voorhand te verliezen. De vitaliteit van een regio wordt mede bepaald door het vermogen talenten van buiten aan te trekken of het grote cluster van studenten dat vanuit de Friese hoofdstad nationaal uitwaaiert te behouden voor de regio. Een culturele infrastructuur die past bij het grootstedelijk milieu is hiervoor zeer bepalend. Creativiteit is een blijvende drijfveer van economische groei in de moderne belevingseconomie. Leeuwarden zit op een goudmijn. De stap naar uitvoering van het Masterplan Nieuw Zaailand zal dan wel gezet moeten worden.
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
26
Bestuur VNO-NCW Groningen bezoekt gemeenteraadsfracties VNO-NCW Groningen wil via het verzenden van een lijst met aanbevelingen aan gemeentelijke politieke partijbesturen bijdragen aan ondernemersvriendelijk verkiezingsprogramma’s tijdens de komende gemeenteraadsverkiezingen in 2006. Daarin pleit VNO-NCW Noord voor programma’s die kunnen terugvallen op een breed maatschappelijk draagvlak en uiteindelijk echt werk maken van ondernemende besturen. De prioriteit zou naar de opvatting van VNO-NCW Noord moeten liggen bij: • beperken tot de core business en dat goed doen; • verbeteren van de samenwerking met en de dienstverlening aan bedrijven; • beperken van de lokale lasten, administratieve lasten en de regeldruk. Het bestuur van VNO-NCW Groningen is van mening dat de fracties ook persoonlijk moeten worden benaderd en dat er meer regionale issues onder de aandacht moeten worden gebracht. De bestuurleden zullen de komende periode in hun eigen gemeente de 4 grote fracties benaderen met de standpunten van VNONCW Groningen (op het gebied van lokale lasten, veiligheid, aanbestedingen en werkgelegenheid).
Fijnstof biedt kansen voor Noord-Nederland? Sinds 1 januari 2005, zijn de Europese normen voor fijn stof van kracht. Dit zet vooral in de Randstad een rem op diverse projecten. In het noorden valt de fijnstofproblematiek mee. Dit biedt kansen om projecten hier versneld uit te voeren.
H
et Nederlandse luchtruim mag gemiddeld over een jaar 40 microgram fijn stof per kubieke meter lucht bevatten. De Raad van State is voortvarend aan de slag gegaan met deze Europese afspraken over de luchtkwaliteit. De economische gevolgen? Project na project sneuvelt. Aanleg van wegen, bedrijventerreinen en woningbouw. Het gaat om grote getallen: ruim 100.000 woningen, circa 4.500 hectare bedrijventerrein, een kleine 100.000 manjaren werk in de bouw en aanverwante sectoren en een schadepost voor overheden, bouwers en projectontwikkelaars die kan oplopen tot 7,7 miljard euro. En dan hebben we het nog niet eens over de afgeleide economische schade die het gevolg is van het niet gereedkomen van complete woonwijken of van dringend noodzakelijke verbeteringen van het wegennet.
Fijnstof is een verzamelnaam voor allerlei kleine deeltjes die in de lucht voorkomen en die soms gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Teveel fijnstof in de lucht is niet goed, zegt Brussel. Een probleem daarbij is dat de helft van het fijne stof in de Nederlandse lucht een natuurlijke oorsprong heeft (bijvoorbeeld zeezout, zand en bodemstof, waarvan de schadelijkheid niet is aangetoond) en dat nog eens ruim éénderde uit het buitenland komt aanwaaien (bijvoorbeeld Saharazand). We kunnen dus maar zo’n 15 procent zelf beïnvloeden.
Noorden De lucht is in het noorden en oosten substantieel schoner dan in andere delen van Nederland. Op verschillende lijstjes wordt duidelijk dat ongebreideld Haags beleid kritische grenswaarden overschrijdt. Noord-Nederland zou bij Haagse beleidsmakers moeten aandringen op een voorkeursbehandeling voor uiteenlopende projecten (infrastructuur, ruimtelijke ordening). Nu de machinerie en bureaucratie in het westen haperend tot stilstand komt verdienen vrijkomende capaciteit en middelen het elders te worden ingezet. Uiteraard met de vereiste zorgvuldigheid en respect voor de Europese fijnstofrichtlijnen. Op dit moment wordt een ruimtelijk-economisch debat over een evenwichtige
verdeling van bedrijfsactiviteiten binnen Nederland node gemist. Juist de problemen rondom de fijnstof bieden hiervoor een prima handreiking. Peter Buurman
[email protected]
900 miljoen Het kabinet stelt voor de periode 2005-2015 in totaal 900 miljoen euro beschikbaar om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren. Het gaat er vooral om de uitstoot van fijn stof en NO2 door het verkeer, maar ook door de landbouw en industrie, tegen te gaan. Nederland voldoet nu namelijk op veel plaatsen niet aan de Europese normen voor fijn stof en NO2. Dat heeft zowel effecten op de volksgezondheid als op de eis dat Nederland aan Europese regels moet voldoen. Naast deze investering bewandelt het kabinet ook andere sporen. Het kabinet werkt aan een integraal beleidspakket dat de risico’s van luchtvervuiling voor de gezondheid moet terugdringen, en tegelijkertijd moet voorkomen dat Nederland economisch en ruimtelijk ‘op slot’ gaat. Met deze integrale aanpak doet het kabinet het maximale wat nu juridisch, financieel, technisch en maatschappelijk haalbaar is.
TT-circuit Nationaal Evenemententerrein
Nieuws uit Drenthe Economisch beleid Coevorden onder de loep In september 2005 heeft de gemeente Coevorden haar economisch beleid voor 2005-2015 in de nota “Nieuw Coevordens Peil” neergelegd. Ook VNO-NCW Drenthe is gevraagd hierover haar oordeel te vellen. De conclusie was dat het een opsomming van feiten betrof maar verder weinig visie en een laag ambitieniveau bevatte. Inmiddels heeft VNO-NCW Drenthe overleg gevoerd met de belangrijkste ondernemers in Coevorden. Met vereende krachten is gewerkt aan een hoger ambitieniveau waaraan een duidelijke visie ten grondslag ligt. Eind november wordt er met de gemeente weer verder overleg gevoerd over de inhoud van de nota.
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
27
In oktober 2004 heeft VNO-NCW Noord gepleit om het TT-circuit op te waarderen tot een Nationaal Evenementen Terrein. In Nederland is er ruimte voor één of twee van dergelijke terreinen: plaatsen waar grootschalige en meerdaagse nationale en internationale evenementen kunnen worden georganiseerd. Een Nationaal Evenementen Terrein in Assen zou een flinke impuls aan de noordelijke economie geven. Het vraagt om een integrale aanpak van meerdere partijen: gemeente, provincie, ministeries van VROM en Economische Zaken en natuurlijk het TT-circuit. Met enige vertraging krijgt het pleidooi voor een Nationaal Evenemententerein aan de zuidkant van Assen ook bij de politiek een positief gehoor. Het is verheugend dat de provincie Drenthe het plan voor het Nationaal Evenementen Terrein heeft omarmd en samen met de gemeente Assen tot nadere uitwerking overgaat..
(adver
“Voor elke klant het maximale be
ING Bank Noord-Nederl De ING Bank vaart sinds een jaar een nieuwe koers. De klant en zijn wensen staan meer dan ooit centraal. Door nog nadrukkelijker mee te denken en kennis te delen wil de bank klanten grip geven op hun financiële zaken. Want daaraan bestaat veel behoefte. Ook in Noord-Nederland. Daar wordt de nieuwe strategie uitgedragen door districtsvoorzitter Siebe van der Deen en zijn managementteam: Manon Copini, Harmen van Vliet, Alex Kuiper en Lambert Jonker.
“We willen het maximale bereiken voor de klant. Sleutelwoorden daarbij zijn betrokkenheid, persoonlijk contact en pro-actief meedenken met de markt”, aldus Siebe van der Deen. Hij is als voorzitter van het ING Bank-district Noord-Nederland verantwoordelijk voor de klanttevredenheid in Groningen, Friesland en Drenthe. En hij was nauw betrokken bij de invulling van de nieuwe koers. “Klanttevredenheid is al jaren voor ons het allerbelangrijkste. De behoeften van de klant staan voorop. De laatste tijd bleek er steeds meer behoefte te bestaan aan persoonlijk en deskundig advies. Door ontwikkelingen als pinnen, elektronisch bankieren en een steeds groter en complexer aanbod van financiële producten was de afstand tussen banken en klanten steeds groter geworden. Voor ons was dat aanleiding om onze strategie aan te scherpen en het directe contact met de klant te verstevigen. We hebben tal van producten en diensten ontwikkeld die daarop inspelen.” Klanten belonen
Een voorbeeld daarvan is de invoering van de Combikas. “Dat betekent dat onze klanten op al onze kantoren geld kunnen opnemen en storten”, legt Manon Copini, directeur MKB/ Particulieren
en lid van het managementteam, uit. “Dat wordt erg gewaardeerd. Veel klanten stellen persoonlijk contact op prijs.” Een ander voorbeeld van de vernieuwde dienstverlening is dat callcenters klanten doorverbinden met een adviseur op een lokaal kantoor. Ook staan er ondernemersteams klaar om MKB’ers van persoonlijk advies te voorzien. En onlangs is het Plus Programma ingevoerd, waarmee goede klanten worden beloond en extra service krijgen. Hoe meer bankzaken een klant bij de ING Bank heeft ondergebracht, hoe meer het de klant oplevert, zoals korting op een creditcard of reisverzekering. Het voordeel kan oplopen tot enkele honderden euro’s per jaar. “Daarnaast zijn het de kleine dingen die het doen“, vindt Manon Copini. “Oogcontact maken als de klant de bank binnenkomt bijvoorbeeld. Afspraken nakomen. Als je zegt dat je maandag terugbelt, niet later bellen en liever zelfs nog eerder. Het gaat om verwachtingen van klanten te overtreffen.” Betrokkenheid en persoonlijk contact
“Achterover leunen is er voor ons niet bij. Wij luisteren voortdurend naar wat de klant wil en passen daaraan onze dienstverlening aan”, zo verwoordt Harmen van Vliet, directeur Private Banking,
de klantgerichtheid van de ING Bank. “Daarvoor gaan wij als managementteam vaak mee op klantbezoek, zodat we zelf horen wat er speelt. Wij merken dat de Noord-Nederlandse klant steeds kritischer naar de kwaliteit van een dienstverlener kijkt. Daarom streven wij ernaar onze kwaliteit op een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Wij gaan altijd een stapje verder voor onze klanten met persoonlijke, op maat gemaakte adviezen. Bij ons heet Private Banking niet voor niets Private Banking.” “En onder klantgerichtheid verstaan wij ook: partnerships aangaan met de klant en ons goed inleven in diens situatie”, vult Alex Kuiper, directeur Bedrijven & Instellingen aan. “Elke klant heeft een vast aanspreekpunt die goed op de hoogte is van de situatie van de klant. En voor elke branche hebben wij hoogopgeleide specialisten in dienst die weten wat er speelt.” “Dicht bij de klant staan en je betrokken tonen. Dat is het belangrijkste in ons werk”, aldus riskmanager Lambert Jonker. “Constant vragen wij ons af: ‘Wat wil de klant? Wat is in zijn geval de beste oplossing?’ We willen voor elke klant het maximale bereiken, dat noemen we ‘Extra Actief Bankieren’.”
torial)
reiken, dat is extra actief bankieren”
land denkt nadrukkelijk mee
Brede insteek
Dat extra actief bankieren gebeurt niet alleen met nieuwe producten en diensten die landelijk zijn ingevoerd, maar ook met activiteiten die speciaal op Noord-Nederland gericht zijn. “Het is een kwestie van een brede insteek nemen”, vindt Siebe van der Deen. “We willen meer bieden dan financiering alleen. In Noord-Nederland speelt bijvoorbeeld vergrijzing en daarmee bedrijfsoverdracht een grote rol. We hebben specialisten op dit gebied in huis, die onze klant graag deskundig adviseren. Ook organiseren we regionale congressen voor ondernemers en branchebijeenkomsten en laten we onderzoek uitvoeren naar het ondernemersklimaat. Daarmee helpen we onze klanten de juiste financiële maatregelen te nemen. Een ander voorbeeld van onze klantgerichtheid is de herinrichting van onze kantoren. Die worden een stuk toegankelijker en er komen meer mensen om onze klanten te adviseren. We zijn overigens nog steeds op zoek naar nieuwe mensen, dus sollicitaties zijn van harte welkom. Verder werken we intensief samen met hogescholen om stagiairs te plaatsen. Hun achtergrond maakt niet uit, als ze maar klantgericht zijn. Want daar draait het om. De klant staat bij ons centraal.”
Noord Nederland heeft veel te winnen bij goede relaties met Brussel en haar bureaucratie. Europa is belangrijk. De Europese markt en politiek winnen snel aan betekenis. Veel regelgeving en beleid heeft zijn oorsprong in Brussel. Genoeg redenen om regelmatig geïnformeerd te worden over belangwekkende zaken door onze eerste man aldaar: Jan Karel Bout, permanent gedelegeerde VNO-NCW Brussel.
Is er één Europees sociaal model? In een opmerkelijke speech voor het Europees Parlement in juni jl., bij de aanvang van het Brits voorzitterschap van de Europese Unie, bracht Tony Blair het Europees sociaal model ter sprake. Het Europees sociaal model moet worden aangepast aan de eisen die de globaliserende wereld stelt.
C
oncurrentie wordt op wereldschaal bedreven en Europa heeft behoefte aan een daarop toegesneden sociaal beleid. “Wat voor sociaal beleid hebben we eigenlijk”, vroeg hij zich hardop af, “als wij met twintig miljoen werkzoekenden in Europa te maken hebben?”. Blair is een bevlogen spreker en het leek dat nieuwe lonkende vergezichten door hem werden geopend. Sindsdien is de discussie en de verwarring losgebarsten. Wat bedoelde Blair met een Europees sociaal model? De vakbeweging gaat de discussie graag aan en oude ideeën omtrent herstructureringsfondsen worden uit de kast gehaald en afgestoft. De secretaris-generaal van de Europese vakbeweging John Monks wil praten over een Europese arbeidsmarkt. Hoe werkt deze en wat te doen met mobiliteit en bijbehorende regelgeving? Velen, waaronder de werkgevers, zetten grote vraagtekens bij het bestaan van een Europees sociaal model. Culturen, regionen en landen zijn te verschillend en de sociale zekerheidssystemen vertonen grote verschillen. Sociaal beleid is bovendien welhaast per definitie gedecentraliseerd. De kaders worden aangegeven door de overheid in de afzonderlijke lidstaten. En verder wordt het vormgegeven in bedrij-
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
30
ven met hopelijk toegevoegde waarde op bedrijfstak- of nationaal niveau. Europa staat veel te ver van deze processen af. Niet volgens de Franse President Chirac kennelijk. Deze bestond het in een zeldzaam staaltje van politiek opportunisme om de Europese Commissie te verwijten dat deze te weinig aandacht aan het verlies van 1250 arbeidsplaatsen bij de Franse vestiging van Hewlett-Packard gaf. Ook speelde Frankrijk een hoofdrol bij het textielconflict met China met een protectionistische opstelling ter bescherming van (dure) arbeidsplaatsen in de textiel. Daarmee worden tijdelijk arbeidsplaatsen beschermd, economische aanpassingen vertraagd en wordt de consument goedkopere producten onthouden. Dat wordt vaak vergeten. Protectionisme is veelal een verkapte subsidie van de consumenten die via kunstmatig te dure producten noodgedwongen behoud van arbeidsplaatsen financieren. Blair bedoelde vermoedelijk iets heel anders. Minder regelgeving, soepeler functionerende arbeidsmarkten, voortdurende training van werknemers ter versterking van hun positie op de arbeidsmarkt. In Nederland sprak men in het verleden over de combinatie van wendbare ondernemingen en weerbare werknemers. Bedrijven zouden nieuwe uitdagingen snel moeten kunnen oppakken zonder te veel hinderlijke regelgeving en werknemers zouden goed opgeleid hun talenten gemakkelijk op andere plaatsen moeten kunnen aanwenden. Dit is vermoedelijk wat de socialist Blair voor ogen staat. De Britse economie is succesvol en het sociale model daar geeft weinig ruimte voor vakbondsparticipatie. De macht van de Duitse bonden daarentegen is groot en de noodzakelijke hervormingen worden in dat land moeizaam en te traag tot stand gebracht. De Duitse economische motor komt maar niet op gang. De Denen daar-
entegen hebben een grote mate van flexibiliteit en sociale bescherming. Bij ontslag is er grote druk op werknemers tot aanpassing en bijscholing. Economisch gaat het in Nederland nog niet zo goed, maar met de hervormingen is de goede weg ingeslagen. De flexibiliteit moet worden opgevoerd. De nieuwe lidstaten hebben - vanwege hun historie - vaak minder sociale protectie en een meer welhaast Amerikaans aandoende werkattitude. Het lijkt ondenkbaar dat regeringsleiders op hun top van eind oktober a.s. in Engeland overeenstemming bereiken over één Europees sociaal model. Dat is ook zeker de bedoeling niet van Blair. Op zijn best wordt vastgesteld dat er gezamenlijke waarden en uitgangspunten zijn. Tot uitdrukking komend in een redelijk niveau van sociale bescherming op het terrein van de gezondheid en voor diegenen die niet kunnen werken. Men is het er wel over eens dat de Europese sociale waarden aanmerkelijk verschillen van de Amerikaanse, waar de bescherming op een laag niveau staat. Dit komt onder meer tot uitdrukking in veertig miljoen mensen die niet verzekerd zijn voor ziektekosten. Het zou goed zijn als regeringsleiders de waarde van een goed functionerende flexibele arbeidsmarkt inzien en daar naar handelen. Hervormingen in de nationale lidstaten zijn daarvoor vereist. Uitvoering van de Lissabon agenda. Deze is bedoeld om de concurrentiekracht op te voeren. Dat levert het beste sociale resultaat. Economische groei met de daarbij behorende groei van banen. Brussel kan dat niet. De lidstaten zijn aan zet. En daarmee is tevens een antwoord gegeven aan Tony Blair. Een Europees sociaal model bestaat niet echt. Sociaal beleid wel, maar dat moet in de lidstaten worden gevoerd. Jan Karel Bout Permanent gedelegeerde VNO-NCW Brussel
Nieuwe leden Groningen
B.E. Poolman
J.H. van den Berg mw G.J.G. Broekema-Matthijssen
W.R. Lok
ING Bank NV, Veendam Lichtreclame John Matthijssen, Zuidhorn J.J. Kooistra RA Deloitte, Groningen mw drs. A.J. Wouterse RC N.V. NOM, Groningen T. Korevaar NOVATEC, Tolbert mw J.M. Lechner Stichting Technasium, Groningen mw H.P. de Boer De Boer Management Support, Groningen J. van Veen Geveke Ontwikkeling b.v., Slochteren W. van Nispen Autobedrijven ESA Groningen B.V., Groningen mr. P.T. Bakker Bakker & Kievitsbosch advocaten, Groningen mw M.S. Stiekema MWO-PNO, Groningen mw mr. T. Faber-Remmelts Hanzehogeschool Groningen - Instituut voor Rechtenstudies, Groningen D.S.M. Wouda Speciaaladvocaten, Assen A. Bakker Kampen Industrial Care, Hoogezand R. Riedeman Uniglobe Top Business Travel, Groningen mw drs. I.J. de Ridder-Strating BHA Uniglobe Top Business én Tailor Made Travel, Groningen
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
31
Aspa Kantoorinrichting, Groningen Aspa Kantoorinrichting, Groningen
Friesland mw ir. E. Schaper B. Hakbijl ing. H. Stremler K.E. Engelse mw R.E. Riemersma MCM mw J. Wieringa
Van Hall Instituut, Leeuwarden Halbertsma Pallets Grouw B.V., Grouw Van Gansewinkel regio Noord-Nederland, Drachten Rabobank Leeuwarden e.o., Leeuwarden Thuiszorg Het Friese Land, Leeuwarden Maen Gevelbeheer B.V., Joure
Drenthe R.H. ter Mors
RTM Business Development B.V., Ijhorst dr. B.J. Botter Nederlandse Aardolie Maatschappij BV, Assen ing. H.A. van Amerongen RVK Van Amerongen Consultancy, Emmen ir. G. de Boer Johnson Pump Water Dhr. Botter BV, Assen A.D. Regtop Uniglobe Tailor Made Travel, Zuidwolde
Een van de leden van VNONCW Noord is de stichting
Het Noord Ne een echt
Noord Nederlands Orkest (NNO). Wat heeft een kunstinstelling bij een belangenvereniging voor bedrijven te zoeken? Of kan een symfonieorkest in zekere zin ook een bedrijf worden genoemd? Ze bezigen er wel termen als markt, product, logistiek en kostenefficiency. Maar inderdaad: zaken als artistieke drang, premières, audities en solistische kwaliteiten spelen in de bedrijven van de collega-leden van VNO-NCW Noord geen rol. Jan Geert Vierkant is sinds 1999 algemeen directeur van het NNO. NoordNieuws stelde hem een aantal vragen.
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
32
Wat is de doelstelling van het NNO? “Onze opdracht is de drie noordelijke provincies te voorzien van klassieke muziek; in de breedste zin van het woord. Dat doen we door jaarlijks gemiddeld 120 concerten in de Noordelijke concertzalen te verzorgen voor ruim 80.000 bezoekers: variërend van werken van componisten van driehonderd jaar geleden tot nu, optredens met populaire artiesten zoals Trijntje Oosterhuis, educatieve concerten voor de jeugd, nieuwjaarsconcerten, begeleidingen van amateurkoren tot uitvoeringen van de Matthäus Passion. Wij zijn te beschouwen als een culturele basisvoorziening, een belangrijk onderdeel van de ‘creative industry’.”
Hoe komt die kunst bij het publiek? “Wij worden grotendeels gefinancierd met belastinggeld. Dat betekent onder meer dat we zoveel mogelijk mensen van ons product willen laten genieten. Daartoe moeten we onze markt goed kennen. Tegelijkertijd bepaalt niet uitsluitend de smaak van het publiek wat wij spelen. De eerste drijfveer van een symfonieorkest is artistieke drang. En dat betekent dat winst bij ons niet enkel in termen van volle zalen wordt uitgedrukt. Winst is voor ons ook een prachtige uitvoering van eigentijdse klassieke muziek, al loopt het dan niet storm bij de kassa. Onze artistieke en zakelijke doelstellingen lopen soms synchroon en soms sterk uiteen. Dat
kan voor dilemma’s zorgen. Zo verlangt de overheid, onze grootste broodheer, dat we 17,5% zelf verdienen. Volle zalen dus. Daarentegen gaat de adviseur van diezelfde overheid, de Raad voor Cultuur, niet akkoord met een te behoudende (lees: volle zalen trekkende) programmering. Bij het NNO zijn we er de afgelopen jaren in geslaagd een uitgebalanceerde productmix te creëren waarmee zowel de zakelijke als de artistieke doelen worden gediend. Artistiek scoren we met vele interessant samengestelde programma’s, vaak met premières. En op soms onverwachte manieren weten we nieuw publiek voor ons te winnen door op te treden met bekende namen als Daniël Lohues, Ellen ten Damme, Trijntje Oosterhuis, Mathilde Santing en de rapper Too Tall.”
In welke zin is het NNO een kunstbedrijf? “Het NNO is een van de elf professionele symfonieorkesten in Nederland en biedt werk aan 110 mensen. Een deel daarvan is staf, maar het leeuwendeel bestaat uiteraard uit musici. Dat zijn er ruim negentig. Wij zijn een middelgroot bedrijf en kunst is ons product. Meerdere ‘soorten’ kunstenaars zijn bij het productieproces betrokken: componisten, dirigenten en (vooral) musici. Aan kwaliteitszorg geven we op verschillende manieren vorm. Zo komt een orkestlid pas na zeer strenge selectie in het orkest terecht. Aan onze audities
nemen kandidaten uit de hele wereld deel. Een andere zeer belangrijke pijler onder ons kwaliteitszorgsysteem is onze nieuwe chef-dirigent Michel Tabachnik, die per september 2005 is aangetreden. Met hem verwachten we weer een nieuwe dimensie aan de kwaliteit van de concerten te kunnen toevoegen. Kwaliteit is geen gegeven, maar een continu proces.”
Foto: Dennis F. Beek, Hoogezand
Jan Geert Vierkant
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
Wat is er bijzonder aan de bedrijfsvoering van een orkest?
33
“Veel dingen hebben we met andere bedrijven gemeen. Ook wij streven naar kostenefficiency en ook wij kennen financiële rapportages, CAO-onderhandelingen, arbobeleid, functioneringsgesprekken, accountantscontroles, marketingstrategie enzovoorts. Waarin we ons van veel bedrijven onderscheiden, is dat we een seizoenbedrijf zijn. In de zomer spelen we niet. Grofweg kun je met een orkest tussen eind augustus en half juli 44 productieweken invullen. Daarbij zijn we afhankelijk van de beschikbaarheid van de tien noordelijke concertzalen en van de agenda’s van dirigenten en solisten. Dat betekent dat de werkzaamheden gemiddeld twee jaar van tevoren worden gepland. Elke week maken we een nieuw product: doorgaans vijf repetities en drie concerten per week. Opmerkelijk is verder dat de musici elke week onder een andere dirigent spelen, elk met hun eigen persoonlijkheid en werkwijze. Dat kan heel stimulerend werken, maar doet tevens een groot beroep op de flexibiliteit van de orkestleden. Een ander bijzondere element in de bedrijfsvoering wordt gevormd door de aan de CAO gekoppelde werktijdenregeling en de ingewikkelde planning van de werkzaamheden van de musici. Elke compositie vraagt immers een andere bezetting van het orkest. Van elk werk moet de muziek zes weken tevoren beschikbaar zijn voor
Foto: Reyer Boxem, Ezinge
ederlands Orkest: kunstbedrijf
de musici om voor te bereiden, voorzien van de juiste speelaanwijzingen. Voeg daar nog eens aan toe dat de podiumopstelling van instrumenten telkens wisselt en dat alle instrumenten met onze eigen paarse NNO-truck met oplegger naar de concertlocaties vervoerd moeten worden. Kortom, een complex logistiek verhaal.”
Wat typeert de bedrijfscultuur van een orkest? “Een symfonieorkest bestaat uit hoogopgeleide professionals. In die zin goed te vergelijken met een ziekenhuis, universiteit of advocatenkantoor. Het gaat in hoofdzaak om raspaarden die vanuit hun individualisme toch als collectief moeten opereren. En dat met elke week een andere ‘baas’ op de bok. Dat vraagt het nodige van het management: veel overleg, veel persoonlijke aandacht en af en toe een olifantenhuid. Uiteindelijk is het net topsport: tijdens de wedstrijd moet iedereen er staan.”
Tot slot: wat heeft het NNO met het bedrijfsleven? “Vele bedrijven hebben ervaren dat een symfonieorkest uitstekende mogelijkheden biedt voor relatiemarketing. Een uitnodiging voor een concert, met naderhand een drankje en een hapje, wordt door zakenrelaties zeer gewaardeerd. Bij het NNO kan dat via de concertsponsor-formule met 50 uitstekende plaatsen tijdens één concert, maar ook via de nieuwe bedrijfspartnerships, waarbij een bedrijf vier stoelen voor vijf verschillende populaire concerten verwerft. Ook kunnen we worden ingeschakeld bij bedrijfsjubilea of voor het maken van een speciale cd. Er zijn vele goede redenen te bedenken waarom een bedrijf zijn naam aan onze unieke kwaliteiten verbindt.” Peter Buurman
[email protected]
Werkatelier Zuidelijke Ringweg Groningen gestart VNO-NCW Noord brengt expertise bij elkaar Voor de zomervakantie bepleitte VNO-NCW Noord dat de overheid samen met het bedrijfsleven tot intelligente oplossingen moest komen voor het dreigende infarct op de Zuidelijke Ringweg van Groningen / Julianaplein. Het langzaam dichtslibben van deze hoofdverkeersader is voor het noordelijke bedrijfsleven een doorn in het oog. Nadat bekend werd dat gelden van het Rijk voor een zuidtangent voorlopig niet beschikbaar komen, werd door VNO-NCW Noord het initiatief opgepakt om vanuit een bredere context naar alternatieve oplossingen te kijken. De ontwikkeling van Meerstad, de Eemshaven, de Euroborg en de hoge ambities van de woningbouwproductie in de regio Groningen – Assen ( ruim 20.000
woningen er bij voor 2010) maakt het probleem snel nijpender. De deelnemers aan het werkatelier kijken naar alle mogelijke oplossingen vanuit een gedegen probleemanalyse. Alle relevante disciplines zijn betrokken bij het werken aan een goede uitkomst. Gekeken zal worden naar feitelijke noodzaak, planologische reserve, politiek krachtenveld en draagvlak en nieuwe mogelijkheden van financiering. Het is essentieel dat binnen afzienbare termijn Rijk, provincie, gemeente Groningen en andere betrokken gemeenten gezamenlijk en oplossingsgericht gaan werken aan deze levenslijn van de noordelijke economie. Het werkatelier verwacht begin 2006 met een eerste publiek statement te komen.
VNO-NCW Noord ondersteunt Noordelijk Arbeidsmarktplatform Actieve invulling arbeidsmarktbeleid is bij uitstek noordelijke aangelegenheid Sinds het verdwijnen van arbeidsvoorziening zijn diverse initiatieven lokaal en op provinciale schaal waarneembaar als het over arbeidsmarktbeleid gaat. Hoewel er hier en daar successen zijn geboekt, wordt breed onderkend dat de bestaande situatie van zogeheten regionale arbeidsmarktplatfora verre van ideaal is. Met participatie van slechts een deel van de relevante stakeholders opereert het te geïsoleerd. Een krachtige vuist kan niet gemaakt worden. Noch naar nationale politieke centra, noch naar de regionale fora. Een vluchtige verwijzing naar het woon-werk verkeer maakt duidelijk dat arbeidsmarktbeleid vooral noordelijk invulling behoort te krijgen. Gemist wordt een lichaam dat voorzien van de nodige kritische massa en slagkracht noordelijk acteert. Juist op het grillige terrein van de arbeidsmarkt dienen alle relevante spelers elkaar noordelijk aan te spreken op het vaststellen en uitzetten van de koers. Effectief arbeidsmarktbeleid wordt regionaal ingevuld met regionale partijen. Belangrijke spelers hierbij zijn naast sociale partners, gemeenten, provincies, kennisinstellingen, CWI, UWV en uiteraard talrijke private partijen zoals uitzendorganisaties, reïntegratiebedrijven etc. Verheugend is de ontwikkeling bij gemeenten dat de voorheen zo hoge scheidsmuren tussen de afdelingen Sociale Zaken en Economische Zaken (deels) zijn geslecht. Met gebruikmaking van de Wet voor werk en bijstand is er een nieuwe wind gaan waaien. Dit geldt in elk geval voor de grootste noordelijke gemeente Groningen. Ook bij de kennisinstellingen is sprake van een nieuwe tijdgeest waarin binnen de onderwijsagenda beslist beter zal worden ingespeeld op de regionale arbeidsagenda.
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
34
Vanuit een bredere samenhang en afstemming zal met genoemde noordelijke hoofdrolspelers een scherpe agenda met gezamenlijke doelen dienen te worden vastgesteld. De uitvoering van arbeidsmarktbeleid zal meer dan eens subregionaal-sectoraal plaatshebben. VNO-NCW Noord biedt haar netwerk van branches en leden aan hierin noordelijk én nationaal vaart te maken.
Onderzoek lastenontwikkeling Friesland onthutsend VNO-NCW Noord: schaf bouwleges af Nederland kent bijna 900 vergunningssystemen, die tezamen vier miljard euro kosten. Deze ballast komt grotendeels op het bedrijfsleven neer. Gemeenten zijn de grootste vergunningverleners en kunnen daarom de grootste bijdrage leveren aan het vergemakkelijken van het ondernemerschap. Neem het voorbeeld van de bouwleges. Een ondernemer die zijn bedrijf wil uitbreiden, moet een lange bouwvergunningsprocedure doorlopen en krijgt daarvoor ook nog eens de rekening die kan oplopen tot duizenden euro’s. Geen commercieel bedrijf kan zijn inkomsten aanpassen aan zijn kosten, maar een gemeente kan dat wel. De prijs van de bouwvergunning staat tevoren vast. Er is geen natuurlijke prikkel die te verlagen. De gemeente is een monopolist. Het Nederlandse bedrijfsleven betaalt vierhonderd miljoen euro aan leges, waarvan 340 miljoen aan bouwleges. De gemeente moet een bedrijf dat wil investeren juist helpen in plaats van te beboeten. Daarenboven is er geen afdoende verklaring te geven voor de zeer grote afwijkingen die per gemeente aan bedrijven in rekening wordt gebracht. VNO-NCW Noord roept gemeenten derhalve op deze boete op investeren te beëindigen. Als tussenstap kan begonnen worden bouwleges hooguit kostendekkend te laten zijn.
Op bijgevoegd overzicht staat de hoogte van de bouwleges vermeld in de afzonderlijke gemeenten van Friesland. Bron monitoring lokale lasten Friesland – KvK Friesland
Nederland mist verbinding met Noordoost Europa Zuiderzeelijn-debat moet gaan over noodzaak ontsluiting randstad De Tweede Kamer heeft ingestemd met het plan van de Ministers Peijs (Verkeer en Waterstaat), Dekker (VROM) en staatssecretaris Van Gennip (EZ) om voor de Zuiderzeelijn een structuurvisie op te stellen. Daarmee is de weg vrij om opnieuw nut en noodzaak van een snelle verbinding tussen de Randstad en Noord-Nederland te onderzoeken. Bij dit onderzoek worden regionale overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners nauw betrokken. De nieuwe ‘nut- en noodzaakdiscussie’ over de Zuiderzeelijn wordt uitgebreid naar zes varianten. Minster Peijs (verkeer) heeft een onafhankelijk team van deskundigen opdracht gegeven om de discussie kritisch te volgen. VNO-NCW Noord en VNO-NCW zijn van mening dat de snelste variant – de zweeftrein – de meeste positieve effecten heeft en daarom de voorkeur verdient. Het zal de ruimtelijke kaart van Nederland wijzigen, waarbij de ontbrekende schakel met Noordwest Europa vanuit Nederland voor het eerst wordt ingevuld. Ook
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
35
de noordvleugel van de Randstad wordt hiermee ontsloten. Besturen is meer dan rekenen. Besturen is beslissen op basis van een samenhangende visie en de risico’s nemen die daarbij horen. Een snelle verbinding met Noordwest Europa is noodzakelijk, waar nieuwe economieën een startmotor kunnen zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven. Een forse dosis publiek ondernemerschap is meer dan nodig.
De zes varianten • • • • • •
zweeflijn hogesnelheidslijn intercity plus Hanzelijn plus via Zwolle Hanzelijn plus-plus Superbus van Wubbo
GCON adv NoordNiieyw 0305.indd 1
14-03-2005 12:55:21
Harlingen Steengoed “Steengoed! 400 jaar Fries Aardewerk”. Met die slogan trok Friesland terecht aandacht voor haar rijke culturele erfgoed. Honderden tegels, schotels en gebruiks- en sieraardewerk laten zien hoe kleurrijk en divers het Friese aardewerk was én nog is. Friese aardewerkbedrijven ontdekten al heel vroeg hoe zeer kunst en economie met elkaar verbonden zijn.
L
eden van VNO-NCW Friesland brachten een bezoek aan de Harlinger Aardewerk en Tegelfabriek. De rijkdom, het vakmanschap, de techniek en de ontwikkeling van het Fries aardewerk werden uitgebreid belicht. De Harlinger Aardewerk- en Tegelfabriek is opgericht op 1 januari 1972 en heeft het oude ambacht van handgevormd en beschilderd aardewerk weer in ere hersteld. In het Gemeentemuseum Het Hannemahuis stond de tegelproductie en het begin van het sieraardewerk en de schotels in de fabrieken in de 17de eeuw in Harlingen centraal. Ook was er aandacht voor Harlinger producten van rond 1900, zoals de Jugendstil-tableaus. VNO-NCW Noord benadrukt de link tussen cultuur en economie. De creatieve industrie krijgt de komende jaren een flinke impuls. Met gerichte financieringen, minder belemmeringen en goede randvoorwaarden wil het kabinet deze sector een toonaangevende rol in de economie laten spelen. Dit staat in ‘Ons creatieve vermogen’, een beleidsbrief van het Ministerie van Economische Zaken. Onder de creatieve bedrijfstakken vallen drie sectoren: • kunsten (podiumkunsten, cultureel erfgoed en culturele evenementen),
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
37
• media & entertainment ( film, audiovisuele branche, uitgeverij) • creatieve dienstverlening (vormgeving, architectuur, games, reclame). De werkgelegenheid bedroeg in 2004 ruim 240.000 banen, ruim drie procent van de totale werkgelegenheid. Cultuur (en creativiteit) is van belang voor de economie en andersom. Cultuur zorgt voor omzet en toegevoegde waarde. Verder biedt cultuur voor het bedrijfsleven een bron van ideeën voor de ontwikkeling en benutting van nieuwe technologieën en producten. De waarde neemt alleen maar toe wanneer er meer creatieve producten komen. Een en ander sluit aan bij het onderzoek van VNO-NCW Noord uitgevoerd door Etin adviseurs: ‘Creatieve pijler onder de Noord-Nederlandse economie?!’, dat in januari 2005 aan staatssecretaris OC & W Medy van der Laan is overhandigd. Hans Haerkens
[email protected]
Ondernemers en de levensloopregeling P r a k t i s c h e h a n d l e i ding voor werkgevers Op 1 januari 2006 treedt de levensloopregeling in werking. Met de levensloopregeling kunnen werknemers sparen om gedurende hun loopbaan periodes van onbetaald verlof te financieren, bijvoorbeeld voor de zorg voor een kind, studie, ‘time out’of eerdere pensionering. De levensloopregeling maakt onderdeel uit van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/Prepensioen en introductie levensloopregeling, Met de introductie van de levensloopregeling vervallen de (fiscale) verlofspaarregeling en de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof. Deelname aan de leversloopregeling is een wettelijk recht van de werknemer. Maar medewerking van de werkgever is vereist. Dat houdt in dat de werkgever mee moet werken aan de uitvoering van de levensloopregeling: dit loopt via de loonadministratie.
De zekerheid van beter schoon
VNO-NCW NoordNieuws november 2005
38
Niet alleen moet de werkgever de storting op de levenslooprekening of –verzekering van de werknemer verzorgen, ook wanneer het levenslooptegoed wordt opgenomen moet de werkgever zorg dragen voor de juiste inhouding en afdracht. Ook zal de werkgever waarschijnlijk meer te maken krijgen met verzoeken om verlof, ook al omdat het aantal wettelijke rechten op verlof de laatste jaren sterk is toegenomen (zie hiervoor de brochure ‘Recht op verlof voor privétaken’, die onlangs is geactualiseerd). In de brochure ‘Ondernemers en de levensloopregeling’ wordt ingegaan op de gevolgen van de levensloopregeling voor ondernemingen en worden praktische handreikingen gedaan.
Colofon
Agenda
NoordNieuws, het magazine van VNO-NCW Noord, verschijnt zes maal per jaar en wordt verspreid onder leden in Drenthe, Friesland en Groningen Oplage: 1900 exemplaren Redactie: P.J.M. Buurman,
[email protected] Postbus 188, 9750 AD Haren tel.: (050) 534 38 44, fax: (050) 534 61 45
Website: www.vno-ncwnoord.nl Advertentieverkoop Koninklijke Van Gorcum bv, Assen Lilian de Winter 0592-376933 Basisvormgeving Lieuwens Communicatie & Vormgeving, Lemmer Prepress en druk Koninklijke Van Gorcum bv, Assen Distributie Albracht, Groningen VNO-NCW Noord vertegenwoordigt in Groningen, Friesland en Drenthe 12.000 bedrijven waarbij ruim 1300 persoonlijke leden de harde kern van de vereniging vormen. Genoemde bedrijven representeren tachtig procent van de werkgelegenheid in de marktsector. Zestig procent van het ledenbestand zijn mkb-bedrijven.
FULL CONTACT
meer informatie: www.vno-ncwnoord.nl
maandag 31 oktober 2005 Vertrouwen in verandering Jaarcongres VNO-NCW Noord in samenwerking met de Noordelijke Regieraad Bouw Plaats: TT-circuit, Assen Ontvangst: 14.00 uur Einde: 18.30 uur Sprekers: J.G.M. Alders, voorzitter Noordelijke Regieraad Bouw/Commissaris van de Koningin Groningen dr. J.C.M. Hovers, voorzitter Nationale Regieraad Bouw/oud-voorzitter Raad van Bestuur Stork en Océ mr. B.E.M. Wientjes, voorzitter VNO-NCW Forum: ing. J.R. Borg, directeur-eigenaar Borginfra D.K. Koster, directeur-eigenaar bouwbedrijf Koster Ryptsjerk ir. R.S.van der Mark, directeur-eigenaar Emmtec Services T. Pouw, directeur-eigenaar Theo Pouw Recyling Een speciaal vervaardigde film wordt getoond tijdens de bijeenkomst. woensdag 9 november 2005 Voorlichtingsbijeenkomst over de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) Plaats: Golden Tulip Tjaarda, Oranjewoud Ontvangst: 15.30 uur Einde: 18.00 uur Ondernemende Staten Drenthe donderdag 10 november 2005 Plaats: Provinciehuis, Assen Ontvangst: 19.00 uur Einde: 22.30 uur Voorzitter: Commissaris van de Koningin, A.L. ter Beek. Ondernemende Staten Friesland maandag 14 november 2005 Plaats: Provinciehuis, Leeuwarden Ontvangst: 19.00 uur Einde: 22.30 uur Voorzitter: Loco- Commissaris van de Koningin, dhr J. Ploeg Ondernemende Staten Groningen maandag 21 november 2005 Plaats: Provinciehuis, Groningen Ontvangst: 19.00 uur Einde: 22.30 uur Voorzitter: Commissaris van de Koningin, J.G.M. Alders woensdag 16 november 2005 Bedrijfsbezoek Hooghoudt B.V. Van idee tot drank Plaats: Groningen Ontvangst: 16.30 uur Einde: 19.30 uur Spreker: B.L. Hooghoudt, algemeen directeur “Het continue proces van ontwikkeling” dinsdag 22 november 2005 Schiet RAAK met innovatie in samenwerking met noordelijke hogescholen en Syntens Het Ministerie van OCW heeft in het kader van het RAAK-project � 6 miljoen subsidie verleend om de kennisuitwisseling tussen hogescholen en het midden- en kleinbedrijf in regionale innovatieprogramma’s te verbeteren. Ook de noordelijke hogescholen doen hier aan mee. U kunt op interactieve wijze kennismaken met hun projecten. WARM AANBEVOLEN! Plaats: Christelijke Hogeschool Noord-Nederland, Leeuwarden Ontvangst: 14.30 uur Einde: 18.00 uur
Omdat full-service wel het minste is wat je van een reclamebureau mag verwachten.
www.dag8.nl
VNO-NCW VNO-NCW NoordNieuws november juni 2004 2005 VNO-NCW NoordNieuws NoordNieuws september 2005
39
dinsdag 29 november 2005 ‘Dress for Success’ (exclusief voor vrouwelijke leden van VNO-NCW Noord!) Uiterlijke verzorging als spiegel en als boodschap. Plaats: Museumrestaurant Kasteel Nienoord, Leek Ontvangst: 14.30 uur Einde: 17.45 uur Dagvoorzitter: mw A. Groenewoud, regiomanager VNO-NCW Friesland Spreker: mw N. Mulder, directeur/eigenaar Nelleke Mulder Image & Styling. donderdag 1 december 2005 Algemene ledenvergadering Plaats: Golden Tulip Hotel Drenthe, Zeegse Ontvangst: 15.00 uur Einde: 18.00 uur Deel 1: Verantwoording bestuur VNO-NCW Noord aan de leden (besloten). Deel 2: 16.00 uur (openbaar). Spreker: mr. N.J.J. van Kesteren, algemeen directeur VNO-NCW.