I N FO R MATI CA VO O R N IE T- IN FO R MATIC I
OVER HET BOEK Dit boek is voor iedereen die, toevallig of niet, met de informatici geconfronteerd wordt, zonder daarom ervan zijn beroep te willen maken. • Het is voor niet-informaticastudenten een leidraad, houvast tijdens de cursus informatica en een goede inleiding op de laboratoriumoefeningen waarin de computer gebruikt wordt als een hulpmiddel bij het oplossen van vaktechnische OVER DE AUTEUR
problemen. • Het is voor de bediende een basisboek om beter te leren verstaan wat wel en wat niet kan met een computer en hoe
Willy Borgers (geb. Antwerpen
daarbij de informatieverwerking verloopt. Het geeft daaren-
1948) is ingenieur in de
boven een idee van de apparaten die in een hedendaags
scheikunde en landbouwindustrie
bureel als hulpmiddel op een computer kunnen aangesloten
van de K.U.Leuven.
worden.
Docent aan het Hoger Instituut der
• Het is voor de zelfstandige een handboek dat behulpzaam
Kempen, agrarisch hoger
zal zijn bij de aankoop en de installatie van z'n computer, bij
onderwijs.
het aanleren van beroepsgeoriënteerde programmatuur en
Auteur van diverse werken over
bij het begrijpen van de bijgeleverde documentatie.
biologie en informatica.
• Het is voor de hobbyist bestemd die door zelfstudie de computer en z'n randapparatuur goed wil leren gebruiken en zich het taaljargon wil eigen maken, opdat hij gelijke tred zou kunnen houden in een gesprek met computerfreaks.
ISBN 90.356.1160.8
campinia
media
vzw
9 789035 611603
campinia
media
vzw
Borgers, Willy – Informatica voor niet-informatici / Willy Borgers; Geel: Campinia Media vzw, 2002; 133 p; index; 24 cm; gelijmd. ISBN: 90.356.1160.8; NUGI 854; UDC 681.3.06; Wettelijk depot België: D/2002/3941/11 Campinia Media vzw Kleinhoefstraat 4 B – 2440 – GEEL (Belgium) Tel.: (+32) 014/59 09 59 Fax: (+32) 014/59 03 44 e-Mail:
URL: <www.campiniamedia.be> Copyright 1998:
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission of the publisher. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, print, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
i INFORMATICA VOOR NIET-INFORMATICI Dit boek is bestemd voor iedereen die, toevallig of niet, met de informatica geconfronteerd wordt, zonder er daarom zijn beroep te willen van maken. Het is voor niet-informaticastudenten een leidraad, een houvast tijdens de cursus informatica en een goede inleiding op de laboratoriumoefeningen waarin de computer gebruikt wordt als een hulpmiddel bij het oplossen van vaktechnische problemen. Het is voor de bediende een basisboek om beter te leren verstaan wat wel en wat niet kan met een computer en hoe daarbij de informatieverwerking verloopt. Het geeft daarenboven een idee van de apparaten die in een hedendaags kantoor als hulpmiddel op een computer kunnen aangesloten worden. Het is voor de zelfstandige een handboek dat behulpzaam zal zijn bij de aankoop en de installatie van zijn computer, bij het aanleren van beroepsgeoriënteerde programmatuur en bij het begrijpen van de bijgeleverde documentatie. Het is voor de hobbyist bestemd, die door zelfstudie de computer en zijn randapparatuur goed wil leren gebruiken en zich het taaljargon wil eigen maken opdat hij gelijke tred zou kunnen houden in een gesprek met computerfreaks.
Willy Borgers.
4de herziene druk.
zomer 2002.
ii
Willy Borgers
Informatica voor Niet-Informatici ...
iii
INHOUD 1 COMPUTERS EN ONZE MAATSCHAPPIJ .................................................................................................. 1-7 1.1 SOCIALE EN MAATSCHAPPELIJKE ASPECTEN VAN DE COMPUTER. ................................................................... 1-7 1.1.1 Computer en privacy.............................................................................................................................. 1-7 1.1.2 Computer en tewerkstelling. .................................................................................................................. 1-9 1.1.3 Computer en onderwijs. ....................................................................................................................... 1-10 1.1.4 Computer en de gezondheidszorg. ....................................................................................................... 1-11 1.1.5 Computer en de misdaad. .................................................................................................................... 1-11 1.2 DE NIEUWSSTROOM IN DE INFORMATIEMAATSCHAPPIJ. ............................................................................... 1-12 1.2.1 Nieuws.................................................................................................................................................. 1-13 1.2.2 Bibliotheken. ........................................................................................................................................ 1-13 2 OVER GEGEVENS EN INFORMATIE......................................................................................................... 2-15 2.1 OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWERP. ......................................................................................................... 2-15 2.2 DEFINITIES.................................................................................................................................................... 2-16 2.3 EIGENSCHAPPEN EN EISEN. ........................................................................................................................... 2-16 3 MODERNE INFORMATIESYSTEMEN ....................................................................................................... 3-19 3.1 INFORMATIESYSTEMEN. ................................................................................................................................ 3-19 3.2 MODERNE INFORMATIEVERWERKING. .......................................................................................................... 3-21 3.2.1 fase 1: de invoer of verzamelen............................................................................................................ 3-21 3.2.2 fase 2: de verwerking of ordenen, omzetten......................................................................................... 3-21 3.2.3 fase 3: de uitvoer of tonen.................................................................................................................... 3-21 3.3 DE ELEKTRONISCHE GEGEVENSBANK. ......................................................................................................... 3-22 3.4 HET ELEKTRONISCH REKENBLAD. ................................................................................................................ 3-23 3.5 DE TEKSTVERWERKER.................................................................................................................................. 3-24 3.6 ANDERE. ....................................................................................................................................................... 3-25 4 OVER BIT(JES) EN BYTE(JES) .................................................................................................................... 4-27 4.1 INLEIDING. .................................................................................................................................................... 4-27 4.2 DE BIT. ........................................................................................................................................................ 4-27 4.3 DE BYTE. ...................................................................................................................................................... 4-27 4.4 TALSTELSELS................................................................................................................................................ 4-29 4.5 CONVERSIES. ................................................................................................................................................ 4-32 4.5.1 Van decimaal naar binair. ................................................................................................................... 4-32 4.5.2 Van binair naar decimaal. ................................................................................................................... 4-32 4.5.3 Van hexadecimaal naar decimaal en omgekeerd. ............................................................................... 4-33 5 VAN RAM EN ROM TOT CVE...................................................................................................................... 5-37 5.1 INLEIDING. .................................................................................................................................................... 5-37 5.2 HET INTERN GEHEUGEN. .............................................................................................................................. 5-37 5.3 GROOTTE VAN HET INTERN GEHEUGEN. ....................................................................................................... 5-40 5.4 HET RAM- OF WERKGEHEUGEN................................................................................................................... 5-41 5.4.1 DRAM. ................................................................................................................................................. 5-42 5.4.2 SRAM ................................................................................................................................................... 5-42 5.4.3 Type modules ....................................................................................................................................... 5-42 5.5 HET ROM- OF LEESGEHEUGEN..................................................................................................................... 5-44 5.6 DE ORGANISATIE VAN HET GEHEUGEN. ........................................................................................................ 5-45 5.6.1 Conventional Memory.......................................................................................................................... 5-46 5.6.2 Upper memory. .................................................................................................................................... 5-46 5.6.3 Extended Memory. ............................................................................................................................... 5-46 INHOUD
iv 5.6.4 Expanded Memory. .............................................................................................................................. 5-47 5.7 DE CENTRALE VERWERKINGSEENHEID......................................................................................................... 5-47 5.7.1 Het besturingsorgaan........................................................................................................................... 5-48 5.7.2 Het reken- en logisch orgaan............................................................................................................... 5-49 5.7.3 De klok. ................................................................................................................................................ 5-49 5.7.4 Het cachegeheugen. ............................................................................................................................. 5-49 5.8 DATAPADEN. ................................................................................................................................................ 5-50 5.8.1 ISA en EISA bus. .................................................................................................................................. 5-51 5.8.2 PCI bus. ............................................................................................................................................... 5-51 5.8.3 USB-bus. .............................................................................................................................................. 5-52 5.9 INTERFACES. ................................................................................................................................................. 5-52 5.9.1 IDE-interface ....................................................................................................................................... 5-52 5.9.2 SCSI-interface ...................................................................................................................................... 5-53 5.10 POORTEN. ................................................................................................................................................... 5-53 5.10.1 Seriële poort....................................................................................................................................... 5-53 5.10.2 Parallelle poort.................................................................................................................................. 5-53 5.10.3 PS/2 poort. ......................................................................................................................................... 5-54 5.10.4 USB-poort. ......................................................................................................................................... 5-54 5.11 KORTE HYSTORIEK. .................................................................................................................................... 5-54 6 IN EN UIT OF IN AND OUT........................................................................................................................... 6-57 6.1 INLEIDING. .................................................................................................................................................... 6-57 6.2 INVOEREENHEDEN, -ORGANEN...................................................................................................................... 6-57 6.2.1 Toetsenbord. ........................................................................................................................................ 6-57 6.2.2 Muis. .................................................................................................................................................... 6-61 6.2.3 Alternatieven voor de muis. ................................................................................................................. 6-61 6.2.4 Laserlezer............................................................................................................................................. 6-62 6.2.5 Scanner ................................................................................................................................................ 6-63 6.2.6 CD-ROM lezer. .................................................................................................................................... 6-64 6.2.7 DVD. .................................................................................................................................................... 6-66 6.2.8 Andere. ................................................................................................................................................. 6-66 6.3 UITVOEREENHEDEN ...................................................................................................................................... 6-68 6.3.1 Beeldscherm......................................................................................................................................... 6-68 6.3.2 Printer. ................................................................................................................................................. 6-69 6.3.3 Plotter. ................................................................................................................................................. 6-73 6.4 IN- EN UITVOERCOMBINATIES....................................................................................................................... 6-74 6.4.1 Magneetbandeenheden. ....................................................................................................................... 6-74 6.4.2 Tapestreamers...................................................................................................................................... 6-76 6.4.3 Magneetschijfeenheden........................................................................................................................ 6-76 6.5 DATATRANSFERTEENHEDEN. ........................................................................................................................ 6-79 7 'T IS ME EEN TAALTJE! ............................................................................................................................... 7-81 7.1 INLEIDING. .................................................................................................................................................... 7-81 7.2 KOFFIE MET MELK EN SUIKER. ..................................................................................................................... 7-81 7.3 HET ALGORITME........................................................................................................................................... 7-82 7.4 STRUCTUREN BINNEN HET ALGORITME......................................................................................................... 7-83 7.5 DE PROGRAMMEERTAAL. ............................................................................................................................. 7-84 7.6 HISTORIEK. ................................................................................................................................................... 7-85 7.7 ENKELE HOGERE TALEN............................................................................................................................... 7-86 7.7.1 FORTRAN. ........................................................................................................................................... 7-86 7.7.2 COBOL. ............................................................................................................................................... 7-86 7.7.3 PASCAL. .............................................................................................................................................. 7-86 7.7.4 BASIC................................................................................................................................................... 7-87 7.7.5 Andere. ................................................................................................................................................. 7-87 Willy Borgers
Informatica voor Niet-Informatici ...
v 7.8 HET PROGRAMMA......................................................................................................................................... 7-88 7.9 VERTALERS EN VERTOLKERS........................................................................................................................ 7-88 7.10 DE EVOLUTIE IN HET PROGRAMMEREN....................................................................................................... 7-89 7.11 PROGRAMMAPAKKETTEN............................................................................................................................ 7-89 7.12 BRANCHE-PROGRAMMA'S. .......................................................................................................................... 7-90 8 OVER BEWAREN EN OPZOEKEN.............................................................................................................. 8-93 8.1 BESTANDSORGANISATIE. .............................................................................................................................. 8-93 8.2 SEQUENTIËLE BESTANDSORGANISATIE......................................................................................................... 8-94 8.2.1 Sequentiële opslag op magneetband. ................................................................................................... 8-94 8.2.2 Sequentiële opslag op magneetschijf ................................................................................................... 8-94 8.3 RANDOM BESTANDSORGANISATIE................................................................................................................ 8-95 8.3.1 Random organisatie op magneetband. ................................................................................................ 8-96 8.3.2 Random organisatie op magneetschijf................................................................................................. 8-96 8.4 INDEX-SEQUENTIËLE BESTANDSORGANISATIE ............................................................................................. 8-96 8.4.1 Index-sequentiële opslag op magneetband. ......................................................................................... 8-97 8.4.2 Index-Sequentiële opslag op magneetschijf. ........................................................................................ 8-97 9 NIEUWE TECHNOLOGIE ............................................................................................................................. 9-99 9.1 DE TELEMATICA. .......................................................................................................................................... 9-99 9.1.1 Internet en e-mail............................................................................................................................... 9-100 9.2 ROBOTICA................................................................................................................................................... 9-100 9.3 INFOGRAFIE EN CAD/CAM ........................................................................................................................ 9-101 9.3.1 Waarom Infografie of CAD/CAM? .................................................................................................... 9-101 10 HET NETWERK DER NETWERKEN. ................................................................................................... 10-105 10.1 VOORSTELLING VAN HET INTERNET........................................................................................................ 10-105 10.2 INTERNET: EEN CULTUURFENOMEEN....................................................................................................... 10-105 10.3 EEN KORTE HISTORIEK ............................................................................................................................ 10-106 10.4 EÉN TAAL: HET TCP/IP-PROTOCOL......................................................................................................... 10-108 10.5 OVER HOSTS EN DOMAINS ....................................................................................................................... 10-108 10.6 HET BEHEER VAN INTERNET?.................................................................................................................. 10-109 10.7 OP HET NET GERAKEN TEGEN EEN REDELIJKE PRIJS................................................................................. 10-110 10.7.1 De provider. ................................................................................................................................... 10-110 10.7.2 De software. ................................................................................................................................... 10-110 10.8 HET WORLD WIDE WEB ......................................................................................................................... 10-113 10.8.1 URL’s, Uniform Resource Locators............................................................................................... 10-114 10.8.2 HTTP, Hypertext Transfer Protocol. ............................................................................................. 10-114 10.8.3 HTML, Hypertext Markup Language............................................................................................. 10-115 10.8.4 Zoeken ............................................................................................................................................ 10-115 10.8.5 Bookmarks ..................................................................................................................................... 10-116 10.9 COMMUNICATIE ...................................................................................................................................... 10-116 10.9.1 Elektronische Post ......................................................................................................................... 10-116 10.9.2 Voordelen van e-mail..................................................................................................................... 10-118 11 FIGUREN..................................................................................................................................................... 11-121 12 TREFWOORDEN....................................................................................................................................... 12-123 13 NUTTIGE INTERNETADRESSEN.......................................................................................................... 13-129 14 BIBLIOGRAFIE ......................................................................................................................................... 14-131
INHOUD