SEP 2015
Nieuwsmagazine
No Guts No Glory Het belang van microbiota voor de gezondheid
Ever had a Gut Feeling? Hoe darmbacteriën je gemoedstoestand beïnvloeden s s s s
Gebruikerservaring: nu ga ik weer zonder angst naar buiten Veranderende microbiota tijdens zwangerschap Lange termijn effect van antibioticagebruik Alles wat je moet weten over de vaginale microbiota
voor zorgprofessionals, niet voor consumenten
INHOUD 3 4
EDITORIAL Praten over poep met de arts blijkt taboe
6 7
WETENSCHAPPELIJKE BLOG Veranderende microbiota tijdens zwangerschap
Probiotica bij hooikoorts
8
DE RELATIE TUSSEN DE DARM EN HET BREIN
10
ALLES WAT JE MOET WETEN OVER DE VAGINALE MICROBIOTA
14
WINCLOVE PROBIOTICS KENNISINSTITUUT Agenda, workshops, ervaarpakket en contact
GEBRUIKERSERVARING Nu ga ik weer zonder angst naar buiten
LITERATUUR UPDATE Oppassen voor lange termijn effect antibiotica
Dit magazine is nog volop in ontwikkeling. Als u vragen, tips of feedback heeft of graag een specifiek onderwerp aan bod wil zien komen dan horen we dat heel graag. Laat het ons weten op >
[email protected]
pagina 2
EDITORIAL
No Guts No Glory - Sep 2015
Ruim de helft van de Nederlanders bespreekt nauwelijks of nooit zijn ontlasting met de dokter als hij ergens last van heeft. In het laatste jaar zijn we velen van jullie tegengekomen
Bijzonder is het hoge kennisniveau van de respondenten
tijdens een van onze workshops, klinische lessen, rondetafels
op het gebied van de relatie tussen voeding en gemoeds-
of persoonlijke gesprekken. Geprikkeld door jullie enthou-
toestand. Ruim 60% geeft aan zich beter te voelen als hij/zij
siaste meedenken bij de relatief nieuwe wetenschap van
bepaald voedsel eet.
microbiotamanagement, waren we benieuwd naar de kennis van de gemiddelde Nederlander op dit gebied. Daarom hebben we een onderzoek laten uitvoeren onder ruim 1.000 respondenten.
Voor ons was het bijzonder te merken dat wij niet de enigen zijn die geinteresseerd zijn in de kennis van de Nederlandse bevolking op dit gebied breed. Het onderzoek werd namelijk in diverse media aangehaald.
Uit dit onderzoek bleek dat maar liefst 80% van de vrouwen
•
de Volkskrant: 'Noord-Nederlanders poepen het vaakst'
zich bewust is van de relatie tussen haar ontlasting en haar
•
Het Parool: 'Over poep praten is behoorlijk taboe'
gezondheid. Echter, ruim de helft van de Nederlanders
•
Nu.nl: 'Met dokters praten over ontlasting wordt als
bepreekt nauwelijks of nooit zijn of haar ontlasting met de
taboe gezien'
dokter als er sprake is van klachten. Bijna een kwart schaamt
•
Gezondheidsnet: 'Praten over ontlasting taboe bij dokter'
zich zodanig om over ontlasting te praten, dat ze het niet zelf bespreekbaar durven te maken bij de huisarts. Bijna
Ook werd ik benaderd voor een interview door Radio Emmen
60% geeft ook aan dat dokters niet of nauwelijks naar hun
over het belang van kennis over de samenstelling van onze
ontlasting vragen. Ook wordt het voedingspatroon door
ontlastings. Een week later stonden mijn collega Karen
hetzelfde percentage van de huisartsen niet besproken.
Koning en ik in de BNR-studio voor een interview bij BNR
Bijna 70% van de Nederlandse bevolking is zich ervan bewust
Gezond. Door de bijzonder interessante vragen van Harmke
dat een antibioticakuur slecht is voor de darmgezondheid.
Pijpers werd het een prettig diepte-interview. Mocht je het
Ruim 60% weet echter niet dat wetenschappelijk bewezen
interview ook willen beluisteren, dan kan dat op: > www.
is dat probiotica hierbij ondersteunend werkt. Men gaat er
bnr.nl/radio/bnr-gezond/929189-1507/uitzending-1-juli-
vanuit dat ze, indien nodig, door de voorschrijver van de
probiotica-en-het-taboe-op-ontlasting-de-voordelen-van-
antibiotica goed geadviseerd zullen worden over probiotica.
de-zon Het onderzoek heeft het Winclove-team weer eens duidelijk gemaakt dat voorlichting voor de Nederlandse bevolking en patiënten van cruciaal belang is. Hoewel dit voor een fabrikant bijna onmogelijk wordt gemaakt door wetgeving, gaan we hier dit najaar hard mee aan de slag. Zo zullen we productonafhankelijke materialen maken waar jullie (delen) van kunnen gebruiken in jullie voorlichting. Mocht je hier vragen of ideeën over hebben, horen we het graag. Hartelijke groet, Eke Teekens (Director Healthcare)
pagina 3
GEBRUIKERS ERVARING
“Nu ga ik weer zonder angst naar buiten” Een wereld ging open voor Chanine Vogelzang (60) toen zij verlost werd van ernstige en zeer pijnlijke verstoppingen in haar darmen. Zware medicijnen, sondevoeding en laxerende middelen hielpen niet; de oplossing bleek probiotica.
“Mensen dachten dat ik hoogzwanger was, zó’n dikke buik had ik soms. Ik had ernstige verstoppingen waardoor mijn darmen zich uitzetten en ik geregeld naar de spoedeisende hulp moest. Hevige pijnaanvallen waren dat, te vergelijken met weeën. Zelfs morfine hielp niet. Koliekpijn wordt dat genoemd. Soms zwollen mijn darmen op tegen mijn middenrif, waardoor ik bijna geen adem meer kreeg. Om de twee weken lag ik in het ziekenhuis om mijn darmen te laten legen.” Nog drie jaar “Toen ik elf jaar was, had ik mijn eerste darmoperatie. Vanwege een kronkel in mijn darmen verliep mijn stoelgang niet goed. Op mijn dertiende volgde nog een operatie, daarna gebruikte ik laxerende middelen en ging het een hele tijd redelijk goed. Tot in 2008 darmkanker werd geconstateerd. Al vier jaar bleek er een kwaadaardige tumor in mijn darmen te zitten, inmiddels met uitzaaiingen naar de lymfeklieren. Een agressieve vorm van darmkanker die ik geërfd heb van mijn vader die daaraan is overleden. Artsen konden weinig
voor mij doen. Chemo en bestraling hadden geen zin vanwege de plek van de tumor, laag bij de endeldarm. Wel werd een stuk dikke darm operatief verwijderd en kreeg ik een stoma. Maar genezen konden ze mij niet: ik had nog zo’n drie jaar te leven, zeiden ze. ‘Dan ga ik mijn best doen,’ was mijn reactie. Ik wilde reizen, leuke dingen doen in de tijd die ik nog had en mensen die mij stress bezorgden zou ik buiten de deur houden.” Gouden Griffel “Maar er volgde geen tijd van leuke dingen doen. Ik had continu problemen met mijn stoma en moest regelmatig terug naar het ziekenhuis. Koliekpijnen, nierfalen, een nieuwe operatie, een nieuwe stoma. ‘Je krijgt de Gouden Griffel omdat je zo positief in het leven staat,’ zeiden ze in het ziekenhuis, ‘anders was je er waarschijnlijk niet meer geweest.’ Ik denk dat ze gelijk hebben. Ik zag lotgenoten op de bank liggen en nauwelijks meer overeind komen. Maar ik heb vechtlust in me. Ik geef niet op. Toch heb ik in deze periode vrienden verloren, terwijl ik ze
“ Ieder lichaam reageert anders, maar dit moet gedeeld worden! Ik ben niet genezen van kanker, ik ben ziek zonder symptomen. ” pagina 4
GEBRUIKERS ERVARING
No Guts No Glory - Sep 2015
“Ik wilde zó graag weer boodschappen doen, op visite en vakantie gaan en met smaak kunnen eten.”
juist nodig had. Sommige kende ik al twintig jaar. Ik denk omdat ze bang zijn voor de dood en niet durfden vragen hoe het ging. Want de antwoorden waren niet altijd florissant natuurlijk. Zelfs eten ging op een gegeven moment nauwelijks vanwege hevige obstipatie. Toen laxerende middelen en sondevoeding mij er ook niet bovenop hielpen en het ziekenhuis niks meer kon doen, ben ik naar Medisch centrum De Veluwe gegaan. Ik wilde zó graag weer boodschappen doen, op visite en vakantie gaan en met smaak kunnen eten.”
Levenslustig “Eerst kreeg ik dure medicijnen die nieuw op markt waren, maar al snel kwamen de klachten terug. Toen stelde dezelfde arts probiotica voor. De gedachte daarachter was dat ik voorgaande jaren zó vaak antibiotica had geslikt – vanwege allerlei bijverschijnselen zoals blaasontsteking – dat mijn lichaam die weleens nodig zou kunnen hebben. Antibiotica doodt niet alleen slechte bacteriën, ook goede. Dit kwam mij wel heel ‘simpel’ over, ik had immers al allerlei toonaangevende medicijnen
geprobeerd. Maar levenslustig als ik ben, ging ik akkoord. Na kort geëxperimenteerd te hebben met de hoeveelheid en het type probiotica, kwam ik uit bij Ecologic®PRO.AD. En wat een wonder: ik had mooie ontlasting in mijn stoma zoals ik die lang niet gehad had. En mijn energie kwam terug, mijn eetlust, mijn huid kreeg weer kleur… Een wereld ging weer voor mij open. Dit had ik nooit durven dromen.” Vakantie “Ik doe weer de administratie van ons parketvloerbedrijf en mag op vakantie. Weliswaar met een stapel papieren waarin mijn medische conditie wordt beschreven, maar plannen zijn al gemaakt. In oktober gaan mijn man en ik naar Griekenland en dit voorjaar ga ik met een vriendin naar de Canarische Eilanden. Ook bezoek ik weer concerten – blues en rock – en eet ik weer aardappels, vlees en brood. En dat allemaal door zo’n zakje poeder. ‘s Avonds en ‘s ochtends los ik de poeder op in water, dat is het. Ieder lichaam reageert anders, maar dit moet gedeeld worden! Ik ben niet genezen van kanker. Ik ben ziek zonder symptomen. Wanneer die weer de kop opsteken weet ik niet, maar nu heb ik mijn leven terug. Dankzij probiotica heb ik geen ernstige verstoppingen meer en ben ik niet altijd meer moe. Ik heb er keihard voor moeten vechten en heb heus nog wel dipjes, maar ik ga zonder angst naar buiten."
Dit artikel is gepubliceerd met dank aan een van onze partners, en is eerder verschenen in het Medireva Magazine www.medireva.nl
pagina 5
BLOG SENIOR SCIENTIST
Veranderende microbiota tijdens zwangerschap Dr. Karen Koning Op dit moment zit ik ruim in het derde trimester van mijn zwangerschap. In deze blog wil ik het dan ook graag hebben over een onderwerp dat mij, begrijpelijkerwijs, bezighoudt: namelijk de rol van de microbiota en probiotica tijdens de zwangerschap. Tijdens de zwangerschap treden er een heleboel veranderingen op in het lichaam en gedrag van de vrouw ten behoeve van de komst van de baby. Er verandert echter nog iets in het lichaam: de microbiota. Aangetoond is dat de samenstelling van de darmmicrobiota van de moeder geleidelijk verandert tijdens de zwangerschap. Een groep Amerikaans wetenschappers bestudeerde de microbiota van 91
vrouwen gedurende de zwangerschap en zagen dat deze ingrijpend veranderde vanaf het eerste trimester tot het einde van de zwangerschap [1]. De darmmicrobiota werd minder divers en de vrouwen bleken onder andere meer proteobacteriën (bacteriën
vrouwen blijkt anders dan van niet zwangere vrouwen [2]. Ook hier wordt een afname van diversiteit waargenomen, maar er lijkt wel een toename te zijn van specifieke lactobacillen waarvan men denkt dat ze de groei van schadelijke bacteriën
Niet alleen de darmmicrobiota verandert tijdens zwangerschap, ook de vaginale microbiota die betrokken zijn bij ontsteking) en minder faecalibacteriën (bacteriën die ontsteking tegengaan) te hebben. Om te kijken wat de gevolgen zijn van een “derdetrimestermicrobiota” werd deze overgedragen naar gezonde, bacterievrije muizen. De muizen werden hierdoor dikker, omdat ze nu instaat bleken meer calorieën op te slaan uit dezelfde hoeveelheid voedsel. Ook werd hun insulinegevoeligheid lager dan van de muizen die “eerstetrimestermicrobiota” hadden gekregen. Dit zorgt voor een de toename van de bloedglucosespiegels en vetopslag tijdens de zwangerschap, wat zorgt voor een verhoogde energieopslag in het vetweefsel en daarmee ondersteuning geeft aan de foetus. Als er echter geen sprake is van zwangerschap, kunnen deze veranderingen leiden tot de ontwikkeling van diabetes type 2 en andere gezondheidsproblemen. Maar niet alleen de darmmicrobiota verandert tijdens zwangerschap, ook de vaginale microbiota van zwangere
pagina 6
tegengaan. Zo beschermen ze tegen infectie en vroeggeboorte. Hoewel de verandering van de microbiota tijdens de zwangerschap dus een gunstige functie lijkt te hebben, is er ook een groep zwangere vrouwen die een minder gunstige microbiota ontwikkelt, wat gevolgen kan hebben voor zowel moeder als kind (bijvoorbeeld een verhoogd risico op vroeggeboorte). Waardoor de microbiota precies verandert tijdens de zwangerschap en hoe (gunstig/ ongunstig) is niet precies duidelijk, maar men vermoedt dat hormonen, stress en het immuunsysteem (dat ook verandert tijdens de zwangerschap) hierbij een belangrijke rol spelen. 1. Koren O, et al. Host remodeling of the gut microbiome and metabolic changes during pregnancy. Cell 2012;150:470-80. 2. Aagaard, K. et al. A metagenomic approach to characterization of the vaginal microbiome signature in pregnancy. PLoS ONE 2012;7:e36466.
LITERATUUR UPDATE
No Guts No Glory - Sep 2015
Oppassen voor lange termijn effect antibiotica
Meta-analyse over probiotica bij hooikoorts
“A
ntibioticum schopt darmflora muizenpup blijvend door de war”, kopt de Volkskrant. Eerder was aangetoond bij muizen dat antibiotica het risico op obesitas verhoogt. Muizen kregen in de eerste vier weken na de geboorte penicilline toegediend. De verstoring van de darmmicrobiota leek van korte duur, maar op langere termijn werden de behandelde muizen aanzienlijk zwaarder dan hun soortgenoten. Voornamelijk het vetpercentage was hoger. Voorwaarde was wel dat er calorierijk werd gegeten [1]. |Onderzoeksleider Martin Blaser benadrukte dat antibioticagebruik wellicht niet de obesitasepidemie kan verklaren, maar dat het een aanzienlijke rol speelt. Ook werd aangetoond dat de oorzaak van de gewichtstoename een veranderde samenstelling van darmbacteriën was. Steriele muizen die deze darmbacteriën ontvingen door transplantatie werden ook dikker dan hun soortgenoten [1]. De aanvankelijke kritiek op deze studie was dat de dosering niet realistisch was, omdat kinderen niet langdurig een lage dosering antibiotica krijgen zoals in de studie gebruikt werd. Nu is er een nieuwe studie verschenen waarin realistische antibioticatherapie werd gebruikt. Wederom trad er een verandering op in de samenstelling van de microbiota, ontwikkelden de muizen die antibiotica hadden ontvangen zwaardere botten en werden ze in het geheel zwaarder. Daarnaast traden ook langere termijn veranderingen op in de lever. Tientallen genen in de lever werden iets anders gereguleerd, wat duidt op een systemisch effect op de stofwisseling, aldus de onderzoekers. [2]. Muizen verschillen aanzienlijk van mensen, maar het is een belangrijke eerste stap. Hoogleraar microbiologie Willem de Vos benadrukt dat het van belang is dat er snel vervolgonderzoek wordt uitgevoerd onder kinderen.
> 1. Cox et al. Altering the intestinal microbiota during a critical developmental window has lasting metabolic consequences. Cell. 2014: 158(4): 705–721 > 2. Nobel et al. 2015. “Metabolic and Metagenomic Outcomes from Early-Life Pulsed Antibiotic Treatment.” Nature Communications 6(May): 7486.
E
en kwart van de mensen in West-Europa heeft een of meer allergieën. De symptomen van een allergie kunnen variëren van tranende ogen en een loopneus tot ernstige buikklachten of zelfs een dodelijke anafylactische schok. Een allergie is simpel gezegd een overactief het immuunsysteem. Waarom er steeds meer mensen last hebben van allergieën is niet duidelijk. Wel ziet men dat kinderen uit grote gezinnen en kinderen op het platteland minder vaak allergieën ontwikkelen en dat allergieën in welvarende landen veel meer voorkomen, aldus Wageningen Universiteit. Een systematische review gepresenteerd op het ‘International forum of Allergy and Rhinology’ stelt dat probiotica een gunstig effect kunnen hebben op hooikoorts (allergische rhinitis). In de meta-analyse werden 23 RCT’s en cross-over studies, met in totaal 1919 patiënten, geïncludeerd. De effecten van probiotica op allergische rhinitis werden op drie vlakken onderzocht: symptomen, kwaliteit van leven en serum immunoglobuline (IgE). IgE is een belangrijke marker voor allergische aandoeningen. Bij 17 studies was er minstens op een vlak een significant klinisch effect van probiotica ten opzicht van de placebo. Het positieve effect van de probiotica werd vooral gevonden op kwaliteit van leven. Wat betreft IgE was er slechts een reductie-trend. De onderzoekers verwachten dat probiotica de symptomen van allergische rhinitis kunnen verlichten en de kwaliteit van leven kunnen verbeteren. Het huidige bewijs is echter beperkt doordat de studies heel verschillend zijn wat betreft gebruikte opzet en uitkomstmaten. Daarnaast zijn er zeer diverse probiotica gebruikt, waardoor de resultaten moeilijker met elkaar vergeleken kunnen worden.
> www.wageningenur.nl/nl/show/Allergie-van-alle-kanten-bekeken.htm > Zajac, Austin et al. 2015 A systematic review and meta-analysis of probiotics for the treatment of allergic rhinitis, International Forum of Allergy & Rhinology, Volume 5, Issue 6, pages 524–532.
pagina 7
We hebben allemaal wel eens een “gut feeling” of onderbuikgevoel Achter deze lichamelijke reactie lijkt meer waarheid te zitten dan we in eerste instantie zouden vermoeden. Onze hersenen en darmen communiceren namelijk voortdurend en tweezijdig met elkaar.
De hersenen sturen niet alleen signalen naar de darm, omgekeerd stuurt de darm ook signalen “naar boven”, naar de hersenen. We noemen dit de darm-hersen-as. Deze communicatie gebeurt onbewust door een verbinding tussen het centrale zenuwstelsel van de hersenen met het enterale zenuwstelsel van de darm. Recent is aangetoond dat onze darmbacteriën deze communicatie beïnvloeden en daarmee wellicht ook onze stemming en gedrag. De hoge comorbiditeit tussen stressgerelateerde psychiatrische symptomen zoals angst en depressie en verschillende chronische darmaandoeningen wijst op een rol van de intestinale microbiota in de darm-hersen-as. Het sterkste bewijs komt van dierproeven. Een van de eerste studies die een verband aantoonde tussen de darmmicrobiota en gedrag was een studie met germ-free (GF) muizen. Dit zijn muizen zonder microbiota en daardoor ook met een onderontwikkeld immuunsysteem. Wanneer ze vergeleken werden met “gewone” muizen bleek dat ze na een stresstest meer stresshormonen aanmaakten dan de gewone muizen. De GF muizen hadden een zogenoemde verhoogde stressreactiviteit [1]. Dit stimuleerde
onderzoekers zich te verdiepen in de invloed van de darmmicrobiota op gedrag en hersenfunctie. Verschillende studies hebben inmiddels aangetoond dat het gedrag van knaagdieren beïnvloed wordt wanneer de darmmicrobiota wordt veranderd. GF muizen vertonen bijvoorbeeld minder voorzichtig en angstig gedrag ten opzichte van gewone muizen [1-4]. Ook wanneer de darmmicrobiota van gewone muizen verstoord werd door antibiotica werden de muizen minder voorzichtig en angstig. Na het stoppen
van antibioticatoediening herstelde de darmmicrobiota, net als het gedrag van de muizen. Dit ging gepaard met een toename van brain derived neurotrophic factor (BDNF), een stofje dat van invloed is op depressie en angst. Dat de gedragsverandering veroorzaakt werd door een verandering in de darmmicrobiota werd verder bevestigd door het feit dat het toedienen van antibiotica bij GF muizen geen effect had op hun gedrag [5]. Uiteraard zijn er verschillende factoren die ons gedrag bepalen, maar alles wijst
Strategies used to investigate the role of the microbiota–gut–brain axis in health and disease. Cryan J, et al. Nat Rev 2012
pagina 8
No Guts No Glory - Sep 2015
er op dat de darmmicrobiota hier mede van invloed op is. Hoewel de meeste studie zich primair hebben gericht op de rol van de darmmicrobiota bij angst en depressie, suggereert toenemend bewijs dat de darmmicrobiota ook een rol speelt bij andere aandoeningen van het centrale zenuwstelsel zoals, pijn, autisme, migraine en multiple sclerosis. Veranderingen van de darmmicrobiota door bijvoorbeeld antibioticagebruik, voeding en infecties, kunnen dus van invloed zijn op ons gedrag en leiden tot ziekte. Het herstellen van de darmmicrobiota is niet eenvoudig, maar onderzoek heeft laten zien dat probiotica met succes kunnen worden toegepast om verstoringen van de darmmicrobiota te voorkomen of te herstellen. Hoewel de rol van probiotica als ‘psychobiotica’ nog in de kinderschoenen staat, zijn er al veelbelovende resultaten. Zo is o.a. aangetoond bij muizen dat inname van L. rhamnosus zorgde voor een afname van angst en depressie, wat gepaard ging met een veranderd expressie van GABA-receptoren (nodig voor signaaloverdracht en gelinkt met angst en depressie) in de hersenen [6]. Een andere studie in muizen toonde aan
dat een toename in angst als reactie op een infectie met een niet invasieve parasiet (Trichuris muris) afnam door inname van B. longum [7]. Een verdere bevestiging van het effect van probiotica op het gedrag van muizen komt uit een recente studie aan de Aarhus University in Denemarken, waar werd aangetoond dat 8-weekse inname van een multispecies probioticum resulteerde in een afname van depressief gedrag [8]. Hoewel de meeste dierstudies met probiotica consequent laten zien dat probioticuminname een effect op gedrag kan hebben, zijn er slechts een beperkt aantal studies uitgevoerd bij mensen. Echter, de paar studies die er zijn gedaan, tonen aan dat probioticuminname bij mensen een vergelijkbaar effect heeft. Zo werd in een studie bij gezonde vrijwilligers aangetoond dat toediening van L. helveticus R0052 en B. longum R0175 resulteerde in een gunstig effect op angst en depressiescores [9]. In een andere triple-blind, placebogecontroleerde studie kregen gezonde vrijwilligers gedurende vier weken een multispecies probioticum (Ecologic® Barrier). Voor en na de interventie werd
een gevalideerde vragenlijst (LEIDS: Leiden Index of Depression Sensitivity) ingevuld. Deze vragenlijst meet cognitieve reactiviteit bij droevige stemming. Bij aanvang waren er geen verschillen tussen de twee groepen, maar na vier weken was de sensitiviteit voor depressie in de behandelgroep significant gedaald [10]. Ook in een studie bij patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (wat vaak samen gaat met angst) is aangetoond dat dagelijkse inname van L. casei gedurende twee maanden zorgde voor een daling in angstgevoelens [11]. Ons gedrag zit dus niet alleen tussen onze oren, maar deels ook in onze darmen. Het beïnvloeden van onze darmmicrobiota, door o.a. probiotica, lijkt dan ook een positief effect te hebben op ons gedrag. Mogelijk kunnen probiotica, mede door hun veiligheid en de afwezigheid van bijwerkingen, worden ingezet in de strijd tegen depressie. Een lichtpuntje in de duisternis voor vele patiënten?
Referenties 1.
Sudo N, et al. Postnatal microbial colonization programs the hypothalamic-pituitary-adrenal system for stress response in mice. J Physiol. 2004; 558:263-75.
7.
Bercik P, et al. Chronic gastrointestinal inflammation induces anxietylike behavior and alters central nervous system biochemistry in mice Gastroenterol. 2010;139(6):2102-2.
2.
Heijtz RD, et al. Normal gut microbioat modulates brain development and behavior. Proc Natl Acad Sci. 2011;108:3047-52.
8.
3.
Neufeld KM, et al. Reduced anxiety-like behavior and central neurochemical changes in germ-free mice. Nuerogastroenterol Motil. 2011;23:255-64.
Abildgaard et al. Probiotic treatment alters behavior in rats on standard and high fat diet. Acta Neuropsychiatrica. 2014;26:1. (abstract)
9.
Messaoudi M, et al. Beneficial psychological effects of a probiotic formulation (Lactobacillus helveticus R0052 and Bifidobacterium longum R0175) in healthy human volunteers. Gut Microbes. 2011;2:256-61.
4.
Clarke G, et al. The microbiome-gut-brain axis during early life regulates the hippocampal serotonergic system in a sex-dependent manner. Mol. Psychiatry. 2012; 18(6):666-73
5.
Bercik P, et al. The intestinal microbiota affectas central levels of brain-derived neurotropic factor and behavior in mice. Gastroenterol. 2011;141:599-609.
6.
Bravo JA, et al. Ingestion of Lactobacillus strain regulates emotional behavior and central GABA receptor expression in a mouse via the vagus nerve. Proc Natl Acad Sci. 2011;108(38):16050-5.
10. Steenbergen, L., et al. A randomized controlled trial to test the effect of multispecies probiotics on cognitive reactivity to sad mood. Brain Behav. Immun. (2015), 11. Rao AV, et al. A radomized, double-blind, placebo-controlled pilot study of a probiotic in emotional symptoms of chronic fatique syndrome. Gut Pathog. 2009;1:6.
pagina 9
Alles wat je moet weten over de vaginale microbiota Volgens dr. Jessica Younes is het belangrijk om meer aandacht te hebben voor de vaginale microbiota. Zij deelt met u de kennis die ze heeft opgedaan tijdens haar promotieonderzoek, zowel op wetenschappelijk als praktisch vlak.
Een gezonde vagina, wat is dat? Bacteriën in de vagina spelen een cruciale rol bij de bescherming tegen infectieziekten. De vaginale microbiota van een vrouw verandert tijdens de verschillende fases van haar leven drastisch van samenstelling (figuur 1). Deze veranderingen lijken een direct verband te hebben met haar oestrogeenniveaus [1]. Oestrogeen reguleert de verdikking van het vaginale epitheel en de productie van vaginaal glycogeen, dat wordt gebruikt door bepaalde commensale bacteriën zoals Lactobacillus-soorten [1]. Deze bacteriën zijn cruciaal voor een gezonde vagina doordat zij dit glycogeen omzetten in melkzuur, wat zorgt voor een beschermende zuurgraad (pH 3.8-4.2) [2; 3]. Deze lage zuurgraad beperkt of voorkomt de groei van bepaalde pathogene organismen. Een verstoring in de vaginale microbiota kan op verschillende wijzen veroorzaakt worden. De belangrijkste zijn het gebruik van antibiotica [12], hormonale (en andere) anticonceptiemiddelen [13; 14], geslachtsgemeenschap [15], vaginale glijmiddelen [16], vaginale douche [17], menstruatie [18 - 21], zwangerschap [22] en stress [23 - 25].
Identificeren van bacteriële microbiota Belangrijke recente ontwikkelingen hebben de manier waarop we bacteriën kunnen bekijken fundamenteel veranderd. De meest recente studies gebruiken nu DNA-technologie in plaats van de traditionele bacteriekweek. Deze studies hebben de vaginale bacteriesamenstelling van gezonde, asymptomatische en symptomatische vrouwen in beeld gebracht [4 - 11].
Figuur 1: De vaginale microbiota verandert in de loop van het leven.
pagina 10
No Guts No Glory - Sep 2015
Figuur 2. Vaginale microbiota’s met de relatieve populatie percentage volgens to Ravel et al 2011.
Hierdoor zijn we ons er nu van bewust dat er verschillende
vindt er omzetting en afschilfering van de bovenste laag
soorten gezonde bacteriesamenstellingen zijn, deze
van de gelaagde epitheelcellen plaats [26], tezamen met de
kunnen per periode en per persoon sterk verschillen [5 - 7].
vaginale mucus heeft dit een beschermende functie: een
Opvallend is dat verschillende gezonde vaginale microbiota’s
soort van zelfreinigend mechanisme. Bovendien kunnen
gedomineerd worden door slechts enkele soorten, meestal
vaginale epitheelcellen pathogenen detecteren en als reactie
lactobacillen (zoals groep I, II, III en V in figuur 2). Met andere
daarop antimicrobiële peptiden en cytokines produceren
woorden, lage soorten-diversiteit correleert met vaginale
[27].
gezondheid, terwijl in de darm hoge diversiteit in verband wordt gebracht met gezondheid. Het is echter niet zo simpel
Waarom vaginale gezondheid belangrijk is
dat lage vaginale diversiteit altijd gezonder dan hoge. Zowel
Er zijn duidelijke gevolgen van slechte vaginale gezondheid
in groep IIII als IV uit figuur 2 komen bijvoorbeeld relatief
op de mogelijkheid tot voortplanting, seksuele prestaties
veel klachten voor. Ons begrip van de vaginale microbiota
en de algehele kwaliteit van leven van de vrouw. Bacteriële
is beperkt. Echter, er is een groeiende consensus dat de
vaginose is betrokken bij vrouwelijke onvruchtbaarheid en is
dominante commensale vaginale bacteriën interacteren en
zelfs mogelijk een onderschatte oorzaak van (onverklaarde)
gezamenlijk weerstand bieden tegen groei van pathogene
onvruchtbaarheid [28]. Vaginale infecties verhogen het
bacteriën. Als gevolg van de verschillen in vaginale
risico op complicaties tijdens de zwangerschap zoals
bacteriesamenstelling tussen vrouwen, is het logisch dat
vroeggeboorte, laag geboortegewicht en vroegtijdig breken
sommige vrouwen vaak klachten hebben en andere niet. Dit
van de vliezen [29]. Een onderzoek heeft aangetoond dat
zou ook kunnen verklaren waarom sommige vrouwen wel
vrouwen met bacteriële vaginose een verhoogd risico
reageren op bepaalde behandelingen, terwijl anderen dat
hebben op infecties van de urinewegen [30]. Bovendien
niet doen.
rapporteren veel vrouwen dat de invloed van vaginale infecties op hun kwaliteit van leven veel groter is dan alleen
De cellen spelen ook een rol
de fysieke symptomen. Emoties zoals schaamte, frustratie,
De vaginale epitheelcellen van een vrouw lijken de vaginale
gebrek aan controle en angst komen veel voor en zijn
microbiota selectief te beïnvloeden door belangrijke
vaak gerelateerd aan hun gevoel van eigenwaarde en het
nutriënten aan te bieden in de afscheiding [1]. Elke vier uur
seksleven [31].
pagina 11
Praktische manieren om gezond te blijven
bekend dat bacteriële vaginose vaker voorkomt rondom de
Bepaalde seksuele activiteiten zoals onbeschermde vaginale of orale seks en seks met verschillende partners kunnen het risico op een vaginale infectie voor een vrouw verhogen. sekspartner (penis, vagina, mond, rectum) kan fungeren als een reservoir voor pathogene organismen en zo een nieuwe infectie of een herinfectie kan veroorzaken [15].
vaginale microbiota is in staat zichzelf in evenwicht
verminderde vruchtbaarheid [45], ontsteking in het [46], buitenbaarmoederlijke zwangerschap [47] en
gebruik van tampons (4-6 uur) dient te worden vermeden
vroeggeboorte [48; 49; 42] worden verhoogd door
omdat het de groei van pathogenen kan bevorderen. Zo
vaginaal douchen. Vrouwen voeren de vaginale douche
kan door overmatige groei van de pathogene types van Staphylococcus aureus toxisch shocksyndroom optreden, dat
frequentie van de menstruatie. Ook uit andere studies is
candidiasis [43], terugkerende urineweginfecties [44], kleine bekken [39], seksueel overdraagbare infecties
te brengen na een menstruatie [32]. Echter langdurig
dat dit gedeeltelijk gebeurt door een verminderde
de normale vaginale microbiota vermindert [37], de pH
bacteriële vaginose [40 - 42], recidiverende vulvovaginale
die normaal optreden tijdens de menstruatie. Een gezonde
bacteriële vaginose [34]. De onderzoekers veronderstellen
de praktijk blijkt dat vaginaal douchen de dichtheid van
micro-organismen mogelijk maakt [39]. De kans op
vaginale microbiota veranderen, los van de veranderingen
anticonceptie geassocieerd is met een lager risico op
vermeden. Uit zowel wetenschappelijk onderzoek als
abrupt verandert [38] en zo overgroei van pathogene
Van tampons is bekend dat ze de samenstelling van de
Uit een recente meta-analyse bleek dat hormonale
Vaginaal douchen is een veel voorkomende vorm van vrouwelijke hygiëne en moet in elke vorm strikt worden
Dit komt omdat de microbiële gemeenschappen van de
zelfs dodelijk kan zijn [33].
menstruatie [35; 36].
uit hetzij om het verwachte hygiënische effect, hetzij om traditionele redenen [50; 51]. Echter, de vagina heeft een eigen natuurlijk zelfreinigend mechanisme, zoals eerder beschreven. Bovendien beseffen de meeste vrouwen niet welke mogelijke nadelige gevolgen de vaginale douche kan hebben op de (vaginale) gezondheid [39]. Het advies van een zorgprofessional is een van de weinige manieren om vrouwen te overtuigen te stoppen met vaginaal douchen [50].
Over de auteur Sinds zij de vaginale bacteriën bestudeerde in haar promotieonderzoek, besloot Jessica Younes haar carrière te wijden aan het ontwikkelen van concrete verbeteringen voor de gezondheid van vrouwen. Momenteel is zij het Scientific Steward bij Winclove Probiotics en is bezig met het ontwikkelen van probiotische producten voor vrouwelijke gezondheid. Zij is de oprichter en organisator van het jaarlijkse wetenschappelijke congres Woman & their Microbes, zie womenandtheirmicrobes.com Als u vragen heeft of meer informatie wilt, kunt u Jessica bereiken via
[email protected].
pagina 12
No Guts No Glory - Sep 2015 Referenties 1. 2. 3.
4.
5.
6.
7. 8.
9. 10.
11.
12. 13.
14.
15. 16. 17.
18.
19.
20.
21.
22.
23. 24.
Farage M, et al. Lifetime changes in the vulva and vagina. Archives of Gynecology and Obstetrics. 2006; 273:195–202. Linhares IM, et al. Contemporary perspectives on vaginal pH and lactobacilli. Am J Obstet Gynecol. 2010; 203:1.e1–1.e5. O’Hanlon DE, et al. In vaginal fluid, bacteria associated with bacterial vaginosis can be suppressed with lactic acid but not hydrogen peroxide. BMC Infectious Diseases. 2011; 11:200. Zhou X, et al. Characterization of vaginal microbial communities in adult healthy women using cultivation-independent methods. Microbiology. 2004; 150:2565–2573. Zhou X, et al. Differences in the composition of vaginal microbial communities found in healthy Caucasian and black women. The ISME Journal. 2007; 1:121–133. Zhou X, et al. The vaginal bacterial communities of Japanese women resemble those of women in other racial groups. FEMS Immunology and Medical Microbiology. 2010; 58:169–181. Ravel J, et al. Vaginal microbiome of reproductive-age women. Proc Natl Acad Sci U S A. 2011; 108(Suppl 1):4680–4687. Verhelst R, et al. Cloning of 16S rRNA genes amplified from normal and disturbed vaginal microflora suggests a strong association between Atopobium vaginae, Gardnerella vaginalis and bacterial vaginosis. BMC Microbiology. 2004; 4:16. Hyman RW, et al. Microbes on the human vaginal epithelium. Proc Natl Acad Sci U S A. 2005; 102:7952–7957. Hill JE, et al. Characterization of vaginal microflora of healthy, nonpregnant women by chaperonin-60 sequence-based methods. Am J Obstet Gynecol. 2005; 193:682–692. Burton JP, et al. Improved understanding of the bacterial vaginal microbiota of women before and after probiotic instillation. Applied and Environmental Microbiology. 2003; 69:97–101. Stokholm J, et al. Antibiotic use during pregnancy alters the commensal vaginal microbiota. Clin Microbiol Infect. 2014 Jul;20(7):629-35. Kazi YF, et al. Investigation of vaginal microbiota in sexually active women using hormonal contraceptives in Pakistan. BMC Urol. 2012 Aug 18;12:22. doi: 10.1186/1471-2490-12-22. Achilles SL, et al. The complexity of contraceptives: understanding their impact on genital immune cells and vaginal microbiota. AIDS. 2013 Oct;27 Suppl 1:S5-15. Marrazzo JM. Interpreting the epidemiology and natural history of bacterial vaginosis: are we still confused? Anaerobe. 2011 Aug;17(4):186-90. Fashemi B et al. Effects of feminine hygiene products on the vaginal mucosal biome. Microb Ecol Health Dis. 2013 Feb 25;24. Arbour M, et al. Douching patterns in women related to socioeconomic and racial/ethnic characteristics. J Obstet Gynecol Neonatal Nurs. 2009 Sep-Oct;38(5):577-85. Eschenbach DA, et al. Influence of the normal menstrual cycle on vaginal tissue, discharge, and microflora. Clinical Infectious Diseases. 2000; 30:901–907. Smith CB, et al. Bacterial flora of the vagina during the menstrual cycle: findings in users of tampons, napkins, and sea sponges. Ann Intern Med. 1982; 96:948–951. Onderdonk AB, et al. Quantitative assessment of vaginal microflora during use of tampons of various compositions. Applied and Environmental Microbiology. 1987; 53:2774–2778. Shiraishi T, et al. Influence of menstruation on the microbiota of healthy women’s labia minora as analyzed using a 16S rRNA gene-based clone library method. Japanese Journal of Infectious Diseases. 2011; 64:76–80. Verstraelen H, et al. Longitudinal analysis of the vaginal microflora in pregnancy suggests that L. crispatus promotes the stability of the normal vaginal microflora and that L. gasseri and/or L. iners are more conducive to the occurrence of abnormal vaginal microflora. BMC Microbiology. 2009; 9:116. Culhane JF, et al. Stress, bacterial vaginosis, and the role of immune processes. Current Infectious Disease Reports. 2006; 8:459–464. Nansel TR, et al. The association of psychosocial stress and bacterial vaginosis in a longitudinal cohort. Am J Obstet Gynecol. 2006; 194:381– 386.
25. Culhane J. Exposure to chronic stress and ethnic differences in rates of bacterial vaginosis among pregnant women. Am J Obstet Gynecol. 2002; 187:1272–1276. 26. Patton DL, et al. Epithelial cell layer thickness and immune cell populations in the normal human vagina at different stages of the menstrual cycle. Am J Obstet Gynecol 2000;183:967–73. 27. Anderson DJ, et al. The structure of the human vaginal stratum corneum and its role in immune defense. Am J Reprod Immunol 2014;71:618–23. 28. Salah RM, et al. Bacterial vaginosis and infertility: cause or association? Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2013 Mar;167(1):59-63. 29. Goldenberg RL, et al. The preterm prediction study: fetal fibronectin, bacterial vaginosis, and peripartum infection. NICHD Maternal Fetal Medicine Units Network. Obstet Gynecol 1996;87:656e60. 30. Harmanli OH, et al. Urinary tract infections in women with bacterial vaginosis. Obstet Gynecol. May 2000;95:710–2. 31. Bilardi JE, et al. The Burden of Bacterial Vaginosis: Women’s Experience of the Physical, Emotional, Sexual and Social Impact of Living with Recurrent Bacterial Vaginosis. PLoS ONE 2013, 8(9): e74378. 32. Hickey RJ, et al. Understanding vaginal microbiome complexity from an ecological perspective. Transl Res. 2012 Oct;160(4):267-82. 33. Vostral SL. Rely and Toxic Shock Syndrome: A Technological Health Crisis. Yale J Biol Med. 2011 84(4): 447–459. 34. Vodstrcil LA, et al. Hormonal Contraception Is Associated with a Reduced Risk of Bacterial Vaginosis: A Systematic Review and Meta-Analysis. PLoS ONE, 2013, 8(9): e73055. 35. Holzman C, et al. Factors linked to bacterial vaginosis in nonpregnant women. Am J Public Health 2001 91: 1664–1670. 36. Morison L, et al. Bacterial vaginosis in relation to menstrual cycle, menstrual protection method, and sexual intercourse in rural Gambian women. Sex Transm Infect 2005 81: 242–247. 37. Schwebke JR,et al. Correlation of behaviors with microbiological changes in vaginal flora. J Infect Dis 1999;180:1632–6. 38. Caliskan D, et al. Vaginal douching and associated factors among married women attending a family planning clinic or a gynecology clinic. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2006 Aug;127(2):244-51. 39. Ness, R. B., et al. Douching and endometritis: Results from the PID evaluation and clinical health (PEACH) study. Sexually Transmitted Diseases 2001 28(4), 240-245. 40. Cottrell, B. H. Vaginal douching practices of women in eight Florida panhandle counties. Journal of Obstetric, Gynecologic, & Neonatal Nursing 2006, 35(1), 24-33. 41. Culhane JF, et al. Maternal stress is associated with bacterial vaginosis in human pregnancy. Maternal and Child Health Journal 2001, 5(2), 127-134. 42. Trabert B, & Misra DP. Risk factors for bacterial vaginosis during pregnancy among African American Women. American Journal of Obstetrics and Gynecology 2007, 197, 477-479. 43. Corsello S, et al. An epidemiological survey of vulvovaginal candidiasis in Italy. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 2003;110:66–72. 44. Hooton TM. Recurrent urinary tract infection in women. Int J Antimicrob Agents 2001;17:259–68. 45. Baird DD, et al. Vaginal douching and reduced fertility. Am J Public Health 1996;86:844–50. 46. Cherpes TL et al. Risk factors for infection with herpes simplex virus type 2: Role of smoking, douching, uncircumcised males, and vaginal flora. Sexually Transmitted Diseases 2003, 30, 405-410. 47. Zhang J, etal. Vaginal douching and adverse health effects: A meta-analysis. American Journal of Public Health 1997, 87(7),1207-1211. 48. Bruce FC, et al. Is vaginal douching associated with preterm delivery? Epidemiology (Cambridge, MA) 2002, 13(3), 328. 49. Misra DP & Trabert B. Vaginal douching and risk of preterm birth among African American women. American Journal of Obstetrics and Gynecology 2007, 196,140.e1-140.e8. 50. Funkhouser E, et al. Douching beliefs and practices among black and White women. Journal of Women’s Health 2002, 11(1), 29-37. 51. Gazmararian J, etal. Why do women douche? Results from a qualitative study. Maternal and Child Health Journal 2001, 5(3),153-160.
pagina 13
Uw patiënten Ecologic® zelf laten ervaren?
Probiotica in de klinische praktijk
Wilt u ook ervaren wat een van de producten uit de Ecologic® lijn voor uw patiënten kan doen?
95% van de deelnemers adviseert deze workshop aan collega’s
> Bestel dan een ervaarpakket met 14 gratis sachets. Dit kunt uzelf of uw patiënt via
www.winclove.nl
Programma workshop 16.30 - 17.00
Inloop en ontvangst
17.00 - 18.00
Wetenschappelijke stand van zaken
18.00 - 18.45
Voorbeelden uit de klinische praktijk
18.45 - 19.15
Pauze
19.15 - 20.00
Van wetenschap naar praktijk
Winclove voor zorgprofessionals •
Het kennisinstituut van Winclove Probiotics stelt speciaal voor u zorgprofessionals de belangrijkste kennis op het gebied van indicatiespecifieke probiotica ter beschikking. Omdat deze kennis niet met iedereen mag worden gedeeld dient u een login aan te maken.
>zorgprofessional.winclove.nl
Ideeën of suggesties? Mail ons op: >
[email protected]
Redactie Elsbeth Pekelharing, Msc Karen Koning, PhD
Copyright © 2015 Winclove, All rights reserved.
2 accreditatie punten (NAPA, VSR, ADAP, Kwaliteitsregister V&V)
•
Geen kosten aan verbonden
Locaties en data Op dit moment worden de workshops voor de rest van 2015 gepland. Als u interesse heeft kijken we graag met u naar de mogelijkheid een workshop bij u in de buurt of op locatie te organiseren.
> Meer informatie (brochure) en inschrijving