Nieuwsbrief Zorg │februari 2011
Selectieve zorginkoop: wie volgt? Sinds kort hanteert zorgverzekeraar CZ een zwarte lijst voor borstkankeronderzoek. Van bepaalde ziekenhuizen is daarmee via internet bekend dat zij geen contract krijgen van CZ voor borstkankeronderzoek. Dit is een vorm van selectieve zorginkoop waar kwaliteit van zorg het leidend criterium is. Weinig mensen zullen tegen dat principe zijn. Wie volgt? Selectief inkoopbeleid Uit de recente rechtszaken over de zwarte lijst voor borstkankeronderzoek kunnen belangrijke lessen worden getrokken. Zo staat contracteervrijheid voorop en mogen zorgverzekeraars selectief beleid hanteren bij zorginkoop. Zorgverzekeraars hanteren vaak het aantal jaarlijks te verrichten medische handelingen als selectiecriterium. Hoe meer handelingen, hoe beter de kwaliteit, is daarbij de gedachte. Dit is echter onrechtmatig als een dergelijke eis geen relatie kent met de toename van kwaliteit van zorg of een verlaging van de prijs. Die kwaliteitstoename moet een zorgverzekeraar uiteraard wel deugdelijk kunnen onderbouwen. Een rechter zal toetsen of er voldoende wetenschappelijke steun is voor de gestelde volume-eis. Dat de IGZ lagere normen hanteert, is daarbij niet relevant. Zorgverzekeraars mogen de lat hoger leggen, zolang zij maar aan hun zorgplicht (om verzekerden van adequate zorg te voorzien) kunnen blijven voldoen. Dialoog Een ziekenhuis doet er goed aan om al in een vroeg stadium met zorgverzekeraars de dialoog aan te gaan over geschikte inkoopcriteria voor selectieve zorginkoop. Dit voorkomt verrassingen achteraf, en draagt er aan bij dat ziekenhuizen hun zorginhoudelijk beleid al vroegtijdig kunnen bijstellen. Ziekenhuizen zouden zelfs gezamenlijk het voortouw kunnen nemen bij het ontwikkelen van geschikte criteria voor selectieve zorginkoop. Voorzichtigheid geboden Voorzichtigheid is overigens geboden bij de communicatie van een ‘zwarte lijst’. Het is logisch dat de uitkomsten van selectief contracteerbeleid met verzekerden worden gedeeld. Een zorgverzekeraar moet echter voorkomen daarbij ‘misleidende informatie’ te verstrekken. Uit de rechtspraak volgt dat een zorgverzekeraar in de fout gaat als hij het beeld laat ontstaan dat de zorg (in algemene zin) in een ziekenhuis slecht is.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Nieuwsbrief Zorg ● februari 2011
Wie volgt? Nu de mediastorm weer is gaan liggen en de diverse rechtbanken het groene licht hebben gegeven voor selectieve zorginkoop, resteert eigenlijk nog maar één vraag: wie volgt en voor welke medische handelingen? Meer informatie: Tom van Helmond E
[email protected] T 020 578 52 17
Diagnose-informatie op declaraties verplicht? Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 2 augustus 2010 het beroep gegrond verklaard en de verplichting voor vrijgevestigde psychiaters en psychotherapeuten om diagnose-informatie en een lekenomschrijving op declaraties te vermelden en aan zorgverzekeraars en patiënten te verstrekken geschorst tot zes weken na het nemen van een nieuw besluit op bezwaar door de NZa. Afweging De algemene les die (voorlopig) uit deze uitspraak van het CBb kan worden getrokken is dat er per categorie activiteiten en verrichtingen moet worden afgewogen of het verstrekken van diagnoseinformatie en een lekenomschrijving is toegestaan of dat een hoger beschermingsniveau (te weten: een meer veralgemeniseerde beschrijving) is vereist. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars dienen dus voorzichtig te zijn met informatie die zij op declaraties respectievelijk berichten afhandeling zorgnota’s vermelden. Geheimhoudingsplicht De verplichting om medische gegevens over patiënten aan derden te verschaffen in strijd is met de geheimhoudingsplicht van psychiaters en psychotherapeuten, zo luidt de uitspraak van het CBb. Zeker in de geestelijke gezondheidszorg is vertrouwelijkheid en geheimhouding buitengewoon cruciaal als onderdeel van de behandeling. Het CBb is er ook niet van overtuigd dat het belang van de beschikbaarheid van diagnose-informatie voor met name de uitvoering van de zorginkoop- en de controletaak van zorgverzekeraars meebrengt dat in alle gevallen diagnose-informatie op declaraties moet worden vermeld en onder ogen komt van personen die geen medisch beroepsgeheim hebben en die niet onder medisch tuchtrecht vallen.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Nieuwsbrief Zorg ● februari 2011
Nalaten onderzoek Volgens het CBb is de NZa bij het afwegen van het belang van de beschikbaarheid van diagnoseinformatie en de privacy van patiënten onvolledig geweest doordat zij heeft nagelaten onderzoek te doen naar andere werkwijzen (bijvoorbeeld de vóór 2008 bestaande werkwijze, waarin alleen diagnoseinformatie werd verstrekt aan personen met een medisch beroepsgeheim). Het CBb overweegt voorts dat bij patiënten die de behandeling zelf betalen er geen belang is van zorgverzekeraars bij vermelding van diagnose-informatie op de declaratie. Meer informatie: Kim Lucassen E
[email protected] T 010 224 67 08 Violet Mantel E
[email protected] T 010 224 61 80
Zorgcorporaties vrijgesteld van vennootschapsbelasting Door druk van belangenbehartigers Aedes, vereniging van woningcorporaties, en Actiz, organisatie van zorginstellingen, heeft de staatssecretaris van Financiën eind 2010 aangegeven de toepassing van de ‘zorgvrijstelling’ door zorgcorporaties tot 31 december 2011 te accepteren. Wet op de vennootschapsbelasting De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (de ‘Wet’) voorziet onder meer in een vrijstelling voor instellingen van algemeen nut waarvan de werkzaamheden voor ten minste 90% bestaan uit “de genezing of verpleging van zieken, kraamvrouwen of gebrekkigen” of “het verschaffen van een onderkomen aan bejaarden, gebrekkigen of wezen”. Door toepassing van deze vrijstelling zijn zorginstellingen in beginsel niet onderworpen aan vennootschapsbelasting. Uiteraard kunnen ook andere lichamen dan zorginstellingen een beroep op deze ‘zorgvrijstelling’ doen, wanneer zij aan de door de Wet gestelde voorwaarden voldoen. Vrijstelling voor woningcorporaties Voorheen bevatte de Wet ook een specifieke (eerst volledige, later gedeeltelijke) vrijstelling van vennootschapsbelasting voor woningcorporaties. Vanaf 1 januari 2008 zijn deze woningcorporaties echter normaal onderworpen aan vennootschapsbelasting, tenzij ze een beroep kunnen doen op een van de andere vrijstellingen waarin de Wet voorziet.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Nieuwsbrief Zorg ● februari 2011
Vrijstelling voor zorgcorporaties De laatste jaren maakten woningcorporaties die vrijwel alleen woningen verhuren aan ouderen en zorgbehoeftigen, zogenaamde ‘zorgcorporaties’, met succes gebruik van genoemde zorgvrijstelling. Echter, eind 2009 al heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën aangegeven dat de zorgvrijstelling naar zijn mening niet op zorgcorporaties van toepassing is. In de ogen van de staatssecretaris kwalificeren zorgcorporaties in beginsel niet als ‘instellingen van algemeen nut’. Instellingen van algemeen nut zijn instellingen wier doelstelling een werkzaamheid betreft welke op zichzelf rechtstreeks een algemeen belang raakt. Dit is volgens de staatssecretaris niet het geval bij de verhuur van vastgoed. De werkzaamheden van een zorgcorporatie onderscheiden zich volgens hem niet van andere vormen van verhuur van woonruimte. Om aan de vrijstelling te kunnen voldoen zouden de zorgcorporaties naast de verhuur ook zelf nog zorgactiviteiten moeten verrichten. Druk belangenbehartigers De staatssecretaris heeft echter op 21 december 2010, onder invloed van belangenbehartigers Aedes, vereniging van woningcorporaties, en Actiz, organisatie van zorginstellingen, aangegeven de toepassing van de zorgvrijstelling door zorgcorporaties tot 31 december 2011 te accepteren. Dat de jurisprudentie over de toepassing in dit kader te weinig duidelijkheid biedt, noemt de staatssecretaris als reden voor zijn beslissing. Meer informatie: Martijn de Jong E
[email protected] T 020 578 52 15
NMa legt persoonlijke boetes op aan leidinggevenden Directeuren, bestuurders en commissarissen dienen rekening te houden met het aangescherpte boetebeleid van de NMa. Een feitelijk leidinggevende kan beboet worden indien deze (i) globaal kennis had van de verboden gedraging, (ii) bevoegd en redelijkerwijs gehouden was in te grijpen, maar (iii) dit heeft nagelaten. Afgelopen jaar werden voor het eerst daadwerkelijk boetes aan natuurlijke personen uitgedeeld. Verscherpt boetebeleid Sinds oktober 2007 is de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) bevoegd om bij overtredingen van de mededingingswet, naast de onderneming, ook feitelijk leidinggevenden te beboeten. Op 14 juli 2010 heeft de NMa voor het eerst gebruik gemaakt van deze bevoegdheid door feitelijk leidinggevenden (directeur, commissarissen en bestuurders) te beboeten voor het overtreden van concentratievoorschriften. Deze voorschriften waren opgelegd in 2000 bij de overname van VNU Dagbladen (de rechtsvoorganger van Wegener). De boetes varieerden van € 150.000 tot € 350.000. In november van dit jaar heeft de NMa wederom persoonlijke boetes opgelegd aan drie feitelijk leidinggevende van Limburgse bouwbedrijven. De boetes varieerden van € 10.000 tot € 250.000.
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Nieuwsbrief Zorg ● februari 2011
In deze zaak ging het om gedragingen in strijd met het kartelverbod bij aanbestedingen. De heer Kalbfleisch, bestuursvoorzitter van de NMa, heeft in diverse interviews en toespraken aangekondigd dat het persoonlijk beboeten van feitelijk leidinggevenden voortgezet wordt. Commissarissen De kring van feitelijk leidinggevenden ziet in eerste instantie op directeuren en bestuurders. Uit het Wegener-besluit blijkt dat onder bepaalde omstandigheden ook commissarissen beboet kunnen worden. In oktober 2010 heeft de NMa tevens aangekondigd dat zij raden van toezicht van thuiszorgorganisaties op hun mededingingsrechtelijke verantwoordelijkheden gaat wijzen. Het bestraffen van feitelijk leidinggevenden stemt overeen met de Corporate Governance Code Frijns (voorheen Tabaksblat) en de Zorgbrede Governance Code voor de zorg. Risicobeheersing behoort volgens deze codes prominent tot het takenpakket van bestuurders en commissarissen. Tevens is het niet uitgesloten dat ook werknemers lager in de organisatie beboet worden, indien zij feitelijk leiding hebben gegeven. Anticiperen Op dit moment verdient het voor directeuren, bestuurders en commissarissen zeker aanbeveling te anticiperen op het aangescherpte boetebeleid van de NMa. Indien er sprake is van overtredingen van de Mededingingswet dient hier onmiddellijk een einde aan worden gemaakt. Verder is het verstandig, zeker naarmate de Commissaris dichter bij de onderneming staat, dat commissarissen ook actief toezicht houden op het beleid van het bestuur met betrekking tot naleving van de mededingingswet. Compliance-regeling De NMa pleit ervoor dat alle thuiszorgorganisaties een complianceregeling invoeren. Ook voor andere ondernemingen in de zorg is dit verstandig. Door middel van een actief compliancebeleid worden medewerkers zich bewust van wat mededingingsrechtelijk wel en niet kan. Daarnaast wordt het makkelijker om mogelijke overtredingen (vroegtijdig) te signaleren. Dit kan soms forse boetes voorkomen. Meer informatie: Robin Struijlaart E
[email protected] T 020 578 59 44 Gert-Wim van de Meent E
[email protected] T 020 578 55 38
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Nieuwsbrief Zorg ● februari 2011
Healthcare auditing privacy proof? De juridische aspecten van healthcare auditing, zoals het recht van de patiënt/verzekerde op privacy en het medisch beroepsgeheim, blijven vaak onderbelicht. Onze juridische zorgspecialisten hebben antwoord op de vele vragen die healthcare auditing kunnen oproepen. Auditverplichting Healthcare auditing is actueel. Zo hebben verschillende zorgverzekeraars ook voor 2011 besloten een kwaliteitsparagraaf met auditverplichting door (veelal) een vast auditbureau in overeenkomsten met fysiotherapeuten op te nemen in het streven de kwaliteit van de geleverde zorg inzichtelijk(er) te maken. Zo’n audit moet dan inzicht geven in de mate waarin de fysiotherapeut bijvoorbeeld voldoet aan eisen gesteld in het Centraal Kwaliteitsregister (CKR), normen zoals gesteld aan het methodisch handelen overeenkomstig de KNGF-richtlijnen en eventuele aanvullende eisen die de zorgverzekeraars hebben gesteld in relatie tot afspraken over tariefdifferentiatie. Toestemming patiënt Zorgverzekeraars mogen voor dergelijke auditcontroles geen medische dossiers bij zorgaanbieders inzien zonder uitdrukkelijke toestemming van de patiënt/verzekerde. Het gaat immers om gevoelige medische informatie (medische persoonsgegevens). Als oplossing voor dit probleem wordt voorgesteld om de fysiotherapeut ervoor te laten zorgen dat de gegevens ofwel geanonimiseerd (te weten: niet tot individuele personen herleidbaar) ofwel met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt/verzekerde aan de auditor worden aangeleverd. Privacy proof? Of de audit procedure privacy proof is, hangt echter ook af van onder andere de volgende zaken. Beslist de auditor zelf over welke medische persoonsgegevens worden geraadpleegd, de verstrekking aan derden, de duur van de opslag van gegevens etc. of treedt de auditor op ten behoeve van de zorgverzekeraar of de fysiotherapeut (dat wil zeggen: overeenkomstig diens instructies en onder diens uitdrukkelijke verantwoordelijkheid)? Gaan partijen er vanuit dat wanneer de fysiotherapeut de gevraagde gegevens met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt/verzekerde aan de auditor aanlevert, de auditor die gegevens dan ook zonder meer (verder) mag gebruiken? Tot slot menen wij dat het voor de hand ligt dat fysiotherapeuten zullen proberen als de audituitkomst negatief is de onafhankelijkheid van de auditor ter discussie te stellen, nu er geen vrije(re) auditorkeuze is. Meer informatie: Kim Lucassen E
[email protected] T 010 224 67 08 Violet Mantel E
[email protected] T 010 224 61 80
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Nieuwsbrief Zorg ● februari 2011
Beleidsvoornemens Minister VWS Op 26 januari 2011 heeft Minister Schippers van VWS haar beleidsvoornemens voor de komende jaren aangekondigd. Hierbij een kleine greep uit de belangrijkste wetsvoorstellen en beleidswijzigingen. Aanpassingen basispakket Het verplicht eigen risico zal in 2012 met 40 euro worden verhoogd, tot een bedrag van 210 euro per verzekerde. Minister Schippers volgt hiermee de hiermee door haar voorganger Klink ingezette lijn. Daarnaast bevestigt de Minister de afspraak in het Regeerakkoord dat dekking bij zorg buiten de Europese Unie (vanaf 2012) uit het basispakket zal verdwijnen. Zorgspecifieke fusietoets Fusies tussen zorginstellingen die tezamen jaarlijks in totaal meer dan EUR 55 miljoen wereldwijd omzetten én minstens twee van hen binnen Nederland elk een jaaromzet van minimaal EUR 10 miljoen realiseren, dienen momenteel aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (“NMa”) te worden gemeld. De minister zet het plan door om een zogenaamde zorgspecifieke fusietoets vooraf te laten gaan aan de melding bij de NMa. Deze zorgspecifieke toets beziet of de fusie de kwaliteit van de zorg en/of de bereikbaarheid van cruciale zorgfuncties in gevaar brengt. Mocht dit het geval zijn dan moet de fusie worden tegengehouden. De precieze uitwerking van het plan is nog niet bekend gemaakt. De Minister streeft ernaar om vóór 1 september 2011 een wetsvoorstel aan de Raad van State te sturen. In dit wetsvoorstel zullen de nadere details over de taakverdeling tussen de IGZ, de NZa en de NMa duidelijk moeten worden. Verbod op fusies tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders De Minister wil fusies tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieders wettelijk verbieden. Op dat verbod komt een uitzonderingsmogelijkheid voor een noodzakelijke tijdelijke overname met het oog op de invulling van de zorgplicht of op de ontwikkeling van innovatief zorgaanbod. De Minister treedt dit voorjaar in overleg met de Europese Commissie over de Europeesrechtelijke haalbaarheid van het plan. Zij streeft ernaar vóór 1 september a.s. een wetsvoorstel op dit punt aan de Raad van State aan te bieden. Gereguleerde winstuitkering voor medisch specialistische zorg Moment is het enkel toegestaan om winst uit te keren aan verschaffers van privaat kapitaal voor investeringen in de eerstelijnszorg. Voor medisch specialistische zorg (ziekenhuiszorg) is dit verboden. Om het aantrekken van privaat kapitaal in de ziekenhuiszorg gemakkelijker te maken zal voor deze categorie zorg winstuitkering – onder voorwaarden – mogelijk worden. Volgens de planning van de Minister zal vóór de zomer een daartoe strekkend wetsvoorstel aan de Raad van State worden gestuurd. Meer informatie: Tom van Helmond E
[email protected] T 020 578 52 17
advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen
Nieuwsbrief Zorg ● februari 2011
Colofon De Nieuwsbrief Zorg is een uitgave van het Team Zorg en is bedoeld voor iedereen die actief is in de zorgsector en te maken heeft met juridische vraagstukken. De Zorgnieuwsbrief verschijnt op regelmatige basis en signaleert op concrete wijze voor de zorgpraktijk belangrijke actualiteiten. Voor meer informatie over ons Team Zorg verwijzen wij u naar onze website www.loyensloeff.com. Hoewel deze nieuwsbrief met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaardt Loyens & Loeff N.V. geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder haar medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies. Voor vragen kunt u contact opnemen met: Tom van Helmond T 020 578 52 17 E
[email protected] Gert-Wim van de Meent T 020 578 55 38 E
[email protected]
www.loyensloeff.com
AMSTERDAM • ARNHEM • BRUSSEL • EINDHOVEN • LUXEMBURG • ROTTERDAM • ARUBA • CURAÇAO DUBAI • FRANKFURT • GENÈVE • LONDEN • NEW YORK • PARIJS • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH