NIEUWSBRIEF VAN DE VERENIGING BASISINKOMEN
NR. 43
juli 2004
Een basisinkomen betekent Zekerheid zonder Gezeur!
9 OKTOBER 2004 NAJAARSBIJEENKOMST Met ALGEMENE LEDENVERGADERING EN DISCUSSIE
INHOUD
Redactioneel Mededelingen Een creatieve uitbreiding van de WIK BIEN-congres 2004 Nieuw burgerschap en een nieuw poldermodel maken vergrijzing betaalbaar Oproep Werkgroep Onderzoek ENEA! (En Nu Echt Anders!): Het Basisinkomen (boekbespreking) De ENEA-straat Vacatures
Colofon Uitgave van de Vereniging Basisinkomen. Artikelen mogen worden overgenomen met vermelding van de herkomst. Redactie: Saar Boerlage en Gosling Putto Aan dit nummer werkten verder mee: Astrid van Triet, Guido den Broeder en Michiel van Hasselt. De nieuwsbrief van de Vereniging Basisinkomen verschijnt driemaal per jaar. Abonnementen minimaal 10 euro per jaar (liefst meer) storten op giro 1890919 o.v.v. naam en adres. ISSN 09243038 Vereniging Basisinkomen Wagenaarstraat 184 1093 EB Amsterdam Secretariaat: 070-3859268 E-mail:
[email protected] Website: www.basisinkomen.nl
Redactioneel Er is in korte tijd veel gebeurd. De vereniging heeft in Philippe Blankert (bekend van o.a. ikwilwerken.nl) een nieuwe voorzitter gevonden. Ondergetekende, Guido den Broeder, die al bestuurslid was, is benoemd tot penningmeester. Daarmee zijn te taken van Saar Boerlage, die beide functies waarnam, aanzienlijk verlicht. Ondertussen is de vereniging bezig zich beter te profileren. Een nieuwe informatiebrochure is geschreven; u vindt de tekst op de website. De website wordt onder handen genomen, en we hebben discussieforums geopend. En het bestuur heeft iemand op het oog voor een public-relationsfunctie: Judith Israëls, die waarschijnlijk op de najaarsvergadering wordt voorgedragen om tot het bestuur toe te treden. Uit kostenoverwegingen hebben we het kantoortje in Amsterdam gesloten, nadat duidelijk werd dat de subsidie-mogelijkheden voor een bureaumedewerk(st)er dit jaar aflopen. De Wagenaarstraat is voorlopig nog wel ons postadres; wij verzoeken onze leden echter om hun post aan de vereniging rechtsstreeks aan onze secretaris, Gosling Putto, te sturen (zie volgende pagina). Het archief van de vereniging is bij ondergetekende in Rotterdam in te zien. Het bovenstaande betekent ook dat we nu meer behoefte hebben aan vrijwilligers voor allerlei taken en klusjes. U zult dan ook regelmatig oproepen kunnen verwachten op het forum en in de nieuwsbrief. Bij een zo actieve Vereniging Basisinkomen hoort ook nieuw bloed voor de Werkgroep Onderzoek. In dit nummer doet werkgroepvoorzitter Michiel van Hasselt daartoe een oproep.
Guido den Broeder Uw penningmeester en webmaster.
1
Mededelingen Secretariaat van de Vereniging Basisinkomen verhuisd Op 1 mei 2004 is het kantoor van de Vereniging Basisinkomen gesloten en het secretariaat verplaatst naar het huisadres van secretaris Gosling Putto aan de Gerard Reijnststraat 4, 2593 EC Den Haag. Telefoon: 070-3859268. Het e-mailadres van de Vereniging blijft ongewijzigd:
[email protected]. Ook onze secretaris zelf gaat binnenkort verhuizen. Post wordt doorgestuurd, maar het is nog niet zeker of hij hetzelfde telefoonnummer houdt. Kunt u hem niet bereiken, bel dan 0104559538 (penningmeester Guido den Broeder).
Discussieforums geopend Op 5 mei 2004 zijn de discussieforums van de Vereniging Basisinkomen geopend. U kunt daar komen via de website of rechtstreeks naar http://www.basisinkomen.nl/vbiforums/. Om mee te doen dient u zich wel eerst te laten registreren, waarbij u een naam en een wachtwoord kiest. Ook niet-leden kunnen deelnemen aan de discussie. Voor leden zijn er enkele extra forums.
Najaarsvergadering Op 9 oktober houdt de vereniging een extra algemene ledenvergadering. Op de agenda staat in elk geval het financieel verslag van 2003 en de controle daarvan door de kascommissie. Door omstandigheden kon dit in april nog niet worden behandeld. Naar verwachting zal voorts Judith Israëls worden voorgedragen als bestuurslid, en zal aansluitend een discussie plaatsvinden over een nog te kiezen onderwerp. Tijd en plaats worden nog bekendgemaakt.
2
BIEN-congres 2004 Het tiende congres van het Basic Income European Network vindt dit jaar plaats in Barcelona (Spanje) op 19 en 20 september 2004. Voor accommodatie moet zelf worden gezorgd. Wie daar gezamenlijk naar toe wil, verzoeken wij zich te melden bij Saar Boerlage, tel. 020-6948404. Uitgebreide informatie over het congres is te vinden op de website van de Spaanse organisatie op http://www.redrentabasica.org, zie de pagina http://www.nodo50.org/redrentabasica/textos/index.php?x=290. Deelname kost 78 euro (studenten 35 euro), maar daarmee krijgt u ook toegang tot het programma van het overkoepelende congres ‘Dialogue on Human Rights’ van 18 t/m 21 september Hierbij een kort overzicht van het programma. Zaterdag 18 septermber Receptie en diner voor alle deelnemers aan de ‘Dialogue’. Zondag 19 september 9:00-11:00 Gezamenlijke sessie van alle onderdelen van het congres 11:30-12:00 Presentatie instituten en welkomstwoord 12:00-14:00 "The Basic Challenges in the Justification of Basic Income" (plenair) • "Right to Basic Income and Duty of Reciprocity" • "Basic Income and Care-Work" 15:30-17:00 Keuze uit (parallel sessies): • Basic Income and Democratic Republicanism (I) • Basic Income and the Right to Work • Innovative and Sustainable Financing for Basic Income (I) • Basic Income as a Policy to Fight Child Labour
3
17:30-19:00 Keuze uit (parallel sessies): • Basic Income and Democratic Republicanism (II) • After Workfare. A Political Future for Basic Income? • Innovative and Sustainable Financing for Basic Income (II) • Basic Income as a Policy to Fight Child Poverty Maandag 20 September 9:30-11:00 Keuze uit (parallel sessies): • New Issues, New Exclusions • Basic Income and Work Incentives • From Aspiration to Policy Implementation: Introducing a Basic Income System Category by Category • The Prospects for Basic Income in Latin America 11:30-13:00 Keuze uit (parallel sessies): • Impacts of Basic Income: Simulations and Experiments (met o.a. Loek Groot en Robert van der Veen) • The Political Feasibility of Basic Income in Different Countries • Normative Questions About Basic Income • Basic Income as an Instrument of Trade Union Policy: North and South Perspectives. 14:30-17:15 "Basic Income in Response to Systemic Crisis" (plenair) • "Facing the New Crisis of Social Security and the Welfare State" • "The Prospects of Basic Income in Developing Countries" 17:15-17:45 Slotwoorden 18:00-20:00 BIEN General Assembly 21:00 Receptie: Viering van het lustrum van BIEN (10e congres) Dinsdag 21 september • Openbare presentaties van de conclusies van de ‘Dialogue’ en van de ‘Universal Declaration of Emerging Human Rights’ • Slotwoorden van de ‘Dialogue’
4
Een creatieve uitbreiding van de WIK Een Amsterdams initiatief nu de Wet 'Werk en Bijstand' de gemeentes de ruimte geeft om lokale initiatieven te ontwikkelen. In bijna elke gemeente (gemeenteraad) worstelt men met de nieuwe wet. Het Paarse beleid stimuleerde initiatieven met gesubsidieerde banen. Nu moeten de ID-ers (voorheen meestal Melkert-baners genoemd) gewone werknemers worden en als dat niet lukt (hetgeen veelal het geval is) dan valt men terug op de status van uitkeringsgerechtigde. Het aantal werklozen neemt mede door deze wetgeving gestaag toe. Het huidige Haagse beleid is sterk gericht op arbeidsdeelname. Nagenoeg iedere uitkeringsgerechtigde tot 65 jaar krijgt nu of straks te maken met de sollicitatieplicht. De gemeentes krijgen vanuit 'Den Haag' instructies en geld om de controle op de uitkeringsgerechtigden te intensiveren en de doelgroep aan te moedigen (te dwingen) om werk te accepteren of om via scholing een betere kans op werk te verkrijgen. Het effect is weinig verheffend. Veel uitkeringsgerechtigden voeren nu periodiek gesprekken met instanties, worden grondig gecontroleerd en krijgen een slecht imago, maar komen in deze tijd waarin de werkgelegenheid afneemt, ondanks eigen inzet en dergelijke niet aan een betaalde baan. Bovendien neemt de armoede toe nu bijna niemand met een uitkering nog via een bijbaantje legaal extra geld kan verwerven. In de gemeente Amsterdam is dit proces met het indertijd instellen van de mega-banenmarkt begonnen. Positief is dat de gemeente het grootschalig frauderen heeft weten terug te dringen, waardoor er onder meer voor het armoede-beleid op de begroting ruimte is om een deel van de door Den Haag veroorzaakte koopkrachtdaling aan de minima te compenseren. Naast deze schets over de effecten van het beleid rond 'werk en bijstand' is er een tweede discussie in Amsterdam gestart. Amsterdamse politici maken zich zorgen over de bevolkingssamenstelling en de teruglopende 'kenniseconomie'. Er zijn, vreest men, in de toekomst in Amsterdam te weinig creatieve mensen. Te weinig studenten komen naar Amsterdam (denkt men) en er stromen tamelijk veel zogenaamde creatieven de stad
5
uit. Daarom krijgen studenten en yuppen voorrang op de woningmarkt opdat de stad kan blijven meedoen 'in de vaart der volken'. Amsterdam wil dus de creatieve klasse aan de stad binden. Gekonstateerd kan worden, dat een deel van de creatieve klasse net als anderen op dit moment werkloos is en mede door het gedoe van de uitkeringsinstanties aan creativiteit inboet. Een tweede constatering is, dat voor de kunstenaars de al jaren bestaande uitzonderingspositie blijft bestaan. Deze Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars (WIK) geeft kunstenaars onder bepaalde voorwaarden de gelegenheid om met behoud van uitkering voldoende inkomsten te verwerven als kleine ondernemer. Het voorstel is nu, om via een experiment analoog aan de WIK-regeling een WIC voor andere creatieve Amsterdammers in te voeren. Op die manier blijft creativiteit behouden en worden steeds meer (jonge) Amsterdammers gestimuleerd zonder betutteling van instanties het heft in eigen hand te nemen. Dat een dergelijk voorstel, ingediend door 'Amsterdam Anders', door de voorstanders van een basisinkomen wordt gesteund is logisch, maar om tactische redenen zal het woord basisinkomen wel vermeden worden. Saar Boerlage
6
Nieuw burgerschap en een nieuw poldermodel maken vergrijzing betaalbaar door Michiel van Hasselt, juni 2004 Zorgwekkend is niet zozeer de komende vergrijzing van Nederland als wel het feit dat de Nederlandse politiek daartegen niet opgewassen is. Nederland is rijk genoeg om de kosten van de vergrijzing te kunnen betalen, maar de politiek is niet dapper genoeg om de kosten bij wie dan ook in rekening te brengen. De politieke hamvraag: “Hoeveel moet de pensioenpremie/belasting omhoog en/of hoeveel moeten de pensioenen omlaag?” wordt niet gesteld laat staan beantwoord. In plaats daarvan is de politiek vooral bezig het probleem van de kosten te ontkennen. De politiek koestert de illusie dat het financiële draagvlak voor de vergrijzingskosten zodanig versterkt kan worden dat de pensioenen min of meer intact kunnen blijven zonder aanmerkelijke verhoging van de premie of belasting. Deze gedroomde versterking van het financiële draagvlak vindt in het heersende politieke wensdenken plaats langs twee wegen: een vergroting van het aantal werkenden (meer kinderen en meer immigratie) ter verhoging van de arbeidsparticipatie in personen), en meer uren, maanden en jaren per werkende ter verhoging van de arbeidsparticipatie in uren. De eerste weg loopt dood omdat ook kinderen en geïmporteerde werknemers na verloop van tijd vergrijzen, en Nederland te dichtbevolkt en te ongastvrij is om snel nog meer multi-culti te kunnen verhapstukken. De tweede weg loopt ook dood: omdat Nederlanders niet langer maar korter willen werken, er te weinig banen zijn (zelfs als de economie aantrekt) en een geforceerde verhoging van arbeidsparticipatie gepaard gaat met minder productiviteit(sstijging), zodat de beoogde versterking van het financiële draagvlak deels niet optreedt. En de Nederlandse bevolking laat blijken geen van beide wegen te willen inslaan. Democratische politici zouden er goed aan doen dit te onderkennen en eerlijk te zeggen waar het op staat: gij burger moet ofwel meer pensioenpremie/belasting betalen, ofwel genoegen nemen met een lager pensioen, of van allebei een beetje.
7
Die burger: dat bent u en dat ben ik. Ik zou wel kunnen leven met een iets hogere pensioenbijdrage en ook wel met pakweg 10% minder AOW in 2010, het jaar waarin ik 65 word - vlak voordat de babyboomers met AOW gaan en door hun aantal de kosten opjagen. Voorwaarde is wel dat de politiek mij 5 jaar vooraf vertelt wat mijn AOW in 2010 zal zijn zodat ik daarop tijdig kan anticiperen. Wat vindt u? Zou ook u kunnen leven met meer pensioenpremie en/of minder AOW? Als u alleen van AOW moet rondkomen vermoed ik dat 10% bezuinigen te gortig is, maar dan behoort u tot een kleine minderheid onder de AOW’ers, voor wie wat mij betreft AOW suppletie geregeld mag worden. Als die suppletie zeg 2% van de bezuiniging kost resteert nog altijd 8%, genoeg om de meerkosten van de vergrijzing op te vangen. Ik weet niet of er een dappere politicus zal opstaan die ons deze keus voorhoudt, maar mocht dit zo zijn: laten we hem niet neerhalen zoals het CDA destijds deed met Elco Brinkman toen hij de hoogte van de AOW ter discussie stelde. Laten wij liever nieuw burgerschap ontwikkelen om de politiek volwassen te maken. Waar ik niet goed mee kan leven is de onvolwassen politiek die haar toevlucht neemt tot steeds meer politieke dwang om verhoging van arbeidsparticipatie te forceren. Die politiek is gedoemd te mislukken, maar heeft wel averechtse gevolgen: meer bureaucratie en ondermijning van normen en waarden. Een oudere (deeltijd-)werkloze zoals ik moet per maand 4 sollicitaties rapporteren terwijl mijn arbeidsmarkt per maand geen vier kansen biedt. Dit resulteert in gewetensnood: zal ik minder solliciteren zodat ik gedwongen wordt af te zien van mijn WW-uitkering (waarvoor ik en solidaire medeburgers premie betaald hebben)? Of zal ik sollicitatiespam produceren en werkgevers lastigvallen met open sollicitaties? Zal ik doen alsof ik gemotiveerd ben voor baan X en een fake-sollicitatie plegen? Duivelse opties - voortkomend uit de onvolwassen politiek die sollicitatieplicht oplegt ook als ze weet dat de banen er niet zijn. Deze politiek bestrijdt de werkloosheid niet, maar volstaat met te doen alsof.
8
Zij verleidt de werklozen om ook te doen alsof, om fake-sollicitaties te plegen. Zo verspreidt de politiek het bederf in haar normen en waarden - onder hypocriet geroep dat de politiek iets moet doen aan het bederf van normen en waarden. Nieuw burgerschap kan de oude politiek genezen. Nieuw burgerschap kenmerkt zich door: - het besef dat werkende en niet werkende burgers met elkaar vorm en inhoud geven aan hun samen leven; - het besef dat dit niet gaat zonder gekozen politici, met wie een goede relatie onderhouden moet worden (anders ontaardt representatie in misrepresentatie); - het besef dat geen goede relatie mogelijk is als de burger totaal afhankelijk is van de politici en dat daarom iedere burger een grondrecht op basisinkomen moet hebben; - het besef dat politici geneigd zijn onaangename keuzes te vermijden cq te verhullen, tenzij er echt een goede relatie met de burgers is; - beoordeling van politici niet op hun persoonlijkheid maar op hun communicatieve kwaliteit, eerlijkheid en inhoudelijk beleid: zowel prioriteiten als posterioriteiten; - een hekel aan symboolpolitiek en aan slappe argumentatie (bij voorbeeld een goed voorstel afwijzen omdat het een ‘verkeerd signaal’ zou zijn); - zorg voor beoordeelbaarheid van politici door van hen het volgende (a,b,c,d,e,f,en g) te eisen: - a. gerapporteerd overleg met belanghebbenden in de samenleving; - b. eenvoud in wet- en regelgeving; - c. controle op naleving (effectiviteit van uitvoering); - d. kennisgeving van kosten en posterioriteiten; - e. onafhankelijke beleidsevaluatie op 2 sporen: hypothese 1 “het beleid is geslaagd” en hypothese 2 “het beleid is mislukt” (rechtbankmodel); - f. jaarlijkse verantwoording van de beleidsresultaten inclusief kosten, mogelijk met gevolgen voor het aanblijven van de verantwoordelijke politici;
9
Dit nieuwe burgerschap opent nieuwe perspectieven, ook voor de vergrijzingspolitiek: U en ik zijn als burgers met elkaar best in staat om het vraagstuk van de vergrijzingskosten op te lossen. Gekozen politici hebben we daarbij nodig om te komen tot een evenwichtige mix van lastenverhoging en lustenverlaging. Een goede relatie met deze politici is lastig, want Pim Fortuijn is al weer vergeten en de volgende kamerverkiezingen zijn nog ver weg. Misschien helpt een relatiegeschenk: een nieuwe mixer. De oude mixer - het poldermodel - ging in het voorjaarsoverleg 2004 kapot. Eén van de euvelen van die mixer is dat de niet-werkenden niet meedoen in het tripartite polder-overleg. Een ander euvel is de stroperigheid, waardoor iedereen in het algemeen en niemand in het bijzonder verantwoordelijk is voor wat dan ook. Een derde euvel is de resulterende blikvernauwing. Als de polder moeizaam een compromis bereikt, bij voorbeeld over de WAO, staat niemand meer open voor nieuwe ontwikkelingen die in strijd zijn met het compromis, bijvoorbeeld nieuwe WAO-instroomcijfers 2002 en 2003 die aangeven dat het paarse PEMBA-beleid toch effectief is in het terugdringen van het WAO-volume – een feit dat verdoezeld wordt door de rondzingende bewering dat de WAO-instroomdaling veroorzaakt zou zijn door de wet poortwachter. Als het paarse PEMBA-beleid volgens het rechtbankmodel geëvalueerd zou zijn, zou de politiek beter weten en de WAO nu niet afschaffen. De nieuwe mixer die ik hierbij aanbied is ontdaan van oude euvelen. Hij is niet meer tripartite maar heeft een viertact motor: naast de overheid, de werkgevers en de 7 miljoen werknemers zijn ook de 9 miljoen niet-werkenden vertegenwoordigd. Het overleg is niet stroperig want elk van de vier partners heeft nu eigen deelverantwoordelijkheden. Overheid en niet-werkenden overleggen in eerste aanleg over AOW en bijstand (om te bouwen naar basisinkomen), terwijl werkgevers en werknemersvertegenwoordigers in eerste aanleg overleggen over loongerelateerde verzekeringen tegen baanverlies en over reïntegratiebevordering. In tweede aanleg wordt de inbreng van alle vier partijen gemixed (met gebruikmaking van de algemeen-verbindend-verklaring).
10
Alvorens de nieuwe mixer in werking te kunnen zetten moet eerst de wond van het voorjaarsoverleg 2004 behandeld worden. Die wond ontstond toen het kabinet eenzijdig de fiscale faciliteit voor prepensioen introk, een belediging voor de jarenlange en succesvolle inzet van sociale partners om vergrijzingskosten meer in rekening te brengen bij degenen die (eerder) stoppen met werken. Hun inzet betreft de overstap van eindloonpensioen naar middelloonpensioen en vooral de overstap van VUT naar prepensioen. Bovendien hadden de werknemers ingestemd met loonbevriezing in de verwachting dat het polderoverleg de mogelijkheid van betaalbaar prepensioen in hun levensloop wel zou regelen. Het recept hoe deze wond te behandelen komt niet uit de oude mixer want die lijdt aan blikvernauwing, de waan van de dag dat ouderen per se langer aan het arbeidsproces moeten deelnemen. De nieuwe mixer is beter bestand tegen geborneerde politieke correctheid en produceert het volgende recept: De AOW leeftijd gaat omlaag van 65 naar 64 waardoor de prepensioenkosten van sociale partners dalen en er niet meer getreurd hoeft te worden over het verlies van de fiscale faciliteit – in feite verlies van stroperigheid. Prepensioen is eigen verantwoordelijkheid van sociale partners waarbij de overheid ervoor zorgt dat hun afspraken algemeen verbindend zijn. De symboolpolitiek van de overheid die beweert te streven naar meer arbeidsparticipatie van ouderen zal wel weer zeggen dat dit recept “het verkeerde signaal” is. Daartegenover zal (zeker de geleding van nietwerkenden in) de nieuwe mixer zakelijk argumenteren: bijna alle 64-jarigen zijn al gestopt met werken en velen van hen ontvangen nu een WAO-, WW-, IOAW-, Bijstands- of ANW uitkering, zodat de overheid voor deze categorie nauwelijks meer kosten hoeft te maken in geval van omzetting naar AOW. Alleen de omzetting van 1 jaar prepensioen naar AOW vergt substantieel meer overheidsuitgaven, maar die worden gedekt door meer belastingopbrengsten na de afschaffing van de fiscale prepensioenfaciliteit. Per saldo gaat het om een bijna budgettair neutrale operatie die de blokkade voor het nieuwe poldermodel opheft en dus bijdraagt aan de cohesie in de verzorgingsstaat. Binnen het overheidsbudget zullen de overdrachtsuitgaven iets toenemen, wat
11
internationaal gezien ook wel mag, want: Nederland besteedt nu verhoudingsgewijs het minste geld aan sociale uitgaven in de OESO op Ierland na (SCP 2004, “Hollandse taferelen”, blz. 69). Prepensioen draagt bovendien bij aan de productiviteitsstijging en daarmee aan economische groei. Dat is één van de redenen waarom de verzorgingsstaat in hoge mate een “free lunch” is, zoals blijkt uit de doorwrochte studie van Peter H. Lindert: “GROWING PUBLIC, Social Spending and Economic Growth Since the Eightteenth Century”, Cambridge 2004.
12
Wetenschapper met liefde voor basisinkomen, onderzoek en discussie Meld je aan bij de WERKGROEP ONDERZOEK van de Vereniging Basisinkomen! Deze werkgroep wil een denktank zijn waar wetenschappers van diverse disciplines samenwerken: om meer inzicht te verkrijgen in politieke, economische, fiscale en sociologische vraagstukken die samenhangen met (invoering van) het basisinkomen. De werkgroep bestaat momenteel uit (in alfabetische volgorde): prof.dr. Paul de Beer, econoom (arbeidsverhoudingen) drs. Saar Boerlage, sociaal geografe drs. Guido den Broeder, econometrist (o.a. arbeidsmarkt) dr. Loek Groot, econoom en politiek filosoof drs. Michiel van Hasselt (voorzitter), socioloog (sociale zekerheid) dr. Paul Metz, chemicus, 1/2 econoom (duurzaam beleid) mr. Gosling Putto, jurist drs. Evert Voogd, politicoloog Er is nu behoefte aan nieuwe werkgroepleden, met een inbreng op onder meer: fiscaal gebied, europese regelgeving, overheidsbeleid en wat al niet… Tijdsbeslag ca. 5 dagdelen per jaar. AANMELDING BIJ MICHIEL:
[email protected]
13
ENEA ! (En Nu Echt Anders!): Het Basisinkomen Boekbespreking Dit voorjaar kreeg ik een oranje boekje toegestuurd met bovenstaande titel. Astrid van Triet heeft het geschreven en zij heeft ons toestemming gegeven om een fiks aantal bladzijden uit haar boekje over te nemen. Met veel plezier heb ik de 49 (kleine) bladzijden gelezen. Het is een uitnodiging om mee te denken over een basisinkomen. Astrid schrijft: 'Als we willen dat er in Nederland iets verandert, moeten we als maatschappij zelf aangeven hoe we willen zijn'. ENEA ! 'Het basisinkomen' is de tweede uit een reeks. Het eerste boekje heette 'Nederland, hoe wil je zijn?' De omschrijving luidt: Een oproep om als volwassen maatschappij zelf te bepalen waar we naartoe willen met Nederland, en dat niet alleen aan de politiek over te laten. Astrid heeft, lijkt het, zonder veel documentatie te raadplegen de brochure over het basisinkomen geschreven. Dat is haar, denk ik, niet echt aan te rekenen, omdat haar motivatie primair lag bij de vraag hoe de maatschappij zich kan losmaken van de in haar ogen oppermachtige partijbonzen. Haar opzet wijkt hier en daar flink af van datgene waarover wij het in de vereniging basisinkomen min of meer eens zijn. Toch was ik bij het lezen van deze brochure aangenaam verrast. Het is een zeer goed leesbaar pleidooi voor het invoeren van een basisinkomen. Deze boekbespreking heeft drie onderdelen: I. De concrete inhoud van het scenario II. Mijn kritiek daarop III. Enige opmerkingen over de ENEA-straat. I. De concrete inhoud van het scenario Astrid gaat uit van een basisinkomen waarvan te leven valt. De hoogte ligt tussen 500 en 750 euro per maand. Vanaf 18 jaar heeft iedere Nederlander, die minstens een ouder heeft met een reeds vijf jaar geldige 'Nederlandse identiteit', daar recht op. Tegelijk worden alle subsidies en uitkeringen (behalve die voor kinderen en tieners tot 18 jaar) afgeschaft. Het basisinkomen wordt ongeacht inkomen, huishoudensvorm e.d. maandelijks verstrekt op een speciale rekening (de
14
z.g. sofi-rekening). Bij de besteding van het basisinkomen is echter een beperking: het moet in Nederland worden uitgegeven. Astrid stelt voorts, zonder veel omhaal dat het basisinkomen financieel haalbaar is. Zij is onder meer optimistisch over de effecten op de arbeidsmarkt. Voor mensen met een hoog inkomen is een basisinkomen (dat wellicht bij de loononderhandelingen een drukkende werking heeft) geen stimulans tot gedragsverandering. Voor uitkeringsgerechtigden is dat wel zo: zij worden gestimuleerd om te gaan 'bijverdienen'. Voor de grote categorie mensen met een laag of gewoon salaris is het basisinkomen nauwelijks een verbetering van de koopkracht, denkt zij. Immers ook bij hen zal het loon waarschijnlijk omlaag gaan en zij zullen bij voorbeeld de huursubsidie gaan missen. Door de lagere lonen hoopt zij dat de arbeidsmarkt ruimer wordt, waardoor de 'herverdeling van werk en loon op een meer natuurlijke wijze plaats gaat vinden'. Voorts stelt zij, dat er na invoering van een basisinkomen (en de dan ontstane ruimere arbeidsmarkt) in verhouding weinig 'lanterfanters' zullen zijn. De aan hen te besteden overheidsuitgaven zullen in het niet vallen bij de kosten van de huidige uitkeringsbureaucratie en controle. Onder het kopje 'Loon naar arbeid' gaat zij in op de huidige situatie waarbij uitkeringsgerechtigden het 'niet-leuke werk' proberen te weigeren. Immers: bij aanvaarding van laagbetaald niet-leuk werk gaat de koopkracht van menigeen er nauwelijks op vooruit. Na invoering van een basisinkomen zullen veel meer uitkeringsgerechtigden dit nietleuke werk wel (part-time) willen doen. Zij gaan er dan (mits het minimumloon gehandhaafd blijft) in koopkracht flink op vooruit. Voor de Nederlandse maatschappij (onze schatkist) heeft deze, zonder bureaucratie en strafkortingen opgelegde werkaanvaarding een positief effect. II. Kritiek Zoals gezegd: het is een korte, duidelijke brochure met een wervend verhaal. Van jongeren (en anderen) die nog nooit over het basisinkomen hebben nagedacht verwacht ik een enthousiast onthaal. Maar het boekje is voor mensen die al langer over het basisinkomen in debat zijn wel erg weinig gedocumenteerd en daardoor weinig overtuigend.
15
Mijn bezwaren zijn: a. Astrid is te hard voor kansarme mensen. b. De consequenties voor economie en schatkist zijn onvoldoende uitgewerkt. c. De negatieve houding tegenover 'de politiek'. ad a. De harde aanpak De subsidies. Het voorstel om alle subsidie-mogelijkheden voor bijstand, huur, bijdragen voor (thuis)zorg etc. af te schaffen is ondoordacht. In 2004 leeft zo'n 20% van de 65 plussers alleen van de AOW. Astrid gaat in het algemeen uit van 500 euro per maand, maar ook al zou het basisinkomen dezelfde hoogte krijgen als waarop de AOW-er nu recht heeft, dan nog zou er voor een groot aantal alleenwonende ouderen een noodsituatie ontstaan. Immers: de aanvullende subsidies worden in Astrids scenario geschrapt, terwijl er (vooral bij de hoogbejaarden) geen inkomensverbetering denkbaar is. Die noodsituatie zal ook optreden bij veel alleenstaande moeders, jonggehandicapten, oudere ww/wao-ers etc. etc. Kortom de bijzondere bijstand mag niet verdwijnen. Het afschaffen van de huursubsidie en andere zaken is dus mijns inziens alleen verantwoord als de bijzondere bijstand als een goed en betrouwbaar vangnet gaat functioneren. De huizenmarkt. Astrid stelt in het onderdeel 'afstemming vraag en aanbod' dat de huizenmarkt nu 'gekunsteld in stand wordt gehouden.' Na invoering van het basisinkomen zouden mensen huizen kunnen kiezen die zij zich 'kunnen en willen veroorloven'. Kommentaar mijnerzijds: in Amsterdam is zo'n uitspraak ver naast de werkelijkheid. Er is sprake van ernstige schaarste. Voor een sociale huurwoning is de wachttijd minstens vijf jaar en de koopwoningen zijn onbetaalbaar voor gewone huishoudens. Uitsluiting. Astrid is wel erg hard voor betrapte fraudeurs. Zij zouden levenslang geen basisinkomen meer mogen krijgen. Ook de eis aan migranten(kinderen) om een ouder te hebben met een minsten vijf jaar oude 'Nederlandse identiteit' is onrechtvaardig en werkt negatief. Op deze manier krijgen wij in Nederland een lompenproletariaat met noodgedwongen onaangepast gedrag.
16
De sofi-rekening. Voor mensen, die (nagenoeg) uitsluitend zullen leven van het basisinkomen (zoals veel ouderen) is het in Astrids voorstel niet meer mogelijk om (met vakantie) naar het buitenland te gaan. Het effect is discriminerend en dus ongewenst. Conlusie. Astrid gaat uit van een maatschappij met de volgende drie belangrijke waarden: a. het kunnen dragen van je eigen verantwoordelijkheid, b. keuzevrijheid binnen maatschappelijke grenzen en c. het recht op werk. Zij vergeet echter de solidariteit (het recht op zorg). Niet iedereen kan betaald werk verrichten. Ouderen en een groot aantal gehandicapten hebben vaak extra hoge kosten die niet op eigen kracht kunnen worden bestreden. ad b. Te weinig gedocumenteerd Astrid gaat impliciet uit van het ook door mij (ons) voorgestane idee, dat het basisinkomen voor de schatkist niet (al te) onvoordelig moet zijn. Astrid denkt, dat de 500 of 750 euro die een werknemer extra ontvangt, aanleiding is voor loonsverlaging, waardoor een gunstig effect op het arbeidsaanbod ontstaat. In de vereniging basisinkomen is er een stroming, die het loonbedrag niet wil aanpassen, maar het belastingtarief van de gemiddelde en hogere inkomens zodanig wil verhogen, dat de extra kosten van het basisinkomen daaruit gefinancierd kunnen worden. Over deze twee mogelijke uitwerkingen is documentatie verschenen. Astrid is optimistisch over de te verwachten effecten. Ik deel haar optimisme wel, maar mis in haar publicatie een aanzet tot verantwoording. Ik betwijfel bij voorbeeld of Astrid zich gerealiseerd heeft, dat een (naar schatting) miljoen partners van kostwinners bij invoering van een basisinkomen dit inkomen nagenoeg extra inkasseren. De vereniging basisinkomen heeft op dergelijke zaken een weerwoord of studeert daarop. Het is jammer dat Astrid tegenstanders zo gemakkelijk laat scoren. Een andere kwestie, n.l. de inpassing in Europees verband laat zij ook geheel onbesproken. Conclusie.
17
Aan het invoeren van een basisinkomen zitten economisch gezien wel wat haken en ogen. Deze dienen op een serieuze wijze te worden weersproken of tot de juiste proporties te worden teruggebracht. Het boekje van Astrid van Triet schiet op dit terrein tekort. ad c. 'De politiek' In het voorwoord stelt Astrid: 'De richting die Nederland kiest is een gezamenlijke keuze, onze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hoe wij als land willen zijn is de keuze van de maatschappij, en niet een keuze van de politiek. De politiek dient keuzes vervolgens waar te maken'. Voor Astrid is er kennelijk een tweedeling: de maatschappij en de politiek. Voor mij is dit een vreemde indeling. Ik ga er vanuit dat Astrid met de richting 'die Nederland kiest' doelt op een uitspraak van de Nederlandse kiezers. Of wil Astrid ons politieke bestel opzijzetten? Zij roept mensen op om mee te denken en mee te schrijven aan de ENEA scenario's, maar, schrijft ze 'verval daarbij niet in politieke ideologieën'. Hoezo? Zijn de door Astrid terecht genoemde belangrijke waarden zoals 'keuzevrijheid' en het 'recht op werk' geen politieke doelstellingen? Wij hebben juist wel graag contact met onder meer politici. De vereniging basisinkomen tracht in belangrijke organen het debat over zaken, die bij een basisinkomen aan de orde komen te bevorderen. Wij komen zodoende wel eens naar politieke congressen. Dat ons standpunt nauwelijks geaccepteerd wordt is een probleem. Een ander probleem is het feit, dat onze opgebouwde kennis over mogelijke effecten van een basisinkomen in het boekje van Astrid niet zijn opgenomen. Zelfkritiek is hier op zijn plaats, maar het weerhoudt mij er niet van om Astrid te adviseren om eens na te gaan hoe een ombuiging van het sociale stelsel tot stand kan komen. Voorbeelden zijn er genoeg. Ik noem de invoering van drie belangrijke wetten: de Woningwet, de AOW en de Algemene Bijstandswet. In deze drie gevallen is er sprake geweest van een goede samenwerking tussen maatschappelijke stromingen en 'de politiek', waardoor uiteindelijk een meerderheid in het parlement het desbetreffende wetsvoorstel steunde. Conclusie. Gezamenlijk kunnen we in Nederland (en daarbuiten) alternatieven ontwikkelen en daarna doen realiseren in het Parlement. Astrid
18
reageert op diverse bladzijden te fel op 'de politiek' en op 'een aantal partijvoorzitters' alsmede op het feit dat men niet luistert naar 'de maatschappij'. Wij zijn ook niet altijd tevreden, maar wij vinden het onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om de samenwerking en de communicatie zowel met leden en bestuurders van de diverse partijen als met partijlozen, wetenschappers, ervaringsdeskundigen etc. zo hecht mogelijk te laten zijn. III. De ENEA-straat Zoals u wellicht weet, is in onze vereniging het plan ontwikkeld om te komen tot een uitvoerige brochure. Wij hebben ons afgevraagd hoe wij bij diverse huishoudens het effect van een basisinkomen kunnen schetsen. Astrid heeft dit probleem mijns inziens subliem opgelost. Inhoudelijk heb ik wel wat bezwaren. Het is een blanke, vrij jonge probleemloze straat. Het oudere echtpaar is te jong en te vitaal om als voorbeeld te dienen voor 'de oudere'. Een kwetsbare arme alleenwonende echt oude vrouw had in de beschrijving niet misstaan. Hetzelfde geldt voor de gehandicapte. Ook zij is vitaler dan de gemiddelde gehandicapte. Dat er in de straat geen Turks of Marokkaans gezin gevestigd is, is ook een duidelijke misser. Maar verder is de opzet en de uitwerking erg verhelderend en gebruiksvriendelijk. Saar Boerlage
19
De ENEA-straat Uit: ENEA! En Nu Echt Anders! Het Basisinkomen door Astrid van Triet Het is het jaar 2010, zaterdag 17 juli. Ik zit te mijmeren in mijn voortuintje; gisteren hadden we een leuk buurtfeest en ik denk nog eens terug aan de mensen die ik heb ontmoet. Ik blijf me aangenaam verbazen over de verschillende prioriteiten die mensen in dit leven hebben en ik voel me trots op Nederland, een land waar mensen hun eigen krachten in mogen zetten om hun eigen beeld van geluk te kunnen nastreven. De tweeling op de hoek werd vorige week 18 jaar. Ze glunderden helemaal toen ze gisteren vertelden dat hun sofi-rekening geopend is waarop de eerste 500 euro aan basisinkomen is gestort. Je ziet het bij elke 18-jarige: ze rekenen zich rijk. Een gesprek met pa en ma kan nooit kwaad. Beiden hebben bekeken of ze uit de landsverzekering wilden stappen waarop ze vanaf hun geboorte gratis recht hadden. Marijke heeft besloten om lid te blijven en betaalt de premie nu maandelijks vanaf haar sofi-rekening. Peter kiest ervoor om naar één van de particuliere verzekeringen te gaan. Hij heeft voor een goedkope variant gekozen. Dat biedt hem een minder groot vangnet maar dat risico is hij bereid te lopen. Marijke gaat gelijk doorstuderen als ze klaar is met school. Peter wil eerst nog een jaartje ‘van het leven proeven’. Althans, dat zegt hij nu, maar zijn ouders hebben gezegd dat ze hem echt geen cent meer zullen geven, dus dat hij het nu echt alleen moet rooien. Eén van de dochters van nummer 24 heeft een aantal jaren geleden besloten om hier in de buurt te gaan studeren en voorlopig bij haar ouders te blijven wonen. Ze betaalt de studie met haar basisinkomen, en spaart de huur op zo’n manier uit. Ze vertelde me dat een vriendin van haar niet kon wachten om het huis uit te gaan, dus die is zo ver mogelijk van huis gaan studeren. Zij werkt erbij om de huur van haar kamer op te kunnen brengen.
20
Arno, de man op nummer 27 woont hier nu zo’n vijf jaar. Hij werkt 24 uur per week als leraar. Hij vindt het salaris dat hij daarmee bovenop zijn basisinkomen ontvangt voldoende. Zijn vrouw werkt tenslotte ook 24 uur als lerares, en samen hebben ze het prima zo. Zo kunnen ze beiden redelijk wat tijd besteden aan hun grootste hobby: hun drie kinderen. e
Pieter van de overkant is op zijn 28 alsnog gaan studeren. Hij heeft 10 jaar idioot veel gewerkt en veel verdiend, maar stond op het randje van een burn-out. Hij besloot om het een aantal jaar over een andere boeg te gooien. Geld heeft hij zat gespaard met al dat werken en de komende vier jaar kan hij altijd nog op zijn basisinkomen terugvallen. Hij heeft met zijn vrouw afgesproken dat ze aan het eind van zijn afstudeerjaar aan kinderen gaan beginnen en dat ze beiden parttime zullen gaan werken als die kinderen er eenmaal zijn. Hij vertelde ook nog dat zijn vrouw inmiddels haar boek af heeft. Hij was al een beetje bang geworden; ze heeft twee jaar lang aan dat boek gewerkt en heeft weinig gedaan om wat extra te verdienen boven haar basisinkomen. Maar hij heeft er alle vertrouwen in dat het boek zichzelf terugbetaalt als het eenmaal gepubliceerd wordt. Direct naast mij heb ik sinds kort nieuwe buren. Ze overwegen een tweede kind, maar weten niet of dat financieel al haalbaar is. De vrouw is na de geboorte van de eerste een stuk minder gaan werken en haar man is net aan het overwegen om een leukere maar minder betaalde baan aan te nemen. Ze hebben in principe genoeg aan de twee basisinkomens en hun salarissen, maar ze willen zich ook wel enige luxe kunnen veroorloven. Misschien gaat zij een tijdje meer werken om te sparen, maar ze zijn er nog niet uit. Hun buurmeisje Carla is gehandicapt: zij kan haar benen niet meer gebruiken. Ze is nu 16 jaar en leest voor bij verschillende kinderen in de buurt en krijgt daarvoor betaald. Ze wil Nederlands gaan studeren. Ze geeft nu ook bijles aan een aantal allochtone kinderen in de buurt. e Het is iets wat ze wel wil blijven doen na haar 18 . Ze denkt erover om dan met een aantal andere gehandicapten te gaan samenwonen, zodat ze vanuit hun basisinkomens gezamenlijk iemand kunnen inhuren die de voor hun onmogelijke klusjes in huis kan doen. Ze is nu
21
ook een internetsite aan het ontwikkelen waar gehandicapten hun kwaliteiten kunnen aanbieden binnen het sofi-circuit. Op nummer 12, het grootste huis in deze straat, hebben ze een leuke oppas in huis wonen. De ouders werken allebei en dachten dat de plaatselijke kinderopvang niet leuk zou zijn voor hun kinderen. De oppas heeft kost en inwoning bij hen en krijgt daar bovenop nog een leuk zakcentje. Ze wil twee jaar bij deze familie in de ENEA-straat blijven werken. Op deze wijze hoeft ze twee jaar lang geen huur te betalen van haar basisinkomen, zodat ze aardig wat spaart. Daarmee kan ze dan eindelijk die omscholing gaan doen die ze zo graag wilde. Ze had er ook nog aan gedacht om met haar vriendin te gaan samenwonen, dan zou ze tenslotte ook kunnen sparen. Maar dit gaat sneller, en ze heeft het altijd al leuk gevonden om voor kinderen te zorgen. Het wat oudere echtpaar de Haag heeft ervoor gekozen om bij de overgang naar het basisinkomen hun toen opgebouwde pensioen in één keer uit te laten betalen. Ze zijn nu 58 en 60 en bij de overgangsregeling naar het basisinkomen konden ze kiezen om óf het oude pensioensysteem te blijven volgen óf om op dat moment de regering het pensioen af te laten kopen, door in één keer een bedrag aan hen uit te laten betalen. Ze hebben voor dat laatste gekozen. Daardoor kregen ze per saldo veel minder uitgekeerd dan wanneer ze werkelijk met pensioen zouden gaan, maar beiden hadden hun eigen reden om het op deze manier te doen: bij mevrouw de Haag worden ze in haar familie nooit zo oud, dus zij dacht: ‘pluk de dag’. Zij heeft zich toen ook niet bijverzekerd op de particuliere markt voor het verder opbouwen van een pensioen; ze heeft zelf voor een spaarpotje gezorgd en ze heeft straks nog altijd haar basisinkomen. Meneer de Haag heeft ervoor gekozen om met zijn éénmalige pensioenuitkering e zijn eigen bedrijf op te zetten, waarmee hij ook na zijn 65 verder kan. Hij voelt zich veel te vief om straks te stoppen met werken. Een deel van het geld heeft hij op een spaarrekening gezet als appel voor de dorst. De man op 28 is werkelijk een geval apart. Een echte lanterfanter. Zelf noemt hij zich een filosoof. Een vriendin van mij heeft nog een tijdje een relatie met hem gehad. Eerst vond ze hem ‘erg vrijgevochten’ en
22
dat trok haar enorm aan. Maar op een gegeven moment kreeg ze de kriebels van hem. Nooit gewerkt en geen haar op zijn hoofd die eraan denkt om ooit te gaan werken. Mijn vriendin werd er gek van: geen enkel uitzicht op veranderingen, op een beetje extra geld, op een beetje luxe. Ze stelde hem voor de keuze: of jij gaat ook werken, of onze relatie is ten einde. Onvoorstelbaar wat hij gekozen heeft! En ikzelf? Ik ben nog steeds blij dat ik een klein huis heb gekocht voor mij en mijn dochtertje, toen ik veel geld verdiende in goede tijden. Ik heb het huis in één keer afbetaald. Het is klein, maar we hebben het reuze gezellig samen. Ik werk als zelfstandige en weet nooit wanneer ik opdrachten heb. Maar dat geeft niet, want we hebben altijd mijn basisinkomen nog en in stille tijden kan ik verder schrijven aan de ENEA-scenario’s.
23
Vacatures Vereniging Basisinkomen
Bestuursleden Als vereniging willen wij graag veel meer contacten met de politiek en allerlei andere relevante organen. Om bij de tijd te blijven, onszelf te vernieuwen en het draagvlak voor de invoering van basisinkomen te vergroten. Wij zijn daarom op zoek naar een of meer bestuursleden die zich graag met externe contacten en lobbyen bezighouden. Redacteuren Voor het schrijven van stukken, redigeren van andermans stukken, verzamelen van externe stukken ten behoeve van de Nieuwsbrief, en voor de lay-out. Geen WP-ers, maar goede Word-kenners, met internetverbinding! Website De website, nu met de bijbehorende forums, wordt steeds belangrijker voor de uitwisseling van informatie, zowel intern als met de buitenwereld. Wij zijn daarom op zoek naar vrijwilligers die: - willen helpen met het verder aankleden van de website; - willen helpen met het toevoegen van inhoud aan de website, om te beginnen door oude publicaties van de vereniging te scannen en op de site te plaatsen. Heeft u belangstelling voor een van deze functies, neem dan contact op met het secretariaat.
24
TPG Post Port Betaald
Uitgave van: Vereniging Basisinkomen Wagenaarstraat 184 1093 EB Amsterdam Secretariaat: 070-3859268 E-mail:
[email protected] Website: www.basisinkomen.nl