Nieuwsbrief van d.d. 31-01-2011 Nummer: 01—2011
Automatische beëindiging arbeidsovereenkomst bij pensionering Op 12 oktober 2010 heeft het EU-Hof van Justitie (EU-Hof) een belangrijke uitspraak gedaan inzake leeftijdsdiscriminatie. Het betrof een zaak van de Duitse schoonmaakster, mevrouw Rosenbladt. Haar arbeidsovereenkomst werd op grond van een clausule in de CAO automatisch beëindigd bij het bereiken van de pensioenleeftijd. Zij was het hier niet mee eens. De zaak kwam uiteindelijk bij het EU-Hof. Dat oordeelde dat weliswaar sprake was van een direct onderscheid op grond van leeftijd, maar dat daardoor nog geen verboden leeftijdsdiscriminatie was ontstaan. Volgens het Hof gaat het hier om een mechanisme dat berust op een evenwicht tussen redenen van politieke, economische, sociale, demografische en budgettaire aard. Doel is enerzijds werknemers een bepaalde mate van arbeidsstabiliteit en op langere termijn een vooruitzicht op pensioen te bieden, terwijl anderzijds werkgevers een zekere flexibiliteit in het personeelsbeheer wordt geboden. Deze doelen vormen een objectieve rechtvaardigingsgrond voor een verschil in behandeling op grond van leeftijd. Commentaar: Tot nu toe waren de uitspraken van Nederlandse rechters verdeeld. Op 14 april 2008 heeft Rechtbank Den Haag al eens geoordeeld dat pensioenontslag bij 65 jaar
rechtmatig was. Een jaar later, op 23 april 2009, was de conclusie van dezelfde rechtbank dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet van rechtswege eindigt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Compensatie beleggingspolis hoger dan compensatieregeling De Commissie van Beroep van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) heeft een dappere polishouder na 4,5 jaar procederen in het gelijk gesteld in zijn strijd tegen REAAL. Het ging om een beleggingsverzekering uit 1999 die was afgesloten ter aflossing van een hypotheek. In 2007 kocht de man de polis af en kreeg hij € 25.000,00 terwijl hij € 26.500,00 aan premies had betaald. Volgens de aangeboden compensatieregeling zou de man in kwestie € 1.500,00 compensatie krijgen van REAAL, maar de Commissie oordeelde dat de man recht had op een compensatie van € 27.000,00 Belangrijk in deze uitspraak is dat de grond voor de compensatie niet zozeer de hoge kosten zelf zijn, maar juist de gebrekkige informatie die daarover is verstrekt. Strekking van deze casus is dan ook dat men kans maakt op een hogere compensatievergoeding dan volgens de afgesproken regeling, naarmate de verzekeraar ten tijde van het afsluiten van de polis en daarna schimmiger is geweest over de diverse kostenbestanddelen die op de inleg drukken. Commentaar: Deze casus leert ook dat het niet zonder slag of stoot gaat om verzekeraars daartoe te bewegen.
Supers in negen jaar amper duurder Boodschappen in de supermarkt zijn vergeleken met het guldentijdperk amper duurder geworden. Voor een stevige mand met boodschappen zijn klanten omgerekend nu slechts tachtig eurocent duurder uit. Dat blijkt uit onderzoek van Omroep Gelderland ten behoeve van het consumentenprogramma Hallo Gelderland. De conclusies zijn gelijk aan die van eerdere onderzoeken, onder meer van SymphonyIRI. Daaruit bleek dat A-merken ten opzichte van 2003 zelfs goedkoper zijn geworden. Het televisieprogramma deed negen jaar geleden boodschappen in de laatste weken van
het guldentijdperk. De afgelopen periode werd hetzelfde mandje met boodschappen opnieuw gekocht. Felle prijzenoorlog In het guldentijdperk kostte het mandje van Hallo Gelderland omgerekend 194,76 euro. Negen jaar later kostte hetzelfde mandje 195,56 euro. Het geringe prijsverschil wordt verklaard door de felle prijzenoorlog die onder aanvoering van Albert Heijn vanaf 2003 is gevoerd. De uitslag komt voor veel bezoekers van de website van Omroep Gelderland als een verrassing. Zij blijven van mening dat prijzen in de supermarkt de afgelopen jaren juist veel hoger zijn geworden.
Auto van de Zaak 1. Regeling voor werknemers Per 1 januari 2006 is de fiscale behandeling van de auto van de zaak voor werknemers in de Wet op de loonbelasting (Wet LB) opgenomen. De werkgever is op grond van artikel 13bis Wet LB verantwoordelijk voor de bijtelling op het loon die ook privé wordt gebruikt (geboekt als loon in natura) en het hiermee rekening houden voor de inkomensafhankelijke bijdrage van de zorgverzekeringswet. Als de werknemer met een sluitende kilometeradministratie of op een andere manier aantoont (Rechtbank Leeuwarden, nr. 06/70) dat niet meer dan 500 privé kilometers worden gemaakt, kan de bijtelling achterwege blijven. De werkgever moet dit controleren. Dit betekent een extra administratieve last en eventueel nadelige gevolgen (naheffing, aansprakelijkheid). Om dit probleem weg te nemen zijn er verschillende mogelijkheden: Een verklaring geen privégebruik (zie de website van de Belastingdienst). De werknemer geeft tegenover de Belastingdienst aan de auto niet in privé te gebruiken. Dit vrijwaart de werkgever voor latere naheffingen en eventuele herberekening van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (geen vergoedingsplicht voor dit deel). Dit geldt niet als de werkgever weet (de wettekst noemt niet 'behoorde te weten' of iets dergelijks) dat de verklaring onjuist is. De eindheffing bestelauto: Bij het gebruik door meerdere werknemers kan de werkgever een vast bedrag van € 300 per auto per jaar in de eindheffing betrekken. In verband met deze regeling is ook voor de BTW een tegemoetkoming opgenomen. Een verbod op privégebruik. Ook een mondelinge afspraak is wel geaccepteerd in de jurisprudentie. Het uitsluiten van gebruik van bestelauto's buiten diensttijd met controle hierop.
2. Bijtelling De bijtelling geldt zowel voor personenauto's als bestelauto's en bedraagt ten minste 25% van de waarde van de auto (voor een motor geldt het werkelijke privé-gebruik) Bij een CO2-uitstoot tussen 95 en 116 gr/km voor dieselauto’s of tussen 110 en 140 gr/km voor benzine, LPG en aardgasauto’s geldt een minimale bijtelling van 20%. Ligt de CO2-uitstoot onder 95 respectievelijk 110 gr/km, dan is de minimale bijtelling 14%. Voor auto's zonder enige CO2-uitstoot zoals elektrische auto's geldt tot en met 2014 een bijtelling van 0%. Voor een hogere bijtelling dan 25, 20, 14 dan wel 0% ligt de bewijslast bij de fiscus. De waarde is de cataloguswaarde tot het moment dat de auto 15 jaar of ouder is, daarna geldt ten minste 35% van de waarde in het economische verkeer, de kortingen naar CO2-uitstoot (5, 11 en 25%) blijven van toepassing. De bijtelling moet dus eventueel tijdens het kalenderjaar worden aangepast. De cataloguswaarde wordt verhoogd met accessoires die vóór het op kenteken zetten zijn aangebracht (Rechtbank Den Haag, nr. 05/2614) (tot 1 januari 2003 telt ook de dag waarop dit is gebeurd, mee). Voor auto's die op of na 1 juli 2006 op naam worden gesteld (CPP2006/1991M) tellen accessoires die niet door de fabrikant of importeur zijn aangebracht, niet mee voor de cataloguswaarde. Op de Site van RDW kan men de catalogusprijs van uw eigen auto nakijken. De grens van 500 privékilometers wordt over een kalenderjaar berekend; als maar drie maanden een auto ter beschikking staat maar in die maanden wel 130 kilometer privé is gereden, is sprake van een bijtelling. Woon-werkverkeer valt buiten de privékilometers. Volgens Hof Arnhem (nr. 09/00302) is elk woon-werkverkeer zakelijk en kan de inspecteur niet een bepaald soort reizen, in dit geval het regelmatig tussen de middag naar huis rijden om daar te lunchen, uitzonderen. Staatssecretaris Weekers heeft inmiddels cassatie aangetekend (onderdeel 2 van het besluit nr. DGB2010/6957M). Een eigen bijdrage voor privégebruik (kan ook het dragen van bepaalde kosten zijn) komt in mindering op de bijtelling. Een bijdrage in de aanschafkosten in één keer moet aan meerdere jaren worden toegerekend en daarna per jaar naar de verhouding privé/zakelijk worden verdeeld. De bijtelling wordt niet verminderd met de eigen bijdrage, maar er ontstaat wel een aftrek voor het privédeel. De bijtelling verhoogt wel het belastbaar loon voor het bepalen van de jaarruimte, maar behoort niet tot het pensioengevend loon. De bijtelling wordt ook meegenomen voor de levensloopregeling en telt mee voor het loon en de ZVW maar niet voor de werknemersverzekeringen. Vanaf 2010 worden er extra hoge boeten opgelegd als er ten onrechte geen bijtelling heeft plaatsgevonden voor het privégebruik auto van de zaak. 3. Aftrek bijtelling
De bijtelling kan in de volgende gevallen (deels) aftrekbaar zijn: Gebruik aangepaste auto door gehandicapte (2010206460 / DGB2002/01477). Vervoerskosten i.v.m. ziekte in de zin van artikel 6.17, lid 1, onderdeel b Wet IB 2001. 4. Kosten Op grond van artikel 15b, lid 1, onderdeel r Wet LB kan geen onbelaste vergoeding worden verstrekt voor parkeergelegenheid in of bij de woning van de werknemer. Vergoeding van de werkelijke kosten is voor andere gevallen onbelast. 5. Nadere vereisten Artikel 21c Uitvoeringsregeling loonbelasting geeft nadere regels voor de kilometeradministratie, de eigen bijdrage en de verklaring geen privé gebruik. 6. Uitzondering bestelauto's In de volgende gevallen geldt een andere bijtelling dan 25% (20 dan wel 14%) van de waarde respectievelijk geen bijtelling: De bestelauto is nagenoeg uitsluitend geschikt voor goederenvervoer (Rechtbank Arnhem, nr. 06/1469). De bijtelling is dan het werkelijk privégebruik x de kilometerprijs van de bestelauto. Ook als de bestuurderscabine niet specifiek is ingericht voor goederenvervoer en meerdere zitplaatsen heeft, kan sprake zijn van een (nagenoeg) uitsluitend voor goederenvervoer ingerichte bestelauto (HR, nr. 08/00707). Speciale categorieën bestelauto's (bijvoorbeeld ziekenauto's) vallen ook zonder sluitende kilometeradministratie buiten de bijtelling totdat blijkt dat er feitelijk meer dan 500 km privé wordt gereden. Uitzondering ondernemers en resultaatgenieters Ondernemers en zogenoemde resultaatgenieters vallen voor de bijtelling (bij de winst) nog steeds onder de inkomstenbelasting. In artikel 3.20 Wet IB 2001 en artikel 9 Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 zijn vergelijkbare voorwaarden opgenomen. Bij ondernemers is de bijtelling wel gemaximeerd op de van de winst afgetrokken kosten. 7. Onbetaald verlof Als de werknemer met onbetaald verlof gaat, wordt de ter beschikking gestelde auto meestal nog steeds gebruikt. Dit loon in natura wordt aangemerkt als tijdvakloon zodat hiermee rekening moet worden gehouden voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de premies werknemersverzekeringen. 8. Bijzondere situaties
Gebruik door medewerkers van een autodealer wordt bepaald aan de hand van de zogenoemde Handreiking bijtelling privé gebruik auto voor de autobranche. Een ondernemer of directeur-grootaandeelhouder van een bedrijf waarin meerdere auto's aanwezig zijn wordt in beginsel geacht twee auto's in privé te gebruiken. Voor wachtdiensten is een speciale regeling opgenomen (DGB2010/6957M). Een hogere eigen bijdrage in verband met terbeschikkingstelling van een duurdere auto kan geheel in aftrek komen als expliciet wordt afgesproken dat deze betrekking heeft op het privé gebruik (Rechtbank Haarlem, nr. 05/5833). Zonder afspraak wordt de bijdrage evenredig verdeeld naar de verhouding zakelijk/privé. Een bijdrage hoger dan de bijtelling is alleen aftrekbaar voor het meerdere als u niet onder de terbeschikkingstelling uit kon komen (HR 26 maart 1997, nr. 31.548). De beperking geldt ook als door een afspraak met de werkgever de totale eigen bijdrage ongelijkmatig over de gebruiksjaren wordt verdeeld. De eigen bijdrage kan dan niet voor de bijtelling alsnog gelijkmatig worden verdeeld (Rechtbank Den Haag, nr. 05/7080). Als om zakelijke redenen een duurdere auto ter beschikking wordt gesteld dan normaal zou worden gebruikt, blijft de bijtelling aansluiten bij de (hoge) catalogusprijs. Het gebruik voor zakelijke doeleinden die buiten de dienstbetrekking of onderneming liggen, kan in bepaalde gevallen leiden tot aftrek of een belastingvrije vergoeding (van bijvoorbeeld de tweede werkgever) 9. BTW In de BTW bestaan voor het privé gebruik van een tot de onderneming behorende auto drie speciale regelingen: één voor de ondernemer, één voor de dga en één voor de werknemer. Voor de BTW moet de inspecteur het privé gebruik aannemelijk maken (Hof Den Haag, nr. 94/3991); het feit dat voor IB en LB privé gebruik wordt aangenomen betekent dus niet automatisch privé gebruik voor de BTW. De ondernemer Als sprake is van privé vermogen is alleen de BTW op gebruik en onderhoud aftrekbaar, naar mate van het zakelijk gebruik. Als dit onvoldoende kan worden afgeleid uit de administratie is goedgekeurd dat 75% van deze BTW kan worden afgetrokken. De regeling voor de auto die tot het ondernemingsvermogen (voor de BTW) behoort, is opgenomen in artikel 15 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting: de in rekening gebrachte BTW wordt eerst afgetrokken, waarna voor het privé gebruik 12% BTW moet worden afgedragen over het bedrag van de bijtelling voor de IB. Als de auto voor de IB tot het privé vermogen wordt gerekend, moet worden uitgegaan van de bijtelling als de auto wel tot het ondernemingsvermogen voor de IB behoorde.
Als de BTW-ondernemer deels vrijgestelde prestaties verricht, wordt de 12% naar evenredigheid van de niet-aftrekbare BTW verlaagd. De werknemer Voor de aan een werknemer mede voor privé gebruik beschikbaar gestelde auto kan per 1 januari 2008 worden aangesloten bij de berekeningsmethode die voor de ondernemer geldt (CPP2009/109M). Een werkgever kan een werknemer niet verplichten een kilometeradministratie bij te houden. Volgens Hof Arnhem (nr. 95/0351) kan de werkgever eventueel aansluiten bij de beschikbare CBS-gegevens. Op grond van een goedkeuring van de staatssecretaris (DGB2004/891) mag ook de volledige BTW in aftrek worden gebracht met een correctie achteraf van 12% x 25% x catalogusprijs. De correctie wordt dan geacht ook het woon-werkverkeer te omvatten. Als alleen sprake is van woon-werkverkeer kan een correctie van 12% x 10% van de catalogusprijs worden gehanteerd. De forfaitaire berekening hoeft niet voor alle werknemers te worden toegepast als voor bepaalde werknemers een lager privé gebruik aannemelijk kan worden gemaakt. De dga Het privé gebruik van de dga wordt in beginsel hetzelfde behandeld als dat van de werknemer. Als de dga echter rechtstreeks meer dan 50% van de aandelen bezit en niet uitsluitend in dienstbetrekking werkzaamheden voor zijn BV verricht, is hij een BTWondernemer (CPP2007/3160). Er zijn dan drie mogelijkheden (CPP2003/2801M): De dga en de BV zijn elk ondernemer. De dga is een fiscale eenheid aangegaan met zijn BV. De dga is geen fiscale eenheid aangegaan met zijn BV, maar kan wel zo handelen. De dga en de BV zijn elk ondernemer Als de auto van de BV is, moeten dga en BV elkaar wederzijds factureren. De dga factureert het gebruik als salaris, de BV factureert voor de terbeschikkingstelling. De dga past daarna de regeling toe die geldt voor ondernemers (aftrek met correctie privé gebruik). Als de auto van de dga is, wordt direct de regeling voor ondernemers toegepast. De dga is een fiscale eenheid aangegaan met zijn BV De auto is van de BV: de regeling voor ondernemers geldt voor de fiscale eenheid. De auto is van de dga: volgens de staatssecretaris kan de fiscale eenheid ook hier de regeling voor ondernemers toepassen. De dga is geen fiscale eenheid aangegaan met zijn BV
De auto is van de BV: de BV zou de dga voor de auto moeten factureren hoewel de dga de BTW niet kan aftrekken. Goedgekeurd is dat dit achterwege blijft als de BV de regeling voor ondernemers toepast. De auto is van de dga: de BTW die op de auto drukt, kan de dga niet aftrekken. Goedgekeurd is dat de BV deze BTW in aftrek brengt volgens de regeling voor ondernemers. De BV kan ook de BTW in een latere levering door de dga in haar aangifte afdragen. Tips en advies 1. Modelovereenkomst tussen Belastingdienst en VNO/NCW De Belastingdienst en het VNO/NCW hebben een modelovereenkomst ontworpen die als addendum bij de arbeidsovereenkomst gevoegd kan worden. In deze modelovereenkomst is het verbod op privé gebruik van de auto van de zaak door de werknemer geregeld. Deze modelovereenkomst is goed te gebruiken, zij het dat de sanctie en schadevergoeding die de werknemer bij overtreding moet betalen extreem is. De sanctie is een boete van € 300 per overtreding. Civielrechtelijk mag deze boete slechts maximaal ter hoogte van het loon over een halve dag zijn. € 300 zal dus voor vele werknemers civielrechtelijk niet mogelijk zijn. De werkgever is dan gehouden een lagere sanctie in de overeenkomst op te nemen. De schadevergoeding bedraagt € 1 per privé gereden km. Kost de auto minder dan € 1 per km dan is € 1 per km schadevergoeding te hoog. Ook in dit geval zal de werkgever het bedrag moeten stellen op de feitelijke kosten per km. 2. Kosten buitenland Veel werknemers moeten aan hun werkgever een bijdrage betalen voor het privé gebruik van de auto van de zaak. Deze betaling komt in mindering op de bijtelling bij het loon. Daarnaast is vaak geregeld dat sommige reiskosten en autokosten voor rekening van de werknemer komen. De werknemer heeft hiervoor geen aftrekmogelijkheid. Om de werknemer toch een fiscaal voordeel toe te spelen zou de werkgever kunnen overeenkomen dat de reiskosten en autokosten die voor rekening van de werknemer kwamen voortaan voor rekening van de werkgever komen, terwijl de werknemer genoegen neemt met een hogere vergoeding voor privé gebruik. Deze hogere vergoeding komt dan in aftrek van de bijtelling. 3. Sluitende kilometeradministratie De bewijslast dat de werknemer minder dan 500 km op jaar basis privé rijdt is uitermate zwaar. Aannemelijk maken is onvoldoende. Er is sprake van aantonen. Het bewijs kan op verschillende wijzen geleverd worden. Een belangrijk onderdeel is een sluitende kilometer administratie. Om te voorkomen dat werkgever en werknemer zich enorm veel moeite getroosten en toch later van de Belastingdienst te horen krijgen dat het bewijs helaas niet voldoende is, is het raadzaam vooraf precies af te spreken welke documenten aan geleverd moeten worden en hoe deze precies ingericht moeten zijn.
Weekers wil belastingrechtspraak na consultatie openbaar maken Openbaarheid van rechtspraak is het uitgangspunt in de Grondwet. Dit houdt in dat procespartijen met naam en toenaam worden genoemd in de zaken waarover wordt geprocedeerd. Op dit moment wordt daarop een uitzondering gemaakt voor belastingzaken. In de meeste landen om ons heen is dat niet zo. Staatssecretaris Weekers (Financiën) wil dit meer in lijn brengen met de Grondwet en met de rechtspraktijk in de andere landen. Daarom is hij conform de Kamerbrief van 19 november 2010, nr. 31 066/96 (zie bijlage) van plan om in de loop van dit jaar een wetsvoorstel te maken waarin de anonieme belastingrechtspraak zal worden vervangen door openbare rechtspraak. Weekers gaf tijdens een debat over belastingen op 13 januari 2011 in de Tweede Kamer aan dat hij het wetsvoorstel eerst in consultatie wil geven, want er zitten de nodige haken en ogen aan openbare belastingrechtspraak. Weekers: “Er zullen in elk geval voorzieningen moeten worden getroffen voor zaken die bijzonder privacygevoelig zijn. Er moet worden voorkomen dat bepaalde bedrijfsinformatie op straat komt te liggen die door de concurrent kan worden misbruikt. Er moeten voldoende waarborgen in zitten. Ik moet dus heel goed kijken hoe andere landen dat hebben geregeld. Door het wetsvoorstel in consultatie te geven, wil ik er reacties op verzamelen vanuit de fiscale rechtspraktijk. Daarna zal ik er definitief op terugkomen.” Weekers komt met zijn plannen tegemoet aan een wens die vrij breed leeft in de Kamer. N.B. Onduidelijk is of dit ook betekent dat meer of alle zaken worden vrijgegeven. Op dit moment worden nog steeds veel zaken niet gepubliceerd waaronder ook zaken die voor de Hoge Raad komen. Hoogachtend, R.A.M. van der Velden b.v. Oostveenseweg 7-b 2636EC Schipluiden k.v.k. nummer 27231863 telf. nr. 015-3808141 fax. Nr. 015-3808095 Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en e-mailadres wijzigen:
[email protected]