Montfoort
Leusden
Nieuwegein
Bunnik Zeist
Baarn Woudenberg
Utrechtse Heuvelrug
Vianen
De Bilt
Soest Loenen
Houten
Bunschoten Vademecum Crisisbeheersing Adviseur Crisisbeheersing & Liaison gemeente in het CoPI
Veenendaal
Abcoude Woerden
Eemnes
Oudewater
Utrecht Wijk bij Duurstede
Maarssen
Renswoude
Lopik
Breukelen
De Ronde Venen
IJsselstein
Amersfoort
Rhenen
Voorwoord Dit vademecum is bedoeld voor de Adviseur Crisisbeheersing (ACB) in zijn of haar rol als ACB in het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) als tevens rol van liaison gemeente in het Commando Plaats Incident (CoPI). Het is een beknopte handreiking op het gebied van crisisbeheersing. In de meeste Utrechtse gemeenten vervult de ACB beide functies. Dit vademecum heeft geen juridische status en vervangt andere planvorming niet. Dit vademecum is opgesplitst in vier delen: 씰 Vóór de crisis, 씰 Tijdens de crisis Liaison gemeente in het CoPI 씰 Tijdens de crisis ACB in het GBT en 씰 Ná de crisis. Het verschaft de ACB en de liaison gemeente CoPI inzicht in diverse aspecten die van belang zijn bij de crisisbeheersing. Het vademecum voor de ACB is bovendien gericht op regionale planvorming en laat de specifieke lokale planvorming buiten beschouwing. Met de beknopte inhoud en het gekozen formaat van dit vademecum biedt de Veiligheidsregio Utrecht (VRU), Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC) een handzaam hulpmiddel.
Veiligheidsregio Utrecht, oktober 2008
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
3
Inhoud Voorwoord
3
Deel I Vóór de crisis: de koude fase 1 Taken vóór de crisis
6 7
Deel II Tijdens de crisis: Liaison gemeente in het CoPI 1 Alarmering & Eerste acties Liaison gemeente CoPI 2 Rol Liaison gemeente in het CoPI
9 10 14
Deel III Tijdens de crisis: Adviseur Crisisbeheersing in het GBT 1 Rol van de ACB in het GBT
16 17
Deel IV Na de crisis 1 Nazorg
19 20
4
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
Bijlagen I Crisisbeheersingsstructuur II Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) III Crisisstaven IV Gemeentelijke (sleutel) functionarissen V Crisisbeheersingsprocessen VI Standaard agenda vergadering GBT
22 23 24 29 36 38
VII Juridische noodmaatregelen VIII Afkortingenlijst IX Aantekeningen
41 42 43 45
Colofon
47
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
5
DEEL I
1 Taken vóór de crisis De ACB heeft in de voorbereidingsfase de volgende (basis)taken 1
Vóór de crisis: de koude fase
Plan > De ACB: 씰 Plaatst lokale crisisplanvorming in regionale kaders of stemt hiermee af; 씰 Actualiseert en draagt zorg voor vaststelling van het lokale crisisbeheersingsplan door het college van B&W; 씰 Stelt een lokaal opleiding- en oefenplan op (eventueel in districtsverband); 씰 Stemt lokaal beleid af op bestaand beleid en/of plannen e.d. van in- en externe partners; 씰 Adviseert het lokale management en bestuur over (ontwikkelingen in) de voorbereiding op de crisisbeheersing. Do > De ACB: 씰 Zorgt voor de inbedding van het gehele crisisbeheersingsplan binnen de gemeente samen met de procesverantwoordelijken en de gemeentesecretaris; 씰 Draagt zorg voor de coördinatie en/of uitvoering van opleidingen en oefeningen van bestuur, staven en in te zetten organisatieonderdelen in de crisisbeheersing; 씰 Creëert intern draagvlak voor het gemaakte beleid; 씰 Ontwikkelt en onderhoudt (integrale) netwerkrelaties op het gebied van crisisbeheersing; 씰 Vertegenwoordigt de gemeente in districtelijke en regionale gremia zoals ROCU.
1) Volgens Deming-cirkel: plan, do, check, act, dit is slechts een handvat. Bron: ”De adviseur crisisbeheersing binnen gemeenten” Marieke Nap.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
7
Check > De ACB: 씰 Draagt zorg voor de tussenevaluatie en eindrapportage van het jaarplan aan B&W; 씰 Draagt zorg voor evaluaties van oefeningen; 씰 Draagt zorg voor rapportages van incidenten. Act > De ACB: Stelt, indien nodig, de bij de crisisbeheersing betrokken planvorming bij n.a.v. de aanbevelingen in evaluaties van incidenten.
씰
Let bij de inbedding van de crisisbeheersing op de volgende zaken: 씰 씰 씰 씰 씰 씰 씰 씰
씰
8
Heeft de gemeente een actuele risico-inventarisatie en analyse? Is het crisisbeheersingsplan actueel en vastgesteld binnen het college van B&W? Zijn gemeentemedewerkers op de hoogte van hun rol in de crisisbeheersing? Zijn alle medewerkers binnen de gemeentelijke crisisbeheersing opgeleid en geoefend? Worden oefeningen en incidenten geëvalueerd en wordt er iets met de resultaten gedaan? Zijn de burgemeester en gemeentesecretaris op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van crisisbeheersing? Bent u bekend met alle partners waar u binnen crisisbeheersing mee te maken kunt krijgen? Zijn de gemeentelijke contactgegevens bij de meldkamer (GMU) actueel? (de gemeente is zelf verantwoordelijk dat de meldkamer over de actuele gegevens beschikt!) Is er periodiek overleg met de burgemeester en de gemeentesecretaris over crisisbeheersing?
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
DEEL II
Tijdens de crisis: Liaison gemeente in het CoPI
1 Alarmering & Eerste acties Liaison gemeente CoPI Alarmering liaison gemeente in het CoPI De liaison gemeente in het CoPI, in veel gevallen de ACB, wordt vanaf GRIP 1 gealarmeerd via de Communicator, meldkamer Brandweer. (De ACB kan overigens ook al bij GRIP 0 gealarmeerd worden. Tevens kunnen er dan ook al processen geactiveerd worden. Monodisciplinaire “opschaling” is niet afhankelijk van GRIP!) Procedure Communicator: 1 Indien gevraagd: toets uw persoonlijke toegangscode in. 2 Beluister het bericht. 3 U krijgt de mogelijkheid het bericht nogmaals te beluisteren. 4 Geef, indien gevraagd, aan of u binnen de gestelde tijd aanwezig kunt zijn. Ruimte voor uw persoonlijke toegangscode:
De liaison gemeente CoPI maakt op basis van de alarmering de afweging of er een liaison gemeente ter plaatse moet gaan, of het telefonisch kan afhandelen. De liaison gemeente in het CoPI ontvangt een algemeen bericht. De meldkamer geeft zoveel mogelijk informatie. Indien u vindt dat u te weinig informatie heeft gekregen, kunt u de meldkamer verzoeken om meer informatie.
10
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
Eerste acties na alarmering Beeldvorming Zorg ervoor dat u zoveel mogelijk informatie verkrijgt over de volgende zaken: 씰 Wat is er gebeurd en wanneer? 씰 Welke GRIP-fase is afgekondigd? 씰 Meteogegevens? 씰 Waar is het bron- en/of effectgebied? 씰 Wat is een veilige aanrijdroute? 씰 Wie is er bij betrokken (bijv. kinderen, kwetsbare groepen)? 씰 Zijn er doden, zwaar- en/of lichtgewonden? Zo ja, hoeveel? 씰 Wat is er met de slachtoffers gebeurd? 씰 Is het gebied afgezet? Wanneer is het weer veilig? 씰 Is de omgeving ontruimd? Waar zijn zij ondergebracht? 씰 Voorlichting richting omgeving al georganiseerd? 씰 Wat is de mogelijke oorzaak? 씰 Is er een concrete hulpvraag geformuleerd door de operationele diensten? Oordeelsvorming (analyse van het beeld) Vorm op basis van uw beeld van de situatie een oordeel. Denk hierbij aan de volgende zaken: 씰 Welke impact heeft dit incident op het gemeentelijke apparaat en welke prioriteiten moeten er gesteld worden? 씰 Welke andere gemeentelijke functionarissen of nog niet betrokken externen moeten er geïnformeerd/gealarmeerd worden? 씰 Wat zijn mogelijke knelpunten (domino-effecten, kwetsbare objecten en gevaarlijke stoffen)? 씰 Is er een risico voor de volksgezondheid / voor omwonenden? 씰 Te verwachten veranderingen (scenario-denken)? 씰 Welke gemeentelijke processen moeten er worden opgestart? 씰 Welke raakvlakken zijn er met de processen van andere disciplines? Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
11
1 Contact met burgemeester en gemeentesecretaris 씰 Neem contact op met de burgemeester en gemeentesecretaris om uw beeld en oordeel van het incident met hem te delen, zodat u allen hetzelfde beeld hebt van het incident; 씰 Op basis van deze beeldvorming en analyse maakt u met de burgemeester en gemeentesecretaris afspraken over welke gemeentelijke acties georganiseerd dienen te worden en de locatie waar u elkaar (mogelijk) gaat treffen. 2 Alarmering van andere gemeentelijke functionarissen 씰 Geef een korte beschrijving van de crisis; (antwoorden op de vragen bij kopje beeldvorming) 씰 Geef aan waar functionarissen worden verwacht en wat de veilige aanrijroute is; 씰 Vertel welke acties en voorbereidingen getroffen moeten worden; 씰 Vraag hoe snel de gealarmeerde ter plaatse kan zijn; 씰 Wanneer er nog geen AC’s hoeven worden opgestart kunnen de procesverantwoordelijken een voorwaarschuwing geven; 씰 Houd er rekening mee dat medewerkers zelf ook slachtoffer kunnen zijn (direct of indirect). Alarmering bij GRIP 2 Alarmeren leden (kern-) GBT: 씰 Burgemeester; 씰 Gemeentesecretaris; 씰 Adviseur Crisisbeheersing; 씰 Communicatieadviseur; 씰 Notulist; 씰 Eventueel: Externe partijen bijv. Eneco, Defensie etc.). (Functionaris Algemene & Ondersteunende processen (geen BT-lid maar t.b.v. inrichting GBT); 씰 Alarmeren lokale liaison en hoofd sectie gemeente (indien deze niet beschikbaar is kan men een beroep doen op de pool voor gemeentesecretarissen) in het ROT. 12
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
Alarmering bij GRIP 3 De kernbezetting van het GBT wordt uitgebreid met de adviseurs van de Politie/ GHOR en Brandweer . Deze worden gealarmeerd door de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht. Alarmering van gemeentelijke processen Indien er één of meerdere gemeentelijke processen opgestart worden dan betekent dit voor de ACB dat de volgende acties worden ondernomen: 씰 Alarmering van procesverantwoordelijke (bij 1 gemeentelijk proces); 씰 Alarmering leden van het GMT (bij 2 of meer gemeentelijke processen); 씰 Betreffende procesverantwoordelijken; 씰 (technisch) voorzitter. De procesverantwoordelijken zijn vervolgens verantwoordelijk voor het alarmeren van de andere functionarissen in het gemeentelijke proces. De ACB attendeert de gemeentesecretaris en de burgemeester op het informeren van wethouders, fractievoorzitters en besturen van omliggende gemeenten.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
13
2 Rol Liaison gemeente in het CoPI
씰 씰
Indien de operationele partners (OvD-Brandweer, OvD-Politie en OvD-GHOR) n.a.v. ‘motorkap-overleg’ opschalen naar GRIP 1 wordt het ‘motorkap-overleg’ het CoPI. Bij GRIP 1 wordt er een liaison gemeente aan het CoPI toegevoegd.
씰
De liaison gemeente in het CoPI, heeft een rol van adviseur in het CoPI. De liaison gemeente is adviseur van de voorzitter en het CoPI, de leider CoPI, en adviseert vanuit de monodisciplinaire achtergrond met een multidisciplinaire blik en is vertegenwoordiger van de oranje kolom in het CoPI.
씰
Aandachtpunten voor in het CoPI: 씰 Het kan zijn dat wanneer de liaison gemeente CoPI ter plaatse komt bij de andere CoPI-deelnemers de prioriteit geven aan hun monodiciplinaire activiteiten. Vraag dan naar het tijdstip waarop het volgende CoPI-overleg plaatsvindt; 씰 Probeer alvast meer informatie in te winnen bij de leider CoPI; 씰 Zorg dat je weet wat je wilt halen uit het CoPI en wat je gaat brengen. Bereid dit dus voor! 씰 Pas het BOB-principe in het CoPI-overleg toe; (zorg voor een gezamenlijk, multidisciplinair beeld. Vraag om een situatieschets/ plot); 씰 Check de samenstelling van CoPI beperkt tot kernbezetting en bij het incident betrokken partijen; 씰 Zijn alle bij het incident betrokken diensten aanwezig? 씰 Welke afspraken zijn er gemaakt bij het voorgaande overleg? (verslag/besluitenlijst opvragen) 씰 Overleg kort en ‘to the point’; 씰 Wat bilateraal moet worden besproken kan buiten het CoPI; 씰 Houdt iemand een verslag/ actiepuntenlijst bij? En wordt hier terugkoppeling op gemaakt/gevraagd? 씰 Maak afspraken wie wat doet? 14
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
씰 씰
Controleer of iedereen elkaar begrepen heeft en vat samen; Noteer voor jezelf gemaakte afspraken; Spreek duidelijk tijdstip en locatie van volgende vergadering af; Check voor jezelf: heb ik alle problemen goed in beeld? Nieuwe ontwikkelingen? Voldoende opgeschaald? Communiceer in de lijn: voorzitter GMT (tot GRIP 2) / hoofd sectie gemeente in het ROT (na GRIP 2); Denk vooruit! Zet vragen uit voordat ze gesteld worden. Bijv. aantal inwoners duidelijk hebben of opvanglocatie voorbereiden.
Randvoorwaarden goed functioneren in een CoPI De ACB: 씰 Kan de getroffen gemeente vertegenwoordigen en weet hoe de communicatielijnen; 씰 Heeft het doel en de taken van een CoPI helder; 씰 Is op de hoogte van de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en crisisbeheersingsprocessen van de andere adviseurs in het CoPI; 씰 Heeft oefenervaring met een CoPI. Suggestie: Indien mogelijk alarmeer een couterpart zodat deze op het gemeentehuis acties kan uitzetten.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
15
DEEL III
Tijdens de crisis: Adviseur Crisisbeheersing in het GBT
1 Rol van de ACB in het GBT Bij GRIP 2 wordt de kernbezetting van het GBT gealarmeerd. De ACB heeft de rol van procesondersteuner en adviseur in het GBT. De procesondersteuner moet oog hebben voor voortgang van vergaderingen, de resultaten die de vergaderingen opleveren en de terugkoppeling hiervan. Aandachtspunten in de GBT-vergadering: Bewaken van: 씰 Vergaderdiscipline (klok (bepaal de frequentie op basis van de behoefte van de crisis, minimaal eens per uur), agenda, schorsing, huisregels etc.); 씰 Verslaglegging (notulen, presentielijst, logboek); 씰 Visuele weergave incident, plot (Multiteam); 씰 Berichtenverkeer (berichtencentrum); 씰 De vergadering dient over strategische bestuurlijke onderwerpen te gaan i.p.v. over operationele zaken; 씰 Wordt rekening gehouden met politiek- bestuurlijke gevoeligheden binnen de gemeente die raakvlakken hebben met de crisis; 씰 Toepassen van BOB principe (Beeld-,Oordeels- en Besluitvorming); 씰 De informatiestromen: gaan besluiten naar de juiste multidisciplinaire gremia? 씰 Helikopterview over 25 processen; 씰 Stimuleren van het scenario-denken; 씰 Wordt bij vergaderingen teruggekeken naar besluiten uit voorgaande vergaderingen? 씰 Worden middelen die in de voorbereiding zijn getroffen ook in gebruik genomen? 씰 Voorkom ruis; 씰 Probeer onzekerheden bespreekbaar te maken, om ervoor te zorgen dat er feitelijke informatie wordt ingebracht.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
17
씰
씰 씰
씰 씰 씰
Probeer inzicht te krijgen in de tijdsduur van een proces daarmee de onderliggende afhankelijkheden en knelpunten van verschilllende processen; Wordt relevante wet- en regelgeving aangegrepen bijv. noodverordeningen (zie bijlage 6); Bewaak de afstemming met buurgemeenten en / of CdK. Bij GRIP 2 moet er namens de burgemeester een voorwaarschuwing naar de piketfunctionaris Kabinet Provincie Utrecht (zie piketnr. ROCU-lijst). Bij GRIP 3 wordt de CdK persoonlijk telefonisch door de burgemeester geïnformeerd; Benadering van benodigde externe adviseurs, bijv. waterschap, defensie, Eneco, justitie etc.; Heb aandacht voor aflossing indien het incident langere tijd gaat duren; Indien nodig kun je tijdens de schorsing nog één en ander afstemmen met de burgemeester en/of de gemeentesecretaris.
Gedurende de incidentbestrijding heeft de ACB in het GBT geen contact met de liaison gemeente in het CoPI of de liaison gemeente in het ROT. Deze contacten verlopen via de formele crisisbeheersingsstructuur om ruis in informatie te voorkomen. Voor de standaardagenda zie bijlage VI.
18
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
DEEL IV
Na de crisis
1 Nazorg
Evaluatie
De nafase betreft al die processen die zich na een calamiteit of crisis kunnen manifesteren. In de crisisfase kan het besluit al worden genomen om Nazorg wel of niet op te starten.
Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO), Artikel 10g: 1. Indien een ramp of zwaar ongeval heeft plaatsgevonden draagt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de ramp of het zware ongeval zich heeft voorgedaan zorg voor een onderzoek van de ramp of het zware ongeval en doet het zonodig aanbevelingen om een soortgelijke ramp voor de toekomst te voorkomen en de gevolgend daarvan te beperken, tenzij de Onderzoeksraad voor veiligheid daar onderzoek naar verricht. 2. Indien daartoe aanleiding is, wordt naar aanleiding van het eigen onderzoek of het onderzoek van de Onderzoeksraad voor veiligheid het rampenplan, de rampbestrijdingsplannen of het beheersplan aangepast.
De ACB heeft in het proces nazorg geen rol voor wat betreft de uitvoering maar kan hier wel in adviseren! 씰 씰 씰 씰 씰 씰 씰
씰
씰 씰
20
Start proces nazorg (indien deze nog niet is gestart in de crisisfase); Inventariseer de zaken en mensen welke nazorg nodig hebben of in de nazorgfase geactiveerd dienen te worden; Start een evaluatie (zie draaiboek algemene & ondersteunende processen); Denk aan (interne) nazorg voor medewerkers; Houdt rekening met langdurige nazorg aan slachtoffers, nabestaanden en hulpverleners; Waarborg de continuïteit van de reguliere werkzaamheden van de gemeentelijke organisatie; Registreer schadeclaims. Zeg nooit uitkering van schadevergoedingen toe. Uitvoering: gemeente (CRAS), verzekeringsbedrijven; Wees alert op (en geef dit ook Ac mee) hen die voor zorgverstrekking in aanmerking komen en hen die misbruik van de situatie proberen te maken; Bewaak de archivering; Zorg voor financiële draagkracht om het projectvoorstel uitvoering te geven.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
De ACB kan een taak hebben in de uitvoering van een evaluatie. De overweging om een evaluatie uit te voeren is afhankelijk van de impact van het incident op de gemeente. De mate impact is voor alle gemeenten verschillend. Overleg met de gemeentesecretaris en de burgemeester of er een evaluatie dient te worden uitgevoerd en bepaal welke omvang deze moet hebben. Als lokaal uitgangspunt kan worden gebruikt: “Alle incidenten waarbij de gemeente een rol heeft vervuld worden geëvalueerd” of “Alle incidenten, vanaf GRIP 1 worden geëvalueerd”. Dit is een lokale keuze waar afspraken over gemaakt moeten worden. De wettelijke bepaling zegt: De evaluatie kan ook door een andere (externe) organisatie worden uitgevoerd. Indien de ACB zelf een functie heeft vervuld tijdens de afhandeling van het incident is het aan te raden de evaluatie door een ander niet betrokken persoon te laten uitvoeren.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
21
BIJLAGEN I II III IV V VI VII VIII IX
I Crisisbeheersingsstructuur *
Crisisbeheersingsstructuur Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) Crisisstaven Gemeentelijke (sleutel) functionarissen Crisisbeheersingsprocessen Standaard agenda vergadering GBT Juridische noodmaatregelen Afkortingenlijst Aantekeningen
NCC Minister van BZK
GBT Burgemeester
PCC Adviseur Brandweer CvdK Adviseur Politie/ OvJ Adviseur GHOR RCBT
Gemeentesecretaris
COV
ACB Communicatieadviseur
ROT Operationeel leider Sectie Brandweer
GMT
Sectie Politie
Technisch voorzitter
Sectie GHOR
Procesverantwoordelijken
Sectie Gemeente: • hoofd sectie gemeente (uit pool gemeentesecretarissen) • liaison gemeente (uit getroffen gemeente) • ACB of BGC medewerker
Actiecentra voorlichten en informeren (18) opvangen en verzorgen (19)
Sectie Communicatie
uitvaartverzorging (20) registratie van slachtoffers (21)
COPI Leider CoPi Adviseur Brandweer Adviseur Politie Adviseur GHOR Rampterrein
Adviseur Gemeente Woordvoerder VRU of Politie
= Opdrachtlijn
voorzien in primaire levensbehoeften (22) registratie van schade en afhandeling (23) mileuzorg (24) nazorg (25) algemene en ondersteunende processen
= Informatielijn
* Structuur per 1 januari 2009
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
23
II Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) De Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) is in Nederland een landelijke afspraak over de opschaling van incident- en rampenbestrijding voor professionele hulpverleners als de brandweer, politie en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. De procedures regelen opschaling op operationeel niveau op de plaats van het incident en daarnaast op bestuurlijk niveau van gemeente tot het regionale niveau. Er kan worden opgeschaald bij een daadwerkelijk incident of de dreiging daarvan (zie pagina 32). Enkele factoren die van invloed kunnen zijn op de opschaling: 씰 Kans op escalatie van het incident of crisis 씰 Aard van het incident: betreft het bron en/of effectgebied 씰 Impact op de bevolking De kracht van GRIP is dat vanuit het veld tot opschaling kan worden besloten door een leidinggevende van een operationele dienst. De andere hulpdiensten volgen deze opschaling onmiddellijk. Vanaf GRIP 2 bekrachtigt de burgemeester verdere opschaling en besluit tot afschaling. GRIP 0: Normale dagelijkse werkzaamheden: Het incident blijft binnen de gemeentegrens. 씰 De uitstralingseffecten zijn beperkt. 씰 De operationele diensten werken op een routinematige wijze volgens eigen procedures; 씰 De afstemming tussen de operationele diensten vindt plaats in het ‘motorkapoverleg’. 씰 Bij incidenten met een politiek-maatschappelijke impact wordt de burgemeester geïnformeerd. 씰
24
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
GRIP 1: Bronbestrijding 씰 Het incident blijft binnen de gemeentegrens; 씰 Het incident vraagt om een multidisciplinair gecoördineerde aanpak; 씰 Er wordt een Commando Plaats Incident (CoPI) opgestart; 씰 De functie van leider CoPI wordt vervuld door de HOvD van de brandweer, tenzij de aard van het incident reden geeft om hiervan af te wijken; 씰 De burgemeester wordt door de leider CoPI geïnformeerd over het incident, tenzij er lokaal andere afspraken zijn gemaakt; 씰 De Adviseur Crisisbeheersing (ACB) bepaalt of de liaison gemeente naar het CoPI toegaat; 씰 De liaison van de gemeente kan zonodig, in overleg met de burgemeester, de gemeentesecretaris en de Adviseur Crisisbeheersing, één of meerdere gemeentelijke processen activeren; 씰 Bij twee of meer gemeentelijke processen wordt het Gemeentelijk Managementteam (GMT) actief. GRIP 2: Bron- en effectbestrijding 씰 Het incident betreft een bron- en effectgebied binnen de gemeente; 씰 Het CoPI is actief; 씰 Het Regionaal Operationeel Team (ROT) wordt opgestart; 씰 De operationele leiding in het ROT ligt bij de brandweer tenzij de aard van het incident aanleiding geeft om hiervoor een andere dienst aan te wijzen; 씰 De gemeente vaardigt een lokale liaison af naar het ROT; 씰 Er komt een kernbezetting van het Gemeentelijke Beleidsteam (GBT) bijeen; 씰 Afhankelijk van de aard en de omvang van het incident worden gemeentelijke processen geactiveerd na overleg tussen de ACB en de gemeentesecretaris. Alarmering zal gebeuren door ACB of op last van de gemeentesecretaris; Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
25
씰 씰 씰
Bij twee of meer gemeentelijke processen wordt het Gemeentelijk Managementteam actief; De piketfunctionaris van het kabinet CdK wordt in kennis gesteld; Zonodig worden burgemeesters van buurgemeenten geïnformeerd.
GRIP 3: Bedreiging van het welzijn van (grote groepen) van de bevolking 씰 Er is sprake van een ramp (definitie WRZO); 씰 Het incident blijft beperkt binnen de gemeentegrens; 씰 De burgemeester treedt vanaf dit moment op als opperbevelhebber; Degenen die aan de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval deelnemen, staan onder zijn bevel. 씰 De burgemeester draagt er zorg voor dat: 쑱 de bij de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval betrokken personen op passende wijze informatie wordt verschaft over een ramp die of een zwaar ongeval dat de bevolking en het milieu bedreigt of treft, de risico’s die hun inzet bij deze ramp of dit zware ongeval heeft voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen. 쑱 de bevolking, de hoofdofficier van justitie, Onze commissaris in de Provincie, en Onze Minister op passende wijze informatie wordt verschaft over de oorsprong, de omvang en de gevolgen van een ramp die of een zwaar ongeval dat de bevolking en het milieu bedreigt of treft, alsmede over de bij deze ramp of dit zware ongeval te volgen gedragslijn. 씰 Het CoPI, ROT en het GBT zijn volledig bemenst; 씰 De operationele leiding ligt bij de brandweer, tenzij de burgemeester een andere voorziening treft; 씰 De CdK en het Provinciaal Coördinatie Centrum (PCC) worden in kennis gesteld; 씰 De benodigde gemeentelijke processen worden geactiveerd;
26
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
씰
Bij twee of meer gemeentelijke processen wordt het Gemeentelijk Managementteam (GMT) gestart.
GRIP 4: Gemeentegrensoverschrijdende ramp 씰 Het incident overschrijdt door zijn omvang of impact de gemeentegrens; 씰 De GBT’s worden door het Regionaal Coördinerend BeleidsTeam (RCBT) geadviseerd; 씰 De CdK is voorzitter van het RCBT; 씰 De operationele leiding ligt bij de brandweer, tenzij de burgemeester een andere voorziening treft; 씰 De samenstelling van het CoPI, het ROT, het GBT en het GMT zijn hetzelfde als in GRIP 3; 씰 Het Provinciaal Coördinatie Centrum (PCC) wordt operationeel en het Nationaal Coördinatie Centrum (NCC) wordt door het PCC in kennis gesteld. NB Het kan het zo zijn dat de gemeentelijke liaison al eerder als GRIP 1 wordt opgeroepen om gemeentelijke processen op te starten. Gemeentelijke processen kunnen zelfs bij GRIP 0 geactiveerd worden. Inzet van de gemeentelijke organisatie is niet afhankelijk van GRIP. GRIP ook bij dreiging van een incident of crisis Naast een plotselinge gebeurtenis kan een incident zich ook van te voren aankondigen. Voorbeelden hiervan zijn een dreigende dijkdoorbraak of een dreigende infectieziekte. Bij dreigende incidenten zal de opschaling anders verlopen. De opschaling is in deze gevallen veel meer beleidsmatig dan operationeel, aangezien het incident zich nog niet heeft voorgedaan. Het incident vraagt dan wel om een bepaald coördinatiealarm zonder dat alle teams binnen het coördinatiealarm actief zijn. De volgende coördinatiealarmen worden onderscheiden:
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
27
Voorbereidend Coördinatiealarm
III Crisisstaven Reikwijdte van het incident
Regionaal Coördinerend Beleidsteam (RCBT) CoPI-alarm (GRIP 1)
Voorbereiding van een Commando Plaats Incident bij een dreigend incident.
ROT-alarm (GRIP 2)
Voorbereiding van de operationele leiding bij een dreigend incident in de regio.
GBT-alarm (GRIP 3)
Voorbereiding van de bestuurlijke leiding bij een dreigend incident in de gemeente.
RCBT-alarm (GRIP 4) Voorbereiding van de gecoördineerde bestuurlijke leiding bij een dreigend incident in meerdere gemeenten.
Voor de Veiligheidsregio Utrecht is voor grensoverschrijdende crises een bestuurlijk convenant afgesloten. Taak, rol en verantwoordelijkheid RCBT Ingeval de crises twee of meer gemeenten treft, wordt het RCBT bijeen geroepen. Het RCBT adviseert de door een crisis getroffen gemeenten en coördineert een gezamenlijke aanpak in beleid (bestuurlijke knelpunten) en crisiscommunicatie. Samenstelling RCBT Leden: 씰 voorzitter; de commissaris van de Koningin of de (plv.) voorzitter van de veiligheidsregio 씰 de (plv.) korpsbeheerder 씰 minimaal één lid van het Dagelijks Bestuur van de VRU 씰 secretaris; de directeur VRU Adviseurs: 씰 (coördinerend) gemeentesecretaris 씰 korpschef 씰 regionaal commandant van dienst brandweer 씰 Regionaal Geneeskundig Functionaris 씰 chef kabinet cdK 씰 communicatieadviseur De Operationeel Leider in het ROT legt het situatierapport van het ROT, inclusief bestuurlijke dilemma’s en voorstellen voor aan het RCBT. Vestiging Het RCBT komt na alarmering bijeen in het Centrum voor Openbare Veiligheid (COV) in Utrecht.
28
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
29
In overleg tussen voorzitter en secretaris kan voor een andere vergaderlocatie worden gekozen. Alarmering De leden en adviseurs van het RCBT worden – na afstemming voorzitter en secretaris – gealarmeerd.
Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) Taak, rol en verantwoordelijkheid GBT Het GBT adviseert de burgemeester ten tijde van de crisis bij het maken van bestuurlijke afwegingen, het nemen van beleidsbeslissingen. De communicatiestrategie, (bestuurlijke) scenario’s voor de langere termijn en de nazorg. Het team heeft geen beslissingsbevoegdheid. De burgemeester als eenhoofdige leiding wel. 씰 씰 씰 씰 씰 씰 씰
Analyseren van bestuurlijke knelpunten op basis van Beeldvorming, Oordeelsvorming en besluitvorming (BOB-principe); Nemen van bestuurlijke besluiten en terugkoppelen aan het ROT Accorderen instellen rampenzender, noodverordeningen en – bevelen; Vaststellen van een communicatiestrategie; Nadenken over de langere termijn; Uitzetten van operationele vragen bij het ROT; Advisering over de nafase en de nazorg.
Vooral niet doen: Operationele vragen beantwoorden. Daar is het ROT voor. 씰 Lang vergaderen. 씰
Er kan sprake zijn van een kern GBT (tot en met GRIP 2) en een volledig GBT (vanaf GRIP 3). 30
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
Samenstelling kernbezetting GBT 씰 Burgemeester (voorzitter) 씰 Gemeentesecretaris 씰 Adviseur Crisisbeheersing 씰 Communicatieadviseur Samenstelling volledig GBT Kernbezetting aangevuld met: 씰 Regionaal Geneeskundig Functionaris 씰 Districtschef Politie 씰 Commandant Brandweer 씰 Notulist 씰 Plotter De samenstelling kan indien nodig worden aangevuld met vertegenwoordigers van andere bij de crisisbeheersing betrokken organisaties en/of diensten, zoals de Officier van Justitie. Vestiging Het GBT is in de meeste gemeenten gevestigd in het stadhuis/ gemeentehuis. Alarmering Het (kern) GBT wordt na overleg met de burgemeester of op last van de burgemeester gealarmeerd (GRIP 2, 3 of 4).
Regionaal Operationeel Team (ROT) (vanaf GRIP2) Taak, rol en verantwoordelijkheid ROT: 씰 Draagt zorg voor de gecoördineerde (operationele) uitvoering van de rampenbestrijding; 쑱 De leiding ligt bij de Operationeel Leider! 씰 Vertaalt beleidsbeslissingen in samenhangende opdrachten tot uitvoering; Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
31
씰
씰 씰
Geeft (on)gevraagd advies aan het GBT over: 쑱 bestuurlijke dilemma’s 쑱 communicatiestrategie Stelt behoeften aan middelen en eenheden vast en coördineert hiervoor de logistiek; Geeft – namens de operationeel leider – operationele opdrachten en adviezen aan de verschillende operationele diensten. Ook aan het GMT.
Samenstelling 씰 Operationeel Leider (voorzitter) 씰 Communicatieadviseur (vanuit pool) 씰 Hoofd sectie GHOR 씰 Hoofd sectie Politie 씰 Hoofd sectie Brandweer 씰 Hoofd Sectie Gemeente 씰 Liaison gemeente in het ROT 씰 Hoofd sectie kabinet CdK (indien het RCBT bijeenkomt). 씰 Informatiemanager + ondersteuning (momenteel nog niet georganiseerd wordt wel georganiseerd) De samenstelling kan worden aangevuld, naar gelang de aard van de crisis, met vertegenwoordigers van andere bij de crisisbeheersing betrokken organisaties en/of diensten. Sectie Gemeenten in het ROT In het ROT functioneert een aparte sectie gemeenten (de gemeente als vierde operationele kolom). Deze sectie bestaat in principe uit drie functionarissen: 1 Hoofd Sectie Gemeente 2 Procesadviseur 3 Liaison gemeente
32
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
씰
씰
씰
Ad 1: Het Hoofd Sectie Gemeenten zit namens de lokale gemeentesecretaris in het ROT voor de operationele aansturing van de gemeentelijke processen. Het hoofd sectie gemeente onderhoudt contact met de voorzitter van het GMT. Ad 2: De procesadviseur ondersteunt het hoofd sectie gemeenten en adviseert hem over de samenhang van de gemeentelijke processen en de verdere procesgang Ad 3: De liaison van de getroffen gemeente brengt lokale kennis in.
Op verzoek van de getroffen gemeenten kan een beroep worden gedaan op een regionale pool die bestaat uit een aantal gemeentesecretarissen (functie hoofd sectie gemeenten) en medewerkers VRU/BGC (procesadviseur). Vestiging Het ROT is gevestigd in het Centrum voor Openbare Veiligheid (COV) gebouw aan de Briljantlaan te Utrecht. Alarmering Als het ROT bijeen moet komen worden alle ROT- leden gealarmeerd door de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht (GMU). Alarmering van het Hoofd Sectie Gemeenten en/of de liaison gemeente in het ROT is een gemeentelijke verantwoordelijkheid.
Gemeentelijk Managementteam (GMT) Het GMT bepaalt welke taken en activiteiten (betreffende mensen, tijd en middelen) georganiseerd en gepland moeten worden en handelen daar naar. Het GMT geeft sturing aan actiecentra en verdeelt werkzaamheden conform de afspraken of planning en bewaakt de voortgang. Het GMT wordt ingesteld als twee of meer gemeentelijke processen moeten worden opgestart. Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
33
Taak, rol en verantwoordelijkheid GMT 씰 Geeft leiding aan de uitvoering van de gemeentelijke processen, binnen de afstemmingsvoorwaarden van het ROT. 씰 De voorzitter van het GMT stemt de activiteiten af met het Hoofd Sectie Gemeenten in het ROT. 씰 Stuurt alle actiecentra van de gemeente aan. 씰 Zorgt voor afstemming tussen de taken van de gemeentelijke processen. 씰 Schept praktische voorwaarden om alle bestrijdingsactiviteiten geheel te kunnen beheersen. 씰 Breidt gevraagde en ongevraagde adviezen voor en legt deze voor aan het ROT. 씰 Bijstandsverzoeken afhandelen (via het ROT). 씰 Zet opdrachten uit richting de actiecentra van de betreffende gemeentelijke crisisbeheersings-processen. Samenstelling 씰 Technisch voorzitter 씰 Gemeentelijke procesverantwoordelijken 씰 Notulist /Logboekschrijver
verantwoordelijke. De Ac’s bestaan uit aangewezen medewerkers. Het aantal medewerkers hangt samen met de grootte van het incident en/of de hoeveelheid uit te voeren taken.
Het Commando Plaats Incident (CoPI) Zodra multidisciplinair overleg gewenst is bij een crisis, wordt ná het zogenaamde motorkapoverleg (brandweer, politie en geneeskundig), een CoPI ingericht (vanaf GRIP 1). Zoals de naam al doet suggereren wordt het CoPI nabij de plaats van het incident of de crisis ingericht en zorgt voor de operationele berichtgeving aan het ROT. Het CoPI is als volgt samengesteld: 씰 Leider CoPI (Hoofd Officier van Dienst) 씰 Adviseur Brandweer (OVD-B) 씰 Adviseur Politie (OVD-P) 씰 Adviseur Geneeskundig (OVD-G) 씰 Adviseur/liaison gemeente 씰 Woordvoerder VRU
Vestiging Het GMT is in de meeste gemeenten gevestigd in het stadhuis/ gemeentehuis. Alarmering Het GMT wordt gealarmeerd na overleg met/en op last van de burgemeester en/of gemeentesecretaris.
Gemeentelijk Actiecentrum (Ac) Ieder gemeentelijk crisisbeheersingsproces heeft een eigen Ac. Een Ac staat onder leiding van een hoofd. Het hoofd actiecentrum geeft operationele leiding aan het actiecentrum en werkt, ten tijde van een crisis, onder verantwoordelijkheid van de proces34
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
35
IV Gemeentelijke (sleutel) functionarissen Burgemeester Bij een crisis heeft de burgemeester het opperbevel. Iedereen die voor de gemeente aan de bestrijding van de crisis deelneemt, staat onder zijn/haar bevel. De commissaris van de Koningin en/of de minister van BZK hebben de bevoegdheid aanwijzingen te geven aan de burgemeester. Over het gevoerde beleid en de genomen beslissingen tijdens de crisis moet de burgemeester achteraf verantwoording afleggen aan de gemeenteraad. College van B&W Voor de voorbereiding van de crisisbeheersings-organisatie als geheel is het college van burgemeester en wethouders bestuurlijk verantwoordelijk. Gemeentesecretaris De gemeentesecretaris is als hoofd van de gemeentelijke organisatie eindverantwoordelijk voor de operationele en beleidsmatige voorbereiding op een crisis. Hiermee is hij de belangrijkste gemeentelijke adviseur van de burgemeester in het GBT. De gemeentesecretaris heeft dus een rol in de koude fase, de warme fase en de nafase. Liaison gemeente in het CoPI De liaison gemeente in het CoPI zit ten behoeve van de gemeentelijke processen in het CoPI. De liaison gemeente in het CoPI analyseert het incident en vertaalt dit naar de eigen gemeentelijke organisatie en treft de benodigde maatregelen/voorzieningen. Adviseur Crisisbeheersing in het GBT In het GBT bewaakt de ACB het proces. Hij/zij is alert op operationele versus bestuurlijke zaken, mono- en multidisciplinaire 36
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
zaken, relevante wet- en regelgeving en andere relevante zaken m.b.t. de ramp en/of crisis. Hij/zij bewaakt binnen het GBT de voortgang van het proces en de uitgezette acties m.b.t. de gemeentelijke processen. Procesverantwoordelijken Voor elk gemeentelijk proces is een procesverantwoordelijke aangewezen. Onder zijn/haar leiding vinden de voorbereiding op en de uitvoering van activiteiten binnen het betreffende proces plaats. De procesverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het beheer van het draaiboek en het opleiden en oefenen van personeel en heeft in de warme fase zitting in het GMT. Hoofden Actiecentra gemeentelijke processen Elk gemeentelijke proces heeft een hoofd actiecentrum. Deze geeft operationele leiding aan het actiecentrum en werkt, ten tijde van een crisis, onder verantwoordelijkheid van de procesverantwoordelijke. Hoofd Sectie Gemeente Het Hoofd Sectie Gemeente zit namens de gemeentesecretaris in het ROT voor operationele adviezen over de gemeentelijke processen. Het hoofd sectie gemeente onderhoudt contact met de voorzitter van het GMT. Het hoofd sectie gemeente kan worden ondersteund door: 씰 een liaison uit de getroffen gemeente welke voorziet in lokale kennis en 씰 een adviseur crisisbeheersing uit de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) of een medewerker van Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC) van de VRU. Liaison gemeente in het ROT Een medewerker van de getroffen gemeente met veel lokale kennis. Adviseert het hoofd sectie gemeente over specifiek lokale aangelegenheden. Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
37
V Crisisbeheersingsprocessen Cluster A: Bron en effectbestrijding
Cluster D: Bevolkingszorg
Procesverantwoordelijke: Brandweer - Regionaal Commandant 1. Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen 2. Redden en technische hulpverlening 3. Ontsmetten van mens en dier 4. Ontsmetten voertuigen en infrastructuur 5. Waarnemen en meten 6. Waarschuwen van de bevolking 7. Toegankelijk maken en opruimen
Procesverantwoordelijke: Gemeente - Burgemeester 18. Voorlichten en informeren 19. Opvangen en verzorgen 20. Uitvaartverzorging 21. Registratie van slachtoffers 22. Voorzien in primaire levensbehoeften 23. Registratie van schade en afhandeling 24. Milieuzorg 25. Nazorg
Cluster B: Geneeskundige hulpverlening
Algemene en ondersteunende processen
Procesverantwoordelijke: GHOR - Regionaal Geneeskundige Functionaris 8. Geneeskundige Hulpverlening-somatisch 9. Preventieve Openbare Gezondheidszorg (incl. inzamelen besmette waren) 10. Geneeskundige Hulpverlening-psychosociaal
a. Alarmering; b. Communicatie; c. Logistiek; d. Registratie; en Verslaglegging; e. Evaluatie; f. Archivering.
Cluster C: Rechtsorde en verkeer Procesverantwoordelijke: Politie Utrecht - Korpschef Regiopolitie dan wel het Openbaar Ministerie (Hoofd) Officier van Justitie 11. Ontruimen en evacueren 12. Afzetten en afschermen 13. Verkeer regelen (verkeerscirculatie) 14. Handhaven openbare rechtsorde 15. Identificeren slachtoffers 16. Begidsen 17. Strafrechtelijk onderzoek
38
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
De algemene en ondersteunende processen dienen door alle procesverantwoordelijken van alle disciplines te worden uitgevoerd.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
39
40 Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008 23. Registratie van schade en afhandeling 24. Milieuzorg 25. Nazorg
20. Uitvaartverzorging 21. Registratie van slachtoffers 22. Voorzien in primaire levensbehoeften
18. Voorlichten en informeren 19. Opvangen en verzorgen
17. Strafrechtelijk onderzoek Cluster D: Bevolkingszorg
14. Handhaven openbare rechtsorde 15. Identificeren slachtoffers 16. Begidsen
11. Ontruimen en evacueren 12. Afzetten en afschermen 13. Verkeer regelen
Cluster B: Geneeskundige hulpverlening 8. Geneeskundige Hulpverlening-somatisch 9. Preventieve Openbare Gezondheidszorg 10. Geneeskundige Hulpverlening-psychosociaal Cluster C: Rechtsorde en verkeer
7. Toegankelijk maken en opruimen
4. Ontsmetten voertuigen en infrastructuur 5. Waarnemen en meten 6. Waarschuwen van de bevolking
Cluster A: Bron en effectbestrijding 1. Bestrijden van brand en emissie gev. stoffen 2. Redden en technische hulpverlening 3. Ontsmetten van mens en dier
Verkeer en vervoer
Gevaarlijke
ph no
l et
d an
Volksgezondheid Infrastructuur
Bevolking
Natuurrampen
Overige
en n en en de off off ing n st st he en eid or we ve pl. dh dig en uw st ng of e u x n r i n g t o e o t e o s igi b in c ta b. eb ez n ev re a ge al ls ige ms i en ioa nd lle rd te sg ed ng n ev te rz ne ift ra nd tw so ad va va eo en nig ro olk ge ta ng eb er un oo he tg tr tb g d e v ge g s n t h n i e v i e e e f l n tr o p n c e m in w lf m ts m m o m in ng ra a ha so pa tis in ng al al al al al go nu rb idi en tro sc va er me ris rti po te ev ev ev ev ev al rs re iek ht ot uu nd re ke ro to ng ng ng ng ng ve at ed ra it v ro an am xt iek uc er er ns •O •V •L •O •O •O •B •I •U •O •R •Z •T •O •B •P •E •N •G r te
VI Standaard agenda vergadering GBT
1 Opening - voorstelronde - bespreken gewenste samenstelling GBT - vaststellen agenda 2 Besluitenlijst laatste vergadering GBT (vanaf 2e vergadering) 3 Situatierapportage (sitrap vanuit het ROT)3) 3 a Beeldvorming huidige situatie 3 b Beeldvorming te verwachten situatie 4 Oordeelsvorming - benoemen van keuzes/alternatieven 5 Besluitvorming - besluiten over voorstellen ROT - noodwetgeving - accorderen bijstand 6 Communicatie - beeld in de media en samenleving - advies ROT - advies communicatieadviseur GBT - bepalen persmoment 7 Samenvatten besluiten Evt. korte schorsing 4); terugkoppeling besluiten aan ROT 8 Scenario’s langere termijn - opstarten en borgen proces nazorg 9 Volgende vergadering 3) Het ROT is gehuisvest in Utrecht. Om de eerste GBT vergadering snel te kunnen voorzien van een eerste sitrap wordt nagedacht over een eerste sitrap vanuit het CoPI. Daarna neemt het ROT die rol dan over. 4) Schorsing: tijd voor overleg Burgemeester met Operationeel Leider in het ROT en voorbereiden persmoment.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008 41
VII Juridische noodmaatregelen
VIII Afkortingenlijst
Een noodbevel is gericht tegen één of meerdere personen een noodverordening is algemeen geldend. Voorbeeld noodbevel: “Jongeren mogen niet meer rondhangen in een specifieke wijk”. Voorbeeld noodverordening: “Niemand mag rondhangen in een specifieke wijk”
Ac ACB AGS APV BGC BIR BRI BRZO BZK CBP CdK CoPI COV CPA CRAS CRIB CvD GBA GBT GGD GHOR GMS GMT GMU GRIP GS HOVD HOvJ IAC LOCC MKA NCC NN NRK
a) Is het/de noodbevel/noodverordening niet in strijd met relevante artikelen uit de: 씰 Gemeentewet (art. 149a, 172, 173, 174, 175 en 176); 씰 Wetboek van strafrecht (art. 184 en 443); 씰 Wetboek van strafvordering (art. 540); 씰 Grondwet (art. 6, 9, 10, 12 en 15); 씰 Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de mens en de fundamentele Vrijheden (art. 5 en 8). b)Is het/de noodbevel/noodverordening niet in strijd met: 씰 het beginsel van proportionaliteit; 씰 het beginsel van willekeur; 씰 algemene rechtsbeginselen. c) Voldoet het/de noodbevel/noodverordening aan andere kwaliteitseisen van wet- en regelgeving o.a.: 씰 doeltreffend en doelmatig; 씰 uitvoerbaar en handhaafbaar; 씰 eenvoudig, duidelijk en toegankelijk. d) Adviseer of de voorgenomen maatregelen rechtstreeks tot een of meer burgers moeten worden gericht. Zo ja: bevel ex artikel 175. van de Gemeentewet: bij voorkeur op schrift; bij aanhouden situatie overgaan naar noodverordening ex art. 176. Juridische noodmaatregelen bekend maken/ter kennis brengen aan: 씰 de gemeenteraad en tevens laten bekrachtigen, 씰 de CdK, de OvJ, het hoofd van het arrondissementsparket.
42
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
Actiecentrum Adviseur Crisisbeheersing Adviseur Gevaarlijke Stoffen Algemene Plaatselijke Verordening Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing Besluit Informatie inzake rampen en zware ongevallen Besluit Rampbestrijdingsplannen Inrichtingen Besluit Risico Zware Ongevallen Min. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Crisisbeheersingsplan Commissaris van de Koningin Coördinatie Plaats Incident Centrum voor Openbare Veiligheid Centrale Post Ambulancevervoer Centraal Registratiebureau Afhandeling Schade Centraal Registratie en Informatiebureau Commandant van Dienst Gemeentelijke Basis Administratie Gemeentelijk Beleidsteam Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Geïntegreerd Meldkamersysteem Gemeentelijk Managementteam Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings- Procedure Gedeputeerde Staten Hoofd Officier van Dienst Hoofd Officier van Justitie Informatie- en Adviescentrum Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum Meldkamer Ambulancezorg Nationaal Coördinatiecentrum Nationaal Noodnet Nederlandse Rode Kruis
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
43
OL OM OOV OvD OvJ PCC PMK PU RBP RCBT ROC ROT RGF RGS RIT RIVM RRGS SGBO TGO VER Voramp VR VROM VRU V&W VWA WCPV WKR Wob WRZO
44
Operationeel Leider Openbaar Ministerie Openbare Orde en Veiligheid Officier van Dienst Officier van Justitie Provinciaal Coördinatiecentrum Politiemeldkamer Politie Utrecht Rampbestrijdingsplan Regionaal Coördinerend Beleidsteam Regionaal Operationeel Centrum Regionaal Operationeel Team Regionaal Geneeskundig Functionaris Register Gevaarlijke Stoffen Rampen Identificatie Team Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu Risico Register Gevaarlijke Stoffen Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden Team Grootschalig Optreden Veiligheidseffectrapportage Voorlichting bij Rampen Veiligheidsrapport Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu Veiligheidsregio Utrecht Ministerie van Verkeer en Waterstaat Voedsel en Waren Autoriteit Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding Wet openbaarheid van bestuur Wet rampen en zware ongevallen
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
IX Aantekeningen Hier kunt u naar eigen behoefte bijvoorbeeld de NAW-gegevens van leden van bijvoorbeeld het GBT, GMT, Ac’s en andere contactpersonen (externen) opnemen.
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
45
Aantekeningen
Colofon Uitgave: Veiligheidsregio Utrecht, oktober 2008 Samenstelling: Veiligheidsregio Utrecht, Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing Vormgeving: Hendrik Flinterman Druk: Drukkerij ZuidamUithof
46
Vademecum ACB’er & Liaison gemeente in het CoPI, oktober 2008
© Veiligheidsregio Utrecht, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VRU.
Kobaltweg 59-61 T (030) 240 4400
3542 CE Utrecht
Postbus 3154
F (030) 240 4444
3502 GD Utrecht
I www.vru.nl
E
[email protected]