Addendum voor de eindgebruiker Fiery Network Controller voor de WorkCentre 7300-serie, versie 1.0SP1 Dit document bevat informatie over het installeren van software voor de Fiery Network Controller voor de WorkCentre 7300-serie, versie 1.0SP1. Er wordt eveneens in beschreven hoe u EFI WorkCentre Config gebruikt en de kopieermachine kalibreert met ColorCal. O PMERKING : De term Fiery Controller verwijst in dit document naar de Fiery Network
Controller voor de WorkCentre 7300-serie. De term kopieermachine verwijst naar de WorkCentre 7300-serie MFP.
Nieuwe functies in Fiery Controller versie 1.0SP1 De volgende nieuwe functies zijn opgenomen in Fiery Controller versie 1.0SP1: • ColorCal-ondersteuning ingeschakeld • Nieuw hulpprogramma EFI WorkCentre Config voor Dubbele IP, Scan to FTP (Scannen naar FTP) en Auditron afdrukken • Bijgewerkte printerstuurprogramma’s voor de Fiery Controller
In deze versie opgeloste problemen Scheidingspagina’s afdrukken Op de interne scheidingspagina van de kopieermachine en de pagina van het aanraakscherm van de kopieermachine wordt nu gebruikersinformatie weergegeven voor taken die worden afgedrukt naar de Fiery Controller. Webservices opnieuw inschakelen U kunt nu Webservices uitschakelen zonder dat dit een nadelige invloed heeft op onderdelen van het systeem (inclusief Instelling). WEBSERVICES OPNIEUW INSCHAKELEN 1 Meld u op een Windows-computer aan bij de Fiery Controller via Extern bureaublad. 2 Start Command WorkStation. 3 Kies Server > Instellingen. 4 Kies Netwerk > Services > Web in het configuratievenster dat wordt weergegeven. 5 Selecteer Webservices inschakelen. 6 Klik op Toepassen en klik vervolgens op Nu rebooten.
Copyright 2008 © Electronics for Imaging, Inc.
Bestelnummer: 45080754 31 oktober 2008
Pagina 2
Taken afdrukken met Auditron afdrukken ingeschakeld Wanneer u een afdruktaak of een interne systeempagina van de Fiery Controller naar de Fiery Controller verzendt terwijl Auditron afdrukken is ingeschakeld op de kopieermachine, produceert de taak niet langer een fout op de kopieermachine met een onjuiste gebruikers-IDmelding en een fout in Command WorkStation. Auditron afdrukken in combinatie met de Fiery Controller wordt nu ondersteund. IP-adressen voor configuraties met dubbele IP Nadat u de configuratie met dubbele IP hebt ingeschakeld, wordt het tweede IP-adres nu weergegeven op de startpagina en de configuratiepagina. Bericht dat middelste lade vol is in Command WorkStation Als u een grote hoeveelheid documenten afdrukt en de middelste lade vol raakt, stopt de kopieermachine met afdrukken en wordt een bericht weergegeven dat de middelste lade vol is. Command WorkStation geeft nu ook een bericht weer dat de middelste lade vol is. Bericht dat papier op is in Command WorkStation Command WorkStation geeft nu een bericht weer dat het papier op is wanneer het papier in een lade van de kopieermachine is opgebruikt. Kijk wanneer dit gebeurt op de kopieermachine in welke lade papier moet worden toegevoegd. Tonerniveaus in printerstuurprogramma De printerstuurprogramma’s voor Windows en Mac OS geven de tonerniveaus nu correct weer. A4 SEF en laden van Booklet Maker selecteren U kunt nu A4 SEF selecteren in combinatie met laden van Booklet Maker. CMYK-waarden in Spot-On De standaardinstellingen van de CMYK-waarden in Spot-On worden nu correct hersteld wanneer u Revert to Factory Default (Standaardinstellingen herstellen) selecteert.
Pagina 3
Problemen in deze versie Passieve FTP-modus gebruiken voor uitgaande verbinding Negeer de optie Passieve FTP-modus gebruiken voor uitgaande verbinding in Configure > Netwerk > Services > FTP. Het selecteren van deze optie heeft geen effect.
Installatie van patch Voer de volgende procedure uit om de systeempatch versie 1.0SP1 te installeren op de Fiery Controller. DE SYSTEEMPATCH VERSIE 1.0SP1 INSTALLEREN 1 Plaats de cd met v1.0 SP1-update voor systeem- en gebruikerssoftware in het optische station van een Windows-clientcomputer die zich in hetzelfde netwerk bevindt als de Fiery Controller. 2 Blader naar de hoofddirectory van de cd met v1.0 SP1-update voor systeem- en gebruikerssoftware en kopieer het patchbestand 1-XW0MP.exe naar het bureaublad van de clientcomputer. 3 Neem de cd uit de clientcomputer. 4 Dubbelklik op 1-XW0MP.exe op het bureaublad.
Wacht totdat het scherm van het installatieprogramma wordt weergegeven. 5 Klik op Next (Volgende). 6 Klik in het venster met de licentieovereenkomst op Accept (Accepteren). 7 Doe het volgende wanneer het venster Fiery Logon (Fiery-aanmeld) verschijnt:
• Controleer of de gebruiker is ingesteld op “admin.” • Voer als wachtwoord het beheerderswachtwoord voor de Fiery Controller in. O PMERKING : Het standaardbeheerderswachtwoord is Fiery.1. Het is echter mogelijk dat de
netwerkbeheerder een nieuw wachtwoord voor de Fiery Controller heeft geconfigureerd. • Voer als hostnaam het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery Controller in. • Klik op Connect (Verbinding maken).
Pagina 4
Nadat de verbinding met de Fiery Controller tot stand is gebracht, wordt het volgende scherm weergegeven:
8 Controleer of 1-XW0MP wordt weergegeven in de lijst van te downloaden patches en klik op Download (Downloaden).
Wacht ongeveer 5 minuten totdat het downloaden van de systeempatch naar de Fiery Controller is voltooid. Wacht totdat de volgende tekst wordt weergegeven in het veld Patch Status (Status van patch): 1-XW0MP Download Complete (Downloaden van 1-XW0MP voltooid) 1-XW0MP file extraction complete (uitpakken van bestand 1-XW0MP voltooid) 9 Klik op Next (Volgende). 10 Selecteer Restart Fiery Service (Fiery-service opnieuw starten) (aanbevolen) en klik op Finish (Voltooien).
Wacht totdat de Fiery Controller opnieuw is gestart en de status Idle (Niet actief ) heeft bereikt. 11 Druk de configuratiepagina af en controleer of “Version: 1.0SP1” wordt weergegeven onder Server Info (Serverinfo) op de eerste pagina.
Raadpleeg Configuratie en instellingen op de cd met gebruikersdocumentatie voor instructies over het afdrukken van de configuratiepagina’s.
Pagina 5
Installatie van EFI WorkCentre Config EFI WorkCentre Config is beschikbaar op de cd met v1.0SP1-update voor systeem- en gebruikerssoftware. EFI WORKCENTRE CONFIG INSTALLEREN 1 Sleep de volledige map EFI WorkCentre Config vanaf de cd met v1.0SP1-update voor systeemen gebruikerssoftware naar het bureaublad van uw computer en zet deze neer. 2 Klik op het .exe-bestand in de map EFI WorkCentre Config op uw bureaublad en volg de instructies op het scherm.
Nieuwe printerstuurprogramma’s voor Fiery Controller versie 1.0SP1 Er zijn nieuwe printerstuurprogramma’s beschikbaar voor de Fiery Network Controller voor de WorkCentre 7300-serie, versie 1.0SP1 en deze staan op de cd met v1.0SP1-update voor systeem- en gebruikerssoftware. Wij raden aan de vorige versie van het printerstuurprogramma te verwijderen voordat u het printerstuurprogramma voor versie 1.0SP1 installeert. Gebruik de onderstaande procedure. Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het installeren van de printerstuurprogramma’s voor Fiery Controller versie 1.0SP1. PRINTERSTUURPROGRAMMA’S VERWIJDEREN VAN WINDOWS-COMPUTERS 1 Klik op Start, wijs Programma’s aan en kies Fiery. 2 Klik op Fiery Printer Delete Utility.
Het dialoogvenster Fiery Driver Uninstall Tool wordt geopend. In dit venster worden alle Fiery Controller-printers weergegeven die op uw computer zijn gevonden, samen met de bijbehorende stuurprogramma’s. O PMERKING : De Fiery Printer Delete Utility is beschikbaar op de dvd met gebruikerssoftware voor Fiery Controller versie 1.0. Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor meer informatie over het gebruik van de Fiery Printer Delete Utility. 3 Schakel het selectievakje naast het printerstuurprogramma voor Fiery Controller versie 1.0 in en klik op Geselecteerde printers verwijderen. Als u alle geïnstalleerde printerstuurprogramma’s wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje Alle printerstuurprogramma’s verwijderen in. 4 Klik op OK om de printer en de bijbehorende printerstuurprogramma’s te verwijderen. 5 Wanneer u klaar bent met het verwijderen van printerstuurprogramma’s, klikt u op Afsluiten en start u de computer opnieuw op.
Pagina 6
PRINTERSTUURPROGRAMMA’S VERWIJDEREN VAN MAC OS X-COMPUTERS 1 Selecteer de printer Fiery Controllerin het Afdrukbeheer of de Printerconfiguratie en selecteer het pictogram Verwijderen. 2 Verwijder de volgende bestanden:
/Bibliotheek/Frameworks/h10.framework /Bibliotheek/Frameworks/hcore.framework /Bibliotheek/Frameworks/hefi_color.framework O PMERKING : Als u de Harmony-bestanden verwijdert, zullen toepassingen als Command WorkStation en Hot Folders niet juist werken. 3 Verwijder de plug-ins van het printerstuurprogramma:
/Bibliotheek/Printers/Xerox/PDEs/EF600151 (CM) /Bibliotheek/Printers/Xerox/PDEs/EF600151 (CW) /Bibliotheek/Printers/Xerox/PDEs/EF600151 (FJN) /Bibliotheek/Printers/Xerox/PDEs/EF600151 (IS) /Bibliotheek/Printers/Xerox/PDEs/EF600151 (MM) /Bibliotheek/Printers/Xerox/PDEs/EF600151 (PINFO) 4 Ga naar /Bibliotheek/Printers/PPDs/Contents/Resources en verwijder het printerdefinitiebestand (PPD) van de Fiery Controller in elke overeenkomstige taalmap, zoals nodig.
Bijvoorbeeld, om het Nederlandstalige printerdefinitiebestand (PPD) te verwijderen, gaat u naar /Bibliotheek/Printers/PPDs/Contents/ Resources/nl.lproj/ Fiery Controller. 5 Verwijder de fierycupsfilter:
/Bibliotheek/Printers/Xerox/Filters/fierycupsfilter O PMERKING : Wanneer u de fierycupsfilter in deze locatie verwijdert, worden de filters voor alle
Xerox-printers verwijderd.
Pagina 7
ColorCal ColorCal stelt u in staat de Fiery Controller te kalibreren zonder een aanvullende spectrofotometer of densitometer. In plaats daarvan gebruikt ColorCal de ingebouwde scanner van de kopieermachine om de tonerdensiteitwaarden te meten. O PMERKING : ColorCal-kalibratie is alleen mogelijk als de kit Scan Enablement is geïnstalleerd op de kopieermachine.
Kalibreren met ColorCal
Over ColorCal ColorCal heeft de volgende functies: • Scannerkalibratie: ColorCal stelt u in staat de scanner (invoereenheid van kopieermachine) te kalibreren met behulp van de kleurvlakken- en grijswaardenstrips. • Meetpagina: Voor ColorCal worden vierkante zwart-wit- en kleurvlakken willekeurig afgedrukt op de ColorCal-meetpagina. Hierdoor wordt ColorCal minder beïnvloed door de omstandigheden waarin de kopieermachine zich bevindt, waardoor een grotere precisie in kleurreproductie en kalibratie bereikt wordt. O PMERKING : Wanneer u voor het eerst kalibreert met ColorCal, hebt u de grijswaardenstrip nodig die in het mediapakket voor de klant zit dat is meegeleverd met de Fiery Controller. U hebt ook de kleurvlakkenstrip nodig als u de scanner van de kopieermachine wilt kalibreren. Na de eerste kalibratie wordt de informatie van deze strips opgeslagen op de Fiery Controller.
Wanneer u ColorCal uitvoert via ColorWise Pro Tools, hebt u de mogelijkheid de scanner van de kopieermachine te kalibreren voordat u de Fiery Controller zelf kalibreert. Het wordt aanbevolen de scanner te kalibreren voor ColorCal na onderhoud of service of wanneer de uitvoer van de kopieermachine is gewijzigd. De WorkCentre 7300-serie MFP inschakelen voor ColorCal U moet de instelopties configureren en het Apparaatkleursysteem inschakelen om de WorkCentre 7300-serie MFP in te schakelen voor het uitvoeren van ColorCal-kalibratie. O PMERKING : U moet deze taken slechts eenmaal uitvoeren, niet telkens wanneer u kalibreert. Als de kopieermachine eenmaal is ingeschakeld voor ColorCal, blijft deze ingeschakeld tenzij de standaardwaarden van de kopieermachine worden hersteld.
Pagina 8
INSTELOPTIES CONFIGUREREN OP DE KOPIEERMACHINE 1 Open een internetbrowser vanaf een Windows-computer. 2 Typ het IP-adres van de Fiery Controller en druk op Enter. 3 Klik op Xerox WorkCentre rechts onderaan op het scherm. 4 Klik op het tabblad Properties (Eigenschappen). 5 Selecteer Services > Network Scanning (Netwerkscannen) > Advanced (Geavanceerd) > Template Pool Setup (Instelling sjabloongroep) in het navigatiegebied links op het scherm. 6 Voer de volgende informatie in en klik op Apply (Toepassen):
• Protocol: FTP • Hostnaam/IP-adres & poort: 100.100.100.102:8222 • Documentpad: /home/template • Aanmeldnaam: template • Wachtwoord: het beheerderswachtwoord van de Fiery Controller. 7 Voer de aanmeldnaam en het wachtwoord van de beheerder in wanneer daarom wordt gevraagd.
De standaardaanmeldnaam is 11111. Het standaardwachtwoord is x-admin. 8 Selecteer Services > Network Scanning (Netwerkscannen) > File Repository Setup (Instelling bestandsopslag) in het navigatiegebied links op het scherm. 9 Klik op de knop Add (Toevoegen) onder Alternate File Destination (Alternatieve bestandsbestemming). 10 Voer de volgende informatie in en klik op Apply (Toepassen):
• Friendly Name (Beschrijvende naam) (facultatief): voer om het even welke naam in • Protocol: FTP • Hostnaam/IP-adres & poort: 100.100.100.102:8222 • Documentpad: /home/template/data • Login Credentials to Access the Destination (Aanmeldgegevens voor toegang tot bestemming): system • Aanmeldnaam: template • Wachtwoord: het beheerderswachtwoord van de Fiery Controller 11 Sluit de internetbrowser.
Pagina 9
APPARAATKLEURSYSTEEM INSCHAKELEN OP DE WORKCENTRE 7300-SERIE MFP 1 Als momenteel geen dienstpictogrammen worden weergegeven op het aanraakscherm van de kopieermachine, drukt u op het pictogram All Services (Alle services) in de rechterbovenhoek van het display. 2 Druk op de knop Log In/Out (Aanmelden/Afmelden). 3 Typ de aanmeldnaam van de beheerder en druk op Enter.
De standaardaanmeldnaam is 11111. 4 Druk op de knop Machine Status (Machinestatus). 5 Druk op het tabblad Tools (Gereedschappen). 6 Selecteer in het menu System Settings (Systeeminstellingen) Scan Service Settings (Scanservice-instellingen) (of Scan/Fax Service Settings (Scan-/faxservice-instellingen)) > Other Settings (Overige instellingen). 7 Druk op Color Space (Kleurenruimte). 8 Druk op Change Settings (Instellingen wijzigen). 9 Druk op Enable (Inschakelen). 10 Druk op Opslaan. 11 Druk op Close (Sluiten) om Scan Service Settings (Scanservice-instellingen) af te sluiten. 12 Druk op de knop Log In/Out (Aanmelden/Afmelden) om het tabblad Tools (Gereedschappen) af te sluiten. 13 Druk op Logout (Afmelden).
ColorCal-kalibratie uitvoeren U kunt de ColorCal-kalibratie uitvoeren vanaf een computer met ColorWise Pro Tools die is verbonden met de Fiery Controller. O PMERKING : U moet de WorkCentre 7300-serie MFP inschakelen voor ColorCal voordat u de kalibratie uitvoert. Zie “De WorkCentre 7300-serie MFP inschakelen voor ColorCal” op pagina 7 voor instructies.
Pagina 10
KALIBREREN MET COLORWISE PRO TOOLS EN COLORCAL 1 Start ColorWise Pro Tools en klik op Calibrator.
Het hoofdvenster van Calibrator wordt weergegeven. 2 Kies ColorCal in de vervolgkeuzelijst Meetmethode selecteren. 3 Kies een geschikte kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het mediatype dat u het meest zult gebruiken. O PMERKING : De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het standaarduitvoerprofiel. U hoeft dus geen nieuwe koppelingen te maken. 4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren. 5 Kies het paginatype.
• ColorCal-meetpagina drukt willekeurig een van de 256 ColorCal-patronen af. • Eén patroon drukt een specifiek patroon af. Typ het even patroonnummer in het veld Nummer kleurvlakpagina. Het Papierformaat wordt automatisch ingesteld op LTR/A4. 6 Kies de invoerlade die u voor de meetpagina wilt gebruiken. 7 Klik op Geavanceerde opties weergeven om de media te selecteren. 8 Kies de media voor het afdrukken van de meetpagina.
Kies het mediatype dat u normaal gebruikt om af te drukken. 9 Selecteer Scaninstructies afdrukken als u naast de meetpagina ook de instructiepagina wilt afdrukken.
Wis deze optie als u de instructiepagina al hebt.
Pagina 11
10 Selecteer Scannerkalibreringspagina om de meetpagina van de scanner af te drukken en de scanner te kalibreren voor u de Fiery Controller kalibreert.
Als u deze optie wist, wordt alleen de ColorCal-meetpagina afgedrukt en wordt de kalibratie van de scanner overgeslagen. Wij raden aan de scanner altijd te kalibreren voor u de Fiery Controller kalibreert. 11 Klik op Afdrukken.
Er wordt een bericht weergegeven dat de status van uw afdruktaak aangeeft. 12 Klik op OK om door te gaan. 13 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
Er verschijnt een dialoogvenster met de boodschap dat u de meetpagina moet scannen voor u verder gaat. 14 Haal de ColorCal-meetpagina (en de scannerkalibreringspagina als u deze hebt geselecteerd) op bij de kopieermachine. 15 Ga naar stap 27 als u de scannerkalibrering overslaat. 16 Plaats de grijswaardenstrip, de kleurvlakkenstrip en de scannerkalibratiemeetpagina op de glasplaat van de kopieermachine volgens de instructies op de scannerkalibratiemeetpagina.
De grijswaardenstrip en de kleurvlakkenstrip zitten in het mediapakket voor de klant dat is meegeleverd met de Fiery Controller. 17 Als momenteel geen dienstpictogrammen worden weergegeven op het aanraakscherm van de kopieermachine, drukt u op het pictogram All Services (Alle services) in de rechterbovenhoek van het display. 18 Druk op Network Scanning (Netwerkscannen) en druk vervolgens op Update Templates (Sjablonen bijwerken). 19 Druk op de ColorCal-sjabloon. 20 Druk op het tabblad Advanced Settings (Geavanceerde instellingen), druk op Color Space (Kleurenruimte) en druk vervolgens op Device Color Space (Apparaatkleursysteem).
Raadpleeg “Apparaatkleursysteem inschakelen op de WorkCentre 7300-serie MFP” op pagina 9 als Device Color Space (Apparaatkleursysteem) niet wordt weergegeven. 21 Druk op Opslaan. 22 Druk op het tabblad Layout Adjustment (Opmaakaanpassing), druk op Original Orientation (Origineelrichting) en druk vervolgens op Sideways Image (Liggend beeld). 23 Druk op Opslaan. 24 Druk op de groene knop Start op de kopieermachine om het scannen te starten. 25 Druk op het werkstation in Calibrator op Doorgaan om de scannermeting te beginnen.
Wanneer het meetproces voltooid is, wordt een informatiedialoogvenster weergegeven.
Pagina 12
26 Klik op Doorgaan om de scannerkalibratie te voltooien.
Er verschijnt een dialoogvenster met de boodschap dat u de ColorCal-meetpagina moet scannen voor u verder gaat.
27 Plaats de grijswaardenstrip en de ColorCal-meetpagina op de glasplaat van de kopieermachine volgens de instructies op de ColorCal-meetpagina.
O PMERKING : Als u voordien al een kalibratie hebt uitgevoerd, is het plaatsen van de
grijswaardenstrip facultatief. Als u de grijswaardenstrip niet samen met de ColorCalmeetpagina plaatst, worden de grijswaardenmetingen van de vorige kalibratie gebruikt. 28 Herhaal stap stap 17 tot en met stap 24 om het scannen in te stellen en te starten. 29 Klik op Doorgaan in Calibrator om de ColorCal-meting te beginnen.
Wanneer het meetproces voltooid is, wordt het dialoogvenster Meting weergegeven. 30 Klik op OK om de kalibratie te voltooien. 31 Klik op Toepassen om de ColorCal-kalibratie toe te passen. 32 Klik op Gereed om Calibrator te sluiten.
Pagina 13
EFI WorkCentre Config EFI WorkCentre Config is een toepassing waarmee u het volgende kunt configureren: • Auditron afdrukken: voor het afdrukken van systeempagina’s van de Fiery Controller, zoals het takenlogboek en de startpagina. • Dubbele IP: maakt de volgende workflows mogelijk: – Netwerkscannen met FTP en Fax – LPR-, SMB- en IPP-afdrukken vanaf de kopieermachine – Scan ophalen via de TWAIN-invoegtoepassing van de kopieermachine en het hulpprogramma Mailbox View – Ondersteuning van SNMP v3 via Xerox CentreWare Internet Services – Directe toegang tot CentreWare Internet Services, de ingebouwde webserver van de WorkCentre 7300-serie MFP, via het tweede IP-adres O PMERKING : Gebruik Dubbele IP niet in combinatie met Single IP Scan-to-FTP (Scannen
naar FTP met enkele IP). • Single IP Scan-to-FTP (Scannen naar FTP met enkele IP): maakt het mogelijk om bestanden vanaf de kopieermachine te scannen naar een FTP-server
Auditron afdrukken
De Fiery Controller configureren voor Auditron afdrukken Wanneer u de ondersteuning van Auditron afdrukken met EFI WorkCentre Config inschakelt op de Fiery Controller, kunt u EFI-systeempagina’s afdrukken, zoals het takenlogboek en de configuratiepagina, en afdrukken met het printerstuurprogramma van de Fiery Controller. Als u de ondersteuning van Auditron afdrukken wilt inschakelen op de Fiery Controller, hebt u een geldige gebruikers-ID voor Auditron afdrukken nodig die moet worden gebruikt op de EFI-controller. Raadpleeg de documentatie van de WorkCentre 7300-serie MFP om de kopieermachine te configureren voor Auditron afdrukken.
Pagina 14
DE FIERY CONTROLLER CONFIGUREREN VOOR AUDITRON AFDRUKKEN 1 Zorg dat er op de Fiery Controller geen taken worden afgedrukt of verwerkt.
Bij de laatste stap van deze procedure wordt de Fiery Controller opnieuw gestart. Taken die worden afgedrukt of verwerkt gaan daarom verloren. 2 Klik op het .exe-bestand in de map EFI WorkCentre Config op uw bureaublad.
3 Typ het IP-adres of de servernaam van de Fiery Controller of klik op Zoeken om de Fiery Controller te selecteren in uw lokale netwerk en klik op OK. 4 Typ op het tabblad Auditron afdrukken een Print Auditron User Name (Gebruikersnaam voor Auditron afdrukken) in het veld UserID (Gebruikers-ID) en een Print Auditron Passcode (Toegangscode voor Auditron afdrukken).
Dit is de account voor Auditron afdrukken die zal worden gebruikt voor het afdrukken van systeempagina’s van de Fiery Controller, zoals het takenlogboek en de configuratiepagina. 5 Klik op Configure (Configureren) en voer het beheerderswachtwoord van de Fiery Controller in. 6 Klik op Ja om de Fiery Controller te rebooten.
EEN TAAK VAN AUDITRON AFDRUKKEN AFDRUKKEN 1 Selecteer Bestand en vervolgens Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2 Selecteer het printerstuurprogramma van de Fiery Controller en klik op Eigenschappen. 3 Klik op de Taakinfo en voer uw gebruikers-ID en toegangscode voor Afdrukauditron in. 4 Klik op OK om het printerstuurprogramma van de Fiery Controller te sluiten. 5 Klik op OK om uw taak af te drukken.
Pagina 15
Configuratie met dubbele IP
De Fiery Controller configureren voor een tweede IP-adres Configuratie met dubbele IP maakt de volgende workflows mogelijk: – Netwerkscannen met FTP en Fax (gebruik niet Single IP Scan-to-FTP (Scannen naar FTP met enkele IP)) – LPR-, SMB- en IPP-afdrukken vanaf de kopieermachine – Scan ophalen via de TWAIN-invoegtoepassing van de kopieermachine en het hulpprogramma Mailbox View – Ondersteuning van SNMP v3 via Xerox CentreWare Internet Services – Directe toegang tot CentreWare Internet Services, de ingebouwde webserver van de WorkCentre 7300-serie MFP, via het tweede IP-adres O PMERKING : Wanneer u de configuratie let dubbele IP inschakelt, kunt u geen verbinding
maken met de kopieermachine via poort 8080 of 8443 op de Fiery Controller. Als twee IP-adressen zijn geconfigureerd, worden beide adressen weergegeven op de startpagina en de configuratiepagina. DE FIERY CONTROLLER CONFIGUREREN VOOR EEN TWEEDE IP-ADRES 1 Zorg dat er op de Fiery Controller geen taken worden afgedrukt of verwerkt.
Bij de laatste stap van deze procedure wordt de Fiery Controller opnieuw gestart. Taken die worden afgedrukt of verwerkt gaan daarom verloren. 2 Druk een configuratiepagina af en noteer het IP-adres van de Fiery Controller.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie. 3 Klik op het .exe-bestand in de map EFI WorkCentre Config op uw bureaublad. 4 Typ het IP-adres of de servernaam van de Fiery Controller of klik op Search (Zoeken) om de Fiery Controller te selecteren in uw lokale netwerk en klik op OK. 5 Klik op het tabblad Dubbele IP. 6 Klik op Add (Toevoegen) en typ het tweede IP-adres dat u wilt toewijzen aan de Fiery Controller.
O PMERKING : Controleer of het IP-adres dat u toewijst niet door een andere server wordt
gebruikt. 7 Typ het subnet voor het tweede IP-adres. 8 Klik op Configure (Configureren) en typ het beheerderswachtwoord van de Fiery Controller. 9 Klik op Ja om de Fiery Controller te rebooten.
Nadat de Fiery Controller is gereboot, drukt u een startpagina of een configuratiepagina af om te controleren of het toewijzen van het tweede IP-adres is gelukt.
Pagina 16
HET TWEEDE IP-ADRES VOOR DE FIERY CONTROLLER VERWIJDEREN 1 Zorg dat er op de Fiery Controller geen taken worden afgedrukt of verwerkt.
Bij de laatste stap van deze procedure wordt de Fiery Controller opnieuw gestart. Taken die worden afgedrukt of verwerkt gaan daarom verloren. 2 Druk een configuratiepagina af en noteer de IP-adressen van de Fiery Controller.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie. 3 Klik op het .exe-bestand in de map EFI WorkCentre Config op uw bureaublad. 4 Typ het IP-adres of de servernaam van de Fiery Controller of klik op Zoeken om de Fiery Controller te selecteren in uw lokale netwerk en klik op OK. 5 Klik op het tabblad Dubbele IP. 6 Klik op Delete (Verwijderen). 7 Klik op Configure (Configureren) en typ het beheerderswachtwoord van de Fiery Controller. 8 Klik op Ja om de Fiery Controller te rebooten.
Nadat de Fiery Controller is gereboot, drukt u een startpagina of een configuratiepagina af om te controleren of het uitschakelen van het tweede IP-adres is gelukt.
Scannen naar FTP
De Fiery Controller configureren voor Single IP Scan-to-FTP (Scannen naar FTP met enkele IP) Wanneer de Fiery Controller is verbonden met de kopieermachine, geldt er een beperking voor het gebruik van Netwerkscannen en FTP op de kopieermachine. Door Single IP Scanto-FTP (Scannen naar FTP met enkele IP) in te schakelen op de Fiery Controller, kunt u scannen naar een externe FTP-server. Als alternatief kunt u de configuratie met dubbele IP inschakelen, zie pagina 15. Voordat u de Fiery Controller configureert voor scannen naar FTP, moet u eerst een of meer scansjablonen aanmaken met behulp van CentreWare Internet Services. Vervolgens geeft u in EFI WorkCentre Config het IP-adres, de gebruikersnaam en het wachtwoord van de FTPserver op en de directory waarin de gescande afbeeldingen moeten worden opgeslagen. Wanneer u bij het scannen van een taak een van de scansjablonen selecteert op de kopieermachine, wordt het bestand automatisch gekopieerd naar de FTP-server. O PMERKING : Controleer voor u begint of een doeldirectory is aangemaakt op uw FTP-server.
Op de kopieermachine moet de FTP-client ingeschakeld zijn. Raadpleeg de documentatie van de WorkCentre 7300-serie MFP voor meer informatie. O PMERKING : Het scannen gebeurt via de kopieermachine en vereist geen scaninstellingen in WebTools. Daarnaast zijn scans ook niet toegankelijk via MyDocs.
Pagina 17
DE FIERY CONTROLLER CONFIGUREREN VOOR SCANNEN NAAR FTP 1 Druk een configuratiepagina af en noteer het IP-adres van de Fiery Controller.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie. 2 Open een internetbrowser vanaf een Windows-computer. 3 Typ het IP-adres van de Fiery Controller en druk op Enter. 4 Klik op Xerox WorkCentre rechts onderaan op het scherm. 5 Klik in CentreWare Internet Services op het tabblad Properties (Eigenschappen) en selecteer Network Scanning (Netwerkscannen) > File Repository Setup (Instelling bestandsopslag). 6 Klik op Add (Toevoegen) onder Alternate File Destination (Alternatieve bestandsbestemming). 7 Voer de volgende informatie in en klik op Apply (Toepassen):
• Friendly Name (Beschrijvende naam) (facultatief): voer om het even welke naam in • Protocol: FTP • Hostnaam/IP-adres & poort: 100.100.100.102:8222 • Documentpad: /home/template/data • Login Credentials to Access the Destination (Aanmeldgegevens voor toegang tot bestemming): system • Aanmeldnaam: template • Wachtwoord: het beheerderswachtwoord van de Fiery Controller 8 Klik op het tabblad Scannen en selecteer Job Templates (Taaksjablonen) > New Template (Nieuwe sjabloon). 9 Typ in het veld Template Name (Sjabloonnaam) een beschrijvende naam voor uw sjabloon en klik op Add (Toevoegen). 10 Klik onder File Destination (Bestandsbestemming) op Edit (Bewerken). 11 Selecteer in het veld File Destination (Bestandsbestemming) de naam van uw sjabloon die u hebt opgegeven in stap 9 en klik op Apply (Toepassen). 12 Als u de instellingen van uw sjabloon wilt wijzigen, klikt u op Edit (Bewerken) in het deel dat u wilt wijzigen, voert u de wijzigingen door en klikt u op Apply (Toepassen). 13 Sluit CentreWare Internet Services. 14 Klik op het .exe-bestand in de map EFI WorkCentre Config op uw bureaublad. 15 Typ het IP-adres of de servernaam van de Fiery Controller of klik op Zoeken om de Fiery Controller te selecteren in uw lokale netwerk en klik op OK.
Pagina 18
16 Klik op het tabblad Scannen naar FTP.
17 Geef de volgende instellingen op
• Server Name or IP (Servernaam of IP): de naam of het IP-adres van de externe FTP-server. • User Name (Gebruikersnaam): de gebruikersnaam van de externe FTP-server. • Password (Wachtwoord) (facultatief): het wachtwoord van de externe FTP-server. • Destination Directory (Doeldirectory) (facultatief): de directory van de externe FTPserver. Als u dit veld leeg laat, wordt het bestand opgeslagen in de hoofddirectory. 18 Klik op Configure (Configureren) en typ het beheerderswachtwoord van de Fiery Controller.
Scannen naar FTP is nu geconfigureerd. 19 Klik op OK.
SCANNEN NAAR FTP VANAF HET AANRAAKSCHERM VAN DE KOPIEERMACHINE 1 Selecteer Services en vervolgens Network Scanning (Netwerkscannen) op het aanraakscherm van de kopieermachine. 2 Selecteer de sjabloon die u in de vorige procedure hebt aangemaakt. 3 Plaats uw document op de glasplaat en scan uw document.
Door deze sjabloon te selecteren, worden de gescande afbeeldingen automatisch gekopieerd naar de FTP-server. Raadpleeg de documentatie van de kopieermachine voor meer informatie over het scannen.