Handicap&Beleid Handicap Beleid Mark Rutte en het hoger onderwijs
‘Niet alle geluk komt uit Den Haag’
Themanummer onderwijs 12e jaargang - Nr. 2/2005
• Handicap + studie over ‘gehandicapt beleid’ • Waalre: 2200 euro voor zorgleerling H&B_11_2005.indd 1
18-11-2005 16:06:44
foto: peter valckx H&B_11_2005.indd 4
18-11-2005 16:07:03
interview
Stan Verhaag
Staatssecretaris Rutte ( VVD) en het hoger onder wijs
‘We zijn niet naïef’ Mark Rutte is sinds anderhalf jaar staatssecretaris van Onderwijs. Hij is verantwoordelijk voor het hoger onderwijs, dus ook de toegankelijkheid daarvan. Voorjaar 2006 stuurt hij zijn ontwerp voor de nieuwe Wet op het Hoger Onderwijs naar de Tweede Kamer. Kern: onderwijsinstellingen krijgen geld, maar zijn zélf verantwoordelijk voor toegankelijkheid. ‘Wie gelooft dat al het geluk uit
foto: peter valckx
Den Haag moet komen, plaveit de weg naar de hel met goede bedoelingen.’
Gehandicapten en gehandicaptenorganisaties stellen dat de onderwijsparticipatie van studenten met een handicap en studenten zonder handicap gelijk moet zijn. Is dat ook het streven van uw ministerie? Op zichzelf is dat beginsel juist. Maar in de toelichting bij de Wet Gelijke Behandeling staat ook dat met een aantal aspecten rekening moet worden gehouden, zoals de grootte van de organisatie, de investering en de kosten van een aanpassing, de beschikbare financiële tegemoetkomingen, de operationele en technische haalbaarheid van de aanpassing en de financiële draagkracht van de instelling. Maar nogmaals, het beginsel is juist. Ten eerste zijn we een beschaafd land dat geen onderscheid maakt tussen mensen. Als iemand de hersens heeft om te studeren, dan moet dat gewoon kunnen. Daarnaast is er ook nog een economische reden, namelijk het structureel tekort aan hoger opgeleiden in dit land. En ik zou er nog een derde persoonlijke reden aan willen toevoegen, namelijk dat ik in mijn eigen omgeving heb gezien dat mensen met een handicap ontzettend veel hebben meegemaakt en dat vormt hun karakter. Het is heel plezierig om zulke mensen in je bedrijf of overheidsorganisatie binnen te halen. Ze worden niet door het eerste tegenwindje omver geblazen, want ze hebben al heel lang met tegenwind te maken.
Beschouwt u het verschaffen van gelijke rechten aan mensen als een taak van organisaties en bedrijven of van de overheid? Daar kan ik kort over zijn: ik vind dat een gedeelde verantwoordelijkheid. Ik word zelf gemotiveerd door het maatschappelijk belang, want het is niet prettig als mensen met een handicap aan de kant staan. En wat mij ook nog wel motiveert is de mensen persoonlijk. Maar wat ik vooral wil benadrukken richting bedrijven en overheidsorganisaties is: zie nou gewoon hoeveel kansen je laat liggen, ook in de concurrentie met anderen. Daarin komt mijn achtergrond in het bedrijfsleven naar voren en kan ik het concreet maken. Want een beroep doen op het geweten is leuk, maar het wordt pas écht leuk als je een beroep kunt doen op het geld en de kansen die bedrijven laten liggen.
Zien ondernemingen net als u de toegevoegde waarde van mensen met een beperking? Of zien ze vooral hun beperking? Ik heb zelf tien jaar bij Unilever gewerkt. Daar vond men dat de mix van mannen-vrouwen, autochtonen-allochtonen en mensen met en zonder beperking tot een mooier, warmer en vooral creatiever bedrijf leidt.
Is het geen nadeel dat je wel als individu een klacht kunt indienen, maar dat organisaties dat niet kunnen doen? Voor de rechtsbescherming geldt dat de situatie eigenlijk niet anders is dan voor andere studenten. We gaan het bovendien in de nieuwe wet versimpelen om met klachten om te gaan. Ik geloof niet dat er een apart wettelijk kader nodig is.
handicap & beleid 2, 2005
H&B_11_2005.indd 5
Wat is uw mening over het functioneren van de Wet Gelijke Behandeling Gehandicapten en Chronisch zieken? Dat die wet er is, vind ik een goede zaak. Maar het is lastig om al een oordeel te hebben over het functioneren ervan, want er worden nog maar weinig gevallen aan voorgelegd. Dat kan twee dingen betekenen: ofwel de wet functioneert niet goed, of men komt er zelf wel uit. Over vier jaar wordt de wet geëvalueerd, dus dan weten we meer.
5
18-11-2005 16:07:12
‘M e n s e n m e t e e n b e p e r k i n g l at e n z i c h n i e t d o o r het eerste tegenwindje omver blazen’
U vindt dus niet dat studenten met een handicap extra rechtsbescherming nodig hebben? Nee hoor. Die is prima geregeld. Mensen met een lichamelijk of geestelijk probleem liften gewoon mee op de algemene procedures. Een beslissing aanvechten kost veel energie, die juist gehandicapten vaak niet hebben. Daardoor denken ze eerder dan anderen: laat maar zitten. Dat risico is er. En daarom willen we de klachtenprocedure in de Wet op het Hoger Onderwijs vergaand versimpelen. Maar ze moeten er natuurlijk wel íets voor doen. Acht u het noodzakelijk de WGBG op termijn in het gehele Nederlandse onderwijs in te voeren, dus ook het primair en voortgezet onderwijs? Dan verwijs ik naar de minister. Zij wil zo’n invoering gaan onderzoeken. Als de school en de ouders er niet uitkomen, kunnen zij op dit moment terecht bij een onafhankelijke geschillencommissie. In dit verband wordt nagegaan hoe zo’n commissie zich verhoudt tot de invoering van de WGBG in het primair en voortgezet onderwijs. We willen voorkomen dat verschillende procedures naast elkaar worden ontwikkeld. De kern is een adequate geschillenregeling. Of de WGBG hierbij een rol kan spelen, moet nader worden onderzocht. Daar ben ik het als staatssecretaris helemaal mee eens. Een ander thema. In uw antwoord op Kamervragen las ik dat u het lastig vindt dat het nogal eens ontbreekt aan gegevens over effectiviteit van beleid. Geldt dat bij uitstek het hoger onderwijs en de toegankelijkheid daarvan voor gehandicapten? Het geldt helaas voor meer beleidsterreinen. Maar inderdaad, de mensen op het departement die daar verstand van hebben – ik zal mezelf daar niet toe rekenen, ik begin er langzaam ook wat van te begrijpen – zeggen dat er veel niet bekend is op het gebied van onderwijs aan studenten met een beperking. U zegt dat u zich niet rekent tot degenen die er verstand van hebben. Is deze materie zo ingewikkeld? Nee hoor, ik ben er redelijk in thuis, maar je kunt in mijn baan niet verwachten dat je deskundig wordt in alle onderwerpen. Moet je ook niet willen. Ik moet er voldoende van weten om richtingen te kunnen uitzetten. Eind oktober verscheen het rapport ‘Gebruikerstoets – Studeren met een handicap 2005’ van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie (Choice). De studenten hebben vooral kritiek op de voorlichting over regelingen. Wat is uw reactie? Ik ben dus een groot voorstander van zulke cijfers. Het maakt namelijk duidelijk hoe dingen werken. Het houdt studenten scherp,
6
H&B_11_2005.indd 6
maar ook de instellingen. Zij krijgen de informatie die ze nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen. Daarnaast heeft de politiek de taak de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. In Nederland gebeurt dat concreet door de NVAO (de NederlandsVlaamse Accreditatie Organisatie, SV). Ik wil met de NVAO gaan praten over de mogelijkheid om bij de kwaliteitsbeoordeling van opleidingen ook te bekijken hoe zij omgaan met studenten met een functiebeperking. Dat zou onderdeel moeten zijn van hun visitaties, vind ik. En wat landelijke voorlichting betreft, daar kan de IB-Groep een rol vervullen. Daarover ben ik met hen in gesprek. Uit het genoemde rapport blijkt ook dat het docenten nogal eens ontbreekt aan inzicht in wat er allemaal komt kijken bij studeren met een handicap. Het Verwey-Jonker Instituut komt binnenkort met vergelijkbare conclusies. Hoe kan volgens u de kennis en het inzicht van docenten verbeterd worden? Daarvoor zijn volgens mij drie dingen nodig. Het belangrijkst is het ter beschikking stellen van feitelijke informatie aan docenten door het expertisecentrum handicap + studie. Ten tweede moeten studenten zélf het thema toegankelijkheid op de agenda blijven plaatsen. Daarom is het belangrijk dat zij goed georganiseerd zijn. En dat brengt me bij de derde maatregel. In de nieuwe Wet op het Hoger Onderwijs gaan we de positie van de medezeggenschap versterken, zodat studenten en docenten samen scherper kunnen sturen. Volgens uw voorstellen voor die wet krijgen onderwijsinstellingen de komende drie jaar twee miljoen euro per jaar om hun toegankelijkheid te verbeteren. Bovendien worden ze zelf verantwoordelijk voor de besteding daarvan. Klopt, maar we zijn niet naïef. Ik wil niet alles van tevoren bureaucratisch dichtregelen, want dan ben ik heel veel geld kwijt aan het laten verantwoorden wat instellingen met hun geld gaan doen. Ik vind in algemene zin dat in het onderwijs heel veel subsidiestromen een enorme bureaucratie oproepen. Bovendien gaat het in dit geval om grote instellingen die echt wel hun verantwoordelijkheid nemen. Maar nogmaals, we zijn niet naïef. Ze moeten wel degelijk een actieplan indienen. Dat wordt getoetst. Ook moeten ze tussentijds én achteraf rapporteren over de uitvoering. Als wij twijfels hebben bij die rapportage, kunnen we ingrijpen. We doen het dus heel gestructureerd, maar daarbinnen wil ik het wel light touch organiseren. Ik wil een eindeloze bureaucratie voorkomen. Bestaat niet het gevaar dat de instellingen uw geld voor andere doeleinden gaan gebruiken? Nee, het geld is min of meer geoormerkt. Oormerken is een beetje een ouderwetse manier van besturen, maar ik vind het hier nog wel logisch. Mijn hoop is dat in 2009 toegankelijkheid zo sterk in het denken van de instellingen en van de medezeggenschap is geïntegreerd dat we het verder kunnen versimpelen.
handicap & beleid 2, 2005
18-11-2005 16:07:14
interview ‘J e m o e t d e ve ra nt w o o rd e l i j k h e i d l e g g e n wa a r h i j h o o r t zó n d e r n a ï e f t e z i j n’
Afgelopen zomer schreef u aan de Kamer: ‘Ik heb verantwoordelijkheid voor het stelsel, en dat betekent dat het mijn verantwoordelijkheid is dat instellingen voldoende prikkels krijgen om hun verantwoordelijkheid te nemen.’ Is dat niet gewoon hetzelfde als het afschuiven van uw verantwoordelijkheid? Nee, die delen van de linkse kerk die geloven dat al het geluk uit Den Haag moet komen, die zijn bezig de weg naar de hel te plaveien met goede bedoelingen. Hun aanpak heeft geleid tot het onderwijsstelsel in Nederland dat Maria van der Hoeven [minister van Onderwijs, SV] sinds drie jaar probeert weg te hakken en waarbij ik sinds een jaar mag helpen. Dat stelsel was volledig verbureaucratiseerd en kende een topzware wetgeving. Het werkt gewoon niet. Je moet dus de verantwoordelijkheid leggen waar hij hoort zónder naïef te zijn. Overweegt u het principe van straffen en belonen te hanteren? Het geld dat instellingen krijgen is een voorschot, dus als wij niet tevreden zijn krijgen ze het geld niet. Ze krijgen hun geld pas definitief als de eindrapportage is goedgekeurd. Zijn de hoger-onderwijsinstellingen blij met uw plannen? Ja, uiteindelijk wel, want ze willen serieus genomen worden, ook als het gaat om gehandicapten. Ik heb absoluut de indruk dat men mijn voorstellen waardeert. Een voorzitter van het College van Bestuur van een grote universiteit kan toch zeker zelf wel bepalen hoe hij ervoor zorgt dat niemand buiten de boot valt? In het interview dat ik een half jaar geleden had met Jan Nagtegaal van handicap + studie, zei hij: ‘Het ministerie van OCW wil in principe dat de onderwijsinstellingen zelf alles doen wat er gedaan moet worden, OCW wil eigenlijk geen landelijke organisatie tussen henzelf en de instellingen in.’ Klopt dat? Ik denk dat handicap + studie en Jan Nagtegaal in het bijzonder heel goed werk doen. Maar ik heb wel twijfel over de vraag of handicap + studie tussen het ministerie en de instellingen in moet staan. Het lijkt mij het handigste dat wij het geld ter beschikking stellen van de instellingen en dat zij vervolgens expertise inkopen. In veel gevallen zullen zij dat doen bij handicap + studie. Mijn beeld van handicap + studie is positief, die club deugt gewoon. Maar het is geen doel op zich om handicap + studie in de lucht te houden. Dus ik zou zeggen: heb iets meer zelfvertrouwen als club, je krijgt nog een smak geld de komende jaren, maar zorg er in de tussentijd voor dat je je onmisbaar maakt voor de instellingen. Dan pak je ongetwijfeld een groot deel van de markt. Het MBO krijgt vanaf 1 januari 2006 Leerlinggebonden Financiering. Zou het een goed idee zijn om dit fenomeen ook in het hoger onderwijs te introduceren? Nee. De bedoelingen zijn best goed, maar het leidt ook weer tot een enorme bureaucratie. Je bereikt er van de 50.000 mensen in
handicap & beleid 2, 2005
H&B_11_2005.indd 7
het hoger onderwijs die echt last hebben van hun handicap misschien 1000 tot 1500 mee. Tot slot. Wat wilt u in deze kabinetsperiode voor elkaar krijgen voor studenten met een beperking in het hoger onderwijs? Het doel is om tot 2009 een enorme sprint te maken in de toegankelijkheid van instellingen in het hoger onderwijs. Vóór de Kamerverkiezingen in 2007 wil ik een grote stap gezet hebben - niet dat ik op dit onderwerp campagne wil voeren, want dat is niet zo chic. Waarom niet? Het is juist héél chic. Ik wil er wel een campagne voor voeren, maar geen verkiezingscampagne. Ik denk dat je dit soort dingen vooral voor elkaar krijgt als je jezelf er niet mee profileert. Doe je dat wel, dan gaan mensen denken dat Rutte zo nodig wil scoren. Mensen moeten het uit overtuiging zélf willen doen. Hier geldt Harry Truman: “Je kunt alles gedaan krijgen, als je niet de eer wilt hebben.” Dat geloof ik echt.
7
18-11-2005 16:07:14