NIENHUYS RONDSCHRIJFBRIEF ~ 2010 Het is al in zicht – het einde van het jaar 2010 – wanneer we na de kerst aan deze brief beginnen. Tijd dus om weer iets van ons te horen. Het is een actief jaar geweest, zoals goed bij ons past. Nog belangrijker, we genoten van een goede gezondheid. Hier dan enkele hoogtepunten met een paar plaatjes. Een prachtig begin van het jaar ~ schaatsen op de mooie Kortenhoefse plassen! Met de vries heldere blauwe lucht boven ons (-6°C), gleden en struikelden we over het ijs. Soms met slechts het geluid van onze schaatsen op het harde, bevroren oppervlakte. De 10 km route kronkelde tussen het lange goudkleurig riet door, langs zijkanalen en zelf stukken die nog niet volledig bevroren waren in het open meergebied ~ met in de verte de typische helder grijze en gele winterhemel als achtergrond. Het was bijna windstil. Een prachtige tocht die we een paar keer reden. Af en toe, zoefde een lijn supersnelle toerschaatsers ons voorbij die zich in een perfect gesynchroniseerde cadans voortbewogen. Een pauze bij de Koek en Zopie voor een kopje warme chocolade of erwtensoep dat ons de energie gaf voor een tweede of derde ronde. Jonge, oude, goede, middelmatige schaatsers, en beginners met slingerende ‘windmolen’ armen, vallende schaatsers (de lange barsten in het ijs werden met het uur dieper), schaatsende moeders die kinderwagentjes voortduwen, zelfs wandelaars met hun honden ~ pret voor iedereen. Dit is Holland, en dit alles slechts 10-minuten fietsen van onze achterdeur. Wat kan je nog meer vragen?
Pieterpad Dit jaar zijn we gestart om het Pieterpad te lopen, tenminste om een begin van te maken. Als het tempo doorgaat zoals dit jaar, wordt het wel een 5 jaar onderneming! Afijn, af en toe in eigen land te wandelen, wat frisse lucht scheppen, weg van achter de computer en in beweging komen, van het prachtige landschap te genieten, dorpjes zien waar we nog nooit van gehoord hebben en langs beroemde bezienswaardigheden lopen, zoals de hunebedden, is allemaal geweldig. In februari begonnen we met etappe 1 – Pieterburn naar Winsum (12 km). Voordat we op pad gingen, brachten we een bezoek aan de Zeehondencrèche Lenie ’t Hart waar we een zeehond symbolisch hebben geadapteerd. We gaven onze uitgekozen zeehondje een naam maar de medewerker kon niet verzekeren dat de foto die we later zouden krijgen ook die zeehond was, want alle zeehonden hadden al een naam. Hij bleek: ‘Joey’ te zijn, dus ‘Joey’ het bleef. In april, zoals beloofd, hebben we een prachtig foto van ‘Joey’ gekregen toen hij weer de zee inging. Een mooi herinnering aan onze start van de Pieterpad. Als opwarming voor onze wandeling en om te kunnen zeggen dat we van de Waddenzee tot België hebben gelopen, huurden we een step om naar de dijk te rijden. Heen was gemakkelijk – met de wind mee. Maar terug was het wel erg duwen (gemakkelijker om te lopen eigenlijk), en met een hagelbui ook nog! Maar we hebben de Waddenzee gezien.
De Passiespelen van Oberammergau, Oostenrijk
De Oberammergau Passiespelen, het verhaal over het lijden en sterven van Jezus, dateert van 1633. Een pestepidemie bereikte toen het dorp en eiste snel meer dan 80 doden. De bevolking smeekte God de epidemie te stoppen en beloofde in ruil daarvoor regelmatig de Passiespelen uit te voeren. De pest verdween, Oberammergau voerde vanaf dat moment zo om de tien jaar de Passiespel op, dit jaar voor de 41st keer. Voor dit heel bijzondere voorstellen, is Doreens zuster (Florence) in mei uit Amerika overgevlogen (natuurlijk ook om ons te zien, hoor). Alleen burgers van Oberammergau (daar geboren of 20 jaar inwonende) mogen acteren en die laten hiervoor een jaar vooraf hun baard en haar groeien. Het enorme Passietheater, dat plaats biedt aan 4700 toeschouwers, is aan de kant van het toneel open; de Passiespelen zijn immers traditioneel een
1
openluchtspektakel. Maar dit jaar zorgt een verrijdbaar dakconstructie er voor het eerst voor dat ook de spelers bij regen droog blijven. Voor onze voorstelling was het een heldere mooie koele avond, dus het dak bleef open. De voorstelling duurt ruim 5 uur, onderbroken door een 3-uur pauze. Het klinkt best lang, maar de tijd vloog snel erbij. De hele voorstelling is in het Duits, maar er was ook een programmaboek met alle tekst en koorliedjes in het Engels verkrijgbaar. Maar als je de woorden niet kon verstaan was het toch spectaculair te zien – het vijftig meter brede toneel vol met honderden volk, jong en oud, gekleed in gewaden van verschillende tinten, groepen in blauw of beige of wit, soms met schapen, geiten, een dromedaris en een paard erbij. Ook het koor en orkest bestaan uit honderden mensen. Fantastisch waren het tableau vivants waar episoden uit het Oude Testament werden vertoond. De acteurs (met kinderen ook erbij) moesten helemaal stil blijven staan, soms in ingewikkelde houdingen, voor een volle minuut voordat de gordijnen weer langzaam dichtgaan.
André Rieu Concert André Rieu en zijn Johan Strauss orkest is wereld beroemd. Om kaarten te krijgen moet je maanden van voren kopen; en voor zijn concerten hier in Nederland, zelfs een jaar eerder. Dat is voor ons onmogelijk want zo ver in de toekomst kunnen we niet plannen met Sjoerds werk. Doreen zag dat er een concert in Innsbruck in mei zou plaatsvinden en maar enkele dagen na de Oberammergau Passiespelen. Innsbruck ligt maar enkele kilometers van Garmische-Partenkirchen en…, er waren er nog wat goede stoelen beschikbaar. Het was een leuke avond – niet alleen was de muziek uitstekend, maar de hele sfeer was geweldig – prachtige klassieke muziek, een modern muziekstuk (tribuut to Michael Jackson), bekende lokale liedjes, opera en er tussendoor grapjes. Het was wel helemaal anders dan de Passiespelen. Nadat we de berg naast Innsbruck beklommen hadden, reden we weer terug naar Hilversum via het Zwarte Woud en een paar bezoekjes aan de prachtige kastelen – Linderhof, Hohenschwangau en Neuschwanstein. Allemaal erg de moeite waarde om te zien. En natuurlijk kunnen we het Zwarte Woud niet verlaten zonder een koekoekslok te kopen (onze motto ‘we kopen niks’ weer in de wind geslagen). Maar nu herinnert de koekoeksvogel ons elke dag wanneer het tijd voor koffie is want tegen 10 uur klinkt de koekoek als koffie, koffie, koffie, koffie, koffie, koffie, koffie, koffie, koffie, koffie !
Naar Tadzjikistan
In juni vertrok Sjoerd naar Tadzjikistan voor een 3-weekse consultancy voor GTZ, Doreen bleef thuis deze keer. In 2008 had Sjoerd voor een ander project al een keer advies gegeven over kachels and nu moest hij dan een training geven aan dorps metaalbewerkers hoe je het beste en het snelste verbeterde kookkachels maakt. Metaal soort, verwerkingstechniek, series productie, marketing, van alles. Daarnaast cursus gegeven aan de staf van het project over hoe kachels werken, je een broodoven kan bouwen, en wat je allemaal kan doen op het gebied van isolatie. In sommige dorpen wordt het in de winter wel 40 graden Celsius onder nul. Sommige Sjoerds ervaringen: Het maken van een isolatie doos voor de kookdemonstratie.
2
De rit van Dushanbe (hoofdstad Tajikistan) naar Khorog (project) duurde 16 uur en halverwege zaten we achter een opstopping omdat er een vrachtwagen in de rivier was blijven steken. Toen een bulldozer die er uit had geduwd en het grindbed (onder het bruine kolkende water) een beetje vlak had getrokken dook er een minibusje vol passagiers voor ons langs het water in. Iedereen dacht dat de bestuurder gek was. Afijn, meteen vast met het water tot aan de schuifdeur en de chauffeur schreeuwen tegen de omstanders hoe ze hem door het water moesten duwen terwijl de achterwielen verder in het grind wegzakte en de voorkant afdreef door de stroming. Na een ogenblik konden wij er al langs (4WDToyota truck), maar achter ons kwam meteen een andere kleine lorrie ook vast te zitten. Daarna moesten we een eindje door de rivier ploegen om wat verder langs de file weer de weg op te klimmen. We hebben niet meer achterom gekeken. Het GTZ guesthouse ligt vlakbij het project kantoor, wel handig, maar met de watervoorziening is het behelpen. Toen ik aankwam, heb ik eerst een half uurtje gekeken hoe de huishoudster met loodgieter en zijn assistent in de badkamer stonden te delibereren hoe het water door de wirwar van pijpen, slangen en kranen liep, en uiteindelijk kwam er een scheut zwart, daarna bruin, daarna gele en tenslotte doorzichtig douche water uit. Op een dag heeft een van de andere gasten een warme douche genomen en daarna de kraan in het leidingen labyrint in de wc niet goed dichtgedraaid met als gevolg dat ik vandaag de wc kon doorspoelen met warm water en er geen water in de douche was. Die arme verzorgster is dagelijks bezig met slangen en kranen en pompen en emmers bezig om het water op de juiste plek te krijgen. Tja, wat wil je voor 10 Euro per nacht. De eerste dag dat ik hier was, was er een inauguratie van de universiteit en de uitreiking van diploma’s, en alle deftige mensen van Khorog waren aanwezig. Toen ik en Heike (project medewerkster) aankwamen, kon ik Kishwar (van vroeger project) begroeten die maast de vice-minister zat op de voorste rij, waarna wij ook meteen naar voren gedirigeerd weren zodat we vooral op de TV en alle rapportages te zien waren. Gelukkig waren mijn kleren toen nog schoon, maar ik stak er wel uit met mijn witte safaripak en witte haar hoofd tussen alle zwartharige en in keurig grijs en zwart kostuum gestoken officiële delegaties. Wel was ik in Dushanbe naar de kapper geweest, dat viel dus mee. De hele stad is bezig de façades van de hoofdstraat op te knappen want de president komt op bezoek. Allemaal heldere pastel kleuren en de gebouwen gevels die niet mooi waren hebben ze dag en nacht en in het weekeinde doorgewerkt om de gevels dicht te maken met plastic platen uit China. Rond de parkeerplaats met alle standbeelden van koningen wordt een keurig metalen hekje geplaatst dat zwart en goudkleurig wordt geschilderd. De hele hoofdstraat geschilderd, behangen met spandoeken, bloemetjes, gekleurde lampen, vlaggen, de zebra's zijn geschilderd en de goten zijn schoongemaakt. De centrale weg door de stad is vernieuwd en zeer breed geasfalteerd, zo glad dat je de auto’s niet meer hoort rammelen. Vorige maand hebben ze alle loslopende honden vergiftigd. Het zullen er wel erg veel geweest zijn want je ziet nog overal honden lopen. Zelfs hebben ze het standbeeld van Lenin verwijderd. 's Morgens heb ik nog een fotootje gemaakt met de staaldraad van de kraan om de nek, maar helaas niet het liften gezien (8 ton brons). Wel daarna toen het beeld op de grond lag maar werd weggestuurd door de politie want een foto van Lenin op de grond is zowat heiligschennis. De dag van ontvangst van de president – alle dames in traditionele rood fluweel kleding met geborduurde hoedjes op stonden langs de kant van de weg om te zwaaien en alle verkeer is platgelegd in het district. Ook de twee auto's met chauffeurs van GTZ zijn ingevorderd voor de presidentiële stoet.
3
Terug naar Tadzjikistan
In augustus moest Sjoerd weer naar Tadzjikistan voor een consultancy voor het oude project, deze keer ging Doreen mee. Na 8 uur in de lucht en een lange tussenstop in Riga (Latvia) kwamen we in Dushanbe aan om 04.00 ’s nachts. De chauffeur heeft ons naar de vlakbij gelegen Delhi Darbar hotel gebracht waar we op een erg ongemakkelijke matras (zeg maar metalen veren met een dunne stof eroverheen) proberden een dutje te doen want om 08.30 uur moesten we al uit het bed en terug naar de luchthaven voor de helikopter naar Khorog. En daar zaten we in de VIP lounge, en wachten, en wachten, en langer wachten totdat onze begeleider terugkwam met de mededeling dat de helikoptervlucht was afgelast vanwege te veel wolken. Niks anders dan terug in de auto stappen en de 16 uur durende bergrit maken. Om 02.00 ’s nachts, doodmoe, belandden we toen aan de deur van het kleine Parinen guesthouse in Khorog. Het Parinen guesthouse is best aardig. Onze kamer was ruim, licht en met uitzicht op de rivier die dwars door Khorog stroomt. Enig nadeel is dat het heeft het toilet en badkamer op de gang. Enkele dagen was er een probleem met de watervoorziening, maar tja, een koud douche af en toe is best verfrissend. Het was mooi zomerse weer met een aangenaam bries. De grote tuin deed ons denken aan onze tuin in Gilgit (Pakistan) met hetzelfde planten – alfalfa, appelbomen, abrikozenbomen, druivenstruiken, zinnia’s, kosmos, zonnebloemen en Afrikaanse. Het guesthouse ligt iets buiten het centrum, maar er rijden vele lokale tangems (minibus taxi’s) langs. Je hoeft maar enkele minuten te wachten, hand uitsteken, Somoni 1 betalen (17 Euro cent) en uitstappen bij de ingang van het kantoor. In de hoofdstraat van Khorog zijn er talloze piepkleine onopvallende minimarkten, zodat dat je er voorbij loopt zonder dat je ziet dat het een winkel is. Weinig mensen spreken Engels, en helaas spreken wij geen Tadzjiek of Russisch. Maar de winkeliers zijn erg vriendelijk en met een beetje gebarentaal, rond kijken enz. komen we er wel uit. Soms kom je rare namen tegen, zoal waspoeder met de merknaam ‘barf’ (= braken in het Engels). Nee, hoor, doe maar die Chinese merk, tenminste kunnen we de naam niet lezen, zal wel “Schitterende Zon” heten of zoiets. Khorog Markt op zoek naar onderdelen. Omdat de restaurants om 18.00 uur dicht gaan, eet men een warm middagmaal, en op zondag zijn zowel de winkels als restaurants gesloten. Dus ’s avonds aten we een lichte maaltijd (boterham met worst en lokale kaas of chocolade pasta) buiten in de tuin met uitzicht op de bergen (enkele nog met een beetje sneeuw bovenop). Op een avond boden de eigenaar ons een bord ‘plov’ aan (een Tadzjikistaanse traditionele lievelingsrijstgerecht) met een frisse tomaten en komkommer salade als bijgerecht. Zij eten ‘plov’ eens in de week, zei hij. Zo leer je de gewoontes van de bevolking kennen en wat ze thuis koken is altijd veel lekkerder dan eten van een restaurant, dus waren we erg dankbaar voor de eigenaars gastvrijheid. Behalve ‘plov’ houden de lokale mensen van soep, zowel in de winter als zomer. Op een zondagochtend waren de hoteleigenaren niet thuis, dus moest oma voor het ontbijt zorgen. Zij spreekt geen woord Engels, maar had altijd een glimlach. Sjoerd naar de keuken, de koelkast opendoen, eieren pakken en met gebaartaal laten zien dat ze die in de kookpan moesten bakken. De boodschap is goed overgekomen. Weer de keuken in om wat kaas uit de koelkast te halen. Het brood, tja, dat was keihard en vroeg om wat extra kauwen. Blijkbaar kopen ze brood maar een keer in de week, net zoals het schoonmaken van de lakens en handdoeken. De eerste dag was Doreen verbaasd toen zij zag dat het bed (nog) niet opgemaakt was. Nee, zei Sjoerd, dat hoort er niet bij in deze kamerprijs. Bij de was hoort het strijken er ook niet bij, maar je kunt het strijkijzer lenen. Op een dag hangt er een zware brandlucht – pannenkoeken? Nee; eens in de week branden ze een soort gras en lopen ermee door het hele huis – een soort zegeningritueel met wierrook, zoals de Hindoes doen.
4
Op een dag zat Muyashan, een aardige jongen met wie we samen een kantoor deelden en die ons vaak thee bracht, aan zijn bureau met zijn hoofd in beide handen. Hij had vreselijk hoofdpijn, gedronken? Doreen gaf hem twee aspirinetabletten, waarbij hij er een innam. Tegen het einde van de dag, lag het tweede tablet nog ons bureau, dus stopte Doreen het terug in haar handtas. Kort daarna kwam Muyashan binnen. “Hé, waar is dat andere aspirinetablet?” Hij wilde het graag hebben want het was een ‘wonder tablet’ – “wat je hier krijgt zijn allemaal nep medicijnen”. De week erop had Muyashan kiespijn en ging naar de tandarts en kwam meteen terug – de tandarts had een noodgeval. De volgende dag lukte het ook niet want de rij patiënten was heel lang. Je kunt geen afspraak kan maken. “Die tandarts hier is zo ouderwets, de apparatuur is nog van de Russische tijd.” Maar uiteindelijk werd hij geholpen, gelukkig met wat verdoving. Murghab, een dorp op 3,700 meters boven het zeeniveau, in het midden van nergens, een 6-uur rit van Khorog, te bereiken over twee hoge passen van 4200 m. Als je de helling naar beneden het dorp binnenrijdt en je de ‘winkelstraat’ ziet die is opgebouwd uit een rij oude containers, vraag je je af wat de 7000 inwoners van Murghab centrum in hemelsnaam doen om de kost te verdienen. En eigenlijk, waarom zou iemand hier willen wonen? Afijn, het is nu eenmaal zo. Van die 7000 inwoners zijn slechts 2500 Tadzjiek, de overige zijn Kirgies voor de handel met het buitenland. Murghab district bestaat uit 20 dorpen met een totaal bevolking van maar 14000. Er groeit bijna niks op die hoogte. En wat groeit, groeit langzaam en wordt meteen in de kachel opgebrand; een woestijn dus.
Murghab Winkelstraat
Sjoerd stelde vragen over treshkin, yak voedsel dat men gebruikt om de kachel te stoken. Lenin wordt nog in ere gehouden in Murghab.
5
Murghab is wel de plek om naar toe te gaan als je een reis naar Tajikistan maakt; het is toch bijzonder om te zien. Dat het een transport doorgang en trekpleister is, kan je merken van de ruim 30 guesthouses. Wij logeerden in het aardige Mansur Tulfabek guesthouse met vier kamers, elk met drie bedden, en de pitlatrine achter op het erf. Naast de slaapkamer ‘vleugel’ was de traditionele Pamiri kamer. Meteen na onze aankomst werd het tafelkleed op het verhoogde zitgedeelde uitgespreid en ons diner klaargelegd – ‘shurgo’ soep (bouillon soep met een stuk vlees, aardappel, ui en wortel) met brood en thee. De soep was lekker maar wel vet en de eerste keer dat Doreen de ruggengraat van een geit heeft gegeten; pikken en zuigen om wat vlees eruit te krijgen. Doreen heeft het dikke beddek op de matras laten liggen en het beddek van het andere bed genomen; lekker zacht en warm. De volgende ochtend klaagde Sjoerd dat het bed wel erg hard was. Bij inspectie bleek dat het een houten plank was, terwijl de andere twee bedden een matras hadden! Mansur Tulfabek guesthouse ’s avonds na het eten met het stadsstroom (oranje) en solar lamp (wit). Voor het ontbijt kregen we een ‘water ei’ zoals ze hier een gekookt ei noemen, brood met zelfgemaakte kersen en abrikozen jam en thee. Niemand had Doreen gisteren verteld of laten zien dat er ook een douche aanwezig was tot na het ontbijt. Dat kwam als een echte verassing en een beetje laat want we moesten opstappen. Die ‘douche’ was in een apart gebouwtje en bestond uit een natte ruimte met in het hoekje een joekel van een houtkachel. Perfect douchewatertemperatuur. Het was wel emmertje over het hoofd gooien, maar zonder gedoe van het mengen van heet en koud water, lekker. Het guesthouse was echt goedkoop, slechts Euro 5 per persoon per nacht en het eten (ontbijt en diner) kostte 25 Euro cent per maaltijd. De hele dag zijn we het ene project naar de andere – scholen, waterputten en gebouwen die ze hebben gekozen voor demonstratie van isolatie. ’s Middags hebben we 100 km gereden (ruim 2 uur) naar het dorp Tokhtamysh – een dorp nog verder afgelegen dan Murghab. Doreen moest wel vragen – wat doen de mensen hier om te leven? Ze zijn veehouders van yak en geiten. De dieren waren nu in de velden om te grazen maar waar die groene velden dan zijn is nog een raadsel. Kinderen zijn er blijkbaar wel want de Toktogoel school, die aan een Kirgizische dichter gewijd was, was vrij groot. Vandaag was het zaterdag, dus geen les.
Drinkwater pomp voor de te isoleren Toktogoel school ~ Treshkin gestookte buiten brood bakoven. Na twee uur rijden bereikten we het dorp Alichur waar Sjoerd advies gaf over het verbeteren van het dorpskliniek. Daarna namen we afscheid van de Murghab projectmedewerkers en reden verder richting Ishkashim. Na een half uur verlieten we de asfaltweg en gingen over een bergpas naar de Wakhan Vallei. Op de top van de pas hadden we een schitterend uitzicht over een meer, omringd door bergen. In de verre verte zagen we wat grazende yaks en geiten en zomer hutten. Op de weg naar beneden kwamen we enkele fietsers tegen, een ervan op een 3-wiel ligfiets. Wat een onderneming te doen, fietsen op zulke lange hellingen, met zo weinig zuurstof, op een stoffige aarde weg vol stenen, en tientallen km in de omtrek geen dorpen. Bij Khargush kwam we door een controlepost en van daar rijden we door de Wakhan Corridor, met Afghanistan aan de overkant van de rivier. De rit was mooi, bruine bergen met weinig vegetatie, in de verte al behoorlijk
6
bedekt met sneeuw. Het deed ons denken aan het rit van Skardu naar Gilgit in Pakistan. Maar hier lag de rivier diep en was soms niet te zien. Hoe dichter bij Ishkashim (hoofdstad van het district) we kwamen hoe groener het werd en wat huizen.
Alichur op 3.900 m (boven ) ~ De Wakhan Corridor met Afghanistan bergen
Na bezoek aan project gebouwen, had de projectmanager in het dorp Ptup een heel lange gesprek met de guesthouse eigenaar. Plaats of geen plaats? Ja hoor, voor ons hadden ze de hele grote Pamiri kamer gereserveerd en de andere drie staf moesten in de gang slapen. De dorp guesthuizen zijn een soort hostel waar iedereen in één ruimte slaapt op dunne matrassen, op de vloer natuurlijk.
Lunch ~ Het analyseren van kachels en het verbeteren is een onderdeel van de missie.
7
De staf wilde een bad en vroeg ons of we mee wilden naar de vlakbij gelegen Bibi Fátima warme bronnen 10 km de berg op langs een haarspeldbochtenweg. Het was al na 20.00 uur en aardedonker. We stopten bij een groot, statig gebouw en Doreen was al onder de indruk dat de faciliteiten zo mooi waren. Maar nee, dit was een pension voor gepensioneerde overheidsambtenaren waar we ons moesten melden bij de administratie voor de warme bron. De toezichthouder kende de projectstaf, gaf ze een paar handdoeken en zo reden we nog 2 km verder. Ook het warmwaterbron gebouw was mooi, tenminste wat we kon zien in het donker. Gelukkig hadden we zaklantarens bij ons. De deur was op slot en na enkele minuten aan de deur te kloppen en over de muur kijken en de deurkruk er bijna aftrekken, stapten we weer in de auto terug naar het administratiegebouw. Halverwege kwamen we de bewaker met de sleutel tegen. In het licht van de zaklantaarns zagen we het poortgebouw met zuilen en daarachter een bergpad met banken aan weerszijden. Aan het einde waren een paar kleedkamers, en daarachter een waterval. Bij het licht van een schemerlampje konden we onze kleding op een gammele kapstok of de plastic stoelen hangen, maar alles was drijfnat. Een trappetje naar beneden was de warme bron – pikdonker – een meter diep of zo. Eenmaal in het heerlijke warme water zagen we in de licht van onze zaklantaarn dat het een echt (kleine) grot was (2 x 6 m) met drie verschillend warmwater watervallen; fantastisch, net een sprookje. De hele druipsteengrot voor onszelf om van de ene waterval naar de andere te schuifelen; een speciale ervaring. Na 15 minuten klommen we er uit. We dachten dat er andere bronnen waren, maar blijkbaar deze was de enige en de ander drie staf wachtten op hun beurt. Normaal zijn er tijdstippen voor mannen en vrouwen – afwisselend elk half uur. Veel leuker om met ons tweeën te baden. En ook de hele grot voor onszelf te hebben was heel bijzonder en in het donker nog bijzonderder.
Ptup dorp guesthouse Het hurktoilet in dit guesthouse was een klein driehoekig gat in de grond (20 cm breed en lang). Het was erg moeilijk mikken. En er waren wel twee gaten naast elkaar, leuk voor wat gezelschap. Er was geen deur, dus elke keer dat Doreen naar de WC wilde, moest Sjoerd mee om eerst even kijken of er geen man binnen was en daarna buiten gaan staan om de ingang te bewaken. Als je niet gestoord wil worden moet je luisteren of er niet iemand aankomt of constant hoesten of kreunen, of een liedje zingen. De eigenaar was een douche aan het bouwen in een nieuw toiletblok voor de toeristen – met een zonneboiler – volgend jaar klaar. Oh ja, tussendoor heeft Sjoerd wel gewerkt. Hij gaf onder andere een vijf dagen cursus aan de project ingenieurs.
Overleg in de dorpskliniek over isolatie ~ uitleg aan ingenieurs over muurisolatie
8
Oeganda – in de voetsporen van gorilla’s en chimpansees
In oktober – een echte vakantie – geen werk, geen computer mee, drie weken lang niet eens naar onze e-mails gekeken, geen aandacht gegeven aan de projecten in Tadzjikistan en Pakistan, louter avontuur en relaxen. Emmy onze chauffeur-cum-reisgids van Kazinga Tours wachtte op onze aankomst met zijn ruim 30 jaar oude Toyota Landcruiser met opklapbaar dak, een echte ouderwetse safari rammel 4WD. Een uur rijden in het donker naar de Cassia Lodge iets buiten Kampala stad met uitzicht over het Victoria Meer. Het meeste interessant bezienswaardigheden van de stad, en niet eens op de gewone stadtour, was een bezoek aan het ongelooflijke drukke minibusstation. Emmy keek ons bezorgd aan toe we hem vroeg daar ons te brengen. Later begrepen we het wel – het was een chaos van verkeer in de omringde straten. Geen parkeerplaats. Bij een opstopping kwam er een verkeersagent langs, Emmy mag in het midden van de straat parkeren. Oh jee, nog een dilemma voor hem – wat is veiliger – de auto achtergelaten zonder bewaking of je toeristencliënt de eerst dag los laten lopen in een onveilige stad met zakkenrollers ?? Emmy wist geen raad. Oké, Emmy blijft bij de auto en wij nemen slechts onze camera’s mee, iedereen blij. Wat een uitzicht. Honderden matatoes (minibussen) geparkeerd in een wirwar in een groot plein omringd door stalletjes, vrouwen met mandjes op hun hoofd, verkopers, buschauffeurs aan het opladen van bagage, anderen aan het afladen. Prachtig. Hoe die matatoes daar in en uit konden rijden was een raadsel. Het minibusstation was echt moeite de waard te zien. En tot de opluchting van Emmy, kwamen we ongedeerd terug. Murchison Nationaal Park Om de lange rit naar Murchison park te onderbreken, brachten we een nacht door in de kleinschalige, eenvoudige Ziwa Rhino Sanctuary. Ze hebben maar negen neushoorns dus bij aankomst was het even opschieten want er waren toevallig vijf bij elkaar, en ook nog vlakbij de lodge. Twee ervan waren baby’s – 16 maanden oud Obama (toepasselijk genoemd want zijn vader komt uit Kenia en de moeder uit Amerika) en negen maanden oud Justus (januari 2010). Een voordeel van Paraa Safari Lodge waar we logeerde is dat het aan het safari gedeelte van het park grenst en we meteen konden beginnen. Andere hotels zitten aan de andere kant van de rivier en moesten op het veerpontje wachten, met heel beperkte vaartijdstippen. Emmy had met een parkwachter afgesproken om mee te rijden. Misschien zijn reisorganisaties verplicht om een parkwachter (met geweer en al) mee te nemen, maar toen we bij de parkingang aankwamen, riep hij iets naar wat personen die aan de zijkant stonden, en was meteen snel verder gereden. Enkele minuten later kreeg Emmy een telefoontje. Zijn antwoord: “Jij was niet klaar bij de poort; ik heb je geroepen, en je kwam niet, je zei dat je op een klant wachtte, je herkende mij niet eens, alsof er tien Emmys hier rondrijden, je eigen schuld.” Of zoiets. Het was duidelijk dat Emmy geen moeite had gedaan om op hem te wachten en reed expres snel weg. Hij wilde de ranger niet mee, dat scheelde ook weer een handvol dollars. Dat was best fijn
9
met ons. Emmy was heel goed in het speuren van de dieren. En af en toe ging hij heel snel van de weg af om een nader kijkje bij een leeuw of zoiets te nemen. Met een ranger kon dat niet want ‘off road riding’ is niet toegestaan en levert een flinke USD 50 boete op. Het landschap was weer anders dan we tot nu toe hebben gezien – prachtige uitgestrekte savanne. Het gras was niet te hoog, dus we konden de vele dieren goed zien, ook in de verte – verschillende grote kuddes giraffes, waterbokken, olifanten, honderden Oeganda kobs, topi’s, waterbuffels, af en toe een varaan en ook nog leeuwen.
De meerderheid van de wegen in Oeganda zijn niet geasfalteerd. Uren en dagen zaten we in de ratelende Lancruiser over de rood laterieten wasbordwegen. De wegen moeten na elk regenseizoen met een grader gelijkgetrokken en aangewalst worden want anders is het een en al potholes. We stopten bij een plekje waar ze bakstenen aan het maken waren en hadden een aardig gesprekje met de eigenares van een nieuwbouw woning eventjes verderop tussen de velden. Zij was heel trots op haar nieuwe huis dat ze in januari was begonnen met het bouwen en hopelijk binnenkort af zou maken. Emmy, die bij de auto was gebleven, werd blijkbaar zenuwachtig want hij belde Sjoerd op om te zeggen dat we niet met de mensen mee moesten lopen want dan gaan ze geld vragen en lastig worden. Toen hebben we hem maar verteld dat we al eens verschillende jaren in Afrika gewoond hadden. Hij was iets gerustgesteld. Kibale Forest – Chimpansee Habituation Experience de hele dag achter een groep chimpansee lopen! Vroeg uit ons nest want we moesten half zeven bij de parkwachters zijn. Geen ontbijt, alleen een kopje thee – dus met een verpakt ontbijt en lunchpakket mee plus 8 flesjes water. Afijn, onze drager (Silver) moest het allemaal dragen en hij heeft geen bezwaar gemaakt. Wat een fantastische dag! We waren met slechts een ander echtpaar (uit Amerika), een gids (Charles), en twee trackers, plus onze Silver natuurlijk. Het duurde wat tijd om de chimpansee groep te vinden, maar eenmaal gevonden, zijn we de hele dag bij hen gebleven. Soms liepen ze uit elkaar, dan opeens waren ze weer allemaal samen. De gids vertelde ons dat we de hele familie van 29 chimpansees om ons heen hadden, maar voor ons was het moeilijk om de individuen uit elkaar te houden. Wat zijn ze groot, zwart en lopen geluidloos! Het regenwoud is zo weelderig groen met bomen, struiken en schaduwen, waarbij de chimpansee zo zwart zijn dat als ze een paar meter van je vandaan lopen, tussen de lage begroeiing, dan zie je ze al niet meer. Schaduwen in de duisternis. En ze blijven niet lang stil zitten. Ze liepen een honderd meter, stopten, aten een hapje bladeren, wat uit de vijgenbomen of dadels van de palmbomen of andere vruchten, speelden met elkaar, verzorgden elkaar en soms brak er een gevecht uit als er een lagere rang mannetje een van de weinige tochtige vrouwtjes neukte en de alfa baas dat zag.
10
Vechten; wat een kabaal maakten ze! Plotseling was het een herrie links en rechts, vanwaar je niet wist dat ze daar ook zaten – ze raasden links en rechts door de struiken, klommen in de bomen, slingerden van boom naar boom, en met zware voetslagen drumde ze tegen de plankwortels van de bomen en sloegen op de grond. Net zo snel als het begonnen was, was het voorbij. Stilte beheerste het woud weer, en dan zag je er soms maar een paar chimps vlakbij; de rest was onzichtbaar. Volgens de uitleg van de gids, was het kabaal een soort eerbetoon aan de leidende alfa chimpansee, en niet echt vechten. Maar dat voor ons was moeilijk te zien of te horen. We hebben ze zelfs enkele keren zien (de gids zei altijd heel beleefd) ‘copuleren’. Het is gemakkelijk aan het vrouwtje te zien dat zij loops is, want haar roze kont is dan groot opgezwollen, best lelijk. Volgens de regels, mag ze alleen maar met de dominante alfa chimpansee copuleren, maar ook alle andere volwassen mannetjes willen met haar neuken. Ze proberen dat heel stilletjes buiten het gezicht van de leider te doen, heel subtiel, zonder geluid, trekken ze de aandacht van het loopse vrouwtje. Even stil zitten met een erectie in het zicht zodat het vrouwtje weet dat hij haar wil hebben, en dan heel zachtjes met een arm een dun boompje schudden alsof er een minibriesje door het bos gaat die alleen dat dunne boompje treft. Een ander wipt met één voet wat op en neer. Als een schaduw loopt hij dan weg en het vrouwtje volgt tot achter een struik, uit het gezicht, 10 seconden neuken, en dan zijn ze geen van beiden meer te zien. Het is wel heel kort, enkele seconden, maar het vrouwtje doet het tientallen keer per dag met verschillende mannetjes. Wie eigenlijk de vader van het jong is, is dan natuurlijk onbekend. Een vrouwtje chimpansee mag naar een andere chimpanseefamilie gaan en is dan verwelkomd, zolang als die het eerste seizoen geen kleintje krijgt. Als zij toch een zoontje krijgt, eet de “nieuwe” familie dat kleintje op om te voorkomen dat een afstammeling van een andere clan competitie creëert in de nieuwe familie. Dat is een van de gebeurtenissen wanneer de chimpansees vlees eten, maar ook eten ze andere apen. Het “trommelen” tegen de plankwortels was ook erg indrukwekkend. De chimpansee nam eerst wat korte ademhalingen zoals een gewichtheffer of hoogspringer zich voorbereid op een krachtsinspanning. Dan sprong hij tegen de plank wortel van de boom, en sloeg met al zijn kracht met zijn voeten tegen weerszijden van de plankwortel. Dat is om anderen in het bos te laten weten waar ze zitten, en elke chimp heeft zijn eigen ritme en kracht waardoor ze kunnen herkennen wie waar zit. Zo’n chimp is vier keer zo sterk als een volwassen
11
man. Het is zoiets als je met alle kracht op een houten vloer in een leeg oud pand springt, fantastisch en interessant om te zien, geweldig om te horen, plotseling van alle kanten. Pas tegen de middag hadden we tijd om te stoppen voor een snel lunchpauze (ontbijt vergeten). Dan was het weer de chimpansees achtervolgen. De parkwachters volgden een bepaald mannetje die met een drietal anderen op expeditie was. We hebben twee andere toeristen groepjes gezien, een in de ochtend en een in de middag. Omdat wij wisten waar de chimps zaten, werden de een-uur groepen naar ons toe geloodst, maar die waren alweer na een uur vertrokken. We wilde zien hoe ze tegen het vallen van de nacht nesten in de bomen maakten om te slapen. Die nesten bestaan uit omgebogen en in elkaar gevouwen plateaus van takken met veel bladeren; vers en schoon. Maar vandaag liep volgens de gidsen de groep nogal ver weg van hun normale territorium; heel ongewoon. Bij elkaar hebben ze minstens 12 km gelopen, en wij dus ook; normaal lopen ze minder dan 8 km. De gids dacht dat ze hun terreingrens wilden inspecteren. Bij zonsondergang waren ze nog steeds in vreemd terrein en de mannetjes wilden niet in de bomen klimmen om te slapen; dus de vrouwtjes en de jongere chimps wilden ook geen nesten bouwen zonder de nabijheid van de mannetjes. Toen het te donker werd – gelukkig hadden wij zelf zaklampen bij ons, de anderen niet – gaven we het op en gingen terug naar het hotel, nog een uurtje in het donker teruglopen. We hebben bij elkaar de chimpansees ruim 12 uur gevolgd. Het was een heel bijzondere dag geweest, een speciale ervaring. Logeren in een echte boomhut – fantastisch. De boomhut was gebouwd zo’n 10 m hoog, op hoogte van de canapé van takken en bladeren van de regenwoudbomen, met daaronder een soort moeras begroeiing met palmen. ’s Ochtends wakker geworden met de geluiden van de vele vogels en een stel apen die van de ene grote boom naar de andere sprongen; ook hoorden we in de verte het nu bekende chimpansee geluid van boompje kloppen. De hut was met uitzicht aan alle kanten. De WC en douche waren een steil trappetje beneden de slaapkamer, ook nog zo’n zes meter boven de moeras. De volgende dag was meer of min een rust dag om van bij te komen van de geweldige chimpansee excursie. In de ochtend zijn we naar de Bigodi Wetland Sanctuary voor wat we dachten een wandeling dóór het moeras zou zijn, maar het was meer een wandeling er omheen. Toch leuk en veel vogels, Red Colobus aapjes en de mooie Great Blue Turaco vogel gezien. Later die middag met een biertje op ons boomhut terras boven tussen de bomen aapjes kijken.
Kyambura Gorge Een grote groep bavianen op de weg zwaaiden ons uit toen we Kibale Forest verlieten. Langs de onverharde weg liepen veel jongens die hun zwaar beladen fietsen, met 3-5 grote trossen bananen, de helling op duwden. De eindbestemming was een kruispunt met de asfaltweg enkele tientallen kilometers verderop. Een zware klus, waar niet meer dan 1 dollar voor wordt betaald. Op sommige stukjes konden ze weer naar beneden rijden en op de fiets zitten. Zo’n bananen tros kost bij de boer misschien 1-2 dollar, maar in de grote stad Kampala wel 8-9 dollar, de rest zijn transportkosten en tussenhandelaren.
12
Toen we de Kyambura Gorge vroeg in de ochtend aankwam voor een chimpansee trek, haasten de parkwachters ons want de chimpansees waren vanmorgen niet in de diepe rivierkloof maar bovenop het vlakke gedeelte in een vijgenboom. Snel naar ze toe gelopen. Dat was boffen want om ze in de smalle, loofboomrijke kloof met tegenlicht van de lucht te vinden zou moeilijk zijn geweest. De chimpansees waren aan het ontbijten toen er plotseling een tak afbrak waar een chimpansee op zat. Hij viel een paar meters naar benden, maar kon zich net met één hand op tijd aan een andere tak vastgrijpen voordat hij de grond bereikte. Daar bleef hij even hangen en ging toen verder met vijgen eten. Een groepje van zes bejaarde toeristen voegden zich ondertussen bij ons. De chimpansees verlieten de boom en baanden zich een weg door het hoge natte gras, richting de kloof; blijkbaar waren ze niet op hun gemak in het open landschap zonder dekking van dichtbije bomen. We dachten dat het over was want daar konden wij niet naar beneden, zo steil was het. Maar net onder de kloofrand besloten ze in de bomen te gaan zitten en uitrusten. Wij met het fototoestel in de aanslag, gevaarlijk dicht bij de rand van de afgrond, konden we de chimpansees nog door de takken zien, ietsje naar beneden. Plotseling begon een van hen een bed van bladeren te vlechten en ging liggen, naar boven kijkend; daarna ook een andere. En tenslotte maakte een van hen nog een bladeren kussentje; tijd voor een dutje. We waren ontzettend blij om dit mee te maken want dat was de enige activiteit die we niet hadden meegemaakt tijdens de Chimpansee Habituation Experience.
Hoewel we de chimpansees reeds gezien hadden, hebben de parkwachters besloten dat we toch een wandeling door de rivierkloof konden hebben. Onze gids vond dat niks en had er weinig zin in. Eerst reden we in onze auto naar het startpunt. Terwijl we op de anderen (zes bejaarde Duitsers) wachtten, vroeg Sjoerd aan de gids of we kunnen vast beginnen aan het lopen naar beneden. Ja, hoor, dat mocht. Halverwege stopten we in een open plek om het bos te bekijken en aapjes of vogels te spotten. Plotseling hoorde we de gids fluiten. Wij wachten. Toen hij aankwam, begon hij ons de les te lezen?? – we moesten als een groep bijeen blijven, ook als de andere mensen langzaam lopen. Verder naar beneden was het best stijl en in plekjes glibberig van de regen; even voorzichtig. Beneden volgde het pad ongeveer de rivier, maar toch op en neer. We moesten over gevallen bomen klimmen of er onder door bukken. Een van de 140 kg Duitsers had het erg moeilijk. Hij kon niet goed lopen of bukken. Hij liep met twee wandelstukken, maar toch gleed hij
13
steeds uit en de parkwachter gaf geen handje. Hij stopte slechts totdat de groep weer bij elkaar was. Vier andere Duitsers hielpen de man. Eenmaal weer bijeen, begon de gids weer te lopen. Die dikkerd had dus geen kans om op adem te komen. Hij en de andere Duitsers wilden terug, maar de gids zei dat het gemakkelijker was om door te lopen want het was minder stijl en er waren maar twee hellingen – een korte en een lange. We liepen door, helemaal geen dieren gezien, geen chimpansees gezien of gehoord. Als we ze daar beneden hadden moeten zoeken waren we wel een dag onderweg geweest. We dachten . . . laten we hopen dat die Duitsers straks niet in onze gorilla tracking groep zijn. Op twee plaatsen lag er een grote boom over de rivier. Die dienden als bruggetjes wanneer er aan deze kant geen chimpansees zouden zitten, maar zo te zien zou de helft van de groep daar niet over kunnen of durven, of in het water vallen. Gevolgd door het rode gezicht van de zwaar zwetende, overgewicht, onstabiele, trillende benen Duitse toerist, liepen we door met een schietgebedje dat hij geen hartaanval kreeg. Na een wandeling die nu twee keer zo lang duurde als normaal kwamen we weer boven uit de rivierkloof. Voordat we wegreden, vroeg Emmy ons, ‘heb je de gids een fooi gegeven?’ Wat die man? Nee hoor, hij was de slechtste gids tot nu toe en verdient geen fooi. Queen Elizabeth Nationaal Park – Ishasha Sector Ishasha is bekend om leeuwen te zien zitten in vijgenbomen, en ja hoor, we hebben die gezien. De leeuwin kwam eerst met zijn kop overeind en staarde. In de verte was er een vrachtwagen op de grote weg gestopt om te kijken. Normaliter blijven de leeuwen gewoon doorslapen met beneden een paar safari auto’s om hun heen. Sjoerd stond half boven het dak van de auto toen de leeuwin plotseling verder overeind kwam en haar tanden liet zien en een gesis-grom liet horen. Dat was ongeveer vijf meter van Sjoerd vandaan en hij schrok zich rot en dook naar beneden het dak van de auto in. Het leek direct op Sjoerd gericht en de kijkers in de andere safari auto’s lachten. Het was echter meer waarschijnlijk dat de leeuwin reageerde op de zwarte mensen die uit de vrachtwagen waren gekomen; dat was ongewoon en bracht de leeuwin op haar hoede. Misschien ook wel op de witte kuif van Sjoerd want we waren de enige safari auto zonder zonnedak. Bwindi Impenetrable Forest – Buhoma Dorp De weg verslechterde naar mate we dichter bij Buhoma kwamen. Misschien heeft de regen de weg een beetje verslechterd, maar de oorzaak is dat de weg in de laatste twee jaar niet onderhouden werd. Dat moet na elk regenseizoen. Vroeger kreeg de gemeenschap geld van de overheid om de weg te onderhouden (20% van de parktoegangsprijs). Dat was een paar jaar geleden veranderd en nu ging het overheidsgeld direct naar het regionale kantoor en dat bepaalde nu waar het geld aan wordt uitgegeven, en het ging dus niet naar het Buhoma weg onderhoud. Zonder geld doet de locale gemeenschap niks. Bovendien, vinden ze, die muzungu’s betalen zo veel geld voor dure hotels en gorilla vergunningen dat de overheid zelf de weg maar moet onderhouden. ’s Middags maakten we een “Village-Community” wandeling in ons eentje met twee gidsen. Een bezoekje aan de traditionele kruidendoctor was erg leuk want de man kwam uit de Congo en sprak Frans met Sjoerd, zonder dat het eerst twee keer vertaald hoefde te worden. De volgende stop was een bananenbrouwerij waar ze van banaan eerst sap maken, dan bier (eigenlijk wijn) die ze ‘rwarwa’ noemen en daarna stoken tot een sterke gin (‘waragi’). We mochten alle drie proeven. Het eerste sap was best lekker, zoet en fruitig; de wijn van zeer twijfelachtige samenstelling; en de gin was alleen maar drinkbaar als een cocktail samen met het sap. Daarna een bezoek aan de middelbare school en een praatje met de directeur. Sjoerd gaf weer eens les over het maken van een betere kookkachel, zoals hij ook al eerder deed in Bigodi Wetland. Met die informatie kon de school minstens een miljoen shilling = 500 USD per jaar uitsparen aan brandhout. De tijd drong en het werd laat en we moesten nog de Batwa
14
pygmeeën zien. Helaas, woonden die boven op de heuvel, dus hebben onze gidsen georganiseerd dat de pygmeeën met alles naar beneden kwamen, inclusief met hun zelfgemaakte souvenirs. Na een korte zang- en dansvoorstelling, liepen we langs de uitgespreide souvenirs. Omdat ze allemaal naar beneden de helling voor ons zijn afgekomen, hebben we wat gierstbladeren rieten potjes gekocht – van drie verschillende pygmeeën om de ‘schat’ te verdelen. Weer een zak vol dingen die we niet kunnen gebruiken. Toen moesten we nog 2 uur terug lopen naar ons hotel en het begon te regenen. Dus Emmy opbellen om ons op te halen: handig zo’n mobile telefoon in de bush. Bwindi Impenetrable Forest Oog in oog met de grote gorilla’s We waren goed voorbereid voor onze tracking met paklunch, 8 flesjes water, extra water voor de drager en Albert Hein muesli repen. Na de briefing gingen we in groepen op stap – wij bij de Habinyanja gorilla groep – een familie van 15. Onze gids voor vandaag was David. Nelson met rugzak, Doreen We moesten een uur rijden naar het vertrekpunt, gedeeltelijk om het park heen. De Habinyanja groep is niet alleen een van de verste qua vertrekpunt, maar zit meestal ook diep in het bos – dus een lange trek voor de boeg. Gisteren kwam de groep pas 19:00 uur terug uit de bos. Dus maar goed we veel water bij ons hadden. Drager Nelson kwam op ons toe. Er zijn meer dragers dan potentiële klanten dus de gids wijst op toerbeurt een aantal dragers aan voor die dag, maar dan willen sommige klanten geen drager. Grappig, de dragers kiezen ons uit als klant. Er bleven enkele (vrouwelijke) draagsters achter. De tracking begon. Er waren 7 toeristen in onze groep en iedereen leek in goede conditie te zijn – geen dikke Duitsers die niet goed ter been waren, gelukkig. Maar er was een backpacker die al zijn bezittingen bij zich had, een zware rugzak dus, en hij heeft geen drager genomen, dom. Toen we ergens stopte voor een lunchpauze, bleek hij ook geen eten bij zich te hebben en slechts één flesje water. Een Japanner heeft hem wat reepjes aangeboden, maar hij wilde ze niet. Afijn.
15
Na een lange helling de berg op (naar lucht happen op 2000 meter hoogte), met een mooi uitzicht over het groene heuvellandschap bedekt met een patchwork van akkers. Via een bananenplantage verlieten we de bewoonde wereld en doken het bos in. We liepen toch nog steeds wat naar boven, soms erg glibberig van de regen van gisteren. Nelson gaf Doreen een helpende hand, en af en toe maakte hij ook voetstappen in de modder die het pad ons gemakkelijker maakte om te klimmen of af te dalen. De twee mannen die hun eigen rugzak droegen liepen vooruit en hadden het moeilijk – ze vielen steeds en gleden uit. Met de rugzakken was het ook lastig om over gevallen bomen te klimmen of eronder door te kruipen, je door prikkelstruiken te wurmen, stroompjes over te steken via een gevallen boom of om van de ene steen naar de andere te springen. Wij waren ook blij dat we katoenen tuinhandschoenen aan hadden want er waren veel prikkelstuiken, ofschoon de gidsen een gedeelte wegkapten. Ook de wandelstokken (met gesneden gorilla figuurtjes) kwamen goed van pas. Sjoerd liep achteraan om af en toe te filmen, maar had ook een mooi gebaand pad voor zich. Alsof er een paar olifanten alles hadden platgetrapt. Af en toe, via een walkietalkie, kreeg David berichten van de twee trackers die een uur eerder waren vertrokken – eerst dat ze 1 km verderop waren, dan dat ze het plekje waar de gorilla’s de nacht hadden doorgebracht hebben gevonden, en tenslotte dat ze nu de gorilla’s op het spoor waren. Na 3 uur lopen, krijgen we het bericht dat we heel vlakbij de gorilla’s zijn. Rugzakken, eten, wandelstokken en alles moest worden achtergelaten met de dragers. We liepen stilletjes door. En dan, rechts, zittend in/onder een struik, zagen we onze eerste gorilla – een blackback! Zo vlakbij. Vergeet die 7 meter afstand regel, deze gorilla was minder dan 2 meter bij ons vandaan!!! En je moest goed in de struik kijken want net als bij de chimpansees zijn het zwarte schaduwen. Zijn bruine ogen keken ons aan, alleen een glinstertje was er te zien. We liepen door en in een opening, om ons heen, zat de hele familie – silverback, blackbacks, vrouwtjes, jonkies, twee 8 maanden oude baby’s (geboren in hetzelfde jaar maar geen tweeling) and zelfs een 1 maand oude baby!! De ouderen waren aan het eten – takken en bladeren. Van de takken, bijten ze de bast af en eten ze de zachte kern op. De jonkies waren aan het spelen – boompjes beklimmen en rollen/dollen op de grond. De silverback lag op zijn rug naast de moeder met haar baby. Die baby mag de eerste maanden niet op de grond komen; de moeder hield hem goed vast. De silverback hield alles in de gaten. Soms deed hij zijn ogen dicht, maar je zag dat af en toe, met een hand over het ene oog, keek hij stiekem tussen de vingers toch naar ons toe. Volgens het boekje mag je niet in de ogen van de silverback gorilla kijken, maar het is moeilijk om dat niet te doen want hij keek je direct aan en hield je letterlijk in de gaten dat je niet te dicht bij de moeder kwam.
16
De regel is dat we maar een uur bij ze mogen blijven. De tijd ging zo snel voorbij. Wat een onvergetelijke ervaring. Heel bijzonder. Wat zijn die dieren groot en allemachtig prachtig; de silverback met zijn meer dan 200 kg, een en al dikke buik en spierbundels en dan een dikke beharing over de armen alsof hij een dikke zwarte vacht van een bizon om had. Maar de kleintjes zijn zo leuk dat je die zwarte vacht rollebollen wel wil knuffelen. Daarna zochten we een plekje voor een verdiende lunchpauze en de tijd om even na te denken en na te praten over wat we allemaal net hadden meegemaakt. Nelson heeft wat schone bladeren van een boom op de grond gelegd voor ons om op te zitten. Wat lief. Het was alsof hij een chimpanseebedje voor ons had gemaakt. Na een uurtje pauze, begon de trek weer naar beneden. Wel nog wat heuvel op, heuvel af, maar toch algemeen richting beneden, van 2500 m hoogte terug naar onder de 2000 m. Via een iets kortere weg, na twee uur lopen, bereikten we de op ons wachtende auto’s. Het was een geweldig dag! Zes uur in totaal. David, de gids, was erg blij want we hebben blijkbaar allemaal een goed tempo gehouden. Niemand liep te langzaam en hield de anderen op. We bleven bij elkaar, ook die ene jongen met de zware rugzak. Misschien waren we daarom niet pas om 19:00 uur thuis. Bij de parkingang kregen we een oorkonde – allemaal zijn geslaagd in gorilla tracking. Op het terrasje van ons tent met uitzicht op de groene loofrijk regenwoud – het laatste thuis voor de gorilla’s – trokken we een fles champagne open om het ongelooflijke, onvergetelijke, eens in je leven evaring te vieren. We hoorden dat er in de Congo (aan de andere kant van deze bergen) actief jacht werd gemaakt op de gorilla’s door de opstandelingen tegen de regering, om te voorkomen dat de overheid inkomsten van toeristen kan opstrijken. Dus voor elke geboren gorilla aan deze kant eindigen er tien als bushmeat in de Congo. Inderdaad was dit een bezoekje aan de laatste gorilla’s. Rwanda – Volcanoes National Park Oké, maak dat een twee keer in je leven evaring – want de volgende dag reden we verder naar Rwanda voor een tweede bezoek aan de gorilla’s te maken! De Volcanoes Nationaal Park ligt net over de grens.
Het park hoofdkantoor ligt niet zo ver van Musanze (vroeger genoemd Ruhengeri) waar we logeerden. Zoals gewoonlijk, waren we weer bijna als eerste ter plekke en konden rustig rondkijken en alvast met het hoofd opzichter kennis maken. In Rwanda doen ze het anders dan in Oeganda waar maanden van te voren een gorilla familie is aangewezen per toeristengroep. Hier worden de toeristen ter plekke aan een gorilla groep toegewezen, maximaal 8 toeristen per groep. Je mag kiezen voor een korte, gemiddelde of lange wandeling. We wilden beslist niet de korte wandeling groep want dan kom je terecht in een groep met mensen die niet goed ter been zijn. Onze eerdere groep dikke Duitse met skistokken was er ook. Toen we de hoofdopzichter vertelde dat we niet langer dan 3 uur wilden lopen om de gorilla’s te vinden, antwoordde hij dat het geen probleem was want alle gorilla families zijn binnen 2.5 uur lopen te bereiken. Dus kregen we de Susa gorilla familie, de verste. Toen we dit aan Emmy mededeelde, keek hij ons raar aan, niet zo’n blije blik. Hij had ons zonet gezegd dat de jonge mensen altijd de Diane Fossey groep wilden zien en dat die gorilla familie het verste is om naar toe te lopen. Wij wisten niet dat de Susa familie dezelfde was als de groep van Diane Fosseys in haar tijd! Eigenlijk was Doreen stiekem heel blij dat we wel die gorilla’s gingen zien. Die groep was een paar jaar geleden opgesplitst in clans van zo’n 15 elk. We konden Emmy’s bezwaar niet begrijpen dat die gorilla familie zo ver was, maar toen we hoorden dat het vertrekpunt een uur rijden van het centrum vandaan was, en ook dat de weg erg slecht was, snapten we het wel. Eerst een uitleg en gesprek door onze gids Oliver. Daarna in de auto en naar het vertrekpunt waar we onze drager kregen – Jeremiah.
17
Gorilla tracking in Volcanoes National Park is heel anders dan in Oeganda. Eerst een vrij geleidelijke trek naar boven langs de vulkaanhelling en tussen de aardappelplantages van de dorpjes heen. We waren een groepje van slechts zes toeristen. Na minder dan een uur kwamen we bij een open veld, aan het begin van het park en bosgebied. Oliver vertelde ons dat de twee trackers de gorilla’s hebben gevonden maar ze waren ver weg. Vandaag een lange wandeling dus, terwijl al enkele van de toeristen flink aan het hijgen waren van de 2500 m hoogte. Maar dat bleek een grapje. De gorilla’s waren aan de rand van het veld! Dragers, stokken en rugzakken achtergelaten en met de camera in de aanslag achter de gids en trackers aan. De grote silverback zat daar in de zon alsof hij op ons zat te wachten! Langzaam liep hij de bos in met ons allemaal erachter aan. Daar ontmoetten we de rest van de familie, overal, zo’n 20 stuks misschien. Net zoals in Oeganda konden we heel dichtbij komen. Gids Oliver maakten constant gegrom/brom/keel geluiden die de gorilla’s ook maken als een ‘rustig-alles-is-ok’ geluid. De grote gorilla’s aten bijna constant, terwijl de jonkies om ze heen speelden – bomen klimmen, swingen van de ene liaan naar de andere, schijngevechten, rollen op de grond als ballen zwarte wollen vachten. De groep is niet alleen bijzonder vanwege Diane Fossey, maar er is ook een tweeling. Meestal gaat een van een tweeling dood want de moeder moet voor de eerste maanden de baby constant vasthouden en borstvoeding geven. De baby mag niet op de grond komen, ook niet als de moeder zelf aan het eten is. Dus de moeder moet altijd de baby in een arm houden terwijl zij zelf eet. Met een tweeling, lukt dit niet. Maar in deze groep had een andere gorilla de moeder geholpen. Als de familie aan het lopen was, nam hij (ja, hoor, het was een mannetje die een helpende hand heeft geleend) een van de baby’s op zijn rug. Heel bijzonder.
18
Wij stonden dichtbij te kijken en te fotograferen. Terwijl Sjoerd op zijn hurken aan het filmen was, kwam er van de zijkant een 100 kg jonkie langs, en terwijl deze langs liep, duwde hij speels met zijn achterpoot Sjoerd in de zij !! Sjoerd verloor zijn balans en rolde naar achteren, de helling af. Oliver was een beetje bezorgd en vroeg Sjoerd enkele keer of hij oké was, terwijl wij allemaal aan het lachen waren. De gorilla heet “No Worrys” en is een ondeugende speelse jongeling. Later toen we weer allemaal op een rij stonden terwijl de gorilla familie langs liep, heeft No Worrys zijn arm uitgestrekt en de broek van een van de meisjes aangeraakt. Die gorilla’s waren blijkbaar erg goed getraind of gewend aan het dagelijkse een-uur bezoek van muzungu’s, want na een tijdje liepen ze onder leiding van silverback nummer 1 weer in de richting van de bos rand. Daar weer een tijdje gezeten en gegeten tot precies het bezoekuur om was. Het was alsof ze precies wisten dat onze tijd op was, doei gezegd en de bos weer in; wij richting het veld. Wat een onvergetelijke en emotionele ervaring. Kabale (Home Stay) Een nacht logeren bij lokale mensen, iets anders dan in een safari tentenkamp of hotel. Jonathan en Joselyn Bitarabeho waren uitstekend gastheren. Hun vrij grote, goed onderhouden huis met een mooie grote voortuin en een groot perceel er om heen lag iets buiten Kabale dorp. Jonathan (75) is een gepensioneerde medisch assistent en nu houdt hij zich bezig met het telen van groente, fruitbomen, kippen, enkele koeien voor melk, enz. Hij spreekt aardig (langzaam) Engels. Joselyn was een aardige, beetje verlegen vrouw. De eerste dag verschuilde ze zich in de keuken tijdens het avondeten en kwam pas uit bij een glaasje wijn na het eten. Ze hebben zoiets als vijf kinderen en enkele kleinkinderen, maar het brengt ongelukkig om te zeggen hoeveel kinderen je hebben. Dus die bleef vaag. Sjoerd en Jonathan gingen naar buiten om een kijkje in de buitenkeuken te nemen. Daarna gaf Sjoerd hem natuurlijk advies over het bouwen van een betere kookkachel. Maar de met hout gestookte oven in de keuken was al best goed. Doreen hield een praatje met Sheila, een sportliefhebster, die golf speelt en in Kampala woont. Zij was net terug van een tournee in Kenia toen haar moeder haar belde om thuis te komen om ons bezoek bij te wonen. Meteen op de bus gestapt – een zes uur rit, en dat na een lange busrit van Nairobi. Omdat er weinig vrouwelijke golfspelers in Oeganda zijn, kreeg ze sponsors. In haar vrije tijd werkt ze in Kabale vrijwillig bij de school – sportles geven, vooral hockey. Nu dat ze meer tijd in Kampala moet zijn, heeft ze een kennis om haar werk met de kinderen in Kabale over te nemen. Zij wil het liefst wat land van haar vader gebruiken om er een sportclub (hockey, tennis) van te maken voor de kinderen. Terwijl haar broer Benet het land wil gebruiken om zijn bloemenkwekerij uit te breiden. Iedereen hun eigen belang. Na het eten trokken we ons terug in de ruime woonkamer met veel banken, geen gebrek aan zitplaatsen, waar we van een glaasje wijn hebben genoten. Ze hebben geen elektriciteit. Er was een lamp op een batterij die aan een klein zonnepaneel zat; het lampje bij de woonkamer aan, de andere bij de eettafel uit. Ze hebben ons gewaarschuwd dat de licht elke moment op kon raken. Zaklantaren bij de hand. De wijn die we mee hebben gebracht bleek ananaswijn te zijn, een lokaal product. Lekker maar zoet. Er ontstond een discussie over het geloof. Kleindochter Fay maakte een prachtige opmerking: Het is beter om in een God te geloven. Wanneer je sterft en ziet er geen God is, bent je oké. Maar, als je niet in een God gelooft en wanneer je sterft en kom je er achter dat er wel een God is, oeps, dan is het te laat.
Onderweg in een safari park.
19
Onze slaapkamer was meer dan we verwacht hadden. Het was eigenlijk een slaapkamer en suite, voorzien van een grote emmer warm water. Sheila excuseerde zich dat er twee bedden waren. ☺ Tijdens het ontbijt, keek Joselyn naar links. Sjoerd vroeg of ze zoekt iets. Ja hoor, maar: “De koffie wordt vertraagd, zo ik zal thee nemen want dat is hier voor me.” Jonathan nam blijkbaar te veel tijd met het maken van zijn koffie. Tja, hij praat niet alleen langzaam. Even een rondje buiten het huis en een groepsfoto maken en dan was het weer tijd om te vertrekken. Het was een erg leuke ervaring en een aardige familie. Ngamba Island – Chimpansee Sanctuary Op weg naar Entebbe (en boot naar Ngamba Island) kreeg Emmy opeens een telefoontje. Kort daarna kocht hij enkele uien. We maakten een grapje dat het zijn vrouw was, en ze wilde hem wat boodschappen doen. Toen we trossen matoke (banaan) langs de weg zagen, vroeg Sjoerd of Emmy niet wat bananen wilde kopen voor zijn vrouw. Eerst zei hij nee, maar toen stopten we toch bij een kraampje langs de weg. Normaal mag de chauffeur geen eigen boodschappen doen met de auto, en om met een zak houtskool op het dak te rijden liep natuurlijk te veel in de gaten, maar een tros bananen kon beneden achter de bank. Het Chimpansee Sanctuary ligt op Ngamba Island, een klein eiland (10 km2) bereikbaar per motorboot in 45 minuten, en is opvangcentrum voor 40 wees-chimpansees. Dagbezoekers komen voor halve dag om iets over chimpansees en het opvangcentrum te leren en de chimpansees zien eten. Er is ook de mogelijk om op het eiland te logeren en meedoen aan enkele activiteiten. Een ervan is het Caregivers programma waarbij we helpen met de dagelijkse verzorging van de chimpansees. Het tweede programma is een korte boswandeling, hand in hand met enkele jonge chimpansees. Om daar aan mee te mogen doen moesten we een waslijst van vaccinaties krijgen. De meerderheid hadden we al, maar het was even zoeken voor onze huisarts om nog een oude 2009 vogelgriep vaccine te vinden, want dat was al lang voorbij; wel gelukt. Er waren 5 bezoekerstenten op het eiland, ruim en eenvoudig ingericht met een douche (warm water op bestelling), een chemisch toilet voor de nacht, kannetje koud water en thermos warm water. Het terrasje had uitzicht op een deel van de Victoria meer – een kleine baai omringd door acacia bomen – met watervogels, vissen en een boom vol sjirpende wevervogels. Ook zagen we verschillende grote varanen en een 3 m groene mamba die onder onze tent woonde. s’ Middags de eerste voerderbeurt van de chimpansees vanaf een hoge steiger, de chimpansees liepen in een grasveld achter een hoog hek waar stroom op staat. De Caregivers gooiden vers fruit naar hen toe; avocado, wortel, banaan, papaja, aubergine, etc. Sommige chimpansees zaten bij het hek en staken hun lange armen op om te zeggen – gooi me wat!!! Soms stonden ze rechtop om een stuk fruit te ontvangen. Ze vangen onderhands. Na de lunch liepen ze allemaal terug de bos in en wij ging ook van een lichte lunch genieten. Na een korte rustpauze op onze terrasje en met het uitzicht op wat rond scharrelende vogels kwam de volgende voederbeurt van de chimpansees. Daarvoor zijn we met de andere twee Cargivers in de keuken bijeen gekomen om het avondeten klaar te maken – vruchten en een maïspap in hapklare blokken snijden. Daarna het keukentje schoonmaken. Tegen de avond kwamen de chimpansees terug uit de bos en via een gangenstelsel van hekken en sluizen weer de grote kooien binnen. In het bos eten ze soms wat bladeren, maar het 10 km2 grote eiland is slechts groot genoeg om voor 3-4 chimpansees voedsel te verschaffen. Ook vernielen veel bos tijdens hun eetpartijen en nesten bouwen. Het is een hele kunst om bepaalde apen in bepaalde kooien te krijgen, zodat ze niet teveel vechten tijdens de voederperiode. ’s Avonds zijn de tussendeuren open zodat de chimpansees van de ene kooi na het andere kunnen; twee jonge nieuwe chimps
20
zitten apart want die zijn nog aan hun integratie proces bezig. Zoals in het wild, gingen de grote chimps opeens schreeuwen, krijsen, met auto banden op de grond slaan, in de tralies klimmen, swingen langs de plafondtralies, enz. Wat een kabaal; en dan was er weer stilte. Het voederen werd door de Sanctuary medewerkers ondernomen, met ons slechts als toeschouwers. Ook werden er bundels hooi tussen de tralies door gestoken voor het maken van hun nest. Aan de plafondtralies hangen touwen hangmatten waarin ze slapen. Daarna even zitten ronddom het kampvuur voordat we goedenacht zeiden.
Alfa mannetje vraagt niet, maar eist eten. Boswandeling met de Chimpansees Vanmorgen overalls en laarzen aan, dan de ontbijtvoorbereiding voor de chimpansees, emmers vol met groenten en fruit wegen, wassen en snijden, daarna de keuken schoonmaken. ’s Ochtends krijgen de chimpansees die met de boswandeling met de toeristen meegaan wat vruchten (banaan) en een kom vloeibare pap. Wij gingen samen met 6 andere jonge chimpansees wandelen. Meteen kwam Nakuu op Doreen toe en wilde op haar rug. Zij was 9 jaar oud en woog 38 kg! (foto links). Een levende rugzak, houdt zichzelf vast. Gelukkig hoefden we geen berg op te klimmen. Na een honderd meter het bos in, stopten we en zaten met de chimpansees op de grond. Vier chimps besloten om verder het bos in te lopen, de andere twee bleven bij ons zitten. Onze begeleider stopte apennoten in onze overall zakken en de chimps konden ze er dan uit vissen. Dan moeten/mogen we ze kietelen. Contact stelt ze gerust en vinden ze aangenaam, dat doen ze ook de hele tijd met elkaar als ze onderling een relatie willen aangaan. Een van de chimpansees (Rambo of misschien was het Nakuu, weet ik niet zeker) wilde een voet massage die Doreen graag deed maar toen draaide ze om, bukte en stak haar billen in Doreens neus. Nou, chimpansees peuteren met hun vingers in de billen van de andere, pikken de poep er uit en eten die dan op, maar dat was niets voor Doreen; dat ging haar te ver. Dus heeft ze de chimp op haar heupen gekieteld en dat vond ze best fijn (de chimp denk ik). De knopen van Doreens overall bleven niet dicht en de chimp begon erg nieuwsgierig te zijn. Ze stak haar hoofd in Doreens schoot en kon iets in haar broekzak voelen. Dat was onze reiswekker (haar horloge had het opgegeven) en Rambo probeerde het te pakken, maar kon er niet bij komen. We
21
liepen verder het bos in – Nakuu klom weer op Doreens rug voor een tijdje, maar toen we over gevallen bomen moesten klimmen, had ze genoeg en klom er af; heel slim. De twee chimpansees hielden zichzelf bezig – een met het vinden van een plastic jerrycan die ze met water opvulde en leegdronk, de andere was op zoek naar eten in de bomen terwijl wij een praatje maakten met onze begeleider. Na een uur vertrokken we weer; de twee chimps ook mee. Ze wilden weer spelen, dus even stoppen en kietelen/masseren. Dan heeft Nakuu Doreens schoenveters gevonden en onmiddellijk ontknoopt. Wat zijn ze slim. Maar het was ontzettend leuk om ze te voelen, een harde spiermassa, geen greintje vet, hun handjes vasthouden, ze kietelen, en hun gezichten van heel dichtbij te zien. Wat zijn hun gezichtsuitdrukkingen en ook soms bewegingen dezelfde als een mens! Terwijl wij aan het wandelen waren, kregen de andere, oudere chimpansees hun ontbijt en mochten na onze terugkomst het bos in. Daarna moesten we de kooien schoonmaken. Eerst al het hooi, poep en plas bij elkaar vegen (zachte bezem). Daarna met een harde bezem en zeepwater de vloer goed borstelen en alles wat vast zat weg schrobben. Dan met schoonwater overheen en met een zachte bezem het water uit de kooi vegen. Klaar.
Pakistan In november zijn we weer op reis voor het multiland project te ondersteunen: isolatie, kacheltjes en aardbevingsbestendig woningbouw verbeteringen; ditmaal naar Gilgit, Pakistan. Daar werden we warm onthaald met slingers op het luchthaventje en een escort naar het Serena Hotel, waar we opnieuw werden verwelkomd door het personeel dat ons al jaren kent. Een soort thuisgevoel, met het uitzicht op de besneeuwde Rakaposhi en het zich steeds uitbreidende Gilgit langs de rivier beneden. Deze keer, net zo als in Tajikistan, een volle week training opgezet voor de staf en wat externe technici om ze wat bij te brengen over de geheimen van thermische isolatie, hoe kacheltjes branden en ze verbeterd kunnen worden, maar ook hoe je oude huizen aardbevingsbestendig kan maken en betere toiletten moet bouwen. Tussen de lesprogramma’s door hadden we elke dag met de lunch een kookcursus om aan te tonen dat je hetzelfde gerecht met een kwart van de hoeveelheid energie ook kan klaarmaken en het soms ook nog lekkerder is. Vooral de staf die op gas kookte vond het erg interessant en wil het thuis gaan toepassen, maar om dat ook uit te dragen voor mensen die op hout koken is dan weer een stap verder. Bij de vorige missie in 2008 had Sjoerd laten zien hoe ze eenvoudig een raam kon isoleren, hetgeen dus een aantal staf meteen heeft gedaan in hun eigen kantoor, maar hebben het niet voor het project gebruikt. Ook heeft de senior staf allemaal ondertussen hun eigen huis wat geïsoleerd voor de winter, maar om dat systeem te commercialiseren voor toepassing in alle dorpen blijkt een hele serie andere problemen op te leveren. Nog steeds wordt er zwaar gesubsidieerd met het rondrijden van veel van de materialen door het project naar de kleine dorpjes in de bergen. Na een bezoek aan een dorp bleek dat de dorpeling maar liefst 25% subsidie krijgt bij aankoop (hoofdzakelijk de transportkosten) en als het een jaar in gebruik is nog eens 25% carbon krediet subsidie. De dorpeling die het product aan de man moet brengen krijgt echter maar 2% commissie, kan daar niet van bestaan en kan dus ook niet de tijd nemen om de producten te commercialiseren. Locale winkeliers nemen 20% commissie en berekenen de transportkosten door. Dat is dus een van de thema’s waar aan gewerkt moet worden.
22
Zo blijkt het steeds weer noodzakelijk dat er in het veld gekeken wordt naar hoe de ideeën worden uitgewerkt en de projecten tijdig worden bijgestuurd met training, instructies, adviezen en voorbeelden. Inspectie reparatie werkzaamheden traditioneel huis. Onder composteer toiletten zijn twee ruimtes; een in gebruik en de andere voor het composteren als deze vol is (met poep). Bij inspectie van de nieuwe composteer toiletten bleek dat een boer die nog lege ruimte in gebruik had om in de winter zijn geiten te stallen; lekker warm hok met stro op de vloer, keurig, slim bedacht. Bij het bezoek aan een oud huis waarvan de muren en dak herbouwd werden om het aardbevingsresistent te maken, was er een heel welkoms comité, met bloemenslingers en lekkere hapjes zoals een klontje boter en gedroogde abrikozen (of zoiets). Twee meisjes van een jaar of tien, met rode jurkjes, aan zongen in refrein “welcome, we love you, welcome, we love you, enz.” Na het inspecteren van de woning werd er een echte project presentatie gegeven met behulp van een drie pagina tellende flipchart in het Engels. Dat was zo leuk, en dan weet je weer waarom je allemaal dit soort werk doet. Dit jaar heeft heftige regen overstroming in Pakistan veroorzaakt, ook in de Northern Areas waren ze getroffen. Overal in de regio zijn bruggen weggespoeld en huizen vernield. Een ernstige ramp gebeurde in de Hunza vallei toen een halve berg instortte en de rivier afsloot. Zoiets als 19 mensen zijn omgekomen en vele andere langs de rivier moesten hun huizen leeghalen en verlaten want er ontstond nu een stuwmeer – Attabad meer – dat per dag een voet steeg. Dat gaf men in Passau, een dorp aan het groeiende meer, een paar maanden de tijd om hun inboedel en zelfs huizen (ramen, kozijnen, daken, enz.) te ontmantelen en naar een hogere plek te brengen. De hele vallei voor zo’n 28 km is ondergelopen. De beroemde Karakorum Highway ligt nu onderwater, bruggen ook. De Chinezen had net dat gedeelte van de weg opgeknapt! Natuurlijk wilden de projectmensen ons dit laten zien want de Chinezen gaan nu proberen langzamerhand de stuwwal af te graven. Wat een imposant gezicht – een grote berg van stenen, klei blokken en heel fijn kleistof. Eerst kwamen we een rij van 30 wachtende vrachtwagens tegen. Daarna een stroom van tractors met aanhangbak die langzaam de grote kleiberg opkropen met goederen voor de 3 uur boottocht naar de andere kant van de meer. Anderen kwamen belaadden terug met spullen uit China. De weg was erg moeilijk begaanbaar met grote uitstekende stenen, maar onze 4WD deed het goed. Bovenop hebben we naast de weg geparkeerd en zijn aan de andere kant naar beneden gelopen, met beneden een ponton aanlegsteiger waar we enkele boten zagen komen en gaan. Passagiers moeten bovenop de zakken van rijst, suiker, bloem, tin tafelolie, enz. zitten. De reis is aardig maar één collega had de onplezierige ervaring dat het winderig was en voor 3 uur in de ijskoud spray zat.
Weg versperringen vanwege landslides en reparaties. De tijdelijke pier in het tijdelijke stuwmeer.
23
Op het laatste moment vlak voor de geplande terugreis naar Islamabad was er bewolking komen opzetten dus werden er een aantal vluchten afgezegd en het zag er naar uit dat we misschien met de auto terug moesten (15 uur rijden). Gelukkig kon de projectstaf twee preferentiële stoelen voor ons organiseren en werd ons een dag lang langs ravijnen en afgronden rijden bespaard. In plaats daarvan een prachtig uitzicht over de Himalayas met letterlijk honderden km uitzicht over de sneeuwbergen. Daarna ruim twee weken werk thuis voor ons beiden om alle bevindingen in een net rapport te verwerken met foto’s en tekeningen.
El Salvador Voor het PUM (programma uitzending managers) had Sjoerd een missie aangenomen voor een training in El Salvador op het terrein van energie management in gebouwen en berekening van isolatie, hernieuwbare energie, software programma’s en dergelijke. Al heel vroeg naar Schiphol, maar bij vertrek was er echter een aanzienlijke vertraging vanwege mist in Madrid en Sjoerd was al reeds lang de geplande aansluiting kwijt. Na ruim twee uur zitten in het vliegtuig werd er omgeroepen dat de passagiers konden uitstappen en eventueel iets gaan eten of een andere vlucht vinden naar hun eindbestemming. Sjoerd heeft de gate stewardess van Iberia zijn e-ticket naar San Salvador gegeven en gevraagd of er nog een andere vlucht was, bv via New York of Houston. Na consultatie op haar scherm vertelde ze mij dat er slechts twee praktische mogelijkheden waren. A. naar Madrid, daar overnachten en de volgende dag via Costa Rica naar San Salvador, of B. nu meteen naar Lissabon en direct overstappen naar het vliegtuig naar Salvador dat nog diezelfde avond rond 23 uur aan zou komen. Dit kon echter alleen als Sjoerd geen ingecheckte bagage had. En die had hij niet. Die optie B leek Sjoerd een aardige oplossing en na enige tijd produceerde zij een nieuw elektronisch ticket en werd Sjoerd verwezen naar een nieuwe gate voor Lissabon. Ondertussen had Sjoerd Doreen opgebeld om een bericht naar El Salvador te sturen met welke vlucht ik nu aankwam. Bij aankomst in Lissabon kon hij nog op tijd inchecken bij gate Salvador, maar bij aankomst was er geen ontvangst op de luchthaven (middernacht). De taxi’s en toerisme kantoortje kenden het voor Sjoerd geboekte hotel niet en iedereen sprak een raar accent Spaans. Hij maakte hem vooral zorgen vanwege de geplande cursus want als iedereen zo krom Spaans sprak zou het wat worden met de cursus. Het taxibedrijf was zo vriendelijk een ander hotelletje te vinden. Het bleek nu dat Sjoerd in Salvador de Bahia was geland . . .in Brazilië! Dus, terug naar Amsterdam . . . En nog net op tijd terug om niet in de sneeuw vast te zitten, maar wel thuis met een witte kerst.
Nou dat waren in het kort een paar belevenissen uit 2010. Voor het volgend jaar nog een keer terug naar Tajikistan en Pakistan en misschien nog wat andere klussen zodat we zinvol bezig blijven. Slechts als er tijd overblijft dan doet Sjoerd wat aan zijn website door er nog eens een technisch document op te zetten, maar daar is dit jaar niet veel van gekomen. We wensen jullie een voorspoedig en gelukkig 2011, en hopen behalve door dit verhaal toch ook op persoonlijke wijze nog contact te kunnen blijven houden.
www.nienhuys.info zie verhalen
[email protected] [email protected]
24