Milieuclassificatie Bouw
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten Deel 2
gevels en daken
De leidraad bij het realiseren van duurzame en gezonde woning- en utiliteitsbouw
NIB IB IBE BE E Resea Re R esea earch arrch ch bv b ©N NIBE Research
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 1
NIBE’s NIBE’s N BE NIB Basiswerk E’’ss Basiswerk E’s E Bassis Ba isswerk w wer we Milieuclassifi e erk Milieuclassifi M llie Milie Mi ie euc uclass assifi caties ssifi ificat ca caties aBouwproducten ies ess Bo Bouwproducten ouwp uw wprod prod oduct uc uct deel en e n 2deel deel 1 dee
1
3-9-2008 11:47:47
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2 gevels en daken Dé leidraad bij het realiseren van duurzame en gezonde woning- en utiliteitsbouw
eindredacteur: medewerkers:
dr.ir. Michiel Haas Ruben Abrahams BSc, Sanne de Groot
Samenstellers en uitgever hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze publicatie voorkomen. Iedere aansprakelijkheid voor schade die uit het gebruik van de hierin opgenomen gegevens voortvloeit wordt uitgesloten. ISBN: 978-90-74510-17-2 Toelichting op materiaalkeuze kaft: Gedrukt op 300 grams eenzijdig sulfaatkarton. papier: Cyclusprint 115 grams, 100% “post consumer waste” kringlooppapier, chloorvrij gebleekt.
© NIBE Research bv, herdruk 2008 Postbus 229, NL 1400 AE Bussum telefoon: 035-6948233 fax: 035-6950042 e-mail:
[email protected] internet: www.nibe.org of voor abonnees www.nibe.info
Behoudens de krachtens de auteurswet 1912 vastgestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, software of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever NIBE Publishing bv te Bussum.
foto’s omslag: zonnebloemen, Benelux Press, Voorburg vormgeving: NIBE Consulting bv, Bussum, Sanne de Groot drukwerk: Printengraphics, Bussum
2
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 2
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Inhoudsopgave Inhoudsopgave (uitgebreid) Voorwoord Inleiding Handleiding voor gebruik Abonnementsvoorwaarden
4 7 8 9 12
Classificatietabellen A2-24 A2-27a A2-27b A2-27c A3-31a A3-31a A3-31b A3-31c A3-31d A4-41a A4-47a A4-47b
Toelichting classificatieblad Trappen Dakbeschot Isolatie hellend dak Isolatie plat dak Deuren buiten (verwarmde zone) Deuren buiten (onverwarmde zone) Deurkozijnen buiten Raamkozijn buiten Lekdorpels Gevelbekleding Dakbedekking hellend dak Dakbedekking plat dak
16 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 31 32
Milieu- en gezondheidsgegevens A2-24 A2-27a A2-27b A2-27c A3-31a A3-31a A3-31b A3-31c A3-31d A4-41a A4-41a A4-41a A4-47a A4-47b
Toelichting milieu- en gezondheidsbladen Trappen Dakbeschot Isolatie hellend dak Isolatie plat dak Deuren buiten (Extra uitleg verwarmde zone) Deuren buiten Deurkozijnen buiten Raamkozijn buiten Deurdorpels Gevelbekleding hout Gevelbekleding metaal Gevelbekleding kunststof en steenachtige materialen Dakbedekking hellend dak Dakbedekking plat dak
34 36 50 66 84 98 100 126 140 154 164 192 208 224 254
Theorie A NIBE en haar activiteiten
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 1
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
270
3
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Inhoudsopgave (uitgebreid) Voorwoord Inleiding Handleiding voor gebruik Abonnementsvoorwaarden
7 8 9 12
Classificatietabellen Toelichting classificatieblad Classificatiebladen
16 18
Milieu- en gezondheidsgegevens A1 Onderbouw Toelichting milieu- en gezondheidsbladen A2-24 Trappen Beton (prefab) Meranti (duurzame bosbouw) Meranti (standaard bosbouw) Staal, meranti treden (duurzame bosbouw) Staal, meranti treden (standaard bosbouw) Vuren, Europees (duurzame bosbouw) Vuren, Europees (standaard bosbouw) A2-27a Dakbeschot Multiplex - vuren (duurzame bosbouw) Multiplex - vuren (standaard bosbouw) OSB (duurzame bosbouw) OSB (standaard bosbouw) Spaanplaat (100% afvalhout) Spaanplaat (100% nieuw hout) Vuren schroten (standaard bosbouw) Vuren schroten (duurzame bosbouw) A2-27b Isolatie hellend dak Cellulose (ingeblazen) Glaswol Kurk (geëxpandeerd) Polystyreen (geëxpandeerd) Polyurethaan (PUR) Resol-schuim Schapenwol Steenwol Vlasplaten A2-27c Isolatie plat dak Cellulair glas (grijze stroom) Cellulair glas (groene stroom) Kurk (geëxpandeerd) Polystyreen (geëxpandeerd) Polyurethaan (PUR) Resol-schuim Steenwol A3-31a Deuren buiten Extra uitleg verwarmde zone 4
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 2
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
34 36 36 38 40 42 44 46 48 50 50 52 54 56 58 60 62 64 66 66 68 70 72 74 76 78 80 82 84 84 86 88 90 92 94 96 98 98 © NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Inhoudsopgave (uitgebreid)
A3-31b
A3-31c
A3-31d
A4-41a
HR++ isolatieglas in aluminium frame Massief MDF paneel (db) Massief MDF paneel (sb) Massief tropisch hardhout (db) Massief tropisch hardhout (sb) Massief zachthout (db) Massief zachthout (sb) PVC (geïsoleerd) Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (geïsoleerd - db) Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (niet geïsoleerd - db) Vlak trop. multiplex dekplaat (geïsoleerd - db) Vlak trop. multiplex dekplaat (niet geïsoleerd - db) Vlak verzinkt gecoat plaatstaal (geïsoleerd) Deurkozijnen buiten Aluminium Europees zachthout (gevingerlast - db) Europees zachthout (gevingerlast - sb) PVC op aluminium kern PVC op staalkern Tropisch hardhout (volhout - db) Tropisch hardhout (volhout - sb) Raamkozijn buiten Extra info: verbeterde kozijnen op basis van hout Aluminium verdiept Europees zachthout (gevingerlast - db) Europees zachthout (gevingerlast - sb) PVC verdiept Tropisch hardhout (db) Tropisch hardhout (sb) Deurdorpels Vuren (db) Kunststof (polyolefinen - 90% gerecycled) Natuursteen Polyesterbeton Robinia (db) Gevelbekledingen Douglas delen (EU - CC - alkyd - db) Eiken delen (EU - db) Eiken delen (EU - sb) Lariks delen (EU - CC - db) Lariks delen (EU - db) Meranti delen (alkyd - db) Meranti delen (alkyd - sb) Multiplex okoumé (db) Multiplex okoumé (sb) Multiplex vuren (db) Robinia delen (db) Vuren delen (CC - db) Vuren delen (thermisch behandeld - db) Western Red Cedar delen (db) Aluminium geprofileerd (gecoat)
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 3
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
100 102 104 106 108 110 112 114 116 118 120 122 124 126 126 128 130 132 134 136 138 140 140 142 144 146 148 150 152 154 154 156 158 160 162 164 164 166 168 170 172 174 176 178 180 182 184 186 188 190 192 5
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Inhoudsopgave (uitgebreid) Aluminium geprofileerd (ongecoat) Aluminium vlak (gecoat-sandwich alu-kern) Aluminium vlak (gecoat-sandwich PE-kern) Koper (felsgevel) Staal gecoat (trapezium) Staal verzinkt en gecoat (trapezium) Zink (felsgevel) Houtvezelcementplaat (db) Houtvezelcementplaat (sb) HPL-plaat (db) HPL-plaat (sb) Keramische tegels Natuursteen leien Natuursteen platen (graniet) Vezelcementplaat A4-47a Dakbedekking hellend dak Aluminium, gecoat (geprofileerd) Bitumen shingles-leien Dakpan, beton Dakpan, beton (incl. toplaag obv micromortel) Dakpan, keramisch Houten shingles-leien (WRC-duurzame bosbouw) Houten shingles-leien (WRC-standaard bosbouw) Koper (felsdak - staande naad) Leien, natuursteen Leien, vezelcement Riet (schroefdak) Staal, verzinkt (trapezium) Staal, verzinkt en gecoat (trapezium) Vezelcementplaat (geprofileerd) Zink (felsdak - staande naad) A4-47b Dakbedekking plat dak APP - dakbanen EPDM - dakbanen (met SBS gecacheerd) EPDM - membraan POCB - dakbanen PVC - dakbanen SBS - dakbanen Sedum (op EPDM - membraan) TPO - dakbanen
194 196 198 200 202 204 206 208 210 212 214 216 218 220 222 224 224 226 228 230 232 234 236 238 240 242 244 246 248 250 252 254 254 256 258 260 262 264 266 268
Theorie A NIBE en haar activiteiten
6
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 4
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
270
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Voorwoord Duurzaam & Gezond bouwen is hetzelfde als goed bouwen. Gebouwen neerzetten waar mensen zich prettig voelen, die bijdragen aan de kwaliteit van de omgeving waar ze staan, die lang meegaan en die in de loop van dat lange leven veel verschillende functies kunnen huisvesten. Kortom goede gebouwen. Daarbij legt duurzaam & gezond bouwen een extra accent op de kwaliteit van de materialen die worden gebruikt. Hoe gezond en hoe milieuvriendelijk zijn ze? Nu roepen bouwmaterialen bij mij snel emoties op. De bewondering die ik heb voor een vakkundig gemaakte houten trap of een perfect gemetselde bakstenen wand voel ik niet bij kunststof en gipsplaten. Die emoties vertellen me wat mijn waarheid is, maar het is moeilijk om van daaruit te discussiëren met gesprekspartners met andere emoties en andere waarheden. En toch is dat dé opgave in een bouwproject. Bij zo’n project zijn tientallen partijen betrokken en als we elkaar niet verstaan komt er niets van terecht. Er is een oud en mooi verhaal over de communicatie in een bouwproject. Het vertelt over de toren van Babel (Genesis 11, 1-9). Alle mensen spraken in die tijd nog dezelfde taal. Ze voelde zich daardoor sterk met elkaar verbonden. Vanuit die kracht besloten ze een toren te bouwen, die tot in de hemel zou reiken. Jahwe zag hoe ze aan de slag gingen en zei: “Wat ze nu doen is nog maar een begin; later zal geen enkel van hun plannen meer te stuiten zijn. Laten Wij neerdalen en verwarring brengen in hun taal, zodat de een niet meer verstaat wat de ander zegt.” (Willibrord vertaling). Het vervolg van het verhaal kennen we: de toren is nooit afgebouwd. De les uit het verhaal is duidelijk: als je in de bouw één taal spreekt, kun je de hemel bestormen. Dit Basiswerk wil daaraan bijdragen. De totale milieu- en gezondheidsinformatie over bouwmaterialen wordt in eenvoudige kengetallen weergegeven. Zo worden complexe zaken hanteerbaar gemaakt en kunnen we met elkaar praten op grond van duidelijke cijfers. Dat helpt, als de emoties elkaar niet kunnen vinden. Met dit boek wordt een basis gelegd voor een heldere communicatie over duurzaam & gezond bouwen. Het is een echt basisboek! Ik hoop, dat het boek bij veel bouwprojecten van dienst zal zijn. ir. Marcel Dewever, Oud milieu-inspecteur voor de Rijkshuisvesting.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 5
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
7
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Inleiding Sinds 1992 maakt het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) milieuclassificaties. In het begin waren de basisdata wel beschikbaar, maar geen duidelijke methode om die data te gebruiken voor vergelijkend onderzoek. Dat onderzoek was dan ook veelal kwalitatief. Inmiddels bestaat er al sinds jaren een goede methode om milieudata te verwerken, de LCA-methode, de methode van levenscyclusanalyses. Door middel van het TWIN-model is die methode geschikt gemaakt voor het doen van vergelijkend onderzoek. Daarmee zijn de NIBE milieuclassificaties ontstaan, zoals die overal bekend en gewaardeerd zijn. Voor deze nieuwe uitgave van de NIBE milieuclassificaties is voor het eerst gekozen voor een vastbladig systeem. De milieuclassificaties worden nu in vier dikke pocket boeken van ieder ca. 300 pagina’s gepubliceerd, waarvan dit het tweede exemplaar is. Hoofdzakelijk om twee redenen hebben we voor vastbladig gekozen:. 1. Voor veel abonnees blijkt losbladig op den duur toch een probleem, steeds nieuwe onderdelen invoegen vraagt veel discipline en zorgvuldigheid. 2. Met het uitbrengen van nieuwe classificaties kwamen wij onvoldoende toe aan het updaten van reeds bestaande classificaties. Terwijl allerlei gegevens in de database veranderen, aanpassingen aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten, veranderingen van productieprocessen, enz. noodzaken tot een regelmatige update. Ondanks dat zaten er in het Basiswerk nog diverse classificaties van ruim vier jaar oud. Dat is niet de bedoeling. Dit is deel 2 over gevels en daken. Gevels en daken maken samen ca. 20-30% van de milieubelasting veroorzaakt door het materiaalgebruik voor het gebouw uit. Daarmee hebben de gevels en daken dus een belangrijk aandeel in de materiaalgebonden milieubelasting. Als algemene regel geldt dat licht construeren de milieubelasting aanzienlijk kan doen afnemen. We hopen dan ook met dit boekwerk de materiaalgebonden milieubelasting van gebouwen te kunnen laten verminderen door systematisch de milieuclasses 1 t/m 3 voor te schrijven en andere oplossingen slechts in uitzonderingsgevallen te accepteren, er bestaan immers goede alternatieven, zoals blijkt uit de klasse indeling. dr. ir. Michiel Haas, directeur Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) Naarden - juni 2007
8
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 6
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Handleiding voor gebruik Het voorliggende werk heeft de titel Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten meegekregen omdat het de basiskennis over de milieu- en gezondheidseigenschappen van de verschillende besproken bouwproducten behandeld. Een ieder zou over deze kennis moeten kunnen beschikken voordat er gebouwd of verbouwd gaat worden. Deze korte introductie in het Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten is bedoeld om het gebruik zo praktisch mogelijk te maken. De opbouw is daarbij als volgt: • opbouw, indeling en inhoud van het voorliggende Basiswerk; • wijze van nummering van de bladzijden; • mogelijke manieren om het Basiswerk te gebruiken. Opbouw, indeling en inhoud Basiswerk Het totale Basiswerk bestaat uit vier verschillende boeken: • deel 1 Draagconstructies • deel 2 Gevels en daken • deel 3 Afbouw en afwerking • deel 4 Installaties Deel 2 In het voorwoord vertelt de oud milieu-inspecteur van de Rijkshuisvesting, ir. Marcel Dewever over het belang van de kennis van de inhoud van dit Basiswerk om tot duurzame huisvesting te kunnen komen. Naast de handleiding voor gebruik, worden hierin nog abonnementsvoorwaarden beschreven en op welke tijden de helpdesk van het NIBE beschikbaar is en voor welke vragen, hoe de website te gebruiken is en de algemene verkoop voorwaarden van NIBE Publishing bv. Voorts zijn hier de befaamde NIBE Milieuclassificatietabellen per bouwtoepassing voor de gevels en daken, uitgedrukt in verborgen milieukosten per functionele eenheid, opgenomen. Het geheel aangevuld met informatie over de kosten van het betreffende materiaal/product en de verwerkingskosten. Daarmee kan een volledig inzicht verkregen worden over de maatschappelijke kosten van een product, zijnde de te betalen materiaalkosten, de op de maatschappij afgewentelde verborgen milieukosten en de verwerkingskosten. Achter de Milieuclassificatietabellen en kosteninformatietabellen, wordt per toepassing of product twee pagina’s samenvatting van de milieu- en gezondheidsinformatie verstrekt. Dus per product in zijn toepassing is informatie beschikbaar over: • milieuclassificaties, uitgedrukt in verborgen milieukosten per functionele eenheid • kosten materiaal en verwerking, uitgedrukt in Euro’s per functionele eenheid • per product een samenvatting van de milieu- en gezondheidskenmerken. De codering is volgens de NL SfB. In deel 1 is een deel van de theoretische achtergrond van de hele beoordelingsmethode behandeld. Ingegaan werd op het TWIN-model, de wijze van beoordelen. De manier van monetariseren, een geheel nieuwe manier van beoordelen zonder dat er wegingsfactoren aan te pas komen, wordt in deel 3 toegelicht. Wijze van nummering De nummering van de bladzijden in dit Basiswerk hebben de samenstellers zo eenvoudig mogelijk proberen te houden. De nummering ziet er als volgt uit: © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 7
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
9
3-9-2008 11:47:53
Milieuclassificatie Bouw
Handleiding voor gebruik positie 1 positie 2 positie 3 positie 4
A 2 21 c
staat voor deel A, in dit geval materialen staat voor subtab 2 in deel A, in dit geval bovenbouw staat voor subsubtab 21 in deel A, subtab 2, in dit geval wanden staat voor welk bouwdeel onder subsubtab 21, in dit geval spouwisolatie
Mogelijk gebruik van het Basiswerk Dit Basiswerk biedt de mogelijkheid om op een systematische wijze tot de beste keuze te komen. Er zijn meerdere mogelijkheden voor: • zoek het meest milieuvriendelijke materiaal/product • zoek het materiaal/product met de minste gezondheidsrisico’s • zoek het materiaal/product dat het minst milieubelastend is, rekening houdend met een beperkt budget • neem in het bestek voorwaarden op inzake milieubelastendheid van bouwproducten. zoek het meest milieuvriendelijke materiaal/product stap 1 Ga naar de Milieuclassificaties (het kleurendeel) en zoek de betreffende subtab, bijvoorbeeld 2 bovenbouw. stap 2 Zoek binnen de bovenbouw het betreffende bouwdeel, bijvoorbeeld 21c spouwisolaties. stap 3 Kijk naar de betreffende Milieuclassificatietabel naar het product met de minste milieubelasting. stap 4 Zoek achter de classificatietabel naar het betreffende productblad voor meer informatie en achtergronden. U heeft een geslaagde zoekactie uitgevoerd. zoek het product met de minste gezondheidsrisico’s stap 1 Kies het betreffende bouwdeel in de inhoudsopgave met de juiste subtab. stap 2 Zoek in de Milieuclassificatietabel het minst milieubelastende product. stap 3 Kijk in het betreffende productblad onder het gezondheidsdeel, vergelijk dit met de andere producten. Daar er geen één getal uitkomsten bij gezondheid bestaan, moet u zelf afweging maken welke fase voor u van belang is. Meestal zal dat de gebruiksfase zijn. Kies dan op het minst milieubelastende product met de geringste gezondheidsrisico’s in de gebruiksfase. U heeft het product met de voor u relevante laagste gezondheidsrisico’s gevonden. zoek het optimale product m.b.t. ecologie en economie stap 1 Kies het betreffende bouwdeel in de inhoudsopgave met de juiste subtab. stap 2 Kijk in de Milieuclassificatietabel en de tabel van de bouwkosten en tel beide tabellen bij elkaar op, daarmee heeft u de maatschappelijke kosten. stap 3 Het product met de minste maatschappelijke kosten is het optimale resultaat tussen ecologie en economie. stap 4 Zoek achter de classificatietabel naar het betreffende productblad voor meer informatie en achtergronden. U heeft een geslaagde zoekactie achter de rug. neem in het bestek voorwaarden op inzake milieubelastendheid van bouwproducten De milieuclassificaties geven een absolute en relatieve beoordeling van de beoordeelde producten. De beoordeling in verborgen milieukosten is een absolute beoordeling en de beoordeling in milieuclasses is een relatieve beoordeling. Daardoor is er altijd een klasse 1 product, namelijk het minst milieubelastende product van de totale beoordeling. Van deze methode kunt u gebruik maken om in een bestel altijd voor een goede materiaalkeuze te 10
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 8
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:54
Milieuclassificatie Bouw
Handleiding voor gebruik staan. Een passende algemene voorwaarde in het bestel zou kunnen zijn: “Met betrekking tot de keuze van bouwproducten dienen alle toegepaste bouwproducten te voldoen aan klasse 1, 2 of 3 van de NIBE Milieuclassificaties, gepubliceerd in het Basiswerk Milieuclassificatie Bouwproducten, laatste uitgave. Bij toepassing van een product uit een andere milieuklasse dient deze keuze gemotiveerd te worden. Bij niet opgenomen productgroepen is de keuze voor een betreffend product te motiveren.”
Toelichting NIBE - milieuklasse indeling: Klasse 1
Subklasse a b c a b c a b c a b c a b c a b c a b c
2 3 4 5 6 7
Omschrijving
Beste keuze
Milieubelastingsfactor
Goede keuze Aanvaardbare keuze Minder goede keuze Af te raden keuze Slechte keuze Onaanvaardbare keuze
>7c TIP:
-
1,1 1,32 1,9 2,28 2,74 3,28 3,94 4,73 5,68 6,81 8,17 9,81 11,77 14,12 16,95 20,34 24,40 29,29 35,14 42,17 50,61
Leg uw milieuambitie vast aan de hand van de NIBE - milieuklasse. Dit biedt de ontwerper vrijheid in materiaalgebruik. Het NIBE acht bouwmaterialen tot en met milieuklasse 3c als aanvaardbare productkeuze.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 9
1 > 1,1 > 1,32 > 1,9 > 2,28 > 2,74 > 3,28 > 3,94 > 4,73 > 5,68 > 6,81 > 8,17 > 9,81 > 11,77 > 14,12 >16,95 > 20,34 > 24,40 > 29,29 > 35,14 > 42,17 > 50,61
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
11
3-9-2008 11:47:54
Milieuclassificatie Bouw
Abonnementsvoorwaarden 1. Inleiding U heeft zich geabonneerd op het Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten de opvolger van het Basiswerk Duurzaam & Gezond Bouwen en u zult daar naar onze verwachting veel plezier aan beleven. Toch zijn er een aantal spelregels die afgesproken moeten worden om de relatie tussen NIBE Publishing bv en u, als abonnee, zo vruchtbaar mogelijk te maken. 2. NIBE helpdesk Voor iedereen is een helpdesk beschikbaar waar vragen aan het NIBE kunnen worden gesteld met betrekking tot een gezonde en duurzame materiaalkeuze die in het basiswerk besproken worden. Om één en ander enigszins te stroomlijnen zijn hierbij de volgende spelregels van toepassing: • Uw vragen betreffen in principe alleen onderwerpen die in het Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten besproken worden. • Uw vragen moeten eenvoudig te beantwoorden zijn en er moet geen (uitgebreid) onderzoek voor nodig zijn om de vraag te beantwoorden. Het is niet de bedoeling dat de helpdesk een adviesaanvraag gaat vervangen. • De auteurs zijn beschikbaar voor het telefonisch beantwoorden van vragen omtrent het Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten op maandag en donderdagochtend van 9:00-10:00 uur. Het telefoonnummer is het algemene NIBE nummer: 035-6948233. • Gedurende de overige tijden kunt u uw vragen ook per E-mail stellen, naar het adres
[email protected] . Er zal zo veel mogelijk geprobeerd worden deze vragen binnen 48 uur te beantwoorden. • U dient te beschikken over een toegangscode om de helpdesk te kunnen benaderen, deze code is gelijk aan de toegangscode voor de website. 3. Website www.nibe.info Deze website is voor iedereen toegankelijk en zal in het openbare gedeelte steeds één of meerdere voorbeelden van een NIBE milieuclassificatie laten zien. Wilt u de website verder bezoeken, dan wordt een wachtwoord gevraagd. Dat wachtwoord wordt beschikbaar gesteld aan alle abonnees met een geldig abonnement. Zij hebben daarmee 24 uur per etmaal de beschikking over de allernieuwste informatie. Op de website zijn alle milieuclassificatietabellen beschikbaar in de laatste versie, inclusief alle achtergrondgegevens inzake milieu en gezondheid enz. Indien u beschikt over het juiste abonnement en u heeft een wachtwoord of toegangscode ontvangen, dan is het verstandig deze toegangscode te noteren op de pagina voorin dit boek. 4. Algemene verkoopvoorwaarden van NIBE Publishing bv Deze verkoopvoorwaarden zijn vastgesteld door NIBE Publishing bv (hierna NIBE Publishing) en zijn van toepassing op alle door NIBE Publishing uitgevoerde leveranties met uitsluiting van de algemene voorwaarden van de koper, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen. Deze verkoopvoorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland te Hilversum. 1.
Deze verkoopvoorwaarden treden in werking op het moment van het totstandkomen van de Koopovereenkomst.
12
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 10
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:54
Milieuclassificatie Bouw
Abonnementsvoorwaarden 2.
NIBE Publishing zal het gekochte binnen 30 dagen na koop leveren. Deze en andere opgegeven levertijden zijn nimmer te beschouwen als fatale termijn. Bij niet-tijdige levering dient NIBE Publishing schriftelijk in gebreke te worden gesteld, waarbij NIBE Publishing een redelijke termijn tot aflevering alsnog moet worden geboden. Indien de levering niet binnen 30 dagen na de koop kan plaatsvinden, zal NIBE Publishing aan de koper zo spoedig mogelijk de verwachte leveringsdatum mededelen. NIBE Publishing is niet aansprakelijk voor eventuele vertraging in de levering.
3.
De verzendkosten zijn voor rekening van de koper, tenzij anders overeengekomen.
4.
Alvorens de goederen te leveren mag NIBE Publishing van de koper verlangen, dat deze voldoet aan zijn eventuele nog openstaande betalingsverplichtingen terzake van transacties met NIBE Publishing, mits deze betalingsverplichtingen juridisch afdwingbaar zijn.
5.
Indien aan de koper verkeerde en/of gebrekkige goederen worden geleverd kan hij deze, mits deugdelijk verpakt, naar NIBE Publishing of voor België naar het VIBE, terugzenden. De kosten van een dergelijke retourzending zijn voor rekening van NIBE Publishing op basis van verzending via TNT-Post. De koper dient de reden van de retourzending te vermelden. NIBE Publishing zal er voor zorgdragen dat zo spoedig mogelijk alsnog de juiste goederen aan de koper worden geleverd.
6.
NIBE Publishing garandeert dat de te leveren goederen voldoen aan de daaraan in redelijkheid te stellen eisen van bruikbaarheid.
7.
De koop van een uitgave van het Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten houdt mede in dat de koper een abonnement neemt op de supplementen/aanvullingen van deze uitgave. Abonnementen worden per kalender jaar verrekend en kunnen op elk gewenst moment ingaan. Behoudens schriftelijke opzegging 2 maanden voor het einde van het jaar, worden abonnementen geacht stilzwijgend te zijn verlengd voor de tijd van 1 jaar. De abonnementhouder ontvangt alle uitgaven van het betreffende kalenderjaar.
8.
Betaling dient te geschieden binnen 14 dagen na ontvangst van de factuur, bij gebreke waarvan de Koper in verzuim is. Vanaf het intreden van het verzuim is de Koper aan rente gelijk aan de wettelijke rente vermeerderd met 2 procentpunten over de koopprijs aan NIBE Publishing verschuldigd. Bovendien zullen dan buitenrechtelijke kosten in rekening worden gebracht conform de incassotarieven van de Nederlands Orde van Advocaten, met een minimum van € 50,- te vermeerderen met de verschuldigde b.t.w.
9.
Totdat de koopsom van de geleverde goederen is voldaan blijven zij eigendom van de verkoper.
10. Indien de koper zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, is NIBE Publishing gerechtigd om zonder gerechtelijke tussenkomst de overeenkomst te beëindigen, dat wil zeggen de abonnementen te staken of het abonnement op te schorten, dat wil zeggen de levering op te schorten. 11. Afwijkende bepalingen van en/of aanvullingen op deze voorwaarden gelden in principe voor zover deze schriftelijk met NIBE Publishing zijn overeengekomen, in welk geval de voorwaarden voor het overige van kracht blijven. Mondeling overeengekomen afwijkingen en/of aanvullingen dienen schriftelijk bevestigd te worden. © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 11
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
13
3-9-2008 11:47:54
Milieuclassificatie Bouw
Abonnementsvoorwaarden 12. Geschillen tussen NIBE Publishing enerzijds en de Koper anderzijds zullen door de bevoegde rechter te Hilversum worden berecht, met dien verstande dat de Koper die een natuurlijk persoon is en niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf het recht heeft binnen een termijn van 32 dagen nadat NIBE Publishing zich jegens hem schriftelijk op dit beding heeft beroepen, te kiezen voor berechting van het geschil door de volgens de wet bevoegde rechter.
14
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 12
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:54
Milieuclassificatie Bouw
©N NIBE IIBE IB BE B E Re R Research se sea earch ea arch ch h bvv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 1
A2-24 A2-27a A2-27b A2-27c A3-31a A3-31a A3-31b A3-31c A3-31d A4-41a A4-41a A4-41a A4-47a A4-47b
Classificatietabellen
NIBE’s N NIB E’s E ’ss Basiswerk Ba B asis s swerk werk Milieuclassifi we wer Mi M Milie lileuc lie ucl class cl ass assifi ssifi ificat caties a ies ie ess Bo Bouwp Bouwproducten uw uwp wp w prod ro uct ucten en deel d el 1 dee
3-9-2008 11:47:54
Toelichting
Milieu-criteria Grafiek
Milieu-effect
Eenheid
Beschrijving
br
broeikaseffect
kg CO2 eq.
oz
ozonlaagaantasting
kg CFC-11 eq.
hu
humane toxiciteit
kg 1,4-DB eq.
aq
aquatische toxiciteit
kg 1,4-DB eq.
te
terrestrische toxiciteit
kg 1,4-DB eq.
fo
fotochem. oxodantvorming
kg C2H4 eq.
ve
verzuring
kg SO2 eq.
eu
eutrofiëring (vermesting)
kg PO4 eq.
Het broeikaseffect wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg koolstofdioxide (CO2) equivalenten. De ozonlaagaantasting wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK’s) equivalenten De humane toxiciteit wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg 1,4dichloorbenzeen equivalenten toxiciteit wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg 1,4-dichloorbenzeen equivalenten toxiciteit wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg 1,4-dichloorbenzeen equivalenten De fotochemische oxidantvorming wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg Ethyleen (C2H4) equivalenten De verzuring wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg Sulfaat (SO2) equivalenten De eutrofiëring wordt uitgedrukt in hoeveelheden omgerekend naar kg Fosfaat (PO4) equivalenten
bi
mbp
en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
mbp
la
landgebruik
PDF*m2*jr
Het landgebruik wordt uitgedrukt in mogelijke soortenafname (Potential Depletion Factor) vermenigvuldigd met het gebruikte oppervlak en aantal jaren
st
stank
OTV*m3
we
geluid door wegtransport
DALY
pr
geluid door productie licht
mbp
kans op calamiteiten
mbp
De hinder door stank wordt uitgedrukt in geurdrempelwaarde (Odour Threshold Value) vermenigvuldigd met het volume De hinder door geluid door wegtransport wordt uitgedrukt in aangepaste levensjaren i.v.m een handicap (DALY = disability adjusted life years) De hinder door geluid door productie wordt uitgedrukt in milieubelastingpunten (mbp) De hinder door licht wordt uitgedrukt in milieubelastingpunten (mbp) De kans op calamiteiten wordt uitgedrukt in milieubelastingpunten (mbp)
ab
li ca
16
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 2
mbp
mbp
De uitputting van biotische grondstoffen wordt uitgedrukt in milieubelastingpunten (mbp) De uitputting van abiotische grondstoffen wordt uitgedrukt in milieubelastingpunten (mbp) De uitputting door energiedragers wordt uitgedrukt in milieubelastingpunten (mbp)
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:47:55
Milieuclassificatie Bouw
Toelichting
Classificatieblad Deze voorbeeldpagina is een toelichting op het classificatieblad. Het geeft weer hoe de informatie gelezen en gebruikt kan worden. Bijvoorbeeld voor het vastleggen en meetbaar maken van uw milieu-ambities voor bouwproducten.
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
A1-11
Bodemafsluiters Functionele eenheid
Bodemafsluiter toegepast in de kruipruimte van de NOVEM Referentie Doorzonwoning gedurende 75 jaar. Vergeleken per functionele eenheid van 1 m2 bodemafsluiter en een ud-waarde van minimaal 0,35 m.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
36
Bodemfolie (PE)
€
0,34
1a
42
Schuimbeton*
€
1,85
4a
40
Schelpen*
€
1,97
4b
46
Zand
€
2,56
4c
44
Stamp- of gietbeton
€
4,82
5c
38
Kleikorrels (geëxpandeerd)*
€
7,94
6c
Deze bodemafsluiters hebben een hoge warmteweerstand. Hierdoor is er minder of geen extra begane grondvloerisolatie nodig. Dit is verrekend door de milieubelasting van 1 m2 EPS isolatie, met een Rc-waarde die gelijk is aan de Rc-waarde van de bodemafsluiter, van de milieubelasting van het product af te trekken.
Verborgen milieukosten (€/FE)
*
Bouwkosten (€)
A1-11
Inhoudsopgave De inhoudsopgave voor de uitgebreide gezondheidsen milieuinformatie per product.
© NIBE Research bv
Tabbladen De plaats van de tab komt overeen met de milieu- en gezondheidsbladen. Leg uw ambities vast De milieuklasse is een relatieve score. Dit stelt u in staat om ambities vast te leggen. Zo heeft bijvoorbeeld Erasmus Medisch Centrum in haar beleid vastgelegd waar mogelijk met NIBE milieuklasse 1, 2 of 3 producten te bouwen.
Grafieken maken het kiezen van alternatieven makkelijker In één oogopslag kunt u zien welk alternatief milieutechnisch het meest interessant is. Hoe korter de staaf, hoe lager de milieubelasting van het product. Tevens kunt u zien in welke onderdeel de grootste milieubelasting zit.
Bepaal welk alternatief kostentechnisch het meest interessant is In één oogopslag kunt u zien welk alternatief prijstechnisch het meest interessant is, namelijk diegene met de kortste staaf. Ook hier is weer inzichtelijk waar de kosten door worden veroorzaakt: arbeid, materiaal, onderaanneming of materieel. NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
17
Milieuclassificatie Bouw
A2-24
Trappen Functionele eenheid
Trap toegepast in de NOVEM Referentie Doorzonwoning gedurende 75 jaar. Vergeleken per functionele eenheid van 1 niet afgewerkte trap met een optrede van 178 mm, een aantrede van 230 mm, een wel van 40 mm, een tredebreedte van 800 mm en een verdiepingshoogte van 2850 mm.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
46
Vuren, Europees (duurzame bosbouw)
€
5,13
38
Meranti (duurzame bosbouw)
€
15,83
3a
48
Vuren, Europees (standaard bosbouw)
€
17,36
3b
36
Beton (prefab)
€
57,43
5b
42
Staal, meranti treden (duurzame bosbouw)*
€
58,50
5b
44
Staal, meranti treden (standaard bosbouw)*
€
346,91
>7c
40
Meranti (standaard bosbouw)
€
538,71
>7c
Open trap
Verborgen milieukosten (€/FE)
*
1a
Bouwkosten (€)
Trappen A2-24
Classificatietabel
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 18
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Classificatietabel
A2-27a
Dakbeschot
Functionele eenheid Dakbeschot toegepast in de NOVEM Referentie Doorzonwoning gedurende 75 jaar. Vergeleken per functionele eenheid van 1 m2 plaatmateriaal toegepast in de dakconstructie.
Product
V. milieukosten
A2-27a
Pagina
Milieuklasse
Multiplex - vuren (duurzame bosbouw)
€
0,28
62
Vuren schroten (duurzame bosbouw)
€
0,41
1a 1c
58
Spaanplaat (100% afvalhout)
€
0,54
2b
54
OSB (duurzame bosbouw)
€
0,66
2c
60
Spaanplaat (100% nieuw hout)
€
0,89
3a
52
Multiplex - vuren (standaard bosbouw)
€
0,96
3b
64
Vuren schroten (standaard bosbouw)
€
1,37
4a
56
OSB (standaard bosbouw)
€
1,48
4a
Bouwkosten (€)
Verborgen milieukosten (€/FE)
50
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl © NIBE Research bv
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Dakbeschot
Milieuclassificatie Bouw
19
Milieuclassificatie Bouw
A2-27b
Isolatie hellend dak Functionele eenheid
Isolatiemateriaal toegepast in een hellend dak constructie gedurende 75 jaar. Vergeleken per functionele eenheid van 1 m2 isolatie met een Rc-waarde van minimaal 3,0 m2.K/W.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
78
Schapenwol
€
0,52
1a
66
Cellulose (ingeblazen)
€
0,53
1a
82
Vlasplaten
€
0,75
1c
70
Kurk (geëxpandeerd)
€
0,84
2a
68
Glaswol
€
0,85
2a
76
Resol-schuim
€
1,05
2b
72
Polystyreen (geëxpandeerd)
€
1,38
2c
80
Steenwol
€
1,41
2c
74
Polyurethaan (PUR)
€
4,48
5a
Bouwkosten (€)
Verborgen milieukosten (€/FE)
A2-27b
Isolatie hellend dak
Classificatietabel
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 20
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Milieuclassificatie Bouw
Classificatietabel
A2-27c
Isolatie plat dak
Functionele eenheid
Pagina
Product
V. milieukosten
Isolatie plat dak
Isolatiemateriaal toegepast in een (platte) warmdak constructie gedurende 75 jaar. Vergeleken per functionele eenheid van 1 m2 isolatie met een Rc-waarde van minimaal 3,0 m2.K/W.
Milieuklasse
88
Kurk (geëxpandeerd)
€
0,96
94
Resol-schuim
€
1,05
1a 1b
90
Polystyreen (geëxpandeerd)
€
1,93
2b
€
2,44
2c
Steenwol
€
4,35
4a
84
Cellulair glas (grijze stroom)
€
5,22
4a
92
Polyurethaan (PUR)
€
5,76
4b
Bouwkosten (€)
Verborgen milieukosten (€/FE)
Cellulair glas (groene stroom)
A2-27c
86 96
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl © NIBE Research bv
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
21
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
A3-31a
Buitendeuren (verwarmde zone) Functionele eenheid
Een buitendeur inclusief afwerking, benodigd onderhoud en warmteverlies (o.b.v. de U-waarde, zie toelichting) toegepast als voordeur in de NOVEM Referentie Doorzonwoning gedurende 75 jaar. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm en breedte 930 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn buiten beschouwing gelaten.
A3-31a
Buitendeuren
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
120
Vlak trop. multiplex dekplaat (geïsoleerd - db)
€
284,38
1a
116
HDF-alu-HDF dekplaat (geïsoleerd - db)
€
349,69
1b
124
Vlak verzinkt gecoat plaatstaal (geïsoleerd)
€
408,18
1c
100
HR++ isolatieglas in aluminium frame
€
516,48
2a
114
PVC (geïsoleerd)
€
597,64
2b
110
Massief zachthout (db)
€
613,27
2b
112
Massief zachthout (sb)
€
644,97
2b
122
Vlak trop. multiplex dekplaat (niet geïsoleerd - db)
€
654,84
2b 2b
118
HDF-alu-HDF dekplaat (niet geïsoleerd - db)
€
677,30
106
Massief tropisch hardhout (db)
€
724,74
2c
102
Massief MDF paneel (db)
€
874,93
3a
104
Massief MDF paneel (sb)
€
885,90
3a
108
Massief tropisch hardhout (sb)
€
1332,48
3c
98
Extra uitleg verwarmde zone Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen
sb
Het hout is afkomstig uit bossen, waarbij geen sprake is van duurzaam beheer
Bouwkosten (€)
Verborgen milieukosten (€/FE)
db
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 22
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Milieuclassificatie Bouw
A3-31a
Classificatietabel
Buitendeuren (onverwarmde zone)
Functionele eenheid Een buitendeur inclusief afwerking en benodigd onderhoud, toegepast in een onverwarmde zone gedurende 75 jaar. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm en breedte 930 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn buiten beschouwing gelaten.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
€
9,68
110
Massief zachthout (db)
€
15,55
1b
120
Vlak trop. multiplex dekplaat (geïsoleerd - db)
€
19,76
2a
104
Massief MDF paneel (sb)
€
20,66
2a
122
Vlak trop. multiplex dekplaat (niet geïsoleerd - db)
€
24,04
2b
106
Massief tropisch hardhout (db)
€
26,62
1c
118
Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (niet geïsoleerd - db)
€
46,5
3c
112
Massief zachthout (sb)
€
47,24
3c
114
PVC (geïsoleerd)
€
66,65
4a
124
Vlak verzinkt gecoat plaatstaal (geïsoleerd)
€
76,82
4b
116
Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (geïsoleerd - db)
€
85,07
4c
100
HR++ isolatieglas in aluminium frame
€
118,97
5b
108
Massief tropisch hardhout (sb)
€
120,05
>7c
Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen
sb
Het hout is afkomstig uit bossen, waarbij geen sprake is van duurzaam beheer
Bouwkosten (€)
Verborgen milieukosten (€/FE)
db
1a
A3-31a
Massief MDF paneel (db)
Buitendeuren
102
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl © NIBE Research bv
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
23
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
A3-31b
Deurkozijnen (buiten) Functionele eenheid
Een strekkende meter kozijnstijl voor buitendeuren inclusief afwerking en onderhoud, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
128
Europees zachthout (gevingerlast - db)
€
0,34
136
Tropisch hardhout (volhout - db)
€
0,66
1a
130
Europees zachthout (gevingerlast - sb)
€
0,88
2b
134
PVC op staalkern
€
3,35
2c
126
Aluminium
€
6,02
5b
132
PVC op aluminium kern
€
10,17
6b
138
Tropisch hardhout (volhout - sb)
€
19,45
7b
db
Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen
sb
Het hout is afkomstig uit bossen, waarbij geen sprake is van duurzaam beheer
1a
Bouwkosten (€)
Verborgen milieukosten (€/FE)
A3-31b
Deurkozijnen (buiten)
Pagina
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 24
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Milieuclassificatie Bouw
Classificatietabel
A3-31c
Raamkozijnen
Functionele eenheid Een raamkozijn met een naar binnendraaiend raam en een buitenmaat van 1000 x 1350 mm die voldoet aan de KVT en inbraakklasse 2; inclusief afwerklagen. Het kozijn wordt toegepast op de 1e etage van een woning gedurende 75 jaar. Beglazing, stelkozijn, hang- en sluitwerk en transmissieverliezen zijn buiten beschouwing gelaten.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
144
Europees zachthout (gevingerlast - db)
€
5,83
150
Tropisch hardhout (db)
€
7,58
1b
146
Europees zachthout (gevingerlast - sb)
€
9,70
2a
148
PVC verdiept
€
19,77
3b
142
Aluminium verdiept
€
62,16
5b
152
Tropisch hardhout (sb)
€
138,85
6c
140
Extra info: Verbeterde kozijnen op basis van hout
db
Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen
sb
Het hout is afkomstig uit bossen, waarbij geen sprake is van duurzaam beheer
1a
Raamkozijnen
Bouwkosten (€)
Verborgen milieukosten (€/FE)
A3-31c
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl © NIBE Research bv
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
25
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
Deurdorpels
A3-31d
Functionele eenheid Een deurdorpel voor een naar binnen draaiende deur met een kozijn-profielafmeting van 67 x 114 mm en een standaard deurmaat van 930 mm, inclusief neuten met een minimale hoogte van 39 mm gedurende 75 jaar.
Pagina
Product
154
Vuren (db)
€
1,61
1a
156
Robinia (db)
€
1,65
1a
158
Natuursteen
€
1,68
1a
160
Polyesterbeton
€
2,14
1c
162
Kunststof (polyolefinen - 90% gerecycled )
€
3,19
2b
Milieuklasse
Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen
Bouwkosten (€)
A3-31d
Verborgen milieukosten (€/FE)
Deurdorpels
db
V. milieukosten
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 26
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Milieuclassificatie Bouw
Classificatietabel
A4-41a
Gevelbekleding
Afwijkende indeling Wegens het uitgebreide aantal alternatieven binnen de toepassing gevelbekleding is ervoor gekozen de grafiek in drie categorien te splitsen. Na deze pagina treft u achtereenvolgens de grafiek voor gevelbekleding op basis van hout, metaal en steen- en kunststofachtige producten.
Gevelbekleding op basis van hout. Pagina 164.
Gevelbekleding
Gevelbekleding op basis van metaal. Pagina 192.
A4-41a
Gevelbekleding op basis van kunststof en steenachtige materialen. Pagina 224.
Gebruikte afkortingen In de benaming van de producten is gebruik gemaakt van de volgende afkortingen: Alkyd CC db sb
Het product is afgewerkt met verf op basis van alkyd Het hout is verduurzaamd middels koper- en chroomverbindingen Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen Het hout is afkomstig uit bossen, waarbij geen sprake is van duurzaam beheer
© NIBE Research bv
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
27
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
A4-41a
Gevelbekleding hout Functionele eenheid
Een vierkante meter gevelbekleding inclusief 1 laag regelwerk en bevestigingsmiddelen, gedurende een periode van 75 jaar.
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
178
Multiplex okoumé (db)
€
1,18
166
Eiken delen (EU - db)
€
1,19
1a 1a
182
Multiplex vuren (db)
€
1,26
1a
184
Robinia delen (db)
€
1,55
1b
190
Western Red Cedar delen (db)
€
1,65
1c
164
Douglas delen (EU - CC - alkyd - db)
€
2,24
2a
168
Eiken delen (EU - sb)
€
2,25
2a
174
Meranti delen (alkyd - db)
€
2,57
2b
188
Vuren delen (thermisch behandeld - db)
€
2,61
2b
186
Vuren delen (CC - db)
€
3,60
3a
170
Lariks delen (EU - CC - db)
€
3,66
3a
172
Lariks delen (EU - db)
€
4,06
3b
180
Multiplex okoumé (sb)
€
22,92
6b
176
Meranti delen (alkyd - sb)
€
85,91
>7c
Bouwkosten (€)
A4-41a
Verborgen milieukosten (€/FE)
Gevelbekleding hout
Pagina
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 28
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Milieuclassificatie Bouw
A4-41a
Classificatietabel
Gevelbekleding metaal
Functionele eenheid Een vierkante meter gevelbekleding inclusief 1 laag regelwerk en bevestigingsmiddelen, gedurende een periode van 75 jaar.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
166
Milieureferentie (Eiken delen - EU - db)
€
1,19
202
Staal gecoat (trapezium)
€
5,54
3c
204
Staal verzinkt en gecoat (trapezium)
€
6,15
4a
192
Aluminium geprofileerd (gecoat)
€
15,43
5c
194
Aluminium geprofileerd (ongecoat)
€
15,50
5c
198
Aluminium vlak (gecoat-sandwich PE-kern)
€
19,44
6a
206
Zink (felsgevel)
€
26,13
6c
196
Aluminium vlak (gecoat-sandwich alu-kern)
€
34,19
7a
200
Koper (felsgevel)
€
37,96
7b
db
Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen
sb
Het hout is afkomstig uit bossen, waarbij geen sprake is van duurzaam beheer
1a
Verborgen milieukosten (€/FE)
Gevelbekleding metaal
Bouwkosten (€)
A4-41a
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl © NIBE Research bv
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
29
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
A4-41a
Gevelbekleding steen en kunststof Functionele eenheid
Een vierkante meter gevelbekleding inclusief 1 laag regelwerk en bevestigingsmiddelen, gedurende een periode van 75 jaar.
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
166
Milieureferentie (Eiken delen - EU - db)
€
1,19
218
Natuursteen leien
€
2,75
2c
208
Houtvezelcementplaat (db)
€
3,87
3a
212
HPL-plaat (db)
€
4,20
3b
222
Vezelcementplaat
€
4,36
3b
216
Keramische tegels
€
4,58
3b
214
HPL-plaat (sb)
€
4,96
3c
210
Houtvezelcementplaat (sb)
€
5,30
3c
220
Natuursteen platen (graniet)
€
11,41
5a
db
Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen
sb
Het hout is afkomstig uit bossen, waarbij geen sprake is van duurzaam beheer
1a
Bouwkosten (€)
A4-41a
Verborgen milieukosten (€/FE)
Gevelbekleding steen en kunststof
Pagina
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 30
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
A4-47a
Dakbedekking hellend dak
Functionele eenheid Een vierkante meter dakbedekking toegepast in de NOVEM Referentie Doorzonwoning op een hellend dak met een hellingshoek van 40 graden gedurende een periode van 75 jaar. Inclusief panlatten, tengels en bevestigingsmiddelen, en exclusief dakbeschot.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
Dakpan, beton
€
1,87
1a
230
Dakpan, beton (incl. toplaag obv micromortel)
€
2,06
1b
244
Riet (schroefdak)
€
3,13
2a
240
Leien, natuursteen
€
3,36
2a
232
Dakpan, keramisch
€
3,87
2b
234
Houten shingles-leien (WRC-duurzame bosbouw)
€
4,15
2b
250
Vezelcementplaat (geprofileerd)
€
4,83
2c
248
Staal, verzinkt en gecoat (trapezium)
€
6,21
3b
242
Leien, vezelcement
€
6,72
3b
236
Houten shingles-leien (WRC-standaard bosbouw)
€
11,55
4b
246
Staal, verzinkt (trapezium)
€
11,88
4b
226
Bitumen shingles-leien
€
13,09
4c
224
Aluminium, gecoat (geprofileerd)
€
15,56
5a
252
Zink (felsdak - staande naad)
€
26,75
6a
238
Koper (felsdak - staande naad)
€
40,60
6c
A4-47a
Bouwkosten (€)
Dakbedekking hellend dak
Verborgen milieukosten (€/FE)
228
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl © NIBE Research bv
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
31
Classificatietabel
Milieuclassificatie Bouw
A4-47b
Dakbedekking plat dak Functionele eenheid
Het waterdicht bedekken van een plat dak met een oppervlak van één vierkante meter dat bevestigd is met mechanische bevestigers gedurende een periode van 75 jaar.
Pagina
Product
V. milieukosten
Milieuklasse
EPDM - membraan
€
1,68
268
TPO - dakbanen
€
3,76
1a 2b
260
POCB - dakbanen
€
4,62
3a
256
EPDM - dakbanen (met SBS gecacheerd)
€
5,19
3a
266
Sedum (op EPDM - membraan)
€
6,19
3b
262
PVC - dakbanen
€
6,33
3b
254
APP - dakbanen
€
6,58
3b
264
SBS - dakbanen
€
7,25
3c
A4-47b
Bouwkosten (€)
Dakbedekking plat dak
Verborgen milieukosten (€/FE)
258
De bouwkosteninformatie is beschikbaar gesteld door Archidat Bouwkosten,www.archidat.nl 32
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
Milieuclassificatie Bouw
© NIB NIBE N IBE IB BE Re BE R Resea Research se sea ea arch rcch h bv bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 33
A2-24 A2-27a A2-27b A2-27c A3-31a A3-31a A3-31b A3-31c A3-31d A4-41a A4-41a A4-41a A4-47a A4-47b
Milieu- en gezondheidsgegevens
NIBE’s N NIB IBE E’ss Basiswerk E’ Basis Ba iswerk werk Milieuclassifi wer Mi M lie lieuc ucl class assifi ass ifi ficat cca caties atties ies Bo B Bouwproducten ouwp wprod roduct ro ucten uct en deel dee ee el 1
3-9-2008 11:48:43
Toelichting
Milieu-informatie blad Deze voorbeeldpagina is een toelichting op het milieu-informatie blad. Het geeft weer hoe de informatie gelezen en gebruikt kan worden. Bijvoorbeeld voor de voor- en nadelen van het product.
Milieu-informatie
Bodemafsluiters
A1-11
Bodemfolie (PE) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Bodemfolie vervaardigd uit polyetheen met een dikte van 0,23 mm toegepast in kruipruimtes als bodemafsluiter tegen vocht en radongas. Bij de vergelijking van verschillende bodemafsluiters is uitgegaan van een ud van minimaal 0,70 m, waarin u staat voor dampdiffusieweerstandsgetal en d voor dikte [m]. Het dampdiffusieweerstandsgetal van polyetheen is groter dan 9000. De massa van 1 m2 PE folie is circa 0,22 kg. De folie dient tot op circa 500 mm langs het metselwerk aangebracht te worden, derhalve is voor de beoordeling uitgegaan van 1,3 m2 folie per m2 kruipruimte.
Opvallende milieu-eigenschappen Door het extreem geringe gewicht van 0,28 kg/FE scoort dit product als beste keuze. Uiteraard is voor PE-folie aardolie nodig, waar uitputting een rol kan spelen. Toch telt dat hier niet zwaar, slechts 4% van de milieubelasting wordt door uitputting veroorzaakt, vooral omdat er maar zo weinig materiaal nodig is. De emissies bepalen voor 91% nagenoeg de gehele milieubelasting. Hinder speelt met 5% van de verborgen milieukosten een geringe rol.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
2,42E+00 -1,89E-08 -6,36E-02 -1,32E-02 1,40E-01 -1,14E-05 1,11E-02 1,10E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Uitputting: bi biotische grondstoffen ab abiotische grondstoffen en energiedragers
0,00E+00 -9,62E-05 3,40E-01
mbp mbp mbp
la
1,27E+00
PDF.m2.jr
0,00E+00 3,63E-07 -3,21E-01 3,41E-01 3,41E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Landgebruik
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur Dampdiffusiegetal Afvalscenario
ca. 0,28 25 >9000 10 85 5
(hoofdproduct)
kg jaar [-] % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (van milieucriteria) Nationaal Pakket li 2% ca 2% eu 17%
ve 9%
br 64%
te 2%
800
4
600
3
15
150
10
100
5
50
400 2 200
1 0
0 Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Milieucriteria zie blz 16 voor de toelichting.
en 4%
Milieumaten
5
Emissies
Omschrijving functionele eenheid de producteigenschappen zijn hier uit een gezet per functionele eenheid. Opvallende milieu eigenschappen, conclusie waarom dit product zo goed of slecht scoort in de milieuklasse.
0 Energiegebruik (MJ)
0 Afval (kg)
Transport (kton.km)
Grafiek van milieucriteria, in een oogopslag is te zien welke milieucriteria het meeste invloed op de milieukosten hebben. Het milieuprofiel geeft een figuur met effectscores van de gegroepeerde milieueffecten weer behorende bij de levenscyclus van het onderzochte productsysteem, uitgedrukt in verborgen milieukosten per functionele eenheid.
Milieumaten Naast de milieueffecten worden nog drie milieumaten weergegeven: Energieverbruik gedurende de levenscyclus uitgedrukt in Megajoules, afval gedurende de levenscyclus uitgedrukt in kilogrammen en transport gedurende de levenscyclus uitgedrukt in kilotonkilometers. 34
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 34
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:48
Toelichting
Gezondheidsinformatie blad De verschillende fasen gedurende de levenscyclus, waarbij de gebruiksfase de langste en belangrijkste fase is en dus is geaccentueerd.
Bodemafsluiters
Gezondheidsinformatie
Bodemfolie (PE)
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Chemische agentia
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
A1-11
o + nvt
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor polyethyleen is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia Etheen, de belangrijkste grondstof voor polyetheen, is een kleurloos gas dat bij vrijkomen lucht verdringt en als gevolg daarvan verstikkend werkt. Etheen kan in hoge concentraties aanleiding geven tot bewustzijnsverlaging. Veiligheid Bij de productie van LDPE wordt gewerkt met benzeen, etheen, propeen en butadieen. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige electrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen e.d als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist.
Constructiefase
De verschillende gezondheidscriteria zijn een verdere onderverdeling van gezondheidsaspecten. Een – geeft aan dat er negatieve gezondheidsaspecten zijn, een + geeft aan dat er positieve gezondheidsaspecten zijn, een 0 neutraal, dus geen effect, en nvt als het betreffende gezondheidsaspect niet van toepassing is. Wanneer er sprake is van positieve of negatieve gezondheidsaspecten, worden deze beschreven. Bij opmerkingen staan verdere effecten en maatregelen om deze te beperken.
Ergonomie Werken in kruipruimtes heeft ongezonde werkhoudingen tot gevolg.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 35
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
35
3-9-2008 11:48:50
Trappen A2-24
Milieu-informatie
Trappen
Beton (prefab) NIBE Milieuklasse:
5b Omschrijving functionele eenheid Rechte gesloten steektrap van beton. De trap is 80 cm breed en 285 cm hoog. Een eventuele afwerklaag is buiten beschouwing gelaten. Voor de trap is 1918 kg beton en 34 kg wapeningsstaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Gewapend (prefab)beton heeft een hoog aandeel emissies met ca. 82%. Er zijn twee oorzaken voor de hoge verontreiniging. Enerzijds is dat het hoge gewicht waardoor het transport met 1.456 kton.km hoog ligt, anderzijds veroorzaakt door het feit dat het ijzererts voor het staal in het beton van ver weg komt. Met de hoge transportemissies komt ook de hoge energie-inhoud van 3.698 MJ/FE overeen.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,41E+02 2,80E-05 2,21E+01 3,09E+00 3,14E-01 4,69E-02 1,24E+00 2,00E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
1952 75
Afvalscenario
1 0 99
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,78E+01 1,35E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,54E+01
PDF.m2.jr
3,28E+06 1,29E-03 2,15E+03 1,43E+01 1,45E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
la 13% en 1% ab 3%
eu 19%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 6% hu 2%
Milieumaten
300
200
100
0
6.000
220
6.000
4.500
165
4.500
3.000
110
3.000
1.500
55
1.500
0 Emissies
36
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 36
Grondstoffen
Landgebruik
br 54%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:51
Gezondheids-informatie
Veiligheid
Per fase
Ergonomie
Biologische agentia
o
-
nvt
o
-
--
-
-
nvt
o
o
--
o
o
nvt
-/+
o
o
-/+
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
o
-
Fysische agentia Per criterium
A2-24
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
Beton (prefab)
Trappen
Trappen
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts (t.b.v. de wapening) en kalksteen middels boren, het opblazen met explosieven alsmede het laden en lossen, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling aan stof ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. In mindere mate is ook sprake van stofemissies bij de winning van andere voor beton benodigde grondstoffen. Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven ten behoeve van de winning van ijzererts, dat gebruikt wordt voor de productie van wapeningsstaal, is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast geldt een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval.
Productiefase Fysische agentia Het wapeningsstaal kan veroorzaken dat werknemers langdurig blootstaan aan sterke elektromagnetische velden en verstoringen van het aardmagnetisch veld. Chemische agentia Tijdens de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving blootstaan aan relatief hoge concentraties zware metalen en andere verontreinigingen, met name via rookgassen en stof.
Constructiefase Ergonomie In geval van insitu gestort beton: de betonstaalvlechter verricht lichamelijk zeer inspannend werk waarbij hinder wordt ondervonden van langdurig staan, in eenzelfde houding werken en regelmatig bukken.
Gebruiksfase Fysische agentia Door de wapening wordt kosmische en terrestrische straling afgeschermd of verstrooid. Daarnaast wordt, afhankelijk van de wapeningsafstand, hoogfrequente elektromagnetische straling vermoedelijk meer afgeschermd dan bij andere materialen. Wanneer zowel wanden als vloeren uit gewapend beton bestaan, kan een kooi van Faraday ontstaan. Hierdoor wordt alle natuurlijke, voor de mens wezenlijke, kosmische straling afgeschermd. Het warmte-accumulerend vermogen van de betonnen wanden zorgt ervoor dat temperatuurschommelingen binnen de woning gering zijn. Het houdt in de winter de binnenwarmte langer vast en in de zomer de warmte langer buiten.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Tijdens de kalksteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Om risico’s te minimaliseren, vindt opslag, overslag en transport van vliegas en steenmeel altijd plaats in (stofdichte) afgesloten systemen. Het dragen van handschoenen wordt aanbevolen.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 37
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
37
3-9-2008 11:48:52
Trappen A2-24
Milieu-informatie
Trappen
Meranti (duurzame bosbouw) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Rechte gesloten steektrap van duurzaam geproduceerd dark red meranti. De stootborden zijn van duurzaam geproduceerd multiplex (meranti). De trap is 80 cm breed en 285 cm hoog. De afwerking is buiten beschouwing gelaten. Voor de trap is 130 kg merantihout en 34 kg multiplex nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Deze trap bestaat voor 79% uit meranti hout en voor 21% uit meranti multiplex, beide duurzaam geproduceerd. De verborgen milieukosten zijn ruim 3 maal hoger dan die van de vuren trap, voornamelijk veroorzaakt door transport, met ruim 4.000 kton.km/trap. De emissies maken dan ook 78% van de totale milieubelasting uit. De landschapsaantasting speelt voor 17% nog enige rol van betekenis.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,28E+01 5,07E-05 2,43E+01 2,19E+00 8,16E-01 2,66E-02 1,18E+00 8,25E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
164 75
Afvalscenario
6 94 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 4,93E-01 3,90E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,28E+01
PDF.m2.jr
3,94E+05 1,24E-03 -1,35E+01 4,40E+00 3,99E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
we 3%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 28% ve 20%
Milieumaten
200
100
0
6.000
220
6.000
4.500
165
4.500
3.000
110
3.000
1.500
55
1.500
0
38
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 38
Grondstoffen
oz 2%
en 1%
hu 7%
300
Emissies
br 19%
la 17%
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:52
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o
A2-24
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Meranti (duurzame bosbouw)
o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Trappen
Trappen
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. De houtbranche kent een zeer hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en heeft men meer last van lawaai, stof en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurswisselingen en tocht. De relatief hoge score op hinder van lawaai gaat samen met veel klachten over horen, en men blijft ook wat vaker thuis wegens ziekte en ongeval.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming. Gedurende de levenscyclus zal het hout verduurzaamd worden middels verven, waarbij goed geventileerd dient te worden. Door schilderen met oplosmiddelarme verven wordt de kans op de bekende aandoening OPS voorkomen. Nadeel is echter dat men geneigd is minder te ventileren, waardoor de concentratie giftige stoffen alsnog te hoog kan worden. Oplosmiddelarme verven zijn veelal wateroplosbaar, gebruikers zijn hierdoor geneigd het materiaal te reinigen onder de kraan. Dit heeft voor zowel het milieu als de rioolwaterzuivering uiterst nadelige effecten en wordt daartoe nadrukkelijk afgeraden.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 39
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
39
3-9-2008 11:48:53
Trappen A2-24
Milieu-informatie
Trappen
Meranti (standaard bosbouw) NIBE Milieuklasse:
>7c Omschrijving functionele eenheid Rechte gesloten steektrap van dark red meranti. De stootborden zijn van multiplex (meranti). De trap is 80 cm breed en 285 cm hoog. De afwerking is buiten beschouwing gelaten. Voor de trap is 130 kg merantihout en 34 kg multiplex nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen De meranti trap uit standaard bosbouw is op dezelfde wijze opgebouwd als de meranti trap uit duurzame bosbouw. Dus dezelfde hoge energie-inhoud en transport-energie en bij behorende hoge emissies. Ook de grondstofuitputting en hinder zijn identiek. Enige verschil is de landschapsaantasting. Deze is volledig bepalend voor de totale milieubelasting en bepaald voor 90% de verborgen milieukosten.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,82E+01 5,12E-05 2,48E+01 2,27E+00 8,19E-01 2,79E-02 1,23E+00 8,84E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
163,8 75
Afvalscenario
6 94 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
8,85E+02 4,93E-01 4,24E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,38E+03
PDF.m2.jr
4,02E+05 1,46E-03 2,83E+02 4,71E+00 4,29E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
bi 7%
la 90%
Milieumaten
300
200
100
0
6.000
220
6.000
4.500
165
4.500
3.000
110
3.000
1.500
55
1.500
0 Emissies
40
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 40
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:53
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o
A2-24
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Meranti (standaard bosbouw)
o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Trappen
Trappen
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. De houtbranche kent een zeer hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en heeft men meer last van lawaai, stof en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurswisselingen en tocht. De relatief hoge score op hinder van lawaai gaat samen met veel klachten over horen, en men blijft ook wat vaker thuis wegens ziekte en ongeval.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming. Gedurende de levenscyclus zal het hout verduurzaamd worden middels verven, waarbij goed geventileerd dient te worden. Door schilderen met oplosmiddelarme verven wordt de kans op de bekende aandoening OPS voorkomen. Nadeel is echter dat men geneigd is minder te ventileren, waardoor de concentratie giftige stoffen alsnog te hoog kan worden. Oplosmiddelarme verven zijn veelal wateroplosbaar, gebruikers zijn hierdoor geneigd het materiaal te reinigen onder de kraan. Dit heeft voor zowel het milieu als de rioolwaterzuivering uiterst nadelige effecten en wordt daartoe nadrukkelijk afgeraden.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 41
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
41
3-9-2008 11:48:54
Trappen A2-24
Milieu-informatie
Trappen
Staal, meranti treden (duurzame bosbouw) NIBE Milieuklasse:
5b Omschrijving functionele eenheid Rechte open steektrap van staal met duurzaam geproduceerde dark red meranti treden. De trap is 80 cm breed en 285 cm hoog. Voor de trap is 156 kg staal en 84 kg meranti nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Met een energie-inhoud van 6.794 MJ/FE is dit een zeer energie-intensieve trap. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door het staal. Ook de transportenergie is heel groot met 5.551 kton.km/FE. Begrijpelijk zijn de emissies dus hoog met 86% van de verborgen milieukosten en zijn het hoogste van de onderzochte trappen. De landschapsaantasting is met 10% nog redelijk, vooral veroorzaakt door het staal.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,47E+02 9,29E-05 4,83E+01 4,05E+00 1,14E+00 1,44E-01 2,14E+00 1,69E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 4,70E+00 1,55E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,98E+01
PDF.m2.jr
1,52E+07 7,88E-04 1,31E+03 1,46E+01 1,46E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur
240 75
Afvalscenario
4 33 54 9
(hoofdproduct)
200
100
0
Verborgen milieukosten (in percentages) la 10% en 1%
eu 16%
br 54% ve 10% fo 1% hu 4%
42
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 42
Landgebruik
oz 1%
6.000
220
6.000
4.500
165
4.500
3.000
110
3.000
1.500
55
1.500
0 Grondstoffen
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
Milieumaten
300
Emissies
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:54
Gezondheids-informatie
Staal, meranti treden (duurzame bosbouw)
Fysische agentia
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
A2-24
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Trappen
Trappen
o
-
nvt
o
-
--
-/o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
o
o
o
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
o
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts kan middels boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. In mindere mate is ook sprake van stofemissies bij de winning van andere voor beton benodigde grondstoffen. Tijdens het bewerken van hout (ten behoeve van de treden) kunnen gezondheidseffecten ontstaan, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen (zie ook de productiefase). Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven ten behoeve van de winning van ijzererts is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast gelden een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval. Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase Fysische agentia Het staal veroorzaakt verstoringen van het aardmagnetisch veld en dat werknemers langdurig blootstaan aan sterke elektromagnetische velden. Chemische agentia Tijdens de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving, met name via rookgassen en stof, blootstaan aan relatief hoge concentraties zware metalen en andere verontreinigingen. Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout (ten behoeve van de treden) kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Bij de productie van staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist: gehoorbescherming, niet eten en drinken tijdens het werk, geen open vuur, geen vonken, niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden, vonkarm gereedschap, plaatselijke afzuiging of adembescherming, een strenge scheiding tussen zuren, basen en andere chemicaliën, enz. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval noodzakelijk. Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 43
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
43
3-9-2008 11:48:55
Trappen A2-24
Milieu-informatie
Trappen
Staal, meranti treden (standaard bosbouw) NIBE Milieuklasse:
>7c Omschrijving functionele eenheid Rechte gesloten steektrap van dark red meranti. De stootborden zijn van multiplex (meranti). De trap is 80 cm breed en 285 cm hoog. De afwerking is buiten beschouwing gelaten. Voor de trap is 130 kg merantihout en 34 kg multiplex nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen De meranti trap uit standaard bosbouw is op dezelfde wijze opgebouwd als de meranti trap uit duurzame bosbouw. Dus dezelfde hoge energie-inhoud en transport-energie en bij behorende hoge emissies. Ook de grondstofuitputting en hinder zijn identiek. Enige verschil is de landschapsaantasting. Deze is volledig bepalend voor de totale milieubelasting en bepaald voor 90% de verborgen milieukosten.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,50E+02 9,32E-05 4,84E+01 4,09E+00 1,14E+00 1,45E-01 2,16E+00 1,72E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
4,90E+02 4,70E+00 1,57E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,33E+03
PDF.m2.jr
1,52E+07 9,14E-04 1,47E+03 1,48E+01 1,47E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur
240 75
Afvalscenario
4 33 54 9
(hoofdproduct)
200
100
0
Verborgen milieukosten (in percentages) br 9% ve 2% eu 3% bi 6%
la 79%
6.000
220
6.000
4.500
165
4.500
3.000
110
3.000
1.500
55
1.500
0
44
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 44
Grondstoffen
Landgebruik
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
Milieumaten
300
Emissies
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:55
Gezondheids-informatie
Staal, meranti treden (standaard bosbouw)
Fysische agentia
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
A2-24
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Trappen
Trappen
o
-
nvt
o
-
--
-/o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
o
o
o
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
o
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts kan middels boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. In mindere mate is ook sprake van stofemissies bij de winning van andere voor beton benodigde grondstoffen. Tijdens het bewerken van hout (ten behoeve van de treden) kunnen gezondheidseffecten ontstaan, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen (zie ook de productiefase). Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven ten behoeve van de winning van ijzererts is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast gelden een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval. Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase Fysische agentia Het staal veroorzaakt verstoringen van het aardmagnetisch veld en dat werknemers langdurig blootstaan aan sterke elektromagnetische velden. Chemische agentia Tijdens de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving, met name via rookgassen en stof, blootstaan aan relatief hoge concentraties zware metalen en andere verontreinigingen. Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout (ten behoeve van de treden) kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Bij de productie van staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist: gehoorbescherming, niet eten en drinken tijdens het werk, geen open vuur, geen vonken, niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden, vonkarm gereedschap, plaatselijke afzuiging of adembescherming, een strenge scheiding tussen zuren, basen en andere chemicaliën, enz. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval noodzakelijk. Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 45
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
45
3-9-2008 11:48:56
Trappen A2-24
Milieu-informatie
Trappen
Vuren, Europees (duurzame bosbouw) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Rechte gesloten steektrap van duurzaam geproduceerd Europees vuren. De stootborden zijn van duurzaam geproduceerd multiplex (Europees vuren). De trap is 80 cm breed en 285 cm hoog. De afwerking is buiten beschouwing gelaten Voor de trap is 93 kg vurenhout en 34 kg multiplex nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Met 127 kg is deze trap verreweg de minst zware en veelal daarom ook de minst milieubelastende. Een vuren trap uit duurzame bosbouw bestaat voor 73% uit vurenplanken en voor 27% uit vurenmultiplex. Landschapsaantasting speelt nog een rol en wel 14% van de totale milieubelasting wordt hierdoor bepaald. Maar de emissies zijn absoluut en relatief de grootste post met 77%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,04E+01 7,94E-06 3,91E+00 1,22E-01 3,07E-01 -1,14E-04 2,42E-01 3,85E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
127,4 75
Afvalscenario
5 95 0
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,55E-03 2,21E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,54E+00
PDF.m2.jr
3,33E+05 7,72E-04 -1,84E+01 2,15E+00 2,15E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ca 1% we 5% li 1%
200
100
0
hu 4% en 2% ve 13%
eu 41%
6.000
220
6.000
4.500
165
4.500
3.000
110
3.000
1.500
55
1.500
0
46
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 46
Grondstoffen
Landgebruik
br 18%
la 14%
Milieumaten
300
Emissies
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:56
Gezondheids-informatie
Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
Chemische agentia
o
Ergonomie
Fysische agentia
A2-24
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Vuren, Europees (duurzame bosbouw)
Trappen
Trappen
o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. De houtbranche kent een zeer hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en heeft men meer last van lawaai, stof en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurswisselingen en tocht. De relatief hoge score op hinder van lawaai gaat samen met veel klachten over horen, en men blijft ook wat vaker thuis wegens ziekte en ongeval.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming. Gedurende de levenscyclus zal het hout verduurzaamd worden middels verven, waarbij goed geventileerd dient te worden. Door schilderen met oplosmiddelarme verven wordt de kans op de bekende aandoening OPS voorkomen. Nadeel is echter dat men geneigd is minder te ventileren, waardoor de concentratie giftige stoffen alsnog te hoog kan worden. Oplosmiddelarme verven zijn veelal wateroplosbaar, gebruikers zijn hierdoor geneigd het materiaal te reinigen onder de kraan. Dit heeft voor zowel het milieu als de rioolwaterzuivering uiterst nadelige effecten en wordt daartoe nadrukkelijk afgeraden.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 47
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
47
3-9-2008 11:48:57
Trappen A2-24
Milieu-informatie
Trappen
Vuren, Europees (standaard bosbouw) NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Rechte gesloten steektrap van Europees vuren. De stootborden zijn van multiplex (Europees vuren). De trap is 80 cm breed en 285 cm hoog. De afwerking is buiten beschouwing gelaten. Voor de trap is 93 kg vurenhout en 34 kg multiplex nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Vuren trappen uit standaard bosbouw hebben gelijke emissies, grondstofuitputting en hinder als de vuren trappen uit de duurzame bosbouw. Het enige verschil zit in de landschapsaantasting. Landschapsaantasting bepaalt hier de totale milieubelasting voor 57%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,52E+01 9,19E-06 5,02E+00 3,22E-01 3,14E-01 3,62E-03 3,62E-01 5,52E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
127,4 75
Afvalscenario
5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
3,57E+00 2,79E-03 3,12E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,81E+01
PDF.m2.jr
3,54E+05 1,41E-03 -1,61E+01 3,02E+00 3,01E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 3%
br 13% hu 1% ve 6%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Milieumaten
300
200
100
0
6.000
220
6.000
4.500
165
4.500
3.000
110
3.000
1.500
55
1.500
0 Emissies
48
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 48
Grondstoffen
Landgebruik
eu 17%
la 57%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:58
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o
A2-24
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Vuren, Europees (standaard bosbouw)
o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Trappen
Trappen
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. De houtbranche kent een zeer hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en heeft men meer last van lawaai, stof en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurswisselingen en tocht. De relatief hoge score op hinder van lawaai gaat samen met veel klachten over horen, en men blijft ook wat vaker thuis wegens ziekte en ongeval.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming. Gedurende de levenscyclus zal het hout verduurzaamd worden middels verven, waarbij goed geventileerd dient te worden. Door schilderen met oplosmiddelarme verven wordt de kans op de bekende aandoening OPS voorkomen. Nadeel is echter dat men geneigd is minder te ventileren, waardoor de concentratie giftige stoffen alsnog te hoog kan worden. Oplosmiddelarme verven zijn veelal wateroplosbaar, gebruikers zijn hierdoor geneigd het materiaal te reinigen onder de kraan. Dit heeft voor zowel het milieu als de rioolwaterzuivering uiterst nadelige effecten en wordt daartoe nadrukkelijk afgeraden.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 49
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
49
3-9-2008 11:48:59
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
Multiplex - vuren (duurzame bosbouw) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Multiplex van vurenhout uit duurzame bosbouw toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. Het multiplex heeft een dikte van 18 mm. Het soortelijk gewicht van vuren multiplex op basis van vuren is 500 kg per m3. Per m2 is 9 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Hout heeft voor het drogen vrij veel energie nodig, toch heeft multiplex een negatieve energie-inhoud (-59 MJ/FE), omdat het in de afvalfase bij verbranding nog energie afgeeft, meer dan het kost om het te maken. De emissies zijn absoluut gezien niet hoog, maar relatief maken zij 74% van de totale milieubelasting uit. Waarbij het broeikaseffect -108% bijdraagt, vermesting en verzuring de belangrijkste zijn. Er vindt geen uitputting plaats, het is een nagroeibare grondstof uit duurzaam beheerde bossen. De landschapsaantasting is met 23% relatief hoog doordat de houtopbrengst/ha gering is.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
-3,29E+00 6,82E-07 6,70E-02 -1,30E-02 1,15E-02 7,35E-03 3,15E-02 6,94E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
9 75 ca. 0,15 5 95 0 0
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,66E-05 -9,90E-02
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,06E-01
PDF.m2.jr
-1,23E+04 5,30E-05 1,91E+00 -8,43E-02 -8,44E-02
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling % hergebruik
la 23%
we 6%
oz 1% hu 1% fo 12% ve 31%
eu 137%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
50
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 50
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:48:59
Gezondheids-informatie
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
-
o
--
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
---
o
-
--
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
Multiplex - vuren (duurzame bosbouw)
Dakbeschot
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van vurenhout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Daarnaast worden, ten behoeve van melamineformaldehydelijm, kleine hoeveelheden aardolie en aardgas gebruikt. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Winning van aardolie en aardgas (ten behoeve van de melamineformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s, gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Formaldehyde is een vaak snel werkende toxische stof die bij veel mensen verschillende effecten kan veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van multiplex kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia In multiplex wordt circa 5 massaprocent melamineformaldehydelijm toegepast. Hiertoe worden geen problemen omtrent te hoge formaldehydeconcentraties verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 51
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
51
3-9-2008 11:48:59
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
Multiplex - vuren (standaard bosbouw) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Multiplex van vurenhout uit standaard bosbouw toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. Het multiplex heeft een dikte van 18 mm. Het soortelijk gewicht van vuren multiplex op basis van vuren is 500 kg per m3. Per m2 is 9 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Bij multiplex uit niet-duurzaam beheerde bossen maakt de landschapsaantasting 60% van de milieubelasting uit. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat hout een geringe opbrengst per hectare heeft en bij ongecontroleerde kap de gehele ecologische stuctuur vernietigd wordt. De emissies zijn absoluut gezien precies even groot als bij multiplex uit duurzame bosbouw. Uitputting en hinder spelen geen enkele rol van betekenis.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
-2,46E+00 7,52E-07 1,30E-01 -1,73E-03 1,19E-02 7,56E-03 3,82E-02 7,88E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
9 75 ca. 0,15 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,01E-01 3,01E-05 -4,82E-02
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,81E+00
PDF.m2.jr
-1,11E+04 8,88E-05 2,03E+00 -3,56E-02 -3,58E-02
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
we 3% fo 3%
ve 11%
la 60%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 45%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
52
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 52
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:00
Gezondheids-informatie
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
-
o
--
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
---
o
-
--
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
Multiplex - vuren (standaard bosbouw)
Dakbeschot
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van vurenhout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Daarnaast worden, ten behoeve van melamineformaldehydelijm, kleine hoeveelheden aardolie en aardgas gebruikt. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Winning van aardolie en aardgas (ten behoeve van de melamineformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s, gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Formaldehyde is een vaak snel werkende toxische stof die bij veel mensen verschillende effecten kan veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van multiplex kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia In multiplex wordt circa 5 massaprocent melamineformaldehydelijm toegepast. Hiertoe worden geen problemen omtrent te hoge formaldehydeconcentraties verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 53
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
53
3-9-2008 11:49:00
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
OSB (duurzame bosbouw) NIBE Milieuklasse:
2c Omschrijving functionele eenheid OSB toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. Het beschot heeft een dikte van 18 mm. Het soortelijk gewicht van OSB is 690 kg per m3. Per m2 is 12,4 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen OSB bestaat voor 97% uit nieuw hout, waarvoor dunningshout gebruikt wordt met een maximale diameter van 250 mm. De lijm bestaat uit fenolformaldehyde en het aandeel daarvan is 3%. De totale milieubelasting wordt voor 85% bepaald door de emissies. Landschapsaantasting en hinder spelen een kleine rol met beide 6%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,17E+00 6,28E-07 4,92E-01 3,52E-02 1,89E-02 8,05E-04 2,47E-02 3,14E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
12,42 75 ca. 0,17 5 95
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,14E-04 3,85E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,90E-01
PDF.m2.jr
4,70E+04 6,67E-05 -5,05E-01 3,70E-01 3,70E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
we 3% la 6%
li ca 1%1%
en 2%
br 44% eu 26%
ve 10%
hu 4%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
54
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 54
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:01
Gezondheids-informatie
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
-
o
--
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
---
o
-
--
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
OSB (duurzame bosbouw)
Dakbeschot
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia OSB bestaat voornamelijk uit nieuw (rond)hout. Hieromtrent kunnen gezondheidseffecten ontstaan, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen (zie ook de productiefase). Daarnaast worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt ten behoeve van ureumformaldehydelijm. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Winning van aardolie en aardgas (ten behoeve van de ureumformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Formaldehyde is een vaak snel werkende toxische stof die bij veel mensen verschillende effecten kan veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van OSB kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia OSB bevat circa 3% ureumformaldehyde. In vergelijking met andere plaatmaterialen is dit laag. Derhalve worden geen problemen verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 55
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
55
3-9-2008 11:49:01
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
OSB (standaard bosbouw) NIBE Milieuklasse:
4a Omschrijving functionele eenheid OSB toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. Het beschot heeft een dikte van 18 mm. Het soortelijk gewicht van OSB is 690 kg per m3. Per m2 is 12,4 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen OSB-plaat uit standaardbosbouw heeft een aandeel van landschapsaantasting in de totale milieubelasting van 44%. De emissies en andere milieubelastingen zijn absoluut gezien verder geheel gelijk aan de andere OSBvariant uit duurzame bosbouw.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
4,17E+00 7,13E-07 5,67E-01 4,88E-02 1,93E-02 1,06E-03 3,29E-02 4,29E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
12,42 75 ca. 0,17 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,42E-01 3,31E-04 4,47E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,21E+00
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
we 2% br 25%
la 44%
4,85E+04 1,10E-04 -3,55E-01 4,29E-01 4,29E-01
hu 2%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 6%
eu 16% en 1%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
56
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 56
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:01
Gezondheids-informatie
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
nvt
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
OSB (standaard bosbouw)
Dakbeschot
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia OSB bestaat voornamelijk uit nieuw (rond)hout. Hieromtrent kunnen gezondheidseffecten ontstaan, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen (zie ook de productiefase). Daarnaast worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt ten behoeve van ureumformaldehydelijm. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Winning van aardolie en aardgas (ten behoeve van de ureumformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Formaldehyde is een vaak snel werkende toxische stof die bij veel mensen verschillende effecten kan veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van OSB kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia OSB bevat circa 3% ureumformaldehyde. In vergelijking met andere plaatmaterialen is dit laag. Derhalve worden geen problemen verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 57
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
57
3-9-2008 11:49:02
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
Spaanplaat (100% afvalhout) NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Spaanplaat toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. De spaanplaat heeft een dikte van 22 mm. Het soortelijk gewicht van spaanplaat is 600 kg per m3. Per m2 is 13,2 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Deze vorm van spaanplaat bestaat voor 90% uit sloop- en productieafvalhout en 10% uit ureumformaldehydelijm. De productie-energie komt uit houtafval en wordt daardoor niet zwaar aangerekend. Toch is 86% van de totale milieubelasting afhankelijk van de emissies. De landschapsaantasting is met 11% nog wel aanwezig, maar absoluut gezien gering.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,40E+00 7,19E-08 1,41E-01 2,47E-02 1,67E-03 5,37E-03 2,12E-02 4,59E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
13,2 75 0,18 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 -4,14E-05 1,60E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,80E-01
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
la 11% br 23%
en 1%
hu 1%
-1,58E+02 8,77E-06 7,33E+00 1,47E-01 1,47E-01
fo 4%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 11%
eu 46%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
58
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 58
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:02
Gezondheids-informatie
Per criterium
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
-
nvt
o
-/o
-
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Chemische agentia
o o
-/o
nvt
-
o
-
o
-
o
nvt
nvt
-
o
o
nvt
o
o
o
o
---
o
-
-
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
Spaanplaat (100% afvalhout)
Dakbeschot
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia Deze spaanplaat variant bestaat voor het merendeel uit houtafval. Hieromtrent kunnen gezondheidseffecten ontstaan, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen (zie ook de productiefase). Daarnaast worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt ten behoeve van melamineformaldehydelijm. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Winning van aardolie en aardgas (ten behoeve van de melamineformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt bij het winnen en transporteren de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Formaldehyde is een vaak snel werkende toxische stof die bij veel mensen verschillende effecten kan veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia Spaanplaat bevat circa 10% ureumformaldehyde. In vergelijking met de plaatmaterialen die in het verleden voor nogal wat opschudding zorgden is dit relatief laag. Onderzoek wijst dan ook uit dat de formaldehydeconcentratie, na aanbrengen, onder de MAC-waarde blijft. Desondanks kunnen (met name na aanbrengen) nog steeds overgevoeligheidsreacties voorkomen. In dit geval wordt aangeraden extra te ventileren of het spaanplaat rigoureus uit de woning te verwijderen.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 59
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
59
3-9-2008 11:49:03
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
Spaanplaat (100% nieuw hout) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Spaanplaat toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. De spaanplaat heeft een dikte van 22 mm. Het soortelijk gewicht van spaanplaat is 600 kg per m3. Per m2 is 13,2 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Bij spaanplaat uit niet duurzame bosbouw komt het grootste deel van de milieubelasting van de landschapsaantasting en wel 59% van de totale milieubelasting. De emissies zijn absoluut gezien onder het niveau van de vuren schroten uit standaard bosbouw, maar relatief 36%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
-1,47E+00 4,60E-07 -4,76E-02 -1,64E-02 1,76E-02 4,17E-03 2,96E-02 6,49E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
13,2 75 0,18 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
1,84E-01 -4,69E-04 1,25E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,54E+00
PDF.m2.jr
8,38E+03 9,22E-05 -1,09E+00 1,25E-01 1,25E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
we 3%fo 2%
ve 9%
eu 40%
la 59%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
60
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 60
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:03
Gezondheids-informatie
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
nvt
-
o
-
o
-
o
nvt
nvt
-
o
o
nvt
o
o
o
o
---
o
-
--
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
Spaanplaat (100% nieuw hout)
Dakbeschot
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia Deze spaanplaat-variant bestaat voornamelijk uit nieuw hout. Wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, kunnen gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Daarnaast worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt ten behoeve van melamineformaldehydelijm. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Winning van aardolie en aardgas (ten behoeve van de melamineformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Formaldehyde is een vaak snel werkende toxische stof die bij veel mensen verschillende effecten kan veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia Spaanplaat bevat circa 10% ureumformaldehyde. In vergelijking met de plaatmaterialen die in het verleden voor nogal wat opschudding zorgden is dit relatief laag. Onderzoek wijst dan ook uit dat de formaldehydeconcentratie, na aanbrengen, onder de MAC-waarde blijft. Desondanks kunnen (met name na aanbrengen) nog steeds overgevoeligheidsreacties voorkomen. In dit geval wordt aangeraden extra te ventileren of het spaanplaat rigoureus uit de woning te verwijderen.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 61
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
61
3-9-2008 11:49:04
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
Vuren schroten (duurzame bosbouw) NIBE Milieuklasse:
1c Omschrijving functionele eenheid Vuren schroten toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. De vuren schroten hebben een dikte van 18 mm. Het soortelijk gewicht van vuren is 460 kg per m3. Per m2 is 8,28 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Zelfs bij vuren schroten uit duurzame bosbouw speelt de landschapsaantasting nog een rol, 12% van de totale milieubelasting wordt hierdoor bepaald. De emissies zijn absoluut en relatief de grootste post met 78%, waarvan het broeikaseffect. Hinder is nog voor ca. 5% van de totale milieubelasting bepalend.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,14E+00 5,46E-07 3,61E-01 1,64E-02 2,61E-02 -2,52E-03 1,29E-02 1,40E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
8,3 75 0,14 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,44E-04 2,50E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,42E-01
PDF.m2.jr
we 5%
li 1% ca 1%
la 12%
en 3% br 48%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
3,69E+04 5,76E-05 -2,46E+00 2,40E-01 2,40E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 19%
ve 9% hu 4%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
62
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 62
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:04
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Vuren schroten (duurzame bosbouw)
Dakbeschot
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 63
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
63
3-9-2008 11:49:06
Dakbeschot A2-27a
Milieu-informatie
Dakbeschot
Vuren schroten (standaard bosbouw) NIBE Milieuklasse:
4a Omschrijving functionele eenheid Vuren schroten toegepast als dakbeschot in een traditionele (hellende) dakopbouw. De vuren schroten hebben een dikte van 18 mm. Het soortelijk gewicht van vuren is 460 kg per m3. Per m2 is 8,28 kg materiaal nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen Vuren schroten uit standaard bosbouw hebben gelijke emissies, grondstofuitputting en hinder als de vuren schroten uit de duurzame bosbouw. Het enige verschil zit in de landschapsaantasting en dat verschil is extreem groot. Landschapsaantasting bepaalt de totale milieubelasting voor 56%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,32E+00 6,44E-07 4,48E-01 3,22E-02 2,67E-02 -2,23E-03 2,24E-02 2,72E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
8,3 75 0,14 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,81E-01 2,63E-04 3,22E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,75E+00
PDF.m2.jr
we 3% br 22%
hu 2%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
ve 4%
3,85E+04 1,07E-04 -2,28E+00 3,08E-01 3,08E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 56% eu 11% en 1%
Milieumaten
0,75
90
3
75
0,50
60
2
50
0,25
30
1
25
0,00
0 Emissies
64
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 64
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:06
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
A2-27a
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Vuren schroten (standaard bosbouw)
Dakbeschot
Gezondheids-informatie
Dakbeschot
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor af- en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 65
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
65
3-9-2008 11:49:08
Isolatie hellend dak
Cellulose (ingeblazen) NIBE Milieuklasse:
1a
A2-27b
Isolatie hellend dak
Milieu-informatie
Omschrijving functionele eenheid Cellulose ingeblazen tussen dakbeschot en binnenafwerking in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 122 mm. Voor 1 m2 is 4,88 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,045 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 40 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Cellulose staat in deze toepassing tezamen met schapenwol op een gedeelte eerste plaats. Er is hier uitgegaan van geblazen cellulose vlokken. Hierdoor kan precies aan de binnen de functionele eenheid gestelde isolatiewaarde worden voldaan. Bovendien is het materiaal in geblazen toestand en in de toepassing hellend dak relatief licht. Ook heeft cellulose een geringe energie-inhoud van ca. 34 MJ/FE. Doordat voor het product nagenoeg alleen recyclemateriaal wordt toegepast met enkele toevoegingen als boraten, scoort het op grondstofuitputting goed, met slechts 1% van de totale milieubelasting. De emissies bepalen met 91% de milieubelasting, waarvan broeikaseffect 57%, humane toxiciteit 4%, verzuring 10% en vermesting 19%. Landschapsaantasting (5%) treedt op bij de winning van boraten, veelal door het afgraven van opgedroogde zoutmeren.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,32E+00 5,48E-07 4,49E-01 6,60E-02 3,27E-03 9,18E-04 1,92E-02 1,82E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
4,9 75 0,045 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 9,98E-03 1,09E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,36E-01
PDF.m2.jr
1,77E+04 1,26E-05 2,97E+00 1,63E-01 1,63E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 5% eu 19%
br 57%
ve 10%
hu 4%
Milieumaten
4
300
3
225
5
40
4
30
3 2
150
20 2
1
75
0
0 Emissies
66
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 66
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
10
1 Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:08
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
o
o
Ergonomie
o o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
-/o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Cellulose (ingeblazen)
Isolatie hellend dak
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Veiligheid Tijdens de winning van de grondstof colemaniet dat in cellulose-isolatie wordt toegepast als verduurzamingsmiddel in de vorm van borax en boorzuur wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen, groot materieel en explosieven. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Productiefase Chemische agentia Tijdens productie van cellulose-isolatie kunnen diverse partijen met borax of boorzuur in aanraking komen. Directe gevolgen bij het in aanraking komen met boorzuur zijn irritatie van de ogen, huid en ademhalingsorganen. De stof kan bij hoge dosering na inslikken of bij langdurige, herhaalde blootstelling ernstige gevolgen voor de gezondheid hebben. Borax kan worden opgenomen in het lichaam door inademing en inslikken. De stof werkt op het zenuwstelsel. In ernstige gevallen bestaat de kans op toevallen of bewusteloosheid. Bij langdurige, herhaalde blootstelling kunnen nier- en hersenbeschadigingen optreden. Er kunnen ‘respirabele vezels’ (vezels die tot in de longen kunnen doordringen na inademen) vrijkomen. Na inademing kunnen de verduurzamingsmiddelen oplossen en schade aanrichten. Over de schadelijkheid van de cellulosevezel zelf bestaat onduidelijkheid. Veiligheid Tijdens productie en verwerking van boorzuur geldt een strenge hygiëne. Extra veiligheidsmaatregelen tijdens productie van boorzuur en borax zoals plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming, handschoenen en een stofbril zijn vereist. Men dient te allen tijde verspreiding c.q. inademing van cellulosestof te voorkomen.
Constructiefase Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel. Veiligheid Zie productiefase.
Gebruiksfase Veiligheid Men dient te allen tijde verspreiding c.q. inademing van cellulosestof te voorkomen.
Sloop/afvalfase Chemische agentia Het afvalpapier bevat een hoeveelheid zware metalen. Deze gehaltes verschillen per papiersoort. Zo heeft bijvoorbeeld papier uit tijdschriften een loodgehalte tussen 441 en 1155 mg per kilogram, terwijl dagbladen circa 22 mg per kilogram bevatten. Er dient te allen tijde voorkomen te worden dat deze metalen in het milieu terecht komen. Zware metalen accumuleren in de voedselketen en zijn hiermee op langere termijn schadelijk voor mens en dier. Veiligheid Men dient te allen tijde verspreiding c.q. inademing van cellulosestof te voorkomen.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 67
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
67
3-9-2008 11:49:09
Isolatie hellend dak
Milieu-informatie
Isolatie hellend dak
Glaswol NIBE Milieuklasse:
A2-27b
2a Omschrijving functionele eenheid Glaswol toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 100 mm. Voor 1 m2 is 2,50 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,034 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 25 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Glaswol valt in deze toepassing in milieuklasse 2a (goede productkeuze). Glaswol bestaat voor circa 70% uit oud-glas. Dit reduceert de mate van uitputting en landschapsaantasting, doordat minder (schaars) kwartszand gewonnen hoeft te worden. Daarnaast is er ook sprake van kortere transportafstanden, hetgeen een reductie van emissies met zich meebrengt. Met een aandeel van de emissies van 89% in de totale milieubelasting, zijn ook hier de emissies maatgevend. Daarvan maken de CO2-emissies weer 61% en de PO4-emissies 13% uit. De landschapsaantasting is met 5% van de totale milieubelasting ook nog een factor, vooral veroorzaakt door de kwartszandwinning.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,69E+00 3,60E-07 1,52E+00 5,20E-02 4,51E-03 1,15E-03 1,47E-02 2,08E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
2,5 75 0,034 85 5 10
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,46E-01 4,48E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,07E-01
PDF.m2.jr
9,43E+04 6,77E-06 2,83E+00 4,24E-01 4,24E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
en 2%
la 5%
li 1%
eu 13%
ve 5%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 61%
hu 9%
Milieumaten
4
300
3
5
40
4
225
30
3 2
150
20 2
1
75
0
0 Emissies
Grondstoffen
68
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 68
Landgebruik
Hinder
10
1 Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:10
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
-/o
nvt
o
o
o
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
o o
-
nvt
-
-
---
o
o
o
nvt
nvt
o
o
-
nvt
o
-
--
o
---
o
-
---
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Glaswol
Isolatie hellend dak
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de grondstofwinning van onder andere dolomiet, veldspaat en kwartszand kunnen gezondheidseffecten ontstaan door langdurige inhalatie van stof. Met name gezondheidseffecten door inhalatie van kwarts kunnen ernstig zijn. De belangrijkste grondstof voor glaswol is glasafval.
Productiefase Chemische agentia Er zijn zeer veel onderzoeken naar de carcinogeniteit van minerale wol verricht. Momenteel is niet aangetoond dat glas- en steenwol carcinogeen zijn. Het NIBE beoordeelt glas- en steenwol hiertoe tweeledig; de neutrale beoordeling is van toepassing op producten die tijdens productie, constructie en sloop beneden de maximaal aanvaardbare concentratie aan losse vezels blijven. Het gaat in dit geval om gebonden en/of geageerde platen.De negatieve beoordeling geldt voor producten waarbij dit niet het geval is. Tijdens het werken met glaswol bestaat de kans op huid-, oog-, en slijmvliesirritaties. Bij het werken met de gevaarlijke stof ureumformaldehyde kan formaldehydegas vrijkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor het werken met glaswol gelden de volgende regels: 1. Bewaar glaswol altijd in een gesloten verpakking en open deze pas op de werkplaats; 2. Snijd glaswol altijd met een glad, scherp mes op een vaste ondergrond en trek het niet onnodig uit elkaar; 3. Voorkom het opdwarrelen van het stof en verwijder afval met de stofzuiger; 4. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte: zet deuren en ramen zoveel mogelijk open; 5. Draag in kleine of slecht geventileerde ruimtes een stofmasker (type P-2) en een beschermbril; 6. Draag werkhandschoenen en gesloten werkkleding die losjes zit; 7. Trek werkkleding uit in een geventileerde ruimte; 8. Spoel bij het douchen het stof eerst af met water en gebruik daarna pas zeep; 9. Gebruik bij een gevoelige huid een vettige beschermcrème; Neem bij vragen of klachten contact op met een arts of arbodienst. Bescherming, door het zoveel mogelijk gebruiken van geventileerde ruimtes en bescherming van ogen, mond en andere lichaamsdelen die in aanraking kunnen komen met glaswol en ureumformaldehyde, is aanbevolen.
Constructiefase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s tijdens het werken met glaswol. Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel. Veiligheid Zie de productiefase voor de te nemen maatregelen tijdens het aanbrengen van glaswol.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s die gelden voor het verwijderen van glaswol. Veiligheid Voor het werken met glaswol zie productiefase.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 69
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
69
3-9-2008 11:49:10
Isolatie hellend dak
Milieu-informatie
Isolatie hellend dak
Kurk (geëxpandeerd) NIBE Milieuklasse:
A2-27b
2a Omschrijving functionele eenheid Geëxpandeerde kurk toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 110 mm. Voor 1 m2 is 12,1 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,038 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 110 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Kurk is nagroeibaar en op zich een weinig milieubelastend materiaal. Het expandeert d.m.v. verwarming en daarmee wordt het gebonden in zijn eigen harsen. Er worden geen stoffen toegevoegd. Kurk heeft veel materiaal nodig om te voldoen aan de FE. Kurk heeft een negatieve energiebalans (er komt meer energie vrij bij verbranding dan het maken gekost heeft). De verontreiniging is met 86% de belangrijkste milieubelastende factor, waarbij de typische landbouwproblemen (vermesting met 62%, verzuring met 14%, dan pas het broeikaseffect met 8%) de grootste rol spelen. Hinder speelt met 6% een geringe rol, veroorzaakt door verkeerslawaai.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
7,75E-01 1,02E-06 2,24E-01 8,13E-02 1,10E-02 5,34E-04 4,17E-02 9,48E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
12,1 75 0,038 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,69E-01 -3,25E-04 1,89E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,02E-01
PDF.m2.jr
-2,21E+04 1,38E-04 -2,84E+00 1,96E-01 1,96E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
we 5% la 5% bi 1%
br 8%
hu 1%
ve 14%
eu 62%
Milieumaten
4
300
3
5
40
4
225
30
3 2
150
20 2
1
75
0
0 Emissies
Grondstoffen
70
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 70
Landgebruik
Hinder
10
1 Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:11
Gezondheids-informatie
Per criterium
nvt
o
-
-
o
nvt
o
o
o
Per fase
o
o
Veiligheid
Ergonomie
o o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
o
o
-
-
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Kurk (geëxpandeerd)
Isolatie hellend dak
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Veiligheid Voor land-, tuin- en bosbouwactiviteiten geldt een aanzienlijk ongevallenrisico.
Productiefase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Kurk is een natuurproduct dat tijdens grondstofwinning, productie en gebruik geen schadelijke stoffen afgeeft. Tijdens de verschillende levensfasen van kurk wordt niet met gevaarlijke stoffen gewerkt.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 71
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
71
3-9-2008 11:49:12
Isolatie hellend dak A2-27b
Milieu-informatie
Isolatie hellend dak
Polystyreen (geëxpandeerd) NIBE Milieuklasse:
2c Omschrijving functionele eenheid Polystyreen toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 110 mm. Voor 1 m2 is 1,65 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,038 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 15 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Polystyreen bestaat voornamelijk uit aardolie die met stoom tot blokken wordt gevormd. Ondanks het hoge energiegebruik (164 MJ/FE) scoort het materiaal milieutechnisch redelijk goed (milieuklasse 2c). Dit komt voornamelijk door de geringe massa per functionele eenheid. Het milieueffect verontreiniging is maatgevend voor de totale milieubelasting. De emissies zijn voor 91% bepalend, waarvan broeikaseffect 52%, de humane toxiciteit 3%, fotochemische oxidantvorming 15%, verzuring 6% en vermesting 12%. Uitputting van grondstoffen, landschapsaantasting en hinder spelen in beperkte mate een rol, ieder met 3% van de totale milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,11E+01 1,93E-06 1,34E+00 2,81E-01 3,47E-02 6,68E-02 4,58E-02 4,38E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario (hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,91E-03 1,35E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,45E-01
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
1,65 75 0,038 5 90 5
li 2% ca 2% la 3% en 3% eu 12%
ve 6%
-9,34E+03 2,27E-06 -1,13E+00 1,31E+00 1,31E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 52%
fo 15%
hu 3%
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
72
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 72
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:12
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
-/o
o
Ergonomie
o o
o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Polystyreen (geëxpandeerd)
Isolatie hellend dak
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor polystyreen is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia De basis voor geëxpandeerd polystyreen is styreen, dat uit aardolie wordt vervaardigd. Enkele gezondheids-aspecten die kunnen optreden bij onzorgvuldigheid tijdens de productie van styreen zijn: - Directe gevolgen: De stof werkt irriterend op de ogen, de huid en de ademhalingsorganen. - Gevolgen bij langdurige, herhaalde blootstelling: Bij frequente hoge exposities kunnen ziekten van het zenuwstelsel optreden, met stoornissen van spierfuncties, gevoel van zwakte in de benen en prikkelingen in vingers en tenen. Er zijn aanwijzingen dat styreen kankerverwekkend is. De productie van geëxpandeerd polystyreen is vrijwel geheel geautomatiseerd. Alle aanwezige emissies zijn beperkt en beneden de MAC-waarden. Veiligheid Tijdens de productie van geëxpandeerd polystyreen wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat er continu kans op brand- en explosiegevaar. Styreen in combinatie met lucht is explosief, hiertoe dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden tijdens de productie van styreen. Vergeleken met andere branches kent de aardolie-industrie een aanzienlijk ongevallenrisico. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 73
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
73
3-9-2008 11:49:12
Isolatie hellend dak A2-27b
Milieu-informatie
Isolatie hellend dak
Polyurethaan (PUR) NIBE Milieuklasse:
5a Omschrijving functionele eenheid Polyurethaan toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 70 mm. Voor 1 m2 is 2,31 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,025 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 33 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Een hoge isolatiewaarde en daardoor een gering grondstofverbruik zijn onvoldoende om dit product een aanvaardbare score te geven. Voor 82% zijn de emissies bepalend voor de totale milieubelasting, waarvan broeikaseffect. De landschapsaantasting is met 14% hier ook nog een belangrijke factor.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,59E+01 2,64E-05 1,26E+00 1,16E-01 9,35E-02 1,68E-01 3,20E-02 2,20E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
2,31 75 0,025 5 90 5
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,82E-02 1,73E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,07E+00
PDF.m2.jr
3,48E+05 5,92E-06 1,45E+00 1,65E+00 1,65E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 14% br 32%
en 2%
eu 27% oz 3% hu 1% ve 2%
fo 16%
Milieumaten
4 3
40
5
300
4
225
30
3 2
20
150 2
1
75
0
0 Emissies
74
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 74
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
10
1 Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:13
Gezondheids-informatie
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Polyurethaan (PUR)
Isolatie hellend dak
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Chemische agentia Een van de belangrijkste grondstoffen voor polyurethaan is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia Tijdens de productie van dit polyurethaan wordt gebruik gemaakt van pentaan als blaasmiddel. Pentaan is zeer brandbaar en kan prikkelend werken op ogen, huid en ademhalingsorganen. Tevens wordt bij de productie van polyurethaan gebruikgemaakt van MDI en TDI die volgens EG-richtlijnen respectievelijk als ‘’schadelijk voor de gezondheid’’ en als ‘’giftig’’ worden aangeduid. Veiligheid Tijdens de productie van polyurethaan wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen (onder andere MDI, TDI en antimoontrioxide) en bestaat continu brand- en explosiegevaar. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Chemische agentia Polyurethaan wordt zowel in vaste als in gespoten vorm toegepast. Tijdens het spuiten van polyurethaan komt het voor de gezondheid schadelijke MDI en TDI vrij. Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 75
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
75
3-9-2008 11:49:14
Isolatie hellend dak
Resol-schuim NIBE Milieuklasse:
2b
A2-27b
Isolatie hellend dak
Milieu-informatie
Omschrijving functionele eenheid Resol-schuim toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 60 mm. Voor 1 m2 is 2,5 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,020 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 41 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Resol-schuim is een materiaal met een hoge isolatiewaarde, waardoor maar weinig materiaal nodig is, ca. 2,46 kg/FE. Door het geringe materiaalgebruik heeft het ook een geringe grondstofuitputting (3%). Nadrukkelijk maatgevend voor de milieuscore zijn hier de emissies met 94%. De onderverdeling daarvan is: broeikaseffect 51%, fotochemische oxidantvorming 26%, verzuring 4% en vermesting met 12%. Hinder bepaalt 3% van de milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,90E+00 8,58E-07 2,07E-01 3,60E-02 -4,36E-04 6,12E-02 1,57E-02 2,28E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario (hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,28E-02 6,36E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,42E-02
PDF.m2.jr
5,30E+04 1,52E-06 -1,34E+00 6,28E-01 6,28E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
2,46 75 0,02 5 90 5
li 1% ca 1% en 3% eu 12%
ve 4%
br 51%
fo 26%
hu 1%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
76
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 76
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:14
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
-/o
o
Ergonomie
o o
o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Resol-schuim
Isolatie hellend dak
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor fenolformaldehydeschuim is aardgas en in mindere mate aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winnen en transporteren van aardgas geeft kans op explosies, met name als gevolg van lekkages. Hierover zijn geen exacte gegevens bekend. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Tijdens de productie van resol-schuim wordt gebruik gemaakt van diverse chemische stoffen, waaronder fenol, ureum en fenolformaldehyde. Deze stoffen zijn brandbaar en explosief. Meest voorkomende gezondheidsrisico’s bij het in aanraking komen met deze stoffen zijn irritatie aan huid en de ogen, alsmede schade aan de ademhalingsorganen bij inhaleren. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Tijdens de productie van resol-schuim wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat continu kans op brand en explosiegevaar. Voor het werken met deze stoffen zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Constructiefase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s tijdens het werken met resol-schuim Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Fysische agentia Resol-schuim bestaat uit gesloten cellen, gevuld met blaasmiddel. Hierdoor neemt het materiaal geen vocht op en blijft de isolatiewaarde behouden. Het product draagt hierdoor echter niet bij aan de vochthuishouding in een gebouw.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 77
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
77
3-9-2008 11:49:15
Isolatie hellend dak A2-27b
Milieu-informatie
Isolatie hellend dak
Schapenwol NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Schapenwoldekens toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 120 mm. Voor 1 m2 is 3 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,041 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 25 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Schapenwol isolatiededekens vallen, evenals cellulose-isolatie, in milieuklasse 1a (beste milieukeuze). Een lage massa per functionele eenheid gecombineerd met een energieextensief en simpel productieproces ligt hieraan ten grondslag.Er bestaat ook schapenwol op een kunststof draagstructuur, die is hier niet beoordeeld, maar deze zou beduidend slechter scoren. De belangrijkste factor in de milieubelasting is ook hier de verontreiniging (emissies) met 92%. Deze emissies worden met 56% voornamelijk verorzaakt door broeikasgassen. Binnen de beoordeling is tevens een dampremmer op basis van polyethyleen meegenomen.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,17E+00 1,52E-07 3,33E-01 7,72E-02 4,42E-03 1,59E-04 3,01E-02 1,52E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
3,0 75 0,041 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,21E-04 1,63E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,24E-01
PDF.m2.jr
1,97E+03 7,33E-06 1,35E+00 1,53E-01 1,53E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
en 1%
la 5%
eu 16%
br 56% ve 16%
hu 3%
Milieumaten
4
300
3
40
5 4
225
30
3 2
150
20 2
1
75
0
0 Emissies
78
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 78
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
10
1 Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:15
Gezondheids-informatie
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
o
-
o
-
nvt
o
-/o
-
o
o
nvt
-
o
-
o
+
o
nvt
nvt
+
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
o
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Schapenwol
Isolatie hellend dak
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Chemische agentia Om schapen tegen parasieten te beschermen worden pesticiden toegepast. Derhalve wordt in sommige gevallen het schaap twee maal per jaar in een bad dat pesticiden bevat gedompeld. De vacht neemt daarbij circa vier liter vloeistof op, waarvan circa 1 liter uit pesticide concentraat bestaat. Er kan van uit worden gegaan dat chloor organische pesticide (DDT) daartoe niet meer gebruikt worden. Schapenscheerders kunnen hierdoor mogelijk gezondheidsschade oplopen.
Productiefase Chemische agentia Tijdens het productieproces van soda wordt ammoniak(NH3) als hulpstof gebruikt. Door inname van ammoniak kunnen irritaties van neus- en keelholte optreden. Bij hogere concentraties (1200 mg/m3) is sprake van langdurig hoesten en boven 1700 mg/m3 kunnen ernstige ademhalingsstoornissen (bronchitis, astma) voorkomen. Ter verduurzaming van schapenwol wordt een motwerenmiddel gebruikt. De gevolgen van het in contact komen met dit middel zijn vooralsnog onbekend. Veiligheid Tijdens het handmatig scheren van schapen is, gezien het mogelijk in aanraking komen met pesticiden, beschermende kleding aan te raden.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Chemische agentia Schapenwol kan een chemische reactie aangaan met formaldehyde, waarbij de formaldehyde aan de wol gebonden wordt. Schapenwol bestaat uit eiwitvezels, welke voor 97% zijn opgebouwd uit wolproteïnen (keratine). Deze wolproteïnen zijn opgebouwd uit 18-24 verschillende aminozuren. Formaldehyde bestaat uit een reactief molecuul dat een verbinding aan kan gaan met een van de zijketens van de peptideketen, welke uit verschillende aminozuren is opgebouwd. Uit de reacties vormen zich stabiele en onschadelijke verbindingen.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 79
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
79
3-9-2008 11:49:16
Isolatie hellend dak A2-27b
Milieu-informatie
Isolatie hellend dak
Steenwol NIBE Milieuklasse:
2c Omschrijving functionele eenheid Steenwol toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 105 mm. Voor 1 m2 is 5,04 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,04 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 48 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Per kilogram steenwol is de milieubelasting iets lager dan per kilogram glaswol. Dit wordt echter op productniveau teniet gedaan door de twee maal hogere massa van steenwol. De milieubelasting wordt met 93% voornamelijk bepaald door de emissies. Daarvan is het broeikaseffect met 57% de voornaamste, maar ook humane toxiciteit met 7%, verzuring met 10% en vermesting met 18% spelen een rol. Het basismateriaal voor steenwol (diabaas, basalt, kalksteen, aardgas) is bijna allemaal rijkelijk voorhanden, zodat van uitputting nauwelijks sprake is. De landschapsaantasting speelt met 5% van de totale verborgen milieukosten wel een rol van betekenis.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
8,81E+00 3,58E-07 1,91E+00 3,68E-01 1,10E-02 2,41E-03 4,97E-02 4,77E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
5,04 75 0,0378 85 5 10
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 5,99E-02 1,90E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,23E-01
PDF.m2.jr
2,59E+05 1,19E-05 1,41E+01 1,87E-01 1,86E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
la 5% eu 18%
ve 10% aq 1% hu 7%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Milieumaten
4
300
3
br 57%
40
5 4
225
30
3 2
150
20 2
1
75
0
0 Emissies
80
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 80
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
10
1 Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:16
Per criterium
Veiligheid
-/o
nvt
o
o
o
o
-
nvt
o
-
----
Per fase
Ergonomie
o o
-
nvt
-
-
o
o
-
nvt
nvt
-
o
-
nvt
o
-
--
o
---
-
-
---
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Steenwol
Isolatie hellend dak
Gezondheids-informatie
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de grondstofwinning van onder andere diabaas, basalt en kalksteen kunnen gezondheidseffecten ontstaan door langdurige inhalatie van stof. Met name gezondheidseffecten door inhalatie van kwarts kunnen ernstig zijn.
Productiefase Chemische agentia Er zijn zeer veel onderzoeken naar de carcinogeniteit van minerale wol verricht. Momenteel is niet aangetoond dat glas- en steenwol carcinogeen zijn. Het NIBE beoordeelt glas- en steenwol hiertoe tweeledig; de neutrale beoordeling is van toepassing op producten die tijdens productie, constructie en sloop beneden de maximaal aanvaardbare concentratie aan losse vezels blijven. Het gaat in dit geval om gebonden en/of geageerde platen.De negatieve beoordeling geldt voor producten waarbij dit niet het geval is. Tijdens het werken met glaswol bestaat de kans op huid-, oog-, en slijmvliesirritaties. Bij het werken met de gevaarlijke stof ureumformaldehyde kan formaldehydegas vrijkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor het werken met steenwol gelden de volgende regels: 1. Bewaar steenwol altijd in een gesloten verpakking en open deze pas op de werkplaats; 2. Snijd steenwol altijd met een glad, scherp mes op een vaste ondergrond en trek het niet onnodig uit elkaar; 3. Voorkom het opdwarrelen van het stof en verwijder afval met de stofzuiger; 4. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte: zet deuren en ramen zoveel mogelijk open; 5. Draag in kleine of slecht geventileerde ruimtes een stofmasker (type P-2) en een beschermbril; 6. Draag werkhandschoenen en gesloten werkkleding die losjes zit; 7. Trek werkkleding uit in een geventileerde ruimte; 8. Spoel bij het douchen het stof eerst af met water en gebruik daarna pas zeep; 9. Gebruik bij een gevoelige huid een vettige beschermcrème; Neem bij vragen of klachten contact op met een arts of arbodienst. Bescherming door het zoveel mogelijk gebruiken van geventileerde ruimtes en bescherming van ogen, mond en andere lichaamsdelen die in aanraking kunnen komen met glaswol en ureumformaldehyde is aanbevolen.
Constructiefase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s tijdens het werken met steenwol. Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel. Veiligheid Zie de productiefase voor de te nemen maatregelen tijdens het aanbrengen van steenwol.
Gebruiksfase Biologische agentia Steenwol is relatief gevoelig voor aantasting door schimmels en parasieten.
Sloop/afvalfase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s die gelden voor het verwijderen van steenwol. Veiligheid Voor het werken met steenwol zie productiefase.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 81
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
81
3-9-2008 11:49:17
Isolatie hellend dak
Vlasplaten NIBE Milieuklasse:
1c
A2-27b
Isolatie hellend dak
Milieu-informatie
Omschrijving functionele eenheid Vlasplaten toegepast als thermische isolatie in een traditioneel hellend dak. Voor een dak met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 120 mm. Voor 1 m2 is 3,72 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,041 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 31 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Vlasisolatie valt in milieuklasse 1c en is daarmee een van de beste milieukeuzes. Er zijn verschillende type vlasisolatie in Nederland verkrijgbaar, waarbij het belangrijkste onderscheid te vinden is in het bindmiddel. Dit kan op basis van een kunsthars zijn, maar ook op basis van een natuurlijk bindmiddel. Voor deze beoordeling is uitgegaan van een mix van twee typen bindmiddel. Verwacht wordt dat de variant op basis van het natuurlijke bindmiddel een aanmerkelijk lagere milieubelasting heeft dan de variant op basis van kunsthars. De goede milieuscore van dit nagroeibare product ligt in het feit dat vlas een relatief lage massa heeft en per kilogram materiaal een lage milieubelasting. De emissies zijn met 88% nadrukkelijk maatgevend voor de totale milieubelasting. Binnen de beoordeling is rekening gehouden met dampremmer op basis van polyethyleen.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
4,79E+00 3,28E-07 8,47E-01 8,96E-02 4,17E-03 1,06E-03 2,08E-02 2,08E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
3,72 75 0,0412 5 95
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 5,65E-03 5,16E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,08E-01
PDF.m2.jr
4,13E+04 9,53E-06 1,46E+00 4,95E-01 4,95E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
la 6% li 2% en 3%
eu 15%
br 58%
ve 8%
hu 5%
Milieumaten
4
300
3
5
40
4
225
30
3 2
150
20 2
1
75
0
0 Emissies
82
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 82
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
10
1 Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:17
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
A2-27b
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Vlasplaten
Isolatie hellend dak
Gezondheids-informatie
Isolatie hellend dak
Grondstoffase Chemische agentia Bij het telen van vlas op de traditionele wijze worden bestrijdingsmiddelen gebruikt die schadelijke effecten voor mens en natuur kunnen hebben. Bestrijdingsmiddelen kunnen uitspoelen naar het grondwater. De middelen zijn in verschillende mate toxisch voor vissen en zoogdieren. Onder andere bij het gebruik van de middelen lindaan, parathion en ethefon kunnen huid-, oog- en longaandoeningen voor de vlasteler ontstaan. In de biologisch-dynamische vlasteelt worden noch bestrijdingsmiddelen, noch meststoffen toegepast. Uit milieu- en gezondheidsoogpunt heeft deze wijze van telen daarom de voorkeur. In sommige vlasproducten wordt polyester als bindmiddel gebruikt. De basis voor polyester is aardolie. Olie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Tijdens winning en verwerking van olie komen werknemers met deze stoffen in aanraking. Daarnaast kunnen olieverontreinigingen van grond- en oppervlaktewater ook weer gevolgen hebben voor mens en dier, bijvoorbeeld via drinkwater. Veiligheid Voor het werken met bestrijdingsmiddelen is een aantal veiligheidsmaatregelen vereist, zoals opslag in gesloten, brandwerende en geventileerde kasten. Daarnaast is het soms vereist maskers, luchtkappen, handschoenen en spuitkleding te dragen.
Productiefase Chemische agentia Tijdens de productie van vlasdekens wordt er ten behoeve van verduurzaming, brandwerendheid, schimmelwerendheid en binden van de vlasvezels met diverse chemicaliën gewerkt. Tijdens het werken hiermee is sprake van gezondheidsrisico’s. Veiligheid Tijdens het werken met chemicaliën ter verduurzaming, brandvertraging, schimmelwerendheid en binden van vlasvezels wordt gewerkt met chemicaliën. Tijdens de productie en verwerking van deze chemicaliën gelden strenge veiligheidsmaatregelen.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 83
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
83
3-9-2008 11:49:18
Milieu-informatie
Isolatie plat dak
Cellulair glas (grijze stroom) Isolatie plat dak
NIBE Milieuklasse:
4a
A2-27c
Omschrijving functionele eenheid Cellulair glas toegepast in een (platte) warmdak constructie. Voor dakisolatie met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 140 mm. Voor 1 m2 is 15,4 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,045 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 110 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Cellulair glas heeft een relatief hoge energie-inhoud met 688 MJ/FE. Dit, in combinatie met het relatief grote gewicht (15,4 kg) per functionele eenheid, maakt dat cellulair glas (geproduceerd met grijze stroom) in milieuklasse 4a valt. Dit staat voor minder goede productkeuze. Ondanks dat veel productieafval wordt teruggebracht in de productieketen ontstaat er relatief veel afval gedurende de complete levenscyclus. Er is geen hergebruikscenario, terwijl dit technisch wel mogelijk is. De emissies bepalen voor 90% de totale milieulast.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,93E+01 1,40E-06 5,07E+00 3,85E-01 4,17E-02 2,42E-03 9,44E-02 1,05E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
15,4 75 0,045 85 5 10
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,28E-01 2,54E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,48E+00
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
la 6% en 2%
li 1% ca 1%
eu 11%
ve 5%
2,81E+05 1,59E-05 2,35E+01 2,37E+00 2,37E+00
hu 5%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 68%
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
84
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 84
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:18
Isolatie plat dak
Gezondheids-informatie
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
o
-/o
o
o
o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
-
A2-27c
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Isolatie plat dak
o + nvt
Chemische agentia
Cellulair glas (grijze stroom)
Grondstoffase Chemische agentia Een belangrijke grondstof voor cellulair glas is kwartszand. Effecten die kunnen ontstaan bij het langdurig inhaleren van ‘respirabel kwarts’ zijn ernstig tot zeer ernstig. Een ‘respirabele kwartsvezel’ is een vezel kleiner dan 10 micrometer. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem, dat kan ontstaan bij inademing, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend. Gesteld kan worden dat de winning van kwartszand voornamelijk nat geschied, waardoor het stofprobleem beperkt blijft. Veiligheid Tijdens winning en de verwerking van kwartszand gelden strikte veiligheidsmaatregelen, zoals plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming, handschoenen en een stofbril of oogbescherming in combinatie met ademhalingsbescherming. Bij de productie van soda wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat continu brand- en explosiegevaar.
Productiefase Veiligheid Werknemers hebben naast enige gehoor- en lichaamsbescherming geen extra beschermingsmiddelen nodig. Tijdens de productie van cellulair glas wordt onder andere gewerkt met soda. Voor het werken met soda gelden een aantal veiligheidsvoorschriften: plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming; handschoenen en een stofbril.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 85
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
85
3-9-2008 11:49:19
Milieu-informatie
Isolatie plat dak
Cellulair glas (groene stroom) Isolatie plat dak
NIBE Milieuklasse:
2c
A2-27c
Omschrijving functionele eenheid Cellulair glas toegepast in een (platte) warmdak constructie. Voor dakisolatie met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 140 mm. Voor 1 m2 is 15,4 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,045 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 110 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Cellulair glas heeft een relatief hoge energie-inhoud. Dit, in combinatie met het relatief grote gewicht (15,4 kg) per functionele eenheid, maakt dat cellulair glas (geproduceerd met grijze stroom) in milieuklasse 2c valt. Dit staat voor goede productkeuze. Indien de plaat met grijze stoom geproduceerd wordt valt de plaat in milieuklasse 4a. Zou dit product een even hoog gewicht hebben als polyurethaan dan zou de energie-inhoud zelfs beduidend lager uitkomen dan PUR. Ondanks dat veel productieafval wordt teruggebracht in de productieketen ontstaat er relatief veel afval gedurende de complete levenscyclus. Er is geen hergebruikscenario, terwijl dit technisch wel mogelijk is. De emissies bepalen voor 87% de totale milieulast.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,93E+01 1,40E-06 5,07E+00 3,85E-01 4,17E-02 2,42E-03 9,44E-02 1,05E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
15,4 75 0,045 85 5 10
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,28E-01 2,54E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,48E+00
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
la 6% en 2%
li 1% ca 1%
eu 11%
ve 5%
2,81E+05 1,59E-05 2,35E+01 2,37E+00 2,37E+00
hu 5%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 68%
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
86
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 86
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:19
Isolatie plat dak
Gezondheids-informatie
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
o
-/o
o
o
o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
-
A2-27c
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Isolatie plat dak
o + nvt
Chemische agentia
Cellulair glas (groene stroom)
Grondstoffase Chemische agentia Een belangrijke grondstof voor cellulair glas is kwartszand. Effecten die kunnen ontstaan bij het langdurig inhaleren van ‘respirabel kwarts’ zijn ernstig tot zeer ernstig. Een ‘respirabele kwartsvezel’ is een vezel kleiner dan 10 micrometer. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem, dat kan ontstaan bij inademing, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend. Gesteld kan worden dat de winning van kwartszand voornamelijk nat geschied, waardoor het stofprobleem beperkt blijft. Veiligheid Tijdens winning en de verwerking van kwartszand gelden strikte veiligheidsmaatregelen, zoals plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming, handschoenen en een stofbril of oogbescherming in combinatie met ademhalingsbescherming. Bij de productie van soda wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat continu brand- en explosiegevaar.
Productiefase Veiligheid Werknemers hebben naast enige gehoor- en lichaamsbescherming geen extra beschermingsmiddelen nodig. Tijdens de productie van cellulair glas wordt onder andere gewerkt met soda. Voor het werken met soda gelden een aantal veiligheidsvoorschriften: plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming; handschoenen en een stofbril.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 87
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
87
3-9-2008 11:49:20
Milieu-informatie
Isolatie plat dak
Kurk (geëxpandeerd) Isolatie plat dak
NIBE Milieuklasse:
1a
A2-27c
Omschrijving functionele eenheid Geëxpandeerde kurk toegepast in een (platte) warmdak constructie. Voor dakisolatie met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 120 mm. Voor 1 m2 is 13,8 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,044 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 115 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Kurk is nagroeibaar en op zich een weinig milieubelastend materiaal. Het expandeert d.m.v. verwarming en daarmee wordt het gebonden in zijn eigen harsen. Er worden geen stoffen toegevoegd. Kurk heeft een negatieve energiebalans (er komt meer energie vrij bij verbranding dan het maken gekost heeft). Maar kurk heeft wel veel materiaal nodig om te voldoen aan de FE. De verontreiniging is met 86% de belangrijkste milieubelastende factor, waarbij de typische landbouwproblemen (vermesting met 62%, verzuring met 14%, dan pas het broeikaseffect met 8%) de grootste rol spelen. Hinder speelt met 6% een geringe rol, veroorzaakt door verkeerslawaai.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
8,83E-01 1,16E-06 2,55E-01 9,27E-02 1,26E-02 6,09E-04 4,75E-02 1,08E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
13,8 75 0,044 5 95
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
3,07E-01 -3,70E-04 2,16E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,31E-01
PDF.m2.jr
-2,52E+04 1,58E-04 -3,23E+00 2,23E-01 2,23E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 8%
we 5% la 5% en 1% bi 1%
hu 1%
ve 14%
eu 62%
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
88
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 88
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:20
Isolatie plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
nvt
o
-
-
o
nvt
o
o
o
Per fase
Ergonomie
o
o
Veiligheid
Biologische agentia
o o
o
nvt
-
o
-
o
o
+
nvt
nvt
+
o
o
nvt
o
o
o
o
o
+
-
-
A2-27c
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Isolatie plat dak
o + nvt
Fysische agentia
Kurk (geëxpandeerd)
Grondstoffase Veiligheid Voor land-, tuin- en bosbouwactiviteiten geldt een aanzienlijk ongevallenrisico.
Productiefase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Biologische agentia Kurk is vochtbestendig. Vanwege de suberine en was die bij verhitting vrijkomt is geëxpandeerde kurk rotvrij.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Kurk is een natuurproduct dat tijdens grondstofwinning, productie en gebruik geen schadelijke stoffen afgeeft. Tijdens de verschillende levensfasen van kurk wordt niet met gevaarlijke stoffen gewerkt.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 89
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
89
3-9-2008 11:49:21
Milieu-informatie
Isolatie plat dak
Polystyreen (geëxpandeerd) Isolatie plat dak
NIBE Milieuklasse:
2b
A2-27c
Omschrijving functionele eenheid Polystyreen toegepast in een (platte) warmdak constructie. Voor dakisolatie met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 105 mm. Voor 1 m2 is 2,3 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,038 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 20 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Polystyreen bestaat voornamelijk uit aardolie die met stoom tot blokken wordt gevormd. Ondanks het geringe materiaalgebruik scoort het product minder goed, doordat de energie-inhoud met 228 MJ/FE relatief hoog is. De verontreiniging is met 91% maatgevend voor de totale milieubelasting, waarvan broeikaseffect 52%, de humane toxiciteit 3%, fotochemische oxidantvorming 15%, verzuring 6% en vermesting 12%. Uitputting van grondstoffen, landschapsaantasting en hinder spelen in beperkte mate een rol, elk 3% van de totale milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,11E+01 1,93E-06 1,34E+00 2,81E-01 3,47E-02 6,68E-02 4,58E-02 4,38E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario (hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,91E-03 1,35E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,45E-01
PDF.m2.jr
-9,34E+03 2,27E-06 -1,13E+00 1,31E+00 1,31E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
2,3 75 0,038 5 90 5
li 2% ca 2% la 3% en 3% eu 12%
ve 6%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 52%
fo 15%
hu 3%
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
90
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 90
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:21
Isolatie plat dak
Gezondheids-informatie
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
A2-27c
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Isolatie plat dak
o + nvt
Fysische agentia
Polystyreen (geëxpandeerd)
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor polystyreen is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia De basis voor geëxpandeerd polystyreen is styreen, dat uit aardolie wordt vervaardigd. Enkele gezondheids-aspecten die kunnen optreden bij onzorgvuldigheid tijdens de productie van styreen zijn: - Directe gevolgen: De stof werkt irriterend op de ogen, de huid en de ademhalingsorganen. - Gevolgen bij langdurige, herhaalde blootstelling: Bij frequente hoge exposities kunnen ziekten van het zenuwstelsel optreden, met stoornissen van spierfuncties, gevoel van zwakte in de benen en prikkelingen in vingers en tenen. Er zijn aanwijzingen dat styreen kankerverwekkend is. De productie van geëxpandeerd polystyreen is vrijwel geheel geautomatiseerd. Alle aanwezige emissies zijn beperkt en beneden de MAC-waarden. Veiligheid Tijdens de productie van geëxpandeerd polystyreen wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat er continu kans op brand- en explosiegevaar. Styreen in combinatie met lucht is explosief, hiertoe dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden tijdens de productie van styreen. Vergeleken met andere branches kent de aardolie-industrie een aanzienlijk ongevallenrisico. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 91
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
91
3-9-2008 11:49:22
Milieu-informatie
Isolatie plat dak
Polyurethaan (PUR) Isolatie plat dak
NIBE Milieuklasse:
4b
A2-27c
Omschrijving functionele eenheid Polyurethaan toegepast in een (platte) warmdak constructie. Voor dakisolatie met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 90 mm. Voor 1 m2 is 2,97 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,025 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 33 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Een hoge isolatiewaarde en daardoor een gering grondstofverbruik zijn onvoldoende om dit product een aanvaardbare score te geven. Voor 82% zijn de emissies bepalend voor de totale milieubelasting, waarvan broeikaseffect met 32%, aantasting van de ozonlaag met 3%, humane toxiciteit met 1%, fotochemische oxidantvorming met 16%, verzuring met 2% en vermesting met 27%. Energiegebruik is relatief laag met 2%. De landschapsaantasting is met 14% hier ook nog een belangrijke factor.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,04E+01 3,40E-05 1,62E+00 1,49E-01 1,20E-01 2,16E-01 4,12E-02 2,83E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
2,97 75 0,025 5 90 5
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,34E-02 2,22E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,95E+00
PDF.m2.jr
4,48E+05 7,61E-06 1,87E+00 2,12E+00 2,12E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 14% en 2%
br 32%
eu 27% oz 3% hu 1% ve 2%
fo 16%
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
92
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 92
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:23
Isolatie plat dak
Gezondheids-informatie
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
A2-27c
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Isolatie plat dak
o + nvt
Fysische agentia
Polyurethaan (PUR)
Grondstoffase Chemische agentia Een van de belangrijkste grondstoffen voor polyurethaan is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia Tijdens de productie van dit polyurethaan wordt gebruik gemaakt van pentaan als blaasmiddel. Pentaan is zeer brandbaar en kan prikkelend werken op ogen, huid en ademhalingsorganen. Tevens wordt bij de productie van polyurethaan gebruikgemaakt van MDI en TDI die volgens EG-richtlijnen respectievelijk als ‘’schadelijk voor de gezondheid’’ en als ‘’giftig’’ worden aangeduid. Veiligheid Tijdens de productie van polyurethaan wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen (onder andere MDI, TDI en antimoontrioxide) en bestaat continu brand- en explosiegevaar. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Chemische agentia Polyurethaan wordt zowel in vaste als in gespoten vorm toegepast. Tijdens het spuiten van polyurethaan komen MDI en TDI vrij, welke schadelijk zijn voor de gezondheid. Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 93
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
93
3-9-2008 11:49:23
Milieu-informatie
Isolatie plat dak
Resol-schuim Isolatie plat dak
NIBE Milieuklasse:
1b
A2-27c
Omschrijving functionele eenheid Resol-schuim toegepast in een (platte) warmdak constructie. Voor dakisolatie met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 60 mm. Voor 1 m2 is 2,46 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,02 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 41 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Resol-schuim is een materiaal met een hele hoge isolatiewaarde, waardoor maar weinig materiaal nodig is, ca. 2,46 kg/FE. Door het geringe materiaalgebruik heeft het ook een geringe grondstofuitputting (3% van de totale milieubelasting). Nadrukkelijk maatgevend voor de milieuscore zijn hier de emissies met 94%. De onderverdeling daarvan is: broeikaseffect 51%, fotochemische oxidantvorming 26%, verzuring 4% en vermesting met 12%. Hinder bepaalt 3% van de milieubelasting, verdeeld over de hinderfactoren: stank, licht en calamiteiten.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,90E+00 8,58E-07 2,07E-01 3,60E-02 -4,36E-04 6,12E-02 1,57E-02 2,28E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario (hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,28E-02 6,36E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,42E-02
PDF.m2.jr
5,30E+04 1,52E-06 -1,34E+00 6,28E-01 6,28E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
2,46 75 0,02 5 90 5
li 1% ca 1% en 3% eu 12%
ve 4%
br 51%
fo 26%
hu 1%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
94
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 94
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:24
Isolatie plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
-/o
o
Ergonomie
Chemische agentia
o o
-/o
nvt
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
A2-27c
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Isolatie plat dak
o + nvt
Biologische agentia
Resol-schuim
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor fenolformaldehydeschuim is aardgas en in mindere mate aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winnen en transporteren van aardgas geeft kans op explosies, met name als gevolg van lekkages. Hierover zijn geen exacte gegevens bekend. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Tijdens de productie van resol-schuim wordt gebruik gemaakt van diverse chemische stoffen, waaronder fenol, ureum en fenolformaldehyde. Deze stoffen zijn brandbaar en explosief. Meest voorkomende gezondheidsrisico’s bij het in aanraking komen met deze stoffen zijn irritatie aan huid en de ogen, alsmede schade aan de ademhalingsorganen bij inhaleren. Veiligheid Tijdens de productie van resol-schuim wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat continu kans op brand en explosiegevaar. Voor het werken met deze stoffen zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Constructiefase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s tijdens het werken met resol-schuim Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel.
Gebruiksfase Fysische agentia Resol-schuim bestaat uit gesloten cellen, gevuld met blaasmiddel. Hierdoor neemt het materiaal geen vocht op en blijft de isolatiewaarde behouden. Het product heeft hierdoor geen bijdrage aan de vochthuishouding in een gebouw.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 95
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
95
3-9-2008 11:49:24
Milieu-informatie
Isolatie plat dak
Steenwol Isolatie plat dak
NIBE Milieuklasse:
3c
A2-27c
Omschrijving functionele eenheid Steenwol toegepast in een (platte) warmdak constructie. Voor dakisolatie met een minimale warmteweerstand (Rc) van 3,0 m2.K/W is een dikte van het isolatiemateriaal nodig van 100 mm. Voor 1 m2 is 15,5 kg isolatiemateriaal nodig. De warmtegeleidingscoëfficient bedraagt 0,04 W/mK en de dichtheid van het materiaal is 155 kg/m3.
Opvallende milieu-eigenschappen Door de hoge persing van deze steenwolplaat is de energie-inhoud ten opzichte van de massa relatief hoog (281 MJ/FE). De totale milieubelasting wordt met 93% vooral bepaald door de emissies. Het basismateriaal voor steenwol (diabaas, basalt, kalksteen, aardgas) is bijna allemaal rijkelijk voorhanden, zodat van uitputting nauwelijks sprake is (1%). De landschapsaantasting speelt met 5% van de totale verborgen milieukosten wel een rol van betekenis.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,71E+01 1,10E-06 5,87E+00 1,13E+00 3,39E-02 7,40E-03 1,53E-01 1,47E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
15,5 75 0,039 85 5 10
(hoofdproduct)
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,84E-01 5,85E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
9,92E-01
PDF.m2.jr
7,98E+05 3,65E-05 4,35E+01 5,76E-01 5,71E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 5% eu 18%
ve 10%
br 57%
aq 1% hu 7%
Milieumaten
5 4
600
20
40
450
15
30
300
10
20
150
5
10
3 2 1 0
0 Emissies
96
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 96
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:25
Isolatie plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
Ergonomie
Veiligheid
-/o
nvt
o
o
o
o
-
nvt
o
-
----
Per fase
Chemische agentia
o o
-
nvt
-
-
o
o
-
nvt
nvt
-
o
-
nvt
o
-
--
o
---
-
-
---
A2-27c
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Isolatie plat dak
o + nvt
Biologische agentia
Steenwol
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de grondstofwinning van onder andere diabaas, basalt en kalksteen kunnen gezondheidseffecten ontstaan door langdurige inhalatie van stof. Met name gezondheidseffecten door inhalatie van kwarts kunnen ernstig zijn.
Productiefase Chemische agentia Er zijn zeer veel onderzoeken naar de carcinogeniteit van minerale wol verricht. Momenteel is niet aangetoond dat glasen steenwol carcinogeen zijn. Het NIBE beoordeelt glas- en steenwol hiertoe tweeledig; de neutrale beoordeling is van toepassing op producten die tijdens productie, constructie en sloop beneden de maximaal aanvaardbare concentratie aan losse vezels blijven. Het gaat in dit geval om gebonden en/of geageerde platen.De negatieve beoordeling geldt voor producten waarbij dit niet het geval is. Tijdens het werken met steenwol bestaat de kans op huid-, oog-, en slijmvliesirritaties. Bij het werken met de gevaarlijke stof ureumformaldehyde kan formaldehydegas vrijkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor het werken met steenwol gelden de volgende regels: 1. Bewaar steenwol altijd in een gesloten verpakking en open deze pas op de werkplaats; 2. Snijd steenwol altijd met een glad, scherp mes op een vaste ondergrond en trek het niet onnodig uit elkaar; 3. Voorkom het opdwarrelen van het stof en verwijder afval met de stofzuiger; 4. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte: zet deuren en ramen zoveel mogelijk open; 5. Draag in kleine of slecht geventileerde ruimtes een stofmasker (type P-2) en een beschermbril; 6. Draag werkhandschoenen en gesloten werkkleding die losjes zit; 7. Trek werkkleding uit in een geventileerde ruimte; 8. Spoel bij het douchen het stof eerst af met water en gebruik daarna pas zeep; 9. Gebruik bij een gevoelige huid een vettige beschermcrème; Neem bij vragen of klachten contact op met een arts of arbodienst. Bescherming door het zoveel mogelijk gebruiken van geventileerde ruimtes en bescherming van ogen, mond en andere lichaamsdelen die in aanraking kunnen komen met glaswol en ureumformaldehyde is aanbevolen.
Constructiefase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s tijdens het werken met steenwol. Ergonomie De isoleerder heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting en over hinder van blootstelling aan toxische stoffen en stof dan het overig CAO-personeel. Veiligheid Zie de productiefase voor de te nemen maatregelen tijdens het aanbrengen van steenwol.
Gebruiksfase Biologische agentia Steenwol is relatief gevoelig voor aantasting door schimmels en parasieten.
Sloop/afvalfase Chemische agentia Zie de productiefase voor de gezondheidsrisico’s die gelden voor het verwijderen van steenwol. Veiligheid Voor het werken met steenwol zie productiefase.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 97
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
97
3-9-2008 11:49:25
Milieu-informatie
Buitendeuren
Extra uitleg verwarmde zone Uitzondering door warmteverlies Het NIBE heeft de milieubelasting van verschillende buitendeuren, met behulp van het TWIN2002-model met elkaar vergeleken. In dit onderzoek is voor de verschillende buitendeuren, naast het materiaalgebruik, ook de milieubelasting door het warmteverlies gedurende de gebruiksfase meegenomen. Hieruit bleek dat het warmteverlies grotendeels bepalend is voor de milieubelasting van de verschillende deuren. Er is daarom gekozen voor een afwijkende opzet ten opzichte van andere beoordelingen van bouwproducten.
A3-31a
Buitendeuren
Beschrijving aanpak Om een inzicht te krijgen in de milieubelasting van het warmteverlies is gekeken naar het verschil in energieverbruik van de verschillende deuren. Het energieverbruik van een deur is gerelateerd aan de mate van warmte-isolatie. De mate van warmte-isolatie wordt o.a. worden uitgedrukt in de U-waarde (warmtedoorgangs-coëfficiënt uitgedrukt in W/m2.K). Hoe lager de U-waarde hoe beter de deur isoleert. Omdat er weinig praktijkgetallen bekend zijn over het energieverlies gedurende de levensduur van deuren, is gekozen voor de volgende aanpak. Met behulp van het rekenprogramma GreenCalc is per type deur (met bijbehorende U-waarde) het energiegebruik van de NOVEM Referentie Doorzonwoning bepaald over een levensduur van 75 jaar. Voor alle deuren is het warmteverlies bepaald door te vergelijken met een situatie waarbij geen deur zou zijn toegepast. Het gevonden verschil in energiegebruik kan worden omgerekend naar hoeveelheid benodigd aardgas. Hiervan zijn de verborgen milieukosten bekend. Zo wordt berekend hoe groot de milieubelasting per type deur door warmteverlies is. Kort gezegd is zo inzicht verkregen in het aantal verloren m3 gas dat verstookt is, doordat in een deur minder goede isolatie is toegepast.
Beschrijving uitkomsten In de classificatie op pagina 22 is duidelijk te zien dat het warmteverlies bepalend is. Afhankelijk van het type deur is het warmteverlies voor 50 tot zelfs 98% verantwoordelijk voor de milieubelasting. De milieubelasting van het warmteverlies draagt in wezen bij aan de vier verschillende milieueffecten (Emissies, Grondstoffen, Landgebruik en Hinder). Om het aandeel van het warmteverlies in de totale milieubelasting inzichtelijk te maken, is gekozen om het warmteverlies apart weer te geven. Wel kan worden gesteld, dat tijdens de verbranding van aardgas voor verwarming, de emissies met ongeveer 85% het grootste aandeel in de milieubelasting hebben.
Advies Wanneer een buitendeur wordt toegepast tussen een verwarmde en een onverwarmde zone dan zal de keuze gemaakt moeten worden op basis van de grafiek waarin energieverlies is meegenomen. Wanneer een buitendeur tussen twee onverwarmde zones wordt toegepast (bijvoorbeeld als schuurdeur), dan kan de afweging op basis van alleen het materiaalgedeelte gebeuren (zie pagina 23). Wanneer een deur wordt toegepast tussen twee verwarmde zones is er sprake van een binnendeur (toepassing A3-32a verschijnt in deel 3 van het Basiswerk).
98
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 98
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:26
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Extra uitleg verwarmde zone DUBO tip: Kies een goede plaats voor uw brievenbus Iedereen heeft een brievenbus. In steden zijn veel van de brievenbussen in de deur geplaatst. Hierdoor komt veel koude lucht de verwarmde ruimte binnen. De brievenbus is dan een koudebrug. Een plaats dus waar warmte of koude door uw isolatie ‘lekt’.
Buitendeuren
Er zijn meerdere oplossingen mogelijk. • U kunt uw brievenbus bijvoorbeeld buiten plaatsen. • U kunt een speciale brievenbusborstel in de opening plaatsen. • U kunt een kastje achter de brievenbus maken, waardoor de post in een mandje wordt opgevangen in plaats van dat het ter verwelkoming op de deurmat ligt. Deze en meer praktische dubotips vindt u in de Themaspecials 5 en 8 van het Basiswerk Duurzaam & Gezond Bouwen.
A3-31a
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 99
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
99
3-9-2008 11:49:26
Milieu-informatie
Buitendeuren
HR++ isolatieglas in aluminium frame
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
2a Omschrijving functionele eenheid Een buitendeur van HR++ isolatieglas met stijlen en dorpels (frame) van aluminium, toegepast als voordeur. Er is uitgegaan van een levensduur van 25 jaar en een U-waarde van 1,2 W/m2.K. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De deur van HR++ isolatieglas in een aluminium frame valt in milieuklasse 2a. Dit staat voor een goede milieukeuze. Dit komt voornamelijk door de goede isolatiewaarde van het HR++ isolatieglas. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Warmteverlies bepaalt ondanks de goede score nog 77% van de milieubelasting. Emissies dragen voor 21% bij. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 5b; een af te raden milieukeuze. Glasproductie is erg energie-intensief, hetgeen gepaard gaat met veel emissies. Emissies zorgen voor 90% van de milieubelasting en landgebruik voor 6%.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
5,43E+02 7,21E-05 7,51E+02 2,42E+01 6,60E-01 1,38E-01 2,73E+00 2,19E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,22E-02 3,59E+01 2,73E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,73E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
72 25 1,2 27 1 72
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
en 1%
li 1% ca 1% la 6%
eu 10%
br 41%
ve 6% fo 1%
1,47E+06 2,72E-04 6,07E+02 2,63E+01 2,61E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
oz 0%
hu 31%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
100
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 100
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:27
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
o
-
nvt
o
-
--
o
--
nvt
o
-/o
o
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
-
Fysische agentia Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
Buitendeuren
Chemische agentia
HR++ isolatieglas in aluminium frame
Chemische agentia De belangrijke grondstoffen voor glas zijn kwartszand, soda, kalk en glasscherven. Effecten die kunnen ontstaan bij het langdurig inhaleren van ‘respirabel kwarts’ zijn ernstig tot zeer ernstig. Een ‘respirabele kwartsvezel’ is een vezel kleiner dan 10 micrometer. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem, dat kan ontstaan bij inademing, is silicosis. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend. Gesteld kan worden dat de winning van kwartszand voornamelijk nat geschied, waardoor het stofprobleem beperkt blijft. Tijdens de winning van bauxiet voor aluminium kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Bij kleine blootstellingen kunnen irritaties van de huid en slijmvliezen ontstaan en bij langdurige blootstelling kunnen longfibrose en longkanker ontstaan. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk. Tijdens winning en de verwerking van kwartszand gelden strikte veiligheidsmaatregelen, zoals plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming, handschoenen en een stofbril of oogbescherming in combinatie met ademhalingsbescherming. Bij de productie van soda wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat continu brand- en explosiegevaar.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. In glas wordt circa 20% soda toegepast. Tijdens het productieproces van soda wordt ammoniak(NH3) als hulpstof gebruikt. Door inname van ammoniak kunnen irritaties van neus- en keelholte optreden. Bij hogere concentraties (1200 mg/m3) is sprake van langdurig hoesten en boven 1700 mg/m3 kunnen ernstige ademhalingsstoornissen (bronchitis, astma) voorkomen. Bij de fabricage van glas kan kwartsstof worden ingeademd. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. Kwartsvezels veroorzaken littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Veiligheid Tijdens de productie van glas wordt onder andere gewerkt met soda. Voor het werken met soda gelden een aantal veiligheidsvoorschriften: plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming; handschoenen en een stofbril.
Constructiefase Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 101
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
101
3-9-2008 11:49:28
Milieu-informatie
Buitendeuren
Massief MDF paneel (db)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Een massieve buitendeur met stijlen en dorpels van tropisch hardhout en een paneel van MDF uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 40 jaar en een U-waarde van 2,6 W/m2.K. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De massieve deur met MDF paneel uit duurzame bosbouw valt in milieuklasse 3a. In vergelijking met de andere deuren is dit relatief slecht. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. De milieubelasting wordt voor 99% bepaald door dit warmteverlies. Een beter geïsoleerde deur heeft daarmee de voorkeur. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 1a; de beste milieukeuze. In dit geval wordt de milieubelasting voor 80% bepaald door emissies. Landgebruik draagt voor 9% bij aan de milieubelasting en hinder voor 5%.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
2,23E+01 7,65E-06 8,23E+00 8,21E-01 3,56E-01 5,96E-01 2,99E-01 3,72E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,17E+00 5,94E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,43E+00
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
64 40 2,6 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) li 1% ca 1% we 2% la 9%
br 21%
en 3%
hu 4%
5,37E+05 6,16E-04 1,31E+01 5,80E+00 5,80E+00
eu 21%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
fo 27%
ve 8%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
102
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 102
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:29
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Massief MDF paneel (db)
Chemische agentia MDF bestaat voornamelijk uit nieuw hout, eventueel aangevuld met resthout uit zagerijen. Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Voor de productie van ureum formaldehydelijm worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact) dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvlies ontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking, oogbindvliesontsteking, neusverkoudheidsverschijnselen en kortademigheid (astma) veroorzaken. In MDF wordt ureumformaldehyde gebruikt. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Tijdens de productie van polyurethaan komt het voor de gezondheid schadelijke MDI en TDI vrij. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 103
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
103
3-9-2008 11:49:29
Milieu-informatie
Buitendeuren
Massief MDF paneel (sb)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Een massieve buitendeur met stijlen en dorpels van tropisch hardhout en een paneel van MDF uit standaard beheerde bossen, toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 40 jaar en een U-waarde van 2,6 W/m2.K. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De massieve deur met MDF paneel uit standaard bosbouw valt in milieuklasse 3a. Dit betekent een aanvaardbare milieukeuze. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Dit warmteverlies bepaalt voor 98% de milieubelasting. Landgebruik en emissies dragen beide nog voor 1% bij aan de milieubelasting. Duidelijk is, dat een beter geïsoleerde deur veel beter scoort. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 2a, wat staat voor een goede milieukeuze. In dat geval dragen landgebruik voor 55% en emissies voor 41% bij aan de totale milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
2,43E+01 7,82E-06 8,38E+00 8,48E-01 3,55E-01 5,97E-01 3,17E-01 3,98E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
6,02E-01 1,17E+00 6,06E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,58E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
5,40E+05 7,08E-04 2,05E+01 5,92E+00 5,92E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
64 40 2,6 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) li 1% we 1% ca 1%
br 11% hu 2% fo 13%
ve 4% la 55% eu 10% en 1%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
104
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 104
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:30
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Massief MDF paneel (sb)
Chemische agentia MDF bestaat voornamelijk uit nieuw hout, eventueel aangevuld met resthout uit zagerijen. Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Voor de productie van ureum formaldehydelijm worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact) dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvlies ontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking, oogbindvliesontsteking, neusverkoudheidsverschijnselen en kortademigheid (astma) veroorzaken. In MDF wordt ureumformaldehyde gebruikt. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Tijdens de productie van polyurethaan komt het voor de gezondheid schadelijke MDI en TDI vrij. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 105
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
105
3-9-2008 11:49:30
Milieu-informatie
Buitendeuren
Massief tropisch hardhout (db)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
2c Omschrijving functionele eenheid Een massieve buitendeur van tropisch hardhout uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 40 jaar en een U-waarde van 2,1 W/m2.K. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De buitendeur van massief tropisch hardhout uit duurzame bosbouw valt in milieuklasse 2c; een goede milieukeuze. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. De milieubelasting wordt voor 92% bepaald door dit warmteverlies. De rest van de milieubelasting wordt voornamelijk veroorzaakt door emissies die vrijkomen bij bewerking van het hout en tijdens transport van Azië naar Nederland. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 1c, wat staat voor een van de beste milieukeuzes. In dat geval wordt 83 procent van de milieubelasting veroorzaakt door emissies en 11 procent door landgebruik.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
7,97E+01 6,16E-05 3,48E+01 3,10E+00 1,21E+00 5,75E-01 1,52E+00 1,09E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,23E+00 1,03E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,44E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
7,62E+05 1,89E-03 -8,70E+00 1,02E+01 1,01E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
108 40 2,1 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) we 2% li 1% ca 1% la 11% br 27% en 2%
oz 1%
eu 22%
hu 6% fo 10% ve 16%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
106
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 106
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:31
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Massief tropisch hardhout (db)
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 107
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
107
3-9-2008 11:49:32
Milieu-informatie
Buitendeuren
Massief tropisch hardhout (sb)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
3c Omschrijving functionele eenheid Een massieve buitendeur van tropisch hardhout uit standaard beheerde bossen, toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 40 jaar en een U-waarde van 2,1 W/m2.K. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De buitendeur van massief tropisch hardhout uit standaard bosbouw valt in milieuklasse 3c. Ten opzichte van alle alternatieven is de milieubelasting van deze deur het hoogst. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Ongeveer de helft van de milieubelasting wordt veroorzaakt door dit warmteverlies en ruim 40 procent wordt veroorzaakt door landgebruik. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse >7c. Dit betekent een onaanvaardbare milieukeuze. Landgebruik door de standaard bosbouwmethode draagt in dat geval voor ongeveer 89 procent bij aan de totale milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
7,93E+01 6,16E-05 3,48E+01 3,10E+00 1,21E+00 5,76E-01 1,52E+00 1,09E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
1,03E+03 1,23E+00 1,03E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,77E+03
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
7,62E+05 1,89E-03 9,80E+00 1,01E+01 1,01E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
108 40 2,1 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) br 1% ve 1% eu 1% bi 7%
la 89%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
108
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 108
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:32
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Massief tropisch hardhout (sb)
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 109
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
109
3-9-2008 11:49:32
Milieu-informatie
Buitendeuren
Massief zachthout (db)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Een massieve buitendeur van zachthout uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 25 jaar en een U-waarde van 1,8 W/m2.K. Voor zachthout is oregon pine aangenomen. Vuren mag niet meer toegepast worden als voordeur. De deur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De buitendeur van massief zachthout uit duurzame bosbouw valt in milieuklasse 2b. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Dit warmteverlies zorgt voor 96% van de milieubelasting en emissies voor 3%. Duidelijk is, dat een beter geïsoleerde deur milieuwinst oplevert. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 1b. Duidelijk is te zien dat de deur gemaakt is van hout uit duurzame bosbouw. De milieubelasting wordt maar voor 14% veroorzaakt door landgebruik. Daarnaast zorgen emissies voor 77% van de milieubelasting. Deze komen voornamelijk vrij tijdens bewerking en transport.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
4,43E+01 1,92E-05 1,42E+01 1,14E+00 7,04E-01 6,20E-01 5,53E-01 5,32E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,35E+00 8,50E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,07E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
6,54E+05 1,54E-03 -1,59E+01 8,30E+00 8,30E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
74 25 1,8 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) we 3% li 1%
ca 1%
la 14%
br 26%
en 2% oz 1%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 4%
eu 19%
fo 18% ve 10%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
110
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 110
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:33
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Massief zachthout (db)
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 111
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
111
3-9-2008 11:49:33
Milieu-informatie
Buitendeuren
Massief zachthout (sb)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Een massieve buitendeur van zachthout uit standaard beheerde bossen, toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 25 jaar en een U-waarde van 1,8 W/m2.K. Voor zachthout is oregon pine aangenomen. Vuren mag niet meer toegepast worden als voordeur. De deur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De buitendeur van massief zachthout uit standaard bosbouw valt in milieuklasse 2b. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Het warmteverlies zorgt voor 92% van de milieubelasting. Duidelijk is dat een beter geïsoleerde deur milieuwinst oplevert. De rest van de milieubelasting wordt voor 5% door landgebruik en voor 3% door emissies veroorzaakt. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 3c; een aanvaardbare milieukeuze. De milieubelasting wordt voor 72% veroorzaakt door landgebruik en voor 25% door emissies. Deze komen voornamelijk vrij tijdens bewerking en transport.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
4,37E+01 1,92E-05 1,42E+01 1,13E+00 6,95E-01 6,22E-01 5,56E-01 5,38E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
3,52E-01 1,35E+00 8,46E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,65E+02
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
6,54E+05 1,54E-03 1,37E+01 8,27E+00 8,27E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
74 25 1,8 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) we 1%
br 8%
hu 1% fo 6% ve 3% eu 6% en 1%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 72%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
112
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 112
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:34
Gezondheids-informatie
Buitendeuren
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Massief zachthout (sb)
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 113
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
113
3-9-2008 11:49:34
Milieu-informatie
Buitendeuren
PVC (geïsoleerd)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Een buitendeur toegepast als voordeur met stijlen en dorpels van PVC op een staalkern en een PVC paneel met isolerende PUR vulling, zonder glasopening. Er is uitgegaan van een levensduur van 25 jaar en een U-waarde van 1,6 W/m2.K. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 70 mm. Hangen sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De geïsoleerde deur van PVC valt in milieuklasse 2b; een goede milieukeuze. Dit komt voornamelijk door de hoge isolatiewaarde. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Dit warmteverlies draagt ondanks de goede score voor 89% bij aan de milieubelasting. Emissies hebben een aandeel van 9%. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 4a. Dit staat voor een minder goede milieukeuze. De milieubelasting wordt in dit geval voor 87% veroorzaakt door emissies en voor 8% door landgebruik.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
3,49E+02 1,29E-04 6,57E+01 1,78E+00 8,96E-01 7,50E-01 1,96E+00 2,49E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,59E+00 3,10E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,76E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
43 25 1,6 7 13 75
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
la 8%
li 1% ca 1%
en 2%
eu 20%
7,58E+06 9,80E-05 6,64E+02 2,94E+01 2,94E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 47%
ve 8% fo 5%
Milieumaten
100
oz 1% hu 5%
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
114
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 114
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:34
Gezondheids-informatie
Buitendeuren
Ergonomie
Veiligheid
-
nvt
o
-/o
-
o
--
nvt
o
-
-
Per criterium
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
-
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Per fase
Biologische agentia
o
Fysische agentia
Chemische agentia
PVC (geïsoleerd)
Chemische agentia De belangrijkste grondstoffen voor PVC zijn steenzout en aardolie. Een van de belangrijkste grondstoffen voor polyurethaan voor de isolatie is ook aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Tijdens de winning van steenzout en aardolie gelden zeer strenge veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van ongelukken en uitloging van mijnafval.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Tijdens de productie van PVC wordt er onder andere gewerkt met loodconcentraten, etheen, chloor, dichloorethaan en vinylchloride. Aan de meeste van deze stoffen kleven aanzienlijke gezondheidsrisico’s. Zo geldt voor chloor dat bij vrijkomen een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie zeer snel wordt bereikt. Door snel verdampen kan de vloeistof bevriezing veroorzaken. De stof werkt bijtend en inademing kan in ernstige gevallen de dood tot gevolg hebben. Loodstabilisatoren, dichloorethaan en vinylchloride verhogen bij langdurige herhaalde blootstelling de kans op kanker. Tijdens de productie van polyurethaan komt het voor de gezondheid schadelijke MDI en TDI vrij. Veiligheid Bij de productie van PVC wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen, welke bij calamiteiten ernstige schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist, zowel voor de productieruimte als voor transport. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen ed. als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist. Tijdens de productie van polyurethaan wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen (onder andere MDI, TDI en antimoontrioxide) en bestaat continu brand- en explosiegevaar. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 115
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
115
3-9-2008 11:49:35
Milieu-informatie
Buitendeuren
Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (geïsoleerd - db)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
1b Omschrijving functionele eenheid Een vlakke buitendeur met een HDF dekplaat met geïntegreerd aluminium scherm, tropisch hardhouten stijlen en isolerende PUR vulling toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 25 jaar en een U-waarde van 0,8 W/m2.K. Het gebruikte hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De geïsoleerde deur van HDF (db) met aluminium scherm valt in milieuklasse 1b; een van de beste milieukeuzes. Dit komt voornamelijk door de hoge isolatiewaarde. In deze beoordeling is rekening gehouden met warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Dit warmteverlies draagt voor 74% bij aan de milieubelasting en emissies voor 22%. Het aluminium scherm zorgt ervoor dat deze deur niet de beste keus is. De productie van aluminium kost veel energie. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 4c; een minder goede milieukeuze.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
2,75E+02 2,97E-04 3,01E+02 1,13E+01 1,60E+00 2,36E+00 1,61E+00 3,00E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
8,28E-03 1,78E+00 2,86E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,46E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
57 25 0,8 5 89 6
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) la 11%
li 1% ca 1%
en 1%
br 29%
eu 19%
4,26E+06 6,99E-04 1,56E+02 2,77E+01 2,76E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
oz 2% ve 5% hu 17%
fo 12%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
116
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 116
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
Afval (kg)
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:35
Gezondheids-informatie
Buitendeuren
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
-/o
-
--
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (geïsoleerd - db)
Chemische agentia HDF bestaat voornamelijk uit nieuw hout, eventueel aangevuld met resthout uit zagerijen. Hieromtrent kunnen gezondheidseffecten ontstaan, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen (zie ook de productiefase). Voor de productie van ureum formaldehydelijm worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt. Aardolie is ook een van de belangrijkste grondstoffen voor polyurethaan voor de isolatie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact) dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvlies ontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking, oogbindvliesontsteking, neusverkoudheid en astma veroorzaken. In HDF wordt ureumformaldehyde gebruikt. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Tijdens de productie van polyurethaan komt het voor de gezondheid schadelijke MDI en TDI vrij. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan. Tijdens de productie van polyurethaan wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen (onder andere MDI, TDI en antimoontrioxide) en bestaat continu brand- en explosiegevaar. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Chemische agentia Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht. © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 117
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
117
3-9-2008 11:49:36
Milieu-informatie
Buitendeuren
Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (niet geïsoleerd - db)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Een vlakke buitendeur met een HDF dekplaat met geïntegreerd aluminium scherm, tropisch hardhouten stijlen en een lattenvulling toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 25 jaar en een U-waarde van 1,9 W/m2.K. Het gebruikte hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De niet geïsoleerde deur van HDF (db) met aluminium scherm valt in milieuklasse 2b; een goede milieukeuze. In deze beoordeling is rekening gehouden met warmteverlies tijdens de gebruiksfase. De milieubelasting wordt voor 92% bepaald door dit warmteverlies en voor 7% door emissies. De geïsoleerde uitvoering scoort een stuk beter. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 3c; een aanvaardbare milieukeuze. Emissies bepalen voor 88% de milieubelasting en landgebruik voor 8%. Het aluminium scherm heeft een negatieve invloed op de milieubelasting, omdat de productie van aluminium erg energie-intensief is.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
1,46E+02 4,91E-05 2,93E+02 1,04E+01 9,75E-01 7,23E-01 1,45E+00 1,05E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
8,28E-03 1,60E+00 1,49E+01
mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
81 25 1,9 5 91 4
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) li 1% we 1% ca 1% la 8% en 1%
br 28%
eu 12%
la
Landgebruik:
1,77E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,31E+06 1,23E-03 1,16E+02 1,47E+01 1,46E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 8%
oz 1%
fo 7% hu 30%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
118
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 118
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:36
Gezondheids-informatie
Buitendeuren
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Vlak HDF-alu-HDF dekplaat (niet geïsoleerd - db)
Chemische agentia HDF bestaat voornamelijk uit nieuw hout, eventueel aangevuld met resthout uit zagerijen. Hieromtrent kunnen gezondheidseffecten ontstaan, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen (zie ook de productiefase). Voor de productie van ureum formaldehydelijm worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact) dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvlies ontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking, oogbindvliesontsteking, neusverkoudheidsverschijnselen en kortademigheid (astma) veroorzaken. In HDF wordt ureumformaldehyde gebruikt. Tijdens het productieproces van ureumformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en ureum. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Bij de productie van ureumformaldehyde wordt gewerkt met formaldehyde en ureum. Tijdens het werken met deze stoffen moet aan strenge veiligheidseisen worden voldaan.
Constructiefase Chemische agentia Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 119
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
119
3-9-2008 11:49:37
Milieu-informatie
Buitendeuren
Vlak tropisch multiplex dekplaat (geïsoleerd - db)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Een vlakke buitendeur met een tropisch multiplex dekplaat, tropisch hardhouten stijlen en isolerende PUR vulling toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 20 jaar en een U-waarde van 0,8 W/m2.K. Het gebruikte hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De geïsoleerde deur van tropisch multiplex uit duurzame bosbouw valt in milieuklasse 1a; de beste milieukeuze. Dit komt voornamelijk door de goede isolatiewaarde en omdat geen aluminium scherm is toegepast. In deze beoordeling is rekening gehouden met warmteverlies tijdens de gebruiksfase. De milieubelasting wordt voor 89% bepaald door dit warmteverlies en voor 10% door emissies. Wanneer de deur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 2a; een goede milieukeuze. De milieubelasting wordt in dat geval voor 84% bepaald door emissies en voor 9% door landgebruik.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
5,40E+01 3,33E-05 2,23E+01 1,79E+00 6,73E-01 7,42E-01 9,50E-01 8,32E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,47E+00 1,02E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
8,60E+00
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
7,75E+05 1,03E-03 2,59E+01 9,99E+00 9,98E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
43 20 0,8 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) we 2%li 1% ca 1% la 9% br 25%
en 2%
oz 1%
eu 23%
hu 5%
fo 17% ve 13%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
120
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 120
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:37
Gezondheids-informatie
Buitendeuren
Chemische agentia
Biologische agentia
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
-/o
-
--
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Fysische agentia
Vlak tropisch multiplex dekplaat (geïsoleerd - db)
Chemische agentia Een van de belangrijkste grondstoffen voor polyurethaan voor de isolatie is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact) dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvlies ontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking, oogbindvliesontsteking, neusverkoudheidsverschijnselen en kortademigheid (astma) veroorzaken. In multiplex wordt fenolformaldehyde gebruikt. Tijdens het productieproces van fenolformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en fenol. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Tijdens de productie van polyurethaan wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen (onder andere MDI, TDI en antimoontrioxide) en bestaat continu brand- en explosiegevaar. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 121
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
121
3-9-2008 11:49:38
Milieu-informatie
Buitendeuren
Vlak trop. multiplex dekplaat (niet geïsoleerd - db)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Een vlakke buitendeur met een tropisch multiplex dekplaat, tropisch hardhouten stijlen en lattenvulling toegepast als voordeur, zonder glasopening en inclusief afwerking (schilderwerk op acrylaatbasis) en onderhoud daarvan. Er is uitgegaan van een levensduur van 20 jaar en een U-waarde van 1,9 W/m2.K. Het gebruikte hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De niet geïsoleerde deur van tropisch multiplex uit duurzame bosbouw valt in milieuklasse 2b. In deze beoordeling is rekening gehouden met warmteverlies tijdens de gebruiksfase. De milieubelasting wordt voor 94% bepaald door dit warmteverlies en voor 5% door emissies. De geïsoleerde uitvoering scoort iets beter. Wanneer de buitendeur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies dus niet meetelt, valt de deur ook in milieuklasse 2b. Dit staat voor een goede milieukeuze. De milieubelasting wordt in dat geval voor 83% bepaald door emissies en voor 10% door landgebruik en voor 5% door hinder. Emissies komen voornamelijk vrij tijdens de bewerking en het transport van het hout.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
7,60E+01 3,87E-05 2,57E+01 1,95E+00 9,26E-01 7,19E-01 1,09E+00 9,78E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,48E+00 1,33E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,12E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,14E+06 1,59E-03 2,23E+00 1,30E+01 1,30E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
68 20 1,9 5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages) we 2%li 1% la 10%
ca 1% br 29%
en 2%
eu 22%
oz 1% hu 5% fo 13%
ve 12%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
Grondstoffen
122
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 122
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:38
Gezondheids-informatie
Buitendeuren
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Vlak trop. multiplex dekplaat (niet geïsoleerd - db)
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact) dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvlies ontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking, oogbindvliesontsteking, neusverkoudheidsverschijnselen en kortademigheid (astma) veroorzaken. In multiplex wordt fenolformaldehyde gebruikt. Tijdens het productieproces van fenolformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en fenol. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Tijdens de productie van polyurethaan komt het voor de gezondheid schadelijke MDI en TDI vrij. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, beschermimg en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Bij het schilderen van een buitendeur zal de ventilatie waarschijnlijk voldoende zijn, zodat er geen problemen te verwachten zijn.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 123
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
123
3-9-2008 11:49:39
Milieu-informatie
Buitendeuren
Verzinkt gecoat plaatstaal (geïsoleerd)
A3-31a
Buitendeuren
NIBE Milieuklasse:
1c Omschrijving functionele eenheid Een buitendeur van verzinkt en gecoat plaatstaal met isolerende PUR vulling, toegepast als voordeur, zonder glasopening. Er is uitgegaan van een levensduur van 50 jaar en een U-waarde van 1,0 W/m2.K. De voordeur heeft de volgende afmetingen: hoogte 2315 mm breedte 930 mm en dikte 54 mm. Hang- en sluitwerk, briefsleuf en weldorpel zijn niet meegenomen in de beoordeling.
Opvallende milieu-eigenschappen De geïsoleerde deur van verzinkt en gecoat plaatstaal valt in milieuklasse 1c. Dit betekent een van de beste milieukeuzes. Dit komt voornamelijk door de goede isolatiewaarde en hoge levensduur. In deze beoordeling is rekening gehouden met het warmteverlies tijdens de gebruiksfase. Dit warmteverlies draagt voor 80% bij aan de milieubelasting en emissies voor 15%. Wanneer de deur wordt toegepast in een onverwarmde zone en warmteverlies niet meetelt, valt de deur in milieuklasse 4b; een minder goede milieukeuze. De productie van staal is energie-intensief en er komen vrij veel emissies vrij. Deze dragen voor 82% bij aan de milieubelasting. Landgebruik heeft een aandeel van 14%.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Producteigenschappen
br oz hu aq te fo ve eu
Emissies: broeikaseffect ozonlaagaantasting humane toxiciteit aquatische toxiciteit (zoet) terrestrische toxiciteit fotochem. oxidantvorming verzuring eutrofiëring (vermesting)
4,28E+02 1,67E-04 4,52E+01 3,58E+00 1,08E+00 7,75E-01 1,93E+00 2,21E-01
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
bi ab en
Uitputting: biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,71E+01 2,35E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,11E+01
PDF.m2.jr
st we pr li ca
Hinder ten gevolge van: stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,70E+07 1,33E-04 1,46E+03 3,44E+01 2,22E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur U-waarde Afvalscenario
114 50 1,0 3 6 78
(hoofdproduct)
kg jaar W/m2.K % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
la 14%
li 1% ca 1%
en 1%
eu 16%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 51%
ve 7% fo 4% hu 3% oz 1%
Milieumaten
100
9.000
300
6.000
6.000
200
4.000
3.000
100
2.000
75 50 25 0
0 Emissies
124
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 124
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:39
Buitendeuren
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
Chemische agentia -/o
o
Ergonomie
Fysische agentia o o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Buitendeuren
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
Verzinkt gecoat plaatstaal (geïsoleerd)
Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts, middels boren en het opblazen met explosieven, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. De MACwaarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. Bij de winning van zinkerts komt stof vrij. Werknemers kunnen als gevolg hiervan langdurig blootstaan aan hoge stofconcentraties. Zinkertsstof bevat naast een hoge concentratie zink veelal een hoge concentratie koper, lood en cadmium. Het langdurig blootstaan aan zink en koper kan metaalkoorts of maagklachten tot gevolg hebben. Langdurig blootstaan aan lood en cadmium kan diverse organen, waaronder de hersenen, beschadigen. Het cadmium kan bovendien een negatief effect op de voortplanting hebben. Een van de belangrijkste grondstoffen voor polyurethaan is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval noodzakelijk.
A3-31a
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij de productie van staal en zink kunnen werknemers en de omgeving met diverse gevaarlijke stoffen in aanraking komen. Bronnen zijn stof, verontreinigde slakken en rookgassen. Daarnaast bestaat het risico van uitloging van afval, met name verontreinigde slak, naar het grond- en oppervlaktewater. Gevaarlijke stoffen die bij de productie van staal (in geringe mate) vrij kunnen komen zijn onder andere chroom, zink, lood, cadmium, fluorverbindingen, zuren en basen. Tijdens de productie van polyurethaan komt het voor de gezondheid schadelijke MDI en TDI vrij. Veiligheid Tijdens de productie van polyurethaan wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen (onder andere MDI, TDI en antimoontrioxide) en bestaat continu brand- en explosiegevaar. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Constructiefase Ergonomie De deurenzetter heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van technische hulpmiddelen als een draaitafel met inmeetmal en een deurklem alsmede geavanceerde inmeettechnieken, waardoor er geen bewerkingen op de bouwplaats meer plaats hoeven te vinden.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 125
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
125
3-9-2008 11:49:40
Milieu-informatie
Deurkozijnen (buiten)
Aluminium NIBE Milieuklasse:
A3-31b
Deurkozijnen (buiten)
6b Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter kozijnstijl voor een buitendeurkozijn van gemoffeld aluminium met een profielmaat van 114 x 67 mm, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen Het aluminium deurkozijn valt in klasse 6b en is daarmee een af te raden milieukeuze. De productie van aluminium is erg energie-intensief. Tijdens het transport en de productie komen veel emissies vrij. Deze hebben een aandeel van 92% in de totale milieubelasting. De bijdrage van de afwerklaag in de totale milieubelasting is verwaarloosbaar.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,99E+01 5,25E-06 5,82E+01 1,85E+00 4,54E-02 8,27E-03 1,51E-01 6,58E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
1,5 50
kg jaar
Afvalscenario
6 94 0
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
1,75E-03 5,46E-02 8,77E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,89E+00
PDF.m2.jr
5,17E+04 2,51E-06 2,53E+01 9,01E-01 8,79E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 6% eu 6% ve 7%
aq 1%
Milieumaten
10
800
hu 47%
15
600 5
br 30%
160 120
10
400
80 5
200 0
0 Emissies
126
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 126
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
40
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:41
Deurkozijnen (buiten)
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
o
--
Per fase
Ergonomie
o o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
o
Grondstoffase
A3-31b
Chemische agentia Tijdens de winning van bauxiet kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, waaronder diverse vormen van dementie, geheugenverlies, lusteloosheid en trillerigheid. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Bij kleine blootstellingen kunnen irritaties van de huid en slijmvliezen ontstaan. Bij langdurige blootstelling aan inhaleerbaar stof met onvoldoende bescherming kan longfibrose en longkanker ontstaan. De MACwaarde voor inhaleerbaar stof (stof dat via de neus en mond kan worden ingeademd) is 10 mg/m3. De MAC-waarde voor respirabel stof (stof dat kan doordringen tot de longblaasjes) is 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk.
Deurkozijnen (buiten)
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Aluminium
Productiefase Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. Aluminium kan bij nierpatiënten problemen veroorzaken wanneer ze het tijdens de nierdialyse binnenkrijgen.
Constructiefase Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Fysische agentia Aluminium is een paramagnetische stof die in beperkte mate elektromagnetische velden kan opnemen, versterken, transporteren en weer uitzenden. Als gevolg van deze eigenschappen kan aluminium interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Aluminium kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 127
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
127
3-9-2008 11:49:41
Milieu-informatie
Deurkozijnen (buiten)
Europees zachthout (gevingerlast - db) NIBE Milieuklasse:
A3-31b
Deurkozijnen (buiten)
1a Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter kozijnstijl voor een buitendeurkozijn van Europees vuren (gevingerlast) uit duurzame bosbouw met een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerking en onderhoud met een alkydverf, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen Het gevingerlaste deurkozijn van Europees zachthout uit duurzame bosbouw is het meest milieuvriendelijke alternatief. De milieubelasting wordt met 95% voornamelijk veroorzaakt door het hout. De benodigde lijm voor het vingerlassen draagt nog 4% bij en de alkydverf 1%. De milieubelasting bestaat voor 81% uit emissies die vrijkomen bij het transport, het drogen, be- en verwerken van het hout.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,20E+00 3,26E-07 2,91E-01 2,14E-02 1,60E-02 -1,75E-03 9,01E-03 7,67E-04
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
2,1 40
kg jaar
Afvalscenario
6 94 0
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,33E-03 2,28E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,63E-01
PDF.m2.jr
2,50E+04 3,16E-05 -1,14E+00 2,16E-01 2,16E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
ca 2% we 3% li 2% la 10% en 3%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
eu 12%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 59% ve 7% hu 4%
Milieumaten
10
15
800 600
5
160 120
10
400
80 5
200 0
0 Emissies
128
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 128
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
40
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:41
Deurkozijnen (buiten)
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
-/o
o
Ergonomie
o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
A3-31b
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Voor zachthoutstof bestaat de verdenking dat het kankerverwekkend is. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties en astma. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Bij de afwerking met verf kunnen medewerkers in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er moet altijd goed geventileerd worden. Bij gebruik van oplosmiddelenhoudende verf kan bij langdurige blootstelling het schilderssyndroom (OPS) optreden. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Deurkozijnen (buiten)
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Europees zachthout (gevingerlast - db)
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 129
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
129
3-9-2008 11:49:42
Milieu-informatie
Deurkozijnen (buiten)
Europees zachthout (gevingerlast - sb) NIBE Milieuklasse:
A3-31b
Deurkozijnen (buiten)
2c Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter kozijnstijl voor een buitendeurkozijn van Europees vuren (gevingerlast) uit standaard bosbouw met een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerking en onderhoud met een alkydverf, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen Het gevingerlaste deurkozijn van Europees zachthout uit standaard bosbouw valt in klasse 2c. De benodigde lijm voor het vingerlassen draagt voor 2% en de alkydverf voor 1% bij aan de totale milieukosten. De andere 97% worden veroorzaakt door de productie van het hout. De emissies die vrijkomen bij het transport, het bewerken en verwerken van het hout dragen voor 45% bij aan de milieubelasting. Het is duidelijk te zien dat het hout niet duurzaam wordt geproduceerd, landschapsaantasting bedraagt 49% van de totale milieukosten. Duurzaam geproduceerd Europees zachthout is de milieureferentie.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,85E+00 3,80E-07 3,40E-01 3,02E-02 1,64E-02 -1,58E-03 1,43E-02 1,50E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
2,108088 40
Afvalscenario
6 94 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
1,56E-01 3,34E-03 2,68E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,11E+00
PDF.m2.jr
2,60E+04 5,95E-05 -1,04E+00 2,54E-01 2,54E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
we 2%
br 30%
la 49% hu 2% ve 4%
en 1%
Milieumaten
10
15
800 600
5
160 120
10
400
80 5
200 0
0 Emissies
130
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 130
Grondstoffen
Landgebruik
eu 9%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
40
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:43
Deurkozijnen (buiten)
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
-/o
o
Ergonomie
o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
A3-31b
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Voor zachthoutstof bestaat de verdenking dat het kankerverwekkend is. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties en astma. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Bij de afwerking met verf kunnen medewerkers in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er moet altijd goed geventileerd worden. Bij gebruik van oplosmiddelenhoudende verf kan bij langdurige blootstelling het schilderssyndroom (OPS) optreden. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Deurkozijnen (buiten)
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Europees zachthout (gevingerlast - sb)
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 131
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
131
3-9-2008 11:49:44
Milieu-informatie
Deurkozijnen (buiten)
PVC op aluminium kern NIBE Milieuklasse:
A3-31b
Deurkozijnen (buiten)
7b Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter kozijnstijl voor een buitendeurkozijn van PVC op een aluminium kern, met een profielmaat van 114 x 85 mm, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen Het deurkozijn van PVC op aluminium kern valt in klasse 7b en is daarmee een slechte milieukeuze. De gebruikte aluminium kern is verantwoordelijk voor 81% van de milieubelasting. Het PVC heeft dus nog maar een aandeel van 19% in de milieubelasting. De productie van aluminium is erg energie-intensief en veroorzaakt daardoor veel emissies, die voor 92% de milieubelasting bepalen.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,77E+01 7,35E-06 8,28E+01 2,56E+00 7,95E-02 1,38E-02 2,86E-01 1,62E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
3,7 40
kg jaar
Afvalscenario
8 8 84
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,41E-03 1,88E-01 2,37E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,04E+00
PDF.m2.jr
1,31E+05 5,68E-06 4,69E+01 2,34E+00 2,31E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
en 1% eu 9%
la 6%
ve 8%
br 34%
aq 1%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 39%
Milieumaten
10
15
800 600
5
160 120
10
400
80 5
200 0
0 Emissies
132
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 132
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
40
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:44
Deurkozijnen (buiten)
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
o o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
-
Grondstoffase
A3-31b
Chemische agentia De belangrijkste grondstoffen voor PVC zijn steenzout en aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Tijdens de winning van bauxiet voor aluminium kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, waaronder diverse vormen van dementie, geheugenverlies, lusteloosheid en trillerigheid. Veiligheid Tijdens de winning van steenzout, aardolie en bauxiet gelden zeer strenge veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van ongelukken. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast gelden een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval.
Deurkozijnen (buiten)
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
PVC op aluminium kern
Productiefase Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Tijdens de productie van PVC wordt er onder andere gewerkt met loodconcentraten, etheen, chloor, dichloorethaan en vinylchloride. Aan de meeste van deze stoffen kleven aanzienlijke gezondheidsrisico’s. Zo geldt voor chloor dat bij vrijkomen een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie zeer snel wordt bereikt. Door snel verdampen kan de vloeistof bevriezing veroorzaken. De stof werkt bijtend en inademing kan in ernstige gevallen de dood tot gevolg hebben. Loodstabilisatoren, dichloorethaan en vinylchloride verhogen bij langdurige herhaalde blootstelling de kans op kanker. Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. Veiligheid Bij de productie van PVC wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen, welke bij calamiteiten ernstige schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist, zowel voor de productieruimte als voor transport. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen ed. als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist.
Constructiefase Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 133
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
133
3-9-2008 11:49:45
Milieu-informatie
Deurkozijnen (buiten)
PVC op staalkern NIBE Milieuklasse:
A3-31b
Deurkozijnen (buiten)
5b Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter kozijnstijl voor een buitendeurkozijn van PVC op een staalkern met een profielmaat van 114 x 85 mm, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen Het deurkozijn van PVC op staalkern valt in klasse 5b en is daarmee een af te raden milieukeuze. Het PVC heeft een aandeel van 56% in de milieubelasting en de staalkern is verantwoordelijk voor 44% van de milieubelasting. Emissies bepalen voor 88% de milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,99E+01 2,04E-06 3,95E+00 1,03E-01 3,73E-02 6,33E-03 1,22E-01 1,08E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
4,5 40
kg jaar
Afvalscenario
6 8 82
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,51E-01 1,55E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,11E+00
PDF.m2.jr
4,97E+05 5,33E-06 5,05E+01 1,46E+00 1,46E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 7%
li 1% ca 1%
en 2%
eu 18%
br 54%
ve 10% hu 6%
Milieumaten
10
15
800 600
5
160 120
10
400
80 5
200 0
0 Emissies
134
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 134
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
40
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:45
Deurkozijnen (buiten)
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
-
nvt
o
-/o
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
o -/o o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
-
Grondstoffase
Productiefase
A3-31b
Chemische agentia De belangrijkste grondstoffen voor PVC zijn steenzout en aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Tijdens de winning van ijzererts kunnen middels boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen stofemissies optreden. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. Veiligheid Tijdens de winning van steenzout, aardolie en ijzererts gelden zeer strenge veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van ongelukken. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast gelden een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval.
Deurkozijnen (buiten)
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
PVC op staalkern
Fysische agentia Staal veroorzaakt verstoringen van het aardmagnetisch veld en dat werknemers langdurig blootstaan aan sterke elektromagnetische velden. Chemische agentia Tijdens de productie van PVC wordt er onder andere gewerkt met loodconcentraten, etheen, chloor, dichloorethaan en vinylchloride. Aan de meeste van deze stoffen kleven aanzienlijke gezondheidsrisico’s. Zo geldt voor chloor dat bij vrijkomen een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie zeer snel wordt bereikt. Door snel verdampen kan de vloeistof bevriezing veroorzaken. De stof werkt bijtend en inademing kan in ernstige gevallen de dood tot gevolg hebben. Loodstabilisatoren, dichloorethaan en vinylchloride verhogen bij langdurige herhaalde blootstelling de kans op kanker. Tijdens de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving, met name via rookgassen en stof, blootstaan aan relatief hoge concentraties zware metalen en andere verontreinigingen. Veiligheid Bij de productie van PVC wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen, welke bij calamiteiten ernstige schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist, zowel voor de productieruimte als voor transport. Bij zowel de productie van PVC en staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist: gehoorbescherming, niet eten en drinken tijdens het werk, geen open vuur, geen vonken, niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden, vonkarm gereedschap, plaatselijke afzuiging of adembescherming, een strenge scheiding tussen zuren, basen en andere chemicaliën, enz. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van afval noodzakelijk.
Constructiefase Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 135
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
135
3-9-2008 11:49:46
Milieu-informatie
Deurkozijnen (buiten)
Tropisch hardhout (volhout - db) NIBE Milieuklasse:
A3-31b
Deurkozijnen (buiten)
2b Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter kozijnstijl voor een buitendeurkozijn van meranti uit duurzame bosbouw met een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerking en onderhoud met een alkydverf, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen Het deurkozijn van tropisch hardhout uit duurzame bosbouw valt in klasse 2b en is daarmee een goede milieukeuze. Het aandeel van de alkydverf in de milieubelasting is slechts 1% van de totale milieukosten. De milieubelasting wordt dus bijna geheel bepaald door de productie van het hout. De emissies die vrijkomen bij het transport, het drogen, be- en verwerken van het hout dragen voor 81% bij aan de milieubelasting. Duidelijk is te zien dat het hout duurzaam wordt geproduceerd; landschapsaantasting heeft een aandeel van slechts 15% in de totale milieukosten.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,14E+00 1,83E-06 9,20E-01 8,90E-02 3,05E-02 4,50E-04 4,29E-02 2,85E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
0,00E+00 4,60E-03 1,90E-01
mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur
2,9 50
kg jaar
Afvalscenario
6 94 0
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en la
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
we 2% la 15% br 30% en 1%
Landgebruik:
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
4,68E-01
PDF.m2.jr
1,58E+04 4,41E-05 -6,47E-01 1,87E-01 1,86E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
oz 2%
eu 24%
hu 7% ve 18%
Milieumaten
10
15
800 600
5
160 120
10
400
80 5
200 0
0 Emissies
136
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 136
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
40
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:46
Deurkozijnen (buiten)
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
-/o
o
Ergonomie
o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
A3-31b
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Hardhoutstof is kankerverwekkend. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Bij de afwerking met verf kunnen medewerkers in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er moet altijd goed geventileerd worden. Bij gebruik van oplosmiddelenhoudende verf kan bij langdurige blootstelling het schilderssyndroom (OPS) optreden. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Deurkozijnen (buiten)
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Tropisch hardhout (volhout - db)
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 137
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
137
3-9-2008 11:49:47
Milieu-informatie
Deurkozijnen (buiten)
Tropisch hardhout (volhout - sb) NIBE Milieuklasse:
>7c Deurkozijnen (buiten)
Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter kozijnstijl voor een buitendeurkozijn van meranti uit standaard bosbouw met een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerking en onderhoud met een alkydverf, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen
A3-31b
Het deurkozijn van tropisch hardhout uit standaard bosbouw valt in klasse >7c, een onaanvaardbare milieukeuze. Het aandeel van de alkydverf is verwaarloosbaar. De milieubelasting wordt geheel bepaald door de productie van het hout. De emissies die vrijkomen bij het transport, het drogen, be- en verwerken van het hout dragen voor 3% bij aan de milieubelasting. Duidelijk is te zien dat het hout niet duurzaam wordt geproduceerd; landschapsaantasting heeft een aandeel van 90% in de totale milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,33E+00 1,85E-06 9,37E-01 9,16E-02 3,06E-02 4,99E-04 4,46E-02 3,07E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
2,9 50
kg jaar
Afvalscenario
6 94 0
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
3,19E+01 4,60E-03 2,02E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
8,55E+01
PDF.m2.jr
1,61E+04 5,23E-05 1,00E+01 1,97E-01 1,97E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 1% bi 7%
la 90%
Milieumaten
10
800
15
600 5
160 120
10
400
80 5
200 0
0 Emissies
Grondstoffen
138
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 138
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
40
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:47
Deurkozijnen (buiten)
Gezondheids-informatie
Per criterium
o
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
nvt
-
Veiligheid
-/o
o
Ergonomie
o o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
A3-31b
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Hardhoutstof is kankerverwekkend. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Bij de afwerking met verf kunnen medewerkers in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er moet altijd goed geventileerd worden. Bij gebruik van oplosmiddelenhoudende verf kan bij langdurige blootstelling het schilderssyndroom (OPS) optreden. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Deurkozijnen (buiten)
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Tropisch hardhout (volhout - sb)
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 139
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
139
3-9-2008 11:49:48
Extra informatie
Raamkozijnen
Verbeterde kozijnen op basis van hout Inleiding Zoals bekend en ook blijkt uit de milieuclassificaties van het NIBE is de milieubelasting die ontstaat door gebruik van tropisch hardhout uit niet duurzaam beheerde bossen groot. Eind jaren ’80 werden hierom in diverse gemeenten hardhoutconvenanten gesloten. Daarmee ontstond een onvermijdelijke hernieuwde belangstelling voor houtsoorten als vuren, lariks, oregon-pine, western red cedar, hemlock en grenen. Later werd dit beleid gesteund door de uitgifte van diverse bosbouwcertificaten, waarvan het FSC label de bekendste is. Met de toename van het gebruik van naaldhout namen ook de schadegevallen toe. Veel ondernemingen in de timmerindustrie bleken verwijtbaar onvoldoende zorg en aandacht besteed te hebben aan de randvoorwaarden en kwaliteiteisen, waarmee de productie van het (naald)houten kozijn omringd had moeten worden. Door deze schadegevallen is de reputatie van het milieuvriendelijkere naaldhout geschaad. De gevolgen beperkten zich echter niet alleen tot reputatieschade. Het Garantie Instituut Woningbouw beperkte haar garantieregeling tot het gebruik van hardhout met klasse A en Kapla (het Kant en klaar te plaatsen montage kozijn). Dit heeft tot gevolg dat bouwondernemingen massaal terugvallen op de milieutechnisch onverantwoorde traditionele meranti kozijnen die voornamelijk uit standaard beheerde bossen komen.
Hieronder worden beknopt de productinnovaties behandeld. Het NIBE gaat voor al deze producten uit van een levensduur verlenging. Daarmee zullen deze kozijnen naar verwachting, mits gebruik wordt gemaakt van hout uit duurzaam beheerde bossen, in NIBE milieuclassificatie 1 vallen en dus tot de beste milieukeuzes behoren.
A3-31c
Raamkozijnen
Kwaliteitsverbetering Een aantal producenten waren zich medio jaren ’80 al bewust van de risico’s van zowel gebruik van hardhout als van (Europees) naaldhout. Ten gevolge daarvan zijn er een noemenswaardig aantal initiatieven ontplooid om deze risico’s tot een minimum te beperken.
De Vries Kozijnen Productnaam: Innovatie:
Effect: Houtsoort: Hout uit duurzame bosbouw: SGT-garantie: Leveranciersinformatie:
EGS Productnaam: Innovatie: Effect: Houtsoort: Hout uit duurzame bosbouw:
SGT-garantie: Leveranciersinformatie:
140
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 140
Vrigoplus Comfortkozijn en Energie TotaalConcept Aluminium afdekdorpel op de houten onderdorpel inclusief volledige vochtbeheersing, droog beglazingssysteem, zonder chemische verduurzamingsmiddelen te produceren. Met het Energie TotaalConcept is een verlaging van de EPN haalbaar. Levensduurverlenging van het voor aantasting gevoelige deel Oregon Pine Optioneel (FSC) Ja De Vries Kozijnen Tel. 0513-468222 Gorredijk www.devrieskozijnen.nl
EGS-flexverbinding, EGS prestatiekozijn, etc. Gecertificeerde stijl-dorpel verbinding m.b.v. een elastisch blijvende voegmassa Levensduurverlenging van het voor aantasting gevoelige deel Chemische verduurzamingsmiddelen overbodig onderhoudsbesparing bekend tot 75% Naaldhout (verplicht), maar ook i.c.m. hardhout (optie) Optioneel (FSC en MTCC), op verzoek van opdrachtgever. EGS-Econforest kozijn: combinatie van meerdere FSC gecertificeerde houtsoorten. Alle EGS deelnemers zijn CoC gecertificeerd. Ja Diverse timmerfabrieken (zie www.egskozijnen.nl)
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:48
Raamkozijnen
Extra informatie
Verbeterde kozijnen op basis van hout KAPLA® Innovatie: Houtsoort: Hout uit duurzame bosbouw: Effect:
SGT-garantie: GIW-garantie: Leveranciersinformatie:
Effect: Houtsoort Hout uit duurzame bosbouw SGT-garantie: Leveranciersinformatie:
Effect: Houtsoort: Hout uit duurzame bosbouw: SGT-garantie: Leveranciersinformatie:
TimmerSelekt Groep Productnamen Innovatie: Effect Houtsoort Hout uit duurzame bosbouw SGT-garantie: Leveranciersinformatie:
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 141
Dit product is beoordeeld als één van de beste dubokeuzes in de toepassing: Kozijnen, ramen en deuren
A3-31c
Teha Productnaam: Innovatie:
Lamikon Long Life Gecertificeerde stijl-dorpel (langshout- kopshout verbinding m.b.v. elastisch verlijming) Levensduurverlenging van het voor aantasting gevoelige deel. Chemische verduurzamingsmiddelen overbodig. Vuren of robinia en sapupira (i.c.m. vuren) Optioneel (FSC) Ja, mits verwerkt door bij SGT aangesloten bedrijven en volgens de SGT kwaliteitsnormen EN voorzien zijn van ®KOMO-attest-met-productcertificaat Lamikon Apeldoorn Tel. 055-5789590 Apeldoorn www.lamikon.nl
Raamkozijnen
Lamikon Productnaam Innovatie:
Systeem voor compleet beglaasde en afgelakte montagekozijnen. Naaldhout stijlen, mogelijk hardhout onderdorpels. Het is echter ook mogelijk het geheel in naaldhout OF loofhout uit te voeren. Optioneel (FSC) Initiële kwaliteitsopwaardering en levensduurverlenging. Met Kapla kunnen onnodige risico’s in het bouwproces worden voorkomen. Geen onduidelijkheid over verantwoordelijkheid in geval van schade. De timmerfabrikant is aanspreekbaar en kan volledige garantie afgeven. Ja, mits verwerkt door bij SGT aangesloten bedrijven en volgens de SGT kwaliteitsnormen EN voorzien zijn van ®KOMO-attest-met-productcertificaat Ja Centrum Hout Houtinformatielijn: 0900-5329946 (45 cent/minuut) NBvT Tel. 035-6947014
TEHA Quality Line Aluminium afdekprofiel op de houten onderdorpel van het kozijn en raam (volledige vochtbeheersing). Droog beglazingssysteem van EPDM rubbers. Stijl – dorpelverbindingen open geventileerd. Hierdoor kan er geen capillaire naad ontstaan waar vocht kan intreden en houtrot kan optreden. Verbindingen van ramen zijn gevingerlast (geen kopshout bij ramen). DTS vlakke onderdorpel in combinatie met hout (TEHA onderdorpel). Chip in kozijnstijl zodat vochtmeting op afstand kan plaats vinden (kozijnbeheer). levensduurverlenging van het voor aantasting gevoelige deel. Oregon Pine / meranti Optioneel (FSC / MTCC) Ja TEHA Elementengroep Tel. 053-5736666 Haaksbergen www.teha.nl Rovu-, Savu- en CD Snelkozijn Liggende delen en neuten van robinia of sapupira i.c.m. met vuren stijlen (het CD Snelkozijn is een compleet beglaasd en afgelakt montagekozijn) levensduurverlenging van voor aantasting gevoelige delen (stijl-dorpel verbinding). Robinia en sapupira (i.c.m. vuren) Optioneel (FSC) Ja Diverse timmerfabrieken (zie www.timmerselekt.nl)
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
141
3-9-2008 11:49:48
Milieu-informatie
Raamkozijnen
Aluminium verdiept NIBE Milieuklasse:
5b Omschrijving functionele eenheid
A3-31c
Raamkozijnen
Een verdiept raamkozijn met een naar binnendraaiend raam van aluminium met een buitenmaat van 1000 x 1350 mm en een profielmaat van 114 x 67 mm, toegepast op de 1e etage van een woning gedurende 75 jaar. Bij een aluminium kozijn is voor de beglazing 0,04 m2 meer glas nodig dan voor het houten kozijn van vuren of meranti. Beglazing is echter niet meegenomen in de beoordeling. Daarnaast zijn stelkozijn, hang- en sluitwerk en transmissieverliezen buiten beschouwing gelaten.
Opvallende milieu-eigenschappen Het verdiepte aluminium kozijn valt in klasse 5b en is daarmee een af te raden milieukeuze. De milieubelasting wordt vrijwel volledig bepaalt door het aluminium. De productie van aluminium is een energie-intensief proces. Tijdens de productie en het transport komen veel emissies vrij. Dit is duidelijk terug te zien in het grote aandeel van emissies in de totale milieubelasting (92%).
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,06E+02 5,40E-05 5,99E+02 1,93E+01 4,66E-01 8,51E-02 1,56E+00 6,82E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
15,5 50
Afvalscenario
5 7 88
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
1,80E-02 5,54E-01 9,22E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,94E+01
PDF.m2.jr
5,55E+05 2,60E-05 2,59E+02 9,47E+00 9,24E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 6% eu 6% ve 7%
br 30%
aq 2%
hu 47%
Milieumaten
20 15
3.000
60
1.200
2.000
40
800
1.000
20
400
10 5 0
0 Emissies
142
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 142
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:50
Raamkozijnen
Gezondheidsinformatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
o
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Aluminium verdiept
o
o
o
-
o
-
-/o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
o
Grondstoffase
Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. Aluminium kan bij nierpatienten problemen veroorzaken wanneer ze het tijdens de nierdialyse binnenkrijgen.
A3-31c
Productiefase
Raamkozijnen
Chemische agentia Tijdens de winning van bauxiet kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, waaronder diverse vormen van dementie, geheugenverlies, lusteloosheid en trillerigheid. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Bij kleine blootstellingen kunnen irritaties van de huid en slijmvliezen ontstaan. Bij langdurige blootstelling aan inhaleerbaar stof met onvoldoende bescherming kan longfibrose en longkanker ontstaan. De MACwaarde voor inhaleerbaar stof (stof dat via de neus en mond kan worden ingeademd) is 10 mg/m3. De MAC-waarde voor respirabel stof (stof dat kan doordringen tot de longblaasjes) is 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk.
Constructiefase Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Fysische agentia Aluminium is een paramagnetische stof die in beperkte mate elektromagnetische velden kan opnemen, versterken, transporteren en weer uitzenden. Als gevolg van deze eigenschappen kan aluminium interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Aluminium kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht. © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 143
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
143
3-9-2008 11:49:51
Milieu-informatie
Raamkozijnen
Europees zachthout (gevingerlast - db) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid
A3-31c
Raamkozijnen
Een raamkozijn met een naar binnendraaiend raam van vuren (gevingerlast) uit duurzame bosbouw met een buitenmaat van 1000 x 1350 mm en een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerklagen en onderhoud met een alkydverf, toegepast op de 1e etage van een woning gedurende 75 jaar. Beglazing, stelkozijn, hang- en sluitwerk en transmissieverliezen zijn buiten beschouwing gelaten.
Opvallende milieu-eigenschappen Het kozijn van Europees vuren uit duurzame bosbouw valt in klasse 1a en is daarmee de beste milieukeuze. Zowel het aluminium aanstootprofiel als het verfsysteem over de levensduur zijn elk verantwoordelijk voor 18% van de milieubelasting. De EPDM rubbers dragen 10% bij aan de totale milieukosten.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,29E+01 4,23E-06 2,02E+01 1,33E+00 1,64E-01 -4,98E-03 1,46E-01 1,03E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
21 40
kg jaar
Afvalscenario
29 70 1
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
4,09E-04 7,05E-01 3,64E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,88E+00
PDF.m2.jr
4,32E+05 2,34E-04 1,46E+01 3,54E+00 3,53E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
we 1%li 1% ca 1% la 7% en 3% eu 10%
br 51%
ve 7% aq 1%
hu 17%
Milieumaten
20 15
3.000
60
1.200
2.000
40
800
1.000
20
400
10 5 0
0 Emissies
144
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 144
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:51
Raamkozijnen
Gezondheidsinformatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Europees zachthout (gevingerlast - db)
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase
Productiefase
A3-31c
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Voor zachthoutstof bestaat de verdenking dat het kankerverwekkend is. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties en astma. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Raamkozijnen
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 145
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
145
3-9-2008 11:49:52
Milieu-informatie
Raamkozijnen
Europees zachthout (gevingerlast - sb) NIBE Milieuklasse:
2a Omschrijving functionele eenheid
A3-31c
Raamkozijnen
Een raamkozijn met een naar binnendraaiend raam van vuren (gevingerlast) uit standaard bosbouw met een buitenmaat van 1000 x 1350 mm en een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerklagen en onderhoud met een alkydverf, toegepast op de 1e etage van een woning gedurende 75 jaar. Beglazing, stelkozijn, hang- en sluitwerk en transmissieverliezen zijn buiten beschouwing gelaten.
Opvallende milieu-eigenschappen Het kozijn van Europees vuren uit standaard bosbouw valt in klasse 2a en is daarmee een goede milieukeuze. Opgemerkt moet worden dat de variant met vurenhout uit duurzame bosbouw de milieureferentie is. Zowel het aluminium aanstootprofiel, als het verfsysteem over de levensduur, zijn elk verantwoordelijk voor 12% van de milieubelasting. De EPDM rubbers dragen 6% bij aan de totale milieukosten.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,76E+01 4,62E-06 2,06E+01 1,39E+00 1,67E-01 -3,78E-03 1,84E-01 1,56E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
21 40
kg jaar
Afvalscenario
29 70 1
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
1,13E+00 7,06E-01 3,93E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,60E+01
PDF.m2.jr
4,39E+05 4,36E-04 1,53E+01 3,81E+00 3,80E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 1%
li 1% ca 1%
br 35%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 34%
en 2% eu 9%
hu 10% ve 5%
Milieumaten
20 15
3.000
60
1.200
2.000
40
800
1.000
20
400
10 5 0
0 Emissies
146
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 146
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:52
Raamkozijnen
Gezondheidsinformatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Europees zachthout (gevingerlast - sb)
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase
Productiefase
A3-31c
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Voor zachthoutstof bestaat de verdenking dat het kankerverwekkend is. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties en astma. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Raamkozijnen
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 147
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
147
3-9-2008 11:49:53
Milieu-informatie
Raamkozijnen
PVC verdiept NIBE Milieuklasse:
3b A3-31c
Raamkozijnen
Omschrijving functionele eenheid Een verdiept raamkozijn met een naar binnendraaiend raam van PVC op staalkern met een buitenmaat van 1000 x 1350 mm en een profielmaat van 114 x 85 mm, toegepast op de 1e etage van een woning gedurende 75 jaar. Bij een verdiept PVC kozijn is voor de beglazing 0,03 m2 minder glas nodig dan voor het houten kozijn van vuren of meranti. Beglazing is echter niet meegenomen in de beoordeling. Daarnaast zijn stelkozijn, hang- en sluitwerk en transmissieverliezen buiten beschouwing gelaten.
Opvallende milieu-eigenschappen Het verdiepte kozijn van PVC op staalkern valt in klasse 3b en is daarmee een aanvaardbare milieukeuze. De staalkern is verantwoordelijk voor 28%, de EPDM rubbers voor 4% van de milieubelasting. De grootste milieubelasting wordt veroorzaakt door emissies met 89% van de totale milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,14E+02 8,27E-06 2,74E+01 1,05E+00 1,97E-01 3,25E-02 7,42E-01 6,63E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
24 40
kg jaar
Afvalscenario
8 8 79 5
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,34E+00 1,03E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,69E+00
PDF.m2.jr
2,08E+06 2,81E-05 2,28E+02 9,77E+00 9,77E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
la 6% li 1% ca 1% en 2%
eu 18%
br 52%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 10%
hu 7%
Milieumaten
20 15
3.000
60
1.200
2.000
40
800
1.000
20
400
10 5 0
0 Emissies
148
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 148
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:54
Raamkozijnen
Gezondheidsinformatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-/o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
PVC verdiept
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
-
Grondstoffase
Productiefase
A3-31c
Fysische agentia Staal veroorzaakt verstoringen van het aardmagnetisch veld en dat werknemers langdurig blootstaan aan sterke elektromagnetische velden. Chemische agentia Tijdens de productie van PVC wordt er onder andere gewerkt met loodconcentraten, etheen, chloor, dichloorethaan en vinylchloride. Aan de meeste van deze stoffen kleven aanzienlijke gezondheidsrisico’s. Zo geldt voor chloor dat bij vrijkomen een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie zeer snel wordt bereikt. Door snel verdampen kan de vloeistof bevriezing veroorzaken. De stof werkt bijtend en inademing kan in ernstige gevallen de dood tot gevolg hebben. Loodstabilisatoren, dichloorethaan en vinylchloride verhogen bij langdurige herhaalde blootstelling de kans op kanker. Tijdens de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving, met name via rookgassen en stof, blootstaan aan relatief hoge concentraties zware metalen en andere verontreinigingen. Veiligheid Bij de productie van PVC wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen, welke bij calamiteiten ernstige schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist, zowel voor de productieruimte als voor transport. Bij zowel de productie van PVC en staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist: gehoorbescherming, niet eten en drinken tijdens het werk, geen open vuur, geen vonken, niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden, vonkarm gereedschap, plaatselijke afzuiging of adembescherming, een strenge scheiding tussen zuren, basen en andere chemicaliën, enz. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van afval noodzakelijk.
Raamkozijnen
Chemische agentia De belangrijkste grondstoffen voor PVC zijn steenzout en aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Tijdens de winning van ijzererts kunnen middels boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen stofemissies optreden. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. Veiligheid Tijdens de winning van steenzout, aardolie en ijzererts gelden zeer strenge veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van ongelukken. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast gelden een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval.
Constructiefase Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 149
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
149
3-9-2008 11:49:54
Milieu-informatie
Raamkozijnen
Tropisch hardhout (db) NIBE Milieuklasse:
1b Omschrijving functionele eenheid
A3-31c
Raamkozijnen
Een raamkozijn met een naar binnendraaiend raam van meranti uit duurzame bosbouw met een buitenmaat van 1000 x 1350 mm en een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerklagen en onderhoud met een alkydverf, toegepast op de 1e etage van een woning gedurende 75 jaar. Beglazing, stelkozijn, hang- en sluitwerk en transmissieverliezen zijn buiten beschouwing gelaten.
Opvallende milieu-eigenschappen Het meranti kozijn uit duurzame bosbouw valt in klasse 1b en is daarmee na het vuren kozijn een van de beste milieukeuzes. 21% van de milieubelasting wordt veroorzaakt door het verfsysteem over de levensduur, 17% door het aluminium aanstootprofiel. De EPDM rubbers dragen bij voor 9%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,02E+01 1,44E-05 2,12E+01 1,58E+00 2,58E-01 1,03E-02 3,75E-01 2,44E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
27 50
kg jaar
Afvalscenario
26 73 1
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
3,27E-04 6,81E-01 3,36E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,94E+00
PDF.m2.jr
3,45E+05 3,13E-04 1,64E+01 3,30E+00 3,29E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 1% li 1% ca 1% la 11% en 2% br 36%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
eu 18%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
oz 1% ve 13% aq 1%
hu 14%
Milieumaten
20 15
3.000
60
1.200
2.000
40
800
1.000
20
400
10 5 0
0 Emissies
150
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 150
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:55
Raamkozijnen
Gezondheidsinformatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Tropisch hardhout (db)
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase
Productiefase
A3-31c
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Hardhoutstof is kankerverwekkend. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Raamkozijnen
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 151
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
151
3-9-2008 11:49:56
Milieu-informatie
Raamkozijnen
Tropisch hardhout (sb) NIBE Milieuklasse:
6c Omschrijving functionele eenheid
A3-31c
Raamkozijnen
Een raamkozijn met een naar binnendraaiend raam van meranti uit standaard bosbouw met een buitenmaat van 1000 x 1350 mm en een profielmaat van 114 x 67 mm, inclusief afwerklagen en onderhoud met een alkydverf, toegepast op de 1e etage van een woning gedurende 75 jaar. Beglazing, stelkozijn, hang- en sluitwerk en transmissieverliezen zijn buiten beschouwing gelaten.
Opvallende milieu-eigenschappen Het meranti kozijn uit standaard bosbouw valt in klasse 6c en is daarmee een slechte milieukeuze. De milieubelasting wordt vrijwel volledig bepaald door het gebruik van meranti uit standaard bosbouw. Landschapsaantasting heeft een aandeel van 88% in de totale milieubelasting. Duidelijk is dat duurzaam geproduceerd hout de voorkeur heeft.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,16E+01 1,45E-05 2,13E+01 1,60E+00 2,59E-01 1,07E-02 3,88E-01 2,59E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
27 50
kg jaar
Afvalscenario
26 72 1
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,23E+02 6,81E-01 3,44E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,98E+02
PDF.m2.jr
3,47E+05 3,71E-04 9,09E+01 3,38E+00 3,37E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 2% eu 1% bi 7%
la 88%
Milieumaten
20 15
3.000
60
1.200
2.000
40
800
1.000
20
400
10 5 0
0 Emissies
152
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 152
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:56
Raamkozijnen
Gezondheidsinformatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Tropisch hardhout (sb)
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase
Productiefase
A3-31c
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Hardhoutstof is kankerverwekkend. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Raamkozijnen
Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 153
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
153
3-9-2008 11:49:57
Milieu-informatie
Deurdorpels
Vuren (db) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter vuren deurdorpel voor een buitendeurkozijn, met een profielmaat van 114 x 85 mm, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen
A3-31d
Deurdorpels
De vuren dorpel uit duurzame bosbouw valt in milieuklasse 1a. Dit staat voor een van de beste milieukeuzes. Del emissies bepalen 82% van de milieubelasting. De milieubelasting wordt voor 81% bepaald door het hout, de rest door bevestigingsmiddelen.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,06E+01 1,61E-06 1,33E+00 9,74E-02 8,62E-02 -6,80E-03 4,18E-02 3,63E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
3,1 15
kg jaar
Afvalscenario
5 91 4
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 7,67E-02 8,85E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
7,97E-01
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
li 1% ca 1% we 3% la 10% en 2%
eu 12%
1,66E+05 1,30E-04 1,47E+00 8,94E-01 8,39E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 59% ve 7% hu 4%
Milieumaten
3
2
1
0
400
4
120
300
3
90
200
2
60
100
1
30
0 Emissies
Grondstoffen
154
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 154
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:57
Deurdorpels
Gezondheidsinformatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Vuren (db)
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Deurdorpels A3-31d
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Voor zachthoutstof bestaat de verdenking dat het kankerverwekkend is. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties en astma. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Bij de afwerking met verf kunnen medewerkers in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er moet altijd goed geventileerd worden. Bij gebruik van oplosmiddelenhoudende verf kan bij langdurige blootstelling het schilderssyndroom (OPS) optreden. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 155
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
155
3-9-2008 11:49:58
Milieu-informatie
Deurdorpels
Kunststof (polyolefinen - 90% gerecycled) NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid De kunststof dorpel bestaat voor circa 88% uit secundair polyethyleen. Dit wordt vervaardigd uit verschillende afvalmaterialen. 10% van de dorpel wordt vervaardigd uit primair polyethyleen. Circa 2,5% bestaat uit pigmentroet. De resterende toeslagstoffen waaruit de dorpel bestaat hebben een massa percentage van minder dan 1% en zijn derhalve niet in de beoordeling meegenomen.
A3-31d
Deurdorpels
Opvallende milieu-eigenschappen De kunststof dorpel met 90% gerecycled polyethyleen valt in milieuklasse 2b. Dit staat voor een goede keuze. Het gebruik van secundair polyethyleen betekent een milieuverbetering van circa vijfenveertig procent ten opzichte van de dorpel vervaardigd uit honderd procent nieuw polyethyleen. Wanneer de resterende tien procent ook uit secundair polyethyleen vervaardigd zou zijn, zou dit een milieuverbetering van nog eens vijf procent opleveren. De milieubelasting wordt voor 94% bepaald door de deurdorpel, de resterende 6% door staal en PE pluggen voor bevestiging.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,51E+01 2,45E-06 2,94E+00 2,07E-02 1,33E-02 1,13E-03 2,33E-02 1,01E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
6,4 50
kg jaar
Afvalscenario
5 86 8 1
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 4,41E-02 9,10E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,98E-01
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
en 1% la 1% eu 17%
ve 2% hu 4%
1,22E+05 8,79E-06 1,72E+00 9,08E-01 8,75E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 72%
Milieumaten
3
2
1
0
400
4
120
300
3
90
200
2
60
100
1
30
0 Emissies
Grondstoffen
156
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 156
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:58
Deurdorpels
Gezondheidsinformatie
Per criterium
Veiligheid
o
-/o
nvt
o
-/o
o
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Kunststof (polyolefinen - 90% gerecycled)
o
o
nvt
o
o
o
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
o
-
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor polyester is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Tijdens de winning van de grondstoffen voor cement, middels boren, het opblazen met explosieven alsmede het laden en lossen, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling aan stof ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. In mindere mate is ook sprake van stofemissies bij de winning van andere voor beton benodigde grondstoffen.
Productiefase
Veiligheid Bij de productie van polyethuleen wordt gewerkt met benzeen, etheen, propeen en butadieen. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosi
A3-31d
Chemische agentia Etheen, de belangrijkste grondstof voor polyethyleen, is een kleurloos gas dat bij vrijkomen, lucht verdringt en als gevolg daarvan verstikkend werkt. Etheen kan in hoge concentraties aanleiding geven tot bewustzijnsverlaging.
Deurdorpels
Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Constructiefase Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen De dorpel bestaat voor 10 procent uit nieuw polyethyleen. De genoemde gezondheidseffecten over de productie van primair polyethyleen kunnen derhalve voor circa 10 procent aan de dorpel worden toegerekend worden.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 157
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
157
3-9-2008 11:49:59
Milieu-informatie
Deurdorpels
Natuursteen NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter deurdorpel voor een buitendeurkozijn van natuursteen, met een profielmaat van 114 x 70 mm, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar. De dorpel bestaat uit 19,0 kg natuursteen (inclusief neuten) en 0,1 kg stalen bouten.
Opvallende milieu-eigenschappen
A3-31d
Deurdorpels
Natuursteen is na hout het meest milieuvriendelijke product (milieuklasse 1a) in deze toepassing ondanks de hogere massa. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de productie van natuursteen per kilogram materiaal minder milieubelastend is. Natuursteen bepaalt de milieubesting voor 89% en staal voor 10%.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
9,00E+00 7,15E-07 8,29E-01 1,29E-01 2,09E-02 1,49E-03 4,76E-02 6,46E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
19,1 50
Afvalscenario
1 0 99
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,62E-01 5,09E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,08E+00
PDF.m2.jr
5,05E+04 1,54E-04 8,97E+01 5,13E-01 4,79E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 3% la 13%
en 1%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
br 49%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 21%
ve 8%
3
2
1
0
400
4
120
300
3
90
200
2
60
100
1
30
0 Emissies
Grondstoffen
158
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 158
Landgebruik
hu 2%
Milieumaten
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:49:59
Deurdorpels
Gezondheidsinformatie
Per criterium
Veiligheid
o
-/o
nvt
o
-/o
o
o
-
nvt
-
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Natuursteen
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
--
-
Grondstoffase Chemische agentia Bij de winning van natuursteen komt stof vrij. Zie opmerkingen voor de gezondheidsrisico’s van (kwarts)stof. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven tijdens de winning van natuursteen in open mijnbouw is de kans op ongelukken aanwezig. Exacte gegevens zijn niet bekend. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk.
Chemische agentia Zie opmerkingen voor de gezondheidsrisico’s Ergonomie De natuursteenbewerker heeft naast veel hinder van stof, lawaai en trillingen, klachten over langdurig staan en zware lichamelijke inspanning.
A3-31d
Veiligheid Voor de verwerking van natuursteen tot natuursteenproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Deurdorpels
Productiefase
Constructiefase Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Tijdens de natuursteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 159
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
159
3-9-2008 11:50:00
Milieu-informatie
Deurdorpels
Polyesterbeton NIBE Milieuklasse:
1c Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter deurdorpel voor een buitendeurkozijn van polyesterbeton, met een profielmaat van 114 x 70 mm, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar. De dorpel bestaat uit 9,5 kg polyesterbeton (inclusief neuten) en 0,05 kg staal.
Opvallende milieu-eigenschappen
A3-31d
Deurdorpels
Deze dorpel valt in milieuklasse 1c wat nog tot de beste milieukeuzes behoort. De goede score wordt veroorzaakt doordat de productie van polyesterbeton per kilogram materiaal weinig milieubelastend is. Houten kozijnen uit duurzame bosbouw of natuursteen heeft uit milieuoogpunt echter de voorkeur. Polyesterbeton bepaalt de milieubelasting voor 99%. De rest wordt veroorzaakt door de stalen bouten.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,30E+01 6,96E-07 2,31E+00 1,19E-01 9,79E-03 3,26E-03 5,45E-02 6,09E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
9,5 50
kg jaar
Afvalscenario
5 0 95
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,25E+00 1,67E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
6,22E-01
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
li 2% ca 2% la 6% en 3% ab 2%
eu 15%
1,54E+05 3,81E-05 2,70E+01 1,63E+00 1,63E+00
br 55%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 7% hu 5%
Milieumaten
3
2
1
0
400
4
120
300
3
90
200
2
60
100
1
30
0 Emissies
Grondstoffen
160
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 160
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:00
Deurdorpels
Gezondheidsinformatie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Polyesterbeton
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
nvt
o
o
-
o
o
+
nvt
nvt
+
o
o
nvt
o
o
o
o
-
+
o
--
Grondstoffase
Productiefase
A3-31d
Chemische agentia Bij de productie van polyester wordt gewerkt met een groot aantal min of meer gevaarlijke stoffen: Ftaalzure esters: Voor de mens niet zo giftig, maar ze kunnen wel directe schade aanrichten bij vele in het water levende ongewervelden. Bepaalde ftalen kunnen vermoedelijk kanker bevorderen of veroorzaken. Para-Xyleen: Directe gevolgen bij opname zijn een prikkeling van ogen, huid en ademhalingsorganen. De stof werkt op het zenuwstelsel. In ernstige gevallen kans op bewusteloosheid. Na inslikken van de stof kunnen druppeltjes in de longen terecht komen, waardoor een longontsteking kan optreden. Bij langdurige, herhaaldelijke blootstelling kunnen huidaandoeningen ontstaan. Styreen: Directe gevolgen bij opname zijn een prikkeling van ogen, huid en ademhalingsorganen. Gevolgen bij langdurige, herhaaldelijke blootstelling zijn ziekten van het zenuwstelsel met stoornissen van de spierfuncties, gevoel van zwakte in de benen en prikkelingen van de vingers en tenen. Veiligheid Bij de productie van polyester wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en bestaat continu brand- en explosiegevaar. Vergeleken met andere branches kent de aardolie-industrie een aanzienlijk ongevallenrisico.
Deurdorpels
Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor polyester is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Tijdens de winning van de grondstoffen voor cement, middels boren, het opblazen met explosieven alsmede het laden en lossen, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling aan stof ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. In mindere mate is ook sprake van stofemissies bij de winning van andere voor beton benodigde grondstoffen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof tijdens grondstofwinning voor cement zijn noodzakelijk.
Constructiefase Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Tijdens de kalksteenwinning en de grondstof-, productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die op kunnen treden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 161
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
161
3-9-2008 11:50:01
Milieu-informatie
Deurdorpels
Robinia (db) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Een strekkende meter deurdorpel van robinia volhout voor een buitendeurkozijn, met een profielmaat van 114 x 85 mm, toegepast in de NOVEM referentiewoning gedurende 75 jaar.
Opvallende milieu-eigenschappen
A3-31d
Deurdorpels
De robinia dorpel uit duurzame bosbouw valt in milieuklasse 1a. Dit staat voor een van de beste milieukeuzes. Het aandeel emissies is vrij laag met 76% van de milieubelasting. De milieubelasting wordt voor 82% bepaald door het hout, en 15% door de stalen bevestigingsmiddelen.
Milieucriteria (per functionele eenheid)
Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
8,44E+00 1,07E-06 8,01E-01 9,44E-02 6,80E-02 -6,32E-03 3,85E-02 6,61E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
4,3 30
kg jaar
Afvalscenario
5 91 4
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 7,13E-02 7,27E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,32E+00
PDF.m2.jr
we 3%li 1% ca 1% la 16%
en 2%
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
1,15E+05 1,75E-04 5,91E-01 7,46E-01 6,94E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 22%
2
1
0
400
4
120
300
3
90
200
2
60
100
1
30
0 Grondstoffen
162
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 162
Landgebruik
ve 6% hu 2%
Milieumaten
3
Emissies
br 46%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:01
Deurdorpels
Gezondheidsinformatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
-/o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Robinia (db)
o
-/o
o
-
o
-
o
-/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning en bewerking van hout kunnen, wanneer medewerkers met houtstof in aanraking komen, negatieve gezondheidseffecten ontstaan (zie ook de productiefase). Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens kappen en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Deurdorpels A3-31d
Chemische agentia Tijdens het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder optreden. Vooral bij zagen en schuren, zowel machinaal als handmatig, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Voor zachthoutstof bestaat de verdenking dat het kankerverwekkend is. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties en astma. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Bij de afwerking met verf kunnen medewerkers in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er moet altijd goed geventileerd worden. Bij gebruik van oplosmiddelenhoudende verf kan bij langdurige blootstelling het schilderssyndroom (OPS) optreden. Ergonomie De machinaal houtbewerker heeft naast veel hinder van stof en lawaai, klachten over langdurig staan. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan (hout)stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De kozijnensteller heeft aanmerkelijk meer klachten over lichamelijke belasting dan het overig CAO-personeel. De fysieke belasting kan worden beperkt door het gebruik van horizontale en verticale transporthulpmiddelen, lichtere kozijnen of kant en klare elementen, meegieten in het beton, werken met meerdere mensen, effectief aanleveren van materialen en efficiënt inmeten.
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens schilderwerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er dient te allen tijde goed geventileerd te worden. Verwacht wordt dat tijdens buitenschilderwerkzaamheden voldoende sprake is van ventilatie en er derhalve geen negatieve gezondheidseffecten optreden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 163
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
163
3-9-2008 11:50:02
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Douglas delen (EU - CC - alkyd - db) NIBE Milieuklasse:
2a Omschrijving functionele eenheid Met CC verduurzaamde douglas delen, afgewerkt met alkydverf, toegepast als gevelbekleding. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De douglas delen zijn 19 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 12,4 kg (verduurzaamd) hout nodig. De alkyd afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,5 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen De douglas delen scoren klasse 2a en zijn daarmee een goede milieukeuze. De verduurzaming middels CC is met 72% van de milieukosten de belangrijkste bron van milieubelasting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de productie van het verduurzamingsmiddel. Het aandeel van de alkydverf bedraagt circa 10%. De bijdrage van het regelwerk en de bevestigingsmiddelen is met 4% gering. Het douglashout zelf draagt slecht bij aan 14% van de milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
8,27E+00 1,45E-06 1,60E+00 1,73E-01 6,79E-02 -5,24E-03 6,39E-02 1,25E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
13,9 40
Afvalscenario
11 89 0
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,85E-01 9,64E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,82E+00
PDF.m2.jr
7,27E+04 2,60E-04 5,27E-01 1,28E+00 9,47E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 4%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 3% eu 30%
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 164
Grondstoffen
Landgebruik
ve 8%
Milieumaten
30
164
br 34%
en 2%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Emissies
li 1% ca 1%
la 17%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:03
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Douglas delen (EU - CC - alkyd - db)
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-
o
-
o
--
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
-
nvt
o
o
-
o
----
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen voor het werken met hout zoals die gelden voor de productiefase. Het verduurzamingsmiddel CC bestaat onder andere uit chroom en koper. Met name aan in contact komen met chroomverbindingen kleven gezondheidsrisico’s. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Tijdens het opwerken van koper- en chroomverbindingen gelden strenge veiligheidsmaatregelen. Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten, alsook de productie van het CC-verduurzamingsmiddel, bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid.
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Zie voor de gezondheidseffecten van werken met hout de productiefase. Werknemers lopen bij bewerken en plaatsen van CC-verduurzaamd hout een mogelijk gezondheidsrisico. Via hand-mondcontact kunnen werknemers Cr(IV) binnenkrijgen. Chroomgevoelige personen kunnen last krijgen van allergische contactdermatitis. De mate van blootstelling hangt sterk af van de kwaliteit van de fixatie. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren.
Gevelbekleding hout
Productiefase
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Chemische agentia Het ministerie beschouwt CC-geïmpregneerd hout niet als chemisch afval. Het kan immers verantwoord worden verbrand in een afvalverbrandingsinstallatie. Problemen ontstaan doordat het niet altijd mogelijk is het verduurzaamde hout (visueel) goed te scheiden van het overige hout. Hierdoor komen de koper- en chroomverbindingen verspreid in het milieu terecht.
Opmerkingen Gedurende de levenscyclus van de douglasdelen zal een aantal maal onderhoud verricht worden middels verven. Bij gebruik van oplosmiddelarme verven dient men er rekening mee te houden dat het materiaal niet onder de kraan wordt schoongemaakt. Dit heeft voor zowel het milieu als de rioolwaterzuivering uiterst nadelige effecten en wordt nadrukkelijk afgeraden.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 165
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
165
3-9-2008 11:50:03
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Eiken delen (EU - db) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Onafgewerkte europees eikenhouten delen, afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De eiken delen zijn 16 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 13,7 kg hout nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,9 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Eiken delen (uit duurzaam beheerde bossen) scoren milieutechnisch verreweg als milieuvriendelijkste product. Dit komt voornamelijk door de lange levensduur (60 jaar) en het feit dat verduurzaming en oppervlakte behandeling niet noodzakelijk is. Hierdoor kunnen de delen in de afvalfase eveneens heel schoon als brandstof dienen. Door de lage milieukosten van de eiken delen is het aandeel van het regelwerk en de bevestigingsmiddelen met circa 9% van de milieubelasting relatief groot.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,00E+00 7,17E-07 6,18E-01 4,71E-02 4,71E-02 -5,41E-03 2,92E-02 5,43E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,6 60
Afvalscenario
5 85 10
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,50E-02 5,41E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,14E+00
PDF.m2.jr
6,12E+04 1,86E-04 -4,56E+00 5,67E-01 5,25E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 5% li 1% ca 1%
la 20% br 38%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
en 2%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
166
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 166
Grondstoffen
Landgebruik
hu 3% ve 7%
eu 25%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:04
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Eiken delen (EU - db)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 167
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
167
3-9-2008 11:50:05
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Eiken delen (EU - sb) NIBE Milieuklasse:
2a Omschrijving functionele eenheid Onafgewerkte eikenhouten delen, afkomstig uit standaard beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De eiken delen zijn 16 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 13,7 kg hout nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,9 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen In tegenstelling tot eiken delen uit duurzaam beheerde bossen (meest milieuvriendelijke productkeuze) scoort de variant met hout uit standaard productiebos minder goed. De hoeveelheid landgebruik die voor houtwinning nodig is gaat gepaard met aanzienlijke milieuschade indien geen rekening gehouden wordt met het ecosysteem ter plaatse. Circa 55% van de milieubelasting wordt veroorzaak door landgebruik. Eikenhout uit duurzaam beheerde bossen verdient de voorkeur.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,12E+00 7,27E-07 6,27E-01 4,87E-02 4,71E-02 -5,38E-03 3,02E-02 5,57E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,6 60
Afvalscenario
5 85 10
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
5,69E-01 3,50E-02 5,48E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
6,08E+00
PDF.m2.jr
6,14E+04 1,91E-04 3,93E+01 5,74E-01 5,32E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 3% br 21%
hu 1% ve 4%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 55% eu 13% bi 1% en 1%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
168
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 168
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:05
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Eiken delen (EU - sb)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 169
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
169
3-9-2008 11:50:06
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Lariks delen (EU - CC - db) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Met CC verduurzaamde onafgewerkte lariks delen, toegepast als gevelbekleding. Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De lariks delen zijn 19 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 14 kg (verduurzaamd) hout nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,8 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen De lariks delen uit duurzame bosbouw vallen in klasse 3a en zijn daarmee een aanvaardbare milieukeuze. De verduurzaming middels CC is met 44% van de milieukosten van lariksdelen (exclusief regelwerk) een belangrijke bron van milieubelasting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de productie van het verduurzamingsmiddel. Het larikshout zelf veroorzaakt 53% van de milieubelasting. De bijdrage van het regelwerk en de bevestigingsmiddelen is met 3% gering. De extra milieubelasting van het verduurzamingsmiddel CC is kleiner dan het milieuvoordeel door verlenging van de levensduur van het hout. Hierdoor is de verduurzaamde variant een betere productkeuze.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,57E+01 2,24E-06 2,23E+00 2,75E-01 8,92E-02 -8,78E-03 1,03E-01 2,04E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,8 40
Afvalscenario
6 94 0
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 8,17E-02 1,42E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,26E+00
PDF.m2.jr
8,90E+04 4,44E-04 -4,20E+00 1,72E+00 1,39E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
we 4%
li 1%ca 1%
la 13%
br 39%
en 2%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 30% ve 8% hu 3%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
170
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 170
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:06
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Lariks delen (EU - CC - db)
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-
o
-
o
--
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
-
nvt
o
o
-
o
----
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen voor het werken met hout zoals die gelden voor de productiefase. Het verduurzamingsmiddel CC bestaat onder andere uit chroom en koper. Met name aan in contact komen met chroomverbindingen kleven gezondheidsrisico’s. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Tijdens het opwerken van koper- en chroomverbindingen gelden strenge veiligheidsmaatregelen. Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten, alsook de productie van het CC-verduurzamingsmiddel, bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid.
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Zie voor de gezondheidseffecten van werken met hout de productiefase. Werknemers lopen bij bewerken en plaatsen van CC-verduurzaamd hout een mogelijk gezondheidsrisico. Via hand-mondcontact kunnen werknemers Cr(IV) binnenkrijgen. Chroomgevoelige personen kunnen last krijgen van allergische contactdermatitis. De mate van blootstelling hangt sterk af van de kwaliteit van de fixatie. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren.
Gevelbekleding hout
Productiefase
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Chemische agentia Het ministerie beschouwt CC-geïmpregneerd hout niet als chemisch afval. Het kan immers verantwoord worden verbrand in een afvalverbrandingsinstallatie. Problemen ontstaan doordat het niet altijd mogelijk is het verduurzaamde hout (visueel) goed te scheiden van het overige hout. Hierdoor komen de koper- en chroomverbindingen verspreid in het milieu terecht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 171
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
171
3-9-2008 11:50:07
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Lariks delen (EU - db) NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Niet verduurzaamde en onafgewerkte lariks delen toegepast als gevelbekleding. Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De lariks delen zijn 19 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 14 kg hout nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,8 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen De lariks delen uit duurzame bosbouw vallen in klasse 3b en zijn daarmee een aanvaardbare milieukeuze. Per kilogram scoort het larikshout vanuit milieuoogpunt gunstig. Zonder verduurzaming is de levensduur van het hout, toegepast als gevelbekleding, echter gering. Hierdoor scoort onverduurzaamd larikshout ten opzichte van de milieureferentie (eiken delen) minder gunstig. Bij verduurzaming van het larikshout met CC verdubbeld de levensduur. De extra milieubelasting van het verduurzamingsmiddel CC is kleiner dan de milieubelasting van het hout. Hierdoor is de verduurzaamde variant door de verdubbeling van de levensduur een betere productkeuze.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,70E+01 2,70E-06 2,30E+00 2,30E-01 1,59E-01 -1,89E-02 1,09E-01 2,15E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,8 20
Afvalscenario
5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,33E-01 1,77E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,02E+00
PDF.m2.jr
we 5% li 1% ca 1% la 15% br 38% en 2%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,55E+05 6,32E-04 -1,52E+01 1,91E+00 1,76E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 29%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
172
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 172
Grondstoffen
Landgebruik
hu 3% ve 7%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:07
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Lariks delen (EU - db)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 173
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
173
3-9-2008 11:50:08
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Meranti delen (alkyd - db) NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Tropisch merantihouten delen, afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. De delen zijn afgewerkt met alkydverf. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De meranti delen zijn 16 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 12,5 kg hout nodig. De alkyd afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Meranti delen uit duurzaam beheerde bossen vallen in klasse 2b, een goede milieukeuze. De milieubelasting wordt voornamelijk veroorzaakt door emissies. Deze worden voor het grootste deel veroorzaakt door zeetransport. Binnen de beoordeling is uitgegaan van een transportafstand van 15.000 km. De overige emissies ontstaan tijdens het droogproces en het bewerken en verwerken van het hout.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,45E+00 8,15E-06 3,92E+00 3,51E-01 1,33E-01 3,99E-03 1,90E-01 1,33E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
13,5 40
Afvalscenario
6 94 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 7,80E-02 6,48E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,06E+00
PDF.m2.jr
6,65E+04 2,03E-04 -2,42E+00 7,26E-01 6,60E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 3% br 19%
la 16%
en 1%
oz 2%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
hu 7%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 28% ve 20%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
174
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 174
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:08
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Meranti delen (alkyd - db)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/-
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Hardhoutstof is kankerverwekkend voor de mens. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Bij de afwerking met verf kunnen medewerkers in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Er moet altijd goed geventileerd worden. Bij gebruik van oplosmiddelenhoudende verf kan bij langdurige blootstelling het schilderssyndroom (OPS) optreden. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten en het gebruik van verf bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden. Tijdens onderhoudswerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Zie productiefase.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 175
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
175
3-9-2008 11:50:09
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Meranti delen (alkyd - sb) NIBE Milieuklasse:
>7c Omschrijving functionele eenheid Tropisch merantihouten delen, afkomstig uit standaard beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. De delen zijn afgewerkt met alkydverf. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit standaard beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De meranti delen zijn 16 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 12,5 kg hout nodig. De alkyd afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen De landschapsaantasting bij meranti delen afkomstig uit standaard bosbouw is met een aandeel van 90% in de totale milieubelasting enorm. Hierdoor is dit alternatief een onaanvaardbare milieukeuze. Doorgaans is bij standaard bosbouw van meranti sprake van grootschalige kaalslag met erosie als gevolg. Grote oppervlakken verliezen hierdoor permanent een groot deel van hun ecologische waarde. Ten opzichte van het criterium landgebruik zijn alle andere criteria verwaarloosbaar. Hout uit duurzame bosbouw verdient dus duidelijk de voorkeur.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
6,41E+00 8,21E-06 4,00E+00 3,64E-01 1,33E-01 4,21E-03 1,98E-01 1,44E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
13,5 40
Afvalscenario
6 94 0
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
1,41E+02 7,78E-02 7,08E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,79E+02
PDF.m2.jr
6,78E+04 2,44E-04 4,48E+01 7,80E-01 7,15E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
eu 1% bi 7%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 90%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
176
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 176
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:09
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Meranti delen (alkyd - sb)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/-
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Hardhoutstof is kankerverwekkend voor de mens. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten en het gebruik van verf bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden. Tijdens onderhoudswerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Zie productiefase.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 177
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
177
3-9-2008 11:50:10
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Multiplex okoumé (db) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Multiplex op basis van okoumé, dat afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. De platen zijn afgewerkt met alkydverf. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Het multiplex is 7 mm dik. Voor 1 m2 is circa 3,4 kg multiplex nodig. De alkyd afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,8 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Multiplex okoumé scoort milieutechnisch erg goed, bijna net zo goed als de milieureferentie. Per kilogram materiaal is het product ongeveer even milieuvriendelijk als de milieureferentie (eiken delen). De levensduur is echter circa 20 jaar korter waardoor gedurende 75 jaar meer materiaal nodig is. De multiplex bekleding is veel dunner en het gewicht is ongeveer de helft van dat van de eiken delen. Het aandeel van de alkydverf in de milieubelasting is circa 18%. De bijdrage van het regelwerk is circa 8% en de stalen bevestiging 6%. De resterende milieubelasting wordt veroorzaakt door verontreinigende emissies die ontstaan tijdens transport en productie van het multiplex.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,00E+00 2,22E-06 1,47E+00 1,23E-01 4,16E-02 6,59E-03 7,12E-02 7,71E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
6,2 40
kg jaar
Afvalscenario
21 78 1
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,69E-01 5,48E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,35E-01
PDF.m2.jr
we 2% li 1% ca 1% la 8% en 2%
br 23%
oz 1%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
5,86E+04 8,14E-05 4,80E+00 6,26E-01 5,54E-01
hu 6%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 16%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
178
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 178
Grondstoffen
Landgebruik
fo 2%
eu 36%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:10
Gezondheids-informatie
Gevelbekleding hout
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Multiplex okoumé (db)
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
o
-
o
-
o
+/-
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Daarnaast worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt ten behoeve van fenolformaldehydelijm. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Multiplex voor buitentoepassingen wordt veelal verlijmd met fenolformaldehydelijm. Tijdens het productieproces van fenolformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en fenol. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten en het gebruik van verf bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gevelbekleding hout
Productiefase
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden. Tijdens onderhoudswerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Zie productiefase.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 179
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
179
3-9-2008 11:50:11
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Multiplex okoumé (sb) NIBE Milieuklasse:
6b Omschrijving functionele eenheid Multiplex op basis van okoumé, dat afkomstig is uit standaard beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. De platen zijn afgewerkt met alkydverf. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit standaard beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Het multiplex is 7 mm dik. Voor 1 m2 is circa 3,4 kg multiplex nodig. De alkyd afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,8 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Multiplex okoumé uit standaard bosbouw valt in klasse 6b, dit betekent een slechte milieukeuze. Ondanks dat de ecologische schade tijdens winning van okoumé hout ten opzichte van bijvoorbeeld meranti winning een stuk geringer is, speelt landgebruik met 95% van de milieubelasting een doorslaggevende rol. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het grote oppervlak dat per kilogram product nodig is in combinatie met de (bij standaard bosbeheer) onvermijdelijke soortenachteruitgang. De resterende milieubelasting wordt veroorzaakt door verontreinigende emissies die ontstaan tijdens transport en productie.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,28E+00 2,24E-06 1,49E+00 1,26E-01 4,17E-02 6,66E-03 7,35E-02 8,03E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
6,2 40
kg jaar
Afvalscenario
21 78 1
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
5,53E-01 1,69E-01 5,65E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,06E+02
PDF.m2.jr
5,90E+04 9,36E-05 1,79E+01 6,42E-01 5,71E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
br 1%
eu 2%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 95%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
180
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 180
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:11
Gezondheids-informatie
Gevelbekleding hout
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Multiplex okoumé (sb)
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
o
-
o
-
o
+/-
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Daarnaast worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt ten behoeve van fenolformaldehydelijm. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Multiplex voor buitentoepassingen wordt veelal verlijmd met fenolformaldehydelijm. Tijdens het productieproces van fenolformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en fenol. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten en het gebruik van verf bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gevelbekleding hout
Productiefase
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden. Tijdens onderhoudswerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Zie productiefase.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 181
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
181
3-9-2008 11:50:13
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Multiplex vuren (db) NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Multiplex op basis van vuren, dat afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. De platen zijn afgewerkt met alkydverf. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Het multiplex is 9,3 mm dik. Voor 1 m2 is circa 4,5 kg multiplex nodig. De alkyd afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,8 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Multiplex gevelbekleding (met hout afkomstig uit duurzaam beheerde bossen) is milieutechnisch een goed product. Per kilogram materiaal is het product zelfs milieuvriendelijker dan de milieureferentie (eiken delen). De levensduur is met 20 jaar echter 3 keer zo kort, waardoor gedurende 75 jaar meer materiaal nodig is. Doordat de milieubelasting van het hout relatief laag is, is het aandeel van de afwerking met 34% van de milieubelasting relatief hoog. Het vuren regelwerk en de bevestigingsmiddelen dragen ook nog circa 24% bij.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
-2,07E+00 1,69E-06 1,49E+00 5,67E-02 4,48E-02 1,54E-02 8,13E-02 1,45E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
7,3 20
kg jaar
Afvalscenario
18 81 1
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,73E-01 4,13E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
8,68E-01
PDF.m2.jr
6,64E+04 1,16E-04 1,24E+01 6,43E-01 4,54E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 3% li 1% hu 6% fo 5%
la 14%
ve 18%
en 1% ab 1%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 63%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
182
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 182
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:13
Gezondheids-informatie
Gevelbekleding hout
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Multiplex vuren (db)
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-/o
o
-
o
-
o
+/-
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Daarnaast worden kleine hoeveelheden olie en aardgas gebruikt ten behoeve van fenolformaldehydelijm. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Constructiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Multiplex voor buitentoepassingen wordt veelal verlijmd met fenolformaldehydelijm. Tijdens het productieproces van fenolformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en fenol. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten en het gebruik van verf bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gevelbekleding hout
Productiefase
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden. Tijdens onderhoudswerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Zie productiefase.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 183
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
183
3-9-2008 11:50:14
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Robinia delen (db) NIBE Milieuklasse:
1b Omschrijving functionele eenheid Niet afgewerkte robiniahouten delen, afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit standaard beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De robinia delen zijn 16 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 14,6 kg hout nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,9 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Milieutechnisch staat robinia bekend als een van de beste productkeuzes voor gevelbekledingen. Uit deze milieubeoordeling blijkt deze reputatie volledig gegrond is. De lange levensduur en het feit dat verduurzaming en oppervlakte behandeling overbodig zijn dragen hieraan bij. Voorwaarde bij dit positieve resultaat is dat de robinia delen afkomstig zijn uit duurzaam beheerd bos. Emissies die vrijkomen bij het transporteren, bewerken en verwerken van het hout zorgen voor 74% van de milieubelasting en landgebruik voor 17%. Het staal voor bevestiging heeft een aandeel van circa 3% in de milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,54E+00 1,05E-06 6,96E-01 8,54E-02 4,94E-02 -5,35E-03 4,50E-02 9,15E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
15,5 60
Afvalscenario
5 85 10
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,49E-02 6,10E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,31E+00
PDF.m2.jr
4,80E+04 2,41E-04 -5,48E+00 6,38E-01 5,97E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 5%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 2%
20
10
0
eu 32%
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 184
Grondstoffen
Landgebruik
ve 8%
Milieumaten
30
184
br 32%
en 2%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Emissies
li 1% ca 1%
la 17%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:14
Gezondheids-informatie
Gevelbekleding hout
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Robinia delen (db)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 185
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
185
3-9-2008 11:50:15
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Vuren delen (CC - db) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Niet afgewerkte met CC verduurzaamde vuren delen toegepast als gevelbekleding. Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De vuren delen zijn 19 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 10,7 kg (verduurzaamd) hout nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,9 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Vuren delen uit duurzame bosbouw met CC zijn geclassificeerd in klasse 3a en zijn daarmee een aanvaardbare milieukeuze. De verduurzaming middels CC is met 60% van de milieukosten van vuren delen (exclusief regelwerk) de belangrijkste bron van milieubelasting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de productie van het verduurzamingsmiddel. De bijdrage van de bevestigingsmiddelen is met circa 3% gering. De rest van de milieubelasting wordt veroorzaak door het vuren (37%). Emissies (82%) die vrijkomen bij het transport, be- en verwerken van het hout spelen hierbij een grote rol.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,70E+01 3,04E-06 2,97E+00 2,88E-01 1,00E-01 -7,06E-03 1,10E-01 1,76E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
11,6 30
Afvalscenario
6 94 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,10E-01 1,54E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,85E+00
PDF.m2.jr
1,46E+05 3,57E-04 -1,26E+00 1,93E+00 1,49E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 3%li 1% ca 1% la 11% en 2% br 43%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 27%
ve 8%
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
186
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 186
Grondstoffen
Landgebruik
hu 4%
Milieumaten
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:15
Gezondheids-informatie
Gevelbekleding hout
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Vuren delen (CC - db)
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
-
o
-
o
--
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
-
nvt
o
o
-
o
----
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen voor het werken met hout zoals die gelden voor de productiefase. Het verduurzamingsmiddel CC bestaat onder andere uit chroom en koper. Met name aan in contact komen met chroomverbindingen kleven gezondheidsrisico’s. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Tijdens het opwerken van koper- en chroomverbindingen gelden strenge veiligheidsmaatregelen. Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Uit onderzoek blijkt dat direct na het impregneren en onder slechte fixatie omstandigheden de hoeveelheid Cr(IV) na één week nog boven de sensibilisatiegrens ligt. Cr (IV) is kankerverwekkend en allergeen. Bij de algemene methode van snelfixatie wordt Cr(IV) echter snel gereduceerd naar Cr(III) dat minder schadelijk is. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten, alsook de productie van het CC-verduurzamingsmiddel, bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Chemische agentia Zie voor de gezondheidseffecten van werken met hout de productiefase. Werknemers lopen bij bewerken en plaatsen van CC-verduurzaamd hout een mogelijk gezondheidsrisico. Via hand-mondcontact kunnen werknemers Cr(IV) binnenkrijgen. Chroomgevoelige personen kunnen last krijgen van allergische contactdermatitis. De mate van blootstelling hangt sterk af van de kwaliteit van de fixatie. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren.
A4-41a
Constructiefase
Gevelbekleding hout
Productiefase
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Chemische agentia Het ministerie beschouwt CC-geïmpregneerd hout niet als chemisch afval. Het kan immers verantwoord worden verbrand in een afvalverbrandingsinstallatie. Problemen ontstaan doordat het niet altijd mogelijk is het verduurzaamde hout (visueel) goed te scheiden van het overige hout. Hierdoor komen de koper- en chroomverbindingen verspreid in het milieu terecht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 187
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
187
3-9-2008 11:50:16
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Vuren delen (thermisch behandeld - db) NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Niet afgewerkte thermisch verduurzaamde vuren delen toegepast als gevelbekleding. Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De gepotdekselde vuren delen zijn 19 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 7,9 kg (verduurzaamd) hout nodig. De bevestigingsmiddelen (ook thermisch verduurzaamd) en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,8 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Vuren delen met boskeur en thermisch verduurzaamd zijn geclassificeerd in klasse 2b en zijn daarmee een goede milieukeuze. De thermische verduurzaming is met 56% van de milieubelasting duidelijk aanwezig. Toch scoort verduurzaming door koken beter dan verduurzaming met CC. Dit komt doordat gekookt hout een lager gewicht per functionele eenheid heeft. De bijdrage van de bevestigingsmiddelen is met circa 3% gering. De rest van de milieubelasting wordt veroorzaak door het vuren, waarvan het merendeel door emissies (82%) die vrijkomen bij het transport, be- en verwerken van het hout.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,78E+01 2,43E-06 2,44E+00 2,71E-01 8,34E-02 -5,63E-03 6,43E-02 6,06E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
8,7 30
kg jaar
Afvalscenario
6 94 0
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 7,32E-02 1,36E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
9,42E-01
PDF.m2.jr
1,10E+05 1,51E-04 -1,59E+00 1,39E+00 1,30E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
ca 1% we 2%li 1% la 7% en 2%
eu 13%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 7% hu 5%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
188
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 188
Grondstoffen
Landgebruik
br 62%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:16
Gezondheids-informatie
Gevelbekleding hout
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Vuren delen (thermisch behandeld - db)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 189
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
189
3-9-2008 11:50:17
Milieu-informatie
Gevelbekleding hout
Western Red Cedar delen (db) NIBE Milieuklasse:
1c Omschrijving functionele eenheid Niet afgewerkte Western Red Cedar (WRC) houten delen, afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als gevelbekleding. Binnen de milieubeoordeling is voor alle varianten op basis van hout uitgegaan van potdekselen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. De WRC delen zijn 16 mm dik en 145 mm breed. Ze worden aangebracht met een overlap van 25 mm. Voor 1 m2 is circa 7,2 kg hout nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,8 kg.
A4-41a
Gevelbekleding hout
Opvallende milieu-eigenschappen Een uit milieuoverwegingen veel gebruikte variant is WRC als gevelbekleding. De hoge mate van natuurlijke duurzaamheid en het feit dat het hout onbehandeld kan worden toegepast ligt hieraan ten grondslag. Ten opzichte van andere houtsoorten is WRC nog eens uitermate licht, waardoor per functionele eenheid weinig materiaal nodig is. De belangrijkste milieukosten worden veroorzaakt door de transportafstand en het relatieve hoge energiegebruik tijdens het droogproces. Voorwaarde bij dit positieve resultaat is dat het WRC afkomstig is uit duurzaam beheerd bos.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
9,14E+00 1,29E-06 1,32E+00 1,05E-01 4,32E-02 -2,39E-03 4,98E-02 5,56E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
8,0 60
kg jaar
Afvalscenario
5 85 10
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 4,54E-02 7,44E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
8,79E-01
PDF.m2.jr
8,98E+04 1,84E-04 -9,07E-01 7,68E-01 7,14E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 4% li 1%
ca 1%
la 11% en 2%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
br 50%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
eu 18%
ve 8% hu 4%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
190
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 190
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:17
Gevelbekleding hout
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Western Red Cedar delen (db)
o
-/o
o
-
o
-
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie Vergeleken met de totale bouw wordt het werk van de timmerman als meer lichamelijk inspannend ervaren en ondervindt men meer last van lawaai, stof, en klimatologische factoren, zoals koude, temperatuurwisselingen en tocht.
Gevelbekleding hout
Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 191
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
191
3-9-2008 11:50:18
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Aluminium geprofileerd (gecoat) NIBE Milieuklasse:
5c Omschrijving functionele eenheid Gecoate aluminium geprofileerde platen toegepast als gevelbekleding. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Bij een dikte van 0,7 mm is per m2 circa 2,75 kg aluminium nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,2 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Voor de beoordeling van gevelbekledingen is gekozen om alle alternatieven (hout, metaal, ed.) met elkaar te vergelijken. Milieutechnisch scoort geprofileerd aluminium, ten opzichte van de milieureferentie (eiken delen), niet goed, klasse 5c. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd valt deze variant in milieuklasse 3a. Dit wil zeggen dat wanneer de keuze vrijheid beperkt is tot metaal, deze variant relatief gunstig is. Per kilogram genereert aluminium, door het hoge energiegebruik tijdens productie, veel milieubelasting. Deze milieubelasting wordt deels gecompenseerd door de geringe massa van aluminium in de toepassing. De milieubelasting van het regelwerk en de bevestigingsmiddelen is kleiner dan 0,5%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,10E+01 1,34E-05 1,48E+02 4,70E+00 1,20E-01 2,10E-02 3,94E-01 1,72E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
3,96 40
Afvalscenario
5 5 90
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
4,44E-03 1,66E-01 2,28E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,88E+00
PDF.m2.jr
1,41E+05 1,47E-05 6,44E+01 2,38E+00 2,30E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
la 6% eu 6% br 30% ve 7% aq 1%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 46%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
192
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 192
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:18
Gevelbekleding metaal
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
o
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Aluminium geprofileerd (gecoat)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
o
Grondstoffase
Productiefase Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. Aluminium kan bij nierpatienten problemen veroorzaken wanneer ze het tijdens de nierdialyse binnenkrijgen.
Gevelbekleding metaal
Chemische agentia Tijdens de winning van bauxiet kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, waaronder diverse vormen van dementie, geheugenverlies, lusteloosheid en trillerigheid. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Bij kleine blootstellingen kunnen irritaties van de huid en slijmvliezen ontstaan. Bij langdurige blootstelling aan inhaleerbaar stof met onvoldoende bescherming kan longfibrose en longkanker ontstaan. De MACwaarde voor inhaleerbaar stof (stof dat via de neus en mond kan worden ingeademd) is 10 mg/m3. De MAC-waarde voor respirabel stof (stof dat kan doordringen tot de longblaasjes) is 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk.
Constructiefase
Gebruiksfase
A4-41a
Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen. Fysische agentia Aluminium is een paramagnetische stof die in beperkte mate elektromagnetische velden kan opnemen, versterken, transporteren en weer uitzenden. Als gevolg van deze eigenschappen kan aluminium interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Aluminium kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 193
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
193
3-9-2008 11:50:19
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Aluminium geprofileerd (ongecoat) NIBE Milieuklasse:
5c Omschrijving functionele eenheid Ongecoate aluminium geprofileerde platen toegepast als gevelbekleding. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Bij een dikte van 0,7 mm is per m2 circa 2,75 kg aluminium nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,2 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Voor de beoordeling van gevelbekledingen is gekozen om alle alternatieven (hout, metaal, ed.) met elkaar te vergelijken. Milieutechnisch scoort geprofileerd aluminium, ten opzichte van de milieureferentie (eiken delen), niet goed, klasse 5c. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd valt deze variant in milieuklasse 3a. Dit wil zeggen dat wanneer de keuze vrijheid beperkt is tot metaal, deze variant relatief gunstig is. Per kilogram genereert aluminium, door het hoge energiegebruik tijdens productie, veel milieubelasting. Deze milieubelasting wordt deels gecompenseerd door de geringe massa van aluminium in de toepassing. De milieubelasting van het regelwerk en de bevestigingsmiddelen is kleiner dan 1%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,13E+01 1,35E-05 1,49E+02 4,75E+00 1,21E-01 2,08E-02 3,90E-01 1,71E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
3,96 40
Afvalscenario
5 5 90
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
4,49E-03 1,65E-01 2,28E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,89E+00
PDF.m2.jr
1,40E+05 1,47E-05 6,50E+01 2,38E+00 2,29E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
la 6% eu 6% br 30% ve 7% aq 1%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 47%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
194
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 194
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:19
Gevelbekleding metaal
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
o
nvt
o
o
-
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Aluminium geprofileerd (ongecoat)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
-
o
-
o
Grondstoffase
Productiefase Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. Aluminium kan bij nierpatienten problemen veroorzaken wanneer ze het tijdens de nierdialyse binnenkrijgen.
Gevelbekleding metaal
Chemische agentia Tijdens de winning van bauxiet kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, waaronder diverse vormen van dementie, geheugenverlies, lusteloosheid en trillerigheid. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Bij kleine blootstellingen kunnen irritaties van de huid en slijmvliezen ontstaan. Bij langdurige blootstelling aan inhaleerbaar stof met onvoldoende bescherming kan longfibrose en longkanker ontstaan. De MACwaarde voor inhaleerbaar stof (stof dat via de neus en mond kan worden ingeademd) is 10 mg/m3. De MAC-waarde voor respirabel stof (stof dat kan doordringen tot de longblaasjes) is 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk.
Constructiefase
Gebruiksfase
A4-41a
Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen. Fysische agentia Aluminium is een paramagnetische stof die in beperkte mate elektromagnetische velden kan opnemen, versterken, transporteren en weer uitzenden. Als gevolg van deze eigenschappen kan aluminium interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Aluminium kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 195
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
195
3-9-2008 11:50:21
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Aluminium vlak (gecoat-sandwich alu-kern) NIBE Milieuklasse:
7a Omschrijving functionele eenheid Vlakke aluminium gevelbekleding, bestaande uit een sandwichplaat met aluminium (honingraat) kern. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Bij een dikte van 25 mm is per m2 circa 6,1 kg aluminium nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,8 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Voor de beoordeling van gevelbekledingen is gekozen om alle alternatieven (hout, metaal, ed.) met elkaar te vergelijken. Milieutechnisch scoort deze gevelbekleding, ten opzichte van de milieureferentie (eiken delen), slecht, klasse 7a. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd valt deze variant in milieuklasse 4b. Een vlakke plaat is veelal flexibel daarom is deze variant voorzien van een aluminium vulling met een honingraatstructuur. Door deze toevoeging stijgt het aantal benodigde kilogram aluminium zodanig dat de milieuscore sterk negatief wordt beïnvloed. Tijdens de productie van aluminium is relatief veel energie nodig, hetgeen gepaard gaat met verontreinigende emissies.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,13E+02 2,97E-05 3,29E+02 1,04E+01 2,59E-01 4,71E-02 8,72E-01 3,77E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
6,9 40
kg jaar
Afvalscenario
5 5 90
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
9,88E-03 3,22E-01 5,01E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,08E+01
PDF.m2.jr
2,99E+05 1,96E-05 1,43E+02 5,17E+00 5,04E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
la 6% eu 6% ve 7%
br 30%
aq 1%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 47%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
196
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 196
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:21
Gevelbekleding metaal
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
o
nvt
o
o
-
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Aluminium vlak (gecoat-sandwich alu-kern)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
-
o
-
o
Grondstoffase
Productiefase Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. Aluminium kan bij nierpatienten problemen veroorzaken wanneer ze het tijdens de nierdialyse binnenkrijgen.
Gevelbekleding metaal
Chemische agentia Tijdens de winning van bauxiet kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, waaronder diverse vormen van dementie, geheugenverlies, lusteloosheid en trillerigheid. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Bij kleine blootstellingen kunnen irritaties van de huid en slijmvliezen ontstaan. Bij langdurige blootstelling aan inhaleerbaar stof met onvoldoende bescherming kan longfibrose en longkanker ontstaan. De MACwaarde voor inhaleerbaar stof (stof dat via de neus en mond kan worden ingeademd) is 10 mg/m3. De MAC-waarde voor respirabel stof (stof dat kan doordringen tot de longblaasjes) is 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk.
Constructiefase
Gebruiksfase
A4-41a
Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen. Fysische agentia Aluminium is een paramagnetische stof die in beperkte mate elektromagnetische velden kan opnemen, versterken, transporteren en weer uitzenden. Als gevolg van deze eigenschappen kan aluminium interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Aluminium kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 197
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
197
3-9-2008 11:50:22
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Aluminium vlak (gecoat-sandwich PE-kern) NIBE Milieuklasse:
6a Omschrijving functionele eenheid Vlakke aluminium gevelbekleding, bestaande uit een sandwichplaat met een kern op basis van polyethyleen. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Met een dikte van 4 mm is per m2 circa 5,5 kg gevelbekleding nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 0,8 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Voor de beoordeling van gevelbekledingen is gekozen om alle alternatieven (hout, metaal, ed.) met elkaar te vergelijken. Milieutechnisch scoort deze gevelbekleding, ten opzichte van de milieureferentie (eiken delen), slecht, klasse 6a. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd valt deze variant in milieuklasse 3b. Een vlakke plaat is veelal flexibel, daarom is deze variant voorzien van een polyethyleen vulling. De PE vulling bepaald circa 15% van de milieubelasting van de plaat. Vooral het feit dat voor deze plaat meer aluminium nodig is dan voor de enkele geprofileerde plaat beïnvloed de milieubalans negatief. Tijdens de productie van aluminium is relatief veel energie nodig, hetgeen gepaard gaat met verontreinigende emissies.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
8,14E+01 1,48E-05 1,44E+02 4,58E+00 1,16E-01 2,13E-02 5,08E-01 3,21E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
6,3 40
kg jaar
Afvalscenario
5 5 90
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
4,29E-03 1,47E-01 5,63E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,05E+00
PDF.m2.jr
en 1% la 5% eu 9%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,32E+05 1,34E-05 6,41E+01 5,68E+00 5,60E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 36%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
198
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 198
br 38%
ve 7% aq 1%
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:22
Gevelbekleding metaal
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
o
nvt
o
o
-
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Aluminium vlak (gecoat-sandwich PE-kern)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
-
o
-
o
Grondstoffase
Productiefase Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Mensen die werken in fabrieken waar aluminium wordt toegepast in productieprocessen, kunnen lijden aan longproblemen wanneer ze aluminiumstof inademen. Aluminium kan bij nierpatienten problemen veroorzaken wanneer ze het tijdens de nierdialyse binnenkrijgen. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
A4-41a
Constructiefase
Gevelbekleding metaal
Chemische agentia Tijdens de winning van bauxiet kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van aluminiumionen kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, waaronder diverse vormen van dementie, geheugenverlies, lusteloosheid en trillerigheid. De MAC-waarde voor aluminium bedraagt 10 mg/m3, voor in water oplosbare aluminiumzouten 2 mg/m3 en voor aluminiumoxide 10 mg/m3. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Bij kleine blootstellingen kunnen irritaties van de huid en slijmvliezen ontstaan. Bij langdurige blootstelling aan inhaleerbaar stof met onvoldoende bescherming kan longfibrose en longkanker ontstaan. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof (stof dat via de neus en mond kan worden ingeademd) is 10 mg/m3. De MACwaarde voor respirabel stof (stof dat kan doordringen tot de longblaasjes) is 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk.
Gebruiksfase Fysische agentia Aluminium is een paramagnetische stof die in beperkte mate elektromagnetische velden kan opnemen, versterken, transporteren en weer uitzenden. Als gevolg van deze eigenschappen kan aluminium interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Aluminium kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 199
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
199
3-9-2008 11:50:24
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Koper (felsgevel) NIBE Milieuklasse:
7b Omschrijving functionele eenheid Een felsgevel van koper toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Eventuele oppervlaktebehandeling is buiten beschouwing gelaten. Voor 1 m2 felsgevel van koper met een dikte van 0,6 mm is circa 5,9 kg koper nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 4,2 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Milieutechnisch scoort een koperen felsgevel erg slecht, klasse 7b. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd valt deze variant in milieuklasse 4c. Ondanks dat meer dan 36% van het koper gerecycled materiaal is, is het overgrote deel van de milieukosten van koper afkomstig van milieu-ingrepen die plaatsvinden bij winning van kopererts, zoals landschapsaantasting, uitputting van grondstoffen en geluid/lichthinder door winning. De mate van uitspoeling is afhankelijk van de omgeving en de atmosferische omstandigheden. Een uitspoeling van 0,5 gram per m2 per jaar is in de berekeningen meegenomen. De invloed van de koperionen, die hierbij in het oppervlaktewater terechtkomen, is circa 4% op de totale milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,86E+01 5,75E-06 8,81E+00 2,84E+01 1,38E-01 7,14E-02 1,79E+00 1,38E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
10,1 75
Afvalscenario
5 0 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling % hergebruik
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,53E+02 2,28E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
7,95E+01
PDF.m2.jr
2,06E+05 3,28E-05 1,41E+03 1,56E+02 3,03E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
li 10%
br 9%
hu 1% aq 4%
ve 13%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 2% la 43% ab 17%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
200
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 200
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:24
Gevelbekleding metaal
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
-/o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Koper (felsgevel)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
-
Grondstoffase
Productiefase
Constructiefase Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
A4-41a
Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van koper kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Werknemers kunnen tijdens de productie in aanraking komen met te hoge concentraties koper dampen of aërosolen. Industriële blootstelling aan koper dampen of aërosolen kan resulteren in metaaldampkoorts met atrofe veranderingen in het neusslijmvlies. Chronische kopervergiftiging resulteert in Wilson’s Disease, met als symptomen levercirrose, hersenbeschadiging, geboortenafwijkingen en koper neerslag in het hoornvlies. Veiligheid Bij de productie van koper zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Daarnaast zijn een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van slakafval noodzakelijk.
Gevelbekleding metaal
Chemische agentia Bij de winning van kopererts komen grote hoeveelheden stof vrij. Werknemers kunnen als gevolg hiervan langdurig blootstaan aan hoge stofconcentraties. Koperertsstof bevat naast een hoge concentratie koper veelal een hoge concentratie zink, lood en cadmium. Langdurige blootstelling aan zink en lood kan metaalkoorts en maagklachten tot gevolg hebben. Langdurig blootstelling aan lood en cadmium kan beschadiging van diverse organen, waaronder de hersenen tot gevolg hebben. Ook kan dit een negatieve invloed hebben op de voortplanting. Ergonomie Door de verregaande mechanisering zijn bij dagbouw geen ergonomische problemen te verwachten. In minder ontwikkelde landen is ertswinning in diepbouw veelal minder ver gemechaniseerd. Als gevolg hiervan kan fysieke belasting door tillen, ongezonde werkhoudingen en/of repeterende bewegingen optreden. Veiligheid Gehoorbescherming en bescherming tegen stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van (slak)afval noodzakelijk.
Gebruiksfase Fysische agentia Koperen gevels kunnen een gebouw ondoorlatend maken voor terrestrische en kosmische straling.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 201
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
201
3-9-2008 11:50:25
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Staal gecoat (trapezium) NIBE Milieuklasse:
3c Omschrijving functionele eenheid Een gevel van stalen trapeziumplaten toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. De stalen platen zijn gecoat. Voor 1 m2 gevelbekleding stalen gevelbekleding met een plaatdikte van 0,7 mm is circa 6,5 kg staal nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Voor de beoordeling van gevelbekledingen is gekozen om alle alternatieven (incl. hout, metaal, ed.) met elkaar te vergelijken. Milieutechnisch scoort gecoat staal, ten opzichte van de milieureferentie (eiken delen), niet goed, klasse 3c. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd valt deze variant in milieuklasse 1a. Dit wil zeggen dat wanneer de keuzevrijheid beperkt is tot metaal, deze variant de beste productkeuze is. De invloed van de milieubelasting van de productie van de coating is zeer gering, de invloed die de coating op de levensduur van het materiaal heeft is daarentegen enorm (deze verdubbeld).
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,56E+01 7,03E-06 4,00E+00 3,17E-01 7,72E-02 1,47E-02 1,84E-01 1,40E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
7,6 30
kg jaar
Afvalscenario
3 0 83 14
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 5,35E-01 1,53E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,57E+00
PDF.m2.jr
1,59E+06 1,87E-05 1,39E+02 1,48E+00 1,44E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
la 10% en 1% eu 14%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 9% fo 1% hu 3%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
202
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 202
Grondstoffen
Landgebruik
br 58%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:25
Gevelbekleding metaal
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Staal gecoat (trapezium)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
-
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts, middels boren en het opblazen met explosieven, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval noodzakelijk.
Productiefase
A4-41a
Constructiefase
Gevelbekleding metaal
Fysische agentia Bij de productie van staal met behulp van het oxystaalproces wordt ruwijzer met behulp van zuivere zuurstof in een oven gereduceerd tot staal. De hoeveelheid gebruikte elektriciteit blijft hierbij beperkt. Werknemers zullen beperkt blootstaan aan elektromagnetische velden. Tijdens de productie van staal met behulp van het elektrostaalproces wordt in een elektro-oven ruw ijzer of schroot met behulp van elektroden gereduceerd tot staal. Tijdens deze elektrolytische productie van staal kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het centrale zenuwstelsel, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Bij de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving met diverse gevaarlijke stoffen in aanraking komen. Bronnen zijn stof, verontreinigde slakken en rookgassen. Daarnaast bestaat het risico van uitloging van afval, met name verontreinigde slak, naar het grond- en oppervlaktewater. Gevaarlijke stoffen die bij de productie van staal (in geringe mate) vrij kunnen komen zijn onder andere chroom, zink, lood, cadmium, fluorverbindingen, zuren en basen. Bij de productie van staal wordt met sterke zuren en basen gewerkt. Sterke zuren en basen werken bijtend op de ogen, de huid en de ademhalingsorganen. Inademing van damp en/of nevel kan ademnood veroorzaken (longoedeem). In ernstige gevallen bestaat de kans op bewusteloosheid en een dodelijke afloop. Veiligheid Bij de productie van staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Fysische agentia Staal kan interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Staal kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 203
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
203
3-9-2008 11:50:26
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Staal verzinkt en gecoat (trapezium) NIBE Milieuklasse:
4a Omschrijving functionele eenheid Een gevel van verzinkte stalen trapeziumplaten toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. De stalen platen zijn gecoat. Voor 1 m2 gevelbekleding stalen gevelbekleding met een plaatdikte van 0,7 mm is circa 6,5 kg staal nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Voor de beoordeling van gevelbekledingen is gekozen om alle alternatieven (incl. hout, metaal, ed.) met elkaar te vergelijken. Milieutechnisch scoort verzinkt en gecoat staal, ten opzichte van de milieureferentie (eiken delen), niet goed, klasse 4a. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd scoort deze variant milieuklasse 1b. Dit wil zeggen dat wanneer de keuzevrijheid beperkt is tot metaal, deze variant één van de beste productkeuzes is. De invloed van de milieubelasting van de productie van de coating is zeer gering.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,76E+01 6,94E-06 4,26E+00 3,27E-01 7,81E-02 1,45E-02 1,85E-01 1,42E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
7,6 30
kg jaar
Afvalscenario
3 0 83 14
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,75E+00 1,73E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,05E+00
PDF.m2.jr
li 1% la 13% en 1% ab 1% eu 13%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,60E+06 1,85E-05 1,48E+02 2,90E+00 1,63E+00
br 56%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 8% fo 1% hu 3%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
204
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 204
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:26
Gevelbekleding metaal
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Staal verzinkt en gecoat (trapezium)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
-
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts, middels boren en het opblazen met explosieven, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. De MAC-waarde voor inhaleerbaar stof is 10 mg/m3. Voor fijn stof is dit 5 mg/m3. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval noodzakelijk.
Productiefase
A4-41a
Constructiefase
Gevelbekleding metaal
Fysische agentia Bij de productie van staal met behulp van het oxystaalproces wordt ruwijzer met behulp van zuivere zuurstof in een oven gereduceerd tot staal. De hoeveelheid gebruikte elektriciteit blijft hierbij beperkt. Werknemers zullen beperkt blootstaan aan elektromagnetische velden. Tijdens de productie van staal met behulp van het elektrostaalproces wordt in een elektro-oven ruw ijzer of schroot met behulp van elektroden gereduceerd tot staal. Tijdens deze elektrolytische productie van staal kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het centrale zenuwstelsel, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Bij de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving met diverse gevaarlijke stoffen in aanraking komen. Bronnen zijn stof, verontreinigde slakken en rookgassen. Daarnaast bestaat het risico van uitloging van afval, met name verontreinigde slak, naar het grond- en oppervlaktewater. Gevaarlijke stoffen die bij de productie van staal (in geringe mate) vrij kunnen komen zijn onder andere chroom, zink, lood, cadmium, fluorverbindingen, zuren en basen. Bij de productie van staal wordt met sterke zuren en basen gewerkt. Sterke zuren en basen werken bijtend op de ogen, de huid en de ademhalingsorganen. Inademing van damp en/of nevel kan ademnood veroorzaken (longoedeem). In ernstige gevallen bestaat de kans op bewusteloosheid en een dodelijke afloop. Veiligheid Bij de productie van staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Fysische agentia Staal kan interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Staal kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 205
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
205
3-9-2008 11:50:27
Milieu-informatie
Gevelbekleding metaal
Zink (felsgevel) NIBE Milieuklasse:
6c Omschrijving functionele eenheid Een felsgevel van zink toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Eventuele oppervlaktebehandeling is buiten beschouwing gelaten. Voor 1 m2 felsgevel van zink met een dikte van 0,8 mm is circa 6,2 kg zink nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 4,2 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen
A4-41a
Gevelbekleding metaal
Milieutechnisch scoort een zinken felsgevel erg slecht, klasse 6c. Indien metalen gevelbekledingen onderling worden geclassificeerd valt deze variant in milieuklasse 3c. Het overgrote deel van de milieukosten van zink zijn afkomstig van milieu-ingrepen tijdens winning van zinkerts. Dit zijn landschapsaantasting, uitputting van grondstoffen en geluid/hinder. De relatief hoge milieukosten worden nog sterker benadrukt door de levensduur van 30 jaar. De uitloging van het zink is afhankelijk van de omgeving en de atmosferische omstandigheden. Een uitspoeling van 0,9 gram per m2 per jaar is in de berekeningen meegenomen. De invloed van de zinkionen, die hierbij in het oppervlaktewater terechtkomen, is met 1% van de totale milieubelasting beperkt.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
7,38E+01 7,78E-06 4,11E+01 5,81E+00 1,98E-01 7,49E-03 3,15E-01 2,07E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
10,4 30
Afvalscenario
2 0 98
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 5,30E+01 3,31E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,51E+01
PDF.m2.jr
1,27E+05 3,97E-05 5,17E+02 5,61E+01 3,18E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
li 5% br 26%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
la 43%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 8% aq 1% ve 3% eu 4% ab 9%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
206
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 206
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:27
Gezondheids-informatie
Gevelbekleding metaal
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
-/o
-/o
-
-
o
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Zink (felsgevel)
o
o
o
-
o
-
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
-
o
-
-
Grondstoffase
Productiefase Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van zink kunnen werknemers langdurig blootstaan aan sterke elektromagnetische velden. Chemische agentia Tijdens de productie van zink kunnen werknemers via rookgassen en stof blootgesteld worden aan zink. Zink is een essentieel spoorelement, nodig voor het functioneren van het organisme. Voor elk organisme kunnen de concentraties zink in bepaalde gevallen te hoog oplopen. Mensen kunnen naar verhouding goed tegen zink. Veiligheid Tijdens de productie van zink wordt continu gewerkt met gevaarlijke stoffen en groot materieel. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
A4-41a
Constructiefase
Gevelbekleding metaal
Chemische agentia Bij de winning van zinkerts komen grote hoeveelheden stof vrij. Werknemers kunnen als gevolg hiervan langdurig blootstaan aan hoge stofconcentraties. Zinkertsstof bevat naast een hoge concentratie zink veelal een hoge concentratie koper, lood en cadmium. In arbeidsomstandigheden kunnen werknemers als gevolg hiervan aan grote hoeveelheden zink, koper en lood blootstaan. Het langdurig blootstaan aan zink en koper kan metaalkoorts of maagklachten tot gevolg hebben. Langdurig blootstaan aan lood en cadmium kan diverse organen, waaronder de hersenen, beschadigen. Het cadmium kan bovendien een negatief effect op de voortplanting hebben. Ergonomie Door de verregaande mechanisering zijn bij dagbouw geen ergonomische problemen te verwachten. In minder ontwikkelde landen is ertswinning in diepbouw veelal minder ver gemechaniseerd. Als gevolg hiervan kan fysieke belasting door tillen, ongezonde werkhoudingen en/of repeterende bewegingen optreden. Veiligheid Gehoorbescherming en bescherming tegen stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van slakafval noodzakelijk.
Gebruiksfase Fysische agentia Zinken gevels kunnen een gebouw ondoorlatend maken voor terrestrische en kosmische straling.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 207
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
207
3-9-2008 11:50:28
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
Houtvezelcementplaat (db) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Een houtvezelcementplaat toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Het hout is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Als oppervlaktebehandeling is uitgegaan van een verfsysteem op basis van acryl. Bij een dikte van 10 mm heeft de plaat een massa van circa 12,4 kg. De afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,28 kg. De plaat bestaat uit circa 64% houtspanen, 25% cement, 10% water en 1,5% toeslagstoffen.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen De houtvezelcementplaat uit duurzame bosbouw valt in klasse 3a, een aanvaardbare productkeuze. Het grootste deel van de milieubelasting in deze plaat (circa 28%) ontstaat tijdens de productie van portland klinker, dat gebruikt wordt in cement. Cementproductie draagt voor 34% bij in de totale milieubelasting. Ook het energiegebruik bij de houtproductie draagt aanzienlijk bij. De afwerking met acrylverf veroorzaakt 10% van de milieukosten, het vuren regelwerk 2%. De milieubelasting per kilogram wordt versterkt door de relatief geringe levensduur van houtvezelcementplaat toegepast als gevelbekleding.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,13E+01 1,22E-06 2,24E+00 4,82E-01 4,19E-02 4,42E-02 9,59E-02 1,53E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,7 25
Afvalscenario
20 3 77
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 8,49E-01 1,21E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,50E+00
PDF.m2.jr
1,07E+05 1,47E-04 5,61E+01 1,29E+00 1,26E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
la 8%
we 1%
en 1% ab 1%
eu 22%
A4-41a
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
br 50%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
ve 7% fo 5% hu 3%
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
208
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 208
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:28
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Houtvezelcementplaat (db)
o
-/o
nvt
-
-/o
-
+
+/-
o
nvt
nvt
+
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
-
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van en het werken met kalksteen, poederkoolvliegas, hoogovenslakken en gipsgesteente kunnen gezondheidsrisico’s door stof ontstaan. Voor de grondstof hout gelden in mindere mate de gezondheidsrisico’s zoals beschreven voor de productiefase. Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Chemische agentia Tijdens het boren, zagen en frezen van de cementgebonden houtvezelplaat kunnen gezondheidseffecten ontstaan door hout- en/of kwartsstof. Vooral bij zagen en schuren, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Effecten die kunnen ontstaan bij het langdurig inhaleren van ‘respirabel kwarts’ zijn ernstig tot zeer ernstig. Een ‘respirabele kwartsvezel’ is een vezel kleiner dan 10 micrometer. Een bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis, waarbij de kwartsvezels littekenweefsel veroorzaken in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten en het gebruik van verf bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase
Gebruiksfase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen. Veiligheid Zie de productiefase.
Gevelbekleding steen en kunststof
Productiefase
Fysische agentia Cementgebonden houtvezelplaten hebben een hoge weerstand tegen vocht en zijn elektrostatisch neutraal, hierdoor kunnen ze bij uitstek in vochtige ruimtes worden toegepast. Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden. Tijdens onderhoudswerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Zie productiefase.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 209
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
209
3-9-2008 11:50:29
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
Houtvezelcementplaat (sb) NIBE Milieuklasse:
3c Omschrijving functionele eenheid Een houtvezelcementplaat toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Het hout is afkomstig uit standaard beheerde bossen. Als oppervlaktebehandeling is uitgegaan van een verfsysteem op basis van acryl. Bij een dikte van 10 mm heeft de plaat een massa van circa 12,4 kg. De afwerking, bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,28 kg. De plaat bestaat uit circa houtspanen, 25% cement, 10% water en 1,5% toeslagstoffen.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen Het verschil in milieubelasting met de houtvezelcementplaat uit duurzame bosbouw ontstaat alleen door de verschillen in bosbeheer. Landschapsaantasting bepaald 26% van de totale milieubelasting. Bij de houtvezelcementplaat uit duurzame bosbouw is dit slechts 8%. De overige milieubelasting ontstaat voornamelijk tijdens de productie van portland klinker voor cement (ongeveer 27%) en tijdens transport, be- en verwerken van het hout.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,31E+01 1,36E-06 2,37E+00 5,06E-01 4,28E-02 4,47E-02 1,10E-01 1,73E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,7 25
Afvalscenario
20 3 77
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
4,19E-01 8,49E-01 1,32E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
6,71E+00
PDF.m2.jr
1,09E+05 2,21E-04 5,66E+01 1,39E+00 1,36E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 1% la 26% br 39%
A4-41a
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
en 1%
ve 6%
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0
210
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 210
Grondstoffen
Landgebruik
fo 4%
Milieumaten
30
Emissies
hu 2%
eu 18%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:29
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Houtvezelcementplaat (sb)
o
-/o
nvt
-
-/o
-
+
+/-
o
nvt
nvt
+
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
-
-
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van en het werken met kalksteen, poederkoolvliegas, hoogovenslakken en gipsgesteente kunnen gezondheidsrisico’s door stof ontstaan. Voor de grondstof hout gelden in mindere mate de gezondheidsrisico’s zoals beschreven voor de productiefase. Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico. Chemische agentia Tijdens het boren, zagen en frezen van de cementgebonden houtvezelplaat kunnen gezondheidseffecten ontstaan door hout- en/of kwartsstof. Vooral bij zagen en schuren, kan men in hoge mate aan houtstof blootgesteld worden. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken, zoals eczeem, (contact)dermatitis, neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan inademing van houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Voor houtstof is de MAC-waarde vastgesteld op 2 mg/m3 lucht. Effecten die kunnen ontstaan bij het langdurig inhaleren van ‘respirabel kwarts’ zijn ernstig tot zeer ernstig. Een ‘respirabele kwartsvezel’ is een vezel kleiner dan 10 micrometer. Een bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis, waarbij de kwartsvezels littekenweefsel veroorzaken in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten en het gebruik van verf bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase
Gebruiksfase
A4-41a
Chemische agentia Bij het boren, zagen en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Zie voor de gezondheidsrisico’s de productiefase. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen. Veiligheid Zie de productiefase.
Gevelbekleding steen en kunststof
Productiefase
Fysische agentia Cementgebonden houtvezelplaten hebben een hoge weerstand tegen vocht en zijn elektrostatisch neutraal, hierdoor kunnen ze bij uitstek in vochtige ruimtes worden toegepast. Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden. Tijdens onderhoudswerkzaamheden kunnen schilders in aanraking komen met voor de gezondheid schadelijke stoffen. Zie productiefase.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 211
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
211
3-9-2008 11:50:30
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
HPL-plaat (db) NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid High Pressure Laminate (HPL) plaat op basis van houtvezel toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Het hout dat in de plaat verwerkt is, is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Bij een dikte van 8 mm heeft de plaat een massa van circa 11,1 kg. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,4 kg. Belangrijkste materialen in de HPL plaat zijn fenolformaldehyde en houtvezels. In plaats van hout kan ook papier worden gebruikt maar dit leidt tot een hogere milieubelasting.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen De milieubelasting uit duurzaam beheerde bossen valt in klasse 3b en is daarmee een aanvaardbare milieukeuze. De milieubelasting die ontstaat bij HPL platen is deels afkomstig van het gebruikte fenolhars, maar grotendeels van de benodigde productie energie voor de houtvezels, beiden dragen circa 35% bij. De decoratieve lagen spelen slechts een beperkte rol (1%). Slechts 2% van de milieukosten wordt veroorzaakt door het vuren regelwerk uit duurzame bosbouw.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,74E+01 9,32E-07 2,03E+00 7,87E-02 2,16E-02 2,04E-02 1,29E-01 1,14E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
12,5 40
Afvalscenario
5 95 0
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,22E-01 3,77E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
8,32E-01
PDF.m2.jr
5,31E+05 6,38E-05 -3,25E-01 3,66E+00 3,63E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
li 2% ca 2% la 4% en 4%
eu 15%
A4-41a
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
fo 2% hu 2%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
212
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 212
Grondstoffen
Landgebruik
br 59%
ve 8%
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:30
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
o
nvt
o
-/o
o
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
HPL-plaat (db)
o
-/o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
-
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidsverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van fenolformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en fenol. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gevelbekleding steen en kunststof
Chemische agentia High Pressure Laminate platen bestaan voor circa 30% uit fenolformaldehyde en 70% uit vezels op basis van hout of papier. Fenolformaldehyde wordt vervaardigd uit aardolie en aardgas. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Voor het winnen en bewerken van hout gelden hier, in mindere mate, de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Winning van aardolie en aardgas (tbv de fenolformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Voor winning van hout geldt: Door inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Gebruiksfase Chemische agentia HPL platen bestaan voor circa 30% uit fenolformaldehyde. Omdat gedurende het productieproces de fenolformaldehyde polycondenseert en de gevelelementen buitenshuis worden toegepast, zijn in de gebruiksfase geen problemen te verwachten.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 213
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
213
3-9-2008 11:50:31
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
HPL-plaat (sb) NIBE Milieuklasse:
3c Omschrijving functionele eenheid High Pressure Laminate (HPL) plaat op basis van houtvezel toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Het hout dat in de plaat verwerkt is, is afkomstig uit standaard beheerde bossen. Bij een dikte van 8 mm heeft de plaat een massa van circa 11,1 kg. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,4 kg. Belangrijkste materialen in de HPL plaat zijn fenolformaldehyde en houtvezels. In plaats van hout kan ook papier worden gebruikt, maar dit leidt tot een hogere milieubelasting.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen De HPL plaat uit standaard beheerde bossen valt in klasse 3c en is daarmee nog net een aanvaardbare productkeuze. De milieubelasting wordt voor 77% bepaald door emissies. De HPL-plaat bestaat voor circa 65% uit houtvezels. Het aandeel van de landschapsaantasting is 15% van de totale milieukosten. Bij de HPL plaat uit duurzame bosbouw bedroeg landschapsaantasting slechts 4% van het totaal. Binnen de beoordeling is er van uitgegaan dat ook het regelwerk afkomstig is uit standaard beheerd bos. Deze dragen voor circa 5% bij aan de milieukosten.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,83E+01 1,01E-06 2,10E+00 9,12E-02 2,21E-02 2,07E-02 1,37E-01 1,25E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
12,5 40
Afvalscenario
5 95 0
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,24E-01 1,22E-01 3,83E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,63E+00
PDF.m2.jr
5,33E+05 1,04E-04 -1,85E-01 3,72E+00 3,69E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
li 2% ca 2% la 15%
en 3%
A4-41a
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
br 52%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 14%
ve 7% fo 2%
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
214
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 214
Grondstoffen
Landgebruik
hu 2%
Milieumaten
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:32
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
o
nvt
o
-/o
o
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
HPL-plaat (sb)
o
-/o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
-
Grondstoffase
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidsverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Tijdens het productieproces van fenolformaldehyde wordt er gewerkt met formaldehyde en fenol. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Met name formaldehyde kan op de werkplek in hoge concentraties voorkomen. Uit recent onderzoek [WHO 2004] blijkt dat formaldehyde neuskeelholtekanker kan veroorzaken en er sterke aanwijzingen zijn voor het veroorzaken van neus(bij)holtekanker en leukemie. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
Constructiefase
A4-41a
Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gevelbekleding steen en kunststof
Chemische agentia High Pressure Laminate platen bestaan voor circa 30% uit fenolformaldehyde en 70% uit vezels op basis van hout of papier. Fenolformaldehyde wordt vervaardigd uit aardolie en aardgas. Aardolie bevat stoffen die ten dele giftig en/of kankerverwekkend zijn. Voor het winnen en bewerken van hout gelden hier, in mindere mate, de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Winning van aardolie en aardgas (tbv de fenolformaldehydelijm) is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Voor winning van hout geldt: Door inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Gebruiksfase Chemische agentia HPL platen bestaan voor circa 30% uit fenolformaldehyde. Omdat gedurende het productieproces de fenolformaldehyde polycondenseert en de gevelelementen buitenshuis worden toegepast, zijn in de gebruiksfase geen problemen te verwachten.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 215
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
215
3-9-2008 11:50:33
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
Keramische tegels NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Keramische tegels toegepast als gevelbekleding. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (aluminium klemmen en profielen) zijn in de beoordeling meegenomen. De holle keramische tegels hebben een afmeting van 400x150x30 mm. Voor 1 m2 zijn circa 6,7 tegels nodig. De massa per m2 bedraagt circa 40 kg. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 4,6 kg.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen De keramische tegel is ten opzichte van andere gevelbekledingen relatief zwaar. Per kilogram is de milieubelasting laag, maar door de totale massa in de functionele eenheid wordt dit voordeel grotendeels teniet gedaan. Mede door dit gewicht zijn ook relatief zwaardere bevestigingsmiddelen nodig. De aluminium bevestigingsprofielen veroorzaken dan ook 22% van de milieukosten, 4% van de milieubelasting wordt veroorzaakt door het vuren regelwerk uit duurzaam beheerde bossen.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,77E+01 1,66E-06 2,39E+01 4,58E-01 3,05E-02 1,49E-03 8,24E-02 8,91E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
44,6 75
Afvalscenario
1 0 99
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
2,90E-04 1,50E+01 1,25E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,48E+00
PDF.m2.jr
3,84E+04 7,46E-05 5,11E+01 1,26E+00 1,18E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
en 1%
la 7%
ab 14%
br 35%
A4-41a
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 11%
ve 5% hu 25%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
216
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 216
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:33
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
o
o
nvt
o
o
o
o
-
nvt
o
o
-
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
o
Ergonomie
Per fase
Per criterium
Veiligheid
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Keramische tegels
Grondstoffase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Productiefase
Constructiefase Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
Gevelbekleding steen en kunststof
Chemische agentia Tijdens het bakproces komen zwaveldioxides en fluorides vrij uit de klei. Met behulp van rookgasreiniging worden de emissies van deze stoffen tot een minimum beperkt. Door inwerking van zonlicht op deze gassen ontstaat ozon, een stof met een sterk oxiderende werking. Bij grote vervuiling kan de hoeveelheid ozon in de lucht vele malen hoger worden dan normaal. Blootstelling aan verhoogde concentraties van ozon kan leiden tot vermindering van de longfunctie, (o.a. een toename van de luchtwegweerstand) luchtwegklachten, (zoals hoesten), droge keel, pijn op de borst bij ademhaling en verhoogde slijmproductie, met daarbovenop kwalen als hoofdpijn en misselijkheid. Het effect treedt meestal geleidelijk op. Vooral bij mensen met astma of COPD, echter ook gezonde mensen kunnen klachten krijgen.
A4-41a
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 217
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
217
3-9-2008 11:50:34
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
Natuursteen leien NIBE Milieuklasse:
2c Omschrijving functionele eenheid Natuursteen leien toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Voor 1 m2 gevelbekleding is circa 33 kg leien nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,8 kg.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen Natuursteen leien zijn vanuit milieuoverwegingen een goede keuze. Natuursteen leien zijn ten opzichte van andere gevelbekledingen relatief zwaar. Per kilogram is de milieubelasting laag, maar door de totale massa in de functionele eenheid wordt dit voordeel grotendeels teniet gedaan. De natuursteen leien veroorzaken 92% van de milieubelasting. De RVS bevestigingsmiddelen veroorzaken 5% van de milieukosten, het vuren regelwerk uit duurzame bosbouw 3%. Voor het transport van leisteen is uitgegaan van 800 km. Dit is verantwoordelijk voor bijna de helft van de milieukosten. Het effect van het transport is terug te zien in het grote aandeel van emissies (77%) in de milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,35E+01 1,24E-06 1,86E+00 3,38E-01 2,41E-02 7,53E-04 6,73E-02 1,10E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
34,8 75
Afvalscenario
15 0 85
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 4,44E-01 8,16E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,38E+00
PDF.m2.jr
we 2% la 18%
en 1% br 45%
A4-41a
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
2,65E+04 1,30E-04 2,44E+02 9,32E-01 7,94E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 22%
ve 7%
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
218
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 218
Grondstoffen
Landgebruik
hu 3%
Milieumaten
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:34
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-/o
nvt
o
-/o
o
o
-
nvt
-
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Natuursteen leien
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
--
-
Grondstoffase Chemische agentia Bij de winning van leisteen komt stof vrij. Zie opmerkingen voor de gezondheidsrisico’s van (kwarts)stof. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven tijdens de winning van leisteen is de kans op ongelukken aanwezig. Exacte gegevens zijn niet bekend. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 219
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
A4-41a
Tijdens de natuursteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens.
Gevelbekleding steen en kunststof
Chemische agentia Zie opmerkingen voor de gezondheidsrisico’s Ergonomie Natuursteen leien worden veelal met de hand gespleten. De natuursteenbewerker heeft naast veel hinder van stof, lawaai en trillingen, klachten over langdurig staan en zware lichamelijke inspanning. Veiligheid Voor de verwerking van natuursteen tot natuursteenproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
219
3-9-2008 11:50:35
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
Natuursteen platen (graniet) NIBE Milieuklasse:
5a Omschrijving functionele eenheid Natuursteen platen van graniet toegepast als gevelbekleding, inclusief bevestiging van de gevelbekleding op de achterwand (RVS ankers). Binnen de beoordeling is uitgegaan van platen met een dikte van 30 mm. In dit geval bedraagt de massa van alleen de gevelbekleding circa 80 kg. De bevestigingsankers wegen circa 2 kg.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen De natuursteen platen vallen in klasse 5a en zijn daarmee een af te raden milieukeuze. De natuursteen platen zijn het meest zware alternatief binnen de gevelbekledingen. Door deze massa ontstaat er veel verontreiniging tijdens transport en zijn ook zware RVS bevestigingsankers noodzakelijk. De ankers veroorzaken 18% van de milieukosten. Voor de bewerking van natuursteen is veel energie nodig. Dit is terug te zien in de emissies die voor 86% bijdragen aan de milieubelasting.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
7,64E+01 4,30E-06 1,36E+01 1,45E+00 1,37E-01 6,94E-03 2,54E-01 2,50E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
82 75
kg jaar
Afvalscenario
1 0 99
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,93E+00 3,60E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,47E+00
PDF.m2.jr
2,52E+05 1,60E-04 2,85E+02 5,57E+00 3,64E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
la 10%
li 1%
en 1% eu 12%
A4-41a
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 6% br 61% hu 6%
Milieumaten
30
20
10
0
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
220
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 220
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:35
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-/o
nvt
o
-/o
o
o
-
nvt
-
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Natuursteen platen (graniet)
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
--
-
Grondstoffase Chemische agentia Bij de winning van natuursteen komt stof vrij. Zie opmerkingen voor de gezondheidsrisico’s van (kwarts)stof. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven tijdens de winning van natuursteen in open mijnbouw is de kans op ongelukken aanwezig. Exacte gegevens zijn niet bekend. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 221
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
A4-41a
Tijdens de natuursteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens.
Gevelbekleding steen en kunststof
Chemische agentia Zie opmerkingen voor de gezondheidsrisico’s Ergonomie De natuursteenbewerker heeft naast veel hinder van stof, lawaai en trillingen, klachten over langdurig staan en zware lichamelijke inspanning. Veiligheid Voor de verwerking van natuursteen tot natuursteenproducten bestaat een scala aan voorschriften met betrekking tot afscherming en bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden.
221
3-9-2008 11:50:36
Milieu-informatie
Gevelbekleding steen en kunststof
Vezelcementplaat NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Een onafgewerkte vezelcementplaat toegepast als gevelbekleding, inclusief één laag regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op de regels. Bij een dikte van 10 mm heeft de plaat een massa van circa 10,7 kg. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 1,4 kg. De vezelcementplaat bestaat uit circa 50% kwartszand, 35% cement, 10% papiervezels en toeslagstoffen.
Gevelbekleding steen en kunststof
Opvallende milieu-eigenschappen De vezelcementplaat is met klasse 3a een aanvaardbare keuze. Met circa 25% is de productie van portland klinker, dat gebruikt wordt in cement, het zwaarst wegende proces. Het vuren regelwerk uit duurzame bosbouw en de bevestigingsmiddelen zijn verantwoordelijk voor circa 3% van de milieubelasting. Binnen de functionele levensduur van 75 jaar die voor de beoordeling wordt aangehouden dient de vezelcementplaat drie keer vervangen te worden. Ruim 80% van de milieubelasting wordt veroorzaakt door emissies.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,24E+01 3,13E-06 1,82E+00 1,74E-01 2,27E-02 5,29E-02 1,16E-01 1,60E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
12,1 25
Afvalscenario
20 0 80
(hoofdproduct)
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 5,70E+00 1,47E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,92E+00
PDF.m2.jr
la 9% en 1% ab 6%
br 47%
Hinder ten gevolge van:
A4-41a
kg jaar
st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
eu 20%
2,05E+05 3,27E-05 7,38E+01 1,54E+00 1,53E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 7%
30
20
10
0
222
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 222
Grondstoffen
Landgebruik
hu 2%
600
100
400
450
75
300
300
50
200
150
25
100
0 Emissies
fo 5%
Milieumaten
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:36
Gevelbekleding steen en kunststof
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
o
nvt
o
o
-
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Vezelcementplaat
o
-
nvt
-
o
--
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
-
o
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van, en het werken met kalksteen, poederkoolvliegas, hoogovenslakken en gipsgesteente kunnen gezondheidsrisico’s door stof ontstaan. Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De monteur-afbouw verricht lichamelijk zwaar inspannend werk en ondervindt daarbij veel hinder van lawaai, trillingen en stof. Vooral lage rug-, nek- en schouderklachten komen in dit beroep meer voor dan in de overige CAO-beroepen.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 223
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
A4-41a
Tijdens de kalksteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Om risico’s te minimaliseren, vindt opslag, overslag en transport van vliegas en steenmeel altijd plaats in (stofdichte) afgesloten systemen. Het dragen van handschoenen wordt aanbevolen.
Gevelbekleding steen en kunststof
Fysische agentia Tijdens het boren, zagen en frezen van de vezelcementplaat kunnen gezondheidseffecten ontstaan door kwartsstof. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens.
223
3-9-2008 11:50:37
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Aluminium, gecoat (geprofileerd) NIBE Milieuklasse:
5a Omschrijving functionele eenheid Gecoate geprofileerde aluminium platen toegepast als dakbedekking op een hellend dak. Het regelwerk (onbehandeld Europees vuren uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Bij een dikte van 0,7 mm is per m2 circa 2,77 kg aluminium nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen Ondanks de lage massa van de geprofileerde aluminium plaat per m2, scoort het product relatief slecht. Een belangrijke veroorzaker van de milieubelasting is het hoge energieverbruik, dat ten opzichte van alle andere alternatieven met per kilogram het hoogst is.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,15E+01 1,36E-05 1,49E+02 4,73E+00 1,23E-01 2,08E-02 3,97E-01 1,74E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
4,88 40
Afvalscenario
5 5 90
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
4,47E-03 1,42E-01 2,32E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,93E+00
PDF.m2.jr
1,45E+05 2,11E-05 6,41E+01 2,38E+00 2,33E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
la 6% eu 6% br 30%
ve 7% aq 1%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 46%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
224
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 224
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:37
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
o
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Aluminium, gecoat (geprofileerd)
o
o
o
-/o
o
o
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
o
o
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van bauxiet kunnen werknemers en omwonenden van bauxietmijnen, met name als het drinkwater sterk verontreinigd is geraakt met aluminiumzouten, blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Daarnaast kunnen werknemers tijdens het boren, het opblazen met explosieven en het laden en lossen van bauxiet in aanraking komen met stofemissies. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van aluminiumzouten naar grond- en oppervlaktewater noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van metaal zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Anderzijds is aluminium dakbedekking het lichtst van alle alternatieven, hierdoor mag worden aangenomen dat er relatief minder sprake van klachten door tillen zal zijn.
Gebruiksfase
A4-47a
Fysische agentia Aluminium is een paramagnetische stof die in beperkte mate elektromagnetische velden kan opnemen, versterken, transporteren en weer uitzenden. Als gevolg van deze eigenschappen kan aluminium interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Aluminium kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
Dakbedekking - hellend dak
Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van aluminium kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen en slaapstoornissen. Chemische agentia Tijdens de productie van aluminium kunnen werknemers via rookgassen en stof blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden aluminium. Langdurige opname van grote hoeveelheden aluminium kan leiden tot ernstige aandoeningen van het centrale zenuwstelsel. Bij de ontsluiting van aluminiumoxide uit bauxiet wordt natronloog toegepast. Contact met natronloog veroorzaakt keelpijn, hoesten, kortademigheid, ernstige brandwonden, buikkrampen, braken en diarree. Bij de elektrolytische productie van aluminium wordt gewerkt met fluorideverbindingen. Werknemers kunnen met deze stoffen in aanraking komen. Daarnaast kunnen fluoride-emissies in de omgeving van aluminiumindustrieën verhoogde fluorideconcentraties veroorzaken. Te hoge fluoride-inname kan aantasting van het tandglazuur (bij kinderen) en osteoporose, verbrossing van de botten (bij volwassenen) tot gevolg hebben.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 225
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
225
3-9-2008 11:50:38
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Bitumen shingles-leien NIBE Milieuklasse:
4c Omschrijving functionele eenheid Bitumen shingles (ook wel leien genoemd) toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. Voor de beoordeling is uitgegaan van een afmeting van 910 x 305 mm, waarvan er per m2 9 gebruikt worden en daarmee een massa hebben van 12 kg (incl. 2,5 kg leislag) per m2. Om een goede afdichting te verzekeren is een onderlaag op basis van gebitumineerd polyester noodzakelijk. Deze heeft een massa van circa 2 kg/m2. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk (op basis van vurenhout uit duurzaam beheerde bossen) wegen gezamenlijk circa 4,3 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen De leien op basis van bitumen scoren met milieuklasse 4c als minder goede productkeuze. De belangrijkste oorzaak is de lage levensduur, hetgeen er voor zorgt dat de leien regelmatig vervangen moeten worden. Het productieproces van APP bitumen is bovendien energie-intensief, hetgeen gepaard gaat met de nodige verontreiniging. Dit is dan ook met 90% de belangrijkste veroorzaker van de milieubelasting. Doordat in de afvalfase het grootste deel van het bitumen verbrand wordt en uit deze verbranding energie ontstaat die anders uit fossiele brandstoffen zou worden onttrokken ontstaat er ‘milieuwinst’. Deze hoeveelheid bedraagt circa 20% van de totale milieubelasting. Deze hoeveelheid is op de totale milieubelasting in mindering gebracht.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
9,65E+01 1,21E-05 5,19E+00 -2,97E-01 -3,18E-02 8,85E-03 1,79E-01 3,93E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
18,4 25
Afvalscenario
5 89 6
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 6,13E-01 1,24E+01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
7,03E-01
PDF.m2.jr
1,26E+06 7,36E-05 -7,62E+00 1,31E+01 1,26E+01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
en 4%
li 2%ca 2%
eu 16%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 4% hu 2% br 67%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
226
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 226
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:38
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Bitumen shingles-leien
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
o
nvt
-/o
o
o
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
--
o
o
--
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor bitumen is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op brand en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardas, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol.
Productiefase
Constructiefase Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van bitumen shingles zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De massa van bitumen shingles is lager dan die van dakpannen, er mag derhalve aangenomen worden dat gezondheidsklachten door tillen van dit product ook minder zijn.
Gebruiksfase
Dakbedekking - hellend dak
Chemische agentia Gemodificeerd bitumen bestaat voor een groot deel uit polypropyleen. Tijdens de productie wordt er gebruik gemaakt van propeen. Propeen is een kleurloos onder druk tot vloeistof verdicht gas. De stof kan worden ingenomen door inademing. Het gas kan bij vrijkomen door verdringing van de lucht verstikkend werken. De stof werkt in op het zenuwstelsel. Veiligheid Bij de productie van bitumen wordt gewerkt met een groot aantal op aardolie gebaseerde chemicaliën. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Voor deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen e.d als vloeistof, vonk arm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist.
Geen invloeden bekend en/of verwacht.
A4-47a
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 227
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
227
3-9-2008 11:50:39
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Dakpan, beton NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Dakpannen op basis van beton toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. Voor de beoordeling is uitgegaan van een pan een afmeting van 332 x 420 mm (nominaal) en een overlap van 75 mm. Bij deze afmeting zijn per m2 9,7 pannen nodig. Met een massa van 4,1 kg per stuk komt dit neer op een totale massa per m2 van 39,7 kg. Per m2 wordt circa 3 kg aan vurenhout (afkomstig uit duurzaam beheerde bossen) voor de tengels en latten gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen Dakpannen op basis van beton scoren, evenals de geglazuurde variant milieuklasse 1a, hetgeen staat voor beste productkeuze. Het uitstekende resultaat ontstaat door een lage milieubelasting per kilogram beton en een beperkte benodigde massa per functionele eenheid. De belangrijkste milieubelasting ontstaat door verontreiniging, waarvan het cementgebruik in beton de belangrijkste veroorzaker is. Door de lage milieubelasting van de pannen is het aandeel van het regelwerk, ondanks dat is uitgegaan van hout uit duurzaam beheerd bos met 6% op het totaal relatief groot. De ongeglazuurde betonpan is gevoeliger voor aantasting door algen en mossen, hetgeen ten koste gaat van de levensduur.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,06E+01 7,44E-07 6,76E-01 9,67E-02 1,66E-02 -3,27E-04 3,86E-02 6,80E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
0,00E+00 1,49E+00 4,85E-01
mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur
43 50
kg jaar
Afvalscenario
1 0 99
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en la
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers Landgebruik:
1,28E+00
PDF.m2.jr
2,04E+04 6,87E-05 6,80E+01 5,17E-01 5,23E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 1% la 14% en 1% ab 3%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
br 51%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 20%
ve 6%
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
228
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 228
Grondstoffen
Landgebruik
hu 2%
Milieumaten
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:39
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
o
o
o
nvt
o
o
o
Per fase
-/o
Veiligheid
o -/o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Dakpan, beton
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
o
o
-
o
Grondstoffase Chemische agentia Zie opmerkingen.
Productiefase Fysische agentia Zie opmerkingen.
Constructiefase Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht. Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Tijdens de kalksteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Om risico’s te minimaliseren, vindt opslag, overslag en transport van vliegas en steenmeel altijd plaats in (stofdichte) afgesloten systemen. Het dragen van handschoenen wordt aanbevolen.
Dakbedekking - hellend dak
Sloop/afvalfase
A4-47a
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 229
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
229
3-9-2008 11:50:40
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Dakpan, beton (incl. toplaag obv micromortel) NIBE Milieuklasse:
1b Omschrijving functionele eenheid Dakpannen op basis van beton, voorzien van een specifieke toplaag bestaande uit een micromortel, toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. Voor de beoordeling is uitgegaan van een pan met een afmeting van 332 x 420 mm (nominaal) en een overlap van 75 mm. Bij deze afmeting zijn per m2 9,66 pannen nodig. Met een massa van 4,1 kg per stuk (inclusief een toplaag van circa 150 gram/pan komt dit neer op een totale massa per m2 van 39,7 kg. Per m2 wordt circa 3 kg aan vurenhout (afkomstig uit duurzaam beheerde
Opvallende milieu-eigenschappen Met een specifieke toplaag afgewerkte dakpannen op basis van beton scoren, evenals de variant zonder specifieke toplaag, milieuklasse 1a, hetgeen staat voor beste productkeuze. Het uitstekende resultaat ontstaat door een lage milieubelasting per kilogram en een beperkte benodigde massa per functionele eenheid. De belangrijkste milieubelasting ontstaat door verontreiniging, waarvan het cementgebruik in beton de belangrijkste veroorzaker is. De specifieke toplaag heeft een bijdrage van circa 5% van de milieubelasting van beton, maar zorgt tegelijkertijd ook voor een langere levensduur en daarmee lagere milieubelasting. Door de lage milieubelasting van de pannen is het aandeel van het regelwerk, ondanks dat is uitgegaan van hout uit duurzaam beheerd bos met 6% op het totaal relatief groot.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,13E+01 8,42E-07 9,22E-01 1,06E-01 1,72E-02 7,56E-05 4,48E-02 7,39E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
43,5 60
Afvalscenario
1 0 99
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,28E+00 6,56E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,51E+00
PDF.m2.jr
3,81E+04 7,60E-05 6,43E+01 6,84E-01 6,93E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
we 1% la 15%
en 1% ab 3%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
br 50%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 20%
ve 6% hu 2%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
230
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 230
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:40
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
o
o
o
nvt
o
o
o
Per fase
-/o
Veiligheid
o -/o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Dakpan, beton (incl. toplaag obv micromortel)
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
o
o
-
o
Grondstoffase Chemische agentia Zie opmerkingen.
Productiefase Fysische agentia Zie opmerkingen.
Constructiefase Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht. Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen Tijdens de kalksteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Om risico’s te minimaliseren, vindt opslag, overslag en transport van vliegas en steenmeel altijd plaats in (stofdichte) afgesloten systemen. Het dragen van handschoenen wordt aanbevolen.
Dakbedekking - hellend dak
Sloop/afvalfase
A4-47a
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 231
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
231
3-9-2008 11:50:41
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Dakpan, keramisch NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Keramische dakpannen toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. Binnen de beoordeling is uitgegaan van een Opnieuw Verbeterde Holle (OVH) pan met een massa van 2,86 kg/stuk. Van de pannen met een afmeting van 267 x 384 mm zijn er voor 1 m2 14,9 nodig. Dit komt neer op een totale massa van 42,5 kg. Per m2 wordt circa 3,4 kg aan vurenhout (afkomstig uit duurzaam beheerde bossen) voor de tengels en latten gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen Het produceren van keramische producten is een energie-intensief proces. Desalniettemin scoren de keramische dakpannen milieutechnisch goed. Met name de lange levensduur draagt hier aan bij. Verontreiniging door emissies is met 72% de belangrijkste veroorzaker van milieubelasting. Daarnaast speelt ook uitputting van grondstoffen met 19% een belangrijke rol. In Nederland wordt klei voornamelijk in de uiterwaarden gewonnen. Onder andere door het huidige overheidsbeleid is kleiwinning nog maar voor beperkte tijd gegarandeerd.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,54E+01 7,50E-07 1,56E+01 1,51E-01 2,01E-02 4,00E-04 5,98E-02 8,42E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
45,9 75
Afvalscenario
1 0 99 0
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,67E+01 1,19E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,22E+00
PDF.m2.jr
2,36E+04 7,40E-05 5,15E+01 1,10E+00 1,10E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
en 1%
la 6%
br 36%
ab 18%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 12%
ve 4% hu 20%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
232
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 232
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:41
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
o
o
nvt
o
o
o
o
-
nvt
o
o
-
o
o
o
-
o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
-
o
Ergonomie
Per fase
Per criterium
Veiligheid
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Dakpan, keramisch
Grondstoffase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Productiefase Chemische agentia Tijdens het bakproces komen zwaveldioxide en fluoride vrij uit de klei. Met behulp van rookgasreiniging worden de emissies van deze stoffen tot een minimum beperkt. Door inwerking van zonlicht op deze gassen ontstaat ozon, een stof met een sterk oxiderende werking. Bij grote vervuiling kan de hoeveelheid ozon in de lucht vele malen hoger worden dan normaal. Blootstelling aan verhoogde concentraties van ozon kan leiden tot vermindering van de longfunctie (o.a. een toename van de luchtwegweerstand) en kan luchtwegklachten geven zoals hoesten, droge keel, pijn op de borst bij ademhaling en verhoogde slijmproductie, met daarbovenop kwalen als hoofdpijn en misselijkheid. Het effect treedt meestal geleidelijk op. Vooral bij mensen met astma of COPD, echter ook gezonde mensen kunnen klachten krijgen.
Constructiefase
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen
Dakbedekking - hellend dak
Ergonomie De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor.
A4-47a
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 233
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
233
3-9-2008 11:50:42
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Houten shingles-leien (WRC-db) NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Niet afgewerkte Western Red Cedar (WRC) shingles (leien), afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. De houten shingles zijn rechthoekig (400x250mm) en hebben een dikte van circa 10 mm. De shingles worden in drie lagen met behulp van stalen nagels bevestigd op latten en tengels. De latten en tengels (op basis van onbehandeld Europees vuren hout uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Het dakbeschot is buiten beschouwing gelaten. Voor 1 m2 is circa 10 kg WRC nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 4,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen De shingels van Western Red Cedar, dat gewonen wordt uit duurzaam beheerd bos, scoren met milieuklasse 2c nog net als goede productkeuze. De belangrijkste bron van milieubelasting is verontreiniging door emissies, dat voor het grootste deel veroorzaakt wordt door transport vanuit Canada naar Nederland. Het aandeel op de totale milieubelasting hiervan is circa 27%. Daarnaast heeft staand Western Red Cedar een hoog vochtgehalte en is er voor het drogen veel energie nodig. De volumieke massa van droog hout is circa 370 kg/m3, terwijl staand hout maar liefst een volumieke massa heeft van circa 750 kg/m3.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,32E+01 3,38E-06 2,97E+00 2,42E-01 1,12E-01 -6,48E-03 1,25E-01 1,41E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,2
Afvalscenario
5 84 11
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 4,39E-02 1,90E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,23E+00
PDF.m2.jr
2,56E+05 4,66E-04 -2,03E+00 1,84E+00 1,81E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
we 4% li 1% ca 1% la 11% en 2%
br 51%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 18%
ve 8% hu 3%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
234
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 234
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:42
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Houten shingles-leien (WRC-db)
o
-/o
o
-/o
o
o
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
o
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van houten shingles zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. Door het geringe gewicht van de houtenshingles zullen minder snel gezondheidsklachten ontstaan dan bij gebruik van dakpannen.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Dakbedekking - hellend dak
Constructiefase
A4-47a
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 235
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
235
3-9-2008 11:50:43
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Houten shingles-leien (WRC-sb) NIBE Milieuklasse:
4b Omschrijving functionele eenheid Niet afgewerkte Western Red Cedar (WRC) shingles (leien), afkomstig uit standaard beheerde bossen, toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. De houten shingles zijn rechthoekig (400x250mm) en hebben een dikte van circa 10 mm. De shingles worden in drie lagen met behulp van stalen nagels bevestigd op latten en tengels. De latten en tengels (op basis van onbehandeld Europees vuren hout uit duurzaam beheerde bossen) en de benodigde bevestigingsmiddelen (RVS nagels) zijn in de beoordeling meegenomen. Het dakbeschot is buiten beschouwing gelaten. Voor 1 m2 is circa 10 kg WRC nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 4,2 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen De milieubelasting die ontstaat door landgebruik is groot. Standaard bosbouw gaat gepaard met kaalslag van grote oppervlaktes en langdurige afname van soorten in het gebied. Ten opzichte van het criterium landgebruik zijn de andere criteria verwaarloosbaar.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,50E+01 3,62E-06 4,10E+00 3,09E-01 1,22E-01 -6,45E-03 1,38E-01 1,50E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
14,2 35
Afvalscenario
5 84 11
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,72E-01 2,02E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,67E+01
PDF.m2.jr
2,64E+05 4,87E-04 1,15E+00 2,28E+00 1,96E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
we 1% br 20%
hu 2% ve 3%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 7% la 65%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
236
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 236
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:43
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase Per criterium
nvt
o
-
-
-
nvt
o
-
--
Per fase
-/o
o
Veiligheid
o
Ergonomie
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Houten shingles-leien (WRC-sb)
o
-/o
o
-/o
o
o
o
+/o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
o
--
Grondstoffase Chemische agentia In mindere mate gelden hier de opmerkingen zoals die gelden voor de productiefase. Veiligheid Door de inzet van groot materieel tijdens oogsten en zagen is de kans op ongelukken aanwezig. Vergeleken met andere branches kent de bosbouw een hoog ongevallenrisico.
Productiefase Chemische agentia Bij het boren, zagen, frezen, schaven en schuren van hout kan stofhinder voorkomen. Houtstof kan irritatie van huid en slijmvliezen veroorzaken zoals eczeem, (contact)dermatitis (chronische) neusslijmvlies- en oogbindvliesontsteking. Daarnaast kan houtstof leiden tot allergische reacties, astma en neuskanker. Langdurige blootstelling aan houtstof kan huidontsteking (dermatitis), oogbindvliesontsteking (conjunctivitis), neusverkoudheidverschijnselen (rhinitus) en kortademigheid (astma) veroorzaken. Veiligheid Voor de verwerking van hout tot houtproducten bestaat een scala aan voorschriften voor afscherming, bescherming en veiligheid. Deze zijn gericht op opslag, transport, afzuiging en ventilatie, verfmiddelen, calamiteiten, brand, EHBO en arbeidsomstandigheden. Chemische agentia Zie productiefase. Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van houten shingles zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. Door het geringe gewicht van de houtenshingles zullen minder snel gezondheidsklachten ontstaan dan bij gebruik van dakpannen.
Gebruiksfase Chemische agentia Hout is niet statisch op te laden en veroorzaakt geen statische magneetvelden. Hout kan een licht neutraliserende werking hebben op elektromagnetische velden.
Dakbedekking - hellend dak
Constructiefase
A4-47a
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 237
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
237
3-9-2008 11:50:44
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Koper (felsdak - staande naad) NIBE Milieuklasse:
6c Omschrijving functionele eenheid Een felsdak van koper toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief één laag regelwerk en bevestiging op de regels. Eventuele oppervlaktebehandeling is buiten beschouwing gelaten. Voor 1 m2 felsgevel van koper met een dikte van 0,6 mm is circa 6,1 kg koper nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk (op basis van vurenhout uit duurzaam beheerde bossen) wegen gezamenlijk circa 4,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen Ondanks dat meer dan 36% van het koper gerecycled materiaal is, is het overgrote deel van de verborgen milieukosten van koper afkomstig van milieu-ingrepen die plaatsvinden bij winning van kopererts, zoals landschapsaantasting, uitputting van grondstoffen en geluid/lichthinder door winning. Voor 1 kg koper is circa 120160 kg erts nodig. Dit wordt veelal grootschalig gewonnen in ecologisch gevoelige gebieden. De mate van uitspoeling is afhankelijk van de omgeving en de atmosferische omstandigheden. Een uitspoeling van 1,5 gram per m2 per jaar is in de berekeningen meegenomen. De invloed van de koperionen, die hierbij in het oppervlaktewater terechtkomen, is circa 12% op de totale milieubelasting.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,87E+01 5,78E-06 8,89E+00 8,22E+01 1,39E-01 7,15E-02 1,79E+00 1,38E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
10,2 75
Afvalscenario
5 0 95
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,53E+02 2,29E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
7,95E+01
PDF.m2.jr
2,14E+05 3,29E-05 1,41E+03 1,56E+02 3,04E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
li 9%
br 9% hu 1% aq 10%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
ve 12%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
la 40% eu 2%
ab 16%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
238
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 238
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:44
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
-/o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Koper (felsdak - staande naad)
o
o
o
-/o
o
o
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
o
-
Grondstoffase Chemische agentia Bij de winning van kopererts komen grote hoeveelheden stof vrij. Werknemers kunnen als gevolg hiervan langdurig blootstaan aan hoge stofconcentraties. Koperertsstof bevat naast een hoge concentratie koper veelal een hoge concentratie zink, lood en cadmium. Langdurige blootstelling aan zink en lood kan metaalkoorts en maagklachten tot gevolg hebben. Langdurig blootstelling aan lood en cadmium kan beschadiging van diverse organen, waaronder de hersenen tot gevolg hebben. Ook kan dit een negatieve invloed hebben op de voortplanting. Ergonomie Door de verregaande mechanisering zijn bij dagbouw geen ergonomische problemen te verwachten. In minder ontwikkelde landen is ertswinning in diepbouw veelal minder ver gemechaniseerd. Als gevolg hiervan kan fysieke belasting door tillen, ongezonde werkhoudingen en/of repeterende bewegingen optreden. Veiligheid Gehoorbescherming en bescherming tegen stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van (slak)afval noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase
Gebruiksfase Fysische agentia Koperen daken kunnen een gebouw ondoorlatend maken voor terrestrische en kosmische straling.
A4-47a
Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van metaal zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor.
Dakbedekking - hellend dak
Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van koper kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het besturingssysteem, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Werknemers kunnen via stof en rookgassen langdurig blootstaan aan hoge concentraties koper, koper en lood. Effecten koper en zink: metaalkoorts, maagklachten. Effecten lood en cadmium: beschadiging van diverse organen, hersenen en voortplanting. Veiligheid Bij de productie van koper zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Daarnaast zijn een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van slakafval noodzakelijk.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 239
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
239
3-9-2008 11:50:46
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Leien, natuursteen NIBE Milieuklasse:
2a Omschrijving functionele eenheid Natuursteen leien toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. Voor de beoordeling is uitgegaan van een standaard handelsmaat van 30 x 20 cm. Bij een dubbele dekking worden per m2 circa 44 leien gebruikt, hetgeen neerkomt op een massa van 36,3 kg/m2. Bij deze lei-afmeting wordt circa 9,6 meter aan tengels en leilatten (vurenhout uit duurzaam beheerde bossen, 20 x 30 mm) a 2,7 kg gebruikt. De leihaken van RVS hebben per m2 een massa van circa 0,265 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen Natuursteen leien scoren milieutechnisch relatief goed. Met name de lange levensduur en het eenvoudige productieproces liggen hieraan ten grondslag. Met circa 50% van de totale milieubelasting is het transport vanuit Frankrijk de belangrijkste veroorzaker van milieubelasting. De resterende milieubelasting ontstaat onder andere door landgebruik tijdens winning van leisteen en energiegebruik ten behoeve van zagen. Voor één kilogram product is circa drie kilogram grondstof nodig.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,65E+01 1,60E-06 2,57E+00 4,14E-01 3,28E-02 9,25E-04 8,35E-02 1,31E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
39 75
kg jaar
Afvalscenario
15 0 95
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 6,11E-01 9,96E-01
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,86E+00
PDF.m2.jr
5,32E+04 1,55E-04 2,84E+02 1,26E+00 9,84E-01
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
we 1% la 17%
en 1% br 45%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 21%
ve 7%
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
240
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 240
Landgebruik
hu 4%
Milieumaten
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:46
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Per criterium
Veiligheid
o
-/o
nvt
o
-/o
o
o
o
nvt
o
o
o
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Biologische agentia
Leien, natuursteen
o
o
o
-/o
o
o
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
o
o
o
o
o
Grondstoffase Chemische agentia Bij de winning van leisteen komt stof vrij. Effecten die op kunnen treden als gevolg van blootstelling aan stof zijn onder meer irritaties van de huid en van de slijmvliezen. Veiligheid Door de inzet van groot materieel is de kans op ongelukken aanwezig. Geen exacte gegevens bekend. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk.
Productiefase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Constructiefase
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen
Dakbedekking - hellend dak
Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van leien zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. Door het geringe gewicht van de leien zullen minder snel gezondheidsklachten ontstaan dan bij gebruik van dakpannen.
A4-47a
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 241
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
241
3-9-2008 11:50:47
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Leien, vezelcement NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Leien op basis van vezelcement toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. De leien met een afmeting van 450 x 320 mm, een overlap van 110 mm en een dikte van circa 4,3 mm hebben per m2 een massa van circa 19,3 kg. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk (op basis van vurenhout uit duurzaam beheerde bossen) wegen gezamenlijk circa 5 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen De belangrijkste reden dat de milieubelasting van leien van vezelcement hoger is dan die van natuursteen leien is de levensduur. Wanneer deze net als de leien op basis van natuursteen ook 75 jaar zou zijn, zouden beide alternatieven een vergelijkbare milieubelasting hebben. Dat, terwijl natuursteen leien een stuk zwaarder zijn. De milieubelasting per kilogram vezelcement is dus hoger. Het belangrijkste aandeel hierin heeft, met circa 25%, de productie van portland cement. Ten behoeve van de bevestiging van leien is relatief veel materiaal nodig. Ondanks dat is uitgegaan van hout uit duurzaam beheerde bossen is het aandeel van de bevestiging op de totale milieubelasting circa 7%.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,42E+01 4,94E-06 5,54E+00 4,11E-01 5,67E-02 6,92E-02 1,86E-01 2,27E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
24,3 35
Afvalscenario
20 0 80
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 8,11E+00 2,17E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
3,18E+00
PDF.m2.jr
la 10%
ab 5%
br 46% eu 18%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
3,75E+05 6,12E-05 1,13E+02 3,29E+00 2,38E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 8%
10
5
0
hu 4%
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0
242
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 242
Grondstoffen
Landgebruik
fo 5%
Milieumaten
15
Emissies
li 1%
en 1%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:47
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
-
o
nvt
o
o
-
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Fysische agentia
o + nvt
Chemische agentia
Leien, vezelcement
o
-/o
nvt
-/o
o
o
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
-
o
o
o
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van, en het werken met kalksteen en gipsgesteente kunnen gezondheidsrisico’s door stof ontstaan (zie ook: Opmerkingen). Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven bij de winning van kalksteen en gips is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk.
Productiefase Fysische agentia Tijdens het boren, zagen en frezen van de vezelcementplaat kunnen gezondheidseffecten ontstaan door kwartsstof. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens.
Constructiefase
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Dakbedekking - hellend dak
Chemische agentia Zie productiefase. Aangenomen mag worden dat tijdens het aanbrengen van de geprofileerde platen het aantal bewerkingen (boren en zagen) beperkt zijn. Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van vezelcementplaten zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De massa van vezelcement leien is lager dan die van dakpannen, er mag derhalve aangenomen worden dat gezondheidsklachten voor de dakdekker van dit product ook minder zijn.
Opmerkingen
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 243
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
A4-47a
Tijdens de kalksteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Om risico’s te minimaliseren, vindt opslag, overslag en transport van vliegas en steenmeel altijd plaats in (stofdichte) afgesloten systemen. Het dragen van handschoenen wordt aanbevolen.
243
3-9-2008 11:50:48
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Riet (schroefdak) NIBE Milieuklasse:
2a Omschrijving functionele eenheid Een rieten dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. Tegenwoordig wordt voor rieten daken, in geval van nieuwbouw, veelal een gesloten constructie ofwel een schroefdak toegepast. Het riet wordt dan direct op het dakbeschot geschroefd. Hierdoor ontbreekt de spouw tussen het riet en de onderconstructie, waardoor het pakket beter isoleert en brandveiliger is. De R-waarde van een schroefdak is circa 2,65 m2.K/W. Voor een dakconstructie van 30 cm dik is circa 40 kg (droog) riet en 0,75 staal ten behoeve van bevestiging nodig.
Opvallende milieu-eigenschappen De milieubelasting van het rieten schroefdak is sterk afhankelijk van de levensduur, de afvalfase en de isolerende werking. Wanneer riet wordt toegepast op een dak met een hellingshoek van minder dan 25 graden is de levensduur niet meer dan 15 jaar. Bij een hoek tot 45 graden is dit tot 45 jaar en riet met een hellingshoek van 50 graden gaat zelfs meer dan 45 jaar mee. Binnen de beoordeling is uitgegaan van een hellingshoek van 40 graden met een levensduur van 40 jaar. Wanneer het riet in de afvalfase verbrand wordt ontstaat daarbij energie. De milieuwinst die hierdoor ontstaat is van de milieubelasting afgetrokken. Verder is de milieubelasting van 1 m2 EPS plaat op de totale milieubelasting in mindering gebracht, omdat het dak een R-waarde heeft van circa 2,65 m2.K/W.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,72E+00 4,36E-06 3,95E+00 2,66E-01 3,68E-02 -4,13E-02 1,52E-01 3,49E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
8,17E-01 1,24E+00 -3,50E-01
mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur Lambdawaarde Afvalscenario
40,75 40 circa 0,11 49 49 2
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
kg jaar W/m.K % stort % verbranding % recycling
we 5% la 8%
li 1%
br 8% hu 6%
bi 1% ab 2%
la
Landgebruik:
1,23E+00
PDF.m2.jr
6,75E+04 5,07E-04 1,71E+01 1,43E+00 -5,08E-02
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
ve 13%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
eu 61%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
244
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 244
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:48
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Per criterium
Ergonomie
Veiligheid
Per fase
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Riet (schroefdak)
o
o
nvt
-/o
-/o
o
o
o
nvt
o
-
-
o
o
o
-/o
o
o
o
-
o
nvt
-/o
-
o
o
nvt
o
o
o
o
-
o
o
-
Grondstoffase Ergonomie Riet wordt veelal kleinschalig gewonnen met eenvoudig materieel. Winning en verwerking kunnen fysieke belastingen door tillen met zich meebrengen. Veiligheid Tijdens de winning van de grondstof colemaniet dat op rieten daken wordt toegepast als brandvertrager in de vorm van boraten wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen, groot materieel en explosieven. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist.
Productiefase Veiligheid Tijdens productie en verwerking van boraten geldt een strenge hygiëne. Extra veiligheidsmaatregelen tijdens productie van boorzuur en borax, zoals plaatselijke afzuiging of ademhalingsbescherming, handschoenen en een stofbril zijn vereist.
Constructiefase
Gebruiksfase Chemische agentia Tijdens het behandelen van het rieten dak met brandvertrager op basis van boraten kan men met de boraten in aanraking komen. Directe gevolgen bij het in aanraking komen met boorzuur zijn irritatie van de ogen, huid en ademhalingsorganen. De stof kan bij hoge dosering na inslikken of bij langdurige, herhaalde blootstelling ernstige gevolgen voor de gezondheid hebben. Borax kan worden opgenomen in het lichaam door inademing en inslikken. De stof werkt op het zenuwstelsel. In ernstige gevallen bestaat de kans op toevallen of bewusteloosheid. Bij langdurige, herhaalde blootstelling kunnen nier- en hersenbeschadigingen optreden. Veiligheid Tijdens de behandeling van rieten daken met een brandvertragend middel op basis van boraten dient men gebruik te maken van ademhalingsbeschermingsmiddelen en handschoenen.
A4-47a
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 245
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Dakbedekking - hellend dak
Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van riet zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor.
245
3-9-2008 11:50:50
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Staal, verzinkt (trapezium) NIBE Milieuklasse:
4b Omschrijving functionele eenheid Verzinkte stalen trapeziumplaten toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief één laag regelwerk en bevestiging op de regels. Voor 1 m2 dakbedekking met een plaatdikte van 0,7 mm is circa 6,4 kg staal nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen Milieutechnisch scoort de verzinkt stalen trapezium plaat niet goed. Het produceren van staal gaat gepaard met veel verontreiniging door energiegebruik, verontreiniging door transport van grondstoffen en landschapsaantasting door ertswinning. Bovendien heeft de ongecoate staalvariant ten opzichte van alle andere alternatieven een lage levensduur, waardoor regelmatig vervanging noodzakelijk is. Circa 81% van de milieubelasting wordt veroorzaakt door verontreiniging, 2% door uitputting van grondstoffen, 12% door landgebruik en 2% door hinder.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
7,31E+01 1,35E-05 8,02E+00 6,20E-01 1,53E-01 2,80E-02 3,48E-01 2,70E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
8,5 15
kg jaar
Afvalscenario
3 0 83 14
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,38E+00 3,27E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
7,96E+00
PDF.m2.jr
li 1% la 14% en 1% ab 1% eu 12%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
3,15E+06 3,68E-05 2,91E+02 5,51E+00 3,05E+00
br 56%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 8% fo 1% hu 3%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
246
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 246
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:50
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Per criterium
Veiligheid
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Biologische agentia
o
Fysische agentia Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
Staal, verzinkt (trapezium)
o
o
o
-/o
o
o
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
o
-
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts, middels boren en het opblazen met explosieven, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase
Gebruiksfase Fysische agentia Staal kan interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Staal kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
A4-47a
Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van metaal zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Dakbedekking - hellend dak
Fysische agentia Bij de productie van staal met behulp van het oxystaalproces wordt ruwijzer met behulp van zuivere zuurstof in een oven gereduceerd tot staal. De hoeveelheid gebruikte elektriciteit blijft hierbij beperkt. Werknemers zullen beperkt blootstaan aan elektromagnetische velden. Tijdens de productie van staal met behulp van het elektrostaalproces wordt in een elektro-oven ruw ijzer of schroot met behulp van elektroden gereduceerd tot staal. Tijdens deze elektrolytische productie van staal kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het centrale zenuwstelsel, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Bij de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving met diverse gevaarlijke stoffen in aanraking komen. Bronnen zijn stof, verontreinigde slakken en rookgassen. Gevaarlijke stoffen die bij de productie van staal (in geringe mate) vrij kunnen komen zijn onder andere chroom, zink, lood, cadmium, fluorverbindingen, zuren en basen. Bij de productie van staal wordt met sterke zuren en basen gewerkt. Deze werken bijtend op de ogen, de huid en de ademhalingsorganen. Inademing van damp en/of nevel kan ademnood veroorzaken (longoedeem). In ernstige gevallen bestaat de kans op bewusteloosheid en een dodelijke afloop. Veiligheid Bij de productie van staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 247
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
247
3-9-2008 11:50:51
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Staal, verzinkt en gecoat (trapezium) NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Verzinkte stalen trapeziumplaten toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief regelwerk en bevestiging van de gevelbekleding op het dakbeschot. Het dakbeschot zelf is buiten beschouwing gelaten. De stalen platen zijn gecoat, hetgeen een positieve bijdrage levert aan de levensduur van het product. Voor 1 m2 dakbedekking met een plaatdikte van 0,7 mm is circa 6,5 kg staal nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk wegen gezamenlijk circa 2,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen Ten opzichte van alle alternatieve dakbedekkingen voor hellende dak scoort deze metalen variant met milieuklasse 3b vanuit milieuoogpunt als aanvaardbare productkeus. Indien de keuzevrijheid beperkt is tot alleen metalen verdient dit product dus de voorkeur. Het produceren van staal gaat gepaard met veel verontreiniging door energiegebruik, verontreiniging door transport van grondstoffen en landschapsaantasting door ertswinning. Circa 82% van de milieubelasting wordt veroorzaakt door verontreiniging, 2% door uitputting van grondstoffen, 13% door landgebruik en 3% door hinder.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,80E+01 7,02E-06 4,31E+00 3,30E-01 8,16E-02 1,42E-02 1,87E-01 1,44E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
0,00E+00 1,75E+00 1,76E+00
mbp mbp mbp
Massa per FE Levensduur
8,6 30
kg jaar
Afvalscenario
3 0 83 14
% stort % verbranding % recycling % hergebruik
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
li 1% la 13% en 1% ab 1%
la
Landgebruik:
4,09E+00
PDF.m2.jr eu 13%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,60E+06 2,59E-05 1,48E+02 2,94E+00 1,66E+00
br 55%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 8% fo 1% hu 3%
Milieumaten
15
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Emissies
Grondstoffen
248
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 248
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:51
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Per criterium
Veiligheid
-
nvt
o
-/o
-
-
-
nvt
o
-
---
Per fase
Ergonomie
Biologische agentia
o
Fysische agentia Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Chemische agentia
Staal, verzinkt en gecoat (trapezium)
o
o
o
-/o
o
o
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
--
o
o
-
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van ijzererts, middels boren en het opblazen met explosieven, treden stofemissies op. Bij langdurige blootstelling hieraan ontstaan gezondheidsrisico’s, zoals kans op longfibrose of longkanker. Veiligheid Door de inzet van groot materieel en explosieven is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van mijnafval noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase
Gebruiksfase Fysische agentia Staal kan interfereren met kunstmatige elektromagnetische velden, zoals het elektriciteitssysteem in gebouwen of elektrische velden afkomstig van hoogspanningskabels. Staal kan ook interfereren met natuurlijke elektrische velden. Als gevolg hiervan kunnen verstoringen van het aardmagnetisch veld ontstaan. Daarnaast kan het gebouw ondoorlatend worden voor terrestrische en kosmische straling. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan deze verstoringen kan leiden tot slaapstoornissen, hart- en vaatklachten en aantasting van het immuunsysteem
A4-47a
Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van metaal zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen.
Dakbedekking - hellend dak
Fysische agentia Bij de productie van staal met behulp van het oxystaalproces wordt ruwijzer met behulp van zuivere zuurstof in een oven gereduceerd tot staal. De hoeveelheid gebruikte elektriciteit blijft hierbij beperkt. Werknemers zullen beperkt blootstaan aan elektromagnetische velden. Tijdens de productie van staal met behulp van het elektrostaalproces wordt in een elektro-oven ruw ijzer of schroot met behulp van elektroden gereduceerd tot staal. Tijdens deze elektrolytische productie van staal kunnen werknemers in contact komen met sterke elektromagnetische velden. Er zijn aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan sterke elektromagnetische velden kan leiden tot aantasting van het immuunsysteem, hoofdpijn, maag- en darmstoornissen, slaapstoornissen en in ernstige gevallen aantasting van het centrale zenuwstelsel, misvormingen van de foetus, kanker en miskramen. Chemische agentia Bij de productie van staal kunnen werknemers en de omgeving met diverse gevaarlijke stoffen in aanraking komen. Bronnen zijn stof, verontreinigde slakken en rookgassen. Gevaarlijke stoffen die bij de productie van staal (in geringe mate) vrij kunnen komen zijn onder andere chroom, zink, lood, cadmium, fluorverbindingen, zuren en basen. Bij de productie van staal wordt met sterke zuren en basen gewerkt. Deze werken bijtend op de ogen, de huid en de ademhalingsorganen. Inademing van damp en/of nevel kan ademnood veroorzaken (longoedeem). In ernstige gevallen bestaat de kans op bewusteloosheid en een dodelijke afloop. Veiligheid Bij de productie van staal zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 249
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
249
3-9-2008 11:50:52
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Vezelcementplaat (geprofileerd) NIBE Milieuklasse:
2c Omschrijving functionele eenheid Geprofileerde platen op basis van vezelcement toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief bevestiging exclusief dakbeschot. De platen met een dikte van 6,5 mm hebben per m2 een massa van gemiddeld 15,9 kg. De platen worden met bouten op de gording bevestigd. Per m2 komt dit neer op een RVS gebruik van circa 140 gram.
Opvallende milieu-eigenschappen Ten opzichte van alle andere steenachtige alternatieve dakbedekkingen voor hellende dak is de geprofileerde vezelcementplaat de lichtste, hetgeen een positieve invloed heeft op de totale milieubelasting. Met circa 25% is de productie van portland klinker, dat gebruikt wordt in cement, het zwaarst wegende proces.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,47E+01 3,43E-06 2,77E+00 2,35E-01 2,48E-02 5,71E-02 1,30E-01 1,72E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
16,0 35
Afvalscenario
20 0 80
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 6,27E+00 1,57E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,17E+00
PDF.m2.jr
la 9% en 1%
br 46% eu 19%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
2,38E+05 2,44E-05 8,42E+01 1,95E+00 1,68E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 7%
10
5
0
250
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 250
Landgebruik
hu 3%
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Grondstoffen
fo 5%
Milieumaten
15
Emissies
li 1%
ab 5%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:52
Dakbedekking - hellend dak
Gezondheids-informatie
Ergonomie
Veiligheid
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
-
nvt
o
-/o
-
-
o
nvt
o
o
-
Per criterium
Per fase
Biologische agentia
o
Fysische agentia
Chemische agentia
Vezelcementplaat (geprofileerd)
o
-/o
nvt
-/o
o
o
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
-
o
o
o
Grondstoffase Chemische agentia Tijdens de winning van, en het werken met kalksteen en gipsgesteente kunnen gezondheidsrisico’s door stof ontstaan (zie ook: Opmerkingen). Veiligheid Door inzet van groot materieel en explosieven bij de winning van kalksteen en gips is een verhoogde kans op ongelukken aanwezig. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn noodzakelijk.
Productiefase Fysische agentia Tijdens het boren, zagen en frezen van de vezelcementplaat kunnen gezondheidseffecten ontstaan door kwartsstof. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens.
Constructiefase
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Dakbedekking - hellend dak
Chemische agentia Zie productiefase. Aangenomen mag worden dat tijdens het aanbrengen van de geprofileerde platen het aantal bewerkingen (boren en zagen) beperkt zijn. Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van vezelcementplaten zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De massa van vezelcement platen is lager dan die van dakpannen, er mag derhalve aangenomen worden dat gezondheidsklachten door tillen van dit product ook minder zijn.
Opmerkingen
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 251
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
A4-47a
Tijdens de kalksteenwinning en de productie-, constructie-, sloop- en afvalfase komt (kwarts)stof vrij. Effecten die kunnen optreden als gevolg van blootstelling aan (kwarts)stof, zijn onder meer irritaties van de huid en slijmvliezen. Gehoorbescherming en maatregelen tegen vrijkomend stof zijn in deze fases noodzakelijk. Een algemeen bekend gezondheidsprobleem dat kan ontstaan bij inademing van kwartsstof, is silicosis. De kwartsvezels veroorzaken dan littekenweefsel in de longen. De long verliest daardoor langzaam haar functie, hetgeen fatale gevolgen kan hebben. Kwartsvezel wordt tevens gezien als kankerverwekkend voor de mens. Om risico’s te minimaliseren, vindt opslag, overslag en transport van vliegas en steenmeel altijd plaats in (stofdichte) afgesloten systemen. Het dragen van handschoenen wordt aanbevolen.
251
3-9-2008 11:50:53
Milieu-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Zink (felsdak - staande naad) NIBE Milieuklasse:
6a Omschrijving functionele eenheid Een felsdak van zink toegepast als dakbedekking op een hellend dak, inclusief één laag regelwerk en bevestiging op de regels. Eventuele oppervlaktebehandeling is buiten beschouwing gelaten. Voor 1 m2 felsgevel van zink met een dikte van 0,7 mm is circa 5,6 kg zink nodig. De bevestigingsmiddelen en het regelwerk (op basis van vurenhout uit duurzaam beheerde bossen) wegen gezamenlijk circa 4,1 kg.
Opvallende milieu-eigenschappen Het overgrote deel van de verborgen milieukosten van zink zijn afkomstig van milieu-ingrepen die plaatsvinden bij winning van zinkerts. Dit zijn landschapsaantasting, uitputting van grondstoffen en geluid/lichthinder. Voor 1 kg zink is circa 18 kg erts nodig. Dit wordt veelal grootschalig gewonnen in ecologisch gevoelige gebieden. De relatief hoge verborgen milieukosten per kilogram worden nog sterker benadrukt door de technische levensduur van 30 jaar. De dikteafname van het zink is afhankelijk van de omgeving en de atmosferische omstandigheden. Een uitspoeling van 3 gram per m2 per jaar is in de berekeningen meegenomen. De invloed van de zinkionen, die hierbij in het oppervlaktewater terechtkomen, is met 3% van de totale milieubelasting beperkt.
A4-47a
Dakbedekking - hellend dak
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
7,43E+01 7,84E-06 4,14E+01 1,53E+01 1,99E-01 7,59E-03 3,17E-01 2,09E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
10,5 30
Afvalscenario
3 0 97
(hoofdproduct)
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 5,33E+01 3,33E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
5,54E+01
PDF.m2.jr
1,34E+05 3,98E-05 5,20E+02 5,64E+01 3,20E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
li 5% br 25%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
la 42%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 7%
ab 8%
10
5
0
1.600
400
500
1.200
300
375
800
200
250
400
100
125
0 Grondstoffen
252
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 252
Landgebruik
aq 3% ve 3% eu 4%
Milieumaten
15
Emissies
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:53
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - hellend dak
Ergonomie
Veiligheid
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
-
nvt
-/o
-/o
-
-
-/o
nvt
o
-
--
Per criterium
Per fase
Biologische agentia
o
Fysische agentia
Chemische agentia
Zink (felsdak - staande naad)
o
o
o
-/o
o
o
-/o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
o
o
o
-
-
o
o
-
Grondstoffase Chemische agentia Bij de winning van zinkerts komt stof vrij. Werknemers kunnen als gevolg hiervan langdurig blootstaan aan hoge stofconcentraties. Zinkertsstof bevat naast een hoge concentratie zink veelal een hoge concentratie koper, lood en cadmium. Het langdurig blootstaan aan zink en koper kan metaalkoorts of maagklachten tot gevolg hebben. Langdurig blootstaan aan lood en cadmium kan diverse organen, waaronder de hersenen, beschadigen. Het cadmium kan bovendien een negatief effect op de voortplanting hebben. Ergonomie Door de verregaande mechanisering zijn bij dagbouw geen ergonomische problemen te verwachten. In minder ontwikkelde landen is ertswinning in diepbouw veelal minder ver gemechaniseerd. Als gevolg hiervan kan fysieke belasting door tillen, ongezonde werkhoudingen en/of repeterende bewegingen optreden. Veiligheid Gehoorbescherming en bescherming tegen stof zijn noodzakelijk. Daarnaast is een groot aantal maatregelen ter voorkoming van uitloging van slakafval noodzakelijk.
Productiefase
Constructiefase
A4-47a
Ergonomie De volgende gegevens zijn gebaseerd op gezondheidsgegevens van de dakdekker die doorgaans met pannen dekt, voor dakbedekking op basis van metaal zullen overeenkomsten, maar ook verschillen bestaan: De dakdekker heeft zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. Ook klachten aan de lage rug, onderbenen, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor.
Dakbedekking - hellend dak
Fysische agentia Tijdens de elektrolytische productie van zink kunnen werknemers langdurig blootstaan aan sterke elektromagnetische velden. Chemische agentia Tijdens de productie van zink kunnen werknemers via rookgassen en stof blootgesteld worden aan relatief grote hoeveelheden zink. Zink is een essentieel spoorelement, nodig voor het functioneren van het organisme. Voor elk organisme kunnen de concentraties zink in bepaalde gevallen te hoog oplopen. Mensen kunnen naar verhouding goed tegen zink. Vooral in verhouding tot het omvangrijke en vaak weinig schone gebruik van zink is de acute schade aan de menselijke gezondheid bescheiden. Intensieve blootstelling aan zinkdampen kan tot ‘metaalkoorts’ leiden, een griepachtige aandoening die in de regel 6 tot 48 uur na blootstelling de kop opsteekt en meestal na één tot twee dagen weer over is. Mogelijk berust deze metaalkoorts op een overgevoeligheidsreactie. Daarnaast kunnen met eten of drinken opgenomen grote hoeveelheden zouten van zink (meer dan 200 mg) maagklachten en aderverkalking veroorzaken. Veiligheid Omdat tijdens de productie van zink continu gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen en groot materieel., bestaat een verhoogd ongevallenrisico. Bij de productie van zink zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Gebruiksfase Fysische agentia Zinken daken kunnen een gebouw ondoorlatend maken voor terrestrische en kosmische straling.
Sloop/afvalfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 253
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
253
3-9-2008 11:50:54
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
APP - dakbanen NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Een daksysteem op basis van APP-gemodificeerd bitumen bestaat doorgaand uit twee lagen. De onderlaag heeft een massa van circa 2 kg/m2 en de bovenlaag heeft een massa van circa 5 kg/m2. Na 20 jaar wordt er bij dit systeem een nieuwe toplaag aangebracht met een massa van 4 kg/m2. Voor alle banen is rekening gehouden met de voorgeschreven overlappen, hetgeen neerkomt op een materiaalgebruik van circa 1,21 kg/m2 . Voor de mechanische bevestiging wordt circa 0,23 kg polyamide en 0,033 kg verzinkt staal gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen De met APP gemodificeerde dakbanen vallen in milieuklasse 3b. Dit staat voor een aanvaardbare milieukeuze. Ten opzichte van de kunststofachtige dakbanen is de milieubelasting wel wat hoger. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de relatief hoge massa. De milieubelasting per kilogram materiaal is zelfs lager dan de milieubelasting per kilogram EPDM. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de relatief lage milieubelasting van bitumen ten opzichte van de milieubelasting van de stoffen die in de kunststof banen gebruikt worden.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
4,94E+01 6,07E-06 1,87E+00 -2,08E-01 -2,88E-02 4,91E-03 8,31E-02 2,00E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
12,5 40
Afvalscenario
5 90 5
(hoofdproduct)
Dakbedekking - plat dak
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,32E-01 6,48E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,45E-01
PDF.m2.jr
6,33E+05 2,33E-05 -8,31E+00 6,56E+00 6,56E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
li 2% ca 2% en 4%
eu 17%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 3% hu 1% br 68%
Milieumaten
10
A4-47b
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
Grondstoffen
254
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 254
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:55
Dakbedekking - plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
APP - dakbanen
o
-
o
-/+
-/o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
+
o
+
o
---
o
+
-
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor APP (A-tactisch Poly Propyleen) gemodificeerd bitumen dakbedekking is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen bijvoorbeeld het drinkwater verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia APP-gemodificeerd bitumen bestaat uit een deel propyleen en een deel bitumen. Tijden de productie van bitumen kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Tijdens de productie van polypropeen wordt er gebruik gemaakt van propeen. Propeen is een onder druk tot vloeistof verdicht kleurloos gas. De stof kan worden ingenomen door inademing. Het gas kan bij vrijkomen door verdringing van de lucht verstikkend werken. De stof werkt in op het zenuwstelsel. Veiligheid Tijdens de productie van APP gemodificeerd bitumen wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Constructiefase
Gebruiksfase
Dakbedekking - plat dak
Chemische agentia Tijdens bevestiging van langs- en dwarsoverlappen middels branden komt de dakdekker met, voor de gezondheid schadelijke, dampen in aanraking. Ergonomie Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. Ten opzichte van de meeste andere dakbanen is APP gemodificeerd bitumen relatief zwaar. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming. Geen invloeden bekend en/of verwacht. Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting.
A4-47b
Sloop/afvalfase
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 255
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
255
3-9-2008 11:50:56
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
EPDM - dakbanen (met SBS gecacheerd) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Eén vierkante meter dakbedekking op basis van EPDM banen met een massa van 3,7 kg/m2 (inclusief overlappen) die voorzien zijn van een SBS cacheerlaag. Voor de mechanische bevestiging wordt circa 0,23 kg polyamide en 0,033 kg verzinkt staal gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen De milieubelasting van de met SBS-gemodificeerd bitumen gecacheerde EPDM banen is circa 3 maal hoger dan het EPDM-membraan. De belangrijkste oorzaak voor dit verschil is de 2,4 maal hogere massa van de EPDM banen.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,53E+01 3,53E-06 1,44E+01 -3,37E-02 -1,12E-02 4,67E-03 8,65E-02 1,09E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
4,0 25
kg jaar
Afvalscenario
5 90 5
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Dakbedekking - plat dak
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 2,46E-01 3,79E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,50E-01
PDF.m2.jr
3,85E+05 1,05E-05 -1,41E-01 3,79E+00 3,79E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
li 2% ca 2%
eu 11%
ve 5%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 13%
br 62%
Milieumaten
10
A4-47b
en 3%
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
Grondstoffen
256
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 256
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:56
Dakbedekking - plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
EPDM - dakbanen (met SBS gecacheerd)
o
-
o
+/o
-/o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
+
o
+
o
---
o
+
-
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor EPDM (etyleen propyleen terpolymeer) met SBS (styreen-butadieen-styreen) cachering dakbedekking is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia EPDM met SBS gemodificeerde bitumen cachering bestaat voor een belangrijk deel uit etheen, propeen en SBSrubber. Deze stoffen kunnen worden opgenomen in het lichaam door inademing. Een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie in de lucht kan bij vrijkomen van etheen zeer snel worden bereikt. Propeen werkt evenals styreen op het zenuwstelsel. Bij langdurige aanraking is kans op orgaanschade, aandoeningenen aan spier en zenuwstelsels. Styreen is verdacht en butadieen is aangetoond kankerverwekkend. Veiligheid Bij de productie van EPDM wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen op basis van aardolie. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen e.d. als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
A4-47b
Chemische agentia Tijdens bevestiging van langs- en dwarsoverlappen middels branden komt de dakdekker met, voor de gezondheid schadelijke, bitumineuze dampen in aanraking. Ergonomie EPDM dakrollen zijn iets lichter dan de gemiddelde bitumineuze dakrol. Hierdoor is er per te bedekken oppervlak sprake van relatief minder inspanning. Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met hete-lucht lasapparaten en gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming.
Dakbedekking - plat dak
Constructiefase
Sloop/afvalfase Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting. NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2 257 © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 257
3-9-2008 11:50:57
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
EPDM - membraan NIBE Milieuklasse:
1a Omschrijving functionele eenheid Eén vierkante meter dakbedekking op basis van een EPDM-membraan met een massa van 1,40 kg/m2. Voor de mechanische bevestiging wordt circa 0,23 kg polyamide en 0,033 kg verzinkt staal gebruikt. Voor de beoordeling is uitgegaan van een membraan met een grote van 100 m2 en een overlap aan alle zijdes van 80 mm. Per m2 komt dit neer op circa 0,025 kg/m2 extra EPDM gebruik.
Opvallende milieu-eigenschappen De plat dakbedekking op basis van het EPDM-membraan wordt al langere tijd bestempeld als duurzame productkeuze. Deze beoordeling bevestigt deze reputatie. Van alle alternatieven heeft het membraan de laagste milieubelasting. De belangrijkste oorzaak voor deze lage milieubelasting is de lage massa van het materiaal.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
1,04E+01 7,12E-07 5,85E+00 1,40E+00 -2,11E-03 1,23E-03 3,44E-02 2,95E-03
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
1,68 25
Afvalscenario
10 85 5
(hoofdproduct)
Dakbedekking - plat dak
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 3,06E-02 1,12E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
7,77E-02
PDF.m2.jr
en 3%
li 2% ca 2%
eu 10% ve 6% aq 4%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
1,28E+05 1,54E-06 6,34E-01 1,12E+00 1,12E+00
br 56%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
hu 17%
Milieumaten
10
A4-47b
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
Grondstoffen
258
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 258
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:57
Dakbedekking - plat dak
Gezondheids-informatie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
EPDM - membraan
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
o
o
+
-/o
+
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
+
o
+
o
--
o
++
--
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor EPDM (etyleen propyleen terpolymeer) dakbedekking is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia EPDM bestaat voor een belangrijk deel uit etheen en propeen. Deze stoffen kunnen worden opgenomen in het lichaam door inademing. Een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie in de lucht kan bij vrijkomen van dit gas zeer snel worden bereikt. Dit gas kan bij vrijkomen door verdringing van de lucht verstikkend werken. Door snel verdampen kan de vloeistof bevriezing veroorzaken. Propeen werkt op het zenuwstelsel. Naast deze vloeibare stoffen wordt er in geringe mate gebruik gemaakt van roet, zinkoxyde, een versneller, zwavel en searinezuur. Deze stoffen veroorzaken bij aanraking allemaal in meer of mindere mate gezondheidsrisico’s. Veiligheid Bij de productie van EPDM wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen op basis van aardolie. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen e.d. als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist. Ergonomie Het EPDM membraan wordt middels een hijskraan het dak opgebracht, waarna het wordt verspreid en bevestigd. Het aantal handelingen is relatief klein t.o.v. de andere dakbedekkingen. Hierdoor is er per te bedekken oppervlak sprake van relatief minder inspanning. Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met hete-lucht lasapparaten en gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming. Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting.
A4-47b
Gebruiksfase
Dakbedekking - plat dak
Constructiefase
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 259
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
259
3-9-2008 11:50:58
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
POCB - dakbanen NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Eén vierkante meter dakbedekking op basis van POCB met een massa van circa 3,1 kg/m2. Inclusief de voorgeschreven langs- en dwarsoverlap van 120 mm komt dit neer op circa 3,5 kg/m2. Voor de mechanische bevestiging wordt circa 0,23 kg polyamide en 0,033 kg verzinkt staal gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen POCB dakbanen vallen in milieuklasse 3a. Hiermee is het een aanvaardbare milieukeuze. Het heeft een lagere massa dan gemodificeerd bitumen waardoor POCB beter scoort. Ten opzichte van het EPDM-mebraan veroorzaakt de POCB dakbedekking een circa 2,7 maal hogere milieubelasting. Dit verschil wordt veroorzaakt door meer materiaalgebruik per functionele eenheid, maar vooral ook doordat, bij gebrek aan praktijkervaring, een relatief korte levensduur van 20 jaar is gehanteerd. Voor de EPDM-varianten is een levensduur van 25 jaar aangehouden.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,13E+01 2,90E-06 1,91E+00 1,37E-02 5,62E-03 3,02E-03 1,06E-01 1,34E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
3,8 20
kg jaar
Afvalscenario
5 45 50
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Dakbedekking - plat dak
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 7,61E-02 5,39E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
6,74E-01
PDF.m2.jr
4,42E+05 1,07E-05 1,09E+00 5,37E+00 5,37E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
en 5%
eu 16%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 61%
ve 6% hu 2%
Milieumaten
10
A4-47b
li 3% ca 3% la 3%
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
Grondstoffen
260
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 260
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:58
Dakbedekking - plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
POCB - dakbanen
o
+
nvt
+
-/o
++
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
+
o
+
o
-
o
++
-
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor POCB dakbedekking is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia POCB bestaat voor een belangrijk deel uit bitumen en polypropeen. Tijden de productie van bitumen kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Tijdens de productie van polypropeen wordt er gebruik gemaakt van propeen. Propeen is een kleurloos onder druk tot vloeistof verdicht gas. De stof kan worden ingenomen door inademing. Het gas kan bij vrijkomen door verdringing van de lucht verstikkend werken. De stof werkt in op het zenuwstelsel. Veiligheid Bij de productie van POCB wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen op basis van aardolie. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen e.d. als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist.
Constructiefase
Geen invloeden bekend en/of verwacht.
A4-47b
Gebruiksfase
Dakbedekking - plat dak
Chemische agentia POCB dakbanen worden bevestigd door met hete lucht te lassen. Hierbij komen minder schadelijke stoffen dan bij de traditionele bevestigingswijze van bitumen dakbanen, middels open bitumenketels. Ergonomie POCB dakrollen zijn iets lichter dan de gemiddelde bitumineuze dakrol. De rol bestaat bovendien uit 10 meter materiaal in plaats van de gebruikelijke 7,5 meter. Hierdoor is er per te bedekken oppervlak sprake van relatief minder inspanning. Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met hete-lucht lasapparaten en gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming.
Sloop/afvalfase Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting. NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2 261 © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 261
3-9-2008 11:50:59
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
PVC - dakbanen NIBE Milieuklasse:
3b Omschrijving functionele eenheid Eén vierkante meter dakbedekking op basis van een PVC dakbanen met een massa van 1,47 kg/m2, waarbij een glasvies met een massa van 0,12 kg/m2 is meegenomen. Bij een lengte van de dakbanen van 20 meter, een breedte van 1,03 meter en een dwars- en langsoverlap van 100 mm is de totale massa per m2 1,78 kg/m2. Voor de mechanische bevestiging wordt circa 0,23 kg polyamide en 0,033 kg verzinkt staal gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen Van alle kunststof dakbedekkingen is het alternatief op basis van PVC de minst milieuvriendelijke. Desalniettemin valt de PVC dakbedekking in milieuklasse 3b. Dit staat voor een aanvaardbare milieukeuze. De slechte reputatie die PVC op milieugebied heeft, wordt hiermee weerlegd. De massa van PVC is een stuk lager dan de massa van de bitumineuze varianten. Ten opzichte hiervan is PVC milieuvriendelijker.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
4,38E+01 1,14E-06 2,14E+00 6,32E-02 9,53E-02 8,94E-03 2,01E-01 1,92E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
2,0 20
kg jaar
Afvalscenario
10 85 5
% stort % verbranding % recycling
(hoofdproduct)
Verborgen milieukosten (in percentages)
Dakbedekking - plat dak
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,92E-01 3,90E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
1,15E+00
PDF.m2.jr
4,62E+05 5,35E-06 1,82E+01 3,85E+00 3,72E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
eu 17%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 9%
br 63%
hu 2%
Milieumaten
10
A4-47b
li 1% ca 1% la 4% en 3%
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
Grondstoffen
262
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 262
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:50:59
Dakbedekking - plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
PVC - dakbanen
o
-/o
o
+
-/o
+
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
+
o
+
o
--
o
++
-
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstoffen voor zacht PVC zijn steenzout en aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Tijdens de winning van steenzout en aardolie gelden zeer strenge veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van ongelukken en uitloging van mijnafval.
Productiefase Chemische agentia Tijdens de productie van PVC wordt er onder andere gewerkt met etheen, chloor, dichloorethaan en vinylchloride. Aan de meeste van deze stoffen kleven aanzienlijke gezondheidsrisico’s. Zo geldt voor chloor dat bij vrijkomen een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie zeer snel wordt bereikt. Door snel verdampen kan de vloeistof bevriezing veroorzaken. De stof werkt bijtend en inademing kan in ernstige gevallen de dood tot gevolg hebben. Dichloorethaan en vinylchloride verhogen bij langdurige herhaalde blootstelling de kans op kanker. Veiligheid Bij de productie van PVC wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen, welke bij calamiteiten ernstige schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken. Strenge veiligheidsmaatregelen zijn vereist. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen ed. als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist.
Constructiefase
Geen invloeden bekend en/of verwacht.
Sloop/afvalfase Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting.
A4-47b
Gebruiksfase
Dakbedekking - plat dak
Chemische agentia Tijdens bevestiging van langs- en dwarsoverlappen middels lijmen kan de dakdekker met, voor de gezondheid schadelijke, oplosmiddelrijke dampen in aanraking komen. Ergonomie PVC dakrollen zijn lichter dan de gemiddelde bitumineuze dakrol. Hierdoor is er per te bedekken oppervlak sprake van relatief minder inspanning. Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming.
Opmerkingen © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 263
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
263
3-9-2008 11:51:00
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
SBS - dakbanen NIBE Milieuklasse:
3c Omschrijving functionele eenheid De materialisatie voor het daksysteem op basis van SBS-gemodificeerd bitumen kan worden vergeleken met dat van APP-gemodificeerd bitumen, waarbij is uitgegaan van een tweelaags systeem. De onderlaag heeft een massa van circa 2 kg/m2 en de bovenlaag heeft een massa van circa 5 kg/m2. Na 20 jaar wordt er bij dit systeem een nieuwe toplaag aangebracht met een massa van 4 kg/m2. Voor alle banen is rekening gehouden met de voorgeschreven overlappen, hetgeen neerkomt op een materiaalgebruik van circa 1,2 kg/m2 . Voor de mechanische bevestiging wordt circa 0,23 kg polyamide en 0,033 kg verzinkt staal gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen De met SBS gemodificeerde dakbanen vallen in milieuklasse 3c. Dit staat nog net voor aan aanvaardbare milieukeuze. Ten opzichte van de kunststofachtige dakbanen is de milieubelasting wel wat hoger. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de relatief hoge massa. De milieubelasting per kilogram materiaal is zelfs lager dan de milieubelasting per kilogram EPDM. Ten opzichte van het met APP gemodificeerde bitumen is de milieubelasting van SBS gemodificeerd bitumen iets hoger. Dit verschil ontstaat door de hogere milieubelasting van het styreen-butadieen-styreen rubber ten opzichte van het polypropyleen dat in APP gebruikt wordt.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
5,33E+01 7,36E-06 8,67E+00 2,60E-02 -1,96E-02 8,13E-03 8,70E-02 1,95E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
12,5 40
Afvalscenario
5 90 5
(hoofdproduct)
Dakbedekking - plat dak
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 1,82E-01 5,92E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,46E-01
PDF.m2.jr
eu 15%
ve 3%
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
6,79E+05 2,62E-05 -3,65E+00 5,97E+00 5,94E+00
hu 6%
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 67%
Milieumaten
10
A4-47b
li 2%ca 2% en 3%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
Grondstoffen
264
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 264
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:51:00
Dakbedekking - plat dak
Gezondheids-informatie
Per criterium
Veiligheid
o
-
nvt
o
-/o
-
o
-
nvt
o
-
--
Per fase
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
SBS - dakbanen
o
-
o
-/+
-/o
-
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
+
o
+
o
---
o
+
-
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor SBS (Styreen-Butadieen-Styreen) gemodificeerd bitumen dakbedekking is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen bijvoorbeeld het drinkwater verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia SBS-gemodificeerd bitumen bestaat uit een deel SBS rubber en een deel bitumen. Tijden de productie van bitumen kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Tijdens de productie van SBS rubber wordt er gebruik gemaakt van styreen en butadieen. Zowel styreen als butandieen kent als direct gevolg bij aanraking; irritatie van ogen en luchtwegen. Bij langdurige aanraking is kans op orgaanschade, aandoeningenen aan spier en zenuwstelsels. Styreen is verdacht en butadieen is aangetoond kankerverwekkend. Veiligheid Tijdens de productie van SBS gemodificeerd bitumen wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Constructiefase
Gebruiksfase
Dakbedekking - plat dak
Chemische agentia Tijdens bevestiging van langs- en dwarsoverlappen middels branden komt de dakdekker met, voor de gezondheid schadelijke, dampen in aanraking. Ergonomie Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. Ten opzichte van de meeste andere dakbanen is SBS gemodificeerd bitumen relatief zwaar. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming. Geen invloeden bekend en/of verwacht. Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting.
A4-47b
Sloop/afvalfase
Opmerkingen -
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 265
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
265
3-9-2008 11:51:01
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
Sedum (op EPDM - membraan) NIBE Milieuklasse:
3a Omschrijving functionele eenheid Eén vierkante meter dakbedekking op basis van een EPDM-membraan, met extensieve begroeiï ng. De massa van het EPDM bedraagt 1,43 kg /FE. Verder wordt er voor de sedumlaag 20 kg begroeiï ng, 34 kg zand, 0,4 kg PP, en 8 kg geëxpandeerde kleikorrels gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen Sedumbegroeiï ng op EPDM membraan dakbedekking valt in milieuklasse 3a hetgeen staat voor aanvaardbare milieukeuze. Wat niet in deze beoordeling zit is het effect op de luchtkwaliteit en daktemperatuur. Dit effect kan een reden zijn om toch voor sedum dakbedekking te kiezen. Er zal bovendien minder water afgevoerd hoeven te worden. Maar hergebruik van dit water is dus in mindere mate mogelijk. De milieubelasting wordt voor 45% bepaalt door EPDM, 23% door geëxpandeerde kleikorrels, 18% door begroeiï ng, en tenslotte zand en PP beide met 8%.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
3,33E+01 2,13E-06 1,09E+01 2,45E+00 2,40E-01 4,83E-03 1,48E-01 1,62E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
63,7 30
Afvalscenario
35 3 62
(hoofdproduct)
kg jaar % stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Dakbedekking - plat dak
Uitputting: bi ab en
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 9,17E+00 3,25E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
2,18E+00
PDF.m2.jr
Hinder ten gevolge van: st stank we geluid door wegtransport pr geluid door productie li licht ca kans op calamiteiten
li 1% ca 1%
ab 6%
br 49%
eu 14%
3,09E+05 1,82E-04 1,05E+02 3,21E+00 3,20E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
ve 7%
Milieumaten
10
A4-47b
la 7% en 2%
aq 2% hu 8%
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
266
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 266
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:51:01
Dakbedekking - plat dak
Gezondheids-informatie
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
Sedum (op EPDM - membraan)
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
o
o
+
-/o
+
+
+
0
nvt
nvt
++
o
o
nvt
+
o
+
+
-
o
++
--
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor EPDM (etyleen propyleen terpolymeer) dakbedekking is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia EPDM bestaat voor een belangrijk deel uit etheen en propeen. Deze stoffen kunnen worden opgenomen in het lichaam door inademing. Een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie in de lucht kan bij vrijkomen van dit gas zeer snel worden bereikt. Dit gas kan bij vrijkomen door verdringing van de lucht verstikkend werken. Door snel verdampen kan de vloeistof bevriezing veroorzaken. Propeen werkt op het zenuwstelsel. Naast deze vloeibare stoffen wordt er in geringe mate gebruik gemaakt van roet, zinkoxyde, een versneller, zwavel en searinezuur. Deze stoffen veroorzaken bij aanraking allemaal in meer of mindere mate gezondheidsrisico’s. Veiligheid Bij de productie van EPDM wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen op basis van aardolie. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist.
Constructiefase
Gebruiksfase Fysische agentia
Chemische agentia De sedumbegroeiing neemt fijn stof op. Luchtkwaliteit kan hierdoor verbeterd worden.
Sloop/afvalfase
A4-47b
Kleikorrels, zand, en sedum zorgen voor extra isolerende werking. Ook geeft de grotere hoeveelheid verdampend water meer koeling.
Dakbedekking - plat dak
Ergonomie Het EPDM membraan wordt middels een hijskraan het dak opgebracht, waarna het wordt verspreid en bevestigd. Het aantal handelingen is relatief klein t.o.v. de andere dakbedekkingen. Hierdoor is er per te bedekken oppervlak sprake van relatief minder inspanning. Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met hete-lucht lasapparaten en gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming.
Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting. © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 267
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
267
3-9-2008 11:51:02
Milieu-informatie
Dakbedekking - plat dak
TPO - dakbanen NIBE Milieuklasse:
2b Omschrijving functionele eenheid Eén vierkante meter dakbedekking op basis van TPO (inclusief overlappen) met een massa van circa 1,46 kg/m2. Voor de mechanische bevestiging wordt circa 0,12 kg polyamide en 0,067 kg verzinkt staal gebruikt.
Opvallende milieu-eigenschappen TPO dakbedekking valt in milieuklasse 2b hetgeen staat voor goede milieukeuze. Het goede resultaat dankt het materiaal voornamelijk aan zijn lage massa per m2, hetgeen slechts een fractie hoger is dan dat van EPDM. Gelet op het productieproces, is de bijdrage van de productie van het ethyleen propyleen copolymeer, waaruit TPO voor circa 86% is opgebouwd, met circa 55% van de milieubelasting het belangrijkst.
Milieucriteria (per functionele eenheid) Emissies: br broeikaseffect oz ozonlaagaantasting hu humane toxiciteit aq aquatische toxiciteit (zoet) te terrestrische toxiciteit fo fotochem. oxidantvorming ve verzuring eu eutrofiëring (vermesting)
Producteigenschappen
2,45E+01 1,77E-06 1,85E+00 -2,35E-02 3,15E-03 1,29E-03 1,29E-01 1,26E-02
kg CO2 eq. kg CFC-11 eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg 1,4-DB eq. kg C2H4 eq. kg SO2 eq. kg PO4 eq.
Massa per FE Levensduur
1,64 25
Afvalscenario
5 85 10
(hoofdproduct)
Dakbedekking - plat dak
biotische grondstoffen abiotische grondstoffen energiedragers
0,00E+00 5,64E-02 3,34E+00
mbp mbp mbp
la
Landgebruik:
4,48E-01
PDF.m2.jr
1,14E+05 3,14E-06 2,00E+00 3,29E+00 3,27E+00
OTV m3 DALY mbp mbp mbp
la 2%li 2% en 4%
ca 2%
eu 18%
Hinder ten gevolge van: st we pr li ca
stank geluid door wegtransport geluid door productie licht kans op calamiteiten
Milieuprofiel (Verborgen milieukosten per FE)
br 59% ve 9% hu 2%
Milieumaten
10
A4-47b
% stort % verbranding % recycling
Verborgen milieukosten (in percentages)
Uitputting: bi ab en
kg jaar
900
15
180
600
10
120
300
5
60
5
0
0 Emissies
Grondstoffen
268
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 268
Landgebruik
Hinder
Energiegebruik (MJ)
0
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
Afval (kg)
0
Transport (kton.km)
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:51:02
Gezondheids-informatie
Dakbedekking - plat dak
Veiligheid
Per fase
Per criterium
Ergonomie
Grondstoffase Productiefase Constructiefase Gebruiksfase Sloop/afvalfase
Biologische agentia
geen gezondheidseffecten bekend positieve gezondheidseffecten negatieve gezondheidseffecten niet van toepassing in deze fase
Chemische agentia
o + nvt
Fysische agentia
TPO - dakbanen
o
-
nvt
o
-
--
o
-
nvt
o
-
--
o
+
o
+
-/o
++
o
o
o
nvt
nvt
o
o
o
nvt
+
o
+
o
-
o
++
--
Grondstoffase Chemische agentia De belangrijkste grondstof voor TPO dakbedekking, dat bestaat uit onder andere een ethyleen-propyleen polymeer en polyester, is aardolie. Tijdens aardoliewinning kunnen werknemers in contact komen met ten dele giftige en/ of kankerverwekkende stoffen. Daarnaast bestaat de kans op drinkwatervervuiling en/of ophoping van giftige oliebestanddelen in de voedselketen. Veiligheid Winning van aardolie is niet geheel zonder risico’s gezien de kans op branden en explosies. Vergeleken met andere branches kent de aardolie- en aardgaswinning een matig ongevallenrisico. Naast ongevallen op het werk speelt, tijdens het winnen en transporteren van aardolie, de kans op lekkages van transportleidingen of opslagtanks een rol. Deze lekkages kunnen het drinkwater bijvoorbeeld verontreinigen.
Productiefase Chemische agentia TPO dakbanen bestaan voor een belangrijk deel uit ethyleen, polyproleen en polyester. Etheen, de belangrijkste grondstof voor ethyleen, is een kleurloos gas dat bij vrijkomen lucht verdringt en als gevolg daarvan verstikkend werkt. Etheen kan in hoge concentraties aanleiding geven tot bewustzijnsverlaging. Dezelfde gezondheidsrisico’s gelden voor propeen. Tijdens de productie van polyester wordt er gewerkt met verschillende chemicaliën, zoals; DMT, etheen, p-xyleen en benzeen. Met name p-xyleen en benzeen zijn voor de gezondheid schadelijke stoffen. Een hoge dosis kan leiden tot bewusteloosheid. Benzeen wordt beschouwd als kankerverwekkend voor de mens. Veiligheid Bij de productie van TPO wordt gewerkt met diverse chemische bestanddelen op basis van aardolie. Hierbij zijn strenge veiligheidsmaatregelen vereist. Voor al deze stoffen geldt: geen open vuur, geen vonken en niet roken, gesloten apparatuur, ventilatie, explosieveilige elektrische apparatuur en verlichting, aarden bij verpompen e.d. als vloeistof, vonkarm gereedschap. Ventilatie, plaatselijke afzuiging of adembescherming, handschoenen en beschermende kleding, gelaatsscherm, oogbescherming in combinatie met adembescherming zijn vereist.
Gebruiksfase Geen invloeden bekend en/of verwacht.
A4-47b
Chemische agentia TPO dakbanen worden bevestigd door met hete lucht te lassen. Hierbij komen minder schadelijke stoffen dan bij de traditionele bevestigingswijze van bitumen dakbanen, middels open bitumenketels. Ergonomie TPO dakrollen zijn lichter dan de gemiddelde bitumineuze dakrol. Hierdoor is er per te bedekken oppervlak sprake van relatief minder inspanning. Over het algemeen heeft de dakdekker zeer veel klachten over lichamelijke inspanning, werkhoudingen en toxische stoffen. Van trillingen heeft hij minder last. Gelet op de plaatst van zijn werkzaamheden ondervindt hij tevens veel last van het klimaat. Het totaaloordeel over het werk van de dakdekker is ongunstiger dan het totaaloordeel van zijn collega’s uit de overige CAO-beroepen. De dakdekker heeft vaker last van vermoeidheid en nervositeit. Ook klachten aan de nek, schouders, knieën, enkels en voeten komen in dit beroep vaker voor. De mechanische bevestiging is in hoge mate geautomatiseerd met gereedschap voor indraaien van de schroeven. Dit gebeurt allemaal staande en niet gebukt (mits goed afgesteld). Ter plaatse van de daktrimmen en -doorvoeren wordt nog wel gewerkt met handgereedschap. Veiligheid De dakdekker dient rekening te houden met de vereiste veiligheidsmaatregelen, waardonder valbescherming.
Dakbedekking - plat dak
Constructiefase
Sloop/afvalfase Ergonomie Mechanisch bevestigde dakbedekking is ten opzichte van verkleefde dakbedekking eenvoudig te verwijderen. Hierdoor is er sprake van minder fysieke belasting. © NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 269
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
269
3-9-2008 11:51:03
Theorie
NIBE en haar activiteiten Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) Het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) werd in 1990 opgericht door dr.ir. Michiel Haas als antwoord op de vraag uit de markt naar kennis op het gebied van bouwen, milieu en gezondheid. Inmiddels bestaat het uit 10 medewerkers, voor het merendeel academisch geschoold. Structuur Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie Het NIBE bestaat uit verschillende werkmaatschappijen. NIBE Consulting
NIBE Research
NIBE Design
NIBE Publishing
NIBE Consulting In deze werkmaatschappij wordt advies gegeven. Belangrijkste opdrachtgevers zijn de Rijksoverheid (Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor de Monumentenzorg), gemeentelijke overheden, projectontwikkelaars en woningbouwverenigingen en architecten. Daarbij kunnen de adviezen betrekking hebben op het ontwikkelen van beleid, instrumenten (GreenCalc, DuBo-op-Maat, EcoCalc, DuMo) of het adviseren bij gebiedsontwikkelingen. Ook vervult NIBE Consulting regelmatig een inspirerende rol in prijsvragen.
Zonneschoorstenen in het kader van natuurlijke ventilatie bij het prijsvraagontwerp voor de Universiteit van Bozen/I, in samenwerking met Lucien Kroll Architecten, Brussel 270
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 270
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:51:03
Theorie
NIBE en haar activiteiten NIBE Research NIBE Research verricht onderzoek naar bouwproducten en –systemen. Zo zijn producttoetsen ontwikkeld voor de VIBA en voor producenten/leveranciers. NIBE Research heeft tevens het DUBOkeur® in het leven geroepen, waarmee producenten die goede milieubewuste producten maken, zich kunnen onderscheiden. Ook ontwikkelt NIBE Research beoordelingsmethoden, waaronder het bekende GreenCalc+ (in samenwerking met DGMR). Belangrijkste opdrachtgevers zijn producenten/leveranciers van bouwproducten.
Rapport inzake Keuzemodel Kust- en Oeverwerken voor Rijkswaterstaat, het DUBOkeur® logo en het logo van GreenCalc+. NIBE Design Naast het adviseren bij projecten, kan het NIBE ook als architect optreden. In die situatie gaat het uitsluitend om duurzame en gezonde projecten.
Twee afbeeldingen van een klein conferentie- en logiesgebouw voor het ITC te Naarden.
© NIBE Research bv
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 271
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
271
3-9-2008 11:51:03
Theorie
NIBE en haar activiteiten
Een villa te Lelystad en hiernaast een voorlichtingscentrum te nabij Aalsmeer.
NIBE Publishing NIBE beschikt over een eigen uitgeverij waarin onder andere het Basiswerk en de Thema specials worden uitgegeven.
Voorbeelden van NIBE publicaties. 272
Inhoud_basiswerk_deel2.indb 272
NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten deel 2
© NIBE Research bv
3-9-2008 11:51:07