Netwerk- en internetcommunicatie
Zakelijke personal computers
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Geen enkel deel van dit document mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Netwerk- en internetcommunicatie Zakelijke personal computers Eerste editie, augustus 2006 Artikelnummer van document: 418628-331
Over deze handleiding Deze handleiding bevat definities en instructies voor de functies van de netwerkadapter (NIC) die in bepaalde modellen is geïnstalleerd. Bovendien vindt u hier informatie over internetserviceproviders en het oplossen van problemen met de internettoegang. WAARSCHUWING Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens tot gevolg hebben. Opmerking
NLWW
Na dit kopje volgt belangrijke aanvullende informatie.
iii
iv
Over deze handleiding
NLWW
Inhoudsopgave
1 Netwerkcommunicatie Ethernet-netwerken .............................................................................................................................. 2 Netwerkadapterwaarschuwingen ......................................................................................................... 2 Ondersteuning voor WOL (Wake-on-LAN) ........................................................................................... 3 Betekenis van de netwerkstatuslampjes .............................................................................................. 4 802.3u/802.3ab Auto-Negotiation uitschakelen .................................................................................... 4 Netwerkstuurprogramma's installeren .................................................................................................. 5 Draadloze netwerken ........................................................................................................................... 7 Ad-hocnetwerk ..................................................................................................................... 7 Netwerk met toegangspunten (infrastructuur) ..................................................................... 7 Voordelen van een draadloos netwerk ................................................................................ 8 2 Internetcommunicatie Internetserviceproviders ....................................................................................................................... 9 Internet-restricties ............................................................................................................................... 10 Toegang tot bepaalde internetsites beperken ................................................................... 10 Problemen met de internettoegang oplossen ..................................................................................... 12
NLWW
v
vi
NLWW
1
Netwerkcommunicatie
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen besproken: ●
Ethernet-netwerken
●
Netwerkadapterwaarschuwingen
●
Ondersteuning voor WOL (Wake-on-LAN)
●
Betekenis van de netwerkstatuslampjes
●
Autosensing uitschakelen
●
Netwerkstuurprogramma's installeren
●
Draadloze netwerken
Hier vindt u informatie over Ethernet-netwerken en over de hardwareconnectoren en stuurprogramma's die u nodig heeft om verbinding te maken met een Ethernet-netwerk. Toegang tot een computernetwerk maakt een veel hogere productiviteit mogelijk. U kunt via de netwerkverbinding printers en andere hulpbronnen delen, informatie tussen computers uitwisselen en gemeenschappelijke applicaties uitvoeren. De computer wordt netwerkklaar geleverd. Dit houdt in dat de computer is voorzien van een geïntegreerde netwerkadapter en dat er netwerkstuurprogramma's op de vaste schijf zijn geïnstalleerd. De computer is gereed om verbinding met een netwerk te maken.
NLWW
1
Ethernet-netwerken Alle Ethernet-netwerken bevatten een combinatie van de volgende onderdelen.
Afbeelding 1-1 Ethernet-netwerken (1)
Ethernet-kabel
(3)
Aansluitkabels
(2)
Datapakketten
(4)
Werkstations
Raadpleeg voor informatie over de netwerkconnectoren de Naslaggids voor de hardware op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Netwerkadapterwaarschuwingen Bepaalde netwerkadapters bieden ondersteuning voor waarschuwingsfuncties, waardoor de netwerkbeheerder de computer op afstand via het netwerk kan controleren. De computer kan via het netwerk waarschuwingen over de hardware of het besturingssysteem verzenden vóórdat het besturingssysteem wordt geladen, terwijl het besturingssysteem wordt geladen, wanneer de computer in een energiespaarstand staat en wanneer de computer is uitgeschakeld. Afhankelijk van het model netwerkadapter kunnen deze waarschuwingen in de volgende situaties worden gegeven:
2
●
System BIOS hang (Systeem-BIOS hangt): terwijl de computer is ingeschakeld
●
Operating system hang (Besturingssysteem hangt): terwijl de computer is ingeschakeld
●
Processor missing (Processor ontbreekt): bij opstarten
●
Operating temperature exceeded (Systeemtemperatuur overschreden): terwijl de computer is ingeschakeld
●
Chassis intrusion (Behuizing is geopend): bij opstarten of, als het systeem gestart is, terwijl de computer is ingeschakeld
Hoofdstuk 1 Netwerkcommunicatie
NLWW
●
Watchdog: terwijl de computer is ingeschakeld (dezelfde situatie als wanneer het besturingssysteem hangt)
●
Heartbeat-controle: altijd Opmerking Netwerkadapters met waarschuwingsfuncties voldoen aan ASF-specificatie (Alert Standard Format) 2.0 en ondersteunen RMCP-waarschuwingen (Remote Management and Control Protocol). RMCP wordt niet ondersteund door ASF 1.0-implementaties, vanwege ontoereikende beveiliging in de ASF 1.0-specificatie. U kunt netwerkadapterwaarschuwingen inschakelen en configureren door ASF 2.0-agents te installeren voor de netwerkadapter die u gebruikt. Deze kunt u downloaden op http://www.hp.com. ASF-waarschuwingen kunnen ook worden ingeschakeld en geconfigureerd met behulp van CIM (Common Information Model).
Ondersteuning voor WOL (Wake-on-LAN) U schakelt Wake-on-LAN als volgt in of uit wanneer de computer uitgeschakeld is: 1.
Voer het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) uit door bij POST op F10 te drukken.
2.
Selecteer in het menu Advanced (Geavanceerd) Device Options (Apparaatopties) > S5 Wake on LAN.
3.
Selecteer Disable (Uitschakelen) als u wilt voorkomen dat WOL zich voordoet terwijl de computer is uitgeschakeld en selecteer Enable (Inschakelen) als u WOL juist wel wilt activeren wanneer de computer is uitgeschakeld. Opmerking
De standaardinstelling van S5 Wake on LAN is Enable (Inschakelen).
U schakelt Wake-on-LAN als volgt in of uit wanneer de stroomvoorziening ontoereikend is: Windows XP 1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3.
Dubbelklik op LAN-verbinding.
4.
Klik op Eigenschappen.
5.
Klik op Configureren.
6.
Klik op het tabblad Energiebeheer en schakel vervolgens het selectievakje Dit apparaat mag de computer uit stand-by halen in of uit.
Windows 2000
NLWW
1.
Selecteer Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen.
3.
Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding.
4.
Klik op Eigenschappen.
Ondersteuning voor WOL (Wake-on-LAN)
3
5.
Klik op Configureren.
6.
Klik op het tabblad Energiebeheer en schakel vervolgens het selectievakje Dit apparaat mag de computer uit stand-by halen in of uit Opmerking Raadpleeg de Remote Management Administrator's Guide (Gids voor extern beheer) voor meer informatie over Wake-On-LAN. De Remote Management Administrators Guide (Gids voor extern beheer) wordt geleverd bij de hulpprogramma's van Remote Management Setup en vindt u op de cd met ondersteuningssoftware en op http://www.hp.com.
Betekenis van de netwerkstatuslampjes Bepaalde Ethernet-netwerkadapters zijn uitgerust met netwerkstatuslampjes: ●
Verbindingslampje: gaat branden wanneer het systeem fysiek met een actief netwerk is verbonden.
●
Activiteitslampje: gaat branden als de computer netwerkactiviteit signaleert. Als het systeem is aangesloten op een druk bezet netwerk, blijft het lampje bijna continu branden.
●
Snelheidslampje: gaat branden als het netwerk werkt met een snelheid van 1.000 Mbps of 100 Mbps. De kleur van het licht geeft de snelheid aan.
Bepaalde netwerkadapters zijn slechts uitgerust met twee netwerkstatuslampjes. Hierbij worden verbinding met het netwerk (lampje brandt) en netwerkactiviteit (lampje knippert) door het ene lampje aangegeven, en wordt een snelheid van 1.000 Mbps of 100 Mbps aangegeven door het andere lampje. De geïntegreerde netwerkadapter beschikt over twee netwerkstatuslampjes op de connector van de netwerkadapter: ●
Netwerkverbinding/activiteit: dit lampje brandt groen wanneer er een fysieke netwerkverbinding is en knippert wanneer er netwerkactiviteit plaatsvindt.
●
Snelheidslampje: dit lampje brandt groen bij een snelheid van 1.000 Mbps en geel bij een snelheid van 100 Mbps. Het lampje brandt niet bij een snelheid van 10 Mbps.
802.3u/802.3ab Auto-Negotiation uitschakelen Een netwerkadapter met ondersteuning voor Auto-Negotiation (automatisch instemming) kan automatisch de maximale snelheid en de duplexfunctionaliteit van het aangesloten netwerk bepalen, en zichzelf vervolgens configureren met de hoogste gemeenschappelijke instellingen. De computer start met dit proces zodra er een geldige netwerkverbinding tot stand wordt gebracht of zodra het stuurprogramma voor de netwerkadapter wordt geladen. De computer bepaalt niet alleen de kloksnelheid van het netwerk, maar ook of full-duplex wordt ondersteund. Full-duplex systemen kunnen in het netwerk tegelijkertijd gegevens verzenden en ontvangen. Half-duplex systemen kunnen niet tegelijkertijd gegevens verzenden en ontvangen. Opmerking Zorg ervoor dat de instellingen van de poort van de aangesloten partner overeenkomen met de instellingen van de netwerkadapters. Als u de Auto-Negotiation heeft ingesteld voor de netwerkadapter, selecteert u deze instelling ook voor de aangesloten partner. Als u de netwerkadapter dwingt met een bepaalde snelheid/duplex te werken, zorgt u ervoor dat ook de switchpoort gedwongen wordt met dezelfde snelheid/duplex te werken.
4
Hoofdstuk 1 Netwerkcommunicatie
NLWW
Indien nodig kunt u Auto-Negotiation uitschakelen en zo het systeem dwingen in één bepaalde stand te werken. Windows XP 1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3.
Dubbelklik op LAN-verbinding.
4.
Klik op Eigenschappen.
5.
Klik op Configureren.
6.
Klik op het tabblad Geavanceerd.
7.
Selecteer Speed & Duplex in de keuzelijst Eigenschappen.
8.
Stel de snelheids- en duplexwaarden in, afhankelijk van het vermogen van het netwerk.
9.
Klik op OK. Misschien wordt u gevraagd de computer opnieuw op te starten om de wijzigingen in werking te laten treden.
Windows 2000 1.
Selecteer Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen.
3.
Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding.
4.
Klik op Eigenschappen.
5.
Klik op Configureren.
6.
Klik op het tabblad Geavanceerd.
7.
Selecteer Verbindingssnelheid/Duplex-modus in de keuzelijst Eigenschappen.
8.
Stel de snelheids- en duplexwaarden in, afhankelijk van het vermogen van het netwerk.
9.
Klik op OK. Misschien wordt u gevraagd de computer opnieuw op te starten om de wijzigingen in werking te laten treden.
Raadpleeg de documentatie bij de netwerkcontroller voor aanvullende informatie. Opmerking Voor een 100Base-TX- of een 1000Base-T-netwerk heeft u UTP-bekabeling van categorie 5 of beter (CAT5, CAT5a, CAT6) nodig.
Netwerkstuurprogramma's installeren Dankzij de stuurprogramma's voor de netwerkcontroller worden de stuurprogramma's voor het gebruikte besturingssysteem juist geladen, zodat er communicatie met het netwerk kan plaatsvinden.
NLWW
Netwerkstuurprogramma's installeren
5
Opmerking De meegeleverde stuurprogramma's zijn bedoeld voor Windows XP. Als u een ander besturingssysteem gebruikt, kunnen stuurprogramma's worden geïnstalleerd vanaf media die bij het netwerkbesturingssysteem zijn geleverd of die bij HP verkrijgbaar zijn. Gebruik de cd Restore Plus! als het nodig is het besturingssysteem opnieuw te installeren . Installeer de juiste stuurprogramma's voor het besturingssysteem dat u gebruikt, zoals hieronder is aangegeven. Windows XP 1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3.
Dubbelklik op het pictogram Wizard Nieuwe verbinding en volg de instructies op het scherm.
Windows 2000
6
1.
De stuurprogramma's zijn niet vooraf geladen voor Windows 2000.
2.
Ga naar http://www.hp.com om de stuurprogramma's en installatie-instructies te downloaden.
Hoofdstuk 1 Netwerkcommunicatie
NLWW
Draadloze netwerken Een draadloos LAN biedt dezelfde functies als een bekabeld netwerk, zonder dat hiervoor netwerkkabels en andere netwerkapparatuur worden geïnstalleerd. Het is hierdoor gemakkelijk te installeren. Een draadloos LAN kan voor twee verschillende werkingsmodi worden geconfigureerd. Hoewel beide methoden hun voordelen hebben, is de ene methode voor uw doeleinden wellicht geschikter dan de andere. Bekijk de volgende configuratiegegevens om te bepalen welke modus voor u het meest geschikt is. ●
Ad-hocnetwerk
●
Netwerk met toegangspunten (infrastructuur)
Ad-hocnetwerk Een ad-hocnetwerk is het meest eenvoudige netwerktype om te implementeren en is ideaal voor kleine kantoren. Draadloze ad-hocnetwerken kunnen bestaan uit twee of meer draadloze clients die met elkaar communiceren. Alle ad-hocclients communiceren rechtstreeks met elkaar zonder gebruik te maken van een toegangspunt. Met dit type netwerk bouwt u snel een draadloos netwerk op waarmee u bestanden kunt delen met andere medewerkers, bestanden afdrukt naar een gedeelde printer en via één gezamenlijke verbinding toegang krijgt tot internet. Ad-hocnetwerken zijn voordelig omdat u een compleet netwerk kunt installeren zonder dat andere onderdelen vereist zijn (zoals toegangspunten, hubs of routers). Een nadeel van ad-hocnetwerken is echter dat uw computer alleen kan communiceren met andere draadloze clients die zich op korte afstand van de computer bevinden.
Netwerk met toegangspunten (infrastructuur) Een netwerk met toegangspunten wordt ook wel een infrastructuurnetwerk genoemd. Het grootste verschil tussen een draadloos netwerk met toegangspunten en een ad-hocnetwerk is de toevoeging van één extra onderdeel: het toegangspunt. Het toegangspunt fungeert als centraal tussenpunt voor al het gegevensverkeer in uw draadloze netwerk, zodat alle draadloze gegevenstransacties optimaal beheerd worden. Dankzij het toegangspunt wordt het bereik van het draadloze LAN groter. Elke draadloze clientcomputer kan communiceren met andere computers die zijn uitgerust met draadloze apparatuur en zich binnen het bereik van het toegangspunt bevinden. Daarnaast kan de draadloze infrastructuur ook toegang geven tot een bestaand bekabeld LAN. Hiermee hebben computers die zijn aangesloten op het draadloze infrastructuur-LAN toegang tot de hulpbronnen en tools van het andere bekabelde LAN, zoals internet, e-mail, bestandsoverdracht en gedeelde printers. HP kan voor u alle installatiediensten verzorgen die nodig zijn om uw bekabelde LAN uit te breiden met een draadloos LAN. Behalve de computers die u op een draadloos netwerk wilt aansluiten, heeft u slechts twee andere soorten apparatuur nodig om uw draadloos netwerk met toegangspunten in gebruik te kunnen nemen: ●
NLWW
Toegangspunten: draadloze zenders waarmee elke computer binnen het bereik wordt aangesloten op het draadloze LAN. U kunt zoveel toegangspunten in uw netwerk installeren als u wilt en nieuwe toevoegen wanneer uw netwerk groeit. Op die manier kunt u een aantal kantoren
Draadloze netwerken
7
op het netwerk aansluiten met behulp van slechts één draadloos LAN. Voor elk toegangspunt heeft u twee verbindingen nodig:
●
●
Een standaard stopcontact
●
Een Ethernet-verbinding naar uw bestaande, bekabelde LAN of inkomende internetverbinding
Draadloze LAN-kaarten: het draadloze equivalent van een netwerkadapter waarmee een pc met het draadloze netwerk kan communiceren. Veel HP computers worden geleverd met een interne draadloze LAN-kaart, zodat ze direct op een draadloos netwerk kunnen worden aangesloten. Als uw pc niet met een draadloze kaart is uitgerust, kunt u eenvoudig zelf een kaart installeren. Raadpleeg voor installatie-instructies de Naslaggids voor de hardware op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Voordelen van een draadloos netwerk WLAN (Wireless Local Area Networking) verhoogt de flexibiliteit en toegankelijkheid van bedrijven. Hieronder vindt u enkele van de vele voordelen van draadloze netwerken: ●
Arbeidsintensieve en dure bekabeling op de werkplaats is niet nodig.
●
Complete werkplaatsen kunnen worden toegevoegd of verwijderd met minimale uitvaltijd.
●
Werknemers kunnen hun werkplaats opnieuw inrichten zonder rekening te hoeven houden met aansluitpunten in de muur voor toegang tot het netwerk.
●
Een WLAN kan vaak sneller en tegen lagere kosten worden geïnstalleerd dan een bekabeld netwerk.
●
Extra computers kunnen snel en tegen minimale kosten aan een WLAN worden toegevoegd.
●
WLAN's zijn in principe eenvoudiger te onderhouden en beheren dan bekabelde netwerken.
●
Draadloze LAN's geven werknemers de vrijheid om op elk gewenst moment en overal in uw kantoor of complex toegang te hebben tot real-time zakelijke informatie.
Ga voor meer informatie over draadloze netwerken naar http://www.hp.com of neem contact op met uw HP vertegenwoordiger.
8
Hoofdstuk 1 Netwerkcommunicatie
NLWW
2
Internetcommunicatie
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen besproken: ●
Internetserviceproviders
●
Internet-restricties
●
Problemen met de internettoegang oplossen
Internetserviceproviders Een internetserviceprovider (ISP) verschaft u toegang tot internet (via een inbelverbinding, kabel, DSL of draadloos) en de software die u nodig heeft om internet te kunnen gebruiken. Veel ISP's bieden ook e-mail, toegang tot nieuwsgroepen, ruimte voor eigen webpagina's en technische ondersteuning. Sommige ISP's bieden daarnaast commerciële dienstverlening, zoals domeinhosting, aan bedrijven en particulieren die via internet zaken willen doen. U kunt kiezen uit binnenlandse en internationale ISP's. Een online serviceprovider, zoals MSN of America Online (AOL), biedt naast internettoegang ook speciale functies, eigen inhoud en technische ondersteuning. Een online serviceprovider verzorgt vaak een gecategoriseerde of aanpasbare homepage, waarmee u eenvoudig populaire en nuttige sites op internet kunt vinden. U vindt als volgt een geschikte ISP:
NLWW
●
Kijk in de Gouden Gids.
●
Vraag een collega of een kennis om advies.
●
Als u al toegang tot internet heeft, kunt u een zoekprogramma zoals Google gebruiken om een ISP of een online serviceprovider te vinden.
●
Vaak bieden ISP's meerdere pakketten, afgestemd op de behoeften van verschillende klanten. Vergelijk de pakketten, services en tarieven om de provider te vinden die voor uw situatie het meest geschikt is.
Internetserviceproviders
9
Internet-restricties Internet biedt toegang tot allerlei soorten informatie, maar sommige informatie is misschien niet geschikt voor iedereen. Met Internet-restricties kunt u: ●
Internettoegang beperken
●
Een wachtwoord instellen
●
Een lijst maken van websites die niet toegankelijk mogen zijn voor mensen die de computer gebruiken
●
Instellen welke soorten inhoud de gebruikers van de computer met of zonder uw toestemming mogen bekijken.
Toegang tot bepaalde internetsites beperken Windows XP Als u Internet-restricties nog niet eerder heeft gebruikt: 1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Internet-opties.
3.
Klik op het tabblad Inhoud.
4.
Klik in het vak Internet-restricties op Inschakelen. Als u eerder een wachtwoord voor internetinstellingen heeft gedefinieerd, wordt u nu naar dit wachtwoord gevraagd.
5.
Klik op een categorie in de lijst en sleep de schuifregelaar naar het gewenste niveau. Herhaal deze procedure voor alle categorieën waarvoor u de toegang wilt beperken.
6.
Klik op OK en typ vervolgens uw wachtwoord in het vak Wachtwoord. Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de mededeling dat Internet-restricties is ingeschakeld. Klik op OK.
Als u Internet-restricties al eerder heeft gebruikt: 1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Internet-opties.
3.
Klik op het tabblad Inhoud.
4.
U wijzigt de instellingen als volgt:
5.
10
a.
Klik op de knop Instellingen. Typ uw wachtwoord en klik op OK.
b.
Klik op een categorie in de lijst en sleep de schuifregelaar naar het gewenste niveau. Herhaal deze procedure voor alle categorieën waarvoor u de toegang wilt beperken.
U kunt Internet-restricties als volgt uitschakelen: a.
Klik op de knop Uitschakelen. Typ uw wachtwoord en klik op OK.
b.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de mededeling dat Internet-restricties is uitgeschakeld. Klik op OK.
Hoofdstuk 2 Internetcommunicatie
NLWW
Windows 2000 Als u Internet-restricties nog niet eerder heeft gebruikt: 1.
Klik in de Windows-taakbalk op Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Internet-opties.
3.
Klik op het tabblad Inhoud.
4.
Klik in het vak Internet-restricties op Inschakelen.
5.
Klik op een categorie in de lijst en sleep de schuifregelaar naar het gewenste niveau. Herhaal deze procedure voor alle categorieën waarvoor u de toegang wilt beperken.
6.
Klik op OK en typ vervolgens uw wachtwoord in het vak Wachtwoord. Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de mededeling dat Internet-restricties is ingeschakeld. Klik op OK.
Als u Internet-restricties al eerder heeft gebruikt: 1.
Selecteer Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Internet-opties.
3.
Klik op het tabblad Inhoud.
4.
U wijzigt de instellingen als volgt:
5.
NLWW
a.
Klik op de knop Instellingen. Typ uw wachtwoord en klik op OK.
b.
Klik op een categorie in de lijst en sleep de schuifregelaar naar het gewenste niveau. Herhaal deze procedure voor alle categorieën waarvoor u de toegang wilt beperken.
U kunt Internet-restricties als volgt uitschakelen: a.
Klik op de knop Uitschakelen. Typ uw wachtwoord en klik op OK.
b.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de mededeling dat Internet-restricties is uitgeschakeld. Klik op OK.
Internet-restricties
11
Problemen met de internettoegang oplossen Raadpleeg uw ISP of kijk in de volgende tabel met mogelijke oorzaken en oplossingen voor problemen met de internettoegang. Tabel 2-1 Problemen met de internettoegang oplossen Kan geen verbinding maken met internet. Oorzaak
Oplossing
Gebruikersaccount bij de internetserviceprovider (ISP) is niet goed ingesteld.
Controleer de internetinstellingen of neem contact op met de ISP.
Modem is niet goed geconfigureerd.
Sluit het modem opnieuw aan. Controleer aan de hand van de documentatie of de aansluiting correct is.
Webbrowser is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de webbrowser is geconfigureerd met de juiste instellingen voor de ISP.
Kabel- of DSL-modem is niet aangesloten.
Sluit het betreffende modem aan. Er moet een aan/uitlampje branden aan de voorkant van het modem.
De kabel- of DSL-service is niet beschikbaar of tijdelijk onderbroken.
Probeer op een later tijdstip verbinding met internet te maken of neem contact op met de ISP. (Als er verbinding is met de kabel- of DSL-service, brandt het verbindingslampje aan de voorkant van het modem.)
De CAT5 UTP-kabel is niet aangesloten.
Sluit de CAT5 UTP-kabel aan op de kabelmodem en de RJ-45connector van de computer. (Als de verbinding goed is, brandt het "PC"-lampje aan de voorkant van het kabel-/DSL-modem.)
Het IP-adres is niet goed ingesteld.
Informeer bij de ISP naar het juiste IP-adres.
Cookies zijn beschadigd. (Een "cookie" is een klein stukje informatie dat door sommige webservers tijdelijk in de webbrowser wordt opgeslagen. Op deze manier blijft specifieke informatie in de browser bewaard, die de webserver later weer kan opvragen.)
Windows XP 1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Internet-opties.
3.
Klik in het tabblad Algemeen op de knop Cookies verwijderen.
Windows 2000 1.
Selecteer Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Internet-opties.
3.
Klik in het tabblad Algemeen op de knop Cookies verwijderen.
Internetprogramma's worden niet automatisch gestart.
12
Oorzaak
Oplossing
Sommige programma's worden pas gestart nadat u zich heeft aangemeld bij de ISP.
Meld u aan bij de ISP en start vervolgens het gewenste programma.
Hoofdstuk 2 Internetcommunicatie
NLWW
Tabel 2-1 Problemen met de internettoegang oplossen (vervolg) Downloaden van internet duurt te lang. Oorzaak
Oplossing
Modem is niet goed geconfigureerd.
Controleer of de juiste modemsnelheid en COM-poort zijn ingesteld. Windows XP 1.
Selecteer Start > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Systeem.
3.
Klik op het tabblad Hardware.
4.
Klik in het vak Apparaatbeheer op de knop Apparaatbeheer.
5.
Dubbelklik op Poorten (COM & LPT).
6.
Klik met de rechtermuisknop op de COM-poort die door het modem wordt gebruikt en klik vervolgens op Eigenschappen.
7.
Controleer bij Apparaatstatus of het modem correct functioneert.
8.
Controleer bij Apparaatgebruik of het modem is ingeschakeld.
9.
Als er nog steeds problemen zijn, klikt u op de knop Problemen oplossen en volgt u de instructies op het scherm.
Windows 2000
NLWW
1.
Selecteer Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2.
Dubbelklik op Systeem.
3.
Klik op het tabblad Hardware.
4.
Klik in het vak Apparaatbeheer op de knop Apparaatbeheer.
5.
Dubbelklik op Poorten (COM & LPT).
6.
Klik met de rechtermuisknop op de COM-poort die door het modem wordt gebruikt en klik vervolgens op Eigenschappen.
7.
Controleer bij Apparaatstatus of het modem correct functioneert.
8.
Controleer bij Apparaatgebruik of het modem is ingeschakeld.
9.
Als er nog steeds problemen zijn, klikt u op de knop Problemen oplossen en volgt u de instructies op het scherm.
Problemen met de internettoegang oplossen
13
14
Hoofdstuk 2 Internetcommunicatie
NLWW