'
ïb
"
. ^
"Il
t***. %
I--.'-J.-.. ■.;..-t:t-;^. .
».
S -Ai^
■ w?«
P
ssct)«
/nemo ^ Ihearer
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
mm mm m :■■.• '^.V
F I L-M S T E R R E M-ABC 115
nel: loBi/ne melPie en de qpóote wepeld
p een goeden dag — nu alweer twee jaar geleden — gaat een héél klein meisje van amper vijf jaar-voor de film spelen. En zie... , zij heeft succes, zij kan wat, zij krijgt een contract. . . . het gaat met haar precies zoo als met de volwassen filmsterren, terwijl zij toch nog maar drie turf hoog is, een hummel, een kleuter, die nog niet lezen en schrijven kan. Maar zij kan spelen en zingen, zij is het snoezigste kleine meisje, dat zich denken laat, een dot van een kind en zij neemt ieder voor zich in. Niet alleen wint zij het hart van haar zooveel oudere mede-artisten, van de technici, van de hooge heeren der directie zélf. . . . maar bovendien wint zij het publiek, dat komt toestroomen om de Shirley Templefilms te zien en dat duidelijk te kennen geeft, er verzot op te zijn. En dat bioscooppubliek is internationaal, de films gaan naar alle landen van de wereld, naar de gloeiend heete, gegalvaniseerdijzeren theatertjes in kleine tropische havensteden, naar de grandiooze filmpaleizen in de wereldsteden en naar de blokhut-bioscopen van het ingesneeuwde Alaska. En Roemenen, Argentijnen, Kaapsche Boeren, Nieuw Zeelanders, Koreanen, Parijzenaars, Medemblikkers, Barnevelders, Moskouers en inwoners van Tipperary kijken eendrachtig naar het witte doek, naar de schim van Shirley Temple, bewonderen haar, vinden haar allerliefst en vragen om méér. Méér films, met in de hoofdrol: dat kleine meisje, dat ,,'s werelds troetelkind" gaat worden. De bakvisschen — en heusch niet zij alléén — gaan fotoverzamelingen van dit filmsterretje aanleggen, er verschijnen wandbordjes, speldjes, broches, bekers, spiegeltjes, met haar afbeelding er op en in de Engclsch sprekende landen is het duidelijk merkbaar, dat het aantal jonggeborenen, die den naam „Shirley" ontvangen, stijgt. Dat is de bewondering, de adoratie van het publiek, dat is een soort van dankbaarheid. En natuurlijk wordt daarbij wel eens overdreven. Het spreekt vanzelf, dat sommigen wel eens een beetje dwaas gaan doen en vergeten, dat het per saldo toch maar een eenvoudig klein meisje is, dat zij huldigen. Maar maat houden is nu eenmaal een moeilijk ding.... En onderwijl komt dan een andere categorie van menschen en vindt, dat zij iets moet gaan doen tegen Shirley Temple. Die categorie ergert zich aan al die hulde, zij vindt dat „overdreven" of „onwijs" en gaat zoo'n beetje smadelijk lachen, zeggend: „Ik ben daarboven verheven!"
O
;
l
MARCIA RALSTON is een nicht)e van de bekende «ctrice Esther Ralston. Zij is te Bethel geboren en hce(t voor zangeres gestudeerd. Aan een revue-theater te New York debuteerde zij en Clarence Brown liet een proefopname van haar vervaardigen, die goed uitviel. Thans is ri( voor kleinere rollen bi) de Metro-Golilwyn-Mayer geingageezd. «
ELSIE RANDOLPH is den 9den December te Londen geboren. Zij was revue-artlste, en haar eerste succes boekte zij toen zij met den bekenden Jack Buchanan optrad. In 1931 debuteerde zij In de Engelsche film . „Rich and strange". Daarop volgden „Brother Alfred" en „Life goes on". Zij is thans een der sterren aan het Engelsche fllmfirmament.
BASIL RATHBONE is den 13den Juni te Johannisburg geboren. Hij verhuisde op jeugdigen leeftijd naar Amerika en werd tooneelspeler. In het tooneelstuk „De Keizerin" behaalde hij te Ipswich zijn eerste succes, waarna hij bij de Metro-Goldwyn-Mayer geëngageerd werd. Zijn bekendste films zijn „David Copperfield" en „Captain Blood".
ARTHUR RANKIN is den 30sten; Augustus te New York geboren. Zijn ware naam is Arthur Rankin Davenport. Hij stamt uit een familie van tooneelspelers en debuteerde reeds op jeugdigen leeftijd als tooneelspeler. Zijn eerste film was „Runaway girl". Meer bekend is hij geworden door „Fighting fool" en „Terror trail"* Thans filmt hij weinig.
GERALD RAWLINSON zag den 24sten Augustus te St. Helena het levenslicht. Hij werd aviateur en later acteur. In 1928 maakte hij zijn filmdebuut in „Wild cat Hetty". Nadien heeft hij in ontelbare Engelsche films gespeeld, waarvan de bekendste zijn ,.A tailor made man" en „Heil divers".
FRITZ RASP werd den 13den Juni te Bayreuth geboren. Hij bezocht de tooneelschool te München en debuteerde aan het theater te Speyer, Zijn eerste filmrol speelde hij In 1922 in „Jugend". Hij maakte naam In „Metropolls", Sindsdien heeft hij ontelbare rollen gespeeld. Zijn bekendste film Is „Emil und die 'Detektive".
ALLENE RAY werd den 2den Januari te San Antonio geboren. Zij Is getrouwd met Larry Wheeler. Als figurante ging zij naar Hollywood, maar haar succes viel spoedig op en In „The yellow cameo" kreeg zij haar eerste groote rol. Zij heeft jarenlang succes gehad, doch thans filmt zij weinig meer.
V
■
MARJORIE RAMBEAU aanschouwde den ISden Juli te San Francisco het levenslicht. Zij debuteerde aan het tooneel in haar geboortestad, werd daarna voor een zwijgendefilm geëngageerd en had veel succes. Zij is thans aan de Metro-Goldwyn-Mayer verbonden. Haar bekendste films zijn „The warrior's husband" en ,,Strictly personal''.
SALLY RAND begon haar loopbaan als figurante te Hollywood. Jarenlang heeft zij in die weinig betalende positie gebrek geleden, tot zij een engagement bij de P.D.C, wist te bemachtigen. Cecil B. de Mille, die haar eerste film regisseerde, zag dat {ij vooral veel danstalent bezat en liet haar dansles geven. Zij werd door de Paramount geëngageerd en oogstte vooral in „Bolero" veel succes.
Shirley Temple met den bekenden filmhond Buck, waar zij de beste maatjes mee Is.
Dat is nu juist, waar het om gaat: zij zijn daar boven verheven! Zij zijn zóó superieur, dat zij geen vreugde kunnen vinden in een klein argeloos meisje, dat in het verre Californië voor de film speelt. En dat moet de wereld natuurlijk wéten! Want het is reusachtig belangrijk, dat zij zoo superieur zijn, dat is véél belangrijker, dan dat de overigen schik hebben in de kleine Shirley Op stuk van zaken is het dus pure zelfverheffing, ijdelheid, angst om voor oppervlakkig te worden aangezien, en daarom smalen zij op Shirley Temple en dat is niet zoo heel erg ridderlijk. Maar ten slotte is dat hun goed recht. Als iemand géén pleizier heeft in Shirley Temple, of haar films, kan niemand dat verhinderen en tegenover ieder, die
Waar Shirley Temple woont.
het noodig vindt, bekend te maken, „dat hij niet meedoet", staan er duizend, die er rond voor uitkomen, dat zij dat snoezige meideke maar wät graag op het doek zien. Dus hoeft men verder hierbij niets meer aan te teekenen en deze heele kwestie zou hiermee zijn afgedaan, indien niet.... Indien niet een tweede verschijnsel met het eerstgenoemde euvel verband ging houden: dat deze zelfde menschen beweren: „Shirley Temple is een zielig kind, een gedresseerd aapje, een soort van marionet, die dansen moet naar de pijpen van gewetenlooze geldmakers, die dit kind opofferen aan hun eigen belangen. . . " enzoovoort. En nu moeten wij ons afvragen, of zij, die zulke stellingen uiten, ooit in den bioscoop geweest zijn en ooit een Shirley Temple-film hebben aanschouwd. Als zij dat kittige persoontje eens wilden bestudeeren, die stralende oogen bezien, dat onbedorven mondje en dat pure voorhoofd, dan zouden zij toch niet in ernst kunnen volhouden, dat dit kind een gedresseerd aapje, of zielig zou zijn. Welk een totaal gebrek aan psychologie komt hier tot uiting! Natuurlijk — het heeft geen zin het te
verdoezelen! — er wórdt geld verdiend met de Shirley Temple-films en door dit actricetje zélf in de eerste plaats. Maar dat is daarom nog niet „gewetenloos" en zij, die dit klakkeloos beweren, zouden stomverbaasd zijn, als zij wisten, welke eindelooze voorzorgsmaatregelen de 20th Century-Foxfilm, bij wie Shirley geëngageerd is, neemt, om het kind niet te overspannen, het te beschermen en in de beste conditie (geestelijk zoowel als lichamelijk) te houden, welke maar mogelijk is. Shirley Temple heeft een heelen staf van menschen om zich heen, die haar niet alleen bewaken, niet alleen les geven, niet alleen helpen, maar die vooral ook zorgen, dat het kind veel rust, veel doodgewone ontspanning krijgt en niet overvoerd wordt met allerlei sterke indrukken. Onder hen is Dr. Stephan D. Cossack, een bekend psycholoog, paedagoog en kinderarts, een der voornaamste medewerkers. In de tweede plaats moet genoemd worden: Miss Muriel Peppercorn, de verpleegster, die niet van Shirley's zijde wijkt en die haar toegedaan is als een moeder. Voorts is er nog een secretaresse en zijn er nog drie anderen, die uitsluitend ten behoeve van Shirley zijn aangesteld. Een groot deel van den dag brengt Shirley door met het leeren van wat alle kinderen van haar leeftijd op school moeten leeren. Ook filmt zij bijna dagelijks (maar zelden langer dan een uur per dag; vroeger een half uur) en voor het overige streeft men hardnekkig het doel na, dat Shirley zich zal ontspannen, dat zij zich zelfs liever zal vervelen, dan overladen worden met pretjes, of plichten, of andere soorten van vermoeienis. Nimmer leest men dan ook, dat Shirley in schouwburg of bioscoop voorstellingen bijwoont, dat zij tentoonstellingen bezoekt, of voor de radio optreedt. Men houdt haar kalm thuis, zij mag af en toe eens een vriendinnetje op bezoek hebben, of 'n enkele maal eens naar den dierentuin, maar men houdt haar rustig en eenvoudig. En... . Shirley is daar volmaakt gelukkig mee. Zij weet heelemaal niet, dat zij een wonderkind is, dat haar roem rondom de wereld gaat en dat millioenen menschen haar films bewonderen. Zij denkt daar absoluut niet over na, zij filmt graag, omdat zij het als een spel beschouwt: „doen alsof". Zij kijkt ook altijd met belangstelling naar haar eigen films, als die vertoond worden ia een projectiezaaltje bij den studio, waar slechts enkelen tegenwoordig zijn, maar zij vermoedt niet, dat die films de heele wereld rondreizen. Ergo: er wordt niet alleen heel zorgvuldig, maar ook buitengewoon verstandig met dit sterretje omgegaan en het resultaat daarvan vindt men telkens weer in elke nieuwe film: een onbedorven kind, dat zich niet aanstelt, wier lach écht is, wier oog trouwhartig kijkt. En als men dit alles weet, is het toch wél een beetje verdrietig, om zulk een boven-alles-verheven medemensch te hooren beweren, dat Shirley Temple het beklagenswaardige werktuig zou zijn van wreede uitbuiters.... Dit is een dwaasheid, waartegen protest moet worden aangeteekend. Dit is een onheusche aanval op een klein meisje, dat niemand kwaad gedaan heeft, integendeel: wier allerliefste verschijning voor millioenen menschen een vreugde is. Het is dus maar goed, dat Shirley niets verneemt van zulke booze aantijgingen. Dat zou werkelijk „zieliger" zijn dan het leventje, dat zij nü leidt! VI
GESPËEKBEH MET MIJW Heb je al gehe loord, Pietersen,' dat de Amerikaansche Ameril regisseur King Vidor idor een minder prettig avontuur heeft beleefd?" „Niets van gehoord. Wat is den goeden man overkomen?"" ,,Je weet, Pietersen, dat hij bezig is met de opnamen voor zijn groote film „Thé Texas Ranger". Voor verscheidene scènes had Vidor „echte" Indianen noodig en het lukte hem na heel veel moeite twee honderd vijftig Indianen tot filmfiguranten te promoveeren. Zij ontvingen vier dollars gage per dag, maar moesten dan ook hun eigen paard en krijgsuitrusting meebrengen." „En speelden ze goed?" „Tè goed. Ze waren enthousiast, vooral toen ze met dengeheelen filmstaf naar Mexico gingen en Vidor hun verklaarde, dat ze niets anders te doen hadden, dan met de blanke figuranten een strijd op leven en dood te beginnen. Natuurlijk „niet echt", het was maar voor de film. Het opperhoofd zei: „Blanke man, wees onbezorgd, we begrijpen je volkomen! Vechten deden we reeds in onze prilste jeugd, maar we hebben er nog nooit vier dollar mee verdiend." Vidor was dus volkomen gerustgesteld, de camera's werden opgesteld, de opname kon beginnen." „En toen wilden ze zeker niet vechten?" „Integendeel! Een of andere figurant was jarig en had in een royale bui den Indianen op „vuurwater" getracteerd. Het gevolg was, dat ze bij het signaal „Opname!" als wilden op de blanken instormden. Ze zwaaiden met tomahawks en scalpeermessen enVidorschrok zich een stuip! Gelukkig gingen de blanken er vandoor, hoewel het niet in het draaiboek stond. Vidor betaalde den Indianen hun geld uiten., engageerde „namaak-Indianen"." „Eigenlijk jammer! Een film kan toch niet realistisch genoeg zijn!" „Dat wel, Pietersen. Maar Vidor gaf er blijkbaar de voorkeur aan weer levend met zijn staf thuis te komen. En wat zou de filmmaatschappij met Vidors scalp hebben moeten beginnen? Ik geloof, dat hij de wijste partij gekozen heeft." FILM-ENTHOUSIASTEN J. d. B. ie AMSTERDAM. In deze rubriek beantwoorden wij alleen vragen betreffende filmsterren. Aan uw wensch hebben wij voldaan. C. A. te WAGENINGEN. Het adres van Ginger Rogers is Radio-studios, Gower Street, Hollywood. Rolverdeeling vermelden wij in deze rubriek niet. Wendt U tot de firma Remaco, N.Z. Voorburgwal, Amsterdam, die bedoelde film in ons land uitgebracht heeft. C. van B. te PALEMBANG. Hierbij de gevraagde adressen. Charlie Chaplin en Paulette Goddard, 1416 La Brea Avenue, Holly, wood. Shirley Temple, 1401 Western Avenue, Los Angeles. Jopie Koopman, p.a. Ufa, Heerengracht 592, Amsterdam. A. S. te 's-GRAVENHAGE. Wendt U tot Nova-film, Dam 2, Amsterdam. Deze firma brengt bedoelde film in ons land uit, en zal U den Haagschen vertoouings-datum kunnen opgeven. L. L. K. te AMSTERDAM. Jan Kiepura is getrouwd met Martha Eggerth. Hij filmt thans te Weenen. Gustav Diesl is den 30sten December te Weenen geboren. Hij is niet getrouwd.
L. T. A. te 's-GRAVENHAGE. Fernand Gravey is getrouwd met Jane Renouardt. M. A. te ROTTERDAM. Richard Tauber filmt in Engeland. Hij is thans met Diana Napier getrouwd. Lionel Atwill is den Isten Maart jarig. E. M. A. B. te GRONINGEN. Bedoelde films zijn reeds in ons land vertoond. Wanneer zij te Groningen vertoond zullen worden, weten wij ook niet. Wendt U tot de directie van de Fox-film, Rokin, Amsterdam en directie Nova-film, Dam 2, Amsterdam. Bedoelde films worden door deze twee maatschappijen in ons land uitgebracht. E. S. te ROTTERDAM. Joseph Schmidt is den öden Maart te Czernowitz geboren. Zijn adres is thans British International Pictures, Elstree bij Londen. A. d. Z. te VOORBURG. Al Jolson is getrouwd met Ruby Keeler. Zijn adres is Warner Bros-studios. Burbank, Caiifornië. Voor foto drie antwoordcoupons insluiten. Dorothea Wiecks beste film was ongetwijfeld „Meisjes in uniform". Zij is voor de tweede maal gehuwd. N. U. te ROTTERDAM. Bing Crosby is getrouwd. Zijn echtgenoote is filmster. U kunt hem schrijven 5451 Marathon Street, Hollywood. Niet vergeten antwoordcoupon in te sluiten. V. v. V. te AMSTERDAM. Het adres van Maureen O'Sullivan is Metro-GoldwynMayer-studios, Culver-City, Caiifornië. Zij bezit een prachtig zeilschip, de „Mavourneen", waarop zij haar vacahtie doorbrengt. Wij gelooven niet, dat zij tijd zal hebben Uw brief uitvoerig te beantwoorden. S. W. O. F. te SCHEVENINGEN. De regisseur van „King of Burlesque" is Sidney Lanfield. Lees onze rubriek „Nieuws uit de Studios". W. D. te AMSTERDAM. Robert Donat filmt veel te Londen. Hij is den 18den Maart te Withington geboren. Dixie Lee, de echtgenoote van Bing Crosby, heeft drie zoons. Renate Müller is niet verloofd.
Vraag drie honderd acht en tachtig Wie waren de drie leidende figuren uit de Fransche Revolutie? Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeden onder degenen, die ons goede antwoorden op deze vraag zenden. Oplossingen insturen vóór 20 Juli (Indische abonné's vóór 20 September) aan ons redactieadres: Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe s.v.p. duidelijk vermelden: Vraag 388.
(WHIPSAW). REGIE: SAM WOOD. ROLVERDEELING: Vivian Palmer Myrna Loy. Ross MacBride Spencer Tracy. Ed Dexter Harvey Stephens. „Doc" Evans William Harrigan. Harry Ames Clay Clement. Humphries Wade Boteler. Steye Arnold Robert Gleckner. Wadsworth Robert Warwick. Dabson John Qualen. Tante Jane Lillian Leigh ton. Dr. Williams William Ingersoll.
hem aan als Danay Ackerman van Chicago, en beschuldigt hem er overluid van, pas uit de gevangenis aldaar te zijn ontslagen. Hij beveelt Ackerman zijn verblijf in het New Yorksche Clarendon Hotel te onderbreken en de stad onmiddellijk te verlaten.
In werkelijkheid is „Ackerman" niemand anders dan de bekwame detective Danny Ross MacBride, wien is opgedragen de gestolen Koronof-parels terug te vinden. De scène in de bar is bedoeld om McBride het vertrouwen van Vivian te doen winnen. Terwijl de speurder op uitnoodiging van Vivian in haar hotelkamer komt, om het bankpapier terug te ontvangen, dringt de politie-man uit de bar eveneens binnen en wil beiden arresteeren. Geheel volgens het opgezet plan slaat McBride zijn collega neer en verlaat met Vivian het hotel. Hij stelt haar voor New York te ontvluchten, waarin zij toestemt. Zij neemt haar nieuwen vriend echter allerminst in vertrouwen, spreekt evenmin over haarbekendheid met Dexter. De vijanden van laatstgenoemde hebben diens verblijf niet kunnen ontdekken, en achtervolgen daarom Vivian, in de hoop, dat deze hen tot hem zal voeren. In St. Louis telefoneert zij Dexter die in NewOrleans is, alles wat er gebeurd is, ook, dat zij zich in gezelschap bevindt van een speurder". Zij zegt, hem te New-Orleans te komen opzoeken, en vertelt hem tevens, niet meer aan dergelijke misdadigerspractijken te willen medewerken. In New-Orleans deelt Dexter zijn vrind Ames mede, dat de parels verstopt zijn in Vivians spiegel; zij weet biervan niets af. Evans en Arnold weten bij Dexter binnen te dringen om hem te dwingen de juweelen af te staan. McBride en Vivian, nog steeds denkend door Evans en Arnold achtervolgd te worden, verlaten 's nachts in een auto St. Louis. Door onweder overvallen, moeten zij schuilen in een boerenwoning. Vivian is getroffen door de naïeve openhartigheid van het boerengezin, en besluit haar oneervol beroep voorgoed vaarwel te zeggen, waarover zij Dexter telefoneert.1 De drie dieven komen echter naar de boerderij om de juweelen terug te halen. McBride heeft intusschen Vivian zijn liefde bekend; hij zegt haar, dat hij van de politie is, een feit waarvan zij reeds op de hoogte was. Hij heeft haar telefoongesprek met Dexter gehoord, doch er zijn nog heel wat moeilijkheden te overwinnen, voordat hij definitief geloof hecht aan haar oprechte bedoelingen. Door een toeval tuimelen de parels uit Vivians handspiegel; de dieven worden ingerekend, en niets staat meerhun geluk in den weg.
Een schrander stel New Yorksche juweelendieven, Ed Dexter, Harry Ames* en Vivian Palmer, weet zich meester te maken van de kostbare Koronofparels. „Doe" Evans en Steve Arnold, de leiders van een concurreerende bende wenschen e.en aandeel in den buit. Korten tijd na den diefstal tracht een vreemde man zich in een cocktail-har aan Vivian op te dringen. Als zij probeert hem op een afstand te houden, ziet zij een detective binnenkomen, wiens komst ook door den vreemdeling is opgemerkt. In 't geheim stelt deze laatste haar een rolletje bankpapier ter hand, met het verzoek het geld voor hem te bewaren. De politie-man wendt zich tot den vreemde, ^^ spreekt ^gfl
\)e0pfa*t& Vraag driehonderd vier en tachtig Theïne en cafeïne zijn chemisch volkomen gelijk; alleen hun oorsprong is verschillend, namelijk de eerste uit thee en de tweede uit koffie. De hoofdprijs viel ten deel aan den heer J. Weyerman te Den Ha^g; de troostprijzen aan den heer H. Verheul te Sliedrecht, zuster G. de Klerk te Kijkduin, den heer A. M. Cattel te Leiden, mejuffrouw L. de Ruyter te Den Haag, mevrouw D. W. Z. de Vries te Den Haag.
1)
y 3) 4)
Robert Myrna Myrna Myrna
Gleckner, Harvey Stephens, William Harrigan, Spencer Tracy en Loy en Spencer Tracy. Loy, William Ingersoll, John Qualen en Spencer Tracy. Loy, Spencer Tracy en Wade Boteler.
Myrna Loy
VII
(COLLEEN) WARNER BROS-FILM
REGIE: ALFRED E. GREEN. Rolverdeeling: Donald Ames Dick Powell Colleen Reilly Ruby Keeler J°e Cork Jack Oakie Minnie Hawkins Joan Blondell Cedric Ames Hugh Herbert Alicia Ames Louise Fazenda Paul Gordon Paul Draper Donald Ames, een knappe en zakelijk goed onderlegde jongeman, beheert het fortuin en de bezittingen van zijn oom, een rijken doch ietwat excentrieken ouden heer, en diens vrouw, tante Alicia. Tot de eigendommen van oom Cedric behoort ook een gebouw, waarin de modezaak van een zekeren Carlo gevestigd is. Deze Carlo heeft een bekoorlijke assistente. Colleen Reilly, de eenige in de op springen staande zaak, die gezond verstand heeft en haar daardoor ook rog zoo lang drijvende heeft gehouden. Uit hoofde van haar beroep komt ze'nogal eens met Donald in aanraking, die, het is niet moeilijk te raden, spoedig verliefd op haar wordt. Hij krijgt echter niet de kans haar deze liefde spoedig te verklaren. Daartoe moeten eerst vele moeilijkheden overwonnen en vele avonturen beleefd worden. Welke, dat kan de film u natuurlijk beter vertellen dan wij. Alleen willen we u nog even verraden, dat ten slotte Donald en Colleen een gelukkig paar worden!
BEFORE EAKFAST UNIVERSAL-FILM. REGIE: WALTER LANG. Rolver deeling: Kay Colby Scott Miller Mrs. Colby Bill Wadsworth Contessa Campanella
moeder zich met Scott aan boord van diens luxueuze jacht bevindt in dezelfde omgeving. Ze worden door een hevigen storm overvallen, doch gelukkig — het toeval speelt een grote rol in het menschenleven — gered door Scott. Deze maakt nu korte metten: hij beveelt den kapitein, ^Éil die daartoe het recht bezit, hem met Kay in den echt t& verbinden, waarna ze h\in wittebroodsweken op de blauwe golven beleven... 1, Carole Lombard en Mia Ichioka. — 2, De vechtpartij. — 3. Betty Lawford, Preston Foster, Janet Peecher en Bert Roach. — 4. Carole Lombard en Preston Foster. — 5. Carole Lombard, Preston Foster, Betty Lawford en Cesar Romero.
MêMêê
NIEUWE A VROSTUDIO
Carole Lombard Preston Foster Janet Beecher . Cesar Romero Betty Lawford
ay Colby tracht tevergeefs haar verloofde Bill Wadsworth er van terug te houden een zakenreis naar Japan te maken, die twee jaar zal duren. Bill acht het echter zijn plicht en gaat toch. Op de kade maakt Kay kennis met een zekeren Scott Miller, die juist Contessa • Campanella, die met dezelfde boot naar Japan gaat, weggebracht heeft. Scott noodigt Kay uit met hem te gaan lunchen en bekent haar dan, dat hij directeur is van de maatschappij, waarbij Bill aangesteld is, en dat hij Bill express naar Japan gestuurd heeft om Kay ongestoord het hof te kunnen maken. Verontwaardigd gaat Kay weg, doch Scott volgt haar voortdurend. Ten slotte vraagt hij haar ten huwelijk. Kay weigert, maar haar moeder dringt er op aan, dat zij den rijken man het jawoord zal geven. Scott heeft den moed ondertusschen nog niet opgegeven en blijft Kay het hof maken. En met succes: want eindeüjk stemt ze hem te trouwen. Als de zaken zoo staan, keert Bill terug. Kay constateert, dat hij een buitengewoon hechte vriendschap met Contessa Campanella gesloten heeft, zoo dat ze niet zoo heel veel berouw voelt. Toch gaat. ze nog een tochtje in een zeilboot met hem maken, waartoe hij haar uitgenoodigd heeft, terwijl haar
Machtige schijnwerpers verlichten des avonds den nieuwen studio. Hilversum, het welvarende stadje In het Gooi, Is rijk aan mooie bouwwerken. Tal van fraaie moderne schoolgebouwen en als kroonjuweel 't'raadhuis, de meesterlijke schepping van architect W.M. Dudok van Heel.Thans is deze gebouwenpracht weer met een verrijkt: de nieuwe Avro-Studio, ontworpen door de architecten Merckelbach en Karsten. Vier Jaren heeft men gebouwd, maar het resultaat is dan ook In één woord verrassend. De Avro bezit thans het modernste en best geoutilleerde omroep-bedrijf in geheel Europal
het concert-orgel opgesteld, dat op een lift geplaatst is en eventueel in den orkestbak, op zaaihoogte, of op het tooneel bespeeld kan worden. Bovendien is er ook nog een kerkorgei. Op de eerste etage van het gebouw vindt men den kamerorkest-studio, den Jazzbandstudio, twee hoorspel-studio's (met een klein tooneel, zoodat de acteurs en actrices er zich volkomen thuis gevoelen) en een spreker-studio. De omroeper beschikt over een „glazen kooi", waaruit hij al deze studio's kan overzien.
Een volledige beschrijving van het gebouw te geven zou te veel plaatsruimte in beslag nemen; de bezichtiging eischt reeds meer dan twee uren! Maar wij willen U er vooral op wijzen, dat, indien een ideale, volkomen feiiiooze radio-uitzending mogelijk is, deze in den nieuwen studio zeker bereikt kan worden.
Pierre Palla
In het gebouw bevinden zich de volgende uitzend-lokalen : ten eerste de groote concert- en tooneelzaal met aparten ingang, vestiaire enzoovoort, plaats biedend aan circa vijfhonderd bezoekers! Hier is ook De „cel" van den omroeper. Hij kan van deze cel uit den studio overzien.
Een hoekje in den hoorspelstudio. De draaibare borden aan de wanden bevorderen de goede acoustiek.
Ongetwijfeld heeft men bij den bouw van dezen nieuwen Avro-studio de meeste aandacht besteed aan de uitschakeling van alle storende bij-geluiden. De professoren Fokker en Zwikker hebben na lange proefnemingen dit moeilijk» vraagstuk afdoende opgelost, ledere uitzend-studio is „een doos in een doos" geworden, waarvan de wanden elkaar nergens raken. Het gebouw is de buitenste doos. Daarin bevindt zich een betonnen ruimte: de uitzend-kamer, welke op eenige pilaren rust, die een aparte fundeering vormen, zoodat er nergens contact met het gebouw ontstaat. De ventilatie komt tot stand door kanalen, waarin versehe lucht geblazen wordt, terwijl de gebruikte lucht weer door kanalen weggezogen wordt; deze lucht gaat echter eerst door zoogenaamde, „suskamers", waar eventueele geluiden nog geabsorbeerd worden. Voorts zijn er in den Avro-Studio nog vertrekken, waar de geluidseffecten bij
bespeelt
het
concert-orgel,
hoorspelen worden voortgebracht, In deze kamer vindt men bijvoorbeeld een imitatiewaterval, een regen-apparaat, een celdeur, een loket, kortom alles wat in een hoorspel te pas kan komen. — Nog eenige dagen, en de studio is voor luistervinken te bezichtigen. Wij kunnen u aanraden er eens een kijkje te gaan nemen! Uw dag zal wèlbesteed zijn en gij zult er kennis maken met een omroepbedrijf, waarop men terecht trotsch mag zijn.
De Jazzband-studio. Op het balkon kunnen de luistervinken van de muziek genieten Vi
*l
r
ALS HET LEVEN EEN SUCCES WORDT MÄDGE EVANS. Opnieuw vestigt Madge Evans, de nog zoo jeugdige filmactrice, de aandacht van de geheele filmwereld op zich, door de uitbeelding van de vrouwelijke hoofdrol in de Engelsche film „Atlantic-Tunnel". Hoe populair Madge reeds is, blijkt uit het feit, dat men haar speciaal voor deze rolprent uit Hollywood naar London verzocht te komen. Madges filmcarrière begon, toen zij zes jaar was en, zooals zoo dikwijls, door een toeval. „Maar deze episode wil ik liever vergeten," zegt zijzelfl „Alles is zoo veranderd, vooral toen de sprekendefilm haar intrede deed, dat ik er het liefst niet aan herinnerd wü worden, dat ik eigenlijk, ondanks mijn jeugd, reeds bij de oudere filmgeneratie thuis hoor." En zij heeft gelijk, want het is slechts weinig filmkinderen gelukt, om later ware actrices te worden, omdat zij zich aan de veranderde toestanden niet konden of wilden aanpassen. Niemand van de familie Evans had er dan ook ooit aan gedacht, dat er uit de kleine blonde, blauw-oogige Madge een actrice zou groeien. Op school speelde zij af en toe wel eens mee in sprookjes, maar zij onderscheidde zich niet van de andere kinderen. Ook had de familie Evans geen relaties bij het tooneel. Op een dag echter zag regisseur JEmil Chautard, die de Evans' kende, de Icleine Madge. Hij had juist voor de film een meisje van haar leeftijd noodig en verzocht haar ouders om toestemming die rol door haar te laten spelen. Deze vonden het een aardige afwisseling voor het kind en stonden het toe. Haar twee jaar oudere broer Tom was er eveneens geweldig blij mee, want nu kon hij op school vertellen, dat hij een zus „bij de film" hadl Maar bij deze film bleef het niet. De maatschappij wilde Madge nog voor een tweede rolprent engageeren en daarna voor nóg een en weer voor een volgende, want ze was inmiddels populair geworden. Er waren bovendien weinig goede kinder-actrices te vinden en Madge speelde werkelijk heel aardig. „Het was heel pleizierig," zegt Madge zelf. „Ik had heelemaal niet het gevoel, dat ik voor de film werkte; het was alleen een leuk nieuw spelletje voor mij. De eenige last, dien men met mij had, was, om mij gedurende de rustpoozen schoon en netjes te houden, want ik had maar weinig tijd noodig om mijn handen en gezicht roetzwart te maken. Gelukkig werd ik niet geschminkt, zoodat het alleen maar noodig was, water en zeep bij de hand te hebben." Vijf jaar lang, tot zij elf jaar was, speelde Madge voor de film. In de studios en thuis kreeg zij les, maar toch vonden haar ouders dit niet voldoende en èr werd besloten, dat zij haar filmloopbaan moest opgeven en een ijverig en leerzaam leven, zooals alle schoolkinderen, gaan leiden. Toch was het niet wel mogelijk haar naar een gewone school te sturen, want haar opleiding kwam al heel weinig overeen met die van andere meisjes van haar leeftijd. Daarom kreeg zij nog een tijd lang priXII
I'
r.
m
vaat onderricht, om haar voldoende kennis bij te brengen, zoodat zij tot de universiteit kon worden toegelaten. Maar Madge voelde daar niet veel voor. Zij kende slechts één wensch: terug naar de film of het tooneelI Met haar onderwijzeres sprak zij dikwijls over haar toekomstplannen. Zij interesseerde zich bijzonder voor de Engelsche literatuur, want als haar tooneelplannen zouden mislukken, wilde zij het liefst schrijfster worden. Toen Madge enkele jaren later het toelatings-examen voor de universiteit had afgelegd, stond de familie Evans opnieuw voor een moeilijk probleem: moest Madge de universiteit bezoeken, of zou merf haar toestaan actrice te worden, zooals zij zoo graag wilde ? Om de beslissing uit te stellen en tevens als be- ' looning voor hét slagen, maakte Madge met haar moeder een reis van zes maanden naar Europa, waarvan evenwel het gevolg was, dat haar besluit vaster dan ooit kwam te staan. Op den dag na haar terugkomst in New York trok Madge kort besloten een japon aan, die zij speciaal in Parijs voor deze gelegenheid had gekocht, en bracht een bezoek aan William A. Brady, den directeur van de eerste maatschappij, waarbij zij gefilmd had, om de kennismaking te hernieuwen. Voorzien van brie-
ven en aanbevelingen kwam zij thuis en reeds een maand later trad zij op ineen tooneelstuk op Broadway. Vier jaar lang speelde zij tooneel, nu eens in grootere, dan eens in kleinere rollen en zoo kreeg zij de tooneelroutine, die zij noodig had en die zij ook voor zichzelf verlangde. In dien tijd werden er verscheidene proefopnamen voor de film van haar gemaakt, maar toen de Metro-GoldwynMayer haar een contract aanbood, twijfelde zij. Op het tooneel voelde zij zich thuis, haar vader en haar broer woonden in New York en de gedachte hen te moeten verlaten deed haar leed, hoewel zij wist, dat haar moeder haar naar Hollywood zou vergezellen. Toch won de film het ten slotte en weldra vertrok zij naar de filmstad Hollywood. Nu had Madge wel is waar de goede, oude zwijgendefilm gekend, maar de ervaring van haar eerste fümloopbaan was thans van geen nut. Zij moest alles opnieuw leeren, aangezien de sprekendefilm nu eenmaal heel andere eischen stelt. Dat onze Madge het ook uitstekend geleerd heeft, dat weten onze lezeressen en lezers thans maar al te goed en bedriegen de voorteekenen niet, dan kunnen zij van Madge Evans nog zeer vele uitstekende film-uitbeeldingen verwachten.
BETTY HOLT het aanvallige Paramount» starratje.
-.
UwrtoAj^fc*** E enigen tijd geleden heb ik over de mooie namen van de Oostersche vrouwen geschreven, 't Doet me genoegen dat ik dit gedaan heb. Daarom kan ik 't nu over een Oostersche dame hebben, zonder haar naam te noemen. Want ik vind het in deze discrete kwestie een ergerlijke fout om naam en toenaam te vermelden. Een indiscretie van die vermaledijde dagbladen, waaraan ik me niet schuldig wil maken. Ik noem haar alleen maar Prinses. En 't is een heele hooge Prinses, d'r broer was zelfs regeerend vorst. Of ie 't nog is kan ik niet verzekeren. In het Oosten is tegenwoordig regeerend vorst zijn een tamelijk onsecuur baantje. Doch daarover heb ik het nu niet. De Prinses ging op reis. In vroeger jaren maakte zoo'n Oostersche Prinses geen reis, zonder een groot gevolg van dienaressen en dienaren, die er voor waakten, dat niemand haar te na kwam. Zijzelve, de Prinses, was achter een sluier verborgen. Doch de ergerlijke nuchterheid van onze tijden heeft daar een eind aan gemaakt. Tegenwoordig gaat zoo'n Prinses op reis net zooals u en ik, ze logeert misschien alleen in een beetje duurder hotel. Doch dat is alles. Maar nu het noodlottige en ergerlijke gevolg, de Prinses in kwestie ontmoette in een van die hotels een portier, waarop ze, zoo maar, smoorverliefd werd. Nou moet ik erkennen, dat hotelportiers (zoolang ze d'r fooitje nog niet geïncasseerd hebben) in den regel heel aardige en beminnelijke menschen zijn. Doch beminnelijk is nog geen onverbreekbare conditie om bemind te worden. Ik zal u de details van het sprookje van de Prinses en den Portier (mooie titel voor een operette, wie geeft d'r wat voor m'n vondst, waarvoor ik bij deze de auteursrechten vastleg) niet vertellen. 't Zou indiscreet en ergerlijk zijn. Je moet een Prinses en een Portier wat gunnen in deze sombere tijden. Doch nu komt de clou. De regeerende broer was, begrijpelijkerwijze, met 't zaakje niets ingenomen. Hij zond een van z'n dienaren d'r op uit om roet in 't eten te gooien, roet in den nectar der liefde. En wat deed die man? Hij zei: Portiertje blijf portier. Ik zal je een goeie fooi geven als je je oude baantje weer opneemt en 't nieuwe baantje van verloofde van een Prinses in den steek laat. . . . 't Mag heel snugger van dien vorstelijken afgevaardigde zijn geweest, maar.... sympathiek lijkt het mij niet. Of de portier zich weer als zoodanig in het handelsregister heeft laten inschrijven, ik heb 't niet onderzocht. Maar dat fooitje zit me dwars. Ergert me. En warempel niet alleen, omdat ik het niet heb gekregen. PETRUS PRUTTELAAR. XIV
■^^H
TROOSTENDE MOEDEK.
nrnnari
Woorden van JOOST VAN AMSTEL.
LEVENSLIEDJE.
Muziek van JAMES WILTON.
Andantino
P lidgar Lajlha, Japan. Uitg. A. W. Sijtholt .Uitg.-Mij. Leiden. Prijs ing. / 2.40 ; geb. /2.90. Is zij als een symbool bedoeld, die foto van een reeks gewapende Japanners, die langs een trap, simpel en sterk, de steile hoogte opklauteren ? Een symbool van het doorzettingsvermogen dezer Aziaten, die niet terugdeinzen voor de moeilijkste taak en daardoor in staat blijken hun doel te bereiken, wat het ook zij. Lajtha wil in zijn boek den lezer een begrip geven van Nippon, gisteren, heden en morgen. De Westerling, die eerst laat (zou het te laat kunnen zijn?) een vermoeden heeft gekregen, dat die „kleine bruine kereltjes", die het internationale leven zijn binnengedrongen en die men eerst in Europa als een „curiositeit" beschouwde en die men allengs meer is gaan vreezen, tot zoo veel in staat blijken te zijn, dat men onbereikbaar achtte. Het is een verdienste van den schrijver, dat hij ons het wezen van den Japanner laat benaderen. Hem teekent in de intimiteit van zijn huiselijk leven, in zijn fabrieken, in het zakenleven. Hem ook leert begrijpen in zijn gebondenheid aan zijn vaderland, zijn tradities, zijn Keizer, zijn God. Wanneer gij dit bbek hebt gelezen, komt ge iets nader tot het begrijpen van de zoo karakteristieke tegenstelling, die de moderne Japanner schijnt te zijn. Europeaan in zijn werken, Aziaat in zijn leven en denken. Het Westen worstelt en dreigt zich in de gecompliceerdheid van zijn problemen te verstikken. Nippon kent slechts één weg: dien waardoor het vaderland grooter wordt, grooter
en machtiger. De waarde van het boek, door Joh. W. Schotman vertaald, wordt zeker verhoogd door de vele illustraties, die het bevat. Jos. Brusse—van Huizen. Het Steenen Ventj. Uitg. W. L. en J. Brusse's Uitg.-Mij, R'dam. Prijs ing. / 2.90 ; geb. / 3.90. Een curieus boek, dat, ondanks dat vreemde in stijl en opbouw, boeit. Hoofdpersoon schijnt te zijn het Steenen Ventje, de copie van het beroemde Brusselsche beeld, het fonteintje, dat ge in een van de straten vlak achter het stadhuis vindt en waarvan men den naam niet zoo maar voluit in een „fatsoendelijk" Nederlandsch tijdschrift als het onze, neerschrijft. Gs begrijpt wat en wien ik bedoel. En wanneer ge het met begrijpt, och.... lees dan verder. De Vlaamsche beeldhouwer Bernard Servaes heeft Manneke P ardon gebeiteld. Zijn jongste zoon heeft het ontstaan van het Steenen Ventje meegemaakt. Voor hem was het «een steenen. wel een echt kerelke. D'r is verdriet bij de Servaes' en als het S'teenen Ventje verhuist naar onkel Jan in Olland, waar het niet thuis hoort, want de deftige vrouwe van den goedigen Jan Ewoud kan zich niet vereenigen met de uitdagende ongewoonheid van 't manneke. Het wordt naar de Veluw, de hei, verbannen, 't Steenen Ventje liiaakt ook het leven mee van Jan Ewouds zoon en diens vrouwtje, het zigeunerkind. Een leven niet zonder tegenstellingen, conflicten, welke uit de samenkoppeling van twee menschen met zoo'n sterk verschillende mentaliteit wel geboren moeten worden. Voor hun dochtertje is het Steenen Ventje langen tijd een troost. Het brengt Marianne en Lieven, den kleinzoon van Reynoud Servaes, den „schepper" van het Ventje, bij en tot elkaar. Vier generaties leven in dit boek. Het Steenen Ventje alleen schijnt uiterlijk onberoerd, het eenige blijvende in den stroom der veranderingen. Een symbool en een aanwijzing, een maatstaf en .... een kameraad voor kleinen en voor gro9ten.
\
P J^ IQ
Andantino stond vol aandacht te kijken, terwijl een motorrijder reeds meer dan een uur vergeefs worstelde met zijn vehikel, dat defect was. Eindelijk begon het dezen laatsten te vervelen en hij snauwde woedend: ,,Wat staat u daar toch te staren? Is dit soms de eerste motorfiets die u ziet?" „Neen," antwoordde mijn neef, (,maar hij lijkt er erg veel op!" ,,Het is tegenwoordig bijna onmogelijk om een eerlijk dienstmeisje te vinden. De laatste, die ik had, heeft twee japonnen van mjj gestolen." „O, ja? Welke waren het?" „Die twee nieuwe, die ik onlangs uit Parijs over de grens heb gesmokkeld!"
Als je
jong bent
jUi MiiLi Als
je
;rp flä > i
E
$ Zoo
ie - der - een nog ziet
m ri f-
ij-; j
en nog niet
'tWree - de
£^£ je
zei - ve
Gastvcouw (vriendelijk): „Ik geloof, dat u iedereen hier wel kent, is het niet mijnheer de Vries?" Gasf (somber): „Ja, ik vrees het ook." „Heeft De Bruin de sport heelemaal opgegeven sinds hij getrouwd is?" „Neen, dat geloof ik niet. Ik zag hem ten minste gisteren nog met zijn racket. Hij stond er cokes door te zeven." „George," zei de vrouw op dreigenden toon, toen zij een groote flesch whisky ontdekte bij de ingrediënten, die haar echtgenoot had meegenomen voor een week-endkampement, „wat moet dat beteekenen?" „O, dat is in orde, lieve," was het antwoord. „Ik heb die flesch meegebracht om er een kaars in te zetten als ze leeg is." Litt: „Dick, ik geloof, dat het beter is, dat je nu maar een beslissing neemt." Dick: „Wil je daarmee zeggen, dat je aan mijn liefde twijfelt?" Lili: „Dat niet, maar vaders geduld raakt uitgeput. Hij heeft er genoeg van, dat je hier al maar over den vloer komt zonder om mijn hand te vragen, en hij zegt, dat je nu maar moet kiezen: óf mijn hand óf zijn voet!" Een man, die een cadeautje voor zijn vrouw moest koopen, ging een winkel binnen en zette daar zijn wenschen uiteen. „Kijkt u eens, mijnheer," zei de juffrouw, „voelt u misschien wat voor iets zeer elegants in zijden kousen?" De klant kuchte verlegen. „Laten we liever eerst dat cadeautje voor mijn vrouw uitzoeken," vond hy.
kent.
:
^ jipip ^j
bent.
„Ik geloof, dat je veel gelukkiger zoudt zijn met een man, die minder geld had." „Maakt u zich daarover maar niet bezorgd, moeder. Het zal heusch maar kort duren en dan heeft hij al veel minder.". „Het huis schudde op zijn grondvesten," vertelde Mulder, die een aardbeving in het buitenland had meegemaakt, „en de kopjes en schoteltjes vlogen in het rond." „Groote genade!" riep een der toehoorders ontzet uit. „Dat herinnert me ergens aan. Ik heb vergeten een brief voor mijn vrouw te posten!"
Ie - ven
Als je moeder aan je bed
Rubato
Goeden nacht je kust.
•*•"#-
/s
En ze fluistert: „Lie-ve-ling, Slaap jij maar ge - rugt". Dan voel je op zoo een mo - ment, Hoe
/5
^
^T f m \f ^_
\f Refrein.
BE f}É]Éltli)é rijk en gelukkig je bent.
Wie zijn
hl
troos-ten-de
moe - der nog
Moe - der nog heeft.
¥" Q-8pÉi
Ifi' v|f
"
»
s
.*•
=^E
L
JW.IJ ii^r^EB heeft
Ja — die heeft er een he-mel op aard!
Als je iets verkeerds begaat In de maatschappij \ En de menschheid stoot je uit —' Moeder staat je bij! Als een iedereen je mijdt Als een schurftig beest. Zegt je moeder:„Nee, mijn kind Is nooit slecht geweest!" Zij zoent je, als ieder je trapt z'Aanbidt je — al heb je gegapt! {Refrein)
Red. en Adm. Galflewaier 22, Lelden. Tel. 760. Postrekening «880
Ja — die heeft een be - zit, schatten
fi^Plf jji «hpN-^N^II 5 5 s 5^
H Vlucht je uit het oude nest Naar het verre land. Neem je in de eenzaamheid Vaak haar beeld ter hand. Als je moe van 't zwerven bent En naar huis verlangt. Voel je, hoe met hart en ziel j'Aan je moeder hangt. „M'n jongen, ik heb je nog lief," Schrijft zij je in lederen brief. (Refrein)
Rubato i. 5
Langzaam walstempo.
^|p p
Wie zijn troos - tende
^
"5
3=^ Vr^ it:
f
S>
^^
33
Fine.
Als je zélf eerst kind'ren hebt Voel je o, zoo goed, Wat ze in je leven zijn j* Eigen vleesch en bloed. Worden ze door pijn gekweld Moeder komt er bij En ziet — als bij tooverslag Zet ze 't leed op zij. Vergeten is alle verdriet Als 't kind moeders oogen maar ziet. (Refrein) Verschont wekelijks — PrUs per kwartaal f. 1.95
'V^S^I
^^■■i ■r **
Juli 1936 .>i«
Ik wasch al mijn Fijne goed • • •
■Jr
^0
f
£
i
cinema t theater
/
Ä'
.if -f
ELEANOR WHITNEY: VACANTfE-^TEMMINI .
(Foto Pêttmtmnt) '
4
v
'f