Nederweert samen grootsl
Gemeentehuis Raadhuisplein 1, Nedenveert Postbus 2728 6030 AA Nederweert T 1 4 0495 of (0495) 677 111 F (04e5) 633 245 E
[email protected]
Fractie JAN (Jongeren Akkoord Nederweert)
u¡vrrw.nedenveert.nl
NL08 BNGH 028.50.05.804
kenmerk
utT-15-21050
uw bericht
beh. door
datum
bijlage(n)
verzonden
onderwerp
:
7 oktober 2015 3 november 2015 5 november 2015
Beantwoordíng art. 41 vragen over omgevingsvergunning Rumal
Geachte fractie, Bij brief van 7 oktober heeft u vragen volgens artikel 41 van het Reglement van Orde met betrekking tot de ontwerp omgevingsvergunning voor Rumal gesteld' Aangezien Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn voor het verlenen van de omgévingsvergunning voor Rumal zijn de hieronder vermelde antwoorden deels in overleg met de provincie Limburg tot stand gekomen. Dit geldt voor de vragen 2,4,5,6, 8 en 9 die betrekking hebben op de ¡nhoud van de aanvraag en vergunning. Hieronder volgen de antwoorden op uw vragen.
1.
Graag vernemen wij de procedure omtrent de vergunning en daarbii de inbreng van zienswiizen en betrekken van belanghebbenden. Het betreft een aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg het bevoegde gezag zijn en die volgens de uitgebreide procedure wordt behandeld. De ontwerpbeschikking is genomen op 1 oktober en gepubliceerd op 6 oktober, ze ligt ter inzage tot en met l7 november. Binnen deze termijn kan eenieder zienswijzen indienen b¡j GS van de provincie Limburg. Eventuele zienswijzen zullen worden meegenomen bij het nemen van het definitieve besluit dat ook-gedurende 6 weken ter inzage wordt gelegd. Binnen deze termijn kan vervolgens beroep worden ingesteld door belanghebbenden die het niet eens zijn met de beschikking en die zienswijzen hebben ingediend tegen het ontwerp. Ook belanghebbenden die redelijkeruvijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend, kunnen in beroep gaan. Zover het formele traject. Daarnaast heeft de aanvrager (Rumal BV) op 14 oktober een overleg in de Pinnenhof georganiseerd waarop alle omwonenden waren uitgenodigd. Het overlegmoment is door initiatiefnemer bewust gekozen nadat de ontwerpbeschikking is genomen zodat de omwonenden zich beter konden voorbereiden op de bijeenkomst en gerichter vragen konden stellen. Tijdens dit druk bezocht overleg heeft de aanvrager een toelichting gegeven op de aangevraagde plannen. Bij dit overleg waren ook ambtenaren van provincie en de gemeente aanwezig. De burgemeester verzorgde de opening.
116
2.
ln hoeverre is er sprake van een toename aan fijnstof en geluid en is dit acceptabel? (Graag toelichten) Als gevolg van het nieuw aangevraagde en (in ontwerp) vergunde carboniseerproces (incl. voorbewerken) binnen de inrichting van Rumal is er een toename van de berekende immissie van fijn stof en geluid. ln de paragrafen 4.1.6 en 4.1 .9 van het op 1 oktober 2015 door Gedeputeerde Staten (GS) vastgestelde ontwerpbesluit wordt uitgebreid ingegaan op de beide milieuaspecten en de toetsing aan de geldende grenswaarden. Geluid Voor gezoneerde industrieterreinen geldt dat de etmaalwaarde van het equivalent geluidsniveau vanwege het gehele industrieterrein op de zone niet meer mag bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde. Voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen binnen de zone is een zogenoemde hogere waarde vastgesteld. lndien de zone of een hogere waarde (cumulatief) wordt overschreden dan moet de vergunning worden geweigerd. Bij het besluit op de aanvraag wordt in ieder geval de geldende grenswaarden voor gezoneerde industrieterreinen in acht genomen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Verder moeten worden beschouwd woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. Voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone is een zogenoemde hogere waarde vastgesteld. De inrichting is gelegen aan de Kanaaldijk 14 te Nederuveert op het geluidgezoneerde industrieterrein 'Aan Veertien'. De gemeente Nederweert beheert de geluidszone rondom dit industrieterrein. De dichtstbijzijnde woningen liggen aan de Winnerstraat 24 en 105 (ten zuiden van het bedrijf) en de Eindhovensebaan 5, 7a en 7c (ten oosten). Dit betreffen woningen op het gezoneerde industríeterrein. Volgens het bestemmingsplan 'bedrijventerrein Aan Veertien' (vastgesteld gemeenteraad op 30 september 2008 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 19 mei 2009) zijn de bovenstaande woningen aangewezen als bedrijfswoning, waardoor deze bij de beoordeling een lager beschermingsniveau genieten dan "normale" woningen in een woonwijk. Het feit dat een bedrijfswoning wordt gebruikt als particuliere woning doet hier niets aan af . Daarnaast zijn buiten het industrieterrein onder andere nog de akoestisch relevante woningen Eindhovensebaan 2, 4, 4a en 5, Winnerstraat20, 22,93 en g5 en Klompensteeg 4 en 6 (zuidwesten) gelegen. Uit de toetsing komt naar voren dat de berekende geluidimmissie van Rumal, gecumuleerd met de geluidimmissies van de overige op het industrieterrein gevestigde bedrijven, past binnen de beschikbare geluidruimte voor het industrieterrein Aan Veertien. Verder blijkt uit het geluidsonderzoek dat de berekende geluidsbelasting ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen buiten het gezoneerde industrieterrein voldoet aan de 50 dB(A) etmaalwaarde. Voor één woning op het gezoneerd industrieterrein (Winnershraat24) zijn hogere waarden berekend: op het immissiepunt 4 (Winnerslraat 24) bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in de dag-, avond- en nachtperiode respectievelijk 46, 44 en 43 dB(A) (etmaalwaarde 53 dB(A)). Fiin stof Op grond van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (Wm) kan een vergunning worden verleend, indien de concentratie in de buitenlucht van de in bijlage 2 van de Wm genoemde luchtverontreinigende stoffen (inclusief eventuele locale bronnen in de omgeving van de inrichting) vermeerderd met de immissie ten gevolge van de activíteiten binnen de inrichting (inclusief ' voertuigbewegingen van en naar de inríchting) lager is dan de grenswaarden. Er zijn grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes (fijn stof, PM10 en PM2,5), lood, koolmonoxide en benzeen gesteld. ln de situatie van Rumal ís getoetst aan de grenswaarden voor fijn stof en stikstof dioxide. Hier is voor gekozen omdat de achtergrondconcentraties van stikstofdioxíde en fijn stof landelijk gezien kritisch zijn in de directe nabijheíd van het project / de inrichting én de verschillende bronnen behorend tot de inrichting van Rumal stikstofdioxide en fijn stof uitstoten.
216
De inrichting is gelegen aan de Kanaaldijk 14 te Nederuveert op het geluidgezoneerde industrieterrein 'Aan Veertien'. De dichtstbijzijnde woningen betreffen de Winnerstraal24 en 105 (ten zuiden van het bedrijf) en de Eindhovensebaan 5, 7a en 7c (ten oosten). Dit betreffen woningen op het gezoneerde industrieterreín. Daarnaast zijn buiten het industrieterrein onder andere nog de woningen Eindhovensebaan 2, 4, 4a en 5, Winnerstraat 20,22,93 en 95 en Klompensteeg 4 en 6 (zuidwesten) gesitueerd. Alhoewel de grenswaarde voor fijn stof (daggemiddelde) wordt overschreden vormt deze overschrijding geen belemmering voor het verlenen van de vergunning. lmmers de bijdrage van de inrichting van Rumal aan de luchtkwaliteit ligt beneden het NIBM criterium (3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde grenswaarde). Hoewel de gemeente Nederweert is gelegen in een NIBM uitzonderingsgebied luchtkwaliteit geldt deze NIBM uitzondering niet voor Rumal, omdat de uitzondering alleen van toepassing is voor veehouderijen (artikel 5a van de Regeling NIBM).
3.
Zijn er klachten bekend bijde gemeente m.b.t. dit bedrijf? Hoe wordt omgegaan met klachten en op welke wijze gaat de gemeente de overlast die buur-tbewoners kunnen onderuinden minimaliseren? De gemeente is bekend met klachten van omwonenden. Deze betreffen in hoofdzaak geur- en stofhinder. Conform afspraak met de RUD Limburg Noord worden klachten afgehandeld door (voormalig) medewerkers van de Provincie Limburg. De gemeente Nederweert stuurt de klachten na ontvangst direct door naar de (voormalig) medewerkers van de Provincie Limburg. Om te onderzoeken of er regels worden overtreden zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd om de geur- en stofemissies van het bedrijf in kaart te brengen. De stand van zaken wordt regelmatig teruggekoppeld met de omwonenden tijdens door de gemeente Nederweert georganiseerde bijeenkomsten.
4.
Gaan er door deze uitbreiding meer verkeersbewegingen plaatsvinden? Zo ia, graag aangeven hoeveeltransportbewegingen er in totaal ziin per dag/weel
5.
Waar worden de big bags met granulaat opgestagen en wat is de maximale capaciteit in m2 aan opslag dat op het terrein mag worden opgeslagen? (Graag toelichten hoeveel granulaat er reeds wordt opgeslagen en wat dit uiteindeliik gaat worden na deze uitbreiding) ln paragraaf 4.1.5.5 van het op 1 oktober 2015 door GS vastgestelde ontwerpbesluit wordt ingegaan op de aangevraagde en vergunde gewijzigde opslagsituatie op het buitenterrein. Daarbij is een tabel opgenomen met daarin aangegeven de vergunde en aangevraagde omvang van de opslagvakken in vierkante meters. Aangevraagde situatie Vigerende vergunning ld opslagterrein
8OO m2 (opslagterrein)
394 m2 (nieuw opslagterrein) 732 m2 280 m2
TE
1.870 m2
2.110 mz
TI TG
2.460
TD1 TD2 "Hal" J
110 m2 m2
1.010 m2
2.276
m2
3/6
ln de vergunning is een voorschrift opgenomen dat de voorgestelde veranderingen in de opslagsituatie op het buitenterrein ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan het bestuur van de Regionale Brandweer Noord- en Midden-Limburg. Vervolgens moet deze goedkeuring worden verwerkt in een aangepast brandveiligheidsrapport.
6.
Wij lezen in de ontwerp vergunningsaanvraag dat de geproduceerde carboniseerolie wordt opgeslagen in een tweetal bovengrondse dubbelwandige tanks van elk 25.000 liter en als brandstof wordt verkocht (ca. 5.000 ton/jaar). De niet gecondenseerde gassen worden in een 2talwarmtekrachtkoppeling (WKK) installaties (ca. 4 MWth) omgezet in elektriciteít en warmte. Wat betekent dit voor de externe veiligheid en in hoeverre wordt een veilige leef- en werkomgeving gewaarborgd? (Graag de gevaren en nsico s omschrijven) ln paragraaf 4.1 .5 van het op I oktober 2015 door GS vastgestelde ontwerpbesluit wordt uitgebreid ingegaan op het aspect (externe) veiligheid. Daarbij komen onder andere aan de orde de opslag van carboniseerolie in een tweetal bovengrondse tanks van elk 25 m'en het verbranden van het geproduceerde gas in een tweetal warmtekrachtkoppeling (WKK) installaties.
Opslaq carboniseerolie Ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen zijn in Nederland richtlijnen opgesteld in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de opslag van deze carboniseerolie zijn voorschriften opgenomen waaraan de nieuwe tanks en leidingen moeten voldoen. Daarbij is aansluiting gezocht bij de eisen voor dieselolietanks die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit.
WKK installaties Voorafgaande aan de verbranding in de gasmotoren van de WKK's wordt het gas eerst gereinigd. Het reinigen van de gassen geschiedt door middelvan meertraps scrubbers waarmee stof, verontreinigingen en water worden verwijderd voordat het gas in de motoren van de WKK's verbrand wordt. Na de scrubbers bevindt zich nog een actief koolfilter dat dient als politiefilter. Dat is een zekerheidsmaatregel zowel ten aanzien van emissies maar zeker ook ter bescherming van de motor. Deze actief koolfilters zijn speciaal geïmpregneerd ten einde eventuele sporen/piekjes van zwavelverbindingen af te vangen door adsorptie. Uiteraard adsorberen ook alle andere eventuele verontreinigingen aan het actieve kool. Onder normale condities wordt dus de olie gecondenseerd en het gas verbrand in de WKK's. Voor niet reguliere bedrijfsomstandigheden (o.a. opstarten, storing en onderhoud WKK's) wordt binnen de inrichting een fakkel geïnstalleerd. De fakkel heeft voldoende capaciteit (ca. 10 MWth) om alle olie en gas te verbranden (max. ca. 9 MWth) of indien de condensor wel werkt maar de WKK's tijdelijk uit bedrijf of in storing zijn, het gas (max. ca. 4 MWth) te verbranden. Het carboniseerproces met de bijbehorende voorzieningen is een complexe installatie die deskundig ontworpen, gebouwd, gebruikt en aangepast moet worden. Daarbij staan de volgende uitgangspunten voorop : - Onderhoud en aanpassingen aan ovens (reactoren), WKK's, noodfakkelen alle bijbehorende leidingen en voorzieningen moeten plaatsvinden door een deskundige partij; - Degene die de installatie drijft moet een onderhoudscontract kunnen overleggen met de leverancier of een onderhoudsbedrijf. ln dit contract moet zijn opgenomen dat in geval van storing aan de installatie zo snel mogelijk wordt ingegegrepen; - Voor de installatie is een noodprocedure opgesteld waarin wordt beschreven wat er moet gebeuren bij incidenten. Situaties die in ieder geval beschreven moeten worden zijn storing van de WKK's en stroomuitval. De noodprocedure wordt opgehangen bij de relevante delen van de installatie. Geadviseerd wordt verder de procedures binnen 6 maanden te laten testen door de inrichtinghouder;
4t6
Er zijn voorzieningen om ervoor te zorgen dat bij storing of stroomuitval in ieder geval de geproduceerde gassen worden afgefakkeld. ln de vergunning zijn conform de bovenstaande uítgangspunten ter borging ervan voorschriften opgenomen. De aangevraagde en vergunde WKK's vallen onder de rechtstreekse werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Daarbij is in de bijbehorende ministeriële regeling opgenomen dat een gasgestookte stookinstallatie met een nominaal vermogen van meer dan 100 kilowatt ten minste eenmaal per vier jaar moet worden gekeurd op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid. Deze keuring omvat mede de afstelling voor de verbranding, het systeem voor de toevoer van brandstof en verbrandingslucht en de afvoer van verbrandingsgassen. Een keuring moet worden uitgevoerd door een bedrijf dat beschikt over een geldig certificaat afgegeven door een geaccrediteerde instantie. Degene die de inrichting drijft vraagt van degene die een keuring verricht een door hem opgesteld en ondertekend verslag van die keuring, waaruit ten minste blijkt wanneer en door wie de keuring is verricht en de resultaten van de keuring. lndien uit een keuring blijkt dat de stookinstallatie onderhoud behoeft, vindt dat onderhoud binnen twee weken na de keuring plaats. Degene die de inrichting drijft vraagt van degene die het onderhoud verricht aan de stookinstallatie een door hem ondertekend bewijs waaruit blijkt wanneer, door wie en welk onderhoud is verricht.
7.
Bij de vestiging van dit bedrijf is de omgeving en ook de gemeenteraad betrokken. ln hoeverre zijn belanghebbenden uit de omgeving betrokken bij deze uitbreiding en zijn er al informatiebijeenkomsten georganiseerd voor de omgeving. De omwonenden zijn geïnformeerd over de inhoud van de aangevraagde en in ontwerp verleende omgevingsvergunning (uitbreiding) tijdens een bijeenkomst welke heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2015 in de Pinnenhof te Nedenryeert. Zie ook antwoord op vraag 1.
B.
Wordt er alleen overdag geproduceerd? (Graag tijden aangeven dat machines werkzaam ziin) Binnen de inrichting van Rumal wordt er geproduceerd in de dag- (07.00 - 19.00 uur), avond- (19.00 - 23.00 uur) en nachtperiode (23.00 - 07.00 uur).
9.
De gemalen carbon black wordt gegranuleerd door een wateroplosbare binder toe te voegen. De binder wordt aangemaakt in een aanmaaktank en gedoseerd vanuit een doseertank. ln hoeverre wordt bodemverontreiniging voorkomen? Alle bodembedreigende activiteiten dienen zodanig te gebeuren dat het risico op bodemverontreiniging verwaarloosbaar is. Dit kan door het treffen van voorzieningen en maatregelen. Bij voorzieningen moet worden gedacht aan vloeistofdichte of vloeistof kerende vloeren, dubbelwandige leidingen en overvulbeveiligingen. Maatregelen kunnen zijn periodieke inspecties van voorzieningen, visueel toezicht en werkinstructies. Ter plaatse van werkzaamheden met de binder (zetmeelstijfsel) zijn vloeistof kerende vloeren aanwezig (en toezicht maatregelen).
10. Hoe staat uw College tegenover deze vergunning en bent u hierover in gesprek met de Provincie?
Wij zijn als wettelijk adviseur bij deze vergunningprocedure betrokken en hebben met provincie overleg over de aanvraag gevoerd en er is ook een schriftelijk advies uitgebracht. ln het overleg en het advies hebben wij bijzondere aandacht gevraagd voor de emissies van geur en fíjn stof, geluid, de opslag en handling van carbon black, het opleggen van nacontrolemetingen, het opnemen van voorschriften met betrekking tot de tijger mug en brandveiligheid. Ook is - hoewel niet direct aan de orde in de vergunningprocedure - aandacht gevraagd voor de klachten die er zijn over
5/6
het bedrijf in relatie tot toekomstige uitbreidingen. De integrale adviesbrief van de gemeente is opgenomen op pagina 18 van de ontwerpbeschikking. Samenvattend staan we positief kritisch tegenover de uitbreidingsplannen, een bedrijf moet kunnen ondernemen en uitbreiden, dit moet gebeuren binnen de wettelijke regels en het mag natuurlijk niet leiden tot onaanvaardbare overlast.
11. Welke instantie is verantwoordelijk voor de handhaving en brandveiligheid en controleert dit bedrijf op naleving van de regels? Op dit moment is de gemeente nog het bevoegde gezag. De gemeente Nederweert is daarom ook eindverantwoordelijk. Conform afspraak binnen de RUD Limburg Noord worden de controles op de naleving van de regels uitgevoerd door (voormalig) medewerkers van de Provincie Limburg. lnspecties op de brandveiligheid worden waar nodig samen met medewerkers van de Brandweer Limburg Noord uitgevoerd. Zodra de nieuwe vergunning van kracht is, valt het bedrijf onder bevoegd gezag van GS van Limburg en zijn zij verantwoordelijk voor de controle op de naleving van de vergunning. Overigens kunnen wij u mededelen dat tijdens de laatste controle op 2 november 2015 is vastgesteld dat het bedrijf voldoet aan de brandveiligheidsvoorschriften.
Hoogachtend, Burgemeester en De
van Nederwee De
Bakens
6/6